Kwaliteit van onderzoek in het HBO en Open Access

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kwaliteit van onderzoek in het HBO en Open Access"

Transcriptie

1 Kwaliteit van onderzoek in het HBO en Open Access

2 Colofon Kwaliteit van onderzoek in het HBO en Open Access Deze studie is verricht in opdracht van SURFfoundation. SURFfoundation PO Box 2290 NL-3500 GG Utrecht T F info@surf.nl Auteurs Daan Andriessen - Hogeschool INHolland, lid van het Forum voor Praktijkgericht Onderzoek Annelies de Jeu - Hogeschool Utrecht Hilleke van der Reijden - Hogeschool Utrecht SURF is de ICT-samenwerkingsorganisatie van het hoger onderwijs en onderzoek ( Deze publicatie is digitaal beschikbaar via de website van SURFfoundation: Stichting SURF Februari 2010 ISBN Deze publicatie verschijnt onder de Creative Commons licentie Naamsvermelding 3.0 Nederland.

3 Inhoudsopgave 1 Managementsamenvatting Kwaliteit van onderzoek in het HBO en Open Access Manieren om kwaliteit te bevorderen Gebruiken van kwaliteitscriteria Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek Expertisekring Betekenis & Kwaliteit van Praktijkgericht Onderzoek Andriessen & Van Weert Nemen van kwaliteitsbevorderende maatregelen Gebruik van beschikbare kennis Valideren door de klant Reviewen tijdens het onderzoek Peer review Prestatiemeting en beoordeling Citatie-index Classificatie en ranking Kwaliteitszorgsystemen Toezicht op kwaliteitszorg Zelfevaluatie Gesprekken Oordeel Bevorderen van goed gedrag van de onderzoeker Verbeteren van de randvoorwaarden voor onderzoek Relatie onderwijs en onderzoek Oriëntatie van het onderzoek Financiering van het onderzoek Docenten en HRM beleid Bestuurlijke verankering Organisatie van lectoraten Lopende initiatieven Beroepsregister voor lectoren Doelstelling van een beroepsregister voor lectoren Procesvoorstel om te komen tot een beroepsregister Tijdspad Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek Expertisekring van lectoren "Betekenis en Kwaliteit van praktijkgericht Onderzoek" De prijs De jury De criteria De werkwijze Gedragscode onderzoek voor het HBO Advies van het Forum voor Praktijkgericht Onderzoek aan de HBO-Raad Verzoek van de HBO-raad aan het Forum voor Praktijkgericht Onderzoek Proces voor het ontwikkelen van een gedragscode onderzoek voor het HBO HBO-raad notitie: Naar een Duurzaam Onderzoeksklimaat Special issue van ScienceGuide over kwaliteit van Hoger Onderwijs SURF Open Access conferenties Werkconferentie Open Access en hbo, Utrecht maart Werkconferentie Open Access en hbo, Utrecht november SURF project Open Onderzoek! ZonMW en onderzoek in de gezondheidszorg

4 5 Aanbevelingen SURFfoundation Gebruiken van kwaliteitscriteria Nemen van kwaliteitsbevorderende maatregelen Prestatiemeting en beoordeling Verbeteren van de randvoorwaarden voor onderzoek de HBO-raad Gebruiken van kwaliteitscriteria Nemen van kwaliteitsbevorderende maatregelen Prestatiemeting en beoordeling Kwaliteitszorgsysteem Toezicht op kwaliteitszorg Bevorderen van goed gedrag van de onderzoeker Verbeteren van de randvoorwaarden voor onderzoek Hogescholen Gebruiken van kwaliteitscriteria Nemen van kwaliteitsbevorderende maatregelen Prestatiemeting en beoordeling Kwaliteitszorgsysteem Bevorderen van goed gedrag van de onderzoeker Verbeteren van de randvoorwaarden voor onderzoek Lectoren en onderzoekers Gebruiken van kwaliteitscriteria Nemen van kwaliteitsbevorderende maatregelen Bevorderen van goed gedrag van de onderzoeker

5 1 Managementsamenvatting Het onderzoek binnen het HBO in Nederland krijgt steeds meer vorm. Inmiddels zijn er meer dan 450 lectoren in het HBO actief bij meer dan 400 lectoraten. Met de groei van het onderzoek klinkt ook steeds luider de roep om verbetering en borging van de kwaliteit van onderzoek. De ontwikkeling van Open Access onderzoek maakt het probleem van de kwaliteitsborgen extra pregnant. Inmiddels lopen er allerlei initiatieven op het gebied van kwaliteit van onderzoek in het HBO. Doel van deze nota is om deze initiatieven in kaart te brengen, te volgen, te analyseren en bij elkaar te brengen met Open Access als specifieke invalshoek. Dit leidt tot een aantal aanbevelingen voor kwaliteitsborging voor het via Open Access publiceren van onderzoek van het HBO. Het onderzoekproces aan het HBO kent input (geld, middelen, mensen, informatie etc.) en output (kennis, publicaties, relatienetwerken etc.). daartussen speelt zich het onderzoekproces af. Het onderzoekproces kan alleen goed verlopen wanneer binnen de hogeschool aan bepaalde randvoorwaarden wordt voldaan: een klimaat van professionele nieuwsgierigheid, de juiste competenties bij de onderzoekers, een manier van leidinggeven en aansturing waarin onderzoek de mogelijkheid krijgt zich te ontplooien, goede relaties met het onderwijs zodat onderzoek kan bijdragen aan de kwaliteit etc. Aan de hand van dit simpele model zijn de manieren te benoemen waarmee de kwaliteit van onderzoek kan worden bevorderd, waaronder onderzoek dat via Open Access wordt gepubliceerd: gebruiken van inhoudelijke kwaliteitscriteria; nemen van kwaliteitsbevorderende maatregelen tijdens het onderzoek; gebruiken van input- en output indicatoren ten behoeve van prestatiemeting en -beoordeling; invoeren van een kwaliteitszorgsysteem; 5

6 houden van toezicht op de kwaliteitszorg; gebruiken van een gedragscode onderzoek en een beroepsregister voor lectoren; en het verbeteren van de randvoorwaarden voor onderzoek. Al deze methoden kunnen bijdragen aan het borgen van kwaliteit van Open Access gepubliceerd onderzoek. Echter, de meeste van deze manieren staan nog in de kinderschoenen. Het is aan de volgende vier partijen om hier verder invulling aan te geven: Lectoren en onderzoekers, Hogescholen, de HBO-raad, en een ondersteunende rol voor SURFfoundation. Specifieke aanbevelingen voor deze partijen treft u aan vanaf pagina 33. 6

7 2 Kwaliteit van onderzoek in het HBO en Open Access Het onderzoek binnen het HBO in Nederland krijgt steeds meer vorm. Inmiddels zijn er bij meer dan 450 lectoren in het HBO actief bij meer dan 400 lectoraten. Met de groei van het onderzoek klinkt ook steeds luider de roep om verbetering en borging van de kwaliteit van onderzoek. De ontwikkeling van Open Access onderzoek maakt het probleem van de kwaliteitsborgen extra pregnant. Inmiddels lopen er allerlei initiatieven op het gebied van kwaliteit. Doel van deze nota is om deze initiatieven in kaart te brengen, te analyseren en bij elkaar te brengen met Open Access als specifieke invalshoek. Dit leidt tot een aantal aanbevelingen voor kwaliteitsborging bij het via Open Access publiceren van onderzoek van het HBO. De nota is voortgekomen uit een overleg bij SURFfoundationtussen medewerkers van SURFfoundation, HBO en WO over kwaliteitsborging bij het toegankelijk maken van onderzoeksresultaten via het Internet (Open Access). Directe initiatiefnemers zijn: Daan Andriessen, lector bij Hogeschool INHolland en lid van het Forum voor Praktijkgericht Onderzoek; Annelies de Jeu, beleidsmedewerker Hogeschool Utrecht; Hilleke van der Reijden, beleidsmedewerker Hogeschool Utrecht; Gerard van Westrienen, SURFfoundation. Overige betrokken zijn: deelnemers Expertisekring "Betekenis en Kwaliteit van Praktijkgericht Onderzoek"; deelnemers Expertisekring van lectoren "Methnet"; deelnemers Conferentie Open Access in het HBO van 26 november 200.9; leden Presidium van het Forum voor Praktijkgericht Onderzoek De nota is ook verschenen in de vorm van een wiki: O Doel daarvan is om de discussie voort te zetten en de nota up-to-date te houden. In de Academische wereld is al veel ontwikkeld op het gebied van kwaliteitsborging van onderzoek. Met name is relevant: KNAW: ERIC(Evaluating Research in Context) KNAW: Standard Evaluation Protocol De universiteiten hebben een protocol voor de beoordeling van hun onderzoek, het Standard Evaluation Protocol. Het SEP biedt richtlijnen voor de evaluatie en verbetering van het universitaire onderzoek. Doelen zijn het verbeteren van de kwaliteit van het onderzoek door peer review en het afleggen van verantwoordelijkheid richting het bestuur van de onderzoeksorganisatie, subsidieverstrekkers, overheid en de maatschappij. Criteria binnen het SEP zijn kwaliteit, productiviteit, sociale relevantie (inclusief valorisatie) en vitaliteit en haalbaarheid. VSNU: Gedragscode wetenschapsbeoefening De nota is als volgt opgebouwd. Er zijn vele methoden om de kwaliteit van onderzoek te verhogen en te borgen. Hoofdstuk 3 geeft daarvan een overzicht. Hoofdstuk 4 bevat een inventarisatie van Lopende initiatieven rond kwaliteit van onderzoek aan het HBO. Bij ons is een aantal initiatieven bekend die zijn gericht op het monitoren en vergroten van de kwaliteit van het onderzoek in het HBO in Nederland. Voor ieder initiatief bevat deze nota aanvullende informatie. Hoofdstuk 5 bevat een aantal aanbevelingen over het bevorderen van de kwaliteit van Open Access publicaties vanuit het HBO. 7

8 Deze aanbevelingen zullen zich richten op: SURFfoundation; de HBO-raad; Hogescholen; lectoren en onderzoekers. 8

9 3 Manieren om kwaliteit te bevorderen De discussie over kwaliteit van onderzoek in het HBO heeft een aantal facetten. Deze lopen in de discussie nogal eens door elkaar heen. Analyse van alle initiatieven rond kwaliteit heeft onderstaande figuur opgeleverd waarin is geprobeerd al deze facetten te benoemen. Het onderzoekproces aan het HBO kent input (geld, middelen, mensen, informatie etc.) en output (kennis, publicaties, relatienetwerken etc.). daartussen speelt zich het onderzoekproces af. Het onderzoekproces kan alleen goed verlopen wanneer binnen de hogeschool aan bepaalde randvoorwaarden wordt voldaan: een klimaat van professionele nieuwsgierigheid, de juiste competenties bij de onderzoekers, een manier van leidinggeven en aansturing waarin onderzoek de mogelijkheid krijgt zich te ontplooien, goede relaties met het onderwijs zodat onderzoek kan bijdragen aan de kwaliteit etc. Aan de hand van dit simpele model zijn de manieren te benoemen waarmee de kwaliteit van onderzoek kan worden bevorderd, waaronder onderzoek dat via Open Access wordt gepubliceerd: gebruiken van inhoudelijke kwaliteitscriteria; nemen van kwaliteitsbevorderende maatregelen tijdens het onderzoek; gebruik van input- en output indicatoren ten behoeve van prestatiemeting en -beoordeling; invoeren van een kwaliteitszorgsysteem; houden van toezicht op de kwaliteitszorg; het gebruik van een gedragscode onderzoek en een beroepsregister voor lectoren; en het verbeteren van de randvoorwaarden voor onderzoek. Al deze methoden kunnen bijdragen aan het borgen van kwaliteit van Open Access gepubliceerd onderzoek. 9

10 3.1 Gebruiken van kwaliteitscriteria Traditionele literatuur over methoden en technieken van onderzoek staan vol met inhoudelijke kwaliteitscriteria voor wetenschappelijk onderzoek. Betrouwbaarheid en validiteit zijn daarvan de bekendste. Onderzoek aan het HBO moet van goede wetenschappelijke kwaliteit zijn. Daarnaast stelt het praktijkgerichte karakter van dit onderzoek nog aanvullende eisen aan de kwaliteit. Hier presenteren we drie visies daar op: vanuit het Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek, zoals voorgesteld door de Expertisekring Betekenis & Kwaliteit van Praktijkgericht Onderzoek, en zoals voorgesteld door Andriessen & Van Weert. Wij roepen iedereen op dit lijstje aan te vullen Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek Het onderzoek aan hogescholen is geworteld in de beroepspraktijk. De vraagstellingen van het onderzoek dat door hogescholen wordt verricht, worden ingegeven door de professionele praktijk ('real life'-situaties), in zowel profit- als non-profitsectoren. Het onderzoek genereert vervolgens kennis, inzichten en producten die bijdragen aan het oplossen van de problemen in de beroepspraktijk en/of aan de ontwikkeling van deze beroepspraktijk. Het onderzoek aan hogescholen is praktijkgestuurd, en richt zich daarbij ook op strategische vragen en de langere termijn. Het onderzoeksobject of de onderzoeksvraag staat centraal zonder dat er op voorhand wordt gekozen voor een specifieke disciplinaire of methodologische benadering. De aanpak is vaak multi- en/of transdisciplinair. Het onderzoek aan hogescholen wordt vormgegeven binnen een scala van organisatorische verbanden, waaronder lectoraten en onderzoekcentra. Deze delen kennis en inzichten met bedrijven en instellingen, voeren praktijkgericht onderzoek uit en ontwikkelen, meestal in coproductie met externe partijen, nieuwe kennis, inzichten en producten. Het onderzoek aan de hogescholen is methodologisch verantwoord en daarnaast sterk gebonden aan de toepassingscontext. Dit betekent dat bij beoordeling van het onderzoek zowel wetenschappelijke criteria als ook criteria uit de context (beroepspraktijk) een rol spelen. De gegenereerde kennis en inzichten moeten niet alleen geldig en betrouwbaar zijn, maar ook maatschappelijk robuust. Het onderzoek aan hogescholen kent een sterke verbinding met de andere activiteiten van het hoger beroepsonderwijs. Dit betreft allereerst de verbinding met het onderwijs. Docenten maken deel uit van de lectoraten en onderzoekcentra. Via stages, opdrachten en leeronderzoek zijn studenten actief betrokken bij het onderzoek. Het onderzoek heeft een vernieuwende werking op het curriculum en draagt bij tot verdere professionalisering van de staf. Daarnaast bestaat er een directe verbinding met consultancyactiviteiten van de instellingen. Het onderzoek aan hogescholen, de kenniscreatie en de kenniscirculatie vinden plaats binnen (duurzame) netwerken met externe partijen. Kennis en inzichten worden via uiteenlopende kanalen aan de diverse doelgroepen overgebracht: via wetenschappelijke publicaties, via bijdragen aan professionele bladen, via voordrachten en presentaties en via uiteenlopende media zoals internet, kranten, radio en tv. Het onderzoek aan hogescholen is gevarieerd. Het type praktijkgericht onderzoek dat wordt verricht, de wijze waarop kennis en inzichten worden gedocumenteerd en gedeeld, het soort producten dat dit oplevert, en de vormgeving van de netwerken zijn afgestemd op wat in de verschillende sectoren van de beroepspraktijk adequaat is. Niet ieder van deze zeven kenmerken voor praktijkgericht onderzoek verwijst naar een inhoudelijk kwaliteitscriterium. De volgende lijken dat wel te doen: 1. stelt dat praktijkgericht onderzoek relevant moet zijn; 3. en 6.lijken te stellen dat de onderzoeksresultaten openbaar moeten zijn; 10

11 4. zegt dat het onderzoek methodologisch verantwoord moet zijn; 5. stelt dat het onderzoek verbonden moet zijn met het onderwijs; 7. stelt dat het onderzoek moet worden afgestemd op de verschillende sectoren in de beroepspraktijk Expertisekring Betekenis & Kwaliteit van Praktijkgericht Onderzoek De Expertisekring "Betekenis en Kwaliteit van Praktijkgericht Onderzoek" geeft een prijs voor het beste praktijkgerichte onderzoek 2009 verricht aan een hogeschool. De Expertisekring is een samenwerkingsverband van lectoren en is onderdeel van het Forum voor Praktijkgericht Onderzoek ( De prijs bestaat uit een bedrag van Euro vrij te besteden op naam van de onderzoeker(s). De jury kiest op basis van onderstaande kwaliteitscriteria. De prijs zal worden uitgereikt op het HBO-congres van 22 april De jury 2010 hanteert als uitgangspunt dat praktijkgericht onderzoek zich tot verschillende fora verhoudt: praktijk, wetenschap en onderwijs. Dit is uiteengelegd in de volgende criteria. Het praktijkforum Het onderzoek ontwikkelt kennis vanuit een hulpvraag in de praktijk. Het onderzoek toont aan dat 'iets' in een bepaalde situatie werkt (of niet) en voor wie. Het kan gaan om het effectief vermogen van een apparaat, een behandelwijze, een methode, etcetera. Het onderzoek toetst de externe validiteit van de bevindingen door tijdens het project te werken aan kenniscirculatie naar andere situaties, andere mensen of andere middelen. De iteratieslagen tussen theorie en praktijk zijn inventief en respectvol vormgegeven en beschreven. Een model is niet blind op de praktijk gelegd en de praktijk wordt niet blind gevolgd. Het onderzoek heeft de praktijk veranderd en de praktijk heeft het model veranderd. Beide klinken in elkaar door. Het onderzoek geeft de perspectieven van de verschillende betrokkenen en hun interpretaties van het onderzoeksresultaat weer. Het wetenschappelijk forum Het onderzoek bouwt voort op bestaande kennis. De probleemstelling, aanpak en bevindingen zijn ingebed binnen de wetenschappelijke literatuur. Het onderzoek verklaart binnen het wetenschappelijke veld waarom het onderzochte (niet) werkt. Het onderzoek is accuraat in beschrijvingen en metingen. Het onderwijsforum In het onderzoeksverslag zijn praktijkmensen persoonlijk herkenbaar voor professionals in opleiding. De persoon van de onderzoeker komt naar voren, inclusief zijn/haar leerervaring. Bij praktijkgericht onderzoek neemt de onderzoeker deel aan de praktijk. Dit deel dient zichtbaar te zijn opdat de ontvanger het kan verdisconteren als context en als stukje van de waarheid. De onderzoeker beschrijft en reflecteert op het eigen aandeel in wat werkt en wat niet werkt. Het onderzoek brengt docenten en studenten in beweging. Gelaagdheid van theorie en praktijk komt helder terug in het project en/of design-machine-artefact en in de publicatie voor derden. 11

12 3.1.3 Andriessen & Van Weert In hun artikel voor het blad Onderzoek van Onderwijs (juni 2008) presenteren Andriessen en Van Weert een set inhoudelijke criteria voor praktijkgericht onderzoek dat is gebaseerd op het werk van Heinze Oost. Ze maken onderscheid tussen twee processen die in ieder praktijkgericht onderzoek tegelijkertijd lopen: de praktijkstroom en de kennisstroom. De praktijkstroom is het werk dat wordt uitgevoerd voor een concrete klant en waarin het probleem van die klant wordt opgelost. De kennisstroom verwijst naar de activiteiten die de onderzoeker uitvoert om breder toepasbare en valide kennis te ontwikkelen. Voor beide stromen gelden in principe dezelfde criteria, maar ze worden voor beide stromen verschillend geoperationaliseerd: Stap Voorbereiding Uitvoering Oplevering Aspect Vraag Aanpak Beoogd resultaat Document Werkwijze Resultaat zelf Document Criteria Afgebakend Relevant Verankerd Duidelijk & functioneel Haalbaar Precies Volledig Logisch consistent Goed gecommuniceerd Controleerbaar Vakkundig Betrouwbaar Valide Adequaat Volledig Logisch consistent Goed gecommuniceerd 3.2 Nemen van kwaliteitsbevorderende maatregelen Tijdens en vlak na het onderzoek kan de onderzoeker al heel veel doen om te borgen dat het eindresultaat voldoet aan de inhoudelijke kwaliteitscriteria. Hier gaan we in op vier activiteiten: gebruiken van beschikbare kennis, valideren door de klant, reviewen tijdens het onderzoek, en peer review van de onderzoekspublicatie. De eerste drie worden voorgesteld door Andriessen & Van Weert (2008). De laatste is gebruikelijk bij wetenschappelijke publicaties in toonaangevende bladen Gebruik van beschikbare kennis Gebruik maken van beschikbare kennis betekent het raadplegen van experts en grondige literatuurstudie. Zie bijvoorbeeld (Tranfield, Denyer, & Smart, 2003) voor de aanpak van een systematische literatuurstudie Valideren door de klant Onder valideren verstaan Andriessen & Van Weert een proces waarmee wordt nagegaan dat daadwerkelijk aan de behoefte van de specifieke omgeving tegemoet wordt gekomen: er wordt geverifieerd dat de probleemstelling en het beoogde resultaat haalbaar zijn en gewenst worden door de mensen in de praktijkcontext. Validiteit garandeert dat je niet alleen een "oplossing" hebt, maar ook één die werkt Reviewen tijdens het onderzoek Maar ook al is een resultaat of oplossing valide, deugt het resultaat dan ook, heeft het kwaliteit? En hoe moet dat worden vastgesteld? Iets kan bijvoorbeeld prima werken in de praktijkcontext, maar ethisch niet toelaatbaar of niet duurzaam zijn. Geregelde reviews door experts tijdens het onderzoeksproces moeten die kwaliteit garanderen. Daarbij worden expliciete kwaliteitskenmerken gebruikt waartegen gereviewd kan worden. Deze criteria geven operationeel inhoud aan het begrip kwaliteit. Operationeel betekent dat ze zo zijn geformuleerd dat je weet waar verbeteringen mogelijk zijn als aan een kwaliteitscriterium niet wordt voldaan. Op dat moment worden verbeteracties ondernomen. Natuurlijke momenten voor een review zijn na het schrijven van het onderzoeksplan, halverwege het onderzoek en vlak voor het einde. 12

13 3.2.4 Peer review In januari 2009 is er door Leo Waaijers een 'quick and dirty' onderzoek gedaan naar de stand van zaken m.b.t. kwaliteit en impact in wetenschappelijke communicatie met een nadruk op Open Access 1. Dit onderzoek is gedaan in opdracht van Knowledge Exchange 2, een samenwerkingsverband dat het gebruik en de ontwikkeling ondersteunt van ICT infrastructuur voor hoger onderwijs en onderzoek. De partners zijn: DEFF, Denmark's Electronic Research Library; DFG, Deutsche Forschungs Gemeinschaft; JISC, Joint Information Systems Committee (GB); SURFfoundation. In dit onderzoek worden twee benaderingen besproken om kwaliteit van artikelen te bepalen: meettechnieken (citatie index, journal impact factor) en peer review. Ook worden aanbevelingen gedaan. De nadruk ligt hierbij op Open Access. Onderstaande is een samenvatting van dit onderzoek met betrekking tot het onderwerp Peer Review. Stand van zaken Peer review is een naoorlogs fenomeen en was aanvankelijk bedoeld als globale, ruwe selectiemethode om te zien of een artikel acceptabel was. Inmiddels is het uitgegroeid tot een methode waarmee uitgevers de kwaliteit van hun tijdschriften veilig stellen. Meestal betreft het onderzoeksartikelen en conferentiebijdragen, met name in de exacte wetenschappen. Peer review is minder gebruikelijk in de humaniora en sociale wetenschappen. Het peer reviewproces ligt in de handen van de uitgevers. Reviewers zijn vrijwel altijd anoniem en worden niet betaald voor hun beoordeling. De uitgever ontvangt wel inkomsten voor het organiseren van de review, redigeren, opmaken en uitgeven van het artikel. Twee business modellen zijn te onderscheiden: a) het 'tolhekmodel': het klassieke model, ontstaan in het papieren tijdperk. Hierbij wordt het auteursrecht exclusief overgedragen aan de uitgever in ruil voor het recht om te worden gepubliceerd. Lezers betalen abonnementgelden; b) het 'Open Access model'' waarbij geen auteursrecht wordt overgedragen en publicatie direct via het internet plaats vindt. De uitgever wordt betaald voor de toegevoegde waarde die hij levert; c) het klassieke model is nog steeds dominant, hoewel het Open Access model gestaag groeit. Die groei wordt echter belemmerd door het feit dat de citatie indexen en Journal Impact Factors sterk verstrengeld zijn met het klassieke publicatiemodel. Kritiek De anonimiteit van de reviewers wordt regelmatig bekritiseerd, niet in de laatste plaats omdat de auteur in het algemeen niet anoniem is. Reviewers kunnen derhalve concurrenten zijn die er belang bij hebben om een negatief oordeel te geven of het review proces te vertragen. Reviewers zijn, in al hun anonimiteit, ook medeverantwoordelijk voor de publicatie van een artikel. Niet alleen is hun oordeel van groot belang, ook zijn ze vaak nauw betrokken bij de revisies van het betreffende artikel. Peer review is een arbeidsintensief, langdurig proces, wat vaak maanden in beslag neemt. Als een artikel wordt geweigerd wordt het vaak aangeboden aan een ander tijdschrift met een lagere impact factor en begint het hele review proces opnieuw

14 Onduidelijk is of beoordelingen geijkt worden. Soms sturen auteurs een vrijwel ongewijzigde versie in. Of gebruiken luie auteurs het review proces als een manier om een inferieur artikel te verbeteren met commentaar van de reviewers. Ontwikkelingen Het centrale thema in de ontwikkelingen rond peer review is transparantie: openheid van laboratoriumverslagen en ruwe data, van publicaties, reviews en social tagging. De term is Wetenschap 2.0 (Science 2.0) en de belangrijkste tools zijn blogs, wiki's en ondersteunende tools. Ook wordt er geëxperimenteerd met verschillende varianten van open review: open peer review waarbij de namen van de reviewers bekend zijn; lezers die de mogelijkheid krijgen om een gepubliceerd (en al gereviewd) artikel van commentaar te voorzien; volledig open review. Naast succesvolle experimenten als CiteUlike waar inmiddels meer dan 2 miljoen publicaties op geplaatst zijn en voorzien van metadata, tags, beoordelingen en commentaren, zijn er ook experimenten waarbij slechts een minderheid van de auteurs wil participeren in open review processen. Tevens is er terughoudendheid aan de kant van wetenschappers om hun commentaar openlijk te geven. Aanbevelingen Wetenschap heeft twee fundamenteel verschillende en complementaire benaderingen om kwaliteit te benaderen: meettechnieken en peer review. De citatie-index benadering verkeert in staat van crisis en wordt vooral overeind gehouden door grote financiële belangen. Peer review staat op zichzelf niet ter discussie, wel het gebrek aan transparantie ervan. In de aanbevelingen wordt Knowledge Exchange aangespoord om een rol te spelen als katalysator bij het ontwerpen van een repository infrastructuur die beoordeling en gebruik (meten van gebruik) bevordert; een partij die tenders organiseert voor peer review processen die eigenaaronafhankelijk zijn; coördinator voor een breed reeks van grassroot projecten voor open reviewing. Hierdoor krijgt deze methode de kans zich te ontwikkelen en te bewijzen. 3.3 Prestatiemeting en beoordeling Het meten van de onderzoeksprestaties van onderzoekers, lectoren, lectoraten, kenniscentra en hogescholen is een manier om de kwaliteit van onderzoek in het HBO te monitoren. Er zijn verschillende methoden om de prestaties te meten. Hier gaan we in op de Citatie-index en Classificatie & Ranking. Daarnaast wordt in het HBO geëxperimenteerd met andere vormen van prestatiemeting. Een overzicht van een aantal pilots vindt u hier Citatie-index Een vorm van prestatiemeting is de citatie-index. In het onderzoek van door Leo Waaijers worden twee benaderingen besproken om kwaliteit van artikelen te bepalen: meettechnieken (citatie index, journal impact factor) en peer review. Ook worden aanbevelingen gedaan. De nadruk ligt hierbij op Open Access. Onderstaande is een samenvatting van dit onderzoek met betrekking tot het onderwerp Citatie-index

15 Stand van zaken In 1960 introduceerde het Institute for Scientific Information (ISI) de eerste citatie index voor artikelen in wetenschappelijke tijdschriften; de Science Citation Index. Later gevolgd door de Social Sciences Citation Index en de Arts and Humanities Citations Index. In 1980 werden deze citatie indexen gebruikt om de Journal Impact Factor te bepalen van 7500 tijdschriften, voornamelijk in de exacte wetenschappen. Hier werden al snel de begrippen 'relevantie', 'prestige' en 'kwaliteit' aan gekoppeld. Rankingoverzichten van instituten en auteurs gingen een rol spelen in carrières en bij subsidiëring. In 1992 werd ISI overgenomen door Thomson Scientific die de webversie van de citatie indexen uitbracht: Web of Science, die tijdschriften omvat. Elsevier bracht in 2004 een vergelijkbaar product uit: Scopus. Dit omvat tijdschriften, waarvan 1200 Open Access. Eveneens in 2004 kwam Google met Google Scholar op de markt. Daarna zijn nog verschillende andere citatie databases verschenen. Kritiek Hoe vaker de artikelen uit een bepaald wetenschappelijk tijdschrift in andere tijdschriften worden geciteerd des te hoger de impactfactor. De factor wordt berekend door een breuk, waarvan in de teller staan: alle citaties van alle items van dat tijdschrift die in een bepaalde periode in een selecte groep tijdschriften gevonden worden. Dit getal wordt gedeeld door het aantal 'werkelijke' artikelen in het tijdschrift. Hoe vaak een artikel geciteerd wordt hangt af van veel factoren: kwaliteit van het artikel; leeftijd van het artikel (hoe ouder, hoe vaker geciteerd); aantal auteurs (hoe meer auteurs, hoe meer citaties); taal (artikelen die niet in het Engels geschreven zijn worden relatief weinig geciteerd); type artikel (een breed opgezet review artikel wordt vaker geciteerd dan een uiterst specialistisch artikel); discipline (onderzoekers in de 'harde' wetenschappen citeren vaker dan die in de humaniora); bekende artikelen (soms ook door fraude!) worden frequent geciteerd; 'decoratieve citaties' (bijvoorbeeld van Nobelprijs winnaars) is ook een bekend fenomeen; 'citatie syndicaten' die vooral elkaar citeren, zorgen ook voor een behoorlijk groot deel van de citaties; dit geldt ook voor zelfcitatie; 'incestueuze citaties': een voorkeur om artikelen van het eigen tijdschrift te citeren om de Journal Impact Factor zo hoog mogelijk te krijgen; wijze van publiceren (Open Access artikelen worden sneller na verschijning geciteerd). Ook het aantal 'werkelijke' artikelen (de noemer van de breuk) bepaalt in hoge mate de uitkomst: hoe minder artikelen, hoe hoger de Impact factor. Uitgevers onderhandelen hierover regelmatig met de indexerende partij. Maar de meest fundamentele kritiek op de impact factor is dat het prestige van een auteur wordt afgeleid uit de citaties van alle artikelen in een tijdschrift. "It is as if one were judging a school pupil according to the average performance of his class". Ontwikkelingen Om aan deze kritiek tegemoet te komen worden op verschillende plaatsen initiatieven ontwikkeld om tot betere meetlatten te komen voor instituten en auteurs: 1. toepassing van weegfactoren voor citaties; 2. verbreden van de kwantitatieve basis; 3. contact adressen voor dubieuze citatie praktijken; 4. toevoegen van kwalitatieve oordelen. 15

16 Ad 1: weegfactoren Dit betreft het meegeven van een verschillende zwaarte aan citaties, waardoor bijvoorbeeld een citatie door een Nobelprijswinnaar zwaarder weegt dan die van een student. Hierdoor verandert een Impactfactor van een graadmeter van populariteit in een graadmeter van prestige. Ad 2: verbreden kwantitatieve basis Het publiceren van artikelen in bepaalde tijdschriften is niet de enige manier van disseminatie van kennis. Ook dissertaties, rapporten, boeken en lezingen op conferenties dragen hier aan bij. Bovendien zijn citatie indexen minder geschikt voor de humaniora en de sociale wetenschappen en voor publicaties in andere talen dan het Engels. Verschillende methoden zijn ontwikkeld om de kwantitatieve basis voor het meten van kwaliteit en prestige te vergroten: het laten meetellen van alle artikelen van een auteur. De in 2005 ontwikkelde h-factor weerspiegelt zowel de breedte als de diepte van het werk van de auteur. Ondanks kritiek op vreemde resultaten die in extreme situaties verkregen kunnen worden, groeit de populariteit van deze factor. Ook schijnt de voorspellende waarde ervan groter te zijn dan van andere factoren. Ook het aantal downloads is een belangrijke maatstaf, met name in sectoren waarin minder gepubliceerd wordt, zoals bijvoorbeeld educatie. Hierbij zijn Open Access artikelen uiteraard in het voordeel. Waar een citatie index iets zegt over het academische belang van een artikel, zegt het aantal downloads iets over de maatschappelijke relevantie. Door het laten meetellen van citaties uit andere bronnen (boeken, conferentieverslagen etc.) wordt de kwantitatieve basis van de citatie indexen verbreed. Dit wordt met name aangeraden voor de humaniora en sociale wetenschappen. Ad 3: contactadressen Er is een voorstel gedaan voor het instellen voor contactadressen voor dubieuze citatiepraktijken. Gevreesd wordt echter dat het middel erger kan zijn dan de kwaal. Ad 4: toevoegen kwalitatieve oordelen Hierbij is sprake van een methodologisch probleem: wat bepaalt kwaliteit? In de wereld van citatie -indexen wordt het aantal citaties gezien als een maat voor kwaliteit. Maar ook hier speelt het verschil tussen populariteit enerzijds en prestige en kwaliteit anderzijds, een belangrijke rol. Een combinatie van meetgegevens met peer review wordt gezien als de optimale combinatie, waarbij geavanceerde citatie-analyses het peer review proces transparant en objectief houden Classificatie en ranking In Europees perspectief wordt nagedacht over internationale classificatie en ranking. Inmiddels is hierbij ook aandacht voor toegepast onderzoek en worden indicatoren geformuleerd. Het denken hierover staat nog aan het begin. In dit kader is ook aandacht voor de waardering van de koppeling van onderzoek met de maatschappelijke context. In dit kader heeft een Europees consortium van kennisinstituten en wetenschappelijke instellingen, genaamd SIAMPI, van de Europese Commissie subsidie ontvangen om beoordelingsmethoden te ontwikkelen waarmee de maatschappelijke invloed van onderzoek kan worden gemeten, en de invloed de maatschappij op de wetenschap. Met de methode van SIAMPI zal de maatschappelijke impact van onderzoek kunnen worden gemeten via vier trajecten van productieve interacties: directe persoonlijke contacten (uiteenlopend van gewoon overleg tot complexe vormen van onderzoekssamenwerking); specifieke output (deskundigenrapporten, klinische richtlijnen, wetenschappelijk advies, enz.); overdracht van zaken (producten, verandering in maatschappelijke praktijken, beleidsinstrumenten); financierings- of andere ondersteuningsmechanismen (mensen, maatschappelijke praktijken, artefacten en ondersteuning). 16

17 Na deze analytische fase zal SIAMPI enkele casestudy's uitvoeren in uiteenlopende vakgebieden. Hier 4 vindt u meer informatie over SIAMPI. 3.4 Kwaliteitszorgsystemen In oktober 2007 heeft de HBO-raad het Brancheprotocol kwaliteitszorg onderzoek 5 (BKO) vastgesteld waarin wordt uitgegaan van drie lagen: de interne kwaliteitszorgsystemen van de instellingen, de externe validatie van de interne systemen en een landelijke monitoring. Wat betreft de interne kwaliteitszorg van het onderzoek kunnen de hogescholen, binnen het kader van het BKO, een eigen kwaliteitszorgsysteem inrichten. Pilots In de aanloopfase naar het BKO zijn verschillende pilots uitgevoerd met uiteenlopende methodieken. De eindrapportages van deze pilots vindt u hier. ArtEZ Bij ArtEZ, Hogeschool voor de kunsten, heeft men het kwaliteitszorgsysteem voor lectoraten geïntegreerd in het kwaliteitszorgsysteem voor onderwijs Digitale Opleidingsportfolio's (DigOport). In dit kader is onder meer het interne kwaliteitszorgsysteem voor lectoraten inhoudelijk verder ontwikkeld, zijn kwaliteitscriteria en beoordelingsprocedures ontwikkeld die zijn afgestemd op het kunstendomein, en is een protocol opgesteld voor de externe beoordeling van lectoraten. Drie randvoorwaarden bij de ontwikkeling van dit systeem waren: aansluiten bij algemene randvoorwaarden voor accreditatie; integreren met accreditatie voor onderwijs; web-based. Avans Hogescholen en Hogeschool Zuyd Avans Hogescholen en Hogeschool Zuyd hebben gedurende de pilot meerdere deelsystemen ontwikkeld: twee wijzen van audit en visitatie voor lectoraten, en kwaliteitsmaatstaven en beoordelingsprocedures voor onderzoek en publicaties. De audit- en visitatiesystematiek heeft onder meer een vragenlijst en een beoordelingsprotocol opgeleverd, waarin geredeneerd is vanuit de specifieke positie die de lectoraten in de beide instellingen innemen. Om kwaliteitsmaatstaven te formuleren is een literatuurstudie verricht en een tabel ontwikkeld waarin criteria zijn opgenomen die betrekking hebben op het onderzoeksvoorstel, het onderzoek, de uitwerking van onderzoek en de onderzoeksrapportage. Op basis hiervan is een schets gemaakt van een methode die binnen het hbo kan worden gehanteerd bij de beoordeling van praktijkgericht onderzoek en publicaties. Fontys Hogescholen, Haagse Hogeschool en Hogeschool Utrecht Fontys Hogescholen, Haagse Hogeschool en Hogeschool Utrecht hebben met de methodiek Sci_Quest verschillende kwaliteitszorginstrumenten ontwikkeld. Deze methodiek is oorspronkelijk ontwikkeld om de performance van wetenschappelijk onderzoek in haar maatschappelijke context te bepalen. Gedurende de pilot is een vertaalslag gemaakt naar de kwaliteitszorg voor het toegepaste onderzoek in het hbo

18 De sci-questmethodiek is sterk missiegedreven en gericht op de buitenwereld. Het evaluatiesysteem kent grofweg vier onderdelen: de onderzoekseenheid stelt een zelfevaluatie op aan de hand van domeinen, stakeholders worden gevraagd naar hun ervaringen met het onderzoek, de onderzoekseenheid schrijft aan de hand van de geleverde input een zelfreflectie en een externe commissie beoordeelt de werkzaamheden en toekomstperspectieven van de onderzoekseenheid Deze pilot heeft verschillende producten opgeleverd, zoals een inleiding op de wijze waarop de methodiek sci_quest kan worden ingezet voor het toegepaste onderzoek van een hogeschool, een referentiekader, en een procesgang. De methode sci_quest is inmiddels door een brede landelijke projectgroep door ontwikkeld tot Evaluating Research in Context (ERiC). Hier 6 vindt u meer informatie over werkwijze, bijeenkomsten en projecten. Hanze Hogeschool In deze pilot heeft Hanze Hogeschool, in samenwerking met Wageningen UR, een instrument ontwikkeld waarmee meer zicht ontstaat op succesfactoren die van belang zijn voor de effectiviteit van een lectoraat en/of kenniskring en de meetbaarheid daarvan. Hierbij is een meervoudig perspectief gehanteerd: Individu, organisatie en netwerk. Er is een lijst met indicatoren ontwikkeld, en een lijst met vragen. De ontwikkelde methodiek past binnen de kaders van de kwaliteitszorgbenadering binnen Hanze Hogeschool: resultaatmeting: het vaststellen van prestaties door het benoemen van prestatie-indicatoren en het opnemen van resultaten in een managementdashboard; kwaliteitsmeting: instrumenten om de mening van stakeholders (studenten, medewerkers, werkveld) te inventariseren; (zelf)evaluatie en audits: interne evaluatie en positiebepaling volgens vastgestelde methodiek. 3.5 Toezicht op kwaliteitszorg Eén van de afspraken uit het door de hogescholen vastgestelde Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek is dat de kwaliteitszorg van de hogeschool wordt geëvalueerd en gevalideerd door een door de HBO-raad ingestelde onafhankelijke commissie, de Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek (VKO) 7. Deze commissie heeft als het kwaliteitssysteem op instellingsniveau voor een periode van zes jaar te evalueren en valideren. Uitgangspunt voor de commissie zijn de volgende vragen: is er sprake van voldoende structuur en samenhang in de kwaliteitszorg van de hogeschool (ten aanzien van onderzoek); zijn er voldoende randvoorwaarden voor de uitvoering van de kwaliteitszorg (ten aanzien van onderzoek); worden de onderzoeksevaluaties op deskundige en onafhankelijke wijze uitgevoerd conform de branche-afspraken hierover; worden evaluaties gebruikt voor de handhaving en verbetering. Het functioneren van het kwaliteitszorgsysteem van de hogeschool wordt dus extern beoordeeld met het oog op verdere ontwikkeling en verbetering van het systeem. De inhoudelijke kwaliteit van het onderzoek is hierbij niet aan de orde

19 3.5.1 Zelfevaluatie Ten behoeve van de validatie schrijft de betreffende hogeschool een zelfevaluatie op basis van een door de HBO-raad vastgesteld format, waarin aandacht is voor: visie op kwaliteit en kwaliteitszorg; geplande en begrote inzet van mensen en middelen bij kwaliteitszorg; beleid, vastgelegde afspraken en processen t.a.v. kwaliteitszorg; structuur waarbinnen de kwaliteitszorg wordt uitgevoerd; culturele aspecten van kwaliteitszorg (draagvlak, etc.); geleverde kwaliteitszorginspanning en opgeleverde kwaliteitszorg producten tot nu toe (met name evaluatierapportages onderzoekseenheden); invloed van de kwaliteitszorginspanningen op de verbetering van onderzoeksbeleid, organisatie, positionering, inbedding, etc. De VKO ziet het functioneren van kwaliteitszorg niet los van de missie, het beleid en de organisatie van onderzoek binnen de instelling. De commissie vormt zich over deze laatste aspecten weliswaar geen oordeel, maar beschouwt de kwaliteitszorg in die context Gesprekken In aanvulling op deze papieren informatie vinden gesprekken plaats tussen VKO en betrokkenen bij het onderzoek van de hogeschool, zoals het bestuurlijk gezag van de hogeschool, het hoofd/directie onderzoek, lectoren en andere onderzoekers en bij kwaliteitszorg betrokken medewerkers.. Deze gesprekken dienen ter verdieping, verduidelijking en ter verificatie Oordeel Op basis van het zelfevaluatierapport, bijbehorende documentatie en de gevoerde gesprekken oordeelt de VKO of het door de hogeschool gehanteerde kwaliteitszorgsysteem daadwerkelijk leidt en zal blijven leiden tot het permanent bewaken en verbeteren van het onderzoek en de organisatie van dat onderzoek. De Validatiecommissie legt haar bevindingen vast in een openbaar rapport. 3.6 Bevorderen van goed gedrag van de onderzoeker Kwaliteit van onderzoek staat of valt met het gedrag van de onderzoeker. een middel om goed gedrag van de onderzoeker te bevorderen is het maken van ene gedragscode. Een gedragscode beschrijft gewenst gedrag van een gespecificeerde groep beroepsbeoefenaren bij het uitvoeren van een bepaalde taak en is bedoeld de integriteit van dat gedrag te bevorderen. Het idee is dat dit gewenste gedrag uiteindelijk bijdraagt aan een betere kwaliteit van het eindproduct. Een gedragscode voor praktijkgericht onderzoek beschrijft dus gewenst gedrag van medewerkers en studenten in het HBO bij uitvoering van de "taak" onderzoeken. Een gedragscode legt dus niet vast wat goed onderzoek (als resultaat) is, maar uitsluitend wat goed onderzoek (als activiteit) is en wat het betekent voor het gedrag van de praktijkonderzoeker. De HBO-raad heeft op 10 november 2009 aan het Forum voor Praktijkgericht Onderzoek gevraagd met een voorstel voor een gedragscode te komen. Meer informatie vindt u hier

20 3.7 Verbeteren van de randvoorwaarden voor onderzoek In verschillende onderzoeken en rapporten van de onlangs opgeheven Stichting Kennisontwikkeling hbo (SKO) zijn de randvoorwaarden voor onderzoek uitdrukkelijk aan de orde gekomen. (zie Deze randvoorwaarden zijn benoemd op het niveau van lectoraten, hogescholen en nationaal beleid Relatie onderwijs en onderzoek Een stevige koppeling van onderzoek en onderwijs en een blijvende aandacht voor de professionalisering van docenten zijn essentieel voor de verdere ontwikkeling van de lectoraten. Een kenniskring bestaande uit docenten die voldoende tijd hebben om hun taken binnen het lectoraat uit te voeren, een gericht HRM beleid van de hogeschool en een kwaliteitszorgsysteem dat eisen stelt aan de doorwerking naar het onderwijs zijn daarvoor de noodzakelijke voorwaarden. Ook studenten dienen te participeren in onderzoek. Training in onderzoeksvaardigheden stimuleert en verdiept deze participatie. Het lectoraat wordt ook directer betrokken bij curriculumontwikkeling Oriëntatie van het onderzoek Het onderzoek van een lectoraat dient zich te richten op kennis die gevraagd wordt door economie en samenleving. Een sterk lectoraat richt zijn onderzoek op de externe omgeving, maar is daar niet louter volgend. Een situatie van uitsluitend "u vraagt en wij draaien" is niet wenselijk. Een zinvolle bijdrage aan de innovatie van de beroepspraktijk is gediend met een zekere afstand tot de alledaagse praktijk. Systematische kennisontwikkeling door middel van eigen langjarige onderzoeksprogramma's dienen tot de centrale doelstelling van lectoraten verheven te worden Financiering van het onderzoek Wil het praktijkgericht onderzoek in de hogescholen goed van de grond komen, dan is op termijn noodzakelijk dat er een volwaardige tweede geldstroom voor de hogescholen ontstaat, die stimuleert dat hogescholen in competitie gelden kunnen verwerven voor praktijkgerichte onderzoeksprojecten. Daarmee kan een stap worden gezet in de richting van het ontstaan van een duurzame onderzoekspraktijk in de hogescholen. Financiering van lectoraten Op het gebied van de financiering van lectoraten zijn twee maatregelen wenselijk: Het ministerie van OCW zou extra gelden beschikbaar moeten stellen voor een geleidelijke verdubbeling van het aantal lectoren in de periode Daarnaast is een grotere interne financiering van de lectoraten door de hogescholen wenselijk omdat dit kan worden gezien als een blijk van een hechtere verankering van de lectoraten in de hogescholen. Een gevolg hiervan zou moeten zijn dat er meer docenten bij de lectoraten worden betrokken, maar ook dat de gemiddelde aanstelling per docent omhoog gaat van 0,2 fte naar 0,4 fte. Nationaal beleid t.a.v. financiering Geleidelijke uitbouw van het SIA-RAAK programma tot een volwaardige tweede geldstroom voor de hogescholen is een onmisbare ondersteuning voor de duurzame verdere groei van de lectoraten. NWO-financiering van de onderzoekssamenwerking tussen universitaire onderzoeksgroepen en lectoraten Docenten en HRM beleid Het is nodig dat hogescholen een gericht en samenhangend HRM beleid volgen. Stappen in de goede richting zijn: 20

21 het scheppen van gemengde docent-onderzoeker functies. Op die manier kan de huidige kloof tussen het gemiddelde kwalificatieniveau van lectoren en van docenten geleidelijk worden verkleind. Dit zou er op termijn ook in kunnen resulteren dat professionalisering niet beperkt blijft tot de docenten die deel uitmaken van het lectoraat; het stellen van hogere minimumkwaliteitseisen aan nieuw te verwerven personeel; de verhoging van het aandeel gepromoveerden in het personeelsbestand; aanstellingen van een lector kleiner dan 0,5 fte dienen een uitzondering te zijn Bestuurlijke verankering Verankering van deskundigheid en betrokkenheid bij de inhoud van onderwijs en onderzoek op alle bestuurlijke niveaus inclusief het college van bestuur is noodzakelijk Organisatie van lectoraten Bundeling van lectoraten in kenniscentra ten behoeve van meerdere opleidingen vergroot de effectiviteit en impact en voorkomt verkokering. Streefwaarden: alle lectoren hebben minimaal een 0,5 fte aanstelling, de gemiddelde omvang van een kenniskring is 4 tot 5 fte per 1,0 fte lectoraat. 21

22 4 Lopende initiatieven Bij ons zijn een aantal initiatieven bekend die zijn gericht op het monitoren en vergroten van de kwaliteit van het onderzoek in het HBO in Nederland. Voor ieder initiatief bevat deze nota een paragraaf met aanvullende informatie. Beroepsregister voor lectoren; Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek; Expertisekring van lectoren "Betekenis en Kwaliteit van praktijkgericht Onderzoek" en hun Jaarlijkse prijs Beste Praktijkgericht Onderzoek; Gedragscode onderzoek voor het HBO; HBO-raad notitie: Naar een Duurzaam Onderzoeksklimaat; Special issue van ScienceGuide over kwaliteit van Hoger Onderwijs; SURF Open Access conferenties 2009; SURF project Open Onderzoek!; SURF werkgroep Open Access: impact en kwaliteit; ZonMW en onderzoek in de gezondheidszorg. 4.1 Beroepsregister voor lectoren Een werkgroep van het Forum voor Praktijkgericht Onderzoek heeft ene voorstel gedaan voor het opzetten van een beroepsregister voor lectoren. U treft hier de tekst aan van hun voorstel Doelstelling van een beroepsregister voor lectoren Keuze voor beroepsregister lectoren Nu de nieuwe functie van lector binnen het HBO een aantal jaren bestaat is er behoefte om de kwaliteit ervan te borgen en die in relatie te brengen met de ervaringen in de praktijk. Die behoefte is er zowel bij het HBO als werkgever als bij de lectoren zelf. Binnen het Forum voor Praktijkgericht Onderzoek werken lectoren aan de ontwikkeling van hun beroep en zij willen de kwaliteit ervan en ook de aanduiding van hun functie beschermen. Vanuit de Forum is nagegaan of er zou kunnen worden gekomen tot bescherming van de aanduiding 'lector'. Daarbij zijn de volgende mogelijkheden bezien: 1. wettelijke bescherming titel; 2. wettelijke bescherming beroep; 3. merkbescherming; 4. registerbescherming. De registerbescherming lijkt daarvan de meest haalbare en bruikbare methode. Het kenmerk van een beroepsgroep is dat zij kwaliteitsstandaarden ontwikkelt waaraan iemand die dat beroep uitoefent moet voldoen. Leden van de beroepsgroep die aan deze kwaliteitsstandaarden voldoen kunnen toegelaten worden tot het beroepsregister. Met een beroepsregister zorgt men ervoor dat het ontwikkelen en bewaken van de kwaliteit van de beroepsuitoefening door de beroepsgroep zelf ter hand wordt genomen in plaats van dat het door 'buitenstaanders' wordt opgelegd. Een beroepsregister maakt transparant wat de kwaliteit van de beroepsgroep is. Het is de kracht van een beroepsgroep dat zij zelf kwaliteitseisen formuleert en bewaakt. Relatie tot SKO en HBO-raad In zekere zin stelde de SKO tot dit jaar kwaliteitseisen ten aanzien van de aanstelling van lectoren, door lectoraatplannen van een beoordeling te voorzien. Deze toetsing is met de komst van het kwaliteitszorgstelsel onderzoek weggevallen. Hogescholen stellen vanaf nu zelf lectoren aan. Uit de voorzittersconferentie van de HBO-raad van maart 2009 (op deze conferentie komen alle CvBvoorzitters van aangesloten hogescholen bijeen) bleek dat hogescholen de behoefte hebben om tot 22

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering)

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering) Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) 2009 2015 (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering) Voorwoord 1. Omschrijving praktijkgericht onderzoek 2. Doelstelling en uitgangspunten 3. Gezamenlijk

Nadere informatie

Meten van impact van het hbo. Frank van der Zwan

Meten van impact van het hbo. Frank van der Zwan Meten van impact van het hbo Frank van der Zwan Inhoud van de presentatie Opvallende uitkomsten congresonderzoek Valorisatie en het hbo Meten van impact in het hbo Project Valorisatie in het hbo Vormgeving

Nadere informatie

Kwaliteitszorg onderzoek

Kwaliteitszorg onderzoek Kwaliteitszorg onderzoek met de methode sci_quest/eric 1 Opzet workshop Ervaringen Hogeschool Utrecht met validatiecommissie kwaliteitszorg onderzoek (vko) Uitgangspunten methodiek sci_quest/eric Vragen

Nadere informatie

Gedragscode praktijkgericht onderzoek voor het hbo

Gedragscode praktijkgericht onderzoek voor het hbo Gedragscode praktijkgericht onderzoek voor het hbo Gedragscode voor het voorbereiden en uitvoeren van praktijkgericht onderzoek binnen het Hoger Beroepsonderwijs in Nederland Advies van de Commissie Gedragscode

Nadere informatie

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE ONDERZOEK: JAARVERSLAG 2015 CREATE-IT/FDMCI April 2016 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Onderzoeksinput... 5 2. Producten van onderzoek...

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 9

Samenvatting. Samenvatting 9 Samenvatting Sinds de introductie in 2001 van lectoraten in het Nederlandse hoger beroepsonderwijs wordt aan hogescholen steeds meer gezondheidsonderzoek uitgevoerd. De verwachting is dat dit niet alleen

Nadere informatie

Citatie analyse Walaeus Bibliotheek (LUMC) 2014

Citatie analyse Walaeus Bibliotheek (LUMC) 2014 Citatie analyse Walaeus Bibliotheek (LUMC) 2014 Dit is de algemene introductie citatie analyse, bedoeld voor onderzoekers en academici die interesse hebben in het publiceren van een (wetenschappelijk)

Nadere informatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar

Nadere informatie

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101 Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101 Doel Zorgdragen voor de ontwikkeling en uitvoering van praktijkgericht onderzoek, uitgaande van de strategische speerpunten van de HU en de maatschappelijke relevantie,

Nadere informatie

Roadmap Institute for Positive Health. April 2016 Stichting IPH

Roadmap Institute for Positive Health. April 2016 Stichting IPH Roadmap Institute for Positive Health April 2016 Stichting IPH INTRODUCTIE VAN DE IPH ROADMAP De IPH roadmap schetst de resultaten die IPH de komende jaren wil realiseren. De weg naar de resultaten toe

Nadere informatie

De rol van de lector bij de verbinding van onderzoek en onderwijs

De rol van de lector bij de verbinding van onderzoek en onderwijs De rol van de lector bij de verbinding van onderzoek en onderwijs FACTA conferentie Utrecht 19 mei 2016 Dr. Daan Andriessen Lector Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek Hogeschool Utrecht Wat is uw

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesaanvraag

Samenvatting. Adviesaanvraag Samenvatting Adviesaanvraag De afgelopen decennia is de omvang en het maatschappelijk belang van toezicht op de gezondheidszorg gegroeid. De introductie van marktwerking, de privatisering en de toenemende

Nadere informatie

Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria

Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria Management, finance en recht Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria De verwarring voorbij Naar hernieuwd zelfvertrouwen Congres Praktijkgericht onderzoek in het HBO Amersfoort, 11 december 2012

Nadere informatie

Kwaliteitszorg Onderzoek

Kwaliteitszorg Onderzoek Kwaliteitszorg Onderzoek Hogeschool van Amsterdam September 2010 Advies Raad van Lectoren 21 september 2010 Vastgesteld door het College van Bestuur op 11 november 2010, gelet op het positieve advies van

Nadere informatie

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Situering van de Kwaliteitscode Afstemming op Europese referentiekaders De regie-pilots De uitgebreide instellingsreview In de periode 2015-2017 krijgen de universiteiten

Nadere informatie

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut Opleidingsmanager Doel Ontwikkelen van programma( s) van wetenschappenlijk onderwijs en (laten) uitvoeren en organiseren van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande van een faculteitsplan

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen Pre-Academisch Onderwijs Ontwikkelingslijnen en leerdoelen LEERDOELEN PER ONTWIKKELINGSLIJN Ontwikkelingslijn 1: De leerling ontwikkelt een wetenschappelijke houding 1.1 De leerling ontwikkelt een kritische

Nadere informatie

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie. Rapportageformat Instrument Keurmerk HAN ILS en samenwerkingsscholen Versie VO, oktober 2014 Standaard 1. De samenwerkingsschool in relatie tot de kwaliteit van de leerwerkomgeving van de lerende Deze

Nadere informatie

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie!! " # "# $ -. #, '& ( )*(+ % & /%01 0.%2

Nadere informatie

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Doel Zorgdragen voor de vorming van beleid voor de eigen functionele discipline, alsmede zorgdragen voor de organisatorische en personele aansturing van een of

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Plan onderzoek OS Boss po Bijlage 7. Kenniscentrum Talentontwikkeling

Plan onderzoek OS Boss po Bijlage 7. Kenniscentrum Talentontwikkeling Plan onderzoek OS Boss po Bijlage 7 Kenniscentrum Talentontwikkeling Visie op Onderzoek in Opleidingsschool BOSS po Binnen OS BOSS po streven we ernaar om leerkrachten op te leiden die onderzoekend, intentioneel

Nadere informatie

Begroting 2012 en 2013 Meta-data Monitor streefdoelen wetenschap

Begroting 2012 en 2013 Meta-data Monitor streefdoelen wetenschap Begroting 2012 en 2013 Meta-data Monitor streefdoelen wetenschap Overzicht per indicator: 1. Mondiale top-5 positie op basis van citatiescores Het relatief aantal verkregen citaties, genormeerd op veldgemiddelde

Nadere informatie

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING 14 december Bedrijfslevenbrief Het kabinet heeft samenleving en bedrijfsleven

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie

Lectoraten in het hoger beroepsonderwijs 2001-2008. Eindevaluatie van de stichting kennisontwikkeling hbo

Lectoraten in het hoger beroepsonderwijs 2001-2008. Eindevaluatie van de stichting kennisontwikkeling hbo Lectoraten in het hoger beroepsonderwijs 2001-2008 Eindevaluatie van de stichting kennisontwikkeling hbo 2 3 Inhoudsopgave Samenvatting van de aanbevelingen 4 1. Inleiding 6 2. Voorgeschiedenis 7 3. Samenvatting

Nadere informatie

Student & Lector. Een steekproef

Student & Lector. Een steekproef Student & Lector Een steekproef Aanleiding Sinds 2001 kent het Nederlandse hoger onderwijs lectoraten. Deze lectoraten worden vormgegeven door zogenaamde lectoren: hoog gekwalificeerde professionals uit

Nadere informatie

Onderzoeksvoorstel voor wetenschappelijk onderzoek in het kader van de Onderzoeksagenda Veteranenzorg Defensie

Onderzoeksvoorstel voor wetenschappelijk onderzoek in het kader van de Onderzoeksagenda Veteranenzorg Defensie Onderzoeksvoorstel voor wetenschappelijk onderzoek in het kader van de Onderzoeksagenda Veteranenzorg Defensie Dit formulier moet in het Nederlands worden ingevuld 1. Registratiegegevens 1a. Gegevens hoofdaanvrager

Nadere informatie

STRATAEGOS CONSULTING

STRATAEGOS CONSULTING STRATAEGOS CONSULTING EXECUTIE CONSULTING STRATAEGOS.COM WELKOM EXECUTIE CONSULTING WELKOM BIJ STRATAEGOS CONSULTING Strataegos Consulting is een strategie consultancy met speciale focus op strategie executie.

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Medewerker onderwijsontwikkeling

Medewerker onderwijsontwikkeling Medewerker onderwijsontwikkeling Doel Ontwikkelen van en adviseren over het onderwijsbeleid en ondersteunen bij de implementatie en toepassing ervan, uitgaande van de geformuleerde strategie van de instelling/faculteit

Nadere informatie

Kwaliteit van toetsing onder de loep. kwaliteitszorg rondom toetsing 6 februari 2014

Kwaliteit van toetsing onder de loep. kwaliteitszorg rondom toetsing 6 februari 2014 Kwaliteit van toetsing onder de loep kwaliteitszorg rondom toetsing 6 februari 2014 Ochtendprogramma inleiding op methodiek werken aan methodiek terugkoppelen opbrengsten presentatie opzet vervolgonderzoek

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen Vereniging Hogescholen, oktober 2015, vastgesteld tijdens de algemene vergadering 1 INHOUD

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren voor Valorisatie. Landelijke Commissie Valorisatie Delft, 12 mei 2011 Eppo Bruins Rens Vandeberg Leonie van Drooge

Prestatie-indicatoren voor Valorisatie. Landelijke Commissie Valorisatie Delft, 12 mei 2011 Eppo Bruins Rens Vandeberg Leonie van Drooge Prestatie-indicatoren voor Valorisatie Landelijke Commissie Valorisatie Delft, 12 mei 2011 Eppo Bruins Rens Vandeberg Leonie van Drooge Valorisatie Kennisvalorisatie is het proces van waardecreatie uit

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

BELEIDSPLAN. Brederodestraat 104 4 1054 VG Amsterdam Nederland. www.stichtingopen.nl info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO0143176986

BELEIDSPLAN. Brederodestraat 104 4 1054 VG Amsterdam Nederland. www.stichtingopen.nl info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO0143176986 BELEIDSPLAN Brederodestraat 104 4 1054 VG Amsterdam Nederland www.stichtingopen.nl info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO0143176986 BELEIDSPLAN STICHTING OPEN 1 1. INLEIDING Voor u ligt het beleidsplan

Nadere informatie

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen concept AV 5 juni 2015 1 INHOUD 1. INLEIDING... 2 2. HOOFDLIJNEN VAN HET KWALITEITSZORGSTELSEL...

Nadere informatie

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren Het forum AOS docentonderzoek Rapporteren en presenteren Wanneer is je onderzoek geslaagd? Evalueren en beoordelen Oefening 4 (pagina 316 of 321) Rapporteren en presenteren Verspreiding van resultaten

Nadere informatie

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn Bestuurlijke afspraken tussen de HBO-raad en de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, naar aanleiding van het advies Vreemde ogen dwingen van de Commissie externe validering examenkwaliteit hoger

Nadere informatie

Dat de instellingen en evaluatieorganen voldoende kwaliteitsbewustzijn zullen tonen om de verbeterfunctie van de externe kwaliteitszorg

Dat de instellingen en evaluatieorganen voldoende kwaliteitsbewustzijn zullen tonen om de verbeterfunctie van de externe kwaliteitszorg Accreditatie hoger onderwijs Onder welke voorwaarden kan accreditatie in de toekomst een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs. Blijvend succes

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Projectportfoliobeheerder

Functiebeschrijving: Projectportfoliobeheerder Functiebeschrijving: Projectportfoliobeheerder Functiefamilie organisatie ondersteunende functies Voor akkoord Naam leidinggevende Dries Van Den Broucke Datum + handtekening Naam functiehouder Datum +

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR A. DOEL VAN DE FUNCTIE: Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen

Nadere informatie

De dialoog over kwaliteit en resultaat van praktijkgericht onderzoek

De dialoog over kwaliteit en resultaat van praktijkgericht onderzoek De dialoog over kwaliteit en resultaat van praktijkgericht onderzoek Donderdag 10 december 2015 Wiep Koehoorn CvB-stafbureau Quality Assurance Stenden Hogeschool De inleiding wordt verzorgd door Paul Nieuwenhuis

Nadere informatie

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie Verbinden van wetenschap en samenleving NWO-strategie 2019-2022 Verbinden van wetenschap en samenleving Dit strategisch plan beschrijft de koers van NWO voor de jaren 2019 tot en met 2022. NWO legt hierin

Nadere informatie

Lectoren en hun publicaties. Onderzoek naar de bereidheid van lectoren om publicaties Open Access te publiceren

Lectoren en hun publicaties. Onderzoek naar de bereidheid van lectoren om publicaties Open Access te publiceren Lectoren en hun publicaties Onderzoek naar de bereidheid van lectoren om publicaties Open Access te publiceren Colofon Lectoren en hun publicaties Onderzoek naar de bereidheid van lectoren om publicaties

Nadere informatie

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Profiel Opleidingsmanager HBO-Rechten 10 mei 2017 Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Voor meer informatie over de functie Jeannette van der Vorm, adviseur Leeuwendaal

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

TOETSINGSREGELING LECTORATEN

TOETSINGSREGELING LECTORATEN TOETSINGSREGELING LECTORATEN Den Haag, oktober 2007 2 Algemene voorwaarden Artikel 1 1. De toetsing van aanvragen voor lectoraten geschiedt voor zover het betreft bekostigde instellingen als bedoeld in

Nadere informatie

Oproep tot het indienen van aanvragen promotieonderzoek voor het Programma Onderzoeken in de Praktijk

Oproep tot het indienen van aanvragen promotieonderzoek voor het Programma Onderzoeken in de Praktijk Oproep tot het indienen van aanvragen promotieonderzoek voor het Programma Onderzoeken in de Praktijk Programma van het Zorgondersteuningsfonds Doel van het programma De veranderingen in de langdurige

Nadere informatie

Geen valorisatie maar doorwerking

Geen valorisatie maar doorwerking Geen valorisatie maar doorwerking Jaarcongres Vereniging Hogescholen 19 april 2018 Daan Andriessen & Wilke van Beest Lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek Hogeschool Utrecht Je eigen doorwerking

Nadere informatie

Stap 5 Selecteren van informatie

Stap 5 Selecteren van informatie Stap 5 Selecteren van informatie Tijdens je zoekactie vind je allerlei informatie. Hiervan wil je alleen relevante en betrouwbare bronnen gebruiken. In deze stap geven we je richtlijnen om verschillende

Nadere informatie

Klantprofilering. Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten

Klantprofilering. Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten Klantprofilering Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten Concept projectvoorstel, versie 0.4 26 oktober2004 Documenthistorie Versie/Status Datum Wijzigingen Auteur 0.1 16/06/2004 B.G. Langedijk

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

Societal Impact: achtergrond & doel. SURFacademy Societal Impact Lieke van Fastenhout (UvA)

Societal Impact: achtergrond & doel. SURFacademy Societal Impact Lieke van Fastenhout (UvA) Societal Impact: achtergrond & doel SURFacademy Societal Impact Lieke van Fastenhout (UvA) Een korte geschiedenis: SEP 1/2 Hoe lang hebben we dit systeem al? Sinds 1993 Waarom hebben we het eigenlijk?

Nadere informatie

Hogescholen en Open Science: Naar meer impact van praktijkgericht. onderzoek, speech Thom de Graaf bij Seminar Verder bouwen aan open

Hogescholen en Open Science: Naar meer impact van praktijkgericht. onderzoek, speech Thom de Graaf bij Seminar Verder bouwen aan open Hogescholen en Open Science: Naar meer impact van praktijkgericht onderzoek, speech Thom de Graaf bij Seminar Verder bouwen aan open science op donderdag 26 oktober 2017 Dames en Heren, Ik ben verheugd

Nadere informatie

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID TWEEDE MEERJARENPLAN 2013-2017 Contract 2013 ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE Sp-ziekenhuizen 1 1. Inleiding Hierna volgt

Nadere informatie

Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool Toezichtkader

Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool Toezichtkader 1 Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool 2 INLEIDING 3 De Raad van Toezicht van De Haagse Hogeschool formuleert in dit de inhoudelijke uitgangspunten van zijn toezicht en de manier waarop hij daaraan invulling

Nadere informatie

Kwaliteit is van Iedereen ( ). Avans Integrale Kwaliteitszorg Raamwerk (2006).

Kwaliteit is van Iedereen ( ). Avans Integrale Kwaliteitszorg Raamwerk (2006). Conceptvragenlijst functioneren kwaliteitssysteem Versie diensteenheden Beschrijving opdrachtgever Paul Rupp, voorzitter Regiegroep IKZ opdrachtnemer Marco Cornelissen en Amber Verrycken link met andere

Nadere informatie

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1 Instroom 1 4 Uitstroom 3 Inclusie 2 Doorstroom Universiteit Utrecht 1 Rapportage 2018 Prof. Dr. Naomi Ellemers Prof. Dr. Jojanneke van der Toorn Dr. Wiebren Jansen Inhoud Voorwoord 4 Algemeen 6 Hoe is

Nadere informatie

Certificering HR Professional

Certificering HR Professional Certificering HR Professional Certificering HR Professional Het personeelsmanagement kenmerkt zich door een grote mate van diversiteit, in de diepte en de breedte. De inhoud van het personeelsmanagement

Nadere informatie

Advies Werkgroep Kwaliteit van Praktijkgericht Onderzoek en het Lectoraat

Advies Werkgroep Kwaliteit van Praktijkgericht Onderzoek en het Lectoraat Advies Werkgroep Kwaliteit van Praktijkgericht Onderzoek en het Lectoraat Den Haag, 20 januari 2016 Advies Werkgroep Kwaliteit van Praktijkgericht Onderzoek en het Lectoraat Den Haag, 20 januari 2016

Nadere informatie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.

Nadere informatie

Niveau 1 Competenties uit het curriculum HBO Werktuigbouwkunde (aan de Haagse Hogeschool)

Niveau 1 Competenties uit het curriculum HBO Werktuigbouwkunde (aan de Haagse Hogeschool) Niveau 1 Competenties uit het curriculum HBO Werktuigbouwkunde (aan de Haagse Hogeschool) 1. Analyseren: Behaald 1 2 Ontwerpen: Behaald 2 3 Realiseren: Behaald 3 4 Beheren: Onbehaald 4 5 Managen: Onbehaald

Nadere informatie

Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012

Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012 Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012 Hanzehogeschool in trefwoorden 19 schools, 55 bacheloropleidingen,

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015 Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net

Nadere informatie

Onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingsschool 1 Informerend document voor de Alliantie / Notre Dame des Anges

Onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingsschool 1 Informerend document voor de Alliantie / Notre Dame des Anges Onderzoek kwaliteit opleidingsschool 1 Onderzoek naar de kwaliteit opleidingsschool 1 Informerend document voor de des Anges Miranda Timmermans Bas van Lanen April, Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

SIG Research Information & SURF programma Open Access OPTIMAAL BENUTTEN DOOR AFSTEMMING

SIG Research Information & SURF programma Open Access OPTIMAAL BENUTTEN DOOR AFSTEMMING SIG Research Information & SURF programma Open Access OPTIMAAL BENUTTEN DOOR AFSTEMMING Samenwerken, Open Access en Data voor onderzoek 23 maart 2015 SIG Research Information: stand van zaken De SIG-RI

Nadere informatie

Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School

Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School Dick Sweitser, Vera de Ruiter en Paul Schunselaar Kom verder. Saxion. 23 maart 2016 Werken met leeruitkomsten.. Waarmee.. Aansluiten bij de ontwikkel-/

Nadere informatie

Methodologie als kern van twijfelachtige onderzoekspraktijken: prevalentie en preventie. prof. dr. Lex Bouter

Methodologie als kern van twijfelachtige onderzoekspraktijken: prevalentie en preventie. prof. dr. Lex Bouter Methodologie als kern van twijfelachtige onderzoekspraktijken: prevalentie en preventie prof. dr. Lex Bouter Inhoud Wat is het probleem? Categorieën, frequentie, determinanten Wat is eraan te doen? Educatie

Nadere informatie

Directeur onderzoeksinstituut

Directeur onderzoeksinstituut Directeur onderzoeks Doel College van van Bestuur Zorgdragen voor de ontwikkeling van het van het en uitvoering en organisatie van onderzoek en onderzoeksondersteuning binnen het, uitgaande van het faculteitsplan

Nadere informatie

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde 1. BoE domeincompetentie Analyseren (minimaal niveau eind major W: 3) (toelichting: deze omschrijving komt uit de Bachelor of Engineering (BoE))

Nadere informatie

Evaluatieplan Adaptief Leren

Evaluatieplan Adaptief Leren Evaluatieplan Adaptief Leren Sjoerd de Vries Wendy Krimpen Loes van Oosteren 6 januari 2006. Enschede Contact: Sjoerd de Vries E-Mail: sjoerd.devries@utwente.nl Mob: +31 (0)6 47274565 Tel: +31(0)53 4893952

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Kwaliteitszorgstelsel ten aanzien van het onderzoek aan hogescholen Basisdocument

Kwaliteitszorgstelsel ten aanzien van het onderzoek aan hogescholen Basisdocument Kwaliteitszorgstelsel ten aanzien van het onderzoek aan hogescholen 2009-2015 Basisdocument Nadere uitwerking van het brancheprotocol kwaliteitszorg onderzoek (BKO) in een kwaliteitszorgstelsel. HBO-raad,

Nadere informatie

Randvoorwaarden voor valorisatie. Dr Mirjam Leloux Directeur IXA UvA-HvA

Randvoorwaarden voor valorisatie. Dr Mirjam Leloux Directeur IXA UvA-HvA Randvoorwaarden voor valorisatie Dr Mirjam Leloux Directeur IXA UvA-HvA Maatschappelijk belang van valorisatie Kennisinstellingen dragen bij aan innovatie in de samenleving, en daarmee tot groei van welvaart

Nadere informatie

Kwaliteit van toetsing

Kwaliteit van toetsing Kwaliteit van toetsing Scholingsdag HAN, 3 oktober 2012 Desirée Joosten-ten Brinke Open Universiteit Fontys Lerarenopleiding Tilburg Programma Kennismaking 9:45 Het borgen van toetskwaliteit Gerealiseerd

Nadere informatie

Zorgondersteuningsfonds Oproep kortdurende praktijkgerelateerde onderzoeken Programma Onderzoeken in de Praktijk Vastgesteld, 19 september 2016

Zorgondersteuningsfonds Oproep kortdurende praktijkgerelateerde onderzoeken Programma Onderzoeken in de Praktijk Vastgesteld, 19 september 2016 Oproep tot het indienen van aanvragen kortdurende, praktijkgerelateerde onderzoeken voor het Programma Onderzoeken in de Praktijk Programma van het Zorgondersteuningsfonds Doel van het programma De veranderingen

Nadere informatie

Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische opleidingsschool (RAOS)

Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische opleidingsschool (RAOS) Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische (RAOS) Wat? (Kwaliteitsstandaarden NVAO) Hoe? Wanneer? Door wie? Bij wie? Output Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties 1. De heeft een geëxpliciteerde

Nadere informatie

Kader notitie Academische werkplaats

Kader notitie Academische werkplaats Kader notitie Academische werkplaats Het UWV en het KCVG hebben gekozen voor de Academische Werkplaats als samenwerkingsvorm tussen universiteit en UWV-regio om de doelstelling van academisering te bereiken.

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017

Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017 Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017 Even voorstellen. Achtergrond Bedrijfskunde (UvA) en postinitieeel managementconsultancy

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

RZO-advies nr. 18 inzake inrichting Onderzoeksagenda Veteranenzorg en Uitzendinggerelateerde Problematiek 4 juli 2013

RZO-advies nr. 18 inzake inrichting Onderzoeksagenda Veteranenzorg en Uitzendinggerelateerde Problematiek 4 juli 2013 RZO-advies nr. 18 inzake inrichting Onderzoeksagenda Veteranenzorg en Uitzendinggerelateerde Problematiek 4 juli 2013 Instelling Onderzoeksagenda Op 25 mei 2012 bracht de RZO zijn advies nr. 16 inzake

Nadere informatie

Herregistratie-eisen EIF en voor ICT groepen

Herregistratie-eisen EIF en voor ICT groepen Herregistratie-eisen EIF en voor ICT groepen A L G E M E N E I N F O R M A T I E D O O R A L E T T E B R U N E T D E R O C H E B R U N E + T H E S R A H I L T E - O L D E S C H E P E R, B E I D E N A R

Nadere informatie

Handreiking voor het opstellen van het implementatieplan taal en rekenen. Korte versie

Handreiking voor het opstellen van het implementatieplan taal en rekenen. Korte versie Handreiking voor het opstellen van het implementatieplan taal en rekenen Korte versie Colofon Titel Handreiking voor het opstellen van het implementatieplan taal en rekenen Auteur Christel Kuijpers en

Nadere informatie

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa Vastgesteld door het college van bestuur op 4 januari 2016 Positief advies beleidsoverleg 13 oktober 2015 Goedgekeurd door de raad van toezicht 18 december 2015

Nadere informatie

Voorbereiding interactieve deel

Voorbereiding interactieve deel Voorbereiding interactieve deel YK 1 20 maart 2018 Gezondheid, sport en welzijn Op het spoor van onderzoek en onderzoekende houding in het HBO-MBO Laurence Alpay laurence.alpay@inholland.nl Lectoraat Medische

Nadere informatie

Aanvraag voor steun van Kom op tegen Kanker

Aanvraag voor steun van Kom op tegen Kanker Aanvraag voor steun van Kom op tegen Kanker ONDERZOEKSPROJECT ZONDER DOCTORAATSFINALITEIT. Titel project. Projectvoorstel (max. 4000 woorden, excl. tabel ) a. State-of-the art en probleemstelling Omschrijf

Nadere informatie

Kwaliteitsregister, criteria 2015-2020: Voorstel tot aanpassing door Ergotherapie Nederland

Kwaliteitsregister, criteria 2015-2020: Voorstel tot aanpassing door Ergotherapie Nederland Kwaliteitsregister, criteria 2015-2020: Voorstel tot aanpassing door Ergotherapie Nederland Ergotherapie Nederland, november 2014. Hieronder volgt het voorstel van Ergotherapie Nederland voor een aanpassing

Nadere informatie

Anonimiseren? Nee tenzij, en doe het dan goed!

Anonimiseren? Nee tenzij, en doe het dan goed! Anonimiseren: een dilemma bij praktijkgericht onderzoek Citeren als: Vlaming, W.de (). Op: PlatformPraktijkontwikkeling.nl. Utrecht: WOSO. Is bescherming van de privacy van betrokkenen wel mogelijk in

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016 Regeling Externe toezichthouders bij examens Inhoudsopgave 1. Positie en benoeming externe toezichthouders... 3 2. Taak externe toezichthouder

Nadere informatie

STARTDOCUMENT TBV TOELATING PRAKTISCHE INFORMATIE PRAKTISCH

STARTDOCUMENT TBV TOELATING PRAKTISCHE INFORMATIE PRAKTISCH PRAKTISCH STARTDOCUMENT TBV TOELATING PRAKTISCHE INFORMATIE deadline toelating 10 november 2016. toelatingsgesprekken vanaf half november, begin december. start 19 januari 2017. tweejarige parttime opleiding.

Nadere informatie

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR 1 JAARPLAN 2015 Voorwoord Het jaar 2014 is bijzonder succesvol geweest voor Present Rotterdam. Met succes zijn we op weg naar een stabiele organisatie met vaste partners, hebben we veel groepen vrijwilligers

Nadere informatie

Samen bouwen aan schoolontwikkeling

Samen bouwen aan schoolontwikkeling H og er o n d e r w ij s School ont wi kk ing el S c h o ol k Wer der e n An j e p a r ti pl a at so nd e r w ij s o n d e e rzo k Samen bouwen aan schoolontwikkeling Een werkmodel voor onderzoekssamenwerking

Nadere informatie

7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten

7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten 7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten Opdrachtgever OCW Projectaannemer SBB Projectleider Nog te bevestigen Contactpersoon Lisette van Loon Start en einde deelproject Fase 1: juni 2012

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie