Beleidsregel Verhoging lijnsnelheid kuikenslachterijen. code PA-01 versie 05 ingangsdatum pag. 1 van 7

Transcriptie

1 code PA-01 versie 05 ingangsdatum pag. 1 van 7 versie datum toelichting 04 September Aanpassing nav pilot verhoging lijnsnelheid kuikenslachterijen April 2013 Lay out aanpassing aan NVWA en enkele kleine tekstuele aanpassingen 06 1 Onderwerp 1.1 Doel De maximale lijnsnelheid voor kuikenslachterijen is in Nederland vastgesteld. Deze bedraagt maximaal 6000 kuikens per uur en een lineaire bandsnelheid van maximaal 16,7 m/ minuut voor een slachtlijn zonder splitter. Voor een lijn met splitter bedraagt deze maximaal 9000 kuikens per uur en een lineaire bandsnelheid van maximaal 25 m/ minuut. Kuikenslachterijen die bij een hogere bandsnelheid willen slachten moeten onderstaande procedure volgen en aan onderstaande voorwaarden voldoen voordat een verhoging van de lijnsnelheid kan worden toegestaan. 1.2 Toepassingsgebied Kuikenslachterijen die meer dan 6000 kuikens per uur en een lineaire bandsnelheid van maximaal 16,7 m/ minuut voor een slachtlijn zonder splitter willen slachten of meer dan 9000 kuikens per uur en een lineaire bandsnelheid van maximaal 25 m/ minuut voor een lijn met splitter. 2 Wettelijke basis 2.1 Definities n.v.t. 2.2 Wettelijke Basis Verordening (EG) nr. 853/2004 Besluit dierlijke producten Regeling dierlijke producten Eindrapport pilot verhoging lijnsnelheid bij pluimveeslachterijen 3 Begrippen 4 Benodigdheden

2 code PA-01 versie 05 ingangsdatum pag. 2 van 7 5 Werkwijze 5.1 Procedure Bedrijven die willen gaan slachten met hogere lijnsnelheden dan de hiervoor genoemde snelheden, dienen hiertoe een aanvraag in middels het aanvraag- en inleverformulier verleningen dat beschikbaar is op de internetsite van de NVWA ( Het betreft een aanvraag voor een verlening SLMA -Toestemming verhoging lijnsnelheid kuikenslachterijen. Als bedrijven willen gaan slachten met hogere lijnsnelheden dan moet een plan beschikbaar zijn. Daarin wordt aangegeven welke lijnsnelheid maximaal toegepast gaat worden en welke tussenstappen daarin worden gemaakt. In het plan moet tevens worden aangegeven hoe het gehele proces beheerst wordt en daarnaast moeten ook de vijf W s (Werktijden, Werktaken, Werkorganisatie, Werkplan en Werkgedrag) voor de verschillende betrokken werkplekken worden beschreven. Vervolgens wordt dit plan ingediend bij de NVWA, Divisie V&I, team TO Slachtplaatsen, Postbus 43006, 3540 AA Utrecht. Na instemming met het plan, waarbij ook de desbetreffende NVWA bedrijvenbeheerder betrokken is, kan, in overleg met de NVWA bedrijvenbeheerder het traject gestart worden. Dit traject moet binnen 1 jaar afgerond zijn, zo niet dan vervalt de aanvraag en dient het bedrijf terug te keren naar de snelheid die gehanteerd werd voor de aanvraag. De beoordeling van de plannen wordt uitgevoerd voor wat betreft het keuringsgedeelte en de beheersing van het slachtproces door de NVWA en voor wat betreft het arbeidsomstandighedengedeelte door een ergonomisch adviesbureau. Hierbij kan gedacht worden aan VHP Ergonomie, John Jongenelen ergonomie en arbeidsomstandigheden of een vergelijkbare andere organisatie. Na afloop van het traject wordt middels een inspectie op locatie bekeken of het bedrijf aan alle voorwaarden voor het slachten bij hogere lijnsnelheden voldoet. Deze inspectie wordt uitgevoerd onder leiding van een auditor van de NVWA. In het advies dat naar aanleiding van deze inspectie wordt uitgebracht ten aanzien van de verlening, wordt naast de inspectieresultaten, tevens het rapport van het ergonomisch adviesbureau betrokken. Het advies wordt afgehandeld zoals beschreven in het verleningenbeheer. Als niet wordt voldaan aan de voorwaarden wordt geen toestemming tot het voortzetten van de hogere bandsnelheid gegeven en moeten bedrijven terug naar de bandsnelheid die gehanteerd werd voor de uitvoering van het plan. In dat geval wordt een besluit opgesteld met daarin een onderbouwde afwijzing van de aanvraag. Het inspectierapport wordt als bijlage bij het besluit aan het bedrijf verzonden. De kosten voor de beoordeling van de plannen en de inspecties zijn voor het bedrijf dat de beoordeling laat uitvoeren en zullen via de gangbare wijze gefactureerd worden (fatijdec codes erkenningonderhoud). 5.2 Voorwaarden bedrijfsprocessen / bedrijfskeurders Om in aanmerking te kunnen komen voor verhoging van de lijnsnelheid moeten bedrijven beschikken over een door de NVWA uitgevoerde systeemaudit (op het

3 code PA-01 versie 05 ingangsdatum pag. 3 van 7 HACCP-plan). Het eindoordeel daarvan moet zodanig zijn dat er geen maatregelen in het kader van het interventiebeleid genomen zijn. Bij de uitvoering van het plan zijn alle aspecten die bij een normaal slachtproces en een normale bedrijfsvoering standaard zijn, zoals bijvoorbeeld productkwaliteit, producttemperatuur, dierenwelzijn, reiniging en ontsmetting van kooien en transportmiddelen etc., gegarandeerd. De (preventieve) maatregelen om tot deze garantie te komen staan beschreven in het plan. In het kader van het Integraal Kwaliteitsbeheersingssysteem IKB Kip moeten slachterijen een aantal procescriteria vastleggen. Dit zijn vangproblemen, problemen gerelateerd aan strooiselproblemen, uniformiteit van de koppel, nuchterheid, fecale bezoedeling. De resultaten van deze gegevens worden besproken met de lokale NVWA die daardoor een zo volledig mogelijk inzicht in de processen krijgt. Slachten bij hogere lijnsnelheden is alleen mogelijk als de kwaliteit van de koppel en de afstemming van het slachtproces goed zijn. Slachterijen moeten daartoe in een door de minister/staatssecretaris van EZ goedgekeurde hygiënecode of een eigen HACCP-plan van het bedrijf, aangeven welke criteria zij laten meewegen in de beoordeling (voordat een koppel op de slachterij komt) van de koppel. Je zou kunnen denken aan: bedrijven met een ORT-verleden, gegevens van de eventuele uitlaadkoppel. Aandachtspunten zijn naast ORT ook ontstekingen en ziektegeschiedenis van de koppel. Daarnaast moeten de bedrijfsprotocollen geoptimaliseerd zijn en in de praktijk worden gehanteerd. Protocollen moeten uitvoerbaar zijn in de praktijk. Dat betekent dat de slachtapparatuur, de keurplekken en de inrichting van de andere betrokken werkplekken zo moet zijn dat de voorschriften die in de protocollen zijn vastgelegd nageleefd kunnen worden (denk hierbij aan voldoende werkruimte, technische voorzieningen etc.). 5.3 Arbeidsomstandigheden Voor slachterijen die een verzoek doen tot verhoging van de lijnsnelheid geldt dat zij moeten aantonen dat de arbeidsomstandigheden van alle medewerkers* die lijngebonden werkzaamheden verrichten die rechtstreeks verband hebben met de verhoging van de lijnsnelheid van de slachtlijn gewaarborgd blijven. Daarbij gaat het om de vijf W s zoals gehanteerd in het onderzoek van vhp: Werktijden (inclusief roulatieschema), Werktaken, Werkorganisatie, Werkplek en Werkgedrag. Voor de onderbouwing van het plan kunnen bedrijven bij de beoordeling van de werkplekken gebruik maken van de werkcheck die is ontwikkeld door vhp in het kader van het arboconvenant vleessectoren. * Het betreft alle medewerkers die in opdracht van het bedrijf werkzaamheden verrichten (eigen personeel, bedrijfskeurders, uitzendkrachten enz). 5.4 Voorwaarden PM keuring Bedrijfskeurders moeten via permanente educatie hun kennis actueel houden. De slachterij beschrijft hoe dat gebeurt en zorgt ervoor dat het aantoonbaar wordt toegepast. Bij externe bedrijfskeurders overtuigt het bedrijf zich aantoonbaar van de permanente educatie van deze mensen.

4 code PA-01 versie 05 ingangsdatum pag. 4 van 7 De kwaliteit van de keuring moet te allen tijde zodanig zijn dat het aantal onterecht goedgekeurde kuikens, delen en organen binnen de daarvoor gestelde norm van 2 % blijft. Dit is bij alle lijnsnelheden de gehanteerde norm en ook bij hogere lijnsnelheden blijft dit de maximaal toelaatbare fout. De NVWA ziet op deze norm toe. 5.5 Inrichtingseisen keurbordes en systemen Algemene inrichtingseisen keurbordes Inrichtingseisen voet- of kniebediende handenwasgelegenheid met gekanaliseerde afvoer, voorzien van warmwater en zeepdispenser; messensterilisator met gekanaliseerde afvoer, voorzien van water met een temperatuur van ten minste 82 C of een alternatief systeem met een gelijkwaardig effect; voldoende verlichting door dag- of kunstlicht met bij voorkeur een waarde van minimaal 1000 lux, een kleurweergave index van 90 Ra of meer en een kleurtemperatuur van 4000 Kelvin (NEN ); loopruimte voor de keurder, voldoende breed en vrij van obstakels, met een lengte van minimaal 9 maal het getal van de bandsnelheid in meters per seconde, met een minimum van 2 meter en een maximum van 4 meter; de loopruimte begint op de plaats waar het kuiken stil hangend ter keuring wordt aangeboden en is zodanig gesitueerd dat de keurder de kuikens ruim van te voren ziet aankomen; een spiegel over de gehele lengte van de loopruimte ter beoordeling van de borstkant van de kuikens; deze spiegel moet voldoende breed zijn en periodiek schoongemaakt worden; een hygiënische opslagmogelijkheid in de onmiddellijke nabijheid van de keurplek in de vorm van haken voor ter plekke op te knappen dieren. moet voldoen aan de ARBO-eisen. De volgende eisen gelden niet voor het in genoemde systeem (enkelvoudige lijn max. 16,7 m/ min. en max kuikens per uur)! een gemakkelijk en snel in hoogte te verstellen werkbordes ter lengte van de loopruimte, waarbij rekening dient te worden gehouden met de lengte van de keurders; het afvoeren van de afgekeurde delen en karkassen is zodanig dat contact met de goedgekeurde karkassen en orgaanpakketten wordt vermeden; een trechter of een gemechaniseerde afvoer welke evenwijdig verloopt aan de karkassen en orgaanpakketten over de gehele lengte van de loopruimte is noodzakelijk; het keurbordes is zodanig ingericht dat hulpmiddelen voor de keurders om bepaalde handelingen te kunnen verrichten (handen wassen, opknappen kuikens etc.) aan het begin van het keurbordes zijn gesitueerd waarbij het zicht op de karkassen en orgaanpakketten gehandhaafd blijft; een enigszins verende doch stabiele zitplaats; In uitzonderingsgevallen mag, indien de vereiste lengte langer is dan 3 meter, met een keurbordes van 3 meter gewerkt worden. Een additionele keurplek aan de band is in dit geval vereist als in door de NVWA goedgekeurde protocollen is opgenomen dat meerdere bedrijfskeurders per band de keuring uit zullen voeren. Deze keurplek moet minimaal 2 meter zijn en voldoen aan de in hierboven gestelde eisen behalve voor wat betreft de lengte.

5 code PA-01 versie 05 ingangsdatum pag. 5 van Systemen Karkas en organenpakket met natuurlijke hechtmiddelen verbonden Enkelvoudige pluimveeslachtlijn Enkelvoudige slachtlijn met een bandsnelheid van max kuikens/uur zijn, met een lineaire bandsnelheid van max. 16,7 m/minuut, Het keurbordes moet voldoen aan de inrichtingseisen genoemd onder punt Slachtlijn met splittersysteem Bij een bandsnelheid boven de 6000 kuikens/ uur dient een bandsplitter te zijn toegepast. De bandsnelheid met splitters is max kuikens/uur en een lineaire bandsnelheid van max. 31,7m/minuut. Bij een bandsnelheid tot max kuikens/uur zijn 2 splitters en 2 keurbordessen vereist. Bij bandsnelheden boven 9000 kuikens/ uur zijn 3 splitters en 3 keurbordessen vereist. Bij snelheden boven kuikens/ uur is een nakeur bordes aan het einde van de lijn vereist. Alle keurbordessen dienen te voldoen aan de in punt gestelde eisen met uitzondering van de lengte per bordes. De lengte van een keurbordes bedraagt tenminste 2,7 m. (Dit is de vereiste 8 meter bij een baan met splitter en gescheiden aanbod van organenpakket, gedeeld door 3.) Het nakeur bordes is tenminste 1,5 m. lang Karkas en organenpakket gescheiden Enkelvoudige pluimveeslachtlijnen In een enkelvoudige lijn kunnen het Nu-tech-evisceration systeem van Stork B.V. en het Maestro systeem van Meyn B.V., waarbij karkas en ingewanden gescheiden ter keuring worden aangeboden, onder de volgende voorwaarden geplaatst worden: 1) Het keurbordes is conform de huidige inrichtingseisen ingericht (zie punt 5.5.1) en het keurbordes is minimaal een meter na het bij elkaar komen in de lijn van karkas en orgaanpakket geplaatst; 2) De bandsnelheid is beperkt tot maximaal 7500 kuikens/uur en een maximale lineaire bandsnelheid van 19,8 m/minuut. 3) De positionering van de orgaanpakketten ten opzichte van de karkassen is zodanig dat deze binnen het blikveld van de keurder ligt: 3.1 hiertoe dient de positionering van het Nu-tech-evisceration systeem van Stork B.V. als volgt te zijn: Het orgaanpakket hangt aan een haak, zodanig dat het voorafgaand aan het betreffende karkas de keurplek passeert. De organen zijn zodanig opgehangen dat lever en hart voor de karkassen hangen en het beeld van de keurder t.o.v. het karkas er niet door gehinderd wordt. Het orgaanpakket kan via het bewegen van een bedieningsstang uit de haak worden verwijderd. Met behulp van een geleidstang worden de karkassen zodanig gepositioneerd, dat het karkas zo dicht mogelijk richting het organenpakket geplaatst wordt, doch geen contact maakt met het orgaanpakket.

6 code PA-01 versie 05 ingangsdatum pag. 6 van hiertoe dient de positionering van het Maestro systeem van Meyn B.V. als volgt te zijn: De orgaanpakketten passeren in bakjes de keurplek. Deze bakjes bewegen met dezelfde lineaire snelheid als de lijn waaraan de karkassen hangen. Ieder karkas hangt ongeveer midden achter het bakje waarin het bijbehorende orgaanpakket ligt, zodanig dat er geen afdruipend water van de karkassen in de bakjes terechtkomt. De bakjes hebben een minimale afmeting van lxb = 19 x 14,5 cm en een diepte van 3 cm. De positie van de bakjes is ongeveer 40 cm onder de onderkant van de haken waaraan de karkassen hangen Slachtlijnen met splittersysteem In een zogenaamd splittersysteem kunnen het Nu-tech- evisceration systeem van Stork B.V. en het Maestro systeem van Meyn B.V., waarbij het karkas en ingewanden gescheiden ter keuring worden aangeboden, onder de volgende voorwaarden geplaatst worden: 1) Het keurbordes is conform de huidige inrichtingseisen ingericht (zie punt 5.5.1) en het keurbordes is minimaal een meter na het bij elkaar komen in de lijn van karkas en orgaanpakket geplaatst; 2) De bandsnelheid van de slachtlijn is beperkt tot maximaal kuikens/uur, maximale lineaire bandsnelheid 31,7 m/minuut. 3) Er is een bandsplitter voor orgaanpakket aanwezig of de pakketbakjes c.q. haken zijn voorzien van een bij het keurbordes eenvoudig herkenbare behorende kleurcodering 4) De positionering van de orgaanpakketten ten opzichte van de karkassen is zodanig dat deze binnen het blikveld van de keurder ligt: 4.1 Hiertoe dient de positionering van het Nu-tech-evisceration systeem van Stork B.V. als volgt te zijn: Het orgaanpakket hangt aan een haak, zodanig dat het voorafgaand aan het betreffende karkas de keurplek passeert. De organen zijn zodanig opgehangen dat lever, hart en karkas binnen het blikveld van de keurder ter keuring worden aangeboden. Het orgaanpakket kan via het bewegen van een bedieningsstang uit de haak worden verwijderd. 4.2 Hiertoe dient de positionering van het Maestro systeem van Meyn B.V. als volgt te zijn: De orgaanpakketten passeren in bakjes de keurplek. Deze bakjes bewegen met dezelfde lineaire snelheid als de lijn waaraan de karkassen hangen. Ieder karkas hangt ongeveer midden achter het bakje waarin het bijbehorende orgaanpakket ligt, zodanig dat er geen afdruipend water van de karkassen in de bakjes terechtkomt. De bakjes hebben een minimale afmeting van lxb = 19 x 14,5 cm en een diepte van 3 cm. De positie van de bakjes is ongeveer 40 cm onder de onderkant van de haken waaraan de karkassen hangen. 5) Daar waar de lijn met orgaanpakketten en de lijn met karkassen elkaar kruisen zijn voorzieningen aangebracht, zodanig dat geen afdruipend water van de karkassen in de orgaanpakketten terechtkomt Opmerkingen 1) Naar aanleiding van vorig en huidig onderzoek moet worden geconcludeerd dat de postmortemkeuring van het karkas blijvend aan de rugzijde dient te worden uitgevoerd. Dit vooral vanwege het feit dat bepaalde huidafwijkingen, bijvoorbeeld ten gevolge van scabby hips, alleen op deze wijze goed waargenomen kunnen worden.

7 code PA-01 versie 05 ingangsdatum pag. 7 van 7 2) De genoemde bandsnelheden zijn maximale waarden ter hoogte van het keurbordes. Voor een goede uitvoering van de keuring kan het in sommige gevallen noodzakelijk zijn dat de bandsnelheid verlaagd wordt. 6 Registratie en archivering 6.1 Registratie 6.2 Archivering 7 Interventie Het slachthuis is ervoor verantwoordelijk de snelheid te verlagen of een andere noodzakelijke maatregel te nemen, zodra de omstandigheden dat vereisen. Gebeurt dit niet, niet tijdig of slechts gedeeltelijk dan is de NVWA te allen tijde bevoegd om in het proces in te grijpen door de lijnsnelheid te laten verlagen of een andere maatregel te nemen. 8 Arbo, milieu en veiligheid 9 Divers 9.1 Verantwoordelijkheden Exploitant kuikenslachterij: Aanvraag indienen, opstellen en indienen van plan, voldoen aan voorwaarden, opdracht tot uitvoer van een arbeidsomstandighedenonderzoek door vhp en (in overleg met de bedrijvenbeheerder NVWA ) de aanvraag voor de toetsing door de NVWA NVWA divisie V&I: 1 TO Slachtplaatsen: beoordeelt het plan op inhoud en volledigheid 2 Bedrijvenbeheerder communiceert gedurende het traject met keuringsteam (inclusief bedrijfskeurders), STDA en bedrijf, plant de eindtoets inclusief voorbereiding, stelt een advies over de verlening op (aan de hand van de inspectieresultaten en het rapport van het ergonomisch adviesbureau) en stuurt dit advies, inclusief inspectieverslag en rapport van het ergonomisch adviesbureau, naar de teamleider 3 Teamleider: procesbewaking, faciliteert benodigde tijd verstuurt advies over de verlening na de eindtoets naar NVWA KOS, afschrift aan TO SP 4 Toezichthouders leggen controles vast en beoordelen/ volgen de implementatie van het plan. 5 Bedrijvenbeheerder en auditor: beoordeling en toetsing van het plan op gebied van keuring, procesbeheersing, voorwaarden PM keuring, inrichtingseisen keurbordes e.d. Ergonomisch adviesbureau: beoordeling en toetsing van arbeidsomstandigheden bedrijfskeurders