VMSW, Kaaibeeksedijk, infrastructuur

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VMSW, Kaaibeeksedijk, infrastructuur"

Transcriptie

1 Veiligheidscoördinator: Bouwheer: VMSW Koloniënstraat Brussel Diesterstraat 6, 3980 Tessenderlo T info@macobo.be Ontwerper: TV Carlier-Infrabo nv Langstraat Westerlo VMSW, Kaaibeeksedijk, infrastructuur Kaaibeeksedijk 3 A-I, 2260 Westerlo VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN omgevingswerken Kaaibeeksedijk

2 INHOUDSOPGAVE 1 WETTELIJK KADER Waarom Veiligheidscoördinatie? De verschillende actoren op de werf De Coördinatie-instrumenten Het Veiligheids- en gezondheidsplan (VGP): Het Coördinatiedagboek (CD):... 7 Het online Coördinatiedagboek : Het Postinterventiedossier (PID): De Coördinatiestructuur (CS): PROJECTGEGEVENS Algemene projectgegevens Coördinatiestructuur van toepassing? De gekende actoren voor dit project Bouwheer Ontwerper De Veiligheidscoördinator De Hoofdaannemer Interessante partners: NAVB Toezicht op het Welzijn op het Werk - FOD WASO SPECIFIEKE VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSRICHTLIJNEN Kritieke fasen bij dit project Wat zijn de verhoogde risico s (volgens art van het KB): Specifieke Riscoanalyse van de Veiligheidscoördinator: Aanvullende specifieke veiligheidsrichtlijnen: WAT WORDT VERWACHT VAN DE AANNEMER IN OFFERTESTADIUM? Is artikel 30 van het KB van toepassing? Hoe Invulformulier art. 30 TMB invullen? Kolom 1: Beschrijving van de uit te voeren werken m.b.t. de verhoogde en projectgebonden risico s: Kolom 2/3 : Beschrijving en evaluatie van de risico s: Kolom 4/5: preventiemaatregelen, te gebruiken beschermingsmiddelen en prijsopgave: TAKEN VAN DE AANNEMER NA GUNNING MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

3 5.1 Documenten aan te leveren vóór de eigenlijke start van de werken Het werfinrichtingsplan: De planning der werken Een eigen specifieke risicoanalyse en veiligheidsplan Lijst van de reeds bekende onderaannemers Aanwezigheidsregistratie Documenten te leveren tijdens de uitvoering van de werken Documenten te leveren na de werken ALGEMENE VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSRICHTLIJNEN Algemeen Werfinrichting Materieel en werfinstallaties Collectieve beschermingsmiddelen Persoonlijke beschermingsmiddelen Werkmethoden Noodplanning Noodplan Wat te doen bij ongevallen op de werf? BIJLAGE 1: SPECIFIEKE RISICOANALYSE VAN DE VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR BIJLAGE 2: NOODPLANNING BIJLAGE 3: INVULFORMULIER VEILIGHEID ART. 30 TMB MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

4 1 WETTELIJK KADER 1.1 Waarom Veiligheidscoördinatie? De Europese richtlijn 92/57/EEG van 24 juni 1992 met de minimumvoorschriften betreffende veiligheid en gezondheid voor tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, is in het Belgisch recht omgezet door de verschijning van KB van 25 januari 2001 voor tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (KB TMB) in het Belgische Staatsblad van 07 februari 2001 en zijn wijziging in het KB van 19 januari Ook de welzijnswet van 04 augustus 1996 met betrekking tot het welzijn van de werknemers is van toepassing. Door dit Koninklijk Besluit zal er een coördinatie van veiligheid en gezondheid moeten plaatsvinden op het merendeel van de bouwplaatsen (zie art. 2, 1) waar tenminste 2 verschillende aannemers tegelijkertijd of achtereenvolgens bouwwerken of werken van burgerlijke bouwkunde uitvoeren. Die coördinatie is verplicht zowel in de ontwerp- als in de uitvoeringsfase van het bouwwerk en zelfs tijdens de latere onderhoudsfase. 1.2 De verschillende actoren op de werf Opdrachtgever De natuurlijke of rechtspersoon voor wiens rekening een bouwwerk wordt ontworpen en verwezenlijkt. Hij of zij moet er voor zorgen dat het veiligheids- en gezondheidsplan deel uitmaakt van het bestek, dat -indien van toepassing- de kandidaten bij offertes een document met verwijzing naar het veiligheids- en gezondheidsplan voegen in verband met de uitvoering van het werk en een afzonderlijke prijsberekening geven in verband met het veiligheids- en gezondheidsplan, dat de coördinator-ontwerp de overeenstemming van de offertes kan controleren. Bouwdirectie belast met het ontwerp De natuurlijke of rechtspersoon die voor rekening van de opdrachtgever zorg draagt voor het ontwerp van het bouwwerk. Hij of zij is verplicht de algemene preventiebeginselen toe te passen. De bouwdirectie mag de uitwerking van het project niet aanvatten of voortzetten zolang de coördinator-ontwerp niet is aangesteld. Ook de raming wordt door de ontwerper opgemaakt. Bouwdirectie belast met de uitvoering Bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering De natuurlijke of rechtspersoon die voor rekening van de opdrachtgever zorg draagt voor de uitvoering van het bouwwerk. De natuurlijke of rechtspersoon die voor rekening van de opdrachtgever zorg draagt voor het toezicht op de uitvoering van de werf. MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

5 Aannemer Zelfstandige Onderaannemer Coördinator-ontwerp De natuurlijke of rechtspersoon die activiteiten verricht tijdens de uitvoeringsfase van de verwezenlijking van het bouwwerk ongeacht of het werkgever of zelfstandige is of een werkgever samen met zijn werknemers op de bouwplaats. Ieder natuurlijk persoon die een beroepsactiviteit uitoefent waarvoor hij niet verbonden is door een arbeidsovereenkomst of waarvan zijn rechtspositie niet eenzijdig is geregeld door de overheid. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die activiteiten verricht tijdens de uitvoeringsfase van de verwezenlijking van het bouwwerk, ongeacht hij een werkgever of zelfstandige is of een werkgever die samen met zijn werknemers werkt op de bouwplaats. Rapporteert aan de Aannemer. De persoon die door de opdrachtgever of, in voorkomend geval de bouwdirectie belast met het ontwerp, belast is met zorg te dragen voor de coördinatie inzake veiligheid en gezondheid tijdens de uitvoeringsfase van het ontwerp van het bouwwerk. Hij of zij moet volgens de welzijnswet een veiligheids- en gezondheidsplan opstellen en de algemene preventiebeginselen toepassen bij bouwkundige, technische en organisatorische keuzen in verband met planning en raming van de duur van de werken. Volgens het KB TMB moet hij of zij een veiligheids- en gezondheidsplan opstellen en ter beschikking stellen van alle actoren, advies verlenen aan zijn aansteller inzake overeenkomst van de offertes met het veiligheids- en gezondheidsplan, openen en aanvullen van het coördinatiedagboek en het postinterventiedossier. Na de opdracht worden deze documenten overgedragen aan de opdrachtgever. Coördinator-verwezenlijking De persoon die door de opdrachtgever of, in voorkomend geval de bouwdirectie belast met het ontwerp, belast is met zorg te dragen voor de coördinatie inzake veiligheid en gezondheid tijdens de uitvoeringsfase van het ontwerp van het bouwwerk. Hij of zij moet de coördinatie-instrumenten aanvullen en ter beschikking stellen van alle actoren, advies verlenen aan zijn aansteller. Na de opdracht worden deze documenten overgedragen aan de opdrachtgever. Werknemer Werkgever De persoon die arbeid verricht onder het gezag van een ander persoon of personen verbonden door een leerovereenkomst of stagiairs Personen of organisaties die werknemers tewerkstellen. MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

6 1.3 De Coördinatie-instrumenten Om zijn taken te kunnen uitvoeren, beschikt de veiligheidscoördinator over enkele veiligheids-instrumenten. Hierna wordt kort een overzicht gegeven Het Veiligheids- en gezondheidsplan (VGP): Voorliggend Veiligheids- en Gezondheidsplan is een document dat de risicoanalyse en de vast te stellen preventiemaatregelen bevat ter voorkoming van de risico s waaraan de werknemers kunnen blootgesteld worden als gevolg van: de aard van het bouwwerk de wederzijdse inwerking van activiteiten van de diverse tussenkomende partijen die tegelijkertijd op de tijdelijke of mobiele bouwplaats aanwezig zijn de opeenvolging van activiteiten van de diverse tussenkomende partijen op een tijdelijke of mobiele bouwplaats wanneer een tussenkomst, na het beëindigen ervan, risico s laat bestaan voor de andere tussenkomende partijen die later zullen tussenkomen de uitvoering van mogelijke latere werkzaamheden aan het bouwwerk Een veiligheids- en gezondheidsplan is verplicht zodra er ten minste twee aannemers gelijktijdig of achtereenvolgens werken uitvoeren op de tijdelijke en mobiele bouwplaats voor tijdelijke of mobiele bouwplaatsen groter dan 500 m² bij werken met een verhoogd risico (graafwerken > 1,20 m, valgevaar > 5 m, drijfzand/slib, chemische/biologische agentia, ioniserende straling, hoogspanningslijnen of drukleidingen > 15 bar, verdrinkingsgevaar, ondergrondse/tunnelwerken, werken met duikuitrusting, overdruk, springstoffen, prefab-elementen) wanneer de vermoedelijke duur langer is dan 30 werkdagen indien het vermoedelijk werkvolume groter is dan 500 mandagen Het veiligheids- en gezondheidsplan bevat ten minste de volgende elementen: de beschrijving van het te realiseren bouwwerk vanaf het ontwerp tot de volledige verwezenlijking ervan de beschrijving van de resultaten van de risicoanalyse de beschrijving van de preventiemaatregelen, aangepast aan de kenmerken van het bouwwerk en voortvloeiend uit de toepassing van de algemene preventieprincipes de beschrijving van de preventiemaatregelen van de specifieke maatregelen met betrekking tot de werkzaamheden met een verhoogd risico de beschrijving van de preventiemaatregelen van de instructies voor de tussenkomende partijen de raming van de duur van de verwezenlijking van de verschillende werken of werkfasen die tegelijkertijd of na elkaar plaatsvinden de lijst met namen en adressen van alle opdrachtgevers, bouwdirecties en aannemers, vanaf het moment dat deze personen bij de bouwplaats betrokken worden de naam en het adres van de coördinator-ontwerp de naam en het adres van de coördinator-verwezenlijking vanaf het moment van zijn aanstelling MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

7 De inhoud van het veiligheids- en gezondheidsplan wordt aangepast in functie van de volgende elementen: in voorkomend geval, de wijzigingen in verband met de uitvoeringsmodaliteiten, overeengekomen tussen de tussenkomende partijen, waarvan de weerslag op het welzijn bij het werk dezelfde waarborgen biedt als de oorspronkelijk in het plan voorziene uitvoeringsmodaliteiten in voorkomend geval, de opmerkingen van de tussenkomende partijen aan wie de elementen uit het veiligheids- en gezondheidsplan, die hen aanbelangen, zijn overgemaakt de stand van de werken het identificeren van onvoorziene risico s of onvoldoende onderkende gevaren het optreden of het vertrek van tussenkomende partijen de eventueel aan het ontwerp of de werken aangebrachte wijzigingen Door in te schrijven voor betreffend werk, beschreven in de aanbestedingsdocumenten, waarvan dit Veiligheids- & Gezondheidsplan integraal deel uit maakt, stemt de inschrijver ermee in de veiligheidsvoorschriften uit vermelde KB s, het bestek en voorliggend veiligheids- en gezondheidsplan te zullen naleven Het Coördinatiedagboek (CD): Bij een werf met een totale oppervlakte < 500 m² is er geen coördinatiedagboek nodig. Bij een werf > 500 m² moet het beantwoorden aan de wettelijke verplichtingen (KB 19/01/05 art. 31 t/m 33). Dit document is de leidraad van het veiligheidsgebeuren van bij ontwerp tot einde verwezenlijking. De inhoud moet systematisch bijgehouden worden, d.w.z. periodieke verslagen stelselmatig bijgevoegd en andere documenten naar gelang de vooruitgang en evolutie van de werf. De verschillende aannemers moeten de documenten, of kopieën ervan die hun werkzaamheden en installaties aanbelangen spontaan en tijdig aan de veiligheidscoördinator verwezenlijking overhandigen zodat deze het coördinatiedagboek behoorlijk kan beheren. De inhoud van dit document omvat: Namen en adressen van tussenkomende partijen De beslissingen, vaststellingen en gebeurtenissen in het belang van de veiligheid De opmerkingen aan de tussenkomende partijen en de gevolgen hiervan De opmerkingen van de aannemers en de gevolgen hiervan De tekortkomingen en maatregelen inzake veiligheid Verslagen van de veiligheidscoördinator De ongevallen Het bijhouden en aanvullen van het coördinatiedagboek is de verantwoordelijkheid van de veiligheidscoördinator. Het online Coördinatiedagboek : Het coördinatiedagboek is voor betreffend project voor alle gecontracteerde* actoren online ter beschikking gesteld via onze applicatie MacoSafe. Zij ontvangen van bij de opstart van onze dienstverlening de nodige login-gegevens om op dit platform te kunnen aanloggen. De verslagen van de Veiligheidscoördinator worden via dit platform doorg d als PDF naar betreffende partijen, doch kunnen tevens te allen tijde worden geconsulteerd op MacoSafe. Ook de veiligheidsplannen en het reeds geopende postinterventiedossier worden er online ter beschikking gesteld. Het MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

8 elektronisch postinterventiedossier kan geleidelijk worden aangevuld met bv. technische fiches. Alle partijen hebben de mogelijkheid om allerhande opmerkingen en bijlagen (bv keuringsattesten) toe te voegen m.b.t. de veiligheid en gezondheid op de bouwplaats. * bv aannemers aan wie de werken nog niet werden gegund, hebben nog geen toegang Het Postinterventiedossier (PID): Het postinterventiedossier is verplicht op alle bouwplaatsen waar coördinatie moet worden georganiseerd en wordt reeds opgesteld in de ontwerpfase. Het is van toepassing op alle niet proces-, transport-, en projectgebonden installaties waar bouwwerken of civiel technische latere onderhouds-, herstellings-, instandhoudings- en saneringswerken worden uitgevoerd, cfr art. 2 van het KB 25/01/2001 & aanvullingen van 19/01/2005. Het dossier moet voor uitvoerders van eventuele latere werkzaamheden, nuttige documenten bevatten m.b.t. veiligheid en gezondheid, aangepast aan de kenmerken van het bouwwerk. De opdrachtgever dient het postinterventiedossier bij te houden om het ter beschikking te stellen van de coördinator of aannemer bij de verwezenlijking van onderhouds-, herstellings- of renovatiewerken van het bouwwerk. De veiligheidscoördinator draagt het postinterventiedossier over aan de bouwheer en maakt hiervoor een proces-verbaal op volgens art. 22 van het KB van 25 januari De inhoud van dit document omvat het volgende : Architecturale, technische en organisatorische elementen i.v.m. de verwezenlijking, instandhouding en onderhoud van het gebouw (As-builtplannen). Informatie voor uitvoerders van later te voorziene werkzaamheden bvb. Onderhoud, herstellingen, vervangingen, ontmantelingen van installaties en/of constructie-elementen. De verantwoording van de materiaalkeuzes. Wat waren op het moment van de bouwfase de redenen om welbepaalde materialen te gebruiken De Coördinatiestructuur (CS): Een coördinatiestructuur wordt opgericht op alle bouwplaatsen waarvan, hetzij, het vermoedelijk werkvolume meer dan 5000 mandagen bedraagt, hetzij de totale prijs van de werken, geschat door de bouwdirectie ontwerp, EUR, BTW (geïndexeerd) niet meegerekend, overschrijdt, en waar ten minste drie aannemers gelijktijdig werken uitvoeren. De coördinator-verwezenlijking roept de coördinatiestructuur samen en zit deze voor. De coördinatiestructuur draagt bij tot de organisatie van de coördinatie inzake veiligheid en gezondheid op de bouwplaats door: Te zorgen voor de vereenvoudiging van de informatie en de raadpleging van de verschillende tussenkomende partijen evenals van hun onderlinge communicatie; Te zorgen voor een efficiënt overleg tussen de tussenkomende partijen omtrent de toepassing van de preventiemaatregelen op de bouwplaats; Te zorgen voor de regelgeving van elke betwisting of onduidelijkheid inzake de naleving van de preventiemaatregelen op de bouwplaats; Adviezen inzake veiligheid en gezondheid uit te brengen. MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

9 2 PROJECTGEGEVENS 2.1 Algemene projectgegevens Adres Projecttitel Korte beschrijving Kaaibeeksedijk 3 A-I 2260 Westerlo VMSW, Kaaibeeksedijk, infrastructuur Bestratings-, en rioleringwerken, groenaanleg en waarborgen onderhoud 2.2 Coördinatiestructuur van toepassing? Coördinatiestructuur verplicht: Gezien er tenminste 3 aannemers gelijktijdig werken uitvoeren en de totaliteit van de werken het bedrag van (excl. btw), (geïndexeerd) overschrijdt of het vermoedelijk werkvolume meer dan 5000 mandagen bedraagt is een coördinatiestructuur verplicht (art KB25/01/2001). De coördinator-verwezenlijking zit de coördinatiestructuur voor en roept ze samen op eigen initiatief of op het gemotiveerd verzoek van een lid of van de met het toezicht belaste ambtenaar. Bijdragen tot de organisatie van de coördinatie op de bouwplaats: zorgen voor de vereenvoudiging van o informatie o raadpleging van de verschillende tussenkomende partijen o onderlinge communicatie zorgen voor een efficiënt overleg tussen tussenkomende partijen omtrent de toepassing van de preventiemaatregelen zorgen voor de regeling van elke betwisting of onduidelijkheid inzake de naleving van de preventiemaatregelen adviezeren inzake veiligheid en gezondheid In de praktijk zal de veiligheidscoördinator op regelmatige basis deelnemen aan de wekelijkse werfvergaderingen. Indien nodig zal hij een extra vergadering organiseren. Coördinatiestructuur niet verplicht: Coördinatiestructuur is niet van toepassing voor dit project, omdat bovenstaande niet van toepassing is. MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

10 2.3 De gekende actoren voor dit project Bouwheer Naam VMSW Contactpersoon Lieve Didden Adres Koloniënstraat 40, 1000 Brussel Telefoon Bestek-nr klant Ontwerper Naam TV Carlier-Infrabo NV Contactpersoon Chris Van Der Voort Adres Langstraat 65, 2260 Westerlo Telefoon 014/ / Chris.vandervoort@infrabo.be De Veiligheidscoördinator Firmanaam MACOBO Contactpersoon zie MacoSafe Adres Diesterstraat 6, 3980 Tessenderlo Telefoon 013/ adminveiligheid@macobo.be Website De Hoofdaannemer Firmanaam Contactpersoon Adres Telefoon 2.4 Interessante partners: NAVB Adres: Koningsstraat 132 bus 4, 1000 Brussel Telefoon: 02/ navb@consructiv.be Het navb (Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf) is het preventie-instituut van de bouw. Het navb is er voor alle bedrijven en werknemers in België die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf vallen en voor iedereen die kan bijdragen tot de voorkoming van arbeidsongevallen en beroepsziekten in de bouw. MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

11 (bron: de missie van het navb: Op het NAVB kan desgeswenst beroep worden gedaan voor advies en begeleiding op de bouwplaats. Het navb staat rechtstreeks en permanent in contact met bouwondernemingen, bouwvakkers en andere betrokkenen op de arbeidsplaatsen. Twintig adviseurs en hun omkadering staan dagelijks in voor het verlenen van welzijnsadvies op bouw- en werkplaatsen en in bouwbedrijven. Met hun tips en inlichtingen helpen ze de bedrijven een dynamisch preventiebeleid te voeren. (bron: Toezicht op het Welzijn op het Werk - FOD WASO De Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg heeft als opdracht het welzijn op het werk van de werknemers op permanente wijze verbeteren en ervoor zorgen dat de uitvoering van de beleidslijnen inzake welzijn worden nageleefd, door een raadgevende, preventieve en repressieve rol te vervullen (bron: De Afdeling van het regionaal toezicht van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk omvat acht regionale directies, die bevoegd zijn voor een welbepaald ambtsgebied. Zie website Adresgegevens, ambtsgebieden en openingsuren van de regionale directies van het Toezicht op het Welzijn op het Werk. 3 SPECIFIEKE VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSRICHTLIJNEN 3.1 Kritieke fasen bij dit project Met kritieke fasen wordt onder andere bedoeld: - de tijdstippen, vóór aanvang en/of tijdens de uitvoering van bepaalde werken die bijzondere gevaren (kunnen) inhouden; de tijdstippen waarop overleg met de betrokken actoren noodzakelijk is. Men kan dus stellen dat met kritieke fasen de tijdstippen worden bedoeld waarop m.b.t. de coördinatie overleg met de betrokken actoren noodzakelijk is. Dit zijn expliciet de tijdstippen waarbij een risico-overdracht geschiedt tussen de actoren, zoals bv. de opkomst van een volgende aannemer en/of het beëindigen van de tussenkomst van een aannemer die een restrisico achterlaat. De aanwezigheid van de veiligheidscoördinator is niet noodzakelijk gebonden aan het precieze ogenblik maar wel aan de fase waarop zo n overdracht geschiedt. Zo kan een correct geplande en opgevolgde voorafgaande veiligheidsbijeenkomst goed tegemoet komen aan de opgelegde verplichting. De kritieke fasen dienen in de ontwerpfase te worden gedefinieerd of geraamd en moeten opgenomen worden in het veiligheids- en gezondheidsplan. Het bovenstaande houdt dus in dat het noodzakelijk is een oriënterende planning van de werken op te maken. Deze richtinggevende planning moet opgemaakt worden in de ontwerpfase, om: - opgenomen te worden in het veiligheids- en gezondheidsplan in de ontwerpfase en aangevuld en aangepast te worden tijdens de verwezenlijkingsfase; - de werken te bepalen die gelijktijdig of na elkaar zullen worden uitgevoerd; - de risicoanalyse op te maken en de bijhorende preventiemaatregelen te bepalen van de overlappende werken, van de omgeving en de bouwplaats, van de aanwezige aannemers en werknemers op de tijdelijke of mobiele bouwplaats; - de kritieke fasen te bepalen. MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

12 Het is niet de taak van de veiligheidscoördinator om de planning van de werken op te maken doch om het preventieve of het geplande overleg te coördineren. De opmaak van deze oriënterende planning wordt verwacht van de bouwdirectie-ontwerp en/of de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering van de werken. De Veiligheidscoördinator dient in Uitvoeringsfase tijdig (dwz min. 1 week vòòr de start van elke aangegeven kritieke fase) op de hoogte gebracht te worden van de start van deze fases, zodat een werfbezoek kan worden ingepland en/of het advies inzake deze kritieke fase kan worden bijgestuurd. (bron: De veiligheidscoördinatie op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, juni 2009, Algemene Directie Humanisering van de Arbeid) 3.2 Wat zijn de verhoogde risico s (volgens art van het KB): De volgende werken (vermeld in art van het KB) worden als gevaarlijk of met een verhoogd risico beschouwd: Vink aan indien van toepassing x x Verhoogd risico volgens art van het KB Sleuven of putten met een diepte groter dan 1,2 m Valgevaar van 5m hoogte of meer Nabijheid van drijfzand of slib Blootstelling aan chemische of biologisch agentia Werk met ioniserende straling Werken in nabijheid van hoogspanningslijnen of -kabels of van leidingen onder een inwendige druk van 15 bar of meer Specifieke omschrijving van het verhoogde risico bij dit project Graafwerken, aanleggen nutsleidingsleuven MSDS fiches te bezorgen van de PMGE Risico op verdrinking x Ondergrondse werken en tunnelwerken Aanleggen rioleringsstelsel Werkzaamheden met duikuitrusting Werkzaamheden onder overdruk Gebruik van springstoffen x Montage en demontage van Volgens bestek en meetstaat geprefabriceerde elementen 3.3 Specifieke Riscoanalyse van de Veiligheidscoördinator: De Veiligheidscoördinator heeft een beknopte risicoanalyse gemaakt, die werd opgenomen achteraan deze bundel in bijlage 1. Deze tabel is als niet-limitatief te beschouwen. Het is louter een beknopte weergave van de belangrijkste risico s voor dit project. MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

13 3.4 Aanvullende specifieke veiligheidsrichtlijnen: Naast de in bijlage opgenomen Risicoanalyse, dient er voldoende aandacht besteed aan onderstaande specifieke veiligheidsrichtlijnen: Werfinrichting: Voor aanvang der werken dient de aannemer in overleg met Bouwheer en Veiligheidscoördinator een werfinrichtingsplan op te maken. Zorg voor een degelijke werfinrichting (en werfinrichtingsplan) zodat afvoeren van afval, aanvoeren van materiaal, opslag van materiaal, plaatsen van de werfkeet en sanitair wel overwogen is en geen extra risico oplevert (aanrijding, val van materiaal, etc.). De werf situeert zich binnen een beveiligde zone, doch de aannemer moet er voor zorgen dat ook onbevoegden binnen de site, geen toegang krijgen tot de werf. Daartoe voorziet hij het nodige hekwerk dat op stevige voeten staat met klemmen, voorzien van windschoren en verankerd aan de bestaande structuren. Aan de werfingang moet een poort voorzien worden met wiel en hangslot. Zorg voor een volledige werfafsluiting die aansluit met de bestaande gebouwen. Tijdens het verloop van de werken dient dit werfinrichtingsplan aangepast te worden naar de reële situatie. Voor de plaatsing van hijskranen (mobiel of torenkraan) dient de aannemer een hijsplan voor te leggen (type kraan, opstelling, etc. ). Alle hijs- en hefmateriaal dient 3 maandelijks gekeurd te worden. Een hijsverantwoordelijke (rigger) moet aangeduid worden om coördinatie tussen de verschillende hijskranen te behouden. Opslag van materiaal dient te geschieden in een zone die daar voor bestemd is. Gevaarlijke producten moeten gestockeerd worden in een afgesloten lokaal of container volgens compatibiliteit. Gassen mogen enkel in het gebouw aanwezig zijn (maximum de daghoeveelheid) voor het uitvoeren van een taak, nadien worden de gassen in een daarvoor voorziene opslag (met slot) geplaatst volgens de huidige wetgeving. De kleedkamers, wastafels, alsook de toiletten, zullen ingericht worden in lokalen die volledig gescheiden zijn van de arbeidsplaats, met inbegrip van een scheiding mannen / vrouwen. De lokalen moeten op slot kunnen worden gedaan. Er moet tevens een van de werf gescheiden eetruimte aanwezig zijn voor het personeel actief op de werf. Er dient een lokaal aanwezig te zijn waarin de EHBO kan worden toegediend. Het nodige verzorgingsmateriaal dient aanwezig te zijn in dat lokaal en minimum 1 EHBO hulpverlener moet permanent aanwezig zijn op de werf. Doorgang voor de hulpdiensten op de werf moet zoveel mogelijk gewaarborgd blijven. Afval dient gescheiden verzameld te worden. Het is verboden om afval te verbranden op de werf (milieuvervuiling en brandgevaar). Huishoudelijk afval dient zeer regelmatig afgevoerd te worden (weren van ongedierte). De eetruimte is volledig rookvrij! Per werkzone op de werf dient een brandblusapparaat (schuim of ABC poeder) voorzien te worden. Per ploeg werknemers dient een opgeleid persoon voor het gebruik van kleine brandblusmiddelen aanwezig te zijn. De hoofdaannemer voorziet een elektronisch systeem van aanwezigheidsregistratie voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen zoals voorzien is in de wetgeving en voorziet de voorafgaandelijke melding. De hoofdaannemer voorziet minimum twee maal per maand een toolboxmeeting met een onderwerp dat betrekking heeft tot de werken die op dat ogenblik actief zijn of zullen aanvangen. De Veiligheidscoördinator wordt uitgenodigd om hieraan deel te nemen. MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

14 Contact met nutsleidingen: Voorzie een toolbox voor alle werknemers voor de aanvang van de werken om hen op de hoogte te brengen van de nog actieve leidingen. Visualiseer het traject van ondergrondse leidingen en scherm indien nodig de nutsleidingen extra af. Enkel gekwalificeerd personeel mag werken aan de elektriciteit uitvoeren. Valgevaar putten / schachten / liftkokers / verdiepen: Elke onderneming is verplicht zijn eigen personeel te beschermen tegen vallen. Het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen zoals leuningen, veiligheidsnetten, afbakening van putten en vloeropeningen en afscherming van machines is verplicht waar het noodzakelijk is voor de veiligheid van de op de werf of in de nabijheid ervan. De onderneming/persoon die de collectieve beschermingsmiddelen wegneemt om bepaalde werkzaamheden uit te voeren, moet deze voorzieningen achteraf zo snel mogelijk terugplaatsen. Ook dient deze onderneming/persoon alle overige op de werf aanwezieg actoren op de hoogte te brengen van het tijdelijk weghalen van deze beschermingsmiddelen, zodat alle op de werf aanwezige actoren de nodige acties kunnen ondernemen om ongevallen te voorkomen. Randbeveiligingen moeten moeten voldoen aan de norm NBN EN13374 (klassen A, B, C). Men plaatst best een drie-leuningen-systeem: Borstleuning op 1m à 1m20, een tussenleuning op +/- 50cm en een stootplank onderaan. Deze laatste belet het vallen van materieel (hamer, ) naar lager gelegen verdiepingen en mag niet vergeten worden. Allen voldoende stevig en goed verankerd. Veiligheidsnetten moeten voldoen aan de norm NBN EN en 2). Leveren van materiaal (zwaar transport): Bij de aanleg van de werfwegen en de opslagplaatsen moet de nodige aandacht besteed worden om de stofvorming door het werfverkeer sterk te beperken. Indien mogelijk moet een tijdelijke verharding aangelegd worden. Indien de werfwegen niet van een verharding voorzien kunnen worden, zal erover gewaakt worden dat de voertuigen die de werf verlaten, de aanwezige verharde wegen niet bevuilen. Indien nodig wordt elke vervuiling dadelijk verwijderd. De opslagplaats voor het stockeren van de bouwmaterialen moet voldoende groot zijn om te vermijden dat paletten op elkaar gestapeld moeten worden. Bij de inplanting moet rekening gehouden worden met de bereikbaarheid vanaf de straat voor de aanvoer van de materialen en met de plaatsing van de kraan voor de manipulatie binnen de werf. Hierbij moet vermeden worden dat er lasten boven de werknemers of derden gehesen moeten worden. Indien nodig moet de onveilige zone afgebakend worden en moet de nodige signalisatie geplaatst worden. Bij het opstellen van voertuigen of machines op de bouwplaats zal in overleg met de Veiligheidscoördinator en de leverancier/onderaannemer een risicoanalyse opgemaakt worden om te waarborgen dat de uitvoering van de werken in alle veiligheid kan verlopen. MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

15 Bij de levering van bouwmaterialen zal de nodige aandacht besteed worden aan de zekering van de lading om te verhinderen dat deze tijdens het transport verschuift of beweegt en hierdoor beschadigd wordt. Bij de aanvoer van elementen met grote afmetingen zal op voorhand overleg gepleegd worden tussen de leverancier en de uitvoerder van de plaatsingswerken. De nodige afspraken moeten gemaakt worden in verband met: te voorziene hijsogen in de geprefabriceerde elementen en bevestigingspunten om de elementen te stabiliseren tijdens de montage; te voorzien hijstoestellen (gieklengte en hijscapaciteit) en hijstoebehoren; toebehoren voor het verticaal stellen van horizontaal geleverde elementen; opstellingsplaats voor de hijstoestellen; stockeerplaats voor de eventuele tussenopslag en de toebehoren voor de opslag; afbakening van de werkzone waarbinnen de toegang verboden is tijdens de montagewerkzaamheden. Opstellen van werfmachines (kranen, betonmixers, vrachtwagen etc. ) Bij het opstellen van voertuigen of machines op de bouwplaats zal in overleg met de Veiligheidscoördinator en de leverancier/onderaannemer een risicoanalyse opgemaakt worden om te waarborgen dat de uitvoering van de werken in alle veiligheid kan verlopen. Hierbij zal rekening gehouden worden met: de stabiliteit van de ondergrond; de eventuele aanwezigheid van ondergrondse constructies of leidingen; de stabiliteit van uitgravingen; de in acht te nemen veiligheidsafstanden ten opzichte van de bouwput; Indien nodig moet er contact opgenomen worden met de eigenaar of beheerder van de nutsleidingen en/of ondergrondse constructies om de juiste ligging van de leidingen of constructies te kennen en om correcte werkprocedures te verkrijgen. In voorkomend geval moet een adequate signalering aangebracht worden, zodat alle personen die betrokken zijn bij de levering van bouwmaterialen, bij het lossen van de vrachtwagens of bij de behandeling van de materialen op de bouwplaats op de hoogte zijn van de aanwezigheid van deze luchtlijnen. Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan ondergrondse leidingen die de stabiliteit van de geplaatste voertuigen of machines in gevaar kunnen brengen, of die beschadigd kunnen worden door het overrijdende verkeer. Indien nodig zal bijkomende verlichting geplaatst worden langs de werfwegen en op de losplaatsen, zodat de bedienaar van de betonpomp of de kraan de werkomgeving op een correcte manier kan evalueren en zijn machine op een veilige manier kan opstellen. MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

16 Plaatsen van geprefabriceerde elementen: De aannemer zal voorafgaand aan de werken met Bouwheer en Veiligheidscoördinator de nodige afspraken maken in verband met: de montagewijze die hij wenst toe te passen; te voorziene hijsogen in de geprefabriceerde elementen en bevestigingspunten om de elementen te stabiliseren tijdens de montage; te voorzien hijstoestellen (gieklengte en hijscapaciteit) en hijstoebehoren; toebehoren voor het verticaal stellen van horizontaal geleverde elementen; opstellingsplaats voor de hijstoestellen; stockeerplaats voor de eventuele tussenopslag en de toebehoren voor de opslag; afbakening van de werkzone waarbinnen de toegang verboden is tijdens de montagewerkzaamheden. Werken aan elektrische installatie: Enkel gekwalificeerd personeel mag werken aan de elektrische installatie. Betreden van besloten ruimtes: Bv. betreden van putten, utility schachten, ondergrondse niet verluchte ruimtes, tanken, bunkers, ruimtes zonder openingen naar verse lucht etc.. Betreden en werken in kelders, bouwputten, schachten, riolen en collectoren: deze ruimtes betekenen een reëel risico vanwege : de moeilijke toegang en moeilijke redding van personen in nood valrisico voor personen en van voorwerpen mogelijke slechte atmosfeer (zuurstoftekort, toxische gassen en explosieve dampen) geen direct contact vanwege afgezonderd werk en moeilijke verwittiging bij incident mogelijk contact met ongedierte en biologische agentia Volgende preventiemaatregelen moeten voorzien worden: permanente en gegarandeerde ventilatie met verse ademlucht de ingang van de werkzone voldoende vrij houden een permanente manwacht moet aan de ingang staan (min. 18 jaar, degelijk opgeleid en continu contact met betreder) controle van de atmosfeer door een permanente/periodieke detectie collectieve voorzieningen voor een veilige betreding (verlichting, trap, lift, ladder ) organisatorische en praktische maatregelen gericht op controle en alarmering in nood een snelle en efficiënte evacuatie in functie van de risico s en omstandigheden Bijkomende individuele voorzieningen indien nodig : eerste lijnsredding (zuurstof producerend zelfredmiddel) valrisico en evacuatie (harnasgordel, helm, lamp) vluchtroute (levenslijn) alarmering bij slechte atmosfeer (gasdetectie) ademlucht i.f.v. de evacuatietijd (vluchtmasker) biologische agentia (handschoenen, laarzen, kledij) MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

17 Uitgraven van de bouwput en grondverzet algemeen: Contact met ondergrondse leidingen: Leidingen in kaart brengen (klip/klim plannen opvragen en as-builtplannen van de bestaande gebouwen) Proefsonderen (manueel) Ligging van eventueel aanwezige HS leidingen visueel maken. Graven van putten: Instabiliteit van de bestaande infrastructuren >>> volg de opmerkingen van het bureau stabiliteit nauwgezet op. Vanaf 1,2m diepte moet er in helling uitgegraven worden. De helling is afhankelijk van de grondsoort. Een veilige hellingshoek die men voor alle grondsoorten kan toepassen is deze van 45. Indien dit in de breedte van het traject niet haalbaar is, moet er gewerkt worden met een beschoeiing. Stockage naast de bouwput te vermijden. Indien niet anders mogelijk, zeker een afstand van 60cm houden (boven 18 ton = 1m). Bouwputten worden op het einde van de dag dichtgemaakt. Wanneer dit niet mogelijk is, dient de bouwput volledig afgeschermd te worden (bij voorkeur met afgesloten Heras hekwerk). Wanneer het niveauverschil tussen het werk en de plaats waar de voetgangers, de fietsers en de bestuurders van tweewielige bromfietsen zich bevinden meer dan 0,20 m bedraagt, wordt over de volledige lengte hetzij een voldoende stevige inrichting, hetzij een beschermnet aangebracht ook tijdens de werken voor de eigen werknemers. Indien dit niveauverschil minder dan 0,20 m bedraagt, worden verkeerskegels gebruikt (bakens elke 5m, minstens 40cm hoogte, ). De zijdelingse signalisatie wordt op gepaste manier verlicht met witte of geelachtige lampen. Werken met gevaarlijke producten: Alle veiligheidsinformatiebladen dienen overhandigd te worden aan de Veiligheidscoördinator en dienen aanwezig te zijn op de werf. Alle producten moeten voorzien zijn van een etiket met de gevaarsinformatie, productnaam en fabrikant. Alle werknemers die werken met gevaarlijke producten of in contact kunnen komen met deze producten moeten getraind zijn hiervoor (toolbox). Bij het ontstaan van accidentele lekken van gevaarlijke producten is het noodzakelijk om onmiddellijk actie te ondernemen (absorptiekorrels voor vloeistoffen, borstel/vuilblik PBM s). Wanneer deze producten gebruikt worden in slecht geventileerde ruimtes, wordt best geforceerde ventilatie voorzien. Wanneer dit niet mogelijk is zullen persoonlijke beschermingsmiddelen ingezet worden. Alle werknemers die in deze zone tewerk gesteld worden zullen op de hoogte gebracht worden van de risico s door de aannemer en ook voorzien worden van de nodige PBM s. Werknemers die niet in deze zone noodzakelijk zijn, moeten geweerd worden door middel van duidelijke signalisatie. Opslag van producten dient te gebeuren in een afsluitbare opslagcontainer met lekbakken waar de producten in opgeslagen worden volgens compatibiliteit van de producten. Gasflessen worden enkel toegestaan op de werkzone in de hoeveelheid noodzakelijk voor daggebruik. Lege gascilinders en gascilinders die niet in gebruik zijn worden opgeslagen in de stockage zone volgens de huidige wetgeving. MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

18 Contact met biologische agentia (uitwerpselen, krengen van ongedierte, sporen van zwammen, bacteriën, etc. ): Biologische agentia: afvalwaters, slib, krengen van ongedierte, sporen van zwammen, bacteriën, etc. zijn van oorsprong gecontamineerd met ziektekiemen, virussen, schimmels en wormen die als biologische agentia worden gegroepeerd. De directe blootstelling aan deze agentia zonder beschermingsmaatregelen of hygiënische nazorg is een reëel risico voor de werknemers die ermee in direct contact komen. Te nemen voorzorgen bestaan uit: - inenting van blootgestelde werknemers tegen TETANOS en HEPATITIS A - dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, laarzen, waterdichte kledij, adembescherming (minimum type PP3) - directe verzorging van opgelopen kwetsuren door grondig te reinigen en te ontsmetten - voorzieningen (douche, wasplaats) voor het grondig wassen met vloeibare zeep als algemene en afdoende desinfectie van het lichaam - kleerkasten die toelaten om eigen kledij en verontreinigde kledij apart onder te brengen en contaminatie te vermijden - Werknemers die in contact kunnen komen met biologische agentia moeten hiervoor getraind zijn en dienen opgevolgd te worden door hun arbeidsgeneeskundige dienst. Warm werk (lassen, snijbranden, branden roofing, branden van de zwam, etc. ): Het werken met een warmwerkvergunning is noodzakelijk. De aannemer voorziet 1 verantwoordelijke (projectverantwoordelijke) om de warmwerkvergunningen op te stellen. Op elke locatie waar warm werk uitgevoerd wordt is een brandblusapparaat aanwezig. De warmwerk activiteiten moeten 1 uur na de stop van deze werken gecontroleerd worden door een brandwacht om vast te stellen of er geen rook / smeulend materiaal aanwezig is en om accuraat actie te nemen indien dit toch het geval is. Staalstructuren plaatsen: Voor de aanvang van de werken zal de aannemer een werkplan overhandigen aan de Veiligheidscoördinator en de Bouwheer, waarin hij beschrijft hoe de staalstructuren zullen aangevoerd worden (aanrijroute, tussenopslag, lossen van de vracht, etc.), hoe de staalstructuur zal geplaatst worden (hijskraan, hijsplan, algemene werkwijze, etc.). Het plaasten staalstructuren valt tevens onder de hoger beschreven rubrieken Werken op hoogte en Plaatsen van geprefabriceerde elementen > zie ook de daarin opgenomen bepalingen. Bij grote hijswerkzaamheden zal de volledige zone, waarin de last zich kan begeven, vrij gemaakt worden van werknemers (onbevoegden indien buiten de werf) tenzij deze personen noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van deze werken zelf. Wederzijdse beïnvloeding van verschillende werkzaamheden: Een degelijke planning van alle betrokken partijen moet tijdig overhandigd worden aan de Bouwheer, het bouwteam en de Veiligheidscoördinator. MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

19 De hoofdaannemer zorgt voor een degelijke werfafsluiting met de nodige signalisatie en vermeldingen. Deze afsluiting dient ter plekke te blijven tot het einde van de werken. Het afsluiten van de werf op het einde van de werkdag dient besproken te worden. Een werfinrichtingsplan dient in onderling overleg opgesteld te worden zodat elke betrokken partij weet waar werkzone, opslag zone, etc. is en wie welk terrein mag gebruiken. Afval dient door elke betrokken partij zelf verzameld en afgevoerd te worden. Bij risicovolle taken die invloed hebben op de andere betrokkenen zal voorafgaandelijk overleg gebeuren. Gebruik van (mobiele) kraan kan enkel in overleg met de hoofdaannemer. De hoofdaannemer kan zijn kraan ter beschikking stellen voor onderling gebruik. Wanneer meerdere hijskranen te gelijk gebruikt worden is het noodzakelijk om een hijsplan op te stellen en dit te bespreken met de VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR en het bouwteam. Wanneer met producten gewerkt wordt die schadelijk kunnen zijn voor de werknemers is het verplicht om de andere betrokkenen op de hoogte te brengen van deze werken en de nodige collectieve beschermingsmaatregelen te voorzien (ventilatie, zones tijdelijk afsluiten voor gebruik, etc. ). Indien dit niet mogelijk is, worden de werken best uitgevoerd wanneer er geen andere betrokkenen aanwezig zijn op de werf. Wanneer warmwerk wordt uitgevoerd is een vuurvergunning verplicht. MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

20 4 WAT WORDT VERWACHT VAN DE AANNEMER IN OFFERTESTADIUM? 4.1 Is artikel 30 van het KB van toepassing? In uitvoering van art. 30 van het KB 25/01/2001 (gewijzigd bij KB Plaatsing van 15/07/2011 door het art. 159) is de Veiligheidscoördinator (-ontwerp) van oordeel dat voor dit project de documenten zoals bepaald in art. 30, lid 2, 1 en 2 van dat KB (dit zijn een korte omschrijving van de te nemen veiligheidsmaatregelen en de daarmee overeenstemmende aparte prijsberekening, waarvoor achteraan dit veiligheid- en gezondheidsplan een blanco invulformulier veiligheid art. 30 TMB is terug te vinden) niet dienen te worden bijgevoegd bij de offerte(s) der onderhavige werken. In de praktijk betekent dit dat het bestek samen met het veiligheids- en gezondheidsplan volgens de Veiligheidscoördinator voldoende beschrijvend zijn inzake veiligheids- en gezondheidsmaatregelen, waardoor er aan de kandidaat-(onder-)aannemersinschrijvers geen bijkomende documenten inzake veiligheid worden gevraagd bij hun offerte. wel dienen te worden bijgevoegd bij de offerte(s) der onderhavige werken. De veiligheidscoördinator meent dat, gezien de complexiteit en/of de hoge risicograad van het werk het toevoegen van een korte omschrijving van de te nemen veiligheidsmaatregelen en de daarmee overeenstemmende aparte prijsberekening noodzakelijk zijn om aan de opdrachtgever een duidelijk advies te kunnen formuleren over de aanstelling van de aannemer in het kader van de veiligheid. Om te voldoen aan deze verplichting dient de inschrijver het invulformulier veiligheid art. 30 TMB behoorlijk in te vullen en dient het bij de offerte gevoegd te worden. Een blanco is achteraan dit veiligheid- en gezondheidsplan toegevoegd. (Bijlage 3). 4.2 Hoe Invulformulier art. 30 TMB invullen? Een duidelijk ingevuld formulier doet het nazicht ervan vlotter verlopen en komt een goed begrip bij de evaluatie ten goede. Hieronder enige verduidelijking bij de in bijlage 3 opgenomen tabel. Kolom 1: Beschrijving van de uit te voeren werken m.b.t. de verhoogde en projectgebonden risico s: Hierin somt de veiligheidscoördinator de werken met verhoogde en projectgebonden risico s op. Wanneer er, buiten de werken opgesomd door de veiligheidscoördinator, nog overige werken met verhoogde risico s zijn, vult de inschrijvende aannemer de lijst zelf aan! Kolom 2/3 : Beschrijving en evaluatie van de risico s: De inschrijver somt in kolom 2 de risico s die mogelijk ontstaan bij de werken beschreven in kolom 1 op (bv. Val van hoogte, inklemming, val materiaal, etc.). Het verwijzen naar een eigen risicoanalyse volstaat niet! In kolom drie wordt een evaluatie van de risico s uit kolom 2 gevraagd. A= zeer groot risico B= groot risico C= minder groot risico D= klein risico MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

21 Kolom 4/5: preventiemaatregelen, te gebruiken beschermingsmiddelen en prijsopgave: In kolom 4 omschrijft de inschrijver de te nemen preventiemaatregelen m.b.t. de veiligheid en de gezondheid op en geeft hiervoor een prijs (in kolom 5). Deze aparte prijsberekening wordt niet mee opgenomen in de meetstaat maar wordt als Pro Memorie (PM) aangeduid of mee verdeeld over de posten uit de meetstaat. Dit dient louter voor de analyse van de offertes m.b.t. de veiligheid & gezondheid, die de veiligheidscoördinator volgens art.11,4 van het KB25/01/2001 voor en ten behoeve van de gunning dient over te maken aan het opdrachtgevend bestuur. 5 TAKEN VAN DE AANNEMER NA GUNNING 5.1 Documenten aan te leveren vóór de eigenlijke start van de werken. Na gunning dient de opstart der werken te worden voorbereid. De Veiligheidscoördinator dient hierbij betrokken te worden. Ten laatste bij de opstartvergadering dient de aannemer volgende documenten voor te leggen aan en bespreekbaar te maken met de Veiligheidscoördinator en de andere bouwpartners: Het werfinrichtingsplan: De werf zelf: Hierin wordt tenminste opgenomen: - Toegangswegen tot de werf voor aan- en afvoer van materialen, personeelswagen enz. - Werfafschermingen - Opstelling bouwkraan (en zijn fundering) - Locaties werfketen en sanitair - Afvalcontainers - Stockageplaatsen - Locatie elektrische werfkast - Andere Nabij de werf op het openbaar terrein: De hoofdaannemer staat in voor het opvragen van de nodige vergunningen m.b.t. inname van het openbare terrein, omleggingen ed. De signalisatieplannen worden door de aannemer i.s.m. de bouwheer en de openbare instanties opgemaakt. Hierin staan de omleidingen en/of signalisaties vermeld en de plaats en specificatie van de te gebruiken verkeersborden. Indien betreffende plannen van invloed zijn op de veiligheid van de mensen op en nabij de werf dan dienen deze tevens voorgelegd te worden aan de Veiligheidscoördinator Ligging van ondergrondse of bovengrondse nutsleidingen: De hoofdaannemer vraagt de nodige as-builtplannen van de bestaande gebouwen op evenals de klip/klim - plannen van de ondergrondse leidingen. In de nabijheid van deze leidingen zal de MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

22 aannemer te allen tijde voorzicht tewerk gaan, de graafwerken manueel starten (sonderen) alvorens machinaal tewerk te gaan De planning der werken Voor de Veiligheidscoördinator is het vooral belangrijk dat hij de overlappende werken en de verschillende (onder-)aannemers kan zien in de voorgestelde planning. Besteed hier voldoende aandacht aan Een eigen specifieke risicoanalyse en veiligheidsplan Hierbij dient de aannemer vooral aandacht te besteden aan de verhoogde risico s inherent aan het gegunde werk. De veiligheidscoördinator verwacht per risicovolle taak een specifieke risicoanalyse met beknopte nota Lijst van de reeds bekende onderaannemers De hoofdaannemer en al zijn onderaannemers en leveranciers dienen, onder de verantwoordelijkheid van de gecontracteerde hoofdaannemer alle veiligheids- en gezondheidseisen uit het bestek, de veiligheids- en gezondheidsplannen (AVGP en dit SVGP) en de adviezen van de Veiligheidscoördinator(en) na te leven, zoals in de inleiding van dit SVGP werd vermeld. De hoofdaannemer zorgt ervoor dat alle firma s aanwezig op de werf gekend zijn bij het bestuur, de ontwerper en de veiligheidscoördinator. Hij stelt zijn contracten zo op, opdat hij te allen tijde op de hoogte is van onderaannemers van zijn onderaannemers en dit ook zo kan doorgeven aan de betreffende actoren Aanwezigheidsregistratie CheckIn@Work Voor werken waarvan het totale bedrag gelijk aan of hoger is dan euro, excl. btw, is er een aanwezigheidsregistratie verplicht. Het is de verantwoordelijkheid van de hoofdaannemer om ervoor te zorgen dat de aanwezigheid van alle werknemers en partijen, die zich op zijn werf bevinden en onder deze regelgeving vallen, te laten registreren. De Veiligheidscoördinator zal, onafhankelijk van andere tussenkomende personen, enkel en alleen zijn aanwezigheid melden via een eigen systeem. De Veiligheidscoördinator draagt daaromtrent de verantwoordelijkheid voor de correcte werking van zijn systeem. 5.2 Documenten te leveren tijdens de uitvoering van de werken Gedurende de werken zal de aannemer aan de Veiligheidscoördinator spontaan en/of op eenvoudig verzoek de volgende documenten bezorgen: - Keuringsattesten van heftoestellen, kranen, liften, - Risicoanalyses van de onderaannemers - Update planning - MSDS-fiches van gevaarlijke producten - Andere voor de veiligheid en gezondheid relevante documenten MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

23 5.3 Documenten te leveren na de werken Ten behoeve van de opmaak van het PID, dient de aannemer een digitaal exemplaar van het as-built dossier ten laatste bij de oplevering der werken te bezorgen aan de Veiligheidscoördinator. 6 ALGEMENE VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSRICHTLIJNEN Hierna wordt een bijkomend overzicht gegeven van de algemene, op alle werven geldende elementen die risico s veroorzaken en waarvoor bijgevolg preventiemaatregelen en/of aandachtspunten nodig zijn. Het zijn situaties die tot stand komen door de activiteiten van de aannemer en die een risico kunnen vormen voor werknemers van de desbetreffende aannemer, maar ook gevolg kunnen hebben voor latere projectfases of voor derden. Het betreft een opsomming van de minimum preventiemaatregelen in algemene termen met eventuele verwijzing naar de wettelijke context. De aannemers worden geacht deze maatregelen zonder meer toe te passen. Indien er een tegenstelling zou zijn t.o.v. de hoger aangegeven projectspecifieke preventievereisten, dan hebben deze voorrang op de hierna volgende algemene preventiemaatregelen. 6.1 Algemeen De V&G-eisen gesteld in het lastenboek dienen te allen tijde nageleefd te worden. Elke aannemer verplicht er zich toe de hem toegewezen werken uit te voeren conform de wettelijke bepalingen betreffende de arbeidsveiligheid. De aannemer is volledig verantwoordelijk en aansprakelijk voor het naleven en doen naleven (door al zijn werknemers en onderaannemers) van alle wettelijke bepalingen in het veiligheids- en gezondheidsplan voor onderhavig project. De aannemers worden gewezen op al hun verplichtingen in het kader van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, gewijzigd bij de wetten van , en en de geldende uitvoeringsbesluiten. Dit reglement doet geen afbreuk aan verplichtingen opgelegd door ARAB, Welzijnswet, AREI Elke aannemer en onderaannemer verbindt er zich toe de bepalingen van het algemeen en specifiek veiligheids- en gezondheidsplan en het specifieke veiligheids- en gezondheidsplan (van de aannemer zelf), de bijkomende adviezen van de veiligheidscoördinator op te volgen in overleg met de opdrachtgever. Elke onderneming die op de werf werken uitvoert en/of laat uitvoeren en iedere persoon die op de bouwplaats aanwezig is, moet dit werfreglement naleven. Ondernemingen die deze voorschriften overtreden, zullen instaan voor de te maken kosten. Elke onderneming moet zelf instaan om dit reglement ter kennis van zijn personeel, leveranciers, onderaannemers en bezoekers te brengen en de toepassing ervan op te volgen. Alle aannemers zullen zich er toe verbinden op de bouwplaats enkel gekwalificeerde personen tewerk te stellen, die op de hoogte zijn van alle risico s, verbonden aan de uitvoering van hun werk, en de daarbij horende preventiemaatregelen. De toegang tot de werf wordt formeel verboden voor personen die de veiligheidsinstructies niet kennen of toepassen. MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

24 De aannemer heeft de plicht om elk ongeval en elke onveilige situatie op de werf te melden aan de veiligheidscoördinator verwezenlijking. De aannemer zal in zijn eigen VGP alle aanwezige risico s voor derden ten gevolge van zijn werken opnemen. Hij zal tijdens de uitvoering onmiddellijk nieuw opgedoken veiligheids- en gezondheidsrisico s signaleren aan zijn opdrachtgever. Indien werknemers van verschillende ondernemingen op eenzelfde werf aanwezig zijn, moeten deze samenwerken bij de uitvoering van de preventiemaatregelen en elkaar op de hoogte brengen van de aanwezige risico s op de werf. De aannemer zorgt er te allen tijde voor dat de brandveiligheid van het/de (aanpalende) gebouw(en) gegarandeerd blijft. Voor aanvang van werken met open vlam en slijpwerkzaamheden dient de aannemer in voorafgaandelijk overleg met de opdrachtgever de nodige middelen te voorzien om brand te voorkomen en te bestrijden (vuurvergunning, brandwacht, brandblussers). Code van goede praktijk De werken worden uitgevoerd in overeenstemming met: het AREI (Algemeen Reglement inzake Elektrische Installaties) de welzijnswet (Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, BS 18 september 1996) het KB van 27 maart 1998 (BS 31 maart 1998) betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk VLAREBO en vzw Grondbank (wettelijke de laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG van 19 februari 1973 (PB van 26 maart 1973), richtlijn 93/68/EEG van 22 juli 1993 (PB van 30 augustus 1993), KB van 23 maart 1977 (BS van 31 maart 1977) als Belgische omzetting van de laagspanningsrichtlijn de EMC-richtlijn 89/336/EEG gewijzigd door de richtlijn 92/31/EEG, KB van 18 mei 1994 als Belgische omzetting van de EMC-richtlijn de richtlijn betreffende persoonlijke beschermmiddelen (89/686,93/68,93/95), KB van 31/12/1992 en 05/05/1995 (BS 04/02/1993 en 31/05/1995). het KB van 25/01/2001 (e.v.), inzake tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (BS 07/02/2001) Vlarem I en II (Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, voorschriften, ); Vlarea (Vlaams reglement betreffende de afvalstoffen) bepalingen inzake grondverzet ) 6.2 Werfinrichting De omgeving en omtrek van de bouwplaats dienen te worden gemarkeerd Verboden toegang voor onbevoegden en te zijn omgeven door fysieke afsluiting, zodat zij duidelijk zichtbaar en als zodanig herkenbaar zijn (KB25/01/01, bijlage III, deel A-18a). De werf dient zodanig ingericht dat hij voldoet aan de vereiste veiligheidsnormen. Rondom de bouwplaats plaatst de aannemer een werfafsluiting en de nodige signalisatie, die voldoende doeltreffend is om onbevoegden te weren van de werf. Voor bouwwerken is deze afsluiting min. 2m hoog. De aannemer treft de nodige voorzieningen voor zijn personeel (aparte eetruimte/vergaderruimte en een apart toilet) en ten behoeve van een veilige en ordelijke opslag van materialen. De aannemer zorgt ervoor dat de bouwplaats te allen tijde ordelijk is. Hij zal dagelijks de werf gesorteerd opruimen en op regelmatige basis bouwafval afvoeren. Elke (onder)aannemer staat in voor de opkuis van zijn persoonlijk huishoudelijk afval. Het verbranden van afval op de bouwplaats is verboden op de werf. MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

25 Eventuele gevaarlijke afvalstoffen worden gescheiden afgevoerd. In dat geval dient de opdracht-gever op de hoogte te worden gesteld van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen, zodat in overleg met de veiligheidscoördinator de juiste behandelingmethode kan worden gevolgd. De hoofdaannemer is verantwoordelijk voor de organisatie van de EHBO. Zij voorzien tenminste een niet vervallen brandblusser, een verbanddoos en een brancard op de werf. Per 20 werknemers dient 1 EHBO hulpverlener permanent op de werf aanwezig te zijn. Deze worden aangesteld door de hoofdaannemer. De namen worden doorgegeven aan de veiligheidscoördinator. 6.3 Materieel en werfinstallaties Het gebruik van materieel en installaties op de werf mag enkel gebeuren door bevoegd en opgeleid personeel. Bij gebruik van materieel, installaties van collega-aannemers op de werf dient hiervoor diens toestemming gevraagd te worden. Gebruik van onveilig materieel op de werf is verboden. Het advies van de veiligheidscoördinator hieromtrent dient te worden gevolgd. De elektrische werfinstallatie(s) zal door een erkend organisme gekeurd worden conform het A.R.E.I. Elk defect moet direct gemeld worden aan de verantwoordelijke, welk een bevoegd persoon aanstelt voor de onmiddellijke herstelling van het defect. Verdeelborden moeten steeds gesloten blijven. Het aansluiten kan enkel met aangepaste stekkers. Aardingskabels aansluitingen en de kast zelf mogen niet beschadigd zijn. Alle verbindingen (stekker/stopcontact) moeten geschikt zijn voor gebruik in vochtige omstandigheden, minimum IP44. Kabels moeten steeds opgehangen en/of afgeschermd worden tegen mogelijke beschadiging. Elke onderneming staat zelf in voor de verlichting van haar werkposten. Deze verlichting moet uitgevoerd worden volgens de geldende wetgeving. Voordat aan een elektrische installatie wordt gewerkt, dient deze spanningsloos gezet te worden (Lock-out). Deze toestand wordt verzekerd m.b.v. hangsloten. Iedere betrokken partij zal een hangslot hangen, zodoende kan er niet ongewenst aanof uitgeschakeld worden. Ladders zijn eigenlijk alleen bedoeld om een hoogteverschil te overbruggen, en dus niet om op te werken. Ze moeten onderaan verankerd worden om wegschuiven en wegzakken te voorkomen en worden bovenaan vast gemaakt zodat het risico op omkantelen verkleint. Bovenaan steekt de ladder 1 meter uit en een goede hellingshoek voor opstelling van de ladder is 75. Er mag steeds maar 1 persoon de ladder beklimmen. Reik niet verder dan 1 armlengte naar buiten maar verplaats de ladder. Bij een windkracht vanaf 6 Beaufort worden alle werken op hoogte stil gelegd. Ladders die gebreken vertonen, moeten onmiddellijk uit dienst genomen worden. Dit wordt door elke gebruiker gecontroleerd. Een stelling en een steiger behoren volgens het KB van en het ARAB-artikel 434 tot de werkplatforms, hoger dan 2 m, en moeten bij gevolg voorzien zijn van een borstleuning (1 à 1,2 m), een tussenleuning (+/- 50cm) en een kantplint onderaan van 15cm. Indien dit niet mogelijk blijkt, moet persoonlijke valbescherming gebruikt worden (bvb. montage van de steiger). Voor elke steiger dient een steigerdocument aanwezig te zijn, zichtbaar opgehangen onderaan de steiger. Dit omvat de montage- en gebruiksinstructies en de berekeningsnota van de steiger. De werkgever is verplicht MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

26 om bevoegd personeel (via opleiding) aan te stellen voor de montage, demontage en ombouwing van de steiger. De regelgeving is van toepassing voor zowel vaste als voor rolsteigers. De toegang gebeurt bij voorkeur via de binnenzijde. Stel geen steigers op die toegangen, nooduitgangen en/of vluchtwegen versperren. De weersomstandigheden mogen geen risico s inhouden voor het veilige gebruik van de steiger. De wielen van de rolstelling worden geblokkeerd tijdens het gebruik. De maximale werkvloerhoogte bedraagt 3 maal de kleinste afmeting van de steunbasis. Installeer geen loopplank tussen twee rolsteigers. Elke gebruiker controleert de staat van de steiger. Gevaarlijke producten De aannemer zorgt ervoor dat een lijst van alle producten die gebruikt worden op de werf beschikbaar is met vermelding van de maximum hoeveelheid aanwezig op de werf. De aannemer overhandigt VIB (veiligheidsinformatiebladen = vroegere MSDS fiches) aan de veiligheidscoördinator en heeft een exemplaar van de VIB op de werf. Alle producten moeten bewaard worden in hun originele verpakking die voorzien is van het originele etiket met gevaarsymbolen of CLP symbolen. De producten worden naar gelang de compatibiliteit van de producten opgeslagen, indien het vloeistoffen zijn is het gebruik van een lekbak of opvangbak verplicht. Werknemers zijn getraind voor het herkennen van de gevaarsymbolen en om met de gevaarlijke producten te werken. Brandstofopslagtanks (mobiele werftanks voor mazout) Enkelwandige houders moeten in of boven een inkuiping geplaatst worden. Dubbelwandige houders dienen niet in of boven een inkuiping geplaatst mits ze uitgerust zijn met een permanent lekdetectiesysteem. De tank moet voorzien worden met een etiket (zie gevaarlijke producten in dit VGP) en CLP symbool of gevaarsymbool. Gasflessen die niet in gebruik zijn worden buiten op een vaste plaats rechtop en vastgemaakt gestockeerd, beschermd tegen zonnestralen en hittebronnen. De opslag van de gascilinders moet gebeuren volgens de huidige wetgeving (gescheiden opslag, veiligheidsafstanden, etc. ). De gascilinders moeten voorzien zijn van een geldig etiket met gevaarsymbolen. Transport van gascilinders moet gebeuren met geschikte behandelingstoestellen (hijskooi, flessenwagen, etc. ). Vertikaaltransport kan enkel wanneer de gascilinders stevig vastgemaakt zijn zodat deze niet kunnen schuiven, wegglijden of vallen tijdens het transport. Beschouw lege flessen als even gevaarlijk als volle flessen. Lege flessen moeten gescheiden opgeslagen worden van de volle. Gascilinders op de werkvloer moeten stevig vast gezet worden en enkele de gebruikte daghoeveelheid mag op de werkvloer aanwezig zijn. Gasflessen zijn voorzien van een permanente beschermkraag (nieuwe type gasflessen) of de gasflessen worden, wanneer deze niet in gebruik zijn, voorzien van de beschermkap. Gebruik steeds de juiste gasflexibels. Werk steeds met een ontspanner/ drukregelaar al dan niet voorzien van een drukmeter. Vermijdt contact met oliën en vetten (deze kunnen gemakkelijk in brand geraken bij plots ontstaan van een lek). Gasflessen die in gebruik zijn moeten buiten het vonkbereik staan. Gasflessen mogen nooit in een gesloten ruimte gebracht worden. Gasflessen worden bij het einde van de dagtaak dichtgedraaid en de slangen en manometers worden ontspannen. Torenkraan De plaatsbepaling van torenkraan en kraanspoor zal zodanig gebeuren dat het giekuiteinde, de hijskabel en de opgehangen lasten voldoende ver verwijderd blijven van elke elektrische luchtlijn; om elke verzakking te voorkomen, geen enkele uitgraving in de onmiddellijke MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

27 omgeving van het kraanspoor nodig is; geen lasten boven elektrische luchtlijnen draaien. Als aan bovenstaande niet kan voldaan worden, zullen maatregelen genomen worden om te verhinderen dat de kraan in de verboden zone komt (bijvoorbeeld zwaaibeperking). Wanneer de actievelden van verschillende kranen elkaar overlappen zullen deze uitgerust worden met een anti-aanrijdingssysteem om elke botsing te voorkomen. Bovendien zullen, om alle problemen uit te sluiten, volgende maatregelen genomen worden aan de kraanmannen radio zend- en ontvangstposten ter beschikking stellen om hen toe te laten met elkaar en met de werfleider in verbinding te staan; de giekuiteinden en tegengiekuiteinden uitrusten met knipperlichten die de aandacht van de kraanmannen trekken op het gevaar voor botsing; voorrangsregels en voorschriften vastleggen en doen toepassen; maatregelen nemen om conversatiestoringen, veroorzaakt door de radio zend- en ontvangstposten, te voorkomen tussen stuurmannen en de aangestelde verantwoordelijke tijdens de handelingen. Arbeidsmiddelen en toebehoren Enkel elektrisch materieel conform het AREI mag op de bouwplaats aanwezig zijn en aangesloten worden op de daartoe voorziene verdeelborden. Elke aannemer moet zijn arbeidsmiddelen zodanig markeren dat ze identificeerbaar zijn. Het identificatiesysteem moet beschreven worden in de risicoanalyse van de aannemer. De arbeidsmiddelen moeten geschikt zijn voor het uit te voeren werk en regelmatig gekeurd door een bevoegd persoon zodat bij het gebruik de veiligheid en gezondheid steeds gewaarborgd zijn. Op vraag van de veiligheidscoördinator moeten de gebruiksaanwijzingen en veiligheids- en gezondheidsinstructies kunnen voorgelegd worden. Bij gebruik van arbeidsmiddelen van derden is de gebruiker verantwoordelijk voor de veiligheid. Bekisten en ontkisten Voor de bekisting wordt een systeem gekozen dat het best past bij de te bouwen constructie (traditionele planken en platenbekisting, zelfdragende panelensysteem,..). Deze bekisting wordt opgebouwd met in acht name van de grondregels van de arbeidsveiligheid, namelijk orde en netheid bij stapelen en werken. Voorziet men dat met de houtcirkelzaag zal gewerkt worden, dan dient daarvoor een plaats gekozen die gemakkelijk bereikbaar blijft en van waar men de afvalresten op een vlotte manier kan verwijderen. Op voorhand dient ook bepaald op welke manier de valbeveiliging van de werknemers verzekerd zal worden. Dit kan door middel van stellingen bij traditionele opbouw of door middel van door de fabrikant bijgeleverde elementen zoals draagconsoles, leuningstijlen en -planken, bevestigingstoebehoren, loopvloeren, geïntegreerde ladders en zo verder. De loop- en werkvloeren moeten steeds voldoende breed zijn om ook het eventueel nodige materieel een plaats te geven evenals schoringsplanken of stutten. Bij het bepalen van de breedte van een werkvloer moet ook rekening worden gehouden met de behoeften bij het ontkisten voor bijvoorbeeld het tijdelijk stapelen van de bekistingplanken of -panelen plus de nodige ruimte voor het uittrekken van nagels en verder kuisen van het materieel. Trekstangen en wachtwapening moeten afdoend afgeschermd worden en wel met een doorlopende afscherming als meerdere uiteinden zich op een rij bevinden, afzonderlijk in de andere gevallen. Het dient strikt gecontroleerd dat de bekistingpanelen nooit los staan behalve als deze met een hijstoestel aangeslagen zijn. Om ernstige of dodelijke ongevallen te vermijden, gebeurt dit onder strikt toezicht. Het gebruik van ontkistingsolie moet met overleg gebeuren. In het V&G-plan dient vermeld welke ademhalingsbescherming nodig is bij verstuiven en op welke manier rookverbod (altijd verplicht) MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

28 aangeduid wordt. Bij een verticale tussen stockage van bekistingelementen moeten de nodige schoringen voorzien worden tegen de invloed van de wind. Betonpompen en betonstorten Vooraleer het betonstorten aan te vatten worden de geschikte loopvloeren aangebracht om voldoende armslag te geven bij het werken zelf, om de werknemers tegen het vallen te beveiligen en om het nodige materieel een plaats te geven zoals trilnaalden, hun aandrijfmotoren en verlengkabels. Betonneren gebeurt nooit met ontbloot bovenlichaam, opgerolde mouwen of korte broek. Voor het reinigen van de betonmixers of het achterlaten van betonoverschotten worden gepaste voorzieningen getroffen en richtlijnen gegeven om te vermijden dat men op alle mogelijke plaatsen hoopjes verhard beton aantreft die de werfcirculatie ernstig hinderen en om te vermijden dat cementwater zijn weg vindt naar de riolering. Men kan bijvoorbeeld een welbepaalde plek aanduiden waar het reinigen gebeurt en waar de betonresten regelmatig met de graafmachine opgeschept en afgevoerd kunnen worden. Funderingen De toegang tot de putten gebeurt met aangepaste, veilige middelen (ladder, hellend vlak, trap,...). Die putten dienen voldoende ruim gegraven te worden om circulatie rond de bekisting, waar die nodig is, mogelijk te maken. Wachtwapening dient bij voorkeur in beugelvorm uitgevoerd. Indien toch staafpunten blijven uitsteken dan worden deze van bij het begin, d.w.z. van bij de bewapeningsfase van de nodige bescherming voorzien. De bekistingen zullen voorzien zijn van gepaste middelen om een gemakkelijke en veilige manipulatie mogelijk te maken. De stabiliteit van de bekisting wordt op een doeltreffende manier verzekerd door middelen voorzien door de constructeur. Elke improvisatie tijdens de montage zal verboden worden. De arbeiders zullen voor het plaatsen van de bewapening geschikte handschoenen dragen. Over de rand van de bekisting dient een loopplank van voldoende breedte (60 tal cm) geplaatst te worden zodat klauterpartijen over de opstaande bekisting voorkomen worden. Hef- en hijstoestellen Alle heftoestellen en hijstoestellen (inclusief de hoogwerkers en schaarliften), evenals grondverzetmachines die gebruikt worden om lasten te hijsen, die op de bouwplaats binnengebracht worden moeten voorzien zijn van een geldig keuringsattest. Alle hef- en hijsmaterieel (machines en toebehoren) dient driemaandelijks gekeurd te worden. Een kopie van de keuringsattesten moet beschikbaar (= ter inzage) zijn op de werf. Een hijsplan is verplicht bij gebruik van meerdere heftoestellen met overlappend werkbereik, indien de kraan op minder dan 10 meter + de eigen hoogte van de kraan opgesteld staat van een hoogspanningslijn of bij het hijsen van gecompliceerde lasten, zeer zware lasten, lasten met een niet centraal gelegen zwaartepunt of bij moeilijke omgevingssituatie (in stad, slechte zichtbaarheid voor de rigger etc. ). Het is absoluut verboden om hangende lasten boven personen te laten bewegen. Minimale inhoud van een hijsplan Namen van de betrokken partijen met contactgegevens Naam rigger (hijsverantwoordelijke/monteerder) Risico analyse van het hijsproject MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

29 Stappenplan en wijze van toezicht Datum en tijdstip van de hijswerkzaamheden Tekening, massa en afmetingen van de last met de hijspunten Zwaartepuntberekening. Hijstabellen en/of grafieken Situatieschets van de omgeving en de opstelling van de kraan en last Te gebruiken hijsmaterieel Beperkingen door weersinvloed (wind, ijs, etc.) Tijdsschema, route van de last, etc. Communicatieprocedure en middelen tussen kraanman en rigger Afbakening en signalisatie van de werkzone PBM s Inhoud van de startwerkbespreking 6.4 Collectieve beschermingsmiddelen Elke onderneming is verplicht zijn eigen personeel te beschermen tegen vallen. Het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen zoals leuningen, veiligheidsnetten, afbakening van putten en vloeropeningen en afscherming van machines is verplicht waar het noodzakelijk is voor de veiligheid van de op de werf of in de nabijheid ervan (bv. openbaar verkeer). De onderneming die de collectieve beschermingsmiddelen wegneemt om bepaalde werkzaamheden uit te voeren, moeten deze voorzieningen achteraf zo snel mogelijk terugplaatsen. Randbeveiligingen moeten moeten voldoen aan de norm NBN EN13374 (klassen A, B, C). Men plaatst best een drie-leuningen-systeem: Borstleuning op 1m à 1m20, een tussenleuning op +/- 50cm en een stootplank onderaan. Deze laatste belet het vallen van materieel (hamer, ) naar lager gelegen verdiepingen en mag niet vergeten worden. Allen voldoende stevig en goed verankerd. Veiligheidsnetten moeten voldoen aan de norm NBN EN en 2). Bij de technische onmogelijkheid om collectieve beschermingsmiddelen te voorzien zorgt elke onderneming voor zijn werknemers vervangende persoonlijke beschermingsmiddelen (vb. valharnas). 6.5 Persoonlijke beschermingsmiddelen Elke onderneming moet op zijn kosten instaan voor de levering, het onderhoud en de vernieuwing van de voorgeschreven, individuele beschermingsmiddelen. Hij moet er ook op toezien dat deze middelen adequaat gebruikt worden. Het gebruik van individuele beschermingsmiddelen (conform de vigerende wetgeving) is op de werf verplicht als dit zo werd opgelegd door de veiligheids-coördinator. Het betreft hier oa. veiligheidshelm, -schoenen, -handschoenen, -bril, anti-valapparatuur en gehoorbescherming. Veiligheidsschoenen zijn steeds verplicht te dragen op elke bouwplaats. Veiligheidshelm dient verplicht gedragen te worden zodra men onder een last werkt en als de kans bestaat op stoten van het hoofd of vallen van voorwerpen op het hoofd. Handschoenen verplicht te dragen bij het hanteren van scherpe of ruwe materialen, chemische producten, MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

30 Veiligheidsbril verplicht te dragen bij allerhande slijp- en boorwerken en bij werken boven het hoofd waarbij deeltjes in het oog kunnen terecht komen (bv. verfwerken, boren van gaten in plafonds, ) Bij las- en branderwerken zullen de lassers of andere in de omgeving werkende uitvoerders hetzij laskappen, branderbrillen of UV-afschermende veiligheidsbrillen moeten dragen. Anti-valapparatuur: veiligheidsharnassen moeten gedragen worden bij elk werk waar valgevaar bestaat en niet kan worden gewerkt met collectieve bescherming. Het veiligheidsharnas kan ook als extra veiligheid worden gevraagd in. bv hoogtewerkers. Gehoorbescherming: bij een gehoorbelasting van meer dan 80 db(a) is gehoorbescherming aan te raden. Deze moet vanaf dit geluidsniveau ter beschikking zijn gesteld door de aannemer aan zijn werknemers. Bij een belasting hoger dan 85 db(a) is het dragen van gehoorbescherming verplicht. (Wegwerp) stofmaskers: verplicht in stofrijke werkplaatsen (vb. Slijpen). Half- of volgelaatsmasker/ P3-filter: t.b.v. vermijden van inademen van gevaarlijke stoffen (asbest, pecticiden, ) Fluo kledij in geval van wegenwerken: om zichtbaarheid voor verkeer te vergroten 6.6 Werkmethoden Heffen en tillen, rugbescherming. Ter bescherming van de rug tijdens het uitvoeren van werken gelden volgende aanbevelingen. Gebruik bij het tillen je beenspieren, dit zijn je sterkste spieren. Zo spaar je je rug. Zet je benen wat uit elkaar en zorg voor een stabiele houding. Zak door uw benen in hurkhouding. Til de last met gestrekte rug. Bij graafwerken dient de aannemer de liggingsplannen van alle ondergrondse kabels en leidingen op te vragen. Dit kan op elektronische wijze via (Kabel en LeidingInformatiePortaal). Het bezitten van een plan met ondergrondse leidingen ontslaat de aannemer niet om voorzichtig te werk te gaan. Een plan garandeert immers niet de correcte ligging van ondergrondse leidingen. Wanneer de graafwerken dieper gaan dan 1,2 m dient in functie van de omstandigheden de noodzaak van een beschoeiing bekeken te worden. Er dienen echter steeds voldoende uitgangen voor handen zijn. Verwijderen van de asbesthoudende toepassingen binnen dit project dient conform de vigerende wetgeving te worden georganiseerd: KB van 16/03/2006 m.b.t de bescherming van de werknemers tegen de risico s van blootstelling aan asbest (B.S. 23/3/2006). De aannemer dient er zich tijdens de sloopwerken van te vergewissen dat er bij ontdekken van asbesthoudende toepassingen dit onmiddellijk wordt gemeld aan de opdrachtgever, zodat in overleg met de veiligheidscoördinator de juiste verwijderingsmethode kan worden gevolgd. Lassen en Branden: Bij de uitvoering van las- en snijwerken dient steeds minimaal één poederblusser binnen handbereik te zijn. De lasapparatuur moet door de uitvoerder voor het werk gecontroleerd worden. De apparatuur moet voldoen aan de veiligheidseisen. Las- en snijwerken steeds met lasscherm en lashandschoenen. Elektrisch: De aardingsklem bevestigen aan het stuk waaraan gelast wordt, dicht bij het punt van het lassen. De las- en massakabel, evenals de aansluitingen zijn geïsoleerd en in perfecte staat. De lasser zal zich steeds beschermen tegen elektrocutie. Wanneer het elektrisch lassen in open lucht gebeurt, is de natuurlijke ventilatie voldoende om beschadiging aan de ademhalingswegen te voorkomen. Het is daarbij aangeraden met de wind in de rug te werken. Autogeen lassen en branden: Hou de slangen verwijderd van hete pijpen, scherpe kanten en MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

31 elektrische kabels. Het gebruik van branders, reduceerafsluiters, gasflessen en diverse toebehoren voor laswerk is verboden voor onbevoegden. Bij niet gebruik worden gasflessen afgesloten, na aflaten van de darmen. Samengeperste gassen in cilinders worden steeds rechtstaand opgeslagen en geketend op de voorziene plaatsen (ook op de kar zelf). De volle en lege flessen worden gescheiden opgeslagen. Projecties van metaal, slak en elektrode-uiteinden, alsook de hoge temperatuur van het werkstuk vormen een rechtstreeks gevaar voor brandwonden. Omdat UV-stralen een schadelijke invloed hebben op huid en ogen is het nodig een aangepaste beveiliging te dragen. Het werkpak moet tevens uit katoen zijn omdat kunststof-weefsels UV-straling doorlaten. Bij lassen, alsook bij branden of slijpen moeten de nodige schermen oordeelkundig aangebracht worden om geen andere werfdeelnemers te hinderen. Het spreidingsoppervlakte van de gensters, vonken of intense lichtstraling moet tot een minimum herleid worden. Lassers en eventuele helpers dienen daarom individueel beschermd te worden als volgt: dragen van lederen lasserhandschoenen; brandvrij katoenen werkpak met kraag, gesloten aan de mouwen en voorzien van zakken met kleppen; gelaatsscherm met veiligheidsglas en aangepast UV-filter voor de lasser zelf; lasbril voor de helper; een lederen lasschort is aan te bevelen; de hoofdharen dienen beschermd te worden door een aangepast hoofddeksel zoals pet of muts veiligheidsschoenen speciaal voor lassers. Grondverzet De aannemer voert alle grondverzet-werken (afgraven, verplaatsen, ) uit volgens de wettelijke bepalingen (Vlarea, VLAREBO en vzw Grondbank). Indien grondverzethoeveelheden groter zijn dan 250 m³ (ook indien deze ter plaatse worden herbruikt) wordt er een technisch verslag en bodembeheerrapport opgesteld door een erkend bodemdeskundige. Deze deskundige wordt door de aannemer aangesteld, het verslag zal door de Coördinerend- aannemer bezorgd worden aan de bouwheer. Werken in putten en sleuven Bij het graven van putten moet onderstaande richtlijn van NAVB gevolgd worden Vanaf 1,2m diepte moet er in helling uitgegraven worden. De helling is afhankelijk van de grondsoort. Een veilige hellingshoek die men voor alle grondsoorten kan toepassen is deze van 45. Indien dit in de breedte van het traject niet haalbaar is, moet er gewerkt worden met een beschoeiing (sleuvenbak). Stockage naast de bouwput best vermijden, en indien niet mogelijk een afstand van 60cm houden (boven 18 ton = 1m). Vervuilde bodems Wanneer, tijdens de uitvoering van werken, vervuilde bodems worden vastgesteld (oude stortterreinen, bodemvervuiling.) die risico s inhouden voor het welzijn en de gezondheid van werknemers worden onverwijld alle nodige preventieve maatregelen genomen (staken van de werkzaamheden op de vervuilde plekken, plaatsen van afscherming rond de betrokken zone.) teneinde de werknemers te beschermen tegen deze risico s. De veiligheidscoördinator verwezenlijking en de bouwheer worden direct van deze vaststellingen op de hoogte gebracht zodat het B-PVGP kan aangepast worden in functie van de verder te ondernemen stappen. Milieu MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

32 Het verbranden van afval is op de bouwplaats verboden. Maatregelen dienen genomen te worden tegen bodem-, lucht- en waterverontreiniging. De milieuwetgeving is integraal van toepassing. De hoofdaannemer zorgt dat het afval en bouwafval volgens de milieuwetgeving gesorteerd wordt en is ook verantwoordelijk voor de afvoer van alle bouwafval en overig afval naar officieel erkende stortplaatsen of verwerkingscentra, hij dient hiervoor de nodige bewijzen af te leveren aan de bouwheer. Onder geen beding zullen afbraakmaterialen, puin, vuilnis of afval op de werf achtergelaten, ingegraven of verbrand worden. Bij het ontstaan van een lek of ongewenst vrijkomen van producten in het milieu (bodem, water, lucht, etc.) is het verplicht om het lek in te dijken en op te ruimen (inclusief de verontreinigde milieu component) en de VC op de hoogte te brengen. Het afval wordt verwijderd van de werf via een erkend afvalverwerkingsbedrijf. Gemeenschappelijk gebruik van stellingen, gereedschap, etc. Het gemeenschappelijk gebruik van materieel door meerdere aannemers is slechts toegelaten mits aan volgende voorwaarden voldaan wordt: De aannemer-eigenaar is verantwoordelijk voor de goede staat van het materieel (onderhoud, inspecties, keuringen, ). De aannemer-gebruiker is verantwoordelijk voor het correct gebruik van het materieel, door werknemers die beschikken over de vereiste opleiding, kwalificaties en ervaring. De aannemers stellen vooraf een onderlinge gebruikersprocedure op. Besloten ruimten Het werken in besloten ruimten zoals kelders, bouwputten, schachten, riolen en collectoren kunnen een reëel risico betekenen vanwege : de moeilijke toegang en moeilijke redding van personen in nood valrisico voor personen en van voorwerpen mogelijke slechte atmosfeer (zuurstoftekort, toxische gassen en explosieve dampen) geen direct contact vanwege afgezonderd werk en moeilijke verwittiging bij incident mogelijk contact met ongedierte en biologische agentia Volgende preventiemaatregelen moeten voorzien worden: permanente en gegarandeerde ventilatie met verse ademlucht de ingang van de werkzone voldoende vrij houden een permanente manwacht moet aan de ingang staan (min. 18 jaar, degelijk opgeleid en continu contact met betreder) controle van de atmosfeer door een permanente/periodieke detectie collectieve voorzieningen voor een veilige betreding (verlichting, trap, lift, ladder ) organisatorische en praktische maatregelen gericht op controle en alarmering in nood een snelle en efficiënte evacuatie in functie van de risico s en omstandigheden Bijkomende individuele voorzieningen indien nodig : o eerstelijnsredding (zuurstof producerend zelfredmiddel) o valrisico en evacuatie (harnasgordel, helm, lamp) o vluchtroute (levenslijn) o alarmering bij slechte atmosfeer (gasdetectie) o ademlucht i.f.v. de evacuatietijd (vluchtmasker) MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

33 o biologische agentia (handschoenen, laarzen, kledij) Blootstelling aan biologische agentia (in slib, stilstaand water, uitwerpselen, schimmels, overblijfselen, etc.) Werknemers zijn verplicht om met vochtresistente handschoenen en overall te werken. Wanneer dampen of nevels kunnen vrijkomen is bijkomend een nevelmasker verplicht. De werknemers moeten zichzelf aan de blootgestelde delen kunnen wassen met antiseptische zeep. De mogelijk gecontamineerde werkkledij dient op een andere locatie bewaard te worden dan de stadskledij van de werknemers, de kledij moet regelmatig van de site verwijderd te worden (wegwerpkledij via correcte afvalstroom verwijderen of kledij laten reinigen). Het is niet toegestaan om met mogelijk verontreinigde kledij in de refter en rust ruimte te komen. Mogelijk biologisch gecontamineerde afvalstromen dienen verwijderd te worden via de correcte afvalstroom (biologisch gecontamineerd afval, krengen etc. ). Werknemers die deze werkzaamheden uitvoeren moeten getraind zijn om met de gevaren van biologische agentia om te gaan. Bij het ontgraven van menselijke overblijfselen is het aangeraden om de zone af te bakenen met HERAS hekken die voorzien zijn van ondoorzichtige bekleding. Werken met teerhoudend asfalt Bitumen, het bindmiddel in asfalt, bevat weinig schadelijke stoffen. Wel bevat asfaltrook een verhoogde concentratie aan PAK s (polycyclische aromatische koolwaterstoffen). Hoe heter het asfalt en het bitumen, hoe meer PAK s er vrijkomen. Preventiemaatregelen: Gebruik warm asfalt op een zo laag mogelijke temperatuur, dat geeft minder rook. Gebruik geen asfaltproducten die een hogere verwerkingstemperatuur noodzakelijk maken. Hergebruik alleen afvalmaterialen waarvan zeker is dat de verwerking niet tot bijkomende gezondheidsrisico s leidt. Zorg voor sociale voorzieningen (refter, kleedkamer, sanitaire voorzieningen ) die voldoen aan de CAO van 10 februari 2005 (koninklijk besluit van 24 september 2006). Werken met kalk Op bouwplaatsen met een groot grondoverschot ligt het dikwijls voor de hand om de grond te hergebruiken, eventueel nadat hij gestabiliseerd werd met ongebluste kalk (calciumoxide). Het gebruik van ongebluste kalk brengt echter specifieke veiligheidsproblemen met zich mee. Het is een stof die hevig reageert met water en daarbij komt veel warmte, waterdamp en stof vrij. Ongebluste kalk kan ook ernstige huidirritaties veroorzaken. Zweet in combinatie met kalk vergroot de kans op irritatie nog. Bescherm de ogen beschermen door een stofdichte veiligheidsbril te dragen. Draag een wegwerpstofmasker (P2 vor fijn stof) en bescherm de huid door een overall te dragen die goed aansluit ter hoogte van de polsen en de halsstreek. Draag ook handschoenen. Blootstelling aan kwartsstof Bij het aanvatten van frezen, slijpen, boren of andere activiteiten in kwartshoudende materialen moet rekening gehouden worden met mogelijke blootstelling aan kristallijn silica (kwartsstof). Met volgende punten moet rekening gehouden worden: de werknemer moet op de hoogte zijn van de risico s van kwartsstof. Veilige werkmethodes gebruiken. Dragen van PBM s. MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

34 Hinder naar andere personen en de omgeving beperken dit kan door het werkstuk te bevochtigen of gebruik te maken van slijp, frees, boormachines etc. met waterbevochtiging of stofafzuiging. Maak niet schoon met keerborstel of perslucht (natschoonmaken of gebruik van een stofzuiger wordt aanbevolen). Signalisatie voor wegeniswerken en werken nabij of op de openbare weg Voor wegeniswerken en werken op of nabij de openbare weg wordt voldaan aan de eisen van het ministerieel besluit betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg (MB07/05/1999). Een signalisatieverantwoordelijke met de nodige kwalificaties moet aangesteld worden wanneer een gedeelte van de rijweg in beslag wordt genomen (volgens CAO 2003 in de bouwsector). Werken nabij spoorwegen De uitvoering van werken langs de sporen in dienst vraagt bijzondere aandacht en de naleving van de veiligheidsconsignes die door Infrabel worden uitgevaardigd, met name het feit dat, behoudens een speciale toestemming: geen enkele activiteit mag worden uitgevoerd binnen het vrijeruimteprofiel van een spoor in dienst; het verboden is om de sporen met een voertuig over te steken; op elk ogenblik een afstand van 1,50 m van de buitenste rand van de dichtstbijzijnde spoorstaaf in acht moet worden genomen. Een oranje net wordt zo nodig aangebracht op die afstand; een veiligheidsafstand van 3,00 m in acht wordt genomen ten opzichte van de vaste installaties van elektrische tractie (bovenleiding V of V, ). het strikt verboden is om, zonder redenen voor het werk, de sporen in dienst over te steken of erop te rijden wegens het gevaar dat de doorrit van treinen inhoudt (normaal spoor, tegenspoor, parallel rijden, ). Het oversteken van sporen in dienst is altijd onderworpen aan een risicoanalyse en aan de voorschriften opgenomen in het algemeen of specifiek veiligheidsplan. Dit houdt rekening met de kennis van de aannemer van de risico s in de betrokken zone. De personen die zich voor het werk aan de overkant van de sporen moeten begeven, moeten verplicht de volgende regels naleven, in volgorde van prioriteit: hetzij oversteken via een speciaal daarvoor gebouwde brug, onderdoorgang, overweg of o dienstpad; o hetzij oversteken tijdens een periode van buitendienststelling van de sporen; o hetzij oversteken onder toezicht van een schildwacht die toeziet op hun veiligheid (de o schildwacht kan een lid zijn van de ploeg van de werknemers bij goede zichtbaarheid en o in een eenvoudig geval), terwijl de volgende voorschriften worden nageleefd: Kijk steeds aandachtig aan beide kanten alvorens de sporen over te steken; Een trein die u ziet kan een andere verbergen; Een trein die u hoort kan het lawaai van een andere trein afzwakken; Kijk goed naar eventuele naar eventuele hindernissen in het spoor; Steek de sporen over zonder te treuzelen en zonder u te laten afleiden; Plaats uw voeten niet op de dwarsliggers of de spoorstaven, ze kunnen glad zijn; Plaats nooit een voet tussen een wisseltong en de aanslagrail; MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

35 o o Loop slechts tussen twee stilstaande voertuigen door als ze zich ten minste 20 m van elkaar bevinden en houd een afstand van minimum 5 m van de stootbokken van elk voertuig; Draag geen last die uw zicht kan belemmeren; Indien u ondanks alles toch wordt verrast door een trein, werp uzelf op de grond naast het spoor. Het is verboden om oorluidsprekers te dragen. Alle personen die op spoorlijnen of in de onmiddellijke nabijheid van de sporen werkzaam zijn, moeten gele fluorescerende signalisatiekledij of overkledij (> of = klasse 2) dragen; het gebruik van rode uitrustingen (werkkledij, helm, gereedschap, ) is verboden. 6.7 Noodplanning Noodplan De aannemer voorziet een degelijk uitgewerkt procedure voor noodsituaties. In bijlage 2 is een 1-pagina-overzicht van de belangrijkste noodnummers weergegeven. Dit blad kan desgewenst worden uitgehangen in de werfkeet. Het is de aannemer vrij om een eigen document op te maken. Doch in elk geval dienen de noodnummers voor hulpdiensten op een goed zichtbare en bereikbare plek (vb. in de werfkeet) opgehangen te worden door de aannemer. Elke onderneming rust de werf uit met de wettelijke voorzieningen inzake brandblussers en EHBO-materiaal. Op de bouwplaats is ten minste 1 EHBO-hulpverlener permanent aanwezig Wat te doen bij ongevallen op de werf? 1. Breng het slachtoffer in veiligheid. De hulpverlener garandeert hierbij eerst zijn eigen veiligheid. 2. Het eventueel nog bestaande gevaar uitschakelen (bv. voorwerpen die dreigen te vallen wegnemen, elektrische stroom afsluiten, ). 3. (Laten) verwittigen van de hulpdiensten Inhoud van de boodschap: Naam van de oproeper; Identificatie van de werf; Aantal gekwetsten + aard verwondingen; Indien nodig het medisch urgentieteam er bijvragen. Bij de werftoegang wordt een persoon geposteerd die de hulpdiensten ontvangt, de nodige inlichtingen verschaft en begeleidt naar de plaats van het ongeval. 4. Eerste hulp verlenen aan het slachtoffer (EHBO) 5. Verwittigen van: Werfleiding, Preventieadviseurs van de betreffende aannemer en hoofdaannemer en de Veiligheidscoördinator MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

36 De familie van de gekwetste (bij ernstig* of dodelijk ongeval) Arbeidsinspectie: o onmiddellijk bij ernstig* of dodelijk ongeval o binnen de 2 dagen indien een ongeschiktheid van meer dan een maand of een lichte permanente handicap verwacht wordt; o na elk ongeval waarbij een persoon een elektrische schok onderging; Federale Politie in geval van verkeersongeval (woon- werkverkeer). 6. Ongevalsonderzoek: Onderzoek naar de omstandigheden uitgevoerd door de Preventieadviseur van de betreffende onderneming, eventueel bijgestaan door zijn Externe Dienst voor Preventie en Bescherming. 7. Maatregelen nemen om herhaling van elk gelijkaardig ongeval te voorkomen. * Onder ernstig ongeval wordt verstaan: een ongeval op de arbeidsplaats dat: ofwel aanleiding heeft gegeven tot de dood ofwel aanleiding heeft gegeven tot: o hetzij blijvende invaliditeit met Of een afwijkende gebeurtenis (Codex, T.II, H.III, bijlage I) Of een betrokken voorwerp (Codex, T.II, H.III, bijlage 2) o hetzij een tijdelijk letsel uit tabel (Codex, T.I, H.III, bijlage 3) of een afwijkende gebeurtenis (Codex, T.II, H.III, bijlage I)Of een betrokken voorwerp(codex, T.II, H.III, bijlage 2) MAC omgevingswerken - VC- VGP v / 39

37 BIJLAGE 1: SPECIFIEKE RISICOANALYSE VAN DE VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1.1 Algemeen veiligheids- en gezondheidsplan Het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan wordt opgesteld door de veiligheidscoördinator ontwerp en wordt, voor de aanvang van

Nadere informatie

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1.1 Algemeen veiligheids- en gezondheidsplan Het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan wordt opgesteld door de veiligheidscoördinator ontwerp en wordt, voor de aanvang van

Nadere informatie

Kleine Landeigendom, Vorselaar Schrans, 17 sociale wooneenheden

Kleine Landeigendom, Vorselaar Schrans, 17 sociale wooneenheden Veiligheidscoördinator: Bouwheer: Kleine Landeigendom Zuiderkempen Tongerlodorp 1 2260 Westerlo Tel 014 54 41 83 Diesterstraat 6, 3980 Tessenderlo T 013 460 420 info@macobo.be www.macobo.be Ontwerper:

Nadere informatie

Mechelen,Inrichting onthaalbalie en bezoekersruimte

Mechelen,Inrichting onthaalbalie en bezoekersruimte Veiligheidscoördinator: Bouwheer: Stad Mechelen Grote Markt 21 2800 Mechelen Industrieweg 45, 3980 Tessenderlo T 013 460 420 info@macobo.be www.macobo.be Ontwerper: Architecten Beeck & Hermans bvba Ism

Nadere informatie

Veiligheid- en gezondheidsplan ontwerp

Veiligheid- en gezondheidsplan ontwerp Veiligheid- en gezondheidsplan ontwerp HASSELT Huisvesting Vlaanderen Regio Oost Inrichting Hasselt Provinciehuis blok D2 Inrichting Hasselt provinciehuis blok D2 1 / 16 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3

Nadere informatie

Mechelen, Sint-Alexius en Sint-Catharinakerk (interieur) Deel 1 Interieur

Mechelen, Sint-Alexius en Sint-Catharinakerk (interieur) Deel 1 Interieur Veiligheidscoördinator: Diesterstraat 6, 3980 Tessenderlo Tel 013/460.420 info@macobo.be www.macobo.be Architect: Arch. Beeck & Hermans bvba Sint-Katelijnestraat 46 2800 Mechelen 015/20.63.42 Elfi Hermans

Nadere informatie

BIJZONDER VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN ONTWERP

BIJZONDER VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN ONTWERP BIJZONDER VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN ONTWERP AG VESPA VERBOUWING DISTRICTHUIS DEURNE ONTMOETINGSRUIMTE MAURICE DEQUEECKERPLEIN 1, 2100 DEURNE B-VGP-O_AG Vespa - Verbouwing Districthuis Deurne 1 / 16

Nadere informatie

De definities die hier gegeven zijn slaan enkel op deze projecten voor niet particuliere doelen

De definities die hier gegeven zijn slaan enkel op deze projecten voor niet particuliere doelen 1.1. de partijen 1.1.1.overzicht In het KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE TIJDELIJKE OF MOBIELE BOUWPLAATSEN worden verschillende tussenkomende partijen vernoemd. Aan elk van deze partijen worden taken en

Nadere informatie

Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB

Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB 1. Wat zijn de algemene preventiebeginselen en geef toelichting? Wat bepaalt de werkgever daarbij? R A en B 2. Hoe kan je als coördinator veiligheid

Nadere informatie

1 Nieuwe, vereenvoudigde regelgeving TMB

1 Nieuwe, vereenvoudigde regelgeving TMB 1 Nieuwe, vereenvoudigde regelgeving TMB gepland van toepassing? Geen VC vereist Regelgeving VC voor grote bouwwerken houdt werkzaamh. in met verh. gevaar? (3) of ferte(5) verzekert VContwerp(1) offerte

Nadere informatie

STAD ANTWERPEN Stadsontwikkeling Openbaar domein

STAD ANTWERPEN Stadsontwikkeling Openbaar domein STAD ANTWERPEN Stadsontwikkeling Openbaar domein POSTINTERVENTIEDOSSIER RENOVATIE PARKBRUG GELEGEN IN PARK DEN BRANDT - BEUKENLAAN OPDRACHTGEVER: STADSBESTUUR ANTWERPEN HOOFDAANNEMER: Conform De Wet op

Nadere informatie

7 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving

7 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving 7 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving 7.1 Toelichting bij de specifieke uitvoeringsmethode Enkele concrete en aandachtspunten mbt specifieke veiligheidsmaatregelen en uitvoeringswijzen

Nadere informatie

Veiligheidscoördinator: Rudy Putteman Volgnummer: A Wijze van overdracht: mail post Dactylo-datum: 23/5/2011 RPU

Veiligheidscoördinator: Rudy Putteman Volgnummer: A Wijze van overdracht: mail post Dactylo-datum: 23/5/2011 RPU RAPPORT RF SV 004.COD.02n (05/02/2004) Ing. Meino de Jong IRMM ISM Retieseweg 111 2440 Geel Onze referentie: A20110531-611124-RPU Datum van overdracht: 31/5/2011 Veiligheidscoördinator: Rudy Putteman Volgnummer:

Nadere informatie

Vertegenwoordigd door: Dhr. Kris Eggermont, technisch directeur Hierna de opdrachtgever genoemd,

Vertegenwoordigd door: Dhr. Kris Eggermont, technisch directeur Hierna de opdrachtgever genoemd, Tussen: Identificatie opdrachtgever: BOFAS vzw Straat + nummer: Jules Bordetlaan 166 b1 Gemeente: 1140 Brussel Vertegenwoordigd : Dhr. Kris Eggermont, technisch directeur Hierna de opdrachtgever genoemd,

Nadere informatie

Document werkwijze voorzien in artikel 30,1 van het KB TMB

Document werkwijze voorzien in artikel 30,1 van het KB TMB Bijlage A Document werkwijze voorzien in artikel 30,1 van het KB TMB INVUL FORMULIER VERPLICHT BIJ TE VOEGEN BIJ OFFERTE Art. 30 : De opdrachtgever neemt de nodige maatregelen opdat het veiligheids- en

Nadere informatie

COORDINATIE-DAGBOEK DE MANDATARIS VLAAMSE OVERHEID. Agentschap Facilitair Bedrijf Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 bus Brussel

COORDINATIE-DAGBOEK DE MANDATARIS VLAAMSE OVERHEID. Agentschap Facilitair Bedrijf Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 bus Brussel COORDINATIE-DAGBOEK Voorwerp : Verbouwen 6 de verdieping tot havencoördinatiecentrum FASE 2: Ruwbouwwerken Afwerkingen, sanitair & vast meubilair Hvac Elektriciteit Los meubilair DOSSIERNR: 414.034 BOUWPLAATS

Nadere informatie

aangevuld en/of gewijzigd met de bepalingen van het KB dd

aangevuld en/of gewijzigd met de bepalingen van het KB dd Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen ( B.S. 7.2.2001 ) Omzetting in Belgisch recht van de achtste bijzondere richtlijn 92/57/EEG van de Raad van de Europese

Nadere informatie

1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING

1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING Bijlage IV : Bouwplaatsreglement 1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING 1.1. De veiligheidscoördinator (VC) heeft de leiding over de coördinatie van de veiligheid en gezondheid voor het geheel

Nadere informatie

Deel V Bepalingen met betrekking tot gemeenschappelijke industriële risico's. Titel III Veiligheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen

Deel V Bepalingen met betrekking tot gemeenschappelijke industriële risico's. Titel III Veiligheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen ARAD 06 Deel V Bepalingen met betrekking tot gemeenschappelijke industriële risico's Titel III Veiligheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Hoofdstuk I Algemeen Instrumenten bij de coördinatie Afdeling

Nadere informatie

6 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving

6 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving 6 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving Het veiligheids- en gezondheidsplan bevat verplicht te gebruiken invuldocumenten (zie volgende blz.). Enkel deze documenten mogen gebruikt worden

Nadere informatie

Postinterventiedossier (PID) Bodemsaneringswerken van een verontreinigd terrein van een voormalig tankstation

Postinterventiedossier (PID) Bodemsaneringswerken van een verontreinigd terrein van een voormalig tankstation T8200_: (PID) Conform de Wet op het Welzijn 04/08/96 en de Europese Richtlijn 92/57/EEG en het KB betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen 25/01/01 Bodemsaneringswerken van een verontreinigd terrein

Nadere informatie

Bouwplaatsreglement. Definities:

Bouwplaatsreglement. Definities: Bouwplaatsreglement Definities: - Dossier veiligheid en De synthese van alle documenten in verband met veiligheid en gezondheid: gezondheid, door alle tussenkomende partijen samengebracht: opdrachtgever,

Nadere informatie

INTENTIEVERKLARING VAN DE AANNEMER. Ik (aannemer)

INTENTIEVERKLARING VAN DE AANNEMER. Ik (aannemer) 10. 3. INTENTIEVERKLARING VAN DE AANNEMER Ik (aannemer) Verklaar hiermede dat ik kennis genomen heb van en akkoord ben met de veiligheidsvoorschriften van de opdrachtgever, opgenomen in het bestek, de

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S. 7.2.2001)

Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S. 7.2.2001) Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S. 7.2.2001) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 19 december 2001 tot wijziging, wat de aanvullende vorming

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen ( B.S )

Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen ( B.S ) Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen ( B.S. 7.2.2001 ) Gewijzigd door : KB van 15-07-2011 BS van 09-08-2011 KB van 17/05/2007 BS van 07/06/2007 KB van

Nadere informatie

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Welzijnsdag 12 november 2012 1 Inhoudsopgave Korte schets wetgeving De risicoanalyse Preventiemaatregelen Rolverdeling in

Nadere informatie

De artikels 29 en 30 van het KB Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen zijn gewijzigd

De artikels 29 en 30 van het KB Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen zijn gewijzigd De artikels 29 en 30 van het KB Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen zijn gewijzigd Wijziging van het koninklijk besluit Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen In dit koninklijk besluit (25.01.2001) zijn twee

Nadere informatie

15 jaar KB TMB. Ervaringen van een inspecteur

15 jaar KB TMB. Ervaringen van een inspecteur 15 jaar KB TMB Ervaringen van een inspecteur Studienamiddag Prebes Boom 06.10.2016 Yves De Groeve Sociaal inspecteur TWW Oost-Vlaanderen yves.degroeve@werk.belgie.be 4 foto s - voorbeelden 2016 2 3 15

Nadere informatie

Veiligheid- en gezondheidsplan fase ontwerp

Veiligheid- en gezondheidsplan fase ontwerp Veiligheidscoördinatie - energierapportering blowerdoor & thermografie EPB verslaggeving AMIB b.v.b.a. Handelsregister Gent: 173.786 BTW n BE 453.010.784 Rekeningnummer: BE 48 850-8173734-27 Veiligheid-

Nadere informatie

RAPPORT RF SV 004.COD.02n (05/02/2004)

RAPPORT RF SV 004.COD.02n (05/02/2004) RAPPORT RF SV 004.COD.02n (05/02/2004) AQUAFIN nv Ing. Tom Deweirdt Dijkstraat, 8 B-2630 AARTSELAAR Onze referentie: A20151102-76829-01 Datum van overdracht: 2/11/2015 Dactylo-datum: 31/10/2015 RPU Veiligheidscoördinator:

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S )

Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S ) Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S. 7.2.2001) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 19 december 2001 tot wijziging, wat de aanvullende vorming

Nadere informatie

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Situering Het koninklijk besluit (KB) van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen vervangt en verruimt artikel 52 van

Nadere informatie

AANBESTEDING Open procedure Procedure no. JRC/GEE/2016/D.1/0006/OC Raamovereenkomst voor diensten betreffende veiligheidscoördinatie

AANBESTEDING Open procedure Procedure no. JRC/GEE/2016/D.1/0006/OC Raamovereenkomst voor diensten betreffende veiligheidscoördinatie EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK Directoraat D - Instituut voor Referentie Materialen en -Metingen Site Management AANBESTEDING Open procedure Procedure

Nadere informatie

Afbraakwerken Wettelijk kader. 17 maart 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO

Afbraakwerken Wettelijk kader. 17 maart 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO Wettelijk kader 17 maart 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO Fg 60 50 40 30 20 bouw slopen 10 0 2010 2011 2012 2013 2014 Bron: Fonds voor Arbeidsongevallen Bouw: nace-codes 41,42,&

Nadere informatie

BIJZONDER VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN ONTWERP

BIJZONDER VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN ONTWERP BIJZONDER VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN ONTWERP Zonnige Kempen, VMSW - Infrastructuur Rector de Ramstraat 2240 Zandhoven B-VGP_Ontwerp, Zonnige kempen, VMSW, Rector de Ramstraat - Infrastructuur, 2240

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Codex over het welzijn op het werk Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Hoofdstuk I.- Algemene bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen

Nadere informatie

Coördinatie op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen

Coördinatie op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen Coördinatie op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen Regelgeving m.b.t. taken en verantwoordelijkheden van de coördinator op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen 9 maart 2017 ing. Bart Vandevenne sociaal inspecteur

Nadere informatie

UW DAK, UW EN ONZE VEILIGHEID! LIMBURG DAKWERKERS

UW DAK, UW EN ONZE VEILIGHEID! LIMBURG DAKWERKERS UW DAK, UW EN ONZE VEILIGHEID! LIMBURG Veiligheidscoördinatie Vanaf het ogenblik dat er bij de uitvoering van werken op een bouwplaats twee of meer aannemers tegelijkertijd of achtereenvolgens activiteiten

Nadere informatie

OVEREENKOMST VOOR DE VEILIGHEIDSCOORDINATIE ONTWERP / VERWEZENLIJING

OVEREENKOMST VOOR DE VEILIGHEIDSCOORDINATIE ONTWERP / VERWEZENLIJING OVEREENKOMST VOOR DE VEILIGHEIDSCOORDINATIE ONTWERP / VERWEZENLIJING Tussen de ondergetekenden, enerzijds de heer / mevrouw.. wonende te of de maatschappij... met maatschappelijke zetel te hier vertegenwoordigd

Nadere informatie

BIJZONDER VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN ONTWERP

BIJZONDER VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN ONTWERP BIJZONDER VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN ONTWERP Stad Antwerpen Aanleg kunstgrasveld Valaar, Pachthofplein te Wilrijk B-VGP-O_Stad Antwerpen Valaar Pachthofplein kunstgras 1 / 38 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING...

Nadere informatie

V&G Bouwproces. Wettelijk en maatschappelijk kader. V&G Bouwproces / d.d

V&G Bouwproces. Wettelijk en maatschappelijk kader. V&G Bouwproces / d.d V&G Bouwproces Wettelijk en maatschappelijk kader 1 Klassiek bouwproces Initiatieffase Haalbaarheids onderzoek Programma van Eisen Ontwerpfase Voorlopig ontwerp Definitief ontwerp Bestek Aanbesteding Bouwfase

Nadere informatie

Omzendbrief Overheidsopdrachten Art. 30 TMB

Omzendbrief Overheidsopdrachten Art. 30 TMB Omzendbrief. - Overheidsopdrachten. - Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. - Veiligheids- en gezondheidsplan - Praktische richtlijnen met betrekking tot de documenten die in toepassing van artikel 30, tweede

Nadere informatie

Algemene voorwaarden m.b.t. veiligheidscoördinatie

Algemene voorwaarden m.b.t. veiligheidscoördinatie 1/11 Algemene voorwaarden m.b.t. veiligheidscoördinatie Artikel 1. Aard en voorwerp van de opdracht. De opdrachtgever belast de coördinator-ontwerp, die aanvaardt, de coördinatietaak inzake veiligheid

Nadere informatie

Veiligheidsadvies. Veiligheidsmateriaal. Opleidingen

Veiligheidsadvies. Veiligheidsmateriaal. Opleidingen Veiligheidsmateriaal Opleidingen To B-seen bvba - www.tob-seen.be - info@tob-seen.be - 0472/81.31.21 Wetgeving KB 25 januari 2001 op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen Voor de bouwwerken moeten zogenaamde

Nadere informatie

Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba

Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba Het veiligheids- en gezondheidsplan heeft betrekking op de werken in opdracht van Bolcmans nv Het veiligheids- en gezondheidsplan bevat: - Projectgebonden

Nadere informatie

Campagne 'Lever veilig'

Campagne 'Lever veilig' Campagne 'Lever veilig' Studiedag SECURA Brussel, 25 maart 2015 Waarom deze campagne? Oorzaken van vele ongevallen in de bouw! Behandeling van materialen Behandeling van materialen p. 2 Pijlers van de

Nadere informatie

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 24/03/2017 Fase ontwerp

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 24/03/2017 Fase ontwerp COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 24/03/2017 Fase ontwerp Verslag: 1 Project: 2017-0059: Indec nv Industrieweg Noord 1188, B-3660 Opglabbeek Bouwdirecties: Veiligheidscoördinator ontwerp/uitvoeren Adres Steto

Nadere informatie

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 13/03/2017 Fase ontwerp

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 13/03/2017 Fase ontwerp COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 13/03/2017 Fase ontwerp Verslag: 1 Project: 2016-0280: bouwen van een ééngezinswoning in halfopen bebouwing Deleydtstraat zn 3400 Landen Bouwdirecties: Veiligheidscoördinator

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad

Nadere informatie

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5 Infofiche Nr. 3015 12/2017 Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1 Beschrijving Er moeten sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wastafels, toiletten, rustlokalen,...)

Nadere informatie

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5 Infofiche Nr. 3015 09/2017 Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1 Beschrijving Er moeten sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wastafels, toiletten, rustlokalen,...)

Nadere informatie

Coördinatie voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen - Toelichting over het koninklijk besluit van 19 januari 2005

Coördinatie voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen - Toelichting over het koninklijk besluit van 19 januari 2005 Coördinatie voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen - Toelichting over het koninklijk besluit van 19 januari 2005 (tekst afkomstig van website Federale Overheid www.meta.fgov.be ) I. Inleiding De regelgeving

Nadere informatie

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de keuze, de aankoop en het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen (B.S. 7.10.2013) Hoofdstuk I. - Bepalingen

Nadere informatie

Veilig werken & doen veilig werken

Veilig werken & doen veilig werken Veilig werken & doen veilig werken Inhoud Wettelijke aspecten dhr. Tom Vermeersch, R.D. TWW Oost-Vlaanderen: Veiligheids- en gezondheidsplan (veiligheidscoördinatie) Contract hoofdaannemer/onderaannemer/nevenaannemers,.

Nadere informatie

VEILIGHEIDS-EN GEZONDHEIDSPLAN: ONTWERP

VEILIGHEIDS-EN GEZONDHEIDSPLAN: ONTWERP A A N W E Z I G V E R S L A G pagina 1 van de 7 VEILIGHEIDS-EN GEZONDHEIDSPLAN: ONTWERP Datum: 23/03/2015 Coördinator ontwerp: Evelyn Notebaert Dossier: STR-7207 FARYS Uitvoeren rioolaansluiting 1. OPVOLGING

Nadere informatie

DEELNAMEFORMULIER BESTE BOUWTEAM 2017

DEELNAMEFORMULIER BESTE BOUWTEAM 2017 DEELNAMEFORMULIER BESTE BOUWTEAM 2017 Om uw deelname aan de wedstrijd het beste bouwteam 2017 te vergemakkelijken, hebben wij voor u een vragenlijst samengesteld. Door deze nauwkeurig in te vullen geeft

Nadere informatie

Risicoanalyse (RA) Overzicht. = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader. 2.

Risicoanalyse (RA) Overzicht. = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader. 2. Risicoanalyse (RA) = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1 1 W W W. Y O U R S A F E T Y I N G O O D H A N D S. B E Overzicht 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader 2. Gevaar en risico 3. Risicoinventarisatie

Nadere informatie

De coördinatie van tijdelijke of mobiele bouwprojecten Vereenvoudigd regime voor kleinere bouwwerken

De coördinatie van tijdelijke of mobiele bouwprojecten Vereenvoudigd regime voor kleinere bouwwerken De coördinatie van tijdelijke of mobiele Vereenvoudigd regime voor kleinere bouwwerken De totstandkoming van de reglementering Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen heeft een langdurig en moeilijk verloop

Nadere informatie

WERKEN MET DERDEN. WELZIJNSWET 4/08/1996 Hoofdstuk 4 Afdeling 1. ir.ph.durand

WERKEN MET DERDEN. WELZIJNSWET 4/08/1996 Hoofdstuk 4 Afdeling 1. ir.ph.durand WERKEN MET DERDEN WELZIJNSWET 4/08/1996 Hoofdstuk 4 Afdeling 1 ir.ph.durand philippe.durand@werk.belgie.be 1 Historiek -> Kaderrichtlijn 89/391/EG - 12/06/89 Veiligheid en gezondheid op het werk -> Op

Nadere informatie

Werken met derden - Wettelijk Kader

Werken met derden - Wettelijk Kader Programma Werken met derden - Wettelijk Kader Wet welzijn: hoofdstuk 4 afdeling 1 [HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepalingen betreffende werkzaamheden uitgevoerd door ondernemingen van buitenaf of door uitzendkrachten

Nadere informatie

Dossier nr. Renovatie inkomhal Colomba Kortenberg

Dossier nr. Renovatie inkomhal Colomba Kortenberg KOSTPRIJS PREVENTIEMAATREGELEN en MIDDELEN Dossier nr. 314.332 datum 20.10.2015 Renovatie inkomhal Colomba Kortenberg Omschrijving der werken en leveringen Bestekpost Gedeeltelijke totalen excl. BTW 1

Nadere informatie

VC-CS : Voor wetswijzigingen Koninklijk Besluit betreffende de Tijdelijke of Mobiele bouwplaatsen

VC-CS : Voor wetswijzigingen Koninklijk Besluit betreffende de Tijdelijke of Mobiele bouwplaatsen VC-CS : Voor wetswijzigingen Koninklijk Besluit betreffende de Tijdelijke of Mobiele bouwplaatsen Voorstellen tot wijziging van KB TMB 1. Afschaffing van de 500 m² grens De oppervlakte van een project

Nadere informatie

De registratie moet gebeuren vóór de betrokken persoon aan het werk gaat en moet dagelijks gebeuren.

De registratie moet gebeuren vóór de betrokken persoon aan het werk gaat en moet dagelijks gebeuren. Checkin@work: de hoofdlijnen Vanaf 1 oktober 2014 moet voor elke werf met een totale waarde van meer dan 800.000 niet alleen een aangifte van werken gebeuren (de vroegere werfmelding), maar moet ook elke

Nadere informatie

Deze reglementering legt sinds 1 mei 2001 drie categorieën van nieuwe verplichtingen op inzake veiligheid op de bouwplaatsen:

Deze reglementering legt sinds 1 mei 2001 drie categorieën van nieuwe verplichtingen op inzake veiligheid op de bouwplaatsen: VEILIGHEIDSCOORDINATIE REGLEMENTERING OP DE TIJDELIJKE OF MOBIELE BOUWPLAATSEN Het koninklijk besluit van 25 januari 2001, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 7 februari 2001, heeft de veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

ALGEMEEN VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN IST-GEB-HUI Provinciedomein Huizingen

ALGEMEEN VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN IST-GEB-HUI Provinciedomein Huizingen ALGEMEEN VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN IST-GEB-HUI Provinciedomein Huizingen In het kader van het K.B. betreffende de Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen van 25 januari 2001 en 19 januari 2005 Opdrachtgever:

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK NR. 351

BIJZONDER BESTEK NR. 351 OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN SINT-GILLIS BIJZONDER BESTEK NR. 351 AFWIJKINGEN Zie A, I, 5. VOORWERP VAN DE OPDRACHT. De opdracht betreft de aanpassing van de elektrische installaties

Nadere informatie

ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN VAN UITZENDKRACHTEN

ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN VAN UITZENDKRACHTEN veiligheidsberichten -0-009 009/ ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN VAN UITZENDKRACHTEN Zowel bij havenarbeid als logistieke arbeid kunnen onder bepaalde voorwaarden ook interimarbeiders tewerkgesteld

Nadere informatie

Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7)

Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7) Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7) Onderwerp Algemene veiligheidsvoorschriften. Het gebruik van de rolsteiger

Nadere informatie

8 "postinterventiedossier" : dossier waarvan de inhoud beantwoordt aan de bijlage I, deel C, en dat de voor de veiligheid en de gezondheid nuttige

8 postinterventiedossier : dossier waarvan de inhoud beantwoordt aan de bijlage I, deel C, en dat de voor de veiligheid en de gezondheid nuttige 19 JANUARI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn

Nadere informatie

ALGEMEEN VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN MACOBO

ALGEMEEN VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN MACOBO ALGEMEEN VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN MACOBO (ALGM. VGP) A VGP Algemeen Veiligheids- en GezondheidsPlan Macobo V02 1 / 32 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING...4 1.1 Doel...4 1.2 Wettelijke basis...4 1.3 Definitie

Nadere informatie

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven ADVIESVERSLAG BRANDWEER BIJ VOORONDERZOEK/BOUWAANVRAAG VOOR AARDGASVERVOERLEIDING uw kenmerk ons kenmerk datum dienst ambtenaar telefoon I. Inleiding: 1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2.

Nadere informatie

TAKEN, BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKEN VAN DE COÖRDINATOR TIJDELIJKE EN MOBIELE BOUWPLAATSEN

TAKEN, BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKEN VAN DE COÖRDINATOR TIJDELIJKE EN MOBIELE BOUWPLAATSEN TAKEN, BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKEN VAN DE COÖRDINATOR TIJDELIJKE EN MOBIELE BOUWPLAATSEN Praktische case FEITEN Plaatsing van een bodem/lucht warmtewisselaar; Diepte uitgraving : +/- 6m; Werken

Nadere informatie

ABESCO ACTIVITEITEN SITUATIES PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES RISICO'S ALGEMENE RISICO S

ABESCO ACTIVITEITEN SITUATIES PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES RISICO'S ALGEMENE RISICO S ACTIVITEITEN SITUATIES RISICO'S PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES ALGEMENE RISICO S Orde en netheid - val van personen op de begane grond - de niet onmiddellijk te gebruiken materialen en gereedschappen

Nadere informatie

MEMO. Interpretatie Arbeidsomstandighedenwet V&G-verantwoordelijkheden opdrachtgever en opdrachtnemer

MEMO. Interpretatie Arbeidsomstandighedenwet V&G-verantwoordelijkheden opdrachtgever en opdrachtnemer MEMO Interpretatie Arbeidsomstandighedenwet V&G-verantwoordelijkheden opdrachtgever en opdrachtnemer Stichting Arbeidsomstandigheden en Spoorwegveiligheid Inleiding: Binnen de Arbeidsomstandighedenwet

Nadere informatie

COORDINATIEDAGBOEK ONDERHOUDSWERKEN RIJWEGEN DIENSTJAAR 2016 HOGE WEG (GROTE MOLENWEG TOT WITVENSTRAAT) BESTEK NR. I PROVINCIE ANTWERPEN

COORDINATIEDAGBOEK ONDERHOUDSWERKEN RIJWEGEN DIENSTJAAR 2016 HOGE WEG (GROTE MOLENWEG TOT WITVENSTRAAT) BESTEK NR. I PROVINCIE ANTWERPEN PROVINCIE ANTWERPEN I-007.123 COODAGB(ONTWERP) SB3.1 V000 ARRONDISSEMENT ANTWERPEN GEMEENTE STABROEK ONDERHOUDSWERKEN RIJWEGEN DIENSTJAAR 2016 HOGE WEG (GROTE MOLENWEG TOT WITVENSTRAAT) BESTEK NR. I-007.123.

Nadere informatie

V E I L I G H E I D S & G E Z O N D H E I D S P L A N

V E I L I G H E I D S & G E Z O N D H E I D S P L A N V E I L I G H E I D S & G E Z O N D H E I D S P L A N O N D E R H O U D B E R M E N E N W A T E R G A N G E N G E M E E N T E P A P E N D R E C H T E N G E M E E N T E A L B L A S S E R D A M Fase: ontwerpfase

Nadere informatie

HOOFDSTUK IV: VOORBEREIDENDE WERKEN EN GRONDWERKEN

HOOFDSTUK IV: VOORBEREIDENDE WERKEN EN GRONDWERKEN HOOFDSTUK IV: VOORBEREIDENDE WERKEN EN GRONDWERKEN Opbraak - diversen * Opbreken verhardingen, lijnvormige elementen, (onder)fundering - handgereedschap, kraan - klemmen van ledematen - coördinatie tussen

Nadere informatie

CHECKLIST BESLOTEN RUIMTES IN WERFSITUATIES

CHECKLIST BESLOTEN RUIMTES IN WERFSITUATIES CHECKLIST BESLOTEN RUIMTES IN WERFSITUATIES Definitie van een besloten ruimte: Een besloten ruimte is een ruimte die niet geschikt is voor langdurig verblijf, die besloten is (nauwe toegang en/of moeilijke

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/14/070 BERAADSLAGING NR. 14/031 VAN 6 MEI 2014 INZAKE DE TOEGANG TOT DE GEGEVENSBANK AANWEZIGHEIDSREGISTRATIE

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG16/187 BERAADSLAGING NR. 14/031 VAN 6 MEI 2014, GEWIJZIGD OP 6 SEPTEMBER 2016, INZAKE DE TOEGANG TOT DE

Nadere informatie

Bouwkundige renovatiewerken aan gemaal Boekhoute

Bouwkundige renovatiewerken aan gemaal Boekhoute Vlaamse Milieumaatschappij Afdeling Operationeel Waterbeheer buitendienst Gent R. de Larochelaan 1 9051 Gent OFFERTEFORMULIER Bestek nr.: L 2015 R 0002 G - De ondergetekende (naam en voornamen) :... Hoedanigheid

Nadere informatie

1. Organisatie veiligheid, gezondheid en milieu:

1. Organisatie veiligheid, gezondheid en milieu: 1. Organisatie veiligheid, gezondheid en milieu: De veiligheidscoördinator heeft op de werf de leiding over de coördinatie van veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu voor het geheel van de werkzaamheden.

Nadere informatie

KU LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W7942 INBRAAKBEVEILIGING GELIJKVLOERS DEEL A

KU LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W7942 INBRAAKBEVEILIGING GELIJKVLOERS DEEL A KU LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W7942 INBRAAKBEVEILIGING GELIJKVLOERS DEEL A Gebouwnr. 336-01 Gebouw : Plantkunde Adres : Kasteelpark Arenberg 31, 3001 Heverlee Ordernummer: 2100153948

Nadere informatie

C AANLEVERING VAN DOCUMENTEN 7 C1 Bij inschrijving 7 C2 Tijdens de werken 7 C3 Bij voorlopige oplevering 8

C AANLEVERING VAN DOCUMENTEN 7 C1 Bij inschrijving 7 C2 Tijdens de werken 7 C3 Bij voorlopige oplevering 8 Onze ref. 121V-Vlaamse Gemeenschapscommissie-Bestekveiligheid-0705-FM.doc - 1/13 audits procesregie projectondersteuning speciale technieken technisch advies veiligheidscoördinatie B E S T E K V E I L

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/16/121 BERAADSLAGING NR. 13/088 VAN 3 SEPTEMBER 2013, GEWIJZIGD OP 7 JUNI 2016, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING

Nadere informatie

Intern transport. Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015

Intern transport. Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015 Intern transport Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015 MiVeDi bvba Ignaas Crombez Preventiedeskundige - milieucoördinator Tel 32-50-816244 - Fax 32-50-816312 Email ignaas.crombez@mivedi.be inhoud Intern verkeer

Nadere informatie

Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota

Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota VL/NB Brussel, 10 oktober 2013 Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota Er is een nieuwe wettekst verschenen. Het gaat over: Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene

Nadere informatie

KU LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W55038 ONDERZOEK NAAR EN UITVOEREN VAN WIJZIGINGEN DEEL A

KU LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W55038 ONDERZOEK NAAR EN UITVOEREN VAN WIJZIGINGEN DEEL A VGP deel A - 1/3 KU LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W55038 ONDERZOEK NAAR EN UITVOEREN VAN WIJZIGINGEN DEEL A Gebouwnr. 334-30 Gebouw : Instituut Burgerlijke Bouwkunde Adres : Kasteelpark

Nadere informatie

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Met betrekking tot de vraag over valkeuringsmiddelen in de Vraagbaak is onderstaande wetgeving relevant: Artikel 7.4a. Keuringen 1.Een arbeidsmiddel waarvan de veiligheid

Nadere informatie

KWALITEITSZORGSYSTEEM VOOR DE WERF

KWALITEITSZORGSYSTEEM VOOR DE WERF KWALITEITSZORGSYSTEEM VOOR DE WERF I. Inleiding Het kwaliteitszorgsysteem voor de werf is een belangrijk onderdeel van de traceerbaarheidsprocedure van de vzw Tracimat. Het heeft betrekking op de selectieve

Nadere informatie

Workshop infodag contactpersonen & directie

Workshop infodag contactpersonen & directie Werken in een besloten ruimte. Workshop infodag contactpersonen & directie 1 Problematiek: Probleemstelling Personeel + leerlingen klagen over geurhinder in de toiletten. De preventieadviseur en de arbeidsgeneesheer

Nadere informatie

Voorstelling Code Jo De Jonghe Expert, Health & Prevention

Voorstelling Code Jo De Jonghe Expert, Health & Prevention Voorstelling Code Jo De Jonghe Expert, Health & Prevention Opbouw van de code Besloten ruimtes Risico s Aanpak Maatregelen Praktisch Toezicht en Redding Besloten ruimtes 3 Wat is een besloten ruimte? Regelgeving?

Nadere informatie

Samenwerken met onderaannemers. ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen

Samenwerken met onderaannemers. ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen Samenwerken met onderaannemers ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen Hoofdstuk IV, Afdeling 1: werken met derden Hoofdstuk V: tijdelijke of mobiele bouwplaatsen KB tijdelijke of

Nadere informatie

DOSSIER: hsreno02 lot 4 elektr. GDR-architecten bvba tel. 09/331.57.90 info@gdr-architecten.be DATUM:31/01/2012

DOSSIER: hsreno02 lot 4 elektr. GDR-architecten bvba tel. 09/331.57.90 info@gdr-architecten.be DATUM:31/01/2012 DEEL 0 - AANNEMING / WERF INHOUDSOPGAVE 00. INLEIDING / ALGEMEEN... 2 00.10. voorwoord - algemeen... 2 00.20. uitgangspunten - algemeen... 2 00.30. structuur & opvatting - algemeen... 2 00.40. gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

RAPPORT RF SV 004.PID.03n (31/07/2004)

RAPPORT RF SV 004.PID.03n (31/07/2004) RAPPORT RF SV 004.PID.03n (31/07/2004) AQUAFIN nv Ing. Tom Deweirdt Dijkstraat, 8 B-2630 AARTSELAAR Onze referentie: A20151102-76829-01 Datum van overdracht: 2/11/2015 Dactylo-datum: 31/10/2015 RPU Veiligheidscoördinator:

Nadere informatie

INSCHRIJVINGSFORMULIER BIJZONDER BESTEK NR.2006/VGC/wsch/002/Sint Ur sula

INSCHRIJVINGSFORMULIER BIJZONDER BESTEK NR.2006/VGC/wsch/002/Sint Ur sula INSCHRIJVINGSFORMULIER BIJZONDER BESTEK NR.2006/VGC/wsch/002/Sint Ur sula Onderwerp : Basisschool Sint Ursula Dieudonné Lefévrestraat 41 te 1020 Brussel (Laken) Leveren en plaatsen van een tweedehands

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 143 van 19 juni 2009 over het ontwerp van koninklijk besluit

Nadere informatie

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE Brandpreventie op de arbeidsplaatsen PRINCIPE De nieuwe wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (KB van 28 maart 2014) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen

Nadere informatie

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN In het kader van het K.B. betreffende de Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen van 25 januari 2001 en 19 januari 2005 Onderwerp N744 Noordlaan aanleg fietspad Adres: Tussen

Nadere informatie

(Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte

(Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte (Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte Infodag contactpersonen & directie Rodolf Broers Karen Brems 1 Probleemstelling In de school meldt een aannemer zich aan om te komen bekijken welke sanitaire werken

Nadere informatie