Op Zoek naar Predictoren van Comorbide Internaliserende Problematiek. bij Adolescenten met ADHD

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Op Zoek naar Predictoren van Comorbide Internaliserende Problematiek. bij Adolescenten met ADHD"

Transcriptie

1 Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Afdeling Psychologie Op Zoek naar Predictoren van Comorbide Internaliserende Problematiek bij Adolescenten met ADHD Geschreven door: Laura Cox Studentnummer: Afstudeerrichting: Begeleidster: Programmagroep: Gezondheidszorgpsychologie Drs. Bianca Boyer Klinische Ontwikkelingspsychologie Inleverdatum: 14 december 2011

2

3 Met dank aan Drs. Bianca Boyer, Drs. Saskia Nyst, alle onderzoeksassistenten van ADHD Trainingen Amsterdam en natuurlijk mijn ouders.

4 Abstract - Wanneer er naast ADHD sprake is van internaliserende problematiek, lijkt dit zowel het dagelijks functioneren als de behandelresultaten en prognoses te beïnvloeden. Kennis omtrent predictoren van deze problematiek is dan ook van belang voor optimale behandeling. De aanwezigheid van angst- en depressieve stoornissen werd onderzocht bij 106 proefpersonen van twaalf tot zeventien jaar, gediagnosticeerd met ADHD. Middels post-hoc analyses is gekeken of de ontwikkeling van deze comorbide stoornissen voorspeld werd door sekse, leeftijd, het subtype- of de ernst van ADHD. Sekse blijkt een predictor: Vrouwelijke proefpersonen rapporteren meer angst- en depressieve symptomen. Ernst van ADHD lijkt het ontstaan van comorbide angstsymptomen te voorspellen. Echter, slechts 6,9% van de proefpersonen rapporteert daadwerkelijk een comorbide stoornis, waardoor voorzichtigheid is geboden bij de interpretatie van de resultaten. Key words - Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD), Adolescenten, Comorbiditeit, Depressie, Angst. 4

5 Inhoudsopgave ABSTRACT... 4 INLEIDING... 6 METHODE PROEFPERSONEN MATERIAAL PROCEDURE RESULTATEN DISCUSSIE LITERATUURLIJST

6 Op Zoek naar Predictoren van Comorbide Internaliserende Problematiek bij Adolescenten met ADHD Attention-deficit/hyperactivity disorder - beter bekend als ADHD - is één van de meest gediagnosticeerde stoornissen bij personen tot 18 jaar (Weiss & Murray, 2003). Volgens de diagnostische criteria van de DSM-IV-TR (2000), is er sprake van ADHD bij een aanhoudend patroon van onoplettendheid, hyperactiviteit/impulsiviteit of beide. Deze symptomen moeten problematisch zijn, optreden gedurende een tijdsperiode van ten minste zes maanden en in ernstiger vorm optreden dan bij andere personen met een vergelijkbaar ontwikkelingsniveau (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, 4th ed., text rev.; American Psychiatric Association, 2000). In de DSM-IV worden drie subtypen onderscheiden: Allereerst het overwegend hyperactief-impulsieve type, ADHD-hy, waarbij sprake is van ernstige en aanhoudende hyperactiviteit en impulsiviteit. Dit subtype komt voornamelijk voor bij jonge kinderen. Het tweede subtype is het overwegend onoplettendheidtype, ADHD-i, gekenmerkt door ernstige en aanhoudende aandachtsproblemen. Dit subtype is beter bekend als ADD, hoewel deze aanduiding formeel niet meer wordt gebruikt sinds de introductie van DSM-IV. De prevalentie van dit subtype neemt toe naarmate men ouder wordt; symptomen van hyperactiviteit nemen meestal af en aandachtproblematiek treedt wat meer op de voorgrond. Tot slot het gecombineerde subtype, ADHD-c, waarbij zowel symptomen van onoplettendheid als van hyperactiviteit aanwezig zijn. Dit subtype heeft de hoogste prevalentie (Spencer, Biederman, & Mick, 2007). Van alle kinderen wereldwijd is zo n 4 tot 7% gediagnosticeerd met ADHD. Hiervan is ongeveer 70% van het mannelijk geslacht. Dit percentage wordt mogelijk beïnvloed door een zogenaamde referral bias: het overwegend onoplettendheidtype ADD wordt voornamelijk bij meisjes vastgesteld. Doordat dit dromerige en teruggetrokken gedrag minder opvallend is dan het drukke gedrag behorende bij de subtypen met hyperactiviteit, worden meisjes in verhouding minder vaak gediagnosticeerd met deze stoornis. Het is echter mogelijk dat ADHD bij beide seksen even vaak voorkomt, maar in een verschillende verschijningsvorm (Weiss & Murray, 2003)

7 Bij ruim de helft zo n 65% - van de kinderen gediagnosticeerd met ADHD, persisteert de stoornis tot in de adolescentie. Bij 30% duurt deze stoornis voort tot in de volwassenheid (Wolraich, 2005). Desondanks werd het lange tijd beschouwd als een ontwikkelingsstoornis die voornamelijk bij kinderen voorkomt (Weiss & Murray, 2003). Dit heeft tot gevolg dat het grootste deel van zowel onderzoek als behandelingen gericht is op kinderen met ADHD. Uit dergelijk onderzoek blijkt dat er bij deze stoornis vaak sprake is van comorbiditeit: Dit betreft de gelijktijdige aanwezigheid van meer dan één psychiatrische stoornis (Byun et al., 2006). Meer dan de helft van alle kinderen met ADHD lijdt aan één of meer comorbide stoornissen: 78% heeft één comorbide stoornis, 33% heeft naast ADHD nog twee stoornissen. Veel voorkomende comorbide stoornissen zijn agressieve gedragsstoornissen, voornamelijk oppositioneel opstandige- en antisociale gedragsstoornissen (ODD en CD). Ook angst- en stemmingsstoornissen komen vaak voor bij kinderen met ADHD (Spencer, Biederman, & Mick, 2007). Uit longitudinaal onderzoek blijkt dat deze kinderen meer sociale, emotionele en psychologische problemen ervaren dan leeftijdsgenoten zonder ADHD (Jensen et al., 2000). Het huidige onderzoek richt zich uitsluitend op comorbide angst en depressie. Een depressieve stoornis wordt gekenmerkt door chronische neerslachtigheid, interesseverlies, anhedonie, vermoeidheid en veranderingen in de eetlust. Angststoornissen zijn vrij heterogeen, maar worden in het algemeen gekenmerkt door een verhoogd gevoel van spanning, onzekerheid, vermijding, paniek en chronische angstgevoelens (Jensen et al., 2000). Deze internaliserende stoornissen kennen een relatief hoge prevalentie bij kinderen met ADHD. Zo blijkt uit onderzoek van Byun et al. (2006) dat 38% van de kinderen naast ADHD een depressieve stoornis heeft. Circa 30% lijdt aan een comorbide angststoornis. Over de prevalentie bij adolescenten met ADHD is nog weinig bekend. Een studie naar comorbide depressie rapporteert een toename in prevalentie; van 29% op elfjarige leeftijd naar 45% op vijftienjarige leeftijd (Spencer, Biederman, & Mick, 2007). Het belang van onderzoek naar internaliserende problematiek bij adolescenten met ADHD, blijkt allereerst uit onderzoek van de American Academy of Pediatrics (2000): Zij vonden dat psychosociale problemen en stress - zoals conflicten, problemen op school en sociale isolatie - bij jongeren tot de belangrijkste redenen behoren om suïcide te plegen. Suïcide is een steeds belangrijkere - 7 -

8 doodsoorzaak bij personen van 15 tot 25 jaar. Bij adolescenten met ADHD blijkt dit vaker voor te komen dan bij adolescenten zonder deze stoornis (Lara et al., 1994), wat mogelijk gerelateerd is aan de verhoogde kans op comorbide psychiatrische stoornissen, als angst en depressie. Dergelijke problemen in combinatie met de impulsiviteit - welke vaak gepaard gaat met ADHD verhogen de kans op suïcide(pogingen) (Lewinson, Rohde, & Seeley, 1993 ; James, Lai, & Dahl, 2004). Ook het grootschalig onderzoek van Jensen et al. (2000) onderstreept het belang van dit onderzoek: Uit de resultaten blijkt dat kinderen met ADHD en comorbide angstsymptomen substantieel verschillen van kinderen met enkel ADHD. Comorbide angst wordt in dit onderzoek beschreven als een modererende variabele, met betrekking tot behandeluitkomst. Kinderen met ADHD en comorbide angst reageerden in het algemeen beter op behandeling dan kinderen met enkel ADHD. De reden hiervan is nog onbekend. Deze onderzoekers stellen dat er bij ADHD en comorbide angst mogelijk kwalitatieve verschillen bestaan in termen van etiologische processen en ontwikkeling. Dit lijkt ondersteund door onderzoek van zowel Urman et al. (1995, aangehaald in Jensen et al., 2000) als Bowen et al. (2008), waaruit blijkt dat kinderen met ADHD en comorbide angst andere fysiologische reacties vertonen op medicatie (Methylfenidaat, ofwel Ritalin ) dan kinderen met enkel ADHD. De verschillen tussen pure ADHD, en ADHD in combinatie met andere stoornissen dienen nader te worden onderzocht. In de huidige studie zal de prevalentie van comorbide angst en depressie bij adolescenten met ADHD worden onderzocht. Daarnaast wordt getracht predictoren van deze problematiek te bepalen. Kennis omtrent predictoren is van essentieel belang voor een effectieve behandeling. Wanneer risicofactoren voor het ontwikkelen van comorbide internaliserende problematiek bekend zijn, kunnen kwetsbare cliënten eerder worden gesignaleerd. Dit stelt behandelaren mogelijk in staat de ontwikkeling van zo n stoornis in de kiem te smoren. Predictoren van internaliserende problematiek zijn bij de gezonde populatie reeds veelvuldig onderzocht. Om een beter beeld te krijgen van internaliserende problematiek bij adolescenten met ADHD, zal de rol van een viertal mogelijke predictoren worden onderzocht. Deze zijn geselecteerd omdat zij op basis van de onderzoeksliteratuur het meest plausibel lijken. Onderzocht wordt in hoeverre leeftijd, sekse, het subtype- en de ernst van ADHD, een rol spelen bij het ontstaan van comorbide - 8 -

9 internaliserende problematiek bij adolescenten met ADHD. Per variabele zal worden toegelicht met welke reden deze werd meegenomen in het onderzoek. De variabele leeftijd is meegenomen in de analyse vanwege de eerder besproken tekortkoming in de huidige literatuur: Er is vrijwel uitsluitend onderzoek gedaan naar ADHD bij kinderen, terwijl deze stoornis ook bij adolescenten een relatief hoge prevalentie kent. Onderzoek naar internaliserende problematiek bij adolescenten met ADHD is nodig: Uit grootschalig Amerikaans onderzoek blijkt dat er bij adolescenten zonder primaire psychopathologie, rond het veertiende levensjaar een duidelijke piek bestaat in het ontstaan van psychische stoornissen. Deze piek lijkt gerelateerd aan ongebruikelijke of extreme rijpingsprocessen in de hersenen, welke in de pubertijd plaatsvinden (Jensen et al., 2000). Onderzocht wordt, of deze piek ook zichtbaar is bij adolescenten met ADHD. Wanneer dit het geval blijkt, vormt het een belangrijk aandachtspunt bij de behandeling van adolescenten met ADHD. Een tweede variabele die wordt meegenomen, is sekse. Het ontstaan van internaliserende problematiek lijkt bij de gezonde populatie te pieken in de pubertijd. Een depressieve stoornis blijkt vóór de pubertijd even vaak voor te komen bij jongens als bij meisjes. Deze piek in de prevalentie lijkt echter het sterkst zichtbaar bij meisjes. Ook de kans op terugval na een depressieve episode blijkt groter bij personen van het vrouwelijk geslacht (Angold, Costello, & Worthman, 1998 ; Birmaher et al., 2004). Over het algemeen wordt gesteld dat vrouwen gevoeliger zijn voor het ontwikkelen van internaliserende stoornissen dan mannen (Birmaher et al., 2004). Deze resultaten zijn echter afkomstig van onderzoek naar personen zonder primaire psychische stoornissen. Onderzocht wordt in hoeverre deze bevindingen generaliseerbaar zijn naar adolescenten gediagnosticeerd met ADHD. De derde variabele die wordt meegenomen, is het ADHD-subtype. Doordat ADHD een heterogene stoornis is, kunnen er grote verschillen bestaan tussen de subtypen. Zo verschillen personen gediagnosticeerd met ADHD doorgaans aanzienlijk van personen met ADD. Onderzoek naar verschillen in internaliserende problematiek laat een sterk wisselend beeld zien: In de jaren 90 van de vorige eeuw rapporteerden onderzoekers dat personen met ADD meer internaliserende problematiek vertoonden dan personen met ADHD. Destijds was men dan ook van mening dat ADD beter tot de internaliserende stoornissen gerekend kon worden, dan tot de externaliserende (Barkley, 2001). Meer recent onderzoek vond dat kinderen met ADHD en ADD een gelijke mate van internaliserende problematiek rapporteren - 9 -

10 (Eiraldi, Power, & Nezu, 1997 ; Faraone, Biederman, Weber, & Russell, 1998 ; Morgan, Hynd, Riccio, & Hall, 1996). Deze bevindingen worden echter tegengesproken door onderzoek uit het begin van deze eeuw, waar personen met ADHD meer comorbide internaliserende problematiek rapporteren dan degenen met ADD. Deze bevindingen bereiken echter in de meeste gevallen geen statistische significantie (Spencer, Biederman, & Mick, 2007 ; Schatz & Rostain, 2006). Deze discrepantie in onderzoeksresultaten kan volgens Power et al. (2002) verklaard worden door enkele factoren: Allereerst stamt het onderzoek dat duidelijk verschil vond tussen ADD en ADHD - uit de tijd waarin vrijwel ieder onderzoek gebruik maakte van de diagnostische criteria van de DSM-III (1980) voor het diagnosticeren van proefpersonen. Meer recent onderzoek - dat gebruik maakt van de DSM-IV (2000) - geeft andere resultaten. Dit wordt mogelijk veroorzaakt door veranderingen in de diagnostische criteria van ADHD: In de DSM-III werd het concept impulsiviteit gekoppeld aan aandachtsproblematiek - ofwel onoplettendheid - en gescheiden van hyperactiviteit. In de DSM-IV daarentegen, wordt impulsiviteit juist gekoppeld aan hyperactiviteit en gescheiden van aandachtsproblematiek. Deze verschillende indeling draagt mogelijk bij aan het verschil in bevindingen; de subtypen zijn immers niet meer vergelijkbaar. Wanneer deze verklaring juist is, lijkt impulsiviteit te correleren met internaliserende problematiek. Dit impliceert dat - binnen het huidige onderzoek - de proefpersonen gediagnosticeerd met ADHD meer comorbide internaliserende symptomen zullen rapporteren dan degenen met ADD. Een andere mogelijke oorzaak van het verschil in onderzoeksresultaten, betreft een te zwart-witte subtypering. Er bestaat (te) veel heterogeniteit binnen de subtypen. Kinderen kunnen worden gediagnosticeerd met ADD terwijl ze diverse symptomen van hyperactiviteit vertonen. Bijvoorbeeld wanneer ze vijf in plaats van zes hyperactiviteitsymptomen vertonen en op die manier net onder de drempelwaarde van een ADHD-diagnose blijven steken. Mogelijk vertroebelt dit de resultaten, doordat het lastig is te achterhalen aan hoeveel symptomen de proefpersonen voldoen. Om die reden wordt in het huidige onderzoek het aantal symptomen meegenomen in de analyse, als operationalisatie van de ernst van ADHD. Middels een post-hoc analyse wordt gekeken welk van de genoemde predictoren in verband kan worden gebracht met het ontstaan van comorbide internaliserende symptomen bij adolescenten met

11 ADHD. De aanwezigheid van internaliserende problematiek wordt gemeten middels twee zelfrapportage vragenlijsten - de SCARED-NL en CDI - welke de aanwezigheid van respectievelijk angst- en depressieve symptomen meten. Deze vragenlijsten zullen later worden toegelicht. In het huidige onderzoek wordt onder comorbide internaliserende problematiek enkel comorbide angst en depressie verstaan, aangezien deze internaliserende stoornissen bij personen met ADHD de hoogste prevalentie lijken te hebben. Op basis van bovenstaande literatuurstudie ontstaat er een viertal verwachtingen wat betreft de resultaten van dit onderzoek: - Het ontstaan van internaliserende problematiek piekt bij adolescenten met ADHD rond de leeftijd van veertien jaar. - Meisjes gediagnosticeerd met ADHD rapporteren meer internaliserende symptomen dan jongens gediagnosticeerd met deze stoornis. - Adolescenten gediagnosticeerd met het gecombineerde subtype (ADHD) rapporteren meer internaliserende symptomen dan degenen met het overwegend onoplettendheidtype (ADD). - Er bestaat een positieve relatie tussen het aantal ADHD-symptomen en de mate van gerapporteerde internaliserende problematiek. Aangezien alle proefpersonen in het onderzoek gediagnosticeerd zijn met ADHD en er gebruik wordt gemaakt van zelfrapportage vragenlijsten, moet er rekening worden gehouden met een mogelijke bias in de resultaten: Uit onderzoek blijkt dat kinderen met ADHD geneigd zijn de eigen capaciteiten te overschatten. Om gediagnosticeerd te worden met ADHD moet er sprake zijn van functionele beperkingen op minimaal twee levensdomeinen. Gezien de aanwezigheid van deze beperkingen, zou men verwachten dat dit gepaard gaat met een negatiever zelfbeeld en minder zelfvertrouwen dan kinderen zonder deze stoornis. Toch blijkt vaak het tegendeel waar: Het zelfbeeld van kinderen met ADHD is vaak aanzienlijk positiever dan objectieve prestatiemetingen, of beoordelingen van ouder of leerkracht. Dit fenomeen wordt ook wel de Positive Illusory Bias (PIB) genoemd. Het bestaan hiervan wordt door meerdere onderzoeken bevestigd (Owens, Goldfine, Evangelista, Hoza, & Kaiser, 2007 ; Hoza, Pelham, Dobbs, Owens, & Pillow, 2002). De PIB wordt gedefinieerd als een overschatting van eigen capaciteiten en competenties. Kinderen met ADHD blijken hun capaciteiten significant sterker te overschatten dan kinderen zonder ADHD. Beide hebben een vergelijkbaar zelfbeeld, terwijl kinderen met ADHD over het

12 algemeen aanzienlijk slechter presteren. De meeste jonge kinderen zijn geneigd hun capaciteiten te overschatten en vertonen een onrealistische mate van optimisme. Een iets mildere, positieve overschatting is zichtbaar bij volwassenen met ADHD. Het lijkt dus aannemelijk dat dit fenomeen ook optreedt bij adolescenten, maar mogelijk in mindere mate dan bij kinderen. De mate van overschatting lijkt naast leeftijd ook beïnvloed te worden door de aanwezigheid van comorbide internaliserende problematiek. Zo blijkt uit onderzoek van Hoza et al. (2002) dat kinderen die naast ADHD ook depressieve symptomen vertonen, een lager zelfbeeld hebben dan degenen met enkel ADHD. Om te controleren op de aanwezigheid van PIB wordt een oudervragenlijst - de Child Behavior Checklist- meegenomen in het onderzoek. Hierin wordt de ouders gevraagd de mate van angst- en depressieve symptomen van hun kind te beoordelen. Deze resultaten worden vervolgens vergeleken met de resultaten van de CDI en SCARED-NL vragenlijsten, welke door de adolescent zelf zijn ingevuld. Er bestaan aanwijzingen voor een PIB wanneer de adolescent een positievere beoordeling geeft, en dus minder internaliserende problematiek rapporteert dan de ouder(s)

13 Methode Proefpersonen De data, gebruikt in deze studie, zijn afkomstig van een grootschalig onderzoek naar twee nieuwe trainingen voor adolescenten met ADHD. Het onderzoek, genaamd ADHD Trainingen Amsterdam (ATA), is wereldwijd het grootste onderzoek naar ADHD bij adolescenten. Er participeren 106 proefpersonen, afkomstig van 16 verschillende GGZ- instellingen. Hier kunnen speciaal getrainde therapeuten hun cliënten aanmelden voor deelname aan deze trainingen. Ook de ouders, of adolescenten zelf kunnen zich opgeven via de website, Voorafgaand aan de training, vindt er een meting plaats met zowel de ouder(s) als de adolescent. Op basis van deze voormeting wordt gekeken of de adolescent voldoet aan de inclusiecriteria van het ATA-onderzoek: Er wordt nagegaan of de adolescent daadwerkelijk gediagnosticeerd kan worden met ADHD en of hij tussen de 12 en 17 jaar oud is. Daarnaast moet de adolescent middelbaar onderwijs volgen, de Nederlandse taal spreken en beschikken over een IQ van minimaal 80. Verder mag er geen sprake zijn van comorbide verslavingsproblematiek, predominante gedragsstoornissen, een Autisme Spectrum Stoornis of hevige stemmingsstoornissen met kans op crises of suïcide. Het huidige onderzoek richt zich uitsluitend op data afkomstig van deze eerste meting Materiaal De gebruikte materialen zijn onderverdeeld op basis van hun functie: Allereerst zal het materiaal worden toegelicht, dat gebruikt is om vast te stellen of de proefpersonen voldoen aan de inclusiecriteria. Later wordt uiteengezet hoe de verschillende predictoren zijn gemeten. Tot slot worden de vragenlijsten besproken die door de ouder en adolescent zijn ingevuld om de mate van internaliserende problematiek te onderzoeken

14 Inclusiecriteria Om vast te stellen of de proefpersoon voldoet aan de inclusiecriteria, wordt tijdens de voormeting nagegaan of de adolescent gediagnosticeerd kan worden met ADHD. Dit is gedaan middels een diagnostisch interview - Diagnostic Interview Schedule for Children, Nederlandse vertaling (DISC- IV) welke is afgenomen bij de ouder(s) van de adolescent. Dit is een gestructureerd interview, gebaseerd op de diagnostische criteria van de DSM-IV. De module gedragsstoornissen wordt gebruikt om ADHD te diagnosticeren. Deze module telt 111 ja/nee-vragen, als; Het afgelopen jaar ( dus sinds [noem huidige maand] vorig jaar), vond het toen vaak moeilijk om [zijn/haar] aandacht te houden bij wat [hij/zij] aan het doen was, terwijl er andere dingen gebeurden? Deze vragen worden mondeling afgenomen door een getrainde onderzoeksassistent. De module voor het vaststellen van ADHD heeft een test-hertest betrouwbaarheid van 0.79 en validiteit van 0.70 (Shaffer, Fisher, Lucas, Dulcan, & Schwab-Stone, 2000). Om een schatting te maken van het intelligentieniveau van de adolescent wordt een verkorte versie van de Wechsler Intelligence Scale for Children (WISC-III-NL) afgenomen, bestaande uit de subtests blokpatronen en woordkennis. Op basis van de prestaties op deze twee subtests, kunnen voldoende betrouwbare inschattingen worden gemaakt van het totale IQ (Legerstee, Reijden - van der - Lakeman, Lechner - Noort, van der, & Ferdinand, 2004). Gestart wordt met de subtest blokpatronen, waarbij de adolescent met tweekleurige blokjes een aantal afgebeelde, geometrische figuren moet naleggen. De subtest woordkennis wordt mondeling afgenomen. Hierbij moet de adolescent de betekenis beschrijven van 35 woorden, in toenemende moeilijkheidsgraad. Een voorbeelditem van deze subtest is de vraag: Wat is een hiërarchie? De ruwe score van beide subtests wordt vervolgens omgescoord naar een totaalscore, welke een inschatting geeft van het IQ. Een inclusiecriterium voor deelname aan het onderzoek is een IQ van minimaal

15 Predictoren Zowel het geslacht als de leeftijd van de proefpersoon is vastgesteld aan de hand van de intakegegevens. Uit de data afkomstig van het diagnostisch interview (DISC) kan worden vastgesteld met welk ADHD-subtype hij of zij gediagnosticeerd kan worden. Deze data worden tevens gebruikt om vast te stellen hoeveel ADHD-symptomen de proefpersoon vertoont. Op die manier is de ernst van ADHD geoperationaliseerd. Internaliserende problematiek De mate van internaliserende problematiek wordt gemeten met behulp van drie vragenlijsten; de SCARED-NL, CDI en CBCL. Deze zullen nader worden toegelicht. De eerste twee vragenlijsten worden door de adolescent zelf ingevuld tijdens de voormeting. De laatstgenoemde vragenlijst wordt thuis ingevuld door de ouder(s). Om (symptomen van) angststoornissen te meten, is gebruik gemaakt van de SCARED- NL vragenlijst. Dit is een Nederlandse bewerking van Screen for Child Anxiety Related Emotional Disorders; een vragenlijst voor kinderen en adolescenten van 7 tot 20 jaar (Muris, Bodden, Hale, & Birmaher, 2007). Deze vragenlijst is gebaseerd op de diagnostische criteria van de DSM-IV. De items kunnen worden onderverdeeld over zeven subschalen met betrekking tot de verschillende angststoornissen in de DSM-IV: Separatieangst-stoornis, paniekstoornis, specifieke fobie, obsessiefcompulsieve stoornis, posttraumatische- of acute stressstoornis en gegeneraliseerde angststoornis. De vragenlijst telt 69 stellingen waarbij de proefpersoon moet aangeven in hoeverre dit op hem/haar van toepassing is, door te antwoorden met nooit/bijna nooit, soms of vaak. Deze antwoorden scoren respectievelijk nul, één of twee punten. Hiermee loopt het bereik van de ruwe score van 0 tot 138; een hoge score geeft een hoge mate van gerapporteerde angstsymptomen weer. De volgende stelling is afkomstig uit de vragenlijst: Als het onweert, word ik bang. Hiermee wordt de mogelijke aanwezigheid van een specifieke fobie gemeten. Zo zijn er per subschaal een aantal stellingen waarmee de aanwezigheid wordt gemeten van (symptomen van) de betreffende stoornis. De ruwe scores kunnen via een website worden omgescoord tot normscores ( In de literatuur wordt de interne consistentie van deze vragenlijst gerapporteerd met een Cronbach s Alpha van 0.93 (Hale,

16 Raaijmakers, Muris, & Meeus, 2005). De begripsvaliditeit van de SCARED-NL is beoordeeld als zijnde goed. De betrouwbaarheid en de criteriumvaliditeit zijn voldoende (Commissie Testaangelegenheden Nederland, COTAN, 2007). De aanwezigheid van een depressieve stemming wordt gemeten met behulp van de CDI. Dit is de Nederlandse bewerking van de Child Depression Inventory, een vragenlijst voor kinderen en adolescenten van 8 tot 18 jaar (Timbremont, Braet, & Roelofs, 2008). De vragenlijst telt 27 items, welke een symptoom in oplopende ernst beschrijven. Hierbij moet de adolescent aangeven welk van de drie beschrijvingen het meest op hem/haar van toepassing is. De beschrijving waaruit afwezigheid van het symptoom blijkt, geeft een score van nul. Wanneer er sprake is van milde aanwezigheid scoort men één punt en wanneer er duidelijk sprake is van aanwezigheid van een symptoom scoort men twee punten. De totaalscore geeft weer in hoeverre er sprake is van een depressieve stemming. De minimale score is nul, wanneer de proefpersoon aangeeft dat geen enkel symptoom aanwezig is. Wanneer de proefpersoon bij iedere vraag aangeeft dat er duidelijk sprake is van het genoemde symptoom, zal hij de maximale score van 54 punten behalen. De CDI hanteert een klinische cut-off van 19 punten: Wanneer de adolescent 19 punten of meer scoort, wordt er gesproken van een depressie (Saylor, Finch, Spirito, & Bennet, 1984). Een voorbeeld van een CDI-item is: Ik ben soms verdrietig, Ik ben vaak verdrietig of Ik ben altijd verdrietig, welke een score oplevert van respectievelijk 0, 1 of 2 punten. De betrouwbaarheid en begripsvaliditeit van deze vragenlijst zijn beoordeeld als voldoende. De criteriumvaliditeit werd wegens gebrek aan onderzoek - als onvoldoende beoordeeld (COTAN, 2009). De Child Behavior Checklist (CBCL) wordt ingevuld door een ouder of verzorger. Deze vragenlijst telt 140 items, waarmee de emotionele- en gedragstoestand van de adolescent in het afgelopen half jaar wordt bevraagd. De items kunnen worden verdeeld over de volgende syndroomschalen: Externaliserende problematiek, internaliserende problematiek, sociale-, denk- en aandachtsproblemen. In het huidige onderzoek is enkel gekeken naar de internaliserende syndroomschaal, welke weergeeft in hoeverre de ouder of verzorger veronderstelt dat de adolescent internaliserende symptomen vertoont. De internaliserende syndroomschaal bestaat uit drie subschalen, namelijk Teruggetrokken, Lichamelijke klachten en Angstig/depressief. Enkel de laatste subschaal wordt meegenomen in de analyse, omdat

17 deze het meest overeenkomt met de items van de CDI- en SCARED-NL- vragenlijst. De subschaal Angstig/depressief bestaat uit 14 stellingen, zoals: Voelt zich waardeloos of minderwaardig, welke gescoord wordt met nul wanneer hiervan geen sprake is. Wanneer hier soms of een beetje sprake van is, scoort men één punt. Wanneer dit duidelijk of vaak het geval is, scoort men twee punten. De CBCL is beoordeeld als voldoende betrouwbaar: De begripsvaliditeit is beoordeeld als goed en de criteriumvaliditeit als voldoende (COTAN, 1996). Procedure Voorafgaand aan de ATA-training vond een voormeting plaats bij de instelling waar ook de training zou plaatsvinden. Zowel ouder(s) als adolescent waren bij deze meting aanwezig. De voormeting werd uitgevoerd door twee onderzoeksassistenten van de UvA. Eén van de onderzoekassistenten gaf een korte uitleg over het verloop van de voormeting en de training in het algemeen, waarna het informed consent werd getekend en eventuele vragen werden beantwoord. Daarna werden ouder en kind gescheiden en ging de voormeting van start. Bij de ouder werd het diagnostisch interview (DISC) afgenomen. Bij de adolescent werd gestart met twee subtests van de WISC-III intelligentietest. Allereerst werd de performale subtest blokpatronen afgenomen, gevolgd door de verbale subtest woordenschat. De verdere testbatterij bestaat uit een aantal taken welke niet relevant zijn voor het huidige onderzoek. Naast deze taken werd er een aantal vragenlijsten afgenomen, waaronder de CDI en SCARED-NL. De gehele voormeting duurde zo n twee uur. Na afloop ontving de adolescent een klein presentje als dank voor deelname. Statistische analyse Voorafgaand aan de analyse is met behulp van de CBCL oudervragenlijst gecontroleerd op de aanwezigheid van de eerdergenoemde Positive Illusory Bias. Het oordeel van de ouders met betrekking tot internaliserende problematiek bij hun kind is vergeleken met het oordeel van de adolescent zelf. De CBCL kon echter niet van alle proefpersonen worden meegenomen. Alle oudervragenlijsten werden bij aanvang van het ATA- onderzoek via een internetsite verwerkt. Vanwege technische problemen zijn de ouderdata van de eerste 58 proefpersonen verloren gegaan. Van de overige 48 proefpersonen zijn de data meegenomen als manipulatiecontrole voor de PIB

18 De hypothesen hebben zowel betrekking op comorbide angst als op depressie. Allereerst wordt de analyse van angstsymptomen uiteengezet, gevolgd door de analyse van depressieve symptomen. Beiden zijn getoetst middels een meervoudige regressieanalyse. Hierbij werd sekse meegenomen als covariaat, aangezien uit de literatuur naar voren kwam dat jongens - over het algemeen - minder internaliserende symptomen rapporteren. Daarbij komt dat de proefpersonen ongelijk verdeeld waren met betrekking tot sekse. Middels onafhankelijke T-tests zijn eventuele groepsverschillen - met betrekking tot sekse, subtype- en ernst van ADHD - nader onderzocht. Tot slot werd een ANOVA uitgevoerd om te onderzoeken of de leeftijdsgroepen van elkaar verschillen

19 Resultaten Er participeren 106 proefpersonen in het onderzoek. De leeftijd varieert tussen de 12 en 17 jaar, met 14 jaar als gemiddelde. Er bestaat een ongelijke verdeling van de seksen, 73% van de deelnemende adolescenten is van het mannelijk geslacht (zie Tabel 1). Dit is conform de prevalentie in de populatie. Tabel 1 - Demografische gegevens van de proefpersonen (N=106) in gemiddelden (M) en standaardafwijkingen (SD). Tevens de mate van klinische scores in aantallen (N) en percentages(%). M (SD) Leeftijd (1.23) Klinische score N (%) Sekse N(%) Jongens WISC¹ 77 (72.6) (4.22) Vragenlijsten ADHD-symptomen (DISC) Angstsymptomen (SCARED-NL) Depressiesymptomen (CDI) Angst/depressie ² (CBCL) Oordeel ouder (3.78) 106 (100) (17.80) (5.50) 7 (6,9) 7 (6,9) (9.62) t = 10 t = 45³ Noot: DISC = Diagnostic Interview Schedule for Children, SCARED-NL = Screen for Child Anxiety Related Emotional Disorders, CDI = Child Depression Inventory, CBCL = Child Behavior CheckList. ¹Score op de subtests blokpatronen en woordkennis, met somscore 12 als inclusiecriterium. ²Subschaal van de CBCL oudervragenlijst, N=50. ³T-score van 45 als optimale klinische cut-off score (Aschenbrand, Angelosante, & Kendall, 2005). Voorafgaand aan de analysen wordt onderzocht in hoeverre er sprake is van de aanwezigheid van een Positive Illusory Bias. Er wordt gekeken in hoeverre de beoordeling van de ouder - omtrent de aanwezigheid van internaliserende problematiek - overeenkomt met die van de adolescent. Deze blijken zwak tot matig te correleren zoals zichtbaar in Tabel 2. Dit is opvallend, aangezien de CBCLsubschaal hetzelfde meet als de SCARED-NL en CDI, al dan niet in zeer beknopte vorm. Om de ernstclassificatie van de adolescent te vergelijken met die van de ouder, zijn de data afkomstig van deze drie vragenlijsten omgescoord tot drie vergelijkbare categorieën. Deze duiden de ernst van internaliserende problematiek aan als laag, gemiddeld of hoog

20 Zoals zichtbaar in Tabel 3, rapporteren de adolescenten meer ernstige internaliserende problematiek dan hun ouders. De aanwezigheid van een Positive Illusory Bias lijkt onwaarschijnlijk, aangezien de adolescenten over het algemeen negatiever zijn in hun beoordeling dan de ouders. Er lijkt dus geen sprake van overschatting van het eigen functioneren. Tabel 2 - Manipulatiecontrole voor de aanwezigheid van een PIB: Correlatie zelfrapportage adolescent en ouderrapportage. Correlaties CBCL score angst/depr Pearson correlation P (one-tailed) N SCARED-NL.483* CDI.361** Noot: CBCL= Child Behavior Checklist (oudervragenlijst), SCARED-NL= Screen for Child Anxiety Related Emotional Disorders, CDI= Child Depression Inventory, N = aantal proefpersonen, p = p-waarde Tabel 3 - Manipulatiecontrole voor de aanwezigheid van een PIB: Beoordeling van internaliserende problematiek van de adolescent- en oudervragenlijsten, onderverdeeld in drie ernstclassificaties. Ernst: Laag Ernst: Middel Ernst: Hoog Adolescent SCARED-NL 31,3% 60,4% 6,9%¹ CDI 50,0% 43,2% 6,8%² Ouder CBCL 56,3% 38,5% 5,2% Noot: SCARED-NL = Screen for Child Anxiety Related Emotional Disorders (N=102), CDI: Child Depression Inventory (N=105), CBCL = Child Behavior CheckList (N=48). Classificatie van de CDI en SCARED-NL aan de hand van officiële normen. Dit geldt niet voor de CBCL, daar enkel de angst- en depressie subschaal wordt gebruikt. Voor classificatie van CBCL-scores is de scorerange verdeeld in 3 gelijke delen. ¹De officiële normering van de SCARED-NL duidt deze groep aan als risico. ² Klinisch verhoogt, scoort boven de cut-off score voor depressie op de CDI

21 Angst Om te onderzoeken in hoeverre sekse, leeftijd, ernst- en ADHD-subtype een rol spelen bij de ontwikkeling van angstsymptomen, wordt gebruik gemaakt van data afkomstig van de SCARED-NLvragenlijst. Deze is door 102 proefpersonen ingevuld, omdat onderzoeksassistenten enkele keren hadden verzuimd deze vragenlijst te includeren in de testbatterij. Het eerste dat opvalt bij het analyseren van de resultaten, is dat er weinig sprake is van angstproblematiek: 93,2% Van de proefpersonen rapporteert een laag tot normaal angstniveau. Bij slechts zeven proefpersonen kan daadwerkelijk worden gesproken van een comorbide angststoornis. Dit aantal ligt lager dan verwacht werd op basis van het literatuuronderzoek. Middels een meervoudige regressieanalyse is gekeken in hoeverre de eerdergenoemde variabelen de aanwezigheid van deze angstsymptomen voorspellen. De resultaten zijn zichtbaar in Tabel 4. Uit deze analyse blijkt dat sekse t(96) = 4.15, p<.01 en ernst van de ADHD, t(96) = 2.36, p<.05, voorspellers zijn van de mate van angst, gerapporteerd op de SCARED-NL-vragenlijst. Sekse blijkt relatief meer van invloed op de mate van gerapporteerde angst, dan ernst van ADHD : Het geslacht van de proefpersoon verklaart 15,2% van de variantie in de outcome. Wanneer de ernst van ADHD wordt toegevoegd in de tweede stap, wordt er nog 4,6% extra variantie verklaard. Het toevoegen van leeftijd zorgt voor een toename van 1,6%. Wanneer tot slot het subtype wordt toegevoegd in de analyse, is er geen sprake van een toename. Zowel leeftijd als het ADHD-subtype lijkt bij deze proefpersonen geen predictor van een comorbide angststoornis

22 Tabel 4 - Meervoudige regressieanalyse voor het voorspellen van gerapporteerde angst op de SCARED-NL-vragenlijst (N=99). b SE b β R 2 Stap 1 (Constant) Sekse *.152 Stap 2 (Constant) Sekse * Ernst ADHD **.198 Stap 3 (Constant) Sekse * Ernst ADHD Leeftijd Stap 4 (Constant) Sekse * Ernst ADHD Leeftijd Subtype ADHD Noot: Afhankelijke variabele: Angst. Voor stap 1 is R² =.152, voor stap 2 ΔR² =.046, voor stap 3 ΔR² =.016 en voor stap 4 ΔR² =.000. *p<.001, ** p<.05. De invloed van deze variabelen is gering. Dit lijkt te verklaren doordat deze proefpersonen vrijwel allemaal een gezonde mate van angst rapporteren en er veel variatie bestaat in de data. Bij slechts 6,9% van de adolescenten is sprake van een angststoornis. De mogelijkheid om predictoren aan te duiden is hierdoor beperkt. Echter, voor de volledigheid zal worden bekeken wat de precieze rol is van deze vier variabelen. Met behulp van een onafhankelijke T-test wordt gekeken naar de populatieverschillen. De resultaten zijn zichtbaar in Tabel

23 Tabel 5- Gemiddelden (M) en standaardafwijkingen (SD) van de scores op SCARED-NL-vragenlijst opgesplitst naar sekse, ADHD-subtype en de twee uitersten van ernst (N = 99). Totaalscore SCARED-NL M (SD) t p Sekse Jongen Meisje (12.28) (25.32) Subtype ADHD ADD Ernst van ADHD Minst ernstig (k1)* Meest ernstig (k4)* (17.28) (18.62) (10.61) (26.21) Noot: Afhankelijke variabele: Angst. SCARED-NL = Screen for Child Anxiety Related Emotional Disorders. Gem = Gemiddelde, SD = standaarddeviatie, * K1 = Kwartiel 1, de 25% met de minste ADHD-symptomen. K4 = Kwartiel 4, de 25% met de meeste ADHD-symptomen, t = t-score, p = p-waarde. Allereerst wordt gekeken naar de variabelen die - op basis van de regressieanalyse - van invloed lijken te zijn. Zo blijkt sekse een predictor van comorbide angstsymptomen, gerapporteerd op de SCARED-NL. Uit de onafhankelijke T-test blijkt dat beide seksen significant van elkaar verschillen in de mate van gerapporteerde angst: Meisjes rapporteren meer angstsymptomen op de SCARED-NL dan jongens, zoals zichtbaar in Figuur 1. Deze bevinding ligt in de lijn der verwachting gezien de eerder besproken literatuur. Om een onafhankelijke T-test te kunnen uitvoeren met betrekking tot de ernst van ADHD dient de ernst geclassificeerd te worden. Dit wordt gedaan door het aantal ADHD- symptomen - gerapporteerd op de DISC - te verdelen in kwartielen. Vervolgens worden de twee uitersten met elkaar vergeleken: De laagste 25% - de proefpersonen met de minste ADHD symptomen - wordt vergeleken met de 25% met de meeste symptomen. Deze blijken significant van elkaar te verschillen, zoals zichtbaar in Tabel 5: Degenen met de meeste ADHD-symptomen rapporteren meer angstsymptomen op de SCARED-NLvragenlijst

24 Figuur 1 Gemiddelde mate van angst gerapporteerd door beide seksen, per leeftijdsgroep (X-as), uitgesplitst naar beide seksen (N = 102) Het ADHD-subtype is nader onderzocht middels een onafhankelijke T-test. Wanneer beide subtypen worden vergeleken met betrekking tot de mate van gerapporteerde angstsymptomen, blijkt dat degenen met het gecombineerde type -ADHD- meer angstsymptomen rapporteren dan degenen met het overwegend onoplettendheidtype, ADD. Dit verschil is echter klein en bereikt geen statistische significantie. De variabele leeftijd wordt onderzocht middels een one-way ANOVA. Verwacht werd dat er verschil zou bestaan tussen de leeftijdsgroepen. Er is een significant effect van leeftijd zichtbaar op de SCARED-totaalscore, F(4, 97) = 3.90, p<.001. Uit de post-hoc test blijkt dat dit verschil te wijten is aan een sterke piek in gerapporteerde angstsymptomen. Deze piek ligt rond het dertiende jaar, en is het sterkst zichtbaar bij de vrouwelijke proefpersonen (zie Figuur 1). De zestienjarigen blijken zoals verwacht - hoger te scoren dan de twaalfjarigen, dit verschilt echter niet significant. Het significant verschil tussen de leeftijdsgroepen lijkt te ontstaan door de piek op dertienjarige leeftijd. Mogelijk komt leeftijd uit de regressieanalyse niet naar voren als voorspeller, doordat er buiten deze piek vrij veel variantie bestaat. Ook de geringe aanwezigheid van comorbide angststoornissen speelt waarschijnlijk een rol in het uitblijven van leeftijd als predictor van deze problematiek

25 Tabel 6 - Totaalscore op SCARED-NL-vragenlijst, middels een one-way ANOVA, weergegeven per leeftijdscategorie, in gemiddelden (M) en standaardafwijkingen (SD). 12 jr 13 jr 14 jr 15jr 16 jr p Score SCARED-NL M (SD) (13.46) (23.31) (10.31) (12.76) (16.53) N = 102 N= 10 N= 31 N= 23 N= 24 N= 14 Noot: Afhankelijke variabele = Angst. SCARED-NL = Screen for Child Anxiety Related Emotional Disorders. M = gemiddelde, SD = standaarddeviatie, N = Het aantal proefpersonen in deze groep, Jr = Jaar, p = p-waarde. Uit de resultaten mag voorzichtig geconcludeerd worden dat zowel vrouwen met ADHD, als personen met relatief veel ADHD-symptomen, meer comorbide angstsymptomen rapporteren. Over predictoren van comorbide angststoornissen kunnen geen uitspraken worden gedaan. Depressie Om te onderzoeken in hoeverre sekse, leeftijd, ernst- en ADHD-subtype een rol spelen bij de ontwikkeling van depressieve symptomen, wordt gebruik gemaakt van data afkomstig van de CDIvragenlijst. Deze is door 105 proefpersonen ingevuld, omdat eenmaal is verzuimd deze vragenlijst te includeren in de testbatterij. Wederom is er opvallend weinig sprake van comorbide problematiek: 93,2% Van de proefpersonen rapporteert een normale hoeveelheid depressieve symptomen. Bij slechts zeven personen kan worden gesproken van een comorbide depressie. Dit aantal ligt lager dan verwacht werd op basis van het literatuuronderzoek. Middels een meervoudige regressieanalyse is gekeken in hoeverre de eerdergenoemde variabelen de aanwezigheid van depressieve symptomen voorspellen. Uit de regressieanalyse blijkt dat sekse t(97) = 2.95, p<.005 en ernst van de ADHD, t(97) = 2.12, p<.05, voorspellers zijn van depressieve symptomen gerapporteerd op de CDI- vragenlijst (zie Tabel 7). Deze bevindingen zijn echter gering, er wordt minder variantie verklaard dan bij de angstsymptomen: Sekse blijkt relatief meer van invloed op de mate van depressieve stemming, dan ernst van ADHD : Het geslacht van de proefpersoon verklaart 9,2% van de variantie in de outcome. Wanneer de ernst van ADHD wordt toegevoegd in de tweede stap, wordt er 2,8% extra variantie verklaard. Het toevoegen van leeftijd zorgt voor een toename van 0,1 %. Wanneer tot slot het subtype wordt toegevoegd, is er een toename zichtbaar van 2,5%, welke veroorzaakt lijkt te

26 worden door ernst van ADHD. Zowel leeftijd als het ADHD-subtype lijkt geen predictor van een comorbide depressieve stoornis. Tabel 7 - Meervoudige regressieanalyse voor het voorspellen van gerapporteerde depressieve symptomen op de CDI-vragenlijst (N=105) b SE b β R 2 Stap 1 (Constant) Sekse *.092 Stap 2 (Constant) Sekse * Ernst ADHD Stap 3 (Constant) Sekse ** Ernst ADHD Leeftijd Stap 4 (Constant) Sekse ** Ernst ADHD *** Leeftijd Subtype ADHD Noot: Afhankelijke variabele: Depressie. Voor stap 1 is R² =.092, voor stap 2 ΔR² =.028, voor stap 3 ΔR² =.001 en voor stap 4 ΔR² =.025. *p =.002, ** p =.004, ***p<.05. Ook wat betreft depressieve symptomen is er slechts een geringe invloed zichtbaar van deze variabelen. Dit lijkt wederom te verklaren doordat deze proefpersonen vrijwel allemaal een gezonde mate van depressieve stemming rapporteren; bij slechts 6,8% is sprake van een comorbide depressie. De mogelijkheid om predictoren aan te duiden is hierdoor beperkt. Voor de volledigheid zal worden bekeken wat de precieze rol is van deze vier variabelen. Met behulp van een onafhankelijke T-test wordt gekeken naar de populatieverschillen. De resultaten zijn zichtbaar in Tabel 8. Allereerst wordt gekeken naar de variabelen die - op basis van de meervoudige regressieanalyse - van invloed lijken te zijn. Zo blijkt sekse een predictor van comorbide depressieve symptomen, gerapporteerd op de CDI. Uit de onafhankelijke T-test blijkt dat beide seksen significant van elkaar verschillen: Meisjes rapporteren meer depressieve symptomen dan jongens, zoals zichtbaar in Figuur 2. Deze bevinding ligt in de lijn der verwachting op basis van de onderzoeksliteratuur

27 Figuur 2 Gemiddelde depressieve stemming gerapporteerd door beide seksen, per leeftijdsgroep (X-as), uitgesplitst naar beide seksen (N = 102) De invloed van ernst van ADHD lijkt gering, met betrekking tot het voorspellen van een depressieve stemming. Met behulp van een onafhankelijke T-test worden de 25% met de minste ADHD-symptomen vergeleken met de 25% proefpersonen met de meeste ADHD-symptomen. Degenen met de meeste ADHD-symptomen rapporteren meer depressieve symptomen op de CDI- vragenlijst. Dit verschil is echter niet significant. Wanneer de totaalscores van beide subtypen worden vergeleken middels een onafhankelijke T- test, blijkt dat de personen met ADD meer depressieve symptomen rapporteren dan degenen met het gecombineerde type ADHD. Dit verschil is echter erg klein en bereikt eveneens geen statistische significantie

28 Tabel 8 - Gemiddelden (M) en standaardafwijkingen (SD) van de score op CDI-vragenlijst opgesplitst naar sekse, ADHD-subtype en de twee uitersten van ernst. Totaalscore CDI t p M (SD) Sekse Jongen Meisje 9.38 (4.95) (6.22) Subtype ADHD ADD Ernst van ADHD Minst ernstig (k1) Meest ernstig (k4) 9.61 (4.67) (6.05) 9.21 (4.18) (5.44) Noot: Totaalscore is de totale normscore op de CDI-NL-vragenlijst. T = t-score, p= p-waarde, N = 105. De variabele leeftijd wordt onderzocht middels een one-way ANOVA (zie Tabel 9). Verwacht werd dat er verschil zou bestaan tussen de leeftijdsgroepen, met name tussen de proefpersonen van twaalf en zestien jaar. Er is echter geen significant verschil zichtbaar wat betreft het aantal depressieve symptomen, gerapporteerd op de CDI. Er is wederom een piek zichtbaar rond het dertiende jaar. Deze piek is echter minder sterk zichtbaar dan in de data van de SCARED-NL. Er is tevens een verhoging zichtbaar in de mate van depressieve symptomen bij de proefpersonen van 15 en 16 jaar. Beide pieken zijn het sterkst zichtbaar bij meisjes, zoals gesteld werd in de literatuur. De meest depressieve stemming wordt gerapporteerd door meisjes van dertien en zestien jaar oud. Er bestaat veel variantie in deze data. Ook de geringe aanwezigheid van comorbide depressie speelt waarschijnlijk een rol in het uitblijven van leeftijd als predictor van deze problematiek. Enkel sekse lijkt een voorspeller van comorbide depressieve symptomen. Over predictoren van comorbide depressieve stoornissen kunnen eveneens geen uitspraken worden gedaan. Tabel 9 - Gemiddelden (M) en standaardafwijkingen (SD) van de scores op CDI-vragenlijst per leeftijdscategorie, middels one-way ANOVA 12 jr 13 jr 14 jr 15jr 16 jr p Score CDI M (SD) (7.10) (6.13) (5.40) (3.79) (5.19) N = 105 N= 11 N= 32 N= 23 N= 24 N= 15 Noot: Afhankelijke variabele: Depressie. CDI = Child Depression Inventory. M = gemiddelde, SD = standaarddeviatie. N = Het aantal proefpersonen in deze groep. Jr = Jaar, p = p-waarde

29 Discussie Onderzocht werd in hoeverre sekse, leeftijd, ernst- en subtype van ADHD predictoren zijn van de ontwikkeling van comorbide internaliserende problematiek bij adolescenten met ADHD. Op basis van onderzoeksliteratuur ontstond de verwachting dat deze vier variabelen een rol spelen bij de ontwikkeling van deze problematiek. Echter, bij slechts 6,9% van de proefpersonen blijkt sprake te zijn van een comorbide angst- of depressieve stoornis. Dit is in niet in overeenstemming met de literatuur: Onderzoek naar kinderen met ADHD (N=579) rapporteert prevalentiecijfers van zo n 30% (Byun et al, 2006 ; Jensen et al., 2000). Onderzoek naar adolescenten met ADHD is gering, maar geeft aanwijzingen voor een toename in prevalentie (Birmaher et al., 2004). Doordat er vrijwel geen sprake is van klinisch relevante comorbide problematiek, bestaat er slechts beperkte mogelijkheid te onderzoeken welke variabelen het ontstaan hiervan voorspellen. Uit de analyse komen twee variabelen naar voren als predictor. Allereerst het geslacht van de proefpersoon: Meisjes rapporteren meer angst- en depressieve symptomen dan de jongens in dit onderzoek. De ernst van ADHD lijkt een rol te spelen bij het ontstaan van comorbide angstsymptomen; 5% van de variantie in angstsymptomen, gerapporteerd op de SCARED-vragenlijst, wordt door deze variabele verklaard. De proefpersonen met de meeste ADHD-symptomen rapporteerden meer angstsymptomen, dan degenen met een mildere vorm van ADHD. Enkel sekse lijkt een solide predictor van zowel angst- als depressieve symptomen. De overige variabelen lijken - bij deze proefpersonen - geen predictoren van internaliserende problematiek. Slechts zeven proefpersonen vertonen een comorbide angststoornis of depressie, wat te gering is voor een gedegen regressieanalyse. De mogelijkheid bestaat dat variabelen niet uit de analyse naar voren komen als predictor, terwijl zij wel een rol spelen wanneer er werkelijk sprake is van comorbide angst en depressie. De resultaten dienen met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden, en enkel als aanknopingspunt voor vervolgonderzoek te worden beschouwd. De bevinding dat het ADHD-subtype geen predictor is van comorbide internaliserende problematiek, is echter in overeenstemming met het eerder beschreven onderzoek: Wanneer men bij onderzoek naar subtype-verschillen gebruik maakt van de criteria van de DSM-IV, wordt er vaak gevonden dat personen met ADHD meer problematiek rapporteren dan degenen met ADD, dit bereikt

30 echter meestal geen statistische significantie. In de tijd van de DSM-III daarentegen, vond men dat degenen met ADD meer internaliserende problematiek vertoonden. Gesteld werd, dat dit verschil verband zou houden met de wijziging in de diagnostische criteria van de DSM. Impulsiviteit zou correleren met internaliserende problematiek, wat impliceert dat degenen met ADHD meer internaliserende problematiek vertonen dan degenen met ADD. In het huidige onderzoek rapporteren de proefpersonen met ADHD inderdaad meer angstklachten (M=25.6) dan degenen met ADD (M=23.2), dit verschil is echter niet significant. Daarnaast is op de CDI een tegengestelde bevinding zichtbaar: Proefpersonen met ADD rapporteren meer depressieve symptomen (M = 10.9) dan degenen met ADHD (M = 9.6), dit verschil is erg klein en eveneens niet significant. In hoeverre de veranderingen in diagnostische criteria bijdragen aan de verschillende onderzoeksbevindingen, kan niet worden beantwoord aan de hand van deze resultaten. Ook de variabele leeftijd lijkt geen predictor te zijn. Desalniettemin zijn er in de data van beide vragenlijsten interessante pieken zichtbaar in de mate van gerapporteerde internaliserende symptomen: Rond het dertiende levensjaar worden de meeste angst- en depressieve symptomen gerapporteerd. Deze piek is het sterkst zichtbaar bij de proefpersonen van het vrouwelijk geslacht. Met betrekking tot gerapporteerde angstsymptomen bestaat één duidelijke piek rond de leeftijd van dertien jaar. Het aantal gerapporteerde depressieve symptomen piekt tweemaal: De eerste piek vindt eveneens plaats op dertienjarige leeftijd, en wordt gevolgd door een afname tot het vijftiende jaar. Door de proefpersonen van zestien jaar worden vrijwel evenveel depressieve symptomen gerapporteerd als door degenen in de leeftijd van dertien. De depressieve symptomen lijken dus voor een tweede maal terug te keren wanneer de proefpersonen de leeftijd van zestien bereiken. Dit lijkt te impliceren dat symptomen van zowel angstals depressie bij deze proefpersonen vrij plotseling ontstaan op dertienjarige leeftijd, maar ook vrij snel weer afnemen. Deze bevinding is opmerkelijk, aangezien er in de literatuur wordt gesteld dat internaliserende stoornissen, binnen de populatie zonder primaire psychopathologie, vaak een onset hebben in de pubertijd. Er wordt gesproken over een toename vanaf het veertiende levensjaar (Birmaher et al., 2004). Mogelijk gaat dit niet op voor adolescenten die primair gediagnosticeerd zijn met een externaliserende stoornis, zoals ADHD. Bij de proefpersonenpopulatie in het huidige onderzoek lijkt de piek een jaar eerder plaats te vinden; de meeste internaliserende symptomen worden gerapporteerd op

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

Angst en depressie. Multistage assessment. Denise Bodden

Angst en depressie. Multistage assessment. Denise Bodden Angst en depressie Multistage assessment Denise Bodden Indeling Hoe vaak komt angst en depressie voor? Onderdiagnostiek? Signalering Waar? Waneer? Wie? Hoe? Multi-stage assessment Hoe vaak komt angst en

Nadere informatie

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch Summary in Dutch Introductie Dit proefschrift richt zich met name op het voorspellen van de behandeluitkomst bij kinderen met angststoornissen. Een selectie aan variabelen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Genderdysforie in kinderen: Oorzaken en Gevolgen Chapter ELEVEN De studies, beschreven in dit proefschrift, richten zich op vier thema s. De eerste hoofdstukken beschrijven twee

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Angst is een menselijke emotie die iedereen van tijd tot tijd wel eens ervaart. Veel mensen voelen zich angstig of nerveus wanneer ze bijvoorbeeld

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think.

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think. Drs. Fernando Cunha (Child Support Europe) Ontwikkelingspsycholoog Gezondheidspsycholoog (BIG) Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) Onderwijsspecialist http://www.child-support-europe.com In dienst van kinderen,

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

CDI-2. Screeningsvragenlijst voor depressie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Meisje Test ID 255-303 Datum 26.04.2016.

CDI-2. Screeningsvragenlijst voor depressie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Meisje Test ID 255-303 Datum 26.04.2016. HTS Report CDI-2 Screeningsvragenlijst voor depressie bij kinderen en jongeren ID 255-303 Datum 26.04.2016 Oudervragenlijst Informant: Ouder Test Moeder CDI-2 Inleiding 2 / 7 INLEIDING De CDI-2 is een

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Samenvatting. (Dutch Summary)

Samenvatting. (Dutch Summary) (Dutch Summary) In dit proefschrift is de ontwikkeling van gedrags- en emotionele problemen van tweelingen en eenlingen in de leeftijd van 3 tot 12 jaar onderzocht. In hoofdstuk 1 wordt een introductie

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Nederlandse samenvatting (Dutch summary) 125 Angststoornissen zijn veel voorkomende psychiatrische aandoeningen (ongeveer 1 op de 5 Nederlanders heeft, op enig moment in het leven een angststoornis). Onder

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40073 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schat, A. Title: Clinical epidemiology of commonly occurring anxiety disorders

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

SCHEMA S STOORNISSEN KINDERPSYCHIATRIE

SCHEMA S STOORNISSEN KINDERPSYCHIATRIE SCHEMA S STOORNISSEN KINDERPSYCHIATRIE Dyslexie Moeite met de techniek van het lezen en spellen, door problemen om het woordniveau en met als belangrijk kenmerk dat geen echte automatisering van het lezen

Nadere informatie

Waarom onderzoek naar zorggebruik? Over- of onderbehandeling van jongeren in de GGZ? Inhoud. dr. F. Jörg

Waarom onderzoek naar zorggebruik? Over- of onderbehandeling van jongeren in de GGZ? Inhoud. dr. F. Jörg Frederike Jörg Stelling 1 Frederike Jörg Stelling 2 Teveel kinderen en jongeren in Nederland zoeken en krijgen tweedelijns, specialistische GGZ-hulp terwijl er vaak geen sprake is van psychiatrische problematiek

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De inleiding van dit proefschrift beschrijft de noodzaak onderzoek te verrichten naar interpersoonlijk trauma en de gevolgen daarvan bij jongeren in

Nadere informatie

Chapter 9 CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 CHAPTER 9. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 115 Kanker en behandelingen voor kanker kunnen grote invloed hebben op de lichamelijke gezondheid en het psychisch functioneren van mensen. Er is veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28630 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haan, Anna Marte de Title: Ethnic minority youth in youth mental health care :

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

Masterthese Klinische Psychologie Universiteit van Amsterdam Adolescenten met ADHD en Comorbide Angststoornis: de Rol van Executieve Functies.

Masterthese Klinische Psychologie Universiteit van Amsterdam Adolescenten met ADHD en Comorbide Angststoornis: de Rol van Executieve Functies. Masterthese Klinische Psychologie Universiteit van Amsterdam Adolescenten met ADHD en Comorbide Angststoornis: de Rol van Executieve Functies. Lisanne van der Velden Studentennummer: 5807433 Supervisor:

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Samenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie

Samenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie * Samenvatting Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese Een 3-jarige follow-up studie Samenvatting Tijdens de periode van groei en ontwikkeling tussen kindertijd en volwassenheid

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Comorbiditeitsprofielen van Adolescenten met ADHD en ADD

Comorbiditeitsprofielen van Adolescenten met ADHD en ADD Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Comorbiditeitsprofielen van Adolescenten met ADHD en ADD en het Effect van de Training Zelf Oplossingen Bedenken M. Veerkamp

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

Sociale Problemen bij Adolescenten met ADHD en ODD. Eline Vermeulen

Sociale Problemen bij Adolescenten met ADHD en ODD. Eline Vermeulen Sociale Problemen bij Adolescenten met ADHD en ODD Eline Vermeulen Masterthese Klinische (Ontwikkelings)Psychologie Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Begeleiding:

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

ADHD en comorbide internaliserende stoornissen

ADHD en comorbide internaliserende stoornissen Faculteit der Maatschappij- en gedragswetenschappen ADHD en comorbide internaliserende stoornissen De ernst van de problemen en het effect van een cognitieve gedragstherapie. Fleur Mensink Studentnummer:

Nadere informatie

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1 Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1 Inleiding Hoe functioneren mensen en welke chronische aandoeningen hebben ze? Wat willen ze? Wat kunnen

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen. Samenvatting

Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen. Samenvatting Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Psychische stoornissen komen geregeld voor bij ouderen (65-plus).

Nadere informatie

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol Angststoornissen Verzekeringsgeneeskundig protocol Epidemiologie I De jaarprevalentie voor psychische stoornissen onder de beroepsbevolking in Nederland wordt geschat op: 1. 5-10% 2. 10-15% 15% 3. 15-20%

Nadere informatie

Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK)

Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK) Instrument Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK) De VISK is ontwikkeld om sociaal probleemgedrag van kinderen met (mildere) varianten van pervasieve ontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

Angststoornissen bij kinderen en jongeren

Angststoornissen bij kinderen en jongeren 197 Samenvatting Angststoornissen bij kinderen en jongeren Diagnostiek, cognitieve gedragstherapie en voorspellers van therapieresultaat Dit proefschrift beschrijft een aantal onderzoeken rond de diagnostiek

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en Nederlandse samenvatting 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen? Van de trauma- en stressorgerelateerde (kortweg trauma-gerelateerde) stoornissen

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

Voorspellers van terugval bij angststoornissen. Najaarsconferentie Vgct 8 november 2012 Willemijn Scholten

Voorspellers van terugval bij angststoornissen. Najaarsconferentie Vgct 8 november 2012 Willemijn Scholten Voorspellers van terugval bij angststoornissen Najaarsconferentie Vgct 8 november 2012 Willemijn Scholten Achtergrond Angststoornissen zijn goed te behandelen Beloop op lange termijn chronisch of episodisch

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

De Effectiviteit van de Zelf Plannen Training bij Adolescenten met ADHD

De Effectiviteit van de Zelf Plannen Training bij Adolescenten met ADHD Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Afdeling Psychologie De Effectiviteit van de Zelf Plannen Training bij Adolescenten met ADHD Masterthese Renate Brouwer Studentnummer:

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Functional limitations associated with mental disorders

Functional limitations associated with mental disorders Samenvatting Functional limitations associated with mental disorders Achtergrond Psychische aandoeningen, zoals depressie, angst, alcohol -en drugsmisbruik komen erg vaak voor in de algemene bevolking.

Nadere informatie

Ongemerkt problematisch. Marieke Zwaanswijk (onderzoeker NIVEL) Marijke Lutjenhuis (huisarts)

Ongemerkt problematisch. Marieke Zwaanswijk (onderzoeker NIVEL) Marijke Lutjenhuis (huisarts) Ongemerkt problematisch Marieke Zwaanswijk (onderzoeker NIVEL) Marijke Lutjenhuis (huisarts) Kijk, als een kind zich opzettelijk uit de auto gooit, dan is het vrij duidelijk dat er iets mis is. Dan heb

Nadere informatie

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae chapter 7 Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 140 chapter 7 SAMENVATTING De bipolaire stoornis (of manisch-depressieve stoornis) is een stemmingsstoornis waarin episodes van (hypo)manie

Nadere informatie

Autisme in het gezin. Geerte Slappendel, psycholoog en promovenda Jorieke Duvekot, psycholoog en promovenda

Autisme in het gezin. Geerte Slappendel, psycholoog en promovenda Jorieke Duvekot, psycholoog en promovenda Autisme in het gezin Geerte Slappendel, psycholoog en promovenda Jorieke Duvekot, psycholoog en promovenda Disclosure belangen spreker Achtergrond Problemen in de sociale ontwikkeling: belangrijk kenmerk

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

Wat zijn angststoornissen en hoe worden ze behandeld?

Wat zijn angststoornissen en hoe worden ze behandeld? NEDERLANDSE SAMENVATTING INTRODUCTIE Het vertrekpunt van dit proefschrift was een probleem dat in de klinische praktijk veel voorkomt. Mensen die een angststoornis hebben gebruiken vaak antidepressiva.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Op naar DSM 5. Mariken van Onna Klinisch psycholoog-psychotherapeut Supervisor VGCt Karakter Nijmegen Universitair Centrum Kinder- en jeugdpsychiatrie

Op naar DSM 5. Mariken van Onna Klinisch psycholoog-psychotherapeut Supervisor VGCt Karakter Nijmegen Universitair Centrum Kinder- en jeugdpsychiatrie Op naar DSM 5 Mariken van Onna Klinisch psycholoog-psychotherapeut Supervisor VGCt Karakter Nijmegen Universitair Centrum Kinder- en jeugdpsychiatrie Nieuwe (wetenschappelijke) ontwikkelingen Meer kennis

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)

NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) ACHTERGROND Depressie is een ernstige psychiatrische stoornis waar ongeveer één op de vijf à zes mensen gedurende de levensloop mee te maken krijgt. In Westerse

Nadere informatie

Samenvatting Resultaten PMA leerlingcoaching SWV VO Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc

Samenvatting Resultaten PMA leerlingcoaching SWV VO Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc Samenvatting Resultaten PMA leerlingcoaching SWV VO Gorinchem & SWV-ND Folkert van Oorschot, Bsc Datum: 5 september 2018 Introductie Binnen het onderwijs zijn er leerlingen met uiteenlopende problemen

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

Anne Berg William W. Hale Universiteit Utrecht

Anne Berg William W. Hale Universiteit Utrecht NON-VERBAAL GEDRAG EN BEHANDELUITKOMST BIJ ADOLESCENTEN MET INTERNALISERENDE PROBLEMEN Anne Berg William W. Hale Universiteit Utrecht ACHTERGROND ZonMw-programma Effectief werken in de jeugdsector Gebrek

Nadere informatie

Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden

Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden Brenda Volkaert Doctoraatsbursaal Vakgroep Ontwikkelings-, Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie Overzicht Deel 2 Onderzoek

Nadere informatie

Klinische manifestatie van ADHD Kenmerkende vorm van ADHD

Klinische manifestatie van ADHD Kenmerkende vorm van ADHD Klinische manifestatie van ADHD Kenmerkende vorm van ADHD Kinderen met (een vermoeden van) ADHD zullen veelal ongeconcentreerd, druk en impulsief zijn. De meeste ouders zoeken hulp voor hun kind (meestal

Nadere informatie

Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie

Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie Willemijn Scholten NEDKAD 2015 Stelling In de DSM 6 zullen angst en depressie één stoornis zijn Achtergrond Waxing and waning

Nadere informatie

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Nederlandse samenvatting INLEIDING Mensen met een mogelijk verhoogde kans op kanker kunnen zich

Nadere informatie

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria Vierde oplage, juni 2016 In deze lijst zijn de belangrijkste wijzigingen opgenomen t.o.v. de derde oplage (juni 2015). Pagina Stoornis Derde oplage,

Nadere informatie

ADHD bij volwassenen met een angststoornis

ADHD bij volwassenen met een angststoornis ADHD bij volwassenen met een angststoornis Impuls Symposium AD(H)D, een hype? (Differentiaal) Diagnostiek en Comorbiditeit woensdag 1 april 2009 Anke Roodbergen, psychiater i.o. De Jutters/PsyQ, Den Haag

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19052 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Manti, Eirini Title: From Categories to dimensions to evaluations : assessment

Nadere informatie

CHAPTER 8. Samenvatting. (Summary in Dutch)

CHAPTER 8. Samenvatting. (Summary in Dutch) CHAPTER 8 Samenvatting (Summary in Dutch) Achtergrond en doel van het onderzoek Gedragsstoornissen zoals ADHD (Attention-Deficit Hyperactivity Disorder), ODD (Oppositional Defiant Disorder) en CD (Conduct

Nadere informatie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie Diagnose en classificatie in de psychiatrie Klinische Validiteit Research Betrouwbaarheid Prof dr Bert van Hemert psychiater en epidemioloog Afdelingshoofd psychiatrie DBC Kosten-baten 2 Diagnosen in de

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift getiteld De Psychische Klachten en Zorgbehoeften van Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers die in Nederland Verblijven, zijn de geestelijke gezondheid en de behoeften

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Inzicht in de heterogeniteit van depressieve stoornissen 227 Depressies, ofwel depressieve stoornissen, zijn veel voorkomende ziektebeelden met een grote impact op het leven van

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift 153 SAMENVATTING Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische stoornissen, de ziektelast is hoog en deze aandoeningen brengen hoge kosten met

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

1) Sekseverschillen in concentratie-problemen, hyperactiviteit en attention deficit hyperactivity disorder (ADHD)

1) Sekseverschillen in concentratie-problemen, hyperactiviteit en attention deficit hyperactivity disorder (ADHD) Dit proefschrift, met als titel: Meetproblemen en de genetische invloed op concentratie-problemen, hyperactiviteit en aanverwante stoornissen bestaat uit drie delen. Deze drie delen corresponderen met

Nadere informatie

Nationale Dyslexie Conferentie 3 april 2013. Dyslexie, Emotioneel welbevinden en Schoolverzuim handvatten voor signalering, diagnostiek en begeleiding

Nationale Dyslexie Conferentie 3 april 2013. Dyslexie, Emotioneel welbevinden en Schoolverzuim handvatten voor signalering, diagnostiek en begeleiding Nationale Dyslexie Conferentie 3 april 2013 Dyslexie, Emotioneel welbevinden en Schoolverzuim handvatten voor signalering, diagnostiek en begeleiding Nouchka Tick 1 Thea Vogelaar 2 1 Senior Onderzoeker,

Nadere informatie

Eindrapportage Project preventie schooluitval leerlingen bij SWV Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc

Eindrapportage Project preventie schooluitval leerlingen bij SWV Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc Eindrapportage Project preventie schooluitval leerlingen bij SWV Gorinchem & SWV-ND Folkert van Oorschot, Bsc Datum: 5 September 2018 Introductie Binnen het onderwijs zijn er leerlingen met uiteenlopende

Nadere informatie

Begaafde jongeren, moeilijke gevallen? Het belang van systematisch onderzoek naar het functioneren van cognitief sterke jongeren

Begaafde jongeren, moeilijke gevallen? Het belang van systematisch onderzoek naar het functioneren van cognitief sterke jongeren Begaafde jongeren, moeilijke gevallen? Het belang van systematisch onderzoek naar het functioneren van cognitief sterke jongeren Dr. Jeroen Lavrijsen & Prof. Karine Verschueren (KU Leuven) Maart 2019 Meer

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 249 Migraine is een ernstige en veelvoorkomende hoofdpijnaandoening met grote impact op het leven van patiënten en hun familieleden. Een migraineaanval wordt gekenmerkt door matige tot ernstige hoofdpijn,

Nadere informatie

APPENDIX I Nederlandse Samenvatting

APPENDIX I Nederlandse Samenvatting APPENDIX I Nederlandse Samenvatting DEPRESSIE Depressieve stoornissen zijn wereldwijd een groot probleem voor de volksgezondheid. Cijfers laten zien dat ongeveer 322 miljoen mensen (4.4% van de populatie)

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

gegeven met informatie over risico, complexiteit, duur, ernst en een doorverwijzingsadvies.

gegeven met informatie over risico, complexiteit, duur, ernst en een doorverwijzingsadvies. Geachte, Pearson start een onderzoek naar Innerview. Innerview is een beslissingsondersteunend instrument (BOI) voor doorverwijzing in de geestelijke gezondheidszorg en is uniek in zijn soort als het gaat

Nadere informatie