Tentamen B. 24 december Overzicht. Instructies. Thema 1.2: Stoornissen in het milieu interieur. Tentamencoördinator Dr. J. van der Steen.

Transcriptie

1 Them 1.2: Stoornissen in het milieu interieur Tentmen B 24 eemer 2004 Tentmenoörintor Dr. J. vn er Steen Nm Exmennummer Overziht Het tentmen estt uit 8 sus. Smen zijn er 63 vrgen, wrvn 51 gesloten en 12 open vrgen. In totl kun je 146 punten ehlen. Instruties 1 Controleer of je een opgvenformulier, een ntwoorl en een omputerformulier het gekregen. 2 Controleer of vn het opgvenformulier en het ntwoorl lle pgin s erukt zijn. 3 Shrijf je nm en exmennummer op it voorl, op lle len vn het ntwoorl en op het omputerformulier. 4 Shrijf je ntwooren op e open vrgen op het ntwoorl. 5 Vul e ntwooren op e meerkeuzevrgen in op het omputerformulier. 6 Let ij het entwooren vn e open vrgen op het volgene: - Als er twee rgumenten woren gevrg en je noemt er rie, n tellen lleen e eerste twee genoeme rgumenten mee. - Als je je ntwoor in meer n 25 wooren uitlegt, terwijl gevrg is it in 25 wooren oen, n tellen lleen e eerste 25 wooren vn je ntwoor mee. 7 Let ij het entwooren vn e meerkeuze vrgen op het volgene: - Per vrg is slehts één ntwoor juist; ij het invullen vn meerere lterntieven wort het ntwoor ltij fout gereken. - Vul het ntwoor vn e vrg in ij het juiste nummer op het omputerformulier. Het geruik vn een rekenmhine is ij it tentmen wel toegestn. 8 Controleer voor het inleveren zorgvulig of je lle vrgen het entwoor en of je overl je nm en exmennummer het ingevul. Sues! 2004 Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

2

3 Them 1.2 / Tentmen B 2 / 23 Csus 1: Stoornissen in e longfuntie 1 meerkeuzevrg Een ptiënte vershijnt voor een seon opinion met wt vge kortemigheisklhten op e longpoli. De longrts verriht lihmelijk onerzoek. Bij het onerzoek vn e thorx klopt e rts op e thorx (perussie) om e grenzen vn e long te eplen. De onerrn vn e long ligt n e hterzije ron een vn e thorle wervels. Ron welke thorle wervel? 9 e wervel 10 e wervel 11 e wervel 12 e wervel 2 meerkeuzevrg De longrts ekijkt ook e neus en trhe op fwijkingen. In e neusholte evint zih reukepitheel. De volgene eweringen woren gen met etrekking tot het onershei tussen it epitheel en respirtorish epitheel: I In tegenstelling tot respirtorish epitheel, evt reukepitheel weinig tot geen slijmekerellen. II Reukepitheel evt olftorishe ellen (reukellen) voor e geurpereptie ie met iliën tot n het oppervlk vn het epitheel reiken. III In tegenstelling tot respirtorish epitheel, evt reukepitheel weinig tot geen sle ellen. IV Reukepitheel en respirtorish epitheel zijn lihtmirosopish niet vn elkr te onersheien. Welke vn eze eweringen is of welke zijn juist? lleen ewering I lleen ewering IV eweringen I en II eweringen II en III A open vrg (4p) Tevens vrgt hij een volleige spirometrie en een iffusieepling n. Voor e meting vn een ntl longvolumes is het inerte gs helium noig. Benoem eze rie longvolumes (3p) en verklr wrom het gs helium voor e epling noig is (1p). Shrijf je ntwoor op het ntwoorl Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

4 Them 1.2 / Tentmen B 3 / 23 3 meerkeuzevrg Bij e ptiënte is in twee vershillene situties het vern tussen e intrpleurle ruk en het longvolume geregistreer. De twee registrties zijn in figuur 1 fgeeel. We vergelijken situtie 1 (e getrokken urve) met situtie 2 (gestippele urve). Figuur 1 Registrtie Welke ewering over e vergelijking tussen e twee situties is juist? In situtie 1 levert e ptiënt miner rei ij het emen. In situtie 1 is e omplintie kleiner. In situtie 1 is e omplintie groter. In situtie 1 emt e ptiënt ieper in. 4 meerkeuzevrg De longrts wil ekijken of er sprke is vn een luhtwegostrutie. Welke vn e volgene longvolumes moet eze rts eslist meten? TLC VC FRC FEV1 5 meerkeuzevrg An hn vn e getllen vn e FEV1 en FVC is moeilijk te eoorelen of e ptiënt mximl gelzen heeft. In welke vn onerstne situties is e meting met zekerhei inorret? Als e FEV1 veel lger n e norm is. Als e FVC veel lger n e norm is. Als e FEV1 gelijk is n e FVC. Als e FEV1 en FVC eie lger n e norm zijn Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

5 Them 1.2 / Tentmen B 4 / 23 6 meerkeuzevrg In feeling 1 zie je een mirosopishe opnme vn een ronhus. De toegepste kleuring is hemtoxyline/eosine. De vergroting is f te leien uit e tlloze onker gekleure kernen. Welk eltype is ngegeven met e twee pijlen? enotheelel epitheelel slijmekerel gle spierel Afeeling 1 Mirosopishe opnme vn een ronhus. 7 meerkeuzevrg Het CO 2 t gevorm wort in e perifere weefsels wort vi e loen nr e longen getrnsporteer. In welke vorm wort het meeste CO 2 vn e weefsels nr e longen getrnsporteer? ls iront in het loeplsm ls iront in e roe loeellen ls rmino-groep in het eiwiteel vn hemogloine ls CO 2 geonen n e heemgroep vn hemogloine 8 meerkeuzevrg Om te onerzoeken of er fwijkingen in e longmehni zijn, vrgt e rts een omplintiemeting n. Welke vn onerstne eweringen over e omplintie vn e long is juist? De omplintie vn e long is gelijk n: e lveolire rukvernering geeel oor e longvolumevernering. e longvolumevernering geeel oor e lveolire rukvernering. e longvolumevernering geeel oor e oesophgus rukvernering. e oesophgus rukvernering geeel oor e longvolumevernering Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

6 Them 1.2 / Tentmen B 5 / 23 B open vrg (4p) 1 Beshrijf het effet vn een vernuwe trhe op e emurve in een pvigrm in mximl 15 wooren. (Met p wort hier eoel e intrpleurle ruk p pl.). 2 Geef tevens een verklring voor eze vernering in mximl 15 wooren. Shrijf je ntwoor op het ntwoorl. 9 meerkeuzevrg Bij een stoornis in e ventiltie ontstt een verhoog koolzuurgehlte in het loe (pco 2 verhoog). Heeft it effet op e irultie en zo j, welk effet? nee, it heeft geen invloe op e irultie j, een hypotensie j, een hypertensie j, een lge hrtfrequentie 10 meerkeuzevrg Vn welke type insuffiiëntie is sprke inien ij het eplen vn e loegssen lijkt t e rteriële po 2 verlg is en e rteriële pco 2 verhoog is? lleen vn een prtiële respirtoire insuffiiëntie lleen vn een totle respirtoire insuffiiëntie vn een prtiële én totle respirtoire insuffiiëntie vn een prtiële irultoire én totle respirtoire insuffiiëntie 11 meerkeuzevrg Welke gswisselingsstoornis treet op ij een pompflen vn het mienrif (ifrgm)? hyperpnie hypopnie hypoxie hyperoxie Csus 2: Aemhlingsstoornissen oor het externe milieu Je ent ls longrts werkzm in een grote st. Er woren regelmtig ptiënten oorverwezen met iverse prolemen n het emhlingssysteem. 12 meerkeuzevrg Een ptiënt heeft z n leven lng ls znstrler gewerkt en klgt over kortemigheisklhten. Wt is e meest wrshijnlijke ignose? nthrosis sestosis yssinosis siliosis 2004 Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

7 Them 1.2 / Tentmen B 6 / meerkeuzevrg Bij welke vn onerstne ziekten vn e luhtwegen is het meten vn e longfuntie (met een pek-flowmeter) tijens het werk vn e ptiënt vn elng? ij mesothelioom ij sestosis ij siliosis ij eroepsstm 14 meerkeuzevrg In sommige gevllen kn een eenmlige inhltie permnente hronishe luhtwegklhten inueren. Bij welke vn onerstne stoffen gelt it? ij hloor ij ozon ij stikstofoxie ij zwvelioxie 15 meerkeuzevrg Welke rug kn ij een overosering longoeeem (voht in e longlsjes) geven? heroïne LSD mrihun spee 16 meerkeuzevrg Hsjiesj is geen onshulig miel. Tot welke longfwijking kn het geruik vn hsjiesj leien? emfyseem (rek uit e long) firose (verinweefseling vn e long) longemolie (stolsel in e longvten) pleurle plques (verinweefseling vn e pleur) 17 meerkeuzevrg Een ptiënt is suf vnwege opit-intoxitie. Wt kn er verwht woren in e rteriële loegs-nlyse vn eze ptiënt? een respirtoire lklose op sis vn een hoge pco 2 een respirtoire lklose op sis vn een lge pco 2 een respirtoire iose op sis vn een hoge pco 2 een respirtoire iose op sis vn een lge pco Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

8 Them 1.2 / Tentmen B 7 / meerkeuzevrg Csus 3: Stoornissen vn e emhlingsregultie Mevrouw Teerzwrt komt ij jou ls rts voor onerzoek in vern met prolemen met kortemighei. Tijens e nmnese vrg je hr oner welke omstnigheen zij kortemig is. In welke vn onerstne situties neemt kortemighei ij orthopnoe toe? ij pltliggen ij reht opzitten ij hrlopen ij hyperventiltie 19 meerkeuzevrg Zij geeft n t zij veelvulig een wrme en roe hui heeft. Je vermoet longemfyseem. Wt is e oorzk vn een wrme en roe hui ij een ptiënt met longemfyseem? po 2 stijging pco 2 stijging ph ling HCO 3 (iront) stijging C open vrg (4p) Shets op het ntwoorl in één grfiek het vern tussen het longvolume V en e trnspulmonle ruk p L voor (1) een long met emfyseem en (2) een long met firose. Het vern tussen V en p L voor een normle long is l gegeven. 20 meerkeuzevrg Bij ner onerzoek lijkt t e oorzk vn kortemighei hrtflen is. Door e ophoping vn voht in e longen is e gswisseling verminer, met ls gevolg t e emhling vn e ptiënt versnelt. Bij eze versnelling vn e emhling spelen oner nere hemoreeptoren in e sinus rotis een elngrijke rol. Hieroner woren een rietl uitsprken gen e hieroven genoeme over hemoreeptoren: I eze reeptoren regeren op e ling in rterieel po 2 II eze reeptoren regeren op e stijging in rterieel pco 2 III eze reeptoren regeren op e ph ling in het rteriële loe Welke vn eze uitsprken is of zijn juist? lleen e uitsprken I en II lleen e uitsprken I en III lleen e uitsprken II en III e uitsprken I, II en III 2004 Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

9 Them 1.2 / Tentmen B 8 / meerkeuzevrg Een voormlige gezone 60-jrige ptiënt wort op e intensive re innengerht met emhlingsprolemen. De emhling wort gekenmerkt oor lnge perioes vn ineming fgewissel met een korte uitemingsfse (pneusis). Er wort geht n een geloliseer efet in e hersenstm, mogelijk ls gevolg vn een infrt. Op welke plts(en) evint zih ij eze ptiënt het efet? lleen in e pons in e pons en in e nervus vgus in e nervus vgus en in e meull in het ruggenmerg net oven C3 Csus 4: Kortemighei Pul, een vierjrige jongen, heeft nu voor e ere ml in één jr een perioe wrin tijens een verkouhei een piepene emhling ontstt, met toenemene kortemighei, progressief in enkele gen. Hij is verer niet ernstig ziek en kn nog spelen. Hij heeft geen koorts. Er zijn nooit enuwheisklhten geweest zoner t hij verkouen ws. De vorige keren gingen e klhten vnzelf n enkele gen over. De ouers heen zelf geen longklhten. Wel rookt e moeer ongeveer een pkje sigretten per twee gen. 22 meerkeuzevrg Je ent e huisrts vn eze ptiënt. De ouers komen met Pul op je spreekuur en willen weten wt er n e hn is. Bij onerzoek zie je een vrolijke jongen in goee onitie, met een loopneus en een emhling vn 30/min. Als hij zih ruk mkt, hoor je een piepene uiteming, met e stethosoop hoor je een piepen expirium. Er zijn geen interostle intrekkingen. Welke uitleg n e ouers is het este? Pul heeft wrshijnlijk stm en moet lngurig met ontstekingsremmers (inhltieortiosteroïen) ehnel woren. Het vlt wel mee, e klhten zullen ook nu wel weer vnzelf overgn. De preieze ignose is nog onuielijk, mr een ehneling met een geïnhleere luhtwegverwijer (et-2-mimetium) is goe om te proeren. De klhten woren veroorzkt oor het roken vn moeer en het vies is met klem om te stoppen. 23 meerkeuzevrg Welke vn e onerstne ngeoren fwijkingen kn op jonge leeftij symptomen geven ie sterk gelijken op ie vn stm? trheomlie oesofgustresie trnspositie vn e grote vten herni ifrgmti 2004 Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

10 Them 1.2 / Tentmen B 9 / 23 Csus 5: Aute nierinsuffiiëntie De heer Vn Stn, een 75-jrige mn, wort uut opgenomen in vern met lgemene mlise en misselijkhei. Hij is kortemig en heeft oeeem n eie enkels. De nierfuntie lijkt sterk gestoor te zijn. Het serum retinine is 500 µmol/l. Hij plst mr 360 ml per g (0,25 ml/min). De onentrtie vn retinine in e urine is 4000 µmol/l. Bij lihmelijk onerzoek vin je een emping mien in e oneruik. 24 meerkeuzevrg Op welk type nierinsuffiiëntie wijzen e eviningen ij lihmelijk onerzoek? postrenl prerenl renl 25 meerkeuzevrg Wt is e retinine klring vn e heer Vn Stn? 1 ml/min 2 ml/min 3 ml/min 4 ml/min 26 meerkeuzevrg Twee eweringen over ute nierinsuffiiëntie zijn: I Bij een ute nierinsuffiiëntie zijn voorl e glomeruli ngen. II Een ute nierinsuffiiëntie is meestl reversiel. Welk vn eze eweringen is of welke zijn juist? I en II lleen I lleen II geen 27 meerkeuzevrg Bij ner onerzoek lijkt het serum ntrium vn e heer Vn Stn verlg te zijn (120 mmol/l). Een ntl mogelijke loeuitslgen is: I verlg plsm renine II verhoog plsm renine III verlg plsm ADH IV verhoog plsm ADH Welke omintie vn loeuitslgen is ij eze ptiënt te verwhten? omintie I en III omintie I en IV omintie II en III omintie II en IV 2004 Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

11 Them 1.2 / Tentmen B 10 / meerkeuzevrg De Glomerulire filtrtie snelhei (GFR) vn e nier hngt eels f vn e ruk in e fferente nier rterie en e reltieve weerstn in e fferente rteriole. Wt geeurt er met e GFR wnneer lleen e weerstn vn e fferente rteriole toeneemt? GFR neemt toe met toenemene weerstn in e fferente rteriole. GFR lijft gelijk met toenemene weerstn in e fferente rteriole. GFR neemt f met toenemene weerstn in e fferente rteriole. GFR neemt eerst f en neemt n toe met toenemene weerstn in e fferente rteriole. 29 meerkeuzevrg De oorloeing vn e nier is niet uniform. 90% vn het loe stroomt oor het renle ortex weefsel. De resterene 10% stroomt oor e renle meull. Hier volgen twee uitsprken over e oorzken vn it vershijnsel: I De oorzk ligt in e hoge weerstn in e vs ret. II De oorzk is t efferente rteriolen ie e glomeruli verlten niet verer lopen n e ortex. Welk vn eze eweringen is of welke zijn juist? I en II lleen I lleen II geen 30 meerkeuzevrg De volgene eweringen heen etrekking op e epitheelellen vn e proximle tuulus: I Deze heen veel mirovilli om het oppervlk voor opnme te vergroten. II Deze heen veel trilhren om het trnsport oor e tuulus te versnellen. III Deze heen veel mitohonriën om e energie te leveren voor tieve opnme. IV Deze heen veel fenestre (vensters) om e opnme te vergemkkelijken. Welke eweringen zijn juist? ewering I en III ewering I en IV ewering II en III ewering II en IV 2004 Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

12 Them 1.2 / Tentmen B 11 / meerkeuzevrg In e lis vn Henle kunnen ntomish vier elen woren onersheien: een ik len eel, een un len eel, een un stijgen eel en een ik stijgen eel. Hoe kunnen eze elen vn elkr woren onersheien in het mirosopish eel? Er kn in het geheel geen onershei woren gemkt tussen e vershillene elen. Al eze elen kunnen woren onersheien oor struturele, mirosopish wrneemre vershillen. Alleen ij e ikke elen kn het lene en stijgene eel vn elkr woren onersheien oor struturele, mirosopish wrneemre vershillen. Alleen e unne elen kunnen woren onersheien oor struturele, mirosopish wrneemre vershillen. 32 meerkeuzevrg De volgene eweringen heen etrekking op ute tuulus nerose: I Dit ziekteeel is zihtr in het mirosopish eel vn e glomeruli. II Dit ziekteeel wort meestl in eie nieren ngetroffen. Welk vn eze eweringen is of welke zijn juist? I en II lleen I lleen II geen 33 meerkeuzevrg Bekijk e onerstne elementen: 1 urotheel 2 pooyt 3 Clr el 4 mesngiumel 5 prpluel 6 slijmekerel 7 surftnt 8 kpsel vn Bowmn 9 klier vn Bowmn Welke vn ovenstne elementen mken onereel uit vn het urinir systeem (e nieren en urinewegen)? 1, 3, 5 en 9 2, 3, 6 en 8 1, 2, 4 en 8 4, 7, 8 en Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

13 Them 1.2 / Tentmen B 12 / 23 D open vrg In feeling 2 zie je een mirosopishe opnme vn een eel vn e nier. De toegepste kleuring is PAS/H. PAS (Perioi Ai Shiff) kleurt glyoproteïnen; hemtoxyline (H) is geruikt om e kernen te kleuren. De twee genummere pijlen wijzen nr PAS-positieve elementen vn een proximle tuulus. Afeeling 2: Mirosopishe opnme vn e nier Geef voor elk vn e twee pijlen fzonerlijk zo nuwkeurig mogelijk n in welke strutuur of sustntie e glyoproteïnen zih evinen. Geruik hiervoor mximl 20 wooren. Shrijf je ntwoor op het ntwoorl Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

14 Them 1.2 / Tentmen B 13 / 23 Mitie stoornissen: Uroynmi Csus 6: Urineweg stoornissen De heer Ferinn, een 58-jrige mn, heeft herhlelijk urineweginfeties. Op e polikliniek urologie wort een ystometrie onerzoek gen. Afeeling 3 Uitslg vn e heer Ferinn 34 meerkeuzevrg Uit het onerzoek lijkt t e heer Ferinn slehts een klein eel vn e vloeistof ie in e ls gepompt is (Vinf knl) uitplst (Vur knl). Het urineeiet, ofwel e flowrte, is lg (Qur knl), us hij plst met een slppe strl en e ruk in e urinels rij is hoog (Pet). Wroor woren e klhten vn e heer Ferinn veroorzkt? oor een geostrueere urethr en een goee lsontrtiliteit oor een geostrueere urethr en een slehte lsontrtiliteit oor een niet geostrueere urethr en een goee lsontrtiliteit oor een niet geostrueere urethr en een slehte lsontrtiliteit 35 meerkeuzevrg Stenen in e ureter lijven ls regel steken ij een lole vernuwing. Wr kn een ergelijke vernuwing vn e ureter zih evinen? wr e ureter orsl ligt vn e ort ominlis wr e ureter ventrl ligt vn e. ili extern (of ommunis) wr e ureter orsl ligt vn e. ili extern (of ommunis) wr e ureter ventrl ligt vn e trunus sypthius 2004 Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

15 Them 1.2 / Tentmen B 14 / 23 E open vrg (4p) Een ouere mn merkt t zijn urinestrl zwkker wort. Geef twee oorzken voor een zwkke urinestrl. Geef ij ieere oorzk tevens het mehnisme n t tot e zwkke urinestrl leit. Geruik voor je ntwoor mximl 40 wooren. Shrijf je ntwoor op het ntwoorl. 36 meerkeuzevrg Uit een ystosopish onerzoek lijkt t een oue mn met plsklhten een vernuwing ter hoogte vn e prostt en e metus te heen. Uit ruk- en flowrte metingen lijkt t weerstn ter hoogte vn e prostt rie keer groter is n e weerstn ter hoogte vn e metus. Wroor wort e totle weerstn vn e urethr epl? Deze wort lleen epl oor e metusvernuwing. Deze wort lleen epl oor e prosttvernuwing. Deze wort epl zowel oor metus - ls oor prosttvernuwing. Deze wort niet epl oor metus - en/of prosttvernuwing. 37 meerkeuzevrg Cretinine komt in e voorurine tereht vi het proes vn filtrtie en seretie. De onentrtie vn retinine in e tuulire vloeistof vernert voorturen geurene e pssge oor het nefron. In welk eel vn het nefron is e retinine onentrtie in nwezighei vn ntiiuretish hormoon ADH het grootst? in e istle tuulus in e proximle tuulus in e lis vn Henle in e verzmeluis F open vrg (4p) Een gezon persoon eet in één keer een jumo-zk gezouten hips leeg. Dit leit tot verneringen innen e nier ie uiteinelijk ervoor zorgen t het zout weer uit het lihm verwijer wort. 1 Welke twee verneringen innen e nier vinen htereenvolgens plts? 2 Op welke wijze komt e snelle respons tot stn? (1p) 3 Op welke wijze komt e ltere respons tot stn? (1p) Geruik per suvrg mximl 25 wooren. Shrijf je ntwoor op het ntwoorl Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

16 Them 1.2 / Tentmen B 15 / meerkeuzevrg In e verzmeluis vn e nier vint netto zuurexretie plts. Hierij spelen vershillene memrneiwitten een elngrijke rol, wroner het H + -ATPse, e N+/H+ uitwisselr (NHE3), e nionenuitwisselr (AE2) en het N +,K + -ATPse. In feeling 4 is een shemtishe weergve vn een interlirel uit e verzmeluis vn e nier. De ijfers I tot en met IV geven vershillene loties weer vn memrneiwitten in eze el. Afeeling 4: Shemtishe weergve vn een interlirel uit e verzmeluis vn e nier Wt is e lotie vn e vier genoeme memrneiwitten in eze el? I = AE2 II = H + -ATPse III = N +,K + - ATPse IV = NHE3 I = AE2 II = H + -ATPse III = NHE3 IV = N +,K + - ATPse I = H + - ATPse II = AE2 III = N +,K + - ATPse IV = NHE3 I = H + - ATPse II = AE2 III = NHE3 IV = N +,K + - ATPse 2004 Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

17 Them 1.2 / Tentmen B 16 / meerkeuzevrg In een onerzoek nr e werking vn e nier wort ij een proefpersoon e exretiesnelhei vn vershillene veriningen gemeten ls funtie vn e onentrtie vn eze verining in plsm. De resultten woren gepresenteer in onerstne feeling. Hierin geven e urves I tot en IV vershillene mogelijke uitkomsten vn it onerzoek. Welke vn eze urves geeft e uitkomst weer voor het orgnish nion peniilline? urve I urve II urve III urve IV 2004 Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

18 Them 1.2 / Tentmen B 17 / meerkeuzevrg Onerstne grfiek geeft e vernering in e onentrtie vn eple stoffen in e tuulire vloeistof weer tijens het trnsport oor proximle tuulus. Op e x-s stt e lengte vn e proximle tuulus uitgezet (links eginnen ij e glomerulus en rehts het eine vn e proximle tuulus). Op e y-s stt e verhouing tussen e onentrtie vn een stof in e tuulire vloeistof uitgezet ten opzihte vn plsm (us verhouing is 1 wnneer e tuulire en plsm onentrtie gelijk zijn). Dit vern is ereken voor e twee stoffen: hloor (Cl - ) en inuline. Welk grfish vern hoort ij eze ovenstne twee stoffen? Cl - hoort ij grfiek B; inuline ij grfiek A Cl - hoort ij grfiek D; inuline ij grfiek C Cl - hoort ij grfiek A; inuline ij grfiek E Cl - hoort ij grfiek C; inuline ij grfiek D 2004 Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

19 Them 1.2 / Tentmen B 18 / meerkeuzevrg De terugresorptie vn wter, zout (NCl) en ureum in e nier vint plts in een ntl, ten ele gesheien, omprtimenten. Comprtimenten vn e nier zijn: - e proximle tuulus (PT) - het lene unne een vn e lis vn Henle (DTL) - het stijgene unne een vn e lis vn Henle (ATL) - het stijgene ikke een vn e lis vn Henle (TAL) - e istle tuuli (DT) - e ortile verzmeluis (CCD) - e meullire verzmeluis (OMCD/IMCD) In nwezighei vn het nti-iuretish hormoon ADH vint in een ntl vn eze omprtimenten wter terugresorptie plts, nst een geringe NCl terugresorptie. In welke omprtimenten vn e nier vint it plts? PT en DTL ATL en TAL DTL en OMCD/IMCD DT en CCD 42 meerkeuzevrg Hoe kn een metle iose geompenseer woren? oor hypoventiltie en irontretentie oor hyperventiltie en irontretentie oor hypoventiltie en toegenomen irontexretie oor hyperventiltie en toegenomen irontexretie G open vrg (4p) Een ptiënt eken met longemfyseem ontwikkelt een hronishe vorm vn iose ie volleig is geompenseer. Beshrijf in mximl 30 wooren: 1 welk ompenstiemehnisme it is; 2 in welk eel vn e nier eze ompenstie pltsvint. Shrijf je ntwoor op het ntwoorl. 43 meerkeuzevrg Om te eplen of ij een ptiënt sprke is vn een verstoring vn het zuur-se evenwiht lt je e rteriële loegswren eplen. De resultten vn it onerzoek zijn: po 2 = 95 mmhg (13,1 kp), pco 2 = 65 mmhg (8,9 kp), ph = 7.34 en e iront onentrtie is 35 mmol/l. Op gron hiervn onlueer je t er iner sprke is vn een verstoor zuur-se evenwiht. Wt is e wrshijnlijkheisignose voor eze ptiënt? metole iose metole lklose respirtoire iose respirtoire lklose 2004 Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

20 Them 1.2 / Tentmen B 19 / meerkeuzevrg Een ptiënt met een ulus vn het uoenum wort in het ziekenhuis opgenomen wegens perioiek rken vn grote hoeveelheen mgsp. Onnks e metole lklose lijkt e ph vn e urine lger (=zuurer) te zijn n norml. Hieroner woren rie ftoren genoem ie hiervoor mogelijk verntwoorelijk zijn: I Verhoging vn e proutie en seretie vn NH + 4 in e proximle tuulus. II Verhoging vn e H + seretie oor e α-interlir ellen vn e verzmeluis oner invloe vn losteron. III Verhoging vn e tiviteit vn e N + /H + uitwisselr (NHE3) in e proximle tuulus oner invloe vn ngiotensine II. Welke ftor is of welke ftoren zijn verntwoorelijk voor e lge ph vn e urine? lleen I lleen III I en II II en III Csus 7: Chronishe nierinsuffiiëntie Een 59-jrige mn heeft een sterk hteruitgne nierfuntie ie het noozkelijk mkt t met nierfuntie vervngene ehneling wort gestrt. De oorzk voor het nierlijen is wrshijnlijk ietes mellitus (suikerziekte). De ptiënt is eken met lng estne hypertensie en heeft ypss hirurgie n e slgers vn zijn rehter een onergn. Onnks it rookt hij nog stees. Bij lortorium onerzoek heeft hij een verhoog holesterol en een lg hemogloine. De ptiënt ontwikkelt pijn in e linker shouer tijens e ilyse. 45 meerkeuzevrg Twee eweringen over eze ptiënt zijn: I De klhten zijn wrshijnlijk ontstn omt hij tijens e ilyse zijn rm stees in ezelfe positie moet houen. II De ptiënt heeft, nkzij e ilyse, een levensverwhting vn meer n 10 jr. Welk vn eze eweringen is of welke zijn juist? I en II lleen I lleen II geen 2004 Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

21 Them 1.2 / Tentmen B 20 / meerkeuzevrg In het loe vn e ptiënt wort een verlge ntrium onentrtie (130 mmol/l) en een verhooge klium onentrtie gevonen (7,0 mmol/l). Bovenien is e ptiënt iotish. Welke uitsprk over e reltie tussen hypontriemie, hyperkliemie en iose is juist? Als e ph vn het loe lt, zl ntrium uit e el zih verpltsen nr het loe. Als e ph vn het loe stijgt, zl ntrium uit e el zih verpltsen nr het loe. Als e ph vn het loe lt, zl klium uit e el zih verpltsen nr het loe. Als e ph vn het loe stijgt, zl klium uit e el zih verpltsen nr het loe. H open vrg Bij ietes mellitus kunnen oner e mirosoop pthologishe verneringen in het nierweefsel woren wrgenomen. Een zo n vernering is e Kimmelstiel-Wilson lesie. 1 Noem e strutuur in e nier wrin e Kimmelstiel-Wilson lesie wort ngetroffen. (1p) 2 Beshrijf hoe e Kimmelstiel-Wilson lesie eruit ziet. (1p) Geruik voor je totle ntwoor mximl 25 wooren op het ntwoorl Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

22 Them 1.2 / Tentmen B 21 / 23 I open vrg (5p) Lithium meitie leit in 30-40% vn e psyhitrishe ptiënten tot nefrogene ietes insipius (NDI) ls gevolg vn een fnme vn het ntl vsopressine (AVP=ADH) reeptoren in e nier, wroor polyurie en polyipsie ontstn. Ook ptiënten met mutties in e hierij etrokken wterknlen lijen n it synroom. In feeling 5 is shemtish het eltype uit e nier, wrin e VP/ADH reeptoren zijn geloliseer, fgeeel. Deze feeling is ook weergegeven op het ntwoorl. Afeeling 5: Shemtishe weergve vn verzmeluis el Geef in e figuur e plts in e el n vn e hieroner genoeme vier struturen/ proessen ie etrokken zijn ij het wtertrnsport oner invloe vn het hormoon AVP(ADH). Geruik hiervoor e ijfers. (4p) Geef met pijlen ook e trnsport rihting vn het wter oor e el. (1p) 1 quporine(aqp)-2 2 quporine(aqp)-3,en -4 3 ylish AMP (AMP) 4 AVP (ADH) en AVP-reeptor Csus 8: Hypotensie J open vrg (4p) Een 42-jrige mn is etrokken geweest ij een motorongeluk. Hij heeft 2 liter loe verloren uit een eenwon en zijn loeruk is lg: 80/40 mmhg. Gelukkig is met zijn nieren niets mis en zullen eze proeren het extrellulir volume in stn te houen. Ze oen t oor e uitsheiing vn ntrium n te pssen. Vul op het ntwoorformulier e onerelen in vn het regultie-mehnisme t er toe leit t e nieren ij eze ptiënt ijrgen n e instnhouing vn het extrellulir volume. 47 meerkeuzevrg Alosteron heeft effet op e ntrium resorptie in e nier. In welke segmenten vn e nier en vi welk trnsporteiwit wort e NCl terugresorptie oor het hormoon losteron gestimuleer? ikke opstijgene een, lis vn Henle (TAL) istle tuulus (DT) proximle tuulus (PT) verzmeluis 2004 Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

23 Them 1.2 / Tentmen B 22 / 23 Orgnontie en eslissen in e geneeskune K open vrg (4p) Er estn vershillene systemen voor het verwerven vn postmortle orgnen. In Neerln heen we het toestemmingssysteem. Een ner systeem is het geen-ezwr systeem. Noem twee elngrijke voorelen en twee elngrijke nelen vn het geen-ezwr systeem op het ntwoorl. L open vrg (3p) De overhei zou kunnen esluiten om mensen over te hlen om een nier ij leven f te stn oor ze een vst erg n te ieen. 1 Geef twee ethishe rgumenten ie hiervoor pleiten. (1p) 2 Geef twee ethishe rgumenten ie hiertegen pleiten. (1p) 3 Welke rgumenten geven voor jou e oorslg en wrom? (1p) Geruik hierij mximl 25 wooren. Shrijf je ntwoor op het ntwoorl. 48 meerkeuzevrg In e jren is een grootshlig onerzoek uitgevoer in 26 Neerlnse ziekenhuizen om ignostiek en ehneling vn nierrteriestenose te optimliseren. In tel 1 zie je e resultten vn e serum retinine onentrtie ij 437 ptiënten met verenking op nierrteriestenose. De nwezighei vn stenose wer vstgestel met ngiogrfie ls gouen stnr. Tel 1 Kruislssifitie Cretinine µmol/l) Stenose Geen stenose Totl <= > Totl Wt is e prevlentie vn stenose ij eze 437 ptiënten? 0,23 0,30 0,58 3,37 49 meerkeuzevrg Wt is e nnemelijkheisverhouing (likelihoo rtio, LR) vn een retinine wre <= 70 µmol/l? 0,01 0,05 0,08 0, Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B

24 Them 1.2 / Tentmen B 23 / meerkeuzevrg In e klssieke epiemiologishe stuie vn e Britse onerzoekers Doll en Hill nr het vern tussen roken en sterfte n eple ziekten weren (oner nere) e volgene resultten gevonen: Bron: British Meil Journl, 1964 proportie vn e popultie sterfte n longknker inientie* reltief risio (RR) niet-rokers rokers ? * per 1000 persoonsjren Wt is volgens eze gegevens het reltief risio vn roken op sterfte n longknker? 0,0538 1,83 18,57 22,03 51 meerkeuzevrg In 1994 stierven in Neerln 6399 mnnen n longknker. 40% vn e Neerlnse mnnen rookte in t jr. Uit onerzoek leek een reltief risio vn roken op sterfte n longknker vn 22. Hoeveel vn e Neerlnse mnnelijke sterfgevllen n longknker hen vermeen kunnen woren ls niemn vn e mnnen gerookt h? Eine Dit ws e ltste vrg vn het tentmen. Controleer of je je nm op lle pgin s vn e ntwoorlen het gezet en lever het tentmen, e ntwoorlen en het omputerformulier in Ersmus MC, Rotterm \ \ 1.2 Tentmen B