MANAGEMENT VAN DIABETES KETO-ACIDOSE (DKA)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MANAGEMENT VAN DIABETES KETO-ACIDOSE (DKA)"

Transcriptie

1 MANAGEMENT VAN DIABETES KETO-ACIDOSE (DKA) 1. ACHTERGROND 1.1. DKA komt voor bij een absoluut of relatief insulinetekort en het gecombineerd effect van de counterregulatory hormonen ( catecholamines, glucagon, cortisol en groeihormoon). Een absoluut tekort aan insuline komt voor bij nog niet gediagnosticeerde diabetes type 1 en bij patienten met diabetes type 1 die insulineinjecties overslaan. Een relatief tekort aan insuline komt voor bij een hoge concentratie van counter-regulatory hormonen in stress-situaties zoals sepsis, trauma, gastro-intestinale infectie met braken en diarree. (1) 1.2. DKA is gekenmerkt door een catabole toestand : verhoogde glucose productie in de lever, verminderd perifeer glucose verbruik, waardoor hyperglycemie en hyperosmolariteit ontstaat en verhoogde lipolyse en ketogenese, waardoor ketonemie en metabole acidose ontstaat. Hyperglycemie en hyperketonemie veroorzaken osmotische diurese, deshydratatie en verlies van electrolieten, vaak nog verergerd door braken. Hieruit volgt een verdere verhoging van de counter-regulatory hormonen, met een verdere verhoging van de insuline resistentie. Een verdere verhoging van de hyperglycemie en hyperketonemie is het gevolg. Deze cirkel kan enkel onderbroken worden door toediening van insuline, vocht en elektrolieten. (2) DKA wordt gekenmerkt door een ernstig tekort aan vocht en elektrolieten, van het intra-en extracellulair compartiment. Ondanks de deshydratatie, behouden patienten een normale bloeddruk en een meer dan minimale diurese. Het tekort aan vocht en elektrolieten is per patient afhankelijk van de duur en ernst van de DKA, de mate waarin de patient vocht en elektrolieten kon innemen, en het suikergehalte van de voeding en drank die de patient innam. (3) 1.4. DKA is meest voorkomende diabetes- gerelateerde doodsoorzaak bij kinderen. De meest frekwente doodsoorzaak bij DKA is hersenoedeem. Neurologische morbiditeit en fatale afloop kunnen vermeden worden door de incidentie van DKA te verminderen en door optimale behandeling van DKA. Geen enkel protocol kan het risiko op hersenoedeem elimineren. (4) 1.5. Hyperglycemie is niet strikt noodzakelijk aanwezig : in 8% van de gevallen is de glycemie < 270 mg/dl op het moment van de diagnose diabetes keto-acidose. Ernstige acidose zonder hyperglycemie ( en zonder andere duidelijke oorzaak zoals nierfalen), moet doen denken aan lactaatacidose ( oa. glycogeen opstapelings ziekte type I), alkoholische keto acidose, salicylaat intoxicatie, andere aangeboren stofwisselingsziekten (bv. propionzuuracidemie, methylmalonzuuracidemie) en sepsis ( vnl. gram negatieven) (4) 2. DOELSTELLING De doelstelling van dit protocol is op een zo veilig mogelijke en efficiënt wijze patienten met DKA te behandelen. Dit houdt het volgende in: corrigeren van de deshydratatie, corrigeren van de acidose en de ketose ongedaan maken, de glycemie normaliseren, complicaties van de behandeling vermijden en uitlokkende factoren identificeren en aanpakken.

2 3. INDICATIE (5) Deze richtlijnen zijn zo veilig mogelijk en dienen voor kinderen met matige tot ernstige diabetes keto-acidose ( ph < 7.30 of bicarbonaat < 15 meq/l) die Meer dan 5% gedeshydrateerd zijn En/of verminderd bewustzijn hebben En/of klinisch acidotisch zijn En/of braken 4. DOELGROEP Patienten met diabetes type 1 die voldoen aan de indicatie-criteria. 5. WAT EN HOE (4,5,6,7) 5.1spoed management : reanimatie : A,B,C,D Airway : zorg voor doorgankelijke luchtwegen Breathing : geef 100% zuurstof Circulation : plaats intraveneuze lijn en neem bloedstalen Drugs: bij shock ( slechte capillaire refill met tachycardie of hypotensie) : geeft 10ml/kg fysiologische oplossing over 30 minuten en herhaal zo nodig tot een totaal van 20ml/kg. 5.2 diagnose en labo Anamnese : polydipsie, poly urie Klinisch onderzoek : tachypnoe ( Küssmaul ademhaling) deshydratatie / verminderd bewustzijn abdominale pijn / braken vermoeidheid ademhaling ruikt naar ketonen Labo : glycemie ( vingerprik en staal voor labo) ph (veneus of arterieel) bloedbeeld ( leucocytose komt vaak voor) elektrolieten ureum, kreatinine urine : ketonen Cardiale monitoring : kijk naar T toppen 5.3 opname op PIMCU of PICU volgens neurologische toestand, ph <7.1 : overleg met intensivist 5.4 weeg het kind ( indien niet mogelijk maak een schatting) 5.5 klinische opvolging mate van deshydratatie (8) mild = 5% droge mucosae, verminderde huidturgor; matig =5-10% mild + diepliggende ogen, slechte capillaire refill; ernstig 10% ( shock) ernstig ziek, slechte perfusie, tachycardie

3 bewustzijn neurologische observatie / uur Glasgow Coma Schaal klinisch onderzoek : kijk vooral naar tekenen van : Hersenoedeem : irriteerbaarheid, dalende pols, stijgende bloeddruk, papiloedeem (laat teken) Infektie Ileus 5.6 Observatie opvolgen vochtbalans ( input/output per uur) elke urine nakijken op glucose en ketonen glycemie (vingerprik) /uur ureum en elektrolieten 2 uren na start IV therapie, daarna / 4 uur gewicht 2*/dag neurologische observatie / uur ( of frekwenter ) saturatie en EKG monitoring onmiddellijk melden van elke verslechtering van bewustzijn, gedrag, hoofpijnklachten of irriteerbaarheid. 5.7 Vochtbeleid De oorzaak van hersenoedeem blijft onzeker. Een te vlugge daling van de intravasculaire osmolariteit kan een risikofaktor zijn. Het is daarom voorzichtiger om rehydratatie van kinderen met DKA trager te laten verlopen dan bij andere oorzaken van deshydratatie. Elke vochttoediening moet genoteerd worden (ook op spoedopname en tijdens transport). Volume : van zodra het circulerende bloedvolume hersteld is, kan de behoefte berekend worden door : Vocht behoefte = onderhoud + deficiet onderhoud per 24 uur volgens gewicht : 100 ml/kg eerste 10kg, 50 ml/kg volgende 10 kg, 20 ml/kg voor > 20 kg deficiet (liter) = % deshydratatie * lichaamsgewicht (kg). Veronderstel een maximum deficiet van 10%, te grote vochttoediening kan een risiko faktor zijn voor het ontwikkelen van hersenoedeem Snelheid : maak de som van onderhoud voor 48 uren en deficiet, en geeft dit totaal volume over 48 uur.(soms is een tragere rehydratatie over 72 uren aangewezen, vnl. voor kinderen jonger dan 3 jaar, of bij hyperosmolariteit met hypernatriëmie of bij extreem hoge glycemie). Soort vocht Begin met fysiologische oplossing (NaCl 0.9%) Kontroleer elektrolieten 2 uren na start rehydratatie en daarna per 4 uur Volgens glycemie : Glycemie > 350 : fysiologische oplossing 150 < Glycemie < 350 : helft glucose 10 % + helft fysiologische oplossing glycemie < 150 : ¾ glucose 10 % + ¼ fysiologische oplossing

4 5.8 Insuline DKA wordt veroorzaakt door een relatief of absoluut insuline tekort. Er is geen nood aan onmiddellijke toediening van insuline, vermits de rehydratatie al een groot deel van de hyperglycemie zal korrigeren. Insuline is wel nodig om de ketoacidose te corrigeren en een continue lage intraveneuze insuline-toevoer is hiervoor het beste. Een bolus insuline IV of SC is niet nodig. Toevoer van glucose en insuline is nodig om anabole toestand te verkrijgen. Insuline toediening mag pas starten 1 à 2 uren na het begin van de toediening van vocht. Insuline oplossing : maak een oplossing van 1 IU snelwerkende insuline ( Actrapid of Regular) per ml fysiologisch. Bv. 50 IU Actrapid verdunnen tot 50 ml fysiologisch in een spuitpomp. ( leiding flushen) Insuline dosis : 0.1 IU / kg/ uur (voor kinderen < 3 jaar start met 0.05 IU/kg/uur) Streef naar een daling van de glycemie tussen 50 en 100 mg/dl per uur. Indien de glycemie sneller daalt dan 100 ml/uur, verminder dan de snelheid van de insuline oplossing naar tot 0.05 IU /kg/uur Van zodra de glycemie < 350 : start ½ glucose 10% + ½ fysiologisch Nooit de insuline stoppen ( minimum is 0.05 IU/kg/uur) : indien de glycemie < 150 : ga over naar ¾ glucose 10 % + ¼ fysiologische oplossing indien de glycemie < 100 : snelheid van insuline verminderen ( nooit minder dan 0.05 IU/kg/uur zonder overleg supervisor) Indien de glycemie snel stijgt : herevalueer ( toestand van patient, IV lijnen) en consulteer supervisor 5.9 Elektrolieten Kalium Toevoeging van kalium is essentieel. Kalium is een intracellulair ion, en er is altijd een massief tekort van lichaamskalium, zelfs met een normale, lage of hoge kaliëmie. Insuline zal kalium intracellulair drijven, en de kaliëmie zal dalen van zodra insuline gestart wordt. Kalium moet zo vlug mogelijk gegeven worden, tenzij anurie vermoed wordt. KCL wordt gegeven in zijlijn : KCL 5 meq/kg/24 uur ( dit komt overeen met toevoeging van 20 ml KCl aan elke 500 ml vocht.) Kontroleer kaliëmie 2 uren na start en daarna per 4 uur. Pas de kalium toevoer aan volgens de kaliëmie. EKG monitoring ter observatie van de T toppen. Natrium Natriëmie is vaak laag ( verdunningseffekt van gemeten Na door hyperosmolariteit tgv. hyperglycemie) Gekorrigeerd Na = gemeten Na + (glycemie-100)/50 Natriëmie stijgt vaak bij dalende glycemie : in theorie zou Na 2 mmol moeten stijgen voor elke 100 mg/dl daling

5 Een daling van Na is in studies het enige labo-signaal gebleken dat korreleert met dreigend hersenoedeem (9) Bicarbonaat Er is geen experimenteel bewijs om het geven van bicarbonaat bij diabetes keto acidose te verdedigen. Het kan overwogen worden bij kinderen die zeer acidotisch zijn ( arteriële ph < 7.0), in circulatoire shock, opgenomen op PICU. Indien de acidose blijft bestaan, overweeg het geven van extra colloiden, kontroleer insuline- toevoer, en denk aan sepsis. Geef nooit natrium bicarbonaat zonder advies van de supervisor. mogelijke nadelige effekten van bicarbonaat : geeft een daling van de intracellulaire ph geeft een daling van de ph in cerebrospinaal vocht geeft een stijging van laktaat in cerebrospinaal vocht geeft een daling van de weefseloxygenatie ( verandert de zuurstofafgifte van hemoglobine) verergert hypokaliëmie problemen 5.10 verder beleid vochtbalans bijhouden : zeer belangrijk. Elke vocht input of output moet gemeten worden en per uur genoteerd. Indien diurese < 1.5 ml/kg/uur : zoek oorzaak ( akuut nierfalen, shock, obstruktie van de urinewegen, blaasretentie) Glycemie vingerprik per uur, elke 2 tot 4 uren kontrole glycemie in labo Blaassonde : best vermijden, enkel bij kinderen met verminderd bewustzijn Urine : elke urine moet getest worden op ketonen Maagsonde : indien verminderd bewustzijn en /of braken Maagvocht : grote volumes moeten gecompenseerd worden Labo : kontrole, elektrolieten en ph 2 uren na start, daarna minstens per 4 uur IV vocht en IV insuline : te geven tot het kind klinisch goed is, drinkt en kan eten Stoppen van IV insuline : nog niet wanneer nog ketonurie > Ketonurie mag nog aanwezig zijn. Overgaan naar SC insuline : voor een maaltijd. IV insuline nog 60 minuten verder te geven na eerste SC insuline om rebound hyperglycemie te voorkomen Hersenoedeem (10) Treedt gewoonlijk op 4 tot 12 uren na start van behandeling, maar kan ook al aanwezig zijn bij begin, of tot 24 uur later. Tekenen en symptomen :hoofdpijn,verwardheid,irriteerbaarheid,verminderd of dalend bewustzijn, convulsies, stijgende bloeddruk, dalende pols,papiloedeem, ev. respiratoire problemen (dalende saturatie). Management : sluit een hypoglycemie uit! Bij vermoeden hersenoedeem, onmiddellijk supervisor verwittigen Maatregelen : Mannitol 0.5 g/kg ( = 2.5 ml/ mannitol 20%) zo vlug mogelijk IV vocht halveren Breng naar PICU Zet alles klaar voor intubatie en ventilatie

6 Breng neurochirurg op de hoogte Zorg voor CT hersenen Excludeer andere mogelijke oorzaken ( trombose hersenvaten, hersenbloeding) 6. REFERENTIES 1. KitabchiA, Umpierrez G, Murphy M et al. Management of hyperglycemic crisis in patients with daibetes. Diabetes Care 2001;24 : Diabetes Care 2006;29: Mc Donnell CM, Pedreira CC,Vadamalayan B,Cameron FJ,Werhter GA. Diabetic ketoacidosis, hyperosmolarity and hypernatremia : are high carbohydrate drinks worsening initial presentation?/pediatr. Diabetes 2005;6: ISPAD guidelines 2000, Dunger DB,Sperling MA,Acerini CL et al. ESPE/LWPES consensus statement on diabetic ketoacidosis in children and adolescents. Pediatrics 2004;113; Wolfsdorf J, Craig ME, Daneman D et al. ISPAD Clinical Practice Consensus Guidelines Diabetic ketoacidosis. Pediatric Diabetes 2007;8: Guidelines for the treatment of diabetic hyperglycemia and ketoacidosis. Swedish pediatric association. Section for endocrinology and diabetes. R. Hanas,J. Gustafson, T Tuvemo et al Steiner MJ,Dewalt DA,Byerley JS. Is this child dehydrated?. JAMA 2004;291: Glaser N,Barnett P,Mccaslin I et al. Risk factors for cerebral edema in children with diabetic ketoacidosis. The Pediatric Emergency Medicine Collaborative Research Committee of the American Academy of Pediatrics. N Enhl J Med.2001;344: Edge JA,Hawkins MM,winter DL,Dunger DB. The risk and outcome of cerebral oedema developing during diabetic ketoacidosis. Arch Dis Child 2001;85:16-22

7 MANAGEMENT VAN DIABETES KETO-ACIDOSE (DKA) Deze richtlijnen zijn zo veilig mogelijk en dienen voor kinderen met matige tot ernstige diabetes keto-acidose ( ph < 7.30 of bicarbonaat < 15 meq/l) die Meer dan 5% gedeshydrateerd zijn En/of verminderd bewustzijn hebben En/of klinisch acidotisch zijn En/of braken 1. spoed management : reanimatie : A,B,C,D 2. diagnose en labo anamnese polyurie, polydipsie,gewichtsverlies, buikpijn, moeheid,braken, convulsies klinisch onderzoek : deshydratatie, ademhalingspatroon,ketonengeur, lethargie,braken labo: ketonurie,hyperglycemie, metabole acidose,ph,ureum, elektrolieten, 3. opname op PIMCU of PICU 4. weeg het kind 5. klinische opvolging: mate van deshydratatie bepalen, bewustzijn scoren. 6. observatie : glycemie per uur, vocht input en output per uur, neurologische kontrole per uur, elektrolieten 2 uren na start vocht, EKG monitoring van T toppen 7. Vochtbeleid: bereken volume ( onderhoud + deficiet), bereken snelheid (geef over 48 uren Volgens glycemie : Glycemie > 350 : fysiologische oplossing 150 < Glycemie < 350 : helft glucose 10 % + helft fysiologische oplossing glycemie < 150 : ¾ glucose 10 % + ¼ fysiologische oplossing 8. Insuline Insuline dosis : 0.1 IU / kg/ uur ( voor kinderen < 3 jaar start met 0.05 IU/kg/uur) Streef naar een daling van de glycemie tussen 50 en 100 mg/dl per uur. Indien de glycemie sneller daalt dan 100 ml/uur, verminder dan de snelheid van de insuline oplossing naar tot 0.05 IU /kg/uur indien de glycemie < 100 : snelheid van insuline verminderen ( nooit minder dan 0.05 IU/kg/uur zonder overleg supervisor) Nooit de insuline stoppen ( minimum is 0.05 IU/kg/uur) 9. elektrolieten Toevoeging van kalium is essentieel er is altijd een massief tekort van lichaams kalium, zelfs met een normale, lage of hoge kaliëmie KCL wordt gegeven in zijlijn : KCL 5 meq/kg/24 uur Kontroleer kaliëmie 2 uren na start en daarna per 4 uur. Pas de kalium toevoer aan volgens de kaliëmie 11. cave hersenoedeem!!!!!

8 Anamnese klinisch onderzoek labo Polyurie mate van deshydratatie bepalen ketonurie Polydipsie snelle ademhaling (Kussmaul) hyperglycemie Gewichtsverlies ketonen geur acidose Buikpijn lethargie/somnolent ph,ureum,ionogram Moeheid ev. Braken op indicatie Braken Verwardheid DIAGNOSE DKA GESTELD BEL SUPERVISOR Shock (verminderde perifere pulsaties) deshydratatie > 5% Verminderd bewustzijn/coma niet in shock Reanimatie IV therapie Airway bereken vochtbehoefte Breathing (zuurstof) corrigeer over 48 uur Circulation ( NaCl 0.9 %) ml/kg over 1-2 uur NaCl 0.9% (zolang glycemie > 350 mg/dl) KCl 5 meq/kg/24 uur Continue insuline toevoer >6 jaar : 0.1 IU /kg/uur <6 jaar : 0.05 IU /kg/uur

9 observatie glycemie/uur vocht input en output/uur neurologische status minstens/uur ionogram /2 uur na start IV therapie pas KCl toediening aan volgens kaliëmie EKG monitoring voor T toppen Acidose verbetert niet glycemie < 350 mg/dl glycemie < 150 mg/dl herevaluatie herbereken vocht IV therapie IV therapie bekijk insuline toediening ½ glucose 10 % + ½ NaCl 0.9% ¾ glucose 10% + ¼ NaCl 0.9 % overweeg sepsis Glycemie daalt sneller dan 100 mg/dl per uur continue insulinetoevoer 0.05 IU /kg/uur (= minimum) neurologische achteruitgang : alarmtekenen : hoofdpijn, bradycardie, verminderd bewustzijn, sluit hypoglycemie uit, hersenoedeem? management naar PICU, mannitol 0.5 tot 1 g/kg, bel supervisor

Deze procedure beschrijft de medische aanpak bij het optreden van diabetische ketoacidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling.

Deze procedure beschrijft de medische aanpak bij het optreden van diabetische ketoacidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling. 1. Samenvatting Deze medische procedure beschrijft de evaluatie, behandeling en opvolging bij diabetische ketoacidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling bij volwassen patiënten. 2. Inleiding/doel

Nadere informatie

Diabe&sche ketoacidose. Diana Jansen, ANIOS IC 6 maart 2015

Diabe&sche ketoacidose. Diana Jansen, ANIOS IC 6 maart 2015 Diabe&sche ketoacidose Diana Jansen, ANIOS IC 6 maart 2015 Casus 38- jarige man VG: blanco Buiten bewustzijn aangetroffen, onduidelijk of hij voordien klachten had Bij verdenking hypoglycemie in ambulance

Nadere informatie

Hyperglycemischeketoacidosebij hoogzwangere.

Hyperglycemischeketoacidosebij hoogzwangere. Hyperglycemischeketoacidosebij hoogzwangere. patient 34 jarige dame G3P1, : 37 wkn2d Voorgeschiedenis: DM type 1 sinds 1983 1 miskraam in 1999 Start insulinepomp 1999 1 ste kindje in 2009 HbA1c 2010: 8.9%,

Nadere informatie

Hyperglycemie Keto-acidose

Hyperglycemie Keto-acidose Hyperglycemie Keto-acidose Klinische les Marco van Meer SJG 20 06 2007 (acute) ontregeling van diabetes Doel Op het einde van mijn presentatie is jullie kennis over glucose huishouding en ketoacidose weer

Nadere informatie

Ketoacidose: caveats en pitfalls

Ketoacidose: caveats en pitfalls Ketoacidose: caveats en pitfalls Katelijn Decochez, Karlien Francois, Brigitte velkeniers 3 december 2010 Definitie Hyperketonemie + Metabole acidose + Hyperglycemie Epidemiologie Mortaliteit 5 à 10% in

Nadere informatie

Valérie s. Tips&Tricks #5. Suikerziekte en hypoglycemie, Somogyi, ketoacidose, hyperosmolair Syndroom

Valérie s. Tips&Tricks #5. Suikerziekte en hypoglycemie, Somogyi, ketoacidose, hyperosmolair Syndroom Valérie s Tips&Tricks #5 Suikerziekte en hypoglycemie, Somogyi, ketoacidose, hyperosmolair Syndroom Suikerziekte en hypoglycemie, Somogyi, ketoacidose, hyperosmolair Syndroom 1. Hypoglycemie Hypoglycemie

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Diabetische ketoacidose

Patiënteninformatie. Diabetische ketoacidose Patiënteninformatie Diabetische ketoacidose Inhoud Inleiding... 3 Informatie over ziektebeeld diabetische ketoacidose... 3 Leer meer over DKA en bloedketonencontrole... 3 Symptomen... 4 Wie riskeert de

Nadere informatie

Diabetes Mellitus rondom een operatie: wat moeten we ermee?

Diabetes Mellitus rondom een operatie: wat moeten we ermee? Diabetes Mellitus rondom een operatie: wat moeten we ermee? Maarten Visscher Resident in Anaesthesiology PhD Candidate Casus Patient, mw. D, 63 jr, lapchol VG: 1x HNP OK 1990 MI 1996 DM Med: PCM, gliclazide,

Nadere informatie

Infuusbeleid op recovery

Infuusbeleid op recovery Infuusbeleid op recovery Is vullen in of uit?? Sander van den Heuvel Anesthesioloog Stellingen Dagbehandelingspatiënten mogen best wat meer vocht krijgen Een krap vochtbeleid verbetert de resultaten bij

Nadere informatie

Zuurbase evenwicht. dr Bart Bohy http://www.medics4medics.com

Zuurbase evenwicht. dr Bart Bohy http://www.medics4medics.com Zuurbase evenwicht 1 Zuren 2 Base 3 4 5 6 7 oxygenatie / ventilatie 8 9 Arteriële bloedgaswaarden Oxygenatie PaO2: 80-100mmH2O SaO2: 95-100% Ventilatie: PaCO2: 35-45mmHg Zuur-base status ph: 7.35-7.45

Nadere informatie

Presentatie Casus 1b. Victoria Janes & Yvonne Poel

Presentatie Casus 1b. Victoria Janes & Yvonne Poel Presentatie Casus 1b Victoria Janes & Yvonne Poel Casusbeschrijving Vrouw: 55 jaar wordt door de ambulance naar de SEH gebracht, waar u als arts-assistent assistent werkzaam bent. Dezelfde ochtend heeft

Nadere informatie

bloedgassen Snelle interpretatie

bloedgassen Snelle interpretatie bloedgassen Snelle interpretatie Wat is de Ph Het aantal waterstofionen (H+) geteld per ml water. Hoeveel waterstofionen komen er bij een reactie vrij of gaan er verloren en/of hoeveel waterstofionen worden

Nadere informatie

Eerste hulp bij ketonen

Eerste hulp bij ketonen Eerste hulp bij ketonen Wat zijn Ketonen Wat is Keto-Acidose? Bij een tekort aan aanwezige insuline in het lichaam kunnen de koolhydraten of suikers niet in de lichaamscellen. Gevolg is dat het lichaam

Nadere informatie

Diabetes type 1 bij kinderen. Diabetes type 1 bij kinderen. Diabetes type 1 bij kinderen 28/01/2019

Diabetes type 1 bij kinderen. Diabetes type 1 bij kinderen. Diabetes type 1 bij kinderen 28/01/2019 Diabetes type 1 bij kinderen Het belang van bloedketonen meting bij diabetes type 1 Dr. Sylvia Depoorter Ook kleuters hebben nu vaker diabetes Het nieuwsblad. 29 mei 2009 C. Patterson, et al. Incidence

Nadere informatie

Hoogteziekte. PHC cursus 1-6 april 2018 Stichting Kilimanjaro Paramaribo, Suriname

Hoogteziekte. PHC cursus 1-6 april 2018 Stichting Kilimanjaro Paramaribo, Suriname Hoogteziekte PHC cursus 1-6 april 2018 Stichting Kilimanjaro Paramaribo, Suriname Hoe hoog is hoog? High altitude : 1500-3000m Very high altitude : 3000-5000m Extreme altitude : above 5000m Death zone

Nadere informatie

Di a b e t i s c h e k e t o a c id o s e:

Di a b e t i s c h e k e t o a c id o s e: D o s s i e r : Ur g e n t i e s i n d e d i a b e t o l o g i e Di a b e t i s c h e k e t o a c id o s e: Keywords: type 1 diabetes diabetic children diabetic ketoacidosis d i a g n o s e, b e h a n

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders Kind met diabetes en intensieve therapie Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INTENSIEVE THERAPIE ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Je bent voor de behandeling van

Nadere informatie

Hypoglycemie. < 60 mg/dl = hypo Symptomen: Beven Zweten Duizelig Vlekken zien Honger Hoofdpijn, moeheid Bleek zien Karakterveranderingen.

Hypoglycemie. < 60 mg/dl = hypo Symptomen: Beven Zweten Duizelig Vlekken zien Honger Hoofdpijn, moeheid Bleek zien Karakterveranderingen. Hypoglycemie < 60 mg/dl = hypo Symptomen: Beven Zweten Duizelig Vlekken zien Honger Hoofdpijn, moeheid Bleek zien Karakterveranderingen. Hypoglycemie Behandeling: 1. Bij twijfel glycemiecontrole. 2. Indien

Nadere informatie

Glucose in beweging door beweging. Yvonne Krul internist in opleiding

Glucose in beweging door beweging. Yvonne Krul internist in opleiding Glucose in beweging door beweging Yvonne Krul internist in opleiding Vraag 1 Jongen van 18 jaar met type 1 diabetes speelt aankomend weekend kampioenswedstrijd voor de voetbal. Wat adviseert u t.a.v. de

Nadere informatie

Hypoglycemie bij kinderen en adolescenten met diabetes mellitus

Hypoglycemie bij kinderen en adolescenten met diabetes mellitus Hypoglycemie bij kinderen en adolescenten met diabetes mellitus Dr. G. Massa in samenwerking met de Kinder- en Jeugddiabetesteam Jessa Ziekenhuis Hasselt Hypoglycemie Definitie en voorkomen Oorzaken Symptomen

Nadere informatie

Belangrijke veiligheidsinformatie over dapagliflozine alleen voor diabetes type 1

Belangrijke veiligheidsinformatie over dapagliflozine alleen voor diabetes type 1 Belangrijke veiligheidsinformatie over dapagliflozine alleen voor diabetes type 1 Let op bij het gebruik van dapagliflozine. Dapagliflozine is het werkzame bestanddeel in het medicijn. Uw medicijn kan

Nadere informatie

Richtlijn Diabetes Mellitus de novo. Datum: Auteur: M. Dousma, kinderarts NWZ

Richtlijn Diabetes Mellitus de novo. Datum: Auteur: M. Dousma, kinderarts NWZ Richtlijn Diabetes Mellitus de novo Datum: 31-08-2018 Auteur: M. Dousma, kinderarts NWZ Doel het zo snel mogelijk stellen van de diagnose diabetes, de typering en de ernst van de metabole ontregeling door

Nadere informatie

Glucose regulatie bij volwassen IC en MC-patiënten bij continue toediening van voeding

Glucose regulatie bij volwassen IC en MC-patiënten bij continue toediening van voeding regulatie bij volwassen IC en MC-patiënten bij continue toediening van voeding Doel: Bereiken en handhaven van een glucose waarde tussen 4,4 6,1 mmol/l Indicaties: - Patiënten met Diabetes Mellitus - Patiënten

Nadere informatie

Valérie s. Tips&Tricks #1. Diagnose en behandeling van de hond/kat met suikerziekte

Valérie s. Tips&Tricks #1. Diagnose en behandeling van de hond/kat met suikerziekte Valérie s Tips&Tricks #1 Diagnose en behandeling van de hond/kat met suikerziekte Diagnose en behandeling van de hond/kat met suikerziekte 1. DIAGNOSE VAN SUIKERZIEKTE Suikerziekte wordt vastgesteld op

Nadere informatie

DIABETES PERI- OPERATIEF/ONDERZOEKEN

DIABETES PERI- OPERATIEF/ONDERZOEKEN DIABETES PERI- OPERATIEF/ONDERZOEKEN Belang van goede glycemieregeling perioperatief Ontregelde diabetes ( hyperglycemie) in een perioperatieve periode gaat samen met een slechte outcome voor de patiënt.

Nadere informatie

Disclosure belangen spreker. (poten'ële) belangenverstrengeling

Disclosure belangen spreker. (poten'ële) belangenverstrengeling Disclosure belangen spreker (poten'ële) belangenverstrengeling Geen Diagnose nieuwe diabeet: (h)erkennen is van levensbelang! W.H.Stokvis- Brantsma, kinderarts- endocrinoloog Diabeter Petra Schram, kinderarts

Nadere informatie

Elektrolytstoornis tijdens ALS. samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH

Elektrolytstoornis tijdens ALS. samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH Elektrolytstoornis tijdens ALS samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH Inhoudsopgave Doelstelling Context: 4 H s en 4 T s Kalium Hyperkaliëmie Hypokaliëmie Samenvatting Vragen/discussie Doelstelling Inzicht

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp WAT TE DOEN BIJ ONTREGELING VAN EEN KIND MET DIABETES MELLITUS EN EEN INSULINEPOMP INLEIDING Het toedienen van de juiste

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose 20% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose 30% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose

Nadere informatie

Dexamethasone Indicaties en potentiële neveneffecten. Vrijdagochtendkrans 10/04/2015

Dexamethasone Indicaties en potentiële neveneffecten. Vrijdagochtendkrans 10/04/2015 Dexamethasone Indicaties en potentiële neveneffecten Vrijdagochtendkrans 10/04/2015 Inhoud Indicaties: 1) Postoperative nausea & vomiting (PONV) preventie 2) Verlengen perifeer zenuwblock 3) Multimodale

Nadere informatie

VLAAMSE DIABETESCENTRA VOOR KINDEREN EN ADOLESCENTEN

VLAAMSE DIABETESCENTRA VOOR KINDEREN EN ADOLESCENTEN VLAAMSE DIABETESCENTRA VOOR KINDEREN EN ADOLESCENTEN NAAM KIND:.............. CONTACTNUMMERS Mama..................... Papa....................... Andere..................... Behandelende arts.........

Nadere informatie

Hypo? De behandeling van hypoglycemie 28/01/2019. Hyperglycemie > 150 mg/dl. Hypoglycemie < 70 mg/dl

Hypo? De behandeling van hypoglycemie 28/01/2019. Hyperglycemie > 150 mg/dl. Hypoglycemie < 70 mg/dl De behandeling van hypoglycemie Fabienne Beyaert Hyperglycemie > 150 mg/dl Hypoglycemie < 70 mg/dl Hypo? Hypobrillen: firma BD 1 Afbeelding: diabeter.nl Symptomen: -> indelen in 4 categorieën: - autonome

Nadere informatie

Diabetische ketoacidose (DKA) of Hyperglycemisch Hyperosmolair

Diabetische ketoacidose (DKA) of Hyperglycemisch Hyperosmolair De behandeling van kinderen met een Diabetische ketoacidose (DKA) of Hyperglycemisch Hyperosmolair syndroom (HHS) Piet Leroy en Monique de Vroede Woord vooraf Dit protocol beschrijft de behandeling van

Nadere informatie

Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het

Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het SUIKERZIEKTE Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het lichaam. U kunt hierbij denken aan slecht functionerende

Nadere informatie

Refeedingsyndroom in de Oncologie Marleen Ariëns en Esther Heijkoop Diëtisten

Refeedingsyndroom in de Oncologie Marleen Ariëns en Esther Heijkoop Diëtisten Refeedingsyndroom in de Oncologie Marleen Ariëns en Esther Heijkoop Diëtisten 2015 Agenda Historie Ondervoeding en oncologie Refeeding Casus tijdens de presentatie 1ste lijn Refeeding? Historie Belegeringen

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose 10% B. Braun, oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1000 ml bevat: Glucose monohydraat voor

Nadere informatie

Geschreven door Diernet Team maandag, 24 januari 2011 22:02 - Laatst aangepast dinsdag, 15 november 2011 16:17

Geschreven door Diernet Team maandag, 24 januari 2011 22:02 - Laatst aangepast dinsdag, 15 november 2011 16:17 Omschrijving Oorzaken Risicofactoren Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Hyperglycemie (verhoogd suiker gehalte in het bloed) bij diabetes mellitus (suikerziekte) is het gevolg van een

Nadere informatie

Eerste hulp bij afvalgifstoffen/ ketonen

Eerste hulp bij afvalgifstoffen/ ketonen Eerste hulp bij afvalgifstoffen/ ketonen Inhoud 1. Wat is ketoacidose? 3 2. Symptomen 3 3. Hoe reageren als ik ziek ben? 4 4. Hoe reageren op bloedketonen resultaat? 5 5. Bijspuitschema 6 6. Mogelijke

Nadere informatie

10-9-2014. r.ars 2013 1. Leerdoelen. BLS/Assisteren ALS module 1. Vaststellen circulatiestilstand. Circulatiestilstand vastgesteld.

10-9-2014. r.ars 2013 1. Leerdoelen. BLS/Assisteren ALS module 1. Vaststellen circulatiestilstand. Circulatiestilstand vastgesteld. BLS/Assisteren ALS module 1 Volgens de laatste richtlijnen van de ERC en NRR 2010 Leerdoelen Belang van vroegtijdige herkenning verslechterende patiënt/ ABCDE benadering Het ALS algo Belang van goed uitgevoerde

Nadere informatie

Vulling. Hoeveel water heeft een mens en waar zit het?

Vulling. Hoeveel water heeft een mens en waar zit het? Vulling Hoeveel water heeft een mens en waar zit het? Vulling Lichaamswater Bij mannen 60%; vrouwen 50% ECV: iets minder dan de helft ICV: iets meer dan de helft Intravasculair (plasma): onderdeel van

Nadere informatie

Een ernstige metformine intoxicatie

Een ernstige metformine intoxicatie 1 Een ernstige metformine intoxicatie M. Olde Bekkink & A. Esselink AIOS Interne geneeskunde 12 april 2013 2 Casus 43 jarige patiënte RvO/ Metformine intoxicatie Voorgeschiedenis Diabetes mellitus type

Nadere informatie

De behandeling van ernstige diabetische ketoacidose bij kinderen: magie of wetenschap?

De behandeling van ernstige diabetische ketoacidose bij kinderen: magie of wetenschap? De behandeling van ernstige diabetische ketoacidose bij kinderen: magie of wetenschap? Piet Leroy en Monique De Vroede Drs. P.L.J.M. Leroy, kinderartsintensivist, Maastricht Universitair Medisch Centrum,

Nadere informatie

Kinderen met type 1 diabetes: opvang van acute situaties. K. Casteels Pediatrie U.Z. Gasthuisberg

Kinderen met type 1 diabetes: opvang van acute situaties. K. Casteels Pediatrie U.Z. Gasthuisberg Kinderen met type 1 diabetes: opvang van acute situaties K. Casteels Pediatrie U.Z. asthuisberg Overzicht Nieuwe diagnose van diabetes Ketoacidose Hypoglycemie Diabetes mellitus Definitie: Een groep van

Nadere informatie

VERSIE DIABETESPROGRAMMA MIDDEN-BRABANT

VERSIE DIABETESPROGRAMMA MIDDEN-BRABANT BELEID DISREGULATIE Beslisbomen en behandelaanwijzingen VERSIE 3 2010 DIABETESPROGRAMMA MIDDEN-BRABANT 1 Disregulatie diabetes mellitus type 2: beslisbomen en behandelaanwijzingen Uitgangspunten Disregulatie

Nadere informatie

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

APO 4-02 SPC Voorraadproducten APO 4-02 SPC Voorraadproducten Apotheek Catharina Ziekenhuis SPC Voorraadproducten Natriumchloride infusievloeistof 3% zak 500ml 1. Naam van het geneesmiddel Natriumchloride infusievloeistof 3% zak 500ml

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER NATRICLO 585 mg/10ml NATRICLO 1g/10ml NATRICLO 2g/10ml NATRICLO 3g/10ml NATRICLO 4g/20ml NATRICLO 6g/20ml Concentraat voor oplossing voor infusie Natriumchloride

Nadere informatie

Diabetes en ketonen. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Diabetes en ketonen. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op Diabetes en ketonen Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Mensen met diabetes type 1 hebben een grotere kans op het krijgen van een zogeheten ketoacidose. Bij een

Nadere informatie

Dr. Jenny Buijtels, specialist interne geneeskunde

Dr. Jenny Buijtels, specialist interne geneeskunde Dr. Jenny Buijtels, specialist interne geneeskunde Presentatie Dia s en casussen die ook voorkomen in de workshop vloeistoftherapie en dwangvoeding Zo indruk van hoe de workshop is opgebouwd Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

(On)zin van diabetes behandeling bij ouderen

(On)zin van diabetes behandeling bij ouderen symposium 11/10/14 (On)zin van diabetes behandeling bij ouderen Dr. K. Mortelmans Endocrinologie RZ HHart Leuven Belang Toenemende prevalentie type 2 diabetes Wijzigende levensgewoonte Vergrijzing Meer

Nadere informatie

Natrium Chloride 0,9 %, oplossing voor infusie Natriumchloride

Natrium Chloride 0,9 %, oplossing voor infusie Natriumchloride Bijsluiter voor de patiënt Lees de hele bijsluiter aandachtig door, omdat er voor u belangrijke informatie in staat. Dit geneesmiddel is zonder voorschrift verkrijgbaar. Desalniettemin dient u Natrium

Nadere informatie

Reanimatie van de pasgeborene

Reanimatie van de pasgeborene Reanimatie van de pasgeborene Anne Debeer, neonatale intensieve zorgen, UZ Leuven Katleen Plaskie, neonatale intensieve zorgen, St Augustinus Wilrijk Luc Cornette, neonatale intensieve zorgen, AZ St-Jan

Nadere informatie

Levensbedreigende hyponatriëmie. J.G. van der Hoeven UMC St Radboud, Nijmegen

Levensbedreigende hyponatriëmie. J.G. van der Hoeven UMC St Radboud, Nijmegen Levensbedreigende hyponatriëmie J.G. van der Hoeven UMC St Radboud, Nijmegen 1 U meet een lage plasma [Na + ] - waarom? Concentratie = Totaal Na + in extracellulaire ruimte 2 U meet een lage plasma [Na

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift getiteld Relatieve bijnierschorsinsufficiëntie in ernstig zieke patiënten De rol van de ACTH-test hebben wij het concept relatieve bijnierschorsinsufficiëntie

Nadere informatie

Respiratoire complicaties bij thoraxchirurgie. Bart van Silfhout Ventilation Practitioner

Respiratoire complicaties bij thoraxchirurgie. Bart van Silfhout Ventilation Practitioner Respiratoire complicaties bij thoraxchirurgie Bart van Silfhout Ventilation Practitioner Doel & inhoud Het uitwisselen van ideeën, kennis en gedachten en vooral een leuke voordracht!!! Gasuitwisseling

Nadere informatie

Opvolging van diabetische kinderen: de insulinebehandeling

Opvolging van diabetische kinderen: de insulinebehandeling Vernieuwd in 2007: Prof. H. Dorchy Opvolging van diabetische kinderen: de insulinebehandeling Herinnering: De insulines: Type I Humane insulines met een snelle werking (Actrapid HM, Humuline Regular) Begin

Nadere informatie

Belangenverstrengeling. Acute Diabeteszaken Wat zien we op de SEH en wat zijn de valkuilen. Drie valkuilen bij Comorbiditeit

Belangenverstrengeling. Acute Diabeteszaken Wat zien we op de SEH en wat zijn de valkuilen. Drie valkuilen bij Comorbiditeit Belangenverstrengeling Acute Diabeteszaken Wat zien we op de SEH en wat zijn de valkuilen Langerhansdagen 2018 Frits Holleman Praatjes/adviesraden: sanofi, AstraZeneca, Bioton Alle (neven)inkomsten gaan

Nadere informatie

Een druppel teveel. Perioperatief vochtbeleid bij kinderen. Pediatric Autumn Seminar, 29 november 2014, Nieuwegein Gersten Jonker, anesthesioloog

Een druppel teveel. Perioperatief vochtbeleid bij kinderen. Pediatric Autumn Seminar, 29 november 2014, Nieuwegein Gersten Jonker, anesthesioloog Een druppel teveel Perioperatief vochtbeleid bij kinderen Pediatric Autumn Seminar, 29 november 2014, Nieuwegein Gersten Jonker, anesthesioloog Disclaimer Ingangsvragen Wat weet jij ervan? - Lees de vraag

Nadere informatie

Bijlage III. Amendementen in relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken

Bijlage III. Amendementen in relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken Bijlage III Amendementen in relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken Opmerking: Deze amendementen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken zijn het resultaat

Nadere informatie

Verpleegkundige zorg rondom een zieke zwangere en kraamvrouw

Verpleegkundige zorg rondom een zieke zwangere en kraamvrouw Verpleegkundige zorg rondom een zieke zwangere en kraamvrouw Dreigende vroeggeboorte bij 24/0 en 32/0 weken of geboortegewicht lager ingeschat dan 1250 gram Van tevoren bekende foetale afwijkingen Ernstige

Nadere informatie

Reanimatie kinderen. Published on Medics4medics.com (https://www.medics4medics.com) Home > Pediatrie > Reanimatie vh kind REANIMATIE KINDEREN

Reanimatie kinderen. Published on Medics4medics.com (https://www.medics4medics.com) Home > Pediatrie > Reanimatie vh kind REANIMATIE KINDEREN Published on Medics4medics.com (https://www.medics4medics.com) Home > Pediatrie > Reanimatie vh kind Reanimatie kinderen REANIMATIE KINDEREN Image not found Active https://www.medics4medics.com/%3a//resize/reanimatie-318x124.gif

Nadere informatie

Osmo- en volumeregulatie

Osmo- en volumeregulatie Osmo- en volumeregulatie De water- en zouthuishouding van het lichaam Anne Lohuis - 7 Februari 2013 Doelstelling Het verduidelijken van twee belangrijke functies van het menselijk lichaam, met daar aan

Nadere informatie

RICHTLIJN VOOR DE BEHANDELING VAN ACUTE ONTREGELING VAN DIABETES MELLITUS

RICHTLIJN VOOR DE BEHANDELING VAN ACUTE ONTREGELING VAN DIABETES MELLITUS RICHTLIJN VOOR DE BEHANDELING VAN ACUTE ONTREGELING VAN DIABETES MELLITUS DIABETISCHE KETO-ACIDOSE EN HYPEROSMOLAIR HYPERGLYCEMISCH NON-KETOTISCH SYNDROOM 2005 INHOUDSOPGAVE SAMENSTELLING WERKGROEP...2

Nadere informatie

Bijlage III. Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter

Bijlage III. Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter Bijlage III Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter Opmerking: De relevante rubrieken van de Samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter

Nadere informatie

DIABETESPATIENTEN IN DAGZIEKENHUIS. DR. K. Vermeulen Anesthesie, chirurgisch dagcentrum UZLeuven

DIABETESPATIENTEN IN DAGZIEKENHUIS. DR. K. Vermeulen Anesthesie, chirurgisch dagcentrum UZLeuven DIABETESPATIENTEN IN DAGZIEKENHUIS DR. K. Vermeulen Anesthesie, chirurgisch dagcentrum UZLeuven Doelstelling van diabetesbeleid Kwaliteit: veilig medisch beleid voor diabetespatienten in dagziekenhuis:

Nadere informatie

RICHTLIJN VOOR DE BEHANDELING VAN ACUTE ONTREGELING VAN DIABETES MELLITUS

RICHTLIJN VOOR DE BEHANDELING VAN ACUTE ONTREGELING VAN DIABETES MELLITUS RICHTLIJN VOOR DE BEHANDELING VAN ACUTE ONTREGELING VAN DIABETES MELLITUS DIABETISCHE KETO-ACIDOSE EN HYPEROSMOLAIR HYPERGLYCEMISCH NON-KETOTISCH SYNDROOM Nederlandsche Internisten Vereeniging Postbus

Nadere informatie

De P, RR, adh,t, en vochtbalans

De P, RR, adh,t, en vochtbalans De P, RR, adh,t, en vochtbalans Een lezing Presentatie: Alfons Huisintveld Principe van de pols? Hart contractie linker ventrikel Slagvolume 70 100 ml Meten vd pulsatie Pols = a.r Hals = a.c Lies = a.f

Nadere informatie

Urine en hydratiestatus: Een gewichtige zaak?

Urine en hydratiestatus: Een gewichtige zaak? Urine en hydratiestatus: Een gewichtige zaak? Jan-Willem van Dijk Conferentie Sportvoeding 2015 Vochtbalans Water in lichaam Intracellulair vs Extracellulair Intracellulair vocht vocht in lichaamscellen

Nadere informatie

Aandachtspunten bij pompgebruik.

Aandachtspunten bij pompgebruik. Aandachtspunten bij pompgebruik. 1. Algemeen. Zorg er altijd voor een noodkit bij te hebben met daarin het volgende: Reservekatheter, reservespuit, reservenaald, serter, reservebatterijen en insuline voor

Nadere informatie

SYNONIEMEN: 2-Propeennitril, Acrylnitril, Vinylcyanide EINECS nr:203-466-5 CAS nr: 107-13-1 EEG nr: 608-003-00-4

SYNONIEMEN: 2-Propeennitril, Acrylnitril, Vinylcyanide EINECS nr:203-466-5 CAS nr: 107-13-1 EEG nr: 608-003-00-4 BEHANDELINGSKAART CHEMISCHE PRODUKTEN NAAM: ACRYLONITRIL FORMULE: CH 2 =CHCN SYNONIEMEN: 2-Propeennitril, Acrylnitril, Vinylcyanide EINECS nr:203-466-5 CAS nr: 107-13-1 EEG nr: 608-003-00-4 ALGEMENE GEGEVENS:

Nadere informatie

Polytrauma: de triade des doods. Dr. Tom Declercq AZ St. Jan Brugge Anesthesie Reanimatie

Polytrauma: de triade des doods. Dr. Tom Declercq AZ St. Jan Brugge Anesthesie Reanimatie Polytrauma: de triade des doods Dr. Tom Declercq AZ St. Jan Brugge Anesthesie Reanimatie De triade des doods! Hypothermie! Acidose! Stollingsstoornissen Casus! Dame, 81 jaar.! VKO als passagierster. Auto

Nadere informatie

Hemodynamische op/malisa/e op de IC. Jasper van Bommel Intensive Care - Erasmus MC Rotterdam

Hemodynamische op/malisa/e op de IC. Jasper van Bommel Intensive Care - Erasmus MC Rotterdam Hemodynamische op/malisa/e op de IC Jasper van Bommel Intensive Care - Erasmus MC Rotterdam Circulatoir falen Definitie SHOCK! Levensbedreigende toestand waarin te weinig bloed met zuurstof naar de organen

Nadere informatie

Bloedgassen. Homeostase. Ronald Broek

Bloedgassen. Homeostase. Ronald Broek Bloedgassen Homeostase Ronald Broek Verstoring Homeostase Ziekte/Trauma/vergiftiging. Geeft zuur-base en bloedgasstoornissen. Oorzaken zuur-base verschuiving Longemfyseem. Nierinsufficientie Grote chirurgische

Nadere informatie

Some like it cold Koelen na CPR op IZ

Some like it cold Koelen na CPR op IZ Koelen na CPR op IZ Kosten-batenanalyse en verpleegkundige aandachtspunten op IZ Jo Vandenbossche MICU 12K12iB NVKVV - congres 28 maart 2011 Koelen na CPR op IZlen na CPR op IZ Inleiding Aandachtspunten

Nadere informatie

DIABETISCHE NEFROPATHIE

DIABETISCHE NEFROPATHIE DIABETISCHE NEFROPATHIE Onderdeel van de micro-angiopathie bij diabetes mellitus. Insuline-afhankelijke DM 30% vd ptn krijgt nefropathie Niet-insuline-dependente DM 5% vd ptn Pathogenese: Meerdere factoren

Nadere informatie

Oorzaken shock. Hypovolemie Compressie van hart en vaten (tamponade) Cardiogene shock (hartfalen) Sepsis Neurogeen (verlies autonome bezenuwing)

Oorzaken shock. Hypovolemie Compressie van hart en vaten (tamponade) Cardiogene shock (hartfalen) Sepsis Neurogeen (verlies autonome bezenuwing) Oorzaken shock Hypovolemie Compressie van hart en vaten (tamponade) Cardiogene shock (hartfalen) Sepsis Neurogeen (verlies autonome bezenuwing) Diagnose Klinische omstandigheden Klinisch onderzoek Hemodynamisch

Nadere informatie

De behandeling van ernstige Diabetische Keto-acidose bij kinderen.

De behandeling van ernstige Diabetische Keto-acidose bij kinderen. De behandeling van ernstige Diabetische Keto-acidose bij kinderen. Piet L. Leroy, Kinderarts-Intensivist, Maastricht Universitair Medisch centrum E-mail: p.leroy@mumc.nl Disclosure De auteur heeft wat

Nadere informatie

Marathon winnen door voeding?

Marathon winnen door voeding? Marathon winnen door voeding? Marathon winnen door Voeding? Voeding voor, tijdens en na de marathon Talent Training Coaching Plezier Gewicht en lichaamssamenstelling Sportvoeding Etc. Prestatie Materiaal

Nadere informatie

Heb je na het lezen van het boekje nog vragen? Stel die vragen dan aan je ouders, de kinderarts of de kinderdiabetesverpleegkundige.

Heb je na het lezen van het boekje nog vragen? Stel die vragen dan aan je ouders, de kinderarts of de kinderdiabetesverpleegkundige. Wat moet je doen bij een hypo of hyper? Deze folder is geschreven voor kinderen met diabetes en hun ouders/ verzorgers. Als je diabetes hebt, dan zijn er een aantal belangrijke regels waar je naar moet

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NaCl 0,9 % B. Braun, oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1000 ml oplossing bevat: Natriumchloride

Nadere informatie

Als het mis gaat. Stoornissen bewustzijn. Frans Rutten Anesthesioloog/spoedarts

Als het mis gaat. Stoornissen bewustzijn. Frans Rutten Anesthesioloog/spoedarts Als het mis gaat. Stoornissen bewustzijn Frans Rutten Anesthesioloog/spoedarts Casus 1 Vrouw, 74 jaar diep bewusteloos gevonden in de tuin Bekend met diabetes type II Langzame snurkende ademhaling Langzame

Nadere informatie

Tamimount Ameziane Diabeteseducator ZNA Middelheim. Diabetessymposium Gent 8 november 2010. Ramadan

Tamimount Ameziane Diabeteseducator ZNA Middelheim. Diabetessymposium Gent 8 november 2010. Ramadan Tamimount Ameziane Diabeteseducator ZNA Middelheim Diabetessymposium Gent 8 november 2010 Ramadan diabetes heeft een hoge prevalentie onder de moslims in de Westerse samenleving jaarlijkse vastenmaand

Nadere informatie

Praktische adviezen bij een 1 maal daags insulineregime

Praktische adviezen bij een 1 maal daags insulineregime Praktische adviezen bij een 1 maal daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose 3 Wat te doen bij een hypo (

Nadere informatie

BIJNIER. Dr. Frank Nobels Apr. Biol. Lieve Van Hoovels. OLVZiekenhuis Aalst-Asse-Ninove

BIJNIER. Dr. Frank Nobels Apr. Biol. Lieve Van Hoovels. OLVZiekenhuis Aalst-Asse-Ninove BIJNIER Dr. Frank Nobels Apr. Biol. Lieve Van Hoovels OLVZiekenhuis Aalst-Asse-Ninove INLEIDING CASUS man, 54 jaar Kliniek: reumapatiënt Therapie: langdurig medrol, geleidelijk afbouwen Laboratorium: onder

Nadere informatie

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017 Allemaal Beestjes Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017 Voorgeschiedenis Vrouw, 68 jaar Diabetes type 2 (1995), hypertensie (2010), chronische nierinsuffiëntie (2012) Presentatie op de SEH In de nacht

Nadere informatie

BIJSLUITER Natriumchloride 0,9 g/100 ml B. Braun Vet Care oplossing voor infusie voor runderen, paarden, schapen, geiten, varkens, honden en katten

BIJSLUITER Natriumchloride 0,9 g/100 ml B. Braun Vet Care oplossing voor infusie voor runderen, paarden, schapen, geiten, varkens, honden en katten BIJSLUITER Natriumchloride 0,9 g/100 ml B. Braun Vet Care oplossing voor infusie voor runderen, paarden, schapen, geiten, varkens, honden en katten 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR

Nadere informatie

Wanneer is een circulatie slecht?

Wanneer is een circulatie slecht? Wanneer is een circulatie slecht? Prof. Dr. J.G. van der Hoeven Afdeling Intensive Care UMC St Radboud Venticare 2010 1 Analyse Inotropicum Vaatverwijder Combinatie Geen actie Nee Is er een probleem met

Nadere informatie

Verpleegkundig onderzoek van het kind

Verpleegkundig onderzoek van het kind Verpleegkundig onderzoek van het kind April 2016 Conny Alewijnse Kindertijd Periode van veranderingen Verschillen ontwikkelingsstadium Andere en anders verlopende ziektebeelden Reactie op ziekte en trauma

Nadere informatie

Vooraanmelding. Toediening tranexaminezuur bij verbloeding Kirsten Balvers, Arts-onderzoeker Trauma-unit/ Intensive Care.

Vooraanmelding. Toediening tranexaminezuur bij verbloeding Kirsten Balvers, Arts-onderzoeker Trauma-unit/ Intensive Care. Toediening tranexaminezuur bij verbloeding 17-09-2014 Kirsten Balvers, Arts-onderzoeker Trauma-unit/ Intensive Care Vooraanmelding Schietincident, 34 jaar Scoop & run 1 Traumakamer, 34 jaar A: Vrij, aanspreekbaar

Nadere informatie

Propofol infusie syndroom. Maartje de Gier AIOS anesthesiologie MDO praatje oktober 2016

Propofol infusie syndroom. Maartje de Gier AIOS anesthesiologie MDO praatje oktober 2016 Propofol infusie syndroom Maartje de Gier AIOS anesthesiologie MDO praatje oktober 2016 Man, 54 jaar RvO: sedatie bij wilsonbekwamepatient met glioblastoom Sedatie met o.a propofol: stand 20-25ml/uur gedurende±

Nadere informatie

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar)

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Koorts bij kinderen van 0 tot 1 maand (0-28 dagen) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (jonger dan 1 maand) met koorts, verdacht van een

Nadere informatie

Bij een metabole acidose is er een daling van de ph en het bicarbonaatgehalte. Compensatoir kan het CO2 gehalte in het bloed dalen.

Bij een metabole acidose is er een daling van de ph en het bicarbonaatgehalte. Compensatoir kan het CO2 gehalte in het bloed dalen. ZUUR BASE EVENWICHT Afwijkingen in het zuur base evenwicht worden onderverdeeld in respiratoire en metabole acidose, respiratoire en metabole alkalose en gemengde aandoeningen. 1.1 Respiratoire acidose

Nadere informatie

Titel Protocol diabetische ketoacidose (DKA) op de intensive Care Kinderen

Titel Protocol diabetische ketoacidose (DKA) op de intensive Care Kinderen Titel Protocol diabetische ketoacidose (DKA) op de intensive Care Kinderen Datum vaststelling: Datum revisie: Verantwoording: April 2013 April 2015 Staf Intensive Care Kinderen Inleiding Dit protocol is

Nadere informatie

Hoe u een hypoglykemie kunt herkennen

Hoe u een hypoglykemie kunt herkennen Hoe u een hypoglykemie kunt herkennen Informatie en richtlijnen ENINCR8001 Bijwerkingen boekje nl wt.indd 2 25-07-2008 12:44:3 ENINCR8001 Bijwerkingen boekje nl wt.indd 3 25-07-2008 12:44:3 Wat is een

Nadere informatie

1 Het acuut zieke kind

1 Het acuut zieke kind 1 Het acuut zieke kind C.M.P. Buysse, E.N. de Jager, M. de Hoog 1.1 Inleiding In de acute kindergeneeskunde is de grootste uitdaging niet een succesvolle reanimatie, wél de tijdige herkenning en adequate

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Hypertonic 72 mg/ml oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml bevat: Werkzaam bestanddeel: Natriumchloride

Nadere informatie

Vloeistofbeleid op de IC - wat zeggen de trials? MMM Circulatie 2018

Vloeistofbeleid op de IC - wat zeggen de trials? MMM Circulatie 2018 Vloeistofbeleid op de IC - wat zeggen de trials? MMM Circulatie 2018 Wat weten we al? Tussen colloïdale- en kristallijne vloeistoffen bestaat niet veel verschil wat betreft belangrijke uitkomstmaten Dit

Nadere informatie

Zuur Base evenwicht en interpretatie van de bloedgassen. Dr Rudi Beckers Spoedgevallendienst

Zuur Base evenwicht en interpretatie van de bloedgassen. Dr Rudi Beckers Spoedgevallendienst Zuur Base evenwicht en interpretatie van de bloedgassen Dr Rudi Beckers Spoedgevallendienst Zuur-Base balans Essentieel voor een correcte stofwisseling Onevenwicht door uitval van vitale functies ph =

Nadere informatie

Protocol vochtbeleid kinderen < 40 kg IC kinderen

Protocol vochtbeleid kinderen < 40 kg IC kinderen Protocol vochtbeleid kinderen < 40 kg IC kinderen Datum vaststelling: 15 okt 2015 Auteurs Kinder IC Versie: 1.1 Datum revisie: 15 okt 2018 Verantwoording: Medische protocollencommissie Kinder IC Brondocument:

Nadere informatie

Wat te doen bij een hyperglycaemie 3 Zelfregulatie 3 Wat zijn de streefwaarden voor bloedglucose? 4 Aandachtspunten bij het bijreguleren 11 13

Wat te doen bij een hyperglycaemie 3 Zelfregulatie 3 Wat zijn de streefwaarden voor bloedglucose? 4 Aandachtspunten bij het bijreguleren 11 13 Bij een hyper is er een te hoge bloedglucose, vaak boven de 10 mmol/l. U kunt dezelfde waarschuwingssignalen ondervinden als in de periode voordat de diagnose werd gesteld. De meest opvallende verschijnselen:

Nadere informatie