BRABANT NIET MEER EENZAAM
|
|
- Erik van der Ven
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 BRABANT NIET MEER EENZAAM BEVINDINGEN UIT DE PILOT-PROJECTEN
2
3 Samen werken aan een sociaal en cultureel sterk Brabant. Daar is het beleid van de provincie op gericht. Dat vraagt ruimte en respect voor elkaar en oog voor degenen die de aansluiting dreigen te missen. Zij verdienen ondersteuning bij het zelf aanpakken van hun problemen en het beter benutten van hun capaciteiten. We willen onze samenleving bijeen houden door een leefomgeving te creëren waarin iedereen zich thuis kan voelen. Dat doen we bijvoorbeeld door zorg voor jong en oud, het leefbaar houden van kleine kernen en het op peil houden van sociale en culturele voorzieningen. Het realiseren van deze doelen is een zaak van alle Brabanders, voor alle Brabanders. Want als ieder z'n plek vindt in onze provincie, wordt het leven voor iedereen aangenamer. Brabant voor iedereen. Colofon Brabant niet meer eenzaam, bevindingen uit de pilotprojecten is een uitgave van Stichting Zet (hierna te noemen Zet) Datum: november 2012 Auteur: dr. F. Kemper Referentie: frke-c a12 Zet Postbus AG Tilburg Telefoon: Website: De activiteiten van Zet worden (mede) mogelijk gemaakt door subsidie van de provincie Noord-Brabant. Zet Overname van artikelen is toegestaan, mits voorzien van bronvermelding.
4 Inhoudsopgave 1 Inleiding Methodische verantwoording Werkwijze Operationalisatie en onderzoeksinstrument Resultaten Conclusies Analyse kader Sociale participatie Persistentie isolement Handelingsoriëntatie Sociale zelfredzaamheid Eenzaamheidsscore Bezoekdienst Weduwen en Weduwenaars Den Bosch De meting Sociale participatie Persistentie isolement Handelingsoriëntatie Sociale redzaamheid Eenzaamheidsscore Conclusie Bezoekdienst Weduwen en Weduwnaars Voorbehoud bij de effectmeting Evaluatie Randvoorwaarden Weduwen en Weduwnaarsclub Bergen op Zoom De meting Sociale participatie Persistentie isolement Handelingsoriëntatie Sociale redzaamheid Eenzaamheidsscore Conclusie Weduwen en Weduwnaarsclub Voorbehoud bij de effectmeting Evaluatie Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie Eindhoven De meting Sociale participatie Persistentie isolement Handelingsoriëntatie Sociale redzaamheid Eenzaamheidsscore Conclusie Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie Voorbehoud bij de eindmeting Evaluatie Randvoorwaarden Ouderen Actief in de Wijk Helmond De meting Sociale participatie Persistentie isolement Handelingsoriëntatie
5 7.1.4 Sociale redzaamheid Eenzaamheidsscore Conclusie Ouderen Actief in de Wijk Voorbehoud bij de effectmeting Evaluatie Randvoorwaarden Activerend Huisbezoek Helmond De meting Sociale participatie Persistentie isolement Handelingsoriëntatie Sociale redzaamheid Eenzaamheidsscore Conclusie Activerend Huisbezoek Post-Actief Tilburg De meting Sociale participatie Persistentie isolement Handelingsoriëntatie Sociale redzaamheid Eenzaamheidsscore Conclusie Post-Actief Voorbehoud bij de effectmeting Evaluatie Randvoorwaarden Literatuurlijst Bijlage 1: Instructie professionals Effectmeting en procesevaluatie Brabant Niet meer Eenzaam Effectmeting bij de cliënt Procesevaluatie bij de professional Procesevaluatie bij de instelling
6 1 Inleiding Eenzaamheid is een veelvoorkomend verschijnsel, en niet alleen onder ouderen. Het welzijnswerk heeft daar niet altijd een passend antwoord op. De gangbare groepsgerichte activiteiten doen geen recht aan de verscheidenheid van factoren die tot eenzaamheid leiden. De één heeft behoefte aan een groot netwerk, de ander aan één-op-één een contact. De één heeft genoeg aan een duwtje in de rug, bij een ander biedt zelfs intensieve begeleiding geen soelaas. Er zijn meerdere interventies mogelijk. Groepsactiviteiten of individuele begeleiding, maatjesprojecten, deelname aan vrijwilligerswerk; activiteiten met een vrijblijvend of een meer sturend karakter. Het doel kan zijn om het persoonlijke netwerk uit te breiden of om verlieservaringen te verwerken. Om sociale vaardigheden te leren of om een meer realistische kijk op de eigen (on)mogelijkheden te krijgen. Wat werkt voor welke cliënt? In 2010 nam de BVWO het initiatief tot Brabant niet meer Eenzaam (BNME). Het project beoogde een empirisch antwoord te vinden op de vraag, welke interventie effectief is bij verschillende varianten van eenzaamheid. Zet kreeg de projectleiding en zocht zes locaties in de provincie waar lokale instellingen zouden experimenteren met de bestrijding van eenzaamheid, elk met een andere methodiek. Bij de keuze van de methodiek konden de lokale pilotprojecten zich laten inspireren door de Databank Effectieve Sociale Interventies van MOVISIE. Als selectiecriteria golden: De methodiek is meerdere keren op verschillende plaatsen uitgevoerd en geëvalueerd. Er is een overdraagbare instructie beschikbaar. Zet bood een training in signalering van eenzaamheid en ondersteuning bij de implementatie van de gekozen specifieke methodiek. ZetRespons, de onderzoeksafdeling van Zet, nam de effectmeting op zich, waarvan in deze rapportage verslag wordt gedaan. De volgende methodieken maakten deel uit van het project, uitgevoerd door onderstaande zorg- en welzijnsorganisaties: Bezoekdienst Weduwen en Weduwnaars. Divers Welzijnsonderneming, Den Bosch. Bij de bezoekdienst krijgt een weduwe of weduwnaar één tot twee keer per maand bezoek van een getrainde vrijwilliger, een ervaringsdeskundige die zelf het rouwproces verwerkt heeft 1. Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie (KOT). Algemeen Maatschappelijk Werk Eindhoven (Lumens Groep). De KOT is een vorm van gesprekstherapie die uitgaat van de door de cliënt zelf gewenste eindsituatie en diens eigen oplossende vermogen 2. 1 De methode is opgenomen in de databank Effectieve sociale interventies van MOVISIE. Uit evaluatie onderzoek van Simone Onrust (2008) blijkt de methode effectief bij sociaal geïsoleerde, laagopgeleide en lichamelijk zieke weduwen en weduwnaars. 2 Zie: P. de jong & I.K. Berg (2001). 3
7 Weduwen en Weduwnaarsclub/alleenstaandenclub. Stichting Welzijn Ouderen Bergen op Zoom. De leden (enige tientallen) komen iedere drie weken bijeen voor ontmoeting en recreatieve activiteiten (natuur, cultuur, uitjes). De club werkt met het principe van zelforganisatie, met ondersteuning van een professional. Ouderen Actief in de Wijk. Stichting Welzijn Ouderen Helmond (Levgroep). Een wekelijkse groepsactiviteit gericht op bewegen, ontmoeting en een gezonde levensstijl; met een actief begeleidende rol van de cursusleider. Activerend Huisbezoek. Stichting Welzijn Ouderen Helmond (Levgroep). Een huisbezoeker neemt samen met zelfstandig thuiswonende ouderen regelmatig de zaken door, om hen zo te helpen bij het behoud en de verbetering van zelfredzaamheid en welbevinden 3. Post-Actief. Woonzorgcentrum Padua (De Wever Ouderenzorg), Tilburg. De methode bestaat uit één-op-één gesprekken met bewoners van verzorgingshuizen over hun behoeften, mogelijkheden en de levensloop. Op basis daarvan zoekt de verzorgende een passende interventie. De deelname van Traverse, Aramis Allee en SIW uit Roosendaal kwam te vervallen omdat men binnen de gestelde grenzen onvoldoende deelnemers kon vinden en men tegelijkertijd tegen organisatorische problemen aanliep. De uitvoeringsfase van het project liep van maart 2011 tot juni Activerend huisbezoek is eveneens opgenomen in de databank effectieve sociale interventies van MOVISIE. 4
8 2 Methodische verantwoording 2.1 Werkwijze Eenzaamheid is een taboe-onderwerp. Naar alle waarschijnlijkheid levert een rechtstreekse afname van een gestandaardiseerde vragenlijst met meerkeuze items geen valide onderzoeksresultaten op. We kozen daarom voor een behoedzame vraagstelling, in een min of meer vertrouwelijke setting van het cliëntcontact met de professional. Voor de dataverzameling maakten we gebruik van de inzet van de uitvoerende professionals van de deelnemende zorg- en welzijnsinstellingen. Tijdens een bijeenkomst op locatie kregen zij een toelichting op de onderzoekopzet en een instructie bij de te gebruiken instrumenten. Per pilot streefden we naar deelname van minimaal zes cliënten. Onderzoekstechnisch zou een veel hoger aantal deelnemers per interventie wenselijk zijn, maar dit bleek niet haalbaar binnen de mogelijkheden van de deelnemende organisaties en de projectperiode. In Bijlage 1 treft u de instructie voor de professionals. We vroegen hen om bij de start van de interventie en aan het einde van het traject een vragenlijst af te nemen. De professionals werd daarnaast gevraagd om maandelijks de voortgang te noteren in een protocol 4. Vanwege de inzet van professionals zonder onderzoeksachtergrond, de context en het beperkte aantal respondenten kunnen we geen conclusies trekken die aan de standaarden van gedegen wetenschappelijk onderzoek beantwoorden. Het doel is bescheiden: een eerste verkenning. 2.2 Operationalisatie en onderzoeksinstrument Wij volstaan hier met een uitgebreide beschrijving van het onderzoeksinstrument. Voor de volledige vragenlijst verwijzen wij de lezer naar ZetRespons 4. Eenzaamheidsbeleving De centrale onderzoeksvraag is die naar het effect van de interventie op de eenzaamheidsbeleving. De Jong-Gierveld et al. (2007) maken onderscheid tussen sociale eenzaamheid, een klein sociaal netwerk en emotionele eenzaamheid, het gebrek aan intieme sociale contacten. Een indicatie van de eenzaamheidsbeleving verkregen we door gebruik van de verkorte versie van de schaal voor emotionele eenzaamheid van De Jong- Gierveld (2008) 5. Omvang sociaal netwerk De grootte van iemands netwerk is een belangrijke indicator voor zijn sociale eenzaamheid of isolement. Daarvan is sprake wanneer de persoon zich eenzaam voelt en nauwelijks of geen sociale contacten heeft (Hortulanus et al., 2003). Een indruk van de omvang 4 Voor vragen met betrekking tot vragenlijst en protocol kunt u contact opnemen met ZetRespons, fkemper@zet-brabant.nl. 5 De onderzoekers benadrukken dat de schaal niet bedoeld is voor het bepalen van individuele eenzaamheidsscores, maar voor wetenschappelijk populatie onderzoek. De reden daarvoor is dat de men wil voorkomen dat schaal wordt aangewend als diagnose instrument, met persoonlijke gevolgen voor de individuele oudere. Na ruggenspraak met prof dr. T. van Tilburg van de vakgroep Sociale Gerontologie (VU) achtte deze gebruik voor onze doeleinden onder een aantal methodische voorwaarden niet bezwaarlijk. 5
9 van het sociale netwerk verkregen we door te vragen naar het aantal contacten waarvan men steun ervaren heeft bij ingrijpende gebeurtenissen. Voor een tweede indicatie gebruikten we aanvankelijk het instrument relatiekringen waarbij de respondent gevraagd wordt om in drie cirkels rond zijn eigen persoon de namen in te vullen van personen die voor hem onmisbaar zijn, respectievelijk belangrijk zijn en waar hij prettige contacten mee heeft (Stevens, 1995). Omdat dit onderdeel voor sommige respondenten te confronterend bleek, is het later vervangen door drie vragen over mensen op wie men een beroep doet voor praktische hulp, voor sociaal-emotionele steun en voor gezelligheidscontacten. In de praktijk blijkt het voor de professionals vaak bezwaarlijk om door te vragen naar de kwaliteit en aantal van de genoemde relaties. Bij aspecifieke antwoorden als: collega s of familie gaan we er vanuit dat het in elk geval om twee contacten gaat. Dimensies van eenzaamheid Eenzaamheid is meestal het gevolg van ingrijpende veranderingen in iemands leefpatroon: een echtscheiding, de dood van de partner, een invaliderende ziekte, een verhuizing of ontslag. Als gevolg van deze verandering wordt de persoon in kwestie geconfronteerd met een dreigend isolement. Contacten vallen weg of men trekt zich terug. De wijze waarop het proces zich vervolgens voltrekt is bepalend voor de uiteindelijke toestand van vereenzaming. Naarmate het isolement voortduurt ontstaat situationeel isolement, bij langdurig isolement krijgt dat een structureel karakter dat nog moeilijk te veranderen is. Het structurele karakter is hardnekkiger als de persoon een voorgeschiedenis van sociaal isolement heeft. Vaak is dan tevens sprake van psychosociale of psychiatrische problematiek. Factoren die van invloed zijn op dit proces van vereenzaming zijn: De handelingsoriëntatie: is de persoon sterk gemotiveerd tot sociale participatie of niet. De sociale competenties, de mate waarin iemand in staat is om zich in het sociale verkeer staande te houden en initiatieven te nemen. Anja Machielse (2011) verwerkte deze dimensies in onderstaande typologie: Persistentie van het isolement Gericht op sociale participatie Niet (duidelijk) gericht op sociale participatie Sociale competenties Isolement dreigt door Actieven Geborgenen Voldoende/goed omstandigheden of gebeurtenissen Situationeel isolement Achterblijvers Afhankelijken Gebrekkig door omstandigheden of gebeurtenissen Structureel isolement Compenseerders Buitenstaanders Functioneel Structureel isolement Hoopvollen Overlevers Gebrekkig Actieven: voelen zich prettig als ze een actief sociaal leven hebben Geborgenen: willen een beschermend netwerk waarin ze zich veilig voelen Achterblijvers: verlangen naar emotionele steun van een hechte relatie Afhankelijken: zoeken geborgenheid in een afhankelijkheidsrelatie Compenseerders: vullen het gebrek aan persoonlijk contact in met formele activiteiten Buitenstaanders: functioneren het liefst buiten de reguliere samenleving Hoopvollen: hebben veel behoefte aan contact en hopen op verbetering van hun situatie Overlevers: hebben de moed opgegeven en zijn uitsluitend bezig met overleven De dimensie sociale competenties is volgens Machielse lastig in te schatten, mede omdat daaraan verschillende aspecten (kennis, attitudes, vaardigheden) te onderscheiden zijn. De typologie is daarom vooral gebaseerd op de persistentie van isolement en gerichtheid op sociale participatie. 6
10 Persistentie isolement We vroegen de respondent naar recente ingrijpende gebeurtenissen in zijn of haar leven. Is dat het geval, dan is sprake van een dreigend isolement. Wanneer ook het sociaal netwerk gering van omvang is en het aantal contacten recentelijk (sterk) is afgenomen beschouwen we dat als een indicatie van mogelijk situationeel isolement. Van persistentie van isolement is sprake wanneer het sociale isolement na een verlieservaring een structureel karakter krijgt. De looptijd van het pilotproject is te kort om een dergelijk proces te kunnen vaststellen. Het risico van structureel isolement is wel groter wanneer de respondent altijd al weinig contacten had. Daarom vroegen we of de respondent vroeger een bloeiend sociaal leven dan wel een teruggetrokken bestaan leidde. In het laatste geval beschouwen we dat als een indicatie van het risico op structureel isolement. Gerichtheid op sociale participatie We vroegen naar de mate waarin de deelnemers gemotiveerd waren om nieuwe sociale contacten aan te gaan, dan wel of ze daaraan absoluut geen behoefte hadden. Sociale competenties Voor een indruk van de sociale competenties maken we gebruik van de sociale zelfredzaamheidsschaal van Anja Machielse (2003). Daarnaast noteerden we spontane observaties van de professionals over de sociale vaardigheden van deelnemers. Psychische problematiek Rechtstreeks vragen naar psychische problematiek kan te confronterend zijn. Een indirecte indicatie kan worden verkregen door te vragen naar medicatie en hulpverleningscontacten. 2.3 Resultaten Het verloop van de effectmeting We willen een indruk krijgen van de mogelijke effectiviteit, aan de hand van veranderingen die plaatsvonden tussen de start en het einde van de interventie. Om pragmatische redenen was het streven zoveel mogelijk aan te sluiten bij de uitvoeringspraktijk van de professional. We wilden voorkomen dat de cliënt dubbel zou worden bevraagd, voor de intake voor de methodiek én voor de effectmeting. We wilden ook de administratieve last voor de professionals beperken. Soms hadden deze te kampen met grote werkdruk, meestal hadden ze geen onderzoeksachtergrond. Er bestaat een spanning tussen het intuïtieve handelen van een ervaren agoog en het consequente methodische handelen waar de onderzoekspraktijk om vraagt. Dat kwam op verschillende manieren naar voren. De voortgangsverslagen zijn nooit consequent maandelijks bijgehouden en meestal pas na herhaalde aansporingen vanuit de projectbegeleiding. Bij één pilot is de voortgang telefonisch besproken omdat de uitvoerenden vanwege tijdsdruk niet aan verslaglegging toekwamen. Bij één pilot werden de beide instrumenten vragenlijst en voortgangsprotocol abusievelijk verwisseld, zodat de voortgang niet is bijgehouden en de respondent bij herhaling steeds dezelfde vragenlijst kreeg in te vullen. Meestal vulden de professionals de vragenlijst in samen met de cliënt, soms deden ze dat achteraf, na de vragen in een gesprek aan de orde te hebben gesteld. Soms kregen de respondenten de vragenlijst zelf in te vullen. Deze uiteenlopende varianten kunnen hebben geleid tot een vertekening van de resultaten. In hoeverre dat het geval was weten we niet. 7
11 Bij één methodiek viel de professional vanwege persoonlijke omstandigheden langdurig uit, waardoor de werving voor de pilot stagneerde en uiteindelijk niet het beoogde minimumaantal deelnemers bereikt werd. 2.4 Conclusies Het hiervoor gemaakte voorbehoud in acht genomen wagen we ons aan een aantal conclusies over de effectiviteit van de verschillende interventies en we kijken in hoeverre we die kunnen specificeren naar de eerder gepresenteerde typologie. Eenzaamheidsscores n Nulmeting Eindmeting Verschil Gemiddelde scores op de schaal voor emotionele eenzaamheid (De Jong-Gierveld) Ouderen Actief in de Wijk 6 6,8 5,1-1,7 Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie (KOT) 5 7,5 6,5-1,0 Bezoekdienst Weduwen en Weduwnaars 5* 6,5 5,5-1,0 Activerend Huisbezoek 3 7,5 6,6-0,9 Post-Actief 5 7,1 6,9-0,2 Weduwen en Weduwnaarsclub 6 5,6 5,6 0,0 *) Bij twee deelnemers in feite een tussenmeting De methode Ouderen Actief in de Wijk laat de grootste gemiddelde daling van de eenzaamheidsscores zien. Het is een terugkerende (wekelijkse) groepsgerichte activiteit met zowel een educatief als een recreatief karakter. De expliciete focus ligt niet op eenzaamheid, maar op het neutrale thema bewegen en gezondheid. De rol van de professional is sturend en activerend, de groepsleden worden gestimuleerd om hun eigen ervaringen in te brengen en verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen en er is persoonlijke aandacht voor individuele groepsleden. Bij de Weduwen en Weduwnaarsclub, eveneens een periodieke groepsgerichte activiteit is geen sprake van enige verandering in de, relatief lage, eenzaamheidsscores. Hier betreft het een activiteit met alleen een recreatief doel. De rol van de professional blijft beperkt tot het verlenen van faciliteiten aan de activiteitencommissie van leden van de club. Zowel de Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie (KOT) als de Bezoekdienst Weduwen en Weduwnaars lijkt een bescheiden positief effect te hebben op de eenzaamheidsscores. Beide zijn gericht op individuele begeleidingstrajecten volgens een gefaseerde aanpak. In het geval van de KOT werkt een daartoe geschoolde professional met de cliënt aan empowerment en het eigen probleemoplossend vermogen. Het positieve effect is bescheiden, maar consistent. Bij de eindmeting lijkt de eenzaamheidsbeleving vooral zijn scherpte te verliezen, maar niet van karakter te veranderen. De methode heeft mogelijk vooral invloed op de wijze waarop de cliënt zijn situatie zelf beoordeelt en waardeert. Bij de bezoekdienst wordt een weduwe of weduwnaar begeleid door een getrainde vrijwilliger: een ervaringsdeskundige die zelf zijn/haar rouwproces verwerkt heeft. Het positieve effect treedt niet bij alle cliënten in dezelfde mate op. Bij weduwen in een situationeel isolement is de verbetering van de eenzaamheidsscores duidelijk groter. Het lijkt erop dat de methode vooral een preventieve werking heeft. Uit het evaluatieonderzoek van Simone Onrust (2008) blijkt dat er met name sprake is van een positief effect bij laagopgeleid, geïsoleerde ouderen met een slechte lichamelijke gezondheid. Ook het Activerend Huisbezoek laat een klein positief effect zien, maar gezien het geringe aantal deelnemers (3), waarvan er één bovendien inconsistente en soms zeer sociaal 8
12 wenselijke antwoorden gaf, bieden de resultaten zelfs voor onze bescheiden ambities te weinig basis. De methode Post-Actief tot slot geeft nauwelijks een aantoonbaar effect. Welke interventie is succesvol als we kijken naar de typologie van eenzaamheid? We hebben de deelnemers ingedeeld naar de eerder geschetste typologie. Typologie Interventie n Nulmeting Eindmeting Verschil Gemiddelde scores op de schaal voor emotionele eenzaamheid (De Jong-Gierveld) Actieven Ouderen Actief in de Wijk 2 7,00 5,15-1,85 Weduwen en Weduwnaarsclub 2 6,00 5,35-0,65 Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie 1 6,30 5,70-0,60 Bezoekdienst Weduwen en Weduwnaars 1 5,00 5,60 +0,60 Post-Actief 2 7,15 7,85 +0,70 Geborgenen Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie 1 7,60 7,00-0,70 Ouderen Actief in de Wijk 1 5,30 5,70 +0,40 Bezoekdienst Weduwen en Weduwnaars 1 3,60 4,30 +0,70 Weduwen en Weduwnaarsclub 2 4,15 5,15 +1,00 Achterblijvers Post-Actief 1 8,60 6,00-2,60 Ouderen Actief in de Wijk 2 6,65 4,15-2,50 Bezoekdienst Weduwen en Weduwnaars 2 7,45 5,15-2,30 Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie 3 7,76 6,66-1,10 Activerend Huisbezoek Ouderen 1 6,00 5,00-1,00 Weduwen en Weduwnaarsclub 1 6,30 6,30 0 Afhankelijken Bezoekdienst Weduwen en Weduwnaars 1 7,00 6,30-0,70 Activerend Huisbezoek Ouderen* 1 (4,6) (4,0) (-0,6) Post-Actief 1 6,30 7,00 +0,70 Compenseerder Weduwen en Weduwnaarsclub 1 7,30 6,70-0,70 Activerend Huisbezoek Ouderen 1 9,00 8,30-0,70 Overlevers Ouderen Actief in de Wijk 1 8,30 7,00-1,30 Buitenstaanders Post-Actief 1 6,70 6,00-0,70 *) Cliënt met twijfelachtige antwoorden Ook hier weer een voorbehoud: het aantal respondenten per pilot is gering, en uitgesplitst naar type is de basis voor uitspraken smal. Dit gezegd hebbende, toch wat voorzichtige conclusies. Actieven Actieven ambiëren een actief sociaal leven. Er is nog geen sprake van sociaal isolement, al dreigt dat wel. De motivatie om nieuwe contacten aan te gaan is aanwezig. Zowel de methode Ouderen Actief in de Wijk als de Weduwen en Weduwnaarsclub lijken goede resultaten te boeken. Beide zijn groepsgerichte activiteiten met een terugkerend karakter en vaste deelnemers. De Bezoekdienst Weduwen en Weduwnaars en de methode Post-actief lijken eerder eenzaamheidsgevoelens te versterken. De overeenkomst tussen beide methoden is het accent op één-op-één gesprekken. Geborgenen Geborgenen voelen zich goed in een vertrouwde, beschermende omgeving. Ook hier is nog geen sociaal isolement, maar dreigt dat wel te ontstaan, terwijl de oriëntatie op nieuwe contacten niet groot is. Het algehele beeld van de pilots is dat de verschillende interventies bij de eindmeting eerder een toename dan een afname laten zien van eenzaamheidsgevoelens. Een uitzondering betreft de KOT-methode, met name daar waar de 9
13 interventie gericht was op herstel van de oud relaties in plaats van het aangaan van nieuwe. Achterblijvers Achterblijvers zoeken vooral een hechte persoonlijke relatie met emotionele steun. Het zijn mensen die door omstandigheden in een sociaal isolement zijn beland, maar die wel gemotiveerd zijn om nieuwe contacten aan te gaan. Met uitzondering van de Weduwenen Weduwnaarsclub lijken alle interventies positieve effecten te hebben op de eenzaamheidsbeleving. Een conclusie zou kunnen zijn dat met name bij achterblijvers de grote verbeteringen mogelijk zijn. Wat de meer succesvolle interventies hier onderscheidt, is de persoonlijke aandacht die de respondent krijgt van professional of vrijwilligers. De overige typen vereenzaming (compenseerders, hoopvollen, buitenstaanders) ontbreken in de onderzoekspopulatie. We kunnen dan ook in deze gevallen geen uitspraak doen over de mogelijke effectiviteit. 10
14 3 Analyse kader 3.1 Sociale participatie Om vast te stellen in hoeverre een respondent in een sociaal isolement verkeerde vroegen we eerst naar de mate van sociale participatie: het aantal informele contacten in de persoonlijke sfeer en in georganiseerd verband. Voor de informele contacten betrof dat vragen over ondersteuning bij ingrijpende gebeurtenissen. Bij de eerste metingen maakten we verder gebruik van het instrument relatiekringen ; waarbij de respondent gevraagd wordt om in drie cirkels rond zijn eigen persoon de namen in te vullen van personen die voor hem onmisbaar zijn, belangrijk zijn respectievelijk prettige contacten. Omdat het instrument voor sommige respondenten te confronterend bleek, is deze later vervangen door drie vragen over praktische hulp, sociaal-emotionele steun en gezelligheidscontacten. We gaan er vanuit dat iemand een klein netwerk heeft, wanneer deze bij drie vragen of meer weinig contacten noemt (minder dan twee). Voor de contacten in een formele setting vroegen we aanvullend naar deelname aan terugkerende activiteiten en aan vrijwilligerswerk. 3.2 Persistentie isolement Van persistentie van isolement is sprake wanneer het sociale isolement na een verlieservaring een structureel karakter krijgt. De looptijd van het pilotproject was te kort om een dergelijk proces te kunnen vast stellen. We gaan bij een klein sociaal netwerk uit van een dreigend isolement. Wanneer na een ingrijpende gebeurtenis het aantal contacten beduidend terugloopt veronderstellen we een situationeel isolement, waren er bovendien weinig contacten in het verleden een structureel isolement. 3.3 Handelingsoriëntatie Voor de handelingsoriëntatie vroegen we naar de mate waarin de deelnemers gemotiveerd om nieuwe sociale contacten aan te gaan. 3.4 Sociale zelfredzaamheid Sociale zelfredzaamheidsscore verkregen we door de scores op de acht vragen, gemeten op een driepuntsschaal te delen door het maximaal te behalen aantal punten (24) maal 10. De range loopt dan van 3,3 tot Eenzaamheidsscore De eenzaamheidsscore verkregen we door de behaalde scores op de zes vragen, gemeten op een vijfpuntsschaal te delen door het maximaal te behalen aantal punten (30) maal 10. De range loopt dan van 2 tot
15 12
16 4 Bezoekdienst Weduwen en Weduwenaars Den Bosch De Bezoekdienst Weduwen en Weduwenaars werkt met getrainde vrijwilligers, die als ervaringsdeskundige geregeld bezoek brengen aan mensen, waarvan recentelijk de partner ontvallen is. In de gesprekken komen onderdelen van het rouwproces ( rouwtaken ) aan bod, zoals acceptatie, verwerking, aanpassing en nieuwe zingeving. 4.1 De meting Sociale participatie Informele contacten in de persoonlijke sfeer Het aantal mensen dat steun verleende bij verlies van de partner van de deelnemer varieerde van 1 tot 5. Het aantal informele contacten bij praktische hulp varieerde van 0 tot 4, voor sociaal emotionele steun van 0 tot 3 en de contacten voor gezelligheid van 0 tot 4. Resumerend scoren drie cliënten laag (A, B, E) op drie of meer bovengenoemde vragen en drie scoren hoog (F,G,H). Persoonlijke contacten in georganiseerd verband Alleen mevrouw A scoort hier laag. Voor het overige geven de respondenten aan, deel te nemen aan activiteiten en daar ook prettige contacten te onderhouden. Twee deelnemers doen vrijwilligerswerk, één heeft daardoor redelijk veel contacten. Bij de ander was dat niet het geval, mogelijk vanwege van de solitaire aard van de werkzaamheden (nieuwsbrief rondbrengen) Persistentie isolement Bij één deelnemer (A) had het isolement een structureel karakter: zij gaf aan altijd al erg op zichzelf te zijn geweest. De anderen hadden altijd wel wat contacten. Voor de helft was het aantal contacten ongeveer gelijk gebleven, bij drie deelnemers (C, D, E) nam het aantal contacten in de afgelopen jaren af en kan sprake zijn van een situationeel isolement Handelingsoriëntatie Cliënt H zegt absoluut geen behoefte aan te hebben aan nieuwe contacten en D neemt een neutrale positie in ( is mij om het even ). De meerderheid geeft aan open te staan voor nieuwe contacten: niet zozeer in georganiseerd verband, maar wel persoonlijke contacten met diepgang. Bij drie deelnemers zijn alle vormen van contact welkom (A, B, C) Sociale redzaamheid De meeste respondenten geven aan dat ze zichzelf in sociaal opzicht kunnen redden. Ze functioneren zelfstandig en weten hoe ze hun recht kunnen halen. Het zelfvertrouwen scoort wat minder hoog en de meesten vinden het lastig om overal op af te stappen. Slechts één respondent (E) scoort laag op zelfredzaamheid Eenzaamheidsscore Bij drie van de acht respondenten beschikten we alleen over een beginmeting. Cliënt A haakte om onbekende reden af, bij cliënt B was het traject nog maar net gestart. Bij 13
17 cliënt F is de vragenlijst niet afgenomen wegens haar medische conditie. Twee cliënten (D, H) namen nog niet zo lang deel aan de Bezoekdienst. Bij hen had de vervolgmeting feitelijk de status van een tussenstand. Op een later tijdstip in het proces hadden de effecten voor de eenzaamheidsbeleving anders kunnen zijn. Bezoekdienst Weduwen en Weduwnaars Cliënt Duur traject in maanden Risico Persistentie sociaal isolement Participatie (in)formeel Handelingsoriëntatie Sociale redzaamheid Indicaties psychische problematiek Typologie A - structureel laag sterk slaapprobleem hoopvol B 2 laag sterk slaapprobleem actief C 6 situationeel sterk achterblijver D 5 situationeel aanwezig slaapprobleem achterblijver E 8 situationeel laag aanwezig zwak slaapprobleem afhankelijke F 7 hoog aanwezig actief G 11 hoog aanwezig actief H 6 hoog zwak geborgen Gemiddeld 6,5 Resultaten bij de eindmeting Bij twee cliënten (G, H) zien we het vermoeden van eenzaamheid niet terug in de cijfers en vertonen de scores geen dalende lijn tussen de nul- en eindmeting. Bij de drie andere cliënten treedt bij de eindmeting een duidelijke verbetering op. Dat zijn met name de cliënten met een situationeel isolement, de achterblijvers. Bezoekdienst Weduwen en Weduwnaars Cliënt Type Eenzaamheid score nulmeting Eenzaamheid score eindmeting Verschil A hoopvol 9,0 - B actief 8,3 - C achterblijver 7,6 5,0-2,6 D achterblijver 7,3 5,3-2,0 E afhankelijke 7,0 6,3-0,7 F actief 6,0 - G actief 5,0 5,6 +0,6 H geborgen 3,6 4,3 +0,7 Gemiddeld 6,5 5,5-1,0 4.2 Conclusie Bezoekdienst Weduwen en Weduwnaars Afgaande op de resultaten van de eindmeting bij de vijf deelnemers heeft de bezoekdienst Weduwen en Weduwnaars een positief effect bij situationeel isolement: een gemiddelde afname van eenzaamheidsgevoelens Voorbehoud bij de effectmeting Een complicerende factor voor de effectmeting was het optreden van nieuwe ingrijpende gebeurtenissen tijdens het begeleidingstraject. Zo kreeg mevrouw E een nieuwe relatie. De invloed van die ontwikkeling is niet goed te scheiden van de mogelijke invloed van de bezoekdienst. Twee deelnemers (D, G) werden geconfronteerd met 14
18 een sterfgeval respectievelijk ernstige ziekte in de naaste omgeving. Ook daarvan is de invloed niet goed vast te stellen. Eén deelnemer (F) werd ongeneeslijk ziek. De begeleiding van de bezoekvrijwilliger verschoof inhoudelijk van rouwverwerking naar stervensbegeleiding. Beide processen vertonen overeenkomsten. Een eindmeting heeft bij deze deelnemer niet plaatsgevonden, wel een evaluatief gesprek. Daarin gaf mevrouw aan veel steun te ontlenen aan de bezoekvrijwilliger. De tijd heelt alle wonden, wil het spreekwoord. Met het verstrijken van de tijd voltrekt bij veel mensen het rouwverwerkingsproces zich ook zonder gerichte ondersteuning. Zonder een controlegroep is het lastig om de bijdrage vast te stellen van de methodiek aan het terugdringen of voorkomen van sociaal isolement Evaluatie Bij de terugblik zegt de verantwoordelijke professional, dat de methode primair beoogt om mensen te ondersteunen bij hun rouwverwerking. Een gevolg van onverwerkte rouw kan zijn dat mensen in een sociaal isolement belanden. Een mogelijk bijeffect van de methode is dan de preventie van isolement. Als voorwaarde voor een geslaagde interventie noemt de professional dat de cliënt bereid is om zijn/haar persoonlijke proces te delen met anderen. Een contra-indicatie is de aanwezigheid van bijkomende problematiek, met name van psychische aard. Een succesfactor is verder de bezoekvrijwilliger de ervaringsdeskundige: iemand die zelf een partner verloren heeft en het rouwproces goed heeft doorlopen. De vrijwilliger moet beschikken over voldoende inlevingsvermogen, aandacht geven en luisteren. Een valkuil is dat vrijwilliger het proces overneemt en de cliënt afhankelijk maakt. De andere kant is dat de cliënt zelf teveel gaat leunen en ondersteuning claimt. De vrijwilliger moet grenzen kunnen bewaken. De professional laat weten dat de werving van de deelnemers veel tijd kost, omdat de doelgroep niet eenvoudig te lokaliseren is. Ze suggereert als mogelijke oplossing dat mensen, aan wie de partner ontvallen is na circa drie maanden door de gemeente schriftelijk worden geattendeerd op het project Randvoorwaarden We vroegen de uitvoerende instelling naar de randvoorwaarden, waaronder de behaalde resultaten zijn gerealiseerd. Voor de uitvoering van de bezoekdienst weduwen en weduwnaars is de inzet vereist van een ouderenwerker op hbo-niveau, met goede communicatieve vaardigheden en kennis van rouwtaken. Hij of zij moet vrijwilligers kunnen ondersteunen bij een soms ook voor hen emotioneel proces en grenzen kunnen trekken tussen vrijwilligerswerk en professionele hulpverlening. Daarmee was in de huidige opzet op jaarbasis 150 tot 200 uur gemoeid. Voor scholing van vrijwilligers was een bedrag beschikbaar van (een subsidie van de DELA). Voor de scholing maakte de instelling gebruik van eigen vergaderruimte. 15
19 16
20 5 Weduwen en Weduwnaarsclub Bergen op Zoom De Weduwen en Weduwnaarsclub onderneemt activiteiten (theater, natuur, cultuur, spel en ontmoeting) voor en met de leden. De rol van professional is beperkt tot het verlenen van faciliteiten voor de activiteitencommissie, gevormd uit de leden zelf. Naast de W&W club (circa 75 leden) bestond er een alleenstaandenclub (circa 50 leden), opgezet vanuit hetzelfde concept. Inmiddels zijn beide clubs samengevoegd. 5.1 De meting Sociale participatie Informele contacten in de persoonlijke sfeer. Het aantal mensen dat hen steun verleende na recente ingrijpende gebeurtenissen als het verlies van hun partner varieerde van 0 tot 4. Het aantal informele contacten waar een beroep op wordt gedaan voor praktische hulp varieert van 1 tot 7, voor sociaal emotionele steun van 2 tot 6 en voor gezelligheid 0 tot 10 contacten. Resumerend scoren drie cliënten laag (A, B, C) op drie of meer bovengenoemde vragen en één hoog (F). Persoonlijke contacten in georganiseerd verband Alle respondenten zeggen deel te nemen aan activiteiten. Ze hebben daar ook prettige contacten, met uitzondering van deelnemer B. Eén deelnemer doet vrijwilligerswerk en heeft daardoor redelijk veel contacten, de overigen doen geen vrijwilligerswerk Persistentie isolement Bij een deelnemer (A) had het isolement een meer structureel karakter: zij gaf aan altijd al erg op zichzelf te zijn geweest. De anderen hadden altijd wel wat contacten of een boeiend sociaal leven Voor de helft was het aantal contacten ongeveer gelijk gebleven, bij deelnemer B was het aantal contacten in de afgelopen jaren afgenomen en kan sprake zijn van een situationeel isolement Handelingsoriëntatie Twee respondenten hebben geen behoefte aan nieuwe contacten (F, E) en twee willen dat met nadruk wel (B, C) en dan bij voorkeur een nieuwe partner. De meerderheid staat open voor nieuwe contacten: niet in georganiseerd verband, wel persoonlijke contacten met diepgang Sociale redzaamheid De meeste respondenten zeggen dat ze zichzelf in sociaal opzicht kunnen redden. Ze functioneren zelfstandig en weten hoe ze hun recht kunnen halen. Het zelfvertrouwen scoort wat minder hoog. Twee respondenten (A, D) scoren zwak op zelfredzaamheid. 17
21 5.1.5 Eenzaamheidsscore Weduwen en Weduwnaarsclub Cliënt Duur traject in maanden Risico Persistentie sociaal isolement Participatie (in)formeel Handelingsoriëntatie Sociale redzaamheid Indicaties psychische problematiek Typologie A 14 structureel laag aanwezig zwak compenseerder B 3 situationeel laag sterk achterblijver C 2 laag sterk actief D 2 aanwezig zwak slaapprobleem actief E 4 zwak slaapprobleem geborgen F 14 hoog zwak angstklachten geborgen Gemiddeld 6,5 Resultaten bij de eindmeting De gemiddelde eenzaamheidsscores van de respondenten zijn niet hoog en veranderen niet tussen de nul- en eindmeting. Bij twee cliënten met een lage eenzaamheidsscore zien we een licht stijgende lijn tussen de nul- en eindmeting. Bij twee andere cliënten trad een verbetering op. Eén daarvan behaalde een relatief hoge eenzaamheidsscore bij de nulmeting en gaf bij de eindmeting een lichte daling te zien. De enige substantiële daling betrof cliënt C, die op zoek was naar een nieuwe partner en deze gedurende de projectperiode ook gevonden heeft. Weduwen en Weduwnaarsclub Cliënt Type Eenzaamheid score nulmeting Eenzaamheid score eindmeting Verschil A compenseerder 7,3 6,7-0,7 B achterblijver 6,3 6,3 0,0 C actief 6,0 4,7-1,3 D actief 6,0 6,0 0,0 E geborgen 4,3 5,6 +1,3 F geborgen 4,0 4,7 +0,7 Gemiddeld 5,6 5,6 0,0 5.2 Conclusie Weduwen en Weduwnaarsclub Op grond van de verzamelde gegevens kan niet worden geconcludeerd dat de Weduwen en Weduwnaarsclub gedurende de projectperiode een meetbare positieve invloed had op de eenzaamheidsbeleving van de deelnemers Voorbehoud bij de effectmeting Twee respondenten (A, E) namen reeds langer deel aan de weduwen en weduwnaarsclub vóór de nulmeting. Dat maakt het lastig een eventueel effect van de methode op het aanvankelijke niveau van eenzaamheid vast te stellen; In plaats van de voortgangsrapportage is in Bergen op Zoom abusievelijk bij herhaling de vragenlijst voor de nul- en effectmeting afgenomen. Ten gevolge van personele wisselin- 18
22 gen bleef deze situatie bovendien lange tijd voortduren. Daardoor zijn twee mogelijke storende invloeden van kracht: Respondenten krijgen steeds opnieuw dezelfde vragen voorgelegd en zien daar de relevantie niet van in. Of dat tot een vertekend beeld heeft geleid weten we niet. De voortgang van het proces is niet gevolgd, waardoor we achtergrondinformatie missen. Daarin is voorzien door aan het eind van de projectperiode met de betrokken professional de verschillende deelnemers te bespreken. De methodiek legt een sterk accent op zelforganisatie en de professional staat daardoor op afstand van de tientallen individuele deelnemers. Desondanks leverde de bespreking informatie op over de individuele achtergronden Evaluatie De deelnemers aan de Weduwen en Weduwnaarsclub scoren niet hoog op de eenzaamheidsschaal. Over de effectiviteit bij mensen met een hoge mate van eenzaamheid kunnen we geen conclusies trekken. Ook als we kijken naar de typologie van vereenzaming valt er geen patroon te ontdekken. Overigens waren twee deelnemers moeilijk in te delen. Eén daarvan verkeerde in situationeel isolement (gering netwerk, sterke afname van contacten) maar had geen gebrekkige sociale competenties. Bij de andere deed zich het omgekeerde voor: zwakke competenties, maar geen situationeel isolement. Bij beiden was er geen verschil tussen nul- en eindmeting. De methodiek gaat in hoge mate uit van het beginsel van zelforganisatie. De mate waarin deelnemers aansluiting vinden bij de groep is mede afhankelijk van de opstelling van de leden. De professional constateert bij twee deelnemers dat ze moeilijk aansluiting vinden bij de omgangsvormen en de groepscultuur (geschoold, middleclass, culturele belangstelling). Vanuit zijn rol als ondersteuner van het activiteitencommissie heeft hij onvoldoende zicht op de situatie van individuele groepsleden om te kunnen interveniëren. 19
23 20
24 6 Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie Eindhoven Bij de Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie (KOT) voert een daartoe geschoolde professional vier tot vijf gesprekken binnen een afgebakende periode om individuele cliënten te ondersteunen bij de realisatie van door henzelf gewenste eindsituatie. Uitgangspunt is dat de cliënt zelf de sleutel voor de oplossing van zijn probleem al heeft. De professional stelt vooral vragen, legt de focus op mogelijkheden en eigen initiatief, en hij bekrachtigt sterke eigenschappen en prestaties van de cliënt. 6.1 De meting Sociale participatie Informele contacten in de persoonlijke sfeer Opvallend was dat geen van de respondenten steun heeft ervaren uit de eigen omgeving bij de ingrijpende gebeurtenis. We vroegen verder naar het aantal geregelde contacten. Daarbij is aanvankelijk gebruik gemaakt van de relatiekringen, later van de vragen over praktisch, sociaal emotioneel steun en gezelligheidscontacten. Het aantal contacten varieerde van 3 tot 10. Drie cliënten scoorden laag (B, C, F). Persoonlijke contacten in georganiseerd verband Drie respondenten nemen deel aan verenigingen of andere activiteiten met een structureel karakter, één daarvan onderhoudt daar echter geen prettige contacten (B). Twee deelnemers doen vrijwilligerswerk en hebben daardoor wel prettige contacten (E, B) Persistentie isolement Bij een deelnemer (D) had het isolement een structureler karakter: zij gaf aan altijd al erg op zichzelf te zijn geweest en bovendien de laatste tijd veel minder contacten te hebben. De anderen hadden altijd wel wat contacten of zelfs een bloeiend sociaal leven. Bij drie andere deelnemers (A, C, E) was het aantal contacten in de afgelopen jaren afgenomen en kan sprake zijn van een situationeel isolement Handelingsoriëntatie Twee cliënten waren sterk gemotiveerd om sociale nieuwe sociale contacten aan te gaan (A, E), één zegt daar geen behoefte te hebben aan (B) Sociale redzaamheid De meeste respondenten geven aan dat ze zichzelf in sociaal opzicht kunnen redden. Ze functioneren zelfstandig en weten hoe ze hun recht kunnen halen. Het zelfvertrouwen scoort wat minder hoog. Twee respondenten (C, F) scoren zwak op zelfredzaamheid Eenzaamheidsscore De eindmeting is bij respondent D niet afgenomen. Dit traject is op advies van de professional gestaakt en mevrouw is doorverwezen naar de GGZ. Vanwege de aanhoudend de- 21
25 pressieve klachten en het grondpatroon van langdurig isolement verwachtte de professional in dit geval geen resultaat van de KOT aanpak. Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie Cliënt Duur traject in maanden Risico Persistentie sociaal isolement Participatie (in)formeel Handelingsoriëntatie Sociale redzaamheid Indicaties psychische problematiek Typologie A - situationeel sterk sterk angstklachten achterblijver B 2 laag zwak geborgen C 6 situationeel laag aanwezig zwak achterblijver D 5 structureel hoog aanwezig sterk depressie compenseerder E 8 situationeel hoog sterk sterk achterblijver F 7 laag zwak autisme actief Gemiddeld 6 Resultaten bij de eindmeting Over de gehele linie zien we een bescheiden, maar consistente afname van de eenzaamheidsscore. Er is nog altijd sprake van eenzaamheid, maar die komt minder scherp naar voren. De uitzondering is cliënt A, die al na zeer korte tijd een substantiële verbetering te zien gaf. Mogelijk heeft de nieuwe relatie van deze cliënt daar sterk toe bijgedragen. Uit de overige dimensies valt geen overtuigend patroon af te leiden. Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie Cliënt Type Eenzaamheid score nulmeting Eenzaamheid score eindmeting Verschil A achterblijver 9,3 7,6-1,7 B geborgen 7,6 7,0-0,7 C achterblijver 7,3 6,7-0,7 D compenseerder 7,3 - E achterblijver 6,7 5,7-1,0 F actief 6,3 5,7-0,6 Gemiddeld 7,5 6,5-1,0 6.2 Conclusie Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie De resultaten van de eindmeting laten voor de KOT-methode een bescheiden, maar consistent positief effect zien op de eenzaamheidsbeleving Voorbehoud bij de eindmeting De effectmeting is gebaseerd op een gering aantal respondenten. Dat is ook bij de andere pilotprojecten het geval. Maar daar is de onderlinge vergelijkbaarheid doorgaans groter: gaat vrijwel altijd om ouderen die hun partner verloren hebben. Bij de cliënten van de KOT-methode betreft de ingrijpende ervaring een scala aan gebeurtenissen: een traumatische scheiding, een gedwongen verhuizing, conflicten in de familiesfeer, een vluchteling die familieleden mist. Dat maakt de basis voor vergelijking smal. Er vallen dan ook geen patronen te ontdekken bij de dimensies van ver- 22
26 eenzaming. Het positieve resultaat bij een verscheidenheid aan deelnemers wijst wel in de richting van de effectiviteit van de methode. De pilot is uitgevoerd door twee professionals, die elk drie deelnemers begeleidden. Eén professional gaf te kennen moeite te hebben met de gestandaardiseerde werkwijze bij de effectmeting en de nadruk op de feitelijke ontwikkelingen. Hij had liever de voorkeur gegeven aan de vragen die de KOT-methode zelf aanreikt, die meer gericht zijn op het zelfinzicht van de respondent en die ook een meer sturend karakter hebben. Zijn cliënten zouden ook beter uit de voeten kunnen met de KOT-vragen. Daarnaast liet hij de respondenten zelf de vragenlijsten invullen, waardoor de antwoorden soms erg beknopt uitvielen. Dat tekort werd overigens gecompenseerd door de informatieve voortgangsrapportages van zijn eigen hand. Zijn collega vulde de vragenlijst in samen met de cliënt, hetgeen de kwaliteit van de data ten goede kwam. De uiteenlopende benadering leidde overigens niet tot merkbare verschillen in de resultaten Evaluatie De KOT-methode heeft een korte looptijd, naar langdurig effect hebben we niet gekeken. In de gemiddeld zes maanden tussen de nulmeting en eindmeting zagen we bij alle deelnemers een bescheiden verbetering van beleefde eenzaamheid. Er is geen duidelijk patroon naar typologie. In de nabespreking geven beide professionals aan dat de methode helpt om inzicht te krijgen in de eigen situatie en handvatten aanreikt om daarin zelf verbetering te brengen. Overigens treedt gemiddeld genomen geen verbetering op van de scores voor sociale redzaamheid. Dat KOT helpt om anders tegen de eigen situatie aan te kijken is aannemelijk en komt overeen met het patroon, waarbij de scherpe kantjes van de eenzaamheidsbeleving lijken te zijn afgevlakt Randvoorwaarden Terugkijkend noemen de beide professionals als succesfactoren voor de KOT methode: Voldoende talige vaardigheden van de cliënt. Het is bij uitstek een verbale methode. Geloof in eigen oplossend vermogen bij de cliënt. Contra-indicaties zijn: Cliënt heeft te weinig zelfvertrouwen. De cliënt heeft teveel problemen op te lossen en ziet door de bomen het bos niet meer. Van de professional vraagt de KOT-methode specifieke vaardigheden: Kunnen luisteren en vragen stellen zonder het probleem over te nemen. Bevestigen wat de cliënt goed doet en de sterke kanten benadrukken. Een scherp oog voor de verwevenheid van problemen. 23
27 24
28 7 Ouderen Actief in de Wijk Helmond Ouderen Actief in de Wijk is een programmatische opgezette groepsactiviteit voor ouderen. In wekelijkse bijeenkomsten van tweeënhalf uur komen thema s aan bod als bewegen, gezondheid, verlieservaringen, valpreventie, geheugentraining en zingeving. Iedere bijeenkomst begint met een informatief deel gevolgd door ontmoetingsgelegenheid. Het uitgangspunt is zelforganisatie. De professional is echter nadrukkelijk aanwezig, heeft het voortouw bij de voorlichtingsactiviteiten. Hij stimuleert dat groepsleden verantwoordelijkheid tonen voor elkaar. 7.1 De meting Sociale participatie Informele contacten in de persoonlijke sfeer Het aantal mensen dat steun verleende ervaren na de ingrijpende gebeurtenis varieerde van 0 tot 4. De helft van de ondervraagden zei geen steun te hebben ervaren. Bij deze pilot vroegen we aanvankelijk naar geregeld contacten met behulp van de relatiekringen, later gebruikten we de vragen naar praktische hulp, sociaal-emotionele steun en de gezelligheidscontacten. Het aantal geregelde contacten1 tot 20 contacten. Resumerend scoren twee cliënten laag (A, B) en twee scoren hoog scoren hoog (D, E). Persoonlijke contacten in georganiseerd verband Bij aanvang van Ouderen Actief in de Wijk nam slechts één respondent (F) deel aan geregelde activiteiten, maar onderhield daar geen prettige contacten. Geen van de deelnemers deed vrijwilligerswerk Persistentie isolement Bij één deelnemer (A) had het isolement een structureler karakter: zij gaf aan vaker periodes te hebben gekend dat ze er alleen voor stond. De anderen hadden altijd wel wat contacten. Voor de meeste deelnemers was het aantal contacten ongeveer gelijk gebleven, bij twee respondenten (C, E) nam het aantal contacten in de afgelopen jaren afgenomen en kan sprake zijn van een situationeel isolement Handelingsoriëntatie Cliënt F zegt absoluut geen behoefte te hebben aan nieuwe contacten en A neemt een neutrale positie in ( is mij om het even ). De meerderheid staat open voor nieuwe contacten: zowel in georganiseerd verband als persoonlijke contacten met diepgang Sociale redzaamheid De meeste respondenten geven aan dat ze in sociaal opzicht zichzelf kunnen redden en zelfstandig functioneren. Ze stappen ook redelijk gemakkelijk overal op af. Twee respondenten (D, E) tonen zich assertiever en zelfverzekerder dan de rest, daartegenover scoren twee respondent (A, B) zwak op sociale zelfredzaamheid. 25
Tranzo, 17 juni Dr. Anja Machielse
Eenzame ouderen: ambities en mogelijkheden Tranzo, 17 juni 2010 Dr. Anja Machielse Onderwerpen Begripsverkenning en cijfers Complexiteit van de problematiek Profielen en interventies Conclusies Begrippen
Nadere informatieSociale relaties en welzijn
EENZAAMHEID EN SOCIAAL ISOLEMENT: ACHTERGRONDEN EN AANPAK Onderwerpen Functies van sociale relaties Sociale kwetsbaarheid Achtergronden en gevolgen Knelpunten in de aanpak Elementen van een succesvolle
Nadere informatieEenzame naasten. Onderwerpen. Contactarm. Eenzaamheid. Sociaal isolement. Sociale netwerken van ouderen
Eenzame naasten Dr. Anja Machielse Onderwerpen Begripsverkenning Oorzaken en gevolgen Sociale competenties Stappen in de aanpak Interventieprofielen Conclusies Eenzaamheid Het gevoel dat de aanwezige contacten
Nadere informatieCoalitie Erbij. De gezichten van eenzaamheid Amsterdam, 24 november 2015
Coalitie Erbij De gezichten van eenzaamheid Amsterdam, 24 november 2015 1. De landelijke Coalitie Erbij in 2 minuten 2. Wat is eenzaamheid? 3. De gezichten van eenzaamheid 4. De lokale aanpak van eenzaamheid
Nadere informatieKWALITATIEF ONDERZOEK EN INTERVENTIES BIJ
KWALITATIEF ONDERZOEK EN INTERVENTIES BIJ EENZAAMHEID EN SOCIAAL ISOLEMENT Marina Jonkers Werkconferentie Kwalitatief evalueren in het sociale domein Movisie, 16 december 2014 Onderwerpen Sociale kwetsbaarheid:
Nadere informatieDE AANPAK VAN SOCIAAL ISOLEMENT. KNELPUNTEN EN DILEMMA S.
DE AANPAK VAN SOCIAAL ISOLEMENT. KNELPUNTEN EN DILEMMA S. Presentatie DAK bijeenkomst 16 juni 2014 Dr. Marina Jonkers ONDERWERPEN Wat doet LESI? Aanpak sociaal isolement in gemeenten Beleidsurgentie en
Nadere informatie[Checklist] voor activiteiten die zich richten op eenzaamheid
[Checklist] voor activiteiten die zich richten op eenzaamheid Het bevorderen van zelfredzaamheid en volwaardig meedoen in de stad zijn de hoofddoelen van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Elke
Nadere informatieHerstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus
Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus Dr. Hanneke van Gestel-Timmermans Dr. Evelien Brouwers Dr. Marcel van Assen Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen Herstellen doe je zelf Ontwikkeld
Nadere informatieSamen tegen eenzaamheid Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid Contact Kom Erbij Bezoek- en postadres
Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid Kom Erbij Meer dan een miljoen Nederlanders sterk eenzaam Meer dan een miljoen Nederlanders voelt zich sterk eenzaam. De invloed van eenzaamheid is groot en leidt
Nadere informatieLezing, 10 december 2004. Relatie tussen sociaal isolement en psychiatrische ziekte
Lezing, 10 december 2004 Relatie tussen sociaal isolement en psychiatrische ziekte Dr. Ludwien Meeuwesen, Sociaal psychologe verbonden aan de Universiteit Utrecht, Afdeling Algemene Sociale Wetenschappen,
Nadere informatieNationale Coalitie tegen Eenzaamheid. Kom Erbij
Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid Kom Erbij Meer dan een miljoen Nederlanders sterk eenzaam Meer dan een miljoen Nederlanders voelt zich sterk eenzaam. De invloed van eenzaamheid is groot en leidt
Nadere informatieThuis Onbezorgd Mobiel (TOM) samenvatting onderzoeksresultaten 1
Thuis Onbezorgd Mobiel (TOM) samenvatting onderzoeksresultaten 1 Publicatiedatum 29 maart 2019 Waarom TOM? De overheid stimuleert dat ouderen langer thuis kunnen blijven wonen, waarmee een groot beroep
Nadere informatieInstroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1
Instroom 1 4 Uitstroom 3 Inclusie 2 Doorstroom Universiteit Utrecht 1 Rapportage 2018 Prof. Dr. Naomi Ellemers Prof. Dr. Jojanneke van der Toorn Dr. Wiebren Jansen Inhoud Voorwoord 4 Algemeen 6 Hoe is
Nadere informatieInhoud. Samenvatting 13
Inhoud Samenvatting 13 1 Probleemformulering 27 1.1 Inleiding 27 1.2 Theoretische achtergrond 27 1.3 Doelstelling van het project 32 1.4 Selectie van de zes pilots 33 1.5 Procesbegeleidend onderzoek 34
Nadere informatieOnkundig en onaangepast: eenzaamheid en sociaal isolement
Onderwerpen Onkundig en onaangepast: eenzaamheid en sociaal isolement Wat is sociaal isolement? Oorzaken en gevolgen De leefsituatie van sociaal geïsoleerden Wat kunnen we doen aan sociaal isolement? Conclusies
Nadere informatieOnderzoeksvoorstel Buur & co. interventie gemeente Opsterland
Onderzoeksvoorstel Buur & co. interventie gemeente Opsterland Inleiding De Wmo-werkplaats Noord wil samen met gemeenten en betrokken instellingen een aantal innovatieve Wmo-praktijken ontwikkelen, beschrijven,
Nadere informatieBETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT
Bijlage 4 BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT Voor een deel van de verantwoording voor het eerste halfjaar van 2016 is gebruik gemaakt van de ZelfRedzaamheid Matrix. Hieronder
Nadere informatieKenmerken BedrijfsMaatschappelijk Werk:
De bedrijfsmaatschappelijk werker helpt bij het tot stand laten komen van gezondere arbeidsverhoudingen en meer welzijn binnen het bedrijf of de instelling. Op die manier ontstaat bij werknemers een grotere
Nadere informatieZingeving werkt! EEN RESULTAATGERICHTE AANPAK EENZAAMHEID
Zingeving werkt! EEN RESULTAATGERICHTE AANPAK EENZAAMHEID De combinatie van een ingewikkeld en maatschappelijk urgent onderwerp en een moderne aanpak is sterk. Het leven is saai, iedere dag hetzelfde.
Nadere informatieHerstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus
Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus Aanleiding onderzoek Meer kennis over cliëntgestuurde interventies nodig; belangrijk voor ontwikkelingen GGz Interventies door cliënten:
Nadere informatie'Voor mekaar, actieprogramma gericht op het bestrijden van eenzaamheid'
'Voor mekaar, actieprogramma gericht op het bestrijden van eenzaamheid' Voor Mekaar is de titel van het Rotterdamse actieprogramma gericht op het bestrijden van eenzaamheid (december 2014). Het volledige
Nadere informatieMovisie. Voor een duurzame positieve verandering. Preventie van eenzaamheid realistische plannen Jan Willem van de Maat
Movisie Voor een duurzame positieve verandering Preventie van eenzaamheid realistische plannen Jan Willem van de Maat Programma Wat is eenzaamheid en vereenzamen? Wat weten we uit onderzoek over wat werkt?
Nadere informatieEenzaamheid onder ouderen
Eenzaamheid onder ouderen Een inventarisatie van de stand van zaken en van een mogelijke aanpak in Ede (versie 31 oktober 2011) Op 3 februari 2011 heeft de gemeenteraad een motie aangenomen over eenzaamheid
Nadere informatieActiviteiten Jaarverslag 2013
Activiteiten Jaarverslag 2013 Inhoudsopgave 1 Een bezoek van de wethouder 2 Project Kunst en Cohesie 3 Bewonersdag 4 Bijeenkomst met de wijkbewoners 5 Burendag 6 Culturele thee avonden 7 De tafel van één
Nadere informatieLinda Verwaaijen. Sociaal psychiatrisch verpleegkundige. Maatschappelijk werkster. 17 mei 2018
Linda Verwaaijen Sociaal psychiatrisch verpleegkundige Maatschappelijk werkster 17 mei 2018 Definitie "Eenzaamheid is het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van)
Nadere informatieInleiding. Doelen en uitgangspunten van het gemeentebestuur
Inleiding TRILL is een methodiek die de verantwoordelijkheden en de te leveren prestaties van betrokken partijen in kaart brengt. Zo moet de ambtenaar de beleidsdoelstellingen die door het gemeentebestuur
Nadere informatieImplementatie Begeleid Leren in afdelingen en teams
Implementatie Begeleid Leren in afdelingen en teams 1. Introductie: het implementatietraject Een GGz- of onderwijsinstelling heeft het besluit genomen Begeleid Leren (Kiezen- Verkrijgen-Behouden model)
Nadere informatieKlanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS
2011 Klanttevredenheid Vereenzaming Ouderen Soest VOS Stichting Welzijn Ouderen Soest Molenstraat 8c 3764 TG Soest 035 60 23 681 info@swos.nl www.swos.nl KvK 41189365 Klanttevredenheidsonderzoek Vereenzaming
Nadere informatieWerktrajectbegeleider
Werktrajectbegeleider Functiebeschrijving naar aanleiding van CAO-tekst Trajectbegeleider Vastgesteld door: Directeurbestuurder Datum: December 2005 Algemene kenmerken De werktrajectbegeleider richt zich
Nadere informatieBURGERPANEL CAPELLE OVER EENZAAMHEID
BURGERPANEL CAPELLE OVER EENZAAMHEID Gemeente Capelle aan den IJssel November 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016 / 190
Nadere informatieProfessionele ruimte. - onderzoek onder werknemers binnen zorg en welzijn. Den Haag Mei 2015
Professionele ruimte - onderzoek onder werknemers binnen zorg en welzijn Den Haag Mei 2015 Mei 2015 Inhoud Inleiding... 3 Algemene gegevens... 4 Richtlijnen... 6 Reflectie... 8 Conclusies... 10 2 Inleiding
Nadere informatieZelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties
Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige
Nadere informatieSpeerpunten en kwaliteitscriteria Bijzondere Subsidieverordening Ondersteuning Mantelzorg en Vrijwilligerswerk Amsterdam 2012-2015
Speerpunten en kwaliteitscriteria Bijzondere Subsidieverordening Ondersteuning Mantelzorg en Vrijwilligerswerk Amsterdam 2012-2015 1. Inleiding Een van de nieuwe punten in de Bijzondere Subsidieverordening
Nadere informatieHet zou het beste zijn als maatschappelijke steunsystemen georganiseerd werden door de gemeente.
1. Het zou het beste zijn als maatschappelijke steunsystemen georganiseerd werden door de gemeente. 2. De overheid moet niet achter de voordeur van mensen willen treden. Dat is privégebied en de eigen
Nadere informatieHet project van de UvH 1
Onderwerpen Eenzaamheid, daar wen je nooit aan Prof. dr. Anja Machielse Wat is eenzaamheid en waarom is het een probleem? Hoe kunnen we eenzame mensen bereiken en wat kunnen we voor hen doen? Wat is eenzaamheid
Nadere informatieOnderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos
Bijlage 2 Onderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos A1 Uitbrengen jaarkrant A2 Advertentie huis aan huis bladen A3 Consultatie B1 Brochures
Nadere informatiegroepswerker/ begeleider (m/v) 24-30 uur. Voor onze locatie de Schuilplaats, 24-uurs zorg, zijn wij op zoek naar een:
Breng jij ons team op sterkte met je ervaring in de psychiatrie? (of: Werk je als professional in de psychiatrie en zou je wel meer met je geloof willen?) Voor onze locatie de Schuilplaats, 24-uurs zorg,
Nadere informatie2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?
Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie
Nadere informatieStichting OOPOEH Eindrapportage over de impactmetingen in september 2015 en juni 2016
Stichting OOPOEH Eindrapportage over de impactmetingen in september 2015 en juni 2016 In welke mate draagt Stichting OOPOEH bij aan minder eenzaamheid onder ouderen? PwC deed twee impactmetingen Stichting
Nadere informatieMantelzorgbeleid. Mantelzorgbeleid De Gouden Leeuw Groep - mei
Mantelzorgbeleid Mantelzorgbeleid De Gouden Leeuw Groep - mei 2016-1 Inleiding De Gouden Leeuw Groep hecht veel waarde aan een goede relatie tussen de cliënt, de mantelzorger en de medewerker(s) van De
Nadere informatieOntwikkelingen in de vrijwillige inzet. Resultaten onderzoek onder lidorganisaties Mezzo
Ontwikkelingen in de vrijwillige inzet Resultaten onderzoek onder lidorganisaties Mezzo Aanleiding In de ledenraadsvergadering van 22 september 2015 is met de ledenraad van Mezzo de afspraak gemaakt dat
Nadere informatieEmpowerment van medewerkers
Het Europees Sociaal Fonds investeert in jouw toekomst Empowerment van medewerkers Landelijke kennisdelingssessie GGZ 12 februari 2015 Agenda Doel Empowerment Project Aanpak Rol leidinggevende Activiteiten
Nadere informatieSummary & Samenvatting. Samenvatting
Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische
Nadere informatieWaardeschaal subjectief welbevinden bij ouderen met dementie Koen Geenen,
WSW- dementie Waardeschaal subjectief welbevinden bij ouderen met dementie Koen Geenen, bachelor Ergotherapie Inhoud Deze waardeschaal is een gestandaardiseerde observatieschaal om het subjectief welbevinden
Nadere informatieTrainingen eenzaamheid en sociaal isolement
Trainingen eenzaamheid en sociaal isolement Dr. Anja Machielse Dr. Marina Jonkers Coalitie Erbij 5 maart 2015 Foto: Eamonn Doyle Programma Introductie: Visie op eenzaamheid en sociaal isolement Achtergronden
Nadere informatieCleo-Patria. vrouwen- en buurtstudio s. in het kort
Cleo-Patria vrouwen- en buurtstudio s in het kort Cleo-Patria vrouwen- en buurtstudio s Cleo-Patria staat voor een concept dat inmiddels op ca. 10-15 locaties succesvol is en wordt toegepast. De doelstelling
Nadere informatieCase Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan
Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid
Nadere informatiePraten met familie 29-09- 15. Hulpverleners: Last of lust. Last / lastig. Lust. Stichting Labyrint-in Perspectief
Praten met familie Francisca Goedhart, Stichting Labyrint- in Perspectief Jacklin Goudsblom, GGZ Noor Holland Noord en PIMM trainer. Hulpverleners: Last of lust Last / lastig (hulpverlener = hv) Lust (hulpverlener
Nadere informatieBijlage 20 Zelfassessment adequaat samenwerken met ouders
Bijlage 20 Zelfassessment adequaat samenwerken met ouders Deze bijlage hoort bij hoofdstuk 4.9 en 4.11. Dit zelfassessment is ontwikkeld door Barbara de Boer, adviseur bij CPS. Zij maakte daarbij gebruik
Nadere informatieDESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum Ouderversie
DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 5107-7085 Datum 10.11.2017 Ouderversie Informant: Mevrouw Bakker Ouder INLEIDING DESSA 2/23 Inleiding De DESSA is een vragenlijst waarmee
Nadere informatieGecombineerde Leefstijl Interventie Depressieve klachten in een eerstelijns zorgvoorziening
Gecombineerde Leefstijl Interventie Depressieve klachten in een eerstelijns zorgvoorziening Onderzoeksopzet Waarom dit onderzoek? Beweging is goed voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Wetenschappelijk
Nadere informatieDESKUNDIG AAN HET WERK OUDEREN. Trainingen op het gebied van psychische problemen of psychiatrische stoornissen
DESKUNDIG AAN HET WERK OUDEREN Trainingen op het gebied van psychische problemen of psychiatrische stoornissen 2 3 INHOUDSOPAVE PAGINA Kennis over psychische problemen bij ouderen nodig?! 4 Praktische
Nadere informatieKlanttevredenheidsonderzoek 1-op-1 Relaties Trajecten
Klanttevredenheidsonderzoek 1-op-1 Relaties Trajecten Rapportage van de tevredenheid bij cliënten van de één-op-één Relaties Trajecten Uitgevoerd in opdracht van Stichting Welzijn Ouderen Arnhem November
Nadere informatieHUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG
HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG Datum : 2 juni 2017 Auteur : Heleen de Boer Inhoud INTRODUCTIE... 2 SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 4 1.1. Aanleiding en doel... 4 1.2 De vragenlijst...
Nadere informatieDe Eenzaamheid voorbij..? Conferentie 1 juni 2017 Mieke Mes, specialist eenzaamheid
De Eenzaamheid voorbij..? Conferentie 1 juni 2017 Mieke Mes, specialist eenzaamheid Even voorstellen Mijn naam is Mieke Mes, deskundige op het gebied van aanpakken Eenzaamheid Vanuit mijn bedrijf MM-adviesburo
Nadere informatieSamenvatting SAMENVATTING
Samenvatting 147 Samenvatting Bezorgdheid om te vallen is een algemeen probleem onder zelfstandig wonende ouderen en vormt een bedreiging voor hun zelfredzaamheid. Deze bezorgdheid is geassocieerd met
Nadere informatieVrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten
Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8
Nadere informatieAanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving
Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld
Nadere informatieEerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie
Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training
Nadere informatieGroepskenmerken Aantal cliënten 103 Gemiddelde leeftijd 52 (Dit is gebaseerd op 42 cliënten) 56 Mannen, 47 Vrouwen en 0 niet ingevuld
Verslag Kwaliteit van Leven vragenlijst Vertrouwelijk verslag In opdracht van Floww International Periode 23--202 tot en met 0-2-204 De gebruikte vragenlijst heeft in de kern de Nederlandse vertaling van
Nadere informatieFactsheet. Eenzaamheid. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen
Gelderland-Zuid Factsheet Eenzaamheid Onderzoek onder volwassenen en ouderen Onderzoek naar eenzaamheid De Volwassenen- en ouderenmonitor is eind 2012 onder ruim 22.000 zelfstandig wonende inwoners van
Nadere informatie! Laat u inspireren en ga de uitdaging aan! ! Stel uzelf de vraag wat het kan opleveren en waar mogelijkheden liggen!
Inleiding Vrijwilligerscentrale Haarlem e.o. ziet al een aantal jaren de aanloop van kwetsbare burgers toenemen. Uit onderzoek van Movisie blijkt dat kwetsbare burgers onvoldoende op het netvlies te staan
Nadere informatieAchtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen
Achtergrondinformatie Man 2.0 Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen April 2010 1 Inleiding Het is het Oranje Fonds gebleken dat veel maatschappelijke
Nadere informatieInstructie Outcome-indicatoren
Instructie Outcome-indicatoren Regio FoodValley Afke Donker & Monique Malmberg Inleiding Outcome-monitoring Jeugdhulpaanbieders en gemeenten voelen zich samen verantwoordelijk voor een goed functionerende
Nadere informatieTEAMNASCHOLINGEN EIGEN KRACHT GENERALISTISCH WERKEN IN GEZINNEN EN SOCIALE WIJKTEAMS
TEAMNASCHOLINGEN EIGEN KRACHT GENERALISTISCH WERKEN IN GEZINNEN EN SOCIALE WIJKTEAMS MODULES: EIGEN KRACHT VAN DE CLIËNT EN ZIJN SYSTEEM INTEGRAAL WERKEN MET MULTI PROBLEEMGEZINNEN COMBINEREN VAN FORMELE
Nadere informatieWat werkt bij aanpak van Eenzaamheid Haarlemse conferentie 2 maart 2017
Wat werkt bij aanpak van Eenzaamheid Haarlemse conferentie 2 maart 2017 Theo van Tilburg Sociologie Vrije Universiteit Amsterdam Theo.van.Tilburg@vu.nl 1 Onderwerpen Wat is eenzaamheid Hoe vaak komt het
Nadere informatieInge Test 07.05.2014
Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij
Nadere informatieIn Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015
2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra
Nadere informatieWerkend leren in de jeugdhulpverlening
Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003
Nadere informatieVICTIMS IN MODERN SOCIETY
VICTIMS IN MODERN SOCIETY (VICTIMS-PROJECT) Fonds Slachtofferhulp in samenwerking met CentERdata en dr. P.G. van der Velden VICTIMS IN MODERN SOCIETY 2018 (VICTIMS-PROJECT) Fonds Slachtofferhulp in samenwerking
Nadere informatieThematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties
Thematische behoeftepeiling Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Inleiding In de komende jaren ontwikkelt de VSOP toerustende activiteiten voor patiëntenorganisaties
Nadere informatiewaardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.
amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum
Nadere informatieOnderwerpen. Sociale relaties en welzijn. Sociale kwetsbaarheid. Functies van sociale relaties. Vrouw, 64 jaar EENZAAMHEID BIJ OUDEREN
EENZAAMHEID BIJ OUDEREN Vrouw, 64 jaar Ik ben helemaal geïsoleerd eigenlijk. Ik denk wel eens bij mezelf, ik kan gerust een week dood liggen in huis, maar de mensen merken niets. Dr. Anja Machielse Stichting
Nadere informatieWaarom is eenzaamheid een probleem?
Ik heb nooit kunnen denken dat ik, na zo n gelukkig leven, zo verdrietig zou zijn. Ik heb Den Helder, 7 juni 2017 nooit gedacht dat mensen zo ongelukkig kunnen zijn als ik de laatste jaren. Prof. Dr. Anja
Nadere informatieEvaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam
Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam J. Snippe F. Schaap M. Boendermaker B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl
Nadere informatieGroepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016
Onderzoeksbureau Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016 In opdracht van HeartMath Benelux Periode november 2012 tot en met maart 2016 De stress-rem (Stress Reductie
Nadere informatieDoel. Inleiding. De mantelzorger als samenwerkingspartner MANTELZORGBELEID VIERSTROOM
MANTELZORGBELEID VIERSTROOM Doel Het doel van deze tekst is een kader beschrijven waarbinnen doelstellingen en randvoorwaarden zijn vastgelegd die de samenwerking met mantelzorgers en ondersteuning van
Nadere informatieCall. Implementatie zorgprogramma Slaapstraat
Call Implementatie zorgprogramma Slaapstraat 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding en positie van de call binnen de Hersenstichting. De Hersenstichting zet alles op alles om hersenen gezond te houden, hersenaandoeningen
Nadere informatiejanuari 2015 - L.M. Sluys Tympaan Instituut Sociale wijkteams Krimpenerwaard - Tympaan Instituut - info@tympaan.nl
januari 2015 - L.M. Sluys Tympaan Instituut I Inhoud blz 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1 1.2 Vraagstelling 1 1.3 Aanpak en leeswijzer 1 2 Doelen 2.1 Doelen van beleid 3 2.2 Doelen van sociale wijkteams Krimpenerwaard
Nadere informatieStimuleren dat oudere migranten de weg naar voorzieningen voor zorg en welzijn, wonen en inkomen weten te vinden. Dat beoogt Stem van de oudere
Stimuleren dat oudere migranten de weg naar voorzieningen voor zorg en welzijn, wonen en inkomen weten te vinden. Dat beoogt Stem van de oudere migrant. Dit Netwerk Utrecht Zorg voor Ouderenproject (NUZO;
Nadere informatieINFORMATIE VOOR WERKGEVERS
INFORMATIE VOOR WERKGEVERS DÉ SPECIALIST IN NAZORG! Copyright MHS-01102017 Behoudens uitzonderingen door de Wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n) op het auteursrecht,
Nadere informatieSAMEN STA JE STERK S U P P O R T F R Y S L Â N B E L E I D S P L A N 2 0 1 5-2 0 1 7
SAMEN STA JE STERK SUPPORT FRYSLÂN BELEIDSPLAN 2015-2017 INLEIDING Maatjesproject Support Fryslân startte in 2001 als onderdeel van Solidair Fryslân. Per 1 januari 2014 is Support Fryslân een zelfstandige
Nadere informatieProfiel personal coach WelSlagen Diversiteit
Datum 23-07- 2012 Versie: 1.0 Profiel personal coach WelSlagen Diversiteit Inleiding: De personal coach wordt ingezet om deelnemers van WelSlagen Diversiteit met een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt
Nadere informatieSubsidie uitvraag Welzijnswerk 2017
Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017 In beweging komen Ontwikkelen Meedoen Met lef! Oktober, 2016 1. Inleiding In 2015 en 2016 gingen wij Meiinoar op reis en die reis gaat verder. De reis wordt intensiever
Nadere informatieEen vragenlijst voor de Empowerende Omgeving
Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving Introductie In het EQUAL Request project wordt getracht de participatie van het individu in het eigen reïntegratietraject te vergroten. Hiervoor moet het individu
Nadere informatieBrabantZetOpenPrijs 2011
Zet Spoorlaan 460 Postbus 271 info@zet-brabant.nl 5038 CH Tilburg 5000 AG Tilburg www.zet-brabant.nl Statenlaan 4 Tel 013 54 41 440 ABN-AMRO 46.90.68.620 5042 RX Tilburg Fax 013 54 40 605 Kvk Midden-Brabant
Nadere informatieEvaluatie Meldpunt Zorg en Welzijn 2016 Stichting Samen Onbeperkt
Evaluatie Meldpunt Zorg en Welzijn 2016 Stichting Samen Onbeperkt Januari 2017 Inleiding Het Meldpunt Zorg is een initiatief van de Stichting Samen Onbeperkt in samenwerking het Buurtloket 6211. Naast
Nadere informatieWerken, leren en activiteiten
Werken, leren en activiteiten Het beste uit het leven halen Meedoen in de samenleving. Voor sommige mensen is dat niet vanzelfsprekend. Ze hebben door psychische of psychosociale problematiek bijvoorbeeld
Nadere informatieJaarrapportage Home-Start en Home-Start+ Schagen en Hollands Kroon 2018
Jaarrapportage Home-Start en Home-Start+ Schagen en Hollands Kroon 2018 Inleiding Home-Start is een programma voor opvoedondersteuning waarbij vrijwilligers gezinnen ondersteunen met minimaal één kind
Nadere informatieEigen Kracht 2013 2014 van barrière naar carrière
Eigen Kracht 2013 2014 van barrière naar carrière Projectplan Eigen Kracht - Van barrière naar carrière LEVgroep Penningstraat 55 5701 MZ Helmond Projectperiode 2013 2014 1 1 Inleiding Eigen Kracht is
Nadere informatieTien jaar kijken naar eenzaamheid Prevalentie, oorzaken, gevolgen en aanpak
Tien jaar kijken naar eenzaamheid Prevalentie, oorzaken, gevolgen en aanpak Erbij - Ledenbijeenkomst 30 maart 2017 Theo van Tilburg Sociologie Vrije Universiteit Amsterdam T.G.van.Tilburg@vu.nl 1 2 Zicht
Nadere informatiePsycho-sociale gezondheid - Bouwstenen voor bereik
Psycho-sociale gezondheid - Bouwstenen voor bereik Verslag van het seminar Depressiepreventie en lage SES: hoe verhogen we het bereik? 16 november 2010 bij Trimbos Inleiding & aanleiding Jaarlijks worden
Nadere informatieKracht en steun voor ouders met (ernstige) psychische aandoeningen
Kracht en steun voor ouders met (ernstige) psychische aandoeningen Peter van der Ende Senior-onderzoeker Lectoraat Rehabilitatie Hanzehogeschool Groningen p.c.van.der.ende@pl.hanze.nl Website: www.ouderschap-psychiatrie.nl
Nadere informatieJuni 2012 Roeland van Geuns Nadja Jungmann. Naar efficiënter werken met klantprofielen
Juni 2012 Roeland van Geuns Nadja Jungmann Naar efficiënter werken met klantprofielen Achtergrond Uitvoering schuldhulpverlening in transitie Loslaten beleidsdoel iedereen schulden vrij Bezuinigingen Toename
Nadere informatieDe beste zorg voor psychische en verslavingsproblemen
De beste zorg voor psychische en verslavingsproblemen 3 Parnassia Groep is specialist in geestelijke gezondheid Psychische klachten, een psychische stoornis of ziekte: ze kunnen iedereen treffen en ernstig
Nadere informatieHuman Performance Contextscan Persoonlijke rapportage
Human Performance Contextscan Persoonlijke rapportage Bedrijf FlowQ Coach Max Wildschut Cliëntcode 2167 Wachtwoord u295gr Datum 26 oktober 2008 2008 FlowQ www.flowq.nl V-HPC0801 Rapportage 2167 Pagina
Nadere informatieSOCIALE KRACHT BUNNIK 2017
SOCIALE KRACHT BUNNIK 2017 Wat is de Monitor Sociale Kracht? Brede burgerpeiling over o.a. sociaal domein, leefbaarheid, veiligheid Belevingsonderzoek, naast cijferbronnen Gericht op: benutten wat er al
Nadere informatieMASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE
FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en
Nadere informatieHET BELANG VAN DE RELATIE
HET BELANG VAN DE RELATIE Een onderzoek naar het verband tussen de werkalliantie en de motivatie voor begeleiding bij jongeren met een licht verstandelijke beperking - samenvatting eindrapport - Regioplan:
Nadere informatie