Voorlopige agenda voor de vergadering van de gemeenteraad van Kaag en Braassem

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorlopige agenda voor de vergadering van de gemeenteraad van Kaag en Braassem"

Transcriptie

1 Voorlopige agenda voor de vergadering van de gemeenteraad van Kaag en Braassem De voorzitter van de gemeente Kaag en Braassem nodigt de leden van de gemeenteraad uit tot het houden van een vergadering op maandag 10 september 2012, ter behandeling van de hieronder vermelde onderwerpen. De vergadering begint om 20:00 uur en vindt plaats in de raadzaal van het gemeentehuis, Westeinde 1 te Roelofarendsveen. Roelofarendsveen, 30 augustus 2012 de voorzitter, mr. K.M. van der Velde - Menting 1. Opening 2. Vaststelling agenda 3. Vragenhalfuur Toelichting: De raadsleden kunnen vragen stellen aan het college over actuele zaken waar op korte termijn een reactie op gewenst wordt. Hier is maximaal een half uur voor beschikbaar. Afhankelijk van hoeveel vragen er zijn kan dit onderdeel ook korter duren. 4. Ingekomen stukken Toelichting: de raad besluit wat er moet gebeuren met de stukken die de raad krijgt. 5. Besluitenlijst(en) en toezeggingenlijst: a. Besluitenlijst van de raad van 2 juli 2012; b. Toezeggingenlijst raad en forum. 6. Lijst van hamerstukken: a) Zesde wijziging Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland (portefeuillehouder K.M. van der Velde - Menting) b) Benoeming Accountant (portefeuillehouder A.J.M. van Velzen) c) Verordeningen Wet Werk en Bijstand (portefeuillehouder F.M. Schoonderwoerd) d) Voorbereidingsbesluit (vertrouwelijk) (portefeuillehouder A.G.M. Kea) 7. Beleidsplan schuldhulpverlening Doel: Ter besluitvorming in de raad van 10 september 2012 Toelichting: In het beleidsplan schuldhulpverlening geeft de gemeente invulling aan haar taken zoals vermeld in de Wet gemeentelijk schuldhulpverlening. Deze Wet biedt de gemeente de mogelijkheid haar eigen doelen te stellen en op eigen wijze de uitvoering te organiseren. Portefeuillehouder: wethouder F.M. Schoonderwoerd september 2012 Page 1 van 2

2 8. Bestuursrapportage 2012 Doel: Ter besluitvorming in de raad van 10 september 2012 Toelichting: Jaarlijks wordt de raad tussentijds geïnformeerd over de financiële stand van zaken. Eventuele bijstellingen in het beleid en budget worden in de bestuursrapportage vastgesteld. Deze bestuursrapportage betreft de periode januari t/m juni Portefeuillehouder: wethouder A.J.M. van Velzen 9. Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Kaag Doel: Ter besluitvorming in de raad van 10 september 2012 Toelichting: In de Nota van Uitgangspunten zijn de inhoudelijke hoofdlijnen beschreven voor de herziening van het bestemmingsplan Kaag. De raad wordt gevraagd de Nota van Uitgangspunten vast te stellen. Portefeuillehouder: wethouder A.G.M. Kea 10. Sluiting Nb: Deze voorlopige agenda is onder voorbehoud van de besluiten in het politiek forum van 3 september 2012 en mogelijk worden de stukken anders geagendeerd. Bij de vaststelling van de agenda stelt de raad de definitieve agenda vast september 2012 Page 2 van 2

3 Hieronder treft u de lijst van ingekomen stukken voor de periode van 21 juni t/m 29 augustus 2012 Legenda: I II III IV V Voor kennisgeving aannemen Verzoek aan het college van B&W om een afschrift van de beantwoording aan de raad te sturen Het college van B&W vragen om concept antwoord voor te bereiden Ter bespreking aan de raad aanbieden De griffie vragen een concept antwoord voor te bereiden Nr. Onderwerp I II III IV V Terugkoppeling van het college inzake de vergadering Algemeen Bestuur Holland Rijnland van 20 juni d.d. 21 juni 2012 Beantwoording schriftelijke vragen van de PvdA inzake Basisschool De Meerpaal in Nieuwe Wetering d.d. 21 juni 2012 Brief van het college aan de raad inzake het proces kadernota en bezuinigingen d.d. 22 juni 2012 Ledenbrief VNG inzake uitkomst ledenraadpleging gezamenlijke verwerving burgerzakenmodules d.d. 21 juni Ledenbrief VNG inzake ontwikkelingen woningcorporatiesector d.d. 22 juni 2012 x 06 Ledenbrief VNG inzake Contributie 2013 d.d. 25 juni 2012 x 07 Brief van Cyclus aan de raad inzake Jaarverslag 2011 d.d. 25 juni 2012 x Ministerie van Binnenlandse Zaken inzake Publieke management letter voor gemeenten van de NBA d.d. 18 juni 2012 Brief van het college aan de raad inzake besteding deel cofinanciering d.d. 27 juni 2012 Brief van de Omgevingsdienst West-Holland aan de raad inzake de begroting 2013 d.d. 27 juni 2012 Brief van de Wmo-adviesraad Kaag en Braassem aan de raad inzake ongevraagd advies met betrekking tot het onderwerp: huishoudtoets d.d. 28 juni 2012 Brief van Holland Rijnland aan de raad inzake de eerste partiële herziening OVvisie Holland Rijnland, Schakels in het Zuidvleugelnet d.d. 28 juni 2012 Brief van Holland Rijnland aan de raad inzake de eerste partiële herziening Regionale Structuurvisie 2020 Holland Rijnland d.d. 28 juni 2012 Brief van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden LOGA inzake de uitwerking CAO salarismaatregelen sector Gemeenten d.d. 29 juni 2012 x x x x x x x x x x x september 2012 Pagina 1 van 3

4 Brief van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden LOGA inzake een correctie op de salaristabellen voor de kunsteducatie inclusief bijlage 9 en bijlage 10 d.d. 4 juli Ledenbrief VNG inzake openstelling vacatures bestuurlijke organisatie VNG d.d. 2 juli 2012 Brief van de Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (RDOG HM) aan de raad en college inzake de begroting 2013 d.d. 4 juli 2012 Brief van CNV Publieke Zaak aan de raad over de effecten van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) d.d. 6 juli Feitenblad Kantoren 2012 van Holland Rijnland aan de raad d.d. 10 juli 2012 x Brief van het college aan de raad inzake informatie van Schadeschap Schiphol over koerswijziging d.d. 10 juli 2012 Brief van Deloitte inzake het accountantsverslag over het boekjaar 2011 van de gemeente Kaag en Braassem d.d. 18 juni 2012 Brief van de Insprectie Veiligheid en Justitie inzake het Rapport 'Veiligheid en gezondheidsbescherming bij publieksevenemtenten moet verbeteren' d.d. 10 juli Ledenbrief VNG inzake Beleidsimpuls Verkeersveiligheid d.d. 12 juli 2012 x 24 Ledenbrief VNG inzake Stand van zaken Regionale Uitvoeringsdiensten juli 2912 d.d. 12 juli Ledenbrief VNG inzake Webrichtlijnen d.d. 12 juli 2012 x 26 Ledenbrief VNG inzake vooraankondiging ledenbijeenkomsten kabinetsformatie en Lokale Agenda 2013 d.d. 12 juli Ledenbrief VNG inzake modelverordening Drank- en Horecawet d.d. 11 juli 2012 x 28 Brief van het college aan de raad inzake de raadsplanning 2012, update 3 d.d. 16 juli Ledenbrief VNG inzake wijziging van de bewegwijzering d.d. 18 juli 2012 x 30 Ledenbrief VNG inzake de arbeidsmarktregio's/ regionale werkgeversdienstverlening d.d. 17 juli Ledenbrief VNG inzake VNG model inkoop- en aanbestedingsbeleid d.d. 18 juli 2012 x Wmo adviesraad Kaag en Braassem inzake concept visie transitie jeugdzorg d.d. 17 juli 2012 Memo van het college aan de raad inzake aanpassing P&C-Documenten met leeswijzer d.d. 20 juli 2012 Afschrift brief van inwoner aan het college inzake verleende omgevingsvergunning W d.d. 26 juli Ledenbrief VNG inzake groen en de stad d.d. 31 juli 2012 x 36 Ledenbrief VNG inzake recente ontwikkelingen m.b.t. handhavingsbeleid kinderopvang d.d. 24 juli Ledenbrief VNG inzake veranderingen kunstenaarsbeleid Rijk d.d. 27 juli 2012 x Ledenbrief VNG inzake wijzigingen modelverordeningen en -besluiten, gemeentelijke belastingen, leges WOB-verzoek en leges kinderopvang d.d. 7 augustus 2012 Brief Ministerie van Veiligheid en Justitie inzake rapport Storing telecommunicatienetwerk Waalhaven Rotterdam d.d. 30 juli 2012 Afschrift brief college aan Minsterie van Financien inzake schatkistbankieren d.d. 8 augustus 2012 Brief van het college aan de raad inzake voorstel oprichten Klimaatfonds d.d. 9 augustus 2012 x x x x x x x x x x x x x x x x x x x september 2012 Pagina 2 van 3

5 42 Brief van het college aan de raad inzake rapportage metingen vliegtuiggeluid 2011 d.d. 9 augustus Ledenbrief VNG inzake collectieve zorgverzekering 2013 e.v. d.d. 14 augustus 2012 x Afschrift brief van de Wmo Adviesraad Gemeente Kaag en Braassem aan de raad inzake gevraagd advies betreft schuldhulpverlening en maatschappelijke ondersteuning d.d. 16 augustus 2012 Afschrift brief van de Wmo Adviesraad Gemeente Kaag en Braassem aan de raad inzake gevraagd advies betreffende de Maatschappelijke Agenda Kaag en braassem 'De krachten gebundeld' d.d. 16 augustus 2012 Memo van het college aan de raad inzake voorbereidingsbesluit Langeweg 4-8 in Roelofarendsveen d.d. 14 augustus 2012 Brief van SWA aan de raad inzake 1e Begrotingswijziging 2013 en Meerjarenbegroting d.d. 20 augustus Memo van het college aan de raad inzake bezuinigingen d.d. 23 augustus 2012 x Circulaire benoeming, funtioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester d.d. 20 augustus 2012 Brief van het Algemeen Bestuur van de RDOG Hollands Midden inzake de Regionale Nota Volksgezondheid 'Gezonder in de buurt' d.d. 27 augustus 2012 Brief van de Gemeenschappelijke Regeling Vuilverwerking voor Leiden en Omgeving (Gevulei) en Kringloopbedrijf 'Het Warenhuis' te Leiden inzake de gewijzigde Begroting 2012 en de Begroting 2013 d.d. 27 augustus 2012 Ingekomen brief van het college aan de raad d.d. 29 augustus Deze brief is vertrouwelijk en ligt ter inzage in het postbakje in de leeskamer. x x x x x x x x x Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem op 10 september 2012 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting september 2012 Pagina 3 van 3

6 BESLUITENLIJST vergadering van de gemeenteraad gehouden op 2 juli 2012 Aanwezig: Dhr. J. Nicolai (SvKB) Dhr. G.C.P. van Emmerik (SvKB) Dhr. H.S. van Rijn (SvKB) Mw. P.C. van der Wereld (SvkB) Dhr. H.J.A. van Schooten (SvKB) Mw. M.J. Spaargaren (SvKB) Dhr. C. Malin (SvKB) Mw. K.A.M. van der Kaaden-van Klink (CDA) Dhr. J. Grovenstein (CDA) Dhr. D.P. Nagtegaal (CDA) Dhr. H.P.M. Hoek (CDA) Dhr. C. de Lange (CDA) Mw. A. Bannenberg (CDA) Mw. K.W. Brouwer (CDA) Mw. Y. Peters (VVD) Dhr. W. Dobbe (VVD) Dhr. P.J.A. Koek (VVD) Dhr. J.J.F. van der Geest (VVD) Dhr. P.F.G.M. van Veen (PvdA) Dhr. E.H. Henrotte (PvdA) Mw. I.A.M. van der Poel (PvdA) Aanwezig wethouders: Dhr. A.G.M. Kea (CDA) Dhr. J.B. Uit den Boogaard (CDA) Dhr. F.M. Schoonderwoerd (PvdA) Dhr. A.J.M. van Velzen (VVD) Voorzitter: Mw. K.M. van der Velde-Menting Griffier: Dhr. B.S.M. Sepers Afwezig met kennisgeving: Loting voor hoofdelijke stemming: Dhr. J. Grovenstein (CDA) Aldus gewijzigd/ongewijzigd vastgesteld door de gemeenteraad van Kaag en Braassem in de vergadering gehouden op 10 september 2012 de griffier de voorzitter besluitenlijst vergadering gemeenteraad Pagina 1 van 4

7 1. Opening De voorzitter heet alle aanwezigen hartelijk welkom. 2. Vaststelling agenda De agenda wordt gewijzigd vastgesteld. Agendapunten 9, Bestemmingsplan Waterryck, gaat naar de hamerstukkenlijst. Het agendapunt komt daarmee te vervallen. Agendapunt 10, Krediet haalbaarheidsonderzoek Brede School Hoogmade, gaat naar de hamerstukkenlijst. Het agendapunt komt daarmee te vervallen. 3. Vragenhalfuur De heer Grovenstein (CDA) over werkzaamheden Kerkstraat Hoogmade De heer Grovenstein vraagt naar de stand van zaken van de werkzaamheden. Het college antwoordt dat de werkzaamheden volgend jaar zullen starten. Nu worden er afspraken gemaakt met het openbaar vervoer en worden er snelheidsmetingen verricht. Na de zomer zal het college beginnen met het organiseren van bewonersavonden. 4. Ingekomen stukken Zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. 5. Besluitenlijst(en) en toezeggingen a. Besluitenlijst raad 21 mei 2012 b. Toezeggingenlijst raad 6. Lijst van hamerstukken a. Grondexploitatie Drechthoek II b. Brandbeveiligingsverordening Kaag en Braassem c. Bestemmingsplan Langeweg 2 d. Bestemmingsplan Waterryck e. Krediet haalbaarheidsonderzoek Breede School Hoogmade 7. Jaarrekening 2011 en rapport van bevindingen van de accountant Zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. Zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. Zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. b e s l u i t: het jaarverslag en de jaarrekening vast te stellen met als onderliggende besluitpunten: a. in te stemmen met de voorgestelde begrotingswijzigingen, naar aanleiding van de jaarstukken 2011; b. de geactualiseerde grondexploitaties vast te stellen; c. de volgende grondexploitaties af te sluiten per 1 januari 2012: De Bloemen besluitenlijst vergadering gemeenteraad Pagina 2 van 4

8 Roelofarendsveen en Noordeinde 6 Roelofarendsveen; d. grondcomplexen Waterrijck Roelofarendsveen en Rabobank/Peuterhof Roelofarendsveen over te hevelen naar in exploitatie genomen gronden; e. grondcomplexen Van Egmond Woubrugge en Gronden achter het gemeentehuis Rijnsaterwoude over te hevelen naar niet in exploitatie genomen gronden; f. het saldo van de voorziening voor de geprognosticeerde verliezen van de in exploitatie genomen gronden te bepalen op ; g. het saldo van de voorziening voor de geprognosticeerde verliezen van de nog niet in exploitatie genomen gronden te bepalen op h. akkoord te gaan met het afsluiten van de volgende kredieten met een positief resultaat: -IC0140 Uitbr. verlichting Meerkreuk- Ringvaart -IC0145 Groot onderhoud brug Floraweg/Fr. Brug -IC0280 Kunstgrasveld VV Woubrugge -IG0083 Aanschaf Ipad MT en college i. akkoord te gaan met het afsluiten van de volgende kredieten met een negatief resultaat: -IC0281 Ipads raadsleden -IC0155 Groot onderhoud bruggen Noorderhemweg -IG0075 Vervanging wagen- en machinepark -IG0077 Beheersysteem kapitaalgoederen j. van het negatieve resultaat ad een bedrag van te doteren aan de egalisatiereserve wegen en dit te dekken door ten laste te brengen van de algemene reserve; k. een bedrag van 4,8 miljoen te onttrekken uit de algemene reserve en te storten in een bestemmingsreserve ter dekking van nog te verwachten risico s afhankelijk van het gekozen scenario uit het koersdocument Braassemerland; l. de door uw college opgelegde geheimhoudingsplicht op de individuele grondexploitaties ex artikel 25, 3 e lid van de Gemeentewet te bekrachtigen besluitenlijst vergadering gemeenteraad Pagina 3 van 4

9 8. Koersdocument Braassemerland G e w i j z i g d b e s l u i t: 1. Niet te kiezen voor het scenario stoppen (4) of het scenario uitstellen (3). 2. Te gunnen (scenario 1). Zonder hoofdelijke stemming gewijzigd vastgesteld. De stemming verliep als volgt: Motie van afkeuring, ingediend door SvKB, verworpen met 7 stemmen voor (SvKB) en 14 stemmen tegen (VVD, CDA, PvdA). Beslispunt 1, unaniem akkoord Beslispunt 2 scenario 1, unaniem akkoord Beslispunt 2 scenario 2, niet in stemming gebracht. Toezeggingen Het college zegt toe: In gesprek te gaan met de woningbouwvereniging over de mogelijkheid van maatschappelijk gebonden eigendom (MGE) in Braassemerland. De raad of presidium voor te leggen welke extern deskundige er namens het bestuur in de directie van de GEM komt te zitten. Na de zomer een nieuwsbrief uit te brengen over de besluitvorming van de raad en de gevolgen voor het project. Na de zomer met een procesvoorstel te komen over de verdere ontwikkeling van Zuideinde en de Wet voorkeursrecht gemeenten (WVG). 9. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om uur besluitenlijst vergadering gemeenteraad Pagina 4 van 4

10 Overzicht openstaande toezeggingen TOEZEGGINGENLIJST Nr. (raad / forum) (raad) toezegging: door: stand van zaken: Afgedaan Programmabegroting 2011 Het college zegt toe dat nog eens kritisch gekeken zal worden of de Ignatiusschool wel of niet toegevoegd kan worden aan de exploitatie van Braassemerland. College (RO/OR/ SL) College komt hier op terug. Er wordt gewerkt aan plan van aanpak (maatschappelijk) vastgoed / gemeentelijke eigendommen, en hier loopt dit vraagstuk in mee. Gezien de complexiteit van de materie was aangegeven dat er op z n vroegst medio 2012 een plan van aanpak naar de raad zou kunnen gaan. In verband met het bezuinigingstraject wordt dit nu iets verder doorgeschoven in de tijd. Najaar (raad) Motie Veilig duurzaam verkeer het college zegt toe te komen met een voorstel over de mogelijkheden van het nemen van andere verkeersmaatregelen (dan drempels) in combinatie met de Leidraad inrichting openbare ruimte. College (RO) In behandeling (forum) Garantstelling Wethouder Schoonderwoerd meldt dat als alle drukte rondom de kerntaken en de organisatievisie achter de rug is het onderwerp wat breder te willen gaan bezien in de vorm van een beleidskader. College (SL/Mid) Eerder was aangegeven dat de raad medio 2012 geïnformeerd zou worden over de werkwijze en rolneming bij garantstellingen. Dit wordt na het zomerreces. 91 Beantwoording schriftelijke vragen Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan Het college zegt toe medio 2012 met een bijgesteld verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan te komen. College In behandeling (raad) Koersdocument Braassemerland Het college zegt toe in gesprek te gaan met de woningbouwvereniging over de mogelijkheid van maatschappelijk gebonden eigendom (MGE) in Braassemerland. College Hierover treden wij na oprichting van de GEM in overleg met de woningbouwvereniging. toezeggingenlijst bijgewerkt t/m de vergadering van 2 juli 2012

11 TOEZEGGINGENLIJST (raad) (raad) Koersdocument Braassemerland Het college zegt toe de raad of presidium voor te leggen welke extern deskundige er namens het bestuur in de directie van de GEM komt te zitten. Koersdocument Braassemerland Het college zegt toe na de zomer een nieuwsbrief uit te brengen over de besluitvorming van de raad en de gevolgen voor het project. College College Op dit moment zijn wij nog in overleg met onze partners hoe de organisatie ingevuld gaat worden. Zodra wij kandidaten hebben voor onze afvaardiging in de GEM zullen wij deze voorleggen aan de raad. Het concept voor de nieuwsbrief is af. Deze zal half september worden verzonden (raad) Koersdocument Braassemerland Het college zegt toe na de zomer met een procesvoorstel te komen over de verdere ontwikkeling van Zuideinde en de Wet voorkeursrecht gemeenten (WVG). College In de raad van september wordt de Raad schriftelijk geïnformeerd over de stand van zaken en de vervolgstappen. Overzicht openstaande brieven waarvan de beantwoording aan de raad moeten worden voorgelegd (cat. III) Nr Omschrijving Ingekomen Svz Behandeling raad/forum toezeggingenlijst bijgewerkt t/m de vergadering van 2 juli 2012

12 Raadsvergadering : 10 september 2012 Agendapunt : 6.a Registratienummer : Portefeuillehouder(s) : K.M. van der Velde-Menting Opsteller : A. Wester awester@kaagenbraassem.nl Telefoon : (071) Onderwerp: Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland Beslispunten: de zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland vaststellen. Publiekssamenvatting Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland heeft in zijn vergadering van 20 juni 2012 de zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland vastgesteld. In deze wijziging zijn diverse bepalingen verduidelijkt en leesbaarder gemaakt en aangepast aan nu geldende wettelijke regels. Daarnaast is een bepaling toegevoegd waardoor het toekennen van subsidies, bijvoorbeeld in het kader van de Regionale Agenda Samenleving, nu een expliciete grondslag in de Gemeenschappelijke Regeling heeft. Verder is er sprake van technische en redactionele aanpassingen. Inleiding Ruim zes jaar na vaststelling van de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland is het tijd voor een algehele herziening van deze gemeenschappelijke regeling. Beoogd resultaat Een geactualiseerde gemeenschappelijke regeling. Kader Gemeentewet, Wet gemeenschappelijk regelingen. Argumenten De regeling is niet geheel op de schop is gegaan. Voor een groot deel zijn de bepalingen ongewijzigd opgenomen in de nieuwe regeling. Wel zijn diverse bepalingen aangepast naar aanleiding van de onduidelijkheid waar in de praktijk tegenaan werd gelopen. Bepalingen die enkel betrekking hadden op het samengaan van de SDB (Samenwerkingsorgaan Duin- en Bollenstreek) en SLR (Samenwerkingsorgaan Leidse Regio) zijn voor zover niet meer relevant komen te vervallen. Ook de toelichting op de regeling is aangepast. Na de vaststelling van de regeling zijn vijf wijzigingen doorgevoerd. De toelichting is hier echter nooit op aangepast. Hierdoor sloten regeling en toelichting niet meer op elkaar aan. Bovendien is de toelichting op die punten uitgebreid waar in de praktijk bleek dat nadere uitleg over een artikel wenselijk is Rv Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke regeling HR 10 september 2012 Pagina 1 van 2

13 Relatie met Gemeentewet en de Wet gemeenschappelijke regelingen In de regeling wordt er vanuit gegaan dat iets wat elders wettelijk geregeld is niet herhaald wordt. Het betreft m.n. bepalingen die in de Gemeentewet en de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn opgenomen. Daarnaast zullen in diverse verordeningen en reglementen (zoals een reglement van orde) aanvullende voorschriften worden vastgelegd. Deze zijn echter qua aard niet zodanig dat deze in de regeling zelf opgenomen behoeven te worden. Draagvlak In de vergadering van het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland op 20 juni is unaniem ingestemd met dit voorstel. Financiële consequenties De vaststelling van deze zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland heeft geen financiële consequenties. Communicatie Het raadsbesluit zal toegezonden worden aan de secretaris van Holland Rijnland. Roelofarendsveen, 10 juli 2012 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting Bijlagen ter inzage 1. Toelichting Gemeenschappelijke regeling 2. Tabel wijziging Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland Rv Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke regeling HR 10 september 2012 Pagina 2 van 2

14 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 juli 2012; overwegende dat het wenselijk is om zes jaar na vaststelling van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland deze regeling algeheel te herzien; dat voor de effectuering van deze wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland een positief wijzigingsbesluit van tweederde van de deelnemende gemeenten noodzakelijk is; gelezen het voorstel van het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland d.d. 20 juni 2012; gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 38 van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland; b e s l u i t: de Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland vast te stellen die luidt als volgt. HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder: a. de regeling: deze gemeenschappelijke regeling; b. het samenwerkingsorgaan: het openbaar lichaam, zoals bedoeld in artikel 2 van de regeling; c. een deelnemende gemeente: een aan de regeling deelnemende gemeente; d. het gebied: het grondgebied van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude; e. Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland; f. De wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen. 2. Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van gemeente, de raad, burgemeester en wethouders en de burgemeester, onderscheidenlijk het samenwerkingsorgaan, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter Rb Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling HR 10 september 2012 Pagina 1 van 14

15 HOOFDSTUK OPENBAAR LICHAAM Artikel 2 Openbaar lichaam 1. Er is een openbaar lichaam genaamd: samenwerkingsorgaan Holland Rijnland. 2. Het openbaar lichaam is rechtspersoon als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de wet en is gevestigd in Leiden. 3. In afwijking van het tweede lid kan het Algemeen Bestuur een uitzondering maken wat betreft de vestigingsplaats; 4. Het rechtsgebied van het samenwerkingsorgaan omvat het grondgebied van de deelnemende gemeenten. 5. De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Artikel 3 Samenstelling Het Bestuur van het samenwerkingsorgaan bestaat uit: a. het Algemeen Bestuur; b. het Dagelijks Bestuur; c. de voorzitter. Artikel 4 Belangenbehartiging 1. Het samenwerkingsorgaan heeft tot doel, vanuit de gedachte van verlengd lokaal Bestuur en met inachtneming van wat verder in de regeling is bepaald, het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de gemeenten op de in artikel 5 genoemde beleidsterreinen die bepalend zijn voor een evenwichtige en voorspoedige ontwikkeling van het gebied. 2. De in het eerste lid genoemde belangenbehartiging omvat, met erkenning van de eigen bevoegdheden van de besturen van de gemeenten, het gevraagd of ongevraagd adviseren over: a. alle aangelegenheden, waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat zij voor de intergemeentelijke verhoudingen en ontwikkelingen van wezenlijk belang zijn; b. aangelegenheden, waarvoor beraad door een of meer besturen van de deelnemende gemeenten wordt gewenst. 3. Naast de in het tweede lid bepaalde wordt in de belangenbehartiging zoals genoemd in het eerste lid onderscheid gemaakt in: a. richtinggevend: waarin op regionaal niveau door het Algemeen Bestuur een eenduidige beleidslijn, visie of verordening wordt vastgesteld voor taken zoals genoemd in artikel 5; b. platform: het bieden van een permanente onderhandelingstafel voor onderlinge afstemming tussen de deelnemende colleges. Waarbij op initiatief van één of meerdere gemeenten overleg en afstemming plaats kan vinden over onderwerpen die niet behoren tot de in artikel 5 genoemde taken, waarbij regionale afstemming of gezamenlijk optrekken van meerwaarde is; c. efficiency: indien aantoonbaar is dat door de gezamenlijke uitvoering van een aan de afzonderlijke gemeenten opgedragen taak een goedkoper en/of beter product kan worden geleverd. 4. Het samenwerkingsorgaan kan diensten verlenen ten behoeve van één of meer deelnemende gemeenten, indien deze daarom verzoeken. Diensten kunnen ook aan andere gemeenten of organisaties worden verleend. 5. Het Dagelijks Bestuur legt het verzoek tot het verlenen van een dienst voor instemming voor aan het Algemeen Bestuur. 6. Het samenwerkingsorgaan kan diensten afnemen van een deelnemende gemeente, dit tegen door het Dagelijks Bestuur nader overeen te komen voorwaarden. Artikel 5 Beleidsterreinen, taken en bevoegdheden Ter behartiging van de in artikel 4, eerste lid genoemde belangen voert het samenwerkingsorgaan binnen de onderstaande beleidsterreinen de volgende taken uit: Rb Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling HR 10 september 2012 Pagina 2 van 14

16 1. Economische zaken, toerisme en recreatie: het vaststellen, periodiek actualiseren en de procesbegeleiding van een: a. bedrijventerreinenstrategie; b. regionale visie toerisme en recreatie; c. economische agenda; d. kantorenstrategie; 2. Vervallen 3. Natuur en Landschap: het vaststellen, periodiek actualiseren, de procesbegeleiding van visies, beleidsplannen en programma s ten behoeve van regionale landschapsontwikkeling. 4. Ruimtelijke ordening: het vaststellen, periodiek actualiseren, de procesbegeleiding van visies, beleidsplannen en programma s ten behoeve van regionale ruimtelijke ontwikkelingen. 5. Verkeer en vervoer: a. het vaststellen, periodiek actualiseren en implementeren van een Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (RVVP); b. het in stand houden van een collectief Vraagafhankelijk Vervoerssysteem (CVV); c. het gestelde onder b is niet van toepassing op de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude tot deze gemeenten besluiten alsnog aan te sluiten bij het Collectief Vraagafhankelijk Vervoersysteem van Holland Rijnland; d. de onder c genoemde gemeenten blijven tot het moment van aansluiting op dit beleidsterrein buiten de kostentoedeling die gemoeid gaat bij de uitvoering van de taken gesteld onder b; e. de onder c genoemde gemeenten zijn tot het moment van aansluiting op dit beleidsterrein niet bevoegd deel te nemen aan de besluitvorming die betrekking heeft op de onder b gestelde taken. 6. Wonen: Het vaststellen en periodiek actualiseren van een: a. regionale woonvisie; b. regionale woningbouw- en herstructureringsprogramma; c. een huisvestingsverordening als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Huisvestingswet vigerend voor die gemeenten waarvan de raad expliciet heeft besloten deze bevoegdheid aan het samenwerkingsorgaan te hebben overdragen; dan wel een modelhuisvestingsverordening als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Huisvestingswet vigerend voor die gemeenten waarvan de raad expliciet heeft besloten deze bevoegdheid vooralsnog niet aan het samenwerkingsorgaan te hebben overdragen, welke (model) huisvestingsverordening slechts regels stelt met betrekking tot het in gebruik nemen of geven van woonruimte als bedoeld in hoofdstuk II van de Huisvestingswet; d. het sluiten van overeenkomsten als bedoeld in artikel 4 van de Huisvestingswet voor die gemeenten die de bevoegdheid expliciet hebben overgedragen; e. het uitvoeren van hetgeen aan burgemeester en wethouders is opgedragen in hoofdstuk V van de Huisvestingswet; f. het beheren van door andere overheden te verstrekken woningbouwsubsidies. 7. Sociale Agenda: a. het vaststellen en periodiek actualiseren van een regionaal programma voor de Sociale Agenda; b. de instandhouding van een Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland (RBL Holland Rijnland) dat belast is met de uitoefening van de Leerplichtwet 1969 c. het bestrijding van het voortijdig schoolverlaten door middel van de uitoefening van de taken en bevoegdheden als bedoeld in artikel en artikel Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 118h en artikel 118i Wet op het voortgezet onderwijs, en artikel 162b en artikel 162c Wet op de expertisecentra; d. de regionale inkoop van volwasseneducatie in het kader van de Wet Participatiebudget; e. deelname aan interregionaal overleg met de gezamenlijke gemeenten in de andere samenwerkingsgebieden in de regio van het Regionaal Platform Arbeidsmarkt Rijn- Gouwe; Rb Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling HR 10 september 2012 Pagina 3 van 14

17 f. het onder b en c gestelde is niet van toepassing op de gemeenten Alphen aan den rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude tot deze gemeenten besluiten de onder sub b en c genoemde taken en bevoegdheden over te dragen aan het samenwerkingsorgaan; g. de onder f bedoelde gemeenten blijven buiten de kostentoedeling voor de onder b en c genoemde taken; h. de onder f bedoelde gemeenten zijn niet bevoegd deel te nemen aan de besluitvorming over de onder b en c genoemde taken. 8. Regionale Investeringsstrategie: het instellen en beheren van het Regionaal Investeringsfonds Holland Rijnland. 9. Subsidies: a. het samenwerkingsorgaan is bevoegd tot het ontvangen van subsidies en het verlenen van subsidies voor wat betreft de taken en bevoegdheden zoals deze in dit artikel zijn opgenomen. b. het samenwerkingsorgaan stelt daartoe een Algemene subsidieverordening vast met in achtneming van het bepaalde in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 6 Bijzondere besluitvormingsprocedure 1. Het Algemeen Bestuur stelt verordeningen, plannen en overige maatregelen die ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor het samenwerkingsorgaan dan wel de deelnemende gemeenten slechts vast nadat het Dagelijks Bestuur de deelnemende raden of colleges, ieder voor zover het de oorspronkelijke bevoegdheid betreft, in de gelegenheid heeft gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het Algemeen Bestuur te brengen; 2. Het Dagelijks Bestuur stelt het ontwerp van een plan, als bedoeld in het eerste lid voorlopig vast en zendt dit ontwerp aan de raden van de deelnemende gemeenten, die hun beschouwingen binnen 12 weken ter kennis brengen van het Algemeen Bestuur. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de informatievoorziening en het maken van afspraken ten behoeve van de inspraak over een ontwerpplan; 3. Zo spoedig mogelijk na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn beslist het Algemeen Bestuur omtrent de vaststelling van het plan. Indien tegen het ontwerpplan bedenkingen zijn ingediend of het Algemeen Bestuur bij het vaststellen van het plan afwijkt van het ontwerp wordt het besluit tot vaststelling met redenen omkleed; 4. Het plan wordt terstond na de vaststelling medegedeeld aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan Gedeputeerde Staten. Artikel 7 Bevoegdheden in en buiten rechten 1. De Bestuursorganen van het samenwerkingsorgaan komen alle bevoegdheden toe die het openbaar lichaam van rechtswege bezit om als rechtspersoon aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen. 2. Aan de Bestuursorganen van het samenwerkingsorgaan behoren met betrekking tot de overgedragen taken alle aan de gemeentebesturen toekomende bevoegdheden, voor zover niet bij de regeling of de wet uitgezonderd. Het Algemeen Bestuur regelt voor zover nodig de verhouding van de op grond van dit lid toegekende bevoegdheden tot die van de besturen van de deelnemende gemeenten. 3. Het samenwerkingsorgaan kan deelnemen aan gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in de artikelen 93 en 96 van de Wet. Alvorens daartoe een ontwerpbesluit aan het Algemeen Bestuur voor te leggen, consulteert het Dagelijks Bestuur de raden van de deelnemende gemeenten. Artikel 8 Taken bestaande samenwerkingsverbanden 1. De belangenbehartiging als bedoeld in artikel 4 eerste lid, onverminderd het bepaalde in artikel 5, daaronder begrepen de daaraan verbonden rechten, plichten en risico s, voor zover deze op de datum van inwerkingtreding van deze regeling werden uitgeoefend door het Samenwerkingsorgaan Duin- en Bollenstreek (SDB), het samenwerkingsorgaan Leidse Regio (SLR), het Samenwerkingsorgaan Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting Leidse Regio (het SROVLR), het Samenwerkingsorgaan Verkeer en Vervoer Leidse Regio (het SVVLR), de Rb Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling HR 10 september 2012 Pagina 4 van 14

18 Gemeenschappelijke regeling Volwasseneneducatie Leidse Regio (GRVE LR) en het Intergemeentelijk Overleg Werk en Inkomen Leidse Regio (W&I LR), worden op voorhand door het samenwerkingsorgaan onder dezelfde voorwaarden, voor rekening en risico van de deelnemers aan de eerder genoemde samenwerkingsverbanden voortgezet: a. zolang geen afwikkeling en verdeling van de bestaande rechten, plichten en risico s ten laste van de deelnemers aan de betreffende samenwerkingsverbanden (SDB, SLR, SROVLR, SVVLR, GRVE LR en W&I LR), door een externe onafhankelijke deskundige vastgesteld, t.a.v. deze taken heeft plaatsgevonden; b. totdat t.a.v. de wijze en omvang van de uitoefening van de bovengenoemde taken door het algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan nader is beslist. 2. De belangenbehartiging als bedoeld in artikel 4 eerste lid, onverminderd het bepaalde in artikel 5, daaronder begrepen de daaraan verbonden rechten, plichten en risico s, voor zover deze voor de datum van inwerkingtreding van de vierde wijziging van deze regeling werden uitgeoefend door Holland Rijnland respectievelijke door de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop, Rijnwoude alsmede de gemeente Kaag en Braassem als zijnde de rechtsopvolger van de gemeente Jacobswoude dan wel door het Rijnstreekberaad worden op voorhand door Holland Rijnland respectievelijk door de vorengenoemde gemeenten dan wel het Rijnstreekberaad onder dezelfde voorwaarden, voor rekening en risico voortgezet totdat t.a.v. de wijze en omvang van de uitoefening van de bovengenoemde taken door het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan nader is beslist. HOOFDSTUK 4 ALGEMEEN BESTUUR Artikel 9 Samenstelling Algemeen Bestuur 1. De raad van iedere deelnemende gemeente wijst twee raads- en/of collegeleden aan als leden van het Algemeen Bestuur. Daarnaast kunnen gemeenten met meer dan inwoners, per hele eenheid van inwoners (naar boven afgerond), een extra vertegenwoordiger aanwijzen. 2. Bij de aanvang van een nieuwe zittingsperiode geven gemeenteraden aan met hoeveel ABleden de onderscheiden gemeenten in het Algemeen Bestuur worden vertegenwoordigd. 3. Voor de overeenkomstig het eerste lid aangewezen leden van het Algemeen Bestuur wijst de gemeenteraad plaatsvervangende leden aan uit zijn midden of uit het college van burgemeester en wethouders. Een plaatsvervangend lid treedt op bij verhindering of afwezigheid van een lid van het Algemeen Bestuur. 4. De bepalingen van de regeling met betrekking tot de leden van het algemeen Bestuur zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangende leden. 5. Bij de besluitvorming beschikt elke deelnemende gemeente over één stem per inwoners, afgerond naar boven, vermenigvuldigd met de factor 2. De verdeling van de stemmen binnen een gemeentelijke afvaardiging vindt plaats overeenkomstig het door de betreffende gemeenteraad daartoe genomen besluit. 6. Onder het aantal inwoners van een gemeente wordt verstaan de door het Centraal Bureau voor de Statistiek per 1 januari van het lopende jaar openbaar gemaakte bevolkingscijfers. 7. Indien de leden van een gemeente door wijziging van het inwoneraantal een groter dan wel een kleiner stemgewicht krijgen, wordt daaraan bij de eerstvolgende periode als bedoeld in artikel 10, tweede lid toepassing gegeven. 8. Het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, door of vanwege het Bestuur van het samenwerkingsorgaan aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met ambtenaar worden voor de toepassing van deze bepaling gelijkgesteld zij die in dienst van het samenwerkingsorgaan op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn Rb Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling HR 10 september 2012 Pagina 5 van 14

19 Artikel 10 Zittingsperiode 1. Het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur eindigt met ingang van de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt, dan wel op grond van artikel 13, tweede lid van de wet. 2. De raden van de deelnemende gemeenten benoemen in bij voorkeur de eerste vergadering van de nieuwe zittingsperiode of zo snel als mogelijk de door hen aan te wijzen leden en plaatsvervangende leden van het Algemeen Bestuur. Aftredende leden kunnen opnieuw als lid worden aangewezen. 3. Indien de raad van een deelnemende gemeente niet kan voldoen aan het bepaalde in het tweede lid, blijven de door hem aangewezen leden of plaatsvervangend leden van het Algemeen Bestuur, die hadden moeten aftreden, als zodanig fungeren, totdat die gemeenteraad nieuwe leden of plaatsvervangende leden heeft aangewezen. Een uitzondering hierop is de situatie dat de betreffende leden geen deel meer uitmaken van het gemeentebestuur. In dat geval ontstaat een vacature die tijdelijk niet door de betreffende gemeente wordt opgevuld. 4. De raad van een gemeente kan een lid of plaatsvervangend lid, door hem aangewezen, indien dit het vertrouwen van de raad niet meer bezit, te allen tijde ontslaan. De voorzitter van de betreffende gemeenteraad doet daarvan onmiddellijk mededeling aan de voorzitter. 5. Indien tussentijds een plaats van een lid of plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur vacant of beschikbaar komt, wijst de betreffende gemeenteraad, in haar eerstvolgende vergadering of, indien dit niet mogelijk is, ten spoedigste een nieuw lid of plaatsvervangend lid aan. 6. Van elke aanwijzing tot lid of plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur geeft de voorzitter van de betreffende raad binnen twee weken hiervan kennis aan de voorzitter. 7. Een lid of plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Het ontslag wordt medegedeeld aan het Algemeen Bestuur en aan de gemeenteraad die het lid heeft aangewezen. 8. Een lid of plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur dat ontslag heeft genomen blijft, met inachtneming van het bepaalde in artikel 13, tweede lid van de wet zijn functie waarnemen totdat zijn/haar opvolger is aangewezen en deze de aanwijzing heeft aanvaard. Artikel 11 Vergadering Algemeen Bestuur 1. In aanvulling op artikel 22 van de wet juncto artikel 17 van de Gemeentewet vergadert het Algemeen Bestuur jaarlijks ten minste vier maal. 2. De artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Gemeentewet zijn van toepassing op het houden en de orde van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur. 3. Voor zover bij of krachtens deze regeling niet anders is bepaald, worden besluiten van het Algemeen Bestuur genomen bij meerderheid van het aantal stemmen in het algemeen Bestuur. 4. De openbare kennisgeving als bedoeld in artikel 19 van de Gemeentewet geschiedt op verzoek van de voorzitter door de burgemeesters van de deelnemende gemeenten op de aldaar gebruikelijke wijze. 5. De agenda en de daarbij behorende vergaderstukken worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste twee weken voor het houden van de vergadering, aan de leden van het Algemeen Bestuur verzonden. Artikel 12 Openbaarheid 1. Ten aanzien van de openbaarheid van vergaderingen van het Algemeen Bestuur en het opleggen van een geheimhoudingsplicht zijn de artikelen 22 en 23 van de wet van overeenkomstige toepassing. 2. In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of besloten over: a. het vaststellen dan wel wijzigen van de begroting; b. het vaststellen van de rekening; c. het wijzigen dan wel opheffen van de regeling Rb Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling HR 10 september 2012 Pagina 6 van 14

20 Artikel 13 Informatie- en verantwoordingsplicht 1. Het Algemeen Bestuur geeft zo spoedig mogelijk maar in ieder geval binnen drie maanden aan de raden van de deelnemende gemeenten de door één of meer leden van die raden schriftelijk gevraagde inlichtingen, waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang. 2. Het Algemeen Bestuur geeft aan de raden van de deelnemende gemeenten ongevraagd alle inlichtingen die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig zijn. 3. Een lid van het Algemeen Bestuur is aan de gemeenteraad, die hem/haar als lid heeft aangewezen, verantwoording verschuldigd voor het door hem/haar in het Algemeen Bestuur gevoerde beleid. Het afleggen van verantwoording geschiedt volgens door de betrokken gemeenteraad nader te stellen regels. 4. Besturen van de deelnemende gemeenten zijn gehouden het samenwerkingsorgaan kennis te geven van de bij hen in voorbereiding zijnde plannen en/of maatregelen op het taakgebied van het samenwerkingsorgaan, voor zover deze redelijkerwijs van belang kunnen zijn voor het functioneren van het samenwerkingsorgaan. Artikel 14 Vergoedingen Het Algemeen Bestuur kan een tegemoetkoming in de kosten en/of een vergoeding voor de werkzaamheden van leden van het Algemeen Bestuur vaststellen. Artikel 21 van de wet is hierop van toepassing. HOOFDSTUK 5 HET DAGELIJKS BESTUUR Artikel 15 Samenstelling Dagelijks Bestuur 1. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit vijf tot acht leden, te weten de voorzitter en vier tot zeven andere leden. Deze vier tot zeven andere leden worden door en uit het Algemeen Bestuur aangewezen en dienen voort te komen uit de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten. 2. Het Algemeen Bestuur wijst in de eerste vergadering van elke zittingsperiode de leden van het Dagelijks Bestuur aan. 3. Een lid van het Dagelijks Bestuur kan, in geval van tijdelijke afwezigheid, worden vervangen door een ander lid van het Dagelijks Bestuur of, indien dit niet mogelijk is, door een door het Algemeen Bestuur uit zijn midden aan te wijzen lid. Deze tijdelijke vervanging kan ook plaatshebben indien een lid van het Dagelijks Bestuur het voorzitterschap waarneemt. 4. De leden van het Dagelijks Bestuur treden als lid van dat Bestuur af met ingang van de dag, waarop de zittingsperiode van het Algemeen Bestuur afloopt. Zij blijven hun functie evenwel waarnemen tot het tijdstip waarop het Algemeen Bestuur een nieuw Dagelijks Bestuur heeft aangewezen. Een uitzondering hierop is de situatie dat de betreffende leden, uitgezonderd de voorzitter, geen deel meer uitmaken van het college van burgemeester en wethouders. 5. Een lid van het Dagelijks Bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. 6. Degene die tussentijds ophoudt lid van het Algemeen Bestuur te zijn, houdt tevens op lid van het Dagelijks Bestuur te zijn. 7. Indien tussentijds een plaats in het Dagelijks Bestuur vacant komt, wijst het Algemeen Bestuur een nieuw lid aan. Artikel 16 Vergadering Dagelijks Bestuur 1. Het Dagelijks Bestuur vergadert zo dikwijls naar gelang de voorzitter of ten minste twee leden dit nodig achten. 2. In de vergadering van het Dagelijks Bestuur heeft elk lid één stem. 3. De agenda en de daarbij behorende vergaderstukken worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tien dagen voor het houden van de vergadering, aan de leden van het Dagelijks Bestuur, alsmede de gemeenten die niet in het dagelijks Bestuur vertegenwoordigd zijn, toegezonden Rb Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling HR 10 september 2012 Pagina 7 van 14

21 4. Op de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur zijn de artikelen 54 tot en met 59 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. 5. In de eerste vergadering van elke zittingsperiode en de eerste vergadering na een wijziging in de samenstelling van het Dagelijks Bestuur, maken de leden van het Dagelijks Bestuur onderling afspraken omtrent de portefeuilleverdeling en over de onderlinge plaatsvervanging. Deze afspraken worden medegedeeld aan het algemeen Bestuur en aan de deelnemende gemeenten. Artikel 17 Bevoegdheden Dagelijks Bestuur 1. Het Dagelijks Bestuur is belast met de dagelijkse leiding van het samenwerkingsorgaan. Hiertoe behoort in elk geval: a. het voorbereiden van al hetgeen aan het Algemeen Bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd; b. het uitvoeren van besluiten van het Algemeen Bestuur; c. het beheer van de gelden van het samenwerkingsorgaan; d. de zorg, voor zover deze niet aan anderen toekomt, voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding; e. het nemen van alle conservatoir maatregelen zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit; f. het houden van toezicht op alles wat het samenwerkingsorgaan aangaat; g. het binnen het kader van de door het Algemeen Bestuur vastgestelde formatie van het personeel benoemen, schorsen en ontslaan van het personeel van het samenwerkingsorgaan. 2. Het Dagelijks Bestuur oefent, indien en voor zover het Algemeen Bestuur daartoe besluit en naar de door deze te stellen regels, de aan het Algemeen Bestuur toekomende bevoegdheden uit, met uitzondering van: a. het vaststellen, dan wel wijziging van de begroting; b. het vaststellen van de rekening; c. het vaststellen van regels met betrekking tot de organisatie van de administratie en het beheer van vermogenswaarden; d. het vaststellen van regels met betrekking tot de controle op de administratie en het beheer van vermogenswaarden; e. het vaststellen van een organisatieverordening als bedoeld in artikel 26; f. benoeming, schorsing en ontslag van de secretaris; g. algemeen verbindende voorschriften, verordeningen en beleidsregels voor zover het betreft een door de deelnemende gemeenteraden overgedragen bevoegdheid. Artikel 18 Informatie en verantwoordingsplicht Dagelijks Bestuur 1. De leden van het Dagelijks Bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur verantwoording verschuldigd voor het door het Dagelijks Bestuur gevoerde beleid. 2. De leden van het Dagelijks Bestuur geven, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het Dagelijks Bestuur te voeren en gevoerde beleid nodig is. Zij geven tezamen, dan wel afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur, wanneer dit bestuur of leden daarvan hierom verzoeken, binnen acht weken alle gevraagde inlichtingen, een en ander voor zover zulks niet in strijd is met het openbaar belang. 3. Het Algemeen Bestuur kan een lid van het Dagelijks Bestuur als zodanig ontslag verlenen indien deze het vertrouwen van het Algemeen Bestuur niet meer bezit. Omtrent een dergelijk ontslag zijn artikel 49 en 50 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Op het ontslagbesluit is artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. Artikel 19 Vergoedingen Het Algemeen Bestuur kan een tegemoetkoming in de kosten en/of een vergoeding voor de werkzaamheden van leden van het Dagelijks Bestuur vaststellen. Artikel 21 van de wet is hierop van toepassing Rb Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling HR 10 september 2012 Pagina 8 van 14

22 HOOFDSTUK 6 DE VOORZITTER Artikel 20 Algemene bepalingen 1. De voorzitter van het Algemeen en Dagelijks Bestuur wordt door het Algemeen Bestuur uit zijn midden aangewezen. De voorzitter dient voort te komen uit het college van burgemeester en wethouders van een der deelnemende gemeenten. 2. De aanwijzing van de voorzitter vindt plaats in de eerste vergadering van het Algemeen Bestuur in de nieuwe samenstelling. 3. Bij verhindering of afwezigheid wordt de voorzitter vervangen door een hiertoe door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen lid van dit bestuur. Artikel 21 Taken en bevoegdheden 1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en van het Dagelijks Bestuur. 2. De voorzitter tekent de stukken die van het Algemeen Bestuur en van het Dagelijks Bestuur uitgaan. 3. De voorzitter vertegenwoordigt het samenwerkingsorgaan in en buiten rechte. Indien de voorzitter behoort tot het bestuur van een deelnemende gemeente die partij is in een geding waarbij het samenwerkingsorgaan betrokken is, oefent een ander door en uit het Dagelijks Bestuur aan te wijzen lid deze bevoegdheid uit. Degene die bevoegd is het samenwerkingsorgaan in en buiten rechte te vertegenwoordigen, kan deze vertegenwoordiging opdragen aan een door hem/haar aan te wijzen gemachtigde. HOOFDSTUK 7 COMMISSIES Artikel 22 Bestuurscommissies 1. Het Algemeen Bestuur kan op voorstel van het Dagelijks Bestuur bestuurscommissies instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen en/of commissies waarvan de behartiging van de (deel)belangen van een deel van het samenwerkingsgebied is opgedragen, instellen. 2. Lid en voorzitter van de bestuurscommissie is het lid van het Dagelijks Bestuur dat de belangen waarvoor de bestuurscommissie is ingesteld in beheer heeft. 3. Artikel 25 van de wet is van overeenkomstige toepassing. Artikel 23 Vaste commissies van advies 1. Het Algemeen Bestuur kan op voorstel van het Dagelijks Bestuur of van de voorzitter, vaste commissies van advies, portefeuillehoudersoverleggen genoemd, instellen. 2. De leden van het portefeuillehoudersoverleg worden aangewezen door en uit het college van burgemeester en wethouders van elk van de deelnemende gemeenten. 3. Lid en voorzitter van het portefeuillehoudersoverleg is het lid van het Dagelijks Bestuur dat de belangen waarvoor het portefeuillehoudersoverleg is ingesteld in beheer heeft. 4. Het portefeuillehoudersoverleg bespreekt de ontwikkelingen op zijn werkterrein en brengt gevraagd en ongevraagd adviezen uit aan het Dagelijks Bestuur. 5. Indien een advies van het portefeuillehoudersoverleg een aangelegenheid betreft die ter beslissing aan het Algemeen Bestuur wordt voorgelegd, brengt het Dagelijks Bestuur het advies bij zijn voorstel ter kennis aan het Algemeen Bestuur. 6. Artikel 24 van de wet is van overeenkomstige toepassing en voor zover niet anders bepaald, zijn de regels betreffende commissies in de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Artikel 24 Andere commissies van advies Andere commissies van advies, die aan het Dagelijks Bestuur advies uitbrengen, worden door het Dagelijks Bestuur ingesteld Rb Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling HR 10 september 2012 Pagina 9 van 14

23 HOOFDSTUK 8 HET AMBTELIJK APPARAAT Artikel 25 De secretaris/de controller 1. De secretaris a. Het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland heeft een ambtelijke organisatie, met aan het hoofd een secretaris. b. Het Algemeen Bestuur beslist over de benoeming, de schorsing en het ontslag van de secretaris. c. Het Algemeen Bestuur stelt voor de secretaris een instructie vast. d. De secretaris is secretaris van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur en staat het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur en de voorzitter terzijde bij de uitoefening van hun taken. e. Alle stukken die van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur uitgaan worden door de secretaris medeondertekend. Het Dagelijks Bestuur regelt bij verhindering of ontstentenis van de secretaris zijn vervanging. 2. De controller a. In het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland is een controller die rechtstreeks rapporteert aan het Dagelijks Bestuur. b. De benoeming van de controller geschiedt door het Dagelijks Bestuur. c. De instructie van de controller wordt vastgesteld door het Dagelijks Bestuur. Artikel 26 Organisatieverordening Het Algemeen Bestuur stelt een verordening vast omtrent de ambtelijke organisatie van het samenwerkingsorgaan. Artikel 27 Overige ambtenaren Het Dagelijks Bestuur beslist omtrent benoeming, schorsing en ontslag van het overige personeel, voor zover op grond van deze regeling deze bevoegdheid niet bij het Algemeen Bestuur ligt. Het Algemeen Bestuur regelt de bezoldiging van de secretaris en het overige personeel van het samenwerkingsorgaan en stelt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet 1929 de rechtspositie vast van de secretaris en van het overige personeel van het samenwerkingsorgaan. HOOFSTUK 9 FINANCIЁLE BEPALINGEN Artikel 28 Algemeen 1. Het Algemeen Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en van het kasbeheer van het samenwerkingsorgaan. 2. Ten aanzien van de controle op het geldelijke beheer en de boekhouding zijn de artikelen 212 tot en met 215 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. 3. Het Dagelijks Bestuur verricht periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door hem gevoerde bestuur. Het Algemeen Bestuur stelt hierover regels vast. 4. Het Algemeen Bestuur is bevoegd tot het heffen van rechten als bedoeld in artikel 229 van de Gemeentewet. Artikel 29 De begroting en meerjarenramingen 1. Het Dagelijks Bestuur maakt jaarlijks een ontwerpbegroting op voor het eerstvolgende begrotingsjaar, voorzien van een financiële en beleidsmatige toelichting. Tevens stelt het Dagelijks Bestuur meerjarenramingen en een meerjarenactiviteitenplan op voor de drie op het begrotingsjaar volgende jaren. 2. Het Dagelijks Bestuur zendt de ontwerpbegroting en de meerjarenramingen acht weken voordat zij aan het Algemeen Bestuur worden aangeboden, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten Rb Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling HR 10 september 2012 Pagina 10 van 14

24 3. De ontwerpbegroting en de meerjarenramingen worden door de zorg van de besturen van de deelnemende gemeenten, voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld. Artikel 190, tweede en derde lid, van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing. 4. De raden van de deelnemende gemeenten kunnen omtrent de ontwerpbegroting en de meerjarenramingen het Dagelijks Bestuur van hun gevoelen doen blijken. Door het Dagelijks Bestuur worden de commentaren, waarin dit gevoelen is vervat, gevoegd bij de ontwerpbegroting en de meerjarenramingen, zoals deze aan het Algemeen Bestuur worden aangeboden. 5. Nadat het Algemeen Bestuur de ontwerpbegroting en de meerjarenramingen - al dan niet aangepast aan de commentaren - heeft vastgesteld, zendt het Algemeen Bestuur de begroting aan de raden van de deelnemende gemeenten, die ter zake Gedeputeerde staten van hun gevoelen kunnen doen blijken. Artikel 30 Verschuldigde bijdrage 1. In de begroting wordt aangegeven de naar raming door elke deelnemende gemeente voor dat jaar, waarop de begroting betrekking heeft, verschuldigde bijdrage in de kosten, voortvloeiende uit de gemeenschappelijke regeling. Deze bijdrage wordt voor alle deelnemende gemeenten bepaald naar het aantal inwoners of volgens een door het Algemeen Bestuur vastgestelde verdeelsleutel waarbij rekening gehouden wordt met eventuele verschillen in deelname van de deelnemende gemeenten aan de aan het samenwerkingsorgaan opgedragen taken zoals bedoeld in artikel Voor de berekening van de in het vorige lid bedoelde bijdrage naar inwonersaantal wordt uitgegaan van het inwonersaantal op 1 januari van het jaar voorafgaande aan dat, waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Voor de vaststelling van het inwonersaantal wordt aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek per 1 januari van het lopende jaar openbaar gemaakte bevolkingscijfers. 3. De deelnemende gemeenten nemen de in de begroting geraamde bijdragen voor hun gemeente op in de gemeentebegroting. 4. De deelnemende gemeenten betalen bij wijze van voorschot jaarlijks vóór 16 januari en vóór 16 juli de helft van de in het eerste lid bedoelde bijdrage. 5. Bij niet tijdige betaling, zoals bepaald in het vierde lid, wordt rente in rekening gebracht. Daarbij wordt gehanteerd de debetrente rekening-courant BNG. Artikel 30a Garantstelling 1. De deelnemers zullen er steeds zorg voor dragen dat het samenwerkingsorgaan te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen; 2. Indien het Algemeen Bestuur blijkt dat een deelnemer weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het Dagelijks Bestuur onverwijld aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet; Artikel 31 Vaststelling begroting 1. Het Algemeen Bestuur stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient. 2. Artikel 34. tweede lid van de wet is van overeenkomstige toepassing. Artikel 32 Begrotingswijziging 1. Met betrekking tot wijzigingen van de begroting is het bepaalde in de artikelen 29, tweede tot en met het vijfde lid, 30, eerste tot en met het derde lid, en 31, tweede lid, van overeenkomstige toepassing. 2. Van het bepaalde in het eerste lid kan worden afgeweken ten aanzien van de begrotingswijzigingen die de gemeentelijke bijdragen niet aantasten, alsmede geen wijziging inhouden van het algemeen en financieel beleid Rb Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling HR 10 september 2012 Pagina 11 van 14

25 Artikel 33 De rekening Het Dagelijks Bestuur biedt de rekening, na toevoeging van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de overeenkomstig artikel 213 van de Gemeentewet aangewezen deskundige en van hetgeen het Dagelijks Bestuur te zijner verantwoording dienstig acht, met alle bijbehorende bescheiden ter vaststelling aan het Algemeen Bestuur aan. Artikel 34 Vaststelling jaarrekening Het Algemeen Bestuur stelt de jaarrekening vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft. Artikel 34, vierde lid van de wet is van overeenkomstige toepassing. De vaststelling strekt het Dagelijks Bestuur tot decharge, behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden. Artikel 35 Verrekening 1. In de rekening worden de door elk der deelnemende gemeenten over het desbetreffende jaar werkelijk verschuldigde bedragen opgenomen. 2. De kosten worden, rekening houdende met andere inkomsten, over de deelnemende gemeenten verdeeld naar het inwonersaantal op 1 januari van het jaar, waarop de rekening betrekking heeft of naar andere verdeelsleutels waarbij wordt rekening gehouden met eventuele verschillen in deelname van de deelnemende gemeenten aan de aan het samenwerkingsorgaan opgedragen taken als bedoeld in artikel 5 en artikel Voor de vaststelling van het inwonersaantal wordt aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek laatstelijk openbaar gemaakte bevolkingscijfers. 4. Verrekening van het verschil tussen het op grond van artikel 30 betaalde en het werkelijk verschuldigde vindt plaats na de in het artikel 34, eerste lid bedoelde vaststelling van de rekening. HOOFDSTUK 10 TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING Artikel 36 Toetreding 1. Toetreding van een gemeente tot deze regeling kan geschieden bij besluit van de bestuursorganen van die gemeente, doch slechts wanneer tenminste tweederde deel van het aantal raden der deelnemende gemeenten daarmee instemt. 2. De aan het onder het eerste lid bedoelde besluit voorafgaande bewilliging is gebonden aan de volgende procedure: a. het verzoek tot toetreding wordt ingediend bij het Algemeen Bestuur, dat zo spoedig mogelijk dit verzoek behandelt in een vergadering; b. in deze vergadering stelt het Algemeen Bestuur een advies op, gericht aan de raden der deelnemende gemeenten, betreffende de gevraagde toetreding; c. het verzoek om toetreding wordt, vergezeld van het onder b. bedoelde advies, doorgezonden aan de raden van de deelnemende gemeenten, die beslissen over de in het eerste lid bedoelde instemming; d. het Dagelijks Bestuur stelt de verzoekende gemeente in kennis van de genomen besluiten, als bedoeld onder c. 3. De toetreding treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die, waarin het gemeentebestuur dat daartoe bij de regeling is aangewezen de wijziging van de regeling aan Gedeputeerde staten heeft toegezonden, tenzij het besluit een latere datum van ingang heeft en ook de gemeenten bindt die niet met de toetreding hebben ingestemd. 4. De toetredende gemeente is de in artikel 30 van deze regeling bedoelde bijdrage voor het eerst verschuldigd met ingang van de door het Algemeen Bestuur vastgestelde datum. Artikel 37 Uittreding 1. Een deelnemende gemeente kan uittreden door een besluit van de bestuursorganen van die gemeente Rb Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling HR 10 september 2012 Pagina 12 van 14

26 2. De uittreding kan slechts plaatsvinden met ingang van 1 januari van het jaar, volgende op dat waarin het uittredingsbesluit is genomen. 3. Het Algemeen Bestuur regelt de gevolgen van de uittreding. 4. De uittredende gemeente dient een door het Algemeen Bestuur vast te stellen uittredingssom te betalen. Artikel 38 Wijziging 1. Zowel het Dagelijks Bestuur van het samenwerkingsorgaan als de raad van een deelnemende gemeente kunnen bij het Algemeen Bestuur voorstellen indienen inzake wijziging van de regeling. 2. Indien het Algemeen Bestuur wijziging van de regeling wenselijk acht, doet het Dagelijks Bestuur het door het Algemeen Bestuur vastgestelde voorstel toekomen aan de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en burgemeesters van de deelnemende gemeenten. 3. Een wijziging van artikel 5 en van artikel 38, derde lid is tot stand gekomen als alle raden van de deelnemende gemeenten daartoe besluiten. Een wijziging van de overige artikelen van deze regeling is tot stand gekomen, wanneer de raden van ten minste tweederde deel van het aantal deelnemende gemeenten daartoe besluiten. 4. De wijziging gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op die waarin de wijziging openbaar is bekendgemaakt, tenzij het besluit tot wijziging een latere datum van ingang heeft. Artikel 39 Opheffing 1. De regeling wordt opgeheven wanneer de bestuursorganen van tenminste tweederde deel van het aantal deelnemende gemeenten daartoe besluiten. 2. De opheffing gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op die waarin de opheffing openbaar is bekendgemaakt, tenzij het besluit tot opheffing een latere datum van ingang heeft. 3. In geval van opheffing van de regeling besluit het Algemeen Bestuur tot liquidatie en het stelt daarvoor de nodige regels vast. Hierbij kan van de bepalingen in de regeling worden afgeweken. Alle rechten en plichten van het samenwerkingsorgaan zijn in het liquidatieplan verdeeld over de deelnemers. 4. Het liquidatieplan wordt door het Algemeen Bestuur, nadat de raden van de deelnemende gemeenten gehoord zijn, vastgesteld. Het behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde staten. 5. Het liquidatieplan voorziet in de financiële gevolgen van de opheffing. Op de liquidatierekening is het bepaalde ten aanzien van de jaarlijkse rekening zoveel mogelijk van toepassing. Het liquidatieplan voorziet ook in de gevolgen die opheffing heeft voor het personeel. 6. De organen van het samenwerkingsorgaan blijven zo nodig ook na het tijdstip van opheffing in functie, totdat de liquidatie is beëindigd. HOOFDSTUK 11 ARCHIEF Artikel 40 Beheer archief 1. Het Dagelijks Bestuur is belast met de zorg op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden van het samenwerkingsorgaan en zijn bestuursorganen overeenkomstig een door het Algemeen Bestuur met inachtneming van artikel 41, tweede lid van de Archiefwet 1995 vast te stellen regeling. 2. De secretaris is belast met de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden, bedoeld in het vorige lid, overeenkomstig de door het Dagelijks Bestuur vast te stellen nadere regels. 3. Voor de bewaring van de op grond van artikel 12, eerste lid van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden wijst het Dagelijks Bestuur een archiefbewaarplaats aan en sluit een overeenkomst waar onder andere de financiële consequenties worden vastgelegd Rb Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling HR 10 september 2012 Pagina 13 van 14

27 HOOFDSTUK 11 GESCHILLEN Artikel 41 Geschillen Met betrekking tot geschillen omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van de regeling is artikel 28 van de wet van toepassing. HOOFDSTUK 13 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 42 Vervallen Artikel 43 Inwerkingtreding 1. De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. 2. Het Dagelijks Bestuur zendt om de vijf jaren aan het Algemeen Bestuur een verslag over de wijze waarop de regeling is toegepast. Hierbij geeft het Dagelijks Bestuur aan of en zo ja in hoeverre de regeling aanpassing behoeft. 3. De besluiten welke genomen zijn krachtens de regeling Samenwerkingsorgaan Duin- en Bollenstreek (SDB), het Samenwerkingsorgaan Leidse Regio (SLR), het Samenwerkingsorgaan Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting Leidse Regio (het SROVLR), het Samenwerkingsorgaan Verkeer en Vervoer Leidse Regio (het SVVLR), de Gemeenschappelijke regeling Volwasseneneducatie Leidse Regio (GRVE LR), het Intergemeentelijk Overleg Werk en Inkomen Leidse Regio (W&I LR) en het Samenwerkingsorgaan Rijnstreekberaad, inclusief wijzigingen worden geacht ter uitvoering van deze regeling te zijn genomen. Alle rechten en verplichtingen die berusten op de voornoemde regeling gaan over naar deze nieuwe regeling. Artikel 44 Toezending Gedeputeerde Staten 1. Burgemeester en wethouder van Leiden zenden ingevolge het bepaalde in artikel 26 van de Wet de regeling ter kennisname aan Gedeputeerde Staten; 2. Burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten dragen zo spoedig mogelijk zorg voor opname van de regeling in het in artikel 27 van de Wet bedoelde register. Artikel 45 Vervallen Artikel 46 Citeertitel De regeling kan worden aangehaald als Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland en treedt in werking op (datum is afhankelijk van besluitvorming raden). Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 10 september 2012 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 juli 2012, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting Vastgesteld door de burgemeester op 10 juli 2012 mr. K.M. van der Velde-Menting Rb Zesde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling HR 10 september 2012 Pagina 14 van 14

28 Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland TOELICHTING bij de Gemeenschappelijke Regeling samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Inleiding Ruim zes jaar na vaststelling van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland is het tijd voor een algehele herziening van deze gemeenschappelijke regeling. Niet dat de regeling geheel op de schop is gegaan. Voor een groot deel zijn de bepalingen ongewijzigd opgenomen in de nieuwe regeling. Wel zijn diverse bepalingen aangepast naar aanleiding van de onduidelijkheid waar in de praktijk tegen aan gelopen werd. Bepalingen die puur betrekking hadden op het samengaan van de SDB en SLR zijn voor zover niet meer relevant komen te vervallen. Ook de toelichting op de regeling is aangepast. Na de vaststelling van de regeling zijn vijf wijzigingen doorgevoerd. De toelichting is hier echter nooit op aangepast. Hierdoor sloten regeling en toelichting niet meer op elkaar aan. Bovendien is de toelichting op die punten uitgebreid waar in de praktijk bleek dat nadere uitleg over een artikel wenselijk is. Relatie met Gemeentewet en de Wet Gemeenschappelijke Regelingen In de regeling wordt er vanuit gegaan dat iets wat elders wettelijk geregeld is niet herhaald wordt. Het betreft m.n. bepalingen die in de Gemeentewet en de Wet Gemeenschappelijke Regelingen zijn opgenomen. Daarnaast zullen in diverse verordeningen en reglementen (zoals een reglement van orde) aanvullende voorschriften worden vastgelegd. Deze zijn echter qua aard niet zodanig dat deze in de regeling zelf opgenomen behoeven te worden. Dualisme De in de Gemeentewet opgenomen bepalingen, aangaande het dualisme, zijn niet van toepassing verklaard op gemeenschappelijke regelingen. Ten aanzien van het dualisme wordt, binnen de kaders van de wet, het aan de gemeenten zelf overgelaten op welke wijze zij hieraan in regionaal verband inhoud willen geven. In de regeling wordt het aan de gemeenten overgelaten of zij naar het algemeen bestuur alleen raadsleden dan wel raadsleden en/of collegeleden wil afvaardigen. Aanhef van de regeling Hoewel er geen bevoegdheden van de burgemeester, als bestuursorgaan, worden overgedragen is er met het oog op betrokkenheid, al dan niet in portefeuillehoudersverband bij overleg- en afstemmingstaken, voor gekozen om ook de burgemeesters de regeling te laten aangaan. Toelichting artikelsgewijs Artikel 2 lid 2 Vestigingsplaats Sinds 1 april 2006 is het regiokantoor gehuisvest te Leiden Artikel 4 Belangenbehartiging De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) eist dat een gemeenschappelijke regeling de belangen aangeeft, waarvoor ze wordt aangegaan (art. 10, eerste lid Wgr). Onder 'belang' wordt verstaan het taakveld/beleidsterrein, waarop het samenwerkingsorgaan werkzaam kan zijn en waar het regionaal bestuur bevoegdheden kan worden toegekend. Een efficiënte en effectieve regionale samenwerking vereist allereerst een heldere en transparante taak en werkveld-afbakening. De taken die Holland Rijnland heeft, kunnen worden opgepakt vanuit vier verschillende rollen. Daarbij is er een onderscheid tussen de rollen in eindverantwoordelijkheid en Pagina 1 van 8

29 Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland bevoegdheid, resultaat en tijdsintensiteit. Onderscheid wordt gemaakt in de volgende rollen: richtinggevende rol, platformfunctie, efficiency en verzoek externe partijen tot het verrichten van diensten. In Focus 2014 zijn de uitgangspunten vastgelegd hoe met deze verschillende rollen om te gaan. Zijn de taken en bevoegdheden overgedragen, dan zijn niet langer de gemeenteraden of colleges bevoegd. Deze bevoegdheid ligt dan bij het Algemeen Bestuur of het Dagelijks Bestuur. Door middel van de jaarlijkse financiële bijdrage hebben de deelnemende gemeente voor het uitoefenen van deze taken en bevoegdheden ook middelen beschikbaar gesteld. Bij de platformfunctie is er geen sprake van overgedragen taken of bevoegdheden. De samenwerking wordt in dat geval gebruikt om gezamenlijk op te trekken, maar de besluitvorming blijft bij de gemeenten zelf. Ook hebben de gemeenten hiervoor geen middelen beschikbaar gesteld via de jaarlijkse bijdrage. Goede voorbeelden van de faciliterende rol die door Holland Rijland wordt opgepakt zijn het faciliteren van de samenwerking tussen de gemeenten en instellingen en de visievorming op het terrein van zorg voor jeugdigen en gezin en het faciliteren van samenwerking op het terrein van cultuurbeleid en projecten. Onder het behartigen van belangen (lid 3) wordt mede verstaan de voorbereiding van het proces van standpuntbepaling inzake rijks- en provinciale nota's en plannen. Het doen van subsidieaanvragen bij andere overheden ter uitvoering van de in artikel 5 genoemde beleidsterrein, waaronder begrepen het indienen van zienswijzen, dan wel het coördineren van subsidieaanvragen, (bijvoorbeeld de gebruikelijke praktijk t.a.v. Gebundelde Doel Uitkeringen (GDU)). Het derde lid biedt ook de basis voor de mogelijkheid om subsidies te ontvangen en door te geven in het kader van de platformfunctie (als de gemeenten besluiten om het doorsluizen van subsidie bij Holland Rijnland neer te leggen) met name gaat het dan om subsidies die niet vallen onder het bepaalde in artikel 5 lid 9. Op basis van lid 4 kunnen zowel deelnemende gemeenten als niet deelnemende gemeenten en organisaties het samenwerkingsorgaan verzoeken aan hen diensten te verlenen. Het verzoek moet voor instemming worden voorgelegd aan het Algemeen Bestuur. Goed voorbeeld hiervan is het onderbrengen van de projectorganisatie 3D bij het samenwerkingsorgaan. Holland Rijnland levert de ondersteuning van het project. De gemeenten houden de besluitvormende bevoegdheid. Artikel 5 Taken De in dit artikel weergegeven taakomschrijvingen betreffen de uitwerking van de in artikel 4 opgesomde belangen. De taken worden op analfabetische volgorde beschreven. Gezien de jurisprudentie kan een bevoegdheid als overgedragen beschouwd worden wanneer ze voldoende nauwkeurig is omschreven in de regeling. De regeling moet de te delegeren bevoegdheid vermelden. Uitgangspunt van de regeling is dat alle deelnemende gemeenten ook de bevoegdheid op de in dit artikel genoemde beleidsterreinen overdraagt. Uitgangspunt is dat er geen sprake is van een cafetariamodel. Nu Holland Rijnland in de fase van consolideren en realiseren zit, is het van belang dat dit ook tot uitdrukking komt bij dit artikel. Vandaar dat procesbegeleiding is toegevoegd aan de in dit artikel genoemde bevoegdheden. Het implementeren van beleid en aangaan van overeenkomsten is niet apart in de regeling opgenomen omdat voortvloeit uit de visie of het beleid dat op een bepaald beleidsterrein wordt vastgesteld voortvloeit. Met het programma van de Sociale Agenda ondersteunt het samenwerkingsorgaan de gemeenten binnen Holland Rijnland op het brede terrein van samenlevingsvraagstukken Pagina 2 van 8

30 Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland om te bereiken dat de kwaliteit, omvang en samenhang van voorzieningen in de regio van een goed niveau zijn. De samenwerking binnen de Sociale Agenda richt zich specifiek op de volgende onderdelen: 1. jeugd; 2. leerplicht en voortijdig schoolverlaten; 3. participatie arbeidsmarktbeleid; 4. maatschappelijke ondersteuning; 5. cultuur. De regionale sociale agenda beslaat een zeer breed terrein, van onderwijs en jeugdbeleid tot werk en inkomen, van zorg en welzijn tot cultuur. Op dit brede terrein heeft samenwerking tussen gemeenten meerwaarde wanneer het gaat om het aanpakken van maatschappelijke problemen die gemeentegrensoverschrijdend zijn, die erg complex zijn, waar schaalvoordelen behaald kunnen worden in de uitvoering of waar gemeenten door regionaal opererende organisaties en provincie worden aangesproken op het gezamenlijke beleid. Holland Rijnland vervult op deze onderwerpen veelal een platformfunctie. Binnen de sociale agenda is een goede traditie opgebouwd dat gemeenten samen initiatieven nemen en uitwerken, soms licht, soms zwaarder ondersteund vanuit Holland Rijnland en waarbij de besluitvorming na bespreking in het portefeuillehoudersoverleg in de betrokken colleges en raden). Op een beperkt aantal taken heeft Holland Rijnland een grotere beleidsmatige of coördinerende rol, te weten: voortijdig schoolverlaten, arbeidsmarktbeleid en preventie jeugdbeleid en het project ketenaanpak jeugd. De gemeenten van het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland, met uitzondering van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude, hebben de taken die voortvloeien uit de Leerplichtwet 1969 ondergebracht bij het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL). De taken genoemd in de Wet regels inzake regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC-functie) heeft de contactgemeente Leiden van de RMCregio Zuid-Holland Noord ondergebracht bij het Regionaal bureau leerplicht van Holland Rijnland. De gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude vallen hier niet onder omdat zij onderdeel uitmaken van de RMC regio Gouda. Bij de taken en bevoegdheden is niet apart een bepaling opgenomen over de bemoeienissen met de Greenport Ontwikkelingsmaatschappij. Deze vloeien voort uit de onder lid 8 genoemde Regionale Investeringsstrategie. Artikel 6 Besluitvormingsprocedure Dit artikel regelt dat het Dagelijks Bestuur een uitgebreide procedure volgt bij de voorbereiding, van de in artikel 5 genoemde plannen en overige maatregelen die betrekking hebben op sturende en ordenende taken en bevoegdheden, zoals deze worden benoemd in artikel 5 lid 4. Dit artikel is herschreven naar analogie van artikel 169 Gemeentewet. Zodoende is duidelijk dat deze procedure alleen gevolgd moet worden wanneer er sprake is van ingrijpende plannen. Onder ingrijpend zal in ieder geval verstaan moeten worden die beleidswijzigingen die politiek gevoelig liggen of beleid dat als gevolg van de wijziging een hele andere koers tot gevolg heeft. Mocht het Dagelijks bestuur in de voorbereiding van besluitvorm er niet voor gekozen hebben om toepassing te geven aan dit artikel, dan ligt hier een rol voor het portefeuillehoudersoverleg om het Dagelijks Bestuur te adviseren om alsnog de in dit artikel genoemde besluitvormingsprocedure te volgen. Artikel 7 Bevoegdheden Artikel 10, tweede lid van de wet bepaalt dat de regeling, waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld, aangeeft welke bevoegdheden de deelnemende gemeenten aan het Pagina 3 van 8

31 Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland openbaar lichaam toekennen. Bij de overdracht van de bevoegdheden behoren onder meer ook de bevoegdheden tot het indienen van zienswijze op het betreffende beleidsterrein. Verder is bepaald dat de regeling bepalingen kan inhouden omtrent de wijze waarop verandering kan worden gebracht in de toegekende bevoegdheden. Bevoegdheden kan een openbaar lichaam in de eerste plaats ontvangen van de deelnemende gemeenten (art. 30 Wgr). Deze worden door de gemeenten overgedragen zodat zij zelf niet langer over deze bevoegdheden beschikken. Naast door gemeenten overgedragen bevoegdheden heeft het openbaar lichaam van rechtswege de bevoegdheid om aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen (bijv. verwerven van goederen, benoemen van personeel). Gemeenten kunnen in de regeling op deze bevoegdheid wel beperkingen aanbrengen. Op de overdracht van bevoegdheden is afdeling van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)van toepassing wanneer het om de bevoegdheid tot het nemen van besluiten in de zin van artikel 1:3 Awb gaat. De deelnemende gemeenten kunnen de bevoegdheid niet meer zelf uitoefenen. De Wgr kent in het algemeen geen bevoegdheidsverdeling over de verschillende bestuursorganen. Er is slechts bepaald dat de voorzitter zowel het algemeen bestuur als het dagelijks bestuur voorzit en dat het algemeen bestuur aan het hoofd van de gemeenschappelijke regeling staat. Slechts ten aanzien van de bevoegdheid tot het vaststellen van de begroting en jaarrekening is in de Wgr vastgelegd dat deze bevoegdheden aan het Algemeen Bestuur toekomen en niet bij het Dagelijks Bestuur mogen worden neergelegd. Op grond van artikel 33 lid 1 Wgr komen de bevoegdheden, voor zover deze zijn overgedragen door raden toe aan het algemeen bestuur, die van het college aan het dagelijks bestuur en die van de burgemeester aan de voorzitter. Tot slot heeft een openbaar lichaam ook de bevoegdheden die behoren bij de bevoegdheden die door de gemeenten worden overgedragen, bijvoorbeeld het voeren van overleg met derden omtrent een overgedragen bevoegdheid. Ook aan deze bijbehorende bevoegdheden kunnen door de gemeenten, bij het overdragen van de bevoegdheid beperkingen worden gesteld. Artikel 8 Taken bestaande samenwerkingsverbanden De overgangsbepaling die bij de vaststelling van de regeling na de fusie tussen SDB en SLR blijft nog gehandhaafd in deze regeling aangezien onder meer het Landschapsbeleidsplan Duin- en Bollenstreek (vastgesteld door het SDB) nog van kracht is. Daarnaast is het RVVP destijds vastgesteld door de raden in de Duin- en Bollenstreek en door het AB van het SVVLR. Met ingang van 1 april 2010 zijn de gemeente Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude aangesloten bij Holland Rijnland. Daarnaast heeft de gemeente Kaag en Braassem, na de fusie tussen Alkemade en Jacobswoude er voor gekozen om definitief aan te sluiten bij Holland Rijnland. Evenals na de fusie tussen SDB en SLR is een voorziening getroffen voor de overgang c.q. voortzetting van de taken en diensten van het Rijnstreekberaad en/of de afzonderlijke gemeenten. Tot de harmonisatie tussen Holland Rijnland en de Rijnstreekgemeenten is afgerond is het nodig een bepaling in de Gemeenschappelijke regeling op te nemen. Artikel 9 Samenstelling Algemeen Gekozen is voor minimaal twee vertegenwoordigers per gemeente. Daarnaast kunnen gemeenten met meer dan inwoners, per hele eenheid van inwoners (naar boven afgerond), een extra vertegenwoordiger aanwijzen. Bij de aanvang van een nieuwe zittingsperiode dienen deze gemeenten aan te geven hoeveel vertegenwoordigers in het Algemeen Bestuur worden benoemd. Deze gemeenten kunnen er nl. voor kiezen Pagina 4 van 8

32 Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland om het aantal vertegenwoordigers te beperken tot twee. Uiteraard blijft het aantal stemmen per gemeente ongewijzigd. Om te voorkomen dat gemeenten met een laag inwoneraantal wel twee AB-leden willen afvaardigen, en hierdoor samen één stem is het minimum aantal stemmen per gemeente op twee gesteld. Dit heeft geen invloed op de stemverhoudingen. Het aantal AB-leden varieert derhalve van minimaal 24 tot maximaal 40. Het totaal van de leden in het algemeen bestuur is variabel. Tot nu toe maakte de tabel met het overzicht van het aantal leden en het aantal stemmen onderdeel uit van deze toelichting. Bij vaststelling van de nieuwe Gemeenschappelijke regeling met deze bijbehorende toelichting wordt de tabel als een bijlage gevoegd bij de toelichting. Deze bijlage kan dan bij elke wijziging dan op een eenvoudige wijze opnieuw worden vastgesteld. In het derde lid wordt het mogelijk gemaakt dat een AB-lid zich kan doen vervangen. Als ook diens plaatsvervanger niet aanwezig is, dan vervalt zijn/haar stem. Stemmen zijn dan ook niet overdraagbaar. Eventueel aanpassen na discussie in het AB Het spreekt voor zich dat indien een AB-lid tevens DB-lid zich in de vergadering van het AB als AB-lid kan doen laten vervangen. Voor de vervanging van de DB leden tijdens de vergadering van het AB geldt de onderlinge vervangingsregeling zoals deze door het DB is afgesproken. Artikel 10 Zittingperiode Aangezien het in de praktijk niet altijd mogelijk is voor gemeenteraden om in de eerste vergadering van een nieuwe raadsperiode de leden voor het Algemeen Bestuur te benoemen is deze bepaling ruimer geformuleerd in die zin dat de benoeming bij voorkeur in de eerste raadsvergadering plaatsvindt en anders zo snel mogelijk daarna. De gemeenteraden benoemen niet alleen de leden voor het Algemeen Bestuur, maar ook de plaatsvervangers. Dit is nu expliciet toegevoegd aan de leden 2 tot en met 7. Ten aanzien van de mededeling van wijzigingen binnen een gemeentelijke afvaardiging was het aan de colleges om dit te melden aan het Algemeen Bestuur. Aangezien de raden de leden en de plaatsvervangend leden benoemen, is het in het duale (gemeentelijke) stelsel meer voor de hand liggend dat deze mededeling door de voorzitter van de raad wordt gedaan. In de praktijk worden de mutaties oko doorgegeven door de griffier. Artikel 11 Vergaderingen Algemeen Bestuur Op grond van het tweede lid zijn besluiten aangenomen als meer dan 50% van de uitgebrachte stemmen voor het voorstel hebben gestemd. Door de wijze waarop deze bepaling is geformuleerd is er ruimte om ten aanzien van bepaalde besluiten een grotere meerderheid van stemmen eisen wil een besluit zijn aangenomen. In de Gemeenschappelijke regeling zelf, onder meer artikel 38, is bepaald ten aanzien van welke besluiten een zwaarder regime geldt. Artikel 12 Openbaarheid Vergaderingen De wettelijke bepalingen over de openbaarheid en de geheimhoudingsplicht zijn van toepassing. De vergaderingen van het Algemeen Bestuur zijn in beginsel openbaar. De deuren worden echter gesloten wanneer een vijfde gedeelte van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. Het Algemeen Bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren wordt vergaderd. In artikel 23 van de wet is de procedure over het opleggen van geheimhouding geregeld. Artikel 13 Informatie- en verantwoordingsplicht Door middel van de bepalingen in dit artikel worden enkele formele waarborgen gecreëerd voor uitvoering van het principe van verlengd lokaal bestuur. Aangegeven Pagina 5 van 8

33 Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland wordt dat leden van het Algemeen Bestuur te allen tijde door hun gemeente om informatie kunnen worden gevraagd en verantwoording moeten afleggen over de besluiten die zij nemen. De gemeente regelt zelf de wijze waarop dit gebeurt. Zie toelichting artikel 18. Het spreekt voor zich dat over datgene waarover geheimhouding op grond van de bepalingen uit de Gemeentewet is opgelegd, de leden van het Algemeen Bestuur geen informatie mogen verstrekken aan hun gemeente zolang de geheimhoudingsplicht geldt. Artikel 14 en 19 Vergoedingsregeling Het Algemeen Bestuur kan op grond van de artikelen 21 en 24, vierde lid van de wet, regels vaststellen met betrekking tot de in deze artikelen bedoelde vergoedingen en tegemoetkomingen in de gemaakte kosten. Als regels voor een vergoeding voor leden van het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur, bestuurscommissieleden en voor leden van het Portefeuillehoudersoverleg worden vastgesteld, dan dient dit te geschieden onder de in de wet genoemde randvoorwaarden. Artikel 15 Samenstelling Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de voorzitter en vijf tot acht leden die allen door en uit het midden van het Algemeen Bestuur worden gekozen. Het Algemeen Bestuur heeft daarbij vrijheid in de keuze van de leden van het Dagelijks Bestuur. In de gemeenschappelijke regeling zijn geen verdere bepalingen opgenomen m.b.t. de herkomst van de leden van het Dagelijks Bestuur. In de praktijk zal op basis van onderling overleg tussen de colleges van burgemeester en wethouders gekomen worden tot voordrachten in het Algemeen Bestuur. Artikel 16 Vergadering Dagelijks Bestuur In tegenstelling tot het Algemeen Bestuur geldt in het Dagelijks Bestuur niet het principe van gewogen stemmen, maar één stem per lid. Artikel 20 Algemene bepalingen voorzitter De voorzitter is voorzitter van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur. Hij/zij wordt aangewezen door en uit het Algemeen Bestuur. De voorzitter heeft stemrecht in zowel het Algemeen Bestuur als het Dagelijks Bestuur. Artikel 22 Bestuurscommissies Het Algemeen Bestuur kan een commissie instellen met het oog op de behartiging van een bepaald belang. Het is aan het Algemeen Bestuur om de bevoegdheden en de samenstelling van de commissie te regelen. De wijze waarop en de voorwaarden waaronder een bestuurscommissie kan worden ingesteld zijn geregeld in artikel 25 van de wet. Artikel 23 Vaste commissies van advies Door middel van dit artikel wordt de mogelijkheid gecreëerd voor de instelling van de portefeuillehoudersoverleggen. De vereisten waaraan voldaan moet worden zijn opgenomen in artikel 24 van de wet. Artikel 24 Andere commissies van advies Met de mogelijkheid tot het instellen van "andere commissies van advies" (zie artikel 24 Wet gemeenschappelijke regelingen aan het Dagelijks Bestuur of de voorzitter wordt een mogelijkheid geopend bijvoorbeeld de regionale urgentiecommissie in te stellen. Deze commissie heeft niet het karakter van een portefeuillehoudersoverleg of bestuurscommissie. Artikel 25 De secretaris/de controller De functie van controller is gekoppeld aan de functie van manager Middelen, Beheer en Control. De benoeming van het overige personeel, waaronder de manager Middelen, Beheer en Control geschiedt door het Dagelijks Bestuur. Om die reden is deze bepaling Pagina 6 van 8

34 Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland aangepast en vindt de benoeming van de controller niet langer meer plaats door het Algemeen Bestuur maar door het Dagelijks Bestuur. Artikel 28 Algemeen (Financiële bepalingen) Op basis van lid 1 zullen de regels worden gesteld met betrekking tot de inrichting van de financiële administratie. De in lid 2 bedoelde heffingen betreffen leges en heffingen voor verleende diensten. Artikel 29 Begroting De procedure voor de vaststelling van de begroting is vastgelegd in artikel 35 van de wet (de begroting wordt acht weken voor behandeling in het Algemeen Bestuur naar de gemeenteraden gezonden). Artikel 30 Verschuldigde betaling Aan dit artikel is een vijfde lid toegevoegd om de dagelijkse praktijk te formaliseren. Ook nu is het al zo dat indien een gemeente de gemeentelijke bijdrage niet tijdig betaald, hierover rente verschuldigd is. Artikel 30a Garantstelling Volgens de Circulaire aansprakelijkheid voor schulden van openbare lichamen op grond van de Wgr zijn de deelnemers aan een gemeenschappelijke regeling verplicht een daarbij opgericht openbaar lichaam van middelen te voorzien waardoor het de taken waartoe het is opgericht naar behoren kan vervullen. Daartoe behoren ook de financiële verplichtingen die het openbaar lichaam ter uitvoering van die taken is aangegaan. Daarnaast behoren tot de verplichte uitgaven van een openbaar lichaam de aflossing van schulden en renten en andere opeisbare schulden. Dit artikel is gebaseerd op deze Circulaire. Wanneer, zoals thans het voornemen is, Holland Rijnland in 2015 de markt op komt voor financiering is het essentieel dat de bepaling van garantstelling is opgenomen in de Gemeenschappelijke regeling. Wanneer dat niet het geval is, zal het voor het samenwerkingsorgaan veel duurder worden om financiering uit de markt te halen. Artikel 32 Begrotingswijziging In lid 1 wordt een zware procedure voorgeschreven (gelijk aan die voor een begroting) indien een begrotingswijziging niet budgettair neutraal is. Als de wijziging geen invloed heeft op de bijdrage van de gemeenten, dan volstaat ingevolge lid 2 een lichte procedure. In dat geval worden de raden niet ingeschakeld. Het voorstel wordt dan met de overige vergaderstukken voor de betreffende vergadering van het Algemeen Bestuur meegezonden. Artikel 36 Toetreding Voor toetreding van een gemeente is de instemming van tweederde van de gemeenten vereist. Artikel 37 Uittreding Voor uittreding van een gemeente is geen besluit van het Algemeen Bestuur nodig. Wel stelt het Algemeen Bestuur ter waarborging van de financiële belangen van het samenwerkingsorgaan een uittredingssom vast. Artikel 38 lid 3 Aangezien de Gemeenschappelijke regeling is aangegaan door de raden, colleges en burgemeester dienen deze bestuursorganen ook ieder afzonderlijk een besluit te nemen over een voorgestelde wijziging. Voor het wijzigen van taken en bevoegdheden zoals vastgelegd in artikel 5 en de wijziging van artikel 38 is unanimiteit van de deelnemende gemeenten vereist. Dit met het oog op de zwaarte van beide artikelen. Voor de overige wijzigingen van de regeling, die derhalve minder verstrekkende zijn dan wijziging van artikel 5 en artikel 38, is een gekwalificeerde meerderheid van 2/3 e van de Pagina 7 van 8

35 Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland deelnemende gemeenten vereist. Uiteraard dient naast een gekwalificeerde meerderheid t.a.v. de deelnemende gemeenteraden, colleges en burgemeester ook de meerderheid van het Algemeen Bestuur met het voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling in te stemmen. Artikel 40 Archief In de regeling wordt ten aanzien van het bewaren, de zorg en het beheren verwezen naar de bepalingen in de Archiefwet Artikel 41 Geschillen Beslechting van geschillen is in artikel 28 van de wet aan Gedeputeerde staten opgedragen. Artikel 44 Dit artikel geeft aan dat het gemeentebestuur van Leiden voor verzending van de regeling zorgt aan onder meer Gedeputeerde Staten. Pagina 8 van 8

36 Wijziging Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland (versie ) Artikel Huidige tekst Voorstel Toelichting wijziging Algemeen Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder: a. De regeling: deze gemeenschappelijke regeling; b. Het samenwerkingsorgaan: het openbaar lichaam, bedoeld in artikel 2 van de regeling; c. Een deelnemende gemeente: een aan de regeling deelnemende gemeente; d. Het gebied: het grondgebied van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude; e. Gedeputeerde staten: Gedeputeerde staten van Zuid- Holland; f. De wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen. Lid 2. Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van gemeente, de raad, burgemeester en wethouders en de burgemeester, onderscheidenlijk het samenwerkingsorgaan, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter. Lid 2 toegevoegd ter volledigheid. 1

37 Hoofdstuk 2 Openbaar lichaam Artikel 2 Openbaar lichaam Artikel 3 Samenstelling Hoofdstuk 3 Taken en bevoegdheden Artikel 4 Belangenbehartiging 1. Er is een openbaar lichaam genaamd: Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland. 2. Het openbaar lichaam is rechtspersoon als bedoeld in artikel 8, lid 1 van de wet en is gevestigd in Leiden. 3. In afwijking van lid 2 kan het Algemeen Bestuur een uitzondering maken wat betreft de vestigingsplaats. Het bestuur van het samenwerkingsorgaan bestaat uit: a. Het Algemeen Bestuur; b. Het Dagelijks Bestuur; c. De voorzitter 1. Het samenwerkingsorgaan heeft tot taak, vanuit de gedachte van verlengd lokaal bestuur en met inachtneming van wat verder in de regeling is bepaald, het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de gemeenten op de in artikel 5 genoemde beleidsterreinen die bepalend zijn voor een evenwichtige en voorspoedige ontwikkeling van het gebied. 2. De in het eerste lid genoemde taak omvat, met erkenning van de eigen bevoegdheden van de besturen van de gemeenten, het 4. Het rechtsgebied van het samenwerkingsorgaan omvat het grondgebied van de deelnemende gemeenten. 5. De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. 1. Het samenwerkingsorgaan heeft tot doel, vanuit de gedachte van verlengd lokaal bestuur en met inachtneming van wat verder in de regeling is bepaald, het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de gemeenten op de in artikel 5 genoemde beleidsterreinen die bepalend zijn voor een evenwichtige en voorspoedige ontwikkeling van het gebied. 2. De in het eerste lid genoemde belangenbehartiging omvat, met erkenning van de eigen bevoegdheden van de besturen Lid 1 t/m 3 blijft ongewijzigd, lid 4 en 5 zijn toegevoegd. Artikel blijft ongewijzigd Dit artikel is herschreven waarbij aansluiting is gezocht bij Focus N.B. er is geen sprake van een inhoudelijke aanpassing Lid 2 is ongewijzigd 2

38 3. gevraagd of ongevraagd adviseren over: a. Alle aangelegenheden, waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat zij voor de intergemeentelijke verhoudingen en ontwikkelingen van wezenlijk belang zijn; b. Aangelegenheden, waarvoor beraad door een of meer besturen van de deelnemende gemeenten wordt gewenst. a. Het samenwerkingsorgaan kan diensten verlenen ten behoeve van één of meer deelnemende gemeenten, indien deze gemeenten daarom verzoeken. Diensten kunnen ook aan andere gemeenten of organisaties worden verleend. b. Het Dagelijks Bestuur legt deze regeling voor instemming voor aan het Algemeen Bestuur. c. Het samenwerkingsorgaan kan diensten afnemen van een deelnemende gemeente, dit tegen nader overeen te komen voorwaarden. van de gemeenten, het gevraagd of ongevraagd adviseren over: a. Alle aangelegenheden, waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat zij voor de intergemeentelijke verhoudingen en ontwikkelingen van wezenlijk belang zijn; b. Aangelegenheden, waarvoor beraad door een of meer besturen van de deelnemende gemeenten wordt gewenst. 3. Naast de in het tweede lid bepaalde wordt in de belangenbehartiging zoals genoemd in het eerste lid onderscheid gemaakt in: a. Richtinggevend: waarin op regionaal niveau door het Algemeen Bestuur een eenduidige beleidslijn, visie of verordening wordt vastgesteld voor taken zoals genoemd in artikel 5; b. Platform: het bieden van een permanente onderhandelingstafel voor onderlinge afstemming tussen de deelnemende colleges. Waarbij op initiatief van één of meerdere gemeenten overleg en afstemming 3

39 4. plaats kan vinden over onderwerpen die niet behoren tot de in artikel 5 genoemde taken, waarbij regionale afstemming of gezamenlijk optrekken van meerwaarde is; c. Efficiency: indien aantoonbaar is dat door de gezamenlijke uitvoering van een aan de afzonderlijke gemeenten opgedragen taak een goedkoper en/of beter product kan worden geleverd. a. Het samenwerkingsorgaan kan diensten verlenen ten behoeve van één of meer deelnemende gemeenten dan wel andere organisaties, indien deze daarom verzoeken. Diensten kunnen ook aan andere gemeenten of organisaties worden verleend. b. Het Dagelijks Bestuur legt het verzoek tot het verlenen van een dienst voor instemming voor aan het Algemeen Bestuur. Toegevoegd aan lid 4 onder a: dan wel andere organisaties c. Het samenwerkingsorgaan Toegevoegd lid 4 onder c: 4

40 kan diensten afnemen van een deelnemende gemeente, dit tegen door het Dagelijks Bestuur nader overeen te komen voorwaarden. Bevoegdheid was niet expliciet toebedeeld, i.v.m. snelheid van handelen bij DB neergelegd. Artikel 5 Beleidsterreinen, taken en bevoegdheden Ter behartiging van de in artikel 4 lid 1 genoemde belangen voert het samenwerkingsorgaan de volgende taken uit: 1. Economische zaken, toerisme en recreatie het vaststellen en periodiek actualiseren van een: a. Regionale economische ontwikkelingsstrategie (REOS); b. Bedrijventerreinenstrategie; c. Regionale visie toerisme en recreatie. 2. Vervallen 3. Natuur en Landschap Het vaststellen en periodiek actualiseren van een landschapsbeleidsplan. 4. Ruimtelijke ordening Het vaststellen en periodiek actualiseren van een Regionaal Structuurplan (RSP)c.q. een regionale structuurvisie. 5. Verkeer en vervoer a. Het vaststellen en periodiek actualiseren van een Regionaal Verkeers- Ter behartiging van de in artikel 4 lid 1 genoemde belangen voert het samenwerkingsorgaan binnen de onderstaande beleidsterreinen de volgende taken uit: 1. Economische zaken, toerisme en recreatie het vaststellen, periodiek actualiseren en de procesbegeleiding van een: a bedrijventerreinenstrategie; b regionale visie toerisme en recreatie; c economische agenda; d kantorenstrategie; 2. Vervallen 3. Natuur en Landschap Het vaststellen, periodiek actualiseren, de procesbegeleiding van visies, beleidsplannen en programma s ten behoeve van regionale landschapsontwikkeling. 4. Ruimtelijke ordening Het vaststellen, periodiek actualiseren, de procesbegeleiding van visies, beleidsplannen en programma s ten behoeve van regionale ruimtelijke ontwikkelingen. 5. Verkeer en vervoer a Het vaststellen, periodiek In overleg met de Ruimtelijke en Sociale Agenda is dit artikel herschreven om zodoende zo nauwkeurig mogelijk aan te sluiten bij de praktijk. Nu Holland Rijnland in de fase van consolideren en realiseren zit, is het van belang dat dit ook tot uitdrukking komt bij dit artikel. Vandaar dat procesbegeleiding is toegevoegd (zie ook focus 2014). Lid 2 was al bij een eerdere wijziging komen te vervallen. 5

41 en Vervoersplan (RVVP); b. Het instellen en beheren van een regionaal mobiliteitsfonds; c. Het vaststellen en jaarlijks actualiseren van een regionaal prioriteiten- en investeringsprogramma. d. Het in stand houden van een collectief Vraagafhankelijk Vervoerssysteem (CVV). e. Het gestelde onder d is niet van toepassing op de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude tot deze gemeenten besluiten alsnog aan te sluiten bij het Collectief Vraagafhankelijk Vervoersysteem Holland Rijnland; f. De onder e genoemde gemeenten blijven buiten de kostentoedeling die gemoeid gaat bij de uitvoering van de taken gesteld onder d; g. De onder e genoemde gemeenten zijn niet bevoegd deel te nemen aan de besluitvorming die betrekking heeft op de onder d gestelde taken. b c d e actualiseren en implementeren van een Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (RVVP); Het in stand houden van een collectief Vraagafhankelijk Vervoerssysteem (CVV); Het gestelde onder b is niet van toepassing op de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude tot deze gemeenten besluiten alsnog aan te sluiten bij het Collectief Vraagafhankelijk Vervoersysteem van Holland Rijnland; De onder c genoemde gemeenten blijven tot het moment van aansluiting op dit beleidsterrein buiten de kostentoedeling die gemoeid gaat bij de uitvoering van de taken gesteld onder b; de onder c genoemde gemeenten zijn tot het moment van aansluiting op dit beleidsterrein niet bevoegd deel te nemen aan de besluitvorming die betrekking heeft op de onder b gestelde taken. 6. Wonen a. Het vaststellen en periodiek actualiseren van een: 1. Regionale woonvisie; 6

42 6. Wonen Het vaststellen en periodiek actualiseren van een: a. Regionale woonvisie; b. (Jaarlijks te actualiseren) regionale woningbouw- en herstructureringsprogramm ering; c. Een huisvestingsverordening als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Huisvestingswet vigerend voor die gemeenten waarvan de raad expliciet heeft besloten deze bevoegdheid aan de regeling te hebben overdragen; dan wel een modelhuisvestingsverordening als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Huisvestingswet vigerend voor die gemeenten waarvan de raad expliciet heeft besloten deze bevoegdheid vooralsnog niet aan de regeling te hebben overdragen, welke (model)huisvestingsverorde ning slechts regels stelt met betrekking tot het in gebruik geven van woonruimte als bedoeld in hoofdstuk II van de Huisvestingswet; d. Het sluiten van 2. Regionale woningbouw- en herstructureringsprogramm a; 3. Een huisvestingsverordening als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Huisvestingswet vigerend voor die gemeenten waarvan de raad expliciet heeft besloten deze bevoegdheid aan het samenwerkingsorgaan te hebben overdragen; dan wel een modelhuisvestingsverordening als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Huisvestingswet vigerend voor die gemeenten waarvan de raad expliciet heeft besloten deze bevoegdheid vooralsnog niet aan het samenwerkingsorgaan te hebben overdragen, welke (model) huisvestingsverordening slechts regels stelt met betrekking tot het in gebruik nemen of geven van woonruimte als bedoeld in hoofdstuk II van de Huisvestingswet; b. Het sluiten van overeenkomsten als bedoeld in artikel 4 van de Huisvestingswet voor die gemeenten die de 7

43 overeenkomsten als bedoeld in artikel 4 van de Huisvestingswet; e. Het (in regionaal verband) behartigen van de belangen en het uitvoeren van hetgeen aan burgemeester en wethouders is opgedragen in hoofdstuk V van de Huisvestingswet; f. Het beheren van door andere overheden te verstrekken woningbouwsubsidies, waaronder het uit het budgethouderschap van het Besluit Woninggebonden Subsidies 1992 (BWS), voortvloeiende verplichtingen. 7. Zorg, onderwijs, sociaalbeleid en welzijn a. Het vaststellen en periodiek actualiseren van een regionaal sociaal actieprogramma; b. De instandhouding van een Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland (RBL Holland Rijnland) dat belast is met de uitoefening van de door de colleges van burgemeester en wethouders, en de door de burgemeesters, voor wat betreft artikel 16 lid 2 van de Leerplichtwet 1969, van de deelnemende bevoegdheid expliciet hebben overgedragen; c. Het uitvoeren van hetgeen aan burgemeester en wethouders is opgedragen in hoofdstuk V van de Huisvestingswet; d. Het beheren van door andere overheden te verstrekken woningbouwsubsidies. 7. Sociale Agenda a. Het vaststellen en periodiek actualiseren van een regionaal programma voor de Sociale Agenda; b. De instandhouding van een Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland (RBL Holland Rijnland) dat belast is met de uitoefening van de Leerplichtwet 1969 c. Het bestrijding van het voortijdig schoolverlaten door middel van de uitoefening van de taken en bevoegdheden als bedoeld in artikel en artikel Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 118h en artikel 118i Wet op het voortgezet onderwijs, en artikel 162b en artikel 162c Wet op de expertisecentra; d. De regionale inkoop van volwasseneducatie in het kader van de Wet Oud Lid 7 sub d is vervallen omdat deze taak van rechtswege is komen te vervallen. 8

44 gemeenten aan het samenwerkingsorgaan overgedragen wettelijke taken en bevoegdheden als bedoeld in de Leerplichtwet 1969, die op grond van die wet aan de desbetreffende colleges van burgemeester en wethouders zijn toegekend. En dat tevens belast is met de bestrijding van het voortijdig schoolverlaten door middel van de uitoefening van de door de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten aan het samenwerkingsorgaan overgedragen uitvoering van taken en bevoegdheden als bedoeld in artikel en artikel Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 118h en artikel 118i Wet op het voortgezet onderwijs, en artikel 162b en artikel 162c Wet op de expertisecentra; c. De uitvoering van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs; d. De uitvoering van de educatieve component van het inburgeringbeleid voor nieuwkomers en de Participatiebudget; e. Deelname aan interregionaal overleg met de gezamenlijke gemeenten in de andere samenwerkingsgebieden in de regio van het Regionaal Platform Arbeidsmarkt Rijn- Gouwe; f. Het onder b en c gestelde is niet van toepassing op de gemeenten Alphen aan den rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude tot deze gemeenten besluiten de onder sub b en c genoemde taken en bevoegdheden over te dragen aan het samenwerkingsorgaan; g. De onder f bedoelde gemeenten blijven buiten de kostentoedeling voor de onder b en c genoemde taken; h. De onder f bedoelde gemeenten zijn niet bevoegd deel te nemen aan de besluitvorming over de onder b en c genoemde taken. 8. Regionale Investeringsstrategie Het instellen en beheren van het Regionaal Investeringsfonds Holland Rijnland. 9. Subsidies a. Het samenwerkingsorgaan is bevoegd tot het ontvangen van subsidies en het verlenen van Door het opnemen van deze bevoegdheid is de grondslag voor het 9

45 afrekening voor de educatieve- en welzijnscomponent; e. Deelname aan interregionaal overleg met de gezamenlijke gemeenten in de andere samenwerkingsgebieden in de regio van het Regionaal Platform Arbeidsmarkt Rijn- Gouwe; f. Het onder b gestelde is niet van toepassing voor de gemeenten waarvan de colleges van burgemeester en wethouders, en de door de burgemeesters, voor wat betreft artikel 16 lid 2 van de Leerplichtwet 1969, van de deelnemende gemeenten aan het samenwerkingsorgaan de wettelijke taken niet hebben overgedragen; g. De onder f bedoelde gemeenten blijven buiten de kostentoedeling voor de onder b genoemde taken; h. De onder f bedoelde gemeenten zijn niet bevoegd deel te nemen aan de besluitvorming over de onder b genoemde taken. 8. Regionale Investeringsstrategie Het instellen en beheren van het Regionaal Investeringsfonds Holland Rijnland. subsidies voor wat betreft de taken en bevoegdheden zoals deze in dit artikel zijn opgenomen. b. Het samenwerkingsorgaan stelt daartoe een Algemene subsidieverordening vast met in achtneming van het bepaalde in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht. ontvangen en verstrekken van subsidies gewaarborgd. De onder sub b bedoelde subsidieverordening is door het Algemeen Bestuur van 14 december 2011 vastgesteld. 10

46 artikel 6 Bijzondere besluitvormingsprocedure 1. Bij het vaststellen van een ontwerp van plannen en overige maatregelen (daaronder tevens begrepen programma s, en richtlijnen), betrekking hebbend op de sturende en ordenende taken en bevoegdheden, pleegt het Dagelijks Bestuur, voor zover geen andere wettelijke voorschriften gelden, overleg met de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten en met de daarvoor in aanmerking komende besturen, instellingen, diensten en personen. Van dit overleg wordt verslag gedaan in een bijlage bij dit ontwerp. 2. Het Dagelijks Bestuur stelt het ontwerp van een plan, als bedoeld in het eerste lid, voorlopig vast en zendt dit ontwerp aan de raden van de deelnemende gemeenten, die hun beschouwingen binnen 12 weken ter kennis brengen van het Algemeen Bestuur. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de informatievoorziening en het maken van afspraken ten behoeve van de inspraak over een ontwerpplan. 3. Zo spoedig mogelijk na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn, beslist het Algemeen Bestuur omtrent de vaststelling van het plan. Indien 1. Het Algemeen Bestuur stelt verordeningen, plannen en overige maatregelen die ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor het samenwerkingsorgaan dan wel de deelnemende gemeenten, slechts vast nadat het Dagelijks Bestuur de deelnemende raden of colleges, ieder voor zover het de oorspronkelijke bevoegdheid betreft, in de gelegenheid heeft gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het Algemeen Bestuur te brengen; Lid 1 zo geformuleerd dat het artikel alleen van toepassing is op ingrijpende plannen. Nu is het vaak onduidelijk wanneer deze procedure moet worden gevolgd. Lid 2 tot en met 4 blijven ongewijzigd. 11

47 Artikel 7 Bevoegdheden in en buiten rechten tegen het ontwerpplan bedenkingen zijn ingediend of het Algemeen Bestuur bij het vaststellen van het plan afwijkt van het ontwerp, wordt het besluit tot vaststelling met redenen omkleed. 4. Het plan wordt terstond na de vaststelling medegedeeld aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan gedeputeerde staten. 1. De bestuursorganen van het samenwerkingsorgaan komen alle bevoegdheden toe die het openbaar lichaam van rechtswege bezit om als rechtspersoon aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen. 2. Aan de bestuursorganen van het samenwerkingsorgaan behoren met betrekking tot de overgedragen taken alle aan de gemeentebesturen toekomende bevoegdheden, voor zover niet bij de regeling of de wet uitgezonderd. Het Algemeen Bestuur regelt voor zover nodig de verhouding van de op grond van dit lid toegekende bevoegdheden tot die van de besturen van de deelnemende gemeenten. 3. Het samenwerkingsorgaan kan deelnemen aan gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in de artikelen 93 en Het plan wordt terstond na de vaststelling medegedeeld aan de raden van de deelnemende gemeenten en voor zover het een door burgemeester en wethouders overgedragen bevoegdheid betreft eveneens aan de colleges van burgemeester en wethouders. Artikel blijft ongewijzigd 12

48 Artikel 8 Taken bestaande samenwerkingsverbanden van de Wet. Alvorens daartoe een ontwerpbesluit aan het Algemeen Bestuur voor te leggen, consulteert het Dagelijks Bestuur de raden van de deelnemende gemeenten. 1. Taken als bedoeld in artikel 4 eerste lid, onverminderd het bepaalde in artikel 5, daaronder begrepen de daaraan verbonden rechten, plichten en risico s, voor zover deze op de datum van inwerkingtreding van deze regeling werden uitgeoefend door het Samenwerkingsorgaan Duin- en Bollenstreek (SDB), het samenwerkingsorgaan Leidse Regio (SLR), het Samenwerkingsorgaan Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting Leidse Regio (het SROVLR), het Samenwerkingsorgaan Verkeer en Vervoer Leidse Regio (het SVVLR), de Gemeenschappelijke regeling Volwasseneneducatie Leidse Regio (GRVE LR) en het Intergemeentelijk Overleg Werk en Inkomen Leidse Regio (W&I LR), worden op voorhand door het samenwerkingsorgaan onder dezelfde voorwaarden, voor rekening en risico van de deelnemers aan de eerder genoemde samenwerkingsverbanden voortgezet: a. Zolang geen afwikkeling en verdeling van de 1. De belangenbehartiging als bedoeld in artikel 4 eerste lid, onverminderd het bepaalde in artikel 5, daaronder begrepen de daaraan verbonden rechten, plichten en risico s, voor zover deze op de datum van inwerkingtreding van deze regeling werden uitgeoefend door het Samenwerkingsorgaan Duin- en Bollenstreek (SDB), het samenwerkingsorgaan Leidse Regio (SLR), het Samenwerkingsorgaan Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting Leidse Regio (het SROVLR), het Samenwerkingsorgaan Verkeer en Vervoer Leidse Regio (het SVVLR), de Gemeenschappelijke regeling Volwasseneneducatie Leidse Regio (GRVE LR) en het Intergemeentelijk Overleg Werk en Inkomen Leidse Regio (W&I LR), worden op voorhand door het samenwerkingsorgaan onder dezelfde voorwaarden, voor rekening en risico van de deelnemers aan de eerder genoemde samenwerkingsverbanden voortgezet: a. Zolang geen afwikkeling en verdeling van de bestaande Alhoewel het lijkt dat deze bepaling nu overbodig is, moet deze er toch in blijven staan omdat o.a. het landschapsbeleidsplan Duin- en Bollenstreek nog doorloopt en het RVVP destijds is vastgesteld door raden Duin- en Bollenstreek en het AB SVVLR. In navolging van de andere formulering van artikel 4 is in dit artikel de taken als bedoeld in artikel 4 eerste lid gewijzigd in de belangenbehartiging als bedoeld in artikel 4 eerste lid. 13

49 bestaande rechten, plichten en risico s ten laste van de deelnemers aan de betreffende samenwerkingsverbanden (SDB, SLR, SROVLR, SVVLR, GRVE LR en W&I LR), door een extern onafhankelijk deskundige vastgesteld, t.a.v. deze taken heeft plaatsgevonden; b. Totdat t.a.v. de wijze en omvang van de uitoefening van de bovengenoemde taken door het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan nader is beslist. 2. Taken als bedoeld in artikel 4 eerste lid, onverminderd het bepaalde in artikel 5, daaronder begrepen de daaraan verbonden rechten, plichten en risico s, voor zover deze voor de datum van inwerkingtreding van deze wijziging werden uitgeoefend door Holland Rijnland respectievelijke door de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop, Rijnwoude alsmede de gemeente Kaag en Braassem als zijn de rechtsopvolger van de gemeente Jacobswoude dan wel door het Rijnstreekberaad worden op voorhand door Holland Rijnland respectievelijk door de rechten, plichten en risico s ten laste van de deelnemers aan de betreffende samenwerkingsverbanden (SDB, SLR, SROVLR, SVVLR, GRVE LR en W&I LR), door een extern onafhankelijk deskundige vastgesteld, t.a.v. deze taken heeft plaatsgevonden; b. Totdat t.a.v. de wijze en omvang van de uitoefening van de bovengenoemde taken door het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan nader is beslist. 2. De belangenbehartiging als bedoeld in artikel 4 eerste lid, onverminderd het bepaalde in artikel 5, daaronder begrepen de daaraan verbonden rechten, plichten en risico s, voor zover deze voor de datum van inwerkingtreding van de vierde wijziging van deze regeling werden uitgeoefend door Holland Rijnland respectievelijke door de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop, Rijnwoude alsmede de gemeente Kaag en Braassem als zijn de rechtsopvolger van de gemeente Jacobswoude dan wel door het Rijnstreekberaad worden op voorhand door Holland Rijnland respectievelijk door de In het tweede lid is nog een technische aanpassing doorgevoerd door expliciet te verwijzen naar de vierde wijziging van de Gemeenschappelijke regeling. 14

50 Hoofdstuk 4 Algemeen Bestuur Artikel 9 Samenstelling Algemeen Bestuur vorengenoemde gemeenten dan wel het Rijnstreekberaad onder dezelfde voorwaarden, voor rekening en risico voortgezet totdat t.a.v. de wijze en omvang van de uitoefening van de bovengenoemde taken door het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan nader is beslist. 1. De raad van iedere deelnemende gemeente wijst twee raads- en/of collegeleden aan als leden van het Algemeen Bestuur. Daarnaast kunnen gemeenten met meer dan inwoners, per hele eenheid van inwoners (naar boven afgerond), een extra vertegenwoordiger aanwijzen. 2. Bij de aanvang van een nieuwe zittingsperiode geven gemeenteraden aan met hoeveel AB leden de onderscheiden gemeenten in het Algemeen Bestuur worden vertegenwoordigd. 3. Voor de overeenkomstig het eerste lid aangewezen leden van het Algemeen Bestuur wijst de gemeenteraad plaatsvervangende leden aan uit zijn midden of uit het college van burgemeester en wethouders. Een plaatsvervangend lid treedt op bij verhindering of afwezigheid van een lid van het Algemeen Bestuur. 4. De bepalingen van de regeling met vorengenoemde gemeenten dan wel het Rijnstreekberaad onder dezelfde voorwaarden, voor rekening en risico voortgezet totdat t.a.v. de wijze en omvang van de uitoefening van de bovengenoemde taken door het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan nader is beslist. 15

51 betrekking tot de leden van het Algemeen Bestuur zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangende leden. 5. Bij de besluitvorming beschikt elke deelnemende gemeente over één stem per inwoners, afgerond naar boven, vermenigvuldigt met de factor 2. De waarde van een uitgebrachte stem wordt bepaald door het aantal leden dat op grond van het eerste lid door de raden is aangewezen. 6. Onder het aantal inwoners van een gemeente wordt verstaan de door het Centraal Bureau voor de Statistiek per 1 januari van het lopende jaar openbaar gemaakte bevolkingscijfers. 7. Indien de leden van een gemeente door wijziging van het inwoneraantal een groter dan wel een kleiner stemgewicht krijgen, wordt daaraan bij de eerstvolgende periode als bedoeld in artikel 10 tweede lid toepassing gegeven. 8. Het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, door of vanwege het bestuur van het samenwerkingsorgaan aangesteld of aaraan ondergeschikt. Met ambtenaar worden voor de toepassing van deze bepaling gelijkgesteld zij die in dienst van het samenwerkingsorgaan op 5. Bij de besluitvorming beschikt elke deelnemende gemeente over één stem per inwoners, afgerond naar boven, vermenigvuldigt met de factor 2. De verdeling van de stemmen binnen een gemeentelijke afvaardiging vindt plaats overeenkomstig het door de betreffende gemeenteraad daartoe genomen raadsbesluit. Bij het vijfde lid wordt duidelijker geformuleerd dat het aan de raad van een deelnemende gemeente is om te bepalen op welke wijze het aan een gemeente toebedeelde aantal stemmen onderling tussen de door die gemeente afgevaardigde AB leden wordt verdeeld. 16

52 Artikel 10 Zittingsperiode arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn. 1. Het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur eindigt met ingang van de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt. Artikel 13 lid 2 van de wet is van overeenkomstige toepassing. 2. De raden van de deelnemende gemeenten benoemen in de eerste vergadering van de nieuwe zittingsperiode de door hen aan te wijzen leden van het Algemeen Bestuur. Aftredende leden kunnen opnieuw als lid worden aangewezen. 3. Indien de raad van een deelnemende gemeente niet kan voldoen aan het bepaalde in het tweede lid, blijven de door hem aangewezen leden van het Algemeen Bestuur, die hadden moeten aftreden, als zodanig fungeren, totdat die gemeenteraad nieuwe leden heeft aangewezen. Een uitzondering hierop is de situatie dat de betreffende leden geen deel meer uitmaken van het gemeentebestuur. In dat geval ontstaat een vacature die tijdelijk niet door de betreffende gemeente wordt opgevuld. 4. De raad van een gemeente kan een lid, door hem aangewezen, indien dit het vertrouwen van de raad niet meer bezit, te allen tijde ontslaan. Burgemeester en 1. Het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur eindigt met ingang van de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt, dan wel op grond van artikel 13 lid 2 van de wet. 2. De raden van de deelnemende gemeenten benoemen in bij voorkeur de eerste vergadering van de nieuwe zittingsperiode of zo snel als mogelijk de door hen aan te wijzen leden en plaatsvervangende leden van het Algemeen Bestuur. Aftredende leden kunnen opnieuw als lid worden aangewezen. 3. Indien de raad van een deelnemende gemeente niet kan voldoen aan het bepaalde in het tweede lid, blijven de door hem aangewezen leden of plaatsvervangend leden van het Algemeen Bestuur, die hadden moeten aftreden, als zodanig fungeren, totdat die gemeenteraad nieuwe leden of plaatsvervangende leden heeft aangewezen. Een uitzondering hierop is de situatie dat de betreffende leden geen deel meer uitmaken van het gemeentebestuur. In dat geval ontstaat een vacature die tijdelijk niet door de betreffende gemeente wordt opgevuld. 4. De raad van een gemeente kan Lid 1 is alleen tekstueel gewijzigd. In lid 2 stond vermeld dat de leden in de eerste vergadering van de nieuwe raadsperiode moeten worden benoemd, dit is in de praktijk niet altijd mogelijk. Om die reden is het betreffende lid ruimer geformuleerd in die zin dat de benoeming bij voorkeur in de eerste raadsvergadering plaatsvindt en anders zo snel mogelijk daarna. In de leden 2 t/m 7 worden de plaatsvervangende leden toegevoegd. Ten aanzien van de mededeling van wijzigingen binnen gemeentelijke afvaardigingen was het aan de colleges om dit te melden aan het Algemeen Bestuur. Aangezien de raden de leden en plaatsvervangende leden benoemen, is het in 17

53 wethouders doen daarvan onmiddellijk mededeling aan de voorzitter. 5. Indien tussentijds een plaats van een lid van het Algemeen Bestuur vacant of beschikbaar komt, wijst de betreffende gemeenteraad, in haar eerstvolgende vergadering of, indien dit niet mogelijk is, ten spoedigste een nieuw lid aan. 6. Van elke aanwijzing tot lid van het Algemeen Bestuur geven burgemeester en wethouders van de gemeenten binnen twee weken hiervan kennis aan de voorzitter. 7. Een lid van het Algemeen Bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Het ontslag wordt medegedeeld aan het Algemeen Bestuur en aan de gemeenteraad die het lid heeft aangewezen. 8. Een lid van het Algemeen Bestuur dat ontslag heeft genomen blijft zijn functie waarnemen totdat zijn/haar opvolger is aangewezen en deze de aanwijzing heeft aanvaard. 9. Indien een gemeente overeenkomstig het bepaalde in artikel 36 tot de gemeenschappelijke regeling is toegetreden, benoemt de raad van die gemeente in de eerste vergadering, volgend op de inwerkingtreding van de toetreding, de door hem aan te wijzen leden van het Algemeen Bestuur. een lid of plaatsvervangend lid, door hem aangewezen, indien dit het vertrouwen van de raad niet meer bezit, te allen tijde ontslaan. De voorzitter van de betreffende gemeenteraad doet daarvan onmiddellijk mededeling aan de voorzitter. 5. Indien tussentijds een plaats van een lid of plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur vacant of beschikbaar komt, wijst de betreffende gemeenteraad, in haar eerstvolgende vergadering of, indien dit niet mogelijk is, ten spoedigste een nieuw lid of plaatsvervangend lid aan. 6. Van elke aanwijzing tot lid of plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur geeft de voorzitter van de betreffende raad binnen twee weken hiervan kennis aan de voorzitter. 7. Een lid of plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Het ontslag wordt medegedeeld aan het Algemeen Bestuur en aan de gemeenteraad die het lid heeft aangewezen. 8. Een lidof plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur dat ontslag heeft genomen blijft, met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 van de wet zijn functie waarnemen totdat zijn/haar opvolger is aangewezen en deze de aanwijzing heeft aanvaard. het duale (gemeentelijke) stelsel meer voor de hand liggend dat deze mededeling door de voorzitter van de raad wordt gedaan. In de praktijk worden mutaties ook doorgegeven door de griffier. Lid 9 blijft ongewijzigd. 18

54 Artikel 11 Vergadering Algemeen Bestuur 1. In aanvulling op artikel 22 van de wet juncto artikel 17 van de Gemeentewet vergadert het Algemeen Bestuur jaarlijks tenminste vier maal. 2. De artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Gemeentewet zijn van toepassing op het houden en de orde van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur. 3. Voor zover bij of krachtens deze regeling niet anders is bepaald, worden besluiten van het Algemeen Bestuur genomen bij meerderheid van het aantal stemmen in het Algemeen Bestuur. 4. De openbare kennisgeving als bedoeld in artikel 19 van de Gemeentewet geschiedt op verzoek van de voorzitter door de burgemeesters van de deelnemende gemeenten op de aldaar gebruikelijke wijze. 5. De agenda en de daarbij behorende vergaderstukken worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste twee weken voor het houden van de vergadering, aan de leden van het Algemeen Bestuur verzonden. Blijft ongewijzigd Artikel 12 Openbaarheid 1. Ten aanzien van de openbaarheid van vergaderingen van het Algemeen Bestuur en het opleggen van een geheimhoudingsplicht zijn Blijft ongewijzigd 19

55 Artikel 13 Informatie- en verantwoordingsplicht de artikelen 22 en 23 van de wet van overeenkomstige toepassing. 2. In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of besloten over: a. Het vaststellen dan wel wijzigen van de begroting; b. Het vaststellen van de rekening; c. Het wijzigen dan wel opheffen van de regeling. 1. Het Algemeen Bestuur geeft zo spoedig mogelijk maar in ieder geval binnen drie maanden aan de raden van de deelnemende gemeenten de door één of meer leden van die raden schriftelijk gevraagde inlichtingen, waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang. 2. Het Algemeen Bestuur geeft aan de raden van de deelnemende gemeenten ongevraagd alle inlichtingen die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig zijn. 3. Een lid van het Algemeen Bestuur is aan de gemeenteraad, die hem/haar als lid heeft aangewezen, verantwoording verschuldigd voor het door hem/haar in het Algemeen Bestuur gevoerde beleid. Het afleggen van verantwoording geschiedt volgens, door de betrokken gemeenteraad Blijft ongewijzigd 20

56 Artikel 14 Vergoedingen Hoofdstuk 5 Het Dagelijks Bestuur Artikel 15 Samenstelling Dagelijks Bestuur nader te stellen regels. 4. Besturen van de deelnemende gemeenten zijn gehouden het samenwerkingsorgaan kennis te geven van de bij hen in voorbereiding zijnde plannen en/of maatregelen op het taakgebied van het samenwerkingsorgaan, voor zover deze redelijkerwijs van belang kunnen zijn voor het functioneren van het samenwerkingsorgaan. Het Algemeen Bestuur kan een tegemoetkoming in de kosten en/of een vergoeding voor de werkzaamheden van leden van het Algemeen Bestuur vaststellen. Artikel 21 van de wet is hierop van toepassing. 1. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit vijf tot acht leden, te weten de voorzitter en vier tot zeven andere leden. Deze vier tot zeven andere leden worden door en uit het Algemeen Bestuur aangewezen en dienen voort te komen uit de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten. 2. Het Algemeen Bestuur wijst in de eerste vergadering van elke zittingsperiode de leden van het Dagelijks Bestuur aan. 3. Een lid van het Dagelijks Bestuur kan, in geval van tijdelijke Blijft ongewijzigd 21

57 afwezigheid, worden vervangen door een ander lid van het Dagelijks Bestuur of, indien dit niet mogelijk is, door een door het Algemeen Bestuur uit zijn midden aan te wijzen lid. Deze tijdelijke vervanging kan ook plaatshebben indien een lid van het Dagelijks Bestuur het voorzitterschap waarneemt. 4. De leden van het Dagelijks Bestuur treden als lid van dat bestuur af met ingang van de dag, waarop de zittingsperiode van het Algemeen Bestuur afloopt. Zij blijven hun functie evenwel waarnemen tot het tijdstip waarop het Algemeen Bestuur een nieuw Dagelijks Bestuur heeft aangewezen. Een uitzondering hierop is de situatie dat de betreffende leden, uitgezonderd de voorzitter, geen deel meer uitmaken van het college van burgemeester en wethouders. 5. Een lid van het Dagelijks Bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. 6. Degene die tussentijds ophoudt lid van het Algemeen Bestuur te zijn, houdt tevens op lid van het Dagelijks Bestuur te zijn. 7. Indien tussentijds een plaats in het Dagelijks Bestuur vacant komt, wijst het Algemeen Bestuur, een nieuw lid aan. 22

58 Artikel 16 Vergadering Dagelijks Bestuur 8. Een lid van het Dagelijks Bestuur kan door het Algemeen Bestuur worden ontslagen, indien dit lid het vertrouwen van het Algemeen Bestuur niet meer bezit. Artikel 49 en artikel 50 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. Op het ontslagbesluit is artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. 1. Het Dagelijks Bestuur vergadert zo dikwijls naar gelang de voorzitter of tenminste twee leden dit nodig achten. 2. In de vergadering van het Dagelijks Bestuur heeft elk lid één stem. 3. De agenda en de daarbij behorende vergaderstukken worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tien dagen voor het houden van de vergadering, aan de leden van het Dagelijks Bestuur, alsmede de gemeenten die niet in het Dagelijks Bestuur vertegenwoordigd zijn, toegezonden. 4. Op de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur zijn de artikelen 54 tot en met 59 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. 5. In de eerste vergadering van elke Lid 8 komt te vervallen aangezien dit al wordt geregeld in artikel 18 lid 3 23

59 Artikel 17 Bevoegdheden Dagelijks Bestuur zittingsperiode en de eerste vergadering na een wijziging in de samenstelling van het Dagelijks Bestuur, maken de leden van het Dagelijks Bestuur onderling afspraken omtrent de portefeuilleverdeling en over de onderlinge plaatsvervanging. Deze afspraken worden medegedeeld aan het Algemeen Bestuur en aan de deelnemende gemeenten. 6. Gelijktijdig met het gestelde onder 5 legt het Dagelijks Bestuur aan het Algemeen Bestuur een voorstel voor, inzake de invulling van het voorzitterschap. 1. Het Dagelijks Bestuur is belast met de dagelijkse leiding van het samenwerkingsorgaan. Hiertoe behoort in elk geval: a. Het voorbereiden van al hetgeen aan het Algemeen Bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd; b. Het uitvoeren van besluiten van het Algemeen Bestuur; c. Het beheer van de gelden van het samenwerkingsorgaan; d. De zorg, voor zover deze niet aan anderen toekomt, voor de controle op het geldelijk beheer en de Voorgesteld wordt om lid 6 te laten vervallen omdat de aanwijzing van de voorzitter al geregeld is in artikel 20 lid 1 van deze Gemeenschappelijke regeling. De rest van dit artikel blijft ongewijzigd. Alhoewel het al niet gebruikelijk is om deze bevoegdheid te delegeren en het ook wettelijk gezien niet altijd is toegestaan is er voor de volledigheid voor gekozen om deze bepaling toch toe te voegen. 24

60 boekhouding; e. Het nemen van alle conservatoir maatregelen zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit; f. Het houden van toezicht op alles wat het samenwerkingsorgaan aangaat; g. Het binnen het kader van de door het Algemeen Bestuur vastgestelde formatie van het personeel benoemen, schorsen en ontslaan van het personeel van het samenwerkingsorgaan. 2. Het Dagelijks Bestuur oefent, indien en voor zover het Algemeen Bestuur daartoe besluit en naar de door deze te stellen regels, de aan het Algemeen Bestuur toekomende bevoegdheden uit, met uitzondering van: a. Het vaststellen, dan wel wijziging van de begroting; b. Het vaststellen van de rekening; c. Het vaststellen van regels met betrekking tot de organisatie van de administratie en het beheer van vermogenswaarden; d. Het vaststellen van regels met betrekking tot de Lid 2 sub g Algemeen verbindende voorschriften, verordeningen en beleidsregels voor zover het betreft een door de deelnemende gemeenteraden overgedragen bevoegdheid. 25

61 Artikel 18 Informatie en verantwoordingsplicht Dagelijks Bestuur controle op de administratie en het beheer van vermogenswaarden; e. Het vaststellen van een organisatieverordening als bedoeld in artikel 26; f. Benoeming, schorsing en ontslag van de secretaris. 1. De leden van het Dagelijks Bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur verantwoording verschuldigd voor het door het Dagelijks Bestuur gevoerde beleid. 2. De leden van het Dagelijks Bestuur geven, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het Dagelijks Bestuur te voeren en gevoerde beleid nodig is. Zij geven tezamen, dan wel afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur, wanneer dit bestuur of leden daarvan hierom verzoeken, binnen acht weken alle gevraagde inlichtingen, een en ander voor zover zulks niet in strijd is met het openbaar belang. 3. Het Algemeen Bestuur kan een lid van het Dagelijks Bestuur als zodanig ontslag verlenen indien deze het vertrouwen van het Algemeen Bestuur niet meer bezit. Omtrent een dergelijk ontslag zijn artikel 49 en 50 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Aan lid 3 toevoegen: Op het ontslagbesluit is artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. 26

62 Artikel 19 Vergoedingen Hoofdstuk 6 De voorzitter Artikel 20 Algemene bepalingen Artikel 21 Taken en bevoegdheden Het Algemeen Bestuur kan een tegemoetkoming in de kosten en/of een vergoeding voor de werkzaamheden van leden van het Dagelijks Bestuur vaststellen. Artikel 21 van de Wet is hierop van toepassing. 1. De voorzitter van het Algemeen en Dagelijks Bestuur wordt door het Algemeen Bestuur uit zijn midden aangewezen. De voorzitter dient voort te komen uit het college van burgemeester en wethouders van een der deelnemende gemeenten. 2. De aanwijzing van de voorzitter vindt plaats in de eerste vergadering van het Algemeen Bestuur in de nieuwe samenstelling. 3. Bij verhindering of afwezigheid wordt de voorzitter vervangen door een hiertoe door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen lid van dit bestuur. 1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en van het Dagelijks Bestuur. 2. De voorzitter tekent de stukken die van het Algemeen Bestuur en van 2. De voorzitter tekent de stukken die van het Algemeen Bestuur en van Blijft ongewijzigd Blijft ongewijzigd Bij lid 2 wordt de Artikel 75 tweede lid van de 27

63 Hoofdstuk 7 Commissies Artikel 22 Bestuurscommissies het Dagelijks Bestuur uitgaan. Artikel 75, tweede lid van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing. 3. De voorzitter vertegenwoordigt het samenwerkingsorgaan in en buiten rechte. Indien de voorzitter behoort tot het bestuur van een deelnemende gemeente die partij is in een geding waarbij het samenwerkingsorgaan betrokken is, oefent een ander door en uit het Dagelijks Bestuur aan te wijzen lid deze bevoegdheid uit. Degene die bevoegd is het samenwerkingsorgaan in en buiten rechte te vertegenwoordigen, kan deze vertegenwoordiging opdragen aan een door hem/haar aan te wijzen gemachtigde. 1. Het Algemeen Bestuur kan op voorstel van het Dagelijks Bestuur bestuurscommissies instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen en/of commissies waarvan de behartiging van de (deel)belangen van een deel van het samenwerkingsgebied is opgedragen, instellen. 2. Lid en voorzitter van de bestuurscommissie is het lid van het Dagelijks Bestuur dat de belangen waarvoor de bestuurscommissie is ingesteld in beheer heeft. het Dagelijks Bestuur uitgaan. Gemeentewet kan is van overeenkomstige toepassing geschrapt omdat dit artikel uit de Gemeentewet is komen te vervallen. Blijft ongewijzigd 28

64 Artikel 23 Vaste commissies van advies 3. Artikel 25 van de wet is van overeenkomstige toepassing. 1. Het Algemeen Bestuur kan op voorstel van het Dagelijks Bestuur of van de voorzitter, vaste commissies van advies, portefeuillehoudersoverleggen genoemd, instellen. 2. De leden van het portefeuillehouders-overleg worden aangewezen door en uit het college van burgemeester en wethouders van elk van de deelnemende gemeenten. 3. Lid en voorzitter van het portefeuillehouders-overleg is het lid van het Dagelijks Bestuur dat de belangen waarvoor het portefeuillehoudersoverleg is ingesteld in beheer heeft. 4. Het portefeuillehoudersoverleg bespreekt de ontwikkelingen op zijn werkterrein en brengt gevraagd en ongevraagd adviezen uit aan het Dagelijks Bestuur. 5. Indien een advies van het portefeuillehoudersoverleg een aangelegenheid betreft die ter beslissing aan het Algemeen Bestuur wordt voorgelegd, brengt het Dagelijks Bestuur het advies bij zijn voorstel ter kennis aan het Algemeen Bestuur. 6. Artikel 24 van de wet is van overeenkomstige toepassing en voor zover niet anders bepaald, zijn de regels betreffende commissies in de Gemeentewet Blijft ongewijzigd 29

65 Artikel 24 Andere commissies van advies Hoofdstuk 8 Het ambtelijk apparaat Artikel 25 De secretaris/de controller van overeenkomstige toepassing. Andere commissies van advies, die aan het Dagelijks Bestuur advies uitbrengen, worden door het Dagelijks Bestuur ingesteld. 1. De secretaris a. Het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland heeft een ambtelijke organisatie, met aan het hoofd een secretaris. b. Het Algemeen Bestuur beslist over de benoeming, de schorsing en het ontslag van de secretaris. c. Het Algemeen Bestuur stelt voor de secretaris een instructie vast. d. De secretaris is secretaris van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur en staat het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur en de voorzitter terzijde bij de uitoefening van hun taken. e. Alle stukken die van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur uitgaan worden door de secretaris mede ondertekend. Het Dagelijks Bestuur regelt bij verhindering of ontstentenis van de secretaris zijn vervanging. 2. De controller a. In het Lid 2 De controller b. De benoeming van de controller Blijft ongewijzigd De functie van controller is gekoppeld aan de functie van hoofd MBC. De benoeming van het overige personeel (dus ook hoofd MBC) geschiedt door het Dagelijks Bestuur. 30

66 Artikel 26 Organisatieverordening Artikel 27 Overige ambtenaren Hoofdstuk 9 Financiële bepalingen Artikel 28 Algemeen samenwerkingsorgaan Holland Rijnland is een controller die rechtstreeks rapporteert aan het Dagelijks Bestuur. b. Benoeming geschiedt door het Algemeen Bestuur op voorstel van het Dagelijks Bestuur. Het Algemeen Bestuur beslist over schorsing en ontslag van de controller. c. De instructie van de controller wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur stelt een verordening vast omtrent de ambtelijke organisatie in het samenwerkingsorgaan. 1. Het Dagelijks Bestuur beslist omtrent benoeming, schorsing en ontslag van het overige personeel, voor zover op grond van deze regeling deze bevoegdheid niet bij het Algemeen Bestuur ligt. 2. Het Algemeen Bestuur regelt de bezoldiging van de secretaris en het overige personeel van het samenwerkingsorgaan en stelt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet 1929 de rechtspositie vast van de secretaris en van het overige personeel van het samenwerkingsorgaan. 1. Het Algemeen Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de geschiedt door het Dagelijks Bestuur. c. De instructie van de controller wordt vastgesteld door het Dagelijks Bestuur. Blijft ongewijzigd Blijft ongewijzigd Blijft ongewijzigd 31

67 Artikel 29 De begroting en meerjarenramingen organisatie van de financiële administratie en van het kasbeheer van het samenwerkingsorgaan. 2. Ten aanzien van de controle op het geldelijke beheer en de boekhouding zijn de artikelen 212 tot en met 215 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. 3. Het Dagelijks Bestuur verricht periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door hem gevoerde bestuur. Het Algemeen Bestuur stelt hierover regels vast Het Algemeen Bestuur is bevoegd tot het heffen van rechten als bedoeld in artikel 229 van de Gemeentewet. 1. Het Dagelijks Bestuur maakt jaarlijks een ontwerp-begroting op voor het eerstvolgende begrotingsjaar, voorzien van een financiële en beleidsmatige toelichting. Tevens stelt het Dagelijks Bestuur meerjarenramingen en een meerjarenactiviteitenplan op voor de drie op het begrotingsjaar volgende jaren. 2. Het Dagelijks Bestuur zendt de ontwerp-begroting en de meerjarenramingen acht weken voordat zij aan het Algemeen Bestuur worden aangeboden, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten. 3. De ontwerp-begroting en de Blijft ongewijzigd 32

68 Artikel 30 Verschuldigde bijdrage meerjarenramingen worden door de zorg van de besturen van de deelnemende gemeenten, voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld. Artikel 190, tweede en derde lid, van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing. 4. De raden van de deelnemende gemeenten kunnen omtrent de ontwerp-begroting en de meerjarenramingen het Dagelijks Bestuur van hun gevoelen doen blijken. Door het Dagelijks Bestuur worden de commentaren, waarin dit gevoelen is vervat, gevoegd bij de ontwerp-begroting en de meerjarenramingen, zoals deze aan het Algemeen Bestuur worden aangeboden Nadat het Algemeen Bestuur de ontwerp-begroting en de meerjarenramingen - al dan niet aangepast aan de commentaren - heeft vastgesteld, zendt het Algemeen Bestuur de begroting aan de raden van de deelnemende gemeenten, die ter zake Gedeputeerde staten van hun gevoelen kunnen doen blijken. 1. In de begroting wordt aangegeven de naar raming door elke deelnemende gemeente voor dat jaar, waarop de begroting betrekking heeft, verschuldigde bijdrage in de kosten, voortvloeiende uit de 5. Bij niet tijdige betaling, zoals bepaald in het vierde lid, wordt rente in rekening gebracht. Daarbij wordt gehanteerd de debetrente rekening-courant BNG. Lid 5 is toegevoegd om de dagelijkse praktijk te formaliseren. 33

69 Artikel 30a Garantstelling gemeenschappelijke regeling. Deze bijdrage wordt voor alle deelnemende gemeenten bepaald naar het aantal inwoners of volgens een door het Algemeen Bestuur vastgestelde verdeelsleutel waarbij rekening gehouden wordt met eventuele verschillen in deelname van de deelnemende gemeenten aan de aan het samenwerkingsorgaan opgedragen taken zoals bedoeld in artikel Voor de berekening van de in het vorige lid bedoelde bijdrage naar inwonersaantal wordt uitgegaan van het inwonersaantal op 1 januari van het jaar voorafgaande aan dat, waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Voor de vaststelling van het inwonersaantal wordt aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek per 1 januari van het lopende jaar openbaar gemaakte bevolkingscijfers. 3. De deelnemende gemeenten nemen de in de begroting geraamde bijdragen voor hun gemeente op in de gemeentebegroting. 4. De deelnemende gemeenten betalen bij wijze van voorschot jaarlijks vóór 16 januari en vóór 16 juli de helft van de in het eerste lid bedoelde bijdrage. 1. De deelnemers zullen er steeds zorg voor dragen dat het samenwerkingsorgaan te allen tijde Dit artikel is opgenomen op aanraden van de accountant. 34

70 over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen; 2. Indien het Algemeen Bestuur blijkt dat een deelnemer weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het Dagelijks Bestuur onverwijld aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet; De tekst is overgenomen van een door de Bank Nederlandse Gemeenten opgestelde modelbepaling. Artikel 31 Vaststelling begroting Artikel 32 Begrotingswijziging Artikel 33 De rekening 1. Het Algemeen Bestuur stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient. 2. Artikel 34 lid 2 van de wet is van overeenkomstige toepassing. 1. Met betrekking tot wijzigingen van de begroting is het bepaalde in de artikelen 29, tweede tot en met het vijfde lid, 30, eerste tot en met het derde lid, en 31, tweede lid, van overeenkomstige toepassing. 2. Van het bepaalde in lid 1 kan worden afgeweken ten aanzien van de begrotingswijzigingen die de gemeentelijke bijdragen niet aantasten, alsmede geen wijziging inhouden van het algemeen en financieel beleid. Het Dagelijks Bestuur biedt de rekening, na toevoeging van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de overeenkomstig artikel 213 van de Gemeentewet aangewezen deskundige en van hetgeen het Dagelijks Bestuur te Blijft ongewijzigd Blijft ongewijzigd Blijft ongewijzigd 35

71 Artikel 34 Vaststelling jaarrekening Artikel 35 Verrekening zijner verantwoording dienstig acht, met alle bijbehorende bescheiden ter vaststelling aan het Algemeen Bestuur aan. 1. Het Algemeen Bestuur stelt de jaarrekening vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft. 2. Artikel 34 lid 4 van de wet is van overeenkomstige toepassing. 3. De vaststelling strekt het Dagelijks Bestuur tot decharge, behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden. 1. In de rekening worden de door elk der deelnemende gemeenten over het desbetreffende jaar werkelijk verschuldigde bedragen opgenomen. 2. De kosten worden, rekening houdende met andere inkomsten, over de deelnemende gemeenten verdeeld naar het inwonersaantal op 1 januari van het jaar, waarop de rekening betrekking heeft of naar andere verdeelsleutels waarbij wordt rekening gehouden met eventuele verschillen in deelname van de deelnemende gemeenten aan de aan het samenwerkingsorgaan opgedragen taken als bedoeld in artikel Voor de vaststelling van het inwonersaantal wordt aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek laatstelijk openbaar gemaakte bevolkingscijfers. 4. Verrekening van het verschil 2. De kosten worden, rekening houdende met andere inkomsten, over de deelnemende gemeenten verdeeld naar het inwonersaantal op 1 januari van het jaar, waarop de rekening betrekking heeft of naar andere verdeelsleutels waarbij wordt rekening gehouden met eventuele verschillen in deelname van de deelnemende gemeenten aan de aan het samenwerkingsorgaan opgedragen taken als bedoeld in artikel 5 en artikel 8. Blijft ongewijzigd Eerste lid blijft ongewijzigd. Bij lid 2 wordt verwezen naar artikel 5. Lid 3 en 4 blijven eveneens ongewijzigd. 36

72 Hoofdstuk 10 Toetreding, uittreding, wijziging, opheffing Artikel 36 Toetreding tussen het op grond van artikel 30 betaalde en het werkelijk verschuldigde vindt plaats na de in het artikel 34, eerste lid bedoelde vaststelling van de rekening. 1. Toetreding van een gemeente tot deze regeling kan geschieden bij besluit van de bestuursorganen van die gemeente, doch slechts wanneer tenminste tweederde deel van het aantal raden der deelnemende gemeenten daarmee instemt. 2. De aan het onder het eerste lid bedoelde besluit voorafgaande bewilliging is gebonden aan de volgende procedure: a. Het verzoek tot toetreding wordt ingediend bij het Algemeen Bestuur, dat zo spoedig mogelijk dit verzoek behandelt in een vergadering; b. In deze vergadering stelt het Algemeen Bestuur een advies op, gericht aan de raden der deelnemende gemeenten, betreffende de gevraagde toetreding; c. Het verzoek om toetreding wordt, vergezeld van het onder b. bedoelde advies, doorgezonden aan de raden van de deelnemende Lid 1 t/m 3 blijven ongewijzigd. Vierde lid wordt aangepast ten eerste omdat goedkeuring door Gedeputeerde Staten niet meer vereist is. Om te voorkomen dat een gemeente bijvoorbeeld in november toetreed tot de Gemeenschappelijke regeling en hierdoor op basis van de huidige bepaling vanaf 1 januari van het betreffende jaar moet gaan mee betalen is deze bepaling zodanig gewijzigd dat het aan het Algemeen Bestuur is om te bepalen vanaf welk moment de gemeentelijke bijdrage moet worden betaald. 37

73 Artikel 37 Uittreding gemeenten, die beslissen over de in het eerste lid bedoelde instemming; d. Het Dagelijks Bestuur stelt de verzoekende gemeente in kennis van de genomen besluiten, als bedoeld onder c. 3. De toetreding treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die, waarin het gemeentebestuur dat daartoe bij de regeling is aangewezen de wijziging van de regeling aan Gedeputeerde staten heeft toegezonden, tenzij het besluit een latere datum van ingang heeft en ook de gemeenten bindt die niet met de toetreding hebben ingestemd. 4. De toetredende gemeente is de in artikel 30 van deze regeling bedoelde bijdrage voor het eerst verschuldigd met ingang van 1 januari van het jaar, waarin het besluit tot toetreding is goedgekeurd door Gedeputeerde staten, tenzij het Algemeen Bestuur anders bepaalt. 1. Een deelnemende gemeente kan uittreden door een besluit van de bestuursorganen van die gemeente. 2. De uittreding kan slechts plaatsvinden met ingang van 1 januari van het jaar, volgende op dat waarin het uittredingsbesluit is genomen. 4. De toetredende gemeente is de in artikel 30 van deze regeling bedoelde bijdrage voor het eerst verschuldigd met ingang van de door het Algemeen Bestuur vastgestelde datum. Blijft ongewijzigd 38

74 3. Het Algemeen Bestuur regelt de gevolgen van de uittreding. 4. De uittredende gemeente dient een door het Algemeen Bestuur vast te stellen uittredingssom te betalen. Artikel Zowel het Dagelijks Bestuur van Blijft ongewijzigd Wijziging het samenwerkingsorgaan als de raad van een deelnemende gemeente kunnen bij het Algemeen Bestuur voorstellen indienen inzake wijziging van de regeling. 2. Indien het Algemeen Bestuur wijziging van de regeling wenselijk acht, doet het Dagelijks Bestuur het door het Algemeen Bestuur vastgestelde voorstel toekomen aan de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en burgemeesters van de deelnemende gemeenten. 3. Een wijziging van artikel 5 en van artikel 38, derde lid is tot stand gekomen als alle raden van de deelnemende gemeenten daartoe besluiten. Een wijziging van de overige artikelen van deze regeling is tot stand gekomen, wanneer de raden van tenminste tweederde deel van het aantal deelnemende gemeenten daartoe besluiten. 4. De wijziging gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op die waarin de wijziging openbaar is bekendgemaakt, tenzij het besluit tot wijziging een latere datum van ingang heeft. Artikel De regeling wordt opgeheven Lid 1 Lid 1 is zodanig gewijzigd 39

75 Opheffing wanneer de raden van tenminste tweederde deel van het aantal deelnemende gemeenten daartoe besluiten. 2. De opheffing gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op die waarin de opheffing openbaar is bekendgemaakt, tenzij het besluit tot opheffing een latere datum van ingang heeft. 3. In geval van opheffing van de regeling besluit het Algemeen Bestuur tot liquidatie en het stelt daarvoor de nodige regels vast. Hierbij kan van de bepalingen in de regeling worden afgeweken. Alle rechten en plichten van het samenwerkingsorgaan zijn in het liquidatieplan verdeeld over de deelnemers. 4. Het liquidatieplan wordt door het Algemeen Bestuur, nadat de raden van de deelnemende gemeenten gehoord zijn, vastgesteld. Het behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde staten. 5. Het liquidatieplan voorziet in de financiële gevolgen van de opheffing. Op de liquidatierekening is het bepaalde ten aanzien van de jaarlijkse rekening zoveel mogelijk van toepassing. Het liquidatieplan voorziet ook in de gevolgen die opheffing heeft voor het personeel. 6. De organen van het samenwerkingsorgaan blijven zo nodig ook na het tijdstip van opheffing in functie, totdat de De regeling wordt opgeheven wanneer de bestuursorganen van tenminste tweederde deel van het aantal deelnemende gemeenten daartoe besluiten. omdat niet alleen de raden van de deelnemende gemeente beslissen tot toetreding en wijziging van de regeling, maar ook de andere bestuursorganen (colleges en burgemeester), dus ook bij een opheffing van de gemeenschappelijke regeling moeten deze bestuursorganen hierin meebeslissen. 40

76 Hoofdstuk 11 Archief Artikel 40 Beheer archief Hoofdstuk 12 Geschillen Artikel 41 Geschillen Hoofdstuk 13 Overgangs- en slotbepalingen liquidatie is beëindigd. 1. Het Dagelijks Bestuur is belast met de zorg op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden van het samenwerkingsorgaan en zijn bestuursorganen overeenkomstig een door het Algemeen Bestuur met inachtneming van artikel 41, tweede lid van de Archiefwet 1995 vast te stellen regeling. 2. De secretaris is belast met de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden, bedoeld in het vorige lid, overeenkomstig de door het Dagelijks Bestuur vast te stellen nadere regels. 3. Voor de bewaring van de op grond van artikel 12, eerste lid van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden wijst het Dagelijks Bestuur een archiefbewaarplaats aan en sluit een overeenkomst waar onder andere de financiële consequenties worden vastgelegd. Met betrekking tot geschillen omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van de regeling is artikel 28 van de wet van toepassing. Blijft ongewijzigd Artikel blijft ongewijzigd 41

77 Artikel 42 Eerste aanwijzing leden Artikel 43 Inwerkingtreding De eerste aanwijzing van leden van het Algemeen Bestuur dient binnen twaalf weken nadat de regeling de goedkeuring van Gedeputeerde staten heeft verworven, plaats te vinden. 1. De regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die, waarin van Gedeputeerde staten bericht is ontvangen van opname in de register. 2. De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. 3. Het Dagelijks Bestuur zendt binnen drie jaren na de inwerkingtreding van deze regeling en vervolgens om de vijf jaren aan het Algemeen Bestuur een verslag over de wijze waarop zij is toegepast. Hierbij geeft het Dagelijks Bestuur aan of en zo ja in hoeverre de regeling aanpassing behoeft. 4. De besluiten welke genomen zijn krachtens de regeling Samenwerkingsorgaan Duinen Bollenstreek (SDB), het Samenwerkingsorgaan Leidse Regio (SLR), het Samenwerkingsorgaan Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting vervallen 1. De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. 2. Het Dagelijks Bestuur zendt om de vijf jaren aan het Algemeen Bestuur een verslag over de wijze waarop de regeling is toegepast. Hierbij geeft het Dagelijks Bestuur aan of en zo ja in hoeverre de regeling aanpassing behoeft. 3. De besluiten welke genomen zijn krachtens de regeling Samenwerkingsorgaan Duin- en Bollenstreek (SDB), het Samenwerkingsorgaan Leidse Regio (SLR), het Samenwerkingsorgaan Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting Leidse Regio (het SROVLR), het Samenwerkingsorgaan Verkeer en Vervoer Leidse Regio (het SVVLR), de Gemeenschappelijke regeling Volwasseneneducatie Leidse Regio (GRVE LR), het Intergemeentelijk Overleg Werk en Inkomen Leidse Regio (W&I LR) en het Samenwerkingsorgaan Rijnstreekberaad, inclusief wijzigingen worden geacht ter uitvoering van deze regeling te zijn genomen. Alle rechten en verplichtingen die berusten op de voornoemde regeling gaan over naar deze nieuwe regeling. Deze bepaling was destijds nodig bij de oprichting van Holland Rijnland. Kan nu komen te vervallen. Dit artikel is herschreven en opnieuw genummerd. De Wet gemeenschappelijke regeling is aangepast. Als gevolg hiervan is het opnemen van de regeling in het register bij Gedeputeerde staten vervallen. 42

78 Leidse Regio (het SROVLR), het Samenwerkingsorgaan Verkeer en Vervoer Leidse Regio (het SVVLR), de Gemeenschappelijke regeling Volwasseneneducatie Leidse Regio (GRVE LR) en het Intergemeentelijk Overleg Werk en Inkomen Leidse Regio (W&I LR), inclusief wijzigingen worden geacht ter uitvoering van deze regeling te zijn genomen. Alle rechten en verplichtingen die berusten op de voornoemde regeling gaan over naar deze nieuwe regeling. Artikel 44 Toezending Gedeputeerde Staten 1. Burgemeester en wethouders van Leiden zenden de regeling ter goedkeuring aan Gedeputeerde staten en verzoekt om inschrijving 1. Burgemeester en wethouders van Leiden zenden ingevolge het bepaalde in artikel 26 van de Wet de regeling ter kennisname aan Gedeputeerde staten. Dit artikel is aangepast aan de gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen. in het in artikel 27, tweede lid, van de wet bedoelde registers. 2. Na bericht van goedkeuring van de regeling en inschrijving in het in het eerste lid bedoelde register, delen burgemeester en wethouders van Leiden dat terstond mee aan de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten en het Dagelijks Bestuur. 3. Burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten dragen binnen twee weken na de in het tweede lid bedoelde mededeling zorg voor opname van de regeling in het register als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de wet en delen dat het Dagelijks Bestuur mee. 2. Burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten dragen zo spoedig mogelijk zorg voor opname van de regeling in het in artikel 27 van de Wet bedoelde register. Artikel 45 Vervallen Dit artikel was al bij een 43

79 Artikel 46 Citeertitel De regeling kan worden aangehaald als "Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland", de vijfde wijziging treedt in werking op 1 januari De regeling kan worden aangehaald als "Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland", zesde wijziging en treedt in werking op. eerdere wijziging van de Gemeenschappelijke regeling vervallen. 44

80 Raadsvergadering : 10 september 2012 Agendapunt : 6.b Registratienummer : Portefeuillehouder(s) : A.J.M. van Velzen Opsteller : J.A. Saarberg asaarberg@kaagenbraassem.nl Telefoon : (071) Onderwerp: Benoeming accountant Beslispunten: 1. De controlewerkzaamheden over de jaren 2012 en 2013, met een optionele verlenging van twee jaar, op te dragen aan accountantskantoor Deloitte B.V. 2. Een raadswerkgroep financiën in te stellen. Publiekssamenvatting Vijf accountantsbureaus is gevraagd offerte uit te brengen voor de controlewerkzaamheden van de jaren 2012 en 2013 met inachtneming van het Programma van eisen dat door de gemeenteraad is vastgesteld. Vier bureaus hebben offerte uitgebracht en een presentatie gegeven. De begeleidingscommissie waarin de vier fracties een vertegenwoordiging hadden afgevaardigd hebben unaniem accountantsbureau Deloitte voorgedragen om de jaarrekening 2012 en 2013 te controleren. Inleiding Door de gemeenteraad is op 21 mei 2012 het Programma van Eisen accountant vastgesteld. Daarna zijn vijf accountantsbureaus benaderd met de uitnodiging om op basis van het Programma van Eisen een offerte uit te brengen. vier kantoren hebben hierop positief gereageerd en binnen de vastgestelde termijn hun offerte uitgebracht. Beoogd resultaat Een accountant voor een periode van twee jaar, met een mogelijkheid tot verlenging van twee jaar, voor de controle van de jaarrekening. Kader Artikel 213 van de Gemeentewet; de raad wijst een accountant aan voor de controle van de jaarrekening. Argumenten De raad heeft vanuit zijn midden vier vertegenwoordigers, namens elke fractie één, aangewezen die samen de begeleidingscommissie hebben gevormd en alle offertes hebben beoordeeld. Alle bureaus zijn vervolgens uitgenodigd om hun offerte mondeling nader toe te lichten en de begeleidingscommissie heeft aan hen nadere vragen gesteld. De begeleidingscommissie heeft op basis van de uitgebrachte offertes en de gevoerde gesprekken onderzocht welke accountant het meest in aanmerking komt voor de uitvoering van de controlewerkzaamheden Rv benoeming accountant 10 september 2012 Pagina 1 van 3

81 Bij het formuleren van haar advies heeft zij nadrukkelijk naar alle aspecten gekeken die in het Programma van Eisen zijn verwoord. Bij de afweging hebben de navolgende afwegingspunten een nadrukkelijke rol gespeeld: - de geoffreerde prijs (50%); - de mate van voldoen aan het Programma van Eisen, tot uitdrukking komend in de aspecten kwaliteit & continuïteit, bereikbaarheid, beschikbaarheid, controlefilosofie, kennis wet- en regelgeving en Controleprotocol (30%); - ervaringen, o.a. met fusiegemeenten en referenties (10%); - de presentatie (10%). Op basis van de gesprekken die tijdens de presentaties zijn gevoerd, concludeert de begeleidingscommissie dat alle bureaus in beginsel aan de gestelde eisen voldoen, maar dat één van de vier accountantskantoren op alle punten het best scoort. De andere partijen scoren op één of meer onderdelen slechter. De begeleidingscommissie komt tot een unaniem advies aan uw raad om de controlewerkzaamheden te gunnen aan het accountantskantoor Deloitte B.V. De ingediende offertes zijn ter kennisneming opgenomen in het raadsdossier, evenals de tabel waaruit de scores van de leden van de begeleidingscommissie blijken. Raadswerkgroep financiën In het gesprek met het accountantskantoor Deloitte B.V. is naar voren gekomen dat de accountant een betere afstemming met de raad wenst, er meer ruimte is voor een gesprek met de raad over lopende onderwerpen, en dat de raad meer sturing kan geven aan de accountant. In het verleden is er een financiële commissie geweest. Deze is afgeschaft, tegelijk met het invoeren van het nieuwe vergaderstelsel in De begeleidingscommissie staat positief tegen het herinvoeren van een structureel overleg met de accountant. Een vorm hiervoor is het instellen van een raadswerkgroep. De raadswerkgroep is een periodiek afstemmingsorgaan en zal bestaan uit een vertegenwoordiging van de raad, de griffier, een vertegenwoordiger van de rekenkamer, de portefeuillehouder financiën, de gemeentesecretaris, de concerncontroller en het hoofd financiën. De raadswerkgroep heeft een coördinerende, afstemmende, informerende en adviserende rol en geen besluitvormende bevoegdheden. De raadswerkgroep krijgt de volgende taken: - bespreking jaarstukken, rapport van bevindingen, managementletter; - afspraken maken over P&C-cyclusafstemming en communicatie accountant, raad, college, ambtelijke organisatie en rekenkamer over onderzoeken, onderzoeksprogramma s, bevindingen, rapportages; - vooraf bespreken van meerkosten van de controle van de jaarrekening die niet vallen binnen het vastgestelde budget. Draagvlak De begeleidingscommissie is unaniem tot deze voordracht gekomen. Financiële consequenties De benoeming zelf heeft geen financiële consequenties; de werkzaamheden die de accountant vervolgens gaat uitvoeren wel. De kosten daarvan zijn in de begroting opgenomen Rv benoeming accountant 10 september 2012 Pagina 2 van 3

82 Communicatie en realisatie De accountantskantoren zijn kort na de presentaties eind juni geïnformeerd over de voordracht die aan de gemeenteraad wordt gedaan. Zo spoedig mogelijk na de benoeming zullen alle partijen schriftelijk op de hoogte worden gebracht van het besluit van uw raad. Roelofarendsveen, 14 augustus 2012 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting Bijlagen ter inzage Programma van Eisen Offerte Deloitte Offerte Ernst & Young Offerte PriceWaterhouseCooper Offerte Baker Tilly Berk Tabel met scoringsgegevens offertes Rv benoeming accountant 10 september 2012 Pagina 3 van 3

83 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 augustus 2012; gelet op het bepaalde in de Gemeentewet; b e s l u i t: 1. de controlewerkzaamheden over de jaren 2012 en 2013, met een optionele verlenging van twee jaar, op te dragen aan accountantskantoor Deloitte B.V. 2. een raadswerkgroep financiën in te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 10 september 2012 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Rb benoeming accountant 10 september 2012 Pagina 1 van 1

84 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 juli 2012; gelet op het bepaalde in de Wet werk en bijstand; b e s l u i t: vast te stellen de: - Verordening langdurigheidstoeslag WWB gemeente Kaag en Braassem 2012; - Verordening toeslagen en verlagingen WWB/IOAW/IOAZ gemeente Kaag en Braassem 2012; - Verordening participatie schoolgaande kinderen WWB gemeente Kaag en Braassem Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 10 september 2012 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Rb Verordeningen WWB 10 september 2012 Pagina 1 van 1

85 Raadsvergadering : 10 september 2012 Agendapunt : 6.c Registratienummer : Portefeuillehouder(s) : F.M. Schoonderwoerd Opsteller : J. van Wijk jvanwijk@kaagenbraassem.nl Telefoon : (071) Onderwerp: Verordeningen WWB Beslispunten: De volgende verordeningen vaststellen: - Verordening langdurigheidstoeslag WWB gemeente Kaag en Braassem 2012; - Verordening toeslagen en verlagingen WWB/IOAW/IOAZ gemeente Kaag en Braassem 2012; - Verordening participatie schoolgaande kinderen WWB gemeente Kaag en Braassem Publiekssamenvatting Per 1 januari 2012 is de huishoudtoets ingevoerd in de sociale zekerheidswetgeving. Na de val van het kabinet in het lenteakkoord is besloten om de huishoudtoets toch weer af te schaffen met terugwerkende kracht. De wetgeving is intussen in een spoedprocedure aangepast. Hierdoor moeten de verordeningen langdurigheidstoeslag en toeslagen en verlagingen worden aangepast. De verordening participatie schoolgaande kinderen is gecorrigeerd omdat er een onjuiste leeftijdscategorie werd aangegeven. Inleiding Per 1 januari 2012 is de huishoudtoets ingevoerd in de sociale zekerheidswetgeving. Na de val van het kabinet in het lenteakkoord is besloten om de huishoudtoets toch weer af te schaffen met terugwerkende kracht. Beoogd resultaat Beoogd wordt te voldoen aan de wet- en regelgeving van het rijk en te zorgen dat de uitvoering een juiste grondslag heeft voor het toepassen van de regels. Kader Wet werk en bijstand. Argumenten Het begrip gezinsnorm was ingevoerd in de verordeningen om de huishoudtoets te kunnen toepassen. Omdat de huishoudtoets weer is afgeschaft moeten de verordeningen ook weer worden aangepast. Draagvlak Draagvlak is niet getoetst, omdat het sec gaat om afstemming met nationale wetgeving Rv Verordeningen WWB 10 september 2012 Pagina 1 van 2

86 Financiële consequenties Geen Risico s Geen Communicatie Verordeningen moeten na vaststelling worden gepubliceerd en ter inzage worden gelegd. Realisatie Geen extra handelingen noodzakelijk. Roelofarendsveen, 31 juli 2012 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting Bijlagen behorend bij het voorstel - verordening toeslagen en verlagingen WWB gemeente Kaag en Braassem 2012; - verordening langdurigheidstoeslag WWB gemeente Kaag en Braassem 2012; - verordening participatie schoolgaande kinderen WWB gemeente Kaag en Braassem 2012; Bijlagen ter inzage - beleidsregels bijzondere bijstand; - beleidsregels krediethypotheek en pandrecht WWB gemeente Kaag en Braassem 2012; - beleidsregels terugvordering WWB gemeente Kaag en Braassem 2012; - beleidsregels verhaal WWB gemeente Kaag en Braassem Rv Verordeningen WWB 10 september 2012 Pagina 2 van 2

87 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 juli 2012; gelet op artikel 8 eerste lid, onderdeel c, artikel 30 van de Wet werk en bijstand (WWB); b e s l u i t: vast te stellen de Verordening Toeslagen en Verlagingen WWB gemeente Kaag en Braassem HOOFDSTUK 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht. 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. Wet: de Wet werk en bijstand (Stb.2003, 375); b. Medebewoner: een ieder, niet behorende tot het gezin met uitzondering van thuisinwonende studerende kinderen van 18 jaar of ouder die een in aanmerking te nemen inkomen hebben van ten hoogste het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering 2000; c. Huur: de op de aanvangsdatum van het lopende huurtoeslagtijdvak per maand geldende huurprijs als omschreven in artikel 1 onder d van de Wet op de huurtoeslag (Stb 2005, 345); d. Hypotheeklasten: indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente, de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten, waarbij onder zakelijke lasten wordt verstaan: de rioolrechten, de onroerende zaakbelasting (eigenaarsdeel), de opstalverzekering en de waterschapslasten; e. Hoofdverblijf: de woning of wooneenheid waar de belanghebbende werkelijk verblijft; f. Gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21 sub c van de wet. Pagina 1 van 5

88 g. Verzorgingsbehoevende: inwonende bloedverwant in de eerste of tweede graad die is aangewezen op verzorging ter voorkoming van opname in een verpleeg- of verzorgingshuis (AWBZindicatie Verblijf ). Artikel 2 Cumulatie De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 laten de toepassing van artikel 18, eerste lid, van de wet onverlet. HOOFDSTUK 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm (alleenstaanden en alleenstaande ouders) Artikel 3 Toeslagen 1. De bijstandsnorm wordt verhoogd met de maximale toeslag zoals bepaald in artikel 25 lid 2 van de wet, voor de alleenstaande van 23 tot 65 jaar en de alleenstaande ouder van 21 tot 65 jaar wanneer er géén sprake is van één of meerdere medebewoners(s) die hun hoofdverblijf heeft/hebben in dezelfde woning. 2. De toeslag als bedoeld in lid 1 wordt voor de alleenstaande 23 tot 65 jaar en de alleenstaande ouder van 21 tot 65 jaar bepaald op 10% van de gehuwdennorm wanneer er sprake is van één of meerdere medebewoners(s) die hun hoofdverblijf heeft/hebben in dezelfde woning. 3. De bijstandnorm wordt verhoogd met de maximale toeslag zoals bepaald in artikel 25 lid 2 van de wet, voor de alleenstaande van 23 tot 65 jaar en de alleenstaande ouder wanneer belanghebbende de zorg heeft voor een verzorgingsbehoevende. 4. De toeslag als bedoeld in artikel 25 tweede lid van de wet wordt voor alleenstaande van 21 en 22 jaar in afwijking van het bepaalde in lid 1 en 2 als volgt vastgesteld: a. de toeslag wordt bepaald op 5% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande van 21 en 22 jaar in wiens woning één of meerdere medebewoner(s) zijn/hun hoofdverblijf heeft/hebben; b. de toeslag wordt bepaald op 10% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande van 21 en 22 jaar, die zelfstandig woont en er géén sprake is van één of meerdere medebewoners(s) die hun hoofdverblijf heeft/hebben in dezelfde woning. Artikel 4 Geen toeslag i.v.m. woonsituatie Op grond van artikel 27 van de wet wordt de bijstandsnorm niet verhoogd met een toeslag als bedoeld in artikel 2 van deze verordening indien de alleenstaande of alleenstaande ouder hoofdbewoner is van een woning waaraan voor de belanghebbende geen huur- of hypotheekkosten zijn verbonden zijn. HOOFDSTUK 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm (gehuwden) Artikel 5 Verlaging De bijstandsnorm voor de gehuwde wordt verlaagd met 10% van de gehuwdennorm wanneer er sprake is van één of meerdere medebewoner(s), niet zijnde een verzorgingsbehoevende, die hun hoofdverblijf heeft/hebben in dezelfde woning. Artikel 6 Verlaging i.v.m. woonsituatie De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt 20% van de gehuwdennorm indien de belanghebbende hoofdbewoner is van een woning waaraan voor belanghebbenden geen huur- of hypotheekkosten verbonden zijn. Pagina 2 van 5

89 HOOFDSTUK 4 Slotbepalingen Artikel 7 Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de verordening, als strikte toepassing van de verordening tot onbillijkheden van zwaarwegende aard leidt. Artikel 8 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Toeslagen en Verlagingen WWB gemeente Kaag en Braassem Artikel 9 Inwerkingtreding Deze verordening vervangt de Verordening Toeslagen en Verlagingen WWB gemeente Kaag en Braassem 2012 die door de raad van de gemeente Kaag en Braassem op 12 maart 2012 is vastgesteld en treedt in werking op de dag volgende op de publicatie en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 10 september 2012 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Pagina 3 van 5

90 TOELICHTING ARTIKELSGEWIJS Artikel 3, 1 e lid Artikel 30 lid 2 Wwb schrijft voor dat in de verordening in elk geval moet worden vastgelegd dat de toeslag als bedoeld in artikel 25 Wwb voor alleenstaanden (vanaf 23 jaar) en alleenstaande ouders (vanaf 21 jaar) wordt bepaald op het maximumbedrag (20% van de gehuwdennorm) wanneer géén medebewoners(s) zijn/hun hoofdverblijf heeft/hebben in dezelfde woning. Dit is dan ook opgenomen in artikel 3, 1 e lid van de verordening. Artikel 3, 2 e lid Het gezamenlijk bewonen van een woning levert schaalvoordelen op. Deze schaalvoordelen treden op omdat de woonlasten kunnen worden gedeeld. De kosten van huur, heffingen, belastingen, verzekeringen, vastrecht nutsbedrijven en dergelijke zijn voor personen die een woning delen lager, omdat deze kosten per woning slechts eenmaal in rekening worden gebracht. Deze schaalvoordelen worden berekend naar 10% van de gehuwdennorm per inwonende (of inwonend echtpaar) met wie de algemene bestaanskosten kunnen worden gedeeld. Artikel 3, 4 e lid Artikel 30 lid 2 Wwb bepaalt dat de toeslag moet worden vastgesteld op het maximumbedrag (= 20% van de gehuwdennorm) indien geen medebewoners(s) zijn/hun hoofdverblijf heeft/hebben in dezelfde woning Artikel 29 Wwb bepaalt echter dat de toeslag kan worden verlaagd voor alleenstaanden van 21 of 22 jaar voor zover de gemeente van oordeel is dat, gezien de hoogte van het minimumjeugdloon, de hoogte van deze toeslag een belemmering kan vormen voor de aanvaarding van arbeid. Vergelijking met het wettelijk minimum jeugdloon leert, dat de bijstand voor 22- en 21-jarigen nauwelijks lager is dan het minimum jeugdloon wanneer de maximale toeslag wordt verstrekt. De toeslag voor 21- en 22-jarigen wordt om deze reden beperkt tot 10% van de gehuwdennorm wanneer in de woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft. Wanneer de 21- of 22-jarige met een of meer anderen als medebewoner een woning bewoont, dan bestaat recht op een toeslag van 5%. Onder medebewoners vallen ook de ouders van de 21- of 22- jarige. Artikel 4 De bijstandsnorm (plus toeslag) dient voldoende te zijn om in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan (waaronder huur en hypotheekkosten) te kunnen voorzien. Bij het ontbreken van huur of hypotheekkosten (wanneer bijvoorbeeld de ex-echtgenoot de woonkosten betaalt) wordt de basisuitkering van alleenstaanden (50% van de gehuwdennorm) en alleenstaande ouders (70% van de gehuwdennorm) niet aangevuld met een toeslag. Het hebben van kosten voor water, gas en licht enz. is voor belanghebbende niet afdoende om een verlaging op grond van artikel 27 van de wet te voorkomen. Artikel 5 Artikel 26 Wwb bepaalt dat het college de norm voor gehuwden kan verlagen voor zover de belanghebbenden lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan hebben dan waarin de norm voorziet, als gevolg van het geheel of gedeeltelijk kunnen delen van deze kosten met een ander. De schaalvoordelen van woningdeling leiden bij echtparen dus tot verlaging van de basisnorm. Pagina 4 van 5

91 Artikel 6 De bijstandsnorm dient voldoende te zijn om in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan te kunnen voorzien. Bij het ontbreken van huur of hypotheekkosten wordt de basisuitkering van het echtpaar verlaagd met 20%. Pagina 5 van 5

92 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 juli 2012; gelet op de artikelen 8, 1 e lid, onder d, 2 e lid, onder b en 36 van de Wet werk en bijstand; b e s l u i t: vast te stellen de Verordening langdurigheidstoeslag WWB gemeente Kaag en Braassem Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht. 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem; b. Wet: de Wet werk en bijstand; c. Referteperiode: de periode van 36 maanden die direct voorafgaat aan de peildatum; d. Peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat; e. WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten; f. WSF: Wet Studiefinanciering; g. Bijstandsnorm: de bijstandsnorm zoals bedoeld in artikel 20 en 21 WWB. Artikel 2 Voorwaarden 1. Tot de doelgroep van de langdurigheidstoeslag behoren personen van 21 jaar en ouder doch jonger dan 65 jaar met een langdurig laag inkomen, geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet en geen uitzicht op inkomensverbetering. 2. Personen die op de peildatum of gedurende de referteperiode een uitkering op grond van de WSF 2000 of Wtos hebben ontvangen, worden geacht uitzicht op inkomensverbetering te hebben en komen niet voor de langdurigheidstoeslag in aanmerking. Pagina 1 van 5

93 Artikel 2a Langdurig laag inkomen Onder een langdurig laag inkomen wordt verstaan een gemiddeld inkomen per maand dat gedurende de referteperiode niet hoger is dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Artikel 3 Hoogte van de toeslag 1. De langdurigheidstoeslag bedraagt: voor een echtpaar 40% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, als bedoeld in artikel 21 onder c van de wet voor een alleenstaande ouder 50% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, als bedoeld in artikel 21 onder b van de wet voor een alleenstaande 55% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm als bedoeld in artikel 21 onder a van de wet 2. De in het eerste lid bedoelde bijstandsnorm is de norm die geldt op 1 januari van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft. 3. Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 en 13, 1 e lid van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte van die voor hem/haar als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden. Artikel 4 Onvoorziene gevallen In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college. Artikel 5 Inwerkingtreding Deze verordening vervangt de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Kaag en Braassem 2012, die is vastgesteld op 12 maart 2012 en treedt in werking op de dag volgende op de publicatie en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari Artikel 6 Citeertitel Deze verordening kan aangehaald worden als Verordening langdurigheidstoeslag WWB gemeente Kaag en Braassem Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 10 september 2012 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Pagina 2 van 5

94 TOELICHTING Algemeen Als gevolg van het afschaffen van de bijstand voor inwonenden en het vervangen van de toets op het inkomen van de partner door een toets op gezinsniveau (huishoudinkomen) is aanpassing van de verordening noodzakelijk. Op grond van artikel 8, lid 1, onder d, en lid 2, onder b, van de Wet werk en bijstand dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te leggen met betrekking tot het verlenen van een langdurigheidstoeslag. In ieder geval dient hierin te worden bepaald de hoogte van de langdurigheidstoeslag, wat langdurig is en wat een laag inkomen is. Hiermee is beoogd te bewerkstelligen, dat de langdurigheidstoeslag zoveel mogelijk een gemeentelijke verantwoordelijkheid wordt. De rechtvaardiging van de langdurigheidstoeslag is dat mensen die langdurig van het sociaal minimum afhankelijk zijn, over het algemeen geen mogelijkheden meer hebben om te reserveren voor (onverwachte) hoge kosten, zoals voor vervangingsuitgaven die na verloop van tijd onvermijdelijk zijn. Hiermee treedt ten aanzien van de positiebepaling van de langdurigheidstoeslag in het inkomensbeleid geen wijziging op. Bij de invoering van de Wet werk en bijstand is die als volgt omschreven: Om deze reden wordt de langdurigheidstoeslag voor één jaar toegekend en in één belastingvrij bedrag uitbetaald. Hiermee wordt bereikt dat er op het moment van uitbetaling ruimte ontstaat binnen het budget waaruit hogere kosten kunnen worden voldaan, bijvoorbeeld voor vervangingsuitgaven. De langdurigheidstoeslag is een vorm van (categoriale) bijzondere bijstand. De langdurigheidstoeslag staat in beginsel open voor iedereen met een minimum inkomen, dus ook voor werkenden. De voorwaarden om voor een langdurigheidstoeslag in aanmerking te komen, staan vermeld in artikel 36 van de Wet werk en bijstand. Het college verleent de langdurigheidstoeslag op aanvraag. Dit sluit de mogelijkheid voor ambtshalve toekenning uit. Het kabinet geeft hierbij aan dat het gaat om een vorm van bijzondere bijstand, waarbij geldt dat voor elk individueel geval beoordeeld moet worden of er een recht bestaat. Door de zinsnede in de wet geen uitzicht heeft op inkomensverbetering wordt gewaarborgd dat bepaalde groepen met een goed arbeidsmarktperspectief, zoals studenten, niet in aanmerking komen voor de langdurigheidstoeslag. Verder is de ondergrens voor aanvragers van de langdurigheidstoeslag bepaald op 21 jaar, omdat dit de leeftijd is waarop de ouderlijke onderhoudsplicht vervalt. Hiermee blijft de langdurigheidstoeslag aansluiten op het systeem van de wet ten aanzien van personen jonger dan 21 jaar. Personen van 65 jaar en ouder zijn uitgesloten van het recht op een langdurigheidstoeslag. Als gevolg van de al gerealiseerde inkomensverbetering voor personen van 65 jaar en ouder (hogere norm) blijft deze doelgroep buiten het bereik van de regeling. Gemeenten kunnen zelf bepalen wat zij onder de termen langdurig en laag inkomen verstaan. Bepaald is dat een persoon ten hoogste éénmaal binnen 12 maanden in aanmerking komt voor een langdurigheidstoeslag. De verstrekking is echter niet gebonden aan die periode van 12 maanden. Het kan zijn dat per 12 maanden meerdere malen langdurigheidstoeslag wordt verstrekt, indien de verstrekking ziet op een recht dat in een voorgaand jaar is ontstaan, maar pas later is aangevraagd. Pagina 3 van 5

95 Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Begripsbepalingen In dit artikel worden definities gegeven van begrippen die in de verordening voorkomen en waarvan het van belang is dat er telkens hetzelfde onder wordt verstaan. In een aantal gevallen wordt verwezen naar definities in de wet om ervoor te zorgen, dat er zoveel mogelijk aansluiting blijft bij de wetgeving die van toepassing is. Gekozen is om de referteperiode vast te stellen op 36 maanden voorafgaand aan de peildatum. Hiermee is meteen invulling gegeven aan het begrip langdurig. Dus over de duur van de referteperiode wordt bepaald of iemand langdurig een laag inkomen heeft. Artikel 2 Voorwaarden De doelgroep is in feite iedereen die aan de criteria voldoet welke in deze verordening nader zijn ingevuld. Door uitbreiding van het begrip van gezin in de wet vanwege invoering van de huishoudtoets alsmede het leeftijdscriterium bij de langdurigheidstoeslag, is nadere precisiering noodzakelijk. Het leeftijdscriterium geldt bij een gezin voor minstens twee gezinsleden. De voorwaarde van geen uitzicht op inkomensverbetering geldt voor alle gezinsleden die aan het leeftijdscriterium voldoen. Indien hieraan niet wordt voldaan, bestaat nog afgezien van het inkomen - voor het gezin geen recht op langdurigheidstoeslag. Het recht op langdurigheidstoeslag komt de rechthebbende gezinsleden immers gezamenlijk toe. Zij moeten daarom ook allen, zowel afzonderlijk als gezamenlijk, aan de voorwaarden voldoen. Dus bij een gezin waarbij slechts één gezinslid aan het leeftijdscriterium voldoet, bestaat geen recht op langdurigheidstoeslag voor het desbetreffende gezin. Een meerderjarig kind als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de wet (student met WSF of WTOS en een bepaald maximum inkomen) valt niet onder het begrip van gezin. Ook een bloedverwant in de eerste graad waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 4, lid 5, van de wet (mantelzorg) valt buiten het uitgebreide begrip van gezin. Door de zinsnede geen uitzicht heeft op inkomensverbetering wordt gewaarborgd dat bepaalde groepen met een goed arbeidsmarktperspectief niet in aanmerking komen voor de langdurigheidstoeslag. Bij studenten wordt ervan uitgegaan, dat zij arbeidsmarktperspectief hebben. Om te voorkomen dat degene met een baan en een minimuminkomen hieruit, die zijn positie middels avondstudie probeert te verbeteren, niet in aanmerking zou komen, is bepalend of de studerende in de referteperiode studiefinanciering heeft genoten. Studiefinanciering is immers alleen mogelijk bij een dagstudie en bij studenten beneden een bepaalde leeftijd. Artikel 2a Langdurig laag inkomen Zoals eerder gesteld, wordt onder langdurig verstaan een termijn van 36 maanden. Nadat betrokkene 3 jaar op een minimum inkomen is aangewezen, is er over het algemeen niet veel reserveringsruimte over. Onder een laag inkomen wordt verstaan een (gezamenlijk) inkomen dat gemiddeld niet hoger is dan 110 % van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Onder de bijstandsnorm wordt verstaan de van toepassing zijnde wettelijke norm inclusief de gemeentelijke toeslag of verlaging en de vakantietoeslag. Voor het recht op een langdurigheidstoeslag wordt geen andere invulling aan het begrip inkomen gegeven dan voor het recht op algemene bijstand. Dit betekent, dat de vrijgelaten middelen als bedoeld in artikel 31, lid 2, van de Wet werk en bijstand eveneens buiten beschouwing moeten blijven bij het recht op een langdurigheidstoeslag. Voorbeelden hiervan zijn: een bepaald gedeelte van de inkomsten uit arbeid bij alleenstaande ouders met jonge kinderen; Pagina 4 van 5

96 een Wajong uitkering voor zover geen sprake is van een gezin, dat enkel uit gehuwden en daarmee gelijkgestelden of uit gehuwden met hun ten laste komende kinderen bestaat. Het inkomen alsmede het vermogen van alle gezinsleden die vallen onder het nieuwe begrip van gezin dient in ogenschouw te worden genomen. Artikel 3 Hoogte van de toeslag In deze verordening is uitgegaan van een vast percentage van de van toepassing zijnde bijstandsnorm zoals die op 1 januari van het jaar van aanvraag van toepassing is. Het percentage is afhankelijk van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Hierdoor hoeft het bedrag van de toeslag niet jaarlijks aangepast te worden aan de wijziging in de normbedragen van de WWB. In lid 3 wordt een regeling getroffen overeenkomstig artikel 24 van de Wet werk en bijstand voor situaties waarbij binnen een gezin slechts twee gezinsleden aan het leeftijdscriterium voldoen en een van hen op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag op grond van artikel 11 of artikel 13, lid 1, van de Wet werk en bijstand. De wet voorziet immers niet in een afwijzingsgrond voor het enig overblijvend rechthebbend gezinslid, terwijl daarentegen het toekennen van het bedrag voor een gezin in dergelijke situaties ook niet gewenst is. Met nadruk wordt erop gewezen, dat het hier een uitsluitinggrond betreft als bedoeld in artikel 11 of artikel 13, lid 1, van de Wet werk en bijstand. Nogmaals wordt opgemerkt, dat een meerderjarig kind als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de wet (student met WSF of WTOS en een bepaald maximum inkomen) niet valt onder het begrip van gezin. Ook een bloedverwant in de eerste graad waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 4, lid 5, van de wet (mantelzorg) valt buiten het uitgebreide begrip van gezin. Hoewel de arbeidsongeschiktheidsuitkering niet tot de middelen wordt gerekend, valt een Wajonger, voor zover hij tot een gezin behoort dat niet enkel uit gehuwden of uit gehuwden met hun ten laste komende kinderen bestaat, wel onder het begrip van gezin. Eventueel vermogen van dit gezinslid dient dan ook in aanmerking te worden genomen. Artikel 4 Onvoorziene gevallen Dit artikel spreekt voor zich. Artikel 5 Inwerkingtreding Dit artikel spreekt voor zich. Pagina 5 van 5

97 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 juli 2012; overwegende, dat het van wezenlijk belang wordt geacht dat kinderen zich door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet belemmerd worden door de financiële positie van de ouder(s), dat gemeenten daaraan dienen bij te dragen door het voeren van beleid, gericht op inkomensondersteuning van ouders met schoolgaande kinderen; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel g, van de Wet werk en bijstand; b e s l u i t: vast te stellen de Verordening participatie schoolgaande kinderen WWB gemeente Kaag en Braassem Paragraaf I Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. Wet: de Wet werk en bijstand; b. Maatschappelijke participatie: het deelnemen aan activiteiten met een sportief, educatief, sociaal dan wel cultureel karakter door schoolgaande kinderen van ouders met een laag inkomen; c. Voorziening: een vorm van financiële ondersteuning of ondersteuning in natura, gericht op de maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen van ouders met een laag inkomen, ter bevordering van maatschappelijke participatie; d. Schoolgaand kind: ten laste komend kind van een ouder met een laag inkomen, voor wie de leer- of kwalificatieplicht, bedoeld in artikel 4 van de Leerplichtwet, geldt; e. Laag inkomen: een inkomen tot 110 % van de van toepassing zijnde bijstandsnorm; f. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem; g. Raad: Pagina 1 van 5

98 de gemeenteraad van de gemeente Kaag en Braassem. Artikel 2 Toepassingsbereik 1. De raad beschouwt het als zijn taak om de maatschappelijke participatie te bevorderen en het aantal schoolgaande kinderen dat belemmeringen ondervindt in die participatie door de financiële positie van hun ouders, terug te dringen. 2. Deze verordening stelt regels over de wijze waarop de in het eerste lid genoemde taak door het college wordt uitgevoerd, met inbegrip van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip maatschappelijke participatie. Paragraaf 2 Beleid met betrekking tot maatschappelijke participatie Artikel 3 Verantwoordelijkheid college 1. Het college zet zich in voor het tot stand komen en ondersteunen van diensten door rechtspersonen die naar zijn oordeel bijdragen aan maatschappelijke participatie. 2. Het college biedt voorzieningen aan, die gericht zijn op maatschappelijke participatie. 3. Indien een voorziening, bedoeld in het tweede lid, het rechtskarakter heeft van categoriale bijzondere bijstand, bedoeld in artikel 35, vijfde lid van de wet, draag het college er zorg voor dat deze bijstand uitsluitend wordt verstrekt aan een belanghebbende met een inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. 4. Het college werkt bij het bevorderen van maatschappelijke participatie samen met natuurlijke en rechtspersonen, voor zover die samenwerking naar het oordeel van het college daaraan bijdraagt. Artikel 4 Beleid en voorzieningen Het college geeft uitvoering aan het volgende beleid ter bevordering van de maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen: a. Categoriale bijzondere bijstand ten behoeve van de bekostiging van een computer. Deze bijstand is bestemd voor schoolgaande kinderen in de leeftijd van 7 tot 18 jaar en wordt verstrekt in natura. b. Categoriale bijzondere bijstand ten behoeve van de bekostiging van deelname aan sport en culturele activiteiten. Deze bijstand is bestemd voor schoolgaande kinderen tot 18 jaar. De bijstand bedraagt 100,-- per jaar per kind. c. Categoriale bijzondere bijstand ten behoeve van de kosten die gepaard gaan met de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs van het schoolgaande kind. Deze bijstand is bedoeld voor kinderen die voor het eerst naar het voortgezet onderwijs gaan en bedraagt eenmalig 230,-- in het jaar dat het kind naar het voortgezet onderwijs gaat. d. Categoriale bijzondere bijstand ten behoeve van indirecte schoolkosten (deelname werkweek, schoolreisjes etc). Deze bijstand is bestemd voor schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar en wordt verstrekt in natura. Artikel 5 Vorm van een voorziening 1. Tenzij de raad anders heeft bepaald, stelt het college de vorm van een voorziening vast. 2. Bij het bepalen van de vorm van de voorziening kiest het college voor de vorm die naar zijn oordeel het meest doeltreffend is om de maatschappelijke participatie te bevorderen. Paragraaf 3 Slotbepalingen Artikel 6 Inwerkingtreding Deze verordening vervangt de Verordening participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand gemeente Kaag en Braassem 2012, die is vastgesteld op 12 maart 2012 en treedt Pagina 2 van 5

99 in werking op de dag volgende op de publicatie en heeft terugwerkende kracht tot 1 april Artikel 7 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Verordening participatie schoolgaande kinderen WWB gemeente Kaag en Braassem Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 10 september 2012 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Pagina 3 van 5

100 Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Begripsomschrijvingen Gebruikte begrippen waarvan de betekenis niet zonder meer duidelijk is, worden hier omschreven. Onder b - maatschappelijke participatie Het begrip maatschappelijke participatie is hier omschreven, ter uitvoering van de opdracht van de wetgever, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel g WWB. Er is gekozen voor een ruime betekenis. Maatschappelijke participatie kan op vele wijzen plaatsvinden en niet ieder kind is hetzelfde. Om die reden wordt het begrip op deze plaats in zo algemeen mogelijke bewoordingen gedefinieerd en wordt het toegespitst op ouders van schoolgaande kinderen met een laag inkomen. Een dergelijke begripsomschrijving heeft als voordeel dat op andere plaatsen in de verordening volstaan kan worden met het begrip maatschappelijke participatie, waarmee dan gedoeld wordt op de participatie van de hier beschreven doelgroep. In artikel 4 wordt verduidelijkt op welke wijze de raad en het college invulling geven aan de ondersteuning van maatschappelijke participatie. onder c - voorziening Het begrip voorziening is in de verordening gebruikt en heeft een ruime betekenis gekregen. In wezen wordt met iedere vorm van financiële ondersteuning of ondersteuning in natura door het college die specifiek is bestemd voor de maatschappelijke participatie van kinderen, uitvoering gegeven aan de wens van de wetgever als verwoord in de Memorie van Toelichting op artikel 8, eerste lid, onderdeel g WWB. Onder d schoolgaand kind Schoolgaand kind is gedefinieerd. Schoolgaande kinderen staan centraal in het beleid m.b.t. maatschappelijke participatie. Dit begrip wordt ook genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdeel g, WWB, maar niet nader omschreven. Onder schoolgaande kinderen wordt in dit verband verstaan, niet alleen kinderen die feitelijk schoolgaand zijn, maar ook zij die de verplichting hebben omdat ze onder de leerplicht of kwalificatieplicht vallen. Onder e laag inkomen Het begrip laag inkomen is omschreven, omdat daarmee in deze verordening de doelgroep van het gemeentelijk armoedebeleid wordt aangeduid. Artikel 2 Toepassingsbereik In artikel 2 is verduidelijkt wat de raad, gegeven bovengenoemde motie Blanksma-Spekman als zijn taak aanmerkt. Die taak is enerzijds gelegen in het in algemene zin vergroten van de maatschappelijke participatie van de doelgroep (kwalitatief) en anderzijds het terugdringen van het aantal kinderen dat onvoldoende participeert (kwantitatief). In het tweede lid is aangegeven wat gegeven die taken, het doel is van deze verordening. Dat is het stellen van regels voor het bestuursorgaan dat belast is met uitvoering van deze verordening, het college. Die regels zijn in het vervolg van de verordening te vinden en betreffen bijv. de opdracht aan het college om samenwerking met andere instellingen te zoeken en te bevorderen dat die instellingen diensten aanbieden die de participatie bevorderen (zie artikel 3). Het is vervolgens aan het college om die regels tot uitvoering te brengen. Dat kan middels beleidsplannen, -regels of andere instrumenten, zoals samenwerkingsovereenkomsten. Voor een zuivere plaatsbepaling is tevens de wettelijke opdracht herhaald om invulling te geven aan het begrip maatschappelijke participatie. Daaraan is uitvoering gegeven in het eerste lid, onderdeel b van deze verordening. Pagina 4 van 5

101 Artikel 3 Verantwoordelijkheid college Met betrekking tot het beleid, gericht op maatschappelijke kinderparticipatie, krijgt het college in dit artikel nog enkele opdrachten. Allereerst is in lid 1 bepaald dat het college zich inzet voor dienstverlening door derden aan kinderen die bijdraagt aan maatschappelijke participatie. Maatschappelijke participatie is niet een exclusieve taak van de overheid. Ook allerlei maatschappelijke instellingen dragen daaraan bij. Het college krijgt de opdracht om te zoeken naar wegen om de dienstverlening van dergelijke instellingen te ondersteunen zodat de participatie wordt bevorderd. In het tweede lid is vastgelegd dat het college de opdracht krijgt om zelfstandig vormen van ondersteuning te creëren die de participatie ondersteunen. Zoals ook uit artikel 5 volgt, bepaalt het college de vorm, tenzij de vorm in deze verordening is bepaald. Het derde lid bepaalt dat voorzieningen met het karakter van categoriale bijstand, onder de beperking van de inkomensgrens van 110% van de toepasselijke bijstandsnorm vallen. Het vierde lid geeft uitdrukking aan de idee dat samenwerking gewenst c.q. noodzakelijk is in het bevorderen van maatschappelijke participatie. Armoedebestrijding is niet alleen iets van gemeenten, maatschappelijke instellingen spelen hier ook een belangrijke rol bij. Artikel 4 Beleid en voorzieningen Bij de keuze voor een materiële invulling van de verordeningplicht past een bepaling waarin aangegeven wordt welk beleid er wordt gevoerd door de raad c.q. aan welk beleid het college uitvoering moet geven. Dit beleid wordt hier in hoofdlijnen aangeduid. Daarbij wordt aangegeven waarop het beleid is gericht, voor wie het is bestemd, welke voorzieningen er worden verstrekt, in welke vorm en ter hoogte van welk bedrag. Artikel 5 Vorm van een voorziening Het college kiest de vorm van een voorziening, tenzij daarover reeds iets is bepaald in deze verordening of de raad langs andere wegen daarover een ander standpunt inneemt. Uitgangspunt is de meest doeltreffende vorm, uiteraard voor zover dat financieel- en uitvoeringstechnisch realiseerbaar is. Pagina 5 van 5

102 Raadsvergadering : 10 september 2012 Agendapunt : 7 Registratienummer : Portefeuillehouder(s) : F.M. Schoonderwoerd Opsteller : J. van Wijk jvanwijk@kaagenbraassem.nl Telefoon : (071) Onderwerp: Beleidsplan schuldhulpverlening Beslispunten: 1. vaststellen beleidsplan schuldhulpverlening met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2012; 2. instemmen met automatische borgstelling voor saneringskredieten door eenmalige storting Garantiefonds van Kredietbank Nederland. Publiekssamenvatting De gemeenteraad heeft het beleidsplan schuldhulpverlening vastgesteld. Hiermee wordt invulling gegeven aan de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, die van kracht is per 1 juli Het beleidsplan geeft aan dat schuldhulpverlening één van de instrumenten is die de gemeente inzet om samen met de betrokkene problematische schulden aan te pakken. Schuldhulpverlening is niet altijd geschikt als middel. Soms moeten eerst andere omstandigheden worden aangepakt in iemands leven. Doel van de gemeente is onder alle omstandigheden inwoners weer zelf aan het roer van hun leven te krijgen met participatie en zelfredzaamheid op nummer 1. Inleiding Voor u ligt het beleidsplan schuldhulpverlening. Dit plan maakt onderdeel uit van de maatschappelijke agenda en zou onder andere omstandigheden ook als onderdeel zijn gepresenteerd. Maar de nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is ingegaan per 1 juli 2012 en stelt als eis dat de gemeenteraad een beleidsplan vaststelt. In het verleden bood de gemeente ook al schuldhulpverlening aan. De uitvoering werd gedaan door de ISDR conform de werkwijze van de NVVK, de Nederlandse Vereniging van Volkskredietbanken en de brancheorganisatie voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren. Er lag geen beleidsplan aan ten grondslag. Om nu aan onze wettelijke verplichtingen te voldoen en onze uitvoeringspartners van werk en inkomen in Alphen aan den Rijn een basis te bieden voor het verrichten van hun werkzaamheden op het gebied van schuldhulpverlening vragen wij u voorliggend beleidsplan vast te stellen. Beoogd resultaat Voldoen aan de wettelijke verplichtingen en duidelijkheid verschaffen over de manier waarop wij inwoners met problematische schulden kunnen ondersteunen Rv Beleidsplan schuldhulpverlening 10 september 2012 Pagina 1 van 4

103 Kader De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (tekst is opgenomen als bijlage van het beleidsplan) is een kaderwet. Dit biedt de gemeente dus de mogelijkheid eigen doelen te stellen. Ook biedt de wet de vrijheid de uitvoering op een eigen wijze te organiseren. Wel moet de gemeenteraad een beleidsplan vaststellen en het onderwerp schuldhulpverlening minimaal eenmaal per jaar op de agenda zetten. Met voorliggend beleidsplan geeft de gemeente invulling aan haar taken vermeld in de wet gemeentelijke schuldhulpverlening. De volgende punten zijn van belang: 1. Gemeenten moeten een beleidsplan schrijven. Daarin moet worden ingegaan op de beoogde resultaten, kwaliteitsborging en de schuldhulp aan gezinnen met minderjarige kinderen. 2. Gemeenten mogen schuldhulpverlening weigeren aan personen die fraude hebben gepleegd of al eerder gebruik hebben gemaakt van schuldhulpverlening. 3. Het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld, moet binnen vier weken plaatsvinden. De gemeente moet de klant goed informeren over de verwachte doorlooptijden. 4. Gemeenten kunnen de rechtbank verzoeken een moratorium in te stellen. Voor een periode van maximaal zes maanden mogen schuldeisers dan geen (nieuwe) incassomaatregelen nemen. 5. Zodra de wet in werking treedt valt de schuldhulpverlening binnen het kader van de Algemene wet bestuursrecht. Binnen dat kader is het belangrijk dat de gemeente goed vastlegt bij voorkeur ook in beleidsregels hoe het schuldhulpverleningsaanbod eruit ziet en aan welke voorwaarden burgers moeten voldoen om ervoor in aanmerking te komen. Op het nemen van besluiten door de gemeente (bijvoorbeeld over toekenning of uitsluiting) kunnen ook de bepalingen over dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen van toepassing zijn. De uitgangspunten van de maatschappelijke agenda vormen verder de basis voor de manier waarop schuldhulpverlening wordt ingezet. Dat betekent uitgaan van eigen kracht van mensen en inzet daar plegen waar ook resultaat te behalen is. Het doel is mensen te activeren om hun eigen problemen aan te pakken, eventueel met hulp van de eigen omgeving. Het kan dus ook zijn dat er geen schuldhulpverleningstraject wordt aangeboden. Er is namelijk een categorie schulden die niet op te lossen is met schuldbemiddeling. Ook zijn sommige schuldenaren niet in staat een schuldbemiddelingstraject te doorlopen. Er kan dan wel sprake zijn van zorg die in ander verband kunnen worden aangepakt, zoals vanuit de wmo of door maatschappelijk werk. Huidige vraag Op dit moment maken ongeveer 50 inwoners gebruik van schuldhulpverlening. Ze bewandelen verschillende paden om schuldenvrij te worden. Soms volstaat een inventarisatie van de problemen en een adviesgesprek. Soms vindt bemiddeling plaats met de schuldeisers, soms is er sprake van een vorm van budgetbeheer en soms is een combinatie nodig. Vanwege de economische situatie neemt het aantal mensen dat om ondersteuning vraagt nog steeds toe. Argumenten Maatschappelijke Ondersteuning Als je problematische schulden hebt, wordt deelnemen aan de samenleving een stuk ingewikkelder Rv Beleidsplan schuldhulpverlening Schuldhulpverlening loont! Kosten-batenanalyse door Hogeschool Utrecht en Regioplan: Elke euro die de gemeente uitgeeft aan schuldhulpverlening leidt tot kostenbesparing van 1,70 tot 2,60 op andere terreinen (uitkeringen, huisuitzettingen, gezinsinterventies, etc.) Mensen met problematische schulden in een uitkeringssituatie gaan gemiddeld 4 tot 12 maanden later weer aan het werk dan mensen zonder schulden Naast de toename van het aantal mensen met schulden zijn ook de verschuldigde bedragen steeds hoger en neemt de taaiheid van multiproblematiek rond schuldsituaties toe (hardnekkige verslaving, werkloosheid, etc.) 10 september 2012 Pagina 2 van 4

104 Schuldhulpverlening is één van de instrumenten die de gemeente inzet om ondersteuning te bieden aan mensen die aansluiting met de samenleving (dreigen te) verliezen. Maatschappelijke baten Effectieve schuldhulpverlening kan leiden tot kostenbesparing op andere terreinen. Bovendien draagt het bij aan het verbeteren van de levensomstandigheden van betrokkenen. Herfinanciering en saneringskrediet Er zijn twee specifieke instrumenten die wij willen toevoegen aan het arsenaal dat de schuldhulpverlener ter beschikking heeft: de herfinanciering en het saneringskrediet. Dit zijn kredieten die een kredietbank, waar de gemeente een samenwerkingsovereenkomst mee heeft afgesloten, verschaft om alle schuldeisers in één keer af te betalen voor (een deel van) de totale schuld. In het geval van de herfinanciering gaat het om de gehele schuld, in geval van het saneringskrediet worden de restschulden kwijtgescholden. De schuldenaar heeft dan nog maar één schuldeiser: de kredietbank. Het voordeel hiervan is dat het minder arbeidsintensief is dan reguliere schuldbemiddeling. Ook gaan schuldeisers eerder akkoord als ze in één keer worden afbetaald in plaats van verspreid over 36 maanden. Ze weten wat ze krijgen en lopen niet de kans dat de schuldenaar halverwege het schuldbemiddelingstraject toch weer stopt met betalen. De kredietbank verschaft deze kredieten onder voorwaarde dat de gemeente borg staat. Het risico dat de gemeente hierdoor loopt kan worden afgekocht door een eenmalige storting van 0,57 per inwoner in het garantiefonds van de kredietbank. Voorgesteld wordt om in te stemmen met invoering van deze instrumenten en om het risico voor de gemeente te beperken in te stemmen met de afkoop door storting in het garantiefonds. Draagvlak Dit voorstel is voorgelegd aan de Wmo-adviesraad. Het advies is als bijlage bij dit voorstel gevoegd. Een groot aantal opmerkingen van de adviesraad is in het Beleidsplan verwerkt. In het raadsdossier ligt onze reactie ter inzage. Daaruit blijkt welke opmerkingen in het Beleidsplan zijn verwerkt en welke niet. Financiële consequenties Er is een budget beschikbaar van dat is overgenomen uit de begroting 2012 van de ISDR. Wij gaan er op dit moment van uit dat dit budget toereikend is voor het uitvoeren van de nieuwe werkwijze, waarin gebruik wordt gemaakt van de instrumenten herfinanciering en saneringskrediet en schuldhulpverlening gericht wordt ingezet wanneer er kans van slagen is om schuldenvrij te worden. Als er andere problemen zijn die dit belemmeren, worden die problemen aangepakt, niet met behulp van schuldhulpverlening maar door een integrale aanpak op alle leefgebieden. Overigens is schuldhulpverlening wel een openeinderegeling. Dus als een aanvraag van iemand voldoet aan de criteria dan wordt ook ondersteuning geboden. Het aantal mensen dat met schuldenproblematiek geconfronteerd wordt neemt volgens berichtgeving in dagbladen nog wel toe. Communicatie Het beleidsplan wordt op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt en ter inzage gelegd. De informatie die beschikbaar is op de gemeentelijke website zal worden verbeterd Rv Beleidsplan schuldhulpverlening 10 september 2012 Pagina 3 van 4

105 Realisatie De uitvoering van schuldhulpverlening aan inwoners maakt onderdeel uit van de dienstverleningsovereenkomst Sociale Zaken met Alphen aan den Rijn. Er wordt gestuurd op het bereiken van effecten in de DVO. Voor de jaarlijkse terugkoppeling aan uw raad maken wij gebruik van de jaarrapportage van Plangroep, de organisatie die namens Alphen aan den Rijn het grootste gedeelte van de trajecten voor schuldhulpverlening uitvoert. Roelofarendsveen, 7 augustus 2012 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting Bijlagen behorend bij het voorstel Beleidsplan schuldhulpverlening inclusief bijlagen Advies Wmo-adviesraad Bijlagen ter inzage: Reactie op het advies van de Wmo-adviesraad Rv Beleidsplan schuldhulpverlening 10 september 2012 Pagina 4 van 4

106 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 augustus 2012; gelet op het bepaalde in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening; b e s l u i t: 1. vast te stellen het beleidsplan schuldhulpverlening en de inwerkingtreding te bepalen op de dag volgende op de publicatie met terugwerkende kracht tot 1 juli 2012; 2. in te stemmen met automatische borgstelling voor saneringskredieten door eenmalige storting Garantiefonds van Kredietbank Nederland. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 10 september 2012 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Rb Beleidsplan schuldhulpverlening 10 september 2012 Pagina 1 van 1

107 Beleidsplan schuldhulpverlening Schuldhulpverlening en maatschappelijke ondersteuning Schulden zijn een groeiend probleem. Onderzoek van Divosa wijst uit dat 13% van alle huishoudens kampt met problematische schulden die ze zelf niet meer kunnen oplossen. Ook het aandeel jongeren en werkende mensen met schulden neemt toe. Als je schulden hebt, wordt deelnemen aan de samenleving een stuk ingewikkelder. Schuldhulpverlening (een begrippenkader is opgenomen in bijlage 1) is een van de instrumenten die de gemeente inzet om deze problemen samen met de betrokkene aan te pakken en participatie en zelfredzaamheid weer op nummer 1 te krijgen. Zo wordt tevens uitvoering gegeven aan de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, die van kracht is per 1 juli 2012 (integrale wettekst is opgenomen in bijlage 3). De Maatschappelijke agenda van Kaag en Braassem gaat er, evenals het regeerakkoord en het bestuursakkoord van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), vanuit dat ieder individu het recht heeft zijn of haar eigen leven te leiden en dat op een zelfredzame manier doet. Eigen keuze, eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid zijn sleutelbegrippen. Maar wij maken ons onverminderd sterk voor kwetsbare burgers die ondersteuning nodig hebben. Dit geldt overigens niet alleen voor mensen met een laag inkomen of een uitkering, maar ook voor mensen met hogere inkomens die bijvoorbeeld na baanverlies hun vaste lasten niet meer kunnen betalen en in de schulden komen. Maatschappelijk effect schuldhulpverlening Inwoners zijn zo veel mogelijk financieel zelfstandig. Schuldhulpverlening kan worden ingezet om mensen zo snel mogelijk uit een financiële afhankelijkheidspositie te halen en het risico op sociale uitsluiting te verkleinen. Doelstellingen schuldhulpverlening 1. Bevorderen dat inwoners geen problematische schulden maken door in te zetten op preventie, vroegsignalering en nazorg: in deze fase wordt soms ook een lichte vorm van bemiddeling ingezet om te voorkomen dat schulden erger en problematisch worden; tijdens de bemiddeling worden ook risicofactoren, zoals bijvoorbeeld verslaving, voor de lagere termijn bespreekbaar gemaakt om de kans op terugval te verkleinen; 2. Bemiddelen om problematische schuldensituaties, voor zover deze regelbaar zijn, van diegenen die daar ondersteuning bij willen hebben zo mogelijk op te lossen. Beleidsplan schuldhulpverlening, vastgesteld op 10 september 2012 Pagina 1 van 13

108 Wat merkt de burger daarvan? In de preventieve sfeer is aandacht voor het voorkomen van problematische schulden door het bieden van goede informatie en doorverwijzing. Mensen met problematische schulden kunnen terecht voor advies en, als ze in aanmerking komen, ondersteuning. Het is duidelijk voor de burger dat schuldhulpverlening geen doel op zich is, maar een van de instrumenten die kunnen worden ingezet om iemand te helpen weer zelfredzaam en op eigen kracht, waar mogelijk met ondersteuning van het eigen netwerk, in de maatschappij te staan. Waar schuldhulpverlening niet kan worden ingezet, wordt wel gezorgd voor een warme overdracht aan een van de ketenpartners. Welke resultaten zijn te verwachten? communicatie Door meer in te zetten op communicatie wordt het voor mensen makkelijker om hun weg te vinden en is het duidelijker voor hen waar ze aan toe zijn. Onderdeel hiervan is een zelfhulppakket, dat mensen ondersteunt bij het zelf in kaart brengen van hun schulden. Dit stelt hen in staat eigen verantwoordelijkheid te nemen. Hierdoor stijgt ook het aantal klanten dat na een kort adviestraject zelf weer grip krijgt op zijn budget. streng aan de poort Iedereen die in financiële problemen verkeert kan schuldhulp aanvragen, maar niet voor iedereen is dit ook het juiste middel om de problemen te lijf te gaan. Door strengere selectie aan de poort, de integrale benadering van de klant en het meer op maat aanbieden van de juiste instrumenten, neemt het aantal klanten dat het traject voortijdig beëindigt af. We helpen alleen als helpen helpt. Daardoor kunnen we ook de beschikbare middelen efficiënter inzetten. 1 toegang Door de integrale aanpak van de vraag van de klant, realiseren we meer participatie en betere re-integratieresultaten. Dit effect wordt niet alleen bereikt door effectieve schuldhulpverlening maar ook door betere aanpak van andere leefgebieden (bijvoorbeeld door inzet van verslavingszorg of maatschappelijk werk). Dit valt buiten het bereik van deze nota, maar laat wel de samenhang zien die wij nadrukkelijk nastreven. Meetbare resultaten Wij kunnen bij de resultaten nog niet goed aangeven wat beter of meer moet worden bij de gekozen aanpak. Dit komt onder meer omdat de wijze van registratie steeds weer is veranderd. Dat gaan we veranderen door in de dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Alphen aan den Rijn (DVO) afspraken te maken over het monitoren van de schuldhulpverlening. Om schuldhulpverlening zo effectief mogelijk in te zetten is bijvoorbeeld ook aandacht voor verschillende doelgroepen die met problematische schulden worden geconfronteerd, de verschillende trajecten en de resultaten die worden geboekt. Activiteiten Preventie en voorlichting De gemeentelijke website wordt voor het onderwerp schuldhulpverlening opnieuw ingericht met goede doorverwijsinformatie naar onder andere de site van het Nibud, het Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting. Ook wordt foldermateriaal ontwikkeld om Beleidsplan schuldhulpverlening, vastgesteld op 10 september 2012 Pagina 2 van 13

109 te verspreiden op relevante locaties. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van de open inloop schuldhulpverlening in Alphen aan den Rijn. Ook kunnen mensen deelnemen aan de cursus uitkomen met inkomen die vier keer per jaar wordt aangeboden. Deze cursus is overigens verplicht voor mensen die in de schuldbemiddeling zitten. Integrale klantbenadering Het aanpakken van schuldsituaties gaat meestal niet alleen over het oplossen van financiële problemen. De kern is dat er een adequate diagnose over de (multi)problematiek wordt gesteld aan het begin van de intakefase. Een korte toelichting op de basisaanpak in die intakefase is opgenomen in bijlage 2. Hiertoe is van belang dat een goede afstemming kan plaatsvinden tussen onze medewerkers met klantcontacten en de uitvoering in Alphen. Om dit te bereiken worden nadere afspraken gemaakt in de DVO. Als schuldhulpverlening geen oplossing kan bieden, maar er is wel sprake van andere zorgen, dan regelt de schuldhulpverlening een warme overdracht, bijvoorbeeld naar maatschappelijk werk. Als het gaat om een gezin met jonge kinderen wordt altijd een melding gedaan bij het meldpunt zorg en overlast. De instrumenten die de schuldhulpverleners in Alphen aan den Rijn gebruiken voor de uitvoering van hun werkzaamheden zijn ofwel het gevolg van toepassing van wetgeving (zoals het moratorium, waarbij het incassoproces tijdelijk wordt stilgelegd) ofwel het gevolg van maatwerk. Als een eenvoudige vorm van budgetbegeleiding de uitweg biedt, is een dure wettelijke vorm immers niet nodig. Dit wordt nader beschreven in de werkafspraken voor schuldhulpverlening in de DVO. Wij maken afspraken op basis van resultaten, niet op basis van inspanningen. Dit betekent dat wij de organisatie van de schuldhulpverlening aan Alphen aan den Rijn overlaten, maar wel bespreekbaar maken welke lokale voorzieningen beschikbaar zijn (zo kunnen onze inwoners geen gebruik maken van de Stichting Geldzorg in Alphen aan den Rijn, maar misschien wel van de Papierwinkel van de Spil). Borgen van de kwaliteit van schuldhulpverlening De nieuwe wet schrijft gemeenten voor maatregelen te nemen die ervoor zorgen dat de kwaliteit van integrale schuldhulpverlening gewaarborgd is. Alphen aan den Rijn voert de schuldhulpverlening voor ons uit en werkt volgens de NVVK-normen (de NVVK is de vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren). Daarnaast is de gemeente Alphen voornemens de kwaliteit van de schuldhulpverlening te beoordelen op basis van een audit. De basis voor kwaliteit is dus aanwezig. In de DVO besprekingen zal de kwaliteit onderwerp van gesprek zijn. Beleidsplan schuldhulpverlening, vastgesteld op 10 september 2012 Pagina 3 van 13

110 Bijlage 1 Begripsomschrijving Niet-problematische schulden De verhouding tussen de schuldenlast en het inkomen/vermogen/noodzakelijke uitgaven is zodanig dat de schuldenproblematiek in zijn geheel nog kan worden opgelost met een betalingsregeling/herfinanciering Problematische schulden De verhouding tussen de schuldenlast en het inkomen/vermogen/noodzakelijke uitgaven is zodanig dat de schuldenproblematiek alleen maar kan worden opgelost via een minnelijke/wettelijke schuldregeling (zie hierna). De schuld wordt, in een periode van 3 jaar, slechts gedeeltelijk afgelost. De rest wordt kwijtgescholden. De definitie van de NVVK van problematische schulden luidt: de situatie waarin van een natuurlijke persoon redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, of waarin hij heeft opgehouden te betalen. Het minnelijke en het wettelijke traject Binnen de schuldhulpverlening zijn twee trajecten te onderscheiden, het minnelijke en het wettelijke traject. minnelijk De schuldenaar is verplicht om vooraf aan het wettelijke traject er alles aan te doen om de schulden minnelijk ter regelen. Het woord minnelijk geeft aan dat de schulden in den minne worden geregeld met de schuldeisers. De schuldhulpverlener doet bij de schuldeisers een voorstel waarin staat welk bedrag maandelijks kan worden afgelost voor een periode van 36 maanden. De hoogte van dit bedrag wordt berekend volgens landelijke normen. Gewaarborgd wordt dat de schuldenaar een inkomen op of rond het bijstandsniveau behoudt. Extra inkomsten moeten worden aangewend ter aflossing. Indien er binnen deze periode sprake is van inkomensstijging of inkomensdaling, wordt het aflossingsbedrag aangepast. Er zijn verschillende instrumenten waar de schuldhulpverlener gebruik van kan maken zoals budgetbeheer, budgetbegeleiding, adviestrajecten, budgetcursus, schuldbemiddeling, saneringskredieten en herfinanciering. wettelijk Het wettelijke traject is de uitvoering van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). De gemeente geeft de WSNP-verklaring af. Vervolgens bepaalt de rechter of de persoon in aanmerking komt voor een wettelijke schuldsanering. Het traject van de wettelijke schuldenregeling duurt gemiddeld 3 tot 5 jaar. Een bepaald percentage van de totaalschuld wordt hiermee aan de schuldeisers betaald. Een aangewezen bewindvoerder draagt zorg voor de belangen van de schuldeisers, of zorgt dat de aflossing plaatsvindt. Alle post gaat direct naar de bewindvoerder. Saneringskrediet Het door de schuldregelende instelling te verstrekken krediet om de schulden van de schuldenaar geheel of gedeeltelijk tegen finale kwijting te voldoen. Schuldregelende instelling Hiermee wordt bedoeld een lid van de NVVK. Beleidsplan schuldhulpverlening, vastgesteld op 10 september 2012 Pagina 4 van 13

111 Schuldregeling bij een schuldregeling bemiddelt de schuldregelende instelling tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen. Herfinanciering Afsluiting van een lening om schulden bij een veelvoud van schuldeisers in één keer totaal af te betalen. Dit wordt gebruikt in situaties waarin de totale schuld zodanig is, dat de kredietbank bereid is om voor de totale schuld een lening te verstrekken. Moratorium Het moratorium is een wettelijk vastgelegde afkoelingsperiode van een termijn van zes maanden, waarin schuldeisers geen mogelijkheid meer hebben om bijvoorbeeld beslag op het inkomen van de schuldenaar te leggen. Schuldeisers moeten pas op de plaats maken zodat de schuldhulpverlener met de schuldenaar de financiële situatie kan doorrekenen. Het stabiliseert het inkomen van de schuldenaar en het zorgt voor gelijkberechtiging van schuldeisers. Het is namelijk niet meer mogelijk dat één schuldeiser beslag legt op alle afloscapaciteit waardoor de andere schuldeisers het nakijken hebben. Er is een lichte vorm die al jaren gehanteerd wordt. Wat hier wordt bedoeld is een nieuwe passage in de wet, die nog niet is vastgesteld. Zodra dat wel het geval is gaan wij daar ook gebruik van maken. Dwangakkoord Het dwangakkoord kan ingezet worden als de schuldregeling bijna rond is, alle schuldeisers akkoord zijn met een regeling, op één na. De gemeente kan de rechter dan vragen om een dwangakkoord dat de weigerachtige schuldeiser dwingt mee te werken. Intakefase Dit is de eerste fase van het minnelijk traject. In deze fase, die maximaal drie maanden duurt, moet inzicht verkregen worden in de financiële situatie en de eventuele samenhang met immateriële problemen. Een intake resulteert in een inventarisatie van de schulden, een berekening van het vrij te laten bedrag (aflossing), een inschatting van psychiatrische problematiek en een plan van aanpak. In dit plan van aanpak wordt ook opgenomen welke andere vormen van hulpverlening ingezet moeten worden om eventuele achterliggende problematiek op te lossen. Na de intakefase wordt de klant in Alphen aan den Rijn overgedragen aan Plangroep voor fase 2 en 3 van het minnelijk traject. Stabilisatiefase Het stabilisatietraject is een afzonderlijke module. Het hoeft niet standaard ingezet te worden bij alle klanten. Het kan gebruikt worden om een fase van rust te creëren, zodat de klant beter in staat is om te werken aan aspecten die samen hangen met de schuldenproblematiek. Er zijn verschillende manieren om tot die rust te komen: budgetbeheer, budgetcoaching, aanvragen beschermingsbewind, treffen betalingsregelingen, doorverwijzing hulpverlening. Beleidsplan schuldhulpverlening, vastgesteld op 10 september 2012 Pagina 5 van 13

112 1 gezin 1 plan Dit is een methodiek die in Zuid-Holland Noord wordt toegepast bij gezinnen met meervoudige problematiek. Professionals, dienstverleners en personen uit het sociale netwerk die bij het gezin zijn betrokken vormen één team. Dit team werkt samen met de gezinsleden aan het herstel van het gewone leven. Kerndoel is daarbij dat de kinderen in het gezin zich (weer) zonder belemmeringen en bedreigingen kunnen ontwikkelen. Als meerdere hulpverleners en instanties betrokken zijn en de ouders de zorg zelf niet kunnen coördineren, ondersteunt één van de betrokken professionals hen hierbij. Deze professional is daarmee tijdelijk de zorgcoördinator van het gezin. Beleidsplan schuldhulpverlening, vastgesteld op 10 september 2012 Pagina 6 van 13

113 Bijlage 2 uitvoeringsraamwerk Om vast te stellen of schuldhulpverlening effectief kan worden ingezet wordt gebruik gemaakt van een model dat is ontwikkeld door de gemeente Tilburg. Het onderzoekt de mate waarin de schuldenaar zijn zaken nog kan regelen en in welke mate de schulden zich nog laten regelen. regelbaar schuldenpakket onregelbaar schuldenpakket Regelbare schuldenaar Schuldsituatie is op te lossen met een schuldregeling Schuldsituatie is alleen te stabiliseren (= voorkomen van erger) Onregelbare schuldenaar Mogelijkheden hangen af van individueel dossier: soms stabiliseren, soms geen oplossing Schuldhulpverlening kan niets of nauwelijks iets doen Door volgens dit schema te werken, wordt schuldhulpverlening doordacht ingezet en kunnen uitgaven beperkt worden. De vraag is natuurlijk wat er gebeurt met de onregelbare schuldenaren met onregelbare schulden. Deze groep hoort niet thuis bij de schuldhulpverlening maar bij de GGZ, verslavingszorg of andere instanties. Een nauwe samenwerking met deze ketenpartners is daarom noodzakelijk. Pas als andere problemen zijn opgelost, zou schuldhulpverlening weer in zicht kunnen komen. Dit past in onze filosofie van een integrale aanpak en goede samenwerking met onze ketenpartners. Voorbeelden per categorie: regelbaar schuldenpakket Regelbare schuldenaar Marian verloor haar baan en beëindigde kort daarna haar huwelijk. In deze periode heeft ze een flinke schuld opgebouwd die ze met haar eigen budget niet meer kan aflossen. Ze is erg gemotiveerd om van haar schulden af te komen. Ze heeft op dit moment een WW-uitkering en zoekt hard naar nieuw werk. Ze maakt geen nieuwe schulden en ze betaalt haar vaste lasten. Met deze instelling kan de gemeente de crediteuren vragen mee te werken aan een schuldregeling. Onregelbare schuldenaar Jolanda is manisch depressief. Regelmatig neemt ze haar medicijnen niet in en maakt ze nieuwe schulden. Zolang ze haar medicijnen niet trouw inneemt, blijft ze schulden maken. De gemeente begeleidt haar naar beschermingsbewind (de kantonrechter wijst een bewindvoerder aan die de inkomsten beheert en ervoor zorgt dat vaste lasten betaald worden). Pas als dat goed geregeld is, ze haar manisch depressiviteit beter onder controle heeft en haar inkomen stabiel is, komt schuldhulpverlening in zicht. Beleidsplan schuldhulpverlening, vastgesteld op 10 september 2012 Pagina 7 van 13

114 onregelbaar schuldenpakket Saïd heeft naast een groot aantal andere schulden ook een eigen woning met een restschuld. De aflossing van de hypotheek past niet meer binnen zijn huidige budget. Er kan daarom geen schuldregeling getroffen worden. Pas als Saïd zijn woning verkocht heeft en een woning gevonden heeft waarvan hij de woonlasten wel kan betalen, kan een schuldregeling gestart worden. De restschuld op het huis wordt dan meegenomen in het totale schuldenpakket. Fred is alcoholist en heeft een aantal schulden lopen bij het CJIB8 die niet gesaneerd kunnen worden. Het gaat o.a. om een schadevergoeding aan een vrouw die hij mishandeld heeft. Fred wil geen hulp om van zijn verslaving af te komen. De gemeente kan zowel niets doen vanwege de verslaving waardoor Fred geld blijft uitgeven aan drank als vanwege de niet regelbare schulden. Zodra hij geholpen door verslavingszorg zijn verslaving onder controle heeft, kan de gemeente opnieuw beoordelen of een vorm van beschermingsbewind mogelijk is waardoor de CJIB-boete op den duur ingelost wordt. Beleidsplan schuldhulpverlening, vastgesteld op 10 september 2012 Pagina 8 van 13

115 Bijlage 3 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Wet van 9 februari 2012 tot het geven aan gemeenten van de verantwoordelijkheid voor schuldhulpverlening (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is gemeenten een wettelijke taak te geven met betrekking tot schuldhulpverlening; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten- Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Artikel 1 Begripsbepalingen In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: college: college van burgemeester en wethouders; inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij een gemeente is ingeschreven; Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg; verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening. Artikel 2 Plan 1. De gemeenteraad stelt een plan vast dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente. 2. De gemeenteraad stelt het plan telkens voor een periode van ten hoogste vier jaren vast. Het plan kan tussentijds gewijzigd worden. 3. Het plan bevat de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid betreffende integrale schuldhulpverlening en het voorkomen dat personen schulden aangaan die ze niet kunnen betalen. 4. In het plan wordt in ieder geval aangegeven: a. welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen; b. welke maatregelen de gemeenteraad en het college nemen om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de integrale schuldhulpverlening wordt uitgevoerd; c. het maximaal aantal weken dat de gemeente nastreeft met betrekking tot Beleidsplan schuldhulpverlening, vastgesteld op 10 september 2012 Pagina 9 van 13

116 de in artikel 4, eerste lid, genoemde periode, en d. hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen wordt vormgegeven. 5. In het plan kan de gemeenteraad aangeven onder welke voorwaarden het college de verzoeker verplicht over een basisbankrekening te beschikken. Artikel 3 Verantwoordelijkheid college 1. Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering van het plan, bedoeld in artikel 2, eerste lid. 2. Het college kan schuldhulpverlening in ieder geval weigeren in geval een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening. 3. Het college kan schuldhulpverlening in ieder geval weigeren in geval een persoon fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en die persoon in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opgelegd. 4. Met betrekking tot een ingezetene zonder adres als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is het college verantwoordelijk dat krachtens artikel 40 van de Wet werk en bijstand aangewezen is voor de verlening van bijstand. 5. Een vreemdeling kan voor het verlenen van schuldhulpverlening slechts in aanmerking komen indien hij een ingezetene is die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet Artikel 4 Wacht- en doorlooptijd 1. Indien een persoon zich tot het college wendt voor schuldhulpverlening vindt binnen vier weken het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld. 2. Indien er sprake is van een bedreigende situatie vindt binnen drie werkdagen het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld. Onder bedreigende situatie wordt verstaan gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektriciteit, stadsverwarming of water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering. 3. Het college geeft de verzoeker inzicht in het aantal weken tussen het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld en het bereiken van het resultaat. Artikel 5 Moratorium 1. Het college kan de rechtbank verzoeken een afkoelingsperiode af te kondigen, waarin elke bevoegdheid van de schuldeiser tot verhaal op de goederen van de schuldenaar en tot opeising van goederen die zich in de macht van de schuldenaar bevinden niet kan worden uitgeoefend, voor een periode van maximaal zes maanden. 2. Een afkoelingsperiode als bedoeld in het eerste lid wordt slechts afgekondigd Beleidsplan schuldhulpverlening, vastgesteld op 10 september 2012 Pagina 10 van 13

117 indien deze periode noodzakelijk is in het kader van schuldhulpverlening en indien is voldaan aan bij algemene maatregel van bestuur gestelde nadere voorwaarden. 3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen verplichtingen worden aangewezen die door de schuldenaar tijdens de afkoelingsperiode, bedoeld in het eerste lid, worden nagekomen. Artikel 6 Inlichtingenplicht De verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de op hem van toepassing zijnde schuldhulpverlening of voor de uitvoering van deze wet. Artikel 7 Medewerkingsplicht 1. De verzoeker is verplicht aan het college desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet. 2. Het college stelt bij de uitvoering van deze wet de identiteit van de persoon, bedoeld in het eerste lid, vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1 tot en met 3, van de Wet op de identificatieplicht. 3. Een ieder is verplicht aan het college desgevraagd een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht terstond ter inzage te verstrekken, voor zover dit redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet. Artikel 8 Gegevensuitwisseling 1. Bestuursorganen en andere bij algemene maatregel van bestuur aangewezen personen en instanties verstrekken aan het college de gegevens en inlichtingen waarvan kennisneming van belang kan zijn voor de uitvoering van deze wet. 2. Het college kan onder bij algemene maatregel van bestuur te bepalen voorwaarden aan bestuursorganen en aan bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen instanties gegevens verstrekken voortvloeiende uit de uitvoering van deze wet, die deze bestuursorganen en instanties behoeven in verband met uitoefening van hun taak en dienstverlening. 3. Het vragen en het verstrekken van gegevens door het college aan en door de in het eerste en tweede lid bedoelde bestuursorganen en instanties kan geschieden door tussenkomst van het Inlichtingenbureau, bedoeld in artikel 63 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. 4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de wijze van gegevensuitwisseling en de kosten, die daarbij in rekening kunnen worden gebracht. Artikel 9 Informatievoorziening 1. Het college verstrekt Onze Minister, kosteloos, de gegevens en inlichtingen die hij voor de statistiek, informatievoorziening en beleidsvorming met betrekking tot deze wet nodig heeft. Beleidsplan schuldhulpverlening, vastgesteld op 10 september 2012 Pagina 11 van 13

118 2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de informatie die het college verstrekt en de wijze waarop het college de gegevens verzamelt en verstrekt, waarbij kan worden bepaald dat categorieën van gemeenten bepaalde gegevens en inlichtingen niet hoeven te verzamelen en te verstrekken. De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 9, eerste lid, wordt «en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen» vervangen door:, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. B Artikel 62 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt na «de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen» ingevoegd:, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. 2. In het tweede lid wordt na «de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen» ingevoegd: of de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Artikel 11 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1:1 wordt na de definitie van «bank» ingevoegd: basisbankrekening: een betaalrekening, met inbegrip van bijbehorend betaalinstrument, waarbij debetstand niet mogelijk is. B Na artikel 4:71e wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende: Basisbankrekening Artikel 4:71f Een bank verstrekt een basisbankrekening aan de aanvrager ervan, mits voldaan is aan de volgende voorwaarden: a. de aanvrager van de basisbankrekening is een verzoeker in de zin van artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening die door het college op grond van artikel 7, eerste lid, van die wet is verplicht medewerking te verlenen om een basisbankrekening te openen; b. de aanvrager van de basisbankrekening is niet bij een andere bank in het bezit van een basisbankrekening of heeft niet bij een andere bank een aanvraag voor een basisbankrekening lopen; c. de aanvrager wendt zich indien hij bij een of meer banken een betaalrekening heeft, niet tot een andere bank dan waarbij hij een betaalrekening heeft; d. de aanvrager stemt in met het verstrekken van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nader te bepalen informatie aan de door hem aangezochte bank. Beleidsplan schuldhulpverlening, vastgesteld op 10 september 2012 Pagina 12 van 13

119 Artikel 4:71g 1.De ingevolge artikel 4:71f aangezochte bank kan het contract met de houder van de basisbankrekening opzeggen of de aanvraag tot een basisbankrekening weigeren indien de aanvrager of houder van de basisbankrekening: a. onherroepelijk veroordeeld is voor een misdrijf als bedoeld in de artikelen 225, 227a, 326, 341, 420 bis of 420 ter van het Wetboek van strafrecht, of b. onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt bij de aanvraag als bedoeld in artikel 4:71f. 2.Indien de aanvraag tot opening van een basisbankrekening is geweigerd dan wel de rekening is opgezegd, kan een persoon die is vrijgesteld op grond van artikel 3:5, derde lid, of een persoon die een ontheffing heeft verkregen op grond van artikel 3:5, vierde lid, ten behoeve van de verzoeker in de zin van artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, een basisbankrekening verkrijgen waarover hij bij uitsluiting van anderen gemachtigd is het beheer te voeren. C In de bijlage bij artikel 1:79 wordt in numerieke volgorde in het deel Gedragstoezicht, ingevoegd: 4:71f, eerste lid. D In de bijlage bij artikel 1:80 wordt in numerieke volgorde in het deel Gedragstoezicht, ingevoegd: 4:71f, eerste lid. Artikel 12 Evaluatie Onze Minister zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. Artikel 13 Inwerkingtreding De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Artikel 14 Citeertitel Deze wet wordt aangehaald als: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven te s-gravenhage, 9 februari 2012 Beatrix De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom Uitgegeven de negenentwintigste februari 2012 De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten Beleidsplan schuldhulpverlening, vastgesteld op 10 september 2012 Pagina 13 van 13

120 6EMEENH-E fcm ÜRAAÖÖEM WAAG Adviesraad Gemeente Kaag en Braassem Secretariaat: de heer D.L.Klerkx Gruttohof NRRoelofarendsveen Tel adres: Datum: Volg nr.: OVB: ja/nee Fysiek: )$tl nee 2 0 AU OR Ml RO Het College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Kaag en Braassem, Postbus 1, 2370 AA Roelofarendsveen Roelofarendsveen, 16 augustus Betreft: Gevraagd advies: Schuldhulpverlening en maatschappelijke ondersteuning Geacht college, Via uw medewerkster Jacqueline van Wijk werd op 30 juli jl. per het verzoek ontvangen om te adviseren over: Schuldhulpverlening en maatschappelijke ondersteuning. Een ongelukkig tijdstip midden in de vakantie, temeer omdat het onderwerp een nieuw aandachtspunt is voor de Wmo-adviesraad, aangezien dit in het verleden viel onder het cliëntenplatform ISDR. De Wmo-adviesraad heeft e.e.a. bestudeerd en komt met de volgende adviezen/opmerkingen: l.in de toelichting in de wordt het volgende aangegeven: MAG Het beleidsplan staat niet op zichzelf. Er ligt een duidelijke en onderbouwde lijn naar de uitgangspunten van de maatschappelijke agenda. Gelet op vorenstaande verzoekt de Wmo-adviesraad om de l e alinea van het stuk te wijzigen. Immers hier wordt verwezen naar een onderzoek van Divosa waaruit blijkt dat 13% van alle huishoudens kampt met problematische schulden. Dit is een landelijk cijfer. In het stuk "Kaag en Braassem in beeld", dat als basis heeft gediend voor de MAG wordt op blz. 74 het volgende vermeld: Schulden en schuldhulpverlening Het percentage volwassenen (3%) en ouderen (1%) met problematische schulden in 2009 is even groot als in ZHN. Op 1 januari 2012 zaten 55 cliënten uit Kaag en Braassem in de schuldhulpverlening en 23 cliënten in budgetbeheer. In 2012 zijn 12 aanvragen schuldhulpverlening in behandeling genomen. Vijf aanvragen staan nog op de wachtlijst. 1

121 Geadviseerd wordt deze op de gemeente Kaag en Braassem toegespitste meer concrete tekst als l e alinea te hanteren, eventueel nog geactualiseerd e alinea blz. 1: Geadviseerd wordt hieraan toe te voegen: Door de economische crisis, worden meer burgers getroffen door schulden. Naast mensen met lage inkomens of een uitkering gaat het nu ook om mensen met hogere inkomens. Dit komt dan bijvoorbeeld door baanverlies in combinatie met (hoge) hypotheken. 3.4 e alinea blz.1 luidt: Maatschappelijk effect schuldhulpverlening Niemand onder de armoedegrens, voorkomen sociale uitsluiting. Dit wordt door de Wmo-adviesraad als een te kort door de bocht formulering gezien. Geadviseerd wordt de 2 e zin te vervangen door ongeveer de tekst uit de toelichtende . Tekstvoorstel: Schuldhulpverlening is bedoeld om sociale uitsluiting te voorkomen: Sociale uitsluiting dreigt namelijk als mensen onder de armoedegrens komen. Het is een instrument om mensen te ondersteunen in hun zelfstandigheid, maar het is uitdrukkelijk niet het EI van Columbus in alle situaties waarin sprake is van schulden. Het is een onderdeel van het instrumentenarsenaal dat beschikbaar is om mensen te ondersteunen. Het kan dus zijn dat voor iemand verslavingszorg of maatschappelijk werk gelijktijdig of eerst moet worden ingezet. 4. Op blz.1 onder 'Wat merkt de burger ervan?' wordt in het kader van preventie gesproken over advies. Geadviseerd wordt aan te geven waar men voor dit advies terecht kan. Dit zou ook het Wmo-loket moeten zijn. Bovendien zou in de publicaties en de folder, waarover in advies 5 wordt geadviseerd, hieraan ook aandacht besteed kunnen worden. Ook dient steeds duidelijk te worden aangegeven dat schuldhulpverlening gratis is. 5. blz.2 l e alinea 'streng aan de poort' klinkt dreigend, maar is niet echt concreet. Geadviseerd wordt hieraan toe te voegen wie in het algemeen in aanmerking komen. 6.0p blz.2 onder Meetbare resultaten wordt gesproken over de DVO. Geadviseerd wordt dit te vervangen door: Dienstverleningovereenkomst met de gemeente Alphen aan den Rijn (hierna te noemen DVO) Overigens geldt voor alle afkortingen dat deze de l e maal uitgeschreven dienen te worden. 7. Op blz. 2 onder Activiteiten wordt aangegeven dat de gemeentelijke website wordt aangepast. Prima, maar volgens de Wmo-adviesraad zeker niet voldoende. Immers te vaak wordt er van uit gegaan dat iedereen beschikt over internet, maar dit is zeker (nog) niet het geval. Geadviseerd wordt regelmatig in publicaties in het Witte Weekblad / Leidsch Dagblad, AD, kortom in de pers hieraan aandacht te besteden. Bovendien vindt de Wmo- 2

122 adviesraad een folder hierover noodzakelijk. Deze dient dan via bibliotheek, huisartsen, verzorgingshuizen, enz. zo breed mogelijk verspreid te worden. Bovendien hecht de Wmo-adviesraad sterk aan preventie: Voorkomen is nog steeds beter dan genezen! Geadviseerd wordt dan ook onder 'Activiteiten' een aantal preventiezaken te vermelden. -Gedacht wordt aan contacten met woningbouwverenigingen: bij 2 maanden huurachterstand dit signaleren, zodat iemand van of namens de gemeente contact op kan nemen (natuurlijk uitsluitend met toestemming van de huurder). -Dit kan ook met scholen: signaleren bijvoorbeeld als iemand om financiële redenen niet met een schoolreisje mee mag. -Verder kunnen de mensen van bijvoorbeeld de papierwinkel signalen doorgeven, evenals de ouderenwerkers, Parochiële Charitas Instellingen, Diaconieën enz. -Werkgevers worden nu vaker geconfronteerd met loonbeslagen, omdat geldproblemen toenemen door de economisch mindere tijden. Bewerkstellig door voorlichting dat werkgevers loonbeslagen signaleren. Steeds vanzelfsprekend uitsluitend met toestemming van de betrokkene(n). 8. Geadviseerd wordt de laatste alinea van blz. 2 tekstueel te bezien. Het woord 'ofwel' impliceert namelijk dat er meer is dan het hier vermelde gevolg van toepassing van wetgeving. 9. Geadviseerd wordt aan het slot van blz.2 en het begin van blz. 3 de tekst te wijzigen. De Wmo-adviesraad is namelijk van mening dat geen sprake moet zijn van een streven om afspraken te maken, maar dat dit dient te gebeuren. 10. Geadviseerd wordt de audit, waarover wordt gesproken onder 'Borgen van de kwaliteit van schuldhulpverlening' op blz.3 jaarlijks ter bespreking voor te leggen aan de Wmo-adviesraad Kaag en Braassem c.q. aan alle betrokken Wmo-adviesraden. Ook zouden deze adviesraden betrokken kunnen worden bij de opzet van de audit. 11. Geëindigd wordt met een tweetal vragen: -De indruk bestaat dat de schuldhulpverlening met name geldt voor mensen met inkomsten uit arbeid of uit een uitkering. Voor (ex) ondernemers gelden daarvoor speciale regelingen? Gedacht wordt aan bijvoorbeeld het Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen (Bbz) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ). Geadviseerd wordt dit in het stuk mee te nemen en te verduidelijken, immers ook voor (ex)ondernemers is van belang te weten welke mogelijkheden er zijn. -Gemeente Alphen aan den Rijn heeft, speciaal voor jongeren tot 23 jaar, het loket 'Jouw Geldzaken'. Hier kunnen jongeren terecht met al hun vragen over inkomsten, uitgaven en schulden. Een ervaren schuldhulpverlener, gespecialiseerd in de hulpverlening aan jongeren maakt samen met de jongere een budgetplan, adviseert en biedt, waar mogelijk, oplossingen. Het project Jouw Geldzaken komt voort uit het beleidsplan schuldhulpverlening De Alphense Aanpak, dat het college en de raad van Alphen aan den Rijn eind 2011 hebben vastgesteld. 3

123 i Gevraagd wordt te bezien of jongeren van Kaag en Braassem hier ook gebruik van kunnen maken of dat iets dergelijks ook hier te realiseren is. Namens de Wmo-adviesraad Kaag en Braassem c: D.L.Klerkx, secretaris i n ii 1 4

124 Raadsvergadering : 10 september 2012 Agendapunt : 8 Registratienummer : Portefeuillehouder(s) : A.J.M. van Velzen Opsteller : G.Y. Geluk ggeluk@kaagenbraassem.nl Telefoon : (071) Onderwerp: Bestuursrapportage 2012 Beslispunten: 1. De voorgestelde begrotingswijzigingen vast te stellen volgens bijlage 1; 2. een einddatum per krediet te bepalen volgens bijlage 2; 3. de volgende kredieten af te sluiten: IC0162 Reconstructie Kaag (riolering) IC0246 Reconstructie Kaag (wegen) IC0247 Reconstructie Kaag (groen) IC0248 Reconstructie Kaag (waterkering) IC0249 Reconstructie Kaag (verlichting) IC0241 Reconstructie Europaplantsoen (wegen) IC0256 Reconstructie Europaplantsoen (groen) IC0257 Reconstructie Europaplantsoen (verlichting) IC0264 Vervangen gemalen vrijvervalriolering 2010 IC0265 Vervangen gemalen drukriolering 2010 IC0274 Uitvoering speelruimtebeleidsplan 2011 IC0273 Plotter 2011 IG0084 Omgevingsvergunning Wabo IG0088 Digitalisering WMO 4. de volgende kredieten toe te kennen: IC0291 Arbitrage project reconstructie Kaag IC0292 Vervangen gemalen vrijvervalriolering IC0293 Vervangen gemalen drukriolering het volgende krediet bij te ramen: IC0287 Speelruimtebeleidsplan het negatieve resultaat ad ten laste te brengen van de algemene reserve; 7. een bedrag van te onttrekken aan de reserve bouwgrondexploitatie en toe te voegen aan de voorziening bouwgrondexploitaties; 8. een bedrag van te onttrekken aan de egalisatiereserve wegen en toe te voegen aan het budget van het Cultureel Centrum. Publiekssamenvatting De Berap is een voortgangsrapportage die eenmaal per jaar verschijnt. In de Berap geeft het college een tussenstand van wat het wil bereiken en wat er al bereikt is in het huidige jaar. De nadruk ligt op beleidsvoortgang en financiële afwijkingen ten opzichte van de begroting. Het tijdstip waarop de Berap wordt gepresenteerd, begin september, is niet toevallig gekozen. Er is in het lopende jaar al voldoende tijd voor uitvoering geweest en er is ook nog voldoende tijd voor eventuele bijsturing door het college op de verschillende programma s Rv Bestuursrapportage september 2012 Pagina 1 van 6

125 De bestuursrapportage 2012 sluit met een nadelig resultaat van Inleiding Voor u ligt de Bestuursrapportage Deze Berap is anders van opzet dan voorgaande jaren. Dat vloeit voort uit de invoering van de nieuwe werkwijze van planning en control. Het doel van de nieuwe werkwijze is de transparantie te vergroten om zodoende meer zicht te hebben op ontwikkelingen en daarmee beter te kunnen (bij)sturen. De raad wordt daarmee ook beter in de gelegenheid te stellen te sturen op de zaken die de verantwoordelijkheid van de raad zijn. Een van de pijlers van de nieuwe werkwijze is het uitgangspunt om dunnere en vooral beter leesbare P&C-producten op te leveren. Dunner omdat dit het eenvoudiger maakt om integraal naar de gemeente te kunnen kijken. Beter leesbaar omdat de Berap dient als stuurmiddel voor de raad en informatie moet bevatten waar ook echt iets mee kan worden gedaan. Ons college heeft de ambtelijke organisatie opdracht gegeven (met inachtneming van de rollen van de gemeenteraad en het college) om de P&C-producten in dit licht op te stellen. In tegenstelling tot voorgaande jaren worden niet meer integraal alle activiteiten in tabelvorm per programma opgenomen. Er wordt een actief onderscheid gemaakt tussen prioriteiten en reguliere activiteiten. Prioriteit heeft die informatie die van belang is omdat het actueel speelt, zichtbaar is voor inwoners, politieke prioriteit heeft of afwijkt van de begroting. Reguliere activiteiten zijn die activiteiten die jaarlijks terugkeren in min of meer dezelfde vorm en waarvan de uitvoering plaats vindt binnen de gestelde (financiële) kaders. Er wordt nog gezocht naar een vorm waarin de raad ook zicht heeft op ontwikkelingen ten aanzien van de reguliere zaken/going concern. Deze Berap (ook wel 2 e Kwartaalrapportage) is een eerste stap in dit proces. Wij zijn als college tevreden over het voorliggend resultaat. Naar onze mening wordt een weg ingeslagen naar verbetering, waar alle partijen uiteindelijk beter mee uit de voeten kunnen. Natuurlijk staan wij open voor suggesties voor verdere verbeteringen om die bij onze volgende stappen te betrekken. Beoogd resultaat Een bijgestelde begroting Kader Begroting 2012, Gemeentewet, Financiële verordening en Budgethoudersregeling. Argumenten en financiële consequenties Deze zijn uitgebreid opgenomen in de Berap. Deze sluit met een nadelig resultaat van In bijlage 1 is op hoofdlijnen toegelicht wat de belangrijkste begrotingswijzigingen zijn (> ) die voortvloeien uit de Berap. In het kort noemen we de volgende zaken: Programma 1: Hier is sprake van incidentele overschrijdingen ten aanzien van de kosten van de accountant en van de komende verkiezingen. Daarnaast lopen de leges voor reisdocumenten terug en dat zorgt voor een structureel negatief resultaat. Programma 2: Het grootste gedeelte van het nadelig resultaat ontstaat doordat de rentebaten van het belegde deel van de algemene reserve teruglopen als gevolg van de afboeking van gronden in Braassemerland. Dit weer onder andere als gevolg van de daling van de v.o.n.-prijzen. Daarnaast is er sprake van teruglopende inkomsten van de bouwleges door de economische crisis. Programma 3: Dit programma laat een voordelig resultaat zien door onder andere uitgestelde werkzaamheden waardoor op de investeringen nog niet wordt afgeschreven. Programma 4: Ook dit programma laat een voordelig resultaat zien doordat op de investering met betrekking tot "de Lasso" nog niet wordt afgeschreven Rv Bestuursrapportage september 2012 Pagina 2 van 6

126 Programma 5 en 6: Een nadelig resultaat onder andere door een nadelig saldo op de huuropbrengsten van de Brede School Braassemerland. Ook is er reeds in 2007 is een krediet beschikbaar gesteld voor de realisatie van de toegangsweg en parkeerterrein bij het Cultureel Centrum te Nieuwe Wetering. Naar nu is gebleken zijn door een omissie de gelden ingezet voor andere investeringen. Daarom dient er nu nog een bedrag beschikbaar te worden gesteld voor de aanleg van de toegangsweg en parkeerterrein ad ten laste van egalisatiereserve wegen. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien: Wij ontvangen lagere dividendopbrengsten en een lagere opbrengst van NUON-aandelen. Daarnaast zal de voorziening dubieuze debiteuren opnieuw moeten worden opgehoogd. De budgettaire ruimte is volledig benut waardoor per saldo het resultaat positief is. Verder moeten de gelden die gereserveerd waren als risico voor Braassemerland als gevolg van de keuze van het koersdocument ad 4,8 mln. onder aftrek van (=reeds gevormde verliesvoorziening) aan voorziening Braassemerland toegevoegd worden. Wij stellen voor het nadelig resultaat van ten laste te brengen van de algemene reserve. Een overzicht van de stand van zaken op dit moment treft u hieronder aan saldo rente 4,5 % Rente niet meer toerekenen ivm vullen verliesvoorziening en risicoresreve deel van de algemene reserve als vastgelegd vermogen Niet meer ten gunste van exploitatie ivm niet meer toereikend zijn voorziening corr. rente 2013 tranche 3 Nuon: (15%) tranche 4 (21%) corr.nog niet ontv. tranches Nuonverkoop (4,5%) Bijbehorend bedrag aan rente Door toevoeging bedrag Nuon aan verliesvoorziening komt deze rente vanaf 2012 ten laste van de exploitatie Toevoegingen - vergoeding rente door Vattenfall ivm uitgestelde levering Nuon aandelen p.m. Met ingang van 2012 komt deze vergoeding ten gunste van de exploitatie uitkering deel ingehouden regeling Escrow Beschikkingen - tekort jaarrekening Naar reserve onderhoud wegen ( Zoutershof) Naar risicovoorziening voor B'land verhoging budget milieudienst Bloem in Holland 4 x in en Investeringsbijdrage Meerbrug ( niet in 2011 maar in 2012) herstructurering Wwnv Cofinanciering p.m. - raming resultaat Burap saldo Rv Bestuursrapportage september 2012 Pagina 3 van 6

127 Verder kunnen verschillende kredieten worden afgesloten, nieuwe kredieten moeten worden toegekend en een paar kredieten bij- of afgeraamd. 2e Kwartaalrapportage 2012 t/m juni 2012 Totaaloverzicht exploitatie-budgetten Begroting na w ijziging t/m juni 2012 Realisatie + aangegane verplichting Prognose Afw ijking Programma 1 - Bestuur en dienstverlening N Programma 2 - Ruimte N Programma 3 - Leefomgeving V Programma 4 - Economie V Programma 5 - Onderw ijs en kinderopvang N Programma 6 - Welzijn V Alg. dekkingmiddelen en onvoorzien V Saldi kostenplaatsen N Resultaatbestemming N Extracomptabele correcties N Resultaat 2e kw artaalrapportage N Toelichting: Geconcludeerd moet worden dat er een aantal behoorlijke financiële tegenvallers te melden is waarvan enkele belangrijke elementen al bij u bekend waren maar nu een financiële vertaling hebben gekregen. De economische crisis werkt op onderdelen zo door, dat dit ook op gemeentelijke taakvelden financiële consequenties heeft. Het tijdstip waarop de Berap wordt gepresenteerd, begin september, is niet toevallig gekozen. Er is in het lopende jaar al voldoende tijd voor uitvoering geweest en er is ook nog voldoende tijd voor eventuele bijsturing op programma s. We moeten echter concluderen dat de nadelige effecten voor een groot deel niet zijn bij te sturen. Voorbeelden zijn de structurele afname van bouwleges ( ,-), de toename van het aantal WWB-uitkeringen ( ,-) en het teruglopend rendement op onze beleggingen ( ). Daarnaast lopen de rentebaten van het belegde deel van de algemene reserve (dat gebruikt werd als dekking voor de exploitatie) terug als gevolg van de verhoging van de verliesvoorziening in verband met het koersdocument rondom Braassemerland ( 2,0 miljoen). Dit verklaart het grote negatieve resultaat in programma 2. Vanwege het nog niet geheel betaald zijn van de aandelen Nuon wordt rente ontvangen over de openstaande vordering van Vattenfall. Deze rente wordt in 2012 ten gunste van de exploitatie gebracht in plaats van deze te storten in de algemene reserve ( ). Tevens is het positieve saldo van de afwijkingen van rioolrecht overgeheveld naar de reserve riolering in verband met kostendekkendheid ( ). Daarnaast is de voorziening dubieuze debiteuren opnieuw opgehoogd onder andere in verband met de maandelijkse boetes voor niet tijdig betalen van de huur door OCJ (Ondernemerscentrum Jacobswoude) ( ). Kredieten Al eerder hebben wij een verbeterslag gerealiseerd ten aanzien van de kredieten; voor alle kredieten is een globale planning gemaakt van de verwachte kapitaaluitgaven. Deze uitgaven zijn verdeeld over de diverse jaarschijven. Hierdoor is het mogelijk om aan alle kredieten een looptijd Rv Bestuursrapportage september 2012 Pagina 4 van 6

128 te koppelen. Met het vaststellen van de bestuursrapportage wordt tevens de einddatum bepaald van de verschillende kredieten. Voor die datum dienen de werkzaamheden waarvoor het krediet beschikbaar is gesteld, te worden gerealiseerd. Aanpassen van deze looptijd is vervolgens alleen mogelijk door middel van een besluit door uw raad. Door deze werkwijze wordt er meer inzicht verschaft in de verwachte kapitaallasten de komende jaren en kan er beter gestuurd worden op de daadwerkelijke uitvoering en voortgang van zaken. Bij het opstellen van deze bestuursrapportage zijn alle kredieten opnieuw kritisch doorgelopen. Er kunnen verschillende kredieten worden afgesloten, enkele nieuwe kredieten zijn nodig en een paar kredieten moeten worden bij- of afgeraamd. In bijlage 2 van de Berap is aangegeven wat de huidige status is van alle lopende kredieten. 2e Kwartaalrapportage 2012 t/m juni 2012 Totaaloverzicht af te sluiten kredieten Naam krediet Krediet Restant krediet Toelichting overschot (V) / tekort (N) -IC0162 Reconstr.Kaag (riolering) N -IC0246 Reconstr. Kaag (w egen) N -IC0247 Reconstr. Kaag (groen) N -IC0248 Reconstr. Kaag (w aterkering) N -IC0249 Reconstr. Kaag (verlichting) V -IC0241 Reconstr. Europaplantsoen (w egen) V Afsluiten; overschot (na dekking project Kaag) -IC0256 Reconstr. Europaplantsoen (groen) V aframen naar nieuw krediet IC IC0257 Reconstr. Europaplantsoen (verlichting) V -IC0264 Vervangen gemalen vrij vervalriolering V Afsluiten; overschot aframen naar nieuw krediet IC IC0265 Vervangen gemalen drukriolering V Afsluiten; overschot aframen naar nieuw krediet IC IC0273 Plotter V Afsluiten. -IC0274 Uitvoering speelruimtebeleidsplan V Afsluiten; overschot aframen naar IC IG0084 Omgevingsvergunning Wabo V Afsluiten. -IG0088 Digitalisering WMO V Afsluiten. Afsluiten; tekort bijramen vanuit IC0241 Toelichting met betrekking tot de kredieten: IC0162, IC0246, IC0247, IC0248 en IC0249 (project Reconstructie Kaag): vanwege de arbitrage aangespannen door Vessies Infra BV is niet in te schatten wanneer dit project is afgerond. De kredieten kunnen worden afgesloten zodat gekapitaliseerd kan worden en de tekorten ad kunnen worden gedekt vanuit het restantkrediet IC0241 revitalisatie Europaplantsoen. IC00241, IC0256 en IC0257 (project Reconstructie Europaplantsoen): Werkzaamheden zijn uitgevoerd. De kredieten kunnen worden afgesloten en het restant ad (na dekking tekorten project Kaag) kan worden overgeheveld naar een nieuw krediet (IC0291) zodat dit ingezet kan worden voor afhandeling arbitrage project Kaag. IC0264: in verband met kapitalisatie kan het krediet worden afgesloten en het restant ad kan worden overgeheveld naar een nieuw krediet (IC0292). IC0265: in verband met kapitalisatie kan het krediet worden afgesloten en het restant ad kan worden overgeheveld naar een nieuw krediet (IC0293). IC0273: De printer is geleverd. Zodra de rekening is betaald kan het krediet worden afgesloten. IC0274: In verband met kapitalisatie kan het krediet worden afgesloten en het restant ad worden overgeheveld naar IC0287 Speelruimtebeleidsplan IG0084: werkzaamheden zijn uitgevoerd. Het krediet kan worden afgesloten. IG0088: werkzaamheden zijn uitgevoerd. Het krediet kan worden afgesloten. Het saldo van de resterende af te sluiten kredieten (IC0273, IG0084 en IG0088) is positief; het heeft derhalve geen nadelig effect op de begrote kapitaallasten 2013 e.v Rv Bestuursrapportage september 2012 Pagina 5 van 6

129 Draagvlak N.v.t. Communicatie Na besluitvorming zal het besluit via de reguliere kanalen worden gecommuniceerd. Roelofarendsveen, 14 augustus 2012 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting Bijlagen behorend bij het voorstel Bestuursrapportage 2012 Bijlage begrotingswijzigingen Bijlage kredieten Rv Bestuursrapportage september 2012 Pagina 6 van 6

130 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 augustus 2012; gelet op het bepaalde in artikel 203 Gemeentewet; b e s l u i t: 1. de voorgestelde begrotingswijzigingen vast te stellen volgens bijlage 1; 2. een einddatum per krediet te bepalen volgens bijlage 2; 3. de volgende kredieten af te sluiten: IC0162 Reconstructie Kaag (riolering) IC0246 Reconstructie Kaag (wegen) IC0247 Reconstructie Kaag (groen) IC0248 Reconstructie Kaag (waterkering) IC0249 Reconstructie Kaag (verlichting) IC0241 Reconstructie Europaplantsoen (wegen) IC0256 Reconstructie Europaplantsoen (groen) IC0257 Reconstructie Europaplantsoen (verlichting) IC0264 Vervangen gemalen vrijvervalriolering 2010 IC0265 Vervangen gemalen drukriolering 2010 IC0274 Uitvoering speelruimtebeleidsplan 2011 IC0273 Plotter 2011 IG0084 Omgevingsvergunning Wabo IG0088 Digitalisering WMO 4. de volgende kredieten toe te kennen: IC0291 Arbitrage project reconstructie Kaag IC0292 Vervangen gemalen vrijvervalriolering IC0293 Vervangen gemalen drukriolering het volgende krediet bij te ramen: IC0287 Speelruimtebeleidsplan het negatieve resultaat ad ten laste te brengen van de algemene reserve; 7. een bedrag van te ontrekken aan de reserve bouwgrondexploitatie en toe te voegen aan de voorziening bouwgrondexploitaties; 8. een bedrag van te ontrekken aan de egalisatiereserve wegen en toe te voegen aan het budget van het Cultureel Centrum. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 10 september 2012, de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Rb Bestuursrapportage september 2012 Pagina 1 van 1

131 Bestuursrapportage 2012 Open dag waterrecreatie Woubrugge De Berap is een voortgangsrapportage die eenmaal per jaar verschijnt. In de Berap geeft het college van burgemeester en wethouders een tussenstand van wat zij willen bereiken en wat er al bereikt is in het huidige jaar. De nadruk ligt op beleidsvoortgang en financiële afwijkingen ten opzichte van de begroting. Het tijdstip waarop de Berap wordt gepresenteerd, begin september, is niet toevallig gekozen. Er is in het lopende jaar al voldoende tijd voor uitvoering geweest en er is ook nog voldoende tijd voor eventuele bijsturing door het college op de verschillende programma s.

132 Bestuursrapportage 2012 Inhoudsopgave Leeswijzer Pagina 3 Algemene inleiding en managementsamenvatting Pagina 4 Programma's o Programma 1 Bestuur en dienstverlening Pagina 10 o Programma 2 Ruimte Pagina 14 o Programma 3 Leefomgeving Pagina 18 o Programma 4 Economie Pagina 23 o Toelichting programma's 5 en 6 Pagina 26 o Programma 5 Onderwijs Pagina 27 o Programma 6 Welzijn Pagina 30 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Pagina 36 Bijlagen o o Bijlage 1 Overzicht begrotingswijzigingen Bijlage 2 Overzicht kredieten 2

133 Bestuursrapportage 2012 Leeswijzer Voor u ligt de bestuursrapportage 2012 (kortweg Berap). De Berap is een voortgangsrapportage die eenmaal per jaar verschijnt. In de Berap geeft het college een tussenstand van wat het wil bereiken en wat er al bereikt is in het huidige jaar. De nadruk ligt op beleidsvoortgang en financiële afwijkingen ten opzichte van de begroting. Het tijdstip waarop de Berap wordt gepresenteerd, begin september, is niet toevallig gekozen. Er is in het lopende jaar al voldoende tijd voor uitvoering geweest en er is ook nog voldoende tijd voor eventuele bijsturing door het college op de verschillende programma s. Deze Berap is anders van opzet dan voorgaande jaren. Dat vloeit voort uit de invoering van de nieuwe werkwijze van planning en control. Het doel van de nieuwe werkwijze is dat wij als college de stuurbaarheid en transparantie van de gemeente Kaag en Braassem willen vergroten. Een van de pijlers van de nieuwe werkwijze is het uitgangspunt om dunnere en vooral beter leesbare P&C-producten op te leveren. Dunner omdat dit het eenvoudiger maakt om integraal naar de gemeente te kunnen kijken. Beter leesbaar omdat de Berap dient als stuurmiddel voor de raad. Het college heeft de ambtelijke organisatie opdracht gegeven (met inachtneming van de rollen van de gemeenteraad en het college) om de P&Cproducten in dit licht op te stellen. Voor de zomer hebt u zelf al deze nieuwe werkwijze kunnen ervaren o.a. bij de avonden over het financieel perspectief en de kaders die u hebt meegegeven voor de bezuinigingen (interactieve avond met de fracties in plaats van de kadernota). Vanuit de vele positieve reacties hebben wij de visie ook vertaald naar een nieuw format voor deze Berap. De essentie van de nieuwe werkwijze hebben wij in de raadsinformatie brief van 18 juli jl. aan u uitgelegd. In tegenstelling tot voorgaande jaren worden niet meer integraal alle activiteiten in tabelvorm per programma opgenomen. Wij maken een actief onderscheid tussen prioriteiten en reguliere activiteiten. Prioriteit is die informatie die van belang is omdat het actueel speelt, zichtbaar is voor inwoners, politieke prioriteit heeft of afwijkt van de begroting. Reguliere activiteiten zijn die activiteiten die jaarlijks terugkeren in min of meer dezelfde vorm en waarvan de uitvoering plaatsvindt binnen de gestelde (financiële) kaders. Dit betekent niet dat voortgang van reguliere activiteiten niet gedeeld hoeft te worden met de raad. Sterker nog, ook deze informatie is zeer relevant, maar om hier grip op te krijgen is een tabel met activiteiten wat ons betreft onvoldoende. Wij willen voorstellen om in 2013 te starten met politieke avonden, waarin we per avond één programma doornemen aan de hand van een presentatie. Door samen met de portefeuillehouder en de verantwoordelijke manager in gesprek te zijn over doelstelling en voortgang van het gehele programma (inclusief de reguliere activiteiten) zijn wij ervan overtuigd dat u meer informatie krijgt dan deze te vatten in een integrale rapportage. Tegelijkertijd kunnen uit deze gesprekken per programma aanvullende kaders worden opgenomen, die leiden tot continue verbetering en aanscherping van het programma. Welk programma wanneer op de agenda komt te staan, wordt in overleg met u bepaald in het najaar. 3

134 Bestuursrapportage 2012 Algemene inleiding en managementsamenvatting Helder en uitdagend coalitieakkoord Het coalitieakkoord vormt de belangrijkste leidraad voor het college. De doelstellingen van het college voor de bestuursperiode zijn zowel helder als uitdagend. Aan de ene kant staat eenheid in verscheidenheid centraal vanuit de gemeentelijke fusie. De uitdaging van het college is om samen met de gemeenteraad, inwoners, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven van deze twee gemeenten een hechte en sterke gemeente te maken. Aan de andere kant staat het college voor een grote opgave om de nodige bezuinigingen te realiseren. Implementatie bezuinigingen vormt grote opgave De grootste opgave in onze collegeperiode is de bezuinigingsopgave. De implementatie van deze bezuinigingsopgave heeft zowel direct effect op de inwoners van Kaag en Braassem als op de ambtelijke organisatie. De ambtelijke organisatie zal moeten inkrimpen in de komende jaren; dit zal veel inspanning vergen. In 2011 zijn er met de gemeenteraad intensieve discussies gevoerd over de richting en de manier waarop Kaag en Braassem de bezuinigen kan realiseren. Door gezamenlijk koers te kiezen in de Kompasdiscussie en de MRSV zijn we de eerste ronde bezuinigingen goed doorgekomen met een heldere richting. Open dag waterrecreatie Woubrugge 4

135 Bestuursrapportage nieuwe koers Anders en innovatiever 2012 is een belangrijk jaar voor de gemeente Kaag en Braassem. Na de bezuinigingsronde van 2011 staat 2012 in het teken van de implementatie (uitvoeren van de gemaakte keuzes). Het effect op de organisatie is groot, vacatureruimte wordt veelal niet meer ingevuld, onderzocht wordt of bepaalde werkzaamheden buiten de deur geplaatst kunnen worden of kan worden samengewerkt zoals belastingen en ICT, maar ook taakstellende opgaven op het gebied van inkoop zetten de mogelijkheden onder druk. Tegelijkertijd wordt er veel resultaat van de organisatie gevraagd. Vanuit de kerntakendiscussie ('t Kompas) en de MRSV zijn er niet alleen taken geschrapt, maar is er vooral ook gezocht naar mogelijkheden om dezelfde maatschappelijke effecten (of liefst nog meer) te bereiken met minder geld. Dit doe je niet door alleen efficiënter te werken, die rek is er snel uit. Anders en innovatiever is hierbij het devies. Het meest zichtbare voorbeeld van anders en innovatiever is de uitwerking van de Maatschappelijke agenda (MAG). Kaag en Braassem loopt de komende jaren voorop als het gaat om innovatie in het maatschappelijk werkveld. Anders en innovatiever werken wordt in 2012 vertaald in de organisatievisie. Deze visie beschrijft de hoofdlijnen van waaruit de organisatie invulling geeft aan de veranderende omstandigheden (meer doen met minder geld). Het beschrijft de rol van de gemeente in de samenleving, maar ook wat verwacht kan en mag worden van inwoners en bedrijven. Dit nieuwe samenspel zal de komende jaren verfijnd moeten worden, met de gemeenteraad als de belangrijkste schakel tussen de gemeente en haar inwoners. Samenwerking en vertrouwen Een bewuste keuze bij invulling van de bezuinigingen is dat wij als college actief de gemeenteraad betrekken. Deze dialoog is de sleutel om de uiteindelijke (moeilijke) keuzes tot een succes te maken. Dikke pakken papier met veel cijfers en een hoog detailgehalte voldoen niet meer om gezamenlijk de opgaven van Kaag en Braassem aan te gaan. De constructieve discussies rondom het Kompas en MRSV hebben hun vruchten afgeworpen en geleid tot versterkt onderling vertrouwen en goede samenwerking. Dit vertrouwen leidt ook in 2012 tot een nieuwe visie op planning en control, waarbij het bestuur samen met de ambtelijke organisatie op zoek gaat naar manieren om transparanter te werken en de stuurbaarheid te vergroten. Extra bezuinigingen 2012 staat ook in het teken van de extra bezuinigingen die nodig zijn om meerjarig een sluitend financieel perspectief te realiseren. Al snel in 2012 werd duidelijk dat de verslechterde economische situatie in Europa ook haar weerslag kreeg op Kaag en Braassem. De economische crisis vertaalt zich in een stagnerende huizenmarkt en daarmee onherroepelijk een daling van de waarde op grondposities. De geprognosticeerde inkomsten uit de grondexploitatie van Braassemerland lijken te verdampen, met als direct effect het verplicht afboeken van de boekwaarde op de grondposities en het nemen van verlies op de begroting. Gelukkig had de gemeente Kaag en Braassem een goede reserve, maar het verlies is dermate groot, dat deze in 2013 nagenoeg uitgeput is. Deze pijnlijke situatie heeft ertoe geleid dat extra bezuinigingen onoverkomelijk zijn en er dus extra keuzes bovenop de reeds gemaakte keuzes gemaakt moeten worden voor de begroting van Voor het zomerreces heeft de raad hierover gesproken en kaders meegegeven die leiden tot een sluitend meerjarenperspectief. Sturing van ambtelijke organisatie De nieuwe koers uitlijnen is een belangrijke stap, maar uitvoering geven aan de implementatie is waarschijnlijk de grootste uitdaging in Bij ieder veranderproces zit de bottleneck in de implementatie. Succesvol veranderen begint met vertrouwen onderling en een helder beeld van het toekomstperspectief. Daarom is in 2012 door het managementteam een organisatievisie geschreven. In deze organisatievisie wordt beschreven welke rollen en 5

136 Bestuursrapportage 2012 verantwoordelijkheden nodig zijn om te kunnen inspelen op de vraag die de maatschappij stelt. Bij de uitvoering van onze taken en rollen zal de ambtelijke organisatie steeds meer groeien naar een organisatie die bestaat uit een vaste ambtelijke kern met daaromheen een flexibele schil. Deze flexibele schil bestaat uit verschillende externe partijen (ketenpartners, andere overheden en gemeenten, ZZP ers, uitzendkrachten, deskundigheidspools en - platforms etc.) en wordt geactiveerd afhankelijk van de vraag. Zo kan de organisatie altijd kwalitatief goede invulling geven aan taken en rollen die op dat moment gevraagd worden. Kortom, een organisatie die flexibel is in kwaliteit en omvang. Alleen de organisatiestructuur aanpassen, inkrimpen of nieuw beleid schrijven is echter niet voldoende. Nog belangrijker is de sturing op houding en gedrag van mensen, zowel binnen de ambtelijke organisatie als in samenwerking met de maatschappelijk partners. Daadwerkelijk sturing geven aan houding en gedrag kost veel tijd, heel veel tijd! Dit vraagt dus om een extra inspanning van zowel het college als het MT. Iedereen zal een stapje extra moeten zetten en dat vraagt om investeren in mensen, ze niet kwijt raken in de verandering en ze niet overvragen, maar uitdagen. Het college en MT zullen hierbij zorgvuldig keuzes moeten maken en prioriteren, niet alles kan tegelijk, dat wat we doen, doen we in één keer goed. De implementatie van de nieuwe koers zal de komende jaren de nodige aandacht blijven vragen. Juist daarom is het belangrijk om als raad, college en ambtelijke organisatie dicht bij elkaar te blijven staan en open en transparant te blijven over de mogelijkheden en onmogelijkheden die bij verandering horen. Zichtbare resultaten in 2012 In de eerste helft van 2012 is er hard gewerkt aan (zichtbare) resultaten. Het college stuurt vanuit zes programma s aan zijn maatschappelijke doelstellingen. De programma s worden in het volgende hoofdstuk afzonderlijk behandeld, hier zijn de meest in het oog springende resultaten opgenomen: Programma 1 Bestuur en dienstverlening Het college heeft niet alleen samen met de raad gesproken over een nieuwe visie op planning en control, deze is in 2012 ook daadwerkelijk vertaald naar een andere manier van samenwerking. Het doel van de nieuwe werkwijze is de stuurbaarheid en transparantie van de gemeente Kaag en Braassem vergroten met inachtneming van de rollen van de gemeenteraad en het college. Een van de pijlers van de nieuwe werkwijze is het uitgangspunt om, daar waar mogelijk, van papier naar gesprek over te stappen. Het concrete resultaat van deze gedachte is onder andere het gesprek dat is gevoerd over de lastige materie rondom het financiële perspectief en de kaders die nodig waren om het beleid op te stellen voor weerstandsvermogen. Voorheen zou hier een kant-en-klare nota over verschijnen, nu is er bewust voor gekozen om in gesprek te gaan en de kaderstellende rol van de raad te benadrukken. Een ander resultaat vanuit deze gedachte is het besluit om de kadernota te laten vervallen in de bekende vorm en het op een alternatieve (interactieve) manier in gesprek gaan om de kaders mee te geven vanuit de raad voor de extra bezuinigingen voor de begroting van Natuurlijk kan niet alle informatie-uitwisseling in de vorm van een gesprek plaats vinden. Het streven is wel om dunnere en vooral beter leesbare P&C-producten te realiseren. Dunner omdat dit het eenvoudiger maakt om integraal naar de gemeente te kunnen kijken. Beter leesbaar omdat de P&C-producten moeten dienen als stuurmiddel voor de raad. Deze Berap is hier een concreet resultaat van! Programma 2 Ruimte Uiteraard waren de ontwikkelingen rondom Braassemerland in de eerste helft van 2012 het meest zichtbaar in het programma Ruimte. De gevolgen van de afboeking van de grondposities hebben een langdurig effect op de gehele gemeente. De wens om scherper op het ruimtelijk domein te kunnen sturen en controleren is grotendeels gerealiseerd met de 6

137 Bestuursrapportage 2012 uitwerking van de MRSV. De MRSV biedt de ruimtelijke kaders die de toetsende rol van de gemeente duurzaam versterkt. In lijn met de visie zoals neergelegd in de MRSV zijn de nodige bestemmingsplannen gewijzigd en is de herstructurering van de bedrijventerreinen ingezet. Er is een inventarisatie van verspreid liggend glas gemaakt. Programma 3 Leefomgeving Het programma Leefomgeving kenmerkt zich door de hoge mate van reguliere beheersactiviteiten, die vooral planmatig worden aangepakt. Alle geplande werkzaamheden lopen conform verwachting, met uitzondering van de maaiactiviteiten. Toch zijn er in 2012 een aantal fundamentele veranderingen in dit programma terug te vinden. De gemeente Kaag en Braassem heeft ervoor gekozen om een sterkere regierol te nemen in het beheer van de leefomgeving. Het gevolg hiervan is dat nu al minder eigen personeel zichtbaar werkzaam is in de buitenruimte. De nadruk komt te liggen op goed en effectief toezicht op het beheer dat wordt uitgevoerd door externe partners. Een andere fundamentele verandering is de wens om het groen- en grijsareaal tot een minimum te beperken, om zo de onderhouds- en beheerkosten te beperken. Concrete resultaten tot nu toe zijn de uitwerking van de plannen voor de adoptie van alle rotondes en het terugbrengen van het aantal verkeersborden met 25%. Programma 4 Economie Het programma Economie streeft ernaar om ondernemerschap binnen de gemeente te stimuleren. Een belangrijke pijler onder dit beleid is het aantrekkelijk maken en beheren van de bedrijventerreinen. In 2012 is de bestemmingsplanherziening in procedure gebracht voor de bedrijventerreinen A4 en voor het nieuwe bedrijventerrein Drechthoek II. Tevens is een start gemaakt met het revitaliseren van publiek en privaat gebied op bestaande bedrijventerreinen. Samen met de ondernemersverenigingen en de Kamer van Koophandel zijn wij invulling aan het geven op de vragen van de raad naar aanleiding van de behandeling afgelopen jaar van het voorstel tot het instellen van het ondernemersfonds. Programma 5 Onderwijs en kinderopvang Centraal in het programma Onderwijs en kinderopvang staat het ontwikkelen van talent bij kinderen in een veilige omgeving en het bieden van passend onderwijs. Om dit te realiseren is samenwerking tussen verschillende maatschappelijk partners een must. Om het kind centraal te (blijven) stellen is in 2012 verder gewerkt aan het versterken van de samenwerking tussen de verschillende partners. Voor het schooljaar is de functie van combinatiefunctionaris verder uitgewerkt. Deze functionaris is de verbinding tussen scholen, sportverenigingen, en culturele instellingen. In het schooljaar heeft de combinatiefunctionaris al tal van sportactiviteiten aangeboden aan de groepen 3 en 4 op basisscholen in Leimuiden en Woubrugge, waardoor kinderen met diverse sporten in aanraking zijn gekomen. Programma 6 Welzijn Het programma Welzijn voert het sociale beleid van de gemeente Kaag en Braassem uit. In 2012 is hard gewerkt aan een nieuwe visie op dit terrein, in de vorm van de Maatschappelijke agenda. Hierin wordt beschreven wat de rol en positie van de gemeente en de maatschappelijk partners is en moet worden in de toekomst. Kern van de Maatschappelijke agenda is de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het behalen van maatschappelijke doelen. Hiermee wordt de verantwoordelijkheid voor het behalen van de doelen dus ook expliciet bij inwoners en organisaties gelegd. Concreet zijn er in 2012 al een aantal nieuwe werkwijzen ingevoerd. Een zichtbare verandering is de nieuwe aanpak voor de WMO. Voorheen was het kenmerk dat de inwoner wensen had en de gemeente hierin faciliteerde. Deze verhouding is met ingang van 2012 omgekeerd. De inwoner heeft wensen en de gemeente gaat in gesprek over de mogelijkheden die de inwoner zelf heeft om te voorzien in de behoeften. Een ander mooi voorbeeld van het anders denken over het behalen van maatschappelijke doelen is het slimmer omgaan met bijvoorbeeld subsidieverstrekking aan maatschappelijk partners. Dit levert niet alleen een substantiële 7

138 Bestuursrapportage 2012 bijdrage aan de bezuinigingsdoelstelling, maar leidt ook tot betere samenwerking tussen organisaties in het maatschappelijk middenveld. Door aanbesteding van subsidies worden maatschappelijk partners verplicht om samen coalities te vormen met andere partners, waarbij ze onherroepelijk ook over hun eigen schaduw moeten springen. Zo zijn er dus ook positieve effecten te benoemen van de bezuinigingen, het dwingt innovatie in zekere zin af. Vooruitblik tweede halfjaar Het tweede halfjaar van 2012 zal vooral een voortzetting zijn van de ingezette acties in de eerste helft van Bijzondere aandacht gaat uit naar het financiële resultaat over De gevolgen van de keuzes rondom Braassemerland zullen ook in 2012 leiden tot een negatief resultaat dat ten laste van de algemene reserve zal moeten worden gebracht. Hiermee zal het weerstandsniveau van onze gemeente verder onder druk komen te staan. Daarnaast zijn aandachtspunten: - In het najaar zal de begroting in een nieuw format worden aangeleverd. De nieuwe begroting zal een stuk dunner worden en overzichtelijker zijn. - Het najaar wordt de nieuwe werkwijze voor planning en control geëvalueerd. Aan de hand van de evaluatie zal ook de P&C-kalender worden aangepast onder andere met een planning voor politieke avonden waarin programma s afzonderlijk worden besproken (inclusief de reguliere activiteiten). - De adoptie van rotondes en het terugbrengen van het aantal verkeersborden met 25% wordt in de tweede helft van 2012 en begin 2013 gerealiseerd. - In de tweede helft van 2012 wordt gestart met het onderzoeken van het genereren van inkomsten uit plaatsing van reclamemasten en windturbines op gemeentelijke grond. - Een belangrijk thema dat nader uitgewerkt wordt in het najaar is de (on)mogelijkheden van het gemeentelijk maatschappelijk vastgoed/onderwijshuisvesting. De meerjarenonderhoudsplannen voor groot onderhoud moeten doorgelicht worden, want er wordt voorzien, dat hier veel aan moet gebeuren in de komende jaren en dit zal de nodige middelen met zich mee brengen. Specifiek speelt het project Hoogmade; hier ligt een concrete vraag om nieuwbouw voor schoolaccommodatie. - In brede zin zal de doorontwikkeling van de MAG met de maatschappelijk partners verder worden uitgevoerd. Dit zal ook in 2013 nog de nodige aandacht vragen. bedragen x Afwijking Totaal resultaat Begroting na wijziging t/m juni 2012 Prognose 2012 Totale lasten N Totale baten V Resultaat vóór bestemming N Mutatie reserves* N Resultaat ná bestemming N *De rentebaten van het belegde deel van de algemene reserve (dat gebruikt werd als dekking voor de exploitatie) lopen terug als gevolg van de verhoging van de verliesvoorziening in verband met het koersdocument Braassemerland ( 2,0 miljoen). De 8

139 Bestuursrapportage 2012 storting in de algemene reserve ( ) vervalt met betrekking tot de ontvangen rente Vattenfal. Tevens is het positieve saldo van de afwijkingen van rioolrecht overgeheveld naar de reserve riolering in verband met kostendekkendheid ( ). "Vaarroute bepalen in het netwerk Hollands Plassengebied" 9

140 Bestuursrapportage 2012 Programma's 1 Bestuur en dienstverlening Doelstelling van programma 1 is dat wij als college de dienstverlening aan burgers, ondernemers en maatschappelijke instellingen toegankelijker, minder bureaucratisch en tegelijkertijd transparanter maken. Naast de dienstverlening is veiligheid een belangrijk thema in dit programma. Doelstelling is het veiligheidsniveau voor bewoners en bezoekers van Kaag en Braassem te behouden op het huidige niveau in objectief en subjectief opzicht en waar mogelijk te verbeteren conform de veiligheidsmonitor. De manier waarop we dit doen is door inwoners actief te informeren over plannen en ontwikkelingen. Daar waar mogelijk betrekken wij inwoners actief bij de ontwikkeling van plannen en wij luisteren goed naar wat leeft in onze gemeente. De gemeente wordt hét portaal van de overheid, dus niet alleen voor gemeentelijke zaken, maar ook voor onderwerpen op provinciaal en landelijk niveau is de gemeente het aanspreekpunt. Op het gebied van veiligheid heeft de gemeente een regisserende functie. Dit houdt in dat zij partijen bij elkaar brengt en deze aanstuurt, ontwikkelingen op het gebied van veiligheid in de gaten houdt en hierop inspeelt. Door samen te werken met de verschillende betrokken partners kunnen veiligheidsproblemen integraal worden aangepakt. Dit zullen wij doen door het voeren van een integraal veiligheidsbeleid, dat elk jaar wordt uitgewerkt in een jaarplan. Doelstelling specifiek voor 2012 Met de vernieuwing van de P&C-cyclus en producten stellen wij ons in 2012 tot doel om de raad beter te bedienen en om daarbij de informatie te geven die nodig is om heldere kaders te kunnen stellen, de voortgang scherper te controleren en de mogelijkheid te bieden om sneller bij te sturen, indien nodig. Daarnaast heeft de vernieuwing van de planning en controlfunctie tot doel om de financiële sturing in de ambtelijke organisatie te versterken. Crisisorganisatie Vanaf 1 november 2012 werken alle gemeenten in de veiligheidsregio Hollands Midden volgens de structuur van het Regionaal Crisisplan. Dit betekent dat alle crisisorganisaties dezelfde opzet en werkwijze kennen. Zichtbare resultaten in 2012 Bestuur Evaluatie coalitieakkoord In het voorjaar van 2012 is de tussenbalans opgemaakt in hoeverre de gemeente op koers ligt met betrekking tot uitvoering van de doelstellingen uit het coalitieakkoord. Deze evaluatie geeft ons inzicht welke doelen en resultaten zijn behaald en waar mogelijk bijsturing noodzakelijk is. Vernieuwing van de P&C-cyclus Samen met de raad is in 2012 een start gemaakt met vernieuwing van de P&Ccyclus en de bijbehorende producten. Motto hierbij is: "van papier naar gesprek". Concreet zijn we gestart met verschillende gesprekken en discussies over de komende bezuinigingen en de financiële situatie van de gemeente. 10

141 Bestuursrapportage 2012 Publieksdienstverlening Digitale dienstverlening Sinds begin 2012 is de nieuwe website van de gemeente gelanceerd. De website voldoet hiermee aan landelijke webrichtlijnen, zijn meer producten en diensten via de website beschikbaar en is de website duidelijker en klantvriendelijker KCC In 2012 is het Telefonisch InformatieCentrum (TIC) uitgebouwd tot een KlantContactCentrum (KCC). Meer dan voorheen het geval was, kan het KCC klanten direct een bevredigend antwoord geven zonder dat hiervoor de klant doorverbonden hoeft te worden met de backoffice. Streven is om uiteindelijk 80% van de vragen door het KCC te kunnen laten beantwoorden. Veiligheid Integrale veiligheid In 2012 is het jaarplan integraal veiligheidsbeleid opgesteld. Dit jaarplan is de uitvoeringsagenda met betrekking tot het vastgestelde integraal veiligheidsbeleid en geeft hierin prioriteiten aan. Gemeentelijke crisisorganisatie Begin 2012 zijn alle gemeentelijke crisis(deel)plannen geactualiseerd en zijn medewerkers getraind voor de noodzakelijke inzet in de gemeentelijke crisisorganisatie. Vooruitblik tweede halfjaar Bestuur Vernieuwing van de P&C cyclus De Berap en begroting zijn in lijn met de ingeslagen weg van vernieuwing van de P&C-cyclus en de bijbehorende producten zijn vernieuwd en opgesteld in samenspraak met de raad en er is aansluiting gezocht bij de sturings- en informatiebehoefte van de raad waardoor hij in staat wordt gesteld zijn rol als controlerend orgaan te kunnen nemen. Publieksdienstverlening KCC In 2012 zullen wij verder gaan met de uitbouw van het KCC om uiteindelijk 80% van de vragen door het KCC te kunnen laten beantwoorden. Veiligheid Gemeentelijke crisisorganisatie Vanaf 1 november 2012 moeten alle gemeenten in de veiligheidsregio Hollands Midden volgens de structuur van het Regionaal Crisisplan werken. Dit betekent dat alle crisisorganisaties dezelfde opzet en werkwijze kennen. Alle crisis(deel)plannen zijn dan ook aangepast aan deze regionale structuur en opzet. 11

142 Bestuursrapportage 2012 Zichtbaar effect vanuit bezuinigingen op programma 1 De bezuinigingen vanuit 't Kompas zijn met betrekking tot programma 1 allemaal gerealiseerd. De bezuinigingen richten zich vooral op het domein van de raad zoals het verlagen van het budget van de accountant en het verlagen van verschillende vergoedingen. Daarnaast is ook de participatie van de gemeente in het Ghanaproject per 2012 beëindigd. In onderstaande tabel zijn de totale geprognosticeerde lasten en baten van programma 1 opgenomen. Indien de prognose 2012 afwijkt van de begroting 2012 na wijziging is hiervan een begrotingswijziging opgesteld. Programma 1 Bestuur en dienstverlening Begroting na wijziging t/m juni 2012 Prognose 2012 bedragen x Afwijking Totale lasten N Totale baten N Resultaat vóór bestemming N Mutatie reserves Resultaat ná bestemming N Toelichting De afwijking ten opzichte van de begroting van programma 1 wordt o.a. veroorzaakt door: (alle afwijkingen > worden toegelicht) Programma 1. P00101 Bestuursorganen - college van B&W Betreft (onderhouds)kosten ambtswoning ( 5.588) en werkkostenregeling ambtstoelage ( 4.142) P0302 Verkiezingen Er is geen rekening gehouden in de begroting met de Landelijke verkiezingen in september N Structureel N Incidenteel P00400 Secretarieleges Er worden minder uittreksels aangevraagd dan begroot N Structureel Door de wettelijke verplichting van eigen reisdocumenten voor V Incidenteel kinderen, zijn er meer paspoorten en id-kaarten afgegeven In verband met de verlenging van de geldigheidsduur van rijbewijzen van 5 naar 10 jaar worden er minder rijbewijzen uitgegeven dan begroot, lasten en baten vallen hierdoor lager uit N Structureel P00601 Accountant Incidentele overschrijding van werkzaamheden ivm Braassemerland, Sisa, voorziening groot onderhoud en EDP audit. P14000 Overige beschermende maatregelen Voor zwerfdierenopvang was geen raming opgenomen. Dit werd gedekt uit verschillende budgetten. Er zijn inmiddels nieuwe contractafspraken gemaakt. Bij de begroting 2013 wordt deze raming meegenomen N Incidenteel N Structureel 12

143 Bestuursrapportage 2012 Overige verschillen afzonderlijk < N Totaal programma N Molenrijk Cultuurfestijn 13

144 Bestuursrapportage Ruimte Doelstelling van programma 2 is de gemeente Kaag en Braassem (door)ontwikkelen als woon-, werk-, en recreatiegemeente. Kaag en Braassem wil hierbij haar kernkwaliteit als landelijke woongemeente en ruimtelijk evenwicht behouden om uiteindelijk de aantrekkelijkheid van de gemeente en haar positie in de regio verder te versterken. De manier waarop we dit doen is door de omslag te maken van een ontwikkel- (gemeente = initiatiefnemer en ontwikkelaar) naar een beheergemeente (gemeente = kaderstellend en regievoerend). Dit komt tot uitdrukking door aanvragers van ruimtelijke initiatieven (bijvoorbeeld bij de start van woningontwikkeling) een eigen verantwoordelijkheid te laten nemen op basis van door de gemeente vastgestelde ruimtelijke kaders. De gemeente legt dan ook de nadruk steeds vaker op de toetsende rol in plaats van de uitvoering over te nemen in ruimtelijke initiatieven. Wanneer de gemeente de ontwikkelende en uitvoerende rol wel neemt, dan ligt de nadruk steeds meer op de ontwikkeling van vooral kleinschalige herstructureringen binnen de bestaande woonomgeving. De gebiedsontwikkeling van Braassemerland en de ontwikkeling en herstructurering van bedrijventerreinen vinden plaats conform de kaders zoals omschreven in de MRSV. Ook wordt ruimte gegeven aan bouwplannen in de kleine kernen van Kaag en Braassem om deze kernen conform de MRSV een kwaliteitsimpuls te geven. Doelstelling specifiek voor 2012 De ruimtelijke kaders (MRSV, bestemmingsplannen en de herziening van het afwijkingenbeleid) verder aanscherpen om de toetsende rol van de gemeente maximaal in te vullen en de verantwoordelijkheid voor de indieningvereisten van een ruimtelijk initiatief bij de initiatiefnemer te laten. Versterken van toezicht en handhaving om de verbetering van de ruimtelijke inrichting te optimaliseren. Van belang is dat dit op een adequaat kwaliteitsniveau plaatsvindt waardoor er een preventieve werking vanuit gaat. Zichtbare resultaten in 2012 Ruimtelijke Ontwikkeling De actualisatieslag van bestemmingsplanherzieningen wordt in 2012 voortgezet. Deze actualisatieslag is belangrijk omdat het moet voldoen aan de wettelijke herzieningsplicht met als einddatum 1 juli De herziening van de bestemmingsplannen Buitengebied Kaag en Braassem West, Geestweg Floraweg, Bedrijventerreinen A4 (De Lasso, Veenderveld), Bedrijventerrein Drechthoek I en II, Kaag en Nieuwe Wetering zijn gestart in de eerste helft van Het afwijkingenbeleid is herzien in de lijn van de MRSV. Hierdoor is meer ruimte voor bijvoorbeeld situaties waarbij sprake is van mantelzorg. Voor de grondexploitaties geldt dat de markt sterk is verslechterd. Dit leidt voor de meeste projecten tot een aanzienlijke aanpassing van de uitgangspunten, zoals de prijzen van woningen, fasering en ga zo maar door. De verwachting is dat voor de korte en middellange 14

145 Bestuursrapportage 2012 termijn van twee tot drie jaar de markt zich niet zal herstellen. Naast de daling van prijzen is ook het afzetrisico van projecten een factor die ons parten speelt. Als gemeente anticiperen we daarop door periodiek de projectresultaten te toetsen op de ontwikkelingen en bij te sturen. Voor een aantal projecten doen wij dit ook door vroegtijdig in te spelen op de veranderde vragen vanuit de markt/consument. Dat is locatie- en productgebonden, maar over de hele linie zien wij een blijvende vraag naar betaalbare woningen. Een tweede vraag is de duurdere woningen, waarbij locatie en kwaliteit van het product doorslaggevend zijn. Voor Braassemerland heeft dit geleid tot een koersdocument binnen het scenario Meer Markt Minder Overheid. Met het proces van de aanbesteding is dit scenario doorgevoerd en gekozen voor risicodeling met de markt en betere sturingsmogelijkheden om als marktpartij en overheid te sturen aan de ontwikkeling. Voor Dorpshart Leimuiden zorgt dit voor vertraging omdat de ontwikkelaar meer ruimte en tijd heeft gevraagd voor optimalisaties om een betere afzet van woningen en winkels te kunnen garanderen. Het is aan de ontwikkelaar om aan de gemeente zichtbaar te maken hoe hij de opdracht vanuit de gemeente na de prijsvraag kan vormgeven. Hierover zal spoedig een conclusie volgen. Daardoor is de uitkomst van dit proces nog onzeker. Voor de overige projecten geldt dat door middel van de voortgangsrapportages tussentijds sturing plaatsvindt op programma (te bouwen woningen), fasering en realisatie. De projecten Rijpwetering Zuid West (Nijmanhof) en eerder de exploitaties Kroondomein (Beukenlaan II) en Oudendijk. Vergunningverlening, toezicht en handhaving Toezicht en handhaving op ruimtelijke projecten vindt plaats op het wettelijke kwaliteitsniveau. In de achterliggende jaren is gewerkt aan een inhaalslag. Dit betekent dat er veel oude zaken zijn verwerkt. Daarnaast blijft er een forse werkvoorraad zowel ten aanzien van handhaving ruimtelijke ordening als bouwtoezicht. In 2012 is een start gemaakt met de projecten, te weten Molenkade te Leimuiden, Spijkereiland/Blauwpolderkade te Hoogmade en Drechtoevers te Leimuiden. Projecten starten met een gebiedsinventarisatie, waarna in het totale gebied het traject van handhaving wordt doorlopen. In deze projecten is veel aandacht voor voorlichting aan en gesprekken met eigenaren. De projecten worden zo ingericht dat deze binnen een vooraf aangegeven tijdsbestek kunnen worden afgerond. Gezien het karakter van handhaving is het onvermijdelijk dat deze handhavingsprojecten ook de nodige juridische trajecten met zich mee zullen brengen. Vooruitblik tweede halfjaar Ruimtelijke Ontwikkeling In de tweede helft van 2012 wordt het gemeentelijk grondbeleid opgesteld waarin de gemeentelijke visie en koers wordt vastgelegd. Dit is belangrijk om kaders te kunnen stellen rondom de ontwikkeling van grondbeleid. Met de beide corporaties worden nieuwe prestatieafspraken gemaakt. De bestaande individuele prestatieafspraken worden vervangen door afspraken met beide corporaties over wonen, woonomgeving, zorg en welzijn en andere terreinen waar gemeente en corporaties gezamenlijke taken hebben. 15

146 Bestuursrapportage 2012 Voor het hele taakveld geldt dat in de tweede helft van 2012 veel inzet zal zijn om de in het Kompas gekozen rolneming te kunnen realiseren. Vergroten van de verantwoordelijkheid van de aanvrager bij het indienen van bestemmingsplannen en vergunningaanvragen. De rol van de gemeente verschuift daarmee van initiëren naar toetsen. Zichtbaar effect vanuit bezuinigingen op programma 2 Door de andere rolneming binnen dit programma is binnen de formatie reeds 2,0 Fte. bespaard. De besparing op monumentenzorg en archeologie is gehaald in Tevens heeft dit effect voor de rolneming, eigen verantwoordelijkheid van pandeigenaren en afname ambtelijke handelingen (beschikkingen, advisering). De vermindering van op het adviesbudget RO per 1 januari 2012 is gerealiseerd. Op milieubeheer is een bezuinigingsmaatregel opgenomen die ingaat in 2013 van Voor 2012 heeft de bezuinigingsslag ten aanzien van milieu opgeleverd. Dit heeft zijn weerslag op de rolneming, meer initiatief bij de indiener van aanvragen. Samen met andere gemeenten wordt actief ingezet om de Omgevingsdienst West Holland de noodzakelijke ombuigingen te laten maken om de lasten te verminderen. Op vergunningverlening incl. APV is 1,0 fte bezuinigd in Ook zijn we gestart met het verlenen van meerjaren APV-vergunningen en een efficiëntere procesinrichting. Dit heeft als resultaat dat ook hier 1,0 fte bezuinigd is binnen de formatie. In onderstaande tabel zijn de totale geprognosticeerde lasten en baten van programma 2 opgenomen. Indien de prognose 2012 afwijkt van de begroting 2012 na wijziging is hiervan een begrotingswijziging opgesteld. Programma 2 Ruimte Begroting na wijziging t/m juni 2012 Prognose bedragen x Afwijking Totale lasten N Totale baten V 2012 Resultaat vóór bestemming N Mutatie reserves Resultaat ná bestemming N Toelichting De afwijking ten opzichte van de begroting van programma 2 wordt o.a. veroorzaakt door: (alle afwijkingen > worden toegelicht) Programma 2. P72300 Milieubeheer algemeen Betreft bijdrage gemeente Uithoorn inzake Pocohondas. Rekening moet worden gehouden met extra lasten ivm juridische ondersteuning V Incidenteel 16

147 Bestuursrapportage 2012 P82000 Woningbeleid, planning en programmering Betreft hogere doorbelasting kostenplaatsen N Incidenteel P82300 Bouwvergunningen De inkomsten bouwleges zijn geen beïnvloedbare factor voor onze gemeente en zijn gekoppeld aan initiatieven van derden die hierin een eigen afweging maken. De verkoopbaarheid en haalbaarheid van projecten is daarbij een nadrukkelijke factor in deze tijd N Structureel P83000 Bouwgrondexploitatie* Hogere rente verliesvoorziening N Incidenteel Overige verschillen afzonderlijk < V Totaal programma N *Dit betreft de rente die voorheen werd berekend over het belegde deel van de algemene reserve. Molenrijk Cultuurfestijn 17

148 Bestuursrapportage Leefomgeving Doelstelling van programma 3 is de gemeente Kaag en Braassem mooi en aantrekkelijk te houden. De openbare ruimte en het gemeentelijk gebouwenareaal dienen adequaat beheerd en onderhouden te worden. We doen dit zodat de openbare ruimte veilig, schoon en heel blijft. Hierdoor kunnen de gebruikers (vooral bewoners en recreanten) er op een prettige, plezierige en vooral ook veilige wijze gebruik van maken. Programma 3 kenmerkt zich door de hoge mate van reguliere werkzaamheden, die periodiek terugkeren en min of meer op dezelfde wijze worden uitgevoerd. In deze Berap zijn vooral de opvallende zaken van 2012 opgenomen en niet integraal de voortgang van alle werkzaamheden. Doelstelling specifiek voor 2012 In 2012 zijn er vijf specifieke doelstellingen. Deze zijn in te delen op basis van de volgende beheerthema s: 1. Groen (o.a. bermen, gazons, bomen en plantsoenen) Doelstelling 2012: het verkleinen van het groenareaal 2. Grijs (o.a. wegen, openbare verlichting, bebording en wegmeubilair) Doelstelling 2012: het uitvoeren van Integrale projecten en het inventariseren verkeerborden 3. Blauw (o.a. riolering, grondwater en watergangen) Doelstelling 2012: het ontwikkelen van een actueel baggerplan en planmatig uitvoering geven aan het rioolbeheer 4. Afval (o.a. milieustraat, containers en plasticinzameling) Doelstelling 2012: het verbeteren en uitbreiden van het afvalsysteem 5. Verkeer en Vervoer; (o.a. duurzaam veilig, verkeerscirculatie) Doelstelling 2012: het duurzaam veilig maken van de wegen De manier waarop wij de doelstellingen (regulier en specifiek) realiseren is voornamelijk door het planmatig beheren en onderhouden van de leefomgeving. Het beheer en onderhoud zal in toenemende mate uitgevoerd worden door andere partijen. Kaag en Braassem ontwikkelt zich als een regiegemeente die niet meer alles in eigen huis uitvoert. Wij beheren contracten en streven naar een optimale prijs-kwaliteitverhouding. Daarnaast realiseren wij ook integrale (infrastructurele) projecten samen met externe partners. Zichtbare resultaten in 2012 Reguliere beheer- en onderhoudswerkzaamheden De uitvoering van de reguliere beheer- en onderhoudswerkzaamheden verloopt volgens planning. Uitzondering hierop zijn de maaiwerkzaamheden. Deze zijn dit jaar te laat gestart. Momenteel zijn de maaiwerkzaamheden in volle gang. 18

149 Bestuursrapportage 2012 Groen Adoptieplan rotondes is gereed en vastgesteld door ons college. Dit plan draagt bij aan de doelstelling van het verkleinen van het groenareaal. Er is een onderzoek gestart naar illegaal gebruik van grondstrookjes en snippergroen. Met als doel in 2013 te kunnen starten met de regulering van dit gebruik om uiteindelijk het areaal openbare groen te verkleinen Grijs De eerste helft van 2012 is gebruikt om (met de 2e inschrijver) een goed uitvoeringsplan voor de Achterweg te realiseren. De eerste helft van 2012 is gebruikt om het bestek voor de Floraweg te realiseren. Hierdoor kan de aanbesteding gaan plaatsvinden. Het project Kaag is technisch gezien uitgevoerd, maar de aannemer heeft een arbitragezaak aangespannen. De meldingenprocedure is geoptimaliseerd. De halfjaarlijkse rapportage is gereed. De procedure is een belangrijk speerpunt in het kader van continue verbetering van dienstverlening en communicatie. Door de kanteling naar een regiegemeente worden diverse contracten op de markt uitgezet. Gevolg hiervan is dat minder eigen personeel zichtbaar werkzaam is in de buitenruimte en dat er meer aandacht moet komen voor het organiseren van goed en effectief toezicht. In de eerste helft van 2012 is er een inventarisatie gemaakt van het aantal verkeersborden in Kaag en Braassem. Uit de inventarisatie blijkt dat 25% ervan verwijderd kan worden. Dit zal een rustiger straatbeeld geven en hiermee zullen de onderhoudslasten verminderen. Blauw De rioolvervanging Populierenstraat zit in de 3e fase en wordt in 2012 afgerond. Hierdoor zal er geen water meer op straat staan. Afval In het kader van het verbeteren van het afvalsysteem zijn de minicontainers gewisseld voor een type met chip. Hierdoor wordt registratie van containers per huishouding mogelijk. Verkeer en vervoer De schoolzone in Rijnsaterwoude is verkeersveiliger gemaakt als onderdeel van duurzaamveilig. De toegang tot 30km zones is duidelijk gemaakt en zal bijdrage in het verbeteren van de verkeersveiligheid. 19

150 Bestuursrapportage 2012 Vooruitblik tweede halfjaar Groen Het adoptieplan rotondes wordt in de komende maanden uitgevoerd. Verwachting is dat eind 2012 duidelijk is welke rotondes door wie worden geadopteerd, zodat begin 2013 de uitvoering kan starten. Begin 2013 wordt het project Snippergroen gestart. Grijs Na de zomervakantie wordt gestart met de werkzaamheden van de Achterweg. Verwachting is dat de uitvoering twaalf maanden in beslag neemt. De uitvoering van de 1e fase reconstructie Floraweg start in de tweede helft van De uitvoering zal twaalf maanden duren. De arbitragezaak rondom de werkzaamheden van Kaag zal verder worden afgewikkeld. Het proces van de meldingenprocedure blijft de nodige aandacht krijgen in Begin 2013 wordt de raad nader geïnformeerd over de bereikte resultaten en voortgang. Het organiseren van passend toezicht op de uitvoering van werken door derden wordt in 2012 en 2013 verder geoptimaliseerd. Het is de bedoeling om hiervoor zoveel mogelijk eigen medewerkers in te zetten die waar nodig/gewenst worden omgeschoold tot toezichthouder. Blauw In het kader van rioolbeheer wordt in de tweede helft van 2012 vooral gewerkt aan het opstellen van het Basis Riolerings Plan (BRP) dat vervolgens dient als onderlegger voor het nieuwe rioolbeleid (GRP). Deze plannen zorgen voor een planmatige uitvoering van het rioolbeheer. Verkeer en vervoer In verband met een te verwachte toename van verkeer vanuit Braassemerland zal een verkeerscirculatieplan worden ontwikkeld. Als verbetering van de verkeersveiligheid zullen diverse projecten worden voorbereid of uitgevoerd, o.a. de Langeweg, Koppoellaan, Leidseweg en Ripselaan. Het actualiseren van het wegcategoriseringsplan voor de gehele gemeente. Hierdoor zal er planmatig uitvoering worden gegeven aan de doelstelling duurzaam veilig. Zichtbaar effect vanuit bezuinigingen op programma 3 - Het voormalig gemeentehuis Jacobswoude en de voormalige gemeentewerf Jacobswoude worden wind- en waterdicht onderhouden omdat ze waarschijnlijk 20

151 Bestuursrapportage 2012 verkocht/afgestoten worden. Zo wordt ook het pand aan de Hofdijklaan in 2012 wind- en waterdicht onderhouden. Het pand is verkocht onder voorbehoud. - In de tweede helft van 2012 wordt een plan van aanpak ontwikkeld om 25% van het areaal verkeersborden te verwijderen, in 2013 start de daadwerkelijke verwijdering. - De brugbediening is overgenomen door een marktpartij. - Per 2015 zal Kaag en Braassem geen gebruik meer maken van de milieustraat in Ter Aar. - Het efficiënt uitvoeren van klein onderhoud wegen; er zal in de tweede helft van 2012 worden gewerkt aan het opstellen van raamcontracten om zo kwantiteitskorting te genereren. - Het efficiënt inrichten van groot onderhoud is meegenomen in de beheerplannen. Deze bezuiniging ligt op schema en wordt 2013 effectief. In onderstaande tabel zijn de totale geprognosticeerde lasten en baten van programma 3 opgenomen. Indien de prognose 2012 afwijkt van de begroting 2012 na wijziging is hiervan een begrotingswijziging opgesteld. Programma 3 Leefomgeving Begroting na Prognose wijziging t/m juni bedragen x Afwijking Totale lasten V Totale baten V Resultaat vóór bestemming V Mutatie reserves N Resultaat ná bestemming V Toelichting De afwijking ten opzichte van de begroting van programma 3 wordt o.a. veroorzaakt door: (alle afwijkingen > worden toegelicht) Programma 3. P21001 Beheer van bruggen Bruggen uit de reconstructie Floraweg zijn nog niet gereed, hierop wordt dan ook nog niet afgeschreven. P21002 Openbare verlichting Op diverse investeringen wordt nog niet afgeschreven, omdat ze nog niet gereed zijn. P21003 Groot onderhoud wegen Op diverse investeringen wordt nog niet afgeschreven, omdat ze nog niet gereed zijn. P22300 Pontveren Structurele verhoging budget ivm tariefsverhoging Ponto ad (was nooit geraamd) en een kosteloos vignet voor bewoners van de permanente bewoonde recreatiewoningen op Kaag ad Begroting 2013 is aangepast V Incidenteel V Incidenteel V Incidenteel N Structureel P72200 Beheer rioleringstelsel Inhuur derden gaat vanaf juni 2012 naar kredieten GRP V Incidenteel 21

152 Bestuursrapportage 2012 Budget moet worden bijgeraamd ivm toekomstige structurele toename van veegwerkzaamheden. Dekking kan gevonden worden binnen eigen product. Telefoon- en portokosten zijn structureel lager geworden. Het betreft een afname van datakosten van de rioolgemalen met Tetec. Op diverse investeringen wordt nog niet afgeschreven, omdat ze nog niet gereed zijn. P72201 Gemeentelijk rioleringsplan Op beheerssysteem GRP wordt nog niet afgeschreven, omdat dit nog niet gereed is. P72400 Algemene begraafplaats Op uitbreiding begraafplaats Woubrugge wordt nog niet afgeschreven, omdat dit nog niet gereed is. P73200 Begraafrechten Het aantal begrafenissen is de eerste helft van 2012 minder dan verwacht. Heeft ook te maken met toenemen van het aantal crematies N Structureel V Structureel V Incidenteel V Incidenteel V Incidenteel N Incidenteel P72600 Rioolrechten Meer opgelegd dan geraamd V Structureel Overige verschillen afzonderlijk < N Totaal programma V Huttenbouw 22

153 Bestuursrapportage Economie Doelstelling van programma 4 is de aantrekkelijkheid van de gemeente Kaag en Braasem en haar positie in de regio verder te versterken. Belangrijke randvoorwaarde hierin is het behouden van de kernkwaliteit als landelijke woongemeente en het ruimtelijk evenwicht. Vanuit deze doelstelling zal de gemeente Kaag en Braassem zich de komende jaren doorontwikkelen als aantrekkelijke woon-, werk-, en recreatiegemeente. Speerpunten in programma 4. zijn de stimulering van duurzame land- en tuinbouwontwikkelingen en de doorontwikkeling van (bestaande) bedrijventerreinen. De manier waarop we dit realiseren is door de juiste randvoorwaarden te creëren, die leiden tot (economische) groei en versterking van de positie van Kaag en Braassem in de regio. De gemeente streeft naar het maximaal beleggen van initiatief en verantwoordelijkheden bij burgers, maatschappelijk partners, bedrijven en overlegorganen. De gemeente neemt een steeds sterkere rol in als beheerder, waarbij kaderstelling (MRSV en bestemmingsplannen) het belangrijkste middel is om gewenste resultaten te bereiken. Een logisch gevolg hiervan is dat in de komende jaren de organisatorische en faciliterende taken van de gemeente overgeheveld worden naar externe partijen. De gemeente legt de nadruk op de toetsende rol (naleving van gestelde kaders) bij de economische en recreatieve initiatieven van derden. Voor de vormgeving van het huidige en toekomstige economische beleid van Kaag en Braassem is de inbreng vanuit ondernemers en (economische) partners in woord en daad cruciaal. Om deze band met ondernemers sterk te houden stimuleert en participeert de gemeente in diverse overlegorganen met economische en recreatieve partners. Doelstelling 2012 In 2012 willen wij de aanwezige glastuinbouw en agrarische functies versterken en de agrarische sector planologisch de ruimte geven om een breed scala aan agrarische nevenactiviteiten en vervolgfuncties te kunnen ontplooien. Dit doen we onder andere door actieve participatie als gemeente in het Greenporttraject en bestemmingsplanherzieningen. Verder wordt in het verband van de Greenport Aalsmeer gewerkt aan de kennisontwikkeling van de tuinbouw. NAKT heeft hierin een duidelijke functie. Vanuit het coalitieakkoord wordt gewerkt aan het realiseren van een Flower Knowledge Center. Daarnaast willen we bedrijventerrein(en) en het beheer ervan (Parkmanagement) in 2012 verder ontwikkelen in de vorm van een bestemmingsplanherziening Bedrijventerreinen A4 en het opstellen van een bestemmingsplan voor het nieuwe bedrijventerrein Drechthoek II (inclusief het bestaande Drechthoek I). Daarbij wordt er een revitaliseringstraject uitgevoerd als kwaliteitsoptimalisatie van het publiek/private gebied op bedrijventerrein De Lasso en wordt een eerste aanzet gemaakt om parkmanagement op de Drechthoek te realiseren. Andere aandachtspunten in 2012 zijn: Het verbeteren en versterken van de lokale recreatieve infra(structuur) en het optimaliseren van de inkomsten uit het gebruik van gronden door derden. 23

154 Bestuursrapportage 2012 Zichtbare resultaten in 2012 De promotie van Kaag en Braassem ( eigen kenmerken ) is in 2012 definitief overgedragen aan de organisatie van Toeristisch Kaag en Braassem. Hiermee is een kwalitatieve slag gemaakt in de city marketing doelstellingen van de gemeente. Vanuit de doelstelling om de regeldruk voor ondernemers en bedrijven te verminderen is in 2012 een flinke stap gezet in het wegnemen van onnodige lokale wet- en regelgeving door de APV 2012 vast te stellen. Naast de ontwikkeling van het bedrijventerrein Drechthoek II is ook het traject voor Parkmanagement gestart. De voorbereidende werkzaamheden voor het Nationaal Regenboogevenement zijn overgedragen aan derden in het kader van de doelstelling om als gemeente de kaderstellende en toetsende rol te vervullen en minder de faciliterende rol. Vooruitblik tweede halfjaar In het kader van de doelstelling om als gemeente minder de faciliterende rol in te vullen beëindigd de gemeente haar rol in het opbouwen van de standplaatsen van de weekmarkt. In het kader van de vermindering regeldruk voor ondernemers en bedrijven worden de uitvoeringsbesluiten van de APV herzien. In het najaar wordt verder uitgewerkt welke gemeentelijke bijdragen aan derden vermindert of afgeschaft worden. Samen met de ondernemersverenigingen en de Kamer van Koophandel zijn wij invulling aan het geven op de vragen van de raad naar aanleiding van de behandeling van het raadsvoorstel met betrekking tot het ondernemersfonds. Zichtbaar effect vanuit bezuinigingen op programma 4 In t Kompastraject is een bezuiniging opgenomen op de kosten van de weekmarkt. Deze besparing (taakstelling) wordt conform afspraak per 1 januari 2013 gerealiseerd. In onderstaande tabel zijn de totale geprognosticeerde lasten en baten op programma 4. opgenomen. Indien de prognose 2012 afwijkt van de begroting 2012 na wijziging is hiervan een begrotingswijziging opgesteld. 24

155 Bestuursrapportage 2012 bedragen x Programma 4 Economie Begroting na wijziging t/m juni 2012 Prognose 2012 Afwijking Totale lasten V Totale baten Resultaat vóór bestemming V Mutatie reserves Resultaat ná bestemming V Toelichting De afwijking ten opzichte van de begroting van programma 4 wordt o.a. veroorzaakt door: (alle afwijkingen > worden toegelicht) Programma 4. P31000 Economische zaken Op uitvoering realisatie De Lasso wordt nog niet afgeschreven, omdat dit nog niet gereed is. Bezien moet worden of de doorbelasting naar dit product correct is, gezien de overgang van voorbereiding naar uitvoering van het werk V Incidenteel Overige verschillen afzonderlijk < N Totaal programma V Braderie in Oude Wetering 25

156 Bestuursrapportage 2012 Toelichting programma's 5 en 6 In 2011 is de Maatschappelijk Ruimtelijke Structuurvisie (MRSV) voor Kaag en Braassem vastgesteld. In het eerste halfjaar van 2012 is een analyse van de gemeente Kaag en Braassem gemaakt, waaruit blijkt op welke (sociale en maatschappelijke) thema s het goed en minder goed gaat in onze gemeente. Deze analyse vormt de basis van de Maatschappelijke agenda (MAG). De MAG vormt het beleid voor de komende vier jaar en is kort, krachtig en integraal geformuleerd. Bovendien is de MAG tot stand gekomen samen met het werkveld, zowel met inwoners en professionals als ook met vrijwilligersorganisaties. Aandachtspunten uit de analyse zijn per thema vertaald naar maatschappelijke doelen en resultaten. De maatschappelijke organisaties in onze gemeente krijgen de verantwoordelijkheid om op deze thema s activiteiten uit te voeren en zo bij te dragen aan de gewenste maatschappelijke resultaten en zich daarover te verantwoorden. De thema s zijn: - Gezondheid en beweging (meeste raakvlakken met programma 6 maar ook met de combinatiefunctionaris uit programma 5) - Groei en ontwikkeling ( meeste raakvlakken met programma 6 maar ook met peuterspeelzalen uit programma 5) - Werken en leren (meeste raakvlakken met programma 5 maar ook met programma 6, denk aan meer mensen met een uitkering aan het werk) - Maatschappelijke betrokkenheid (meeste raakvlakken met programma 6 denk dan aan mantelzorg en vrijwilligerswerk) - Maatschappelijke ondersteuning (vooral in programma 6, bijvoorbeeld voor mensen die ondersteuning vanuit de Wmo nodig hebben of op het gebied van minimabeleid) - Wonen en leefomgeving (vooral raakvlakken met programma 6 en andere programma s over ruimtelijke ontwikkeling) De bovenstaande thema s uit de MAG betreffen het gehele beleidsveld van wat tot nu toe programma 5 en 6 was. Deze thema s beginnen en eindigen niet precies binnen één programma. In de begroting van 2013 staan deze thema s dan ook centraal en niet langer de programma s 5 en 6, dit wordt één programma vanaf volgend jaar. Omdat de begroting van 2012 wel nog opgebouwd was met programma 5 en 6, zullen we in deze Berap die structuur ook nog hanteren in de terugblik op het eerste halfjaar van Omdat we in 2012 wel al werken vanuit de thema s en niet meer vanuit de twee programma s kan dat soms wat dubbelingen opleveren in deze Berap en straks ook in het jaarverslag. 26

157 Bestuursrapportage Onderwijs Het programma onderwijs gaat inhoudelijk grotendeels over een schooljaar, terwijl deze rapportage gaat over het eerste halfjaar van Dat is dan de tweede helft van schooljaar 2011/ Dat kan af en toe verwarring oproepen. Daarom bieden we soms ook informatie over De belangrijkste thema s uit de MAG voor programma 5 zijn: Thema Groei en ontwikkeling Doelstelling van dit thema is dat alle kinderen veilig kunnen opgroeien en hun talenten kunnen ontwikkelen. Daarvoor zijn tal van randvoorwaarden van belang; zo moet er een goede zorgstructuur om de school gebouwd zijn, zodat alle kinderen die dat nodig hebben passende ondersteuning binnen en buiten school krijgen. Er is ook aandacht voor het samenwerken binnen en buiten school (relatie met Centrum voor Jeugd en Gezin) en voor de mogelijkheden om (taal)achterstand weg te werken. Dit start al op de peuterspeelzaal. Thema Werken en leren Doelstelling van dit thema is dat alle kinderen binnen het onderwijs (en voor- en vroegschoolse voorzieningen) een goede basis krijgen voor hun toekomst zodat zij actief kunnen bijdragen aan de samenleving. Dan gaat het over passend onderwijs voor alle kinderen en leren voor een baan. Ontplooiing is in dit verband nog steeds belangrijk, maar de prioriteit ligt bij het kiezen van opleidingen waar ook echt werk in is. Dit geldt voor jongeren, maar ook voor volwassenen die willen omscholen. Het gaat ook over onderwijshuisvesting en de combinatiefunctionaris (zie ook thema gezondheid en beweging). Speerpunten binnen beide thema s in 2012 zijn de realisatie van: - De combinatiefunctionaris. De combinatiefunctionaris is er om de verbinding tussen scholen, sportverenigingen en culturele instellingen te versterken. Daartoe worden tal van naschoolse activiteiten aangeboden. Er wordt gestimuleerd dat kinderen voldoen aan de beweegnorm (een kind beweegt 1 uur per dag gedurende 5 dagen per week) en nieuwe talenten ontdekken. Landelijk zijn middelen beschikbaar gesteld om door het inzetten van een combinatiefunctionaris verbindingen te leggen tussen school, sport en cultuur. - Passend maatschappelijk vastgoed/onderwijshuisvesting. Het is een gemeentelijke verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de onderwijshuisvesting voldoende is toegesneden op de manier waarop het onderwijs aan kinderen wordt aangeboden. De meeste scholen in de gemeente staan er al erg lang. In de meerjarenonderhoudsplannen worden we de komende jaren dan ook geconfronteerd met relatief veel groot onderhoud. Dit is bijvoorbeeld aanleiding om in Hoogmade te onderzoeken of nieuwbouw niet een betere optie is. Natuurlijk betrekken we daarbij ook ander vastgoed waar de gemeente een relatie mee heeft, zoals het Cultureel Centrum Hoogmade. Zichtbare resultaten in 2012 Combinatiefunctionaris De inzet van de combinatiefunctionaris in schooljaar is geborgd. We lopen hierbij vooruit op een nieuwe financieringssystematiek. Er zijn drie partijen die een aanvraag ingediend hebben om te werken aan het verbinden van buitenschool en binnenschool (onderwijs, sport en cultuur). Het gehele bedrag wordt toegekend aan één partij die de verantwoordelijkheid heeft de anderen om tafel te roepen en een gezamenlijk aanbod te 27

158 Bestuursrapportage 2012 creëren, dubbelingen eruit te halen en samen te werken. Het eerste gesprek tussen deze partijen heeft opgeleverd dat zij zich meer gaan richten op samenwerken. In schooljaar heeft de combinatiefunctionaris tal van sportactiviteiten aangeboden aan groepen 3 en 4 van de basisscholen in Leimuiden en Woubrugge, waardoor deze jeugd met verschillende sporten heeft kunnen kennismaken. Onderwijshuisvesting Afgelopen periode is met diverse partijen gesproken over het gebruik van de brede school Kaskade. Er is interesse voor de huur van de ruimtes waar de gemeente de lasten van betaalt. Zo is in juni een deel van Kindkracht (waaronder het centraal bureau) overgegaan. Vooruitblik tweede halfjaar Maatschappelijke agenda In het tweede halfjaar wordt de maatschappelijke agenda verder ontwikkeld met het veld. De aandacht wordt in deze maanden met name gericht op de nieuwe manier van subsidiëren en samenwerken. Binnen de gemeente vraagt het project Hoogmade de aandacht waarin een vraag ligt van het onderwijs in combinatie met accommodatiebeleid (CCH) voor nieuwbouw. Daarin is intern een steeds betere integrale aanpak zichtbaar. Zichtbaar effect vanuit bezuinigingen op programma 5 Tijdens de behandeling van de begroting 2012 is bepaald dat de gemeente in overleg moest treden met de peuterspeelzalen in de gemeente om te bezien of een hogere bezuiniging kon worden gerealiseerd dan voorgesteld was. In het eerste halfjaar zijn hierover gesprekken gevoerd met de peuterspeelzalen. Zij hebben vervolgens een voorstel geformuleerd om extra besparingen te realiseren. Daarnaast is binnen programma 5 besloten om de bijdrage aan de onderwijsvoorzieningen en voor bewustwordingsprojecten op het voortgezet onderwijs te verlagen dan wel te beëindigen. Deze bezuinigingen worden in schooljaar gerealiseerd en hebben op dit moment dan ook nog geen zichtbaar effect. In onderstaande tabel zijn de totale geprognosticeerde lasten en baten van programma 5 opgenomen. Indien de prognose 2012 afwijkt van de begroting 2012 na wijziging is hiervan een begrotingswijziging opgesteld. 28

159 Bestuursrapportage 2012 Programma 5 Onderwijs en kinderopvang Begroting na wijziging t/m juni 2012 Prognose 2012 bedragen x Afwijking Totale lasten V Totale baten N Resultaat vóór bestemming N Mutatie reserves Resultaat ná bestemming N Toelichting De afwijking ten opzichte van de begroting van programma 5 wordt o.a. veroorzaakt door: (alle afwijkingen > worden toegelicht) Programma 5. P42300 Bijzonder basisonderwijs-huisvestingsvoorzieningen Lasten overige vergoedingen lager dan begroot ivm. aframing harmonisatie onderwijsvoorzieningen; Aan nieuwe vervangingsinvestering wordt pas rente toegerekend als er per 1 januari 2012 een boekwaarde is; Nadelige saldo op huuropbrengst. De bijdrage B'land aan de sportzalen van de Brede school komt te vervallen. Er mogen geen kosten worden gedekt uit verliesgevende grondexploitaties; Voordelig saldo op bijdrage(n) van derden ivm jaarlijkse bijdrage onderhoud buitenterrein en huur van een extra lokaal SSBA. Lagere rente voorziening onderhoud V Structureel V Incidenteel N Structureel V Structureel V Incidenteel Overige verschillen afzonderlijk < Totaal programma N 29

160 Bestuursrapportage Welzijn De belangrijkste thema s uit de MAG voor programma 6 zijn: Maatschappelijke ondersteuning Doelstelling 1 voor dit thema is het versterken van de zelfredzaamheid van burgers en het bevorderen van actieve deelname aan de maatschappij vanuit principes van de Kanteling. De Kanteling is een manier van werken die we dit jaar bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning hebben doorgevoerd. Deze nieuwe manier van werken houdt in dat we sturen op gewenste resultaten en niet op voorzieningen, dat maatwerk geboden wordt en dat het zelfoplossend vermogen van inwoners wordt gestimuleerd. Doelstelling 2 voor dit thema is het voorbereiden van de transitie begeleiding en dagbesteding uit de AWBZ (Dit overlapt ook de thema s; werken en leren en maatschappelijke betrokkenheid). Het is de bedoeling dat inwoners die vanaf 2013 voor het eerst een beroep op begeleiding doen, onder verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. Vanaf 2014 komen vervolgens ook alle inwoners die al begeleiding onder de AWBZ hadden over. Hiervoor moet er in de komende jaren budget vanuit de landelijke en provinciale overheid naar de gemeenten gaan. Vooralsnog is de implementatie van de transitie controversieel verklaard in het Lenteakkoord en is het dus onzeker wat hierin gaat gebeuren! Doelstelling 3 voor dit thema is het terugdringen en voorkomen van armoede onder inwoners. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar kinderen die beperkt worden in hun ontwikkelingsmogelijkheden doordat ze opgroeien in een gezin met minder dan een minimum inkomen. Er is aandacht voor het terugdringen van vraagverlegenheid. Dit komt onder andere aan de orde in intakegesprekken, maar ook ouderenwelzijnshuisbezoeken en de keukentafelgesprekken. Gezondheid en beweging De hoofddoelstelling van dit thema is het verhogen van de bewustwording over gezond leven, wat dat betekent en hoe je dat doet. Specifieke onderwerpen hierin zijn overgewicht, alcoholgebruik en onvoldoende beweging. Dit wordt gedaan door informatie en advies, maar bijvoorbeeld ook door het aanbod aan sportaccommodaties zo optimaal mogelijk te faciliteren. De manier waarop wij de doelstellingen van de diverse thema s willen bereiken is verankerd in de kernfilosofie van de MAG. De MAG gaat uit van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, organisaties, professionals en inwoners voor het halen van de doelen. Hiermee wordt dus ook verantwoordelijkheid bij mensen en organisaties neergelegd en wordt er een beroep gedaan op de kracht van inwoners en organisaties en op hun zelfoplossend vermogen. Speerpunten voor 2012 zijn: - doorontwikkelen van het kanteling-principe - opstellen van de maatschappelijke agenda - uitwerking drie decentralisaties (inclusief aanpassingen door koerswijzigingen van de landelijke politiek - harmonisatie van de sportaccommodaties 30

161 Bestuursrapportage 2012 Zichtbare resultaten in 2012 Kanteling Wmo Op 1 januari 2012 zijn de nieuwe "Verordening maatschappelijke ondersteuning Kaag en Braassem 2012" en de beleidsregels "voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kaag en Braassem" in werking getreden. Hierin zijn de principes van de Kanteling verankerd. Het principe hiervan is dat medewerkers van de Wmo keukentafelgesprekken voeren waarin samen met de inwoner gewenste resultaten en mogelijke oplossingen worden geïnventariseerd. Deze oplossingen zijn niet altijd voorzieningen vanuit de gemeente. Er wordt altijd eerst gekeken naar eigen (financiële) mogelijkheden en andere mogelijkheden zoals algemene voorzieningen. In het verleden deed een bewoner een aanvraag voor bijvoorbeeld de Regiotaxi. Met behulp van het keukentafelgesprek wordt er doorgevraagd naar de mobiliteit van de bewoner en blijkt misschien dat de buurvrouw de bewoner mee kan nemen naar een wekelijks bezoek aan een familielid in Alphen. Een dure voorziening als de Regiotaxi is dan niet nodig. Om de goede gesprekken te voeren werken we samen met partners zoals de ouderenadviseurs. We merken dat bewoners moeten wennen aan de nieuwe manier van werken; van u vraagt, wij draaien naar eigen kracht en onderliggende vragen boven tafel krijgen. Drie decentralisaties Het eerste half jaar van 2012 zijn we druk bezig geweest met het voorbereiden van de overgang van de drie decentralisaties. Het gaat hierbij om de transitie van begeleiding, de overgang van jeugdzorg en de komst van de Wet werken naar vermogen. Deze decentralisaties bieden ons als gemeente de kans om onze inwoners, en dan met name de inwoners die ondersteuning nodig hebben, goed te helpen. Wij willen deze kans optimaal benutten. Hierbij werken we samen met de regio volgens het principe: regionaal waar kan en lokaal waar moet. Nadat in 2011 de regionale strategische visie 3D en plan van aanpak is vastgesteld, is de regionale projectstructuur in 2012 ingericht. Ook onze gemeente heeft een rol in deze projectstructuur. Zo is er ambtelijke vertegenwoordiging vanuit Kaag en Braassem in de projectgroep 3D. Op deze manier zijn de belangen van onze gemeente (en de andere plattelandsgemeenten) goed vertegenwoordigd. In het eerste halfjaar van 2012 zijn diverse regionale werkgroepen gestart. Het was de verwachting dat deze werkgroep tegen de zomer de eerste producten zouden opleveren, scenario s waaruit gemeenten kunnen kiezen. Het Lenteakkoord heeft hier echter verandering in gebracht. Sommige werkgroepen hebben hun activiteiten (tijdelijk) gestaakt en sommige zijn in een lager tempo doorgegaan in afwachting van meer duidelijkheid vanuit Den Haag. De werkgroepen waarin de gemeente Kaag en Braassem deel heeft genomen zijn: de werkgroep pgb (tijdelijk stilgelegd in afwachting van meer duidelijkheid) en de werkgroep versterken sociaal netwerk. Maatschappelijke agenda (MAG) Het eerste halfjaar heeft in het teken gestaan van het opstellen van de Maatschappelijke agenda. Er hebben diverse bijeenkomsten plaatsgevonden met Wmo-adviesraad en het ingestelde kernteam MAG. Dit kernteam bestaat uit diverse professionals en inwoners die de zes thema s van de MAG vertegenwoordigen. Samen met hen is de analyse geduid en zijn 31

162 Bestuursrapportage 2012 de maatschappelijke opgaven benoemd, zoals het voorkomen en tegengaan van overgewicht en schadelijk alcoholgebruik, meer mensen aan het werk en het ondersteunen van mantelzorgers. Ook is op 23 mei een grote bijeenkomst georganiseerd waarop 50 inwoners, professionals en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties aanwezig waren. Zij hebben geadviseerd over de te stellen doelen en resultaten. Daarnaast is er een raadswerkgroep actief geïnformeerd over de analyse en de systematiek van werken binnen de MAG. We zijn gestart met een nieuwsbrief om alle betrokkenen op de hoogte te houden. Liquidatie ISDR De opheffing van de ISDR is op 1 april gerealiseerd. Voor inwoners is de overgang van sociale zaken naar Alphen aan den Rijn probleemloos verlopen. Met Alphen aan den Rijn is een dienstverleningsovereenkomst gesloten voor de uitvoering van de diverse wet- en regelgeving op het gebied van werk en inkomen. De formele liquidatie van de ISDR is nog niet volledig afgerond. Dit wordt in de tweede helft van 2012 verwacht. Wet werken naar vermogen In het kader van de Wet werken naar vermogen is gewerkt aan de herstructurering van de sociale werkvoorziening en de ontwikkeling van een nieuwe uitvoeringsorganisatie voor werk en inkomen. In het Lenteakkoord is de Wet werken naar vermogen controversieel verklaard en de herstructurering is ingetrokken. Harmonisatie sport (buitensportaccommodaties) Op 13 maart is de Stichting Beheer Gemeentelijke Buitensportaccommodaties (SBGB) formeel opgericht. De financiering van het onderhoud van buitensportaccommodaties is hiermee geregeld. De Stichting heeft een beschikking voor een periode van vier jaar ontvangen. Het betreft de volgende buitensportverenigingen: Alkmania, D.O.S.R., R.O.A.C., Hockeyclub Alkemade, M.M.O., Kickers en Voetbalvereniging Woubrugge. Met de harmonisatie willen we meer samenwerking en afstemming tussen de buitensportaccommodaties realiseren. Dit kan leiden tot meer efficiency en een betere bezetting en benutting van de accommodaties. In maart heeft een bezuinigingsbijeenkomst met de sportverenigingen plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomst is iedereen geïnformeerd over de laatste stand van zaken. Werkplaats voor mensen met een beperking Herstructurering Wet sociale werkvoorziening (Wsw) De meeste mensen uit Kaag en Braassem die een beperking hebben maar wel (op hun niveau) aan het werk kunnen, werken in Alphen aan den Rijn bij de SWA. Hier werken ook mensen uit Alphen en bijvoorbeeld Nieuwkoop. Zij vallen nu voor een gedeelte onder rijksregelingen. Door de Wet werken naar Vermogen worden de gemeenten zelf helemaal verantwoordelijk voor deze mensen. Om dat op een goede manier te regelen heeft het rijk Herstructureringsgelden Wsw aangeboden. In het eerste halfjaar is samen met de gemeenten Alphen aan den Rijn en Nieuwkoop een aanvraag voor herstructureringsgelden Wsw voorbereid. Dit is echter door het Lenteakkoord teruggedraaid. De financiering van het rijk is ingetrokken. 32

163 Bestuursrapportage 2012 Vooruitblik tweede halfjaar Maatschappelijke Agenda In het tweede half jaar wordt de Maatschappelijke agenda verder ontwikkeld met het veld. De aandacht wordt in deze maanden met name gericht op de nieuwe manier van subsidiëren en samenwerken. Drie decentralisaties De transitie van jeugdzorg, de verwachte overgang van begeleiding en de verwachte komst van Wet werken naar vermogen worden verder (regionaal) voorbereid. Samen met de andere gemeenten onderzoeken we hoe we in de toekomst om kunnen gaan met de begrippen wederkerigheid (als je een uitkering krijgt kan er een bijdrage aan de samenleving gevraagd worden) en werkgeversdienstverlening (wat hebben werkgevers nodig om een werknemer met een beperking in dienst te nemen en hoe kan de gemeente daarbij helpen). Daarnaast zijn we in gesprek met diverse organisaties over hun opvattingen en bijdragen aan de transitie van de Jeugdzorg en de overgang van de begeleiding. Herstructurering Wet sociale werkvoorziening (Wsw) De herstructurering Wsw wordt doorgevoerd ondanks het controversieel verklaren van de Wet werken naar vermogen. Beoogd wordt om op 1 januari 2013 een plan opgesteld te hebben voor het realiseren van een uitvoeringsorganisatie die uitgaat van werken naar vermogen. In onze regio hebben we afgesproken dat we de komende periode doorgaan met het optimaliseren van de uitvoering van de Wsw en sociale zaken in samenhang met elkaar. Harmonisatie sport De harmonisatie voor de gemeentelijke binnensportaccommodaties wordt in de tweede helft van 2012 afgerond. Het onderhoud en beheer van deze accommodaties (Tweesprong, het Spant en de Meerkant) wordt ondergebracht bij de Sportkoepel (Tweesprong B.V.). Jongeren en participatie In overleg met de jeugd en buurtbewoners zijn twee jongerenontmoetingsplekken gerealiseerd in Hoogmade en op Kaageiland. Dit is voor het eerst sinds lange tijd dat dergelijke plekken in de gemeente zijn geplaatst. Zichtbaar effect vanuit bezuinigingen op programma 6 Tijdens de behandeling van de begroting 2012 is bepaald dat de gemeente in overleg moet treden met de bibliotheek voor het realiseren van de opgelegde bezuiniging en met het Dienstencentrum voor het realiseren van een grotere besparing dan voorgesteld. Daarom zijn meerdere gesprekken gevoerd met de bibliotheek en het Dienstencentrum. De uitkomsten van deze gesprekken zijn positief. Beide organisaties hebben aan de opdracht voldaan. In onderstaande tabel zijn de totale geprognosticeerde lasten en baten van programma 6 opgenomen. Indien de prognose 2012 afwijkt van de begroting 2012 na wijziging is hiervan een begrotingswijziging opgesteld. 33

164 Bestuursrapportage 2012 Programma 6 Welzijn Begroting na wijziging t/m juni 2012 Prognose 2012 bedragen x Afwijking Totale lasten N Totale baten V Resultaat vóór bestemming V Mutatie reserves Resultaat ná bestemming V Toelichting De afwijking ten opzichte van de begroting van programma 6 wordt o.a. veroorzaakt door: (alle afwijkingen > worden toegelicht) Programma 6. P61000 Inkomensvoorzieningen ABW Meer WWB uitkeringen door slechte economie N Structureel De rijksbijdrage is per 11 juli voorlopig vastgesteld op ,-. De IAU WWB wordt op basis van de uitgaven geraamd op V Structureel P61400 Bijzondere bijstandsverstrekking Prognose is opgetrokken naar de werkelijk uitgaven in De kwijtschelding belastingen nemen toe, omdat meer inwoners een inkomen onder de norm hebben. P62001 Ouderenwerk Subsidie voor de huur is oneigenlijk dubbel in de begroting opgenomen. Begroting 2013 is aangepast. P62200 Huishoudelijke verzorging WMO Betreft terugbetaling teveel ontvangen persoonsgebonden budget (PGB) N Structureel V Structureel V Incidenteel P71500 Brede doeluitkering centrum jeugd en gezin gezondheidsdeel Huur voor het CJG is hoger dan begroot N Structureel Door het onderbrengen van de jeugdgezondheidzorg bij de RDOG in V Structureel 2011 is de verdeling van de kosten van de RDOG niet correct door onvoldoende inzicht in de kosten op het moment van het opstellen van de begroting. Betreft bijdrage ICT JGZ RDOG N Structureel P71600 Brede doeluitkering centrum jeugd en gezin wmo-deel Door het onderbrengen van de jeugdgezondheidzorg bij de RDOG in 2011 is de verdeling van de kosten van de RDOG niet correct door onvoldoende inzicht in de kosten op het moment van het opstellen van de begroting N Structureel Overige verschillen afzonderlijk < V Totaal programma V 34

165 Bestuursrapportage 2012 Huttenbouw 35

166 Bestuursrapportage 2012 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Het college staat voor het voeren van een gezond en degelijk financieel beleid. Hierbij streven we ook in economisch sombere tijden naar een structureel sluitende begroting. Structurele uitgaven worden gedekt door structurele opbrengsten. Eenmalige opbrengsten kunnen worden ingezet voor incidentele uitgaven. In 2012 komt de algemene uitkering verder onder druk te staan. Daarnaast hebben we te maken met de gevolgen van de afwaardering van de gronden van het project Braassemerland en de gekozen koers. Hierdoor is het sluitende meerjarenperspectief dat is gepresenteerd bij de begroting 2012 omgeslagen in een negatief meerjarenbeeld. Verdere bezuinigingen zijn dan ook onvermijdelijk. Lastenverhoging, met uitzondering van inflatiecorrectie zullen wij zoveel mogelijk proberen te voorkomen. Zichtbare resultaten in 2012 Gemeentelijke financiën - In 2012 is de algemene uitkering verder onder druk komen te staan. Daarbij is nog veel onduidelijk door de komende verkiezingen in september Om te komen tot een sluitende begroting moeten opnieuw maatregelen worden getroffen. - Gemeentelijke belastingen en heffingen Wij hanteren nog steeds als doel conform het coalitieakkoord de gemeentelijke belastingen behoudens inflatiecorrectie niet te zullen laten stijgen. Door het verslechterde meerjarenperspectief als gevolg van o.a. de te treffen verliesvoorziening voor het project Braassemerland komt deze doelstelling onder druk te staan. Lastenverhoging kan aan de orde komen als wij het niet meer verantwoord achten de begrotingstekorten uitsluitend met bezuinigingen op te lossen.voor afvalstoffenheffing, grafrechten en rioolheffing geldt een kostendekkendheid van 100% - Inzicht in de reserves Door de afwaardering van o.a. de gronden van Braassemerland en de daarvoor te treffen verliesvoorziening bij de jaarrekening 2011 is de reservepositie van de gemeente fors gedaald van 53 miljoen naar 3,5 miljoen euro. - Langlopende geldleningen Om in de benodigde financieringsbehoefte te voorzien worden kort- dan wel langlopende leningen aangetrokken. In 2012 hebben we de liquiditeitsprognoses geactualiseerd. Daarnaast zullen we een aantal langlopende leningen aflossen waarmee rentelasten worden beperkt. - Financieel toezicht provincie Vooralsnog vallen wij onder repressief toezicht van de provincie. Wij zullen er naar streven deze vorm van toezicht te handhaven. Vooruitblik tweede halfjaar Het begrotingsbeeld van de gemeente Kaag en Braassem komt door diverse ontwikkelingen en gevolgen van de economische crisis verder onder druk te staan. Voor de begroting 2013 zullen opnieuw maatregelen getroffen moeten worden om de begroting structureel sluitend te krijgen. Aan het einde van het eerste halfjaar van 2012 is een eerste verkenning samen met college en raad gedaan om een pakket aan maatregelen op te stellen. In het tweede halfjaar 36

167 Bestuursrapportage 2012 zullen we de uitwerkingen van deze eerste verkenning opnieuw bespreken om vervolgens te komen tot een voorstel bij de begrotingsbehandeling in november Zichtbaar effect vanuit bezuinigingen Er zijn geen bezuinigingen op programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien van toepassing. In onderstaande tabel zijn de totale geprognosticeerde lasten en baten van programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien opgenomen. Indien de prognose 2012 afwijkt van de begroting 2012 na wijziging is hiervan een begrotingswijziging opgesteld. Programma Financiering en Begroting na Prognose algemene dekkingsmiddelen wijziging t/m juni bedragen x Afwijking Totale lasten N Totale baten V Resultaat vóór bestemming V Mutatie reserves N Resultaat ná bestemming V Toelichting De afwijking ten opzichte van de begroting wordt o.a. veroorzaakt door: (alle afwijkingen > worden toegelicht) Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien P Nutsbedrijven Uitkering dividend Alliander is hoger dan geraamd V Incidenteel P91300 Deelnemingen en beleggingen In de begroting is voor de BNG participaties met een rente van 4% gerekend, terwijl in werkelijkheid een rente van 4,5% is geboekt. Verder staat APPA fonds BNG niet meer in de staat C, waardoor hier geen kapitaallasten meer voor worden berekend. Dividend BNG wordt lager ivm strengere kapitaalvereisten die gesteld worden aan de bank. Lagere opbrengst van De opbrengst van de uitgezette verkoopopbrengst aandelen Nuon brengt minder op dan geraamd N Structureel N Structureel P91400 bespaarde rente en reserves Bespaarde rente hoger door hoger beginsaldo reserves V Incidenteel P92100 Algemene uitkering uit het gemeentefonds Meer Algemene uitkering ontvangen V Structureel P92200 Onvoorziene uitgaven Vanwege de per saldo nadelen bij de berap is de budgettaire ruimte volledig benut V Incidenteel P92201 Overige baten en lasten 37

168 Bestuursrapportage 2012 Betreft opbrengst verkoop van diverse percelen grond V Incidenteel Betreft opbrengst verkoop onroerende zaak Noordhoek V Incidenteel Uitkering liquidatie IZA Nederland en winstafdracht verkoop van een woning V Incidenteel P93000 Uitvoering Wet Waardering Onroerende Zaken Afhandeling bezwaren Wet WOZ N Incidenteel P93500 Forensenbelasting Inkomsten forensenbelasting zijn structureel lager dan begroot, had bij begroting 2012 moeten worden aangepast. Begroting 2013 is aangepast N Structureel P94000 Invorderingsmaatregelen Ophogen voorziening dubieuze debiteuren N Incidenteel P96000 Saldi kostenplaatsen Bespaarde rente hoger door hoger beginsaldo reserves N Incidenteel Overige verschillen afzonderlijk < V Totaal programma V De rentebaten van het belegde deel van de algemene reserve (dat gebruikt werd als dekking voor de exploitatie) lopen terug als gevolg van de verhoging van de verliesvoorziening in verband met het koersdocument rondom Braassemerland ( 2,0 miljoen). De storting in de algemene reserve ( ) vervalt met betrekking tot de ontvangen rente Vattenfal. Tevens is het positieve saldo van de afwijkingen van rioolrecht overgeheveld naar de reserve riolering in verband met kostendekkendheid ( ). Deze posten zijn hier niet weergegeven (zie managementsamenvatting en programma 2. Ruimte). Sloepentocht Kaag en Braassem 38

169 Bijlage 1: Begrotingswijzigingen 2012 ( ) Gemeente KAAG EN BRAASSEM PRODUCT LASTEN BATEN Productnr. Omschrijving Kostensoort Omschrijving Toelichting verhoging verlaging verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming raming raming Incidenteel / structureel Programma 1 P00100 Bestuursorganen-raad Salarissen/via CMG In samenhang bezien met Structureel P00100 Bestuursorganen-raad Werkkosten onkostenverg. Werkkostenregeling in samenhang bezien met Structureel P00101 Bestuursorganen-college Salarissen/via CMG In samenhang bezien met Structureel P00101 Bestuursorganen-college Werkkst onkostenvergoeding Werkkostenregeling in samenhang bezien met Structureel P00400 Secretarieleges Afdracht rijksleges In verband met de verlenging rijbewijzen van 5 naar 10 jaar worden er minder rijbewijzen uitgegeven dan begroot. Lasten en baten vallen hierdoor lager uit Structureel P00400 Secretarieleges Leges/vergoedingen Er hoeven minder uitreksels te worden aangevraagd dan begroot Structureel P00400 Secretarieleges Leges paspoorten Door verplichting eigen reisdocument kind zijn er meer paspoorten en idkaarten afgegeven. P00400 Secretarieleges Leges identiteitskaarten Door verplichting eigen reisdocument kind zijn er meer paspoorten en idkaarten afgegeven. P00400 Secretarieleges Leges rijbewijzen In verband met de verlenging rijbewijzen van 5 naar 10 jaar worden er minder rijbewijzen uitgegeven dan begroot. Lasten en baten vallen hierdoor lager uit Incidenteel Incidenteel Structureel P00600 Bestuursonderst. raad Salarissen/via CMG Aframen, de griffiemedewerker is minder gaan werken. Icm Structureel P00600 Bestuursonderst. raad Sal. Gedet.pers. Aframen tot 2130 euro. De detachering is beëindigd. Icm Structureel P00601 Accountant Accountantskosten Incidentele overschrijding werkzaamheden accountant ivm Braassemerland, Sisa, Voorziening groot onderhoud en EDP audit. P14000 Overige beschermende maatregelen Bijdrage overheid Voor zwerfdierenopvang was geen raming opgenomen. Er zijn inmiddels nieuwe contractafspraken gemaakt. Begroting 2013 is aangepast Incidenteel Structureel Programma 2 P72300 Milieubeheer algemeen Bijdragen van derden Betreft ontvangen bijdrage Uithoorn inzake Pocahondas. Rekening moet worden gehouden met extra lasten ivm juridische ondersteuning. Icm V00020/ Incidenteel P82000 Woningbeleid, planning en programmering Doorb. kostenpl. Betreft hogere doorbelasting kostenplaatsen Incidenteel P82300 Bouwvergunningen Leges/vergoedingen De inkomsten bouwleges zijn geen beïnvloedbare factor voor onze gemeente en zijn gekoppeld aan initiatieven van derden die hierin een eigen afweging maken. De verkoopbaarheid en haalbaarheid van projecten is daarbij een nadrukkelijke factor in deze tijd Structureel P83000 Bowgrondexploitatie Verrekening met reserves/vz hogere rente verliesvoorziening Incidenteel Grondexploitaities: P83132 Cplx Noordeinde Kapitaallasten O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel P83132 Cplx Noordeinde Mutaties onderhanden werk O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel P83150 Cplx Braassemerland Kapitaallasten O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel P83150 Cplx Braassemerland Mutaties onderhanden werk O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel

170 Gemeente KAAG EN BRAASSEM PRODUCT LASTEN BATEN Productnr. Omschrijving Kostensoort Omschrijving Toelichting verhoging verlaging verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming raming raming P83151 Cplx Westend Kapitaallasten O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel P83151 Cplx Westend Mutaties onderhanden werk O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel P83190 Cplx t Oog Kapitaallasten O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel P83190 Cplx t Oog Bijdragen van derden O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel P83251 Cplx Hfd. Infrastr Kapitaallasten O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel P83251 Cplx Hfd. Infrastr Mutaties onderhanden werk O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel P83254 Cplx Veilingvaart Tijdelijke verhardingen O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel P83254 Cplx Veilingvaart Defintieve verharding O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel P83254 Cplx Veilingvaart Kapitaallasten O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel P83254 Cplx Veilingvaart Mutaties onderhanden werk O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel P83900 Centrumplan Leimuiden Kapitaallasten O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel P83900 Centrumplan Leimuiden Mutaties onderhanden werk O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel P83906 Plan Beukenlaan II Kapitaallasten O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel P83906 Plan Beukenlaan II Mutaties onderhanden werk O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties Incidenteel Incidenteel / structureel Programma 3 P21000 Beheer van wegen Waterschapslasten Raming is te laag; moet bijgeraamd worden. Begroting 2013 is al bijgeraamd. P21001 Beheer van bruggen Kapitaallasten Bruggen uit de reconstructie Floraweg nog niet gereed, er mag nog niet worden afgeschreven. P21002 Openbare verlichting Kapitaallasten Op diverse investeringen wordt nog niet afgeschreven, omdat ze nog niet gereed zijn. P21003 Groot onderhoud wegen Kapitaallasten Op diverse investeringen wordt nog niet afgeschreven, omdat ze nog niet gereed zijn. P22300 Pontveren Subsidies Structurele verhoging budget ivm tariefsverhoging Ponto ad (was nooit geraamd) en gratis overtocht bewoners Balgerij Kaag ad Begroting 2013 is aangepast Structureel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Structureel P56000 Beheer openbaar groen Kapitaallasten Op diverse investeringen wordt nog niet afgeschreven, omdat ze nog niet gereed zijn Incidenteel P72100 Inzameling/afvoer afval Inzameling Cyclus Op basis van contract met Cyclus; heeft relatie met de bijdrage Structureel Nedvang. Icm P72100 Inzameling/afvoer afval Verwerking Cyclus Op basis van bijgestelde begroting Cyclus Structureel P72100 Inzameling/afvoer afval Leges/vergoedingen Bijdrage Nedvang 2012 van (was niet geraamd) Indien bijdrage stopt, risico voor Structureel P72200 Beheer rioleringsstelsel Personeel van derden Inhuur derden gaat vanaf juni naar kredieten GRP Incidenteel P72200 Beheer rioleringsstelsel Vrijvervalstelsel Budget moet worden bijgeraamd ivm toekomstige structurele veegwerkzaamheden. Dekking kan gevonden worden binnen eigen product Structureel P72200 Beheer rioleringsstelsel Telefoon- en portokosten Telefoon- en portokosten zijn structureel lager geworden Structureel P72200 Beheer rioleringsstelsel Kapitaallasten Op diverse investeringen wordt nog niet afgeschreven, omdat ze nog Incidenteel niet gereed zijn. P72201 Gem. rioleringsplan Kapitaallasten Op beheersysteem GRP wordt nog niet afgeschreven, omdat dit nog Incidenteel niet gereed is. P72400 Algemene begraafplaats Kapitaallasten Op uitbreiding begraafplaats Woubrugge wordt nog niet afgeschreven, omdat dit nog niet gereed is Incidenteel P73200 Begraafrechten Vergoeding begraven Het aantal begrafenissen zijn de eerste helft van 2012 minder dan verwacht. Heeft ook te maken met toenemen van het aantal crematies Incidenteel

171 Gemeente KAAG EN BRAASSEM PRODUCT LASTEN BATEN Productnr. Omschrijving Kostensoort Omschrijving Toelichting verhoging verlaging verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming raming raming P72600 Rioolrechten Rioolrechten woningen Meer opgelegd dan geraamd. Kwijtscheldingen worden nog verleend Structureel Incidenteel / structureel Programma 4 P31000 Economische zaken Kapitaallasten Op uitvoering realisatie De Lasso wordt nog niet afgeschreven, omdat dit nog niet gereed is. Bezien moet worden of de doorbelasting naar dit product correct is, gezien de overgang van voorbereiding naar uitvoering van het werk Incidenteel Programma 5 P42300 BBO-Huisvestingsvoorz Overige vergoedingen Lasten overige vergoedingen lager dan begroot ivm aframing harmonisatie onderwijsvoorzieningen. P42300 BBO-Huisvestingsvoorz Kapitaallasten Aan nieuwe vervangingsinvesteringen wordt pas rente toegerekend als er per 1 januari 2012 een boekwaarde is. P42300 BBO-Huisvestingsvoorz Huuropbrengsten Nadelig saldo op huuropbrengst. De bijdrage van B'land aan de sportzalen van de Brede school komt te vervallen. Er mogen geen kosten worden gedekt uit verliesgevende grondexploitaties Structureel Incidenteel Structureel P42300 BBO-Huisvestingsvoorz Bijdragen van derden Voordelig saldo op bijdrage van derden ivm bijdrage jaarlijks onderhoud buitenterrein en huur extra lokaal SSBA Structureel P42300 BBO-Huisvestingsvoorz Verr. met res/voorz. Lagere rente voorziening onderhoud Incidenteel Programma 6 P61000 Inkomensvoorz. ABW Bijdrage overheid Meer WWB uitkeringen door slechte economie Structureel P61000 Inkomensvoorz. ABW Rijksbijdrage Wwb - De rijksbijdrage is per 11 juli voorlopig vastgesteld op ,-. De IAU WWB wordt op basis van de uitgaven geraamd op Structureel P61100 Uitv. wet soc. werkvoorz Bijdrage overheid Doorbetaling rijksbijdrage hoger ivm hogere rijksbijdrage. De raming van de eigen bijdrage van de gemeente is geraamd op De werkelijke bijdrage is Structureel P61100 Uitv. wet soc. werkvoorz Doeluitkering van het rijk Rijksbijdrage in oktober 2011 hoger vastgesteld Structureel P61400 Bijz. bijstandsverstr Kwijtschelding belastingen Prognose is opgetrokken naar de werkelijk uitgaven in De kwijtschelding belastingen neemt toe, omdat meer inwoners een inkomen onder de norm hebben Structureel P62001 Ouderenwerk Huren Subsidie voor de huur is oneigenlijk dubbel in de begroting opgenomen. Begroting 2013 is aangepast Structureel P62200 Huish. verzorging WMO Bijdragen van derden Betreft terugbetaling teveel ontvangen persoonsgebonden budget (PGB) Incidenteel P71500 Brede doeluitk.gezondh.d Huren Huur voor het CJG is hoger dan begroot Structureel

172 Gemeente KAAG EN BRAASSEM PRODUCT LASTEN BATEN Productnr. Omschrijving Kostensoort Omschrijving Toelichting verhoging verlaging verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming raming raming P71500 Brede doeluitk.gezondh.d Bijdrage overheid Door het onderbrengen van de jeugdgezondheidszorg bij de RDOG in 2011 is de verdeling van de kosten van de RDOG niet correct door onvoldoende inzicht in de kosten op het moment van het opstellen van de begroting. Incidenteel / structureel Structureel P71500 Brede doeluitk.gezondh.d Subsidies Betreft bijdrage ICT JGZ RDOG Structureel P71600 Brede doeluitkering centrum jeugd en gezin wmo Bijdrage overheid Door het onderbrengen van de jeugdgezondheidszorg bij de RDOG in 2011 is de verdeling van de kosten van de RDOG niet correct door onvoldoende inzicht in de kosten op het moment van het opstellen van de begroting Structureel P71600 Brede doeluitkering centrum jeugd en gezin wmo Subsidies Door het onderbrengen van de jeugdgezondheidszorg bij de RDOG in 2011 is de verdeling van de kosten van de RDOG niet correct door onvoldoende inzicht in de kosten op het moment van het opstellen van de begroting Structureel Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien P33000 Nutsbedrijven Rente en dividend Uitkering dividend Alliander is hoger dan geraamd Incidenteel P91300 Deeln. en beleggingen Kapitaallasten In de begroting is voor de BNG participaties met een rente van 4% gerekend, terwijl in werkelijkheid een rente van 4,5% is geboekt. Verder staat APPAfonds BNG niet meer in de staat C, waardoor hier geen kapitaallasten meer voor worden berekend Structureel P91300 Deeln. en beleggingen Rente en dividend Dividend BNG wordt lager ivm strengere kapitaalvereisten die gesteld worden aan de bank. Lagere opbrengst van De opbrengst van de uitgezette verkoopopbrengst aandelen Nuon brengt minder op dan geraamd Structureel P91400 Bespaarde rente en reseves Bespaarde rente Bespaarde rente hoger door hoger beginsaldo reserves. Icm Incidenteel P96000/ P92100 Alg.uitkering gem.fonds Alg. uitk. gem.fonds Meer Algemene uitkering ontvangen Structureel P92200 Onvoorziene uitgaven Budgettaire ruimte Vanwege de per saldo nadelen bij de berap is de budgetaire ruimte volledig benut Incidenteel P92201 Overige baten en lasten Grondverkopen Betreft opbrengst verkoop van diverse percelen grond Incidenteel P92201 Overige baten en lasten Verkoop onroerende zaken Betreft opbrengst verkoop onroerende zaak Noordhoek Incidenteel P92201 Overige baten en lasten Bijdragen van derden Uitkering liquidatie IZA Nederland en winstafdracht verkoop van een woning Incidenteel P93000 Uitvoering Wet WOZ Bezwaren Wet WOZ Afhandeling bezwaren Wet WOZ 2011, Incidenteel P94000 Invorderingsmaatregelen Kosten dubieuze debiteuren Ophoging voorziening dubieuze debiteuren Incidenteel P93500 Forensenbelasting Forensenbelasting Inkomsten forensenbelasting zijn structureel lager dan begroot, had bij Structureel begroting 2012 moeten worden aangepast. Begroting 2013 is aangepast. P96000 Saldi kostenplaatsen Kapitaallasten Bespaarde rente hoger door hoger beginsaldo reserves. Incidenteel ICmP91400/ Kostenplaatsen V00000 Cashmanagement Rente eig. middelen Hogere bespaarde rente. Icm Incidenteel

173 Gemeente KAAG EN BRAASSEM PRODUCT LASTEN BATEN Productnr. Omschrijving Kostensoort Omschrijving Toelichting verhoging verlaging verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming raming raming V00000 Cashmanagement Afschrijvingen activa Op diverse investeringen wordt nog niet afgeschreven, omdat ze nog niet gereed zijn Incidenteel V00000 Cashmanagement Rente en dividend Betreft rente termijndeposito Rabobank Incidenteel V00000 Cashmanagement Rente overige leningen Baten blijken hoger dan begroot Incidenteel V00000 Cashmanagement Kapitaallasten Op diverse investeringen wordt nog niet afgeschreven, omdat ze nog niet gereed zijn Incidenteel V Doorb. kostenpl. Hogere bespaarde rente. Icm Incidenteel V00003 Staf bedrijfsvoering/secr Advieskosten Hogere advieskosten ivm advocaatkosten projecten Kaag, Incidenteel Braassemerland V00004 Personeel en organisatie Sal. vm pers/cmg Vaststellingsovereenkomst vm medewerker ISDR.Van de kosten wordt 64% is terugontvangen van de 2 andere voormalige ISDR Incidenteel gemeenten. Icm V00004 Personeel en organisatie Bijdrage kosten voormalig personeel ISDR Vaststellingsovereenkomst vm medewerker ISDR.Van de kosten wordt 64% is terugontvangen van de 2 andere voormalige ISDR gemeenten. Icm Incidenteel / structureel Incidenteel V00004 Personeel en organisatie Wervingskosten Het budget van wervingskosten kan eenmalig worden afgeraamd Incidenteel V00005 Best.jur.zaken Personeel van derden Inhuur extra personeel ivm zwangerschap valt deels weg tegen uwv uitkering op Incidenteel V00006 Informatie en automat Kapitaallasten Op diverse investeringen wordt nog niet afgeschreven, omdat ze nog niet gereed zijn Incidenteel V00008 Financiën Personeel van derden Extra ondersteuning financieel beheer leidt tot hogere kosten Incidenteel V00009 Belastingen Personeel van derden Inhuur extra personeel belastingen valt weg tegen inkomsten OZB Incidenteel V00010 Facilitaire zaken Bureaubehoeften Bureaulasten vallen lager uit dan begroot Incidenteel V00010 Facilitaire zaken Telefoon- en portokosten Telefoon- en portokosten vallen lager uit dan begroot Incidenteel V00011 Staf samenleving/secr Salarissen/via CMG Latere introming van afdelingsmanager samenleving dan begroot. Icm Incidenteel V00011 Staf samenleving/secr Personeel van derden Inhuur afdelingsmanager samenleving. Per 1 april is de vacature ingevuld. Valt deels weg tegen Incidenteel V00019 Tractie Roerende zaken Aanhangwagen, actiewagen en lasapparaat dit jaar nog niet nodig, in Incidenteel 2014 echter wel. Nu aframen. V00019 Tractie Kapitaallasten Op diverse investeringen wordt nog niet afgeschreven, omdat ze nog niet gereed zijn Incidenteel V00020 Staf Ruimtelijke Ontwikk Advieskosten Hogere advieskosten ivm Pocahondas. Icm p72300/ Incidenteel V00026 Communicatie Advertentiekosten Meer kosten ivm extra nieuwsbrieven en nog niet geeffectueerde bezuiniging mbt Gemeentepagina. Incidentele afwijking. Bezuiniging 2012 wordt hiermee grotendeels niet gehaald Incidenteel V00030 Vm gemeentehuis JcW Huuropbrengsten Verhuur aan 4Building loopt langer dan geraamd Incidenteel Resultaatbestemming P98000 Mutaties reserve Verr. met res/voorz. (1) Saldo mutatie P-riolering (P72200, P72201, P72600) naar RS riolering ivm kostendekkendheid ad ; (2) lagere rente algemene uitkering door storting in verliesvoorziening B'land ad ; (3) storting ontvangen rente Vattenfal vervalt ad Incidenteel

174 Gemeente KAAG EN BRAASSEM PRODUCT LASTEN BATEN Productnr. Omschrijving Kostensoort Omschrijving Toelichting verhoging verlaging verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming raming raming P98000 Mutaties reserve Verr. met res/voorz. (1) Vervallen dekking exploitatie belegde deel algemene reserve (B'land) ad Incidenteel / structureel Structureel Investeringskredieten Programma 3 IC0162 Reconstr. Kaag (riolering) Uitbestede investeringen Afsluiten krediet; tekorten bijramen vanuit IC IC0246 Reconstr. Kaag (wegen) Uitbestede investeringen Afsluiten krediet; tekorten bijramen vanuit IC IC0247 Reconstructie Kaag (groen) Uitbestede investeringen Afsluiten krediet; tekorten bijramen vanuit IC IC0248 Reconstructie Kaag (waterkering) Uitbestede investeringen Afsluiten krediet; tekorten bijramen vanuit IC IC0249 Reconstructie Kaag (verlichting) Uitbestede investeringen Afsluiten krediet; tekorten bijramen vanuit IC IC0241 Reconstructie Europaplantsoen (wegen) Uitbestede investeringen Dekking tekorten op IC0162, IC0246, IC0247, IC0248 en IC IC0241 Reconstructie Europaplantsoen (wegen) Uitbestede investeringen Gereed: afsluiten krediet; saldo naar nieuw krediet IC IC0256 Reconstructie Europaplantsoen (groen) Uitbestede investeringen Gereed: afsluiten krediet; saldo naar nieuw krediet IC IC0257 Reconstructie Europaplantsoen (verlichting) Uitbestede investeringen Gereed: afsluiten krediet; saldo naar nieuw krediet IC IC0291 Arbitrage project reconstructie Kaag Uitbestede investeringen Restsaldo van IC0241, IC0256 en IC IC0264 Vervangen gemalen vrijvervalriolering Uitbestede investeringen Ivm kapitaliseren: afsluiten krediet; saldo naar nieuw krediet IC IC0265 Vervangen gemalen drukriolering Uitbestede investeringen Ivm kapitaliseren: afsluiten krediet; saldo naar nieuw krediet IC IC0292 Vervangen gemalen vrijvervalriolering Uitbestede investeringen Restsaldo van IC IC0293 Vervangen gemalen drukriolering Uitbestede investeringen Restsaldo van ICO IC0274 IC0274 Uitvoering speelruimtebeleidsplan Uitbestede investeringen Ivm kapitaliseren: afsluiten krediet; saldo naar IC IC0287 IC0287 Speelruimtebeleidsplan Uitbestede investeringen Restsaldo van IC

175 Bijlage 2: Status kredieten 2012 Gemeente KAAG EN BRAASSEM KREDIET Kredietnr. + omschrijving Krediet: Restant: Beschikbaar tot: Toelichting Programma 1 IG0021 Internet en intranet In 2012 wordt project Internet en Intranet uitgevoerd. Programma 3 IC0112 Trottoir Leidseweg In 2012 is een nieuwe start gemaakt met dit project. Omdat er een sober nieuw ontwerp is gemaakt en nog steeds een BDU-subsidie van ca beschikbaar is, lijkt het budget toereikend te zijn. Het ingenieursbureau start na de zomervakantie 2012 met uitwerken van het ontwerp. Uitvoering is om verkeerstechnische redenen in zomer 2013 gepland. IC0130 Reconstructie Populierenstraat (riolering) Restant wordt gebruikt voor uitvoering fase 3b en 4 afkoppelen rwa Spoorstraat. Combinatie van IC0130, IC0253 en IC0254 (Populierenstraat). IC0147 Beleidsplan openbare verlichting In 2012 wordt bekeken in hoeverre nav uitbesteding openbare verlichting naar ZIUT een beleidsplan benodigd is. IC0161 Reconstructie Achterweg riolering Planning van de uitvoering in eind 2012, begin Combinatie van IC0161, IC0250, IC0251 en IC0252 Achterweg. Overleg wordt gevoerd met Bunnik BV. IC0162 Reconstructie Kaag riolering AFSLUITEN Vanwege de arbitrage aangespannen door Vessies Infra BV is niet in te schatten wanneer dit project is afgerond. Combinatie van IC0162, IC0246, IC0247, IC0248 en IC0249 (Kaag). Voorstel : afsluiten krediet zodat gekapitaliseerd kan worden. Nieuw budget beschikbaar stellen vanuit IC0241 revitalisatie Europaplantsoen. IC0167 Nido kleine strooier De huidige strooier functioneert nog goed. Aankoop wordt uitgesteld tot IC0202 Fietspad Molenkade Dit project wordt door de PZH voorbereid. Omdat wij dit fietspad na oplevering overnemen draaien wij mee in dit project. Als wij kosten maken in dit project dan worden deze vergoed door de PZH (afspraak).deze betaling is achteraf. IC0207 Verbeteringsmaatregelen Bilderdam Is opgenomen in actuele GRP. IC0221 GRP vestigen recht van opstal Werkzaamheden vloeien voort vanuit GRP. IC0241 Reconstructie Europaplantsoen (wegen) AFSLUITEN Krediet afsluiten na akkoord over restant krediet inzetten voor afhandeling arbitrage Kaag. Combinatie van IC0241, IC0256 en IC0257 (Europaplantsoen). IC0242 Reconstructie Floraweg (riolering) Voorbereiding 2012 uitvoering 2012 zie combinatie met ander IC nrs Floraweg IC0243, IC0244 en IC0245 IC0243 Reconstructie Floraweg (wegen) Voorbereiding 2012 uitvoering 2012 zie combinatie met ander IC nrs Floraweg IC0242, IC0244 en IC0245 IC0244 Reconstructie Floraweg (verlichting) Voorbereiding 2012 uitvoering 2012 zie combinatie met ander IC nrs Floraweg IC0242, IC0243 en IC0245 IC0245 Reconstructie Floraweg (bruggen) Voorbereiding 2012 uitvoering 2012 zie combinatie met ander IC nrs Floraweg IC0242, IC0243 en IC0244 IC0246 Reconstructie Kaag (wegen) AFSLUITEN Vanwege de arbitrage aangespannen door Vessies Infra BV is niet in te schatten wanneer dit project is afgerond. Combinatie van IC0162, IC0246, IC0247, IC0248 en IC0249 (Kaag). Voorstel : afsluiten krediet zodat gekapitaliseerd kan worden. Nieuw budget beschikbaar stellen vanuit IC0241 revitalisatie Europaplantsoen. IC0247 Reconstructie Kaag (groen) AFSLUITEN Vanwege de arbitrage aangespannen door Vessies Infra BV is niet in te schatten wanneer dit project is afgerond. Combinatie van IC0162, IC0246, IC0247, IC0248 en IC0249 (Kaag). Voorstel : afsluiten krediet zodat gekapitaliseerd kan worden. Nieuw budget beschikbaar stellen vanuit IC0241 revitalisatie Europaplantsoen. IC0248 Reconstructie Kaag (waterkering) AFSLUITEN Vanwege de arbitrage aangespannen door Vessies Infra BV is niet in te schatten wanneer dit project is afgerond. Combinatie van IC0162, IC0246, IC0247, IC0248 en IC0249 (Kaag). Voorstel : afsluiten krediet zodat gekapitaliseerd kan worden. Nieuw budget beschikbaar stellen vanuit IC0241 revitalisatie Europaplantsoen.

176 Gemeente KAAG EN BRAASSEM KREDIET Kredietnr. + omschrijving Krediet: Restant: Beschikbaar tot: Toelichting IC0249 Reconstructie Kaag (verlichting) AFSLUITEN Vanwege de arbitrage aangespannen door Vessies Infra BV is niet in te schatten wanneer dit project is afgerond. Combinatie van IC0162, IC0246, IC0247, IC0248 en IC0249 (Kaag). Voorstel : afsluiten krediet zodat gekapitaliseerd kan worden. Nieuw budget beschikbaar stellen vanuit IC0241 revitalisatie Europaplantsoen. IC0250 Reconstructie Achterweg (wegen) Planning van de uitvoering in eind 2012, begin Combinatie van IC0161, IC0250, IC0251 en IC0252 Achterweg. Overleg wordt gevoerd met Bunnik BV. IC0251 Reconstructie Achterweg (groen) Planning van de uitvoering in eind 2012, begin Combinatie van IC0161, IC0250, IC0251 en IC0252 Achterweg. Overleg wordt gevoerd met Bunnik BV. IC0252 Reconstructie Achterweg (verlichting) Planning van de uitvoering in eind 2012, begin Combinatie van IC0161, IC0250, IC0251 en IC0252 Achterweg. Overleg wordt gevoerd met Bunnik BV. IC0253 Reconstructie Populierenstraat (wegen) Restant wordt gebruikt voor uitvoering fase 3b en 4 afkoppelen rwa Spoorstraat. Combinatie van IC0130, IC0253 en IC0254 (Populierenstraat). IC0254 Reconstructie Populierenstraat (groen) Restant wordt gebruikt voor uitvoering fase 3b en 4 afkoppelen rwa Spoorstraat. Combinatie van IC0130, IC0253 en IC0254 (Populierenstraat). IC0256 Reconstructie Europaplantsoen (groen) AFSLUITEN Krediet afsluiten na akkoord over restant krediet inzetten voor afhandeling arbitrage Kaag. Combinatie van IC0241, IC0256 en IC0257 (Europaplantsoen). IC0257 Reconstructie Europaplantsoen (verlichting) AFSLUITEN Krediet afsluiten na akkoord over restant krediet inzetten voor afhandeling arbitrage Kaag. Combinatie van IC0241, IC0256 en IC0257 (Europaplantsoen). IC0263 Vervangen vrijvervalriolering Vervangingsmaatregelen die binnen de planperiode GRP volgen uit inspectie bekostigen uit dit krediet. IC0264 Vervangen gemalen vrijvervalriolering AFSLUITEN GRP. Restant krediet kan worden afgesloten en uitgaven kunnen worden geactiveerd. Wat overblijft beschikbaar stellen via nieuw krediet. IC0265 Vervangen gemalen drukriolering AFSLUITEN GRP. Restant krediet kan worden afgesloten en uitgaven kunnen worden geactiveerd. Wat overblijft beschikbaar stellen via nieuw krediet. IC0266 Optimalisatie drukriolering (glastuinbouw) GRP. Het krediet is benodigd voor onderzoek in 2012 naar maatregelen om de afvalwaterstromen vanuit de glastuinbouw te reguleren. IC0267 Grondwatermeetnet Uitgave restantbedrag vindt plaats in IC0268 Beheersysteem GRP Uitgave is afhankelijk van de implementatie van het nieuwe beheerpakket XEIZ. Verplichting staat op dit krediet. IC0273 Plotter AFSLUITEN Printer is geleverd. Zodra de rekening is betaald kan deze afgesloten worden. IC0278 Drempels Parallelweg Hoogmade Drempels zijn aangelegd na verwerken subsidie; krediet afronden. IC0282 GRP 2011 vervangen vrijvervalriolering Vervangingsmaatregelen die binnen de planperiode GRP volgen uit inspectie bekostigen uit dit krediet IC0283 GRP2011 Gemaal vrijvervalriolering Inventarisatie wordt opgestart in 2012 IC0284 GRP2011 Vervangen gemalen drukriolering Inventarisatie gemalen wordt in 2012 opgestart ten behoeve van op te stellen BasisRioleringsplan (BRP). Hieruit volgen binnen de planperiode van het GRP noodzakelijke vervangingen oftewel totaalrenovaties. IC0285 GRP2011 Optimalisatie drukriolering Inventarisatie gemalen wordt in 2012 opgestart ten behoeve van op te stellen BasisRioleringsplan (BRP). Hieruit volgen de knelpunten in het afvalwaterafvoersysteem. Gericht onderzoek is noodzakelijk om de afvoer vanuit de glastuinbouw te verbeteren. IC0286 Vervangen 3 bruggen Uitvoering Witte Singel in IN0121 Uitbreiding begraafplaats Woubrugge Definitieve inrichting van de uitbreidng nog realiseren. Besteksvoorbereiding is gestart. Programma 4 IC0279 Uitvoering realisatie De Lasso Naar verwachting wordt dit project eind 2012 aanbesteed en gegund. De uitvoering kan dan bij goed weer in 2012 starten en in 2013 worden afgerond. In dit financiële overzicht is de subsidie van 50% door de provincie niet opgenomen. IC0274 Uitvoering speelruimtebeleidsplan AFSLUITEN Krediet sluiten en restant saldo overboeken naar IC0287 Speelruimtebeleidsplan IC0287 Speelruimtebeleidsplan De inspectie wordt gehouden in het voorjaar, in het najaar worden de vervangingen gedaan en betaald vanuit het krediet. Er is achterstand in het aanpassen van ondergronden en hiervoor is het krediet zeker nodig. Programma 5 IN0102 Nieuwbouw Brede School Er is een definitieve afrekening van de werkelijke kosten gemaakt richting de woningbouwvereniging.

177 Gemeente KAAG EN BRAASSEM KREDIET Kredietnr. + omschrijving Krediet: Restant: Beschikbaar tot: Toelichting Kostenplaats IG0080 ICT-plan Extra faciliteiten voor BAG/Nedgraphics. IG0084 Omgevingsvergunning Wabo AFSLUITEN Kan worden afgesloten. IG0085 Basisregistratie WOZ Wordt opgestart in IG0086 Aansluiten nieuw handelsregister Wordt opgestart in IG0087 Invoeren basisregistratie personen Wordt opgestart in IG0088 Digitalisering WMO AFSLUITEN Kan worden afgesloten. IG0089 BSN Nog afrondende werkzaamheden in IG0090 Invoering basisregistratie topografie Advieskosten rapportage BGT. IG0091 Invoering basisregistratie kadaster Wordt in 2013 opgestart. IG0092 Noodaggregaat gemeentehuis In 2013 zal gekeken worden of noodaggregaat daadwerkelijk vervangen moet worden. IG0093 Plotter / scanner In 2012 zal gekeken worden of Plotter/scanner nog noodzakelijk is. IG0094 Civision Makelaar Wordt verder in september 2012 afgemaakt. IG0053 Vervanging auto groenploeg I Krediet wordt in 2013 gebruikt voor aanpassing wagenpark afgestemd op gewijzigde organisatie / taken van de Buitendienst. IG0054 Vervanging auto groenploeg II Krediet wordt in 2013 gebruikt voor aanpassing wagenpark afgestemd op gewijzigde organisatie / taken van de Buitendienst. IG0078 Vervanging Mazda Krediet wordt in 2013 gebruikt voor aanpassing wagenpark afgestemd op gewijzigde organisatie / taken van uitvoering. IG0079 Vervanging VW Polo Krediet wordt in 2012 gebruikt voor aanpassing wagenpark afgestemd op gewijzigde organisatie / taken van uitvoering ( buitendienst). IG0081 Huisvesting fusie aanpassingen Het krediet is bestemd om de ruimtelijke procedure te volgen voor het permanent bestemmen van de uitbreiding van het gemeentehuis. Ook wordt dit krediet gebruikt t.b.v. het huisvestingsonderzoek. Tevens wordt het krediet aangewend voor de doorbelasing van kostenplaatsen (interne uren).

178 Raadsvergadering : 10 september 2012 Agendapunt : 9 Registratienummer : Portefeuillehouder(s) : A.G.M. Kea Opsteller : K.H. de Jong kjong@kaagenbraassem.nl Telefoon : (071) Onderwerp: Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Kaag Beslispunten: De Nota van Uitgangspunten periodieke herziening bestemmingsplan Kaag vaststellen met als voornaamste uitgangspunten: 1. bestemmingsplan afstemmen op actueel beleid (waaronder MRSV); 2. keuze voor conserverend bestemmingsplan met waar nodig flexibiliteit; 3. voor bekende initiatieven per geval beoordelen of de ontwikkeling meegenomen kan worden in de herziening van het bestemmingsplan; 4. bewoners en bedrijven betrekken bij het opstellen van het bestemmingsplan. Publiekssamenvatting In de Nota van Uitgangspunten zijn de inhoudelijke hoofdlijnen beschreven voor de herziening van het bestemmingsplan Kaag. Deze geven richting bij het opstellen van de planregels en de plankaart van het bestemmingsplan. Inleiding Het huidige bestemmingsplan Kaag is door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Alkemade vastgesteld op 30 oktober Gedeputeerde Staten hebben op onderdelen van dit plan op 17 juni 2003 goedkeuring onthouden. Omdat er beroep en verzet is ingesteld tegen het goedgekeurde bestemmingsplan is het plan pas op 15 maart 2004 onherroepelijk geworden. Dit houdt in dat voor 15 maart 2014 voor het plangebied een nieuw bestemmingsplan vastgesteld moet worden. De doorlooptijd van een bestemmingsplanherziening is ongeveer anderhalf jaar. Gezien de uiterste vaststellingsdatum van 15 maart 2014 verdient het aanbeveling nu reeds een aanvang te maken met de bestemmingsplanprocedure. Voorliggende Nota van Uitgangspunten beschrijft de inhoudelijke hoofdlijnen van de deze herziening. Beoogd resultaat In hoofdlijnen de inhoudelijke uitgangspunten voor het bestemmingsplan Kaag vaststellen. Kader Wro, Startnotitie, MRSV. Argumenten Vanuit de Wro en de Wabo wordt aangestuurd op een herziening van het huidige bestemmingsplan. Gezien de genoemde uiterste vaststellingsdatum van maart 2014 is er voor Rv NvU bestemmingsplan Kaag 10 september 2012 Pagina 1 van 2

179 gekozen nu reeds het herzieningstraject in te zetten, zoals tevens vermeld in de planning die is opgenomen in voorliggende Nota van Uitgangspunten. Om een toekomstbestendig plan te realiseren zal het aankomende bestemmingsplan Kaag voor het overgrote deel worden opgesteld in een gedetailleerde bestemmingsplanvorm. Deze vorm heeft een consoliderende insteek en geeft een duidelijke beschrijving van de bouw- en gebruiksmogelijkheden die op het betreffende perceel worden geboden. Zodoende wordt de ruimtelijke kwaliteit behouden. Waar nodig worden ontwikkelingsmogelijkheden opgenomen in het bestemmingsplan. Voor de locatie van de scheepswerf van Van Lent (en voor enkele andere reeds bekende initiatieven) wordt op het moment bekeken of de voorliggende uitbreidingsinitiatieven wenselijk zijn en of deze meegenomen kunnen worden in de periodieke bestemmingsplanherziening. Daarnaast zullen onvolkomenheden uit het vorige bestemmingsplan worden hersteld. Op hoofdlijnen worden in het aankomende bestemmingsplan de plangrenzen overgenomen van het huidige bestemmingsplan Kaag. Enige afwijking die wordt voorgesteld is het loskoppelen van het agrarisch bedrijf op het adres Nassaulaan 22. Deze locatie zal meegenomen worden in het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West. In december 2011 is door uw raad de MRSV vastgesteld. Dit document stuurt aan op een reeks ontwikkelingen. Aan de hand hiervan zijn inhoudelijk de volgende hoofdlijnen in voorliggende Nota van Uitgangspunten opgenomen: - Kaag als groenkern: Er is een kwalitatieve verbetering van het woningaanbod gewenst. Zowel de marktsituatie als de situatie op het eiland verzetten zich tegen grootschalige uitbreidingen van het woningareaal. Voor wat betreft commerciële en maatschappelijke voorzieningen binnen de kern wordt gestreefd naar behoud van het huidige aanbod. - Benutten van recreatieve kansen. Voor de kern Kaag liggen er kansen om zich recreatief te ontwikkelen. De MRSV wijst de oevers van de Kagerplassen aan als een zoekgebied voor intensieve oeverrecreatie. Draagvlak Nog niet onderzocht. Financiële consequenties Omdat het een reguliere bestemmingsplanherziening betreft zoals de wet die voorschrijft, zijn de kosten voorzien in de begroting. Communicatie In de Nota van Uitgangspunten wordt in hoofdstuk 4 een voorstel gedaan voor de communicatie gedurende het overige traject. Na vaststelling van de Nota van Uitgangspunten zullen wij zorgen voor een publicatie in het Witte Weekblad en op de gemeentelijke website, waarin wordt aangegeven dat wij voornemens zijn het vigerende bestemmingsplan Kaag te herzien. Realisatie De planning is opgenomen in de bijlage. Roelofarendsveen, 10 september 2012 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting Bijlagen behorend bij het voorstel Nota van Uitgangspunten Planning Rv NvU bestemmingsplan Kaag 10 september 2012 Pagina 2 van 2

180 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 juli 2012; b e s l u i t: de Nota van Uitgangspunten periodieke herziening bestemmingsplan Kaag vast te stellen met als voornaamste uitgangspunten: 1. bestemmingsplan afstemmen op actueel beleid (waaronder MRSV); 2. keuze voor conserverend bestemmingsplan met waar nodig flexibiliteit; 3. voor bekende initiatieven per geval beoordelen of de ontwikkeling meegenomen kan worden in de herziening van het bestemmingsplan; 4. bewoners en bedrijven betrekken bij het opstellen van het bestemmingsplan. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 10 september 2012 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Rb NvU bestemmingsplan Kaag 10 september 2012 Pagina 1 van 1

181 Nota van Uitgangspunten Periodieke herziening bestemmingsplan Kaag Datum: 10 september 2012

182 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 INLEIDING Aanleiding Doel Leeswijzer 4 2 BELEIDSKADER EN KEUZES Rijksbeleid: Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) Provinciaal beleid: Visie op Zuid-Holland Waterbeleid: Hoogheemraadschap van Rijnland Luchthavenindelingbesluit Schiphol(LIB) Gemeentelijk beleid Vigerend bestemmingsplan Maatschappelijk Ruimtelijke Structuurvisie (MRSV) Startnotitie Welstandsnota Afwijkingenbeleid Archeologie Beroep aan huis Insteekhavens Nota Inbreidingslocaties Schepenverordening Coalitieakkoord HET NIEUWE BESTEMMINGSPLAN Het bestemmingsplan op hoofdlijnen Plansystematiek algemeen Keuze plansystematiek voor Kaag Plangrenzen Initiatieven Inhoudelijke aandachtspunten Documenten 16 4 COMMUNICATIE 17 5 FINANCIËN 19 BIJLAGEN 20 Gemeente Kaag en Braassem Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening Kaag Pagina 2 van 20

183 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Het huidige bestemmingsplan Kaag is door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Alkemade vastgesteld op 30 oktober Gedeputeerde Staten heeft op onderdelen van dit plan op 17 juni 2003 goedkeuring onthouden. Omdat er beroep en verzet is ingesteld tegen het goedgekeurde bestemmingsplan is het plan pas op 15 maart 2004 onherroepelijk geworden. Dit houdt in dat voor 15 maart 2014 voor het plangebied een nieuw bestemmingsplan vastgesteld moet worden. Gezien de uiterste vaststellingsdatum van 15 maart 2014 verdient het aanbeveling nu reeds een aanvang te maken met de bestemmingsplanprocedure. De doorlooptijd van een bestemmingsplanherziening zal ongeveer anderhalf jaar bedragen. Het eerste deel van de periode omvat een inventarisatiefase en een voorontwerp en overlegfase. Hierna volgt de formele bestemmingsplanprocedure. Consequentie van het niet tijdig herzien is het niet mogen heffen van leges. Bovendien wordt naarmate een bestemmingsplan ouder is, steeds vaker om afwijkingen verzocht (via omgevingsvergunningen (incl. UPA's) of bestemmingsplannen op aanvraag). Dit is niet alleen vervelend voor de aanvrager, maar vergt ook veel ambtelijke inzet. Tevens is op 12 december 2011 de Maatschappelijk Ruimtelijke Structuurvisie (MRSV) vastgesteld. Hierin wordt het pittoreske karakter van het dorp in combinatie met de recreatieve mogelijkheden die dit biedt op het vlak van recreatie bekrachtigd. 1.2 Doel Het doel van deze Nota van Uitgangspunten (NvU) is het geven van de inhoudelijke hoofdlijnen bij het opstellen van de herziening van het bestemmingsplan Kaag. Hierin wordt een inventarisatie gedaan van alle beleidsdocumenten die betrekking hebben op de herziening. Gebaseerd op deze inventarisatie worden in dit document een aantal beleidsmatige keuzes voorgesteld. Na het vaststellen van deze Nota van Uitgangspunten zullen de beleidsmatige keuzes in de herziening van het bestemmingsplan worden uitgewerkt. Een tweede doel van deze NvU verder uitwerken van de aandachtspunten die worden genoemd in de Startnotitie. De aandachtspunten zullen niet puntsgewijs worden behandeld maar vormen een integraal onderdeel van de tekst van de NvU. Ook de aandachtspunten uit de Startnotitie zullen op deze wijze in het bestemmingsplan verankerd worden. In de herzieningsprocedure worden een aantal tussendocumenten opgesteld die leiden tot het uiteindelijke bestemmingsplan. Het opstellen van deze documenten wordt voor een groot deel gedaan door de gemeente (in samenwerking met een stedenbouwkundig bureau), maar ook burgers en diverse instanties zullen worden betrokken en geraadpleegd. Op deze manier ontstaat een overzichtelijk, integraal en gewogen bestemmingsplan dat voor de aankomende 10 jaar een leidraad kan geven. Gemeente Kaag en Braassem Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening Kaag Pagina 3 van 20

184 1.3 Leeswijzer Allereerst zal er een inventarisatie worden gedaan van alle relevante beleidsstukken. Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van het beleidskader dat speelt bij de bestemmingsplanherziening. Alle voor dit bestemmingsplan relevante beleidsdocumenten op gemeentelijk niveau en van hogere overheden worden in dit hoofdstuk toegelicht. In de uiteindelijke toelichting van het bestemmingsplan zal een volledig beleidsoverzicht worden gegeven. Ook wordt in dit hoofdstuk op basis van de relevante beleidsdocumenten op een aantal terreinen een aantal planspecifiek keuzes geformuleerd. In hoofdstuk 3 wordt de keuze voor het type bestemmingsplan toegelicht. Ook wordt beschreven hoe omgegaan zal worden met de bij de gemeente bekende initiatieven waarover nog geen inhoudelijk oordeel is gegeven. Tot slot worden in hoofdstuk 3 enkele keuzes toegelicht die niet direct voortvloeien uit bestaande beleidsstukken. De communicatie van het bestemmingsplan en het traject om tot dit document te komen vormt een belangrijk onderdeel in het gehele proces. Hoe de communicatie wordt geregeld staat aangegeven in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 worden tot slot kort de financiële consequenties van de bestemmingsplanherziening toegelicht. Inmiddels is op basis van de starnotitie aan drie bureaus een offerteverzoek gedaan. Op grond hiervan is een reële eerste inschatting gedaan. Vervolgens wordt in bijlage I de planning uiteen gezet. In deze planning staan een aantal deelproducten weergegeven, die naderhand worden toegelicht. Gemeente Kaag en Braassem Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening Kaag Pagina 4 van 20

185 2 BELEIDSKADER EN KEUZES 2.1 Rijksbeleid: Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte schetst het kabinet hoe Nederland er in 2040 uit moet zien: concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Het ruimtelijke en mobiliteitsbeleid wordt meer aan provincies en gemeenten overgelaten. Hieronder valt bijvoorbeeld het landschapsbeleid. De Rijksoverheid richt zich op nationale belangen, zoals een goed vestigingsklimaat, een degelijk wegennet en waterveiligheid. Tot 2028 heeft het kabinet in de SVIR 3 Rijksdoelen geformuleerd: de concurrentiekracht vergroten door de ruimtelijk-economische structuur van Nederland te versterken. Dit betekent bijvoorbeeld een aantrekkelijk (internationaal) vestigingsklimaat; de bereikbaarheid verbeteren; zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden. De provincies en gemeenten krijgen in het nieuwe ruimtelijke en mobiliteitsbeleid meer bevoegdheden. Bijvoorbeeld op het gebied van landschappen, verstedelijking en het behoud van groene ruimte. Provincies en gemeenten zijn volgens het kabinet beter op de hoogte van de situatie in de regio en de vraag van bewoners, bedrijven en organisaties. Daardoor kunnen zij beter afwegen wat er in een gebied moet gebeuren. Planspecifiek Dit bestemmingsplan staat geformuleerde doelstellingen niet in de weg en past daarmee binnen het ontwerp van de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. 2.2 Provinciaal beleid: Visie op Zuid-Holland Op 2 juli 2010 zijn de Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda vastgesteld. De Verordening Ruimte is herzien in februari Deze integrale Structuurvisie is als toetsingskader in de plaats gekomen van de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte. In de Provinciale Structuurvisie zijn de keuzes van de provincie over het gebruik van de beschikbare ruimte verwoord. In de provinciale structuurvisie wordt toegelicht dat de provincie inzet op het versterken van het stedelijk netwerk, middels drie pijlers: - Bundeling van verstedelijking, infrastructuur, voorzieningen en economische activiteiten gericht op concentratie en functieafstemming (knopen- en locatiebeleid). - Stedelijke detailhandelstructuur versterken. - Culturele en toeristische voorzieningen versterken (stedelijk). Bebouwingscontouren De provincie kiest ervoor om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren, middels bebouwingscontouren. Binnen de bebouwingscontouren zijn er gebieden waar nog gebouwd kan worden en gebieden waar nog geen ontwikkelingsplannen Gemeente Kaag en Braassem Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening Kaag Pagina 5 van 20

186 voor zijn. Voor de kern Kaag hanteert de provincie voor de netto toevoeging van de woningvoorraad een norm van 50 procent binnen bestaand stads- en dorpsgebied 2010 en 50 procent buiten bestaand bebouwd gebied maar binnen de bebouwingscontour. In de provinciale verordening zijn geen artikelen opgenomen die een uitspraak doen over bebouwing binnen de bebouwingscontour. Verstedelijking buiten deze rode contour is in principe niet toegestaan. Hiermee worden investeringen in de gebouwde omgeving gebundeld, waardoor de kwaliteit van het bebouwde gebied behouden blijft en versterkt wordt. De bebouwingscontour is getrokken om de kern, rekeninghoudende met plannen waar de provincie al mee heeft ingestemd en waarbinnen de woningbouwopgave tot 2020 kan worden geaccommodeerd. De bebouwingscontour om Kaag geeft weinig ruimte voor uitbreidingsmogelijkheden. = Kaag Intensief benutten, meervoudig ruimtegebruik, herstructurering Zuid-Holland wil dat voor alle stedelijke ontwikkelingen het principe geldt: eerst intensiveren van bestaand gebruik, vervolgens nagaan of door herstructureren de beschikbare ruimte in het bestaand bebouwd gebied beter benut kan worden en pas dan uitbreiden. Dit geldt ook buiten het stedelijk netwerk. Intensiveren betekent in de praktijk vaak het combineren van verschillende functies. Dit kan door stapeling of bestaande bebouwing voor meerdere functies geschikt te maken. Herstructurering is een goede methode om functies te herschikken in het kader van intensivering van het stedelijk gebied. In sommige gevallen verandert op kleine schaal het ruimtegebruik, maar herstructurering betreft vooral functiebehoud. Wanneer overwegend sprake is van functieverandering maar deze veranderingen in het ruimtegebruik nog niet volledig duidelijk zijn, is er sprake van een transformatieopgave. Planspecifiek De bebouwingscontouren die zijn opgenomen in het provinciaal beleid vormen een hard kader bij ontwikkelingen in de kernen. De contour komt voort uit de wens van de provincie om bestaand bebouwd gebied te concentreren. Ontwikkelingen in de kernen zullen dus veelal inbreidingen zijn, in plaats van uitbreidingen. De rode contour ligt bij Kaag strak om de bestaande bebouwing en geeft derhalve geen ruimte voor uitleglocaties voor woningen. Op Gemeente Kaag en Braassem Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening Kaag Pagina 6 van 20

187 een enkele plek is mogelijk inbreiding mogelijk, hiervoor wordt verwezen naar het kader van de Nota Inbreidingslocaties. Bij de meest recente herziening van de Verordening Ruimte is ter plaatse van het plangebied op enkele locaties de rode contour enigszins verschoven. 2.3 Waterbeleid: Hoogheemraadschap van Rijnland Water en ruimtelijke ordening zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het plangebied maakt in waterstaatkundig opzicht deel uit van het Hoogheemraadschap van Rijnland, die als waterkwantiteitsbeheerder voor de polderwateren en de boezemwateren optreedt. Om problemen met wateroverlast te voorkomen en om een goede waterkwaliteit te waarborgen in het plangebied hanteert het Hoogheemraadschap de watertoets, vastgelegd in de Handreiking Watertoetsproces bij Rijnland. De hoofdlijnen van het beleid van Hoogheemraadschap zullen worden opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan. Daarnaast zijn er enkele waterkeringen aanwezig in het plangebied van het bestemmingsplan. In het vooroverleg zal met het Hoogheemraadschap van Rijnland worden afgestemd hoe deze waterkeringen moeten worden opgenomen in de plankaart en bijbehorende planregels. 2.4 Luchthavenindelingbesluit Schiphol(LIB) Over een deel van het grondgebied van Kaag loopt de beperkingencontour die wordt opgelegd door Schiphol. Deze kaders zijn vastgelegd in het LIB (2002). Planspecifiek Binnen dit specifieke deel van Kaag wordt op basis van het LIB uitsluitend nieuwbouw van kantoren toegestaan, gezien het karakter van de kern Kaag is dit echter geen voor de hand liggende invulling. De bouw van (extra) woningen in het gebied wordt in principe uitgesloten. Hiervan mag slechts worden afgeweken middels een verklaring van geen bezwaar vanuit het rijk. Tevens ligt over het gehele gebied Kaag vanuit het LIB een hoogtebeperking van 150 meter voor alle bouwwerken. De kern Kaag met gearceerd de beperkende contour vanuit het LIB. Gemeente Kaag en Braassem Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening Kaag Pagina 7 van 20

Wijziging Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland (versie )

Wijziging Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland (versie ) Wijziging Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland (versie 25-05-2012) Artikel Huidige tekst Voorstel Toelichting wijziging Algemeen Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving In deze

Nadere informatie

Datum uitwerkingtreding. 7 e wijziging 6 e wijziging 5 e wijziging 3 e en 4 e wijziging 2 e wijziging Nieuwe regeling. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Datum uitwerkingtreding. 7 e wijziging 6 e wijziging 5 e wijziging 3 e en 4 e wijziging 2 e wijziging Nieuwe regeling. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude

Nadere informatie

GECONSOLIDEERDE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING HOLLAND RIJNLAND INWERKINGTREDING 1 januari 2011

GECONSOLIDEERDE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING HOLLAND RIJNLAND INWERKINGTREDING 1 januari 2011 GECONSOLIDEERDE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING HOLLAND RIJNLAND INWERKINGTREDING 1 januari 2011 Overwegingen en besluit De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 09.0150 Rv. nr.: 09.0150 B&W-besluit d.d.: 1-12-2009 B&W-besluit nr.: 09.1373 Naam programma +onderdeel: Bestuur & Dienstverlening, onderdeel Lokale en regionale samenwerking. Onderwerp:

Nadere informatie

BESLUITENLIJST vergadering van de gemeenteraad gehouden op 14 maart 2011

BESLUITENLIJST vergadering van de gemeenteraad gehouden op 14 maart 2011 BESLUITENLIJST vergadering van de gemeenteraad gehouden op 14 maart 2011 Aanwezig: Dhr. J. Nicolai (SvKB) Mw. M.J. Spaargaren (SvKB) Dhr. H.S. van Rijn (SvKB) Mw. P.C. van der Wereld (SvkB) Dhr. H.J.A.

Nadere informatie

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Emco; gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>;

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Emco; gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>; Het algemeen bestuur van de regeling Emco; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van ; gelet op artikel van de regeling ; besluit: vast te stellen de volgende wijziging

Nadere informatie

Holland. «je RanJ^aJ GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM. Datum: ] 3 J U L OR

Holland. «je RanJ^aJ GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM. Datum: ] 3 J U L OR Holland «je RanJ^aJ GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM M In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout,

Nadere informatie

Beslispunten de vijfde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland vast te stellen.

Beslispunten de vijfde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland vast te stellen. OPENBAAR Adviseur: H.E. Meijer (BBO, tst. 776) Portefeuillehouder: E. van Oortmerssen - Schutte 10.08209 1 ADVIESNOTA Politieke Ronde d.d. n.v.t. Raadsvergadering d.d. 30 september 2010 Voorstel nr. Programma

Nadere informatie

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN De raden, de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Vlissingen, Veere en Middelburg, ieder voor zover zij voor de eigen

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL BUDGETBEHEER INGEVOLGE BESLUIT WONINGGEBONDEN SUBSIDIES VOOR DE REGIO ZEEUWSCH-VLAANDEREN 2006

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL BUDGETBEHEER INGEVOLGE BESLUIT WONINGGEBONDEN SUBSIDIES VOOR DE REGIO ZEEUWSCH-VLAANDEREN 2006 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL BUDGETBEHEER INGEVOLGE BESLUIT WONINGGEBONDEN SUBSIDIES VOOR DE REGIO ZEEUWSCH-VLAANDEREN 2006 Artikel 1 (instelling rechtspersoon) 1. Er is een openbaar lichaam,

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 23 van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland;

gelet op het bepaalde in artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 23 van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland; VERORDENING INZAKE VASTE COMMISSIES VAN ADVIES AAN HET DAGELIJKS BESTUUR (PORTEFEUILLEHOUDERSOVERLEGGEN HOLLAND RIJNLAND) Het Algemeen Bestuur Holland Rijnland; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur;

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Regeling WNO-bedrijven 2000.

Gemeenschappelijke Regeling WNO-bedrijven 2000. Gemeenschappelijke Regeling WNO-bedrijven 2000. De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Nijmegen,

Nadere informatie

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst,

Nadere informatie

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst,

Nadere informatie

Gelet op de artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 19 van de BESLUIT

Gelet op de artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 19 van de BESLUIT Het Algemeen Bestuur van de GGD Brabant Zuidoost, Gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van de GGD Brabant Zuidoost d.d. Gelet op de artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel

Nadere informatie

is een samenwerkingsverband van Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas ISO 9001 ISO OHSAS 18001

is een samenwerkingsverband van Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas ISO 9001 ISO OHSAS 18001 t is een samenwerkingsverband van Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas ISO 9001 ISO 14001 OHSAS 18001 De gemeenschappelijke regeling Waterschapsbedrijf Limburg is een uitgave van

Nadere informatie

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar primair en speciaal onderwijs.

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar primair en speciaal onderwijs. Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar primair en speciaal onderwijs. De raden van de gemeenten Bodegraven, Gouda, Reeuwijk, Waddinxveen en Woerden voor zover zij voor de eigen gemeente

Nadere informatie

Jaar: 2009 Nummer: 65 Besluit: B&W 23 juni 2009 Gemeenteblad REGLEMENT CLIENTENPARTICIPATIE WSW HELMOND 2009

Jaar: 2009 Nummer: 65 Besluit: B&W 23 juni 2009 Gemeenteblad REGLEMENT CLIENTENPARTICIPATIE WSW HELMOND 2009 Jaar: 2009 Nummer: 65 Besluit: B&W 23 juni 2009 Gemeenteblad REGLEMENT CLIENTENPARTICIPATIE WSW HELMOND 2009 Het college van burgemeester en wethouders van Helmond; Collegevoorstel 0955672; Gelet op artikel

Nadere informatie

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar. primair en speciaal onderwijs te Bodegraven, Gouda, Reeuwijk en Waddinxveen.

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar. primair en speciaal onderwijs te Bodegraven, Gouda, Reeuwijk en Waddinxveen. Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar primair en speciaal onderwijs te Bodegraven, Gouda, Reeuwijk en Waddinxveen. De raden van de gemeenten Bodegraven, Gouda, Reeuwijk en Waddinxveen

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe HOOFDSTUK I. INLEIDENDE EN ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. In deze regeling wordt verstaan

Nadere informatie

Verordening bestuurscommissie Inkoop Jeugdhulp Zeeland

Verordening bestuurscommissie Inkoop Jeugdhulp Zeeland - 1 - Verordening bestuurscommissie Inkoop Jeugdhulp Zeeland Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland, gelet op artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke

Nadere informatie

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 7 november 2005, nr. 57;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 7 november 2005, nr. 57; CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR385492_1 31 juli 2018 Verordening op de Rekeningcommissie 2005 Nr. 1.7 DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gelet op artikel 84 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel

Nadere informatie

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR BASISONDERWIJS WEERT

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR BASISONDERWIJS WEERT VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR BASISONDERWIJS WEERT De raad der gemeente Weert; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Weert van 10 februari 2004; overwegende,

Nadere informatie

dat het in het kader van het functioneren van deze regeling gewenst is te komen tot een nauwere samenwerking;

dat het in het kader van het functioneren van deze regeling gewenst is te komen tot een nauwere samenwerking; De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel en Uithoorn, ieder voor zoveel zijn bevoegdheden betreft;

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011.

Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011. Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011. 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 In deze Gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder: a. de regeling: gemeenschappelijke regeling

Nadere informatie

STREEKARCHIEF LANGSTRAAT HEUSDEN ALTENA

STREEKARCHIEF LANGSTRAAT HEUSDEN ALTENA STREEKARCHIEF LANGSTRAAT HEUSDEN ALTENA De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Aalburg, Heusden, Waalwijk, Werkendam en Woudrichem, ieder voor zover hun bevoegdheden betreft, overwegende:

Nadere informatie

De dagelijkse besturen van de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân,

De dagelijkse besturen van de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân, OPENBAAR LICHAAM OP GROND VAN DE WET GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN De dagelijkse besturen van de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân, overwegende dat 1. de algemene besturen

Nadere informatie

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Fryslân

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Fryslân Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Fryslân gelet op: - artikel 24 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen; - artikel 17 van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio

Nadere informatie

Gemeenschappelijke orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen

Gemeenschappelijke orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen Gemeenschappelijke orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen De raden van de gemeenten De Marne, Eemsmond en Winsum, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn; overwegende dat coördinatie

Nadere informatie

Concept 1.8 d.d GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Concept 1.8 d.d GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Concept 1.8 d.d. 05-06-2015 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING (zoals goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 10 oktober 1989, inclusief de wijzigingen goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van

Nadere informatie

Verordening taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van raadscommissies

Verordening taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van raadscommissies CVDR Officiële uitgave van Waddinxveen. Nr. CVDR60599_1 17 januari 2017 Verordening taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van raadscommissies De gemeenteraad van de gemeente Waddinxveen; gelet

Nadere informatie

verordening op het raadspresidium

verordening op het raadspresidium nummer 1.1.6 regeling verordening op het raadspresidium nr. 1.1.6 de raad van de gemeente Gouda Gelezen het voorstel van het presidium van 28 juni 2014; Gelet op artikel 4 van het Reglement van Orde voor

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015;

gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015; Het college van de gemeente Stadskanaal gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015; gelet op artikel 23 van de gemeenschappelijke

Nadere informatie

dat de Wet gemeenschappelijke regelingen is gewijzigd waardoor de huidige gemeenschappelijke regeling aangepast moet worden;

dat de Wet gemeenschappelijke regelingen is gewijzigd waardoor de huidige gemeenschappelijke regeling aangepast moet worden; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814 Nr. 18359 29 maart 2018 Gemeenschappelijke Regeling West-Brabants Archief De colleges van burgemeester en wethouders van de

Nadere informatie

raadsvoorstel 4. wethouder drs. N. Jonker te benoemen als lid van het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Schadeschap Schiphol.

raadsvoorstel 4. wethouder drs. N. Jonker te benoemen als lid van het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Schadeschap Schiphol. gemeente nieuwkoop afdeling bedrijfsondersteuning raadsvoorstel portefeuillehouder F. Buijserd opgesteld door Geesje Stel / 197 kenmerk/datum 09.0006919 / 23 juni 2009 vergaderdatum raad 16 juli 2009 jaar/nummer

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR389166_1 31 december 2018 Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Nadere informatie

Concept (raads)voorstel tot derde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Hollands Noorden

Concept (raads)voorstel tot derde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Hollands Noorden Concept (raads)voorstel tot derde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Hollands Noorden Het college van burgemeester en wethouders en de raad van de gemeente < gemeentenaam invullen > gelet

Nadere informatie

Instelling bestuurscommissies Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland (SHR); Toestemming ('Verklaring van geen bezwaar'). BESLUITEN

Instelling bestuurscommissies Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland (SHR); Toestemming ('Verklaring van geen bezwaar'). BESLUITEN Behoudens advies van de commissie ROWR Aanbiedingsformulier Onderwerp Instelling bestuurscommissies Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland (SHR); Toestemming ('Verklaring van geen bezwaar'). In te vullen

Nadere informatie

CONCEPT GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

CONCEPT GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Bijlage 1 CONCEPT GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Werkorganisatie (NAAM) Versie 4 (14 april 2009) INHOUD PAGINA VOORAF 3 HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN 4 HOOFDSTUK 2: DOELSTELLING, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Nadere informatie

hebben besloten de Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland te wijzigen.

hebben besloten de Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland te wijzigen. De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle, ieder voor zover voor

Nadere informatie

WIJZIGINGSBESLUIT Gemeenschappelijke regeling WNO-Bedrijven 2000

WIJZIGINGSBESLUIT Gemeenschappelijke regeling WNO-Bedrijven 2000 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Groesbeek. Nr. 115685 3 december 2015 WIJZIGINGSBESLUIT Gemeenschappelijke regeling WNO-Bedrijven 2000 De raad, het college van burgemeester en wethouders en

Nadere informatie

Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap IJsselmonde

Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap IJsselmonde Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap IJsselmonde De raden, respectievelijk de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Hendrik-Ido-Ambacht,

Nadere informatie

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Roermond Nr. 232396 29 december 2017 Verordening behandeling bezwaarschriften Roermond 2018 De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Voorne-Putten

Wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Voorne-Putten STAATSCOURANT 22 Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814 Nr. 74831 december 2017 Wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Voorne-Putten De deelnemers

Nadere informatie

Verordening op het Auditcomité

Verordening op het Auditcomité Verordening op het Auditcomité Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Gennep Officiële naam regeling Verordening op het Auditcomité Citeertitel Verordening auditcomité

Nadere informatie

Openbaar lichaam PlusTeam. Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur

Openbaar lichaam PlusTeam. Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur Openbaar lichaam Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur Het Algemeen bestuur van het openbaar lichaam ; Gelet op artikel 6 derde lid van de Gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam ; Gelet op

Nadere informatie

Overzicht van de wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam Crematoria Twente

Overzicht van de wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam Crematoria Twente Overzicht van de wijzigingen in de Openbaar Lichaam Crematoria Twente Artikelnummer Oude tekst Nieuwe tekst 1, lid 1 De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de in de

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Regeling. Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Gemeenschappelijke Regeling. Samenwerkingsverband Noord-Nederland Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland 1 Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en de commissarissen van de Koning

Nadere informatie

Gemeenschappelijke regeling GGD Brabant-Zuidoost (gewijzigde versie, ter vaststelling in het Algemeen bestuur d.d. 11 maart 2015) HOOFDSTUK I

Gemeenschappelijke regeling GGD Brabant-Zuidoost (gewijzigde versie, ter vaststelling in het Algemeen bestuur d.d. 11 maart 2015) HOOFDSTUK I Gemeenschappelijke regeling GGD Brabant-Zuidoost (gewijzigde versie, ter vaststelling in het Algemeen bestuur d.d. 11 maart 2015) HOOFDSTUK I Algemeen Artikel 1 1. Er is een rechtspersoonlijkheid bezittend

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Verordening op de raadscommissies gemeente Heemstede 2017 De raad van de gemeente Heemstede; gelet op artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet; gezien het advies van de commissie Middelen van 15 februari

Nadere informatie

Tekst huidige regeling Tekst toekomstige regeling Reden tot wijziging Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Tekst huidige regeling Tekst toekomstige regeling Reden tot wijziging Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 1 Toelichting op het voorstel tot 2 e wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. In onderstaande tabel is opgenomen de tekst van de vigerende regeling (kolom

Nadere informatie

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE REGIO TWENTE-NETWERKSTAD. Vastgesteld door de regioraad op 21 maart 2007

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE REGIO TWENTE-NETWERKSTAD. Vastgesteld door de regioraad op 21 maart 2007 VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE REGIO TWENTE-NETWERKSTAD Vastgesteld door de regioraad op 21 maart 2007 Artikel 1 Definities In deze verordening wordt verstaan onder: a. regioraad: het algemeen bestuur van

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING NOORDELIJKE REKENKAMER 2013

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING NOORDELIJKE REKENKAMER 2013 Provinciale Staten van de Provincie Drenthe, Groningen en Fryslân: Gelet op het bepaalde in artikel 79l van de Provinciewet en artikel 40 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen; B E S L U I T E N de

Nadere informatie

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2007 / 108. Naam Gemeenschappelijke regeling recreatieschap Veluwe (2007) Publicatiedatum 22 augustus 2007

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2007 / 108. Naam Gemeenschappelijke regeling recreatieschap Veluwe (2007) Publicatiedatum 22 augustus 2007 Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2007 / 108 Naam Gemeenschappelijke regeling recreatieschap Veluwe (2007) Publicatiedatum 22 augustus 2007 Opmerkingen - Toetreding (onder gelijktijdige opheffing

Nadere informatie

Besluit vast te stellen de:

Besluit vast te stellen de: VERORDENING AUDITCOMMISSIE GEMEENTE WEERT De raad van de gemeente Weert, Gelezen het voorstel van het college d.d. 20 januari 2015, gelet op de artikelen 84, 147 en 149 van de Gemeentewet; Besluit vast

Nadere informatie

Verordening Adviesraad leerlingenvervoer gemeente Rotterdam Verordening Adviesraad leerlingenvervoer gemeente Rotterdam 2013

Verordening Adviesraad leerlingenvervoer gemeente Rotterdam Verordening Adviesraad leerlingenvervoer gemeente Rotterdam 2013 CVDR Officiële uitgave van Rotterdam. Nr. CVDR256723_2 3 juli 2018 Verordening Adviesraad leerlingenvervoer gemeente Rotterdam 2013 Gemeenteblad 2013 Verordening Adviesraad leerlingenvervoer gemeente Rotterdam

Nadere informatie

Wijziging Gemeenschappelijke regeling Regio Midden-Holland

Wijziging Gemeenschappelijke regeling Regio Midden-Holland STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15891 24 maart 2016 Wijziging Gemeenschappelijke regeling Regio Midden-Holland (zoals goedgekeurd door Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

Gemeenschappelijke regeling volwasseneneducatie Rijnmond

Gemeenschappelijke regeling volwasseneneducatie Rijnmond De raad, respectievelijk het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk; ieder voor wat betreft zijn bevoegdheden; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Verordening op de Auditcommissie gemeente Schinnen 2014

Verordening op de Auditcommissie gemeente Schinnen 2014 CVDR Officiële uitgave van Schinnen. Nr. CVDR347695_1 27 juni 2017 Verordening op de Auditcommissie gemeente Schinnen 2014 DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN Gelezen het voorstel van het presidium van 11-11-2014;

Nadere informatie

gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 49 van de Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal;

gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 49 van de Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal; Het algemeen bestuur van het Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal; gelezen het voorstel van het dageiijks bestuur; gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 49 van de Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio en Gemeentelijke Gezondheidsdienst Limburg-Noord (zoals gewijzigd op 11 maart 2016)

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio en Gemeentelijke Gezondheidsdienst Limburg-Noord (zoals gewijzigd op 11 maart 2016) Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio en Gemeentelijke Gezondheidsdienst Limburg-Noord (zoals gewijzigd op 11 maart 2016) Hoofdstuk I Algemene bepalingen artikel 1: Begripsbepalingen 1. In deze

Nadere informatie

Een uitgebreid audioverslag is te raadplegen via het Raadsinformatiesysteem

Een uitgebreid audioverslag is te raadplegen via het Raadsinformatiesysteem BESLUITENLIJST Politiek Forum 21 september 2015 Aanwezig: Dhr. B.M. Brambach (PRO) Mw. L.C. van Klink (PRO) Dhr. H.S. van der Star (PRO) Dhr. G.C.P. van Emmerik (SvKB) Mw. M.J. Spaargaren (SvKB) Mw. H.H.T.

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering van : 24 januari 2012 Agendanummer : 13 Portefeuillehouder : -- Afdeling Opsteller : Griffie : Griffier Voorstel aan de raad Onderwerp : Besluit instelling werkgeverscommissie

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Regeling voor Sociale Kredietverlening en Schuldhulpverlening in Limburg.

Gemeenschappelijke Regeling voor Sociale Kredietverlening en Schuldhulpverlening in Limburg. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Sittard-Geleen. Nr. 131182 31 december 2015 Gemeenschappelijke Regeling voor Sociale Kredietverlening en Schuldhulpverlening in Limburg. De colleges van burgemeester

Nadere informatie

dat op 1 oktober 2010 de Wet veiligheidsregio s in werking is getreden;

dat op 1 oktober 2010 de Wet veiligheidsregio s in werking is getreden; GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VEILIGHEIDSREGIO TWENTE E08d De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo (O), Hof van

Nadere informatie

Tekst huidige regeling Tekst toekomstige regeling Reden tot wijziging Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Tekst huidige regeling Tekst toekomstige regeling Reden tot wijziging Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 1 Toelichting op het voorstel tot 2 e wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. In onderstaande tabel is opgenomen de tekst van de vigerende regeling (kolom

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Gemeenschappelijke regeling Reestmond Pagina 1 Overwegende, dat ten gevolge van de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke

Nadere informatie

Concept voorstel wijziging gemeenschappelijke regeling Servicedienst Midden Nederland in :

Concept voorstel wijziging gemeenschappelijke regeling Servicedienst Midden Nederland in : Concept voorstel wijziging gemeenschappelijke regeling Servicedienst Midden Nederland in : GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SERVICEBUREAU GEMEENTEN De colleges van burgemeester en wethouders, van de gemeenten:

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING OMNIBUZZ

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING OMNIBUZZ GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING OMNIBUZZ Gemeenschappelijke regeling Omnibuzz Tussen de gemeenten Beek, Echt-Susteren, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Meerssen, Schinnen, Sittard-Geleen, Stein, Vaals en

Nadere informatie

wijziging Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken

wijziging Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken Wijzigingsbesluit 2 e wijziging Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, de raden, respectievelijk de colleges

Nadere informatie

Reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland Reglement van orde voor de vergaderingen van het van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit reglement wordt verstaan onder: - de

Nadere informatie

2015/20372 Betreft Voorstel tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Schadeschap luchthaven Schiphol

2015/20372 Betreft Voorstel tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Schadeschap luchthaven Schiphol Schadeschap a v e n Schiphol Voo r Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG HOOFDDORP Datum: 0 6 JAN 2015 Nummer: Afschrift aan: - a-^uj Postbus

Nadere informatie

Samenvatting De verordening van de auditcommissie dient op enkele punten te worden aangepast.

Samenvatting De verordening van de auditcommissie dient op enkele punten te worden aangepast. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 20 december 2017 / 124 /2017 Fatale termijn: besluitvorming vóór: N.v.t. Onderwerp Actualiseren verordening auditcommissie Programma Portefeuillehouder Voorstel

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011

Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011 Bijlage 1 Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011 De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst,

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SERVICEPUNT71

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SERVICEPUNT71 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SERVICEPUNT71 Versie: vaststelling AB 9 juli 2015 1 Inhoud Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen... 3 Hoofdstuk 2 De bedrijfsvoeringsorganisatie... 3 Hoofdstuk 3 Belangen, taken en

Nadere informatie

De gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Zuidwestelijke Delta wordt als volgt gewijzigd:

De gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Zuidwestelijke Delta wordt als volgt gewijzigd: Wijzigingsbesluit 2 e wijziging Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Zuidwestelijke Delta Provinciale Staten en gedeputeerde staten van de provincies Zuid-Holland en Zeeland, de raden,

Nadere informatie

b e s l u i t e n : Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Hoofdstuk 2 Bestuur

b e s l u i t e n : Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Hoofdstuk 2 Bestuur Gemeenschappelijke regeling stadsgewestelijke brandweer De raden, de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Vlissingen en Middelburg, ieder voor zover zij voor de eigen gemeenten bevoegd

Nadere informatie

15 oktober n.v.t. burgemeester A.G.J. Strien

15 oktober n.v.t. burgemeester A.G.J. Strien Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 15 oktober 2018 12 n.v.t. burgemeester A.G.J. Strien Zaaknummer 4411-2018 Datum B&W-besluit

Nadere informatie

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. Algemene toelichting In 2007 is de Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. herzien vanwege onder meer een door de gemeente

Nadere informatie

Toelichting op gemeenschappelijke regeling

Toelichting op gemeenschappelijke regeling Toelichting op gemeenschappelijke regeling Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Algemene bepalingen Dit artikel bevat enkele begripsbepalingen die in de gemeenschappelijke regeling gehanteerd worden.

Nadere informatie

Gemeenschappelijk orgaan

Gemeenschappelijk orgaan Regeling Gemeenschappelijk Orgaan Intergemeentelijke Stichting Openbaar Basisonderwijs (gewijzigde versie, vastgesteld op 26 juni 2007) Deze regeling kan worden aangehaald als regeling voor de ISOB-raad

Nadere informatie

Nr. Onderwerp I II III IV V

Nr. Onderwerp I II III IV V Hieronder treft u de lijst van ingekomen stukken voor de periode 16 juni 2010 t/m 24 augustus 2010. Legenda: I Voor kennisgeving aannemen II Overdragen aan het college van B&W voor beantwoording III Het

Nadere informatie

Verordening op de controle commissie en de commissie van voorbereiding van Provinciale Staten

Verordening op de controle commissie en de commissie van voorbereiding van Provinciale Staten PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005/ 84 Provinciale Staten van Limburg maken ter voldoening aan het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 18 november

Nadere informatie

1 Conceptbesluitenlijst Portefeuillehoudersoverleg Economische zaken d.d. 21 september 2011

1 Conceptbesluitenlijst Portefeuillehoudersoverleg Economische zaken d.d. 21 september 2011 CONCEPTBESLUITENLIJST (versie 3.0) Vergadering portefeuillehoudersoverleg Economische Zaken d.d. 21 september 2011 Aanwezig: gemeente Alphen aan den Rijn: de heer T. Hoekstra gemeente Rijnwoude: de heer

Nadere informatie

Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Regionale dienst openbare gezondheidszorg Hollands Midden;

Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Regionale dienst openbare gezondheidszorg Hollands Midden; Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Regionale dienst openbare gezondheidszorg Hollands Midden; Overwegende dat de belangen van de openbare gezondheidszorg en van de volksgezondheid in een aantal

Nadere informatie

Artikel 4. Samenstelling De colleges van de deelnemende gemeenten wijzen elk twee leden aan voor het Algemeen Bestuur.

Artikel 4. Samenstelling De colleges van de deelnemende gemeenten wijzen elk twee leden aan voor het Algemeen Bestuur. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22585 29 april 2016 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REESTMOND HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN REGELING Overwegende, dat ten

Nadere informatie

UJ overwegende dat, < O omgevingsrecht wensen samen te werken;

UJ overwegende dat, < O omgevingsrecht wensen samen te werken; GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONALE MILIEUDIENST WEST-BRABANT REGIONALE MILIEUDIENST WEST-BRABANT De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten: Bergen op

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT Medezeggenschapsreglement van Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Rotterdam ( het samenwerkingsverband ). Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

OVERWEGENDE GELET OP. de Wet veiligheidsregio s, de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet; BESLUITEN

OVERWEGENDE GELET OP. de Wet veiligheidsregio s, de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet; BESLUITEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VEILIGHEIDSREGIO TWENTE De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo (O), Hof van Twente,

Nadere informatie

1. Onderwerp Jaarstukken 2013 van Holland Rijnland

1. Onderwerp Jaarstukken 2013 van Holland Rijnland In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten

Nadere informatie

1. Onderwerp Jaarstukken 2014 van Holland Rijnland

1. Onderwerp Jaarstukken 2014 van Holland Rijnland In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude

Nadere informatie

Gemeenschappelijke regeling GGD Brabant-Zuidoost

Gemeenschappelijke regeling GGD Brabant-Zuidoost Gemeenschappelijke regeling GGD Brabant-Zuidoost HOOFDSTUK I Algemeen Artikel 1 1. Er is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam, genaamd GGD Brabant-Zuidoost. 2. De GGD Brabant-Zuidoost is

Nadere informatie

De voorzitter van de raad van de gemeente Terschelling roept de leden van de raad op tot het houden van een openbare vergadering op:

De voorzitter van de raad van de gemeente Terschelling roept de leden van de raad op tot het houden van een openbare vergadering op: Agenda Raad De voorzitter van de raad van de gemeente Terschelling roept de leden van de raad op tot het houden van een openbare vergadering op: Dinsdag 22 december 2015, aanvang 19.30 uur in de raadzaal

Nadere informatie

Verordening op de bestuurscommissie Bureau Onderwijs en Arbeidsmarkt

Verordening op de bestuurscommissie Bureau Onderwijs en Arbeidsmarkt Bijlage 3 Verordening op de bestuurscommissie Bureau Onderwijs en Arbeidsmarkt Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst & Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden;

Nadere informatie

Reglement van het Verantwoordingsorgaan

Reglement van het Verantwoordingsorgaan Reglement van het Verantwoordingsorgaan Per 3 december 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk I Algemene bepalingen 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Voorzitter en plaatsvervangend voorzitter 4 Artikel 3

Nadere informatie

"Verordening Burger en Cliëntenparticipatie gemeente Voerendaal".

Verordening Burger en Cliëntenparticipatie gemeente Voerendaal. De raad van de gemeente Voerendaal gelet op artikel 2.1.3. lid 3 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en met inachtneming van artikelen 84 en 150 van de Gemeentewet; B e s l u i t: vast te stellen

Nadere informatie

Matrix Gemeenschappelijke Regeling ReinUnie 2010 (eerste wijziging)

Matrix Gemeenschappelijke Regeling ReinUnie 2010 (eerste wijziging) Gemeenschappelijke regeling ReinUnie 2010 Gemeenschappelijke Regeling ReinUnie 2010 (eerste wijziging) toelichting Hoofdstuk I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

HOOFDSTUK I BEGRIPS- EN INTERPRETATIEBEPALINGEN

HOOFDSTUK I BEGRIPS- EN INTERPRETATIEBEPALINGEN STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 25672 17 mei 2016 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING RECREATIESCHAP DRENTHE HOOFDSTUK I BEGRIPS- EN INTERPRETATIEBEPALINGEN Artikel

Nadere informatie

Verordening Adviescommissie Bezwaarschriften Baanbrekers

Verordening Adviescommissie Bezwaarschriften Baanbrekers Verordening Adviescommissie Bezwaarschriften Baanbrekers 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVING... 3 HOOFDSTUK 2 SAMENSTELLING VAN DE COMMISSIE... 4 HOOFDSTUK 3 ZITTINGSDUUR... 4 HOOFDSTUK 4 BENOEMING...

Nadere informatie

verordening op het onderzoeksrecht van de raad

verordening op het onderzoeksrecht van de raad verordening op het onderzoeksrecht van de raad Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de

Nadere informatie