Telefoon Referentie Blad 1 van 27

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Telefoon 055-538 22 22. Referentie 1301-1301. Blad 1 van 27"

Transcriptie

1 TBI Infra B.V. Landdrostlaan GM Apeldoorn Postbus HD Apeldoorn Telefoon Fax Energie en CO2: Energiemanagement programma Het structureel verbeteren van de energiehuishouding en het verminderen van de CO2 uitstoot Blad 1 van 27

2 2 van v 27 e Versiebeheer Versie Datum Status Omschrijving Definitief Definitief Definitief Definitef Definitief Definitief Update voortschrijdend inzicht Jaarlijkse evaluatie 2012 Jaarlijkse evaluatie 2013 Jaarlijkse evaluatie Toevoeging Timmermans & Servicis

3 3 van 27 Inhoud 1 Inleiding NEN-EN-ISO Actualisatie 5 2 PLAN: Energiebeoordeling Organisatorische grens Energie audit Energie review Carbon Footprint Energie Prestatie Indicatoren 10 3 DO: Energiereductie Reductiekansen en maatregelen Reductiedoelstelling en beleid Actieplan Akkoord directie Implementatie 13 4 CHECK: Monitoren en meten Monitoren maatregelen en constateren afwijkingen Controle verwachtingen Corrigerende maatregelen Preventieve maatregelen 15 5 ACT: Evaluatie Evaluatie maatregelen Evaluatie proces Managementreview 16 6 BORGING: kwaliteitsmanagement Kwaliteitsborging Taakverdeling en verantwoordelijken Documentbeheer Communicatie 19 Bijlage A: Begrippenlijst 20 Bijlage B: Procedure Energie en CO2 21 Bijlage C: Conversiefactoren Energie 22 Bijlage D: Conversiefactoren CO 2 24 Bijlage E: tabel 27

4 4 van v 27 e 1 Inleiding Deze rapportage beschrijft het energiemanagementprogramma (EMO) van v TBI Infra en is gebaseerd op de NEN-EN-ISO 50001:2011. De verwijzing naar dee norm geeft een referentiekader, maar vereist in het kader van de CO 2 Prestatieladd er geen volledige implementatie van dit management systeem (zie bijlage E voor een refe- van rentietabel). Energiemanagementt geeft invulling aan de structurele verbetering de energie-efficiëntie. Uiteindelijk draagt energiemanagement op organisatieniveau bij tot een beperking van de energiebehoefte en de vermindering van dee CO 2 uitintegrale stoot. Het energiemanagementprogramma maakt onderdeel uit van het managementsysteemm van TBI Infra en heeft betrekking op alle activiteiten van TBI Infra. Het energiemanagementprogramma komt voort uit de door het hoger management onderschreven beleidsverklaring voor v energiemanagement. Deze verklaring weer- energie- spiegeld de ambitie van TBI Infra om continu tee streven naar een optimale efficiënte en minimale CO 2 emissie. Door middel van deze rapportage wil w TBI Infra weergeven hoe gestelde doelen ten aanzien van energiebeleid geïmplementeerd, gemonitord en geëvalueerd worden. TBI Infra heeft energiemanagement opgenomen in haar managementsystemen. Het processchema voor energiemanagement zoalss TBI Infra dit hanteert is opgenomen o in bijlage B. 1.1 NEN-EN-ISO Deze rapportage is gebaseerd op de Europesee Norm NEN-EN-ISO versie november n 50001:2011 Energiemanagementsystemen Eisen met gebruiksrichtlijnen, Deze internationale norm specificeert eisen voor het inrichten, implemente- ren, onderhouden en verbeteren van v een energiemanagementsysteem. Zo n syscontinue teem helpt de organisatie een systematische benadering te volgen voor verbetering van de energieprestaties, met inbegrip van energie-efficiency, energiegebruik en -verbruik. Volledige implementatie van de NEN-EN-ISO De norm is gebaseerd op de plan-do-check-act (PDCA) cyclus die ook als structuur zal wordenn gebruikt voor dit energiemanagementpro- gramma. De PDCA cyclus komt oorspronkelijk k is in het kader van de CO 2 Prestatieladderr niet noodzakelijk. uit de cirkel van Deming. Het cyclische ka- (vandaar de cirkel) continu onder de aandacht t rakter garandeert dat de kwaliteitsverbetering is. Vaak word aan de figuur een wig toege- ofwel het minimum kwaliteitsniveau dat een voegd die de kwaliteitsborging symboliseert, bedrijf op zeker moment wil halen. 1 Met de introductie van de CO2 Prestatieladder 2.0 is de EN16001:2009 vervangen door de ISO50001:2011.

5 5 van 27 Met betrekking tot energiemanagement kan de PDCA-benadering als volgt worden weergegeven: Plan: voer een energiebeoordeling uit en stel een referentie vast, evenals prestatie-indicatoren voor energie, doelstellingen, taakstellingen en actieplannen die nodig zijn om resultaten te behalen waarmee de energieprestaties worden verbeterd overeenkomstig het energiebeleid van de organisatie; Do: implementeer de actieplannen voor energiemanagement; Check: het monitoren en meten van processen en essentiële kenmerken van bewerkingen die de energieprestaties bepalen ten opzichte van het energiebeleid en de energiedoelstellingen, alsmede het rapporteren van de resultaten; Act: maatregelen treffen voor continue verbetering van de energieprestaties en het energiemanagementsysteem. In de ISO norm is bovenstaand uitgewerkt tot een model voor een goed functionerend energiemanagementsysteem. Deze is in de onderstaande figuur weergegeven. Figuur 1: model van een erngiemanagementsysteem conform de NEN-EN-ISO norm. 1.2 Actualisatie TBI Infra zal haar energiemanagementprogramma jaarlijks controleren of deze nog actueel is en aanpassen naar veranderende inzichten. Dit zal gedaan worden door een jaarlijkse procesevaluatie in het eerste kwartaal. Indien noodzakelijk zal het energiemanagementprogramma herzien worden. Dit hoofdstuk heeft betrekking op onderdeel 4 van het processchema (zie bijlage A).

6 6 van 27 2 PLAN: Energiebeoordeling De eerste stap om tot efficiënt energiemanagement te komen is het regelmatig in beeld brengen van de energiestromen binnen de organisatie, het analyseren van het energieverbruik en het vaststellen van de CO 2 uitstoot (de Carbon Footprint). Het kennen van waar, op welke wijze en hoeveel energie verbruikt wordt, vormt de basis om tot effectieve reductiemaatregelen te komen. Hierbij is het niet alleen van belang om naar het huidige energieverbruik en emissie te kijken maar ook naar het verbruik in het verleden en de verwachting voor de toekomst. Wanneer het energieverbruik betrouwbaar in beeld gebracht is kan onderzocht worden waar mogelijk energiebesparingen te behalen zijn en wat reële reductiedoelstellingen zijn. Dit hoofdstuk heeft betrekking op onderdeel 1 van het processchema (zie bijlage B). 2.1 Organisatorische grens TBI Infra voert de energiebeoordeling uit voor de bedrijven die binnen haar organisatorische grens (organizational boundary) vallen. Deze organisatorisch grens wordt ieder jaar vastgesteld en dient zodanig gekozen te zijn dat er zich geen C- aanbieders onder de A-aanbieders bevinden. Dit wordt gedaan door voor ieder bedrijf een ABC analyse uit te voeren over de inkoopomzetten conform de laterale methode uit bijlage B van het handboek van de CO 2 Prestatieladder (versie 2.1). De resultaten worden verwerkt in een losse, niet-openbare, rapportage. De uitkomsten worden wel openbaar gerapporteerd in de voortgangsrapportages. 2.2 Energie audit Een energie audit is een milieu audit met de focus op de energieaspecten van het bedrijf. TBI Infra heeft voor haar vestigingen een actueel energieaudit verslag beschikbaar. Indien noodzakelijk, bijvoorbeeld door wijzigingen in de huisvesting, faciliteiten, apparatuur, systemen of processen, óf ten minste één maal per 5 jaar zal de energieaudit geactualiseerd worden. 2.3 Energie review Het bijhouden en analyseren van het energieverbruik is essentieel bij het monitoren van reductiemaatregelen om hun effectiviteit te bepalen en indien nodig maatregelen te treffen om bij te sturen. De ondernemingen van TBI Infra brengen hun energieverbruik halfjaarlijks en individueel in beeld Energiestromen De eerste stap om inzicht te krijgen in het energieverbruik (scope 1 en 2) is het analyseren van de energiestromen. TBI Infra verbruikt op drie locaties energie: op haar vestigingen, op haar projecten en door transportmiddelen. Per locatie wordt het energieverbruik in beeld gebracht. Onderstaand overzicht biedt een schematisch overzicht van de energiestromen binnen TBI Infra. Dit overzicht wordt ieder halfjaar gecontroleerd worden op juistheid.

7 7 van 27 TBI Infra Vestigingen Projecten Transport Elektriciteit Elektriciteit Brandstof Brandstoffen Brandstoffen Vliegtuigkm Stadsverwarming Figuur 2: Energiestromen TBI Infra Registratie energieverbruik Iedere locatie vraagt om een eigen aanpak voor het registreren van het energieverbruik. TBI Infra verzamelt informatie over energieverbruik zoveel als mogelijk aan de bron (decentraal). Door de registratie dicht bij de verbruiksplaats en met betrokken personen te organiseren ontstaat een juist en volledig beeld van het daadwerkelijke energieverbruik. In de volgende drie paragraven staat in het kort beschreven hoe registratie door TBI Infra plaats vindt per locatie Registratie vestigingen Het registeren van het energieverbruik voor vestigingen gebeurt door de duurzaamheidcoördinator van de betrokken TBI Infra onderneming. Omdat het slechts om drie vestigingen gaat zijn de energiestromen overzichtelijk en eenvoudig te verzamelen en goed te registeren. Er is voor de vestigingen geen speciaal registratiesysteem noodzakelijk Registratie projecten Het registreren van het energieverbruik voor projecten is alleen voor Mobilis van toepassing. Voorbij Funderingstechniek (VFT), Voorbij Prefab Beton (VPB), Timmermans en Servicis zijn altijd als onderaannemer op projecten aanwezig waardoor het energieverbruik niet aan hen wordt toegerekend. Projectmedewerkers hebben vaak een goed beeld van waar en hoeveel energie er op een project verbruikt wordt. Om het energieverbruik door projecten van Mobilis op een gestructureerde manier te rapporteren en efficiënt te verwerken wordt er gebruik gemaakt van een handleiding en invulformulier: Registratie energieverbruik projecten. Deze wordt periodiek geëvalueerd Registratie transport Het registreren van het energieverbruik voor Transport door TBI Infra bestaat uit het leasewagenpark, de privé auto s die zakelijk gebruikt worden, vrachtwagentransporten en vliegtuiggebruik. Het verbruik van de leaseauto s wordt middels tankpassen bijgehouden door de leasemaatschappij waarmee TBI Infra werkt: Athlon. Op verzoek verschaft deze een duidelijk overzicht met brandstofverbruik en gereden kilometers. De kilometers gereden met privé auto s en vrachtwagen worden reeds geregistreerd in een registratiesysteem. De wagenparkbeheerders maken hier heldere overzichten van. Voor transport is daarom geen aanvullend registratiesysteem noodzakelijk.

8 8 van Verwerken data Het verwerken en verzamelen van energieverbruiksgegevens gebeurt centraal door de duurzaamheidcoördinatoren van de TBI Infra ondernemingen. Met de verkregen data wordt het energieverbruik (zie paragraaf 2.2.5) van TBI Infra en de afzonderlijke ondernemingen bepaald. Middels steekproefsgewijze controles bij binnenkomst van gegevens wordt nagaan of de decentraal verzamelde energieverbruiksgegevens juist en volledig zijn. Deze controles worden uitgevoerd door de duurzaamheidcoördinatoren. Onregelmatigheden worden met de betrokken werknemers besproken en waar nodig aangepast. Ten minste wordt er gekeken of de verkregen data aansluit bij verwachtingen uit het verleden. Om de kwaliteit te borgen worden nog diverse andere maatregelen genomen (zie hoofdstuk 7) Vaststellen energieverbruik TBI Infra berekent aan de hand van de verkregen verbruiksgegevens twee maal per jaar het energieverbruik voor TBI Infra en de afzonderlijke ondernemingen. Conversiefactoren worden gebruikt om het energieverbruik te berekenen, uitgedrukt in GigaJoule. Voor het inventariseren en analyseren van het energieverbruik maakt TBI Infra gebruik van een eigen rekenmodel. Dit rekenmodel wordt periodiek geëvalueerd en waar nodig aangepast om tot nauwkeurigere resultaten te komen. Zie Bijlage C: Conversiefactoren Energie 2.4 Carbon Footprint TBI Infra brengt naast haar energieverbruik ook haar Carbon Footprint twee maal per jaar in beeld. Carbon footprint staat synoniem voor CO₂-voetafdruk of CO₂emissie-inventaris: een maat voor de uitstoot van CO₂ als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen in het verkeer, luchtvaart, transport, productie van elektriciteit, verwarming et cetera. De Carbon Footprint wordt bepaald aan de hand van de verzamelde energieverbruiksgegevens Operationele afbakening Bijdragen aan de uitstoot van CO 2 worden in de ISO en het GHG protocol verdeeld in drie scopes: Scope 1 of directe emissies zijn emissies door de eigen organisatie, zoals emissies door eigen gas gebruik (bijv. gas boilers, warmtekrachtinstallaties en ovens) en emissies door het eigen wagenpark. Scope 2 of indirecte emissies zijn emissies die ontstaan door de opwekking van elektriciteit die de organisatie gebruikt, zoals emissies door centrales die deze elektriciteit leveren. SKAO rekent vliegtuiggebruik en zakelijk gebruik van privéauto s tot scope 2. Scope 3 emissies of overige indirecte emissies zijn een gevolg van de activiteiten van het bedrijf (de organisatie) maar komen voort uit bronnen die geen eigendom van het bedrijf zijn noch beheerd worden door het bedrijf. De figuur op de volgende pagina geeft een overzicht van het scopediagram zoals TBI Infra dit hanteert conform de CO 2 prestatieladder zoals opgesteld door SKAO. TBI Infra inventariseert, analyseert en rapporteert haar energieverbruik voor haar scope 1 en 2 emissies conform de ISO norm.

9 9 van 27 Figuur 3: scopediagram CO 2 prestatieladder conform SKAO methodiek. Koudemiddelen maken deel uit van de greenhouse gases en zijn om te rekenen naar CO₂-equivalenten, maar zijn zelf geen CO₂. Vooralsnog is het niet vereist om deze in de Carbon Footprint op te nemen. Omdat de ondernemingen van TBI Infra niet in significante mate gebruik maken van koudemiddelen worden deze niet in de Carbon Footprint berekeningen meegenomen Verwerken data Het verwerken en verzamelen van energieverbruiksgegevens gebeurt centraal door de duurzaamheidcoördinatoren van de TBI Infra ondernemingen. Met de verkregen data wordt de Carbon Footprint (zie paragraaf 2.3.3) van TBI Infra en de afzonderlijke ondernemingen bepaald Vaststellen Carbon Footprint TBI Infra berekent aan de hand van de verkregen verbruiksgegevens twee maal per jaar de CO 2 uitstoot door TBI Infra en de afzonderlijke ondernemingen als gevolg van het energieverbruik. De conversiefactoren van SKAO (zie bijlage C uit het handboek van de CO 2 Prestatieladder, versie 2.1) worden gebruik om de CO 2 uitstoot, uitgedrukt in tonnen (t), te berekenen. Wanneer dit niet mogelijk is zal bij betrokken personen en instanties gezocht worden naar een accurate conversiefactor. Voor het inventariseren en analyseren van de CO 2 uitstoot maakt TBI Infra gebruik van een eigen rekenmodel op basis van het scopediagram (zie paragraaf 2.1.2). Dit rekenmodel wordt periodiek geëvalueerd en waar nodig aangepast om tot nauwkeurigere resultaten te komen. Zie Bijlage D: Conversiefactoren CO 2

10 10 van Rapportage berekeningsgrondslagen TBI Infra stelt jaarlijks een rapportage op met de berekeningsgrondslagen van de Carbon Footprint berekening conform de ISO norm. Deze (niet-openbare) rapportage dient ten minste te voldoen aan de inhoudelijke eisen uit paragraaf volgens deze norm Verificatie TBI Infra laat haar Carbon Footprint jaarlijks verifiëren. De confirmatie aan ISO , consistentie in de analyse en de juistheid en volledigheid van de Carbon Footprint word geborgd door het jaarlijks uitvoeren van externe audits. Verificatie zal worden uitgevoerd met een beperkte mate van zekerheid conform de eisen van de CO2 Prestatieladder en volgens ISO Energie Prestatie Indicatoren TBI Infra monitort en meet haar energieverbruik en CO 2 uitstoot naast de absolute waarden ook middels Energie Prestatie Indicatoren (EnPI s). Hierin wordt de absolute emissie gerelateerd aan een ander bedrijfskenmerk om zodoende trends in de tijd te kunnen volgen. Het absolute energieverbruik en de CO 2 emissie wordt door de ondernemingen van TBI Infra daarom gekoppeld aan een bedrijfskenmerk dat goed aansluit bij de bedrijfsactiviteiten. Dit zijn: Mobilis omzet, uitgedrukt in euro [ ] Voorbij Funderingstechniek productie, uitgedrukt in uren [u] Voorbij Prefab Beton productie, uitgedrukt in kuub beton [m 3 ] Timmermans omzet, uitgedrukt in euro [ ] Servicis omzet, uitgedrukt in euro [ ]

11 11 van 27 3 DO: Energiereductie Door het analyseren en onderkennen waar het meeste energie verbruikt wordt en CO 2 emissie plaatsvindt kunnen gebieden aangewezen worden die het meeste potentie bieden voor reducties. Door het nadrukkelijk benoemen van interessegebieden kunnen reductiemaatregelen gericht en effectief worden benoemd en in de organisatie worden geïmplementeerd. Dit hoofdstuk heeft betrekking op onderdeel 2 van het processchema (zie bijlage B). 3.1 Reductiekansen en maatregelen Voor het onderkennen van mogelijkheden om het energieverbruik te reduceren maakt TBI Infra gebruik van de Trias Energetica (zie figuur). De Trias Energetica is een begrip waarmee de volgorde van drie stappen naar een zo duurzaam mogelijke energievoorziening wordt aangeduid. (1) Beperk de vraag naar energie door toepassen van vraag-beperkende maatregelen. (2) Gebruik zoveel mogelijk duurzame energiebronnen om de energie die nog nodig is op te wekken. (3) Zet efficiënte technieken in om het resterende energieverbruik op te wekken. Figuur 4: trias energetica Reductiekansen Iedere energiereductie kans kan bijdragen aan het verlagen van het energieverbruik en de CO 2 emissie van TBI Infra. Het is vanzelfsprekend dat niet iedere kans daadwerkelijke in de organisatie geïmplementeerd wordt. Voor iedere kans zal een analyse gemaakt worden voordat daadwerkelijk tot implementatie overgegaan zal worden. Een reductiekans wordt een reductiemaatregel wanneer een deze daadwerkelijk in de organisatie geïmplementeerd wordt Reductiemaatregelen TBI Infra neemt reductiemaatregelen om het energieverbruik en CO 2 uitstoot voor te reduceren. De aandacht richt zich daarbij in eerste instantie op de meest significante energieaspecten zoals die in hoofdstuk 3 zijn geïdentificeerd. De maatregelen zijn afgestemd met de directies van TBI Infra en zijn de reële reductiekansen en maatregelen die de komende jaren door TBI Infra geïmplementeerd gaan worden.

12 12 van Milieu Maatregelen Register TBI Infra houdt alle energiereductie kansen bij in het Milieu Maatregelen Register (MMR). Deze lijst is niet uitputtend en zal aangevuld worden wanneer een nieuwe kansen zich aandienen. Het MMR is onderdeel van het energiemanagementprogramma. Per kans is in het register aangegeven of er reeds een dossier voor aangemaakt is en of de kans geïmplementeerd is. Iedere onderneming houd dit voor zichtzelf bij en actualiseert deze periodiek. 3.2 Reductiedoelstelling en beleid TBI Infra stelt periodiek een energiebeleid op voor een vooraf vastgestelde tijdsperiode. Het opstellen van een energiebeleid maakt deel uit van het energiemanagementprogramma. Het energiebeleid reflecteert het commitment van het hoger management van TBI Infra aan het belang van energiereductie en het continue streven naar betere energieprestaties. Dit hoofdstuk heeft betrekking op onderdeel 3 van het processchema (zie bijlage B) Reductiedoelstelling Reductiedoelstellingen zijn gebaseerd op concrete reductiekansen. Per kans is (indien dit mogelijk is) aangegeven wat de verwachte reductie is. Door het analyseren van alle reductiekansen ontstaat een beeld van de mogelijke totale reductie. TBI Infra stelt periodiek energiereductie doelstellingen vast (scope 1, scope 2 en totale reductie) voor een vooraf vastgestelde tijdsperiode. Dit word gedaan aan de hand van reductiekansen die mogelijk in de organisatie geïmplementeerd worden. Reductiedoelstellingen moeten ambitieus zijn, SMART te zijn geformuleerd en tevens betrekking hebben op de projecten. De reductiedoelstellingen worden periodiek geëvalueerd en wanneer nodig bijgesteld Basis- of referentiejaar Analyses van het energieverbruik en reductiedoelstellingen worden afgezet tegen een vastgesteld basis- of referentiejaar. Het basis- of referentiejaar wordt per TBI Infra onderneming vastgelegd in het actieplan en/of beleidsverklaring Onderschrijving door hoger management Het reductiebeleid wordt opgesteld als publiekelijk beschikbare verklaring door TBI Infra ondernemingen. Het energiebeleid, als onderdeel van het actieplan en/of beleidsverklaring, zal onderschreven worden door het hoger management van TBI Infra. Onder hoger management wordt in dit kader verstaan: Jan de Jong, Directeur Mobilis Carlo van Klarenbosch, Directeur VFT Jos Mulkens, Directeur VPB Jos Timmermanss, Directeur Timmermans Kees de Jong, Directeur Servicis De beleidsverklaringen van de TBI Infra ondernemingen zijn te vinden op de bedrijfswebsites.

13 13 van Actieplan Om richting te geven aan energie- en CO 2 -reductie voor een vastgestelde periode stelt TBI Infra een actieplan op. Het actieplan dient tenminste te bevatten: Een lijst met energie en CO 2 -reducerende maatregelen voor het bedrijf; Een kwantitatieve indicatie op bedrijfsniveau van de beoogde bijdrage aan het behalen van de doelstelling. Een overzicht van verantwoordelijken per maatregel Doelstellingen en taakstellingen voor vastgestelde periode. Dit hoofdstuk heeft betrekking op onderdeel 6 van het processchema (zie bijlage B) Projectplan Per project waarop CO 2 -regelateerd gunningvoordeel (versie 2.0 of hoger) is verkregen zal een CO 2 -projectplan gemaakt worden. Het CO 2 -projectplan dient tenminste te bevatten: De maatregelen die op het project toegepast worden. Het geplande moment waarop de maatregelen toegepast worden. De maatregelen voor het project zijn duidelijk afgeleid van de kwantitatieve doelstelling en maatregelen op bedrijfsniveau. Deze kunnen van technische aard zijn en/of van procesmatige aard. In een bepaald project waarop CO 2 -gerelateerd gunningvoordeel verkregen is, kan een specifieke CO 2 -prestatie en/of maatregel niet aan de orde zijn omdat: De maatregel op bedrijfsniveau niet relevant of relatief duur in dit specifieke project is. Een maatregel wel zou kunnen worden geïmplementeerd maar er (goed onderbouwd) voor gekozen wordt om het niet te doen. 3.4 Akkoord directie Het besluit tot implementatie van energiereductie maatregelen in de organisatie, zoals beschreven in het actieplan, wordt genomen door de directie. Genomen besluiten worden genotuleerd waardoor er commitment bij de directie is. Wanneer het besluit tot implementatie genomen is kan begonnen worden met de daadwerkelijke implementatie van de reductiemaatregelen. Dit hoofdstuk heeft betrekking op onderdeel 7 van het processchema (zie bijlage B). 3.5 Implementatie Voor iedere energiereductie maatregel uit het actieplan zal het implementatietraject uitgewerkt worden in het MMR. Het MMR zal actueel gehouden middels updates Hulpbronnen Wanneer blijkt dat de implementatie van maatregelen vraagt om aanvullende hulpbronnen zoals budget, medewerkers, apparatuur, etc. kan de verantwoordelijke hiertoe een gemotiveerd verzoek indienen bij de Duurzaamheidcoördinator. Deze zal vervolgens in overleg met de Programma Manager en de Directie besluiten of het verzoek al dan niet gehonoreerd wordt. Dit besluit wordt genomen in het directieoverleg. Dit hoofdstuk heeft betrekking op onderdeel 8 van het processchema (zie bijlage B).

14 14 van 27 4 CHECK: Monitoren en meten Het doel van dit energiemanagementprogramma is een controleerbare en navolgbare invulling geven aan het verminderen van het energieverbruik. Hierbij is het van belang dat het effect van de maatregelen en trends in het energieverbruik periodiek geanalyseerd en beoordeeld worden: het monitoren. Het monitoren van het energieverbruik is het vergelijken van het gemeten energieverbruik met het verwachte energieverbruik en kan leiden tot verdere optimalisatie van het energieverbruik. Het identificeren van nieuwe reductiekansen speelt hierbij continu een belangrijke rol. 4.1 Monitoren maatregelen en constateren afwijkingen TBI Infra monitort en meet haar energieverbruik en CO2 emissies twee maal per jaar. Dit is nader beschreven in hoofdstuk 2. Dit monitoren van het energieverbruik is belangrijk om de effectiviteit van de maatregelen bepalen. De ondernemingen van TBI Infra rapporteren hun energieverbruik en CO2 emissie naast de absolute emissie in vier relatieve emissie indicatoren en scope (directe en indirecte emissie, of scope 1 en 2). Aan deze de scope 1 en 2 emissies zijn de doelstellingen van energiereductie kansen gekoppeld. De relatieve emissie-indicatoren zijn: Dit hoofdstuk heeft betrekking op onderdeel 10 van het processchema (zie bijlage B). 1. Gemiddelde emissie TBI Infra onderneming 2. Gemiddelde emissie kantoren 3. Gemiddelde emissie projecten 4. Gemiddelde emissie transport TBI Infra meet haar energieverbruik op basis van verstrekte gegevens (facturen, jaaroverzichten etc.). Hiermee denkt TBI Infra een natuurgetrouwe meting te doen van het energieverbruik. Per reductiemaatregel is inzichtelijk gemaakt in het MMR of en op welke wijze het effect kan worden gemeten en wat het te behalen doel is. In het vigerende actieplan is aangeven wat de verwachte bijdrage van de maatregel aan het behalen van de reductiedoelstelling op bedrijfsniveau is. 4.2 Controle verwachtingen Door de gemeten emissie te vergelijken met de verwachte emissie kan TBI Infra monitoren of de reductiemaatregelen het gewenste effect hebben. Onvoorziene afwijkingen komen zo in beeld. Indien de gemeten reductie in negatieve zin afwijkt van de vooraf verwachte reductie dient geanalyseerd te worden waardoor de maatregel niet het verwachte effect heeft. Het monitoren van het energieverbruik en het opstellen van (half) jaarrapportages helpt TBI Infra om haar reductiedoelstellingen te behalen. Dit hoofdstuk heeft betrekking op onderdeel 11 van het processchema (zie bijlage B) Verwachte emissie De verwachte emissie, gerelateerd aan één van de emissie indicatoren of emissie scopes, is de emissie van de voorgaande periode (basisjaar of referentieperiode) verminderd met het verwachte effect van de geïmplementeerde energiereductie maatregelen. Voor iedere energiereductie maatregel is voor implementatie een verwachte reductie bepaald en vastgelegd in het vigerende actieplan Gemeten emissie De daadwerkelijk verbruikte energie en veroorzaakte emissie wordt halfjaarlijks gemeten en gerapporteerd. Deze reductie zal gerelateerd worden aan één van de emissie indicatoren als eerder genoemd en vastgelegd worden in het MMR en worden vergeleken met de verwachte emissie.

15 15 van Corrigerende maatregelen Zoals beschreven zullen maatregelen na implementatie periodiek beoordeeld worden op hun effectiviteit. Wanneer blijkt dat de maatregelen niet het gewenste effect hebben opgeleverd kunnen eventueel corrigerende maatregelen genomen worden. Op welke wijze deze maatregelen gestalte krijgen is afhankelijk van de maatregel zelf en de uitkomsten van de analyse. Van een afwijking word een notitie in de vorm van een afwijkingsopstelling in het MMR gemaakt en, indien van toepassing, gemeld bij de duurzaamheidcoördinator. In het MMR moet beschreven en bijgehouden worden: Dit hoofdstuk heeft betrekking op onderdeel 12 van het processchema (zie bijlage B). Wat de oorzaak van de afwijking is, Welke aanvullende of correctieve maatregelen noodzakelijk zijn om het gewenste doel te bereiken Wie verantwoordelijk is voor de invoering van deze corrigerende maatregelen en de bewaking ervan. Corrigerende maatregelen moeten zijn afgestemd op de omvang van de daadwerkelijk of potentiële problemen en de daarmee samenhangede gevolgen voor de energieprestaties en worden vermeld in het MMR. De doeltreffendheid van corrigerende maatregelen moet periodiek geëvalueerd worden. 4.4 Preventieve maatregelen Naast corrigerende maatregelen is het ook mogelijk om preventieve maatregelen te nemen wanneer het behalen van de doelstelling in gevaar komt. Bijvoorbeeld het nemen van aanvullende maatregelen. Daarnaast kunnen ook preventieve maatregelen genomen worden om het energiemanagementsysteem te verbeteren door eventuele benodigde wijzigingen aan te brengen. Preventieve maatregelen moeten zijn afgestemd op de omvang van de daadwerkelijk of potentiële problemen en de daarmee samenhangede gevolgen voor de energieprestaties en worden vermeld in het MMR. De doeltreffendheid van preventieve maatregelen moet periodiek geëvalueerd worden.

16 16 van 27 5 ACT: Evaluatie Het gevoerde energiebeleid wordt door TBI Infra ondernemingen jaarlijks geëvalueerd en beoordeeld in het managementreview/directiebeoordeling. Dit hoofdstuk beschrijft de noodzakelijke input voor het opstellen van het managementreview. 5.1 Evaluatie maatregelen Dit hoofdstuk heeft betrekking op onderdeel 13 van het processchema (zie bijlage B). Op basis van de jaarlijkse energie-inventarisatie en Carbon Footprint zullen de reductiemaatregel zoals beschreven in het actieplan worden geëvalueerd en beoordeeld op hun doelmatigheid en vooruitgang. Resultaten van deze evaluatie zullen worden vastgelegd in het MMR. Deze evaluatie dient als input voor het managementreview. 5.2 Evaluatie proces TBI Infra zal ook jaarlijks het functioneren van haar energiemanagementprogramma beoordelen en evalueren. 5.3 Managementreview Door afdeling KAM wordt jaarlijks een managementreview opgesteld. In het managementreview wordt de jaarlijkse beoordeling van de bedrijfsvoering opgenomen. De uitkomst van deze beoordeling en de daaruit te trekken conclusies zijn input voor het Operationeel plan en het KAM jaarplan van het daaropvolgende jaar. Acties uit voorgaande managementreview Beoordeling van het energiebeleid en reductiemaatregelen Beschrijving van relevante marktontwikkeling Beschrijving van nieuwe kansen Rapportage TBI Holdings TBI Infra zal ieder jaar aan TBI Holdings rapporteren over de voortgang van haar duurzaamheidprogramma. Dit is inclusief energieverbruik en CO 2 uitstoot.

17 17 van 27 e 6 BORGING: kwaliteitsmanagement Kwaliteitsmanagement kan gedefinieerd worden als managementsysteem voor het sturen en beheersen van de processen van een organisatie met betrekking tot kwa- Productkwaliteit wordt niet bepaald door de eindcontrole maar door de kwaliteit liteit. Hierbij moet onderscheid gemaakt worden in product- en proceskwaliteit. van het voorafgaande proces van totstandkoming. Hierbij staat productkwaliteit voor de mate waarin een geheel van eigenschappen en kenmerken voldoet aan a de ei- en sen. Bij proceskwaliteit is het de bedoeling om op consistente wijze goede producten dienstenn te maken, door de werking van de processen goed te beheersen. In de voorgaande hoofdstukken van dit energiemanagement programma (EMP) zijn de processen beschreven hoe TBI Infra invulling geeft energiemanagement. Het EMP is opgebouwd rond de Plan Do Check Act (PDCA) stuurcyclus uit de ENN Door dit cyclische proces worden continue verbeteringen onderkend en doorge- voerd. Kwaliteitsmanagement bij TBI Infra is daarom een continu proces. Figuur 5: circel van Deming, continue verbetering door herhalende PDCA cyclus. 6.1 Kwaliteitsborging Voor het opstellen van de Carbon Footprint zijn verbruiksgegevens nodig van de energiestromen binnen TBI Infra. De betrouwbaarheid van de verbruiksgegevens heeft direct invloed op de betrouwbaarheid vann de Carbon Footprint. Het proces van totstandkoming van de Carbon Footprint van TBI Infra is weergegeven in de volgende figuur.

18 18 van 27 Energiestromen Interne controle Vaststellen energieverbruik Registratie energieverbruik Verzamelen gegevens Kwantificeringsmethode Handleiding Data collectie systeem Vaststellen Carbon Footprint Externe verificatie Figuur 6: Schema vaststellen Carbon Footprint. Om de inhoudelijke juistheid van de Carbon Footprint te borgen heeft TBI Infra een aantal maatregelen genomen. Deze zijn: Doornemen registratie energieverbruik met betrokken werknemers Ontwikkeling robuust data verzamelsysteem voor energieverbruik Hanteren erkende kwantificeringsmethode (methode van SKAO) Aanstellen Duurzaamheidcoördinator per werkmaatschappij Interne controle op juistheid en volledigheid Externe verificatie Carbon Footprint Externe certificatie CO2 prestatieladder 6.2 Taakverdeling en verantwoordelijken Voor een succesvolle implementatie van een energiemanagementprogramma is het noodzakelijk om een heldere taakverdeling af te spreken en verantwoordelijken aan taken te koppelen. Het is van belang dat het hogere management committeert aan de implementatie van het energiemanagementprogramma. Als onderdeel van dit commitment moet het management van een TBI Infra werkmaatschappij een duurzaamheidcoördinator aanstellen. Functie: Directievertegenwoordiger: Duurzaamheidscoördinator: Naam: Jan de Jong (Directeur) Carlo van Klarenbosch (Directeur) Jos Mulkens (Directeur) Jos Timmermans (Timmermans) Kees de Jong (Servicis) Sido Harms (Mobilis) Rick Riggelink (VFT) Wai Yi Yu (VPB) Laurens Been (Timmermans) Louis Vooges (Servicis) Beschrijving taken en verantwoordelijkheden: De Directievertegenwoordiger heeft de operationele bevoegdheid om over implementatie van energiereductie kansen in de organisatie te beslissen. De programmamanager is eindverantwoordelijk voor het duurzaamheidprogramma van TBI Infra en legt rechtstreeks verantwoording af aan de directie. De duurzaamheidcoördinator initieert en implementeert energiereductie kansen en ondersteunt betrokken medewerkers. De duurzaamheidcoördinator legt verantwoording af aan de programmamanager.

19 19 van 27 Tot de werkzaamheden van de duurzaamheidcoördinator bij het tot stand komen van de Carbon Footprint Analyse behoren onder meer: Analyseren en vaststellen van de organizational boundary; Ontwikkelen van een robuust data verzamelsysteem; Training en scholing van betrokken medewerkers op projecten; Vaststellen van emissiebronnen en eventuele emissieputten; Vaststellen kwantificeringsmethodologie; Uitvoeren van controles op accuraatheid; Inplannen van externe audit voor verificatie van de Carbon Footprint. Identificeren van kansen tot verbetering. 6.3 Documentbeheer Informatie wordt centraal verzameld, beheerd en gearchiveerd door de duurzaamheidcoördinator. TBI Infra heeft voor het verzamelen van informatie een speciale mailbox duurzaamheid gecreëerd Infra.nl). Voor het beheren en archiveren maakt TBI Infra gebruik van beheersoftware (DigiOffice), digitale netwerkopslag onder de afdeling duurzaamheid en analoge archivering in ordners. Op deze wijze ontstaat een centraal en compleet archief van verzamelde informatie en Carbon Footprint analyses. 6.4 Communicatie Effectieve interne en externe communicatie is essentieel en draagt bij aan een succesvolle implementatie van dit energiemanagementprogramma alsmede van de energie reducerende maatregelen. De wijze waarop TBI Infra intern en extern gaat communiceren wordt beschreven in het communicatieplan. Dit hoofdstuk heeft betrekking op onderdeel 9 van het processchema (zie bijlage B). TBI Infra streeft naar het actief betrekken van haar medewerkers bij het energievraagstuk. Door effectieve en gerichte communicatie naar haar medewerkers wil TBI Infra bewustzijn creëren en haar medewerkers stimuleren om te participeren in het reduceren van de energiebehoefte, door met ideeën en voorstellen te komen om de energiereductie verder te reduceren. Het kan hier zowel gaan om kansen voor persoonlijke bijdrage als optimalisaties binnen het bedrijf Voortgangsrapportage TBI Infra analyseert en rapporteert haar energieverbruik en CO 2 uitstoot halfjaarlijks middels een voortgangsrapportage. Uit deze analyse volgt onder meer waar veel energie is gebruikt, waar veel CO 2 emissie is vrijgekomen en waar potentieel veel reductie te behalen valt op basis van de verbruiksgroten. Daarnaast worden trends in energieverbruik en CO 2 emissie inzichtelijk gemaakt. Iedere analyse omvat minimaal: De organizational boundary (tevens separaat niet-openbaar document) Het energieverbruik over het onderzoeksjaar. Het energieverbruik uit het verleden. Trendanalyse energieverbruik. Identificatie van gebieden met het grootste energieverbruik. Een schatting van het energieverbruik over de komende periode. Identificatie voor verdere reductie energieverbruik.

20 20 van 27 Bijlage A: Begrippenlijst Begrip A-aanbieder C-aanbieder Carbon footprint Energie audit Scope 1 Scope 2 Scope 3 Definitie Een A-aanbieder is een aanbieder die behoort tot de grootste aanbieders van het bedrijf die samen verantwoordelijk zijn voor tenminste 80% van de inkoopomzet. Een C-aanbieder (concernaanbieder) is een aanbieder die een zeggenschapsrelatie heeft (financiële en of operationele controle) binnen hetzelfde concern als de ontvanger van de aanbieding. Of anders gezegd aanbieder en ontvanger zijn beide geheel of gedeeltelijk lid (in termen van zeggenschap, control, eigendom etc.) van het zelfde concern. Carbon footprint staat synoniem voor CO₂-voetafdruk of CO₂-emissieinventaris: een maat voor de uitstoot van CO₂ als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen in het verkeer, luchtvaart, transport, productie van elektriciteit, verwarming et cetera. Een energie audit is een milieu audit met de focus op de energieaspecten van het bedrijf. Scope 1 of directe emissies zijn emissies door de eigen organisatie, zoals emissies door eigen gas gebruik (bijv. gas boilers, warmtekrachtinstallaties en ovens) en emissies door het eigen wagenpark. Scope 2 of indirecte emissies zijn emissies die ontstaan door de opwekking van elektriciteit die de organisatie gebruikt, zoals emissies door centrales die deze elektriciteit leveren. SKAO rekent zakelijk gebruik privéauto s en vliegtuiggebruik tot scope 2. Scope 3 emissies of overige indirecte emissies zijn een gevolg van de activiteiten van het bedrijf (de organisatie) maar komen voort uit bronnen die geen eigendom van het bedrijf zijn noch beheerd worden door het bedrijf.

21 21 van 27 e Bijlage B: Procedure Energie en CO2

22 22 van 27 Bijlage C: Conversiefactoren Energie A B < 700 km 0,0038 Personenvervoer Personenvervoer vliegtuig GJ / reizigerskm km 0,0028 > km 0,0019 Personenvervoer conventionele personenauto Benzine 0,0329 Diesel 0,0359 LPG 0,0234 GJ / liter brandstof Bron: 2011 Guidelines to Defra / DECC's GHG Conversion Factors for Company Reporting. Op basis van berekening kg CO2/GJ factor (gebaseerd op Net Calorific Value) Benzine (Klasse < 1,4 ltr) 0,0026 C D Benzine (Klasse 1,4 2,0 ltr) 0,0031 Benzine (Klasse > 2,0 ltr) 0,0044 Benzine (Klasse gemiddeld) 0,0031 Diesel (Klasse < 1,7 ltr) 0,0021 Diesel (Klasse 1,7 2,0 ltr) 0,0022 Diesel (Klasse >2,0 ltr) 0,0024 Diesel (Klasse gemiddeld) 0,0022 LPG (Klasse gemiddeld) 0,0027 Minibus (max. 9 personen) Benzine Minibus (max. 9 personen) Diesel Minibus (max. 9 personen) LPG 0,0036 0,0031 0,0029 GJ / voertuigkm GJ / voertuigkm GJ / voertuigkm GJ / voertuigkm Bron: 2011 Guidelines to Defra / DECC's GHG Conversion Factors for Company Reporting. Op basis van berekening kg CO2/GJ factor (gebaseerd op Net Calorific Value) E Brandstoftype niet bekend 0,0029 GJ / voertuigkm Bron: 2011 Guidelines to Defra / DECC's GHG Conversion Factors for Company Reporting. Op basis van berekening kg CO2/GJ factor (gebaseerd op Net Calorific Value). Hierbij is aangenomen dat 50% diesel en 50% bezine wordt gebruikt. F Middenklasse auto (Toyota Prius, Honda Civic IMA) Hogere klasse auto (Lexus GS450h, Lexus RX400h) Personenvervoer hybride auto 0,0026 0,0026 GJ / voertuigkm Bron: 2011 Guidelines to Defra / DECC's GHG Conversion Factors for Company Reporting. Op basis van berekening kg CO2/GJ factor (gebaseerd op Net Calorific Value). Aanname: 50% diesel / 50% benzine

23 23 van 27 A B C A Grijze stroom (2005 en eerder) Grijze stroom (2006) Grijze stroom (2007 en 2008) Grijze stroom (2009) Grijze stroom (2010 en later) Windkracht Waterkracht Zonne energie Elektriciteit uit stortgas Biomassa Overige groene stroom verbruikt tot 1 juli 2011 Elektriciteitsverbruik voor andere doeleinden dan vervoer 0,0036 Benzine 0,0329 Diesel 0,0359 LPG 0,0234 Stookolie 0,0352 GJ / kilowattuur GJ / kilowattuur zie reken voorschrift GJ / 0,0036 kilowattuur Overige energiedragers voor andere doeleinden dan vervoer GJ / liter Bron: 2011 Guidelines to Defra / DECC's GHG Conversion Factors for Company Reporting. Op basis van berekening kg CO2/GJ factor (gebaseerd op Net Calorific Value). Aardgas 0,0319 GJ/Nm3 Bron: 2009 U.S. Energy Information Administration Propaan 0,0237 GJ/liter Bron: Perry s Chemical Engineering Handbook (NCV), herberekend m.b.v. de ideale gaswet en aanname van 3,8 liter per Nm3

24 24 van 27 Bijlage D: Conversiefactoren CO 2 Personenvervoer Personenvervoer vliegtuig < 700 km 270 A km 200 g CO 2 / reizigerskm > km 135 Personenvervoer conventionele personenauto Benzine Diesel B LPG Biogas (stortgas) 400 g CO 2 / liter brandstof Biogas (co-vergisting mais-mest) Biogas (co-vergisting mais-mest) g CO2 / kg brandstof Benzine (Klasse < 1,4 ltr) 185 Benzine (Klasse 1,4-2,0 ltr) 220 Benzine (Klasse > 2,0 ltr) 305 g CO 2 / voertuigkm Benzine (Klasse gemiddeld) 215 C Diesel (Klasse < 1,7 ltr) 155 Diesel (Klasse 1,7-2,0 ltr) 195 Diesel (Klasse >2,0 ltr) 265 g CO 2 / voertuigkm Diesel (Klasse gemiddeld) 0 LPG (Klasse gemiddeld) 175 g CO 2 / voertuigkm Minibus (max. 9 personen) - Benzine 255 D Minibus (max. 9 personen) - Diesel 215 g CO 2 / voertuigkm Minibus (max. 9 personen) - LPG 200 E Brandstoftype niet bekend 210 g CO 2 / voertuigkm Personenvervoer hybride auto F Middenklasse auto (Toyota Prius, Honda Civic IMA) 125 Hogere klasse auto (Lexus GS450h, Lexus RX400h) 225 g CO 2 / voertuigkm Personenvervoer collectief Touringcar 45 Streekbus 95 Stadsbus 120 G Metro / tram 100 Stoptrein 100 g CO 2 / voertuigkm Intercity 55 Stoptrein + Intercity 65 Hoge snelheidstrein 60

25 25 van 27 Goederenvervoer Goederenvervoer algemeen Benzine Diesel A LPG Stookolie Bio-ethanol Vervoer bulk goederen Vrachtauto < 20 ton 295 Vrachtauto > 20 ton 110 Trekker met oplegger 80 Trein (elektrisch) 25 Trein (diesel) 30 Trein (combinatie) 27 B Binnenvaart (350 ton) 70 Binnenvaart (550 ton) 70 Binnenvaart (1350 ton) 60 Binnenvaart (5500 ton) 30 Zeevaart (1800 ton) 75 Zeevaart (8000 ton) 30 Zeevaart (30000 ton) 13 Vervoer containers / non bulk goederen Bestelauto 630 Vrachtauto 3,5-10 ton 480 Vrachtauto ton 300 Vrachtauto > 20 ton 130 Trekker met oplegger 95 Trein (elektrisch) 20 Trein (diesel) 25 B Trein (combinatie) 22 Binnenvaart (32 TEU) 65 Binnenvaart (96 TEU) 75 Binnenvaart (200 TEU) 60 Binnenvaart (470 TEU) 50 Zeevaart (150 TEU) 85 Zeevaart (580 TEU) 45 Zeevaart (4000 TEU) 23 g CO 2 / liter brandstof g CO 2 / tonkm g CO 2 / tonkm Elektriciteitsverbruik voor andere doeleinden dan vervoer Grijze stroom (2005 en eerder) 500 Grijze stroom (2006) 500 A Grijze stroom (2007 en 2008) 500 g CO 2 / kilowattuur Grijze stroom (2009) 470 Grijze stroom (2010 en later) 455 Windkracht 15 Waterkracht 15 B Zonne-energie 80 g CO2 / kilowattuur Elektriciteit uit stortgas 80 Biomassa zie reken-voorschrift C Overige groene stroom verbruikt tot 1 juli g CO2 / kilowattuur

26 26 van 27 Overige energiedragers voor andere doeleinden dan vervoer Benzine Diesel A LPG g CO 2 / liter Stookolie Bio-ethanol Vloeibare fossiele primaire brandstoffen Ruwe aardolie Orimulsion g CO 2 / kg Aardgascondensaat Vloeibare fossiele secundaire brandstoffen Petroleum Leisteenolie Ethaan Nafta's Bitumen Smeeroliën g CO 2 / kg Petroleumcokes Raffinaderij grondstoffen Raffinaderij gas B Chemisch restgas Overige oliën Vaste fossiele primaire brandstoffen Anthraciet Cokeskolen Cokeskolen (cokeovens) Cokeskolen (basismetaal) (Overige bitumineuze) steenkool g CO 2 / kg Sub-bitumineuze kool Bruinkool Bitumineuze leisteen Turf Vaste fossiele secundaire brandstoffen Steenkool- en bruinkoolbriketten g CO 2 / kg Houtmot g CO 2 / m3 Gasvormige fossiele brandstoffen Aardgas C Biogas (stortgas) 400 Biogas (co-vergisting mais-mest) g CO 2 / Nm3 Methaan Propaan g CO2 / liter Warmte Warmtelevering STEG D Warmtelevering-kolencentrale Warmtelevering AVI g CO 2 / GJ Warmtelevering gasmotor WKK Warmtelevering geothermie E Warmtelevering uit overige productiefaciliteiten g CO 2 / GJ

27 27 van 27 Bijlage E: tabel Conform eis 3.B.2 van de CO 2 Prestatieladder is de verwijzing naar de NEN-EN- ISO een referentie, de implementatie van dit volledige managementsysteem is niet een vereiste. In termen van deze norm dient ten minste voldaan te worden aan de paragrafen zoals opgenomen in de onderstaande tabel. Middels deze referentietabel is een koppeling gemaakt tussen de norm en dit EMP. ISO50001 EMP Rapporteringseis H2 Uitvoeren van een energiereview H2 Opstellen referentiekader H2 Vastleggen van performance indicators voor monitoren H3 Doelstellingen, taakstellingen en management actieplan met betrekking tot energie H4 Monitoring, meten en analyseren H5 Afwijkingen, correcties, corrigerende en preventieve maatregelen Conform eis 4.A.2 dient er een kwaliteitsmanagementplan voor de inventaris aanwezig te zijn. Middels deze referentietabel is een koppeling gemaakt tussen de norm en dit EMP. ISO EMP Rapporteringseis H6 Kwaliteitsmanagement H6

Energiemanagementprogramma HEVO B.V.

Energiemanagementprogramma HEVO B.V. Energiemanagementprogramma HEVO B.V. Opdrachtgever HEVO B.V. Project CO2 prestatieladder Datum 7 december 2010 Referentie 1000110-0154.3.0 Auteur mevrouw ir. C.D. Koolen Niets uit deze uitgave mag zonder

Nadere informatie

Energie en CO2: Energiemanagement programma

Energie en CO2: Energiemanagement programma TBI Infra B.V. Landdrostlaan 49 7327 GM Apeldoorn Postbus 20175 7302 HD Apeldoorn Telefoon +31 55-538 22 22 Fax +31 55-538 22 44 Energie en CO2: Energiemanagement programma Het structureel verbeteren van

Nadere informatie

Energie en CO2: Energiemanagement programma

Energie en CO2: Energiemanagement programma TBI Infra B.V. Landdrostlaan 49 7327 GM Apeldoorn Postbus 20175 7302 HD Apeldoorn Telefoon +31 55-538 22 22 Energie en CO2: Energiemanagement programma Het structureel verbeteren van de energiehuishouding

Nadere informatie

Energie management Actieplan

Energie management Actieplan Energie management Actieplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 2.2 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 30 september 2015 Versie: 1.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Doelstellingen...

Nadere informatie

ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP

ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP F.G. van Dijk (Directie) C.S. Hogenes (Directie & lid MVO groep) Opdrachtgever : Van Dijk Maasland Groep Project : CO2 Prestatieladder Datum : Maart 2011 Datum herzien

Nadere informatie

Procedure 07 CO 2 -prestatieladder. 24 februari 2013 (FKO)

Procedure 07 CO 2 -prestatieladder. 24 februari 2013 (FKO) Procedure 07 CO 2 -prestatieladder 24 februari 2013 (FKO) Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Stuurcyclus Energiemanagement 4 2. Methodiek voor de emissie inventaris 6 Procedure 07 CO 2-prestatieladder 2 Inleiding

Nadere informatie

CO 2 -Prestatieladder

CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Energiemanagement actieplan Schilderwerken De Boer Obdam B.V. 2015 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Auteur(s): R. de Boer (Schilderwerken

Nadere informatie

CO2 managementplan. Max Bögl

CO2 managementplan. Max Bögl CO2 managementplan Max Bögl Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Energie meetplan... 4 2.1 Planning meetmomenten... 4 2.2 Vergelijking met vergelijkbare organisaties... 5 3 Energiemanagement actieplan... 6 4 Stuurcyclus...

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2012. V.T.G. Riooltechniek

CO 2 -footprint 2012. V.T.G. Riooltechniek CO 2 -footprint 2012 V.T.G. Riooltechniek Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Beschrijving van de organisatie 2 3. Afbakening 3 4. Berekeningsmethodiek 5 5. Emissie-inventaris 6 6. CO 2 -footprint 7 7. Overzicht

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan Klaver Giant Groep B.V. Op basis van de internationale norm ISO , 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, en 4.6.

Energiemanagement actieplan Klaver Giant Groep B.V. Op basis van de internationale norm ISO , 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, en 4.6. CO2-Prestatieladder Energiemanagement actieplan Klaver Giant Groep B.V. Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Auteur(s): A.C.A. Ham (Klaver Giant Groep

Nadere informatie

Energiemanagementsysteem. Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV

Energiemanagementsysteem. Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV Nuth,20augustus 2015 Auteur(s): Tom Kitzen Theo Beckers Geaccordeerd door: Serge Vreuls Financieel Directeur C O L O F O N Het format voor dit

Nadere informatie

ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP

ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP F.G. van Dijk (Directie) C.S. Hogenes (Directie & lid MVO groep) Opdrachtgever : Van Dijk Maasland Groep Project : CO 2 Prestatieladder Datum : Maart 2011 Auteur :

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2

CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2 CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2 Gebr. Van der Geest B.V. Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Beschrijving van de organisatie 2 3. Afbakening 3 4. Berekeningsmethodiek 5 5. Emissie-inventaris 6 6. CO 2 -footprint

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2012. Het Veldwerkbureau B.V.

CO 2 -footprint 2012. Het Veldwerkbureau B.V. CO 2 -footprint 2012 Het Veldwerkbureau B.V. Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Beschrijving van de organisatie 2 3. Afbakening 3 4. Berekeningsmethodiek 5 5. Emissie-inventaris 6 6. CO 2 -footprint 7 7.

Nadere informatie

Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3. 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Algemeen 2.2 Per scope

Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3. 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Algemeen 2.2 Per scope Energie management actieplan Conform 3.B.2 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 CO 2 -prestatieladder Niveau 3 Auteur(s): F. Reijm () A.T. Zweers (A.T.

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan. Van Schoonhoven Infra BV

Energiemanagement actieplan. Van Schoonhoven Infra BV BV Leusden, oktober 2013 Auteurs: G.J. van Schoonhoven D.J. van Boven Geaccordeerd door: D.J. van Boven Directeur eigenaar INLEIDING Ons bedrijf heeft een energiemanagement actieplan conform NEN-ISO 50001.

Nadere informatie

Energiemanagement Actieplan

Energiemanagement Actieplan 1 van 8 Energiemanagement Actieplan Datum 18 04 2013 Rapportnr Opgesteld door Gedistribueerd aan A. van de Wetering & H. Buuts 1x Directie 1x KAM Coördinator 1x Handboek CO₂ Prestatieladder 1 2 van 8 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

onderdeel van het Bedrijfs Management Systeem

onderdeel van het Bedrijfs Management Systeem Energiemanagementprogramma onderdeel van het Bedrijfs Management Systeem DSS de Swart Services B.V. De Star 15a 2266 NA Leidschendam Tel: 070 320 93 53 www.deswartservices.nl info@deswartservices.nl Energiemanagementprogramma/Versie

Nadere informatie

CO2-Inventarisatie Scope 1 en 2 emmissies

CO2-Inventarisatie Scope 1 en 2 emmissies CO2-Inventarisatie en 2 emmissies A. Algemene gegevens Inventarisatie jaar: 2013 Inventarisatie datum 11-2014 Werknemers in 2013 (gemiddeld) 70 Opsteller inventarisatie: M. Krol B. Kantoren Projectnr.

Nadere informatie

Energie Management ACTIE Plan

Energie Management ACTIE Plan 1. Inleiding Het Energie Management ACTIE Plan (EMAP) geeft weer hoe binnen Schulte en Lestraden B.V. de zogenaamde stuurcyclus (Plan-Do-Check-Act) wordt ingevuld om de prestaties en doelstellingen van

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan. Baggerbedrijf West Friesland

Energiemanagement actieplan. Baggerbedrijf West Friesland Baggerbedrijf West Friesland Gebruikte handelsnamen: Baggerbedrijf West Friesland Grond & Cultuurtechniek West Friesland Andijk, februari-mei 2014 Auteurs: M. Komen C. Kiewiet Geaccordeerd door: K. Kiewiet

Nadere informatie

Energie Management Programma over 2017 De Wilde NL

Energie Management Programma over 2017 De Wilde NL Energie Management Programma over 2017 De Wilde NL (3.B.2) Colofon Opgesteld N. Bok Paraaf: Gecontroleerd M.F. Swillens Paraaf: Vrijgegeven J.A.G. de Wilde Paraaf: Datum 15-08-2017 3.B.2. Energie Managementprogramma

Nadere informatie

Energie actie- en meetplan 2015

Energie actie- en meetplan 2015 Energie actie- en meetplan 2015 3.B.2 Opgesteld door: Energie actie- en meetplan 2014-2020 Cheryl de Vette Van Beek Infra Groep B.V. CO2 Prestatieladder, versie 2.2 Geaccordeerd door: Peter van Beek Directeur

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Conform 3.B.2 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Veko Lightsystems International B.V. Auteur(s): T. van Kleef, Operations

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan Schilderwerken De Boer Obdam B.V. 2017

Energiemanagement actieplan Schilderwerken De Boer Obdam B.V. 2017 CO2-Prestatieladder Energiemanagement actieplan Schilderwerken De Boer Obdam B.V. 2017 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Auteur(s): R. de Boer (Schilderwerken

Nadere informatie

CO2 Prestatieladder Stuurcyclus en beleidsverklaring

CO2 Prestatieladder Stuurcyclus en beleidsverklaring CO2 Prestatieladder Opgesteld door: R. Louis (Kader) Kader, bureau voor kwaliteitszorg b.v. Bedrijvenpark Twente 301 7602 KL Almelo Tel: 0546 536 800 Datum: 21-1-2019 Versie: 1.0 Status: Definitief Inhoudsopgave

Nadere informatie

- 2011 - Gezamenlijke Rapportage Energiemanagementprogramma. Voorbij Funderingstechniek Voorbij Betonsystemen Voorbij Prefab Beton

- 2011 - Gezamenlijke Rapportage Energiemanagementprogramma. Voorbij Funderingstechniek Voorbij Betonsystemen Voorbij Prefab Beton Gezamenlijke Rapportage Energiemanagementprogramma - 2011 - Voorbij Funderingstechniek Voorbij Betonsystemen Voorbij Prefab Beton Referentie: CO 2-2009 Datum: 6 juni 2012 Versie: 3.0 Definitief Auteurs:

Nadere informatie

Energiemeetplan Inclusief kwaliteitsmanagementplan en energiemanagement actieplan. Criteria

Energiemeetplan Inclusief kwaliteitsmanagementplan en energiemanagement actieplan. Criteria Energiemeetplan 2018-2022 Inclusief kwaliteitsmanagementplan en energiemanagement actieplan Criteria Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0 en ISO50001 Opgesteld door Paul Jonk en Marco Vermeulen

Nadere informatie

Energiemanagementsysteem

Energiemanagementsysteem Energiemanagementsysteem BVR Groep B.V. Roosendaal, 20-06-2014. Auteur(s): H. Schrauwen, Energie & Technisch adviseur. Geaccordeerd door: M. Soenessardien,Manager KAM, Personeel & Organisatie Pagina 1

Nadere informatie

Kwaliteitsmanagement Plan

Kwaliteitsmanagement Plan Kwaliteitsmanagement Plan Naam Functie Datum Handtekening voor akkoord D.R. van den Berg / M.H.A. Brugman Auteur 18-01-2016 B. Safari Verantwoordelijk directielid 18-01-2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...

Nadere informatie

CO 2 managementplan. 1 Inleiding

CO 2 managementplan. 1 Inleiding CO 2 managementplan Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Energie meetplan... 4 1.2 Planning meetmomenten... 4 1.3 Cofely Zuid Nederland... 4 Scope 1 emissies... 4 Scope 2 emissies... 4 1.4 Project Renovatie gemaal

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan

Energiemanagement actieplan Energiemanagement actieplan Vandervalk+degroot-groep Waalwijk, 15 oktober 2013 Auteur(s): Arend-Jan Costermans Ed den Breejen Antoine Steentjes Joni Ann Hardenberg Geaccordeerd door: Leo van der Valk Algemeen

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2013. J. Jonker en Zn. v.o.f.

CO 2 -footprint 2013. J. Jonker en Zn. v.o.f. CO 2 -footprint 2013 J. Jonker en Zn. v.o.f. Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Beschrijving van de organisatie 2 3. Afbakening 3 4. Berekeningsmethodiek 5 5. Emissie-inventaris 6 6. CO 2 -footprint 7 7.

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2014 scope 1 & 2

CO 2 -footprint 2014 scope 1 & 2 CO 2 -footprint 2014 scope 1 & 2 Aannemings- en Wegenbouwbedrijf Verdam B.V. Doc.code: CF Ondertekening: Versie: 1 Datum: 29 april 2015 Status: definitief Dhr. S. Verdam Dhr. J. Kruijenaar Inhoudsopgave

Nadere informatie

CO 2 management plan. Daallin B.V. CO 2 management plan 2.C.2 & 3.B.2 & 4.A.2 1

CO 2 management plan. Daallin B.V. CO 2 management plan 2.C.2 & 3.B.2 & 4.A.2 1 CO 2 management plan Daallin B.V. Auteur: A.J. IJzelenberg - van der Linden Autorisatiedatum: 02-05-2018 Versie: 1.0 Handtekening autoriserend verantwoordelijke manager: CO 2 management plan 2.C.2 & 3.B.2

Nadere informatie

CO2 managementplan VAN DER GRIFT EN VALKENBURG ONDERHOUD BV. Auteur: Margriet de Jong. Versie: 1.0. Handtekening autoriserend verantwoordelijk manager

CO2 managementplan VAN DER GRIFT EN VALKENBURG ONDERHOUD BV. Auteur: Margriet de Jong. Versie: 1.0. Handtekening autoriserend verantwoordelijk manager CO2 managementplan VAN DER GRIFT EN VALKENBURG ONDERHOUD BV Auteur: Margriet de Jong Versie: 1.0 Datum: 14-04-2015 Handtekening autoriserend verantwoordelijk manager Authorisatiedatum: Naam:.. Inhoud 1

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2015. J. Jonker en Zn.

CO 2 -footprint 2015. J. Jonker en Zn. CO 2 -footprint 2015 J. Jonker en Zn. Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Beschrijving van de organisatie 2 3. Afbakening 3 4. Berekeningsmethodiek 5 5. Emissie-inventaris 6 6. CO 2 -footprint 7 7. Overzicht

Nadere informatie

Energie Management Actieplan Megaborn Traffic Development bv

Energie Management Actieplan Megaborn Traffic Development bv 2018 Opgesteld volgens handboek 3.0 van de CO 2 -prestatieladder : Status Kenmerk Definitief EMA-CO2-V0 Versie/revisie 0 Datum 26-02-2018 Opgesteld door Gecontroleerd door J.N. Liebrecht N.A. van Amstel

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2

CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2 CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2 Hofstra & de Vries Bestratingen V.O.F. Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Beschrijving van de organisatie 2 3. Afbakening 3 4. Berekeningsmethodiek 5 5. Emissie-inventaris

Nadere informatie

Energie Kwailteitsmanagement systeem

Energie Kwailteitsmanagement systeem Energie Kwailteitsmanagement systeem (4.A.2) Colofon: Opgesteld : drs. M.J.C.H. de Ruijter paraaf: Gecontroleerd : W. van Houten paraaf: Vrijgegeven : W. van Houten paraaf: Datum : 1 april 2012 Energie

Nadere informatie

Energie Management ACTIE Plan

Energie Management ACTIE Plan 1. Inleiding Het Energie Management ACTIE Plan (EMAP) geeft weer hoe binnen A-GARDEN.V. de zogenaamde stuurcyclus (Plan-Do-Check-Act) wordt ingevuld om de prestaties en doelstellingen van het energiemanagement

Nadere informatie

Roy Verstegen. Managementenergie Actieplan

Roy Verstegen. Managementenergie Actieplan Roy Verstegen Managementenergie Actieplan 1. Inleiding In dit document worden de concrete CO2-reductiemaatregelen en reductiedoelstellingen van het Roy Verstegen B.V. beschreven. De voortgang met betrekking

Nadere informatie

CO 2 HANDBOEK RASENBERG INFRA

CO 2 HANDBOEK RASENBERG INFRA CO 2 HANDBOEK RASENBERG INFRA Onderwerp Organisatie O 2 handboek : Rasenberg Infra INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 2 AFBAKENING... 4 2.1 INLEIDING... 4 2.2 ORGANISATORISCHE AFBAKENING... 4 2.3 ENERGIESTROMEN...

Nadere informatie

CO 2 Managementplan. Ruigrok Nederland. Autorisatiedatum: Versie: 1.1. Handtekening autoriserend verantwoordelijke manager:

CO 2 Managementplan. Ruigrok Nederland. Autorisatiedatum: Versie: 1.1. Handtekening autoriserend verantwoordelijke manager: CO 2 Managementplan Ruigrok Nederland Auteur: J.P.Hesp Autorisatiedatum: 30-11-2018 Versie: 1.1 Handtekening autoriserend verantwoordelijke manager: CO 2 Managementplan 2.C.2 & 3.B.2 Inhoud INHOUD... 2

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan NEN-ISO 50001 Rey beheer ID 3B

Energiemanagement actieplan NEN-ISO 50001 Rey beheer ID 3B Energiemanagement actieplan NEN-ISO 50001 Rey beheer ID 3B Amsterdam 1 juli 2015 Rene Rutte Jeroen de Ruiter Akkoord namens directie Datum: Handtekening: 0. Inhoud 0. Inhoud... 2 1. Inleiding... 3 2. Onderdelen

Nadere informatie

Beschrijving Energie Management Systeem

Beschrijving Energie Management Systeem Beschrijving Energie Management Systeem 11 maart 2014 Dit document beschrijft het Energie Management Systeem en het reductieplan voor realisatie van de energiereductie doelstellingen van Bepacom B.V. StenVi

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan. Koninklijke Bammens

Energiemanagement actieplan. Koninklijke Bammens Maarssen, 16 februari 2015 Auteur(s): Niels Helmond Geaccordeerd door: Simon Kragtwijk Directievertegenwoordiger Milieu / Manager Productontwikkeling C O L O F O N Het format voor dit document is opgesteld

Nadere informatie

CO 2 managementplan. Jan Knijnenburg B.V. Auteur: Adviseur MVO Consultants. Versie: 1.0. Handtekening autoriserend verantwoordelijk manager

CO 2 managementplan. Jan Knijnenburg B.V. Auteur: Adviseur MVO Consultants. Versie: 1.0. Handtekening autoriserend verantwoordelijk manager CO 2 managementplan Jan Knijnenburg B.V. Auteur: Adviseur MVO Consultants Versie: 1.0 Datum: xx-xx-2015 Handtekening autoriserend verantwoordelijk manager Authorisatiedatum: Naam:.. Inhoud 1 Inleiding...

Nadere informatie

Energie en emissiebeleid

Energie en emissiebeleid Energie en emissiebeleid Proludic B.V. wil voortdurend zoeken naar mogelijkheden voor meer energie en milieuvriendelijke uitvoering van de werkzaamheden en streeft naar continue verbetering. Om deze reden

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Conform 3.B.2 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Veko Lightsystems International B.V. Auteur(s): T. van Kleef, Operations

Nadere informatie

(Energie) management-actieplan

(Energie) management-actieplan (Energie) management-actieplan Eis 3.B.2 Barendrecht, Oktober 2013 Auteur: Sabine Droog Geaccordeerd door: Leo Droog Directeur Edwin Oudshoorn Bedrijfsleider/ MVO Verantwoordelijk Inhoud 1. Inleiding 3

Nadere informatie

CO 2 management plan. INCONTROL Management Consultants B.V. INCONTROL Simulation Software B.V.

CO 2 management plan. INCONTROL Management Consultants B.V. INCONTROL Simulation Software B.V. CO 2 management plan INCONTROL Management Consultants B.V. INCONTROL Simulation Software B.V. Auteur: Jan C.D. Thiermann Autorisatiedatum: 30-10-2018 Versie: 1.0 Handtekening autoriserend verantwoordelijke

Nadere informatie

CO 2 Managementplan Energie meetplan 2.C.2 & 3.B.2 & 4.A.2. Jade Beheer B.V. OFN OFS 2C. Autorisatiedatum: 19-03-2016 Versie: 1.0

CO 2 Managementplan Energie meetplan 2.C.2 & 3.B.2 & 4.A.2. Jade Beheer B.V. OFN OFS 2C. Autorisatiedatum: 19-03-2016 Versie: 1.0 CO 2 Managementplan Energie meetplan 2.C.2 & 3.B.2 & 4.A.2 Jade Beheer B.V. OFN OFS 2C Auteur: Coert van Maren Autorisatiedatum: 19-03-2016 Versie: 1.0 CO 2 management plan 2.C.2 & 3.B.2 & 4.A.2 1 Inhoud

Nadere informatie

CO 2 -footprint (jan-juni) 2014 scope 1 & 2

CO 2 -footprint (jan-juni) 2014 scope 1 & 2 CO 2 -footprint (jan-juni) 2014 scope 1 & 2 Project met gunningvoordeel; Raamovereenkomst Gemeente woerden Bruco Zegveld B.V. Ouwejan & F. de Bruijn Infra B.V. Ouwejan & F. de Bruijn Materieel B.V. Heifra

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2015 H1 + H2

Periodieke rapportage 2015 H1 + H2 Periodieke rapportage 2015 H1 + H2 17-02-2016 Periodieke rapportage 2015 H2 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2

CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2 CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2 Niek Konijn Holding B.V. Loon- en Verhuurbedrijf Niek Konijn B.V. Konijn Cultuur Techniek B.V. Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Beschrijving van de organisatie 2 3. Afbakening

Nadere informatie

Energie Management Actieplan Conform 3.B.2

Energie Management Actieplan Conform 3.B.2 Energie Management Actieplan Conform 3.B.2 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Auteur(s): Mevr. Marjan Giezen, CO₂-functionaris, PUK Benelux B.V. Marcel

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2

CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2 CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2 Gebr. Kloens B.V. versie; 2-4-2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Beschrijving van de organisatie 2 3. Afbakening 3 4. Berekeningsmethodiek 5 5. Emissie-inventaris 6 6.

Nadere informatie

Energiemanagement Actieplan

Energiemanagement Actieplan 1 van 8 Energiemanagement Actieplan Datum Rapportnr Opgesteld door Gedistribueerd aan A. van de Wetering & H. Buuts 1x Directie 1x KAM Coördinator 1x Handboek CO₂ Prestatieladder 1 2 van 8 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

CO -footprint 2012 2

CO -footprint 2012 2 CO 2 -footprint 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Beschrijving van de organisatie 2 3. Afbakening 3 4. Berekeningsmethodiek 5 5. Emissie-inventaris 6 6. CO 2 -footprint 7 7. Overzicht Emissies 8 8.

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Conform 3.B.2 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Boomkwekerij Gebr. Van den Berk B.V. Auteur(s): R.H.J.M. Raaijmakers,

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2 e helft 2014. 18 maart 2015 versie definitief

Periodieke rapportage 2 e helft 2014. 18 maart 2015 versie definitief Periodieke rapportage 2 e helft 18 maart 2015 versie definitief Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2014 scope 1 & 2

CO 2 -footprint 2014 scope 1 & 2 CO 2 -footprint 2014 scope 1 & 2 V.T.G. Riooltechniek Doc.code: CF Versie: 1 Datum: 10 juni 2015 Status: definitief Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Normatieve verwijzingen 3. Algemeen 4. Afbakening 5. Berekeningsmethodiek

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2

CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2 CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2 Biemond en van Pelt B.V. Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Beschrijving van de organisatie 2 3. Afbakening 3 4. Berekeningsmethodiek 5 5. Emissie-inventaris 6 6. CO 2 -footprint

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Tijssens Electrotechniek B.V. De Boelakkers 25 5591 RA Heeze Energie Management Actieplan 2015 Status: definitief versie 1.0 Datum: november 2015 Datum gewijzigd: n.v.t. Auteur: U.Dorstijn Pagina 1 Inhoud

Nadere informatie

Energie actie- en meetplan 2016

Energie actie- en meetplan 2016 Energie actie- en meetplan 2016 3.B.2 Opgesteld door: Energie actie- en meetplan 2014-2020 Cheryl de Vette Van Beek Infra Groep B.V. CO2 Prestatieladder, versie 3.0 Geaccordeerd door: Peter van Beek Directeur

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2014

Periodieke rapportage 2014 Periodieke rapportage 2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode 4 1.5 Verificatie 4 2. Afbakening

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2012. Bruco Zegveld B.V.

CO 2 -footprint 2012. Bruco Zegveld B.V. CO 2 -footprint 2012 Bruco Zegveld B.V. Ouwejan & F. de Bruijn Infra B.V. Ouwejan & F. de Bruijn Materieel B.V. Heifra B.V. Versie 17-12-2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Beschrijving van de organisatie

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2014 scope 1 & 2

CO 2 -footprint 2014 scope 1 & 2 CO 2 -footprint 2014 scope 1 & 2 Doc.code: CF 2014 Versie: 4 Datum: 2 juli 2015 Status: definitief Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Normatieve verwijzingen 2 3. Beschrijving van de organisatie 3 4. Afbakening

Nadere informatie

CO 2 Managementplan. Den Breejen. Auteur Martin van Andel Autorisatiedatum Versie 2.0

CO 2 Managementplan. Den Breejen. Auteur Martin van Andel Autorisatiedatum Versie 2.0 CO 2 Managementplan Den Breejen Auteur Martin van Andel Autorisatiedatum 19-01-2018 Versie 2.0 Inhoud 1 INLEIDING... 3 2 ENERGIE MEETPLAN... 4 2.1 PLANNING MEETMOMENTEN... 4 2.2 VESTIGINGEN... 4 SCOPE

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2014 scope 1 & 2

CO 2 -footprint 2014 scope 1 & 2 CO 2 -footprint 2014 scope 1 & 2 Veko Lightsystems International B.V. Doc.code: CF Versie: 1 Datum: 2 maart 2015 Status: Defintief Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Normatieve verwijzingen 3. Beschrijving

Nadere informatie

ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN. 3 oktober 2013

ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN. 3 oktober 2013 ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN code: B1308 3 oktober 2013 datum: 3 oktober 2013 referentie: lak code: B1308 blad: 3/8 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Onderdelen van het energiemanagement actieplan 5 2.1

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Rijssen, Juli 2013 Auteur: L.J. Hoff Geaccodeerd door: M. Nijkamp Directeur Inhoudsopgave 1. Inleiding Pagina 3 2. Beleid CO₂ reductie Pagina 4 3. Borging CO₂ prestatieladder

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan Schilderwerken De Boer Obdam B.V. 2018

Energiemanagement actieplan Schilderwerken De Boer Obdam B.V. 2018 CO2-Prestatieladder Energiemanagement actieplan Schilderwerken De Boer Obdam B.V. 2018 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Auteur(s): R.J. van Stralen

Nadere informatie

CO 2 -Prestatieladder

CO 2 -Prestatieladder Adviesbureau B.V Sint Bavostraat 60C 4891 CK RIJSBERGEN Telefoon (076) 597 47 16 CO 2 -Prestatieladder 3.A.1 Emissie-inventaris met CO2-Footprint www.apconbv.com ..........................................................................................

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Conform 3.B.2 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 VTG Riooltechniek Auteur(s): Dhr. Z. Gompelman, directie Mevr. P. Gompelman,

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2014 scope 1 & 2

CO 2 -footprint 2014 scope 1 & 2 CO 2 -footprint 2014 scope 1 & 2 Biemond en van Pelt B.V. Doc.code: CF Versie: 4 Datum: 7 april 2015 Status: definitief Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Normatieve verwijzingen 2 3. Beschrijving van de

Nadere informatie

Periodieke rapportage 1 e helft 2014

Periodieke rapportage 1 e helft 2014 Periodieke rapportage 1 e helft 2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode 4 1.5 Verificatie

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2012. Loodgietersbedrijf RéVé B.V.

CO 2 -footprint 2012. Loodgietersbedrijf RéVé B.V. CO 2 -footprint 2012 Loodgietersbedrijf RéVé B.V. Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Beschrijving van de organisatie 2 3. Afbakening 3 4. Berekeningsmethodiek 5 5. Emissie-inventaris 6 6. CO 2 -footprint

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2014

Periodieke rapportage 2014 Periodieke rapportage 2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode 4 1.5 Verificatie 4 2. Afbakening

Nadere informatie

Energie management actieplan

Energie management actieplan Energie management actieplan Conform 3.B.2 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Gebr. Dalmulder Infra Auteur(s): C.J.J. Dalmulder, directeur & CO 2-functionaris

Nadere informatie

3.B.2 Energie Management Actieplan

3.B.2 Energie Management Actieplan Inleiding B.V. is in 2012 gecertificeerd voor niveau 3 van de CO 2 -prestatieladder. Op basis van de uitkomsten uit de interne audits van 2012 en de vragen vanuit de markt, is een vervolgtraject gestart

Nadere informatie

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem CO-2 Rapportage 2013 Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 Aalten 2-5-2014 Versie 2.1 H.J.Slot Geaccordeerd J.Nannings Directeur Inhoudsopgave

Nadere informatie

Logitech B.V. Auteur: Merel van de Geer Autorisatiedatum: 08-02-2016 Versie: 1.0. Handtekening autoriserend verantwoordelijke manager:

Logitech B.V. Auteur: Merel van de Geer Autorisatiedatum: 08-02-2016 Versie: 1.0. Handtekening autoriserend verantwoordelijke manager: CO 2 management plan Logitech B.V. Auteur: Merel van de Geer Autorisatiedatum: 08-02-2016 Versie: 1.0 Handtekening autoriserend manager: CO 2 management plan 2.C.2 & 3.B.2 & 4.A.2 1 Inhoud 1 Inleiding...3

Nadere informatie

CO2 prestatieladder Energie management plan

CO2 prestatieladder Energie management plan CO2 prestatieladder Versie: Definitief Datum: februari 2015 Eis: 2.C.3 Westgaag 42b - 3155 DG Maasland Postbus 285-3140 AG Maassluis Telefoon: 010-5922888 Fax: 010-5918621 E-mail: info@kroes.org Versie:

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 3.0 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 5 september 2017 Versie: 2.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Reductiedoelstellingen...

Nadere informatie

Energiemanagementactieplan

Energiemanagementactieplan CO 2 -prestatieladder Van de Bijl & Heierman B.V. Lakemondsestraat 13b 4043 JC Opheusden 0488 443 093 info@vdbh.nl www.vdbh.nl Opheusden, 29 november 2016 Auteur(s): M. van der Wal-Bredemeijer W. Diepeveen

Nadere informatie

PERIODIEKE RAPPORTAGE 2015

PERIODIEKE RAPPORTAGE 2015 PERIODIEKE RAPPORTAGE 2015 Inhoud 1. INLEIDING... 2 2 BASISGEGEVENS... 3 2.1 Beschrijving de organisatie... 3 2.2 Verantwoordelijkheden... 3 2.3 Basisjaar... 3 2.4 Rapportageperiode... 3 2.5 Verificatie...

Nadere informatie

CO 2 management plan. Conform CO2-prestatieladder 3.0. Datum: 20 september Referentie: Versie: 4.0. Logitech B.V.

CO 2 management plan. Conform CO2-prestatieladder 3.0. Datum: 20 september Referentie: Versie: 4.0. Logitech B.V. CO 2 management plan Conform CO2-prestatieladder 3.0 Datum: 20 september 2018 Referentie: 90005 Versie: 4.0 Logitech B.V. Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Energie meetplan 5 3 Stuurcyclus 6 4 TBV matrix 7

Nadere informatie

Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs

Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs Datum: Januari 2013 Bezoekadres Dorpsstraat 20 7683 BJ Den Ham Postadres Postbus 12 7683 ZG Den Ham T +31 (0) 546 67 88 88 F +31 (0) 546 67 28 25 E

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Conform 3.B.2 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Veko Lightsystems International B.V. Auteur(s): T. van Kleef, Operations

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Nistelrode, februari 2016 Opgesteld door: M. Schakenraad (intern) A. Heerkens (extern) Akkoord directie: Dhr. A. Strijbosch Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Reductiedoelstellingen...

Nadere informatie

Energie Audit verslag 2017 Energie Management Actieplan 2016 t/m 2021

Energie Audit verslag 2017 Energie Management Actieplan 2016 t/m 2021 Energie Audit verslag 2017 Energie Management Actieplan 2016 t/m 2021 15-08-2017 Parafen van alle MT-leden: Onnafhankelijke interne controle door KAM: 1 Energie Audit Verslag 2017/Energie Management Actieplan

Nadere informatie

Energiezorgplan Van Dorp installaties bv 2011 2015. Versie 3.0 (Summary)

Energiezorgplan Van Dorp installaties bv 2011 2015. Versie 3.0 (Summary) Energiezorgplan Van Dorp installaties bv 2011 2015 Versie 3.0 (Summary) Auteurs: Van Dorp Dienstencentrum Datum: Update: Augustus 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Energiebeleid... 3 2.1 Continue

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 3.0 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 30 september 2015 Versie: 1.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding...2 2 Reductiedoelstellingen...3

Nadere informatie

Energiemanagement Actieplan 1.A.1-1.A.2-1.A.3 2.A.1-2.A.2-2.A.3 2.C.2 3.B.2

Energiemanagement Actieplan 1.A.1-1.A.2-1.A.3 2.A.1-2.A.2-2.A.3 2.C.2 3.B.2 1.A.1-1.A.2-1.A.3 2.A.1-2.A.2-2.A.3 2.C.2 3.B.2 Opdrachtgever Van der Waal & Partners B.V. Colofon Opdrachtgever Van der Waal & Partners B.V. Projectnaam Energiemanagement Actieplan Projectnummer 9222

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2

CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2 CO 2 -footprint 2013 scope 1 & 2 Loodgietersbedrijf RéVé B.V. Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Beschrijving van de organisatie 2 3. Afbakening 3 4. Berekeningsmethodiek 5 5. Emissie-inventaris 6 6. CO 2

Nadere informatie

CO 2 -footprint 2012. afbeelding van website klant. V.O.F. G.J. Bongers & Zn.

CO 2 -footprint 2012. afbeelding van website klant. V.O.F. G.J. Bongers & Zn. CO 2 -footprint 2012 afbeelding van website klant V.O.F. G.J. Bongers & Zn. Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Beschrijving van de organisatie 2 3. Afbakening 3 4. Berekeningsmethodiek 5 5. Emissie-inventaris

Nadere informatie

Inhoud. Pagina 2 van 7

Inhoud. Pagina 2 van 7 Energie Audit 2014 Inhoud 1. Introductie... 3 2. Doelstelling... 3 3. Energie-aspecten... 3 Uitstoot door procesemissies... 3 Uitstoot door fabriek installaties... 3 Uitstoot vanuit de kantoorpanden...

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2015 H2. 20 januari 2016

Periodieke rapportage 2015 H2. 20 januari 2016 20 januari 2016 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode 4 1.5 Verificatie 4 2. Afbakening 5

Nadere informatie