Infiltratie in BP Hoefzicht IIa straat te Westerhoven, gem. Bergeijk

Transcriptie

1 Infiltratie in BP Hoefzicht IIa straat te Westerhoven, gem. Bergeijk Betreft Infiltratieadvies Opdrachtnummer VH-4963 Opdrachtgever Aannemersbedrijf van Bergen Geldrop b.v. Postbus AB Geldrop Opgesteld door Gezien Status Codering : : : : Ir. G. Jessen IR. N. Debets Definitief GA, AK, Paraaf : Paraaf : Datum rapport : 9 maart 2009 Son Postbus 94, 5690 AB Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

2 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING PROJECTOMSCHRIJVING ONDERZOEK BORINGEN WATERPASSING DOORLATENDHEIDSMETINGEN TNO GRONDWATERGEGEVENS ARCHIEF ONDERZOEK BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE HOOGTELIGGING MAAIVELD GEOLOGIE (REGIONAAL) BESCHRIJVING BODEMOPBOUW PROJECTLOCATIE GRONDWATER WATERSTANDEN DOORLATENDHEDEN TNO-GEGEVENS INFILTRATIEADVIES BEOORDELING INFILTRATIEMOGELIJKHEDEN ONTWERP INFILTRATIESYSTEEM Algemeen Voorstel met infiltratiesysteem voor de woningen Voorstel met infiltratiesysteem voor de wegen OVERIGE ONTWERPFACTOREN EN UITVOERINGSASPECTEN...8 BIJLAGEN: A. Situatietekening B. Waterpasstaat C. Boringen D. Doorlatendheidmetingen E. TNO grondwaterstandsgegevens F. Resultaten archief-onderzoek G. Berekening infiltratiesysteem VERZENDLIJST 3 x aannemersbedrijf Van Bergen Geldrop bv t.a.v. Dhr. C. Klerks Son Postbus 94, 5690 AB Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

3 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk Blz INLEIDING Door Aannemersbedrijf van Bergen Geldrop b.v. is ons bureau opdracht verstrekt voor een infiltratieonderzoek in het kader van de ontwikkeling van het bestemmingsplan Hoefzicht IIa te Westerhoven, gemeente Bergeijk. Het doel van het onderzoek was na te gaan hoe afgekoppeld hemelwater op eigen terrein verwerkt kan worden. Het onderzoek is als volgt ingevuld. Middels een onderzoek in het terrein en archief-onderzoek zijn de parameters van de ondergrond vastgesteld. Vervolgens is met de deze resultaten en de eisen van de gemeente/waterschap een voorstel uitgewerkt voor een infiltratiesysteem In onderhavig rapport worden de resultaten van een grondonderzoek en een dimensionering van een retentie- en infiltratievoorziening gepresenteerd. 2. PROJECTOMSCHRIJVING In het momenteel nog niet bebouwde gebied Hoefzicht IIa te Westerhoven tussen de Heuvel, aan de Heerstraat, Hoefakkers en het Oude Kerkpad wordt een plan ontwikkeld voor de nieuwbouw van 18 woningen. De nieuwbouw bestaat uit 4 van het type vrijstaand, maar geschakeld door garage, 8 stuks geschakelde woningen en 6 rijtjeswoningen in 1 blok. Ook is er een ontsluitingsweg met een totale lengte van ca. 120 meter voorzien. De weg inclusief parkeerplaatsen, trottoir, etc. is ca. 10 meter breed. De verharding zal in klinkerbestrating worden uitgevoerd. Uit de door de opdrachtgever aangegeven tekeningen zijn de volgende relevante gegevens afgeleid: Tabel 1. Overzicht oppervlakken in het plan Gedeelte Oppervlak [m 2 ] Totale gebied Dakoppervlak Overige verhard Als opleverhoogte voor de wegen en het terrein wordt uitgegaan van een hoogte van ca. 27,00 m+ NAP. In het kader van de waterparagraaf is door de gemeente aangegeven dat een rioleringsysteem met een gescheiden afvoersysteem voor het rwa en dwa voorzien. Het regenwater van de daken zal op de percelen in de ondergrond moeten worden geleid. Voor de overige verharde gedeelten is een gemeenschappelijk systeem voorzien. Voor de infiltratieberekeningen in het gebied van het Waterschap de Dommel is de bui % met ca. 40 mm binnen 240 minuten maatgevend. Daarnaast dient een berging in het totale systeem behaald te worden van 40 mm. Ook moet het systeem binnen 72 uur na de bui geledigd zijn. Voor extreme afvoersituaties dient een overloop naar het d.w.a.-rioolsysteem of open water te worden voorzien. Son Postbus 94, 5690 AB Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

4 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk Blz ONDERZOEK 3.1 Boringen Om inzicht te krijgen in de opbouw en samenstelling van de ondergrond zijn verdeeld over de locatie van de uitbreiding vier boringen uitgevoerd tot op een diepte van 1,0 à 2,0 m- maaiveld. De boringen zijn genummerd B-01 t/m B-04. Tijdens de boorwerkzaamheden is het bodemmateriaal lithologisch onderzocht. Bij het lithologisch onderzoek worden de grondsoorten geclassificeerd volgens NEN5104. In het boorgat B-01 is de actuele grondwaterstand gemeten. De boorstaten zijn uitgetekend ten opzichte van maaiveld. De boorprofielen zijn verzameld onder bijlage C; de locatie van de boringen is aangegeven op de situatietekening SIT-01 bijlage A. 3.2 Waterpassing Bij de waterpassing van de boorpunten is uitgegaan van een dorpelhoogte (Ref=0,00) in de omgeving van het werk. Deze dorpel komt ongeveer overeen met 27 m+ NAP. Voor de omschrijving van het referentiepunt alsmede voor de geregistreerde maaiveldniveaus en grondwaterstanden wordt verwezen naar de waterpasstaat bijlage B. Omdat er ter controle in de omgeving van het bouwproject geen andere NAP-hoogte beschikbaar was, is het nodig na te gaan of het resultaat van onze waterpassing overeenstemt met andere gegevens ten aanzien van de hoogteligging van het terrein. 3.3 Doorlatendheidsmetingen Om de doorlatendheid van de bodem te bepalen, zijn een 4-tal putproeven uitgevoerd. Deze zijn genummerd B-01 t/m B-04 en in de bijlage D gepresenteerd. De doorlatendheid is gemeten van het niet-verstoorde profiel. Het beproefde traject is 0,5 tot 1,2 m- maaiveld. Er wordt als volgt te werk gegaan. Allereerst wordt een gat geboord tot in de te beproeven laag. Vervolgens wordt in het boorgat de apparatuur geplaatst voor de bepaling van de waterdoorlatendheid. Daarna wordt er water in het boorgat gepompt en gemeten hoe snel het grondwater wegstroomt. Bij deze zogenaamde omgekeerde boorgatenmethode (de Porchet-methode) wordt onder gestandaardiseerde omstandigheden de daling van het waterpeil gemeten per tijdsinterval. Daarna kan met de verkregen veldgegevens de doorlatendheid van de laag worden berekend. Per boorgat zijn maximaal 3 meetsessies gedaan. Van deze meetsessies is de doorlatendheid bepaald. De bodem rondom het boorgat zal voldoende verzadigd moeten zijn, om een goede indruk te verkrijgen van de doorlatendheid. De doorlatendheid van de bodem is afhankelijk van het bodemmateriaal, de structuur en de bodemopbouw. Son Postbus 94, 5690 AB Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

5 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk Blz TNO grondwatergegevens Door NITG-TNO te Utrecht wordt een landelijk net van peilbuizen beheerd. Ter aanvulling op de ten tijde van het onderzoek geregistreerde grondwaterstanden is het langjarige grondwaterstandsverloop opgevraagd van peilbuizen die zijn gesitueerd in de nabijheid van de projectlocatie. De locatie van de peilbuizen is aangegeven op de overzichtstekening SIT-02 bijlage E. Voor de grondwaterstandsgegevens wordt verwezen naar bijlage E. 3.5 Archief onderzoek Ter aanvulling op het hiervoor beschreven onderzoek is het archief van Inpijn-Blokpoel voor nader inzicht in de diepere bodemopbouw geraadpleegd. Hierbij is gebruik gemaakt van een grondonderzoek, dat in juli 2003 aan de Hoefakkers in het plan Hoefzicht werd uitgevoerd. Tevens is door de opdrachtgever informatie aangeleverd over waterstanden aan het Hoefpad in het bestemmingsplan. Voor de resultaten verwijzen wij naar de bijlage F. Son Postbus 94, 5690 AB Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

6 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk Blz BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE 4.1 Hoogteligging maaiveld De hoogte van het maaiveld ter plaatse van de boor- en sondeerpunten varieert van ca. 0,3 m- tot 0,2 m- Ref, ofwel ca. 26,7 tot 26,8 m + NAP. Voor meer informatie over de hoogteligging wordt verwezen naar de waterpasstaat bijlage B. 4.2 Geologie (Regionaal) De regionale geologische bodemopbouw is hier globaal als volgt. Vanaf het maaiveld tot op een diepte van ca. 5 meter wordt een toplaag aangetroffen met sedimenten, die gedurende het Laat- en het eind van het Midden-Pleistoceen zijn afgezet ( jaar voor heden). Deze sedimenten behoren tot de Nuenen-Groep en bestaan grotendeels uit afwisselend fijn tot matig fijn zand en leem. Onder de hiervoor beschreven Nuenen Groep bevinden zich de Formaties van Veghel en Sterksel. Deze formaties zijn door de Rijn en de Maas afgezet gedurende het Midden-Pleistoceen ( jaar voor heden) en bestaan in hoofdzaak uit grindhoudend grof zand. Kleilagen komen hierin sporadisch voor. Voornoemde formaties worden aan de onderzijde begrensd door de slecht waterdoorlatende kleiige Formaties van Kedichem en Tegelen. 4.3 Beschrijving bodemopbouw projectlocatie Vanaf het maaiveld worden tot een diepte van ca. 2,0 m (ca. 25 m + NAP) overwegend matig vaste redelijk waterdoorlatende zandafzettingen aangetroffen. Vervolgens is tot op een niveau van ca. 5,0 m- maaiveld (ca. 22 m+ NAP) een wisselend pakket met leemhoudende zandlagen en zandhoudende leemlagen aanwezig. De doorlatenheid van het pakket zal variëren van weinig tot matig goed doorlatend. Vanaf het voornoemde niveau tot de maximaal gesondeerde diepte is sprake van overwegend zandige afzettingen. Son Postbus 94, 5690 AB Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

7 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk Blz GRONDWATER 5.1 Waterstanden Ten tijde van ons onderzoek op 4 maart jl. in het gat van boring B-01 een grondwaterstand ingemeten op ca. 1,95 m- Ref. (1,7 m maaiveld). Tijdens het grondonderzoek VG-7950 in juli 2003 op een terrein aan de Hoefakker is het grondwater op ca. 1,7 m- maaiveld gepeild. In de peilbuis van de gemeente aan het Hoefpad, zijn waterstanden gemeten, variërend 1,5 tot 2,2 m- maaiveld. De exacte locatie van de peilbuis was niet bekend, waardoor deze niet tov NAP kon worden ingemeten. De NAP-hoogten van de waterstanden zijn daarom niet bekend. 5.2 Doorlatendheden Op grond van de infiltratieproeven zijn de doorlatendheden van de beproefde lagen berekend. De uitkomsten van de berekeningen van de doorlatendheid zijn in de tabel 2 weergegeven. Het betreft de range van de gemeten doorlatendheden. Tabel 2. Gemeten doorlatendheden Boring Traject (m- maaiveld) Grondsoort Doorlatendheid (m/d) B-01 0,6 1,2 Zand, zeer fijn, zwak siltig 1,8 2,5 B-02 0,6 1,2 Zand, zeer fijn, zwak siltig 0,9 1,1 B-03 0,6 1,2 Zand, zeer fijn, zwak siltig 1,6 1,9 B-04 0,6 1,2 Zand, zeer fijn, zwak siltig 1,7 2,3 Opmerking Bij de interpretatie en het gebruik van de weergegeven waterdoorlatendheden dient rekening te worden gehouden met de wijze waarop de resultaten zijn vastgesteld. Opgemerkt wordt dat afhankelijk van ondermeer het vochtgehalte in de bodem, de grondwaterspiegel en de gelaagdheid van de bodem, de werkelijke waterdoorlatendheid kan afwijken van de genoemde waarden. De gemeten waarde bij de laatst gemeten reeks kan dan ook als meest representatief worden beschouwd. 5.3 TNO-gegevens Voor de meest nabijgelegen TNO-peilbuis, 57B0153 op circa 400 m afstand, zijn de gemiddelde en extreme grondwaterstanden in onderstaande tabel aangegeven. Tabel 3. Resultaten uit de TNO-informatie Waterstand Maximum GHG GG GLG Minimum [m+ NAP] [m+ NAP] [m+ NAP] [m+ NAP] [m+ NAP] m + NAP 25,30 25,00 24,85 24,50 24,85 Op basis van de TNO-grondwaterstandsgegevens zijn voor de locatie de bovenstaande parameters aangehouden. Son Postbus 94, 5690 AB Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

8 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk Blz INFILTRATIEADVIES 6.1 Beoordeling infiltratiemogelijkheden Voor de dimensionering van een retentie- of infiltratievoorziening wordt vooralsnog uitgegaan van Uitgaande van de richtlijnen Hemelwater binnen de perceelgrens, ISSO publicatie 70-1 kan worden gesteld dat infiltratie van neerslagwater interessant is indien: de doorlatendheid groter is dan 0,4 m/d, de gemiddeld hoogste grondwaterstand dieper dan > 0,7 meter minus bodem van het infiltratieelement aanwezig is, het in te leiden neerslagwater niet is verontreinigd. Gezien de gemeten doorlatendheden voldoet de ondergrond aan de eerste eis. Uitgaande van de 2 e eis en een gemiddeld hoogste grondwaterstand van 25,0 m+ NAP zijn de bergingsmogelijkheden beperkt. Aan de derde eis kan worden voldaan door alleen het schone regenwater te infiltreren. Voor infiltratie van het water zal een zand- en slibvangsysteem moeten worden aangebracht. Voor infiltratiesystemen geldt verder dat een controleerbaar en reinigbaar systeem de voorkeur verdient. Ter vermindering van de kans op dichtslibben dienen de hemelwaterleidingen te zijn voorzien van bladafscheiders en een slibvang. Hemelwater afkomstig van de bestrating kan in meer of mindere mate verontreinigd zijn. Gebruik van speciale geotextielen biedt de mogelijkheid tot zuivering binnen de voorziening. De mogelijkheden voor infiltratie zijn als volgt samen te vatten: 1) Open bestrating: een systeem waarbij het afgekoppeld hemelwater via een doorlatende bestrating wordt geborgen en geïnfiltreerd binnen de wegfundering. Een voorbeeld hiervan is het systeem Aquaflow. Het terrein is hiervoor geschikt; wel zal de humushoudende laag moeten worden weggegraven, voordat het oppervlakkige infiltratiesysteem wordt aangebracht. 2) infiltratie in de ondiepe ondergrond. Hierbij valt te denken aan infiltratie via kratten, greppel, infiltratiekoffers en of infiltratieriool. De dikte van de onverzadigde laag boven het grondwaterniveau bedraagt ca. 2,0 meter, het systeem zal daarom relatief opdiep moeten worden aangelegd.. 3) infiltratie naar de dieper ondergrond. Dit kan middels grindpalen, etc. naar de diepere zandlagen. Niet geschikt, omdat deze lagen verzadigd zijn met grondwater. Son Postbus 94, 5690 AB Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

9 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk Blz Ontwerp Infiltratiesysteem Algemeen Om te beoordelen hoe de overtollige neerslag in de ondergrond kan worden geleid, zijn door ons bureau berekeningen uitgevoerd. Bij de berekeningen is ervan uitgegaan dat de hoeveelheid neerslag bij een bui van T=10 met 10 % (totaal 40 mm in 240 minuten) in het systeem wordt geborgen. Tijdens de bui en hierna zal het water in de ondergrond infiltreren. Ook is parallel een bui doorgerekend met T=100. Door het waterschap De Dommel worden aanvullende voorwaarden gesteld: 1) dat het systeem een leeglooptijd van ten hoogste 72 uur mag hebben. 2) De hoeveelheid natuurlijke afstroming kan in de verwerken hoeveelheid door het systeem in mindering worden gebracht. Conform de informatie van het waterschap met afvoercoëfficiënten kan voor de natuurlijke afstroming een waarde van 0,5 l/s/ha worden aangehouden. Op grond van de eisen van de gemeente Bergeijk stellen wij voor om het regenwater van de daken in een element met infiltratiekratten te leiden: dit element is opgebouwd uit kunststof kratten omsloten door geotextiel. De kratten hebben met een porositeit van ca. 95 %. De afmetingen van 1 losse krat is circa 0,4x0,4x0,8 m. Met deze kratten kan een groter element worden gevormd, afhankelijk van de gewenste bergingscapaciteit. Voor de overige verharde oppervlakken (wegen, parkeerplaatsen, etc.) is uitgegaan van een infiltratiebuis in een zandkoffer. De it-buis bestaat uit een kunststof of betonnen buis, over de gehele lengte en omtrek voorzien van perforatie. In dit advies is gewerkt met een buis 400 mm. Deze buis zal in een zandkoffer omsloten door geotextiel worden gelegd. Voor het zandkoffer wordt een porositeit van circa 30 % aan gehouden. Bij de bepaling van de infiltratiecapaciteit wordt er impliciet van uitgegaan dat een gedeelte van de bodem van het systeem op termijn dicht zal slibben en daardoor niet voor infiltratie beschikbaar is. Het grootste gedeelte van de infiltratie zal plaats vinden via de wanden. Voor de bodem is een k- waarde gehanteerd, die 10x lager is dan voor de wanden. Bij de berekeningen is de extra berging in de toevoerleidingen verwaarloosd Voorstel met infiltratiesysteem voor de woningen Voor de infiltratie van het regenwater van de daken zijn wij uitgegaan van een systeem opgebouwd met kratten. Dit is bepaald voor een woning met een dakoppervlak van ca. 110 m 2. Het vloeroppervlak van het systeem met de kratten is dan 2,0 x 1,6 meter groot. De hoogte bedraagt 1,2 meter. Wij gaan ervan uit dat de kratten op ca. 0,6 m- maaiveld worden aangebracht. Voor de resultaten van de berekeningen verwijzen wij naar de bijlage G. Son Postbus 94, 5690 AB Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

10 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk Blz Voorstel met infiltratiesysteem voor de wegen Voor de wegen zijn uit uitgegaan van een systeem opgebouwd met een It-buis in een zandkoffer. Het systeem kan in de rioolsleuf direct onder het funderingspakket van de weg aangebracht. De bovenkant van het systeem zal dan op ca. 26,4 m+ NAP liggen. Uit de berekeningen in bijlage G volgt een totale lengte van 120 meter. Het zandkoffer zal ca 1,0 meter hoog en 0,9 meter breed moeten zijn. In de sleuf is ook een It-buis met een diameter van 0,4 meter voorzien. Wij adviseren om deze buis op 0,1 m- de top van het zandkoffer te leggen. Voor de resultaten van de berekeningen verwijzen wij naar de bijlage G. 6.3 Overige ontwerpfactoren en uitvoeringsaspecten Om de bergings- en infiltratiecapaciteit van een retentie- en infiltratievoorziening te behouden dient de instroom van sediment te worden voorkomen. Het systeem dient derhalve te worden voorzien van een zand- en slibvang en bladafscheiders aan de instroomzijde van de voorziening. Daarnaast kan het noodzakelijk zijn om het aanvoersysteem op te schonen. Wij adviseren om hiermee bij het ontwerp rekening te houden. Om scheiding tussen de grondslag en het infiltratie-element te waarborgen, is het aanbevelenswaardig om het element in een grondscheidend doek te leggen. De doorlatendheid van het doek moet minimaal 10x de doorlatendheid van het natuurlijke zand bedragen. Om te voorkomen dat, in situaties dat er meer neerslag (b.v. T=100) verwerkt moet worden dan waarop de voorziening is gedimensioneerd, er wateroverlast zal optreden dient de voorziening te worden uitgebreid met een noodoverloop. Het overtollige water kan worden afgevoerd naar het openbaar (regenwater)riool of naar nabijgelegen oppervlaktewater. In verband met de ontluchting bij het vullen van de elementen, dient het systeem van een ontluchtingsbuis naar het maaiveld te worden voorzien. Het gedetailleerde ontwerp zal door de leverancier van het systeem moeten worden verzorgd. Wij adviseren om de infiltratiesystemen op voldoende afstand van op staal gefundeerde bebouwing (ca. 5 meter) of eventuele kelders (ca. 10 meter) vandaan te projecteren, zodat de infiltratie geen negatief effect heeft op de bebouwing. Bij het loodrecht uitgraven van de sleuven en/of de putten moet rekening worden gehouden met het inkalven van de wanden als gevolg van de losgepakte en weinig cohesieve bovengrond. Ook zal er niet met voertuigen langs de ontgraven sleuf gereden moeten worden; door de voertuigen kan de stabiliteit van de wand van de sleuf sterk afnemen. Wij adviseren om een minimale afstand van het voertuig tot de sleuf aan te houden, gelijk aan de sleufdiepte. Bij de ontgravingswerkzaamheden zal het vrijkomend materiaal uit puin, leem, zand, etc. bestaan. Bij eventuele afvoer van de grond van de bouwlocatie zal er rekening moeten worden gehouden dat de benodigde milieukundige verklaringen (b.v. AP04) aanwezig zijn. Indien gewenst kunnen wij dit voor u verzorgen. Son Postbus 94, 5690 AB Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

11 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk Blz. 9 GJN Son Postbus 94, 5690 AB Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

12 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk Bijlage A Situatietekening Postbus 94, 5690 AB Son Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

13

14 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk Bijlage B Waterpasstaat Postbus 94, 5690 AB Son Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

15 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie Hoefzicht 11a Plaats : Westerhoven WPS-01 WATERPASSTAAT Referentiepunt : Dorpel I Hoogteligging referentiepunt : 0,00 m + Ref Locatie referentiepunt : Hoefakker 6 Datum meting : B-01 0,27 m - Ref B-02 0,10 m - " B-03 0,08 m - " B-04 0,15 m - " Grondwaterstand B-01 ( ) 1,68 m - " Put I 0,29 m - " Postbus AB Son Telefoon/Fax: F

16 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk Bijlage C Boorprofielen en verklaring codering Postbus 94, 5690 AB Son Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

17 Projectcode: VH-4963 Boring: B-01 Datum: GWS cm - mv: 141 Maaiveldhoogte: -0,27 m t.o.v. Ref Opmerking: 0,00 1,00 0,00 0,15 0,45 0,95 1,50 1,70 Zand, zeer fijn, matig siltig, sterk humeus, zwart Zand, matig fijn, matig siltig, matig roesthoudend, bruingrijs Zand, matig fijn, matig siltig, bruingrijs Zand, matig fijn, matig siltig, grijs Zand, matig fijn, matig siltig, matig roesthoudend, lichtbruin Boring: B-02 Datum: GWS cm - mv: Maaiveldhoogte: -0,1 m t.o.v. Ref Opmerking: 0,00 1,00 0,00 0,40 0,50 1,10 Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, zwart Zand, zeer fijn, matig siltig, matig roesthoudend, licht oranjebruin Zand, matig fijn, matig siltig, zwak grindig, grijs Boring: B-03 Datum: GWS cm - mv: Maaiveldhoogte: -0,08 m t.o.v. Ref Opmerking: 0,00 1,00 0,00 0,35 0,60 0,70 1,10 Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, zwart Zand, zeer fijn, matig siltig, matig roesthoudend, licht oranjebruin Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, grijs Zand, matig fijn, matig siltig, grijs Boring: B-04 Datum: GWS cm - mv: Maaiveldhoogte: -0,15 m t.o.v. Ref Opmerking: 0,00 1,00 0,00 0,20 0,40 0,60 0,80 1,10 Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, zwart Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, bruin Zand, zeer fijn, matig siltig, matig roesthoudend, licht grijsbruin Zand, matig fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, grijs Zand, matig fijn, matig siltig, matig roesthoudend, grijs Projectnaam: Infiltratie Hoefzicht 11a te Westerhoven

18

19 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk Bijlage D Resultaten doorlatendheidsproeven Postbus 94, 5690 AB Son Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

20

21

22

23

24 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk Bijlage E TNO-grondwaterstandsgegevens Postbus 94, 5690 AB Son Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

25

26

27

28

29

30

31 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk Bijlage F Resultaten archief-onderzoek Postbus 94, 5690 AB Son Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

32

33

34 Opdracht : VH-4963 Project : Infiltratie in BP Hoefzicht IIa Plaats : Westerhoven, gem. Bergeijk Bijlage G Berekening infiltratiesystemen Systeem met kratten Systeem met IT-buis Postbus 94, 5690 AB Son Tevens vestigingen: Hoofddorp T Sliedrecht T

35

36