Zowel de werknemersdelegatie als de werkgeversdelegatie zijn gehoord tijdens een zitting van de LAAC, gehouden op maandag 24 maart 2014 te Utrecht. De
|
|
- Tobias Lenaerts
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Advies inzake een geschil tussen de werkgeversdelegatie en de werknemersdelegatie van de commissie voor georganiseerd overleg van de Stadsregio Rotterdam Bij brief van 24 februari 2014 heeft de werknemersdelegatie van de commissie voor georganiseerd overleg van de Stadsregio Rotterdam de Lokale Advies- en Arbitrage commissie (LAAC), ingesteld door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten verzocht om advies. I. Verzoek om advies De werknemersdelegatie vraagt bij brief van 24 februari 2014 advies over de toe te passen sociale regeling bij liquidatie van de Stadsregio Rotterdam. De werkgeversdelegatie stelt zich volgens de werknemersdelegatie op het standpunt dat het Sociaal Statuut Rotterdam van 2013 (SSR2013) zonder aanvullingen dient te worden toegepast en dat het mens volgt taak -principe niet kan worden gehanteerd. De werknemersdelegatie is van mening, dat de werkgeversdelegatie niet (in redelijkheid) tot dit besluit kan komen en stelt zich op het standpunt dat: 1. een eigenstandige, met de werknemersdelegatie overeengekomen sociale regeling voor afbouw en liquidatie van de Stadsregio Rotterdam vereist is; 2. een eigenstandige sociale regeling voor liquidatie van de Stadsregio Rotterdam gewenst is; 3. van de Stadsregio Rotterdam (meer) inspanningen mogen worden gevergd in het kader van werkzekerheid voor wat betreft de plaatsing van medewerkers bij de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag of bij andere besturen die de taken van de stadsregio na liquidatie op zich nemen 4. de Stadsregio Rotterdam voor toepassing van het mens volgt taak -principe dient zorg te dragen voor wat betreft tenminste de wettelijke taken; 5. de werkgeversdelegatie in strijd heeft gehandeld met het overeenstemmings- dan wel instemmingvereiste; 6. er geen open en reëel overleg met de werkgeversdelegatie heeft plaatsgevonden Aan de LAAC wordt verzocht advies uit te brengen, hetgeen ertoe zou moeten leiden dat de werknemersdelegatie in zijn standpunt wordt bevestigd. De werknemersdelegatie verzoekt de LAAC tevens te adviseren dat: 1. de werkgeversdelegatie alsnog middels open en reëel overleg met de werknemersdelegatie tot overeenstemming dient te komen over de sociale regeling voor afbouw en liquidatie van de stadsregio; 2. de werkgeversdelegatie alsnog zorg dient te dragen voor toepassing van het mens volgt taak -principe voor wat betreft tenminste de wettelijke taken; 3. de werkgeversdelegatie alsnog (meer) inspanningen dient te verrichten in het kader van werkzekerheid voor wat betreft de plaatsing van medewerkers bij de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag of bij andere besturen die de taken van de stadsregio na liquidatie op zich nemen; 4. de werkgeversdelegatie het besluit van 12 februari 2014, voor zover dit betrekking heeft op de sociale maatregelen, intrekt. 1
2 Zowel de werknemersdelegatie als de werkgeversdelegatie zijn gehoord tijdens een zitting van de LAAC, gehouden op maandag 24 maart 2014 te Utrecht. De heren P. Marcus en G.J. W. den Toom (GO leden) alsmede mevrouw W. Pijnacker (bestuurder CNV Publieke Zaak) bijgestaan door mevrouw mr. K.M.J.R. Maessen, vertegenwoordigden de werknemersdelegatie. De heer Koen (portefeuillehouder Middelen bij de Stadsregio Rotterdam) en mevrouw J. Fix (secretaris-algemeen directeur) bijgestaan door de heer mr. J. Zwennis waren aanwezig namens de werkgeversdelegatie. De werkgeversdelegatie heeft haar standpunt ook schriftelijk toegelicht in een nota van informatie van 17 maart II. Het ontstaan van het geschil De Stadsregio Rotterdam is een samenwerkingsverband van 15 gemeenten in de regio Rijnmond en belast met de uitvoering van taken, die door de rijksoverheid bij de plusregio zijn belegd, met name op het gebied van verkeer en vervoer en jeugdzorg. Bij de overgang van personeel van de gemeente Rotterdam naar de stadsregio per 1 januari 2005 zijn afspraken gemaakt die zijn vastgelegd in de zogeheten Ontvlechtingsovereenkomst. De formatie van de Stadsregio Rotterdam omvat 59 fte en op 1 maart 2014 waren nog 45 medewerkers in dienst. Door wetgeving komen vrijwel alle taken van de Stadsregio Rotterdam te vervallen en hebben de deelnemende gemeenten ingestemd met het voornemen de stadsregio per 1 januari 2015 formeel op te heffen en het liquidatieplan vastgesteld. Het opheffingsbesluit wordt in gang gezet zodra de Eerste Kamer heeft ingestemd met de Wet opheffing plusregio s. Na opheffing volgt een periode van liquidatie. Tegelijkertijd zijn 24 gemeenten in de regio Haaglanden en Rotterdam met elkaar in gesprek over de oprichting van een gemeenschappelijke regeling, de Metropoolregio Den Haag Rotterdam (MRDH) en een bestuurscommissie, de vervoersautoriteit (VA). De MRDH/VA is niet de voortzetting van de Stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden. Beide organisaties tellen samen ruim 200 medewerkers, terwijl de nieuwe organisatie een vaste kern met een omvang van circa 10 fte (MRDH) en 50 fte (VA) zal hebben. De voorzitters van het Stadsgewest Haaglanden en de Stadsregio Rotterdam zijn in een gentlemens agreement overeengekomen dat medewerkers van beide organisaties een plek kunnen krijgen bij de nieuwe organisatie met als uitgangspunt indiensttreding op basis van behoefte en geschiktheid en een fifty-fifty verdeling van medewerkers afkomstig van het Stadsgewest Haaglanden en de Stadsregio Rotterdam. Op het personeel van de Stadsregio Rotterdam zijn de rechtspositieregels van de gemeente Rotterdam van toepassing. Gelet op de voorziene opheffing van de stadsregio en het dientengevolge vervallen van alle functies is in 2012 een melding gedaan aan de vakorganisaties. Deze melding heeft begin 2012 geleid tot ambtelijk technisch overleg met de vakorganisaties over de personele gevolgen van de verwachte opheffing. Dit overleg heeft niet geleid tot een Sociaal Plan of tot overeenstemming over enige personele of rechtspositionele maatregel en is medio 2012 opgeschort zodra duidelijk werd dat de indiening van het wetsvoorstel tot opheffing van de plusregio s door de val van het kabinet aanzienlijke vertraging zou oplopen. Eind 2012 heeft de gemeente Rotterdam overeenstemming met de vakorganisaties bereikt over het SSR2013. Toen duidelijk werd dat het kabinet Rutte II eveneens streefde naar afschaffing van de plusregio s is het overleg over een sociaal plan dat ziet op de opheffing van Stadsregio Rotterdam begin 2013 weer opgestart. Op 27 februari 2013 kondigde de toenmalige secretaris-algemeen directeur van de stadsregio aan het personeel aan, dat het SSR2013 handvatten biedt voor de opheffing van de Stadsregio. Bij brief van 22 april 2013 is de werknemersdelegatie van dit standpunt op de hoogte gebracht. De behoefte aan een eigen sociaal plan zou vanwege het SSR2013 zijn verdwenen. Conform de nieuwe CAO voor gemeenten zou het SSR2013 het uitgangspunt bevatten dat de status van herplaatsingskandidaat na 24 maanden ophoudt en in principe wordt overgegaan tot ontslag van de betreffende medewerker. Daarmee verviel volgens de werkgeversdelegatie de noodzaak van een eigen Sociaal Plan voor de Stadsregio Rotterdam; dit in tegenstelling tot de situatie die bestond onder de werking van het vorige sociaal statuut van Rotterdam van
3 Bij brief van 12 juni 2013 heeft de werknemersdelegatie aan de secretaris-algemeen directeur laten weten hierover anders te denken. De werknemersdelegatie heeft om overleg gevraagd en beriep zich op de bestaande ontvlechtingsovereenkomst, die bepaalt dat in geval van liquidatie een sociaal plan moet worden opgesteld. Op 14 juni 2013 is het wetsvoorstel tot afschaffing van de plusregio s ingediend en op 11 juli 2013 werd een ontwerp-liquidatieplan ter advisering voorgelegd aan de ondernemingsraad van de Stadsregio Rotterdam. De ondernemingsraad heeft hierover negatief geadviseerd. Bij brief van 16 juli 2013 laat de secretaris-algemeen directeur aan de werknemersdelegatie weten, dat er naar haar oordeel geen aanleiding is de gesprekken over een sociaal plan te hervatten. Op 6 september 2013 heeft de werknemersdelegatie haar mening nog eens kenbaar gemaakt en verzocht om het beleggen van een vergadering van de commissie voor georganiseerd overleg. Dit overleg heeft plaatsgevonden op 12 november 2013, maar heeft niet tot resultaat geleid. Op 20 januari 2014 heeft opnieuw overleg plaatsgevonden. Daarin is door de werkgeversdelegatie aangegeven, dat geen aanvullend sociaal plan zal worden opgesteld en dat geen medewerking zal worden verleend aan een adviesaanvraag bij de LAAC. De werknemersdelegatie heeft bij brief van 24 januari 2014 aangegeven, dat geen overeenstemming kan worden bereikt en dat de LAAC om advies zal worden gevraagd. De daarop volgende vergadering van de commissie voor georganiseerd overleg, die op 17 februari 2014 heeft plaatsgevonden, heeft niet tot een andere uitkomst geleid. De adviesaanvraag van de werknemersdelegatie is van 24 februari Het algemeen bestuur van de Stadsregio Rotterdam heeft op 12 februari 2014 besloten tot liquidatie conform het ontwerp-liquidatieplan. III. Standpunt werknemersdelegatie De werknemersdelegatie stelt zich op het standpunt, dat een eigenstandige sociale regeling voor de liquidatie van de stadsregio vereist dan wel tenminste gewenst is. Gewezen wordt op artikel 4.1 van de ontvlechtingsovereenkomst, die voorschrijft, dat bij een ontbinding van de stadsregio een sociaal plan moet worden opgesteld, waarin ten aanzien van personeelsleden een bestemmingsbeslissing wordt genomen. In strijd met deze bepaling zou de werkgeversdelegatie weigeren een sociaal plan op te stellen. De werknemersdelegatie is het niet eens met de stelling van de werkgeversdelegatie, dat deze bepaling niet meer van toepassing zou zijn. De oude Wet Gemeenschappelijke regelingen is per 1 januari 1985 ingetrokken en de ontvlechtingsovereenkomst dateert van Met de verwijzing naar artikel 108 van de wet kan dus geen verwijzing naar de overgangsregeling bedoeld zijn. Verder wijst de werknemersdelegatie erop, dat de werkgeversdelegatie een discretionaire bevoegdheid heeft om af te wijken van het SSR2013. Dit zou onder meer blijken uit artikel 54 derde lid van de toepasselijke gemeenschappelijke regeling. Bovendien volgt uit het SSR2013 zelf, dat aanvullende afspraken dienen te worden gemaakt waar het gaat om meer ingrijpende reorganisaties, zoals verzelfstandiging. Overigens wijst de werknemersdelegatie op verschillen in rechtspositie van de medewerkers van de stadsregio ten opzichte van de medewerkers van de gemeente Rotterdam, waardoor geen sprake kan zijn van gelijke gevallen. Ook om die reden is er aanleiding nadere afspraken te maken. Volgens de werknemersdelegatie is in 2012 overeengekomen dat een eigenstandig sociaal plan voor de ontbinding van de stadsregio zou worden opgesteld. Dit zou worden bevestigd in het daartoe destijds opgestelde concept-sociaal plan en in het planningsdocument van het directieteam van december Deze afspraak is volgens de werknemersdelegatie in februari 2013 zonder voorafgaand overleg geschonden door de werkgeversdelegatie. De werknemersdelegatie mocht erop vertrouwen, dat met haar een sociaal plan zou worden overeengekomen en kan de uitleg die daaraan nu door de werkgeversdelegatie wordt gegeven niet volgen. Het SSR2013 is geschreven voor organisatiewijzigingen, niet voor opheffing van de stadsregio. Verzelfstandiging van delen van het concern valt ook binnen het SSR2013, maar in dat geval dienen afspraken te worden gemaakt, die in een specifiek sociaal plan worden opgenomen. De medewerker van de stadsregio zou bij liquidatie en bij het volgen van het standpunt van de werkgeversdelegatie in een ongunstiger positie komen te verkeren dan in geval er slechts sprake zou zijn van een organisatiewijziging. Dat kan volgens de werknemersdelegatie niet de bedoeling zijn. Een liquidatie valt naar het oordeel van de werknemersdelegatie bovendien niet onder het begrip 3
4 ingrijpende organisatieverandering als bedoeld in het SSR2013. Het gaat immers niet om een verandering in het werkproces, maar om het volledig verdwijnen van een werkgever. Het SSR2013 kan in de onderhavige situatie dan ook niet van toepassing kan zijn. Ook daaruit blijkt de noodzaak van aanvullende afspraken. De Stadsregio Rotterdam houdt de processen van liquidatie van de stadsregio en opbouw en inrichting van de MRDH/VA volgens de werknemersdelegatie kunstmatig gescheiden. Verwezen wordt naar een aantal omstandigheden waaruit zou blijken dat dit niet op zijn plaats is. Genoemde processen kunnen niet los van elkaar worden gezien. Ten onrechte blijft het inzetten van menskracht vanuit de stadsregio bij de nieuw te vormen organisatie voor een groot deel buiten beeld. De werkgeversdelegatie wenst geen afspraken te maken over plaatsing van medewerkers bij de MRDH/VA en wil het mens volgt taak -principe niet hanteren. Volgens de werknemersdelegatie mogen van de Stadsregio Rotterdam meer inspanningen worden gevraagd in het kader van werkzekerheid en rechtspositie voor wat betreft de plaatsing van medewerkers bij de MRDH/VA of bij andere besturen, die de taken van de stadsregio na liquidatie overnemen van de Stadsregio Rotterdam. Met verwijzing naar onder meer de artikelen 121s en 121t van het Ambtenarenreglement van de gemeente Rotterdam stelt de werknemersdelegatie zich op het standpunt dat terzake van deze aangelegenheid een overeenstemmingsrecht bestaat. Er zou geen open en reëel overleg zijn gevoerd en de positie van de werknemersdelegatie zou door de werkgeversdelegatie niet serieus zijn genomen. De besluiten tot liquidatie van de stadsregio en het besluit tot het hanteren van het SSR2013 zijn volgens de werknemersdelegatie besluiten waaraan individuele ambtenaren rechten kunnen ontlenen en maatregelen die de werkgelegenheid raken. De werknemersdelegatie is van mening, dat hiervoor het overeenstemmingsvereiste geldt en verzoekt dan ook uit te spreken dat de werkgeversdelegatie in strijd met het overeenstemmingsvereiste heeft gehandeld. IV. Standpunt werkgeversdelegatie De werkgeversdelegatie is van mening, dat de rechtspositieregelingen van de gemeente Rotterdam op grond van artikel 42 van de gemeenschappelijke regeling onverkort van toepassing zijn op het personeel van de Stadsregio Rotterdam. Betwist wordt dat de stadsregio de verplichting zou hebben een sociaal plan met de werknemersdelegatie overeen te komen. Deze verplichting vloeit volgens de werkgeversdelegatie niet voort uit de toepasselijke rechtspositieregelingen. Het gaat in dit geval immers niet om een verzelfstandiging als bedoeld in het toepasselijke SSR2013. Het SSR2013 is bindend voor alle vormen van (ingrijpende) organisatieveranderingen. Hierdoor wordt voorkomen dat bij verschillende reorganisaties nog afzonderlijke (nadere) afspraken noodzakelijk zijn (behoudens bij een verzelfstandiging, die hier niet aan de orde is). Evenmin vloeit een dergelijke verplichting voort uit de gemeenschappelijke regeling. Weliswaar biedt artikel 54 van de gemeenschappelijke regeling aan het bestuur bij opheffing van de stadsregio de discretionaire bevoegdheid af te wijken van de gemeenschappelijke regeling en daarmee impliciet van artikel 42, maar een verplichting is niet opgenomen. Verder stelt de werkgeversdelegatie zich op het standpunt, dat ook de ontvlechtingsovereenkomst niet de verplichting met zich brengt een sociaal plan op te stellen. Deze overeenkomst bevat een gedateerde uitwerking van het vervallen artikel 108 van de Wet Gemeenschappelijke regelingen. Na de wijziging van de wet is de ontvlechtingsovereenkomst weliswaar in stand gebleven, maar de verantwoordelijkheid voor het regelen van de personele consequenties is bij het bestuur komen te liggen. In dit geval is die verantwoordelijkheid uitgewerkt in maatregelen op grond van het SSR2013. Artikel 4.2 van de ontvlechtingsovereenkomst spreekt over mens volgt taak bij overdracht van wettelijke taken van de stadsregio. In het ambtenarenrecht is volgens de werkgeversdelegatie geen pendant van de artikelen 7:662 e.v van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. De Europese Richtlijn inzake overdracht van ondernemingen geldt evenmin voor ambtenaren. Het adagium mens volgt taak kan in het ambtenarenrecht een recht noch een verplichting opleveren; de stadsregio kan een medewerker immers rechtspositioneel niet verplichten een functie buiten het gezagsbereik van de stadsregio te aanvaarden en evenmin een medewerker een functie buiten haar gezagsbereik opdragen. Ook kan de stadsregio de medewerker geen recht bieden elders in dienst te treden, nu de 4
5 stadsregio niet aan het stuur zit bij de overdracht van taken, zoals bij een verzelfstandiging wel het geval zou zijn. Hoewel de stadsregio zelf geen taken overdraagt, maar het rijk deze taken aan de stadsregio ontneemt en elders belegt, en de taken bij MRDH/VA naar het zich laat aanzien anders worden georganiseerd, hebben de voorzitters van de stadsregio en het Stadsgewest in een gentlemens agreement een quotering afgesproken. Die quotering geeft de medewerkers een voorkeurspositie. Binnen deze quotering zal de MRDH/VA moeten bepalen welke medewerkers van de stadsregio aansluiten op de nieuwe structuur en functies van de MRDH/VA. Met deze quoteringsafspraak is volgens de werkgeversdelegatie binnen MRDH/VA het maximale bereikt. De werkgeversdelegatie vindt het ook niet gewenst, dat er een sociaal plan komt voor de liquidatie van de stadsregio. De ten opzichte van 2012 gewijzigde visie van de werkgeversdelegatie houdt verband met het gegeven, dat binnen het georganiseerd overleg van de gemeente Rotterdam overeengekomen is de non-ontslagbepaling bij opheffing van de betrekking, zoals deze gold in het Sociaal Statuut van 2010, te laten vervallen. De liquidatie van de stadsregio had door die bepaling kunnen voortduren tot de laatste medewerker van de stadsregio een andere functie zou hebben verworven of met pensioen zou zijn gegaan. Dan zou de liquidatie pas afgerond kunnen worden als alle verplichtingen zijn afgewikkeld. Deze langdurige liquidatie werd in 2012 bestuurlijk onwenselijk geacht, reden om met de werknemersdelegatie binnen de exceptie van artikel 54 van de gemeenschappelijke regeling overleg te voeren over de mogelijkheid in een sociaal plan af te wijken van het Sociaal Statuut Rotterdam Dit overleg heeft in 2012 niet geleid tot overeenstemming. In het SSR 2013 is het VWNW traject opgenomen en is de non-ontslagbepaling vervallen. Daardoor verviel volgens de werkgeversdelegatie de noodzaak om verder te overleggen over een sociaal plan. De werkgeversdelegatie vindt, dat zij zich mocht heroriënteren nu de spelregels zijn gewijzigd. Dit betekent, dat de werkgeversdelegatie in alle redelijkheid kon besluiten geen verder overleg te voeren. Van geschonden vertrouwen jegens de werknemersdelegatie is volgens de werkgeversdelegatie onder die omstandigheden geen sprake. Het is op zich juist dat het SSR 2013 niet specifiek geschreven is voor de opheffing van de stadsregio, maar het voorziet volgens de werkgeversdelegatie adequaat in faciliteiten gericht op herplaatsing van medewerkers van wie de functie is vervallen. De werkgeversdelegatie stelt de verplichtingen uit het SSR2013 uiteraard te zullen nakomen, waaronder ook de terugkeergarantie van 24 maanden na 1 januari Het SSR2013 biedt voor de stadsregio een toereikend kader. Onder deze omstandigheden is er voor de werkgeversdelegatie geen aanleiding meer gebruik te maken van de mogelijkheid een sociaal plan overeen te komen. Dit behoort volgens de werkgeversdelegatie tot de beleidsvrijheid van de stadsregio. De werkgeversdelegatie stelt, dat zij zal trachten zoveel mogelijk medewerkers bij de MRDH/VA in dienst te laten treden. In die zin wordt behoud van werkgelegenheid maximaal bevorderd. Het bestuur kan echter buiten zijn gezagsbereik geen medewerkers van de stadsregio bij de MRDH/VA in dienst doen treden. Die bevoegdheid is aan de nieuwe organisatie. De nieuwe organisatie bepaalt ook zelf welke rechtspositieregeling van toepassing is. Met verwijzing naar artikel 121f van het Ambtenarenreglement Rotterdam stelt de werkgeversdelegatie, dat weliswaar overleg moet worden gevoerd over de opheffing van de stadsregio en de daarop volgende liquidatie maar dit overleg is niet gebonden aan het overeenstemmingsvereiste. Nu geen sociaal plan wordt vastgesteld is het overeenstemmingsvereiste niet aan de orde en derhalve ook niet geschonden. De werkgeversdelegatie vindt dat wel degelijk open en reëel overleg heeft plaatsgevonden. Alle argumenten om geen sociaal plan overeen te komen zijn in het overleg met de werknemersdelegatie op tafel gelegd. De werkgeversdelegatie wijst ten overvloede op haar bereidheid op individuele basis maatwerkafspraken te maken. V. Overwegingen De LAAC is van oordeel dat de Stadsregio Rotterdam de verplichting heeft om met de werknemersdelegatie open en reëel overleg te voeren over de gevolgen van de mogelijke beëindiging 5
6 van de taken van de Stadsregio Rotterdam en de daarop volgende opheffing van de gemeenschappelijke regeling. Het SSR2013, dat op grond van artikel 42 van de gemeenschappelijke regeling ook voor de stadsregio geldt, bevat afspraken die bindend zijn voor alle reorganisaties. Het begrip (ingrijpende) organisatieverandering is in het SSR 2013 gedefinieerd. De liquidatie van de Stadsregio Rotterdam kan zeker gezien worden als een ingrijpende organisatieverandering. De vraag is echter of het niet verder gaat dan dat. Verzelfstandiging van delen van de gemeente Rotterdam vallen ook onder dit sociaal statuut. Ter gelegenheid van een verzelfstandiging worden volgens de preambule aanvullende afspraken gemaakt, die in een specifiek Sociaal Plan worden opgenomen. Toegelicht is dat een verzelfstandiging gezien wordt als een uitzonderlijke situatie, waardoor aanvullende afspraken in de vorm van afzonderlijk Sociaal Plan noodzakelijk zijn. De liquidatie van de Stadsregio kan niet gezien worden als een verzelfstandiging, maar de personele gevolgen van een liquidatie zijn naar het oordeel van de LAAC zo mogelijk nog ingrijpender. In het SSR2013 wordt opmerkelijk genoeg - over een dergelijke situatie niet gesproken. Naar analogie van de handelwijze bij een verzelfstandiging ligt het naar het oordeel van de LAAC in de rede bij liquidatie afzonderlijk afspraken te maken over de personele gevolgen en deze zo mogelijk te vervatten in een Sociaal Plan. De LAAC wordt gesterkt in deze opvatting door het bepaalde in artikel 4.1 van de zogeheten Ontvlechtingsovereenkomst, die dateert van In dit artikel is met een verwijzing naar het inmiddels vervallen artikel 108 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen bepaald dat bij ontbinding van de Stadsregio een Sociaal Plan wordt opgesteld. Over de rechtskracht van deze Ontvlechtingsovereenkomst of over het wijzigen of intrekken hiervan is niet eerder van gedachten gewisseld met de werknemersdelegatie. De opvatting van de werkgeversdelegatie dat aan artikel 4.1 van de Ontvlechtingsovereenkomst inmiddels een andere betekenis moet worden gehecht, kan de LAAC slechts ten dele volgen. Kennelijk is de Ontvlechtingsovereenkomst tot stand gekomen in een periode waarin nog geen generiek Sociaal Statuut van toepassing was. Een dergelijk Sociaal Statuut kwam voor het eerst in 2005 tot stand. Voor 2005 was het noodzakelijk voor iedere ingrijpende organisatieverandering een afzonderlijk Sociaal Plan op te stellen. Dat zou verklaren waarom artikel 4.1 in deze vorm in de Ontvlechtingsovereenkomst is opgenomen. Dat neemt niet weg dat dit artikel nog steeds van toepassing is en dat de LAAC uit de feitelijke toedracht afleidt dat de werkgeversdelegatie aanvankelijk, in 2012, met een beroep op de exceptie van artikel 54 van de gemeenschappelijke regeling wel aanleiding zag het overleg te openen over een afzonderlijk Sociaal Plan. Het feit dat de werkgeversdelegatie hiermee destijds een andere intentie had dan de werknemersdelegatie doet hier niet aan af. De werkgeversdelegatie wilde kennelijk een Sociaal Plan om met het oog op de liquidatie van de Stadsregio niet langdurig gebonden te zijn aan de nonontslagbepaling in het SSR van Het overleg is gestaakt als gevolg van de val van het Kabinet Rutte I en de vertraging in het wetgevingsproces. In het nieuwe SSR2013 komt deze nonontslagbepaling niet meer voor, maar daarin wordt gesproken over een Van Werk Naar Werk traject. Daardoor is volgens de werkgeversdelegatie de noodzaak om te overleggen over een Sociaal Plan komen te vervallen. Het SSR2013 zou volledig dekkend zijn voor een dergelijke situatie. Er is dan ook niet opnieuw overleg gevoerd over de personele gevolgen van de liquidatie. Echter, gezien de inhoud van het SSR2013, waarin de gevolgen van liquidatie niet expliciet geregeld zijn, en gezien de inhoud van de Ontvlechtingsovereenkomst, alsmede de feitelijke gang van zaken, acht de LAAC het uit een oogpunt van goed werkgeverschap noodzakelijk dat alsnog op een open en reële wijze overleg wordt gevoerd over de gevolgen van de liquidatie van de Stadsregio. De LAAC realiseert zich overigens dat de verantwoordelijkheid voor herplaatsing van medewerkers, die nu in dienst zijn bij de Stadsregio buiten de directe invloedsfeer van de Stadsregio valt. Niettemin kan bezien worden of met inachtneming van het gestelde in SSR2013 aanvullende afspraken gemaakt kunnen worden over inspanningsverplichtingen. 6
7 VI. Advies De LAAC adviseert de werknemersdelegatie opnieuw een verzoek tot overleg bij de werkgeversdelegatie in te dienen teneinde met in achtneming van bovenstaande gezamenlijk in open en reëel overleg de mogelijkheden van een Sociaal Plan te verkennen. Aldus vastgesteld op 6 mei 2014 prof. mr. P.F. van der Heijden, voorzitter prof. mr. E. Verhulp, lid prof. mr. J.A. Peters, lid mr. B.H. Abbing, secretaris 7
Aldus vastgesteld op 24 januari 2014
Advies inzake een geschil tussen de werkgeversdelegatie en de werknemersdelegatie van de commissie voor georganiseerd overleg van de gemeente Haarlemmermeer Bij brief van 1 november 2013 heeft de werkgeversdelegatie
Nadere informatiejanuari 2014 jaarlijks af te bouwen met een staffel van In de vergadering van de commissie voor georganiseerd overleg van 24 september 2014
Advies inzake een geschil tussen de werkgeversdelegatie en de werknemersdelegatie van de commissie voor georganiseerd overleg van de gemeente Heerhugowaard Bij brief van 15 oktober 2015 heeft de werkgeversdelegatie
Nadere informatieIV. Standpunt werknemersdelegatie De werknemersdelegatie heeft haar standpunt toegelicht in een brief van 9 april 2014.
Arbitrage inzake een geschil tussen de werkgeversdelegatie en de werknemersdelegatie van de commissie voor georganiseerd overleg van de Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU) Bij brief van 2 april 2014 hebben
Nadere informatieArbitrale uitspraak inzake een geschil tussen de werkgeversdelegatie en de. werknemersdelegatie van de commissie voor georganiseerd overleg van
Arbitrale uitspraak inzake een geschil tussen de werkgeversdelegatie en de werknemersdelegatie van de commissie voor georganiseerd overleg van de gemeente Borne Op 25 maart 2013 hebben de werkgeversdelegatie
Nadere informatievoor wat betreft de toepasbaarheid op oudere medewerkers een aantal kanttekeningen geplaatst. Ook wordt erop gewezen dat het levensfase bewust
Arbitrage inzake een geschil tussen de werkgeversdelegatie en de werknemersdelegatie van de commissie voor georganiseerd overleg van de gemeente Doesburg Bij brief van 14 oktober 2013 (ontvangen op 1 november
Nadere informatieVastelling Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) Shared Service Center Zuid-Limburg
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Sittard-Geleen. Nr. 7033 16 januari 2017 Vastelling Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) Shared Service Center Zuid-Limburg De colleges van burgemeester
Nadere informatieUITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout
107643 17.04 De opheffing van (een deel van) de school is zó ingrijpend dat het bevoegd gezag de MR daar in een zo vroeg mogelijk stadium bij moet betrekken. Dat is ten onrechte niet gebeurd. in het geding
Nadere informatievast te stellen de navolgende Verordening Georganiseerd Overleg Hefpunt
Verordening Georganiseerd Overleg Hefpunt Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Hefpunt, overwegende dat: - het in het kader van de Sectorale Arbeidsvoorwaardenregeling Waterschapspersoneel
Nadere informatie26 maart 2015 Coos Rijsdijk
Raadsvoorstel Datum Raad Portefeuillehouder 26 maart 2015 Coos Rijsdijk Registratienummer BR1500017 Preventief toezicht van toepassing Nee Onderwerp Liquidatieplan Stadsregio Rotterdam Gevraagde beslissing
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.
107626 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellante, gemachtigde: de heer mr. J. Roose en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde:
Nadere informatieUitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden
Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 08-01 Datum : 14 augustus 2008 Partijen : de stichting , vertegenwoordigd door de directeur van regio ,
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De Centrales van Overheidspersoneel toegelaten tot de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken De voorzitter van het overleg met de
Nadere informatieSAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)
SAMENVATTING 104917 - Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) De MR heeft een negatief advies over een voorgenomen besluit tot ontslag
Nadere informatieSamengevat hebben de volgende overwegingen een belangrijke rol gespeeld bij onderstaand advies:
stadsregio Rotterdam t.a.v. mevr. mr. M.C. Jansen MPA Postbus 21051 3001 AB ROTTERDAM Rotterdam, 11 oktober 2013 Onze referentie: 132358 Geaclite mevrouw Jansen, Op 11 juli 2013 heeft de ondernemingsraad
Nadere informatieSAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO
SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor
Nadere informatie2006 in dienst waren een hogere vergoeding dan de medewerkers die na die datum in dienst zijn getreden. Daarnaast is de omvang van het dienstverband
Advies inzake een geschil tussen de werkgeversdelegatie en de werknemersdelegatie van de commissie voor georganiseerd overleg van de provincie Flevoland Bij brief van 26 november 2015 heeft de werkgeversdelegatie
Nadere informatieBINDEND ADVIES VASTE COMMISSIE CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL. Inzake: tegen: 1. Taak en samenstelling van de Vaste Comissie
BINDEND ADVIES VASTE COMMISSIE CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL Inzake: (WERKNEMER) Verzoeker tegen: (OMROEPWERKGEVER) Verweerster 1. Taak en samenstelling van de Vaste Comissie 1.1. Krachtens artikel 49 lid
Nadere informatiede Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster
103530 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil functiebouwwerk art. 10-24 WHW. HBO Partijen verschillen van mening over de bevoegdheid van de CMR-P ten aanzien van het aanbrengen van wijzigingen aan het functiebouwwerk.
Nadere informatieInterpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.
108461 - Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. UITSPRAAK in het geding tussen: de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr.dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. D.J. Olthoff, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-469 (mr.dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. D.J. Olthoff, secretaris) Klacht ontvangen op : 29 januari 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatieRechtspositieregelingen. Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling Personele jaarcyclus
Rechtspositieregelingen Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling Personele jaarcyclus Inhoud Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad... 3 Regeling Personele
Nadere informatieNalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren.
108524 - Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad
Nadere informatiePREAMBULE. INTENTIEVERKLARING REGIOGEMEENTE t.a.v. PERSONEEL VAN DE STADSREGIO ROTTERDAM
PREAMBULE INTENTIEVERKLARING REGIOGEMEENTE t.a.v. PERSONEEL VAN DE STADSREGIO ROTTERDAM Na aanname door de Tweede en Eerste Kamer van het wetsvoorstel Wet afschaffing plusregio's komt de wettelijke grondslag
Nadere informatieOverlegverordening van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.
Overlegverordening van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van de dijkgraaf en
Nadere informatiein het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.
S AMENV ATTING 08.023 / 104010 Interpretatiegeschil VO - artikel 4 lid 3, artikel 21 lid 2 en artikel 2 jo 11 onder h WMS m.b.t. de medezeggenschapsstructuur, de procedure van vaststelling van medezeggenschapsdocumenten,
Nadere informatieBedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen
Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen ADVIES Rolnummer: LPL 98.039 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR DE OVERHEID VOOR LAGERE PUBLIEKRECHTELIJKE LICHAMEN, ADVISERENDE
Nadere informatieUitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden
Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 09-02 Datum : 24 juni 2009 Partijen : (de zorgaanbieder), vertegenwoordigd door de secretaris van de raad van bestuur, de heer (naam),
Nadere informatieCONCEPT. Sociaal Plan Overdracht Algemeen Maatschappelijk Werk Zuidwest-Drenthe
CONCEPT Sociaal Plan Overdracht Algemeen Maatschappelijk Werk Zuidwest-Drenthe Ondergetekenden Partijen de werkgever tot 1 januari 2007: - Stichting Icare, gevestigd te Meppel de werkgevers vanaf 1 januari
Nadere informatieOpenbaar. Bijzonder georganiseerd Overleg MGR. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel. Onderwerp
Openbaar Onderwerp Bijzonder georganiseerd Overleg MGR Programma / Programmanummer Bestuur & Middelen / 1042 BW-nummer Portefeuillehouder B. van Hees Samenvatting Ons college wordt gevraagd een besluit
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Aan: De samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel vertegenwoordigd in de Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen De voorzitter van de Sectorcommissie Onderwijs
Nadere informatie1.2 Verzekeraar heeft op 30 november 2009 een verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2010-03 d.d. 2 februari 2010 (prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr. A. Bus, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt,
Nadere informatieHet medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK
107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,
Nadere informatieBEHANDELINGSFORMULIER AB
BEHANDELINGSFORMULIER AB Onderwerp Portefeuillehouder Beleidstaak Voorgesteld besluit Vergadering 29-10-2014 Agendapunt 7 Voorgenomen besluit opheffing gemeenschappelijke regeling Stadsgewest Haaglanden
Nadere informatieECCVA/U Lbr: 13/003 CvA/LOGA 13/02
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 uw kenmerk bijlage(n) 2 betreft wijziging hoofdstuk 10d CAR ons kenmerk ECCVA/U201300008 Lbr: 13/003 CvA/LOGA 13/02
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.
107773 - Beroep tegen onthouding van promotie. Terugplaatsing van docent LD naar docent LC mocht, omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten docent LD UITSPRAAK in het geding tussen: de heer
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Aan: De vakorganisaties ABVA/KABO en CFO Dienstleiding Belastingdienst Bijlagen: 1. hoorverslag AAC/00.00102 22 september 2000 2. arbitrageverzoek AAC.71 Onderwerp:
Nadere informatieUITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen
107336 UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder,
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Aan: De politievakorganisaties vertegenwoordigd in de Commissie voor georganiseerd overleg in politie-ambtenarenzaken. De voorzitter van de Commissie voor georganiseerd overleg in politieambtenarenzaken
Nadere informatieSamenwerkingsovereenkomst tijdelijke projectorganisatie ter uitvoering van de strategische agenda van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.
Versie 7 augustus 2014 Samenwerkingsovereenkomst tijdelijke projectorganisatie ter uitvoering van de strategische agenda van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Preambule De afgelopen periode is er hard
Nadere informatiehebben klagers op grond van de geldende klachtenregeling een klacht tegen verweerster ingediend met de volgende inhoud:
106580/106587/106588/106602/106604 - Een bestuurder moet met ouders transparant communiceren over het vertrek van de directeur en de wijziging van hoogbegaafdenonderwijs als gevolg van Passend ; PO inzake
Nadere informatieModel Procedure op overeenstemming gericht overleg zoals bedoeld in artikel 18a lid 9 WPO en 17a lid 9 WVO 1
Model Procedure op overeenstemming gericht overleg zoals bedoeld in artikel 18a lid 9 WPO en 17a lid 9 WVO 1 Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Voor de toepassing van deze Procedure 2 wordt verstaan onder
Nadere informatieUITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag
De MR en heeft over een voorgenomen nieuwbouw op lokatie K. positief advies afgegeven. Nadat het advies was uitgebracht, is het bevoegd gezag teruggekomen op dit voorgenomen besluit. Het terugkomen op
Nadere informatieVERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE GRIFFIE. De raad van de gemeente Montfoort;
VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE GRIFFIE De raad van de gemeente Montfoort; Gelet op artikel 83, eerste lid, de artikelen 107 tot en met 107e, artikel 156 van de Gemeentewet en afdeling 10.1.2 van de Algemene
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr.
SAMENVATTING 105584 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; Het dienstverband met de werknemer, werkzaam als Projectmanager B, is opgezegd wegens opheffing van de betrekking als gevolg van
Nadere informatieBeroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie.
108067 Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw [appellant], wonende te [plaatsnaam], appellante, hierna
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 106285/106286/106287 Beroepen (3) tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking;. Werkneemster is ontslagen op grond van opheffing van de betrekking als bedoeld in artikel 3.8 lid 3 cao
Nadere informatie12 Overleg met organisaties van overheidspersoneel. Algemene bepalingen
12 Overleg met organisaties van overheidspersoneel Algemene bepalingen Artikel 12:1 1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a de commissie: de in artikel 12:2 bedoelde commissie voor
Nadere informatieOvergangsprotocol regelende de plaatsing van medewerkers van de stichting Gooisch Natuurreservaat (GNR) bij de NV PWN Waterleidingbedrijf
BIJLAGE E bij Voorlopig Ontwerpplan 3/12/2014 Overgangsprotocol regelende de plaatsing van medewerkers van de stichting Gooisch Natuurreservaat (GNR) bij de NV PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN)
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 37 d.d. 17 februari 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. A.W. H. Vink) Samenvatting Consument claimt tweemaal
Nadere informatieAdviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK
108079 18.06 Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van Openbare Scholengemeenschap [naam school]te [vestigingsplaats],
Nadere informatieInterpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders)
104466 - Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders) Naar aanleiding van de start van een nieuwe school voor voortgezet onderwijs
Nadere informatieprof. mr. F.R. Salomons (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. A. Rutten-Roos en mr. FP. Peijster.
GCHB 2012-451 Uitspraak van 7 juni 2012 prof. mr. F.R. Salomons (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. A. Rutten-Roos en mr. FP. Peijster. Aanvraag levensverzekering geweigerd. Geschillencommissie
Nadere informatieUITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H.
107862 18.01 Instemmingsgeschil en nalevingsgeschil. De OPR heeft geen instemmingsrecht op een wijziging van de rechtsvorm van het samenwerkingsverband. Het verzoek tot naleving is afgewezen. in het geding
Nadere informatieBij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.
Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
107780 - De cao mbo is niet goed toegepast, omdat de werknemer ten onrechte is aangemerkt als betrokken bij het primaire proces en de werkgever de afwijzing van het (on)betaald verlof onvoldoende heeft
Nadere informatieVaststellen wijziging begroting 2015 Stadsgewest Haaglanden volgens plan A
Vergadering: 10 december 2014 Agendapunt: 4 Nummer: Portefeuillehouder: dhr drs. M.J. Bezuijen Contactpersoon: ir. P.E.B. Van Heel Doorkiesnummer: 070 750 1 1537 Den Haag, 29 oktober 2014 Aan het algemeen
Nadere informatieCONCEPT SOCIAAL PLAN (onderhandelaar akkoord )
CONCEPT SOCIAAL PLAN (onderhandelaar akkoord 1-12-2008) De ondergetekenden, 1. Stichting Cordaad, gevestigd te Utrecht 2. Stichting Tussenvoorziening, gevestigd te Utrecht enerzijds en de Vereniging ABVAKABO
Nadere informatieRegeling Begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties
Regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties Pre-ambule In de cao provincies 2012-2015 zijn uit oogpunt van goed werkgeverschap afspraken gemaakt over een sectorale regeling Van Werk Naar
Nadere informatieHet advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit
LOWI Advies 2015, nr. 10 Advies van het LOWI van 17 september 2015 ten aanzien van een verzoek van, bij het LOWI ingediend op 17 augustus 2015 betreffende het voorlopig besluit van het Bestuur van, inzake
Nadere informatieOverlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Haren
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haren. Nr. 125599 22 december 2015 Overlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Haren 2015 Burgemeester en wethouders van de gemeente Haren,
Nadere informatieDAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-394 d.d. 29 oktober 2014 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en dr. B.C. de Vries, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris)
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 105309 - Geschil met betrekking tot de toepassing van artikel F-5 CAO BVE De werkgever kent een uitvoeringsregeling voor de werkverdeling 2011-2012 en heeft conform de daarin opgenomen procedure
Nadere informatieSOCIAAL PLAN regelende de plaatsing van ambtenaren van gemeente Haarlem en Provincie Noord-Holland bij de Milieudienst IJmond.
C O N C E P T SOCIAAL PLAN regelende de plaatsing van ambtenaren van gemeente Haarlem en Provincie Noord-Holland bij de Milieudienst IJmond. De overgang van provinciale en gemeentelijke milieutaken naar
Nadere informatieDeel 2: basisregelingen
Deel 2: basisregelingen Inhoudsopgave 1. Overlegregeling 2. Regeling Tijd- en Plaatsonafhankelijk Werken Landelijk Arbeidsvoorwaardenoverleg Waterschappen 2013 1 Overlegregeling Overlegregeling Artikel
Nadere informatieeen faculteit of dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit Twente als geheel geldt de UT als eenheid.
óa REORGANISATIECODE peejs~!e~!sjea!un BEGRIPPENLIJST Werkgever: Beheerder: Eenheid: het College van Bestuur de decaan van een faculteit of de directeur van een dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit
Nadere informatieUitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden
Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 09-05 Datum : 18 september 2009 Partijen : de (zorgaanbieder), vertegenwoordigd door de raad van bestuur, (naam), hierna aangeduid als
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 105659 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking/gewichtige reden; De werknemer kan na een periode van detachering niet terugkeren in zijn oude functie van manager bedrijfsvoering.
Nadere informatieCommissie van Beroep PO
106978 - De plaatsing van de schoonmaker-functie in het rddf is juist omdat de functiegroep schoonmaak vanwege formatietekort wordt opgeheven. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te E, appellante,
Nadere informatieAdvies presidium Het presidium adviseert positief ten aanzien van dit voorstel en stelt voor dit als hamerstuk te beschouwen.
No. 691-1 Emmeloord, 14 januari 2013. Onderwerp Invulling werkgeverschap griffie Noordoostpolder Voorgenomen besluit 1. Het raadsbesluit d.d. 27 maart 2003, voor zover inhoudende de delegatie van de werkgeversbevoegdheden
Nadere informatieBeroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.
108508 - Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 89 d.d. 11 april 2011 (mr B.F. Keulen, voorzitter, prof.mr M.M. Mendel en prof.mr C.E. du Perron, leden, mr S.N.W. Karreman, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieCentrumregeling samenwerking DDFK-gemeenten en Leeuwarden
Centrumregeling samenwerking DDFK-gemeenten en Leeuwarden Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden en het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke regeling DDFK-gemeenten,
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De korpsbeheerder van het Regionaal Politiekorps Gelderland-Midden De politievakorganisaties deel uitmakend van de Regionale Commissie voor Georganiseerd
Nadere informatieRaadsvoorstel. Voorstel Samenvatting:
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Roosendaal Voorstel Samenvatting: Wij stellen u voor: 1 De arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Roosendaal, laatstelijk gewijzigd d.d. 12 maart 2013 en alle
Nadere informatieAmbulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds
Advies over het verschil van mening tussen Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds en FNV (Zorg en Welzijn) en CNV (Zorg & Welzijn) anderzijds, hierna gezamenlijk
Nadere informatieRegeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW
Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen gehoord de Ondernemingsraad gelet op de bepalingen
Nadere informatieRegeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Clustervorming Brandweer Veluwe Noord
Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Clustervorming Brandweer Veluwe Noord De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Elburg, Hattem, Heerde en Oldebroek; Gezien de intentie van de
Nadere informatieRapport Datum: 6 juni 2013 Rapportnummer: 2013/062
Rapport Rapport over een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) uit Rotterdam. Datum: 6 juni 2013 Rapportnummer: 2013/062 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijk
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees
106796 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking gegrond omdat de werkgever een onjuiste afvloeiingssystematiek hanteert; BVE in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,
Nadere informatieNr.97773/33 Middelburg, 11 maart Aan de Provinciale Staten van Zeeland
Wijziging rechtspositieregelingen Commissie: algemeen bestuur Nr. POI-389 Vergadering 18 april 1997 Agenda nr........... Gedeputeerde met de verdediging belast: D.J.P. Bruinooge Nr.97773/33 Middelburg,
Nadere informatieFUSIE CONVENANT ADDENDUM BIJ DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING KWINTES. Inzake fusie Kwintes en Stichting Iks
FUSIE CONVENANT ADDENDUM BIJ DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING KWINTES Inzake fusie Kwintes en Stichting Iks Fusie convenant 1 van 7 INLEIDING Het fusie convenant bestaat uit: - het doorlopend
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Gezien de in het Sectoroverleg Provinciale Arbeidsvoorwaarden bereikte overeenstemming over deze wijziging;
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Noord-Brabant. Nr. 402 1 februari 2017 Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent begeleiding van werk naar
Nadere informatieRaadsvoorstel Registratienummer: BI Portefeuillehouder: B. Fritzsche
gemeente Den Helder Raadsvoorstel Registratienummer: BI08.00740 Portefeuillehouder: B. Fritzsche Van afdeling: FB Ter inzage gelegde stukken / bijlagen: Behandelend ambtenaar: mr I.S. Libosan Concept-verordening
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procedure
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 66 d.d. 29 maart 2011 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en mr. J.W.H. Offerhaus) Samenvatting Op basis van de feitelijke
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen
Nadere informatieOnjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage?
Onjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage? Een notaris en een bank klagen erover dat een makelaarskantoor bij eerstgenoemde een factuur heeft ingediend voor
Nadere informatieBedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen
Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen ADVIES Rolnummer: LPL 99.061 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR DE OVERHEID VOOR LAGERE PUBLIEKRECHTELIJKE LICHAMEN, ADVISERENDE
Nadere informatieAan het door Nederland gedetacheerd personeel aan de Europese Scholen
Aan het door Nederland gedetacheerd personeel aan de Europese Scholen Datum: 17 oktober 2007 Ons kenmerk: 07333/ES/lb/eg Betreft: Wijzigingsblad notitie Terugkeerbegeleiding Geachte mevrouw, mijnheer,
Nadere informatieCommissie van Beroep BVE SAMENVATTING
SAMENVATTING 105700 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; De functie van de werknemer is vanwege een formatiereductie komen te vervallen. Hij is daarom boventallig verklaard en uiteindelijk
Nadere informatie1 dat op 5 mei 1995 in werking is getreden de Wet houdende regeling van de medezeggenschap van het overheidspersoneel (Staatsblad 1995, 231);
Convenant afstemming en afbakening taken en bevoegdheden medezeggenschap (de vijf sectorale Ondernemingsraden en de Groepsondernemingsraad) en georganiseerd overleg (de commissie voor Georganiseerd Overleg)
Nadere informatieBIJLAGE 1, BEDOELD IN ARTIKEL B.8 VAN DE COLLECTIEVE AR- BEIDSVOORWAARDENREGELING PROVINCIES (Spelregels en flankerend beleid bij reorganisaties)
BIJLAGE 1, BEDOELD IN ARTIKEL B.8 VAN DE COLLECTIEVE AR- BEIDSVOORWAARDENREGELING PROVINCIES (Spelregels en flankerend beleid bij reorganisaties) A. PROCEDURELE KADERS BIJ REORGANISATIES 1. De provincie
Nadere informatieSAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school)
SAMENVATTING 105529 - Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) Nadat de Commissie in een eerdere procedure (105501) had uitgesproken
Nadere informatiePartijen, Hierna gezamenlijk te noemen: de waterschappen,
DM 1213175-v1 Overeenkomst van kosten voor gemene rekening ter voorkoming van schade aan waterstaatswerken veroorzaakt door muskus- en beverratten in de waterschappen Hollands Noorderkwartier, Delfland,
Nadere informatieSOCIAAL PLAN. enerzijds en. namens. de Vereniging ABVAKABO / FNV, de heer P. Weijland. CNV Publieke Zaak, de heer F. Doedens.
SOCIAAL PLAN In het kader van de overdracht van de activiteiten van Rijn-Side, onderdeel van de Stichting Passade te Arnhem naar de Stichting Pactum jeugdzorg & educatie te Arnhem per........ De ondergetekenden,
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De Gezamelijke Vakorganisaties toegelaten tot de Universitaire Commissie voor Georganiseerd Overleg (UCGO) van de Universiteit van Amsterdam De Voorzitter
Nadere informatieVragen uit informatiebijeenkomsten AIAD
Vragen uit informatiebijeenkomsten AIAD Wat betekent de aanstelling in algemene dienst voor de medewerkers? De aanstelling in algemene dienst heeft geen directe consequenties voor medewerkers. In artikel
Nadere informatieSAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school)
SAMENVATTING 105501- Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school) In een overlegvergadering met de deelraad van een nevenvestiging van de school,
Nadere informatieCR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.
CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Onderhandelingsperikelen. Onjuiste beeldvorming over positie veroorzaakt. Vertrouwen
Nadere informatieeen faculteit of dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit Twente als geheel geldt de UT als eenheid.
REORGANISATIECODE BEGRIPPENLIJST Werkgever: Beheerder: Eenheid: OPUT: Lokaal overleg: Universiteitsraad: het College van Bestuur de decaan van een faculteit of de directeur van een dienst. Bij een reorganisatie
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.
107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende
Nadere informatie