personenbelasting Aangifteformulier PB voor aanslagjaar 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "personenbelasting Aangifteformulier PB voor aanslagjaar 2015"

Transcriptie

1 Nr. 14 Jaargang 34 week 9 15 april 2015 Verschijnt wekelijks, behalve in weken 1, 20, 31 35, 46 en 52 Afgiftekantoor Brussel X P2A9387 inhoud personenbelasting Aangifteformulier PB voor aanslagjaar Eigen woning : een ogenschijnlijk eenvoudig begrip 8 korte berichten Agenda 11 In het Staatsblad van 1 tot 13 april personenbelasting Aangifteformulier PB voor aanslagjaar 2015 Luc DE GREEF lector UC Leuven-Limburg, docent FHS Het aangifteformulier personenbelasting voor aanslagjaar 2015 is in het Staatsblad gepubliceerd (KB van 3 april 2015, BS 10 april 2015). Dat het aantal codes is toegenomen, zal wellicht niemand verbazen. Zo zijn er netto 43 codes bijgekomen en telt het vak van de woningkredieten voortaan 2,5 bladzijden. Het nieuwe aangifteformulier draagt dus duidelijk de sporen van de zesde staatshervorming, hoewel die zeker niet de enige oorzaak is van de nog maar eens toegenomen complexiteit. Nieuwe nummering begincijfer 3 of 4 wijst op gewestelijk belastingvoordeel De gevolgen van de zesde staatshervorming zijn onmiddellijk zichtbaar in de nummering van de codes op het aangifteformulier. Alle uitgaven die in aanmerking komen voor een federale belastingvermindering, behouden hun vertrouwde codes en beginnen zoals vroeger met het cijfer 1 en voor de echtgenoot met het cijfer 2. Voor de gewestelijke belastingverminderingen heeft de administratie ook de oude nummering behouden maar zij beginnen nu met het cijfer 3 en voor de andere echtgenoot met het cijfer 4. Zo moet bijvoorbeeld naast de code 1370 de federale woonbonus worden vermeld en naast de code 3370 de gewestelijke woonbonus. Belastingplichtigen die de gewoonte hebben om de codes van voorgaande jaren te kopiëren naar hun nieuwe aangifte, zijn bij deze gewaarschuwd. Er zijn geen aparte codes voor elk gewest. Dat is ook niet nodig aangezien het bevoegde gewest eenvoudig gedetecteerd kan worden op basis van de fiscale woonplaats die de belastingplichtige had op 1 januari van het aanslagjaar. Vak III : Onroerende inkomsten In het vak van de onroerende inkomsten is het aantal codes in elk geval niet toegenomen. Integendeel, dit vak telt in totaal maar liefst 15 minder codes vergeleken met vorig aanslagjaar. De schrapping van de codes heeft voornamelijk te maken

2 inkomen eigen woning altijd vrijgesteld erfpacht- en opstalvergoedingen verhuizen naar vak met woningkredieten met de onvoorwaardelijke vrijstelling van het inkomen van de eigen woning die met ingang van aanslagjaar 2015 is ingevoerd (art WIB 92). Dankzij die onvoorwaardelijke vrijstelling hoeft geen enkele belastingplichtige vanaf aj het kadastraal inkomen en de nettohuur- of huurwaarde voor de (resp. in België en in het buitenland gelegen) eigen woning nog aan te geven, zelfs niet als hij nog fiscale voordelen van een oude lening van vóór 2005 voor die woning blijft aanvragen (opheffing art. 526, 1 WIB 92). Logisch gevolg is dan ook dat alle codes die te maken hebben met de eigen woning en de woningaftrek, geschrapt zijn. De betaalde erfpacht- of opstalvergoedingen zijn overgebracht naar het vak van de woningkredieten. Hebben die vergoedingen betrekking op de eigen woning, dan wordt het voordeel voortaan verleend onder de vorm van een gewestelijke belastingvermindering (vak IX B6, code 3147). Worden de vergoedingen betaald voor de niet-eigen woning, dan blijven ze (zoals voorheen) aftrekbaar van de onroerende inkomsten (vak IX C6, code 1147/2147). Vak IV : Wedden, lonen en vervangingsinkomsten terugname voordeel niet meer belast als bezoldiging nu als (federale) belastingvermeerdering, dus verhuisd naar vak X belastingvermindering voor 180 overuren witte kassa of werfregistratie Terugname belastingvermindering werkgeversaandelen Als een belastingplichtige nieuwe aandelen koopt van een vennootschap waarvan hij werknemer is, komt de aanschaffingsprijs onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor de belastingvermindering langetermijnsparen (art WIB 92). Het fiscaal voordeel blijft slechts behouden op voorwaarde dat de belastingplichtige de aandelen vijf jaar in zijn bezit houdt (art lid 2 WIB 92). Overdracht binnen die termijn heeft tot gevolg dat een gedeelte van de verkregen belastingvermindering moet worden teruggenomen (tenzij de overdracht te wijten is aan het overlijden van de belastingplichtige). De terugname werd tot vorig aanslagjaar belast als een werknemersbezoldiging (art. 31 lid 3 WIB 92). Het te belasten gedeelte moest de belastingplichtige spontaan vermelden in het vak van zijn werknemersbezoldigingen in de subrubriek A, 2 van vak IV. Maar omdat de belastingvermindering voor het verwerven van werkgeversaandelen federaal is, gebeurt vanaf aj een terugname van de belastingvermindering bij een vrijwillige vervreemding van de aandelen binnen vijf jaar, niet langer onder de vorm van een bezoldiging maar wel van een federale belastingvermeerdering (schrapping art. 31 lid 3 en nieuw art WIB 92). Een terugname van de belastingvermindering moet men dus niet langer vermelden in het vak van de bezoldigingen maar wel in het vak van de uitgaven die recht geven op een belastingvermindering (vak X, nieuwe subrubriek F, 2, code 1366/2366). Een terugname gebeurt voortaan dus op dezelfde manier als bij een vroegtijdige vervreemding van aandelen van erkende ontwikkelingsfondsen. Concreet wordt de totale personenbelasting vermeerderd met een bedrag dat gelijk is aan zoveel 1/60 van de verkregen belastingvermindering als er volle maanden overblijven tot het einde van de periode van 60 maanden (zie Fisc. Act. 2012, 13/6) (art WIB 92). Overuren die recht geven op een overwerktoeslag Om de arbeidskost in de horeca en in de bouw te verlagen, heeft de wetgever voor beide sectoren de grens van 130 overuren die in aanmerking komen voor een belastingvermindering, opgetrokken tot 180 overuren (art. 154bis lid 3 en art lid 7 WIB 92). Voor de horeca is de verhoogde grens in werking getreden op 1 januari 2014 en voor de bouwsector op 1 april 2014 (zie Fisc. Act. 2013, 44/9). Het aantal werkelijk gepresteerde overuren dat voor beide sectoren in aanmerking komt voor belastingvermindering, moet worden vermeld in de nieuwe subrubriek G, 1, b. Wegens de inwerkingtreding in de loop van het inkomstenjaar zijn er twee verschillende codes nodig : voor de overuren die in aanmerking komen voor de begrenzing tot 130 resp. voor de begrenzing tot 180 uren. Aan de percentages en de berekening is niets gewijzigd. Voor beide sectoren is het voordeel wel gekoppeld aan een registratievoorwaarde : Á voor de horeca moet in elke plaats van uitbating gebruik worden gemaakt van het geregistreerd kassasysteem (zie o.m. Fisc. Act. 2015, 9/4) en die kassa moet aangegeven zijn bij de fiscus volgens de geijkte procedure; 2 FISCALE ACTUALITEIT NR. 14 WEEK 9 15 APRIL 2015 WOLTERS KLUWER

3 Á in de bouwsector moet er gebruik worden gemaakt van een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. verschillende code volgens datum van toekenning VVPRbis aparte rubriek voor eigen en niet-eigen woning uitgaven eventueel uitsplitsen Werkbonus Met ingang van 1 april 2014 heeft de wetgever het percentage van het belastingkrediet voor lage lonen opgetrokken van 8,95 % tot 14,40 % (art. 289ter/1 lid 2 WIB 92). Dat percentage wordt berekend op het bedrag van de werkelijk verleende werkbonus. Ook het maximumbedrag is vanaf die datum opgetrokken, van 130 tot 200 (niet-geïndexeerde bedragen) (art. 289ter/1 laatste lid) (zie Fisc. Act. 2014, 21/10). Het geïndexeerde bedrag voor aj (vanaf 1 april 2014) is 300. Om het verhoogde belastingkrediet te krijgen, moet de belastingplichtige de werkbonus die hem is toegekend vanaf 1 april 2014, vermelden in de nieuwe subrubriek K, 2. Ook hier zijn dus twee codes nodig, naargelang de datum van toekenning. Vak VII : Inkomsten van roerende goederen Zowel bij de facultatief als bij de verplicht aan te geven roerende inkomsten zijn er enkele nieuwe codes waar de belastingplichtige de dividenden van zijn VVPRbis - aandelen moet aangeven die belastbaar zijn tegen het voordeeltarief van 20 % (codes 1161/2161, 1154/2154, 1157/2157 en 1159/2159) (art. 171, 3 sexies en art lid 2 WIB 92, Fisc. Act. 2013, 20/1 en 2014, 33/1). Aangezien VVPRbis-aandelen ten vroegste vanaf 1 juli 2013 zijn uitgegeven en het verlaagd tarief van 20 % enkel maar kan worden toegepast voor dividenden die verleend of toegekend zijn uit de winstverdeling van het tweede boekjaar na dat van de inbreng, zal het eerder uitzonderlijk zijn dat men al voor aj de nieuwe codes kan benutten. Die mogelijkheid doet zich enkel voor als de vennootschap niet per kalenderjaar boekhoudt en in de loop van het tweede boekjaar na dat van inbreng een interimdividend heeft toegekend aan haar VVPRbis-aandeelhouders. voorbeeld Het boekjaar van een kmo-vennootschap loopt van 1 oktober tot 30 september. De vennootschap heeft op 1 september 2013 haar kapitaal verhoogd om nieuwe VVPRbis-aandelen te kunnen uitgeven. Op 1 december 2014 kent ze een interimdividend toe. Omdat het dividend gefinancierd wordt met de winst van het tweede boekjaar na dat van inbreng, komt het al voor aanslagjaar 2015 in aanmerking voor het tarief van 20 %. Vak IX : Interesten en kapitaalaflossingen De zesde staatshervorming heeft vooral gevolgen voor het vak van de woningkredieten, dat ongeveer een verdubbeling telt van het aantal codes. De uitgaven die betrekking hebben op de eigen woning zijn een gewestelijke bevoegdheid en moeten vermeld worden in rubriek B van vak IX, terwijl de uitgaven die betrekking hebben op de niet-eigen woning een federale bevoegdheid blijven en in rubriek C moeten komen. De interesten van een groene lening hebben niets met dat onderscheid te maken en moeten afzonderlijk vermeld worden in rubriek A. Als de belastingplichtige vak IX correct wil invullen, zal hij eerst een grondige studie van het begrip eigen woning moeten maken (zie p. 8). De aangroei van het aantal codes is op zich niet wat de aangifte complexer maakt, aangezien de rubriek voor de niet-eigen woning grotendeels dezelfde opbouw heeft als die voor de eigen woning. Moeilijk wordt het wel als de belastingplichtige een deel van zijn eigen woning beroepsmatig gebruikt of verhuurt, of vorig jaar is verhuisd of er een bestemmingswijziging aan heeft gegeven. In die gevallen moet hij de uitgaven voor zijn lening uitsplitsen tussen een gedeelte gewestelijk en een gedeelte federaal. Rubriek A : interesten van een groene lening In rubriek A moet men de interesten vermelden van groene lening(en) die men in de periode heeft afgesloten om energiebesparende investeringen te financieren. De interesten mag men blijven vermelden in de vertrouwde code De fiscus heeft ervoor geopteerd om de interesten van een groene lening in een afzonderlijke rubriek onder te brengen omdat die uitgaven volledig los staan van het begrip eigen of niet-eigen woning. Die interesten komen sowieso in aanmerking WOLTERS KLUWER FISCALE ACTUALITEIT NR. 14 WEEK 9 15 APRIL

4 voor een federale belastingvermindering, ongeacht of de groene lening nu is aangegaan voor de financiering van de eigen of de niet-eigen woning. vermindering interesten : KI niet vergeten belastingvermindering OV vervangt verrekening bouwsparen, LT-sparen Rubriek B : uitgaven met betrekking tot de eigen woning De fiscus heeft de nummering van de codes voor de verschillende belastingvoordelen behouden, met dit verschil dat de gewestelijke voordelen beginnen met het cijfer 3 en voor de echtgenoot met het cijfer 4. Opmerkelijk is dat de administratie in het nieuwe aangifteformulier nu plots de term woonbonus gebruikt terwijl ze vroeger steeds de officiële benaming aftrek voor enige woning gebruikte. Wellicht heeft ze dat gedaan om louter pragmatische redenen het begrip woonbonus is nu eenmaal beter gekend bij het brede publiek. Als de interesten in aanmerking komen voor de gewestelijke belastingvermindering voor de bijkomende en/of gewone interesten (de vroegere bijkomende en gewone interestaftrek), mag de belastingplichtige niet vergeten om subrubriek B, 3, a in te vullen (codes 3100 e.v.). Daar moet hij het niet-geïndexeerde KI (van de in België gelegen) en de brutohuur- of huurwaarde van de (in het buitenland gelegen) eigen woning vermelden. Die informatie heeft de fiscus namelijk nodig om de gewestelijke belastingvermindering voor de bijkomende interesten en de nieuwe gewestelijke belastingvermindering onroerende voorheffing te kunnen berekenen. Want de interesten komen maar in aanmerking voor de belastingvermindering bijkomende interesten in de mate dat het totaalbedrag aan interesten meer bedraagt dan het netto belastbaar onroerend inkomen van de belastingplichtige verhoogd met het onroerend inkomen van de eigen woning vóór toepassing van de vrijstelling van artikel 12, 3 WIB 92 (art lid 1 WIB 92). Ook voor de berekening van de belastingvermindering onroerende voorheffing heeft de fiscus de gegevens van de eigen woning nodig. Analoog met de vroegere verrekening van de onroerende voorheffing, wordt die belastingvermindering enkel verleend voor leningen die specifiek zijn gesloten om de eigen woning te verwerven of te behouden vóór 1 januari 2005, ofwel daarna in gevallen waarin voor dezelfde woning nog een oude lening loopt (van vóór 2005) die in aanmerking komt voor de vroegere gewone interestaftrek (art lid WIB 92). De gewestelijke belastingvermindering onroerende voorheffing wordt dus naar analogie met de vroegere verrekening enkel verleend voor oude leningen, d.w.z. die in principe vóór 2005 zijn gesloten. Dat is ook de reden waarom het nieuwe aangifteformulier in de subrubriek van de gewone interesten (subrubriek B, 3, c) een onderscheid maakt tussen leningen van voor 2005 en andere schulden. De belastingvermindering bedraagt 12,5 % (= het vroegere verrekeningspercentage) maar wordt vanaf aanslagjaar 2015 berekend op de interesten van de oude lening(en) in de mate dat ze niet in aanmerking komen voor de belastingvermindering voor gewone interesten en ze niet meer bedragen dan het het geïndexeerd kadastraal inkomen van de eigen woning (art lid 3 en 4 WIB 92). Kapitaalaflossingen van leningen van vóór 1993 komen in aanmerking voor de verhoogde belastingvermindering voor het bouwsparen op voorwaarde dat de woning waarvoor de lening is aangegaan, de eigen woning is. Als het op de datum van de uitgaven nog steeds de eigen woning is, komen de kapitaalaflossingen vanaf aj sowieso in aanmerking voor het gewestelijke bouwsparen. Het gewestelijke langetermijnsparen is in die situatie onmogelijk (want als de woning niet meer eigen is de enige voorwaarde voor bouwsparen voor leningen van vóór 1993 valt men automatisch onder de federale voordelen zie hierna). In de subrubriek voor het gewestelijke langetermijnsparen (subrubriek B, 4, b), leest men dan ook dat die belastingvermindering enkel maar mogelijk is voor leningen die zijn afgesloten vanaf 1993 (omdat vanaf 1993 enige woning het criterium was voor bouwsparen en men dus woningen kan hebben die nog altijd eigen zijn maar waarvoor men geen bouwsparen kon krijgen wegens niet enig ). Rubriek C : uitgaven met betrekking tot de niet-eigen woning Aangezien de federale codes hun vroegere nummering behouden, zal rubriek C wellicht het meest vertrouwd overkomen bij de meeste belastingplichtigen. Enkel in de subrubriek van de kapitaalaflossingen die in aanmerking komen voor bouwsparen 4 FISCALE ACTUALITEIT NR. 14 WEEK 9 15 APRIL 2015 WOLTERS KLUWER

5 geen (federaal) bouwsparen meer voor leningen van vóór 1989/1993 (C, 4, a), is er voor dat belastingvoordeel nog maar één enkele code (1355/2355) : voor leningen die afgesloten zijn vanaf 1993 en in principe vóór De codes voor leningen van vóór 1 januari 1989 voor een sociale en middelgrote woning, zijn geschrapt. De reden hebben we al in de vorige paragraaf vermeld. Leningen van vóór 1993 komen slechts in aanmerking voor bouwsparen op voorwaarde dat het gaat om de eigen woning van de belastingplichtige. In dat geval zijn de gewestelijke voordelen van toepassing. Gaat het niet langer om de eigen woning, dan komen de kapitaalaflossingen in aanmerking voor de federale belastingvermindering voor het langetermijnsparen. Vak X : Belastingverminderingen Belastingvermindering voor werkgeversaandelen In de nieuwe subrubriek F, 2 komt het gedeelte van de belastingvermindering dat moet worden teruggenomen ingevolge vervroegde overdracht van zijn werkgeversaandelen in Die terugname wordt vanaf aanslagjaar 2015 niet langer belast als een bijkomende werknemersbezoldiging maar voortaan als een federale belastingvermeerdering (zie hoger p. 2 bij werknemersbezoldigingen). dubbele code overbodig geworden nu alles zelf uitrekenen Belastingvermindering voor PWA- en dienstencheques Voor uitgaven vanaf 1 juli 2013 was het maximumbedrag voor PWA- en dienstencheques dat in aanmerking komt voor belastingvermindering, bijna gehalveerd van tot 920 per jaar (niet-geïndexeerde bedragen). Daarom maakte de aangifte voor aj in de rubrieken G (PWA-cheques) en H (dienstencheques) onderscheid al naargelang de cheques vóór of vanaf 1 juli 2013 waren gekocht (zie Fisc. Act. 2014, 13/3-4 en 10/11). Aangezien voor het volledige inkomstenjaar 2014 het nieuwe (verlaagde) grensbedrag van 920 geldt, is dat onderscheid overbodig geworden en blijft er nog maar één code over voor de aanschaffingsprijs van PWAcheques (code 3365/4365) en dienstencheques (code 3364/4364). Belastingvermindering voor dakisolatie Tot vorig aanslagjaar was de rubriek van de energiebesparende uitgaven onderverdeeld in twee grote subrubrieken al naargelang de uitgaven betrekking hadden op één enkele woning of op meerdere woningen. Als de uitgaven betrekking hadden op één enkele woning, volstond het dat de belastingplichtige in de eerste subrubriek enkel de werkelijk gedane uitgaven vermeldde. De fiscus rekende het bedrag van de belastingvermindering dan uit. Maar als de uitgaven betrekking hadden op meer dan één woning, moest de belastingplichtige zelf het totale bedrag uitrekenen van de belastingvermindering waarop hij voor al die woningen samen aanspraak maakte, en invullen in de tweede subrubriek. Voor de uitgaven voor dakisolatie (dat is voor de drie gewesten de enige energiebesparende uitgave die nog in aanmerking komt voor belastingvermindering) die in 2014 gedaan zijn, is dat onderscheid weggevallen. In de nieuwe aangifte moet de belastingplichtige sowieso zelf het bedrag van de belastingvermindering uitrekenen ook als de uitgave betrekking heeft op één enkele woning. Het bedrag van de belastingvermindering moet hij vermelden in de subrubriek J, 1 (code 3317). Voor uitgaven van 2011 en 2012 is het mogelijk dat men nog aanspraak maakt op een overdracht van belastingverminderingen. Het bedrag van de overdracht komt in subrubriek J, 2. Daar maakt de aangifte nog wel onderscheid al naargelang de uitgaven betrekking hadden op één enkele woning (J, 2, a) of op meerdere woningen (J, 2, b). Merk op dat de codes van de overgedragen belastingverminderingen beginnen met het cijfer 1 en niet met 3. Want de overdracht is federaal gebleven. Vak XI : Bedragen die in aanmerking komen voor een belastingkrediet voor winwinleningen Om duidelijk te maken dat het wel degelijk gaat om een belastingkrediet en geen belastingvermindering, heeft de administratie het belastingvoordeel voor de Vlaamse winwinleningen uit het vak van de belastingverminderingen gehaald en WOLTERS KLUWER FISCALE ACTUALITEIT NR. 14 WEEK 9 15 APRIL

6 winwinlening nu in apart vak melden buitenlandse rekeningnummers bij CAP is drie jaar lang dode letter gebleven maar nu is het zover eerst melden en daarna bevestigen in aangifte ondergebracht in een nieuw vak voor belastingkredieten. Dat weerspiegelt de terminologische aanpassing in de Vlaamse wetgeving (art decreet van 19 december 2014, BS 3 februari 2015) maar het gaat om een puur formele wijziging : berekeningstechnisch werd het altijd al als een belastingkrediet behandeld. Het onderscheid tussen een belastingvermindering en een belastingkrediet is overigens niet onbelangrijk. Een belastingvermindering vermindert enkel de verschuldigde belasting en kan die hooguit op nul brengen. Een belastingkrediet daarentegen is niet enkel verrekenbaar met de verschuldigde belasting maar ook terugbetaalbaar (zoals de Vlaamse winwinlening) (zie ook Fisc. Act. 2015, 13/7). Het onderscheid heeft bovendien ook zijn invloed op de aanvullende gemeente- en agglomeratiebelasting. Die wordt berekend op de totale belasting, zijnde de som van de federale en de gewestelijke personenbelasting (art. 466 lid 1 WIB 92). Zowel de federale als de gewestelijke belastingverminderingen worden rechtstreeks in mindering gebracht van hun respectievelijke belastingen, waardoor die de berekeningsgrondslag voor de aanvullende gemeente- en agglomeratiebelasting verlagen. Een belastingkrediet wordt daarentegen rechtstreeks in mindering gebracht van de totale belasting en beïnvloedt daardoor de berekeningsgrondslag voor de aanvullende gemeente- en agglomeratiebelasting niet. Voor de winwinlening was dat dus al zo. Vak XIV : Rekeningen en levensverzekeringen in het buitenland en juridische constructies Sedert enkele jaren moet de belastingplichtige in zijn aangifteformulier personenbelasting Ja aankruisen als hij (of iemand van zijn gezinsleden) in de loop van het inkomstenjaar titularis is geweest van één of meerdere buitenlandse bankrekeningen (art lid 2 WIB 92). Als de belastingplichtige op die manier via zijn aangifteformulier heeft bevestigd dat hij titularis is van één of meerdere buitenlandse bankrekeningen, moet hij ook de rekeningnummers, de benaming van de buitenlandse kredietinstelling en het land of de landen waar die rekeningen zijn geopend, melden aan het centraal aanspreekpunt van de Nationale Bank (CAP). Hij moet die gegevens uiterlijk melden op het ogenblik dat hij zijn aangifte personenbelasting indient. En op het aangifteformulier personenbelasting moet hij bevestigen dat de nummers van die rekeningen zijn aangemeld bij het centraal aanspreekpunt (art lid 2 WIB 92). Oorspronkelijk moest die meldingsplicht in werking treden met aj maar de maatregel is telkens uitgesteld. Ook de uitnodiging om te melden vorig jaar is er nooit gekomen (zie Fisc. Act. 2014, 13/5 en 18/9). Maar nu is het eindelijk zover. Belastingplichtigen die in hun PB-aangifte voor de aanslagjaren 2012 tot 2014 het bestaan van hun buitenlandse rekeningen hebben gemeld, zullen de gegevens van die rekeningen moeten melden aan het centraal aanspreekpunt uiterlijk op het ogenblik dat zij hun aangifte personenbelasting voor aj indienen. Hoe die melding moet gebeuren, is ondertussen vastgelegd in een koninklijk besluit (KB van 3 april 2015, BS 13 april 2015). De belastingplichtige (of zijn gevolmachtigde) mag de gegevens zowel elektronisch via de website van de Nationale Bank als op papier indienen. Behalve het (IBAN-)nummer van de buitenlandse rekening moet ook de volledige benaming van de financiële instelling, de BIC-code van die instelling, het land waar de rekening is geopend en het jaar (2011, 2012 of 2013) dat men houder of mede-houder is geweest van de rekeningen, meegedeeld worden aan het centraal aanspreekpunt. Op de aangifte volstaat het om Ja aan te kruisen, ten teken dat die melding gebeurd is. Vak XVI : Diverse inkomsten afgelopen met aj Loten van Belgische overheidsfondsen De laatste Belgische lotenlening die nog in omloop was, werd in 1923 uitgegeven door het Verbond der Samenwerkende Vennootschappen voor Oorlogsschade en had een vaste looptijd van 90 jaar. De obligatiehouders waaraan geen lot is toegewezen bij de laatste trekking, zijn terugbetaald op de eindvervaldag, namelijk op 15 juni Daarmee is definitief een punt gezet achter een stukje Belgische beleggingsgeschiedenis. 6 FISCALE ACTUALITEIT NR. 14 WEEK 9 15 APRIL 2015 WOLTERS KLUWER

7 In het nieuwe aangifteformulier is dan ook de subrubriek geschrapt waar de belegger de interesten van zijn Belgische lotenlening facultatief kon aangeven. Het federale belastingkrediet voor zelfstandigen (art. 289bis 1 WIB 92) was, in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, tot voor kort niet terugbetaalbaar. Het belastingkrediet was enkel verrekenbaar met de personenbelasting die evenredig betrekking had op de beroepsinkomsten. Als voor een bepaald aanslagjaar geen personenbelasting verschuldigd is of als de PB ontoereikend is, mocht het niet verrekende gedeelte van het belastingkrediet tot aanslagjaar 2014 overgedragen worden naar de volgende drie aanslagjaren. Tijdens de volgende drie aanslagjaren kon het belastingkrediet eveneens slechts verrekend worden met het gedeelte van de personenbelasting dat evenredig betrekking heeft op de beroepsinkomsten. Het gedeelte van het belastingkrediet dat tijdens de drie volgende aanslagjaren niet kon worden verrekend, was definitief verloren. De regering vond dat de definitie van belastingkrediet in de bijzondere financieringswet niet enkel mag gelden voor de gewesten maar ook moet gelden voor de federale belastingkredieten (Parl. St. Kamer , nr /1, 70). Het nietdoor GwH vernietigde bepaling geschrapt nieuwe codes voor exclusief federale bevoegdheid werkbonus belastingkrediet voor zelfstandigen wordt echt belastingkrediet Vergoeding voor plaatsing gsm-mast Voor aanslagjaar 2013 had de wetgever de lijst van de diverse inkomsten uitgebreid met de inkomsten die een natuurlijke persoon buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid verkrijgt uit de concessie van het recht om een plaats die van nature onroerend is te gebruiken om er zend- en ontvangstapparaten te installeren door de operatoren van de mobiele telefonie (art c WIB 92). Daarmee ondergingen die inkomsten hetzelfde belastingregime als inkomsten uit de concessie van het recht om plakbrieven of andere reclamedragers te plaatsen. Het Grondwettelijk Hof heeft die bepaling echter vernietigd (GwH 19 juni 2014, 93/2014, Fisc. Act. 2014, 27/10). Door het vernietigingsarrest zijn de bedoelde inkomsten vanaf 2014 niet langer belastbaar als diverse inkomsten. De subrubriek in het vak van de diverse inkomsten waar men die inkomsten verplicht moest aangeven, is dan ook geschrapt. Vanaf aanslagjaar 2015 zijn de inkomsten dus opnieuw belastbaar als onroerende inkomsten in de zin van artikel 7 WIB 92. Meerwaarden op roerende waarden en titels Ingevolge de zesde staatshervorming blijft de personenbelasting op de belangrijkste roerende inkomsten (dividenden, interest, royalty s, loten van effecten op leningen en als diverse inkomsten belaste meerwaarden op roerende waarden en titels) zuiver federaal. De gewesten mogen er geen opcentiemen op heffen (art. 5/2 2 7 BFW van 6 januari 2014, BS 31 januari 2014 zie ook Fisc. Act. 2015, 13/6). Met meerwaarden op roerende waarden en titels worden niet enkel de meerwaarden op aandelen bedoeld die belastbaar zijn op grond van artikel 90, 9 WIB 92 maar ook de meerwaarden op obligaties, opties, enz. die belastbaar zijn op grond van artikel 90, 1 WIB 92 (Parl. St. Kamer , nr /1, 15). Om de belasting correct te kunnen berekenen, heeft de fiscus de meerwaarden op roerende waarden en titels die belastbaar zijn op grond van artikel 90, 1 WIB 92, op de aangifte afgezonderd van de andere occasionele winsten en baten die op grond van dat artikel belastbaar zijn, en die niet exclusief federaal blijven (nieuwe subrubriek B, 1, a; nieuwe code 1440/2440, en 1441/2441 voor de kosten). Opvallend : de nog niet afgetrokken verliezen van vorige jaren worden niet uitgesplitst. Vak XVII : Bezoldigingen van bedrijfsleiders Bedrijfsleiders die onderworpen zijn aan het sociaal statuut van werknemers, kunnen ook het belastingkrediet voor lage lonen krijgen en dus ook het verhoogde belastingkrediet dat vanaf 1 april 2014 is ingevoerd (zie hoger p. 3 bij werknemersbezoldigingen). De sociale werkbonus die aan hen is toegekend vanaf 1 april 2014, moeten zij vermelden in de nieuwe subrubriek 16, b). Vak XX : Voorheffingen in verband met een zelfstandige beroepswerkzaamheid WOLTERS KLUWER FISCALE ACTUALITEIT NR. 14 WEEK 9 15 APRIL

8 terugbetaalbaar i.p.v. overdraagbaar ook overdracht voorbije jaren terugbetaalbaar verrekende gedeelte van het belastingkrediet voor zelfstandigen kan vanaf aj dan ook niet langer overgedragen worden naar de drie volgende aanslagjaren maar zal integraal terugbetaald worden aan de belastingplichtige onder de vorm van een (federaal) belastingkrediet (art. 289bis 1 lid 1 en art lid 1 WIB 92). De nieuwe regeling van het terugbetaalbaar belastingkrediet zal niet enkel gelden voor de belastingkredieten die vanaf aj zijn verkregen maar ook voor de reeds toegekende belastingkredieten van de drie vorige jaren die de zelfstandige heeft overgedragen. De voorraad aan overgedragen belastingkredieten wordt op de nieuwe aangifte dan ook niet langer opgesplitst per aanslagjaar maar moet integraal worden vermeld in de nieuwe subrubriek 4, b) (code 1760/2760). Eigen woning : een ogenschijnlijk eenvoudig begrip Luc DE GREEF lector UC Leuven-Limburg en docent FHS De fiscale uitgaven m.b.t. de eigen woning maken het leeuwendeel uit van de uitgaven die sinds 1 juli 2014 overgeheveld zijn naar de gewesten (art. 5/5 4 lid 1 1 bijzondere financieringswet, BS 6 januari 2014). Men moet het begrip eigen woning correct kunnen interpreteren om uit te maken of de uitgaven van de lening die de belastingplichtige heeft aangegaan voor de financiering van zijn woning, thuishoren in de rubriek van de gewestelijke of van de federale voordelen (zie p. 1 voor de aangifte) 1. eigenaar zelf bewonen, tenzij wettelijke uitzondering wonen in meer dan één huis : fiscale woonplaats telt Wettelijke definitie Á Tot voor kort werd het begrip eigen woning gedefinieerd door artikel 12, 3 WIB 92. Vanaf aanslagjaar 2015 is de omschrijving opgenomen in het nieuwe definitieartikel 2, 1, 15 WIB 92. Dat verwijst naar de definitie in de bijzondere financieringswet van 6 januari De bijzondere financieringswet omschrijft de eigen woning als de woning die de belastingplichtige als eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker tijdens het belastbaar tijdperk (art. 5/5 4 lid 2 tot 7 BFW) : 1] ofwel zelf betrekt (d.w.z. waar hij effectief woont); 2] ofwel zelf niet betrekt om één van volgende redenen : Á beroepsredenen; Á redenen van sociale aard; Á wettelijke of contractuele belemmeringen die het de belastingplichtige onmogelijk maken om de woning zelf te betrekken; de stand van de bouw- of verbouwingswerkzaamheden die het de belastingplichtige onmogelijk maken om de woning daadwerkelijk te betrekken (zie ook Fisc. Act. 2014, 40/13 en 43/14). 3] De eigen woning omvat niet het deel van de woning dat de belastingplichtige of één van zijn gezinsleden beroepsmatig gebruikt. Het omvat evenmin het deel van de woning dat betrokken wordt door personen die geen deel uitmaken van het gezin (bv. huurders). 4] Als een belastingplichtige meer dan één woning betrekt, wordt de woning waar zijn fiscale woonplaats is gevestigd, als de eigen woning beschouwd. 5] Als een belastingplichtige zowel een woning bezit die hij zelf betrekt, als een woning die hij zelf niet kan betrekken om beroepsredenen, redenen van sociale aard, enz. (zie hierboven), is de woning die hij zelf betrekt, de eigen woning. 6] Bezit de belastingplichtige uitsluitend woningen die hij zelf niet kan betrekken om beroepsredenen, redenen van sociale aard, enz., mag hij zelf de woning aanwijzen die hij als eigen woning beschouwt. Die keuze is onherroepelijk tot op 1 Dit artikel is het tweede in een reeks waarin we dieper ingaan op de technische details van de regionalisering van de PB. Voor het eerste artikel : zie Fisc. Act. 2015, 13/4. 8 FISCALE ACTUALITEIT NR. 14 WEEK 9 15 APRIL 2015 WOLTERS KLUWER

9 huis in aanbouw kan eigen zijn of niet geen keuze meer vakantieverblijf met hoog KI kan dus geen eigen woning meer zijn huis verhuurd omdat men voor beroep elders woont : vroeger toch eigen woning het moment dat de belastingplichtige ofwel een woning zelf betrekt ofwel niet langer in het bezit is van de aangeduide woning. 7] Voor gehuwde belastingplichtigen of wettelijk samenwonenden kan slechts één woning als de eigen woning worden beschouwd. Voorbeelden 1] Jan is eigenaar van een woning te Mechelen die hij momenteel zelf bewoont. Hij is ook eigenaar van een appartement in Oostende dat hij wegens een beroepsreden niet zelf kan betrekken. Eigen woning = woning te Mechelen. 2] Zie voorbeeld 1, met dit verschil dat hij de woning te Mechelen huurt. Eigen woning = appartement te Oostende. 3] Zie voorbeeld 2, met dit verschil dat hij ook eigenaar is van een woning te Bonheiden die hij momenteel nog niet kan bewonen wegens verbouwingswerken. Eigen woning = appartement te Oostende of woning te Bonheiden. De keuze is onherroepelijk tot het ogenblik dat Jan in één van beide woningen intrekt ofwel niet langer eigenaar is van de woning die hij als eigen aangeduid heeft. 4] Piet is eigenaar van een woning in Willebroek en bouwt een nieuw huis in Zemst. Zolang de bouwwerken duren, blijft hij wonen in Willebroek. Eigen woning = woning in Willebroek. Voor de lening voor zijn nieuwe huis kan hij dus geen woonbonus (gewestelijke belastingvermindering voor eigen woning ) krijgen zolang hij er niet effectief intrekt. Hij moet tijdelijk terugvallen op het (federale) langetermijnsparen (zie ook Fisc. Act. 2014, 35/5-6). Voor het jaar waarin hij verhuist, zal hij op de aangifte de aflossingen en interesten moeten verdelen over de rubriek voor de eigen woning en de niet-eigen woning (zie hierna p. 11). 5] Zie voorbeeld 4, met dit verschil dat hij zijn oude woning verkoopt en tijdelijk in een huurhuis gaat wonen of bij familie intrekt. Eigen woning = woning in Zemst. Voor de lening voor die woning kan hij onmiddellijk de (gewestelijke) woonbonus krijgen. Woning waar belastingplichtige werkelijk woont, krijgt absolute voorrang Als een belastingplichtige meer dan één woning betrekt, mocht hij tot aanslagjaar 2014 kiezen welke woning hij als eigen woning aanduidde (oud art lid 2 WIB 92 vóór wijziging door wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het WIB 92, BS 28 mei 2014). Typisch voorbeeld is een gepensioneerd koppel dat de wintermaanden doorbrengt in hun woning in het binnenland en tijdens de zomermaanden verblijft in hun appartement aan de Belgische kust. Tot vorig aanslagjaar mocht het koppel vrijblijvend kiezen welke woning zij als eigen woning aanduidden. Aangezien het KI van de eigen woning is vrijgesteld van personenbelasting, kozen ze uiteraard voor de woning met het hoogste kadastraal inkomen. Vanaf aanslagjaar 2015 komt aan die keuzemogelijkheid een einde. Als een belastingplichtige eigenaar is van meerdere woningen en hij ze allemaal ook zelf betrekt, wordt de woning waar zijn fiscale woonplaats is gevestigd (d.w.z. waar hij werkelijk woont) als de eigen woning beschouwd (art. 5/5 4 lid 4 BFW). Woning niet betrokken om beroeps- of sociale reden Als men niet zelf in zijn eigen huis woont, ligt het voor de hand om het te verhuren. Ook in die situatie blijft niet alles zoals voorheen. Als de belastingplichtige zijn woning om beroepsredenen of redenen van sociale aard zelf niet kan betrekken en in plaats daarvan in een huurhuis woont, werd die woning tot aj aangemerkt als eigen woning, ongeacht of het huis al dan niet werd verhuurd (oud art. 12 3, lid 3 WIB 92 vóór wijziging door wet van 8 mei 2014). Voordeel daarvan was uiteraard dat het kadastraal inkomen van de woning in de personenbelasting vrijgesteld bleef als de belastingplichtige de woning liet leegstaan, of verhuurde aan natuurlijke personen die de woning niet beroepsmatig gebruikten. Bovendien kon een lening voor de financiering van zo n woning volledig in aanmerking komen voor de woonbonus (lening vanaf 1 januari 2005). Door het herschrijven van de definitie van de eigen woning komt daar nu verandering in. Het deel van de woning dat de belastingplichtige zelf niet kan betrekken WOLTERS KLUWER FISCALE ACTUALITEIT NR. 14 WEEK 9 15 APRIL

10 nu alleen nog eigen woning als niet verhuurd? dus KI belast? en lening uitsplitsen? minister : er verandert niets dus eigen woning ondanks verhuur circulaire bevestigt ook gezinslid om beroeps- of sociale redenen en dat om die reden bewoond wordt door personen die geen deel uitmaken van zijn gezin, wordt niet langer als eigen woning beschouwd (art. 5/5 4 lid 3 BFW). Dat heeft tot gevolg dat men vanaf aanslagjaar 2015 volgend onderscheid moet maken als men een woning om beroeps- of sociale redenen zelf niet meer kan betrekken : Á ofwel wordt de woning geheel of gedeeltelijk verhuurd of kosteloos ter beschikking gesteld aan derden : (dat deel van) de woning wordt niet langer beschouwd als eigen woning; Á ofwel wordt de woning niet verhuurd en niet kosteloos ter beschikking gesteld aan derden : de woning wordt nog wel beschouwd als eigen woning. Dat onderscheid heeft uiteraard ook gevolgen voor de aangifte van het KI van de woning in de personenbelasting. Als de belastingplichtige de woning verhuurt of ter beschikking stelt aan natuurlijke personen die de woning niet beroepsmatig gebruiken, kan het KI niet langer vrijgesteld worden maar moet de belastingplichtige het KI (of gedeelte van het KI bij gedeeltelijke verhuring) vermelden in de code 1106 van zijn aangifteformulier. Het maakt dan deel uit van zijn belastbaar inkomen. En als de belastingplichtige een krediet afgesloten heeft voor de financiering van zo n woning, dan komen enkel de uitgaven die betrekking hebben op het nietverhuurde gedeelte (eigen woning) in aanmerking voor de gewestelijke voordelen. De uitgaven die pro rata betrekking hebben op het verhuurde gedeelte (niet eigen woning), komen dan in aanmerking voor de federale voordelen. Maar fiscus beslist anders Tijdens de bespreking van het wetsontwerp is de minister van Financiën over die kwestie aan de tand gevoeld. Verassend genoeg verklaarde hij dat er in de praktijk niets verandert voor mensen die hun woning niet langer betrekken om professionele of sociale redenen en in de plaats daarvan een huurwoning gaan betrekken. Men blijft genieten van de vrijstelling of de woonbonus, ook in de toekomst. Nog volgens de minister zullen de huidige praktijken blijven bestaan, desnoods verduidelijkt door een omzendbrief (Parl. St. Kamer , nr /3, 13-14). Volgens de minister speelt het dus geen rol of de woning die men om beroeps- of sociale redenen zelf niet kan bewonen, al dan niet verhuurt. De volledige woning mag men blijven beschouwen als eigen woning, ook al wordt ze aan derden verhuurd. Het antwoord van de minister heeft dan ook tot gevolg dat als de belastingplichtige een krediet heeft afgesloten voor de financiering van zo n woning, de uitgaven van de lening volledig in aanmerking blijven komen voor de gewestelijke belastingvoordelen. Ondertussen heeft de fiscus het standpunt van de minister bevestigd in een circulaire (circ. AAFisc nr. 6/2015, Ci.RH.331/ , 3 februari 2015, randnr. 10 hypothese 5 : kan... hun woning ondanks de verhuring toch worden aangemerkt als de eigen woning ). Merk op dat die tolerantie dus alleen geldt bij niet-bewoning om beroeps- of sociale redenen. Ook de circulaire suggereert geen soortgelijke tolerantie voor wie wegens contractuele verplichtingen of bouwwerken niet in het huis woont. Beroepsmatig gebruik van de eigen woning Het gedeelte van de woning dat de belastingplichtige gebruikt voor de uitoefening van zijn beroepswerkzaamheid, wordt evenmin aangemerkt als eigen woning. Die regel geldt ook als de woning door één van de gezinsleden van de belastingplichtige beroepsmatig wordt gebruikt (art. 5/5 4 lid 3 BFW). Die regel gold vroeger ook en is m.a.w. niet nieuw (oud art lid 4 WIB 92 vóór wijziging door wet van 8 mei 2014). De uitsluiting heeft wel voornamelijk gevolgen op het vlak van de woningkredieten. De uitgaven die betrekking hebben op het gedeelte van de woning dat de belastingplichtige privé bewoont (eigen woning), komen in aanmerking voor de gewestelijke voordelen en de uitgaven die betrekking hebben op het beroepsmatig gebruikt gedeelte (niet eigen woning) komen in aanmerking voor de federale voordelen. Bovendien is er een praktische nieuwigheid : ook de kapitaalaflossingen en de premies voor de schuldsaldoverzekering moeten nu uitgesplitst worden ingeval de lening zowel op het beroeps- als op het woongedeelte betrekking heeft. Vroeger 10 FISCALE ACTUALITEIT NR. 14 WEEK 9 15 APRIL 2015 WOLTERS KLUWER

11 hoefde men alleen de interest op te splitsen in een beroepsmatig en een nietberoepsmatig gedeelte (zie o.m. Fisc. Act. 2006, 16/5). Echtgenoten Voor gehuwden en wettelijk samenwonenden kan slechts één woning de eigen woning zijn. De wettelijke regels zoals tot nu toe besproken moeten steeds voor beide echtgenoten samen worden toegepast (art. 5/5 4 lid 7 BFW). Dat betekent concreet dat als man en vrouw gehuwd zijn en de man eigenaar is van de woning die zij samen bewonen, terwijl mevrouw eigenaar is van een andere woning die zij zelf niet kan bewonen om beroepsredenen, de woning waar zij beiden hun fiscale woonplaats hebben gevestigd, de eigen woning is. dag betaling telt Tijdstip beoordeling eigen woning De beoordeling of een woning al dan niet de eigen woning is, gebeurt voortaan van dag tot dag (art. 5/5 4 lid 8 BFW). Heeft de belastingplichtige een krediet afgesloten voor de financiering van de woning, dan moet men zich plaatsen op het tijdstip van de betaling van de kapitaalaflossingen, de interesten en de premies van de individuele levensverzekering om na te gaan of het al dan niet gaat om de eigen woning 1 (Parl. St. Kamer , nr /1, 29 en 40). Gaat het inderdaad om de eigen woning, dan komt de uitgave in aanmerking voor de gewestelijke belastingvoordelen. Vervolgens moet men nagaan welk gewest bevoegd is. Dat is het gewest waar de belastingplichtige zijn fiscale woonplaats op 1 januari van het aanslagjaar heeft gevestigd. voorbeeld Mia is eigenaar van een woning in Gent die zij tot 6 september 2014 zelf bewoonde. Voor de aankoop van die woning had zij een hypothecaire lening afgesloten. Op 7 september 2014 verhuist zij naar haar nieuwe woning te Brugge die zij van haar ouders heeft geërfd. De woning te Gent wordt vanaf die datum verhuurd. De uitgaven van de lening die Mia heeft betaald tot en met 6 september 2014, komen in aanmerking voor de Vlaamse belastingvoordelen. Wat zij vanaf 7 september 2014 betaalt, komt in aanmerking voor de federale voordelen. korte berichten Agenda Btw : Maandaangifte en betaling van de verschuldigde btw voor de verrichtingen van maart 2015 Kwartaalaangifte en betaling van het saldo dat verschuldigd is volgens die aangifte (1e kwartaal 2015) Gemengde btw-plichtigen moeten bij hun aangifte het berekeningsblad voegen met het definitieve verhoudingsgetal van 2014 en de afgetrokken btw regulariseren (art. 15 KB nr. 3) Kwartaallisting van intracommunautaire leveringen Vrijgestelde btw-plichtigen die intracommunautaire verwervingen doen : opstellen van de aangifte en betaling van de btw m.b.t. het 1e kwartaal van 2015 Intrastat-aangifte RSZ 1 Dat van dag tot dag moet men dus niet helemaal letterlijk nemen. Het is niet zo dat men, als men bv. op 5 februari de eigen woning verlaat, pro rata temporis moet uitsplitsen tussen 36/365 in de rubriek voor de eigen woning en 329/365 in de rubriek voor de niet-eigen woning. Omdat alleen gekeken wordt naar het tijdstip van de betaling, zal in ons voorbeeld (en we veronderstellen dat op de eerste van de maand telkens hetzelfde bedrag aan de bank betaald wordt) de uitsplitsing 2/12 en 10/12 zijn (tenzij men te laat is met de aflossing en pas na 5 februari effectief betaalt). En het zal dus in datzelfde voorbeeld geen invloed hebben of men nu verhuist op 2 februari of op 28 februari. Alleen voor de aangifte van het kadastraal inkomen (wat nog moet gebeuren voor een niet-eigen woning) moet de uitsplitsing werkelijk van dag tot dag gebeuren. WOLTERS KLUWER FISCALE ACTUALITEIT NR. 14 WEEK 9 15 APRIL

12 : Betaling van het saldo van de voor het 1e kwartaal verschuldigde bijdragen Milieuheffingen 30.4 : aangifte afvalheffing m.b.t. het eerste kwartaal van 2015 (art. 50 decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, BS 28 februari 2012; betaling tegen 10 mei) Fiches 30.4 : indieningsdatum voor fiches (lijfrenten) en (auteursrechten) Coöperatieve vennootschappen 30.4 : In geval van kapitaalverhoging in 2014 die niet bij authentieke akte is vastgesteld : betalen van de registratierechten op de nettoverhoging Btw GKS De beperkte groep die gebruik kan maken van het uitstel voor de registratie voor een geregistreerde kassa in de horeca, kan zich nog registreren tot 30 april (zie Fisc. Act. 2015, 9/6). steunzones aangifte PB melden info buitenlandse rekeningen aan CAP In het Staatsblad van 1 tot 13 april 2015 Grondwettelijk Hof. Bericht (BS 1 april 2015, 20129) Beroep tot vernietiging en vordering tot schorsing van art. 73 en 74 Vlaams decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 en van art. 162, 170, 172, 174 en 175 decreet van 19 december 2014 tot wijziging van de VCF (BS 30 december 2014 en 29 januari 2015). Het betreft de verlaging van het verdeelrecht bij echtscheiding, de zgn. afschaffing van de miserietaks (Fisc. Act. 2014, 42/1). Wet van 24 maart 2015 houdende de aanpassing van titel 3 van de wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance en van de artikelen en van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 aan de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (BS 2 april 2015, 20173) De regeling voor de steunzones waar nieuwe investeringen een vrijstelling van BV kunnen opleveren (zie o.m. Fisc. Act. 2014, 24/7) wordt aangepast aan de nieuwe Europese regels en op enkele punten verduidelijkt. Raad van State. Bericht (BS 3 april 2015, 20571) Vordering tot schorsing en nietigverklaring van het besluit van de gemeenteraad van Brugge van 16 december 2014 tot vaststelling van het belastingreglement op het verstrekken van logies. Koninklijk besluit van 3 april 2015 tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake personenbelasting voor het aanslagjaar 2015 (BS 10 april 2015, 2e ed., 21384) (zie p. 1) KB van 3 april 2015 tot wijziging van het KB van 17 juli 2013 betreffende de werking van het centraal aanspreekpunt bedoeld in het artikel 322, 3, van het WIB 1992 (BS 13 april 2015, 21649) (zie p. 6) colofon Kernredactie: Bart Buelens (Tax Director Ernst & Young), Mark Delanote (advocaat Bloom Law, docent VUB en UGent), Tom Jansen (FOD Financiën), Willy Maeckelbergh (erevoorzitter Fiscale Hogeschool, voorzitter IBC), Jo Roseleth (advocaat Sherpa Law), Kristof Spagnoli (advocaat Eubelius), Joke Vanden branden (advocaat Elegis), Yves Verdingh (Head of Tax BNP Paribas/Fortis), Peter Verschelden (accountant-bedrijfsrevisor CEO Moore Stephens Belgium), René Willems (Senior Counsel PwC). Vaste medewerkers: L. De Greef, F. Desterbeck, M. Govers, M. Maus, J. Opreel, L. Vandenberghe, P. Wille, e.a. Oprichter AFT: Albert Tiberghien ( ). Eindredactie: Koen Janssens koen.janssens@wolterskluwer.be. Fiscale Actualiteit is een uitgave van Wolters Kluwer Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk, Ragheno Business Park, Motstraat 30, B-2800 Mechelen. Wolters Kluwer klantenservice: tel (gratis oproep) (vanuit het buitenland), fax , info@wolterskluwer.be. ISSN Wolters Kluwer Belgium NV. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever. 12 FISCALE ACTUALITEIT NR. 14 WEEK 9 15 APRIL 2015 WOLTERS KLUWER

De nieuwe aangifte aanslagjaar 2015

De nieuwe aangifte aanslagjaar 2015 De nieuwe aangifte aanslagjaar 2015 Fiscale Wenken nr. 2015/19 Personenbelasting Wenst u meer info over dit onderwerp? Contacteer ons vrijblijvend via contact@vdl.be. Op 10 april 2015 werd het nieuwe formulier

Nadere informatie

Fiscale aspecten van woningkredieten na de zesde staatshervorming. Luc De Greef

Fiscale aspecten van woningkredieten na de zesde staatshervorming. Luc De Greef Fiscale aspecten van woningkredieten na de zesde staatshervorming Luc De Greef 1. Algemeen Bijzondere financieringswet van 6 januari 2014 (B.S. 31.1.2014) kader waarbinnen de 3 gewesten en de federale

Nadere informatie

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting Circulaire AAFisc Nr. 6/2015 (nr. Ci.RH.331/633.998) dd. 03.02.2015 Personenbelasting Bijzondere

Nadere informatie

Fiscale aspecten van de zesde staatshervorming. Luc De Greef

Fiscale aspecten van de zesde staatshervorming. Luc De Greef Fiscale aspecten van de zesde staatshervorming Luc De Greef 1. Algemeen! Bijzondere financieringswet van 6 januari 2014 (B.S. 31.1.2014) kader waarbinnen de 3 gewesten en de federale overheid hun fiscale

Nadere informatie

Personenbelasting - Optimale aangifte woonleningen. Forum for the Future - November Maurice De Mey

Personenbelasting - Optimale aangifte woonleningen. Forum for the Future - November Maurice De Mey Personenbelasting - Optimale aangifte woonleningen Forum for the Future - November 2017 - Maurice De Mey De cruciale vraag Is op het moment van betaling van interest, kapitaal en/of premie van de individuele

Nadere informatie

SOFISK Voor deze domeinen geldt vanaf 2015 ook de elektronische aangifte.

SOFISK Voor deze domeinen geldt vanaf 2015 ook de elektronische aangifte. SOFISK 2015 Sofisk is ook beschikbaar voor: - Vennootschapsbelasting niet-inwoners - Rechtspersonenbelasting Voor deze domeinen geldt vanaf 2015 ook de elektronische aangifte. Meer info over deze domeinen?

Nadere informatie

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ; Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/5C Circulaire nr. Ci.RH.331.611.085 (AAFisc Nr. 41/2011) dd 22.08.2011 Personenbelasting Berekening van de belasting Berekening

Nadere informatie

FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie

FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie Eigenschappen Titel : FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie Trefwoorden : onroerend inkomen Datum van het document : 30/04/2019 Publicatiedatum : 30/04/2019 Datum Fisconet plus : 30/04/2019 Notes Geef

Nadere informatie

De woningfiscaliteit grondig door elkaar geschud. 1. Alleen de gewesten zijn nog bevoegd voor de eigen woning... 2

De woningfiscaliteit grondig door elkaar geschud. 1. Alleen de gewesten zijn nog bevoegd voor de eigen woning... 2 Inhoudstafel DEEL I. De woningfiscaliteit grondig door elkaar geschud 1. Alleen de gewesten zijn nog bevoegd voor de eigen woning........... 2 1.1. De woningfiscaliteit is slechts gedeeltelijk geregionaliseerd.................

Nadere informatie

Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing. 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen

Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing. 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing 1. Voor wie? 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen 2.1. Een lening gesloten vanaf 1 januari 2005...5

Nadere informatie

1.2. Aankoop door de vennootschap

1.2. Aankoop door de vennootschap 1.2. Aankoop door de vennootschap 1.2.1. Registratierechten Net zoals uzelf moet uw vennootschap in principe ook registratierechten betalen op de aankoop van het gebouw dat als gezinswoning zal dienen.

Nadere informatie

SOFISK Aangifte personenbelasting 2014 : stilte voor de storm van volgend jaar.

SOFISK Aangifte personenbelasting 2014 : stilte voor de storm van volgend jaar. SOFISK 2014 Versie 2014.7.6 (10/06/2014) Personenbelasting o Beknopte afdruk: Kinderopvang werd niet afgedrukt. Vennootschapsbelasting o Correctie bij overname gegevens van vorig jaar. Versie 2014.7.5

Nadere informatie

Het belastingvoordeel dat verbonden is aan een hypotheeklening, noemt men in Vlaanderen de woonbonus.

Het belastingvoordeel dat verbonden is aan een hypotheeklening, noemt men in Vlaanderen de woonbonus. Gepubliceerd op Wikifin (https://www.wikifin.be) Wat is de woonbonus? Wie een hypothecaire lening afsluit om een woning te kopen of bouwen, kan vaak genieten van bepaalde belastingvoordelen gekoppeld aan

Nadere informatie

De aangifte in de personenbelasting voor aanslagjaar 2014 inkomsten 2013

De aangifte in de personenbelasting voor aanslagjaar 2014 inkomsten 2013 Het formulier voor de aangifte in de personenbelasting (PB) voor het aanslagjaar 2014 - inkomsten 2013 verscheen in het Belgisch Staatsblad van 28 maart 2014. De nieuwe PB-aangifte telt zo n 40 codes minder

Nadere informatie

Aanslagjaar Inkomsten 2015

Aanslagjaar Inkomsten 2015 Aanslagjaar 2017 - Inkomsten 2015 Teneinde uw aangifte zo voordelig mogelijk in te vullen, vragen wij u volgende vragenlijst aandachtig te lezen en VOLLEDIG in te vullen. Ontbrekende elementen kunnen de

Nadere informatie

Om het socialezekerheidsstelsel van de zelfstandigen te financieren

Om het socialezekerheidsstelsel van de zelfstandigen te financieren Elke vennootschap die is onderworpen aan de Belgische vennootschapsbelasting of aan de belasting der niet-verblijfhouders, moet aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Aan dat fonds moet ze uiterlijk

Nadere informatie

WEBINAR Aangifte 2016

WEBINAR Aangifte 2016 WEBINAR Aangifte 2016 18 mei 2016 Aangiftetermijnen Papier TOW 30 juni (do) 13 juli (wo) TOW mandataris 27 oktober (do) taalgebruik in aangifte met betrekking tot (m.b.t.) als kunnen worden beschouwd overeenkomstig

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken

Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken Samenvatting : Commentaar op het Vlaamse decreet van 07.07.2017 betreffende wijk-werken en diverse bepalingen in het kader van de zesde

Nadere informatie

De aangifte in de personenbelasting inkomsten 2008

De aangifte in de personenbelasting inkomsten 2008 Rubriek fiscaliteit De aangifte in de personenbelasting inkomsten 2008 Het aangifteformulier heeft een nieuw uitzicht dit jaar. De belastingplichtige die nog gebruikt maakt van het papieren formulier,

Nadere informatie

Bijlage Personenbelasting definitieve versie aj.2015

Bijlage Personenbelasting definitieve versie aj.2015 VOORALEER U START! Bijlage Personenbelasting definitieve versie aj.2015 De zesde staatshervorming, met de opsplitsing tussen de federale en gewestelijke personenbelasting, heeft gezorgd voor een ommekeer

Nadere informatie

Indexering aj. 2016 aj. 2017

Indexering aj. 2016 aj. 2017 Van Belleghem Kluwer Opleidingen voor Bank Verzekering Accountancy Lieven Van Belleghem Indexering aj. 2016 aj. 2017 Indexcoëfficiënt belastingvrije som en bestaansmiddelen = aj.2016 = 1,7321 / aj.2017

Nadere informatie

Lieven Van Belleghem

Lieven Van Belleghem Praktische Belastingservice voor Bank Verzekering Accountancy Lieven Van Belleghem Indexering fiscale bedragen aj. 2018 aj. 2019 Indexcoëfficiënt belastingvrije som en bestaansmiddelen = aj.2018 = 1,7761

Nadere informatie

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015 Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015 Het model van het aangifteformulier voor aj. 2015 is verschenen in het Belgisch Staatsblad

Nadere informatie

I. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i...

I. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i... Page 1 of 12 Home > Circulaire AAFisc Nr. 13/2014 (nr. Ci.RH.421/630.788) dd. 03.04.2014 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst VENB Vennootschapsbelasting/Belasting

Nadere informatie

DEEL 1: CASES WOONBONUSVOORWAARDEN... 17

DEEL 1: CASES WOONBONUSVOORWAARDEN... 17 Inhoud DEEL 1: CASES WOONBONUSVOORWAARDEN... 17 1 Case 1: Een koppel huurt een woning. Ze gaan verhuizen naar een nieuw aangekochte woning die nog verbouwd wordt... 17 1.1 Geval A: het betreft een feitelijk

Nadere informatie

Van Belleghem Kluwer Opleidingen voor Bank Verzekering Accountancy

Van Belleghem Kluwer Opleidingen voor Bank Verzekering Accountancy Van Belleghem Kluwer Opleidingen voor Bank Verzekering Accountancy Lieven Van Belleghem Indexering fiscale bedragen aj. 2017 aj. 2018 Indexcoëfficiënt belastingvrije som en bestaansmiddelen = aj.2017 =

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt 1. Inleiding In het geval u overweegt een vakantiewoning aan te kopen gelegen in Parc Les Etoiles wilt u wellicht meer weten over de mogelijke gevolgen voor de belastingheffing met betrekking tot de aankoop

Nadere informatie

Vak III. inkomsten van onroerende goederen. uitgangspunt bij de belastbare grondslag. België. Kadastraal Inkomen. Brutohuur. Buitenland.

Vak III. inkomsten van onroerende goederen. uitgangspunt bij de belastbare grondslag. België. Kadastraal Inkomen. Brutohuur. Buitenland. uitgangspunt bij de belastbare grondslag Vak III België Kadastraal Inkomen Brutohuur Buitenland inkomsten van onroerende goederen Brutohuur Brutohuurwaarde Hoe wordt het kadastraal inkomen betekend? Elk

Nadere informatie

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand Wie kan aanspraak maken op deze belastingvermindering? Om aanspraak te maken op deze belastingvermindering

Nadere informatie

info BBB ajr 2016 woonfiscaliteit 1 wat is een eigen woning? wat is een eigen woning? wat is een eigen woning? wat is een eigen woning?

info BBB ajr 2016 woonfiscaliteit 1 wat is een eigen woning? wat is een eigen woning? wat is een eigen woning? wat is een eigen woning? wat is een eigen woning? woning waarvan de belastingplichtige eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of bezitter is én die men: 1) ofwel zelf betrekt 2) ofwel zelf niet betrekt omwille van

Nadere informatie

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand Wie kan aanspraak maken op deze belastingvermindering? Om aanspraak te maken op deze belastingvermindering

Nadere informatie

Voor welke belastingplichtigen geldt die vrijstelling? Iedere aan de Belgische personenbelasting onderworpen belastingplichtige komt in aanmerking.

Voor welke belastingplichtigen geldt die vrijstelling? Iedere aan de Belgische personenbelasting onderworpen belastingplichtige komt in aanmerking. 1/7 Leidraad voor de terugvordering van de roerende voorheffing op de eerste schijf van 640 EURO aan gewone dividenden uit aandelen of rechten van deelneming De programmawet van 25 december 2017 bevat

Nadere informatie

Regionalisering woonfiscaliteit

Regionalisering woonfiscaliteit Regionalisering woonfiscaliteit Fiscale voordelen voor het verwerven of behouden van een eigen woning zijn sinds 2014 een regionale aangelegenheid. Voor alle andere woningen blijven de federale gunstregimes

Nadere informatie

Deel 1 - Waarom zou een vennootschap hiervoor interessant kunnen zijn?

Deel 1 - Waarom zou een vennootschap hiervoor interessant kunnen zijn? Inhoudstafel Voorwoord... 1 Deel 1 - Waarom zou een vennootschap hiervoor interessant kunnen zijn? 1. Belastingen besparen?.... 5 1.1. Alle kosten van onroerende goederen in principe aftrekbaar... 5 1.1.1.

Nadere informatie

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2011 (aangifte 2012) Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2011 (aangifte 2012) Federale Overheidsdienst FINANCIEN Energiebesparende uitgaven Groene lening Inkomsten 2011 (aangifte 2012) L UNION FAIT LA FORCE - EENDRACHT MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN Milieuvriendelijke belastingen De laatste jaren

Nadere informatie

8.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf

8.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf 1 8.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf De gelijktijdige combinatie tijdens hetzelfde jaar en bij dezelfde belastingplichtige van enerzijds de aftrek voor enige eigen woning en anderzijds de belastingvermindering

Nadere informatie

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 02.05.2014.

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 02.05.2014. Nieuwigheden in de aangifte aanslagjaar 2014 in de belasting van niet-inwoners Buitenlandse vennootschappen, verenigingen, instellingen of lichamen die een onderneming exploiteren of zich met verrichtingen

Nadere informatie

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2009 (aanslagjaar 2010) Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2009 (aanslagjaar 2010) Federale Overheidsdienst FINANCIEN Energiebesparende uitgaven Groene lening Inkomsten 2009 (aanslagjaar 2010) L UNION FAIT LA FORCE - EENDRACHT MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN Milieuvriendelijke belastingen De laatste jaren

Nadere informatie

Belastingwijzer btw. Ragheno Business Park

Belastingwijzer btw. Ragheno Business Park Belastingwijzer btw Ragheno Business Park Motstraat 30, B-2800 Mechelen tel. 0800 94 571 fax 0800 17 529 www.wolterskluwer.be klant.be@wolterskluwer.com Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk, Ragheno

Nadere informatie

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) BIJKOMENDE INFORMATIE

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) BIJKOMENDE INFORMATIE Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de Fiscaliteit Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) De aangifte moet,

Nadere informatie

Energiebesparende uitgaven Groene lening

Energiebesparende uitgaven Groene lening JAAR 2013 (AANSLAGJAAR 2014): a. Belastingvermindering voor uitgaven = overdracht van het vorige jaar: Saldo vorig jaar: 190 Maximumbedrag van de vermindering is niet bereikt: 3 810 Geen saldo meer b.

Nadere informatie

TOEPASSING VAN DE ARTIKELEN 243, 243/1 EN 244, WIB 92: CATEGORIEËN VAN NIET-RIJKSINWONERS (AJ. 2015)

TOEPASSING VAN DE ARTIKELEN 243, 243/1 EN 244, WIB 92: CATEGORIEËN VAN NIET-RIJKSINWONERS (AJ. 2015) BIJLAGE 1 TOEPASSING VAN DE ARTIKELEN 243, 243/1 EN 244, WIB 92: CATEGORIEËN VAN NIET-RIJKSINWONERS (AJ. 2015) Artikelen van het WIB 92 (de overgangsbepalingen worden, met uitzondering van de artikelen

Nadere informatie

1. Belastingschalen in de personenbelasting. Aanslagjaar 2018 in euro

1. Belastingschalen in de personenbelasting. Aanslagjaar 2018 in euro 1. Belastingschalen in de personenbelasting Aanslagjaar 2018 in euro 0,00 1.070,00 0,00 25,00% 11.070,00 12.720,00 2.767,50 30,00% 12.720,00 21.190,00 3.262,50 40,00% 21.190,00 38.830,00 6.650,50 45,00%

Nadere informatie

De zesde staatshervorming personenbelasting

De zesde staatshervorming personenbelasting De zesde staatshervorming personenbelasting De bijzondere financieringswet van 6 januari 2014 heeft de fiscale autonomie van de gewesten sterk uitgebreid. Vanaf het inkomstenjaar 2014 kunnen de gewesten

Nadere informatie

Actualia personenbelasting

Actualia personenbelasting Actualia personenbelasting Luc De Greef BEREKENING PERSONENBELASTING NA DE ZESDE STAATSHERVORMING 1 1. Gewestelijke bevoegdheden De gewesten kunnen: opcentiemen (%) heffen op een deel van de PB m.b.t.

Nadere informatie

DEEL 1: CASES WOONBONUSVOORWAARDEN 1-32

DEEL 1: CASES WOONBONUSVOORWAARDEN 1-32 INHOUD DEEL 1: CASES WOONBONUSVOORWAARDEN 1-32 1 Een koppel huurt een woning. Ze gaan verhuizen naar een nieuw aangekochte woning die nog verbouwd wordt 3-9 2 Een koppel huurt een woning. Ze gaan verhuizen

Nadere informatie

Artikel WIB. (16 - aj. 2005) 518

Artikel WIB. (16 - aj. 2005) 518 Omschrijving WONINGAFTREK (oud stelsel) Forfaitaire aftrek eigen woning: - verhoging persoon ten laste: - maximumbedrag netto-inkomen woningaftrek: BEROEPSINKOMSTEN Artikel WIB (16 - aj. 2005) 518 Basisbedrag

Nadere informatie

LIJST VAN GEGEVENS NODIG OM DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING IN TE VULLEN VOOR INKOMSTENJAAR 2017

LIJST VAN GEGEVENS NODIG OM DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING IN TE VULLEN VOOR INKOMSTENJAAR 2017 LIJST VAN GEGEVENS NODIG OM DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING IN TE VULLEN VOOR INKOMSTENJAAR 2017 1. ONROERENDE INKOMSTEN: A. In België gelegen onroerend goed Gelieve ons mee te delen, afzonderlijk

Nadere informatie

Deel 1 - Belastingvermindering voor de enige en eigen woning (de zgn. woonbonus) als u gaat lenen voor uw verbouwing

Deel 1 - Belastingvermindering voor de enige en eigen woning (de zgn. woonbonus) als u gaat lenen voor uw verbouwing Inhoudstafel Deel 1 - Belastingvermindering voor de enige en eigen woning (de zgn. woonbonus) als u gaat lenen voor uw verbouwing 1. Voor wie?... 3 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen........

Nadere informatie

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2015

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2015 Indexatie Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2015 Hierna vindt u een overzicht van de geïndexeerde plafonds die op het gebied van de inkomstenbelastingen voor het aan

Nadere informatie

Verhoogde belasting vrije som voor personen met beperkt inkomen: 7.380,00 euro (7.350,00)

Verhoogde belasting vrije som voor personen met beperkt inkomen: 7.380,00 euro (7.350,00) De geïndexeerde bedragen voor aanslagjaar 2016 werden door de Federale Overheidsdienst Financiën bekendgemaakt en gepubliceerd in het Belgisch staatsblad. Wij geven u een overzicht van de belangrijkste

Nadere informatie

Wijzigde uw (gezins)situatie in de loop van 2013? Ja Neen. Naam van de echtgeno(o)t(e) of van de wettelijk samenwonende 1

Wijzigde uw (gezins)situatie in de loop van 2013? Ja Neen. Naam van de echtgeno(o)t(e) of van de wettelijk samenwonende 1 A A N G I F T E I N D E P E R S O N E N B E L A S T I N G V E R T R O U W E L I J K D O S S I E R I N K O M S T E N J A A R 2 0 1 3 A A N S L A G J A A R 2 0 1 4 N A A M : D E Z E V R A G E N T L I J S

Nadere informatie

AANGIFTE PERSONENBELASTING INKOMSTEN 2018 (aanslagjaar 2019)

AANGIFTE PERSONENBELASTING INKOMSTEN 2018 (aanslagjaar 2019) AANGIFTE PERSONENBELASTING INKOMSTEN 2018 (aanslagjaar 2019) Persoonlijke gegevens Naam: Naam partner Telefoon: Gsm: E-mailadres: Bankrekeningnummer teruggave (IBAN): Gelieve een kopie van uw identiteitskaart

Nadere informatie

Aangiftedossiers en cases vastgoed en hypotheek

Aangiftedossiers en cases vastgoed en hypotheek Aangiftedossiers en cases vastgoed en hypotheek 1. meerdere leningen voor enige woning Gezin (gehuwd), woont in Vlaams Gewest, 3 kinderen ten laste: 08/07/2008 20/10/2010 15/12/2015 Eén eigen woning (in

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275C 1/2 Benaming :............... Ondernemingsnummer :... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen Aftrek voor risicokapitaal AANSLAGJAAR

Nadere informatie

Aangifte. Aangifte. Aangifte 2009-04-30. Aangifte Personenbelasting AJ 2009 Zwevegem 24 / 25 / 29 april 2009

Aangifte. Aangifte. Aangifte 2009-04-30. Aangifte Personenbelasting AJ 2009 Zwevegem 24 / 25 / 29 april 2009 mogelijkheden tot indiening van de aangifte Evelyn Decruyenaere Personenbelasting AJ 2009 Zwevegem 24 / 25 / 29 april 2009 Papieren aangifte TOW wijzigingen nieuw aangifteformulier code bestaat nu uit

Nadere informatie

Impact begrotingsmaatregelen van Di Rupo op uw Personenbelasting

Impact begrotingsmaatregelen van Di Rupo op uw Personenbelasting Voordelen alle aard Impact begrotingsmaatregelen van Di Rupo op uw Personenbelasting 1. Kosteloze terbeschikkingstelling woonst KI 745 EUR geïndexeerd KI

Nadere informatie

Met huidig bericht wordt enkel ingegaan op een aantal praktische vragen die voor dergelijke, in 2014 gesloten leningen, worden gesteld.

Met huidig bericht wordt enkel ingegaan op een aantal praktische vragen die voor dergelijke, in 2014 gesloten leningen, worden gesteld. Verduidelijkingen omtrent de voorwaarden waaraan in 2014 gesloten leningen moeten voldoen, om in aanmerking te kunnen komen voor de gewestelijke belastingvermindering voor enige woning (woonbonus) Vanaf

Nadere informatie

9.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf

9.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf 1 9.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf De gelijktijdige combinatie tijdens hetzelfde jaar en bij dezelfde belastingplichtige van enerzijds de aftrek voor enige eigen woning en anderzijds de belastingvermindering

Nadere informatie

Checklist aangifte personenbelasting inkomsten 2013- aanslagjaar 2014

Checklist aangifte personenbelasting inkomsten 2013- aanslagjaar 2014 Checklist aangifte personenbelasting inkomsten 2013- aanslagjaar 2014 Gelieve deze checklist te overlopen en in te vullen waar nodig en de nodige attesten bij te voegen. Deel 1 Bankrekeningnr. Indien verschillend

Nadere informatie

Vak III: onroerende inkomsten

Vak III: onroerende inkomsten invloed van de BFW op vak III (O.I.) vanaf het aanslagjaar 2015 worden in vak III alleen de volgende inkomsten aangegeven: Belgische inkomsten andere dan van de eigen woning: De onroerende goederen (of

Nadere informatie

CONSCIENCE Hendrik BEERENS Martha Koning Albert II laan 15 1860 Meise

CONSCIENCE Hendrik BEERENS Martha Koning Albert II laan 15 1860 Meise Federale Overheidsdienst FINANCIEN Afz.: Ontvangkantoor Londerzeel Stationsstraat 90 B 2 1840 Londerzeel Algemene administratie van de FISCALITEIT CONSCIENCE Hendrik BEERENS Martha Koning Albert II laan

Nadere informatie

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2...

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2... Identiteit:.. Repertoriumnummer:.. Ondernemingsnr. of nationaal nr.:. TABEL voor de berekening van de vrijstelling voor bijkomend personeel (artikel 67ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

Nadere informatie

Home > Zoekresultaten > Circulaire AAFisc Nr. 27/2014 (nr. Ci.RH.331/ ) dd

Home > Zoekresultaten > Circulaire AAFisc Nr. 27/2014 (nr. Ci.RH.331/ ) dd Page 1 of 7 Home > Zoekresultaten > Circulaire AAFisc Nr. 27/2014 (nr. Ci.RH.331/633.468) dd. 01.07.2014 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB/Geschillen

Nadere informatie

Afdruk aangifteformulier - Duitse vertalingen van de nieuwe rubrieken

Afdruk aangifteformulier - Duitse vertalingen van de nieuwe rubrieken VERSIE 20180920-2018 (20/09/2018) WIJZIGINGEN IN DEZE UPDATE Enkele technische wijzigingen werden doorgevoerd aan deze versie. VERSIE 20180723-2018 (23/07/2018) WIJZIGINGEN IN DEZE UPDATE Afdruk aangifteformulier

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie

Human Resources Sixco Policy

Human Resources Sixco Policy 1. Inleiding Wanneer u België verlaat naar aanleiding van een tewerkstelling in het buitenland, is het belangrijk om na te gaan of u na uw vertrek uit België belastbaar blijft in België en of u bij voortduur

Nadere informatie

Fiscaliteit van het hypothecair krediet

Fiscaliteit van het hypothecair krediet Fiscaliteit van het hypothecair krediet @# Inleiding DE AANKOOP, HET BOUWEN OF VERBOUWEN VAN EEN ONROEREND GOED FINANCIEREN MET EEN HYPOTHECAIR KREDIET LEVERT U IN HET ALGEMEEN EEN MOOIE BELASTINGBESPARING

Nadere informatie

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2018

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2018 Indexatie Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2018 Hierna vindt u een overzicht van de geïndexeerde plafonds die op het gebied van de inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar

Nadere informatie

INHOUD. Huwelijk en fiscus

INHOUD. Huwelijk en fiscus Hoofdstuk 1. De periode voorafgaandelijk aan het huwelijk......... 1 Sectie 1. Het samenwonen van de toekomstige echtgenoten... 3 A. het vertrek uit de ouderlijke woonst... 3 B. Betaling van een onderhoudbijdrage....

Nadere informatie

Lieven Van Belleghem

Lieven Van Belleghem Praktische Belastingservice voor Bank Verzekering Accountancy Lieven Van Belleghem Indexering fiscale bedragen aj. 2019 aj. 2020 Indexcoëfficiënt belastingvrije som en bestaansmiddelen = aj.2019 = 1,8139

Nadere informatie

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk 3 HOOFDSTUK I De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk AFDELING 1 Inleiding Doelstelling Achtergrond Sinds 1 juli 2005 geldt een fiscale lastenverlaging voor

Nadere informatie

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2015 (Inkomsten van het jaar 2014) BIJKOMENDE INFORMATIE

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2015 (Inkomsten van het jaar 2014) BIJKOMENDE INFORMATIE Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2015 (Inkomsten van het jaar 2014) De aangifte moet,

Nadere informatie

De meerwaarden. Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten).

De meerwaarden. Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten). De meerwaarden Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten). Als het onroerend goed voor beroepsactiviteiten wordt

Nadere informatie

Contactcenter van de Federale Overheidsdienst Financiën: tel (normaal tarief) AFSCHRIFT. te bewaren door de belastingplichtige

Contactcenter van de Federale Overheidsdienst Financiën: tel (normaal tarief) AFSCHRIFT. te bewaren door de belastingplichtige Ondernemingsnummer:... Contactcenter van de Federale Overheidsdienst Financiën: tel. 0257 257 57 (normaal tarief) AFSCHRIFT te bewaren door de belastingplichtige AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING Bestemd voor de Administratie Datum van ontvangst van de aangifte:.. FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

Nadere informatie

De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen?

De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen? De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen? Op 30 juli 2013 werd de wet houdende diverse bepalingen omtrent de nieuwe fiscale maatregelen in het kader van de begrotingscontrole

Nadere informatie

1 Tariefwijzigingen inzake roerende voorheffing

1 Tariefwijzigingen inzake roerende voorheffing 1 Tariefwijzigingen inzake roerende voorheffing Algemene regel: de interesten toegekend vanaf 1 januari 2012 worden onderworpen aan 21 % (i.p.v. 15 %) roerende voorheffing. Voorbeelden: interesten van

Nadere informatie

Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis

Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis WIB: Art. 178/1 KB/WIB: Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis VCF: Art. 2.1.4.0.1. 1 WIJZIGINGEN KB/WIB WIJZIGINGEN

Nadere informatie

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING blz. 11 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2011 - Inkomsten van het jaar 2010 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!

Nadere informatie

Vak XVI. - WINST uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen.

Vak XVI. - WINST uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen. VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) Aanslagjaar 2015 - Inkomsten van het jaar 2014 DEEL 2 blz. 15 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst

Nadere informatie

Technische fiche overwerk Art , WIB 92

Technische fiche overwerk Art , WIB 92 Technische fiche overwerk Art. 275 1, WIB 92 Wettelijke basis I WIB 92 Art. 275 1, WIB 92 (werkgevers) - Wet van 03.07.2005 (art. 25 en 27) (BS 19.07.2005) o vanaf 01.07.2005 - Programmawet (I) van 27.12.2006

Nadere informatie

Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2019 (Inkomsten van het jaar 2018) BIJKOMENDE INFORMATIE

Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2019 (Inkomsten van het jaar 2018) BIJKOMENDE INFORMATIE R Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene Administratie van de Fiscaliteit AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2019 (Inkomsten van het jaar 2018) De aangifte moet, behoorlijk ingevuld,

Nadere informatie

VRIJSTELLING DOORSTORTING BEDRIJFSVOORHEFFING EN VERMINDERING VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING BIJ OVERWERK

VRIJSTELLING DOORSTORTING BEDRIJFSVOORHEFFING EN VERMINDERING VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING BIJ OVERWERK VRIJSTELLING DOORSTORTING BEDRIJFSVOORHEFFING EN VERMINDERING VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING BIJ OVERWERK Voor werknemers die overuren presteren die recht geven op een overurentoeslag, kan de werkgever sinds

Nadere informatie

Belastingvermindering voor dakisolatie. Inkomsten 2012 (aangifte 2013) Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Belastingvermindering voor dakisolatie. Inkomsten 2012 (aangifte 2013) Federale Overheidsdienst FINANCIEN L UNION FAIT LA FORCE - EENDRACHT MAAKT MACHT Belastingvermindering voor dakisolatie Inkomsten 2012 (aangifte 2013) Federale Overheidsdienst FINANCIEN Voor wie? Om aanspraak te kunnen maken op een belastingvermindering

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur FOD Financiën Onderwerp 19 vragen en antwoorden omtrent de fiscale aftrek voor de enige eigen woning Datum februari 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit

Nadere informatie

DEEL 1: 40 VOLLEDIG UITGEWERKTE PRAKTIJKCASES... 19

DEEL 1: 40 VOLLEDIG UITGEWERKTE PRAKTIJKCASES... 19 Inhoud DEEL 1: 40 VOLLEDIG UITGEWERKTE PRAKTIJKCASES... 19 1 Praktijkdossier 1: Filip en Annelies lening van 2016 (deels hypothecaire inschrijving) en premie voor totale lening... 20 1.1 Basissituatie...

Nadere informatie

Tarieven personenbelasting

Tarieven personenbelasting Tarieven personenbelasting Gezamenlijk belastbaar inkomen INKOMSTENSCHIJF BELASTING OP VORIGE INK13 AJ14 0,00 8 590,00 25 % 8 590,00 12 220,00 30 % 2 147,50 12 220,00 20 370,00 40 % 3 236,50 20 370,00

Nadere informatie

De fiscale begrotingsmaatregelen van de regering Di Rupo I: invloed op uw beleggingen

De fiscale begrotingsmaatregelen van de regering Di Rupo I: invloed op uw beleggingen De fiscale begrotingsmaatregelen van de regering Di Rupo I: invloed op uw beleggingen Eind 2011 werd het begrotingsakkoord door de regering Di Rupo goedgekeurd. Een aantal van deze maatregelen hebben rechtstreeks

Nadere informatie

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments...

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments... Page 1 of 5 Home > Résultats de la recherche > Circulaires > Circulaire nr. Ci.RH.231/532.259 (AAFisc Nr. 3/2013) dd. 25.01.2013 Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Personenbelasting

Nadere informatie

Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen. Luc Maes 24/11/2016

Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen. Luc Maes 24/11/2016 Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen Luc Maes 24/11/2016 1 1. Afbakening van het onderwerp Inkomstenbelastingen bedrijfsleiders van een handelsvennootschap recente rechtspraak:

Nadere informatie

PATRIMONIALE ACTUALITEIT

PATRIMONIALE ACTUALITEIT PATRIMONIALE ACTUALITEIT Moet u uw interesten en dividenden aangeven of niet? Enkele tips. Laurence Mertens estate planner Om uw verplichtingen te kennen op het vlak van de aangifte van uw interesten en

Nadere informatie

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) DEEL 2

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) DEEL 2 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) Aanslagjaar 2017 - Inkomsten van het jaar 2016 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig

Nadere informatie

FAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt?

FAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt? FAQ - TAX REFORM 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt? Hiervoor moet men in twee stappen te werk gaan. In eerste instantie moeten de intresten op «staatsbons

Nadere informatie

blz. 12 Vak XIII. - INKOMSTEN VAN KAPITALEN EN ROERENDE GOEDEREN - VERVOLG. B. NETTO-INKOMEN VAN VERHURING, VERPACHTING, GEBRUIK OF CONCESSIE VAN ROER

blz. 12 Vak XIII. - INKOMSTEN VAN KAPITALEN EN ROERENDE GOEDEREN - VERVOLG. B. NETTO-INKOMEN VAN VERHURING, VERPACHTING, GEBRUIK OF CONCESSIE VAN ROER blz. 11 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2012 - Inkomsten van het jaar 2011 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!

Nadere informatie

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp Auteur Federale Overheidsdienst Financiën http://minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.26/586.459 (AOIF 43/2007). Aftrek voor enige woning. Belastingvermindering voor het lange termijnsparen. Kapitaalaflossing

Nadere informatie

Het wel en wee van de vzw Deel 4 De vzw en de fiscus

Het wel en wee van de vzw Deel 4 De vzw en de fiscus Het wel en wee van de vzw Deel 4 De vzw en de fiscus William Wils, accountant De vzw en de fiscus Rechtspersonenbelasting Belasting over de toegevoegde waarde Schenkingsrechten Registratierechten Rechtspersonenbelasting

Nadere informatie

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING blz. 13 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2014 - Inkomsten van het jaar 2013 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!

Nadere informatie

3 FISCALE ASPECTEN VAN HET VRUCHTGEBRUIK

3 FISCALE ASPECTEN VAN HET VRUCHTGEBRUIK 3 FISCALE ASPECTEN VAN HET VRUCHTGEBRUIK 3.1 Vruchtgebruik op vlak van vennootschapsbelasting 3.1.1 Afschrijven Een KMO heeft de keuze tussen 3 onderstaande methodes. De notariskosten en registratierechten

Nadere informatie

Gelieve de volledige lijst te doorlopen en fiches toe te voegen waar nodig

Gelieve de volledige lijst te doorlopen en fiches toe te voegen waar nodig Checklist aangifte personenbelasting aanslagjaar 2015 - inkomstenjaar 2014 Gelieve de volledige lijst te doorlopen en fiches toe te voegen waar nodig DEEL 1 Bijlagen: I ingevulde checklist aangifte personenbelasting

Nadere informatie