Kennisgids 2. Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied. Subtitel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kennisgids 2. Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied. Subtitel"

Transcriptie

1 Kennisgids 2 Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied Subtitel Deze brochure is een uitgave van: Ministerie van Financiën Raad voor Vastgoed Rijksoverheid Deze Postbus brochure is 2500 een uitgave ee Den Haag van: t Rijksoverheid Internet Postbus aa Den Haag t rvr@minfin.nl (ma t/m vrij uur) Ministerie Rijksoverheid van Financiën Juni 2008 April Publicatie-nr ac

2

3 Voorwoord Voor u ligt de RVR-gids Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied, een gids die praktische informatie over dit onderwerp bundelt en toegankelijk maakt. De publicatie is een initiatief van de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid (RVR) waarin de vastgoedorganisaties van het Rijk samenwerken Deze gids is de opvolger van een eerdere gelijksoortige publicatie uit juni Wetsveranderingen maakten met name de herziening van deze gids nodig, waardoor de nieuwste ontwikkelingen weergegeven kunnen worden. Daarnaast is het aantal hoofdstukken uitgebreid op basis van de aanvullende behoeften van onze rijksdiensten. Opgemerkt wordt dat de gids nog op enkele hoofdstukken wordt aangepast en dat staat daar vermeld in bewerking. De gids is geen wetenschappelijke verhandeling over de gekozen onderwerpen, maar benadert deze waar mogelijk vanuit de actuele praktijk van de diverse RVR-diensten. De RVR-kennisgids bevat een servicekatern waarin gegevens zijn opgenomen van afdelingen/contactpersonen binnen de vastgoeddiensten in relatie tot het behandelde onderwerp. Specialistische kennis wordt op deze wijze meer inzichtelijk en toegankelijk gemaakt. Deze publicatie is digitaal beschikbaar op de (interne) website van de RVR op Rijksweb ( nl/index.html) en op de nieuwe website van de RVR die in de loop van dit jaar toegankelijk wordt. De wens bestaat om de informatie uit de gids indien nodig te actualiseren. Deze aanvullende informatie wordt dan via deze website van de RVR beschikbaar gesteld. Aan de inhoud van deze gids kunnen -nadrukkelijk gesteld- géén rechten worden ontleend. Het manuscript werd afgesloten op 1 april Suggesties naar aanleiding van de inhoud van de kennisgids zijn welkom en kunnen worden gericht aan het secretariaat van de Projectdirectie Vastgoed van het Ministerie van Financiën, Postbus 20201, 2500 EE Den Haag of via de mail op rvr@minfin.nl Ik spreek de hoop uit dat deze uitgave in een behoefte zal voorzien. Den Haag, 1 mei 2011 Dr. A.S.M. Koeleman Voorzitter Raad voor Vastgoed Rijksoverheid

4

5 Inhoudsopgave 1 Missie en rol van de rijksvastgoeddiensten in relatie tot vastgoed 4 2 Tijdelijk beheer 10 3 Pacht 13 4 Beperkte zakelijke rechten, huur en gebruiksovereenkomsten 26 5 Toeslagrechten (in bewerking) 30 6 Superheffing (Melkquotum) 32 7 Suikersysteem (in bewerking) 33 8 Dierenrechten (in bewerking) 40 9 Stelsel van gebruiksnormen (mest) (in bewerking) Milieubeheer (in bewerking) Huisvesting en welzijn (in bewerking) Fiscale aspecten Flora en Faunawet Natuurbeschermingswet Boswet Ecologische Hoofdstructuur Landschappen Programma Flankerend beleid DLG Servicekatern Colofoon 131 Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied Kennisgids 2 3

6 1 Missie en rol van de rijksdiensten in relatie tot vastgoed Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf, Directie Vastgoed (de vroegere Dienst Domeinen Onroerende Zaken) Het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (hierna: RVOB) is een baten lastendienst ressorterend onder het Ministerie van Financiën. Ingevolge de Comptabiliteitswet voert zij het privaatrechtelijk vermogensbeheer van Staatseigendommen (gronden en wateren) namens de Staat der Nederlanden. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen gronden/wateren in materieel beheer bij departementen I&M (Rijkswaterstaat), Defensie (Dienst Vastgoed Defensie) en BZK (Rijksgebouwendienst)) en gronden/wateren die niet in materieel beheer uitgegeven zijn (de zogenaamde Financiën-gronden waaronder de IJsselmeerpolders). Daarnaast verzorgt het RVOB: de marktconforme verkoop van onroerende zaken (welke door de departementen overtollig zijn gesteld) via de daarvoor geldende reallocatieprocedure; het beheer en de ingebruikstelling van onroerende zaken die (nog) niet kunnen worden verkocht; de betaling van zakelijke lasten over onroerende zaken van de Staat. Rijkswaterstaat Het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat ressorteert als batenlastendienst onder het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M). Rijkswaterstaat is organisatorisch onderverdeeld in tien regionale diensten, zes specialistische diensten (waaronder de Dienst Infrastructuur en de Corporate Dienst) en een aantal projectdirecties zoals De Maaswerken. De Staf van de Directeur-Generaal Rijkswaterstaat zetelt in Den Haag. 4 Kennisgids 2 Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied

7 Rijkswaterstaat heeft vier kerntaken, te weten: Nederland beschermen tegen overstromingen zorgen voor voldoende en schoon water het aanleggen, beheren en onderhouden van rijkswegen en rijksvaarwegen het zorg dragen voor vlotte en veilige doorstroming van het verkeer. Ter realisering van deze taken dienen onbelaste onroerende zaken verworven te worden. Deze verwerving geschiedt veelal op minnelijke wijze door het aangaan van koopovereenkomsten. Ingeval minnelijke verwerving niet slaagt beschikt de minister over een onteigeningsbevoegdheid ter zake van de aanleg van infrastructurele werken. De opdracht tot grondverwerving vloeit direct voort uit de aan deze dienst wettelijk opgedragen publieke taakuitoefening. Verwerving ten behoeve van andere overheden geschiedt slechts incidenteel. RWS is eindbeheerder van de verworven onroerende zaken en oefent hierover het publiekrechtelijk beheer uit. Grondverwerving ten behoeve van de Rijkswaterstaatsbeleidsdoelen geschiedt onder een tijdsklem. Dit impliceert een actief optreden op de vastgoedmarkt. Mede gelet hierop verwerft RWS altijd op onteigeningsbasis (anticiperende grondverwerving uitgezonderd, deze geschiedt tegen de marktwaarde of marktwaarde plus). Minnelijke verwerving en verwerving via onteigening leiden derhalve tot hetzelfde schadeloosstellingsbeeld. Dit betekent dat naast de marktwaarde (waarde in het vrije economische verkeer) van de te verwerven onroerende zaak tevens zogenaamde bijkomende schadeloosstellingen aan verkopende partij worden vergoed. De aangeboden onteigeningsschadeloosstelling is dan ook nagenoeg altijd hoger dan de marktwaarde. RWS heeft eigen grondaankopers in dienst welke een aanbod doen op basis van een door een externe taxatiecommissie geredigeerd taxatierapport. ProRail B.V. ProRail is een vennootschap waarvan de aandelen in handen zijn van de Staat. ProRail verdeelt de capaciteit op het spoor onder de verschillende goederen- en personenvervoerders. ProRail is voorts economisch eigenaar van de spoorlijnen, emplacementen en daarmee verweven voorzieningen en installaties, perrons en perronoverkappingen, bruggen, viaducten en tranferruimtes op de stations. In opdracht van en onder aansturing van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat draagt ProRail zorg voor de sterk verweven taken zoals capaciteitsmanagement, verkeersleiding, beheer en instandhouding, nieuwbouw en advisering over de uitbreiding van de functionaliteit van het spoorwegnet. De werkwijze voor wat betreft grondverwerving van ProRail sluit nauw aan op die van RWS. Dit houdt in dat op een rechtvaardige en doelmatige wijze getracht wordt tijdig de vrije beschikking te verkrijgen over gronden die benodigd zijn voor een railinfraproject. Om op een adequate wijze dit resultaat te realiseren wordt er gebruik gemaakt van het instrument annex titel IIa, artikel 72a, van de onteigeningswet. Dit betekent dat voor elk in het algemeen belang te realiseren spoorwegwerk een Koninklijk besluit tot onteigening wordt aangevraagd en dat bij de minnelijke grondverwerving (anticiperende grondverwerving eveneens uitgezonderd) die schadeloosstelling toegekend wordt die aansluiting vindt bij de vergoeding die de onteigeningsrechter in de praktijk zou toekennen als ware het een gerechtelijke onteigening. Op zich gelijke gevallen worden gelijk behandeld. Uitgangspunt is derhalve een vergoeding in geld. In tegenstelling tot DLG is de grondverwerving bovenal vraaggestuurd. Nochtans kan ook in bijzondere gevallen via het instrumentarium van de Landinrichtingswet tijdig en doelmatig de beschikking verkregen worden over de gronden die benodigd zijn voor het spoorwerk. Bovendien gaat dat op een wijze die tevens volledig recht doet aan de belangen van de betrokken rechthebbenden. Bij de HSL-Zuid en de Betuweroute heeft bijvoorbeeld op tal van plaatsen (voor zover de planning dit toeliet) afstemming plaatsgevonden met flankerend landinrichtingsinstrumentarium. Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied Kennisgids 2 5

8 (Dienst Vastgoed) Defensie De Dienst Vastgoed Defensie (DVD) is een batenlastendienst van het Ministerie van Defensie. De DVD is vastgoedbeheerder en ingenieursbureau tegelijk. Hij dient ervoor te zorgen dat de krijgsmachtonderdelen - ook in bondgenootschappelijk en VN-verband - steeds beschikken over het onroerend goed dat nodig is voor de uitoefening van operationele en logistieke taken. De DVD adviseert over ruimtelijke ordening, milieu en vastgoed en houdt zich bezig met belangenbehartiging op regionaal niveau. Daarnaast is er bij de bestuursstaf van het Ministerie van Defensie een afdeling die zich bezig houdt met de opstelling van beleid en de (inter)nationale belangenbehartiging ten aanzien van ruimtelijke ordening, milieu en vastgoed. Dienst Landelijk Gebied De Dienst Landelijk Gebied (DLG) is een batenlastendienst van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatiet (EL&I) en het grondbedrijf van de overheid in het landelijk gebied. De Dienst Landelijk Gebied richt groene gebieden in voor natuur, recreatie, water en landbouw. Hiervoor worden door de publiekrechtelijke rechtspersoon Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) gronden verworven, tijdelijk beheerd, en na opnieuw te zijn ingericht, overgedragen aan gebiedsbeherende instanties en individuele agrariërs. DLG is een belangrijke partner voor grondaankopen in het landelijk gebied. Andere partijen begeven zich echter ook op deze markt. Daarom wil de dienst een nóg actiever grondbedrijf in het landelijk gebied worden voor Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Dit betekent voor DLG: betrokken zijn in publiek private samenwerking (PPS), grondbankconstructies opzetten, meer anticiperend aankopen, lenen op eigen vermogen en actief doorleveren en ruilen. Staatsbosbeheer De taak van Staatsbosbeheer (SBB) is het instandhouden, herstellen en ontwikkelen van bos-, natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden in de terreinen van SBB, alsmede het bevorderen van de recreatiefunctie van de terreinen van SBB daar waar mogelijk. Ze exploiteert en vervreemding vastgoed. SBB is een zelfstandig overheidsorgaan (ZBO) met een aparte rechts persoonlijkheid die zijn vastgoedbezittingen op eigen naam heeft staan. Het ministerie van EL&I is de belangrijkste opdrachtgever van SBB. Een groot gedeelte van de organisatie is actief in het natuur- en recreatiebeheer; een klein gedeelte houdt zich bezig met exploiteren (uitgifte van rechten aan derden) en vervreemding. Belastingdienst De Belastingdienst maakt deel uit van het ministerie van Financiën en haar kerntaak ligt bij het innen van belastingen. Als uitvloeisel van die kerntaak heeft zij op vele terreinen met vastgoed te maken. Vrijwel elke transactie of boekhoudkundige verschuiving met vastgoed heeft immers op een of andere wijze fiscale consequenties. Een groot gedeelte daarvan wordt via geautomatiseerde processen verwerkt. Soms op basis van aangiften, soms op basis van gegevens die door derden worden aangereikt of door een combinatie van die twee. Denk bijvoorbeeld aan het eigen woning forfait waarvoor de WOZ-gegevens worden gebruikt. Daarnaast worden op risicogerichte wijze diverse vormen van toezicht toegepast. Voor de ondersteuning van vastgoedgerichte vragen beschikt de Belastingdienst over een kennisgroep onroerende zaken, het Vastgoed Kennis Centrum en een zestal eigen taxatieafdelingen (afdelingen waardeonderzoek). 6 Kennisgids 2 Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied

9 In het kader van deze kennisgids heeft de Belastingdienst getracht een handzaam overzicht te maken van de fiscale aspecten die zich voordoen op het vlak waar de andere Rijksvastgoeddiensten zich begeven. Daarbij komen onder meer aan de orde de (IB) positie van verkopende boeren, BTW-perikelen rond aan- en verkoop van gronden en gebouwen en belastingschade. Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied Kennisgids 2 7

10 Schadeloosstelling op onteigeningsbasis Uitgangspunt bij de schadeloosstelling op onteigeningsbasis (RWS- en ProRail-praktijk, DLG incidenteel) is dat dit een volledige schadevergoeding betreft. De onteigende dient vóór en na de aankoop in zowel een gelijkwaardige (niet gelijke) vermogens- als inkomenspositie te verkeren. Bij grondverwerving op onteigeningsbasis kan de schadeloosstelling over het algemeen worden onderverdeeld in drie hoofdgroepen, te weten vermogensschade, inkomens- en/ of financieringsschade en bijkomende of overige schade. Deze hoofdgroepen bevatten elk doorgaans weer diverse componenten. Hieronder wordt per hoofdgroep een aantal voorbeelden gegeven van posten die bij een onteigeningstaxatie kunnen voorkomen, met daarbij een korte toelichting. Nadrukkelijk wordt er op gewezen dat het hier slechts een greep betreft uit de grote hoeveelheid elementen waaruit een schadeloosstelling op onteigeningsbasis kan bestaan. Vermogensschade de waarde van de aan te kopen onroerende zaak in het commerciële verkeer: de marktwaarde; waardevermindering van het overblijvende: doet zich voor indien een perceelsgedeelte wordt aangekocht en het overblijvende door een slechtere vorm of verkleining in waarde daalt; waardevermindering van de bedrijfsgebouwen: doet zich bijvoorbeeld voor als van een agrarisch bedrijf een gedeelte grond wordt gekocht; de bedrijfsopstallen zijn dan dienbaar aan een kleinere oppervlakte en dus eigenlijk te groot, waardoor ze in waarde dalen; waardevermindering woning: doet zich bijvoorbeeld voor bij de aankoop van een gedeelte van de tuin, waardoor het woonobject in waarde daalt; liquidatieschade: schade die ontstaat door de gedwongen vervroegde verkoop van inventaris of vee. Inkomens- en financieringsschade inkomensschade: het gekapitaliseerde jaarinkomen dat door de (gedeeltelijke) aankoop wordt misgelopen; financieringsschade: de gekapitaliseerde jaarlijkse financieringslast verband houdende met de hogere kosten van de vervanging, onder aftrek van voordelen die de vervanging biedt ten opzichte van hetgeen wordt aangekocht; omrijschade: door de gedeeltelijke aankoop van een perceel is het mogelijk dat om het overblijvende te bereiken moet worden omgereden; de hiermee verband houdende jaarlijkse kosten worden gekapitaliseerd vergoed; moeilijkere exploitatie: door de aankoop van een perceelsgedeelte kan het overblijvende door een slechtere vorm moeilijker te bewerken zijn; de hiermee gemoeide jaarlijkse kosten worden gekapitaliseerd vergoed. Bijkomende of overige schade aankoopkosten van vervangende grond, vervangende woning etc.: dit betreft notariskosten, overdrachtsbelasting, taxatiekosten, etc.; aanpassingen aan het overblijvende: hierbij kan gedacht worden aan het verplaatsen van hekwerk, dempen van sloten, aanpassing van drainage, aanpassing/herinrichting tuin en dergelijke; verhuiskosten; wederinrichtingskosten: de kosten verband houdende met de inrichting van de vervangende woning (vloerbedekking, gordijnen, etc.), onder aftrek van voordelen in verband met nieuw voor oud; belastingschade: treedt op als ten gevolge van de aankoop meer of eerder belasting betaald moet worden dan zonder de ingreep; vergoeding voor deskundige bijstand: indien de verkoper zich heeft laten bijstaan door een deskundige wordt hiervoor een vergoeding toegekend. 8 Kennisgids 2 Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied

11 Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied Kennisgids 2 9

12 2 Tijdelijk Beheer Na verwerving is het niet altijd mogelijk of gewenst om de gronden en/of gebouwen direct door te leveren aan de opvolgende eigenaar (terreinbeherende organisatie, agrariër of particulier). Gedurende de periode dat de grond in eigendom is bij BBL draagt BBL er zorg voor dat de gronden en gebouwen op een juiste manier worden beheerd. Ten behoeve van het tijdelijk beheer gebruikt BBL de volgende instrumenten: geliberaliseerde pacht; bruikleen grond; bruikleen gebouwen; verhuur gebouwen; verhuur jachtrecht; verhuur visrecht. Geliberaliseerde verpachting De uitgifte van grond vindt in beginsel plaats door middel van geliberaliseerde pachtcontracten (art 7:397 BW). In een enkel geval wordt grond op reguliere basis verpacht. Voorkomen moet worden dat gebruikers de indruk krijgen dat zij, door het pachten van BBL-grond (morele) rechten kunnen ontlenen op verder gebruik of op de verwerving van de eigendom van de grond. Daarnaast kan regelmatig gebruik door dezelfde gebruiker(s), gegeven de schaarste aan grond, door anderen als een bevoordeling van die gebruikers worden gezien. Kernpunt van het uitgiftebeleid is dan ook dat de gebruikers van BBL-gronden deze niet te lange tijd achtereen in pacht kunnen krijgen, maar in voldoende mate worden afgewisseld door anderen. Uitgangspunt bij het beheer van BBL-gronden is dat deze worden verpacht tegen de hoogst toelaatbare pachtprijs. 10 Kennisgids 2 Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied

13 Werving pachters Middel voor BBL om tot voldoende keuzemogelijkheid tussen potentiële gebruikers te komen, waarbij tevens iedere grondgebruiker de mogelijkheid krijgt mee te dingen naar het gebruik van de BBL-grond, is de bekendmaking middels een advertentie in een plaatselijk of regionaal blad. De belangrijkste uitgangspunten voor de selectie worden eveneens in die advertentie bekendgemaakt. Belangstellenden tonen hun belangstelling via internet of aan de hand van de invulstrook uit de advertentie. Selectie van kandidaat-pachters De uitgangspunten van de hand waarvan de kandidaten worden geselecteerd, luiden als volgt: de kandidaat heeft bij voorkeur zijn/haar hoofdberoep in de landbouw; de kandidaat dient over voldoende vakbekwaamheid te beschikken; de kandidaat dient de percelen te gebruiken als een goed huisvader. Uitgifte pachtpercelen De kandidaten die niet voor een pachtcontract in aanmerking komen ontvangen een afwijzingsbrief. Kandidaten die voor pachtgrond in aanmerking komen ontvangen een pachtcontract. In gebieden waar weinig vraag is naar het pachten van BBL-grond kan, om toch voldoende pachters te vinden, worden afgeweken van bovengenoemde richtlijnen. Te denken valt aan: uitgifte van grotere oppervlaktes aan één pachter; meermalen achtereen de grond aan dezelfde gebruiker uitgeven; uitgeven tegen een lagere pachtprijs. Bruikleenovereenkomst grond In een aantal situaties kan het voorkomen dat er voor het gebruik van BBL-gronden, ook tegen een gereduceerde pachtprijs, geen gegadigden te vinden zijn. In dit verband valt te denken aan bijvoorbeeld landbouwkundig marginale gronden in een natuurontwikkelingsgebied of gronden die gedurende het oogstjaar worden verworven. In die gevallen vindt BBL het raadzaam de grond niet braak te laten liggen, maar gedurende een vooraf bepaalde periode om niet in gebruik te geven. Om te voorkomen dat pachtvastlegging zou kunnen plaatsvinden (mondeling toestemming gebruik grond is immers ook pacht), wordt een bruikleenovereenkomst opgemaakt voordat de grond in gebruik wordt genomen. Bruikleenovereenkomst gebouwen In sommige gevallen verwerft BBL ook bedrijfsgebouwen en woningen. Teneinde te voorkomen dat deze gekraakt worden of in verval raken worden hiervoor bewoners en gebruikers gezocht. Ter vermijding van het ontstaan van een huurverhouding, wordt een bruikleenovereenkomst opgemaakt voordat de gebouwen in gebruik worden genomen. Huurovereenkomst gebouwen In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat BBL een huurverhouding aangaat. Bijvoorbeeld wanneer substantiële huurinkomsten mogelijk zijn kan hiervoor gekozen worden. Ook op basis van de Leegstandswet is het mogelijk een huurovereenkomst af te sluiten zonder langjarig aan een huurder gebonden te zijn. Vanwege de complexe procedure wordt dit tot op heden nog nauwelijks toegepast. Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied Kennisgids 2 11

14 Verhuur jachtrecht Voor de verhuur van het genot van de jacht is bepaald dat de bestaande jachthuurovereenkomst in stand blijft als de desbetreffende grond na het aangaan van de jachthuur wordt verkocht (Flora- en Fauna-wet, artikel 35). De consequentie hiervan is dat bij aankoop van gronden nagegaan moet worden of er een aan de wettelijke vereisten aangepaste jachthuurovereenkomst bestaat ten tijde van de aankoop. Na de eigendomsoverdracht verkrijgt BBL (een kopie van) de (collectieve) huurovereenkomst en ontvangt de huurpenningen. In voorkomende gevallen wordt ter vervanging van de bestaande jachthuurovereenkomst een jachthuurovereenkomst voor de resterende tijd en met de juiste oppervlakte en jachtpenningen opgemaakt. De maximale duur van een jachthuurovereenkomst is wettelijk bepaald op twaalf jaar (FF-wet artikel 34, lid 5). Bedingen van een optie of verlenging in welke vorm dan ook, zijn strijdig met de FF-wet. De termijn waarvoor BBL de jachthuurovereenkomsten afsluit, mag dan ook niet meer dan twaalf jaar zijn. Wat betreft de jaarlijkse tegenprestatie wordt aangesloten bij het in de streek gebruikelijke prijsniveau. Omdat BBL slechts tijdelijk eigenaar is van de gronden, wordt bij de beoordeling over de verhuur van de jacht zoveel mogelijk aangesloten bij het jachtbeleid van de toekomstige eigenaar/beheerder. Verhuur aan Wildbeheereenheden (WBE s) Indien wordt besloten het jachtrecht te verhuren is het beleid van BBL erop gericht het wildbeheer en de jacht zoveel mogelijk te laten plaatsvinden binnen samenwerkingsverbanden van jachthouders (WBE s). Dit betekent dat, waar mogelijk, het genot van de jacht bij voorkeur aan de plaatselijke WBE wordt gegund. Zij kunnen vervolgens door onderverhuring of vergunningverlening de verdeling van de jachtrechten in hun werkgebied ter hand nemen. Op gronden die zijn aangekocht door BBL en die bestemd zijn om te zijner tijd aan een terreinbeherende organisatie te worden overgedragen, mag het genot van de jacht in beginsel niet (opnieuw) worden verhuurd. Indien er van de zijde van de toekomstige eigenaar/beheerder redenen zijn de jacht toch te verhuren, dient met hen hierover overleg plaats te vinden. Verhuur visrecht BBL koopt zo nu en dan wateren of plassen aan waarop (sport)visserij mogelijk is. Ook plassen die ontstaan na zandwinning kunnen voor de (sport)visserij aantrekkelijke objecten zijn. Ingevolge de Visserijwet is verhuur van deze wateren mogelijk. Wanneer een te bevissen perceel in verhuurde staat wordt aangekocht, is BBL genoodzaakt het bestaande huurcontract te respecteren. Ondanks de mogelijkheid van verlenging van bestaande huurcontracten is het streven van BBL erop gericht geen verplichtingen aan te gaan voor de opvolgende eigenaar. Op eigen initiatief sluit BBL geen huurcontracten met betrekking tot viswateren. 12 Kennisgids 2 Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied

15 3 Pacht Inleiding Pacht houdt in de overeenkomst waarbij een onroerende zaak tegen een tegenprestatie in gebruik wordt gegeven ten behoeve van de landbouw (art. 311). Onder landbouw wordt verstaan, mits bedrijfsmatig uitgeoefend elke vorm van bodemcultuur, met uitzondering van bosbouw. Daaronder vallen in ieder geval akkerbouw, weidebouw, veehouderij, pluimveehouderij, tuinbouw (inclusief fruitteelt en het kweken van bomen en bloembollen) en de teelt van griendhout en riet (art. 312). Het bedrijf behoort dus gericht te zijn op landbouw. Er is niet reeds sprake van pacht bij vruchttrekking met een economisch oogmerk van meer dan meer dan ondergeschikte betekenis. Zo is het tegen betaling in gebruik geven van landbouwgrond voor een ander bedrijf dan een landbouwbedrijf geen pacht, maar huur. Daarbij kan worden gedacht aan een slager die een stuk land huurt om daarop korte tijd het slachtvee te herbergen ten behoeve van zijn slagerij. Ook vallen door het vereiste van bedrijfsmatige uitoefening bijvoorbeeld hobbyboeren niet onder de definitie van landbouw. De pachtwetgeving maakt onderscheid tussen een hoeve en los land. Een hoeve is een complex van (gedeelten van) gebouwen en het daarbij behorende land, dienende ter uitoefening van de landbouw (art. 313 lid 1). Het kan hierbij gaan om een woonhuis met schuur en stallen, al dan niet aaneengebouwd, en om een losse stal of schuur met bijbehorend land dat ter uitoefening van de landbouw wordt gebruikt. Wel dient het gebouw een wezenlijke landbouwkundige functie in het geheel uit te oefenen. Er is derhalve geen sprake van een hoeve ingeval van land met daarop een klein schuurtje waarin slechts sprake kan zijn van opslag van enkele zaken. Behalve van verpachting van hoeven of los land, kan er ook sprake zijn van verpachting van uitsluitend (gedeeltelijke) gebouwen. Te denken valt bijvoorbeeld aan varkensstallen. Verpachting van gebouwen wordt gelijkgesteld aan verpachting van los land (art. 313 lid 2). Wel zijn de bepalingen omtrent verpachting van een hoeve van toepassing als voor de gebouwen en het land twee afzonderlijke pachtovereenkomsten worden gesloten (art. 313 lid 3). Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied Kennisgids 2 13

16 Een pachtovereenkomst behoort schriftelijk te worden aangegaan (art. 317 lid 1) en behoeft de goedkeuring van de grondkamer (art. 318 lid 1. De grondkamer (valt onder LNV) is een publiekrechtelijk orgaan dat de pachtovereenkomst toetst aan de wet. Getoetst wordt onder meer op de hoogte van de pachtprijs en of er buitensporige verplichtingen (bijvoorbeeld die de vrije exploitatie van de pachter beperken) in de pachtovereenkomst zijn opgenomen (art. 319 lid 1a en b ). Een wezenlijk kenmerk voor de totstandkoming van een pachtovereenkomst is het betalen van een tegenprestatie door de pachter (art. 311). Als er geen tegenprestatie wordt betaald is er geen sprake van pacht, maar van bruikleen. De pachtprijs is voor bijna alle pachtprijzen gelimiteerd. De pachtprijs mag uitsluitend naar tijdsruimte zijn bepaald en niet afhankelijk zijn van de prijs van producten of andere factoren (art. 328 lid 2). Dit betekent niet dat wanneer de pachtprijs onvoldoende bepaalbaar is, er geen sprake is van pacht. Een ongeoorloofde pachtprijs maakt de pachtovereenkomst niet nietig. De grondkamer zal de pachtprijs in zo n situatie gaan aanpassen. Sinds 1 september 2007 maakt pacht deel uit van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, en wel de artikelen 311 t/m 399e. Tot die datum bestond er voor pacht een afzonderlijke Pachtwet. Pacht is afzonderlijk geregeld om bescherming te bieden aan de belangen van de pachter ten opzichte van die van de verpachter. In de wetgeving zijn dan ook veel dwingendrechtelijke bepalingen opgenomen, d.w.z. regelingen waar niet ten nadele van de pachter van mag worden afgeweken. Artikel 399 geeft aan welke bepalingen van dwingend recht zijn. Naast de pachtovereenkomsten voor de wettelijke duur bestaan er pachtovereenkomsten voor de overeengekomen tijd, d.w.z. dat deze pachtovereenkomsten niet van rechtswege worden verlengd. Op deze pachtovereenkomsten zijn de dwingendrechtelijke regels in veel mindere mate of nagenoeg niet van toepassing. Gesteld kan worden dat het aantal verpachtingen met een niet-dwingendrechtelijk karakter toeneemt: een eigenaar zal eerder geneigd zijn een onroerende zaak te verpachten wanneer hij er zeker van kan zijn dat hij na ommekomst van de overeenkomst weer volledig de beschikking krijgt over deze onroerende zaak dan dat hij te maken krijgen met een dwingendrechtelijke verlenging. Verplichtingen van de verpachter (art. 336 t/m 345) Voor de verpachter gelden de volgende verplichtingen: 1. het verpachte ter beschikking stellen van de pachter en te laten voor zover dat voor het overeengekomen gebruik noodzakelijk is (art. 336); 2. de handelingen uitvoeren zoals bedoeld in de gebrekenregeling (art. 337 t/m 344); 3. in het geding komen ten einde de belangen van de pachter te verdedigen, wanneer tegen de pachter door een derde een vordering wordt ingesteld of tot uitwinning of tot verlening van een recht waarmee het verpachte ingevolge de pachtovereenkomst niet belast had mogen zijn (art. 344 lid 1). Daarnaast kan dit leiden tot een door de vordering ontstane kostenvergoeding (art. 344 lid 2); 4. wederopbouw van door brand of storm tenietgegane opstallen, voor zover de wederopbouw noodzakelijk is voor de uitoefening van het bedrijf op het gepachte (art. 345). Deze verplichting geldt niet: -- in geval van een pachtovereenkomst voor een kortere dan de wettelijke duur (art. 345 lid 1); -- voor de onderverpachter (art. 345 lid 1); -- met ontheffing van de grondkamer de opstallen niet op redelijke voorwaarden voor herbouwwaarde verzekerd kunnen worden (art. 345 lid 2); -- indien de algemene belangen van de landbouw of de bijzondere omstandigheden van het geval in aanmerking genomen, wederopbouw van de verpachter in redelijkheid niet kan worden gevergd (art. 345 lid 4). -- indien de pachter aansprakelijk is voor de door brand ontstane schade, wordt de verplichting van de verpachter tot wederopbouw geschorst, zolang de pachter niet heeft voldaan aan zijn verplichting tot schadevergoeding. ad. 2. De gebrekenregeling (art. 337 t/m 344) behoeft een nadere toelichting. Een gebrek is een staat of eigenschap van de verpachte zaak of een andere niet aan de pachter toe te rekenen omstandigheid, 14 Kennisgids 2 Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied

17 waardoor de zaak aan de pachter niet het genot kan verschaffen dat een pachter bij het aangaan van de overeenkomst mag verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort als waarop de overeenkomst betrekking heeft (art. 337). Geen gebrek is een feitelijke stoornis door derden, zoals in het geval dat het vee van de buurman het hek verbreekt en de weidegrond van de pachter begraast (art. 339 lid 3). Een dergelijke stoornis komt voor rekening van de pachter, die niet de verpachter, maar eventueel wel de derde kan aanspreken. Ook een enkele bewering van recht zonder een feitelijke stoornis vormt geen gebrek. Zij doet dat ook niet als zij geschiedt in de vorm van een rechtsvordering. Wel is sprake van een gebrek in de zin van art. 337 indien de pachter in het genot wordt belemmerd, doordat een derde een hem toekomend recht daarop uitoefent dat de pachter bij het aangaan van de overeenkomst niet kende en ook niet behoefde te kennen. De pachter kan dan van de verpachter verlangen dat deze het gebrek verhelpt tenzij dat redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd, bijvoorbeeld omdat de derde een sterker recht heeft. Krachtens de algemene regels van Boek 6 heeft de pachter in elke geval recht op schadevergoeding en kan hij de overeenkomst ontbinden. De verpachter is verplicht op verlangen van de pachter gebreken te verhelpen, tenzij dit onmogelijk is of in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet van de verpachter zijn te vergen (art. 339 lid 1). Dit geldt niet voor: kleine herstellingen die de pachter op grond van artikel 351 verplicht is zelf te verhelpen (art. 339 lid 2); gebreken voor het ontstaan waarvan de pachter jegens de verpachter aansprakelijk is. Is de verpachter met het verhelpen in verzuim, dan kan de pachter dit verhelpen zelf verrichten en de daarvoor gemaakte kosten, voor zover deze redelijk waren, op de verpachter verhalen, desgewenst door deze in mindering te brengen op de pachtprijs (art. 339 lid 3). In geval van vermindering van pachtgenot ten gevolge van een gebrek kan de pachter een evenredige vermindering van de pachtprijs vorderen (art. 340). Dit kan vanaf de dag waarop hij van het gebrek behoorlijk heeft kennis gegeven aan de verpachter of waarop het gebrek bij de verpachter voldoende bekend was om tot maatregelen te kunnen over gaan, zodat het gebrek verholpen wordt (art. 340 lid 1). De aanspraak op pachtvermindering bestaat uiteraard niet voor gebreken die de pachter zelf moet verhelpen of voor het ontstaan waarvan hij jegens de verpachter aansprakelijk is (art. 340 lid 2). De verpachter is verplicht tot vergoeding van de door een gebrek veroorzaakte schade indien het gebrek (art. 341): na het aangaan van de overeenkomst is ontstaan en aan de verpachter is toe te rekenen; bij het aangaan van de overeenkomst aanwezig was en de verpachter het toen kende of had behoren te kennen, of toen aan de pachter heeft te kennen gegeven dat de zaak het gebrek niet had. Hiervan kan niet ten nadele van de pachter van worden afgeweken (art. 342). Zowel de verpachter als de pachter hebben de mogelijkheid de overeenkomst op de voet van artikel 6:267 te ontbinden als er sprake is van een gebrek dat de verpachter ingevolge artikel 339 niet verplicht is te verhelpen, hoewel dit gebrek het genot dat de pachter mocht verwachten geheel onmogelijk maakt (art. 343 lid 1). Dit wijkt dus af van de reguliere regel dat ontbinding door de rechter moet geschieden. Verplichtingen van de pachter (art. 346 t/m 360) De pachter heeft de volgende verplichtingen: 1. het betalen van de pachtprijs (art. 346); 2. zich als een goed pachter te gedragen (art. 347); 3. zonder schriftelijke toestemming van de verpachter geen verandering aanbrengen in de bestemming, inrichting of gedaante van het gepachte (art. 348 t/m 350); 4. het verrichten van kleine herstellingen, tenzij deze nodig zijn geworden door het tekortschieten van de verpachter in de nakoming van zijn verplichtingen tot het verhelpen van gebreken (art. 351); 5. het gelegenheid geven voor de uitvoering van dringende werkzaamheden aan het gepachte (art. 354 lid 1); 6. zonder schriftelijke toestemming van de verpachter niet overgaan tot onderverpachting van het gepachte (art. 355); Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied Kennisgids 2 15

18 7. de verpachter onverwijld in kennis stellen van aan het gepachte ontdekte gebreken, dan wel van het feit dat derden hem in zijn genot storen of enig recht op het gepachte beweren te hebben (art. 356); 8. dulden dat aan het gepachte kennisgevingen voor verpachting, verhuur of verkoop worden aangebracht en gelegenheid geven voor bezichtiging, indien de verpachter tot verpachting of verhuur na afloop van de lopende pacht of verkoop wenst over te gaan (art. 357); 9. het gepachte bij het einde van de pacht in goede staat ter beschikking te stellen van de verpachter (art. 358 lid 1). Indien van verpachte gebouwen een beschrijving is gemaakt is oplevering noodzakelijk conform deze beschrijving, met uitzondering van geoorloofde veranderingen en toevoegingen en hetgeen door ouderdom teniet is gegaan of beschadigd (art. 358 lid 2). Bij het einde van de pacht moet de pachter het gepachte in goede staat opleveren (art. 358 lid 1). Het gaat hierbij niet alleen om de feitelijke staat van het verpachte, maar ook om de rechtstoestand. Dit houdt o.a. in dat het de pachter niet is toegestaan het verpachte op te leveren zonder de verpachter in de gelegenheid te stellen de daarmee samenhangende heffingvrije hoeveelheid melk en de basisreferentie polsuiker te verwerven; 10. elkaar als afgaande en opkomende pachter over en weer gerieven met al datgene wat vereist wordt om het betrekken en verlaten van het gepachte gemakkelijker te maken, zowel wat betreft het gebruik voor het volgende jaar, het inoogsten van nog te velde staande vruchten en het betrekken van gebouwen anderszins (art. 360 lid 1). Schadeaansprakelijkheid voor pachter De pachter is aansprakelijk voor schade aan het gepachte die is ontstaan door een hem toe te rekenen tekortschieten in de nakoming van een verplichting uit de pachtovereenkomst (art. 352 lid 1). Overigens wordt, alle schade, behalve brandschade, door tekort schieten van de pachter te zijn ontstaan (art. 352 lid 2). Daarnaast wordt vermoed dat de pachter het gepachte in goede staat heeft ontvangen (art. 352 lid 3). Dit afgezien van de situatie dat verpachter en pachter voor verpachte gebouwen een beschrijving hebben opgemaakt (art. 352 lid 3 jo. 358 lid 2). Ook is de pachter aansprakelijk voor de gedragingen van hen die met zijn goedvinden het gepachte gebruiken of zich met zijn goedvinden daarop bevinden (art. 353). Niet-agrarische bestemmingen Niet alle objecten die zijn of worden verpacht hebben een blijvende agrarische bestemming. Soms veranderen bestemmingen, omdat de verpachter het verpachte wil en misschien moet (bijvoorbeeld ter uitvoering van wijziging bestemmingsplan) gebruiken voor andere dan landbouwkundige doeleinden, bijvoorbeeld een gemeente wil op het verpachte woningbouw realiseren. Daarnaast is verpachting wellicht mogelijk maar dient vanwege werkzaamheden in het algemeen belang over het verpachte te kunnen worden beschikt, bijvoorbeeld verpachte gronden langs een rivier moeten voor werkzaamheden aan de rivier direct benaderbaar zijn of het verpachte ligt in een natuurgebied. Beëindiging op grond van een bestemmingswijziging: artikel 377 Als een verpachter het verpachte wil bestemmen voor niet tot de landbouw betrekkelijke doeleinden en die bestemming is in overeenstemming met het algemeen belang, ontbindt de pachtkamer op vordering van de verpachter de pachtovereenkomst geheel of ten dele (art. 377 lid 1). Deze ontbindingsmogelijkheid is als opzeggingsgrond opgenomen onder artikel 370 lid 1 e, terwijl ook een tussentijdse beëindigingsmogelijkheid bestaat. Als voorwaarde daarvoor geldt dat de bestemming in overeenstemming is met het algemeen belang. Dit zal de verpachter moeten aantonen. De voorgenomen bestemming wordt geacht in overeenstemming met het algemeen belang te zijn als zij in overeenstemming is met een onherroepelijk bestemmingsplan. In dit geval berust de bewijslast bij de pachter mocht hij van mening zijn dat de voorgenomen bestemming niet overeenstemt met het algemeen belang. Bij een gedeeltelijke ontbinding vermindert de pachtprijs naar evenredigheid en heeft de pachter de mogelijkheid de gehele pachtovereenkomst te ontbinden (art. 377 lid 2). Ingeval de pachtovereenkomst wordt beëindigd op grond van artikel 377 is de verpachter aan de pachter 16 Kennisgids 2 Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied

19 een schadevergoeding verschuldigd over de tijd die de pachter bij niet-ontbinding nog op het verpachte had kunnen blijven (art. 377 lid 3). Bij de bepaling van de schadeloosstelling dient de pachtkamer er rekening mee te houden dat de pachtovereenkomst zou zijn verlengd. Geen rekening wordt gehouden met het voornemen van de verpachter het verpachte te bestemmen voor niet tot de landbouw betrekkelijke doeleinden, wel met eventuele andere redenen van niet-verlenging (art. 377 lid 4). Pachtvormen De aanvankelijke pachtwetgeving dateert van Aanvankelijk bestonden er slechts enkele soorten pachtovereenkomsten, waarvan de zgn. reguliere pachtovereenkomst (ook wel wettelijke duurpachtovereenkomst) de meeste dwingendrechtelijke bescherming biedt. Een gevolg was dat het te verpachten areaal afnam: eigenaren vreesden steeds meer dat ze via verpachting de beschikking over hun eigendommen voor lange tijd zouden verliezen. Na de jaren 70 en 80 van de twintigste eeuw nam de politieke wens toe om de pachtwetgeving te liberaliseren. Met name sinds de 90-tiger jaren heeft dit geleid tot een aantal nieuwe pachtvormen. De pachtvormen die thans bestaan zijn: 1. reguliere pachtovereenkomst als bedoeld in artikel 311; 2. korte duur pachtovereenkomst als bedoeld in artikel 325 lid 3; 3. teeltpachtovereenkomst als bedoeld in artikel 396 lid 1; 4. geliberaliseerde pachtovereenkomst als bedoeld in artikel 397; 5. verpachting door overheidsorganen als bedoeld in artikel 385; a. voor de wettelijke duur; b. voor de overeengekomen duur; 6. verpachting binnen reservaten als bedoeld in de artikelen 388 t/m 394. Ad 1. De reguliere pachtovereenkomst De dwingendrechtelijke bepalingen hebben met name betrekking op zogenaamde pachtovereenkomsten die zijn aangegaan voor de wettelijke duur, ook wel reguliere pachtovereenkomsten genoemd, d.w.z. pachtovereenkomsten die na ommekomst van een pachttermijn van rechtswege worden verlengd. De reguliere pachtovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd, dat is normaliter twaalf jaar voor een hoeve en zes jaar voor los land (art. 325 lid 1). Tenzij de reguliere pachtovereenkomst op grond van artikel 367 is beëindigd, wordt zij na ommekomst van de pachtperiode van zes of twaalf jaren van rechtswege verlengd voor telkens zes jaar (art. 325 lid 6). Voor een eigenaar is het van belang te weten dat een reguliere pachtovereenkomst ook kan ontstaan als niet is voldaan aan het vereiste van schriftelijke vastlegging (art. 317) grondkamergoedkeuring (art. 318). Als een overeenkomst niet schriftelijk is aangegaan en ter goedkeuring naar de grondkamer is gezonden kan de meest gerede partij (zal bijna altijd de gebruiker zijn) daarvan schriftelijke vastlegging vorderen bij de rechter (art. 317 lid 2). De rechter is gehouden de overeenkomst als pachtovereenkomst aan te merken wanneer aan het vereiste van ingebruikgeving ter uitoefening van de landbouw tegen voldoening van een tegenprestatie is voldaan (art. 317 lid 2 en 3). Let wel: het is voor een eigenaar dus van belang voorzichtig te zijn met het ingebruikgeven van agrarische onroerende zaken als een langjarige verpachting niet de bedoeling is. Het is wel mogelijk zonder grondkamergoedkeuring achteraf, dus zonder dat de dwingendrechtelijke bepalingen met betrekking tot de tijdsduur van toepassing zijn, een pachtovereenkomst te sluiten voor een oppervlakte los land die niet groter is dan 1 ha (art. 395 lid 1). Het is echter niet de bedoeling om onder de dwingendrechtelijke bepalingen van de wet uit te komen door bijvoorbeeld zonder goede reden meerdere overeenkomsten te sluiten voor oppervlakten van minder dan 1 ha tussen eenzelfde verpachter en eenzelfde pachter (art. 395 lid 4), die gezamenlijk boven 1 ha uitkomen. De grondkamer zal dergelijke overeenkomsten aanmerken als één pachtovereenkomst. De Grondkamer kan met goedkeuring van de Minister van LNV voor een bepaalde tak van bodemcultuur de oppervlakte van 1 ha verlagen naar 0,5 ha (art 395 lid 2). Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied Kennisgids 2 17

20 Einde pachtovereenkomst De mogelijkheden om een reguliere pachtovereenkomst te kunnen beëindigen zijn voor een eigenaar zeer beperkt. Om na een pachtermijn een verlenging tegen te gaan is al zeer moeilijk te bewerkstelligen, maar tussentijdse beëindiging is slechts in zeer sporadische gevallen mogelijk. Beide situaties worden hierna besproken. Beëindiging na ommekomst van de lopende pachttermijn Als een eigenaar een reguliere pachtovereenkomst wil beëindigen heeft hij slechts enkele mogelijkheden. Hij zal de pachtovereenkomst ten minste een jaar voor het einde van de lopende pachttermijn bij aangetekende brief of exploot moeten opzeggen (art. 367 lid 2). Op straffe van nietigheid kan een verpachter alleen opzeggen onder vermelding van een in artikel 370 lid 1 bedoelde opzeggingsgrond. Als geen opzeggingsgrond is vermeld is de opzegging nietig (art. 368). De pachter kan zich binnen zes weken verzetten tegen de opzegging (art. 369). Dit dient onder opgave van redenen bij aangetekende brief of exploot aan de verpachter te gebeuren. Vervolgens kan de verpachter onder vermelding van de in de opzegging vermelde opzeggingsgrond bij de rechter vorderen het beëindigingstijdstip vast te stellen (art. 369 lid 3). De opgezegde overeenkomst blijft evenwel van kracht tot het door de rechter bepaalde moment van beëindiging van de pachtovereenkomst (art. 369 lid 2). Wel kan de rechter zijn toewijzend vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren indien het verweer van de pachter hem kennelijk ongegrond voorkomt. Opzeggingsgronden (art. 370) De opzeggingsgronden die de rechter slechts mag hanteren om een vordering tot beëindiging te kunnen toewijzen zijn (art. 370): 1. de bedrijfsvoering door de pachter is niet geweest zoals een goed pachter betaamt of de pachter is anderszins te kort geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen (art. 370 lid 1a). Bij een slechte bedrijfsvoering kan worden gedacht aan ernstige stelselmatige verwaarlozing van het gepachte. Een ontbinding op deze grond is alleen mogelijk door de rechter (art. 376 lid 1). Dit geldt niet als er sprake is van een gebrek dat de verpachter ingevolge artikel 339 niet verplicht is te verhelpen (art. 343 lid 1). De pachter wordt in ieder geval geacht in zijn verplichtingen te zijn tekortgeschoten, wanneer hij: a. het gepachte niet langer voor de uitoefening van de landbouw gebruikt; b. in de pachtovereenkomst vastgelegde beheersverplichtingen ter behoud van op het gepachte aanwezige natuurwaarden, niet naleeft of aan deze natuurwaarden anderszins schade heeft toegebracht; 2. de verpachter maakt aannemelijk dat hij het verpachte dringend nodig heeft omdat hij, zijn echtgenoot, zijn geregistreerde partner, een bloed- of aanverwant in de eerste graad of een pleegkind het verpachte duurzaam in gebruik wil nemen (art. 370 lid 1b), vervreemding daaronder niet gerekend (art. 370 lid 2). Als naderhand blijkt dat de wil om het verpachte duurzaam in gebruik te nemen daadwerkelijk niet aanwezig is geweest, kan de verpachter tot schadevergoeding gehouden zijn (art. 373 lid 1); 3. een redelijke afweging van de belangen van de verpachter bij beëindiging van de overeenkomst tegen die van de pachter bij verlenging van de overeenkomst valt in het voordeel van de verpachter uit (art. 370 lid 1c); 4. de pachter stemt niet toe in een redelijk aanbod tot het aangaan van een nieuwe pachtovereenkomst, een wijziging van de pachtprijs daaronder niet begrepen (art. 370 lid 1d); 5. de verpachter het verpachte wil bestemmen voor niet tot de landbouw betrekkelijke doeleinden en die bestemming is in overeenstemming met het algemeen belang (art. 370 jo. art. 377); zie hierna 18 Kennisgids 2 Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied

21 Tussentijdse beëindiging Een tussentijdse beëindiging is slechts mogelijk als: 1. de eigenaar het verpachte of een gedeelte daarvan wil bestemmen voor niet tot de landbouw betrekkelijke doeleinden (art. 377); 2. indien een desbetreffend overheidsorgaan als verpachter de pachtovereenkomst wil beëindigen, omdat de bestemming de beëindiging naar zijn oordeel noodzakelijk maakt (art.385 sub b); 3. de pachter ernstig tekort schiet in de nakoming van de verplichtingen uit de pachtovereenkomst ( art. 376) Bijzondere rechten Uit hoofde van de dwingendrechtelijke pachtregelingen zijn met betrekking tot een reguliere pachtovereenkomst voor de pachter een aantal bijzondere rechten van toepassing. Het gaat hier om het melioratierecht (art. 350), het recht van in de plaatsstelling en medepacht (art. 363 t/m 366) en het voorkeursrecht bij verkoop (art. 378 t/m 384). a. Melioratierecht Het melioratierecht is het recht van de pachter op een naar billijkheid te bepalen vergoeding bij het einde van de pachtovereenkomst voor door hem aangebrachte veranderingen en toevoegingen die een verbetering zijn (art. 350 lid 1). Voorwaarden daarvoor zijn: 1. de vordering tot de vergoeding kan niet later dan drie maanden na het einde van de pachtovereenkomst worden ingediend (art. 350 lid 5); 2. de vergoeding kan niet hoger zijn dan de toename van de waarde van het verpachte als gevolg van de verbeteringen (art. 350 lid 2); 3. de vergoeding wordt lager naarmate de pachter de vruchten van de verbeteringen heeft kunnen genieten; 4. de pachter moet tijdig onder opgave van de geschatte kosten schriftelijk mededeling aan de verpachter hebben gedaan van de voorgenomen investeringen; 5. verzet binnen een maand van de verpachter tegen de voorgenomen investeringen moet zijn uitgebleven dan wel de rechter heeft de pachter tot het aanbrengen van de verbetering gemachtigd (art. 350 lid 3). b. In de plaats stelling Het recht van in de plaatsstelling wil zeggen dat de pachter zich tot de rechter kan wenden met de vordering de pachtovereenkomst te laten voortzetten door zijn echtgenoot of geregistreerde partner, één of meer van zijn bloed- en aanverwanten in de rechte lijn, één of meer van zijn pleegkinderen of één of meer van de medepachters of één of meer van deze gezamenlijk (art. 363 lid 1). Nadat de pachter een dergelijke vordering heeft ingediend, kan de verpachter zelf ook een vordering tot in de plaatsstelling indienen (art. 363 lid 2). Deze vordering dient ook betrekking te hebben op een of meer van de in art. 363 lid 1 genoemde personen. Hoewel de rechter naar billijkheid beslist (art. 363 lid 3), wijst hij de vordering af, indien de grondkamer in verband met art. 319 lid 2 en 5 haar goedkeuring aan een nieuwe pachtovereenkomst zou onthouden omdat (art. 363 lid 4): 1. de pachtovereenkomst, wanneer deze betrekking heeft op land, dat begrepen is geweest in een ruil- of herverkaveling of dat gelegen is in de IJsselmeerpolders, zou leiden tot (art. 319 lid 1 d en e): a. een verkaveling of een ligging van het land ten opzichte van de bedrijfsgebouwen of van de woning, die minder doelmatig is dan de bestaande; b. een geringere dan de bestaande bedrijfsgrootte; 2. door de pachtovereenkomst algemene landbouwbelangen zouden worden geschaad; 3. de voorgestelde pachter niet voldoende waarborgen biedt voor een behoorlijke bedrijfsvoering (art. 363 lid 5). Het gaat hierbij over het algemeen om voldoende landbouwkundige opleiding en ervaring en voldoende financiële waarborgen. Verwerving, Beheer en Exploitatie van Vastgoed in het Landelijk Gebied Kennisgids 2 19

1. Burgerlijk Wetboek Titel 7.5 (Pacht)

1. Burgerlijk Wetboek Titel 7.5 (Pacht) 1. Burgerlijk Wetboek Titel 7.5 (Pacht) Titel 5 Pacht Afdeling 1 Algemene bepalingen Artikel 311 [Pachtovereenkomst] Pacht is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verpachter, zich verbindt aan de

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Bijzondere overeenkomsten

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Bijzondere overeenkomsten (Tekst geldend op: 21-04-2008) Burgerlijk Wetboek Boek 7, Bijzondere overeenkomsten Boek 7. Bijzondere overeenkomsten Titel 5. Pacht Afdeling 1. Algemene bepalingen Artikel 311 Pacht is de overeenkomst

Nadere informatie

Ad 1 Uitleg van (wettelijke) begrippen rondom pacht en het verschil tussen reguliere en geliberaliseerde pacht

Ad 1 Uitleg van (wettelijke) begrippen rondom pacht en het verschil tussen reguliere en geliberaliseerde pacht Notitie pachtbeleid Inleiding In het buitengebied heeft de gemeente Bergen veel eigendommen. Deze eigendommen bestaan uit landbouwgronden, bossen en natuurterreinen. De gemeente heeft ongeveer 600 ha.

Nadere informatie

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 201-231 BW (algemene bepalingen)

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 201-231 BW (algemene bepalingen) Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 201-231 BW (algemene bepalingen) Boek 7 BW, titel 4: Algemeen e.v. Afdeling 1. Algemene bepalingen Artikel 201 1. Huur is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder,

Nadere informatie

VVOR De pachter als derdebelanghebbende. 15 september 2015 Gert-Jan de Jager

VVOR De pachter als derdebelanghebbende. 15 september 2015 Gert-Jan de Jager VVOR De pachter als derdebelanghebbende 15 september 2015 Gert-Jan de Jager Onderwerpen Pacht sinds 1 september 2007 (Akkoord van Spelderholt?) Pachter en onderpachter als derde-belanghebbenden Welke pachtvormen

Nadere informatie

Schaderegelingen bij aanleg en aanpassing van spoorlijnen

Schaderegelingen bij aanleg en aanpassing van spoorlijnen Schaderegelingen bij aanleg en aanpassing van spoorlijnen Schaderegelingen bij aanleg en aanpassing van spoorlijnen Aanleg van een nieuwe spoorlijn of aanpassingen van een bestaande spoorlijn buiten de

Nadere informatie

Regeling - Overheid.nl Wetten.nl

Regeling - Overheid.nl Wetten.nl http://wetten.overheid.nl/bwbr00090/06-0-0/0/boek7/titeldeel/afdrukken pagina van 6--06 De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Burgerlijk Wetboek Boek 7 Geldend van 0-0-06 t/m heden

Nadere informatie

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 290-310 BW (huur van bedrijfsruimte)

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 290-310 BW (huur van bedrijfsruimte) Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 290-310 BW (huur van bedrijfsruimte) Boek 7 BW, titel 4: Bedrijfsruimte Afdeling 6. Huur van bedrijfsruimte Artikel 290 1. De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 163 Wet van 26 april 2007 tot vaststelling en invoering van titel 7.5 (Pacht) van het Burgerlijk Wetboek Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

PACHTOVEREENKOMST Volgens titel 7.5 artikel 395 van het Burgerlijk Wetboek

PACHTOVEREENKOMST Volgens titel 7.5 artikel 395 van het Burgerlijk Wetboek PACHTOVEREENKOMST Volgens titel 7.5 artikel 395 van het Burgerlijk Wetboek Verpachter Pachter Het gemeentebestuur van Midden-Drenthe, vertegenwoordigd door de burgemeester van de gemeente Midden-Drenthe,

Nadere informatie

Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1624-1636o BW (bedrijfsruimte)

Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1624-1636o BW (bedrijfsruimte) Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1624-1636o BW (bedrijfsruimte) BUREAU BREIJ B.V. Postbus 15858 1001 NJ AMSTERDAM Kamer van Koophandel, nr. 17082168, ter inzage gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.

Nadere informatie

GELIBERALISEERDE PACHTOVEREENKOMST VOOR 6 JAAR OF KORTER. (Volgens artikel 7:397 lid 1 Burgerlijk Wetboek)

GELIBERALISEERDE PACHTOVEREENKOMST VOOR 6 JAAR OF KORTER. (Volgens artikel 7:397 lid 1 Burgerlijk Wetboek) GELIBERALISEERDE PACHTOVEREENKOMST VOOR 6 JAAR OF KORTER (Volgens artikel 7:397 lid 1 Burgerlijk Wetboek) Nr. CONCEPT Bijlage: -1- (tekening) Het hoogheemraadschap van Rijnland, gevestigd aan

Nadere informatie

Grond of opstallen verkopen aan Rijkswaterstaat? Wat u moet weten over regelingen en procedures

Grond of opstallen verkopen aan Rijkswaterstaat? Wat u moet weten over regelingen en procedures Grond of opstallen verkopen aan Rijkswaterstaat? Wat u moet weten over regelingen en procedures Het land beschermen tegen overstromingen. Aanleg, reconstructie en onderhoud van rijkswegen. Het bevorderen

Nadere informatie

Grondverwerving; een introductie

Grondverwerving; een introductie Grondverwerving; een introductie Inleiding De provincie Zuid-Holland heeft als taak het provinciaal- /rijksbeleid uit te voeren. Zij doet er alles aan om dit goed en zorgvuldig te doen. Soms is het nodig

Nadere informatie

Spelderholt akkoord: naar een vernieuwd pachtrecht

Spelderholt akkoord: naar een vernieuwd pachtrecht Spelderholt akkoord: naar een vernieuwd pachtrecht 1. De reguliere pacht blijft, zij het dat één belangrijke verandering wordt voorgesteld: de aanvangsprijs wordt vrij. De markt kan aldus zelf de prijs

Nadere informatie

Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken XV XXI XXIII Hoofdstuk 1 - Inleidende beschouwingen 1 1 Wettelijke regeling van de pacht 1 2 Van Pachtwet

Nadere informatie

Artikel 2. Pachtprijs De pachtprijs voor de pachtperiode bedraagt #. # (zegge: #. euro per jaar), berekend naar #. per ha.

Artikel 2. Pachtprijs De pachtprijs voor de pachtperiode bedraagt #. # (zegge: #. euro per jaar), berekend naar #. per ha. Ref:2016.003553.01 /bs PACHTOVEREENKOMST 1 GELIBERALISEERDE PACHTOVEREENKOMST ex. artikel 7:397 lid 1 BW BS11./16 De ondergetekenden: 1. #, hierna te noemen de pachter, 2. de Provincie Groningen, Martinikerkhof

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1978-1979 14249 Bepalingen met betrekking tot huur en verhuur van woonruimte Nr.9 VERGELIJKENDE TEKST Tekst van de artikelen 1623a-1623g van het Burgerlijk Wetboek,

Nadere informatie

H U U R O V E R E E N K O M S T S P O R T C O M P L E X D E S W A N E B U R G

H U U R O V E R E E N K O M S T S P O R T C O M P L E X D E S W A N E B U R G H U U R O V E R E E N K O M S T S P O R T C O M P L E X D E S W A N E B U R G Versie 25 januari 2011 PARTIJEN: 1. De publiekrechtelijke rechtspersoon DE GEMEENTE COEVORDEN, gevestigd te (7741 GE) Coevorden

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Artikel 750 1. Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens

Nadere informatie

Beleidsregel tarieven ingebruikgeving gronden gemeente Overbetuwe gelet op artikel 160, eerste lid, sub e. en f. van de Gemeentewet;

Beleidsregel tarieven ingebruikgeving gronden gemeente Overbetuwe gelet op artikel 160, eerste lid, sub e. en f. van de Gemeentewet; CVDR Officiële uitgave van Overbetuwe. Nr. CVDR130592_1 13 februari 2018 Beleidsregel tarieven ingebruikgeving gronden gemeente Overbetuwe 2011 Ons kenmerk: 11BWB00065 Burgemeester en wethouders van de

Nadere informatie

Huurovereenkomst Sporthal de Drostenhal

Huurovereenkomst Sporthal de Drostenhal Huurovereenkomst Sporthal de Drostenhal Partijen: 1. De gemeente Coevorden, gevestigd te Coevorden, krachtens artikel 171 van de Gemeentewet en het algemeen mandaatbesluit Coevorden 2016, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Cursus huurrecht. Indeling in modules. Systematiek van de wet

Cursus huurrecht. Indeling in modules. Systematiek van de wet Cursus huurrecht Indeling in modules Systematiek van de wet Gelaagde structuur van de wetboeken; Algemene bepalingen huurrecht (artikel 7:201 BW artikel 7:231 BW); o Huur van roerende zaken; o Huur van

Nadere informatie

Huurrecht en gebiedsontwikkeling. 5 oktober 2017 Daniëlle de Vos Job Velthuizen

Huurrecht en gebiedsontwikkeling. 5 oktober 2017 Daniëlle de Vos Job Velthuizen Huurrecht en gebiedsontwikkeling 5 oktober 2017 Daniëlle de Vos Job Velthuizen Waar raken huurrecht en gebiedsontwikkeling elkaar? Onderwerpen Voorbereidingsfase 1. Communicatie met bewoners 2. Renovatie

Nadere informatie

24-3-2016. Asbest. Agenda. 20.15u Opening. 20.20u Asbest. 20.45u Pauze. 21.00u Pacht. 21.30u Vragen en discussie. 22.

24-3-2016. Asbest. Agenda. 20.15u Opening. 20.20u Asbest. 20.45u Pauze. 21.00u Pacht. 21.30u Vragen en discussie. 22. Agenda 20.15u Opening 20.20u Asbest 20.45u Pauze 21.00u Pacht 21.30u Vragen en discussie 22.30u Afsluiting 2 Asbest Wet- en regelgeving inzake asbest daken Subsidiemogelijkheden Asbest eraf, zon erop (provinciaal):

Nadere informatie

Herziening pachtprijs van percelen land te Overijssel, tezamen groot 35.03.59 ha.

Herziening pachtprijs van percelen land te Overijssel, tezamen groot 35.03.59 ha. Centrale Grondkamer, beschikking van 24 maart 2011, GP 11.625 [artikel 7:333 BW] Herziening pachtprijs van percelen land te Overijssel, tezamen groot 35.03.59 ha. Centrale Grondkamer, beschikking van 8

Nadere informatie

Wijziging Regeling pachtprijzen

Wijziging Regeling pachtprijzen LNV Wijziging Regeling pachtprijzen Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 21 november 2007, nr. TRCJZ/2007/3679, houdende wijziging van de Regeling pachtprijzen Gelet op

Nadere informatie

datum: 4 maart 2008 wijziging: :17 print: :17 B W1 W2 W3 S besluit: volgens voorstel aangehouden niet volgens voorstel

datum: 4 maart 2008 wijziging: :17 print: :17 B W1 W2 W3 S besluit: volgens voorstel aangehouden niet volgens voorstel Collegevoorstel onderwerp: Wijziging pachtwetgeving in relatie tot de eenjarige verpachtingen 2008 en de vaste pachtovereenkomsten. samengevat voorstel: 1. Kennisnamen van de belangrijkste wijzingen van

Nadere informatie

HUUROVEREENKOMST WINKELRUIMTE

HUUROVEREENKOMST WINKELRUIMTE HUUROVEREENKOMST WINKELRUIMTE en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW De ondergetekenden: 1. nemen het volgende in aanmerking: 1. Het gehuurde wordt casco door Verhuurder aan Huurder opgeleverd.

Nadere informatie

de gemeente Hof van Twente;

de gemeente Hof van Twente; Gemeente Hof van Twente Algemene huurvoorwaarden genot van de jacht Artikel 1 Begripsomschrijvingen In de voorwaarden wordt verstaan onder: Gemeente: huurder: huurovereenkomst: voorwaarden: jachtperceel:

Nadere informatie

Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1623a-1623o BW (woonruimte)

Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1623a-1623o BW (woonruimte) Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1623a-1623o BW (woonruimte) BUREAU BREIJ B.V. Postbus 15858 1001 NJ AMSTERDAM Kamer van Koophandel, nr. 17082168, ter inzage gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.

Nadere informatie

HANDELSHUUR. FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.

HANDELSHUUR. FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten. HANDELSHUUR FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be Vervreemding van het verhuurde pand Vervreemding van verhuurde

Nadere informatie

Actualiteiten Pachtrecht 2014

Actualiteiten Pachtrecht 2014 Actualiteiten Pachtrecht 2014 Mr. Frédérique Verheij-Péters ALV Limburgs Particulier Grondbezit Roermond, 24 november 2014 1 Wat is aan de hand in (ver)pachtersland? Waarom staat het huidige pachtsysteem

Nadere informatie

3.1. Verhuurder zal het gehuurde op de ingangsdatum van de huur ter beschikking stellen, tenzij dit geen werkdag is.

3.1. Verhuurder zal het gehuurde op de ingangsdatum van de huur ter beschikking stellen, tenzij dit geen werkdag is. ALGEMENE HUURVOORWAARDEN HUUROVEREENKOMST GARAGE Het toepassingsbereik van deze voorwaarden Artikel 1 Deze Algemene Huurvoorwaarden maken deel uit van de huurovereenkomst, waarin zij van toepassing zijn

Nadere informatie

Tijdelijke verhuur woonruimte

Tijdelijke verhuur woonruimte Momenteel staan er veel woningen te koop. Veel mensen hebben zelfs in deze tijd al een nieuwe woning gekocht, terwijl de oude woning nog niet verkocht is. Eigenaren zijn veelal op zoek naar middelen om

Nadere informatie

MODEL HUUROVEREENKOMST WINKELRUIMTE en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7: 290 BW

MODEL HUUROVEREENKOMST WINKELRUIMTE en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7: 290 BW MODEL HUUROVEREENKOMST WINKELRUIMTE en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7: 290 BW door de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) op 17 september 2012 vastgesteld en tevens gepubliceerd op de website

Nadere informatie

Adviesnota voor het college. Burg. Weth L. Weth Z. Weth B. Weth P. Secr. Vertrouwelijkheid: Niet openbaar

Adviesnota voor het college. Burg. Weth L. Weth Z. Weth B. Weth P. Secr. Vertrouwelijkheid: Niet openbaar Adviesnota voor het college Primaat team: Vastgoed Steller: Franca Diels Portefeuillehouder: G. van Leeuwen Mede-adviseur: Ingekomen d.d. Nr. poststuk Nr. BBV 402632 Conf. Bespr. Aantekeningen Burg Weth

Nadere informatie

Huurrecht - woonruimte

Huurrecht - woonruimte Huurrecht - woonruimte Bij huurrecht en huurovereenkomst denkt men al snel aan het (ver)huren van een onroerende zaak, meestal een gebouw, en de meeste huurvragen hebben hier ook betrekking op. De wet

Nadere informatie

ARTIKEL I. Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: Artikel 232, vierde lid, vervalt.

ARTIKEL I. Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: Artikel 232, vierde lid, vervalt. Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Leegstandwet (uitbreiding van de opzeggingsgrond dringend eigen gebruik en uitbreiding van de mogelijkheden tot tijdelijke verhuur) Alzo Wij in overweging

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting -- Deel 1

Overdrachtsbelasting -- Deel 1 Overdrachtsbelasting les 1 programma Inleiding overdrachtsbelasting Verkrijgingen Maatstaf van heffing Verandering in beperkt recht Hoe bij gezamenlijk eigendom Vrijstellingen Heffing en teruggaaf Object

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties Den Haag, 21 april 2017 dossiernummer: 103601 uw kenmerk: telefoonnummer: +31 (0)70 335 35 61 e-mail: m.deregt@advocatenorde.nl Betreft: consultatie

Nadere informatie

A D M I N I S T R A T I E V O O R W A A R D E N

A D M I N I S T R A T I E V O O R W A A R D E N A D M I N I S T R A T I E V O O R W A A R D E N van: Stichting Jubileumfonds 1948 en 2013 voor het Concertgebouw statutair gevestigd te Amsterdam d.d. 1 september 2011 Definities. Artikel 1. In deze administratievoorwaarden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 110 Wet van 6 maart 2003 tot aanpassing van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Opstalrechten

Algemene voorwaarden Opstalrechten Algemene voorwaarden Opstalrechten Algemene Voorwaarden ter zake van Opstalrechten die ter zake van een hierna bedoeld Werk zijn gevestigd ten behoeve van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Nadere informatie

Raadsvoorstel 2004/408

Raadsvoorstel 2004/408 Raadsvoorstel 2004/408 Onderwerp steller Portefeuillehouder Commissie Raadsvergadering Agrarisch beheer gemeentegronden Mr. R.R. van Erp / Mr. T. ten Have Mr. A. Th.H. van Dijk Grondzaken Datum /33859

Nadere informatie

Gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Alkmaar d.d. 12 januari 2005 onder nummer 37046734.

Gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Alkmaar d.d. 12 januari 2005 onder nummer 37046734. Algemene Voorwaarden Blijleven (AVB) Loon- en grondverzetbedrijf Blijleven B.V. Kanaaldijk 83 1862 PV Bergen Gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Alkmaar d.d. 12 januari 2005 onder nummer 37046734.

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE VERKOOP VAN ONROERENDE ZAKEN DOOR DE GEMEENTE BEDUM

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE VERKOOP VAN ONROERENDE ZAKEN DOOR DE GEMEENTE BEDUM ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE VERKOOP VAN ONROERENDE ZAKEN DOOR DE GEMEENTE BEDUM Bedingen die van toepassing zijn op de verkoop van alle onroerende zaken. HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 :

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Tijdelijke verhuur. Problemen bij oplevering vrij van huur.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Tijdelijke verhuur. Problemen bij oplevering vrij van huur. Belangenbehartiging opdrachtgever. Tijdelijke verhuur. Problemen bij oplevering vrij van huur. Klager heeft zijn makelaar (beklaagde) een opdracht tot dienstverlening bij verkoop van zijn woonboerderij

Nadere informatie

2009 -- Overdrachtsbelasting -- Deel 1

2009 -- Overdrachtsbelasting -- Deel 1 Overdrachtsbelasting les 1 programma Inleiding overdrachtsbelasting Verkrijgingen Maatstaf van heffing Verandering in beperkt recht Hoe bij gezamenlijk eigendom Vrijstellingen Heffing en teruggaaf Object

Nadere informatie

Algemene huurvoorwaarden. Voor garages

Algemene huurvoorwaarden. Voor garages Algemene huurvoorwaarden Voor garages Artikel 1 Deze algemene huurvoorwaarden maken deel uit van de huurovereenkomst waarin zij van toepassing zijn verklaard. Terbeschikkingstelling en aanvaarding Artikel

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Opstalrechten

Algemene voorwaarden Opstalrechten Algemene voorwaarden Opstalrechten Algemene Voorwaarden ter zake van Opstalrechten die ter zake van een hierna bedoeld Werk zijn gevestigd ten behoeve van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van Vereniging van Amateurtuinders Ons Belang te Nieuwegein vastgesteld op de algemene ledenvergadering d.d.

Huishoudelijk reglement van Vereniging van Amateurtuinders Ons Belang te Nieuwegein vastgesteld op de algemene ledenvergadering d.d. Huishoudelijk reglement van Vereniging van Amateurtuinders Ons Belang te Nieuwegein vastgesteld op de algemene ledenvergadering d.d. 16 februari 2012 Artikel 1 Dit huishoudelijk reglement verstaat onder

Nadere informatie

Algemene voorwaarden voor in gebruikgeving van sportvelden in het kader van gelegenheid geven tot sportbeoefening.

Algemene voorwaarden voor in gebruikgeving van sportvelden in het kader van gelegenheid geven tot sportbeoefening. Algemene voorwaarden Sportvelden Sport en Welzijn Ridderkerk Algemene voorwaarden voor in gebruikgeving van sportvelden in het kader van gelegenheid geven tot sportbeoefening. ARTIKEL 1 Bestemming Gebruik

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

OVEREENKOMST VAN BRUIKLEEN

OVEREENKOMST VAN BRUIKLEEN OVEREENKOMST VAN BRUIKLEEN Ondergetekende, uitlener / verhuurder Naam instelling: Contactpersoon: Straat: Postcode: Woonplaats: Telefoonnr.: Emailadres: Verklaart dat, gebruiker, Naam instelling: Contactpersoon:

Nadere informatie

Grondverwerving gebiedsontwikkeling Perkpolder

Grondverwerving gebiedsontwikkeling Perkpolder Provinciale Staten Provincie Zeeland Gedeputeerde belast met behandeling: Onderwerp: H. van Waveren Vergadering PS: Nr: RMW-168 Agenda nr: Vergadering GS: 11 mei 2010 N r: 10018445dg VOORSTEL Aan de Provinciale

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN RIWOJO VERHUUR

ALGEMENE VOORWAARDEN RIWOJO VERHUUR ALGEMENE VOORWAARDEN RIWOJO VERHUUR Artikel 1: Object van deze overeenkomst Deze voorwaarden hebben betrekking op de in de overeenkomst genoemde goederen, met de daarbij vermelde accessoires welke is gesloten

Nadere informatie

Pacht, nieuwe regels en prijzen 2011. een wegwijzer voor de praktijk

Pacht, nieuwe regels en prijzen 2011. een wegwijzer voor de praktijk Pacht, nieuwe regels en prijzen 2011 een wegwijzer voor de praktijk Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Waar gaat deze brochure over? 5 1.2 Leeswijzer 5 2 Algemene informatie 6 2.1 De pachtvormen op een rij

Nadere informatie

HUUROVEREENKOMST TUINGROND

HUUROVEREENKOMST TUINGROND HUUROVEREENKOMST TUINGROND CASENUMMER: Ondergetekenden: 1. de gemeente Reimerswaal, Oude Plein 1, 4416 AK Kruiningen, te dezen vertegenwoordigd door de heer ir. J. Gideonse, handelend namens de burgemeester

Nadere informatie

Het huurrecht van een winkelruimte of andere bedrijfsruimte in de zin van art. 7:290 BW nader bekeken

Het huurrecht van een winkelruimte of andere bedrijfsruimte in de zin van art. 7:290 BW nader bekeken Het huurrecht van een winkelruimte of andere bedrijfsruimte in de zin van art. 7:290 BW nader bekeken In de dagelijkse praktijk komen wij van Stad&Co ondernemers tegen die vragen hebben over hun juridische

Nadere informatie

regelingen aankoop en schadevergoeding onroerende zaken

regelingen aankoop en schadevergoeding onroerende zaken Informatiebrochure regelingen aankoop en schadevergoeding onroerende zaken in het kader van de realisatie van de PKB Ruimte voor de Rivier Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Verzoek om schadevergoeding 3.

Nadere informatie

HUUROVEREENKOMST RECREATIEOBJECTEN

HUUROVEREENKOMST RECREATIEOBJECTEN HUUROVEREENKOMST RECREATIEOBJECTEN Ondergetekenden: de heer, geboren.. te., zich identificerend met.., met sofi nummer, gehuwd mevrouw, geboren.. te.., zich identificerend met., met sofi nummer, beiden

Nadere informatie

HUUROVEREENKOMST ZELFSTANDIGE WOONRUIMTE TWEE JAAR OF KORTER

HUUROVEREENKOMST ZELFSTANDIGE WOONRUIMTE TWEE JAAR OF KORTER HUUROVEREENKOMST ZELFSTANDIGE WOONRUIMTE TWEE JAAR OF KORTER ONDERGETEKENDEN: 1. VOORNA(A)M(EN) ACHTERNAAM, geboren op GEBOORTEDATUM te GEBOORTEPLAATS, wonende te PLAATS (POSTCODE), aan de STRAAT HUISNUMMER,

Nadere informatie

ALGEMENE HUURVOORWAARDEN VOOR PARKEERPLAATSEN

ALGEMENE HUURVOORWAARDEN VOOR PARKEERPLAATSEN ALGEMENE HUURVOORWAARDEN VOOR PARKEERPLAATSEN Artikel 1 Deze algemene huurvoorwaarden maken deel uit van de huurovereenkomst waarin zij van toepassing zijn verklaard. Terbeschikkingstelling en aanvaarding

Nadere informatie

Algemene verhuurvoorwaarden BLOKXS

Algemene verhuurvoorwaarden BLOKXS Algemene verhuurvoorwaarden BLOKXS Begripsomschrijving In deze voorwaarden wordt verstaan onder: verhuurde zaken: de zaak of zaken die onderwerp is / zijn van de huurovereenkomst; huurder: de natuurlijke

Nadere informatie

HOOFDSTUK 5. AANLEG, INSTANDHOUDING EN OPRUIMING VAN KABELS

HOOFDSTUK 5. AANLEG, INSTANDHOUDING EN OPRUIMING VAN KABELS HOOFDSTUK 5. AANLEG, INSTANDHOUDING EN OPRUIMING VAN KABELS 5.1 De gedoogplicht 5.1.1 Algemene bepalingen Artikel 5.1 In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt onder een aanbieder van een

Nadere informatie

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 232-282 BW (huur van woonruimte)

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 232-282 BW (huur van woonruimte) Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 232-282 BW (huur van woonruimte) Boek 7 BW, titel 4: Woonruimte Afdeling 5. Huur van woonruimte Onderafdeling 1. Algemeen Artikel 232 1.Deze afdeling is uitsluitend van toepassing

Nadere informatie

NEMEN IN OVERWEGING DAT

NEMEN IN OVERWEGING DAT Model huurcontract ONDERGETEKENDEN #naam verhuurder# gevestigd/ wonende te #vestigingsplaats# hierna te noemen 'verhuurder', ingeschreven in het handelsregister onder nummer #nummer#, vertegenwoordigd

Nadere informatie

HUUROVEREENKOMST TUINGROND

HUUROVEREENKOMST TUINGROND HUUROVEREENKOMST TUINGROND CASENUMMER: Ondergetekenden: 1. de gemeente Reimerswaal, Oude Plein 1, 4416 AK Kruiningen, te dezen vertegenwoordigd door de heer ir. J. Gideonse, handelend namens de burgemeester

Nadere informatie

Huurovereenkomst. Rescuemate Bv. / AED Solutions Bv. Juli RescueMate Bv / AED Solutions Bv

Huurovereenkomst. Rescuemate Bv. / AED Solutions Bv. Juli RescueMate Bv / AED Solutions Bv Huurovereenkomst Rescuemate Bv. / AED Solutions Bv. Juli 2015 RescueMate Op al Bv onze / Opleidingen zijn onze Algemene Voorwaarden en Algemene Voorwaarden Opleidingen van toepassing. AED Solutions Deze

Nadere informatie

BEVOEGDHEDENLIJST EENHEID PROJECT- EN PROGRAMMAMANAGEMENT

BEVOEGDHEDENLIJST EENHEID PROJECT- EN PROGRAMMAMANAGEMENT BEVOEGDHEDENLIJST EENHEID PROJECT- EN PROGRAMMAMANAGEMENT Laatstelijk vastgesteld door: Gedeputeerde Staten bij besluit van 16-12-2014 kenmerk 2014/0337622 Commissaris van de Koning bij besluit van 16-12-2014

Nadere informatie

Huurovereenkomst Loods

Huurovereenkomst Loods Huurovereenkomst Loods De ondergetekenden: 1. Verhuurder Naam: Verstoep Verhuur, onderdeel van D.L. Verstoep Transport Gevestigd te: Gouderak Nr. KvK: 29032141 Postcode: 2831 BJ Straat: Middelblok 41 Telefoon:

Nadere informatie

De opdrachtgever: Iedere natuurlijke of rechtspersoon die de opdracht aan Homelyrentals verstrekt.

De opdrachtgever: Iedere natuurlijke of rechtspersoon die de opdracht aan Homelyrentals verstrekt. Artikel 1: Toepasselijkheid Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op iedere overeenkomst van opdracht tot dienstverlening en/of bemiddeling, alsmede de daaruit voortvloeiende aanvullende en/of

Nadere informatie

HUUROVEREENKOMST Straatnaam 69 3533 GJ PLAATS

HUUROVEREENKOMST Straatnaam 69 3533 GJ PLAATS HUUROVEREENKOMST Straatnaam 69 3533 GJ PLAATS Huurder: Electronica Electronics & Verhuurder: vof Belegger Straatnaam 1 HUUROVEREENKOMST WINKELRUIMTE en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290

Nadere informatie

Beleidsnotitie Uitgangspunten voor uitgifte reststroken

Beleidsnotitie Uitgangspunten voor uitgifte reststroken Beleidsnotitie Uitgangspunten voor uitgifte reststroken 1. Algemeen Voor de uitoefening van de gemeentelijke taak bezit de gemeente gronden die openbaar toegankelijk zijn en waar iedereen gebruik van mag

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2009:BK9164

ECLI:NL:RBMID:2009:BK9164 ECLI:NL:RBMID:2009:BK9164 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 09-09-2009 Datum publicatie 14-01-2010 Zaaknummer 64517 / HA ZA 08-433 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte

Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte Lees eerst de toelichting. 1. Betreft: Woning Gebouw Te verhuren adres: 2. De ondergetekende Naam en voorletters: Straat en huisnummer:

Nadere informatie

Let op: Artikel 1: Algemeen 1. Artikel 2: Overeenkomst Artikel 3: Gegevens 1.

Let op: Artikel 1: Algemeen 1. Artikel 2: Overeenkomst Artikel 3: Gegevens 1. Let op: Verkoop aanvragen kunnen zonder opgaaf van redenen door Online-horecamakelaar worden geweigerd of van de diverse aanbodsites worden verwijderd zonder dat hiervoor enig recht op schadevergoeding

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Zorg & Zo Buro - Dienstverleners

Algemene voorwaarden Zorg & Zo Buro - Dienstverleners Algemene voorwaarden Zorg & Zo Buro - Dienstverleners 1. Algemeen! 1.1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op iedere aanbieding, offerte en overeenkomst van de eenmanszaak Zorg & Zo Buro gevestigd

Nadere informatie

PS2009RGW09-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

PS2009RGW09-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel PS2009RGW09-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 17 maart 2009 Nummer PS :PS2009RGW09 Afdeling : PRO Commissie : RGW Registratienummer : 2009INT238927 Portefeuillehouder : Krol Titel

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Congressen en Symposia

Algemene Voorwaarden Congressen en Symposia Algemene Voorwaarden Congressen en Symposia 1. Definities 1.1 In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: a. Congressen en Symposia: de congressen, vergaderingen en andere bijeenkomsten waarbij

Nadere informatie

VASTSTELLING ADMINISTRATIEVOORWAARDEN (RET N.V.)

VASTSTELLING ADMINISTRATIEVOORWAARDEN (RET N.V.) 1 HJP/cm/5125039/40036078 2623783-v6 VASTSTELLING ADMINISTRATIEVOORWAARDEN (RET N.V.) Op tweeduizend acht zijn voor mij, mr. Hendrikus Johannes Portengen, notaris met plaats van vestiging Rotterdam, verschenen:

Nadere informatie

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83 Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd

Nadere informatie

Algemene voorwaarden

Algemene voorwaarden Algemene voorwaarden VNG Kenniscentrum Handhaving en Naleving Advies B.V. November 2017 VNG Kenniscentrum Handhaving en Naleving Advies BV Nassaulaan 12 Den Haag Postbus 30435 2500 GK Den Haag KvK Den

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 587 Wet van 21 november 2002 tot vaststelling van titel 7.4 (Huur) van het Burgerlijk Wetboek Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal

Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O NS Stations Legal GEHEIMHOUDINGSVERKLARING/DISCLAIMER Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O Inzake object voormalig

Nadere informatie

HUUROVEREENKOMST WINKELRUIMTE

HUUROVEREENKOMST WINKELRUIMTE HUUROVEREENKOMST WINKELRUIMTE en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW ONDERGETEKENDEN A de publiekrechterlijke rechtspersoon: Gemeente Leeuwarden, gevestigd te Leeuwarden, Oldehoofsterkerkhof

Nadere informatie

ALGEMENE BEDRIJFSVOORWAARDEN WERVING & SELECTIE FLEXURANCE B.V.

ALGEMENE BEDRIJFSVOORWAARDEN WERVING & SELECTIE FLEXURANCE B.V. ALGEMENE BEDRIJFSVOORWAARDEN WERVING & SELECTIE FLEXURANCE B.V. Voor het uitvoeren van Werving & Selectie opdrachten door Flexurance B.V., verder te noemen Flexurance in het kader van een overeenkomst

Nadere informatie

Beleidsnota Grondenbeheer 2016-2019. Gemeente STEIN

Beleidsnota Grondenbeheer 2016-2019. Gemeente STEIN Beleidsnota Grondenbeheer 2016-2019 Gemeente STEIN Inhoudsopgave 1. Algemeen 3 1.1. Inleiding 1.2. Geldigheidsduur van deze nota 2. Uitgiftebeleid m.b.t. verkoop, verhuur, pacht en ingebruikgeving 4 2.1.

Nadere informatie

Model huurcontract inzake tijdelijke verhuur op grond van de artikelen 15 en 16 van de Leegstandwet

Model huurcontract inzake tijdelijke verhuur op grond van de artikelen 15 en 16 van de Leegstandwet Model huurcontract inzake tijdelijke verhuur op grond van de artikelen 15 en 16 van de Leegstandwet --------------------------------------------------------------------------------------------------- Ondergetekenden:

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Autobedrijf Severs

Algemene Voorwaarden Autobedrijf Severs Algemene Voorwaarden Autobedrijf Severs ARTIKEL 1 DEFINITIES 1. In deze algemene voorwaarden worden de hierna volgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven.

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN BUSKOOP SCHILDERS B.V.

ALGEMENE VOORWAARDEN BUSKOOP SCHILDERS B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN BUSKOOP SCHILDERS B.V. Artikel 1: Algemeen 1.1 Deze voorwaarden zijn van toepassing op en vormen één geheel met alle door Buskoop te sluiten overeenkomsten. 1.2 In deze algemene voorwaarden

Nadere informatie

Cursus huurrecht. Indeling in modules. Systematiek van de wet

Cursus huurrecht. Indeling in modules. Systematiek van de wet Cursus huurrecht Indeling in modules Systematiek van de wet Gelaagde structuur van de wetboeken; Algemene bepalingen huurrecht (artikel 7:201 BW artikel 7:231 BW); o Huur van roerende zaken; o Huur van

Nadere informatie

BIJZONDERE VEILINGVOORWAARDEN CAPITTENWEG ONGENUMMERD TE BLARICUM

BIJZONDERE VEILINGVOORWAARDEN CAPITTENWEG ONGENUMMERD TE BLARICUM BIJZONDERE VEILINGVOORWAARDEN CAPITTENWEG ONGENUMMERD TE BLARICUM Omschrijving Registergoed een perceel landbouwgrond, gelegen aan de Capittenweg te Blaricum, kadastraal bekend gemeente Blaricum sectie

Nadere informatie

Algemene voorwaarden van (V.O.F. Juweliersbedrijf E.P.J. Nobel), verder te noemen: Ed Nobel )

Algemene voorwaarden van (V.O.F. Juweliersbedrijf E.P.J. Nobel), verder te noemen: Ed Nobel ) datum 9 oktober 2011 betreft algemene voorwaarden kenmerk 2011-2016 Algemene voorwaarden van (V.O.F. Juweliersbedrijf E.P.J. Nobel), verder te noemen: Ed Nobel ) Algemeen: 1.1 Deze algemene voorwaarden

Nadere informatie

1.1 Huurbescherming. Er zijn ook bepalingen van dwingend recht. Daarvan mag sowieso niet worden afgeweken, ook niet ten voordele van de huurder.

1.1 Huurbescherming. Er zijn ook bepalingen van dwingend recht. Daarvan mag sowieso niet worden afgeweken, ook niet ten voordele van de huurder. 1 Huurbescherming Het huurrecht kenmerkt zich door regels die bescherming aan de huurder bieden. Dit geldt vooral voor huur van woonruimte en detailhandelsbedrijfsruimte. Tot aan de middeleeuwen bestond

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

HUUROVEREENKOMST BEDRIJFSRUIMTE (NOOT 1) Versie De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, gevestigd te

HUUROVEREENKOMST BEDRIJFSRUIMTE (NOOT 1) Versie De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, gevestigd te HUUROVEREENKOMST BEDRIJFSRUIMTE (NOOT 1) Versie 01 DE ONDERGETEKENDEN: 1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, gevestigd te, aan, Omzetbelastingnummer.(NOOT 8), ten deze rechtsgeldig

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Binnenpracht Anne de Lange

Algemene voorwaarden Binnenpracht Anne de Lange Artikel 1 Definities 1. In deze Algemene voorwaarden wordt onder Opdrachtgever verstaan: de natuurlijke of rechtspersoon of het samenwerkingsverband van natuurlijk en/of rechtspersonen of de namens deze

Nadere informatie

vervallen Pachtwet; onderbrenging pacht in het Burgerlijk Wetboek en nieuw Pachtprijzenbesluit 2007

vervallen Pachtwet; onderbrenging pacht in het Burgerlijk Wetboek en nieuw Pachtprijzenbesluit 2007 Samenvatting: Inleiding: Op 1 september j.l. is de Pachtwet vervallen. Vanaf dit moment zijn de pachtregels ondergebracht in het Burgerlijk Wetboek (titel 7.5). Tevens is op 1 september 2007 het nieuwe

Nadere informatie