Tb 122A: Micro- en Markteconomie
|
|
- Esmée Kok
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tb 122A: Micro- en Markteconomie Module manager: Daniel Scholten Docent : Marloes Dignum d.j.scholten@tudelft.nl m.dignum@tudelft.nl Boek online kopen via blackboard courses Vak in 2 delen Eerste 4 colleges tentamen deel meerkeuze Tweede 4 colleges tentamen deel open vragen Voor werkcolleges uitgeprinte versie meenemen.
2 College 1 1. Economische stelsels /orde Verschillende marnieren sturing economie, communisme kapitalisme normen en waarde Technische efficiëntie lagere kosten, zuinig zijn Allocatieve efficiëntie vraag en aanbod op elkaar afstemmen (arbeid kapitaal factoren) Dynamische efficiëntie reden tot innovering is om winst te maken/goedkoper produceren/voordeel Op welk nieveau worden beslissingen genomen: door de overheid en door veel verschillende markten door verschillende actoren. 1. Traditioneel geordende systemen de oude markt met ruilen Statischer sinds industrie revolutie is dit anders 2. Centraal geleide systemen Communistisch. 3. Decentraal georganiseerd esystemen Passen ons op elkaar aan. Zeer felxibel maar kunnen ook harde klappen vallen. Je kan failliet gaan en dan is he tje eigen verantwoordelijkheid. Tegenwoordig produceer je voor winst, vroeger niet. In de echte wereld Alle 3 de vormen komen terug Plan economie kapitalisme tegenovergestelde Overheid van belang mo markt in stand te houden Bescherming consumeten producenten Collectieve goederen Ook belangrijk om zijn rechtsregels en de rechtstaat. Dit houdt de markt in stand. Bescherming persoonlijke goederen. Ook regulering van macht. Sommige landen is het zo ben je rijk dan kun je alles naar je hand zetten.
3 2. Markten en goederen / diensten Basis begrippen verschillende markten Concrete markt aan dag en tijd verbonden Relevante markten afgebakend op geografie tijd en producten voor beleidsdoeleinden. Dimensies Product Ruimte Drinkwater zeer regionaal. Kan via flesjes maar dat is geen concurrentie. Tijd Opslag houdbaarheid etc Theoretische markt (plaatje vraag en aanbod) Theoretische markten als instrument. Dmv modellen kun je toekomsten en mogelijke markten beschouwen. Soorten goederen Uitsluiting: dat je toegang kan weigeren tot een goed. (vage grenzen tussen de 2) Rivaliteit : als je iets koopt is het van jou. Je bent vrij om het te verhandelen. Club of tol goederen: vergelijkbaar met infrastructuur Capaciteit heeft invloed op rivaliteit
4 3. Ondernemingen Bedrijf: is een stap in de keten. De ene maakt het hout, de ander de poten, de ander de stoel... Onderneming heeft meerdere bedrijven. Is een langere keten. Non-profit organisatie Kernvragen 1. Hoe hoog kan de prijs gemaakt worden zonder eruit geconcurreerd te worde 2. Welke productie middelen 3. Kartel vorming, joined venture. Bedrijfskolom of waarde keten 1. Zeer plaatsgebonden 2. Handels onderneming brengt vraag en aanbod bij elkaar. Zorgt dat er koop overeenkomsten gesloten worden. 3. Industriële productie middelen 4. Dienstverlening een diesnt is iets dat in tijden van productie ook wordt geconsumeerd Waarde keten van een auto Oer; Grondstoffen Ind/Productie: stoelen, motor, ICT bestandsdelen Dienst: Garages, levering Handel: Dealer Horizontaal (tussen verschillende factoren) of verticaal (tussen verschillende lagen) Diagonaal is ook mogelijk. Dan ga je verder in een andere tak. Je maakt stoelen voor autos maar je gaat ook maar tafels maken. Groothandel tussen producenten Detail handel naar de consument Groei van ondernemingen Intern (productie) vs externe groei (ander bedrijf overnemen) Motieven Kosten voor meer winst Strategie voor meer aandeel Transatcie kosten : sluit een contract af, maar daarvoor moet je onderzoeken keuze maken, contract opgesteld onderhandelt en afspraken worden gemaakt. Dus tussen producent naar consument.
5 4 overheidsingrijpen Allocatieve: collectieve goederen brengt de overheid. Sommige belagnrijke goederen die de overheid niet levert moet deze wel voorzien Markt imperfecties In de markt structuur en gedrag van odnernemingen dan worden de prijzen hoger dan ze horen te zijn. Kan door marktmacht en natuurlijke monopolies. Onvoledonde dynaische efficientie dan wordt er te weinig geinnoveerd. Dan loop je achterstand op doordat er geen concurrentie is. Geen rede om te ontwikkelen dit is slecht. Marktfalen Goederen die de markt niet op pakt. (quasi-) Collectieve goederen zoals dijken. Externaliteiten zijn dingen als CO2 uitstoot. Zijn kosten die verbonden zijn met het maken van het product maar niet terug komt in de product prijs. Dit kan wel terug gebracht worden in de kosten. Ook huisprijs kan stijgen doordat de omgeving verbeterd. Overheidsfalen... Conclusie We zitten gevagnen tussen falende markten en overheden. Er blijft een bepaalde inefficientie.
6 HC 2 statische marktheorie deel 1 Statsiche marktheorie economische uitgangspunten die essentieel zijn om bepaalde resultaten ten halen in de markt Zijn aannames, je kunt hiermee zeggen hoe bepaalde mechanisme werken. Slide 3 Marktstructurr: leid tot bepaald gedrag van actoren : dit leidt tot gewenste of ongewenste gevolgen Slide 4 leren Structuur kenmerken Aanbieders en vragers Vvm: veel aanbieders en veel vragers (uitgangspunt) Concentratie graden BV) veel aanbieders welk marktdeel heeft de grootste onderneming BV)absolute en relatieve aanbieding Procut differentiatie: homogeen en heterogeen: homogeen geen verschil Heterogeen variatie binnen het product Hoe moeilijk is het om hiermee de markt op te gaan (toetreding/uittreding) (nemen we niet mee in de statische marktvorm) Kostenstructuur (komt later terug) Gedrag van de actoren: prijs beinvloed heoveel vraag er is Volume productie/afzet Strategisch gedrag Producenten willen maximale winst draiien Consumenten willen het maximale nut hebben. Heel belangrijk voor ze want zij geven geld uit Economische resultaten: Technische geen verspililng Allocatieve optimale inzet van productie factoren Dynamische dat er evenwicht is en ontstaat Bij vvm zijn deze optimaal
7 Markstructuren te begrijpen paar basis punten slide 8 Neoklassieke benadering Uitgangspunten Vraagfunctie afzetcurve Elasticiteit van de vraag en prijs is de interactie tussen beide (dq/q)/(dp/p) Elastische-inelastische vraag Kruisprijselasticiteit de vraag van A verandert als de vraag verandert van B Prijsafzet curve slide 13/14 Aanbod Langetermijn: Curves gemiddelde kosten slide 23 Het moment dat de raaklijn door de oorsprong de grafiek raakt is het moment dat de marginale kosten (kosten per eenheid) gelijk is aan de gemiddelde kosten. Dus dit is het ideale punt om tot te produceren. Want hierna zullen de GK omhoog gaan. Je maakt winst als de MarginaleKosten hoger is dan de GemiddeldeTotaleKosten en de GemiddeldeVariabeleKosten Economies of scop: zelfde soort producten produceren.
8 HC 3 statische markttheorie deel 2 VVM! Monopolie: Een aanbieder. Geen concurrentie dus kun je je eigen prijs bepalen. Prijs afzet curve: Winst is maximaal als de marginale kosten gelijk zijn aan de marginale opbrengst (nazoeken) Monopolistische concurrentie Veel aanbieders. Ze kunnen een beetje de prijs zetten maar er is wel concurrentie. Vraag lijn verschuifd naar links en rechts door toe-uittreding. (slide 23) 3 punten: is de prijs boven de marginale kosten? Goed voor de producent Wordt er op de minimale GK geproduceerd? Ja? goed Maak je winst? GK en prijs. Prijs moet hoger liggen dan de GK om winst te maken. Ontstaat vaak voor door product differentiatie. Oligopolie Slechts enkele aanbieders. Nogsteeds het structuur gedrag resultaat denkbeeld. Maakt het mogelijk om onderling afspraken te maken. (gecontroleerde of gecoördineerde prijsaanpassingen) Oligopolie zonder collusie Geen samenwerking. Gedrag van andere partijen wordt als gegeven verondersteld. Met veel verschillende strategieën met vele uitkomsten denkbaar. Speltheorie: Prisoners dilemma: vertrouwen, verklappen, eingevoordeel. VB wapenwedloop Nash:... Punten om op te concurreren (slide 25)
9 Cournot concurrentie: De hoeveelheid als strategische variabele. Dit kun je niet heel vaak of snel wijzigen.ontstaat een evenwicht waar de prijs groter is dan de MK. Bertrand: gaat om de prijs niet om de hoeveelheid. Want de productie kan meteen omhoog gebracht worden. (slide 32) samenvatting Cournot en Bertrand. Tentamen vraag Monopolisten situatie en vvm (belangrijke tegenovergestelde nog leren!!) Oligolistische markten met collusie Nu wel afspraken, geen volger-volger situatie. Nadelen: deadweight loss. Hoge prijzen. Weinig innovatie Voordeel: laag risico Kartels zijn redelijk stabiel. Risico is het free rider gedrag. Zijn omstandigheden die kartel vorming ondersteunen. Hoge concentratie graad. Hoogste marktaandeel in percentage. Frequentie interactie. Meerdere prisonrs dillemas. Omdat iets vaker gaat gebeuren leer je ervan. Factoren met stabilieit werken collusie in de hand. Liquide middelen. Geld achterhouden wat ervoor zorgt dat het moment van toetreding van een concurrent, he tmogelijk is de prijs onder markt prijs te zetten waardoor er tijdelijk verlies wordt geleden maar de nieuwe spelers wel weggeconcurreerd worden.
10 HC 5 een economisch perspectief op infrastucturen 1.Verschillende vormen infrastructuur :techinsche economisceh kant 2.Marktbeleid toepassen op infrastructuur Infrastructuur heeft meestal een lage rivaleit bij consumpite, met een hoge mogelijkheid tot uitsluiting. Elektriciteit lange keten van stappen om van generatie tot consumptie kan komen. Is een wisselwerking tussen producenten en leveranciers. Netwerkbeheerders, die zorgen voor de distributie, dragen verantwoordelijkheid. Moeten leidingen onderhouden, en zekerheid bieden dat ze de capaciteit hebben om de verandering in hoeveelheid op te vangen. Leveranciers hebben verantwoordelijkheid om de juiste hoeveelheid te leveren op de juiste momenten. Als ze verkeerd zitten (dus te weinig hebben ingekocht) dan moeten ze noodaankopen doen. Krijgen ze boeten voor van de netwerkbeheerder. Gas Productie onder hgoe druk naar grote klanten onder lage druk naar uiteindelijke klanten. Voor 50% in handen van de overheid, ook elektriciteit. Olie Olie vereist geen hoge inversteringen. Geen leidingen nodig kan via boot/trein/vrachtwagen. Is privaat gebleven. Komt doordat het lage sunkcosts heeft. In elektriciteit en gas zijn de sunkcosts hoger dus zijn die publiek gebleven. Het is ook goedkoper als het via 1 netwerk gaat. Water Wordt beheerd door provincie en gemeente. Is dus publiek, en blijft vrij regionaal. Communicatie en informatie Ontwikkeld heel snel. Haast niet bij te houden. Post Vroeger ptt nu verandert naar Post NL. Begon als publiek (PTT) daarna overgedragen aan private. Ze hebben een monopoly op brieven post. Pakketen kunnen niet door de brievenbus dus daar komen andere private bedrijven aan te pas. Telecom Een netwerk (heel duur, kabels etc) voor meerdere aanbieders om concurrentie te laten plaatsvinden. Zendmasten zijn relatief goedkoop dus daar krijg je concurrentie op die infrastructuur.
11 Spoor Vroeger meedere bedrijven op het spoor. Nu genationaliseerd. Is veel efficienter. Want dan legt niet iedereen zijn eigensporen heen en terug neer. Ook de trein regelingen zijn overzichterlijker en makelijker te reguleren als maar 1 systeem is. Luchtvaart Schiphol bv is privaat, maar meerdere publieke aandeelhouders. Tegenwoordig veel concurrentie door charter vluchten, rete goedkoop. Veel interconnecties tussen alden zorgt ook voor betere regulering. Vind in de luchtvaart al veel plaats maar bv in energie nog niet. Daar onstaat een soort file in de distributie. Als dit niet gebeurd komt er meer concurrentie en wordt het goedkoper. Afval... Definitie infrastructuren. Netwerk : waar verplaatsing van goederen plaats vind of waar transport diensten worden geconsumeerd. Economische aspect: hoge sunk costs. Verdeling publiek en privaat: een mengelmoes Marktstructuur: varieren
12 HC 6 infrastructuur regulering in theorie en praktijk 1 Herrinering : gas staal elektriciteit spoor etc. Goverannce monetary flow en commidity flow Economische kenmerken: Netwerkexternaliteiten : hoe meer mensen gebruik maken van het network hoe nuttiger het is - Stel je bent de enige met een telefoon, is waardeloos. (rest spreekt voorzich) Overheidsingrijpen bij marktonvolkomenheden Marktfalen en markt imperfecties Regulering Is het gebruik van overheidsmach tom de beslissingen van economische actoren te beinvloeden Betreft: marktstructuur Regels om gedrag te sturen Monitoring en eventueel straffen van gedrag...maar ook monitoring effect regels... Kost allemaal geld. Kan invloed hebben op marginale kosten of natuurlijk monopolie. Wordt gedaan door de overheid. Regulering controleert, en er zijn regulerings middelen om te sturen. 2 kernvragen Wanneer is regulering noodzakelijk? Hoe omgaan met natuurlik monopolie met hoge verzonken ksoten? Hoe kan de overheid welvaart verhogend ingrijpen? Vraag 1. Marktanalyse: wanneer is er sprake van een natuurlijk monopolie? PQ met GK curve die almaar dalend is (dalende deel van parabool) Er is sprake van natuurlijk monopolie als 1 bedrijf iets goedkoper kan dan meedere bedrijven. Natuurlijk monopolie is houdbaar als de monopolist niks hoeft te doen om de concurrent weg te krijgen, ze komen simpel weg niet of het is onmogelijk te overleven. Als er wel toetreding mogelijk is dan is deze markt betwistbaar maar als de monopolist actie moet ondernemen om de toetreder weg te krijgen is deze markt niet houdbaar. O1 en O2 waar ze elkaar snijden tot dat punt is het subadiviteit, betekent dat het effectiever is om alleen te produceren. Minimum O2 tot daar is het Economies of Scale.
13 Substituerbaarheid goed /dienst : de mogelijkheid voor een consument om te kiezen tussen 2 mogelijke natuurlijke monopolisten. Onder welke geografische/tijd/product voorwaarden is de markt en is er sprake van subbadiviteit of economisch of scale dan is er sprake van een natuurlijk monopolie. Ook sunk costs (toetredings barrieres) moeten in acht genomen worden. Wanneer reguleren? Post en telecom, zijn dit natuurlijke monopolies? Post? + sunk costs +subbadditiviteit ( op brieven post) + geen techonologische vernieuwingen Telecom? Neemt schijn van natuurlijk monopolie aan +sunk costs ( kabels/zendmasten) -concurrentie is mogelijk Wel of niet ingrijpen ligt vooral aan de substitueerbaarheid. Natuurlijk monopolie maar kun je bv overstappen op bus moet er dan nog ingegrepen worden? Vraag 2 Regulering van natuurlijk monopoliemet hgoe verzonken kosten Hoe stellen we de prijs vast voor de ddiensten op het netwerk? Balans tussen lage kosten voor lage prijzen consument maar niet te laag voor beheering van netwerk. Bij regulering wordt vaak gekozen voor second best option. Dit houd in het snijpunt tussen vraag en GK. Niet met MK dit betekent dat er verlies gemaakt wordt. Ook niet de monopolistische weg zodat deze maximale winst maakt, dit willen we juist verkomen. Regulering methodes: 1. Cost of service Prijs wordt bepaald op de gemaakte kosten in het verleden. Met de voorwardes dat er wordt voldaan aan een minimum level van qualiteit. Als tarieven te laag waren ingesteld kun je dit recht trekken in het jaar erop. Rate case proceedings Fase 1: hoe bepalen we de kosten? (zie slides) Fase 2: hoe bepalen we de prijzen? (zie slides) Door onderscheid te maken tussen consumenten kun je de hoeveelheid laten varieren waardoor het beter aansluit op de vraag.
14 Risico van regulering is deadweight loss, komt voort uit de moral hazard van een tekort aan prikkels om efficient te werk te gaan. (zie laatste slides voor extra uitleg en definities) Price cap regulation Zorgt net zoals in VVM dat er bespaard gaat worden op kosten om winst te maken.
15 HC 7 infrastructuur regulering in theorie en praktijk 2 Marktfalen Redenen : Collectieve goederen als een bepaald goed of dienst niet geleverd wordt. Regulering - toegang tot netwerk moet niet open zijn voor iedereen. Het is bv niet veilig als iedereen stroom gaat produceren. 2 kernvragen: Wanneer en hoe infrastructuur reguleren? Wanneer is regulering noodzakelijk? Welke middelen bestaan er en wat is hun effect? Hoe kan de overheid welvaart verhogend ingrijpen? Redenen tot ingrijpen: Operationele coordinatie eisen om de werking van het netwerk goed te houden moet worden gezorgd dat verschillende aanbieders elkaar niet in de weg gaan zitten. Milieu impact,ruimte gebruik: om vervuiling tegen te gaan door afval of uitstoot. Public service: wil je betalen dan moet je het ook kunnen krijgen. Economische betekenis: Externe kosten stel de externe kosten internaliseren. Moet de producent dit compenseren door de prijs te laten stijgen. Aanbod curve schuift naar links. -Stel de externe kosten zijn positief dan onderschat de consument het product eigenlijk. Dus dan ligt de vraag eigenlijk hoger en schuift de vraag lijn naar boven. Taken overheid: Allocatieve taak: correctie van marktonvolkomenheden; Korting voor oudere, tegemoetkomingen studenten (OV), kinderbijslag. OV positieve externaliteit. Als alle studenten bv geld moeten betalen voor reizen dan gaan er meer mensen in de stad wonen woning probleem Criteria voor ingrijpen: Inefficientie van overheid werd in het verleden betwist. Liberalisering zorgde voor beter indicatie prijs van product. ENERGIE: Betrouwbaarheid : (energy security) niet alles eerlijk verdeel over landen. Iedereen moet toegang krijgen dus misschien moet je importeren om te zorgen dat de leverng constant blijft. Betaalbaarheid: natuurlijk monopolie tegen te gaan en het eerlijk te houden.
16 Redenen tot ingrijpen bij energie: Verstandig omgaan met bronnen, om te zorgen dat het niet opraakt. Daar is beleid voor nodig. Dutch disease: na vondst gas, prijzen omhoog door inflatie. Maar andere sectoren konden hierdoor niet meer concurreren. Betrouwbaarheid:... Betaalbaarheid: Overheid kan meer producenten dan consumeten dwingen. Om te zorgen dat er vraag blijft voor he tnetwerk kan bijvorobeeld niet iedereen zelf energie gaan opwekken Milieu vriendelijkheid: Mogelijkheden tot ingrijpen bij een falende markt Verschil staatsbedrijf en publieke voorziening: Alleen staatsbedrijf maakt winst, gedraagd zich als een echt bedrijf. Publieke voorzieningen zijn diensten die direct voor de overheid werken. Informatie en overtuiging: zodat de consument meer kennis heeft waardoor de producent gedowningen wordt meer hun best te doen. Economische sturing: geeft speelruimte voor marktactoren binnen een bepaald raamwerk. Is een gebrek aan informatie dus gij kunt.. Command en control: heeft specifieke doelen die gesteld kunnen worden uit specifieke informatie. Daarom gij zult... Op zijn economisch betektn dit... Prijzen en volumes: Prijs hogere prijs prikkel, curve naar linkss en nieuw evenwicht. Effect prijselasticiteit: kan vlakker of steiler lopen. Dus de prijs kan harder of minder snel veranderen. Zijn er substituten: kunnen zo overschakelen naar een alternatief als de prijs stijgt. Moeilijk te wenselijke hoeveelheid vast te stellen. Volume stel er wordt een quotum gezet dan moet je weten wat dat volume is. Wat is nou precies nodig? Verdeling onder producenten en consumenten, wie mag leveren wie mag kopen. En kan het op een andere manier uitgevoerd worden dat het weer net wel mag. Maak je een fout, dan zal er een zwarte markt ontstaan. Daar zitten ook kosten aan verbonden. Zelfde principe maar andere effecten, baseert keuze van beleid op de effecten en situatie. Als er een minium of een maximum wordt getseld is er kans op een tekort of een surplus. Omdat niet op het evenwichts punt wordt geproduceert.
17 Belasting heffing: Zorgt voor een nieuwe ideale uitkomst want wordt opgeteld bij de prijs. Kans op ontstaan deadweight loss, afweging die gemaakt moet worden. Is het het waard? Consumeten belasting: vraagcurve gaat omhoog. Heffingen: heffingen geeft ruimte voor subsidies. Zorgt voor eerlijkere verdeling door subsidies en uitkeringen. Subsidies heeft ook het tegenovergestelde effect op vraag en aanbod als belasting heeft. Zo zorgt belasting voor stimulering op bepaalde vlakken. Kan zorgen voor oneerlijke concurrentie. Moeilijk te zeggen waar de innovering plaats gaat vinden, worden fouten gemaakt en geld verspilt. Subsidies kunnen ook gegeven worden daar waar het eigenlijk niet nodig was. Ze hadden het ook zonder subsidie gedaan, dus gratis winst. Steeds nieuw beleid is nadelig, doordat het op lange termijn niet stabiel is wat investeerders tegen kan houden.
Statische markttheorie. College 4, spm 1212
Statische markttheorie College 4, spm 1212 1 Statische Markttheorie: SCP of SGR Marktstructuur Gedrag actoren Economische resulaten 2 Secundaire structuurkenmerken (basic conditions)! Groei of krimp! Vraagconcentratie!
Nadere informatieOligopolistische markten. College 5, spm 1212
Oligopolistische markten College 5, spm 1212 1 Kenmerken! Uitgangspunt: SGR denkbeeld! Toetredingsbeperkingen! Heterogene of homogene producten! Informatieasymetrie! Veel vragers, weinig aanbieders! =>
Nadere informatieMarkt. Kenmerken van marktvormen:
1 1 1 Markt 1 3 5 7 9 1 1 1 1 1 hoeveelheid 1 3 5 7 9 Qv Qa nieuw Qa Qv nieuw p Kenmerken van marktvormen: Volkomen concurrentie: Veel aanbieders Homogeen product(mais) Vrije toetreding Alle kennis van
Nadere informatieEconomie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.
Module 3 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten: - De concrete
Nadere informatieEconomie Module 3 H1 & H2
Module 3 H1 & H2 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten:
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting
Samenva Economie Hoofdstuk 3/7 samenva Samenva door E. 2301 woorden 12 juli 2013 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 3/7 samenva HAVO 4 en 5 3.1 Markten Welke soorten markten
Nadere informatieConcrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel)
Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel) Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Vrije toe- uittreding Transparante
Nadere informatieDomein D: markt (module 3) havo 5
Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 2, 3, 4
Samenvatting Economie Module 2, 3, 4 Samenvatting door een scholier 2744 woorden 2 mei 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Basiskennis: Indexcijfers Indexcijfers zijn makkelijk
Nadere informatieWeek 5 rechtseconomie HC 9, , Onvolledige mededinging
Week 5 rechtseconomie HC 9, 5-03-2018, Onvolledige mededinging Marktfalen: Marktfalen kunnen ervoor zorgen dat markten niet goed werken. Je hebt marktfalen op verschillende gebieden binnen de economie.
Nadere informatieANTWOORDEN. Tentamen. Tentamen Spm1212 Economie & Bedrijf 19 januari Spm1212 Economie & Bedrijf. Woensdag 19 januari uur 17.
Spm1212 Economie & Bedrijf Tentamen ANTWOORDEN Woensdag 19 januari 2011 14.00 uur 17.00 uur Instructies: Dit tentamen bestaat uit zowel meerkeuze- als open vragen. Er zijn 20 meerkeuzevragen en 2 open
Nadere informatieSPM 1212: Economie en Bedrijf
SPM 1212: Economie en Bedrijf College 1 Van Economische stelsels, markten en bedrijven Modulemanager: Rolf Künneke Leerdoelen Basiskennis Markt- en Microeconomie Wordt uitgebreid in Economie van Infrastructuren
Nadere informatieDomein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.
1) Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 2) Noem 2 voorbeelden van vaste (=constante) kosten. 3) Geef de omschrijving van marginale kosten. 4) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 5) Hoe
Nadere informatie4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt:
Samenvatting door K. 1250 woorden 6 november 2012 4.9 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.2 - Markt: Het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product of dienst. Er zijn 4 marktsvormen:
Nadere informatieDomein D: markt (module 3) vwo 4
1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte en een concrete markt? 4. Over
Nadere informatieKatern 2 Markten en welvaart
Katern 2 Markten en welvaart Begrippen budgetlijn = deze lijn geeft de verschillende mogelijkheden van geld uitgeven voor een consument weer ceteris paribus vraaglijn = het verband tussen de prijs en de
Nadere informatieTentamen. Tentamen Spm1212 Economie & Bedrijf 19 januari 2011. Spm1212 Economie & Bedrijf. Naam:... Studentnummer:
Spm1212 Economie & Bedrijf Tentamen Woensdag 19 januari 2011 14.00 uur 17.00 uur Instructies: Dit tentamen bestaat uit zowel meerkeuze- als open vragen. Er zijn 20 meerkeuzevragen en 2 open vragen. De
Nadere informatieSamenvatting Economie Consument & Producent
Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting door een scholier 1097 woorden 3 april 2003 7,7 84 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT & PRODUCENT Hoofdstuk 1 de klant Marktaandeel afzet eigen
Nadere informatieSamenvatting Economie Consument en Producent
Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting door een scholier 1055 woorden 29 oktober 2004 6,1 60 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent. Hoofdstuk 1: De klant. Marktaandeel
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 13
Extra opgaven hoofdstuk 13 Opgave 1 Stel, dat een markt voor product X zich als volgt ontwikkelt. Aanvankelijk zijn er voor dit product veel aanbieders en veel vragers. Na verloop van tijd loopt de vraag
Nadere informatieProefexamen Inleiding tot de Algemene Economie november /7
Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. Dr. Jan Bouckaert Prof. Dr. André Van Poeck 15-19 november 2012 1. Welke uitspraak is fout? A. De curve van productiemogelijkheden illustreert het begrip
Nadere informatie7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet
Samenvatting door R. 1689 woorden 24 juni 2014 7,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De kledingmarkt Omzet = prijs x afzet Omzetindex = (prijsindex x afzetindex) : 100 Afzet = verkochte
Nadere informatieTentamen. Tentamen Spm1212 Economie & Bedrijf. Spm1212 Economie & Bedrijf. Naam:... Studentnummer: 1/14
Spm1212 Economie & Bedrijf Tentamen Instructies: Dit tentamen bestaat uit zowel meerkeuze- als open vragen. Er zijn 20 meerkeuzevragen en 2 open vragen. De meerkeuzevragen staan op pagina 1-6 van deze
Nadere informatieDomein D: Concept markt. Havo 5 Module 2 en 3
Domein D: Concept markt Havo 5 Module 2 en 3 Domein D: Concept markt Winst = omzet kosten TW = TO TK TO = 2000 TK = 1500 TW = 500 Omzet per product = gemiddelde omzet = prijs = GO TO = 2000 Als afzet is
Nadere informatieGrafieken Economie Hoofdstuk 7
Economie: Grafieken Hoofdstuk 7 1 Inhoud Grafieken Economie Hoofdstuk 7 door ieter Nobels ONDERNEMERSGEDRG BIJ OLKOMEN CONCURRENTIE... 3 GLOBL MRKTEENWICHT... 3 ERSCHUIINGEN N RG- EN NBODCURE (GLOBLE MRKT)...
Nadere informatieSamenvatting Economie Markt & Overheid
Samenvatting Economie Markt & Overheid Samenvatting door S. 1169 woorden 25 april 2017 7,6 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: De telefoniemarkt Markt van volledige concurrentie /
Nadere informatiesamenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt
samenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt De perfect werkende markt is een model dat beschrijft hoe markten het meest optimaal zouden functioneren. Bij het bestuderen van echte markten
Nadere informatieSamenvatting Economie Consument en producent
Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 3664 woorden 3 november 2008 6,4 5 keer beoordeeld Vak Economie Consument en Producent Samenvatting. Makkelijk: * Te doen: **
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Vervoer
Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting door een scholier 2145 woorden 11 januari 2011 6,8 358 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H 1 Marktaandeel van de afzet= afzet onderneming/afzet
Nadere informatieEco samenvatting; hs 2 + 5
Samenvatting door Inge 1413 woorden 12 januari 2014 7,5 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Eco samenvatting; hs 2 + 5 2.1 Hoe verkoop je een product? Martkaandeel is het aandeel van een product
Nadere informatieConcrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats.
Concrete markt: vragers, aanbieders, roduct o een beaalde laats. Abstracte markt: vraag en aanbod bealen de rijs (denkmodel) Volkomen concurrentie Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Transarante markt
Nadere informatieSamenvatting Economie Consument en producent
Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 2017 woorden 10 december 2004 7,4 24 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent H1 De klant 1.1 Het marktaandeel Het
Nadere informatieDomein markt: volkomen concurrentie
Domein markt: volkomen concurrentie De markt / het marktmechanisme Vraag-aanbodcurve evenwicht, surplus Elasticiteiten E v p, E v i, E v1 p2, E a p Een van de vele aanbieders Opbrengst Kosten Winst TW
Nadere informatieEvenwichtspri js MO WINST
Volkomen concurrentie Volledige mededinging Hoeveeldheidsaanpassing: prijs komt door Qa en Qv tot stand, individu heeft alleen invloed op de hoeveelheid die hij gaat produceren Veel vragers en veel aanbieders
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent
Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent Samenvatting door een scholier 2032 woorden 16 januari 2003 8,1 27 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent Hfst 1 De klant 1.1 het marktaandeel
Nadere informatie1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:
Competitieve markten van 6 COMPETITIEVE MARKTEN Marktvormen Welke verschilpunten stel je vast als je het aantal aanbieders en het aantal vragers vergelijkt op volgende markten? a/ Wisselmarkt b/ Markt
Nadere informatie1 Markt en marktvormen
1 Markt en marktvormen Wat is het verschil tussen een markt en een marktvorm? Markt= Concrete markt, plaats waar vragers en aanbieders van een bepaald goed elkaar ontmoeten en transacties afsluiten Marktvorm
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt
Ondernemingsvormen Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt De eenmanszaak = een onderneming met één eigenaar. De vennootschap onder firma (VOF) = een onderneming waarbij enkele mensen
Nadere informatieConcrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel)
Concrete markt: vragers, aanbieders, roduct o een beaalde laats. Abstracte markt: vraag en aanbod bealen de rijs (denkmodel) Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Volkomen concurrentie vwo 5 herhaling
Nadere informatieHoofdstuk 8: Volmaakte mededinging
Economie, een Inleiding Hoofdstuk 8: Volmaakte mededinging 1 Volmaakte mededinging - Inhoudstafel 1. Kenmerken van de competitieve marktvorm 2. Individueel aanbod van de competitieve onderneming 3. Het
Nadere informatieDomein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! UITWERKINGEN vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? q= 6 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 2
Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting door S. 1008 woorden 3 januari 2013 6,7 62 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Praktische economie Module 2 Economie Module 2 Eenmaal, andermaal,verkocht
Nadere informatieEconomie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie
3.1 Wat zijn de kosten? Toegevoegde = extra waarde die ontstaat door de bewerking van een product waarde Toegevoegde waarde = verkoopwaarde inkoopwaarde Productiefactoren = productiemiddelen die een producent
Nadere informatieSamenvatting Economie Consument en producent
Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 2397 woorden 9 januari 2011 5,1 1 keer beoordeeld Vak Economie 1.1 Het marktaandeel Het marktaandeel van een merk geeft aan wat
Nadere informatieDomein D markt. Opgaven. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! Opgaven vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn van
Nadere informatied. Marktcorrectiemotief. d. Beide stellingen zijn onjuist c. Alleen stelling II is juist a. parallellisatie c. Monopolistische concurrentie ;
1.Een onderneming besluit een andere overneming over te nemen, omdat zij gelooft dat door verbeteringen in het management van de over te nemen onderneming een hogere winst kan worden bereikt. Deze reden
Nadere informatieTentamen ANTWOORDEN. Tentamen Spm1212 Economie & Bedrijf. Spm1212 Economie & Bedrijf. Naam:... Studentnummer: 1/14
Spm1212 Economie & Bedrijf Tentamen ANTWOORDEN Instructies: Dit tentamen bestaat uit zowel meerkeuze- als open vragen. Er zijn 20 meerkeuzevragen en 2 open vragen. De meerkeuzevragen staan op pagina 1-6
Nadere informatieDomein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische
1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische productiefactoren. 3) Hoe ontwikkelt de gemiddelde arbeidsproductiviteit als
Nadere informatieEconomie Module 2 & Module 3 H1
Economie Module 2 & Module 3 H1 Module 2 1.1 De individuele vraag Individuele vraaglijn kent een dalend verloop: als de prijs daalt, stijgt als gevolg daarvan de gevraagde hoeveelheid. Men wil voor 1 appel
Nadere informatieLESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3
LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer
Nadere informatieHoofdstuk 8. De kosten van belastingen
Hoofdstuk 8 De kosten van belastingen Inleiding In dit hoofdstuk gebruiken we de concepten van vraag en aanbod om de effecten van diverse vormen van overheidsbeleid te analyseren. Tegelijk wordt iets gezegd
Nadere informatieOefeningen Producentengedrag
Oefeningen Producentengedrag Oefening 1: Bij een productie van 10.000 eenheden bedragen de totale kosten van een bedrijf 90.000 EUR. Bij een productie van 12.500 bedragen de totale kosten 96.000 EUR. De
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting door S. 946 woorden 2 april 2017 8,1 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vraag naar producten Kernbegrippen 1) Individuele vraaglijn 2) Betalingsbereidheid
Nadere informatieDe antwoorden tussen haakjes zijn de antwoorden die wij VERMOEDEN die juist zijn.
Examenvragen economie 12 juni 2002. De antwoorden tussen haakjes zijn de antwoorden die wij VERMOEDEN die juist zijn. --------------------------------------------------------------------------------- 1)
Nadere informatieKruislingse prijselasticiteit Complementair aanvullend (negatief) Substituut vervangend (positief)
Prijs Ev = %Δq / %Δ Ev = Geen reactie volkomen rijsinelastisch Ev tussen en -1 Een beetje inelastisch (rimaire, normale goederen) Ev onder de -1 Veel elastisch (luxe goed) Toeassing inelastisch P stijgt
Nadere informatieSamenvatting Economie Vervoer
Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting door S. 1607 woorden 25 april 2017 5,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 2 : Met de taxi of met de fiets Afzet onderneming Markt Afzet= ------------------------------------
Nadere informatie1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie
1 Aanbodfunctie 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie Het verband tussen prijs een aangeboden hoeveelheid kun je weergeven met een vergelijking: de aanbodfunctie. De jaarlijkse waardevermindering
Nadere informatieMarketing leidt tot onvolkomen markten, doordat er meer verkocht word dan normaal.
Samenvatting door K. 782 woorden 20 maart 2013 6,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Economie h14 Marketing leidt tot onvolkomen markten, doordat er meer verkocht word dan normaal.
Nadere informatieMARKT & OVERHEID. HAVO 4 Blok 4
MARKT & OVERHEID HAVO 4 Blok 4 INHOUD Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 4: Hoofdstuk 5: Hoofdstuk 6: Hoofdstuk 7: De telefoniemarkt Van volledige mededinging naar monopolie Oligopolie en
Nadere informatieHoofdstuk 7: Productie en Kosten
Economie, een Inleiding Hoofdstuk 7: Productie en Kosten 1 Productie en Kosten Constructie van kostenfunctie Resultaat van optimale keuze van productiefactoren gegeven prijzen gegeven te produceren output
Nadere informatieConstante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten.
Samenvatting door D. 1289 woorden 4 oktober 2015 3,5 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 - STEEDS MEER MOBILITEIT 1 - Hoe verplaatsen we ons? Manieren van vervoeren: Fiets - Scooter - Auto - Bus
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 12
Extra opgaven hoofdstuk 12 Opgave 1 In dit hoofdstuk wordt gewerkt met een strakke definitie van het begrip marktvorm, waarna verschillende marktvormen zijn ingedeeld aan de hand van twee criteria. a.
Nadere informatieUIT prijsdiscriminatie
Marktmacht. Aanbieders op een niet perfect werkende marktvorm, zoals monopolistische concurrentie, oligopolie en monopolie, hebben marktmacht. Hoe groter de invloed van de aanbieder op de prijs, hoe hoger
Nadere informatiePrijsvorming bij monopolie
Prijsvorming bij monopolie Wanneer we naar het evenwicht van de monopolist op zoek gaan, gaan we op zoek naar die afzet en die prijs waar de monopolist een maximale winst bereikt (of minimaal verlies).
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /06
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Het begrip markt is niet eenduidig; er zijn verschillende markten, waaronder: F concrete markt F abstracte
Nadere informatieH3 Hoe werken markten
H3 Hoe werken markten 3.1 Markten marktmechanisme Organisatie door Marktmechanisme Vragers en aanbieders met eigen belang Aanbieders passen aan aan vragers. Soorten markten één, enkele of veel aanbieders
Nadere informatieI. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.
1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de
Nadere informatieOefeningen op monopolie
Oefeningen op monopolie Oefening : De NV Imolex brengt als enige onderneming het product Mico op de markt. Met de op korte termijn gegeven productiecapaciteit kunnen maximaal 5.000 eenheden per maand worden
Nadere informatieEXAMENVRAGEN Bedrijfseconomie Januari 2018
EXAMENVRAGEN Bedrijfseconomie Januari 2018 (het examen bestaat uit 25 multiplechoice-vragen, u start op -5 en er is geen giscorrectie. De nadruk ligt op redeneren en economische mechanismes. ) 1) 1e wet
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI 2015 14.45 UUR 16.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene Economie 22 juni 2015 B / 11 2015 NGO - ENS B / 11 Opgave 1 (21 punten) Vraag
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5 Samenvatting door een scholier 1527 woorden 30 maart 2012, 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 4.1 De markt als organisator: De bevoorrading van bijvoorbeeld
Nadere informatieHet gevoel van welvaart neemt toe naarmate de schaarste wordt teruggedrongen
Samenvatting door A. 1641 woorden 27 januari 2013 7,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 1 Schaarste: de spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen om in
Nadere informatieWeek 7 rechtseconomie HC 13, , Economische analyse van regulering
Week 7 rechtseconomie HC 13, 19-03-2018, Economische analyse van regulering Public interest benadering: Het kan bij een economische analyse zowel om een publieke als een private regulering gaan. Regulering
Nadere informatieSamenvatting Economie Module1, H2 en H3
Samenvatting Economie Module1, H2 en H3 Samenvatting door een scholier 1851 woorden 28 maart 2006 2 2 keer beoordeeld Vak Economie Module 1, Hoofdstuk 2, Consumeren 1. Hoe consumenten in hun behoeften
Nadere informatieBedrijfseconomische basisbeginselen. College 3, spm 1212
Bedrijfseconomische basisbeginselen College 3, spm 1212 Overzicht Kostenbegrippen Kostprijscalculatie en verbijzondering Kosten en industriële organisatie Waarom aandacht voor kosten? Belangrijk criterium
Nadere informatieLesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk
Hoofdstuk 1 1.6 C Markten 1.7 a. De prijzen zijn gestegen. Bij een gelijk volume (= afzet) leidt dit tot een omzetgroei. b. Indexcijfer volume (afzet): 105, indexcijfer prijs: 97,1. 97,1 105 = 101,96.
Nadere informatieUIT speltheorie HV
Speltheorie. Wat is de speltheorie (gametheorie). De speltheorie bekijkt (economische) situaties in de echte wereld waarbij twee partijen met elkaar verbonden zijn, via hun acties. Als de ene partij een
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 14
Extra opgaven hoofdstuk 14 Opgave 1 In onderstaand figuur zijn de afzet en de kosten van een autoproducent afgebeeld. De afzetcurve en de marginale-opbrenstcurve zijn respectievelijk de curven CDE en CFGH.
Nadere informatieHoofdstuk 9: Monopolie
Economie, een Inleiding Hoofdstuk 9: Monopolie 1 Monopolie Vorig hoofdstuk: perfecte mededinging Agenten: prijsnemers Vraag- en aanbodzijde Dit hoofdstuk: monopolie Aanbodzijde Eén aanbieder Prijszetter
Nadere informatieT3: Niet-competitieve en onvolkomen competitieve markten
Onvolkomen competitieve markten - 1 van 5 T3: Niet-competitieve en onvolkomen competitieve markten 1. Monopolie 1/ Wanneer spreken we van een monopolie? 2/ Geef enkel voorbeelden van ondernemingen met
Nadere informatieDeeltoets micro-economie propedeuse
Deeltoets micro-economie propedeuse 20 november 2012 Versie 1 ü Deze toets bestaat uit 14 meerkeuzevragen. ü Op het antwoordformulier dient steeds - met potlood - het correcte antwoord te worden aangestreept.
Nadere informatieDit is het overzicht van de studiestof van het vak Grondslagen Micro-Economie. Het betreft hier een overzicht van de verplichte literatuur.
Voorwoord Dit is het overzicht van de studiestof van het vak Grondslagen Micro-Economie. Het betreft hier een overzicht van de verplichte literatuur. Dit overzicht is geschreven naar eigen inzicht van
Nadere informatieA ; B ; C ; D Géén van de alternatieven A, B en C is CORRECT.
Vraag 1 De vraagcurve voor herenoverhemden met een zuurstokdesign luidt Q d = 200 P. De aanbodcurve voor herenoverhemden met een zuurstokdesign luidt Q s = 2*P 40. Stel dat de overheid de totale omzet
Nadere informatieWat is het juiste antwoord? Of welk woord hoort in welke kolom? 2 Monopolistische. concurrentie. Zowel volkomen als volkomen concurrentie
Extra opdrachten 1. Wat is het juiste antwoord? Of welk woord hoort in welke kolom? Soort 1 Volledige mededinging 2 Monopolistische Zowel volkomen als volkomen 3 Oligopolie (duopolie) Geen 4 Monopolist
Nadere informatieSamenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19
Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19 Samenvatting door een scholier 1806 woorden 8 april 2003 6,5 29 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie, Thema 4, Hoofdstuk 17, 18 en 19.
Nadere informatieEen product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.
Samenvatting door G. 1151 woorden 21 januari 2015 7,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie voor jou Paragraaf 3: 3.1: Produceren: is het maken van goederen of het leveren van diensten. Een product
Nadere informatieLesbrief Markt en Overheid 2 e druk
Hoofdstuk 1. 1.15 1.16 1.17 1.18 D C B B De telefoniemarkt 1.19 a. TO = 2q. b. TK = 1,50q + 75.000. c. TO = TK 2q = 1,50q + 75.000 0,50q = 75.000. De break-evenafzet is 75.000/0,5 = 150.000 pennen. d.
Nadere informatieColhaize Goede service Lage prijs Goede service (A,8) (6,B) Lage prijs (8,C) (D,5)
raag O de markt voor levensmiddelen zijn twee bedrijven actief, Delruyt en Colhaize. Om otentiële klanten te overtuigen om voor hun winkel te kiezen, kunnen beide bedrijven voor twee strategieën oteren.
Nadere informatieauteursrechtelijk beschermd materiaal
OPLOSSINGEN OEFENINGEN Hoofdstuk 9 Open vragen OEFENING 1 a) Aantal Prijs Totale ontvangst Marginale ontvangst 1 9 9 9 2 8 16 7 3 7 21 5 4 6 24 3 5 5 25 1 6 4 24-1 7 3 21-3 8 2 16-5 9 1 9-7 10 0 0-9 b)
Nadere informatieUIT externe effecten
Externe effecten van de productie. Als bedrijven produceren is er vaak sprake van bijkomende effecten die niet in de prijs van het product zijn opgenomen. Als een bedrijf auto s produceert dan put het
Nadere informatieDe kleine Economie voor Dummies. Sean Masaki Flynn, PhD
De kleine Economie voor Dummies Sean Masaki Flynn, PhD Amersfoort, 2016 Inhoud Inleiding.............................................................. 9 Hoofdstuk 1: Wat is economie, en wat heb jij ermee
Nadere informatieSamenvatting Economie Micro-economie
Samenvatting Economie Micro-economie Samenvatting door een scholier 3691 woorden 31 mei 2011 8,2 37 keer beoordeeld Vak Economie Micro-economie HOOFDSTUK 2 HET DICTAAT VAN DE MARKT (VOLKOMEN CONCURRENTIE)
Nadere informatieSamenvatting Economie Consument en producent
Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 2499 woorden 17 mei 2004 6,6 64 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT EN PRODUCENT Hoofdstuk 1 De klant Een marktaandeel geeft
Nadere informatieGeeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.
Boekverslag door M. 988 woorden 11 oktober 2015 9.3 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 2 Betalingsbereidheid: Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.
Nadere informatieLiteratuur: Onderneming en omgeving. Docent: Jan Coppens
Literatuur: Onderneming en omgeving Docent: Jan Coppens Algemene economie Economie in combinatie met de maatschappij. Er wordt onderzocht hoe er met beperkte middelen keuzes worden gemaakt uit oneindige
Nadere informatieHet Vijfkrachtenmodel van Porter
Het Vijfkrachtenmodel van Porter (een concurrentieanalyse en de mate van concurrentie binnen een bedrijfstak) 1 Het Vijfkrachtenmodel van Porter Het vijfkrachtenmodel is een strategisch model wat de aantrekkelijkheid
Nadere informatieECONOMIE VAN NETWERKSECTOREN
ECONOMIE VAN NETWERKSECTOREN Eric van Damme Tilburg University 4 september 2018 Toekomst op de Rails 1 OPBOUW VAN DE PRESENTATIE Wat zijn netwerksectoren? Beleid, economische eigenschappen Wat maakt ze
Nadere informatie1ste bach PSW. Economie. 1ste semester (H1 - H6) uickprinter Koningstraat Antwerpen B13 6,00
1ste bach PSW Economie 1ste semester (H1 - H6) Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R B13 6,00 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Algemene economie Volledige
Nadere informatieDebat: Nationalisering of privatisering?
Debat: Nationalisering of privatisering? Korte omschrijving werkvorm: Uw leerlingen leren wat een collectieve voorziening is. Doorgaans worden collectieve voorzieningen in Nederland door de overheid gefinancierd,
Nadere informatieCommerciële calculaties
Commerciële calculaties Het programma van vandaag: 11 april 2017 Commerciële calculaties (hoofdstuk 3 en hoofdstuk 7) Bijzondere aandacht voor: Prijselasticiteit en Yieldmanagement slides komen op www.jooplengkeek.nl
Nadere informatie