Hoofdstuk 12 Werken met sjablonen

Transcriptie

1 Inleidende gids Hoofdstuk 12 Werken met sjablonen OpenOffice.org

2 Auteursrecht Op dit document is het auteursrecht 2005 van toepassing. De medewerkers aan dit document staan vermeld in de hieronder weergegeven paragraaf Auteurs. U mag het verspreiden zolang u zich houdt aan de voorwaarden van ofwel de GNU General Public License versie 2 of later ( óf de Creative Commons Attribution License, versie 2.5 of later ( Alle handelsmerken vermeld in deze gids behoren toe aan hun rechtmatige eigenaren. Auteurs Catherine Waterman Paul Miller Alan Madden Jean Hollis Weber Chris Bonde Agnes Belzunce Vertaling Aan deze Nederlandse vertaling werkten mee: Dick Groskamp en Henk van der Burg Reacties De oorspronkelijke auteurs van de Engelstalige handleiding kunnen via de mailinglijst van OOoAuthors (authors@user-faq.openoffice.org) bereikt worden. Het is wel aan te raden om eerst in te schrijven op de mailinglijst van OOoAuthors en dat kan via authorssubscribe@user-faq.openoffice.org Heeft u op of aanmerkingen over de Nederlandstalige vertalingen dan kunt u terecht op de mailinglijst: documentatie@nl.openoffice.org. Publicatiedatum en softwareversie Gepubliceerd op 5 april Gebaseerd op OpenOffice.org 2.1. Vertaald in december 2006 U kunt een bewerkbare versie van dit document downloaden van hoofdstukken -Inleidende gids/

3 Inhoud Inhoud Auteursrecht...i Auteurs...i Reacties...i Publicatiedatum en softwareversie...i Vertaling...i Wat is een sjabloon?...1 Een sjabloon gebruiken om een document te maken...1 Een sjabloon maken...2 Een sjabloon maken van een document...2 Een sjabloon maken met een Assistent...3 Een sjabloon bewerken...5 Een standaardsjabloon instellen...6 Een eigen sjabloon instellen als de standaard...6 Herstellen van OOo s Standaardsjabloon als standaardsjabloon...7 Sjablonen beheren...7 Een sjabloonmap maken...7 Een sjabloonmap verwijderen...8 Een sjabloon verplaatsen...8 Een sjabloon verwijderen...8 Importeren van een sjabloon...8 Exporteren van een sjabloon...9 Werken met sjablonen i

4

5 Wat is een sjabloon? Wat is een sjabloon? Een sjabloon is een model dat u gebruikt om andere documenten te maken. U kunt bijvoorbeeld een sjabloon maken voor zakelijke rapporten dat het logo van uw bedrijf op de eerste pagina heeft. Nieuwe documenten die met dit sjabloon gemaakt worden hebben allemaal dat logo op de eerste pagina. Sjablonen kunnen alles bevatten wat gewone documenten ook kunnen hebben, zoals tekst, afbeeldingen, een set opmaakprofielen en gebruikerspecifieke informatie zoals maateenheden, taal, de standaardprinter, werkbalk- en menu-aanpassingen. Alle documenten in OpenOffice.org (OOo) zijn gebaseerd op sjablonen. U kunt een specifiek sjabloon maken voor elk documenttype (tekst, werkblad, tekening, presentatie). Als u geen sjabloon specificeert wanneer u een nieuw document begint, dan wordt het document gebaseerd op de standaardsjabloon voor dat type document. Als u geen standaardsjabloon hebt gespecificeerd, gebruikt OOo de blanco sjabloon dat is geïnstalleerd in OOo voor dat type document. Zie Een standaardsjabloon instellen op pagina 6 voor meer informatie. Dit hoofdstuk toont u hoe: u een sjabloon gebruikt om een document te maken. u een sjabloon maakt. u een sjabloon bewerkt. u een standaardsjabloon instelt. u sjablonen beheert. Een sjabloon gebruiken om een document te maken Een sjabloon gebruiken om een document te maken: 1) Kies Bestand > Nieuw > Sjablonen en documenten uit het hoofdmenu. Het venster Sjablonen en documenten opent zich. (Zie Afbeelding 1.) 2) Klik op het pictogram Sjablonen in het vak links, als dat nog niet geselecteerd is. Een mappenlijst met sjablonen verschijnt in het vak in het midden. 2) Dubbel-klik op de map die de sjabloon bevat dat u wilt gebruiken. Een lijst van alle sjablonen in die map verschijnt in het middelste vak. 3) Klik op de sjabloon die u wilt gebruiken. U kunt een voorbeeld van de geselecteerde sjabloon bekijken of de eigenschappen van dat sjabloon: Klik op het pictogram Voorbeeld om een voorbeeld van de sjabloon te bekijken. (Voor de plaats van het pictogram Voorbeeld, zie Afbeelding 1.) Een voorbeeld van de sjabloon verschijnt in het rechter vak. Werken met sjablonen 1

6 Een sjabloon gebruiken om een document te maken Klik op het pictogram Documenteigenschappen om de eigenschappen van de sjabloon te bekijken. ( Voor de plaats van het pictogram Documenteigenschappen, zie Afbeelding 1.) De eigenschappen van de sjabloon verschijnen in het rechter vak. 5) Klik op Openen. Het venster Sjablonen en documenten sluit en een nieuw document, gebaseerd op de geselecteerde sjabloon, opent in OOo. U kunt dan het nieuwe document bewerken en bewaren, net zoals u met enig ander document kunt doen. Afbeelding 1. Venster Sjablonen en documenten Een sjabloon maken U kunt op twee manieren uw eigen sjablonen maken: van een document. met behulp van de Assistent. Een sjabloon maken van een document Een sjabloon maken van een document: 1) Open een nieuw of bestaand document van het type waarvan u een sjabloon wilt maken (tekstdocument, werkblad, tekening, presentatie). 2) Voeg de inhoud en opmaakprofielen in die u wilt gebruiken. 3) Kies Bestand > Sjablonen > Opslaan uit het hoofdmenu. Het venster Sjablonen opent zich (zie Afbeelding 2). Werken met sjablonen 2

7 Een sjabloon maken 4) Voer een naam in voor de nieuwe sjabloon in het veld Nieuwe sjabloon. 5) Klik op de categorie waaraan u de sjabloon wilt toewijzen in het vak Categorieën. (De categorie is eenvoudigweg de map waarin u de sjabloon wilt opslaan. Klik bijvoorbeeld op de categorie Mijn sjablonen om de sjabloon op te slaan in de map Mijn sjablonen.) Kijk in Sjablonen beheren op pagina 7 om meer te leren over sjabloonmappen. 6) Klik op de knop OK. OOo slaat de nieuwe sjabloon op en het venster Sjablonen sluit. OOo 1.x gebruikte eerder de map Standaard in plaats van de nieuwe map Mijn sjablonen. Afbeelding 2. Een nieuwe sjabloon opslaan Elke instelling die kan worden toegevoegd aan of gewijzigd in een document kan worden opgeslagen in een sjabloon. Bijvoorbeeld: hieronder staan enkele instellingen (hoewel niet uitgebreid) die kunnen worden opgenomen in een Writerdocument en dan worden opgeslagen als een sjabloon voor later gebruik: Printerinstellingen: welke printer, enkelzijdig /dubbelzijdig, papierafmeting, etc. Te gebruiken opmaakprofielen, inclusief teken-, pagina-, frame-, nummering- en alinea-opmaakprofielen. Opmaak en instellingen met betrekking tot indexen, tabellen, bibliografieën, inhoudsopgaven. Een sjabloon maken met een Assistent U kunt een Assistent gebruiken om sjablonen van onderstaande typen te maken: Brief Fax Agenda Werken met sjablonen 3

8 Een sjabloon maken Presentatie Webpagina De Assistent Fax, bijvoorbeeld, leidt u door de volgende keuzes: Type fax (zakelijk of persoonlijk) Documentelementen zoals de datum, onderwerpregel (zakelijke fax), aanhef en afsluiting Opties voor afzender- en ontvangerinformatie (zakelijke fax) Tekst die moet worden opgenomen in de voettekst (zakelijke fax) Een sjabloon maken met een Assistent: 1) Kies Bestand > Assistenten > type van het gewenste sjabloon (Afbeelding 3) uit het hoofdmenu. Afbeelding 3. Een sjabloon maken met een Assistent 2) Volg de instructies op de pagina's van de assistent. Dit proces verschilt licht voor elk type sjabloon, maar de opmaak is vaak gelijk. 3) In het laatste deel van de assistent, zou de sjabloon moeten worden opgeslagen. De standaardlocatie is uw gebruikers-sjabloonmap, maar u kunt een andere locatie kiezen als u dat verkiest. 4) Tenslotte heeft u de optie om direct een nieuw document te maken van uw sjabloon of handmatig de sjabloon te wijzigen. Voor toekomstige documenten kunt u de door de assistent gemaakte sjabloon opnieuw gebruiken, net zoals u andere sjablonen zou gebruiken. Werken met sjablonen 4

9 Een sjabloon bewerken Een sjabloon bewerken U kunt de inhoud en opmaakprofielen van een sjabloon bewerken en dan, als u dat wilt, kunt u de opmaakprofielen van de sjabloon opnieuw toepassen op de documenten die op basis van dat sjabloon werden gemaakt. (Merk op dat u alleen opmaakprofielen opnieuw kunt toepassen. Inhoud kan niet opnieuw worden toegepast.) Een sjabloon bewerken: 1) Kies Bestand > Sjablonen > Beheren uit het hoofdmenu. Het venster Sjablonen beheren opent zich. (Zie Afbeelding 4.) Afbeelding 4. Venster Sjablonen beheren 2) In het vak links, dubbelklik op de map die de sjabloon bevat die u wilt bewerken. Een lijst van alle in die map opgenomen sjablonen verschijnt onder de mapnaam. 3) Klik op de sjabloon dat u wilt bewerken. 4) Klik op de knop Opdrachten. 5) Kies Bewerken uit het keuzelijstmenu. Het venster Sjablonen beheren sluit en de geselecteerde sjabloon wordt geopend. 6) Bewerk de sjabloon net zoals u met een gewoon document zou doen. Kies Bestand > Opslaan uit het hoofdmenu om uw wijzigingen op te slaan. De volgende keer dat u een document opent dat was gemaakt met behulp van de gewijzigde sjabloon, verschijnt het volgende bericht. Afbeelding 5. Bericht Huidige opmaakprofielen toepassen Werken met sjablonen 5

10 Een sjabloon bewerken Klik op de knop Ja om de gewijzigde opmaakprofielen van de sjabloon toe te passen op het document. Klik op de knop Nee als u de gewijzigde sjabloon-opmaakprofielen niet wilt toepassen op het document. Welke optie u ook kiest, het vak met het bericht sluit zich en het document opent in OOo. Opmerking Automatisch bijwerken van een sjabloon werkt niet in OOo Dit is een bekende bug, die zal zijn verholpen in in Om het bijwerken van bestanden die gemaakt werden in OOo toch mogelijk te maken: 1) Gebruik Extra > Macro's > Macro's beheren > OpenOffice.org Basic. Selecteer het document uit de lijst, klik op de +, en selecteer Standard. Als naast Standard een + staat, klik daar op en selecteer een module. 2) Geef de macro een naam. U zou die bijvoorbeeld HerstelDocument kunnen noemen. Klik op de knop Bewerken als die actief is. Klik op Nieuw als de knop Bewerken niet actief is, type een modulenaam in in het dialoogvenster dat tevoorschijn komt, en klik op de knop OK. 3) Voer het volgende in het venster van Basic in : Sub HerstelDocument TemplateName = ThisComponent.DocumentInfo.Template if TemplateName <> "" then ThisComponent.DocumentInfo.Template = TemplateName end if End Sub 4) Klik op het pictogram BASIC uitvoeren en sluit dan het venster van Basic. 5) Sla het document op. Als u een volgende keer dit document opent zult u de mogelijkheid om de sjabloon bij te werken terug hebben. Een standaardsjabloon instellen Indien u een document maakt door te kiezen voor Bestand > Nieuw > Tekstdocument (of Werkblad, Presentatie, of Tekening) uit het hoofdmenu, maakt OOo dat document uit de Standaardsjabloon voor dat documenttype. U kunt echter een eigen sjabloon instellen als standaardsjabloon. U kunt later de standaard herstellen als u dat wilt. Een eigen sjabloon instellen als de standaard U kunt elk sjabloon instellen als standaardsjabloon, als het maar in één van de mappen staat die wordt weergegeven in het venster Sjablonen beheren. Volg één van onderstaande manieren om een sjabloon op te slaan in één van die mappen: Maak de sjabloon zoals beschreven in Een sjabloon maken op pagina 2. Importeer de sjabloon in de gewenste map zoals beschreven in Importeren van een sjabloon op pagina 8. Instellen van een eigen sjabloon als standaardsjabloon: Werken met sjablonen 6

11 Een standaardsjabloon instellen 1) Kies Bestand > Sjablonen > Beheren uit het hoofdmenu. Het venster Sjablonen beheren opent zich (Afbeelding 4). 2) In het vak links, dubbelklik op de map waarin de sjabloon staat dat u wilt instellen als de standaardsjabloon. 3) Klik op de sjabloon dat u wilt instellen als de standaardsjabloon. 4) Klik op de knop Opdrachten. 5) Kies Als standaardsjabloon instellen uit het keuzelijstmenu. De volgende keer dat u een document wilt maken door Bestand > Nieuw te kiezen, zal het document worden gemaakt uit dit sjabloon. Herstellen van OOo s Standaardsjabloon als standaardsjabloon Herstellen van OOo s Standaardsjabloon als standaardsjabloon: 1) Kies Bestand > Sjablonen > Beheren uit het hoofdmenu. Het venster Sjablonen beheren opent zich (Afbeelding 4). 2) Klik op een willekeurige map in het linkervak. 3) Klik op de knop Opdrachten. 4) Kies Standaardsjabloon herstellen uit het keuzelijstmenu. De volgende keer dat u een document wilt maken door Bestand > Nieuw te kiezen, zal het document worden gemaakt uit het standaardsjabloon van OOo voor dat documenttype. Sjablonen beheren OOo kan alleen sjablonen gebruiken die in sjabloonmappen van OOo staan. U kunt echter nieuwe OOo sjabloonmappen maken en die gebruiken om uw sjablonen te beheren. U kunt bijvoorbeeld een sjabloonmap hebben voor sjablonen van rapporten en een andere voor sjablonen van brieven. U kunt ook sjablonen importeren en exporteren. Kies om te beginnen Bestand > Sjablonen > Beheren uit het hoofdmenu. Het venster Sjablonen beheren opent zich (Afbeelding 4). Een sjabloonmap maken Een sjabloonmap maken: 1) Klik op een willekeurige map in het venster Sjablonen beheren. 2) Klik op de knop Opdrachten. 3) Kies Nieuw uit het keuzelijstmenu. Er verschijnt een nieuwe map, genaamd naamloos. 4) Voer een naam in voor de nieuwe map, en druk dan op de Enter-toets. OOo slaat de map op met de naam die u heeft ingevoerd. 5) Klik op de knop Sluiten om het venster Sjablonen beheren te sluiten. Werken met sjablonen 7

12 Sjablonen beheren Een sjabloonmap verwijderen Een sjabloonmap verwijderen: 1) Klik op de map die u wilt verwijderen in het venster Sjablonen beheren. 2) Klik op de knop Opdrachten. 3) Kies Verwijderen uit het keuzelijstmenu. Een dialoogvenster verschijnt en vraagt u om het verwijderen te bevestigen. 4) Klik op de knop Ja. Het dialoogvenster sluit en de geselecteerde map is verwijderd. Een sjabloon verplaatsen Verplaatsen van een sjabloon van de ene sjabloonmap naar een andere: 1) Dubbelklik op de map waarin de sjabloon staat dat u wilt verplaatsen in het venster Sjablonen beheren. Een lijst van alle sjablonen in die map verschijnt onder de mapnaam. 2) Klik op de sjabloon dat u wilt verplaatsen en sleep dat naar de gewenste map. Een sjabloon verwijderen Verwijderen van een sjabloon: 1) Dubbelklik op de map waarin de sjabloon staat die u wilt verwijderen in het venster Sjablonen beheren. Een lijst van alle sjablonen in die map verschijnt onder de mapnaam. 2) Klik op de sjabloon die u wilt verwijderen. 3) Klik op de knop Opdrachten. 4) Kies Verwijderen uit het keuzelijstmenu. Een dialoogvenster verschijnt en vraagt u om het verwijderen te bevestigen. 5) Klik op de knop Ja. Het dialoogvenster sluit en de geselecteerde sjabloon is verwijderd. Importeren van een sjabloon Als de sjabloon die u wilt gebruiken op een andere locatie staat, moet u die in een OOo sjabloonmap importeren. Importeren van een sjabloon in een sjabloonmap: 1) Dubbelklik op de map waarin u de sjabloon wilt importeren in het venster Sjablonen beheren. 2) Klik op de knop Opdrachten. 3) Kies Sjabloon importeren uit het keuzelijstmenu. Het venster Openen opent zich. Werken met sjablonen 8

13 Sjablonen beheren 4) Zoek naar de sjabloon die u wilt importeren en klik op Openen. Het venster Openen sluit en de sjabloon verschijnt in de geselecteerde map. 5) Als u wilt voert u een nieuwe naam in voor de sjabloon en drukt u daarna op de Enter-toets. Exporteren van een sjabloon Exporteren van een sjabloon naar een andere locatie: 1) Dubbelklik op de map waarin de sjabloon staat die u wilt exporteren in het venster Sjablonen beheren. Een lijst van alle sjablonen in die map verschijnt onder de mapnaam. 2) Klik op de sjabloon die u wilt exporteren. 3) Klik op de knop Opdrachten. 4) Kies Sjabloon exporteren uit het keuzelijstmenu. Het venster Opslaan als opent zich. 5) Zoek naar de map waarnaar u de sjabloon wilt exporteren en klik op de knop Opslaan. OOo exporteert de sjabloon naar de geselecteerde map, en het venster Opslaan als sluit. Opmerking Alle acties die kunnen worden uitgevoerd met de knop Opdrachten in het venster Sjablonen beheren kunnen ook worden uitgevoerd door eenvoudigweg met rechts te klikken op de sjablonen of mappen. Werken met sjablonen 9