EUROPEES PARLEMENT. Commissie constitutionele zaken. Door de Commissie voorgestelde tekst. Amendement 11, ingediend door Georges Berthu Titel

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT 1999 Commissie constitutionele zaken april 2001 PE /11-78 AMENDEMENTEN ONTWERPVERSLAG - Schleicher (PE ) over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen Voorstel voor een verordening COM(2000) 898 C5-0081/ /0011(CNS) Door de Commissie voorgestelde tekst Amendementen Amendement 11, ingediend door Georges Berthu Titel Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen voorstel voor een verordening van de Raad betreffende het statuut en de financiering van (1 woord schrappen) politieke partijen op Europees niveau In de Franse tekst van artikel 191 van het EG-Verdrag is sprake van "politieke partijen op Europees niveau", wat een veel breder begrip is dan de uitdrukking "Europese politieke partijen" die in de titel van het voorstel voor een verordening en ook in de Nederlandse versie van artikel 191 EGV wordt gebruikt. Artikel 191 heeft dus ook betrekking op het optreden van nationale partijen op Europees niveau. Als de verordening maar voor een enkele willekeurig aangeduide categorie zou gelden, dan zou dat problemen geven met de gelijke behandeling, nog afgezien van het feit dat artikel 191 geen enkele duidelijk omschreven taak vaststelt voor een bepaalde categorie (zie het volgende amendement van dezelfde indiener. AM\ doc PE /11-78

2 Amendement 12, ingediend door Georges Berthu Visum 1 - gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 308, Schrappen Artikel 308 EGV betreft volgens de eigen bewoordingen het geval dat een doelstelling van de Gemeenschap is vastgesteld zonder dat in de daartoe vereiste bevoegdheden is voorzien. Artikel 191 EGV betreffende de "politieke partijen op Europees niveau" beschrijft wel hun werkzaamheid, maar stelt geen enkele communautaire opdracht voor hen vast. De toepassing van artikel 308 zou in die omstandigheden dus strijdig zijn met het Verdrag. Ook een verwijzing naar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap in zijn geheel is niet terecht, want dit Verdrag biedt geen enkele rechtsgrond voor een verordening betreffende het statuut en de financiering van de Europese politieke partijen. Amendement 13, ingediend door José Ribeiro e Castro Visum 1 Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 308, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 191, lid 2, Dit amendement is bedoeld om erop te wijzen dat artikel 308 duidelijk niet voldoende rechtsgrondslag voor deze verordening biedt. Dat kan slechts artikel 191, lid 2 van het EG-Verdrag zijn, in de versie van het Verdrag van Nice, hetgeen impliceert dat nog het einde van de betrokken ratificatieprocedure moet worden afgewacht. Met het oog op het huidige juridische kader is het dus nog te vroeg om hierover te beslissen. Ook de rapporteur verwijst in haar amendement nr. 3 (overweging 6) en haar motivering expliciet naar "artikel 191, lid 1" van het EG-Verdrag. Maar van artikel 191, lid 1 kan alleen sprake zijn na de afsluiting van de ratificatieprocedure van het Verdrag van Nice. Bovendien wordt in het Verdrag duidelijk van "politieke partijen op Europees niveau" gesproken, hetgeen ook na het Verdrag van Nice zo zal blijven. Maar in het verordeningsvoorstel van de Raad wordt slechts simpelweg gesproken van "Europese politieke partijen", hetgeen niet hetzelfde is. Door het einde van de ratificatieprocedure van het Verdrag van Nice af te wachten kan men, afgezien van alle andere voordelen, rustiger over dit vraagstuk nadenken en een regeling plannen die daadwerkelijk is afgestemd op het bepaalde in artikel 191 van het EG-Verdrag en discriminatie zonder enige rechtsgrondslag tussen niet alleen de partijen, maar ook tussen de kiezers van de diverse partijen te voorkomen. Or. pt PE / /31 AM\ doc

3 Amendement 14, ingediend door Richard Corbett en Jo Leinen Overweging 1 (1) Artikel 191 van het EG-Verdrag erkent het belang van politieke partijen op Europees vlak voor de Europese integratie, voor de vorming van een Europees bewustzijn en als middel tot uiting van de politieke wil van de burgers. (1) Artikel 191 van het EG-Verdrag en artikel 12, lid 2 van het Handvest van de grondrechten erkent het belang van politieke partijen op Europees vlak voor de Europese integratie, voor de vorming van een Europees bewustzijn en als middel tot uiting van de politieke wil van de burgers. Het handvest van de grondrechten dient in iedere wetgevende tekst die zich daarvoor leent te worden genoemd om de betekenis ervan te onderstrepen en het geleidelijk geldigheid volgens het gewoonterecht te verschaffen, zolang het nog niet in het positieve recht is verankerd. Or. de Amendement 15, ingediend door Gérard Onesta, Monica Frassoni en Johannes Voggenhuber Overweging 1 (1) Artikel 191 van het EG-Verdrag erkent het belang van politieke partijen op Europees vlak voor de Europese integratie, voor de vorming van een Europees bewustzijn en als middel tot uiting van de politieke wil van de burgers. (1) Artikel 191 van het EG-Verdrag erkent het belang van politieke partijen op Europees vlak voor de Europese integratie, voor de vorming van een Europees bewustzijn en als middel tot uiting van de politieke wil van de burgers. In dit verband zij erop gewezen dat het Europees Parlement er herhaaldelijk voor heeft gepleit dat een deel van zijn leden op transnationale lijsten wordt gekozen en dat dit vereist dat er Europese politieke partijen zijn. Geen. AM\ doc 3/31 PE /11-78

4 Amendement 16, ingediend door Francesco Enrico Speroni en Gian Paolo Gobbo Overweging 1 bis (nieuw) (1 bis.) De verklaring betreffende artikel 191 van het Verdrag bepaalt dat de bepalingen inzake de financiering van de politieke partijen op dezelfde basis van toepassing zijn voor alle politieke krachten die in het EP zijn vertegenwoordigd. Het is zinvol te verwijzen naar de inhoud van de verklaring. Amendement 17, ingediend door Olivier Dupuis Overweging 2 (2) Er moet een statuut komen voor Europese politieke partijen en er moet op worden toegezien dat deze, overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag, de grondrechten alsmede de democratische beginselen en de rechtsstaat eerbiedigen en dat zij eigen organen hebben. (2) Het is niet nodig dat er een statuut komt voor Europese politieke partijen en er moet op worden toegezien dat deze, overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag, de grondrechten alsmede de democratische beginselen en de rechtsstaat eerbiedigen en dat zij eigen organen hebben. De leden en leiders van politieke partijen zijn als alle andere burgers gehouden alle grondwettelijke, wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften na te leven. De vaststelling van ad hoc regels voor politieke partijen zou de deur openen voor het nemen van willekeurige besluiten. Amendement 18, ingediend door Richard en Jo Leinen Overweging 2 (2) Er moet een statuut komen voor Europese politieke partijen en er moet op worden toegezien dat deze, overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag, de grondrechten alsmede de democratische (2) Er moet een statuut en een voor alle burgers van de Unie toegankelijk programma komen voor Europese politieke partijen en er moet op worden toegezien dat deze, overeenkomstig de bepalingen van het PE / /31 AM\ doc

5 beginselen en de rechtsstaat eerbiedigen en dat zij eigen organen hebben. Verdrag, de grondrechten alsmede de democratische beginselen en de rechtsstaat eerbiedigen en dat zij eigen organen hebben. Naast het statuut is ook een partijprogramma noodzakelijk zodat de burgers van de Unie die dat wensen zich een beeld kunnen vormen van de politieke richting van de verschillende partijen. Daardoor worden ook ad-hoc-verenigingen bemoeilijkt die niet op duurzaamheid zijn gericht. Or. de Amendement 19, ingediend door Christopher J.P. Beazley Overweging 2 (2) Er moet een statuut komen voor Europese politieke partijen en er moet op worden toegezien dat deze, overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag, de grondrechten alsmede de democratische beginselen en de rechtsstaat eerbiedigen en dat zij eigen organen hebben. (2) Er moet een statuut komen voor Europese politieke partijen om de gevestigde parlementaire praktijk vast te leggen en te handhaven en er moet op worden toegezien dat deze, overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag, de grondrechten alsmede de democratische beginselen en de rechtsstaat eerbiedigen en dat zij eigen organen hebben. Het wetgevingsvoorstel moet niet proberen "politieke bagage" toe te voegen aan wat in feite een vastleggings- en versterkingsexercitie is. De beginselen democratie en eerbiediging van de fundamentele rechten zijn reeds in het Verdrag opgenomen. Het zou onjuist zijn om in dit stadium naleving van het handvest van fundamentele rechten te verlangen, terwijl de juridische status hiervan nog in behandeling is. Or. en Amendement 20, ingediend door Francesco Enrico Speroni en Gian Paolo Gobbo Overweging 2 (2) Er moet een statuut komen voor Europese politieke partijen en er moet op worden toegezien dat deze, overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag, de grondrechten alsmede de democratische beginselen en de rechtsstaat eerbiedigen en (2) Er moet een statuut komen voor Europese politieke partijen en er moet op worden toegezien dat deze, overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag, het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens van 1950 alsmede de AM\ doc 5/31 PE /11-78

6 dat zij eigen organen hebben. democratische beginselen en de rechtsstaat eerbiedigen en dat zij eigen organen hebben. Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens is juridisch bindender en is doeltreffender gebleken. Amendement 21, ingediend door Olivier Dupuis Overweging 2 bis (nieuw) (2 bis.) Er zij gewezen op de ondermijnende werking die de openbare financiering van de politieke partijen in tal van landen van de Europese Unie heeft gehad, te beginnen in Italië, zowel ten aanzien van corruptie als van de werking van de instellingen. Het is van belang te wijzen op de bekende uitwassen waartoe de openbare financiering van politieke partijen heeft geleid. Amendement 22, ingediend door Christopher J.P. Beazley Overweging 3 (3) Er moet worden gezorgd voor een financiering van de Europese politieke partijen teneinde gedeeltelijk hun werkingskosten te dekken, alsmede hun uitgaven ter bevordering van de democratie in de landen die kandidaat voor toetreding zijn. (3) Er moet worden gezorgd voor een financiering van de Europese politieke partijen teneinde gedeeltelijk hun werkingskosten te dekken, alsmede hun uitgaven voor de voortzetting van het proces van het herstel van de democratie in de landen die kandidaat voor toetreding zijn. Erkent dat de democratie is de toetredingslanden reeds bestaat. Or. en PE / /31 AM\ doc

7 Amendement 23, ingediend door José Ribeiro e Castro Overweging 3 (3) Er moet worden gezorgd voor een financiering van de Europese politieke partijen teneinde gedeeltelijk hun werkingskosten te dekken, alsmede hun uitgaven ter bevordering van de democratie in de landen die kandidaat voor toetreding zijn. (3) Er moet worden gezorgd voor een financiering van de (1 woord schrappen) politieke partijen op Europees niveau, overeenkomstig het bepaalde in artikel 191, lid 2 van het EG-Verdrag teneinde gedeeltelijk hun werkingskosten te dekken, alsmede hun uitgaven ter bevordering van de democratie in de landen die kandidaat voor toetreding zijn. Dit amendement is bedoeld om erop te wijzen dat artikel 308 duidelijk niet voldoende rechtsgrondslag voor deze verordening biedt. Dat kan slechts artikel 191, lid 2 van het EG-Verdrag zijn, in de versie van het Verdrag van Nice, hetgeen impliceert dat nog het einde van de betrokken ratificatieprocedure moet worden afgewacht. Met het oog op het huidige juridische kader is het dus nog te vroeg om hierover te beslissen. Ook de rapporteur verwijst in haar amendement nr. 3 (overweging 6) en haar motivering expliciet naar "artikel 191, lid 1" van het EG-Verdrag. Maar van artikel 191, lid 1 kan alleen sprake zijn na de afsluiting van de ratificatieprocedure van het Verdrag van Nice. Bovendien wordt in het Verdrag duidelijk van "politieke partijen op Europees niveau" gesproken, hetgeen ook na het Verdrag van Nice zo zal blijven. Maar in het verordeningsvoorstel van de Raad wordt slechts simpelweg gesproken van "Europese politieke partijen", hetgeen niet hetzelfde is. Door het einde van de ratificatieprocedure van het Verdrag van Nice af te wachten kan men, afgezien van alle andere voordelen, rustiger over dit vraagstuk nadenken en een regeling plannen die daadwerkelijk is afgestemd op het bepaalde in artikel 191 van het EG-Verdrag en discriminatie zonder enige rechtsgrondslag tussen niet alleen de partijen, maar ook tussen de kiezers van de diverse partijen te voorkomen. Or. pt Amendement 24, ingediend door The Earl of Stockton Overweging 3 bis (nieuw) (3 bis.) Alle partijen en groeperingen die in het Europees Parlement zijn vertegenwoordigd hebben een democratisch mandaat van hun kiezers en moeten daarom de financiële en administratieve steun krijgen om hen goed te kunnen vertegenwoordigen en hun belangen te behartigen. AM\ doc 7/31 PE /11-78

8 De voornaamste doelen moeten zijn de middelen te verschaffen die noodzakelijk zijn om de democratisch verkozen leden van het Europees Parlement in staat te stellen hun werk doeltreffend te kunnen verrichten. Or. en Amendement 25, ingediend door Francesco Enrico Speroni en Gian Paolo Gobbo Overweging 4 (4) De toekenningsvoorwaarden van deze verordening moeten op gelijke voet gelden voor de financiering van alle Europese politieke partijen, met inachtneming van de daadwerkelijke vertegenwoordiging ervan in het Europees Parlement. (4) De toekenningsvoorwaarden van deze verordening moeten op gelijke voet gelden voor de financiering van alle Europese politieke partijen en politieke krachten die in het Europees Parlement zijn vertegenwoordigd, zoals in paragraaf 3 van de Verklaring betreffende artikel 191 is bepaald. Niet alleen de Europese politieke partijen maar alle politieke krachten die in het Europees Parlement zijn vertegenwoordigd komen in aanmerking voor financiële steun. Amendement 26, ingediend door Francesco Enrico Speroni en Gian Paolo Gobbo Overweging 5 (5) Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel moet financiering uitsluitend worden toegekend aan partijen die op Europees vlak voldoende representatief zijn, om te voorkomen dat financiering wordt toegekend aan partijen die uitsluitend nationale partijen zijn of aan partijen waaraan op nationaal vlak financiering is geweigerd omdat zij de democratische beginselen niet in acht nemen. (5) De financiering kan niet in de plaats komen van de zelffinanciering van de partijen en mag niet worden gegeven voor politieke doeleinden die uitsluitend nationaal zijn of aan partijen waaraan op nationaal vlak financiering is geweigerd. PE / /31 AM\ doc

9 Het spreekt vanzelf dat nationale politieke partijen niet voor financiering in aanmerking komen en het lijkt zinvol expliciet te vermelden dat dit ook geldt voor nationale politieke activiteiten. Amendement 27, ingediend door Richard Corbett en Jo Leinen Overweging 5 bis (nieuw) (5 bis.) Giften en andere uitkeringen aan Europese politieke partijen moeten voldoen aan het gebod van transparantie. Op overtredingen van deze regels moeten passende sancties worden toegepast. De transparantie gebiedt dat giften vanaf een bepaalde omvang bekend worden gemaakt. Or. de Amendement 28, ingediend door Olivier Dupuis Overweging 6 (6) De aard van de uitgaven waarvoor op grond van deze verordening een financiering kan worden toegekend, dient duidelijk te worden aangegeven. (6) De aard van de uitgaven waarvoor op grond van deze verordening een financiering kan worden toegekend, dient duidelijk te worden aangegeven in de zin van artikel 191, lid 1 van het EG-Verdrag en de doelstellingen van het aangenomen statuut. De financiering mag in geen geval gelden voor het normale functioneren van partijen. Politieke partijen zijn vrijwillige verenigingen van burgers. Deze zijn als enige verantwoordelijk voor de instandhouding van hun organisatie. AM\ doc 9/31 PE /11-78

10 Amendement 29, ingediend door Francesco Enrico Speroni, Gian Paolo Gobbo Overweging 6 (6) De aard van de uitgaven waarvoor op grond van deze verordening een financiering kan worden toegekend, dient duidelijk te worden aangegeven. (6) (14 woorden schrappen)de aard van de uitgaven waarvoor op grond van deze verordening een financiering kan worden toegekend, dient duidelijk te worden aangegeven. Artikel 191, lid 1 heeft betrekking op de geest en de rol van de Europese politieke partijen en niet op de aard van de uitgaven. Amendement 30, ingediend door Lennart Sacrédeus Overweging 8 (8) De uitvoering van de in de onderhavige verordening voorziene maatregelen draagt bij tot de verwezenlijking van de in het Verdrag vervatte doelstellingen. Het Verdrag voorziet voor de vaststelling van de onderhavige Verordening niet in andere bevoegdheden dan die van artikel 308. (8) De uitvoering van de in de onderhavige verordening voorziene maatregelen draagt bij tot de verwezenlijking van de in het Verdrag vervatte democratische en verantwoordelijkheid vereisende doelstellingen. Het Verdrag voorziet voor de vaststelling van de onderhavige Verordening niet in andere bevoegdheden dan die van artikel 308. Or. sv Amendement 31, ingediend door José Ribeiro e Castro Overweging 8 (8) De uitvoering van de in de onderhavige verordening voorziene maatregelen draagt bij tot de verwezenlijking van de in het Verdrag vervatte doelstellingen. Het Verdrag voorziet voor de vaststelling van de onderhavige Verordening niet in andere bevoegdheden dan die van artikel 308. (8) De uitvoering van de in de onderhavige verordening voorziene maatregelen draagt bij tot de verwezenlijking van de in het Verdrag vervatte doelstellingen. Het Verdrag voorziet voor de vaststelling van de onderhavige Verordening niet in andere bevoegdheden dan die van artikel 191, lid 2. PE / /31 AM\ doc

11 Dit amendement is bedoeld om erop te wijzen dat artikel 308 duidelijk niet voldoende rechtsgrondslag voor deze verordening biedt. Dat kan slechts artikel 191, lid 2 van het EG-Verdrag zijn, in de versie van het Verdrag van Nice, hetgeen impliceert dat nog het einde van de betrokken ratificatieprocedure moet worden afgewacht. Met het oog op het huidige juridische kader is het dus nog te vroeg om hierover te beslissen. Ook de rapporteur verwijst in haar amendement nr. 3 (overweging 6) en haar motivering expliciet naar "artikel 191, lid 1" van het EG-Verdrag. Maar van artikel 191, lid 1 kan alleen sprake zijn na de afsluiting van de ratificatieprocedure van het Verdrag van Nice. Bovendien wordt in het Verdrag duidelijk van "politieke partijen op Europees niveau" gesproken, hetgeen ook na het Verdrag van Nice zo zal blijven. Maar in het verordeningsvoorstel van de Raad wordt slechts simpelweg gesproken van "Europese politieke partijen", hetgeen niet hetzelfde is. Door het einde van de ratificatieprocedure van het Verdrag van Nice af te wachten kan men, afgezien van alle andere voordelen, rustiger over dit vraagstuk nadenken en een regeling plannen die daadwerkelijk is afgestemd op het bepaalde in artikel 191 van het EG-Verdrag en discriminatie zonder enige rechtsgrondslag tussen niet alleen de partijen, maar ook tussen de kiezers van de diverse partijen te voorkomen. Or. pt Amendement 32, ingediend door Francesco Enrico Speroni en Gian Paolo Gobbo Overweging 8 (8) De uitvoering van de in de onderhavige verordening voorziene maatregelen draagt bij tot de verwezenlijking van de in het Verdrag vervatte doelstellingen. Het Verdrag voorziet voor de vaststelling van de onderhavige Verordening niet in andere bevoegdheden dan die van artikel 308. (8) De uitvoering van de in de onderhavige verordening voorziene maatregelen draagt bij tot de verwezenlijking van de (4 woorden schrappen) doelstellingen van de Unie. Het Verdrag voorziet voor de vaststelling van de onderhavige Verordening niet in andere bevoegdheden dan die van artikel 308. De Europese politieke partijen en de politieke krachten die vertegenwoordigd zijn in het Europees Parlement voldoen reeds aan de democratische "vereisten" op grond van de rechtsorde van de lidstaten. Amendement 33, ingediend door Francesco Enrico Speroni en Gian Paolo Gobbo Overweging 9 (9) De geldigheidsduur van deze verordening dient te verstrijken aan het De door de rapporteur voorgestelde tekst schrappen AM\ doc 11/31 PE /11-78

12 einde van het tweede begrotingsjaar dat volgt op de inwerkingtreding ervan. Het voorstel van de Commissie lijkt rationeler. Amendement 34, ingediend door Olivier Dupuis Overweging 9 (9) De geldigheidsduur van deze verordening dient te verstrijken aan het einde van het tweede begrotingsjaar dat volgt op de inwerkingtreding ervan. (9) De geldigheidsduur van deze verordening dient te verstrijken aan het einde van het eerste begrotingsjaar dat volgt op de inwerkingtreding ervan. Het is belangrijk dat de gevolgen van een verandering in de wijze van financiering van de Europese politieke partijen op zeer korte termijn geëvalueerd kunnen worden. Amendement 35, ingediend door Georges Berthu Artikel 1 Elke Europese politieke partij of unie van partijen, kan bij het Europees Parlement een statuut van Europese politieke partij,hierna " statuut" genoemd, neerleggen, mits zij: a) in de Europese Unie gevestigd is; b) in het Europees Parlement een fractie heeft gevormd of het voornemen heeft er een te vormen dan wel van een bestaande fractie deel te gaan uitmaken; c) in haar programma en activiteiten de in het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde fundamentele beginselen De politieke partijen op Europees niveau zijn nationale partijen dan wel associaties van nationale partijen die op Europees niveau werkzaam zijn. Zij zijn gevestigd in een of meer lidstaten en verenigen burgers die de nationaliteit van deze staten bezitten. Zij dienen hun statuten in bij het Europees Parlement. PE / /31 AM\ doc

13 inzake democratie, inzake de eerbiediging van de grondrechten en inzake de rechtsstaat in acht neemt. In het statuut dienen met name de organen te worden vermeld die belast zijn met het politieke en financiële beleid van de partij. Artikel 191 EGV geeft geen enkele aanleiding om de politieke partijen op Europees niveau restrictief te definiëren. Het is in vrije samenlevingen trouwens een algemeen beginsel dat de vorming van politieke partijen vrij is. Amendement 36, ingediend door Lennart Sacrédeus Artikel 1, inleidende formule Elke Europese politieke partij of unie van partijen, kan bij het Europees Parlement een statuut van Europese politieke partij,hierna " statuut" genoemd, neerleggen, mits zij (Niet van toepassing op de tekst). Idem. Or. sv Amendement 37, ingediend door Lennart Sacrédeus Artikel 1 bis (nieuw) Schrappen Het is overbodig het interne partijpolitieke werk aan te veel regels te binden. Or. sv AM\ doc 13/31 PE /11-78

14 Amendement 38, ingediend door Richard Corbett en Jo Leinen Artikel 1, inleidende formule Elke Europese politieke partij of unie van partijen, kan bij het Europees Parlement een statuut van Europese politieke partij,hierna " statuut" genoemd, neerleggen, mits zij: Elke Europese politieke partij of op duurzaamheid gerichte unie van partijen, kan bij het Europees Parlement een statuut van Europese politieke partij,hierna " statuut" genoemd, neerleggen, mits zij: Alleen verenigingen met een transnationaal karakter dienen onder het Europees partijenstatuut te vallen. Unies van partijen mogen niet alleen om communautaire middelen te verkrijgen worden opgericht, maar moeten zijn gericht op een duurzaam bestaan. Or. de Amendement 39, ingediend door Andrew Nicholas Duff Artikel 1, letter c) c) in haar programma en activiteiten de in het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde fundamentele beginselen inzake democratie, inzake de eerbiediging van de grondrechten en inzake de rechtsstaat in acht neemt. c) in haar programma en activiteiten de in het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde (een woord schrappen) beginselen inzake democratie, inzake de eerbiediging van de grondrechten en inzake de rechtsstaat in acht neemt. Or. en Amendement 40, ingediend door Francesco Enrico Speroni en Gian Paolo Gobbo Artikel 1, inleidende formule Elke Europese politieke partij of unie van partijen, kan bij het Europees Parlement een statuut van Europese politieke partij,hierna " statuut" genoemd, neerleggen, mits zij: Elke Europese politieke partij, de in het Europees Parlement vertegenwoordigde politieke krachten of unies van partijen, kunnen bij het Europees Parlement een statuut van Europese politieke partij,hierna " statuut" genoemd, neerleggen, mits zij: Een verwijzing naar alle in het Europees Parlement vertegenwoordigde politieke krachten is nodig met het oog op de Verklaring betreffende artikel 191. PE / /31 AM\ doc

15 Amendement 41, ingediend door Francesco Enrico Speroni en Gian Paolo Gobbo Artikel 1, letter b) b) in het Europees Parlement een fractie heeft gevormd of het voornemen heeft er een te vormen dan wel van een bestaande fractie deel te gaan uitmaken; b) in het Europees Parlement een parlementaire fractie heeft gevormd of het voornemen heeft er een te vormen dan wel van een bestaande fractie deel te gaan uitmaken; Spreekt voor zich. Amendement 42, ingediend door Lennart Sacrédeus Artikel 2 bis (nieuw) Schrappen Het is overbodig het interne partijpolitieke werk aan te veel regels te binden. Or. sv Amendement 43, ingediend door Georges Berthu Artikel 2 Het Europees Parlement beslist over alle betwistingen van de in artikel 1 bedoelde voorwaarden overeenkomstig het advies van een onafhankelijk comité van vooraanstaande personen dat om de vijf jaar in gemeenschappelijk overleg door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie wordt benoemd. Schrappen AM\ doc 15/31 PE /11-78

16 Er bestaat geen rechtsgrondslag voor de vorming van een comité, hoe "afhankelijk" en "eminent" ook, dat in de plaats van de burgers zou beslissen welke politieke partijen zij moeten vormen. Amendement 44, ingediend door Andrew Nicholas Duff Artikel 2 Het Europees Parlement beslist over alle betwistingen van de in artikel 1 bedoelde voorwaarden overeenkomstig het advies van een onafhankelijk comité van vooraanstaande personen dat om de vijf jaar in gemeenschappelijk overleg door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie wordt benoemd. Schrappen Or. en Amendement 45, ingediend door Christopher J.P. Beazley Artikel 2 Het Europees Parlement beslist over alle betwistingen van de in artikel 1 bedoelde voorwaarden overeenkomstig het advies van een onafhankelijk comité van vooraanstaande personen dat om de vijf jaar in gemeenschappelijk overleg door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie wordt benoemd. Het Europees Parlement beslist over alle betwistingen van de in artikel 1 bedoelde voorwaarden. In uitzonderlijke gevallen en op een ad-hoc-basis kan een "comité van vooraanstaande personen" bijeen worden geroepen, waaraan de betwisting betreffende de naleving wordt voorgelegd. Het Europees Parlement is zelf heel goed in staat om de naleving van de in artikel 1 bedoelde criteria te beoordelen. In uitzonderlijke gevallen kan een "comité van vooraanstaande personen van uiteenlopende achtergrond, ook uit het Europees Parlement zelf, bijeen worden geroepen om advies uit te brengen. Or. en PE / /31 AM\ doc

17 Amendement 46, ingediend door Lennart Sacrédeus Artikel 2 Het Europees Parlement beslist over alle betwistingen van de in artikel 1 bedoelde voorwaarden overeenkomstig het advies van een onafhankelijk comité van vooraanstaande personen dat om de vijf jaar in gemeenschappelijk overleg door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie wordt benoemd. Het Europees Parlement beslist over alle betwistingen van de in artikel 1 bedoelde voorwaarden na kennis te hebben genomen van het advies van een onafhankelijk comité van vooraanstaande personen dat om de vijf jaar in gemeenschappelijk overleg door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie wordt benoemd. Dit artikel dient zoals hierboven aangegeven te worden gepreciseerd. Or. sv Amendement 47, ingediend door Georges Berthu Artikel 3 Financiële middelen kunnen ten laste van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen worden toegekend aan Europese politieke partijen die hun statuut hebben neergelegd en die aan een van de volgende voorwaarden voldoen: a) in ten minste vijf lidstaten gekozenen van de partij of van onderdelen daarvan hebben in het Europees Parlement, in de nationale parlementen of in regionale parlementen; b) bij de laatste Europese verkiezingen in ten minste vijf lidstaten ten minste vijf procent van de stemmen hebben verkregen. De partijen die aan deze voorwaarden voldoen moeten jaarlijks hun begrotingen en rekeningen openbaar maken. Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel wordt het optreden van nationale partijen of associaties daarvan op Europees niveau gefinancierd volgens de regels van elke lidstaat. Er bestaat geen enkele rechtsgrond voor een communautaire financiering van de "Europese politieke partijen". En zelfs als deze er wel zou zijn, dan zou nog exact aangegeven moeten worden hoe de communautaire financiering zich verhoudt tot de nationale financiering, opdat AM\ doc 17/31 PE /11-78

18 de regels die op één niveau zijn vastgesteld niet worden ontdoken door de regels die op een ander niveau zijn vastgesteld. Amendement 48, ingediend door Francesco Enrico Speroni en Gian Paolo Gobbo, Artikel 3, letter a) a) in ten minste vijf lidstaten gekozenen van de partij of van onderdelen daarvan hebben in het Europees Parlement, in de nationale parlementen of in regionale parlementen; a) in ten minste vijf lidstaten gekozenen van de partij of van onderdelen daarvan hebben in het Europees Parlement, in de nationale parlementen en in regionale parlementen; rest schrappen Wanneer men werkelijk het ontstaan van een echt Europees beleid wil bevorderen dat de hele verscheidenheid en pluraliteit van de Europese civil society vertegenwoordigt, dan moet de financiering van alle politieke krachten die in het EP een deel van deze samenleving vertegenwoordigen verzekerd zijn. Amendement 49, ingediend door Francesco Enrico Speroni en Gian Paolo Gobbo, Artikel 3, letter b) b) bij de laatste Europese verkiezingen in ten minste vijf lidstaten ten minste vijf procent van de stemmen hebben verkregen. Schrappen Wanneer men werkelijk het ontstaan van een echt Europees beleid wil bevorderen dat de hele verscheidenheid en pluraliteit van de Europese civil society vertegenwoordigt, dan moet de financiering van alle politieke krachten die in het EP een deel van deze samenleving vertegenwoordigen verzekerd zijn. Amendement 50, ingediend door Astrid Thors Artikel 3, letters a) en b) a) in ten minste vijf lidstaten gekozenen van a) in ten minste vijf lidstaten gekozenen van PE / /31 AM\ doc

19 de partij of van onderdelen daarvan hebben in het Europees Parlement, in de nationale parlementen of in regionale parlementen; b) bij de laatste Europese verkiezingen in ten minste vijf lidstaten ten minste vijf procent van de stemmen hebben verkregen. de partij of van partijen die daarvan lid zijn op nationaal of regionaal niveau hebben in het Europees Parlement, in de nationale parlementen of in regionale parlementen b) bij de laatste Europese verkiezingen in ten minste vijf lidstaten moet de partij of de partijen die daarvan lid zijn ten minste vijf procent van de stemmen hebben verkregen. Or. sv Amendement 51, ingediend door Richard Corbett en Jo Leinen Artikel 3, letters a) en b) a) in ten minste vijf lidstaten gekozenen van de partij of van onderdelen daarvan hebben in het Europees Parlement, in de nationale parlementen of in regionale parlementen; b) bij de laatste Europese verkiezingen in ten minste vijf lidstaten ten minste vijf procent van de stemmen hebben verkregen. a) in ten minste eenderde van de lidstaten gekozenen van de partij of van onderdelen daarvan hebben in het Europees Parlement, in de nationale parlementen of in regionale parlementen; b) bij de laatste Europese verkiezingen in ten minste eenderde van de lidstaten ten minste vijf procent van de stemmen hebben verkregen. Met het oog op de toetreding is het logisch dat een percentage zinvoller is dan een concreet aantal. In een Europa met 27 lidstaten moet een Europese partij in meer lidstaten zijn vertegenwoordigd dan in een Europa met 15 lidstaten. Or. de Amendement 52, ingediend door The Earl of Stockton Artikel 3, letter a) a) in ten minste vijf lidstaten gekozenen van de partij of van onderdelen daarvan hebben in het Europees Parlement, in de nationale parlementen of in regionale parlementen; a) in ten minste vijf lidstaten gekozenen van de partij of van onderdelen daarvan hebben in het Europees Parlement (acht woorden schrappen); Vertegenwoordiging in het Europees Parlement moet voldoende zijn om aan te tonen dat een AM\ doc 19/31 PE /11-78

20 partij deelneemt aan het Europese debat. Alle leden dienen recht te hebben op de op grond van dit statuut verleende steun. Or. en Amendement 53, ingediend door Lennart Sacrédeus Artikel 3, letter a) a) in ten minste vijf lidstaten gekozenen van de partij of van onderdelen daarvan hebben in het Europees Parlement, in de nationale parlementen of in regionale parlementen; a) in ten minste een vijfde deel van de lidstaten gekozenen van de partij of van onderdelen daarvan hebben in het Europees Parlement, in de nationale parlementen of in regionale parlementen; Met het oog op de politieke diversiteit en de bescherming van minderheden mag de drempel in verband met het aantal vereiste lidstaten niet te hoog zijn. Or. sv Amendement 54, ingediend door Lennart Sacrédeus Artikel 3, letter b) b) bij de laatste Europese verkiezingen in ten minste vijf lidstaten ten minste vijf procent van de stemmen hebben verkregen. b) bij de laatste Europese verkiezingen in ten minste een vijfde deel van de lidstaten ten minste vier procent van de stemmen hebben verkregen. Met het oog op de politieke diversiteit en de bescherming van minderheden mag de drempel in verband met het aantal vereiste lidstaten niet te hoog zijn. In een lidstaat als Zweden is de kiesdrempel vier procent. Or. sv Amendement 55, ingediend door The Earl of Stockton Artikel 3, letter c) (nieuw) c) de partij of haar nationale componenten zijn in de nationale parlementen of het regionaal parlement van ten minste vijf PE / /31 AM\ doc

21 lidstaten vertegenwoordigd; De categorieën van artikel 3 a) van de oorspronkelijke tekst blijven gehandhaafd, maar om redenen van duidelijkheid door amendement 2 geschrapt. Or. en Amendement 56, ingediend door The Earl of Stockton Artikel 3, letter d) (nieuw) d) de partij of haar nationale componenten zijn in de nationale regering vertegenwoordigd of vormen de voornaamste democratische oppositie in de nationale regering van een lidstaat of een kandidaatland. Aangezien we steunen dat het Europees debat in het nationale politieke debat zowel in de bestaande lidstaten als in de kandidaatlanden wordt opgenomen, zou het niet terecht zijn partijen met een sterk mandaat op nationaal niveau te discrimineren. Or. en Amendement 57, ingediend door Richard Corbett en Jo Leinen Artikel 3 bis (nieuw) 3 bis. Bij de jaarlijkse openbaarmaking van haar begroting moet de partij giften en andere uitkeringen vanaf een bepaalde omvang en de namen van de gevers bekendmaken. De transparantie gebiedt dat giften vanaf een bepaalde omvang openbaar worden gemaakt. Or. de AM\ doc 21/31 PE /11-78

22 Amendement 58, ingediend door Georges Berthu Artikel 4 1. De financiële middelen die op grond van deze verordening worden toegekend, mogen slechts worden besteed aan uitgaven gedaan ter verwezenlijking van een doelstelling die in het statuut van de betrokken Europese politieke partij is opgenomen. De uitgaven kunnen onder meer betrekking hebben op administratieve kosten, kosten in verband met technische ondersteuning, vergaderingen, studies, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de statutaire doelstellingen. 2. De waardebepaling van roerende en onroerende goederen, alsmede de afschrijving daarvan, moeten geschieden overeenkomstig verordening(eg) nr. 2909/2000 van de Commissie. Schrappen De motivering van dit amendement vloeit voort uit de voorgaande motiveringen. Amendement 59, ingediend door Olivier Dupuis Artikel 4, lid 1, alinea 2 De uitgaven kunnen onder meer betrekking hebben op administratieve kosten, kosten in verband met technische ondersteuning, vergaderingen, studies, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de statutaire doelstellingen. De uitgaven kunnen (2 woorden schrappen) betrekking hebben op (2 woorden schrappen) kosten in verband met (4 woorden schrappen) voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de statutaire doelstellingen. Het geld van de Europese belastingbetalers mag niet worden gebruikt om het voorbestaan van de apparaten, structuren en bureaucratieën van de Europese politieke partijen te verzekeren. PE / /31 AM\ doc

23 Amendement 60, ingediend door The Earl of Stockton Artikel 4, lid De financiële middelen die op grond van deze verordening worden toegekend, mogen slechts worden besteed aan uitgaven gedaan ter verwezenlijking van een doelstelling die in het statuut van de betrokken Europese politieke partij is opgenomen. De uitgaven kunnen onder meer betrekking hebben op administratieve kosten, kosten in verband met technische ondersteuning, vergaderingen, studies, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de statutaire doelstellingen. 1. De financiële middelen die op grond van deze verordening worden toegekend, mogen slechts worden besteed aan uitgaven gedaan voor het verlenen van steun aan gekozen leden van het Europees Parlement of van de deelname aan het Europese debat. De uitgaven kunnen onder meer betrekking hebben op administratieve kosten, kosten in verband met technische ondersteuning, vergaderingen, studies, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met deze statutaire doelstellingen. De soorten uitgaven die dit statuut toestaat moeten duidelijk worden aangegeven en middelen die geacht worden niet aan dit doel voldoen getuigen van de doelstellingen die de partijen voor zichzelf hebben. Or. en Amendement 61, ingediend door Andrew Nicholas Duff Artikel 4, lid 1, alinea 2 De uitgaven kunnen onder meer betrekking hebben op administratieve kosten, kosten in verband met technische ondersteuning, vergaderingen, studies, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de statutaire doelstellingen. De uitgaven kunnen onder meer betrekking hebben op campagnes, administratie, vergaderingen, onderzoek, media, vergaderingen, studies, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met deze statutaire doelstellingen. Or. en Amendement 62, ingediend door Georges Berthu Artikel 5 De kredieten bestemd voor de financiering van de partijen worden vastgesteld volgens de begrotingsprocedure en worden uitbetaald overeenkomstig de bepalingen Schrappen AM\ doc 23/31 PE /11-78

24 van het Financieel Reglement dat van toepassing is op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen. De controle op de financiering die in het kader van deze verordening worden toegekend, wordt uitgeoefend overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. De controle geschiedt daarboven op grond van een jaarlijkse audit door een externe en onafhankelijke instantie. Het auditverslag wordt het Europees Parlement en de Rekenkamer toegezonden. De betrokken diensten kunnen ter plaatse alle controlehandelingen verrichten die zij noodzakelijk achten om vast te stellen of de toegekende financiering op wettige en regelmatige wijze is gebruikt. Bij de uitoefening van hun taak kunnen zij alle boekhoudkundige bescheiden en verantwoordingsstukken, alsmede alle andere documenten die zij dienstig achten inzien en alle inlichtingen opvragen die zij nodig menen te hebben voor de uitoefening van hun controletaak. Elk document of elke inlichting die de Rekenkamer nodig heeft om haar taak te vervullen, wordt haar op haar verzoek verstrekt door de politieke partijen die middelen uit de begroting hebben ontvangen. De motivering van dit amendement vloeit voort uit de voorgaande motiveringen. Amendement 63, ingediend door Richard Corbett en Jo Leinen Artikel 5 bis (nieuw) 5 bis. Wanneer een partij de verplichtingen uit de artikelen 3, 3 a) en 4 van deze verordening overtreedt en daardoor ten PE / /31 AM\ doc

25 onrechte financiële steun ontvangt, moet deze worden terugbetaald. Bovendien kan het Bureau van het Parlement passende financiële sancties toepassen. Er moet doeltreffend op worden toegezien dat een Europese partij voldoet aan de plichten op boekhoudkundig gebied. De terugbetaling van ten onrechte verkregen middelen spreekt voor zichzelf. Bovendien moet de mogelijkheid bestaan om boetes in te stellen die door het Bureau worden vastgesteld en voldoen aan het evenredigheidsbeginsel. Or. de Amendement 64, ingediend door Georges Berthu Artikel 6 Op grond van de artikelen 1 en 3 worden de toegekende financiële middelen jaarlijks als volgt verdeeld: a) 15% van het jaarlijkse bedrag wordt in gelijke delen verdeeld onder de partijen die aan de voorwaarden voldoen en die een naar behoren gestaafde aanvraag daartoe bij de Commissie indienen; b) 85% wordt verdeeld tussen de Europese partijen die gekozenen hebben in het Europees Parlement, in evenredigheid tot het aantal gekozenen. Financiële middelen verleend ten laste van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, waaronder die uit hoofde van deze verordening, mogen aan een Europese politieke partij slechts worden toegekend indien deze kan aantonen dat zij minstens 25% van haar middelen uit een andere bron dan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen put. Schrappen De motivering van dit amendement vloeit voort uit de voorgaande motiveringen. AM\ doc 25/31 PE /11-78

26 Amendement 65, ingediend door Francesco Enrico Speroni en Gian Paolo Gobbo Artikel 6, letter a) a) 15% van het jaarlijkse bedrag wordt in gelijke delen verdeeld onder de partijen die aan de voorwaarden voldoen en die een naar behoren gestaafde aanvraag daartoe bij de Commissie indienen; a) 15% van het jaarlijkse bedrag wordt in gelijke delen verdeeld onder de partijen en politieke krachten die aan de voorwaarden voldoen en die een naar behoren gestaafde aanvraag daartoe bij de Commissie indienen; Zie 3. Amendement 66, ingediend door Francesco Enrico Speroni en Gian Paolo Gobbo Artikel 6, letter b) b) 85% wordt verdeeld tussen de Europese partijen die gekozenen hebben in het Europees Parlement, in evenredigheid tot het aantal gekozenen. b) 85% wordt verdeeld tussen de Europese partijen en politieke krachten die gekozenen hebben in het Europees Parlement, in evenredigheid tot het aantal gekozenen. Zie 3. Amendement 67, ingediend door The Earl of Stockton Artikel 6, letters a) en b) a) 15% van het jaarlijkse bedrag wordt in gelijke delen verdeeld onder de partijen die aan de voorwaarden voldoen en die een naar behoren gestaafde aanvraag daartoe bij de Commissie indienen; b) 85% wordt verdeeld tussen de Europese partijen die gekozenen hebben in het Europees Parlement, in evenredigheid tot het aantal gekozenen. a) 20% van het jaarlijkse bedrag wordt in gelijke delen verdeeld onder de partijen die aan de voorwaarden voldoen en die een naar behoren gestaafde aanvraag daartoe bij de Commissie indienen; b) 80% wordt verdeeld tussen de Europese partijen die gekozenen hebben in het Europees Parlement, in evenredigheid tot het aantal gekozenen. PE / /31 AM\ doc

27 Wanneer meer partijen in aanmerking komen voor middelen op grond van dit statuut, moet categorie a) worden verhoogd om te voorkomen dat het bedrag te laag wordt wanneer het over alle partijen wordt verdeeld. Or. en Amendement 68, ingediend door Gérard Onesta, Monica Frassoni en Johannes Voggenhuber Artikel 6 Op grond van de artikelen 1 en 3 worden de toegekende financiële middelen jaarlijks als volgt verdeeld: a) 15% van het jaarlijkse bedrag wordt in gelijke delen verdeeld onder de partijen die aan de voorwaarden voldoen en die een naar behoren gestaafde aanvraag daartoe bij de Commissie indienen; b) 85% wordt verdeeld tussen de Europese partijen die gekozenen hebben in het Europees Parlement, in evenredigheid tot het aantal gekozenen. Financiële middelen verleend ten laste van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, waaronder die uit hoofde van deze verordening, mogen aan een Europese politieke partij slechts worden toegekend indien deze kan aantonen dat zij minstens 25% van haar middelen uit een andere bron dan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen put. Op grond van de artikelen 1 en 3 worden de toegekende financiële middelen jaarlijks als volgt verdeeld: a) 25% van het jaarlijkse bedrag wordt in gelijke delen verdeeld onder de partijen die aan de voorwaarden voldoen en die een naar behoren gestaafde aanvraag daartoe bij de Commissie indienen; b) 75% wordt verdeeld tussen de Europese partijen die gekozenen hebben in het Europees Parlement, in evenredigheid tot het aantal gekozenen. Financiële middelen verleend ten laste van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, waaronder die uit hoofde van deze verordening, mogen aan een Europese politieke partij slechts worden toegekend indien deze kan aantonen dat zij minstens 25% van haar middelen uit een andere bron dan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen put. Dit deel mag in geen geval afkomstig zijn van organen met winstoogmerk. Amendement 69, ingediend door Sylvia-Yvonne Kaufmann Artikel 6, alinea 2 Financiële middelen verleend ten laste van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, waaronder die uit hoofde van deze verordening, mogen aan een Financiële middelen verleend ten laste van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, waaronder die uit hoofde van deze verordening, mogen aan een AM\ doc 27/31 PE /11-78

28 Europese politieke partij slechts worden toegekend indien deze kan aantonen dat zij minstens 25% van haar middelen uit een andere bron dan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen put. Europese politieke partij slechts worden toegekend indien deze kan aantonen dat zij minstens 20% van haar middelen uit een andere bron dan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen put. Geen. Amendement 70, ingediend door Sylvia-Yvonne Kaufmann Artikel 6, alinea 2 Or. de Financiële middelen verleend ten laste van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, waaronder die uit hoofde van deze verordening, mogen aan een Europese politieke partij slechts worden toegekend indien deze kan aantonen dat zij minstens 25% van haar middelen uit een andere bron dan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen put. Financiële middelen verleend ten laste van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, waaronder die uit hoofde van deze verodening, mogen aan een Europese politieke partij slechts worden toegekend indien deze kan aantonen dat zij minstens 25% van haar middelen uit een andere bron dan de algemen begroting van de Europese Gemeenschappen put. In het belang van onbeperkte transparantie bij de inkomsten van Europese partijen moet elke gift openbaar worden gemaakt. Geen. Amendement 71, ingediend door José Ribeiro e Castro Artikel 6, alinea 2 Or. de Financiële middelen verleend ten laste van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, waaronder die uit hoofde van deze verordening, mogen aan een Europese politieke partij slechts worden toegekend indien deze kan aantonen dat zij minstens 25% van haar middelen uit een andere bron dan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen put. Schrappen PE / /31 AM\ doc

29 Amendement 72, ingediend door José Ribeiro e Castro namens de UEN-Fractie Artikel 6, alinea 2 Financiële middelen verleend ten laste van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, waaronder die uit hoofde van deze verordening, mogen aan een Europese politieke partij slechts worden toegekend indien deze kan aantonen dat zij minstens 25% van haar middelen uit een andere bron dan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen put. Financiële middelen verleend ten laste van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, waaronder die uit hoofde van deze verordening, mogen aan een Europese politieke partij slechts worden toegekend indien deze kan aantonen dat zij minstens 15% van haar middelen uit een andere bron dan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen put. Amendement 73, ingediend door Olivier Dupuis Artikel 6, alinea 2 Financiële middelen verleend ten laste van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, waaronder die uit hoofde van deze verordening, mogen aan een Europese politieke partij slechts worden toegekend indien deze kan aantonen dat zij minstens 25% van haar middelen uit een andere bron dan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen put. Financiële middelen verleend ten laste van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, waaronder die uit hoofde van deze verordening, mogen aan een Europese politieke partij slechts worden toegekend indien deze kan aantonen dat zij minstens 80% van haar middelen uit een andere bron dan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen put. De politieke partijen moeten zich hoofdzakelijk zelf financieren. Openbare financiering kan eventueel de kosten dekken die voortvloeien uit politieke initiatieven of voorlichtingsacties. De normale werking van de partijen mag in geen geval uit openbare middelen worden gefinancierd, want dat zou hun onafhankelijkheid van de staat fundamenteel ondermijnen. Amendement 74, ingediend door The Earl of Stockton Artikel 6, alinea 2 Financiële middelen verleend ten laste van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, waaronder die uit hoofde Financiële middelen verleend ten laste van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, waaronder die uit hoofde AM\ doc 29/31 PE /11-78