GOED, BETER, BEST Advies inzake de kwaliteitsborging in het stelsel van vakbekwaam worden en het vakbekwaam blijven van de brandweer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GOED, BETER, BEST Advies inzake de kwaliteitsborging in het stelsel van vakbekwaam worden en het vakbekwaam blijven van de brandweer"

Transcriptie

1

2 GOED, BETER, BEST Advies inzake de kwaliteitsborging in het stelsel van vakbekwaam worden en het vakbekwaam blijven van de brandweer BRANDWEER Juni 2012

3 Colofon Titel Auteur Versie Goed, beter, best ; advies inzake de kwaliteitsborging in het stelsel van vakbekwaam worden en vakbekwaam blijven van de brandweer Leon Kuijpers en Jos van Zwieten (Brandweeronderwijsraad) i.s.m. Rena Punt en Margriet Snellen (CINOP) Eindversie Datum Brandweeronderwijsraad 2012 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever.

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave SAMENVATTING INLEIDING Aanleiding en context Aanpak en verantwoording ANALYSE HUIDIGE SITUATIE Kwaliteitsborging in beeld Het brandweeronderwijs in beeld Kwaliteitsaspecten in beeld Witte vlekken in beeld VISIE, KADER EN MODEL Witte vlekken in de juiste context Handen aan de juiste knoppen Knoppen in de juiste stand Opleiders in de juiste modus Ogen vanuit de juiste richting Kader in de juiste verhoudingen Model met de juiste onderdelen AANDACHTSPUNTEN EN AANBEVELINGEN Aandachtspunten Aanbevelingen...33 BIJLAGE 1: Waarderingskader (KAB) BIJLAGE 2: Witte vlekken en plussen BIJLAGE 3: Reflectie op Waarderingskader BIJLAGE 4: elementen in ontwerp Intern Toezicht BIJLAGE 5: Overzicht witte vlekken Advies kwaliteitsborging eindversie I

5 Advies kwaliteitsborging eindversie II

6 Aan: VNG/College voor Arbeidszaken Veiligheidsberaad Postbus Postbus GK Den Haag 6801 HA Arnhem Uw referentie: Uw brief d.d. 21 december 2010 Onze referentie: 2012/06/cdh02 Doorkiesnummer: / adres: info@brandweeronderwijsraad.nl Arnhem, 1 juni 2012 Betreft: Advies kwaliteitsborging Geachte Colleges, Met genoegen bieden wij u een advies aan inzake de kwaliteitsborging van het brandweeronderwijs. Met dit advies geven wij gevolg aan uw verzoek d.d. 21 december 2010 om u te adviseren over de kwaliteitseisen die aan opleidingsinstituten kunnen worden gesteld, de inhoud van deze kwaliteitseisen, het proces van uitvoering en controle en de organisatie die verantwoordelijk zou moeten zijn voor het kunnen stellen van deze eisen. Ons advies is om ten behoeve van het brandweeronderwijs én het vakbekwaam blijven een vorm van intern toezicht te organiseren. Deze vorm van intern toezicht is van en voor de brandweer. Het formaliseert als borging enerzijds een aantal eisen in het kader van governance en accountability en bevordert als adviserend orgaan anderzijds de kwaliteitsontwikkeling in het stelsel van het brandweeronderwijs. De Raad richt zich met aanbevelingen tot u om ten behoeve van de implementatie van een dergelijke vorm van intern toezicht te initiëren en besluitvorming te realiseren zodat de kwaliteitsborging, en daarmee de systematische ontwikkeling een feit wordt. De Raad heeft zich gebaseerd op de uitgangspunten en verkenningen die de Raad u medio 2010 in de vorm van een preadvies heeft voorgelegd, met inachtneming van uw reactie daarop. Het advies sluit aan bij het Versterkingsplan Brandweeronderwijs. Met elkaar vormt dit een basis om een optimaal geheel van activiteiten ten behoeve van de verdere kwaliteitsontwikkeling in het brandweeronderwijs mogelijk te maken, en dit een goede plek te geven in het IFV. De Brandweeronderwijsraad is van mening dat met uitvoering van dit advies een belangrijke stap gezet kan worden in de werking van het brandweeronderwijs als een samenhangend landelijk stelsel. Daarmee zal een concrete bijdrage geleverd kunnen worden aan de kwaliteit, en daarmee aan de effectiviteit en efficiency van dat stelsel. Hoogachtend, Jan Broekhuis voorzitter Jos van Zwieten secretaris Advies kwaliteitsborging eindversie 3

7 Advies kwaliteitsborging eindversie 4

8 1 SAMENVATTING Dit advies van de Brandweeronderwijsraad wil komen tot een antwoord op volgende vraag: Wat is ervoor nodig om een goede aanzet tot een systeem te maken binnen het brandweeronderwijs (vakbekwaam worden en blijven), waardoor de improvement (proces van beter worden) en accountability (afleggen van rekenschap) kunnen worden verbeterd? Als uitgangspunt voor deze vraag gold voor de brandweeronderwijsraad dat zoveel als mogelijk aangesloten moet worden bij de huidige situatie in de brandweersector. In dat licht is een verkenning uitgevoerd en een overzicht gemaakt van: Het begrip kwaliteitsborging Het stelsel van brandweeronderwijs De kwaliteitsaspecten binnen het brandweeronderwijs Witte vlekken in de huidige situatie: wat is er al, waar ligt een goede basis en wat mist er nog voor een goed systeem van (landelijke en regionale) kwaliteitsborging. De Brandweeronderwijsraad is van mening dat kwaliteitsborging in het brandweeronderwijs een effectief middel dient te zijn om de ontwikkeling van goed, naar beter, naar best in het brandweeronderwijs zo goed mogelijk te ondersteunen. Dwingende standaarden, normen en procesprocedures zijn alleen functioneel in de ontwikkeling van de kwaliteit van het totale stelsel als er middels een PDCA cyclus aan de juiste knoppen wordt gedraaid tot deze de juiste stand hebben bereikt. Een passend model voor kwaliteitsborging is in deze context functioneel, als de juiste drukpunten benoemd en bijgehouden worden. De Brandweeronderwijsraad is van mening dat het dan gaat om minimaal de volgende aspecten/knoppen: 1. (knop 1) Structureel beleggen van het onderhoud van de kwalificatiestructuur. Implementatie van deze knop zal vorm krijgen d.m.v. een overeenkomst tussen de brandweeracademie en de NVBR. 2. (knop 2) Ontwikkelen van normen ( professionaliseringsstandaarden ) voor het vakbekwaam blijven voor de repressieve functies. Implementatie van deze knop zal vorm krijgen d.m.v. een verdere invulling van het advies vakbekwaam blijven dat door de Brandweeronderwijs parallel met dit advies zal worden aangeboden aan VB/VNG. 3. (knop 3) Normeren en bewaken van de kwaliteit van opleiders. Implementatie van deze knop zal vorm krijgen d.m.v. het waarderingskader dat door de Projectgroep Kwaliteit Aanbieders Brandweeropleidingen (PKAB) is uitgewerkt en door de Brandweeronderwijsraad in dit advies is overgenomen. 4. (knop 4) Normeren en bewaken van de kwaliteit van instituten; Implementatie van deze knop zal vorm krijgen d.m.v. het waarderingskader dat door de Projectgroep Kwaliteit Aanbieders Brandweeropleidingen (PKAB) is uitgewerkt en door de Brandweeronderwijsraad in dit advies is overgenomen. Advies kwaliteitsborging eindversie 5

9 5. (knop 5) Vorm van intern toezicht Implementatie van deze knop zal vorm krijgen door uitvoering door de branche, waarbij de brandweeronderwijsraad adviseert dit binnen de kaders van Cicero te doen waarbij voldoende onafhankelijkheid en expertise van het intern toezicht zijn gewaarborgd is. Het model ziet er vervolgens schematisch als volgt uit: Knop 1: Onderhoud Kwalificatie Structuur ( worden ) Knop 2: Professionele standaarden ( blijven ) Knop 3: Kwaliteit opleiders Knop 4: Kwaliteit instituten KNOP 5: INTERN TOEZICHT Tot slot worden in dit advies nog een aantal aandachtspunten benoemd die tot invoering van zo n systeem van kwaliteitsborging moeten leiden. Advies kwaliteitsborging eindversie 6

10 2 INLEIDING 2.1 Aanleiding en context De Brandweeronderwijsraad is in 2010 opgericht door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Veiligheidsberaad (VB) en de Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Rampenbestrijding (NVBR), in overleg met het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Raad geeft vanuit zijn tripartite samenstelling van vertegenwoordigers van werkgevers/commandanten, werknemers en onderwijs gevraagd en ongevraagd advies aan de werkgeversorganisaties (i.c. VNG en VB) betreffende het stelsel van brandweeronderwijs. Een van de gevraagde adviezen betreft kwaliteitseisen die in het brandweeronderwijs aan opleidingsinstituten kunnen worden gesteld. VNG en VB hebben daarbij aangegeven advies te willen hebben rond: De inhoud van kwaliteitseisen voor opleidingsinstituten; Het proces van uitvoering en controle van kwaliteitseisen; De organisatie die verantwoordelijk wordt of zou moeten zijn voor het kunnen stellen van eisen. De aandacht van korpsen en hun opleidingsinstituten is in de periode vooral gericht geweest op de transformatie van het ranggerichte naar het functiegerichte stelsel, en de daarbij behorende aanpassingen in de opleidingen (vakbekwaam worden). Deze transitie, ondersteund vanuit het project Kwaliteit Brandweerpersoneel /Communicatie en Implementatie, heeft geleid tot een nieuwe inhoud en aanpak van het brandweeronderwijs en de examinering. De Brandweeronderwijsraad heeft, daarbij ondersteund door de adviesorganisatie CINOP, vooruitlopend op een definitief advies, voor kwaliteitsborging een verkenning uitgevoerd, uitgangspunten geformuleerd en een preadvies aan VNG en VB opgesteld ( preadvies kwaliteitsborging, d.d. 31 mei 2011). Daarnaast heeft de Brandweeronderwijsraad: Op stelselniveau in kaart gebracht wat belegd is en niet (werkdocument taken, verantwoordelijkheden en functionaliteit). Een ambitiekader geformuleerd ( droom van de BOR, zie website). Implementatie van een gezamenlijke visie op kwaliteitsborging vraagt om een integrale aanpak, met medewerking en vertrouwen van alle bij het brandweeronderwijs betrokken partijen. De Brandweeronderwijsraad heeft, in voorbereiding op een uitgebreid advies een verkenning uitgevoerd naar kwaliteitsborging en heeft in het genoemde preadvies VNG en het Veiligheidsberaad geadviseerd een model voor intern toezicht uit te werken. In dit definitieve advies wordt zo n model gepresenteerd en onderbouwd en worden aanbevelingen gedaan met betrekking tot de wijze waarop het model kan worden ingevoerd. 2.2 Aanpak en verantwoording Bij de totstandkoming van het advies, is overleg gevoerd met verschillende werkgroepen en gremia en zijn activiteiten uitgevoerd ter afstemming en aanscherping van de focus: Advies kwaliteitsborging eindversie 7

11 1. Werkgroep kwaliteitsborging (Brandweeronderwijsraad). Deze werkgroep is samengesteld uit de leden van de brandweeronderwijsraad. De volgende leden hebben deelgenomen: De heer Paul Joosten (commandanten/werkgevers) De heer Ton van der Vossen (werknemers) De heer Wim Beckmann (onderwijs) Deze werkgroep heeft tevens bijgedragen aan de totstandkoming van het advies vakbekwaam blijven. Omdat met betrekking tot de ontwikkeling van standaarden binnen het model vakbekwaam blijven direct te maken heeft met de wijze van naleving daarvan, is de werkgroep zoveel als mogelijk gecombineerd werkzaam geweest. 2. Consultaties en bronnenonderzoek Verder is bij de totstandkoming van het advies gebruik gemaakt van: Informatie verkregen uit de bovengenoemde werkgroepbijeenkomsten (werkgroep kwaliteitsborging); Formele en informele gesprekken met betrokkenen / reflectie op eerdere versies (Herry Esther, Marianne Heijndijk, Marco Boulogne); Expertbeoordelingen van delen van: - Document functionaliteitenmatrix - Document PKAB - Het preadvies kwaliteitsborging van de BOR (mei 2011) CINOP rapportage Een verkenning van Kwaliteitszorg voor het brandweeronderwijs (februari 2011) Achtergrondinformatie (waaronder het rapport brandweeronderwijs in Nederland, Twijnstra Gudde/CapGemini, mei 2011) Toezichtskader BVE, Inspectie van het Onderwijs 2012; Tweede Kamer der Staten-Generaal, vergaderjaar , nr. 4 (Wijziging van de Wet veiligheidsregio s in verband met de oprichting van het Instituut Fysieke Veiligheid en in verband met de volledige regionalisering van de brandweer). 3. Opzet van en afstemming met projecten In en ten behoeve van de aanloop naar het advies is gebruik gemaakt van de volgende projectmatige activiteiten: Ontwikkeling kwaliteitskader opleidingsinstituten (NIFV, Nbbe en 6 regionale opleidingsinstituten); Cicero (t.b.v. brandweerbrede kwaliteitszorg); Project Brandweeronderwijsraad met steun van VNG en A+O-fonds Gemeenten (gerichte ontwikkeling van standaarden en normeringen). Met behulp van deze aanpak is getracht zo veel als mogelijk aan te sluiten bij de praktische werkelijkheid van de brandweer. 4. Afstemming met Inspectie VenJ Met de inspectie VenJ heeft een drietal afstemmingsgesprekken plaatsgevonden. Ook is het preadvies kwaliteitsborging ter reactie aan de Inspectie VenJ voorgelegd. 5. Inzet externe expertise De Brandweeronderwijsraad heeft zich laten bijstaan door CINOP, een adviesorganisatie met expertise op het gebied van kwaliteitsontwikkeling en borging in opleidings- en examensystemen. Advies kwaliteitsborging eindversie 8

12 CINOP heeft een verkennende studie uitgevoerd naar elders verworven inzichten en aanpakken en deze in samenhang met de visie van de Brandweeronderwijsraad gecombineerd tot het in dit advies opgenomen model. Advies kwaliteitsborging eindversie 9

13 Advies kwaliteitsborging eindversie 10

14 3 ANALYSE HUIDIGE SITUATIE Als uitgangspunt voor de advisering rond kwaliteitsborging gold dat zoveel als mogelijk aangesloten moet worden bij de huidige situatie in de brandweersector. In dat licht is een verkenning uitgevoerd en een overzicht gemaakt van witte vlekken in de huidige situatie: wat is er al, waar ligt een goede basis en wat mist er nog voor een goed systeem van (landelijke en regionale) kwaliteitsborging. De belangrijkste elementen worden in dit hoofdstuk nader toegelicht, aan de hand van een vertrekpunt en stelselbeschrijving. Deze beschrijving is gemaakt om een beeld te hebben van de vele werkprocessen, waarvan in het brandweeronderwijs sprake is, en welk effect dat heeft op de huidige mate van borging van de kwaliteit er van. 3.1 Kwaliteitsborging in beeld Drivers en doelen De zorg voor en borging van kwaliteit richt zich op gewenste of noodzakelijke resultaten en op werkprocessen die in samenhang tot deze resultaten leiden. Inzet van kwaliteitsborging kan vanuit verschillende drives worden ingezet: Extern gedreven: governance, accountability, verantwoorden (doen we de goede dingen en doen we de dingen goed in het licht van externe verwachtingen of gestelde eisen?); Intern gedreven: verbeteren en leren (hoe doen we dingen beter in ons eigen streven om dingen efficiënter, effectiever of kwalitatief beter te doen?). De basis voor het (kunnen) organiseren van kwaliteitsborging is het beeld van betrokken organisaties en hun werkprocessen. Op basis van dat beeld kan worden vastgesteld of en hoe de effectiviteit en de efficiency kan worden verbeterd, en of daarvoor (met een specifiek doel) wel of niet richtlijnen of standaarden dienen vastgesteld en nageleefd te worden. Kwaliteitsontwikkeling Om de kwaliteit te verbeteren wordt in het algemeen de PDCA-cyclus toegepast. De elementen van de PDCA zijn de volgende: Plan: opstellen kwaliteitsverbeterplannen (bijvoorbeeld gekoppeld aan meerjaren plannen van een organisatie). Do: het uitvoeren van verbeteracties. Check: het opnemen van de voortgang en de resultaten. Meten, registreren en op basis van normen evalueren en beoordelen. Act: op basis van de inzichten uit de check fase conclusies trekken voor verbeteringen en de bewaking. De PDCA-cyclus is dé onderlegger in kwaliteitssystemen zoals het INK-model en het ISO-systeem, maar kan ook toegepast worden in een hands on aanpak, al dan niet uitmondend in een systematische aanpak. De hands on - benadering kan ontwikkeld en toegepast worden door de diverse actoren zelf: medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het opzetten van een cursus ontwikkelen, evalueren dit zelf en passen de resultaten van die evaluatie toe. Er is dan sprake van zelfevaluatie. De systeem - benadering impliceert een meer formele benadering: er is een aparte kwaliteitsmedewerker of een kwaliteitsbureau dat invulling geeft aan het cyclische proces. Advies kwaliteitsborging eindversie 11

15 Plan (kwaliteitsverbeterplannen) ACT (conclusies trekken voor kwaliteitsbewaking) DO (uitvoeren verbeteracties) CHECK (meten/registreren beoordelen/evalueren met normen) 3.2 Het brandweeronderwijs in beeld Stelsel van functiegericht onderwijs (vakbekwaam worden) Het brandweeronderwijs beslaat een groot aantal opleidingen op het niveau van de uitvoerende functies en op het niveau van de hogere en managementfuncties. Het doel van alle opleidingen is om de betrokken medewerkers optimaal te bekwamen om hun zo belangrijke rol bij het garanderen van veiligheid te kunnen vervullen. De in de het Besluit Personeel Veiligheidsregio s benoemde brandweerfuncties en daaraan verbonden kwalificatiedossiers bepalen daarbij de inhoud van examens en opleidingen. Het stelsel van brandweeropleidingen omvat de leergangen brandweermanagement, die aangeboden en uitgevoerd worden door de Brandweeracademie en de overige leergangen voor uitvoerenden, die aangeboden en uitgevoerd worden door de regionale opleidingsinstituten in de regio s. Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van particuliere aanbieders van opleidingen en trainingen. Examens worden ontwikkeld en uitgevoerd door het Nederlands Bureau Brandweerexamens (Nbbe), dat als zelfstandig bestuursorgaan de taak heeft om de wettelijk vastgelegde beroepseisen te toetsen. De in het stelsel van brandweeronderwijs betrokken organisaties kennen nu nog een zekere mate van autonomie ten opzichte van elkaar. In 2010 is een beleid ingezet om de afstemming en samenhang in het stelsel te bevorderen, onder meer door de vorming van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) dat medio 2012 operationeel zal zijn, en waarin NIFV en Nbbe zullen opgaan. In het stelsel is een aantal lagen te onderscheiden. Met elkaar vormen deze lagen de niveaus waarbinnen diverse werkprocessen ten behoeve van het brandweeronderwijs worden uitgevoerd: Advies kwaliteitsborging eindversie 12

16 Het (bestuurlijk) stelselniveau: alle elementen van het brandweeronderwijs die landelijk geregeld worden. De ontwikkeling en vaststelling van de kwalificatiedossiers, de productie van lesmateriaal en andere leermiddelen, de ontwikkeling en uitvoering van de examinering en de opleiding van sommige opleiders. Actoren op dit niveau zijn: VNG en NVBR, de NIFV met de Brandweeracademie, de Nbbe, de Brandweeronderwijsraad en de Minister van V&J. Het (management- en) organisatieniveau: de organisaties die (regionaal) de uitvoering van opleidingen verzorgen. Zij richten de opleidingstrajecten en leeromgeving in, zij doen het aanbod, organiseren de opleidingen, en zetten opleiders (docenten en instructeurs) in. Zij organiseren eventueel maatwerktrajecten in opdracht van een werkgever. Zij richten daartoe een organisatie in inclusief een managementstructuur en bepalen de werkprocessen. Zij zetten verschillende rollen in ten behoeve van opleiden: zoals een hoofd opleidingen, docenten, instructeurs, werkplekbegeleider en trajectbegeleider. Actoren op dit niveau zijn: de regionale opleidingscentra (de ROI s), de trainingscentra en commerciële opleidingsorganisaties. De Veiligheidsregio s zijn op dit niveau formeel de actor 1. Het uitvoeringsniveau: het opleiden zelf. Op dit niveau zijn de ROI s, de trainingscentra of de commerciële opleidingsorganisaties de actoren. Stelsel Brandweeronderwijs in vogelvlucht Stelselniveau Ontwikkeling KD s Ontwikkeling opleidingsplan, Proeve van Bekwaamheid op basis KD Portfolio en toets blijvende vakbekwaamheid Ontwikkelen lesmateriaal op basis van KD Ontwikkeling en uitvoering examinering Opleiding van de opleiders Organisatie managementstructuur landelijke instellingen Actoren: V&J, VNG, NVBR, BOR, NIFV Brandweeracademie, Nbbe Organisatieniveau Opleidingsaanbod Organiseren opleidingen Leeromgevingen inrichten Opleiders inzetten Eventueel maatwerk trajecten organiseren Organisatie en managementstructuur regionale instellingen Actoren: ROI s, trainingscentra (commerciële opleidingsorganisaties) Uitvoeringsniveau Wat: uitvoeren van opleidingstrajecten bekwaam worden, blijven en oefenen Hoe: werkplekken, instructie en training Actoren: deelnemers, opleiders, werkplek begeleiders Stelsel van kennisontwikkeling (vakbekwaam blijven en ontwikkelen) In een breder perspectief van kennisontwikkeling en circulatie binnen de brandweer is het aantal partijen en activiteiten vele malen groter. Het volgende plaatje illustreert dat: 1 Met de Wet op de Veiligheidsregio s is de regionalisering van de brandweer binnen 25 Veiligheidsregio s een bestuurlijk feit. In de praktijk is er sprake van een aanloop, waarin nog niet alle brandweerkorpsen zijn geregionaliseerd en/of deel uitmaken van een Veiligheidsregio. Advies kwaliteitsborging eindversie 13

17 In iedere çel is sprake van kwaliteitsfactoren, waarop al dan niet gestuurd wordt en kwaliteitszorg of borging plaatsvindt. De optelsom van alle functionaliteiten, taken en verantwoordelijkheden en de daarvan afgeleide werkprocessen in dit complex bepaalt de kwaliteit van het totaal. Lacunes in het stelsel De Brandweeronderwijsraad heeft aan de hand van een tiental aspecten geanalyseerd of daarbij in voldoende mate voorzien is in functionaliteiten, taken en verantwoordelijkheden. Het resultaat daarvan is vastgelegd in een werkdocument 2. Dat levert het volgende beeld op: 1. Scholingsbehoefte wel belegd 2. Kwalificatiedossiers niet belegd 3. Kwaliteitsinstrumenten wel belegd 4. Les- en leerstof deels belegd 5. Vakbekwaamheidsbehoefte wel belegd (zonder normering of borging, in advies BOR)) 6. Uitvoering wel belegd 7. Examinering wel belegd 8. Certificering en accreditatie niet belegd (in advisering BOR) 9. Monitoring en evaluatie niet belegd (idem) 10. Toezicht niet belegd (idem) 3.3 Kwaliteitsaspecten in beeld In de aanloop naar het advies is een verkenning uitgevoerd naar alle aanwezige en niet aanwezige aspecten van kwaliteitsborging in het geheel van het brandweeronderwijs, afgezet tegen andere onderwijs- of opleidingsstelsels. 2 Overzicht: functionaliteiten, verantwoordelijkheden en taken in het brandweeronderwijs (definitieve versie, ) Advies kwaliteitsborging eindversie 14

18 De verkenning heeft plaats gevonden in andere onderwijsstelsels (Politieonderwijs, GHOR- Academie, bij mbo, hbo, het niet-bekostigde onderwijs en het EQAVET raamwerk van de EU). De verkenning leverde de volgende bevindingen op. Een overall conclusie is dat kwaliteitsborging in het brandweeronderwijs in de kinderschoenen staat, in vergelijking met andere organisaties zoals de Politieacademie, het mbo en hbo onderwijs. Kwaliteit van het stelsel Het brandweeronderwijs verschilt van de andere organisaties, in de zin dat niet alle brandweeropleidingen in één samenhangend organisatorisch of wettelijk verband zijn geplaatst, waardoor er eigenlijk niet kan worden gesproken van een stelsel. Het grote aantal afzonderlijke (soms heel kleine) opleidingsorganisaties bemoeilijkt daarbij het structureel bewaken van de kwaliteit. Toezicht op kwaliteit De inventarisatie laat zien dat het in de meeste onderwijssectoren gebruikelijk is dat er drie typen toezicht in combinatie worden gehanteerd: extern toezicht, intern toezicht en zelfmonitoring. Bij het brandweeronderwijs ligt het accent op zelfmonitoring. Verbetercyclus De PDCA biedt het fundament voor tal van benaderingen van kwaliteitsborging; of het nu om certificering, keurmerken of accreditaties gaat. Bij het brandweeronderwijs wordt de PDCA al gehanteerd bij zelfmonitoring en in het externe toezicht op examinering. Standaarden en normeringen Het hanteren van duidelijke standaarden en normen ten behoeve van een systematische kwaliteitsborging is gebruikelijk bij de meeste organisaties en sectoren die betrokken waren in de verkenning. Bij het brandweeronderwijs bestaat ervaring met het hanteren van standaarden in de vorm van de kwalificatiedossiers, die een basis vormen voor de uitwerking van examens, les- en leerstof en opleidingsinhouden. Geconstateerd wordt dat deze uitwerkingen procesmatig niet worden ondersteund door een vorm van kwaliteitsborging. Het proces wordt ook niet ondersteund door een structurele vorm van onderhoud van de kwalificatiestructuur; de standaarden worden dus niet onderhouden. Kwaliteit van opleidingen Opleidingen van de Politieacademie, de GHOR-academie, en in mbo en hbo staan, in tegenstelling tot het brandweeronderwijs, onder een vorm van (extern) toezicht. Bij dit externe toezicht wordt gewerkt met toezichtkaders en periodieke toetsing van het wat en het hoe in het onderwijsbeleid en de uitvoering er van (periodiek inspectieonderzoek of een accreditatieprocedure). De nietofficiersopleidingen van het brandweeronderwijs kennen geen enkele vorm van systematisch toezicht op kwaliteitscontrole. De officiersopleidingen kennen in het NIFV een vorm zelfevaluatie en worden geaccrediteerd. Kwaliteit van de examens Kwaliteitsborging in de examinering is gebruikelijk bij de verwante organisaties en in andere onderwijssectoren. Dat heeft daarbij een eigen plaats naast de kwaliteitsborging van opleidingen. Ook bij het brandweeronderwijs wordt bij de examinering een systematische vorm van kwaliteitsborging gehanteerd. Er is daarbij sprake van extern toezicht en zelfmonitoring. Advies kwaliteitsborging eindversie 15

19 Kwaliteit van opleiders Het is gebruikelijk bij verwante organisaties en andere onderwijssectoren dat eisen gesteld worden aan de kwaliteit van opleiders (in termen van bevoegdheidsregelingen en professionaliseringsbeleid). Bovendien is er in het mbo en hbo sprake van een cyclisch kwaliteitszorgproces om de kwaliteit van opleiders te volgen en op peil te houden. Dit is bij mbo- en hbo-instellingen ingebed in het HRM-beleid. In het brandweeronderwijs zijn er op stelselniveau geen standaard eisen aan opleiders. Wel wordt bevorderd dat opleiders een didactische aantekening verwerven. Aan examinatoren worden op landelijk niveau wel eisen gesteld. Kwaliteit van de leeromgeving Er is summiere informatie gevonden over de kwaliteitsborging van leeromgevingen bij verwante organisaties en bij andere onderwijssectoren. In het middelbaar beroepsonderwijs wordt voorzien in een genormeerd systeem van erkende opleidingsbedrijven, als voorwaarde om stagiairs op te leiden. Bij het brandweeronderwijs is niet voorzien in zo n systeem. Wel ziet de arbeidsinspectie toe op de leeromgeving in trainingscentra en is een keurmerk voor deze centra in ontwikkeling. Kwaliteit van de organisatie De verkenning laat zien dat in andere onderwijssectoren vormen van kwaliteitszorg van de interne organisatie gebruikelijk is. Het brandweeronderwijs kent dit niet; noch bij de landelijke instellingen, noch bij de decentrale opleidingsinstituten. Een uitzondering hierop is de Nbbe, die wel een kwaliteitszorgsysteem inzet voor de eigen interne organisatie. Organisatie en onderwerpen van kwaliteitszorg en -borging Organisatie van de kwaliteitszorg en borging is bedoeld om te garanderen dat (kwaliteits)doelen gehaald worden en (kwaliteits)procedures gevolgd worden. Bij de andere onderwijssectoren is het gebruikelijk om ter ondersteuning van het management en uitvoerende opleiders, de organisatie te beleggen bij daartoe aangewezen medewerkers of bij een kwaliteitsafdeling. Bij het brandweeronderwijs is dit niet geregeld, met uitzondering van de Nbbe. Deze organisatie bewaakt expliciet de kwaliteit op het niveau van de examenproducten. De feitelijke inhoud en reikwijdte van kwaliteitsonderzoek wordt in de diverse sectoren jaarlijks beschreven in toezichts- en waarderingskaders. Deze kaders zijn bepalend voor de wijze waarop de instellingen hun kwaliteitszorg en borging inrichten. In het beroepsonderwijs is tenslotte relevant dat de kwaliteit van het onderwijs en het toezicht daarop op meerdere aspecten betrekking heeft: Kwaliteit van het onderwijs zelf (gericht op de ontwikkeling van het pedagogisch didactisch klimaat en de prestaties sec); Kwaliteit van de inhouden (gericht op een optimale relatie tussen praktische vakinhouden en de inhoud van de opleidingen, waarbij onder andere gebruik wordt gemaakt van paritaire commissies ); Kwaliteit van de producten (gericht op onder andere de kwaliteit van examens, de genormeerde aantallen lesuren). Advies kwaliteitsborging eindversie 16

20 3.4 Witte vlekken in beeld In de verkenning, die in opdracht van de Brandweeronderwijsraad door CINOP is uitgevoerd, is onderzocht welke kwaliteitsaspecten in het brandweeronderwijs wel onderwerp vormen van kwaliteitsonderzoek ( plus ), en welke vanuit de vergelijking met andere stelsels worden gemist ( witte vlek ). Dat leverde het volgende overzicht op: Visie en doelen Pluspunten Er zijn visies en ideeën over kwaliteitsborging op stelselniveau aanwezig bij de verschillende centrale organisaties. Reeds aanwezige elementen van een visie op stelselniveau: Verbeteren en leren (BA, NVBR, Nbbe). Verantwoorden (Nbbe). Keten benadering (Nbbe). Transparantie en betrouwbaarheid (Nbbe). Witte vlekken Gezamenlijke visie op kwaliteit van het stelsel en een organisatie die daar de drager van is. Visie op stelselniveau op: Kwaliteitsborging in samenhang van vakbekwaam worden en blijven brandweerpersoneel. Transparantie. Samenhang met interne projecten (zoals Cicero). Opbouw KWZ van boven naar beneden. Decentraal: Ontbreken van een gezamenlijke visie op KWZ (bij de regionale organisaties). Type Toezicht Ad-hoc zelfmonitoring (NVBR, BA, regio s). Vormen van intern toezicht (Nbbe. inspecteurs). Extern toezicht op examinering (IOOV). PDCA Standaarden en normen Bij zelfmonitoring wordt de PDCA cyclus organisch en systematisch ingezet (bij BA, NVBR, Nbbe, in mindere mate de regio). (extern vastgelegd) functiebeschrijvingen kwalificatiedossiers brandweer doctrines; andere wettelijke kaders, zoals Arbo. Gestructureerde zelfmonitoring (centraal en decentraal). Intern toezicht (centraal en decentraal). Extern toezicht (borging kwaliteit onderwijs; examinering; organisatie; financieel. Centraal en decentraal). systematische inzet van de PDCA cyclus bij: Intern toezicht. Extern toezicht. (extern vastgelegd) Vaste cyclus voor onderhoud van KD s. Europese kaders kwalificatieprofiel NLQF. Europese kaders KWZ Eqave. Wettelijke kaders en brandweerdoctrines. Kwaliteit opleidingen (intern vastgelegd) Examinering Nbbe. bevoegdheidseisen aan docenten (BA). Decentraal: Verschillende rollen (hoofd opleidingen, docent en examinator) belegd bij verschillende personen. Cyclische zelfmonitoring bij implementatie opleidingsplannen en opleidingsmateriaal (0 meting en 1 meting). (NVBR). Cyclische zelfmonitoring alle opleidingen Brandweeracademie. (intern vastgelegd) Landelijke eisen of formele bevoegdheidsregelingen aan alle opleiders, docenten, decanen, instructeurs, trainers enzovoort. Decentraal: Bij ROI s worden de verschillende rollen soms belegd bij dezelfde personen. accreditatie en kwaliteitscyclus opleidingen handreiking en naleving studiebelasting kwaliteitscyclus leidraad oefenen Decentraal: Bij de implementatie van de nieuwe materialen ontbreekt een monitoring van het HOE van de opleidingen. Advies kwaliteitsborging eindversie 17

21 Kwaliteit examinering Kwaliteit opleiders Kwaliteit opleidingsinstituten, trainingscentr a, examenlocaties, werkplekken KWZ interne organisatie Organisatie van de KWZ Intern toezicht cyclus uitvoering examens (Nbbe). Intern toezicht cyclus ontwikkeling examens (Nbbe). Kwaliteitseisen aan examinatoren Extern toezicht IOOV. bevordering mogelijkheid tot het behalen van pedagogisch didactische aantekening instructeurs. Mogelijkheid opleiding docenten. Keurmerk leercontext: Examenlocaties (Nbbe ; ISO 17024). Keurmerk trainingscentra (in ontwikkeling) ROI s, Nbbe; BA. Bedrijfsprocessen: Nbbe (ISO 9001). Veiligheid trainingscentra (arbeidsinspectie). certificering examinatoren en controle hierop. landelijke bevoegdheidseisen aan alle opleiders. certificeren en registreren opleiders. Decentraal: genormeerde prestaties van opleiders Keurmerk leercontext: Normering en erkenning Opleidingsinstituten (ROI s). Normering en erkenning werkplekken als leerplek. Meten en monitoren effectiviteit leercontext bij ROI s, trainingscentra en werkplekken. Bedrijfsprocessen en KWZ-personeelsbeleid bij NVBR, BA, ROI s, trainingscentra. KWZ Management en sturing bij NVBR, BA, ROI s, trainingscentra. Organisatie van kwaliteitszorg in de keten. Toezichtkader (intern en extern toezicht). Sturing vanuit de lijn op KWZ (centraal en in de regio). Bureau KWZ en KWZ-medewerker (centraal en in de regio). registratiesysteem om kwaliteitsinstrumenten, metingen en dergelijke vast te leggen, te beheren, te onderhouden en er over de communiceren. Samenhangend kwaliteitskader officiersopleidingen en lagere opleidingen. Samenhang met andere projecten (zoals Cicero). Gevisualiseerd en samengevat levert deze analyse het volgende plaatje op (zie ook bijlage 5): Advies kwaliteitsborging eindversie 18

22 4 VISIE, KADER EN MODEL De Brandweeronderwijsraad is van mening dat kwaliteitsborging in het brandweeronderwijs een effectief middel dient te zijn om de ontwikkeling van goed, naar beter, naar best in het brandweeronderwijs zo goed mogelijk te ondersteunen. Dwingende standaarden, normen en procesprocedures zijn alleen functioneel in de ontwikkeling van de kwaliteit van het totale stelsel als er aan de juiste knoppen wordt gedraaid tot deze de juiste stand hebben bereikt. In dit hoofdstuk wordt deze visie verder uitgewerkt, resulterend in een kader en model en een gedetailleerde toelichting op de wijze waarop het model geëffectueerd kan worden. 4.1 Witte vlekken in de juiste context Knel- en drukpunten in de stelselsturing De Brandweeronderwijsraad is van mening dat volledige uitwerking van een systeem voor kwaliteitszorg en borging, zoals dat in andere sectoren gebruikelijk is, een te grote en onwenselijke stap zou zijn. De specifieke context van de brandweer (lokale organisaties in een proces van schaalvergroting en regionalisering), de gegroeide situaties in het brandweeronderwijs (van ranggericht naar functiegericht) en vooral de cultuur van de brandweer (met dominante kenmerken van de vrijwilligersorganisatie) staan nu nog een volledig uitgewerkt kwaliteitssysteem in de weg. Het grootste afbreukrisico is dat er daarmee knellende kaders worden aangebracht in een systeem dat van nature flexibel en kleinschalig georganiseerd is. Daarmee zouden initiatieven die vanuit de basis ontstaan om dingen beter te doen eerder worden gefrustreerd dan bevorderd. Daarbij zijn nuances ten opzichte van gedetailleerde kwaliteitszorg en -borging op zijn plaats. De systemen zoals deze aangetroffen worden in andere onderwijssectoren vormen geenszins een garantie dat de kwaliteit van het primaire leerproces optimaal is. Zelfs als de brandweer bestand zou zijn tegen een volledige invulling van alle gevonden witte vlekken is het de vraag of daarmee de werkelijke knelpunten in het brandweeronderwijs zouden worden opgelost. Deze hebben immers niet allemaal betrekking op zaken die via genormeerde kwaliteits of een sluitend kwaliteitssysteem te verbeteren zijn. De Raad heeft de volgende lacunes in het brandweeronderwijsstelsel geïdentificeerd. Onderhoud van kwalificaties en bijhouden van kwalificatiedossiers is niet belegd. Een geaccepteerd model voor blijvende vakbekwaamheid moet worden ontwikkeld. Regie op en uitvoering van de ontwikkeling van les- en leerstof voor lagere functies is nodig. Docenten en instructeurs dienen te worden gecertificeerd en geregistreerd. Regie op en uitvoering van accreditatie van opleidingsaanbieders/instituten moet worden ingericht. Monitoring en evaluatie van inhoudelijke en methodisch/didactische processen voor vakbekwaamheid moeten worden ingericht. Toezicht op het stelsel moet worden afgesproken, met name ten aanzien van de invulling van rollen en verantwoordelijkheden en inzet van een kwaliteitssysteem. Afspraken over het onderhoud van het stelsel als geheel moeten worden gemaakt. Advies kwaliteitsborging eindversie 19

23 In het strategisch samenwerkingsplan, dat in maart 2011 is vastgesteld, hebben de RRC en de Brandweeracademie van het NIFV een aantal strategische samenwerkingsdoelen geformuleerd die vanaf 2012 worden uitgewerkt. Doel is om samen meer regie op en samenhang op brandweeronderwijs te organiseren met de onderstaande visie als uitganspunt: Eén Brandweer Nederland in verscheidenheid (als een huis met 25 kamers ); ) versterking van research en development voor de rode kolom; versterking van het continue proces van kenniscirculatie en vereenvoudiging van de onderwijsinfrastructuur; een brandweerveld dat steeds meer verantwoordelijkheid neemt voor kennis- en vakontwikkeling in een klimaat van kennisintensivering; de Brandweeracademie als het kennis- en opleidingsinstituut voor de brandweer, de centrale ingang voor kenniscirculatie en vakontwikkeling met een initiërende, katalyserende en bindende rol; een RRC in een sturende positie op zowel het wat als het hoe om de collectieve ambitie te kunnen realiseren. In dat perspectief zijn zes strategische doelen benoemd, die de komende 5 jaar helpen de kenniscirkel goed te laten draaien en goed draaiende houden. (Bron: Versterkingsplan Brandweeronderwijs, conceptversie 2, november 2011) Advies kwaliteitsborging eindversie 20

24 In het voorjaar van 2011 is op basis van beslisdocumenten door de Programmaraad Brandweerzorg en de RRC instemming gegeven aan de implementatie van deze zes strategische doelen. 3 Vanuit de analyse dat er op stelselniveau een aantal essentiële functies, taken en verantwoordelijkheden in het brandweeronderwijs niet of onduidelijk zijn belegd heeft de Brandweeronderwijsraad aangedrongen op een aanpak daarvan. Dit wordt begin 2012 via het Versterkingsplan Brandweeronderwijs, dat op initiatief van de Minister van V&J met alle, bij het brandweeronderwijs betrokken partijen wordt opgesteld, naar verwachting gerealiseerd. Wat de Minister vooral beoogt met dit Versterkingsplan is een resultaatgerichte, integrale aanpak, waarbij geen sprake is van vrijblijvendheid. Onderdeel van het plan is de opzet van een integraal systeem voor kwaliteitsborging, waarbij de eerdere overwegingen van de Brandweeronderwijsraad, als verwoord in het preadvies kwaliteitsborging, als uitgangspunt worden genomen. De Brandweeronderwijsraad gaat er van uit dat het Versterkingsplan daadwerkelijk leidt tot een structuur voor het brandweeronderwijs waarmee er gesproken kan worden van een samenhangend stelsel, waarop regie kan worden gevoerd. Dit is een belangrijke randvoorwaarde voor de introductie en verdere vulling van een systeem van kwaliteitsborging, waarmee op de juiste wijze op de juiste knoppen gedrukt wordt. Inzet Brandweeronderwijsraad: functionele knoppen en toezicht De Brandweeronderwijsraad gaat er van uit dat de primaire inzet van kwaliteitsborging gericht is op (interne) verbetering van het brandweeronderwijs, passend bij de inzet voor de verdere professionalisering van de brandweer zoals dat door de beroepsgroep en zijn vereniging, de NVBR, wordt nagestreefd. Tegelijk constateert de Raad dat er een belangrijke maatschappelijke druk bestaat, die een goed functionerend stelsel van vakbekwaam worden en vakbekwaam blijven verondersteld. Onderzoeken van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid en de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid laten zien dat het lerend vermogen van de brandweer soms te kort schiet en dat het onderwijs een aantal zwakke punten kent, waaronder versnippering. Het stelsel van brandweeronderwijs vervult in deze een cruciale taak. Een gedegen verantwoording hoort daarbij; zowel op het niveau van de bestuurlijk verantwoordelijke voor het korps, de Veiligheidsregio, als op het collectieve niveau van Veiligheidsberaad en VNG. 4.2 Handen aan de juiste knoppen Vakbekwaam worden en blijven is het uitgangspunt van het Besluit personeel veiligheidsregio s. Medewerkers van de brandweer worden opgeleid, geëxamineerd, geoefend, getraind en bijgeschoold voor de functies en taken die zij daadwerkelijk uitoefenen. De praktijk, met de benodigde vaardigheden van medewerkers, is dus het uitgangspunt. Het gaat niet langer alleen om vakbekwaam worden (opleiden en examineren), maar ook om vakbekwaam blijven (oefenen, trainen en bijscholen). Het nieuwe brandweeronderwijs is functiegericht en activerend 4. 3 NVBR-Brandweeracademie, Strategisch plan voor samenwerking, 24 februari 2011, versie 4.0 en NVBR-BA, Beslisdocumenten voor strategisch plan voor samenwerking, 28 maart 2011 versie 4.0. Meningsvormig in de Programmaraad Brandweerzorg in januari 2011, RRC Themasessie in februari 2011 en besluit in RRC op 15 april VNG en NVBR, Toolbox vakbekwaam worden en blijven, 2010 Advies kwaliteitsborging eindversie 21

25 De essentie ervan is: afwisseling van theorie en praktijk tijdens het leren; toepassing van theorie in de werkelijke en de gesimuleerde praktijk; een koppeling van werken en leren om taken in een realistische context te leren; precies die kennis en vaardigheden worden overgedragen waarmee de deelnemer een goede start kan maken in zijn toekomstige functie bij de brandweer; meer hoeft niet, minder mag niet. Om een leven lang leren proces, kennis en expertise op hoog peil te brengen en te houden is het samenspel van alle partijen in het veld belangrijk. Samen kan innovatie, kwaliteit en professionalisering van hulpverleningsorganisaties en hulpverleners in de fysieke veiligheid gestimuleerd worden, met ieders eigen bijdrage hierin. De expertise en ervaringen in de praktijk zijn uitgangspunt voor het actueel houden van kennis en vaardigheden, hetgeen in een leven lang leren cyclus vorm krijgt. Brandweeronderwijs gaat zogezegd om het stimuleren van uitwisseling, het bieden van een klimaat waarin kennis en vaardigheden worden vergroot, met zowel lokale, regionale, nationale als internationale inzichten en ervaringen om vakbekwaam te worden en te blijven. 5 Een passend model voor kwaliteitsborging is in deze context functioneel, als de juiste drukpunten benoemd en bijgehouden worden. De Brandweeronderwijsraad is van mening dat het dan gaat om minimaal de volgende aspecten: (knop 1) Structureel beleggen van het onderhoud van de kwalificatiestructuur; (knop 2) Ontwikkelen van normen ( professionaliseringsstandaarden ) voor het vakbekwaam blijven voor de repressieve functies. (knop 3) Normeren en bewaken van de kwaliteit van opleiders; (knop 4) Normeren en bewaken van de kwaliteit van instituten; (knop 5) Vorm van intern toezicht. 4.3 Knoppen in de juiste stand Knop 1: onderhoud kwalificatiestructuur Dit aspect is benoemd en zal in de vorming van het IFV een specifieke plek krijgen. De Brandweeronderwijsraad bepleit dat deze functie prominent zichtbaar en merkbaar zal zijn, en dat er een helder cyclisch proces wordt toegepast. Het onderhoud dient in een bepaalde frequentie plaatst te vinden en is de basis voor: Aanpassingen in functie-eisen en kwalificatiedossiers; Aanpassingen in de kwaliteitsinstrumenten; Aanpassingen in het opleiden en oefenen; Bepalingen voor verplichte bijscholing. Knop 2: normering vakbekwaamheid Dit aspect is uitgewerkt in het advies van de Brandweeronderwijs inzake vakbekwaam blijven, waarin een landelijk kader en model worden geïntroduceerd 6. De binnen dat model ontwikkelde en te ontwikkelen standaarden komen in het kader van kwaliteitsborging binnen het hier voorgestelde model voor kwaliteitsborging te vallen. 5 Versterkingsplan Brandweer i.o., versie november 2011 en IFV i.o, Ontwerp Inrichtingsplan IFV/Kenniscluster Totaalbeeld d.d. 14 mei De goede dingen; advies inzake de bepaling en aanpak van vakbekwaam blijven bij de brandweer. Advies van de Brandweeronderwijsraad aan VNG en Veiligheidsberaad, december Advies kwaliteitsborging eindversie 22

26 Knop 3 en 4: normering kwaliteit opleiders en instituten Deze aspecten maken onderdeel uit van dit advies. Om tot een normering en standaarden te komen is de Brandweeronderwijsraad initiatiefnemer geweest van een A+O-fonds-project, dat in het voorjaar van 2011 is gestart. Het project betreft onderzoek naar, vaststelling van en implementatie van een set van normen en standaarden ten behoeve van het brandweeronderwijs, zowel met betrekking tot het vakbekwaam worden als tot het vakbekwaam blijven. In het projectplan staat de inzet en beoogde meerwaarde als volgt omschreven: Deze set van normen en standaarden zal zorgen voor een grotere eenduidigheid en controleerbare kwaliteit van het stelsel voor vakbekwaam worden en vakbekwaam blijven. Daarmee zal het stelsel beter benut kunnen worden als instrument voor het loopbaanbeleid van het (vrijwillige en beroeps)personeel: Standaarden voor Vakbekwaam blijven zorgen er voor dat een gelijk niveau bereikt wordt met betrekking tot processen en procedures, minimale inhouden van bijscholing en minimale eisen die gesteld mogen worden aan de korpsen als leerbedrijf. Daardoor wordt de (intra- en intersectorale) mobiliteit van het brandweerpersoneel verbeterd. Normering van de kwaliteit van opleiders en van de kwaliteit van instituten draagt bij aan de wijze waarop brandweermensen worden opgeleid en bijgeschoold, hetgeen direct van invloed is op het niveau van kennis- en kunde (en daarmee de professionaliteit en veiligheid) van brandweerlieden en op het civiel effect van de opleidings- en bijscholingsinspanningen van de korpsen; Door het stellen van normen en criteria aan het brandweeronderwijs krijgen medewerkers een duidelijker ontwikkelings- en kwalificatieprofiel. Daarmee zullen brandweerlieden zowel voor de ontwikkeling van de loopbaan binnen de brandweer, als voor de ontwikkeling van een (nieuwe) loopbaan buiten de brandweer zich kunnen positioneren op de in- en externe arbeidsmarkt. Het project is vervolgens aangehaakt bij een lopend initiatief van NIFV, Nbbe en zes opleidingsinstituten om een waarderingskader te ontwikkelen: Het project Kwaliteit Aanbieders Brandweeropleidingen (PKAB) beoogt bij te dragen aan de verbetering en borging van de kwaliteit van het brandweeronderwijs door zich te richten op de kwaliteit van de aanbieders van brandweeropleidingen (instituten) ten behoeve van de deelnemer. In het traject om dit doel te bereiken werden twee fases onderscheiden: Fase 1: het ontwikkelen van kwaliteitscriteria, een waarderingskader en een advies voor implementatie en Fase 2: de implementatie van het gebruik van de in fase 1 ontwikkelde documenten en systeemaspecten zoals audits, accreditatie en certificering. Het waarderingskader is een instrument waarmee de kwaliteit van de aanbieders van brandweeronderwijs kan worden gewaardeerd. Het kader bevat 6 onderwerpen. Ieder onderwerp is opgedeeld in subonderwerpen, Kritieke succesfactoren en Kritieke Prestatieindicatoren. Het kader bevat nu alleen nog het WAT (de norm voor de aanbieders). De projectgroep PKAB zal vanaf half november een uitwerking maken van de manier waarop het waarderingskader kan worden toegepast als instrument om de kwaliteit van de aanbieders te bevorderen en borgen (toelichting waarderingskader, november 2011). In gezamenlijkheid hebben beide projectactiviteiten geresulteerd in een Waarderingskader Kwaliteit Aanbieders Brandweeropleidingen (KAB, versie 1.0). Dit Waarderingskader is opgenomen als bijlage 1 en bevat succesfactoren en prestatie-indicatoren op de onderwerpen: Kwaliteitszorg; Leeromgeving; Personeel; Voorzieningen; Administratie; Communicatie. Advies kwaliteitsborging eindversie 23

27 Het waarderingskader voorziet in de invulling van een set van normen en standaarden, waaraan de kwaliteit van aanbiedende opleidingsorganisaties en hun personeel kan worden afgemeten, kan worden vergeleken en kan worden verantwoord. Het waarderingskader is onderdeel van het groeimodel en dus nog in ontwikkeling. Om richting te geven aan de verdere ontwikkeling is het resultaat kritisch bekeken in het licht van dit advies. Deze reflectie is opgenomen als bijlage 3. Knop 5: intern toezicht De brandweer kent al een externe toezichthoudende instantie, de inspectie VenJ. Een structurele externe blik op het brandweeronderwijs is er echter niet en beperkt zich nu nog tot examinering. Om het proces van verdere professionalisering te bevorderen en goed te kunnen monitoren gaat de Raad er van uit dat vormen van intern toezicht aanwezig zouden moeten zijn. Deze vormt tevens de basis voor een, in samenwerking met Inspectie VenJ op te stellen toezichtkader brandweeronderwijs. 4.4 Opleiders in de juiste modus Opleiders Kwaliteit van opleiden kan niet toenemen zonder een bepaalde aanwezige kwaliteit van de opleiders. Niet voor niets eisen opleidingsinstituten uit het reguliere (middelbare) beroepsonderwijs dat er daartoe opgeleide leermeesters op de werkvloer zijn die de leerlingen begeleiden en in de praktijk opleiden. Daarnaast zijn er veel voorbeelden van branches die registers voeren voor vakbekwaam blijven en eisen stellen aan de scholingsactiviteiten en opleiders die zich bezig houden met vakbekwaam blijven. Motto daarbij: wanneer men eisen stelt aan de beroepsuitoefenaar en eist dat men tijd besteedt aan scholing om deze kwaliteit op peil te houden, dan is het niet meer dan logisch dat er ook kwaliteitseisen worden gesteld aan deze opleiders. Het Waarderingskader schrijft voor dat docenten en instructeurs tenminste op pedagogisch-didactische en vakinhoudelijke kwaliteiten wordt gecheckt. Een stip op de horizon is wat betreft de Brandweeronderwijsraad een vorm van persoonsgebonden certificering ( licence to teach en/of licence to instruct ). In aanvulling hierop zal daarbij goed gebruikt gemaakt kunnen worden van het initiatief vanuit de RRC om vanuit de brandweergeledingen vakspecialisten te selecteren, waar nodig bij te scholen en vrij te stellen voor landelijke inzet. Opleidingsorganisaties Naast de opleiders heeft ook de opleidende organisatie een belangrijke verantwoordelijkheid. In het middelbaar beroepsonderwijs bestaat sinds jaar en dag een stelsel van eisen aan organisaties die stagiairs opleiden (Beroeps Opleidende Leerweg) en/of medewerkers hebben die een opleiding volgen in het kader van een beroepsbegeleidende leerweg. Deze organisaties dienen ingeschreven te staan in een register van erkende leerbedrijven en worden als zodanig (op basis van erkenningsreglementen) geaccrediteerd door de Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. Deze regeling in het mbo beoogt de opleidingsomstandigheden optimaal te maken en te houden voor de leerlingen. In het waarderingskader is nog niet voorzien in een vorm van accreditatie van korpsen als leeromgeving, anders dat er richtlijnen zijn opgenomen ten behoeve van de opleidingsinstituten om het leren op de werkplek zo goed mogelijk te volgen en te begeleiden. Advies kwaliteitsborging eindversie 24

28 De Brandweeronderwijsraad is van mening dat met zo n vorm van accreditatie geëxperimenteerd zou moeten worden. Dit kan worden ingezet op het kleinste niveau van de organisatie (het lokale korps). De overweging daarbij is dat veel vormen van leren en ontwikkelen in de (oefen)praktijk plaatsvinden, relatief ver van de opleidingsverantwoordelijke organisatie. Dat pleit om, zoals dat in het reguliere bedrijfsleven gebruikelijk is, een set van eisen toe te passen. Een basis daarvoor wordt gevormd door: Voorbeelden van reglementen voor de erkenning van leerbedrijven; Proces-aanwijzingen zoals beschreven in het zogenoemde BPV-protocol (beroepspraktijkvorming), dat in het beroepsonderwijs wordt gebruikt om het samenspel van opleidingsinstituten en bedrijven in het belang van het leerproces zo goed mogelijk te organiseren; Het referentiekader werkend leren dat binnen de politie is ontwikkeld. 4.5 Ogen vanuit de juiste richting De Brandweeronderwijsraad bepleit aan de hand van de hiervoor omschreven knoppen en de daarbij aangeleverde kaders, een model voor kwaliteitsborging in te voeren, en daarop centrale regie te voeren. Het model functioneert als een groeimodel, waarbinnen: De voornaamste knelpunten in het brandweeronderwijs kunnen worden opgelost; Kwaliteit aan de hand van passende kritieke normen wordt beschreven en geborgd; De omvang en reikwijdte van de borging meegroeit met de ontwikkeling van, door de brandweer zelf gestelde normen en standaarden; Op cruciale punten de kwaliteit wordt bewaakt van het stelsel van vakbekwaam worden én vakbekwaam blijven; Waarmee een concrete bijdrage wordt geleverd aan de invulling van het ambitiekader dat voor het brandweeronderwijs gehanteerd wordt; En waarmee een concrete bijdrage geleverd wordt aan de strategische doelen zoals die in het brandweerveld zijn vastgesteld. Het interne toezicht is daarbij bedoeld als een functionaliteit van, door en voor de brandweer, waarmee: Het proces van goed, beter, best wordt gemonitord (als in: gemeten en beoordeeld); Ondersteuning en advies kan worden verleend aan de regio s (als in: spiegelen en helpen); Een periodiek landelijk beeld kan worden opgesteld en gedeeld om de ontwikkeling te bevorderen (als in: duwen met enige dwang, helpen van elkaar met elkaar); Analyse van alle informatie en ervaringen in het reguliere onderwijs leiden tot de onderstaande uitgangspunten voor het toezicht op de onderwijskwaliteit bij de aanbieders: a. Het toezicht moet de kwaliteit van het onderwijs borgen en tegelijkertijd de autonomie van de onderwijsaanbieders zo min mogelijk aantasten. Het kader mag niet knellen : de opvattingen over kwaliteit die onderwijsaanbieders in het kader van hun eigen kwaliteitsbeleid formuleren, dienen als input. b. Voor het beoordelen van de kwaliteit moet het toezicht betrouwbaar, uitvoerbaar en transparant zijn. Advies kwaliteitsborging eindversie 25

29 c. Voor het bevorderen van de kwaliteit van de afzonderlijke instituten moet het toezicht zo ingericht zijn dat opleidingsaanbieders gestimuleerd worden om zelf (meer) verantwoording te nemen voor kwaliteitsontwikkeling en borging. Het toezicht moet zo zijn ingericht dat zowel positieve als minder positieve constateringen ten aanzien van de kwaliteit naar voren komen. d. Toezicht zou proportioneel moeten zijn (in navolging van lessons learned in MBO en HBO). Dat wil zeggen dat de zwaarte van het toezicht bij de onderwijsaanbieder afneemt naarmate de aanbieder meer aan kwaliteitszorg doet en betere kwaliteit levert. e. Het toezicht valt rechtstreeks onder het brandweermanagement en vindt plaats binnen de kaders van Cicero, zodat uitvoering en toezicht van alle processen binnen dezelfde structuren worden vormgegeven. Een aansluiting kan plaatsvinden richting extern toezicht op basis van door de branche zelf vastgestelde en nageleefde kwaliteitskaders. Hoe meer en hoe beter dit gebeurt en hoe meer transparant en betrouwbaar het systeem is, hoe kleiner zal de belastbaarheid zijn vanuit het externe toezicht. De INSPECTIE VENJ hanteert op basis van de wettelijke regelingen in het politieonderwijs een toezichtkader, dat onder andere is afgeleid van het toezichtkader bve, dat jaarlijks door de Inspectie van het Onderwijs wordt vastgesteld. Kort samengevat kijkt de INSPECTIE VENJ naar de aspecten: Kwaliteitszorg; Onderwijs (inhoud, leerproces en begeleiding); De aansluiting op de beroepspraktijk en het werkend leren in het korps; Examinering; Selectie, voorlichting en rendement. Met de INSPECTIE VENJ is afgesproken dat er over de ontwikkeling van het toezichtkader brandweeronderwijs overlegd zal worden, en andere afstemming zal plaatsvinden over het systeem van kwaliteitsborging zoals dat door de Brandweeronderwijsraad wordt voorgesteld. Advies kwaliteitsborging eindversie 26

30 4.6 Kader in de juiste verhoudingen De verkenningen naar vakbekwaamheid in andere branches en sectoren geven richting aan welke elementen in een systeem van kwaliteitsborging idealiter terug dienen te komen. Onderstaand figuur helpt om het hoofdkader weer te geven. Dit kader bestaat uit vier bouwstenen/elementen van en dient als fundament onder het systeem: 1.Standaarden (WAT) 2. metho/instr/proc (HOE) 3. Functionarissen (WIE) 4. Organisatie Ad. Standaarden (WAT): De basis voor kwaliteitsmetingen en ontwikkeling van de kwaliteit. Het betreft de standaarden die de onderwerpen zoals die in het KAB zijn opgenomen concretiseren, en die, in het kader van verdere kwaliteitsontwikkeling, in samenspraak en samenwerking met het veld, van gespecificeerde normen voorzien kunnen worden. a. Kwaliteit opleidingen b. Kwaliteit opleiders meten/beoordelen/inschatten van bekwaamheid (bv centrale afspraak dat iedere werknemer oefeningen op maat krijgt (passend bij zijn bekwaamheidsniveau) c. Registreren van de kwaliteit Ad. Methodes, instrumenten en processen (HOE): De Brandweeronderwijsraad bepleit een landelijke invoering en facilitering van de PDCA-cyclus binnen alle knoppen. Ad. Functionarissen (WIE): Rol en taakverdeling op stelselniveau en vereisten voor de regio. Ad. Organisatie: de organisatie vormt de vierde bouwsteen die organisatorisch borgt dat de hiervoor genoemde zaken volgens afspraak worden uitgevoerd. De Brandweeronderwijsraad ziet daartoe een centrale rol weggelegd bij een in te stellen intern toezichthouder. Advies kwaliteitsborging eindversie 27

31 4.7 Model met de juiste onderdelen Het door de Brandweeronderwijsraad voorgestelde model ziet er schematisch in simpele vorm uit als een eenvoudig toetsenbord: Knop 1: Onderhoud Kwalificatie Structuur ( worden ) Knop 2: Professionele standaarden ( blijven ) Knop 3: Kwaliteit opleiders Knop 4: Kwaliteit instituten KNOP 5: INTERN TOEZICHT De achterliggende programmatuur van dit toetsenbord bestaat uit: Knop 1: een in te stellen en structurele functionaliteit in de vorm van een programmacommissie met officiële taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Deze commissie, ondersteund vanuit het te vormen IFV, borgt dat de vakinhoudelijke ontwikkeling in de brandweerfuncties periodiek tegen het licht gehouden wordt. De input daarvan wordt tenminste gevormd door: Onderzoeksgegevens vanuit evaluaties van het functiehuis; Specifiek onderzoek naar beroeps- en functieprofielen; Signalen uit het veld; Inzichten vanuit wetenschappelijk onderzoek; Leerpunten vanuit incidentenonderzoek. Deze werkzaamheden sluiten aan bij het gehele proces van kenniscirculatie en onderzoek. De beoogde commissie heeft als formele taak om na te gaan of en welke consequenties vanuit de input getrokken dienen te worden, in termen van: Noodzakelijke wijzigingen in de opstelling van kennis en kunde voor het vervullen van specifieke brandweerfuncties (kwalificatieprofielen en dossiers), die aan de Minister van V&J worden voorgelegd ter beoordeling van verandering in de functie-eisen; Noodzakelijke aanpassingen in het aanbod van opleidingen t.b.v. het vakbekwaam worden (waar dit centraal geregeld kan worden); Noodzakelijke aanwijzingen aan de regio s in het aanbod van opleidingen t.b.v. het vakbekwaam worden en vakbekwaam blijven (waar dit regionaal geregeld is); Noodzakelijke programmering van (verplichte en aanbevolen) bijscholing. Voor wat betreft de positionering en formalisering van deze functionaliteit verwijst de Brandweeronderwijsraad naar de voorstellen in het Versterkingsplan Brandweeronderwijs, dat begin 2012 zal zijn opgesteld, en waartoe zij eerder aanbevelingen heeft gedaan. Advies kwaliteitsborging eindversie 28

32 Knop 2: implementatie en toepassing van het model vakbekwaam blijven, waarover de Brandweeronderwijsraad separaat een advies heeft opgesteld. Knop 3: toepassing en uitwerking van het opgeleverde KAB met betrekking tot de eisen die gesteld worden aan de opleiders. Op korte termijn zal invoering hiervan (als ware het een nulmeting) leiden tot empirische informatie over de actuele professionaliteit van de opleiders en de ontwikkeling er van. Op middellange termijn (2015) kan een bevoegdheidsregeling worden opgesteld of kan een vorm van persoonsgebonden certificering worden ingevoerd, waarmee de inzet van opleiders wordt gereguleerd. Knop 4: toepassing en uitwerking van het opgeleverde KAB met betrekking tot de eisen die gesteld worden aan de opleidingsinstituten. Op korte termijn zal invoering hiervan (als ware het een nulmeting) leiden tot empirische informatie over de actuele professionaliteit van de instituten en de ontwikkeling er van. Op middellange termijn (2015) kan een accreditatieregeling worden opgesteld, in directe relatie met een erkenningsregeling of keurmerk. Daarbij past een regeling die zich niet alleen richt op de specifieke kenmerken van de opleidingsorganisatie, maar ook de randvoorwaardelijke aspecten benoemt ( erkend opleidings- en oefenbedrijf ). Knop 5: De in te stellen Interne Toezichthouder (IT) ziet toe op de instellingen van de eerder beschreven knoppen en ondersteunt en monitort het kwaliteitsproces 7. De IT zal daartoe de volgende taken vervullen: Procesbegeleiding van de afzonderlijke aanbieders bij de nulmeting; Onderwijskundige ondersteuning van afzonderlijke aanbieders bij het doorvoeren van verbeteringen naar aanleiding van de nulmeting; Het verzamelen en verspreiden van bruikbare tools, hulpmiddelen en ervaringen van de afzonderlijke aanbieders (in het kader van effectiviteit en efficiëntie) Het centraal ontwikkelen van tools die de aanbieders kunnen gebruiken bij het proces van het gaan voldoen aan het KAB; Deskundigheidsbevordering van medewerkers van de aanbieders om hen beter toe te rusten voor het inrichten van goede kwaliteitsborging in het algemeen en audits in het bijzonder; Zorgdragen voor afstemming met het project Cicero van de NVBR. Binnen dit project wordt een normenkader en toezichtskader ontwikkeld voor de bedrijfsprocessen binnen de brandweerregio s; Operationele contacten onderhouden met de externe toezichthouder (INSPECTIE VENJ). 7 Ter bepaling van de inrichtingseisen voor het Intern Toezicht is een analyse uitgevoerd. De resultaten daarvan vormen de basis voor deze functieomschrijving en zijn opgenomen in bijlage 4. Advies kwaliteitsborging eindversie 29

33 Advies kwaliteitsborging eindversie 30

34 5 AANDACHTSPUNTEN EN AANBEVELINGEN Wat betekent het om uitvoering te geven aan de ontwikkeling van het beoogde systeem voor kwaliteitsborging? Wat is ervoor nodig om een goede aanzet tot een systeem te maken, waardoor het improvement en accountability verbeteren? We willen op weg naar een best systeem waarbinnen een PDCA cyclus functioneert en er op de juiste manier op het juiste moment met het juiste effect op de juiste knoppen wordt gedrukt, volgens het ontwerp als weergegeven in hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk wordt een uitvoeringsprogramma voorgesteld, waarmee tot invoering van het systeem voor kwaliteitsborging wordt gekomen. Daartoe wordt een aantal aandachtspunten benoemd en worden ter afsluiting de besluitpunten aangegeven. 5.1 Aandachtspunten De Brandweeronderwijsraad constateert dat er in het brandweeronderwijs grote inspanningen worden geleverd om het personeel vakbekwaam te maken en te houden. Dat verbeteringen nodig en wenselijk zijn, blijkt uit eerdere analyses van de Raad, uit onderzoek en uit de initiatieven om tot een Versterkingsplan Brandweeronderwijs te komen. Een systematische aanpak om de kwaliteit van het onderwijs te bevorderen en te borgen zal dat gewenste proces van verbetering ondersteunen. Het maakt het enerzijds mogelijk om het proces van verbetering te meten en te volgen, en zorgt er anderzijds voor dat bestuurders en management hun inspanningen beter kunnen verantwoorden. Tussen de regio s zijn er grote verschillen in dynamiek, cultuur, aanpak, ontwikkelingsfase en ontwikkelingsambitie met betrekking tot kwaliteitsborging. De eigenheid van de regio s is belangrijk voor de brandweerorganisatie. Werken met een centraal kader is nieuw. Invoering zoals in dit advies bepleit kan tot grote weerstand leiden. Het voorgestelde model gaat uit van invoering en graduele ontwikkeling in een passend tempo. De Brandweeronderwijsraad adviseert in algemene zin om bij invoering rekening te houden met de volgende aspecten: eigen instituten en derden : Uit onderzoek van Twijnstra Gudde/Capgemini blijkt dat de meerderheid van de ROI s (75%) van mening is dat moet worden voldaan aan (zelfopgelegde) kwaliteitseisen om brandweeronderwijs aan te bieden. De commerciële aanbieders zijn van mening dat zij niet hoeven te voldoen aan kwaliteitseisen voor het aanbieden van de brandweeropleidingen. Wel aan voorgeschreven regelingen ten aanzien van het aanbod van brandweeropleidingen met een rijksdiploma. Dit kan problemen opleveren indien het KAB uiteindelijk wet wordt en op basis daarvan inkoopeisen gehanteerd gaan worden. De juridische implicaties hier van dienen vooraf te worden onderzocht. Hou rekening met nablijvers of afvallers: Aanbieders voldoen mogelijk nog (lang) niet aan de eisen in het kader. Dat betekent mogelijk dat als je een afspraak maakt over wanneer het kader de vastgestelde norm wordt (bijvoorbeeld over 5 jaar), een uitkomst kan zijn dat een aantal aanbieders niet voor erkenning in aanmerking komt. De sanctionele aspecten hier van dienen verdere te worden onderzocht. Advies kwaliteitsborging eindversie 31

35 Kies voor invoering het juiste momentum: Aanbieders hebben mogelijk niet de middelen (deskundigheid, tijd, geld) in huis om te kunnen gaan voldoen aan het kader en eventueel daarbij in te voeren kwaliteitseisen. Vandaar dat aan de Intern Toezichthouder ook ondersteunende taken worden toebedacht. Tenslotte constateert de Brandweeronderwijsraad dat voor invoering voldaan dient te zijn aan een aantal belangrijke randvoorwaarden: Invoering op termijn: Het (intern) toezicht in de vorm zoals in dit advies beschreven kan op korte termijn, parallel aan de instelling van het IFV, worden ingevoerd. Er dient echter een meerjarenplan aan gekoppeld te worden, waarin de algemene actiepunten benoemd en geprogrammeerd worden. Maak het veld onderdeel van de invoering en (door)ontwikkeling: De (regionale) aanbieders dienen nauw betrokken te zijn bij het verder uitwerken van het kader met de kwaliteitseisen. Het is noodzakelijk dat de aanbieders, de werkgevers, de cursisten en de maatschappij het kader en vertrouwen in de vorm/uitvoering van toezicht accepteren, en voldoende kunnen anticiperen op in te stellen bevoegdheidseisen en accreditatieregelingen. Ondersteun de invoering: Aanbieders zullen naast tijd, ook deskundigheid en begeleiding nodig hebben om aan de eisen te kunnen voldoen. Mogelijk heeft een aantal aanbieders te weinig deskundigheid en middelen (tijd/geld) om positief uit een audit te komen. Daartoe zullen de onderstaande vragen per aanbieder moeten worden beantwoord: 1. Nulmeting: Aan welke delen van het KAB voldoet de aanbieder en aan en welke nog niet? 2. Welke deskundigheid en middelen (tijd/geld) zijn er nodig om de hiaten weg te werken? 3. Zijn deze deskundigheid en middelen aanwezig bij de aanbieder? 4. Welke aanvullende deskundigheid en middelen zijn nodig om aan het KAB te voldoen? Gesprekken met betrokkenen wijzen er op dat er voor een aanzienlijk deel van de aanbieders nog een lange weg te gaan is en dat deskundigheid en middelen niet voldoende aanwezig zullen zijn. Dat pleit voor de inrichting van een afdeling/raad/stafdienst die de aanbieders hierbij helpt (zie kader). Ondersteuning bij het voldoen aan het waarderingskader: hoe gaat dat in het reguliere onderwijs? In het reguliere beroepsonderwijs spannen mbo-raad en de hbo-raad zich, als belangenbehartiger van de onderwijsinstellingen, in om het onderwijs te versterken. De raad ontwikkelt beleid, bereidt communicatie met het ministerie voor en ontwikkelt tools die de onderwijsinstellingen helpen bij een stabiele bedrijfsvoering. Dat doen zij met deskundigen op verschillende terreinen (onderwijskunde, bedrijfsvoering, kwaliteitszorg, bekostiging et cetera). De raden fungeren verder als kennis- en informatiecentrum voor de leden en bieden een platform waarin de onderwijsinstellingen samenwerken. De raden hebben overigens geen afdeling of werkgroep die zich specifiek met kwaliteit(sborging) bezighoudt. De onderwijsinstellingen hebben zelf mensen in huis, doorgaans in een stafdienst, die zich enkel bezighouden met kwaliteitsborging en dus ook met het toezicht. Zij organiseren bijvoorbeeld zelfevaluaties, bereiden de audits voor, verzamelen data voor audits, voeren gesprekken met auditoren en communiceren intern over de uitkomsten van de zelfevaluatie en de audit. Advies kwaliteitsborging eindversie 32

36 5.2 Aanbevelingen Het kwaliteitssysteem voor brandweeronderwijs kan zoveel mogelijk worden afgestemd met het algehele kwaliteitsbeleid bij de brandweer, op dit moment ondergebracht in het project Cicero. De Raad voor Regionaal Commandanten bepaalt als klant/afnemer van het brandweeronderwijs de kaders van het kwaliteitssysteem. Omdat kwaliteit van onderwijs zodanig specifiek is pleit de Brandweeronderwijsraad er echter voor om het model kwaliteitsborging onderwijs niet onder te brengen bij het Ciceroproject, maar daartoe een aparte Interne Toezichthouder aan te stellen. Bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het kwaliteitssysteem zal belegd moeten worden bij het Veiligheidsberaad, dat bestuurlijk verantwoordelijk is en blijft voor de geleverde kwaliteit en tevens de bestuurlijke partner is die het voorgestelde Interne Toezicht dient in te stellen. Het Veiligheidsberaad stelt daarom het waarderingskader vast. Omdat er een relatie is en blijft met arbeidsvoorwaardelijke en rechtspositionele aspecten, is de VNG als werkgeversorganisatie een belangrijke stakeholder. De Brandweeronderwijsraad adviseert daarom het Veiligheidsberaad om de instelling van de Interne Toezichthouder samen met VNG te realiseren en deze opdracht te geven de hiervoor beschreven actiepunten uit te voeren. Verder zal de Brandweeronderwijsraad het Veiligheidsberaad en de VNG adviseren omtrent de verdere invulling van het kwaliteitsstelsel en het monitoren van de toepassing van het waarderingskader. De uitvoering van het interne toezicht dient van en voor de branche te zijn. De Brandweeronderwijsraad adviseert daarbij het Veiligheidsberaad en VNG de volgende besluiten te nemen: Besluit dat het onderhoud van beleidskaders en uitvoering van instrumentarium hierbij facilitair belegd wordt bij het IFV, met een netwerk van opleiders als klankbord en voor inhoudelijke input. Dit kan ingericht worden zoals nu de werkgroepen rondom het opstellen van het KAB is ingericht. Gezamenlijke vervulling van taken zoals in het vorige hoofdstuk beschreven als programmacommissie is hiermee belegd; Besluit dat de Brandweeronderwijsraad zorgt voor monitoring door met betrekking tot de realisatie van het model voor kwaliteitsborging periodiek onafhankelijk inhoudelijk advies te vragen; Besluit dat de daadwerkelijke uitvoering van het Intern Toezicht belegd wordt bij personen die hiervoor specifiek toegerust zijn. Voor voldoende onafhankelijkheid en opbouw van expertise is het nodig om dit te beleggen bij meerdere personen. Stel hiervoor een groep samen van 4 a 5 personen die worden aangesteld voor de daadwerkelijke uitvoering van het toezicht; Besluit om vanuit het netwerk van opleiders te voorzien in ondersteuning voor de kwaliteitsontwikkeling; Besluit om de Veiligheidsregio s te adviseren om in de verdere ontwikkeling en schaalvergroting te voorzien in een staffunctie waar kwaliteitszorg onderwijs belegd wordt. Advies kwaliteitsborging eindversie 33

37 Advies kwaliteitsborging eindversie 34

38 BIJLAGE 1: Waarderingskader (KAB) Advies kwaliteitsborging eindversie 35

39 Advies kwaliteitsborging eindversie 36

40 Advies kwaliteitsborging eindversie 37

41 Advies kwaliteitsborging eindversie 38

42 Advies kwaliteitsborging eindversie 39

43 Advies kwaliteitsborging eindversie 40

44 BIJLAGE 2: Witte vlekken en plussen In onderstaand overzicht staat per onderdeel van het overzicht witte vlekken en plussen de conclusies zoals deze in februari 2011 zijn opgesteld. In de kolom daarachter is benoemd in hoeverre de genoemde initiatieven 2011 (PKAB en functionaliteitenmatrix) in november 2011 nieuw licht werpen op deze conclusies. Onderdeel Visie en doelen KWZ Type Toezicht PDCA Standaarden en normen Conclusie verkenning feb 2011 (uit rapport) Conclusie: Bij het brandweeronderwijs verdient het aanbeveling een visie en doelen voor KWZ op stelselniveau vast te leggen gericht op verbeteren én intern en extern verantwoorden. Tevens verdient het aanbeveling dat de BOR een strategie ontwikkelt om decentrale opleidingsinstituten te verbinden aan deze visie en doelen. Conclusie: Het verdient aanbeveling dat de BOR een aanpak ontwikkelt om zelfmonitoring, intern toezicht en extern toezicht op afgewogen wijze in te zetten bij KWZ op stelsel niveau. Gewenst is om op termijn te komen tot structureel intern en extern toezicht op brancheniveau. Dat vraagt betrokkenheid van actoren die als intern, dan wel als extern toezichthouder op zouden kunnen treden. Conclusie: Als BOR een structurele aanpak van KWZ ontwikkelingen op stelselniveau met de PDCA als onderlegger voor zelfmonitoring, intern toezicht en extern toezicht. Bij het ontwikkelen van de KWZ integraal te werk gaan: alle opleidingsniveau en het bekwaam worden en bekwaam blijven in samenhang. Conclusie: Als BOR op stelselniveau standaarden en normen ontwikkelen voor Aanvulling nov Met de functionaliteitenmatrix ontstaat in potentie een overzicht van de verantwoordelijkheden en taken met betrekking tot (onder meer) het formuleren van doelen van en visie op kwaliteitszorg. Met het KAB ontstaat een duidelijke en transparante formulering van de visie + doelen rondom kwaliteit en kwaliteitszorg op het niveau van de aanbieders van brandweeronderwijs. Tevens is dit kader en de toepassing ervan een bruikbaar instrument voor het verbinden van de decentrale opleidingsinstituten aan deze visie en doelen. In fase 2 van het PKAB kan nog meer worden aangesloten bij interne projecten zoals Cicero en initiatieven rondom het vakbekwaam blijven en het onderhoud van de KD s. Er zijn al goede contacten tussen de projecten die benut kunnen worden bij het uitwerken van het HOE (kunnen we werken met het KAB). Bijvoorbeeld de inrichting van een pool van deskundige auditoren bij Cicero. De doelen van kwaliteitszorg (bijvoorbeeld improvement/accountability) op stelselniveau worden in het PKAB of de functionaliteitmatrix niet benoemd. Het ontwikkelen van het KAB geeft de betrokkenen een duidelijke impuls om dit beter te gaan benoemen en op korte termijn antwoord te geven op de vraag wat willen we met elkaar bereiken met kwaliteitsborging Met de functionaliteitenmatrix ontstaat in potentie een overzicht van de verantwoordelijkheden en taken met betrekking tot (onder meer) toezicht op de kwaliteit van het brandweeronderwijs. Met het verder uitwerken van het KAB in fase 2 ontstaat een aanpak om intern toezicht op de kwaliteit van het onderwijs bij de aanbieders in te zetten. Hiermee zal een belangrijke stap gezet kunnen worden in de borging van de kwaliteit op uitvoerend niveau. Met het toepassen van het PKAB is het toezicht op een aantal andere zaken nog niet geregeld. Het gaat om toezicht op: het ontwikkelen van les- en leerstof, onderwijs in het kader van vakbekwaam blijven, het onderhouden van de kwalificatiedossiers. Zie opmerkingen bij type toezicht. Met de functionaliteitenmatrix ontstaat in potentie een overzicht van de verantwoordelijkheden en taken met betrekking tot (onder meer) het formuleren, onderhouden en naleven van standaarden en normen voor 8 Voor wat betreft de twee genoemde initiatieven: de functionaliteitenmatrix en het PKAB Advies kwaliteitsborging eindversie 41

45 de KWZ van opleidingen, examinering, opleiders, leeromgevingen en de interne organisatie van opleidingsinstituten in samenhang. De reeds beschikbare kwaliteitsinstrumenten op stelselniveau borgen en bijvoorbeeld voor de kwalificatieprofielen een onderhoudscyclus bepalen. kwaliteitszorg. Het PKAB draagt bij aan het formuleren van standaarden en normen voor kwaliteitszorg voor de aanbieders. Kwaliteitszorg is één van de zes onderwerpen van het KAB. Met deze initiatieven wordt nog niet voorzien in het formuleren van extern en intern gelegitimeerde standaarden en normen voor kwaliteitszorg van het brandweeronderwijs: Vaste cyclus voor onderhoud van KD s. Europese kaders kwalificatieprofiel NLQF. Europese kaders KWZ Eqavet. Wettelijke kaders en brandweerdoctrines. Landelijke eisen aan alle opleiders, docenten, decanen, instructeurs, trainers enzovoort. Standaarden en normen in het kader van kwaliteitszorg van vakbekwaam blijven. KWZ opleidingen KWZ examinering KWZ opleiders Conclusie: Als BOR een samenhangende aanpak ontwikkelen voor systematische kwaliteitszorg van opleidingen. Daarbij zelfmonitoring, interntoezicht en extern toezicht op een transparante en werkbare manier combineren. Conclusie: Als BOR het voorbeeld van de KWZ bij examinering benutten bij het uitbouwen van een KWZ systeem voor de andere aspecten van het brandweeronderwijs (opleidingen, opleiders, leeromgeving en interne organisatie). De KWZ bij het brandweeronderwijs als keten inrichten waarbij de huidige aanpak bij de examinering een plaats krijgt in het geheel. De inventarisatie (4.7) laat zien dat het gebruikelijk is bij verwante organisaties en andere onderwijssectoren dat eisen gesteld worden aan de kwaliteit van opleiders. Bovendien dat in mbo en hbo sprake is van een cyclisch KWZ-proces om de kwaliteit van opleiders te volgen en op peil te houden. Dit is bij mbo- en hboinstellingen ingebed in hun HRM-beleid. Bij het brandweeronderwijs zijn er op stelselniveau geen standaard eisen aan opleiders. Wel wordt bevorderd dat opleiders een didactische aantekening verwerven. Aan Met het PKAB wordt in fase 2 een samenhangende aanpak ontwikkeld voor systematische kwaliteitszorg van opleidingen. Daarbij worden in potentie zelfmonitoring, intern toezicht en extern toezicht op een transparante en werkbare manier gecombineerd. Met het KAB zoals dat er nu ligt kan ook worden voorzien in een Check op de implementatie van nieuwe materialen (les- en leerstof is een subonderwerp van het kader). Met deze initiatieven wordt (nog) niet voorzien in cyclische kwaliteitszorg van de leidraad oefenen. Dit wordt meegenomen in het advies van de BOR ten aanzien van vakbekwaam blijven. Met de functionaliteitenmatrix ontstaat in potentie een overzicht van de verantwoordelijkheden en taken met betrekking tot (onder meer) de kwaliteitszorg van examinering. De initiatieven dragen verder niet expliciet bij aan het inbedden van de kwaliteitszorg van examinering in het geheel: onderwijs en examinering en de kwaliteitszorg van beide, zijn vooralsnog gescheiden. Met de functionaliteitenmatrix ontstaat in potentie een overzicht van de verantwoordelijkheden en taken met betrekking tot (onder meer) de kwaliteitszorg van de opleiders. Het KAB bevat het onderwerp personeel. De bijbehorende indicatoren hebben betrekking op de manier waarop de organisatie de kwaliteit van het personeel monitort en bevordert (HRM). Het KAB bevat in de toelichting op de KPI s algemene inhoudelijke eisen aan de bevoegdheid of de prestaties van opleiders. Hiermee blijven de aanbieders veel ruimte houden om zelf te formuleren aan welke pedagogische, didactische en vakinhoudelijke eisen de docenten en instructeurs moeten voldoen. Dit is overigens in het toezichtskader voor het BVE-veld ook het geval, maar daar zijn de vereiste competenties van onderwijzend personeel en het onderhoud daarvan wettelijk vastgelegd in de wet BIO. Het strekt tot aanbeveling om naast of in het KAB eisen te formuleren aan de kwaliteit van de opleiders zonder dat dit te voorschrijvend of gedetailleerd wordt. Advies kwaliteitsborging eindversie 42

46 KWZ opleidingsinstituten, trainingscentr a, examenlocaties, werkplekken KWZ interne organisatie examinatoren worden wel op landelijk niveau eisen gesteld. Conclusie: Als BOR een systematiek ontwikkelen om de kwaliteit van de opleiders te borgen en te volgen. Deze inbedden in het HRMbeleid van opleidingsinstituten. De inventarisatie (4.8) biedt summiere informatie over de KWZ van de leeromgevingen bij verwante organisaties en bij andere onderwijssectoren. Bij het brandweeronderwijs ziet de arbeidsinspectie toe op de leeromgeving in trainingscentra en is een keurmerk voor deze centra in ontwikkeling. Conclusie: Als BOR de ontwikkeling van een keurmerk voor trainingscentra inbedden in een brede KWZ-systematiek op stelselniveau. Conclusie: Als BOR als onderdeel van een te ontwikkelen systematiek bevorderen dat ook de KWZ van de interne organisatie van landelijke instellingen en decentrale instituten vorm krijgt zodat een samenhangende aanpak ontstaat. Het KAB zoals dat er nu ligt betreft de aanbieders van initieel brandweeronderwijs en bevat het onderwerp leeromgeving. In het kader is niet specifiek aandacht voor leerwerkplekken en leeromgeving in het kader van vakbekwaam blijven. Met de functionaliteitenmatrix ontstaat in potentie een overzicht van de verantwoordelijkheden en taken met betrekking tot (onder meer) de kwaliteitszorg van de interne organisatie (bedrijfsprocessen, personeelsbeleid, management en sturing). De initiatieven hebben verder geen betrekking op de kwaliteitszorg van de interne organisatie. Organisatie van de KWZ De inventarisatie (4.10) laat zien dat de organisatie van de KWZ aandacht vereist om te garanderen dat doelen gehaald worden en procedures gevolgd worden. Bij de andere onderwijssectoren is het gebruikelijk om ter ondersteuning van het management en uitvoerende opleiders, de organisatie van KWZ te beleggen bij een aparte medewerker en bij een afdeling KWZ. Bij het brandweeronderwijs is de KWZ niet georganiseerd (met uitzondering van de Nbbe). Conclusie: Als BOR bevorderen dat er een aanpak ontwikkeld wordt om KWZ op alle niveaus van het brandweeronderwijs effectief en efficiënt te organiseren. Met de functionaliteitenmatrix ontstaat in potentie een overzicht van de verantwoordelijkheden en taken met betrekking tot (onder meer) de organisatie van kwaliteitszorg. Inhoudelijk is dit nog niet uitgewerkt en belegd. Advies kwaliteitsborging eindversie 43

47 Advies kwaliteitsborging eindversie 44

48 BIJLAGE 3: Reflectie op Waarderingskader Reflectie op het PKAB Na analyse van het PKAB en gesprekken met betrokkenen (Marianne Heijndijk en Herry Ester) constateert CINOP het volgende: In de stukken is niet terug te vinden wat nu precies de doelen zijn van het PKAB. Dat is opvallend. Wat moet (werken met) het waarderingskader opleveren, en wat was de aanleiding om het kader te ontwikkelen? Bij navraag blijkt dat hierover bij de betrokkenen duidelijke ideeën leven die grotendeels overeenkomen. Momenteel is alleen het WAT (de norm voor de aanbieders) geformuleerd. De waarderingsprocedure, dus de manier waarop het kader wordt toegepast, moet nog worden uitgewerkt. Hierbij is het van belang om eerst de doelen heel scherp te formuleren. De onderstaande doelen zijn genoemd in de gesprekken: - Kwaliteit van de aanbieders moet omhoog. Als onderdeel hiervan: een verdere impuls geven aan de kwaliteit van de docenten en instructeurs. - Betere borging van de kwaliteit van het onderwijs door het rondmaken van de PDCA-cyclus bij de aanbieders. - Meer uniformiteit/gelijkwaardigheid in de kwaliteit van de verschillende aanbieders. - Stimuleren van meer en efficiëntere samenwerking tussen de aanbieders (door meer standaardisering) - Meer intern en extern zicht op de kwaliteit van de aanbieders. - Meer vertrouwen in de kwaliteit van het onderwijs: als iedereen (droom) voldoet aan het kader kan gezegd worden dat het brandweeronderwijs goed in elkaar zit. - Een gemeenschappelijke taal en gemeenschappelijke norm, waardoor het makkelijker wordt om samen te werken en zaken uit te wisselen. Dit verhoogt de efficiëntie en de kwaliteit. Aanvullend op de genoemde doelen is accountability belangrijk voor de borging van de kwaliteit: er moet kunnen worden uitgelegd dat het brandweeronderwijs goed is. Het toepassen van het PKAB kan hieraan bijdragen doordat de afzonderlijke aanbieders rekenschap afleggen over hun eigen kwaliteit. Met het formuleren van de (sub)onderwerpen, Kritieke succesfactoren en Kritieke Prestatie-indicatoren is een stevige basis gelegd voor een visie op stelselniveau ten aanzien van de vraag: wat is een goede aanbieder van brandweeronderwijs?, mits de inhoud van het kader landelijk onderschreven (of opgelegd) wordt. Dit is een belangrijke opbrengst in het kader van kwaliteitsborging van het onderwijs. Het waarderingskader is een beknopt, weldoordacht en overzichtelijk kader. De 6 onderwerpen en de subonderwerpen zijn logisch en voor zover beoordeelbaar volledig. De opzet en inhoud van het waarderingskader sluiten aan bij waarderingskaders uit het reguliere onderwijs. Bij het opstellen van het waarderingskader is (voor zover te beoordelen) rekening gehouden met, en gebruik gemaakt van, bestaande initiatieven en producten binnen de brandweerorganisatie zoals de normen voor oefencentra. Bij het opstellen van het waarderingskader is (voor zover te beoordelen) aansluiting gezocht bij andere lopende initiatieven om de kwaliteit van het brandweeronderwijs te borgen. Denk aan Cicero, project vakbekwaam blijven en de initiatieven rondom het borgen van de KD s. Advies kwaliteitsborging eindversie 45

49 Het waarderingskader is in ieder geval bruikbaar als reflectie-instrument waarmee aanbieders kritisch kunnen kijken naar hun eigen kwaliteit (en mogelijk die van elkaar). Dit vergroot het kwaliteitsbewustzijn waardoor de kwaliteit omhoog gaat en de kans groter wordt dat de PDCA-cyclus geheel wordt doorlopen. Het waarderingskader is getest in een aantal pilots. De ervaringen met het werken met het KAB zijn positief, dit is een goede start voor verdere uitbreiding van pilots. Het waarderingskader kan gebruikt worden om verbeterpunten te signaleren, maar zeker ook om successen in kaart te brengen. De brandweeronderwijsorganisatie kan deze successen intern en extern delen waardoor transparantie over deze successen, en mogelijk het vertrouwen in de kwaliteit, toeneemt. Ten tweede is het in kaart brengen van successen en verbeterpunten een kans voor individuele aanbieders omdat zij gericht aan kwaliteit kunnen werken zich kunnen onderscheiden met successen. Inhoudelijke suggestie: in het rapport brandweeronderwijs in Nederland van Twijnstra Gudde/CapGemini wordt een aantal uitspraken gedaan over de kwaliteitseisen die volgens de opleiders gesteld zouden moeten worden aan de aanbieders (pagina 34). Deze zaken zijn niet herleidbaar terug te vinden in het huidige KAB. Voor de acceptatie van het KAB door de aanbieders, is het raadzaam om deze zaken op te nemen. De in te richten waarderingsprocedure is afhankelijk van de doelen. In fase 2 van het PKAB, na vaststelling van de doelen, zullen onder andere de volgende zaken moeten worden uitgewerkt: De eerste vraag is: Vormt het waarderingskader een harde norm voor de aanbieders? Of alleen een instrument voor reflectie waarmee de aanbieders zicht krijgen op hun kwaliteit en zich hiervan bewuster worden? In geval van harde norm: - Wie moet aan dit kader voldoen? - Op welke termijn moet hieraan voldaan worden? - Welke begeleiding krijgen aanbieders bij het gaan voldoen aan het kader? Door wie? - Wat is de cesuur? Met andere woorden: wanneer slaagt een aanbieder en wanneer zakt hij? - Op basis waarvan komt het oordeel over al dan niet slagen tot stand (bijv. documenten, gesprekken of observaties? Welke documenten, gesprekken met wie, observaties waarvan?) - Met welke frequentie worden de aanbieders getoetst aan het kader? - Wie hanteert het instrument? Met andere woorden: wie spreekt het oordeel uit over het al dan niet slagen? - Hoe is de deskundigheid van deze personen geborgd? - Hoe is de onafhankelijkheid van deze personen geborgd? - Op welke manier wordt er gerapporteerd over het resultaat? - Naar wie wordt er gerapporteerd over het resultaat? En waar worden de resultaten geregistreerd en geadministreerd? - Zijn de resultaten openbaar? - Wat zijn de consequenties van het resultaat (sancties/beloningen)? Denk bijvoorbeeld aan het verlenen van een keurmerk (of intrekken ervan). - Wie geeft gevolg aan de consequenties? - Wie zorgt ervoor dat het waarderingskader en de waarderingsprocedure geëvalueerd en bijgesteld wordt? - Wie gaat de effecten van werken met het KAB monitoren? - Hoe wordt het implementeren en uitvoeren van het KAB bekostigen? Advies kwaliteitsborging eindversie 46

50 BIJLAGE 4: elementen in ontwerp Intern Toezicht Hoe moet het toezicht er uit zien (oplossingsrichting)? Er is een waarderingskader waarin staat WAAROP toezicht wordt gehouden. Het KAB is hiervoor in aanzet geschikt. Er is een beschrijving waarin staat op welke manier het toezicht wordt uitgevoerd (methode, mensen, wijze van rapportage, cesuur etc.). Het toezicht is uiteindelijk van toepassing op alle aanbieders van brandweeronderwijs Toezicht wordt uitgevoerd door een aan de brandweer gelieerde afdeling, met een redelijk onafhankelijke positie. Toelichting/onderbouwing Zie bijlage 1 en 3. Dit wordt in fase 2 van het PKAB uitgewerkt. Dit moet centraal worden vastgelegd vanwege de eenduidigheid en transparantie. De kwaliteit van het onderwijs moet overal geborgd en gestimuleerd worden. Als er veel vrijblijvendheid is kan het toezicht best een stimulans zijn voor kwaliteitsverbetering, maar er kan dan geen sprake zijn van inzicht, sturing en borging op/van de kwaliteit van het onderwijs. Overigens is meerjarenplan én begeleiding van de aanbieders nodig. Zie volgende paragraaf. Het toezicht moet stimulerend en kwaliteitsverhogend werken. Daarom is betrokkenheid van de toezichthouder bij de aanbieders en een stabiele verhouding tussen beide belangrijk. Dit kan bereikt worden door het toezicht intern te houden, of met andere woorden, uit te laten voeren door een afdeling of commissie binnen de brandweerorganisatie. Tegelijkertijd heeft het toezicht ook een oordelende functie; hiervoor is onafhankelijkheid nodig zodat het oordeel zo objectief mogelijk en los van gemengde belangen tot stand komt. Dat betekent dat het toezicht niet alleen intercollegiaal kan plaatsvinden. Twijnstra Gudde /Capgemini geven in hun rapport aan dat het voor de hand ligt om het nieuw op te richten IFV de taak van toezichthouder te geven (zie rapport Brandweeronderwijs in Nederland ). OP basis van hetgeen op papier staat over het IFV lijkt dit inderdaad logisch, omdat het om een nieuwe organisatie gaat met aantal wettelijke taken rondom het brandweeronderwijs. Analyse van de praktijk duidt er op dat het IFV geen logische toezichthouder zou zijn omdat het NIFV deel uit maakt van het IFV. Het NIFV is een van de aanbieders van opleidingen en daarmee niet onafhankelijk. Zelfevaluatie van de aanbieders is input voor het toezicht. Als deze zelfevaluatie - alle elementen van het kader bevat, - verifieerbaar voldoende betrouwbaar is en - blijk geeft van een voldoende is verder uitgebreid toezicht niet nodig. De frequentie van toezicht moet zo laag mogelijk liggen. Als uit eerdere toetsing blijkt dat de kwaliteit zeer goed is, zal pas na een X-aantal jaren een nieuwe audit plaatsvinden. Indien de kwaliteit niet of niet geheel in orde bleek bij een audit zal een tweede audit eerder volgen. De resultaten van de audit moeten (eventueel in beknopte vorm) openbaar zijn. De oprichting van een nieuwe toezichthoudende afdeling of commissie, los van het IFV, lijkt een goede optie. - Dit doet recht aan de autonomie van de aanbieders - Dit stimuleert de aanbieders om zelf verantwoordelijk te zijn/blijven voor de kwaliteit(sborging) - Dit ontlast aanbieders en toezichthouder Aanvulling: Indien de zelfevaluatie niet het hele toezichtkader van de inspectie dekt en/of als er twijfels zijn over de kwaliteit van de gegevens, verricht de toezichthouder aanvullend onderzoek. Dit sluit aan bij de uitgangspunten uitvoerbaar en proportioneel. Transparantie met als voordelen: - Een aanbieder moet de mogelijkheid hebben om positieve resultaten bij een audit te gebruiken bij Advies kwaliteitsborging eindversie 47

51 Hoe moet het toezicht er uit zien (oplossingsrichting)? Toelichting/onderbouwing bijvoorbeeld werving - Belanghebbenden moeten de mogelijkheid hebben om op basis van deze informatie al dan niet te kiezen voor een aanbieder/opleider - Belanghebbenden hebben het recht om te weten wat de kwaliteit is van het product dat geleverd wordt - Resultaten van audits zijn onderling vergelijkbaar waardoor samenwerking tussen de aanbieders kan worden gezocht (gezamenlijke aanpak van verbeterpunten) Het toezicht heeft aanvankelijk alleen positieve consequenties voor de aanbieders: een aanbieder die voldoet aan het kader krijgt een kwaliteitserkenning, tot het moment van de volgende audit. Bij elke audit wordt opnieuw gekeken of de erkenning kan worden afgegeven. De eerste twee voordelen zijn wellicht te nuanceren omdat de keuzevrijheid in de regio beperkt is. Dit sluit aan bij het uitgangspunt dat het toezicht verhoging van kwaliteit moet stimuleren: de erkenning is een positieve bekrachtiging van bewezen kwaliteit. Het staat wettelijk iedereen vrij om brandweeronderwijs aan te bieden. Met een dergelijke erkenning wordt inzichtelijk welke aanbieders aan de kwaliteitseisen voldoen, zonder dat getornd wordt aan die vrijheid. Daarnaast kan de erkenning gebruikt worden om aan externen rekenschap af te leggen over de kwaliteit. De auditoren moeten deskundig zijn op het gebied van auditeren van onderwijskwaliteit. Daarnaast moeten zij onafhankelijk zijn van de aanbieders. Ook zullen zij bekend moeten zijn met de brandweerorganisatie en de inhoud van het brandweeronderwijs. Er is een landelijke pool van deskundige auditoren. Optie: bij de vorming van ROI s alleen aanbieders toelaten die erkend zijn. Hiermee wordt de betrouwbaarheid van de audit (deels) geborgd. Sluit aan bij uitgangspunt uitvoerbaar. Op dit punt kan (ook) worden aangesloten bij de inspanningen rondom auditoren van het project Cicero. Advies kwaliteitsborging eindversie 48

52 BIJLAGE 5: Overzicht witte vlekken Advies kwaliteitsborging eindversie 49

BRANDWEER Onderwijsraad

BRANDWEER Onderwijsraad 1 BRANDWEER Onderwijsraad Aan: Onderwerp: VNG, werkgroep Brandweer, en Veiligheidsberaad pre-advies kwaliteitsborging Toelichting en uitgangspunten pre-advies Een van de door VNG en Veiligheidsraad aan

Nadere informatie

ZONDER KOOKBOEK GEEN RECEPT

ZONDER KOOKBOEK GEEN RECEPT ZONDER KOOKBOEK GEEN RECEPT De Brandweeronderwijsraad over vakbekwaam blijven Bijdrage NIFV-congres 16 juni 2011, Jos van Zwieten, ambtelijk secretaris 1 INHOUD 1. Over de Brandweeronderwijsraad 2. Over

Nadere informatie

De Onderzoeksraad voor Veiligheid Postbus CB Den Haag

De Onderzoeksraad voor Veiligheid Postbus CB Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De Onderzoeksraad voor Veiligheid Postbus 95404 2509 CB Den Haag Directoraat -generaal Veiligheid Overdracht Taken en Onderwijs Schedeldoekshaven 200 2511 EZ

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen van het LPO

Antwoorden op de vragen van het LPO en op de vragen van het LPO Ter voorbereiding op de vergadering van het LPO op 16 juni 2010 zijn er enkele vragen geïnventariseerd. De vragen en antwoorden zijn in onderstaand schema opgenomen. Welke norm

Nadere informatie

Onderzoeksraad voor de Veiligheid Postbus CK DEN HAAG (070) ECCVA/U

Onderzoeksraad voor de Veiligheid Postbus CK DEN HAAG (070) ECCVA/U Onderzoeksraad voor de Veiligheid Postbus 95404 2508 CK DEN HAAG doorkiesnummer (070) 373 8320 uw kenmerk bijlage(n) betreft Reactie VNG en Veiligheidberaad op de aanbevelingen van de Onderzoeksraad inzake

Nadere informatie

De brandweer wordt nog veiliger en beter

De brandweer wordt nog veiliger en beter Project Kwaliteit brandweerpersoneel De brandweer wordt nog veiliger en beter -Brochure Brandweer juni2009.indd 1 05-06-2009 10:16:37 VAKBEKWAAM WORDEN, Wat verandert er concreet? Alle medewerkers van

Nadere informatie

Nieuwsflits Implementatie & Communicatie KBP. - augustus 2010-

Nieuwsflits Implementatie & Communicatie KBP. - augustus 2010- Nieuwsflits Implementatie & Communicatie KBP - augustus 2010- Hierbij treft u de nieuwsflits aan van het project implementatie en communicatie kwaliteit brandweerpersoneel. Met dit project wordt gewerkt

Nadere informatie

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland Voorwoord Reddingsbrigade Nederland introduceert per 1 september 2015 de Licentieregeling. Door middel van de licentieregeling wil Reddingsbrigade Nederland een

Nadere informatie

Kwaliteitsborging Kbp

Kwaliteitsborging Kbp Kwaliteitsborging Kbp Deelproject Nadere regels Kwaliteit brandweerpersoneel Status: Concept Opgesteld d.d. : 05 mei 2009 Opgesteld door: Deelproject Nadere regels Korte omschrijving: Notitie over de borging

Nadere informatie

Versterkingsplan Brandweeronderwijs in Nederland

Versterkingsplan Brandweeronderwijs in Nederland Versterkingsplan Brandweeronderwijs in Nederland Werkgroep Versterking Brandweeronderwijs d.d. 18 juni 2012 Harry Bovens en Heide Gramser Inhoud Oplegnotitie 1. Managementsamenvatting 3 2. Wat het voor

Nadere informatie

Nieuwsflits Implementatie & Communicatie KBP. - maart 2010-

Nieuwsflits Implementatie & Communicatie KBP. - maart 2010- Nieuwsflits Implementatie & Communicatie KBP - maart 2010- Hierbij treft u de nieuwsflits aan van het project Implementatie en communicatie kwaliteit brandweerpersoneel. Met dit landelijke project wordt

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten

Nadere informatie

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter Project Kwaliteit brandweerpersoneel De brandweer wordt nog veiliger en beter VAKBEKWAAM WORDEN, VAKBEKWAAM BLIJVEN Wat verandert er concreet? Alle medewerkers van de brandweer worden voortaan opgeleid,

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Friesland College te Leeuwarden. Ondernemer detailhandel

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Friesland College te Leeuwarden. Ondernemer detailhandel ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU Friesland College te Leeuwarden Ondernemer detailhandel November 2014 BRIN: 25LG Onderzoeksnummer: 277525 Onderzoek uitgevoerd in: September 2014

Nadere informatie

ECCvA/U Lbr: 07/40

ECCvA/U Lbr: 07/40 Brief aan de leden T.a.v. het college en gemeenteraad informatiecentrum tel. (070) 3738020 uw kenmerk bijlage(n) onderwerp Brandweerontwikkelingen Samenvatting ons kenmerk ECCvA/U200700611 Lbr: 07/40 datum

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Onderwijsassistent vestiging Raalte

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Onderwijsassistent vestiging Raalte ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO Landstede te Zwolle Onderwijsassistent vestiging Raalte December 2013 Plaats: Utrecht BRIN: 01AA Onderzoeksnummer: 253990 Onderzoek uitgevoerd in: Oktober 2013

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC West-Brabant Prinsentuin College te Etten-Leur

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC West-Brabant Prinsentuin College te Etten-Leur ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC West-Brabant Prinsentuin College te Etten-Leur Manager natuur en recreatie Natuur en groene ruimte 3 (Vakbekwaam medewerker groenvoorziening)

Nadere informatie

Brandweer on(der)wijs belangrijk!

Brandweer on(der)wijs belangrijk! Brandweer on(der)wijs belangrijk! Versterking Brandweeronderwijs Brandweeronderwijs is een onderwerp dat het hart van de brandweer raakt. Alle brandweermensen hebben er hun hele carrière mee te maken.

Nadere informatie

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie. Rapportageformat Instrument Keurmerk HAN ILS en samenwerkingsscholen Versie VO, oktober 2014 Standaard 1. De samenwerkingsschool in relatie tot de kwaliteit van de leerwerkomgeving van de lerende Deze

Nadere informatie

convenant Versterking Brandweeronderwijs in Nederland

convenant Versterking Brandweeronderwijs in Nederland Convenant Versterking Brandweeronderwijs in Nederland Partijen: De minister van Veiligheid en Justitie, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: de minister, Het Veiligheidsberaad,

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Vrijstellingen Brandweeronderwijs

Uitvoeringsregeling Vrijstellingen Brandweeronderwijs Uitvoeringsregeling Vrijstellingen Brandweeronderwijs Instituut Fysieke Veiligheid Bureau Toezicht Examinering en Certificering Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg 783, Arnhem www.ifv.nl info@ifv.nl

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Medewerker ICT

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Medewerker ICT ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Midden Nederland te Utrecht Medewerker ICT BRIN: 25LH Onderzoeksnummer: 277000 Onderzoek uitgevoerd in: Juli 2014 Conceptrapport verzonden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 00 0 3 84 Wijziging van de Wet veiligheidsregio s in verband met de oprichting van het Instituut Fysieke Veiligheid en in verband met de volledige regionalisering

Nadere informatie

Aanbieding rapport Inspectie OOV" de examinering van het brandweeronderwijs"

Aanbieding rapport Inspectie OOV de examinering van het brandweeronderwijs Ministerie uan Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 6^ Datum De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- eneraal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DVIBIKPM InUchtlngen Manzoli/Veelders 7 070-426 6937/8814

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Nova College te Haarlem. Februari 2014

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Nova College te Haarlem. Februari 2014 ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU Nova College te Haarlem Februari 2014 vastgesteld 29/11/2013 Plaats: Haarlem BRIN: 25PX Onderzoeksnummer: Kenmerk: 259730 4223674 Onderzoek

Nadere informatie

Examinering van het brandweeronderwijs op hoofdlijnen

Examinering van het brandweeronderwijs op hoofdlijnen Examinering van het brandweeronderwijs op hoofdlijnen De Brandweeracademie is onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid. 2 Examinering van het brandweeronderwijs op hoofdlijnen Inleiding De verbetering

Nadere informatie

De Toetsing Getoetst in definities

De Toetsing Getoetst in definities De Toetsing Getoetst in definities Kenniscentrum Kwaliteit van Leren Tamara van Schilt-Mol 2016 Extra definities Kwaliteitscriteria Bij het vaststellen van kwaliteitscriteria gaat over de vraag welke visie

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Datum 18 februari 2013 Onderwerp aanbieding bevindingen politieonderwijs locatie Rotterdam

De Minister van Veiligheid en Justitie. Datum 18 februari 2013 Onderwerp aanbieding bevindingen politieonderwijs locatie Rotterdam 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Minister van Veiligheid en Justitie Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.ivenj.nl Projectnaam aanbieding bevindingen politieonderwijs

Nadere informatie

Verslag. Pilot ontwikkeling branchestandaarden in de sector Politie

Verslag. Pilot ontwikkeling branchestandaarden in de sector Politie Verslag Pilot ontwikkeling branchestandaarden in de sector Politie Colofon Titel Verslag pilot ontwikkeling branchestandaarden in de sector Politie In opdracht van SAOP, met ESF-subsidie projectleider:

Nadere informatie

Inleiding. Bijlage 2: Meetlat Toetscyclus

Inleiding. Bijlage 2: Meetlat Toetscyclus Bijlage 2: Meetlat Toetscyclus Inleiding Met de Meetlat Toetscyclus kan een school in beeld brengen hoe het er voor staat met de examinering op de school. De meetlat brengt in beeld hoe betrokkenen naar

Nadere informatie

Beleidsmedewerker Onderwijs

Beleidsmedewerker Onderwijs Horizon College Beleidsmedewerker Onderwijs Sector BMO Alkmaar C70) Afdeling Communicatie en Onderwijs (C&O) Contract: Vervanging wegens zwangerschapsverlof Periode: 1 mei 2015 tot 1 oktober 2015 Omvang:

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU ROC ID College te Gouda November, 2014 3331182/6 Plaats: Gouda BRIN: 25LN Onderzoeksnummer: 280111 Onderzoek uitgevoerd in: November 2014 Conceptrapport

Nadere informatie

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Functie verkenner (gevaarlijke stoffen) werkzaam bij de brandweer De Brandweeracademie is onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid 2 Branchestandaard blijvende

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Commissie Toezicht Lokale Toetsing Brandweeronderwijs

Uitvoeringsregeling Commissie Toezicht Lokale Toetsing Brandweeronderwijs Uitvoeringsregeling Commissie Toezicht Lokale Toetsing Brandweeronderwijs Instituut Fysieke Veiligheid Bureau Toezicht Examinering en Certificering Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg 783, Arnhem

Nadere informatie

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's Aan Veiligheidsberaad Van DB Veiligheidsberaad Datum 17 september Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's Context en aanleiding Tijdens het Veiligheidsberaad

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Autotechniek (Autotechnicus)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Autotechniek (Autotechnicus) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Leiden Autotechniek (Autotechnicus) Januari 2015 BRIN: 25MA Onderzoeksnummer: 278430 Onderzoek uitgevoerd in: November 2014 Conceptrapport

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Landstede te Zwolle Luchtvaartdienstverlening Secretariële beroepen (Secretaresse) Juridisch medewerker (Juridisch medewerker openbaar bestuur)

Nadere informatie

DE GOEDE DINGEN. Advies inzake de bepaling en aanpak van het vakbekwaam blijven bij de brandweer. BRANDWEER Onderwijsraad

DE GOEDE DINGEN. Advies inzake de bepaling en aanpak van het vakbekwaam blijven bij de brandweer. BRANDWEER Onderwijsraad DE GOEDE DINGEN Advies inzake de bepaling en aanpak van het vakbekwaam blijven bij de brandweer BRANDWEER Colofon Titel Auteur Versie De goede dingen ; advies inzake de bepaling en aanpak van het vakbekwaam

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding 2000 2004 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige

Nadere informatie

7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten

7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten 7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten Opdrachtgever OCW Projectaannemer SBB Projectleider Nog te bevestigen Contactpersoon Lisette van Loon Start en einde deelproject Fase 1: juni 2012

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Zadkine te Rotterdam

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Zadkine te Rotterdam ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Zadkine te Rotterdam Optiek (Opticien/Manager) Juni, 2014 BRIN: 25LP Onderzoeksnummer: 276633 Onderzoek uitgevoerd in: Juni, 2014 Conceptrapport

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Da Vinci College. Verkoper (Verkoper detailhandel) / Verkoper

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Da Vinci College. Verkoper (Verkoper detailhandel) / Verkoper ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Da Vinci College Verkoper (Verkoper detailhandel) / Verkoper Plaats : Dordrecht BRIN nummer : 20MQ Onderzoeksnummer : 291732 Datum onderzoek

Nadere informatie

Model kwalificatiedossier. Versie: 1.0, 11 december 2014

Model kwalificatiedossier. Versie: 1.0, 11 december 2014 Model kwalificatiedossier Versie: 1.0, 11 december 2014 Instituut Fysieke Veiligheid Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg 783, Arnhem www.ifv.nl info@ifv.nl 026 355 24 00 2/14 Inhoud Inleiding 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 396 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs,

Nadere informatie

BRANDWEER Onderwijsraad

BRANDWEER Onderwijsraad 1 BRANDWEER Onderwijsraad Aan: Onderwerp: VNG, werkgroep Brandweer en Veiligheidsberaad pre-advies vakbekwaam blijven. Toelichting en uitgangspunten De Brandweeronderwijsraad heeft in december 2010 besloten

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Tilburg te Tilburg. Verkoper (Verkoper detailhandel)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Tilburg te Tilburg. Verkoper (Verkoper detailhandel) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Tilburg te Tilburg Verkoper (Verkoper detailhandel) Juli 2014 BRIN: 25LZ Onderzoeksnummer: 276487 Onderzoek uitgevoerd in: April 2014 Conceptrapport

Nadere informatie

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Waarom een addendum? Het beleidsplan 2012-2015 is op 7 juli 2011 in een periode waarop de organisatie volop in ontwikkeling

Nadere informatie

Nieuws. van de Brandweeracademie. Examens bedrijfsbrandweer. In dit nummer: juli 2015

Nieuws. van de Brandweeracademie. Examens bedrijfsbrandweer. In dit nummer: juli 2015 Nieuws van de Brandweeracademie juli 2015 In dit nummer: Examens bedrijfsbrandweer Nieuwe afspraken rondom de inzet van experts Implementatie herontwerp examinering Nieuwe regeling voor benoeming toezichthouders

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Sociaal cultureel werker

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Sociaal cultureel werker ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Midden Nederland te Utrecht Sociaal cultureel werker BRIN: 25LH Onderzoeksnummer: 276997 Onderzoek uitgevoerd in: Juli 2014 Conceptrapport

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 628 Politie Nr. 273 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 10

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC van Amsterdam te Amsterdam

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC van Amsterdam te Amsterdam ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC van Amsterdam te Amsterdam Ondernemer horeca/bakkerij (Manager/ondernemer horeca) Januari, 2015 BRIN: 25PZ Onderzoeksnummer: 278550 Onderzoek

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING VAVO. VAVO Rijnmond College, Albeda-Zadkine te Rotterdam. Opleiding vwo

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING VAVO. VAVO Rijnmond College, Albeda-Zadkine te Rotterdam. Opleiding vwo ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING VAVO VAVO Rijnmond College, Albeda-Zadkine te Rotterdam Opleiding vwo BRIN: 25LP Kenmerk: 4481172 Onderzoek uitgevoerd in: November 2014 Rapport vastgesteld te Utrecht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Convenant Versterking Brandweeronderwijs in Nederland

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Convenant Versterking Brandweeronderwijs in Nederland STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15261 24 juli 2012 Convenant Versterking Brandweeronderwijs in Nederland Partijen: De minister van Veiligheid en Justitie,

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Arcus College

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Arcus College ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Arcus College Plaats : Heerlen BRIN nummer : 25PU Onderzoeksnummer : 290623 Datum onderzoek : 31 oktober en 1 november 2016 Datum vaststelling

Nadere informatie

Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw

Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw Januari 2015 Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw Sector: Schilderen en Onderhoud en Afbouw Vastgesteld door: Paritaire Commissie Onderhoud, Schilderen en Afbouw Savantis Vaststellingsdatum:

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR INSTRUCTEUR

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR INSTRUCTEUR KWALIFICATIEPROFIEL VOOR INSTRUCTEUR werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 16 juli 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project Kwaliteit

Nadere informatie

Het NIEUWE onderwijs. Welkom. Adri Koedam Hoofd Preparatie Brandweer Ede Vertegenwoordiger onderwijsraad BOGO namens HGM Docent bij de BOGO 1

Het NIEUWE onderwijs. Welkom. Adri Koedam Hoofd Preparatie Brandweer Ede Vertegenwoordiger onderwijsraad BOGO namens HGM Docent bij de BOGO 1 Het NIEUWE onderwijs Welkom Adri Koedam Hoofd Preparatie Brandweer Ede Vertegenwoordiger onderwijsraad BOGO namens HGM Docent bij de BOGO 1 Duaal Leren Het NIEUWE onderwijs Rollen en verantwoordelijkheden

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Tilburg te Tilburg Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) Juli 2014 3280511/7 BRIN: 25LZ Onderzoeksnummer: 276480 Onderzoek

Nadere informatie

REGLEMENT Erkenning leerbedrijven van Kenniscentrum PMLF januari Uitgave: PMLF Loire AK Den Haag E I

REGLEMENT Erkenning leerbedrijven van Kenniscentrum PMLF januari Uitgave: PMLF Loire AK Den Haag E I Uitgave: PMLF Loire 150 2491 AK Den Haag E info@pmlf.nl I www.pmlf.nl Tweede uitgave januari 2013 2 Reglement erkenning leerbedrijven van KC PMLF Artikel 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 29 628 Politie Nr. 265 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 6 juli

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPERATIONELE VOORBEREIDING

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPERATIONELE VOORBEREIDING KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPERATIONELE VOORBEREIDING werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam te Rotterdam

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam te Rotterdam KWALITEITSONDERZOEK MBO Zorgcampus Rotterdam te Rotterdam Verzorgende-IG Januari 2016 BRIN: 30NZ Onderzoeksnummer: 286193 Onderzoek uitgevoerd: 13-01-2016 Conceptrapport verzonden op: 23 februari 2016

Nadere informatie

HaKa Nederland b.v. 24-11-2012

HaKa Nederland b.v. 24-11-2012 EVC in de Jeugdzorg HaKa Nederland b.v. 24-11-2012 EVC in de jeugdzorg Wat is EVC? EVC staat voor Erkennen van Verworven Competenties. Het is een instrument waarmee werknemers hun kennis en ervaring -

Nadere informatie

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE LOCKAERT

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE LOCKAERT RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE LOCKAERT School : Basisschool De Lockaert Plaats : Oss BRIN-nummer : 00CD Onderzoeksnummer : 63530 Datum schoolbezoek : 16 december 2005 Datum vaststelling :

Nadere informatie

Kwaliteitskeurmerk voor het Speciaal Onderwijs.

Kwaliteitskeurmerk voor het Speciaal Onderwijs. Kwaliteitskeurmerk voor het Speciaal Onderwijs. Inhoud presentatie De Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs Implementatie norm en ISO-certificering bij de Ambelt Meerwaarde voor de Ambelt Rol van de externe

Nadere informatie

examinering 2006-2007 Een overzicht van het eerste jaar Actieplan Examinering

examinering 2006-2007 Een overzicht van het eerste jaar Actieplan Examinering ACTIEPLAN examinering 2006-2007 Een overzicht van het eerste jaar Actieplan Examinering Inleiding In november 2006 hebben de AOC s naar aanleiding van de teleurstellende bevindingen van KCE en op verzoek

Nadere informatie

Centrale vraag bij het onderzoek is: Is het verzorgde onderwijs inclusief de periode van werkend leren en de examinering van voldoende kwaliteit?

Centrale vraag bij het onderzoek is: Is het verzorgde onderwijs inclusief de periode van werkend leren en de examinering van voldoende kwaliteit? > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-generaal Veiligheid Programma Overdracht Taken en Onderwijs

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Scholengemeenschap De Rooi Pannen te Tilburg

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Scholengemeenschap De Rooi Pannen te Tilburg ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU Scholengemeenschap De Rooi Pannen te Tilburg Plaats: Tilburg Brinnummer: 25LV Onderzoeksnummer: 278276 Datum onderzoek: Oktober en december

Nadere informatie

examinering 1 Standaard voor examineren 2 Kwaliteit van examinering 3 Toetsenbank en digitale portfolio s 4 Verbetering procedures

examinering 1 Standaard voor examineren 2 Kwaliteit van examinering 3 Toetsenbank en digitale portfolio s 4 Verbetering procedures ACTIEPLAN examinering AOC Raad Willy Brandtlaan 81, 6716 RJ Ede Postbus 458, 6710 BL Ede T: 0318-648900 F: 0318-641184 E: info@aocraad.nl W: www.aocraad.nl 1 Standaard voor examineren 2 Kwaliteit van examinering

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Profit Opleidingen

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Profit Opleidingen ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO Profit Opleidingen Plaats : Zwolle BRIN nummer : 26TR Onderzoeksnummer : 280632 en 280634 Datum onderzoek : 5, 9 en 12 februari 2015 en 7 april 2016 Datum vaststelling

Nadere informatie

Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing

Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing Wat u zeker moet weten over Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing VOOR LOKALE BESTUREN AUDIT VLAANDEREN www.auditvlaanderen.be 1 Inhoud AUDIT VLAANDEREN 5 INTERNE CONTROLE OF ORGANISATIEBEHEERSING?

Nadere informatie

Examenprofiel mbo Reclame, Presentatie en Communicatie

Examenprofiel mbo Reclame, Presentatie en Communicatie Februari 2015 Eamenprofiel mbo Reclame, Presentatie en Communicatie Sector: Reclame, Presentatie en Communicatie Vastgesteld door: Paritaire Commissie Reclame, Presentatie en Communicatie Savantis Vaststellingsdatum:

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Clusius College te Alkmaar

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Clusius College te Alkmaar ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU Clusius College te Alkmaar Natuur en groene ruimte 3 (Vakbekwaam medewerker groenvoorziening) 97252 Bloemendetailhandel (Medewerker bloembinden)

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Fraude Brandweeronderwijs

Uitvoeringsregeling Fraude Brandweeronderwijs Uitvoeringsregeling Fraude Brandweeronderwijs Instituut Fysieke Veiligheid Bureau Toezicht Examinering en Certificering Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg 783, Arnhem www.ifv.nl info@ifv.nl 026

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Alfa-College te Groningen. Opleiding Horeca-assistent 90660

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Alfa-College te Groningen. Opleiding Horeca-assistent 90660 ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU Alfa-College te Groningen Opleiding Horeca-assistent 90660 Plaats: Utrecht BRIN: 25LU Onderzoeksnummer: 273119 Onderzoek uitgevoerd in: November

Nadere informatie

Checklist EVC-procedure voor organisaties

Checklist EVC-procedure voor organisaties Checklist EVC-procedure: voor organisaties Checklist EVC-procedure voor organisaties Eén van de instrumenten uit de toolbox van het kwaliteitsmodel EVC is de checklist voor organisaties. Met behulp van

Nadere informatie

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium Dit document is een onderdeel uit het advies Drie routes naar een valide examenproduct van mei 2016. De uitwerking van het advies vindt plaats vanaf augustus 2016 door de hiervoor aangestelde kwartiermaker

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. New School Routing Academy Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. New School Routing Academy Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst) KWALITEITSONDERZOEK MBO New School Routing Academy 90111 Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst) December 2015 BRIN: 30KP Onderzoeksnummer: 286411 Onderzoek uitgevoerd: 07 december

Nadere informatie

Visie op examinering. Visie op examinering, 21 april

Visie op examinering. Visie op examinering, 21 april Visie op examinering De Bve Raad en de AOC Raad willen met deze notitie hun visie op examinering uitdragen. De belangrijkste reden hiervoor is dat de beide organisaties in een open dialoog met relevante

Nadere informatie

Protocol PDG en educatieve minor

Protocol PDG en educatieve minor Protocol PDG en educatieve minor 28 april 2014 Inhoud Protocol voor beoordelingen door de NVAO van de kwaliteit van de afstudeerrichtingen algemeen vormend onderwijs en beroepsgericht onderwijs, het traject

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Studiecentrum Minerva te Almere

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Studiecentrum Minerva te Almere ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU Studiecentrum Minerva te Almere Plaats: Almere BRIN nummer: 24KK Onderzoeksnummer: 277938 Datum onderzoek: December 2014 Datum

Nadere informatie

Et Examentaken mbo WWW.EXAMINERINGMBO.NL Examentaken mbo Wat is het? De Examentaken mbo omschrijven alle taken die worden uitgevoerd ten behoeve van de examinering in het mbo. Het is een hulpmiddel om

Nadere informatie

Gezamenlijke aanpak BPV en het BPV-protocol van:

Gezamenlijke aanpak BPV en het BPV-protocol van: Gezamenlijke aanpak BPV en het BPV-protocol van: 2 Gezamenlijke aanpak BPV In de Verbeteragenda BPV van MKB Nederland en VNO-NCW is naar aanleiding van een onderzoek naar de ervaringen van leerbedrijven

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC West-Brabant te Etten-Leur. Medewerker schilderen (Gezel schilder totaalonderhoud)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC West-Brabant te Etten-Leur. Medewerker schilderen (Gezel schilder totaalonderhoud) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC West-Brabant te Etten-Leur Medewerker schilderen (Gezel schilder totaalonderhoud) Oktober 2014 3280511/7 BRIN: 25LX Onderzoeksnummer: 278030

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016 Regeling Externe toezichthouders bij examens Inhoudsopgave 1. Positie en benoeming externe toezichthouders... 3 2. Taak externe toezichthouder

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC Landstede te Zwolle. Sport en bewegingsbegeleider Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC Landstede te Zwolle. Sport en bewegingsbegeleider Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO ROC Landstede te Zwolle Sport en bewegingsbegeleider Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider) Juli 2014 Plaats: Utrecht BRIN: 01AA Onderzoeksnummer: 275707

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. Saba Reach Foundation, instelling voor Sociale Kanstrajecten

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. Saba Reach Foundation, instelling voor Sociale Kanstrajecten RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek bij Saba Reach Foundation, instelling voor Sociale Kanstrajecten Plaats : Saba BRIN-nummer : 30KZ Datum schoolbezoek : 9 oktober 2014 Rapport vastgesteld te

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden-Nederland

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden-Nederland ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU ROC Midden-Nederland Plaats : Amersfoort BRIN nummer : 25LH Onderzoeksnummer : 289213 Datum onderzoek : 24 juni 2016 en 20 januari 2017 Datum

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek naar examinering en diplomering bij

Kwaliteitsonderzoek naar examinering en diplomering bij RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek naar examinering en diplomering bij Scholengemeenschap Bonaire Vestiging Forma voor mbo, niveau 1 Plaats : Bonaire, Kralendijk BRIN-nummer : 30LB Crebo-nummer

Nadere informatie

Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel te gaan:

Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel te gaan: Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel te gaan: aansluiting BDB (inclusief BKE) op onderwijs- en personeelsbeleid opzet leertraject BDB (inclusief BKE) toetsing en

Nadere informatie

Kwaliteitsbeleid WereldKidz 2016

Kwaliteitsbeleid WereldKidz 2016 Kwaliteitsbeleid WereldKidz 2016 1 Kwaliteitzorgbeleid WereldKidz, 2016 Elke leerling verdient een excellente leraar Elke medewerker verdient een excellente leidinggevende Met elkaar leren we elke dag,

Nadere informatie

Algemeen Bestuur. Veiligheidsregio Groningen. Agendapunt 6. 3 juli 2015 ONTWIKKELINGEN BON

Algemeen Bestuur. Veiligheidsregio Groningen. Agendapunt 6. 3 juli 2015 ONTWIKKELINGEN BON Agendapunt 6 Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Groningen 3 juli 2015 ONTWIKKELINGEN BON Inleiding Zoals bekend is in 2014 een noordelijke Stuurgroep ingesteld met het oog op de huidige en toekomstige organisatie

Nadere informatie

Branche- kwalificatiestructuur. De professie aan zet

Branche- kwalificatiestructuur. De professie aan zet Branche- kwalificatiestructuur De professie aan zet Bijeenkomst LOS, EDE 04 juni 2015 Barbara Marcelis Inhoud Branchekwalificatiestructuur, een definitie Denkraam: drie kaders BKS in de praktijk: drie

Nadere informatie

BPV-WEGWIJZER: BASIS II KENNISCENTRUM PMLF december 2011

BPV-WEGWIJZER: BASIS II KENNISCENTRUM PMLF december 2011 1 SAMENVATTING De belangrijkste werkzaamheden van het Kenniscentrum PMLF zijn: 1. onderhouden, ontwikkelen kwalificatiestructuur; 2. erkennen van leerbedrijven; 3. bevorderen van de kwaliteit van de BPV.

Nadere informatie

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt

Nadere informatie

Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT

Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT Sector: ESB&I Gevalideerd door: de paritaire commissie ECABO Vaststellingsdatum: 7 oktober 2014 Examenprofielnummer: EXPRO.16 1 Inleiding

Nadere informatie

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK OBS DE MEANDER

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK OBS DE MEANDER RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK OBS DE MEANDER School : OBS De Meander Plaats : Delfgauw BRIN-nummer : 28CZ Onderzoeksnummer : 90721 Datum schoolbezoek : 16 januari 2007 Datum vaststelling : 7 mei 2007 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie studiejaar 20172018 Inhoud REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS... 1 1. Positie en benoeming externe

Nadere informatie

Gelders Opleidingsinstituut B.V.

Gelders Opleidingsinstituut B.V. Gelders Opleidingsinstituut B.V. Onderzoek bestuur en opleiding(en) Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 28 november 2018 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie

Nadere informatie