NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT

Transcriptie

1 NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT 13e vergadering 3 juni 2010, middag Openbare vergadering van de Gemeenteraad, gehouden op donderdag 3 juni 2010 te uur. Voorzitter: mr. A. Wolfsen, die voor een deel van de vergadering wordt vervangen door mevrouw S.M.L. Bottse, plaatsvervangend voorzitter. Tegenwoordig zijn de leden: mevr. Baş, Beerlage, mevr. Bikker, mevr. De Boer, mevr. De Bondt, mevr. Bouazani, Buunk, Van Corler, mevr. Crowe, mevr. Dibi, Dijk, Eggermont, Fokke, Geldof, mevr. Van Gemert, mevr. Haage, mevr. Hakbijl, mevr. Hamid, Hoek, Isabella, Işik, Janssen, Koopmans, Kleuver, Kreijkamp, mevr. Mos, mevr. Nalis, Oldenborg, mevr. Oskam, Post, Ravesteijn, Rollingswier, Roodenburg, Rottier, Rijpma, mevr. Schell, Van Schie, Schipper, Verschuure, mevr. Vink, De Vries, Werensteijn, mevr. Wijntuin en Zwanenberg Tevens zijn aanwezig de wethouders mevr. Den Besten, Bosch, Everhardt, Kreijkamp, Lintmeijer en mevr. De Rijk. Griffier: drs. A.A.H. Smits, griffier. Opening van de vergadering door de voorzitter. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt als volgt: Dames en heren! Ik heet u allen hartelijk welkom. Tevens een speciaal welkom voor de mensen op de publieke tribune en de mensen die thuis meekijken of luisteren. Het is mooi als er belangstelling is voor het werk van de gemeenteraad. Wij hebben vandaag een korte agenda, maar vanzelfsprekend wel een met belangrijke onderwerpen. Er zijn geen berichten van verhindering ontvangen, dus dat is een goede start. Met het oog op de vandaag op de agenda staande benoemingen verzoek ik mevrouw Bouazani en de heren Rijpma en Roodenburg het stembureau te vormen. Ik zie dat de voorzitter van de rekenkamer Utrecht op de publieke tribune zit. Ik maak hem publiekelijk een compliment, want de rekenkamer Utrecht heeft met het rapport "Project Stationsgebied, Informatievoorziening aan de gemeenteraad van Utrecht" de Goudvink 2009 gewonnen, een prijs voor het beste rekenkameronderzoek van het jaar. Mensen die daar belangstelling voor hebben kunnen het raadplegen via de website Gefeliciteerd! (Applaus.) Agenda vaststellen en inventarisatie. De VOORZITTER: Dames en heren! Er zijn twee actuele moties aangekondigd: een motie van de heer Zwanenberg van de GroenLinks-fractie over het kraakverbod en een motie van de heer Geldof van de VVD-fractie over het verlagen van de contributie aan de VNG in Notulen van de openbare vergadering van 29 april 2010 Worden z.h.o. conform vastgesteld.

2 Middagvergadering van 3 juni Lijst van mededelingen (Jaargang 2010, nr. 62). Wordt z.h.o. voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen stukken: 1. Een de 14 e mei 2010 ingekomen brief van Burger en Gemeenschap, alhier, inzake het optreden tegen Graffiti. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening. 2. Een de 18 e mei 2010 ingekomen brief van Burger en Gemeenschap, alhier, inzake het toegenomen aantal sirenemomenten. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening. 3. Een de 18 e mei 2010 ingekomen brief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te Den Haag, waarbij wordt aangeboden een handreiking voor integriteit voor politieke ambtsdragers bij gemeenten, provincies en waterschappen. Besloten wordt deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 4. Een de 25 e mei 2010 ingekomen zienswijze van Arag, namens cliënt R. te Leusden inzake ontwerpbestemmingsplan Castellum Novum. Besloten wordt deze zienswijze te betrekken bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel. 5. Een de 25 e mei 2010 ingekomen zienswijze van Arag, namens cliënt J.H.J. te Leusden inzake ontwerpbestemmingsplan Castellum Novum. Besloten wordt deze zienswijze te betrekken bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel. 6. Een de 25 e mei 2010 ingekomen zienswijzen van Arag, namens cliënt R.G.C. te Leusden inzake ontwerpbestemmingsplan Castellum Novum. Besloten wordt deze zienswijzen te betrekken bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel. 7. Een de 26 e mei 2010 ingekomen zienswijze van C1000 Van Zijl, alhier, inzake ontwerpbestemmingsplan Castellum Novum. Besloten wordt deze zienswijze te betrekken bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel. 8. Een de 21 e mei 2010 ingekomen zienswijzen van NSI Winkels B.V. en Nieuwe Steen N.V. te Hoorn, inzake het ontwerpbestemmingsplan Castellum Novum. Besloten wordt deze zienswijzen te betrekken bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel. 9. Een de 20 e mei 2010 ingekomen afschrift van een door de heer F. B, alhier, aan wethouder De Rijk gerichte brief inzake zondagopenstelling van een biologische supermarkt/winkel. Besloten wordt dit afschrift voor kennisgeving aan te nemen.

3 Middagvergadering van 3 juni Een de 18 e mei 2010 ingekomen brief van Deloitte Accountants B.V. te Arnhem, waarbij wordt aangeboden het rapport van Bevindingen en accountantsverklaring jaarrekening Besloten wordt deze brief te stellen in handen van de subcommissie Controle en Financiën, om advies. 11. Een de 1 e mei 2010 ingekomen brief van het Bestuur Regio Utrecht, alhier, inzake de ontwerpjaarrekening 2009 en ontwerpprogrammabegroting Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening. 12. Een de 4 e mei 2010 ingekomen brief van de heer G.R. en mevrouw J.K. te Zeist, inzake het functioneren van een ambtenaar. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening.

4 Middagvergadering van 3 juni Vragenuurtje. De VOORZITTER: Dames en heren! Er zijn diverse vragen aangekondigd, die allemaal besproken zijn in het presidium. De vragen 3 en 5 zijn ingediend door respectievelijk de heer Verschuure en mevrouw De Boer en gaan beide over de onrust die er is geweest in Ondiep en het groepsverbod. Ik heb begrepen dat deze vragen in elkaar worden gevlochten en in één keer worden gesteld door de fractie van D66, mede namens de andere fracties. Het presidium vindt dat de vragen van de fractie van D66, mede namens de fracties van GroenLinks en SLU, betreffende Buurthuis Eigen Haard kunnen worden doorverwezen naar de commissie Mens en Samenleving van volgende week. Deze beslissing van het presidium kan vanzelfsprekend worden overruled door een meerderheid van raad. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! Natuurlijk neemt het dagelijks bestuur van het presidium altijd in alle wijsheid een goed besluit, maar wellicht is niet alle informatie helder geweest. De vragen gaan over een zaak die moet worden voorbereid vóór oktober Als wij willen dat die zaak doorgaat, moeten wij nu al met de betrokken procedure beginnen. Een behandeling in de commissie is daarom te laat. Bovendien kan een commissie geen besluit nemen. Als de commissie met een uitspraak komt die niet helder is, zijn wij gewoon te laat. Ik ben er dus erg voor om de vragen nu te behandelen. De VOORZITTER: De commissie Mens en Samenleving vergadert volgende week. Ook vandaag kan er niets besloten worden, want vandaag worden er vragen gesteld en daar wordt antwoord op gegeven. That s it. Er wordt hier niets meer of minder gedaan dan in de commissie. De heer OLDENBORG (SLU): Voorzitter! Hier speelt onder andere de mogelijkheid van een artikel 17-procedure. Als wij vandaag op de vragen een antwoord krijgen, dan kan dat betekenen dat de commissieleden aanstaande dinsdag in de commissievergadering in de richting van het college bepaalde stappen kunnen aankondigen die in de eerstvolgende raadsvergadering gezet kunnen worden. Anders schuift een en ander weer op. Als de vragen nu gesteld kunnen worden, kunnen er wellicht in de commissievergadering spijkers met koppen worden geslagen en kunnen wij nu afspreken wat wij in de commissie met elkaar gaan doen. Op die manier kunnen wij echt snelheid maken. Als wij dat niet doen en de zaak duurt een beetje te lang, hoeft het allemaal niet meer, want dan halen wij de artikel 17-procedure niet. De VOORZITTER: Zo neutraal mogelijk zeg ik dat dit niet onredelijk klinkt. Mevrouw MOS (GroenLinks): Voorzitter! Ik steun het niet onredelijke voorstel van de heer Oldenborg. De heer ISABELLA (PvdA): Voorzitter! Ik ga er ook mee akkoord, dus laten wij snel overgaan tot het behandelen van de vragen. De heer GELDOF (VVD): Ook ik kan mij wel in het voorstel van de heer Oldenborg vinden, voorzitter. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik wil een ordevoorstel doen. De volgorde van de vergadering is natuurlijk dat wij beginnen met de mondelinge vragen, dat wij daarna de agendapunten behandelen en vervolgens de actuele moties. De vragen van mevrouw Schell en de inhoud van de motie van de heer Zwanenberg liggen erg dicht bij elkaar. Het zou kunnen dat de antwoorden van de wethouder ertoe leiden dat de heer Zwanenberg zijn motie intrekt, hoewel ik niet uitsluit dat dit niet het geval zal zijn. Het is wat ongebruikelijk, maar deze zaken liggen zo in elkaars verlengde dat het mij voor de efficiency van deze vergadering een goede zaak lijkt om deze twee zaken te combineren. Ik zie instemmend geknik. De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Voorzitter! Ik zal er dan wel vliegensvlug voor moeten zorgen dat de inleiding van mijn verhaaltje geprint wordt. Op zichzelf gaan de mondelinge vragen en de actuele motie over hetzelfde onderwerp, maar verder liggen ze naar mijn mening inhoudelijk niet erg dicht bij elkaar.

5 Middagvergadering van 3 juni De VOORZITTER: Beide gaan over hetzelfde onderwerp, maar je zou kunnen zeggen dat ze in een andere richting gaan. Juist daarom raken ze elkaar zo mooi. De heer BOSCH (wethouder): Voorzitter! De antwoorden zullen elkaar natuurlijk wel moeten benaderen. 1. Vragen van de VVD-fractie over de verantwoording 2009 in relatie tot de schriftelijke vragen (Meer transparantie in de door de gemeente verstrekte subsidies). De heer DIJK (VVD): Voorzitter! Op 9 maart 2010 ontving de VVD-fractie het antwoord op haar verzoek meer inzicht te krijgen in meer dan EUR 105 miljoen die de gemeente aan subsidies verstrekt. De VVD-fractie was tevreden, omdat het college het voorstel van de VVD-fractie overnam en had toegezegd om al bij de verantwoording van 2009 te komen met een overzicht van de in dat jaar verstrekte subsidies. Hierin zou duidelijk aangegeven worden aan welke organisatie of rechtspersoon een subsidie is verstrekt, om welk bedrag en wat voor subsidie het gaat en welke doelstelling ermee beoogd wordt. Het resultaat en overhead zouden apart opgevraagd kunnen worden. De VVD-fractie keek uit naar dit overzicht, omdat ze van mening is dat de raad, maar zeker ook de Utrechter het recht heeft om te weten welke organisaties van het belastinggeld worden gefinancierd. Voor een deel waren wij tevreden over de in de nu voorliggende verantwoording 2009 opgenomen subsidiestaat, maar er zijn nogal wat hiaten. Niet alleen dat het verschil tussen begroting en realisatie hier en daar wat toelichting behoeft, maar vooral dat bij verschillende prestatiedoelstellingen en programma's, zoals stadspromotie, beheer openbare ruimte, lokale democratie en bestuurlijke samenwerking, wonen en monumenten de uitwerking per organisatie of rechtspersoon prima is, maar bij de meeste andere programma's ontbreekt. Ik kan bijvoorbeeld nergens de aan Stichting Lauw-Recht, jongerencentrum ULU of de Utrechtse Bachcantatediensten om er willekeurig een paar te noemen verleende subsidie terugvinden. Daarom wil de VVD-fractie de verantwoordelijke wethouder graag de volgende vragen stellen: 1. Bent u het ermee eens dat de subsidiestaat verantwoording 2009 gemeente Utrecht niet het volledige beeld geeft, zoals toegezegd door het college op 9 maart in de beantwoording van schriftelijke vragen van de VVD-fractie hierover? 2. Zo nee, waar kan de raad dan de namen en bedragen van de subsidies aan de verschillende stichtingen en organisaties vinden, die vanuit de programma's welzijn, jeugd, cultuur, diversiteit, integratie, et cetera in 2009 subsidie hebben ontvangen? 3. Kan de VVD-fractie hieruit concluderen dat het kennelijk binnen de gemeente niet mogelijk is om bij een groot deel van de programma's een specifiek overzicht te geven van de organisaties en rechtspersonen die door de gemeente worden gefinancierd? 4. Zo ja, wat gaat u hieraan doen? 5. Zo nee, kan de gemeenteraad dan nog vóór de behandeling van de verantwoording 2009 in de commissies een bijgewerkte subsidiestaat ontvangen? Mevrouw DE RIJK (wethouder): Voorzitter! Wij zijn het ermee eens zijn dat de subsidiestaat bij de verantwoording 2009 niet volledig is. Wij zullen de raad zo spoedig mogelijk de volledige subsidiestaat doen toekomen. Als antwoord op de derde vraag kan ik zeggen dat er geen sprake is van chaos. De raad krijgt de gegevens zo spoedig mogelijk. De vierde vraag is dus niet van toepassing. Wij zullen onze uiterste best doen om de gegevens nog vóór de behandeling van de verantwoording 2009 aan de raad te doen toekomen. Het is niet zeker of dat lukt, omdat dat al heel snel is. Anders krijgt de raad in ieder geval te horen wanneer hij de gegevens krijgt. De heer DIJK (VVD): Voorzitter! Ik dank de wethouder voor haar beantwoording en de erkenning dat de subsidiestaat niet volledig is. Ondanks dat de wethouder erg goed met de tijd omgaat, zou ik toch iets meer toelichting willen hebben op de reden daarvan. Onze vraag daarover was vrij helder. Er lag een duidelijke toezegging, waarvoor grote dank, maar een en ander is niet gebeurd. De wethouder zegt dat er geen chaos is, maar toch zitten bepaalde zaken niet in de subsidiestaat. Een beetje toelichting zou wel gewenst zijn.

6 Middagvergadering van 3 juni Mevrouw DE RIJK (wethouder): Er is gebruikgemaakt van een bestand. De gegevens zitten in meerdere bestanden, dus een aantal bestanden moet bij elkaar worden gevoegd. Zo simpel zit de zaak in elkaar. Per ongeluk is dat in dit geval nog niet gebeurd. Ik neem aan dat dit vrij snel kan gebeuren. Alleen aarzel ik een beetje, omdat ik niet zeker weet of het tweede deel van de toezegging -namelijk dat de overhead en de niet-overhead uitgesplitst zouden worden- er ook automatisch uit te halen valt. Dat is de verklaring waarom een en ander niet is gebeurd - abusievelijk overigens, want er lag inderdaad een toezegging. Daarom zullen de medewerkers hun best doen om de zaken zo spoedig mogelijk boven water te krijgen, het liefst vóór de behandeling van de verantwoording. Als dat niet lukt, dan krijgt de raad zo spoedig mogelijk te horen wanneer hij wél het volledige overzicht tegemoet kan zien. Het gaat om openbare informatie en in het kader van de transparantie lijkt het mij handig als ergens netjes bij elkaar staat wie waarvoor subsidie krijgt. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! Ik wil een aanvullende vraag stellen. Ik heb steeds begrepen dat subsidie altijd per 1 juli verstrekt wordt. Wanneer wordt een besluit genomen om subsidies door te zetten, te veranderen, te verhogen of te verminderen? Wordt dat bij de verantwoording, bij de voorjaarsnota of uiteindelijk bij de begroting gedaan? Mevrouw DE RIJK (wethouder): Even voor de helderheid: de subsidiestaat gaat over wie er in 2009 subsidie hebben gekregen. Dat staat op zichzelf enigszins los van wie er in de toekomst subsidie krijgt. Bij de voorjaarsnota heeft de raad de toekomstige subsidiestaten gekregen, maar die staan los van wie er in 2011 daadwerkelijk subsidie krijgt. Nu is het helder welke posten er bestaan. Als je heel grote veranderingen wilt aanbrengen bij organisaties die al meerdere jaren subsidie krijgen, dan moet je dat ver van tevoren aankondigen en dat is sowieso niet meer mogelijk voor de begroting Als wij iets dergelijks van plan zouden zijn, kunnen wij dat dus niet eerder in laten gaan dan bij de begroting Dat staat los van de verantwoording De heer GELDOF (VVD): Voorzitter! Ik heb een vraag over de laatste toelichting van de wethouder. Wij hebben het altijd over de betrouwbaarheid van de overheid, dus wij kunnen dan niet opeens een maand van tevoren zeggen dat de subsidie ophoudt. Maar als meer dan een halfjaar van tevoren aan een organisatie wordt gemeld dat er iets van de subsidie af zou kunnen gaan, dan moet de organisatie daar toch rekening mee kunnen houden? Wij zitten nu nog in juni, dus het kan verstandig zijn om bepaalde organisaties vóór 1 juli de mededeling te doen dat ze er niet op kunnen rekenen dat volgend jaar dezelfde subsidie binnengehaald wordt als de subsidie die men dit jaar ontvangen heeft. Ik geef dit maar even mee, want mij staat een termijn van een halfjaar bij. Is dat zo en is de wethouder van plan om nog wat briefjes de deur uit te doen vóór 1 juli? Mevrouw DE RIJK (wethouder): Alles is in verhouding. Alles hangt af van het bedrag en het aantal jaren dat men al subsidie krijgt. Ook nu is het mogelijk om zeker wat kleine veranderingen aan te brengen, ook met de subsidiestaat die wij inmiddels bekend hebben gemaakt. Mochten er grote veranderingen aangebracht worden in onze plannen, dan krijgt de raad de voorstellen in de programmabegroting 2011 te horen. De heer GELDOF (VVD): Is dit een nee op mijn vraag of de wethouder van plan is om nog vóór 1 juli briefjes uit te sturen? Mevrouw DE RIJK (wethouder): Dit was een nee op de vraag van de heer Geldof. (Burgemeester Wolfsen draagt hierna het voorzitterschap van de vergadering over aan mevrouw Bottse.) 2. Vragen van de heer Rijpma van de VVD-fractie over Oranje voor alle Utrechters. De heer RIJPMA (VVD): Voorzitter! Op 11 juni 2010 start een van de grootste sportevenementen van de wereld: het wereldkampioenschap voetbal. Nederland is tijdens dit toernooi uiteraard de grootste kanshebber, overigens net als tijdens alle vorige kampioenschappen.

7 Middagvergadering van 3 juni Verschillende ondernemers hebben zich ingezet om door middel van grote schermen zo veel mogelijk liefhebbers de kans te bieden gezamenlijk te kijken naar de wedstrijden van het Nederlands elftal. De VVD-fractie heeft echter vernomen dat hiervoor geen vergunningen verleend zijn. Reden voor afwijzing is de angst voor onbeheersbare veiligheidssituaties. Met in het achterhoofd de gezellige Koninginnedag, de succesvol verlopen finish van de Giro en het rustig verlopen evenement DJ op de Dom vindt de VVDfractie het vreemd en jammer dat het plaatsen van grote schermen voor wedstrijden van het Nederlands elftal niet wordt toegestaan. Hiermee wordt volgens ons roet in het eten gegooid van alle voetballiefhebbers die de wedstrijden van Oranje gezellig samen op een groot scherm willen volgen. Om alvast een beetje Oranjegevoel te kweken, zal ik het enige oranje item dat ik op onze fractiekamer kon vinden, opspelden voor onze mannen. De ene winnende partij steunt de andere winnende partij! (De heer Rijpma speldt hierna een oranje VVD-badge op zijn jasje.) De VVD-fractie heeft de volgende vragen voor het college: 1. In de stad zijn de afgelopen maanden vele succesvolle openluchtevenementen georganiseerd. Op basis van welke afweging heeft het college besloten om geen vergunning te verlenen voor deze grote schermen? 2. Waarop baseert het college de gedachte dat mensenmassa's die naar voetbalwedstrijden van het Nederlands elftal kijken, een hoger risico vormen dan mensen die naar DJ op de Dom kijken of Festival aan de Werf? 3. Is het college alsnog bereid om grote schermen in de stad toe te staan, zodat iedereen die dat wil, het voetbal op deze schermen kan volgen? Zo nee, waarom niet? 4. Is het college in ieder geval bereid om het Amsterdamse voorbeeld te volgen om wel schermen toe te staan, wanneer Nederland de eindronde van het wereldkampioenschap nadert? De heer WOLFSEN (burgemeester): Voorzitter! De raad wordt er een stuk vrolijker op, moet ik zeggen. Het is jammer dat er maar één oranje attribuut is, want ook ik had graag wat opgespeld. Ik ben het met de heer Rijpma eens dat wij een paar mooie evenementen achter de rug hebben. De feesten in de stad -de heer Rijpma noemde de Giro, het Festival aan de Werf en DJ op de Dom- zijn aangenaam, plezierig en ordentelijk verlopen. De Giro vergde natuurlijk ontzettend veel politie-inzet, maar dat was zeer goed en welbesteed. Het WK-voetbal, waar Nederland aan deelneemt, komt er nu aan. Dit grote evenement speelt zich af in Zuid-Afrika; de zojuist genoemde evenementen vonden plaats in Utrecht. In de hele stad zijn er liefhebbers om dat te volgen via de tv. Er is een landelijk regime op advies van de politie en dat wordt in alle steden toegepast. Wij kunnen niet gedurende drie, vier weken grote schermen in de hele stad op de openbare weg plaatsen. Dat zorgt in potentie voor grote wanordelijkheden en vraagt langdurig heel veel politie-inzet. Daarom is ervoor gekozen dat is in lijn met het vaste beleid in Utrecht en dat is ook toegepast bij het WK 2006 en het EK 2008 dat mensen wel op schermen mogen kijken op privé-gebied, maar dat het volgen van de wedstrijden op schermen op de openbare weg de orde zodanig kan verstoren en zo veel extra politieinzet kan vragen, dat daarvoor inderdaad geen vergunningen worden afgegeven. Dit is in de kern de afweging die is gemaakt op nadrukkelijk advies van de politie. De politie heeft ook geadviseerd over andere evenementen. Ter voorkoming van wanordelijkheden volgen wij die adviezen steeds op. Dit is in de kern de afweging. De afweging dat mensenmassa's die naar voetbalwedstrijden van het Nederlands elftal kijken een hoger risico vormen, baseren wij op ervaringen uit het verleden en in andere steden. Het college is niet bereid om alsnog schermen toe te staan zodat iedereen die dat wil het voetbal kan volgen. Het beleid dat wij nu hanteren, is in lijn met het beleid in de voorgaande jaren en in andere steden. Wij gaan natuurlijk wel met een zekere wijsheid om met het begrip openbaar. Men zal begrijpen dat wij niet met een schaartje gaan knippen om te kijken wat openbaar is en wat niet. Ik hoop dat de raad mij daarin een zekere mildheid wil toestaan. Daar waar iets op de grens van de openbaarheid mogelijk is, moeten wij niet al te streng zijn. De kans dat Nederland in de finale komt, moeten wij bepaald niet uitsluiten. Er is dan sprake van een unieke nieuwe situatie. Ik ben bereid om toe te zeggen om in dat geval, in lijn met Amsterdam, te bekijken of wij op het Neude of andere plekken in de stad eenmalig een gemeenschappelijk mooi, groot feest kunnen toestaan. Je moet dat niet in de gehele stad doen, want dan krijg je ernstige blokkades in de stad en dat roept wanorde op in plaats van orde die wij graag willen hebben tijdens deze grote evenementen. Dus als wij in de finale komen, spreken de raad en ik elkaar nader.

8 Middagvergadering van 3 juni De heer RIJPMA (VVD): Voorzitter! Ik ben in ieder geval blij met het antwoord van de burgemeester op vraag 4. Ik ga op dat moment graag met hem om de tafel om te kijken hoe wij een zo groot mogelijk scherm op het Neude kunnen plaatsen. Ik heb nog wel een paar vragen. De burgemeester heeft het over een periode van drie, vier weken waarin onafgebroken een soort scherm zal worden geplaatst. Het gaat echter maar om zes wedstrijden van om en nabij 90 minuten. Dat is dus niet helemaal in lijn met wat de burgemeester zojuist zei over hoe het evenement zal worden vormgegeven. De kern van het betoog van de burgemeester blijft dus wel dat voetbal een andere afweging krijgt dan bijvoorbeeld een opera of een cultureel festival. Ik vind dat frappant omdat ik nog nooit heb gehoord dat er rellen uitbraken na een wedstrijd van Oranje. Toen twee jaar geleden Turkije heel ver in het toernooi kwam, heb ik de hele Amsterdamsestraatweg vol feestende Turkse Nederlanders gezien. Daar was ook geen sprake van wanordelijkheden. Het gaat hier toch om een gezamenlijk feest dat wij met zijn allen vieren? Ik vind het daarom zo jammer dat dit Oranjefeest geassocieerd wordt met geweld en wanordelijkheden. Ik hoop dat de burgemeester daar kort op kan ingaan. De heer WOLFSEN (burgemeester): Met de heer Rijpma associeer ik een Oranjefeest ook niet met chaos en wanordelijkheden. Als een club wint, zie je inderdaad feesten in de stad. Daar wordt heel soepel mee omgegaan. Dat moet kunnen en hoort bij de volksvreugde bij zo'n groot sportevenement. Als je echter voor alle wedstrijden in de hele stad schermen gaat toestaan, kan dat tot blokkades leiden. Om die reden heeft de politie ons nadrukkelijk geadviseerd om dat niet te doen, omdat dat chaos kan veroorzaken. Ik ben het met de heer Rijpma eens dat wij daar met een zekere verstandige manier mee moet omgaan, maar in beginsel hanteren wij de strakke lijn en geven wij geen vergunning af. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! Kan de burgemeester met voorbeelden aangeven wanneer het plaatsen van schermen in Utrecht uit de hand is gelopen? Op basis waarvan heeft de politie dat aangegeven? Mij zijn in ieder geval geen voorbeelden bekend. De D66-fractie heeft vier jaar geleden over dit onderwerp een motie ingediend. De voorganger van de burgemeester ging hier destijds wat soepeler mee om. Er is dus sprake van een wijziging van beleid en ik vraag mij af waarom. Ik begrijp dat het een generieke maatregel is om geen vergunning te honoreren. Waarom wordt er niet gewoon per keer, per case en per plaats bekeken of de schermen inderdaad zouden kunnen leiden tot bijvoorbeeld opstoppingen enzovoorts? Dat kan toch ook nog? Ik vraag mij af waarom de burgemeester dat niet gedaan heeft, want van onderhavige maatregel kan de D66-fractie niet erg blij worden. De heer WOLFSEN (burgemeester): Mevrouw Oskam suggereert dat er nu een ander beleid zou zijn dan in 2006 of 2008, maar dat is niet het geval. Als mevrouw Oskam het beleid van toen als soepel en feestelijk in de stad heeft ervaren, dan zal dat nu ook het geval zijn. Toen is een en ander feestelijk en goed verlopen. In 2006 was ik er nog niet bij, maar in 2008 wel. Wij passen exact hetzelfde beleid toe als destijds. Er stonden toen hier en daar wat schermen opgesteld in de stad en dat was feestelijk en plezierig. De praktijk is soms iets praktischer dan de strakke algemene lijn. In ieder geval is de algemene norm: geen grote schermen die straten blokkeren. Mevrouw OSKAM (D66): Wij hebben destijds een motie ingediend over het plaatsen van grote tv's - dat waren nog geen schermen- op straat, zodat iedereen op straat samen naar de wedstrijd kon kijken. Die motie -ik kan die nu niet zo snel opzoeken- werd raadsbreed ondersteund en ik zie niet in op basis waarvan het beleid nu opeens moet veranderen. De heer OLDENBORG (SLU): Voorzitter! Volgens mij haalt mevrouw Oskam nu twee dingen door elkaar. Het kijken in de straat door gewoon wat mensen bij elkaar hebben wij nu juist in de APV versimpeld ten opzichte van Daar is geen vergunning meer voor nodig; een melding volstaat. Dat is wat anders dan het plaatsen van een scherm op het Neude of het Vredenburg. Dat gebeurt namelijk in een andere verhouding. Het gewoon in de straat met een aantal buren gezamenlijk naar een wedstrijd kijken, is juist makkelijker geworden. Kijk maar naar de APV die wij kort geleden aangepast hebben.

9 Middagvergadering van 3 juni De heer WERENSTEIJN (Trots): Voorzitter! De burgemeester geeft aan dat hij wil voorkomen dat er heel veel schermen in de stad komen te staan. Zou hij kunnen toezeggen dat er in ieder geval twee schermen komen te staan, waarbij de openbare orde gehandhaafd kan worden en alles binnen de perken blijft? Ik wil de Utrechtse burger toch de kans geven om samen naar het voetbal te kijken. De heer WOLFSEN (burgemeester): Samen kijken kan altijd en overal. De heer Oldenborg heeft volstrekt gelijk. Het is juist makkelijker gemaakt om een straatfeest -zo heet het officieel- te organiseren. Daar heb je geen vergunning voor nodig, maar dat moet officieel wel worden gemeld. Dat kan dus gewoon allemaal plaatsvinden. De feestelijke wijze waarop een en ander in 2006 en 2008 heeft plaatsgevonden, kan ook nu weer, zij het dat het dit keer nog makkelijker is voor burgers om een straatfeest te organiseren. Zij krijgen minder te maken met bureaucratie, want ze hoeven voor de straatfeesten geen vergunning meer aan te vragen. De heer WERENSTEIJN (Trots): Voorzitter! Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag. Ik heb de burgemeester gevraagd of hij wil toezeggen dat het mogelijk is om in ieder geval voor twee grote schermen een uitzondering te maken. De heer WOLFSEN (burgemeester): Ik heb de heer Rijpma toegezegd dat wij elkaar weer zullen spreken als Nederland in de finale komt. Wij kunnen de genoemde optie dan serieus overwegen. Mevrouw SCHELL (VVD): Voorzitter! Het doet mij deugd dat de burgervader ervoor staat om de openbare orde te handhaven en dat hij wil zorgen dat er in Utrecht niets verkeerd gaat. Ik hoop dat hij daar zo meteen bij de beantwoording van mijn vragen net zo over denkt. Volgens de VVDfractie heeft de burgemeester met de evenementenverordening voldoende ruimte om precies te kijken waar hij eventueel een vergunning voor het plaatsen een scherm kan afgeven. In goed overleg met de aanvrager hoeft dat niet plaats te vinden op de openbare wegen en hoeft dat niets te blokkeren. Volgens mij biedt de evenementenverordening voldoende handvatten om daarop te handhaven. Het voorstel van de heer Werensteijn en mijn collega Rijpma is goed mogelijk. De heer WOLFSEN (burgemeester): Zoals de heer Oldenborg aangaf, kunnen mensen naar gewone schermen kijken. Straatfeesten mogen overal gehouden worden. Als je een groter scherm wilt opstellen met versterkt geluid, heb je een evenementenvergunning nodig. Ik doe de toezegging dat wij, als Nederland in de finale komt, een afweging kunnen maken over waar iets dergelijks kan en waar niet. De heer SMID (CDA): Voorzitter! Vóór het WK vindt er komende woensdag een ander belangrijk evenement plaats, namelijk de verkiezingsuitslagavond. Misschien is het een idee om ook die in grote gezelschappen te bekijken. Is de burgemeester het daarmee eens? Nu ik heb begrepen dat ervoor gekozen is geen verkiezingsuitslagavond in het stadhuis te organiseren, is dit wellicht een bruikbare suggestie. De heer WOLFSEN (burgemeester): Voorzitter! Wij hebben de verkiezingsuitslagavond op het stadhuis na overleg met het presidium inderdaad gecanceld. De uitslagen worden erg laat bekend, waarschijnlijk pas om een of twee uur 's nachts. Dit omdat alle stemmen met de hand moeten worden geteld. Een dergelijke avond heeft dus weinig zin. Als partijen in de stad de behoefte hebben om die avond te volgen op schermen, à la de buurtfeesten zoals de heer Oldenborg heeft beschreven, dan is daar weinig op tegen. Officieel moet dat wel even gemeld worden, maar verder staat dat eenieder volstrekt vrij. 3. Vragen van de heer Verschuure van de D66-fractie, mede namens mevrouw De Boer van de GroenLinks-fractie, inzake instellen groepsverbod voor het Boerhaaveplein. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Ik had zojuist nog willen opmerken dat elke wedstrijd tijdens het WK voetbal een finale is. Misschien kunnen wij daarmee iets oplossen.

10 Middagvergadering van 3 juni Nu iets serieuzers. Vorige week heeft er een ernstig verkeersongeval plaatsgevonden waarbij twee dodelijke slachtoffers te betreuren waren. Familie, vrienden en bekenden hebben, om uiting te geven aan hun verdriet, donderdag een herdenkingstocht georganiseerd. De tocht zelf verliep rustig. Wel is de tvploeg van RTV Utrecht bedreigd, waarna deze de werkzaamheden moest staken. Overigens bleek de organisatie van de tocht daarmee niets te maken te hebben. In de nacht daarop volgend zijn er echter ongeregeldheden uitgebroken. Een groep van dertig tot veertig personen verstoorde de openbare orde. De ME is ingezet en ongeveer twintig personen zijn aangehouden. Overigens schijnt de grootste groep overlastgevers niet uit Ondiep zelf te komen. Wij hebben begrepen dat de gemeente hierop een groepsverbod heeft ingesteld voor het Boerhaaveplein. Dit groepsverbod hield in dat er niet meer dan vijf personen bij elkaar mochten staan. Hierna zijn verdere ongeregeldheden uitgebleven, al werd in de pers duidelijk dat men zich niet aan het groepsverbod heeft gehouden. Voor de fracties van D66 en GroenLinks is het instellen van een groepsverbod een zwaar middel, omdat het de bewegingsvrijheid van mensen en individuen inperkt. Je moet dus een goede afweging maken als je zo'n zwaar middel inzet. Wij hebben een aantal vragen over de communicatie en de wijze waarop het groepsverbod is ingesteld. In het verleden werd de gemeenteraad zo snel mogelijk na het instellen van een groepsverbod of soortgelijke maatregelen op de hoogte gebracht. In dit geval had dat bijvoorbeeld in het weekend kunnen gebeuren en anders op maandagochtend. Dat is allemaal niet gebeurd. Wij hebben de volgende vragen: 1. Waarom is de gemeenteraad niet op de hoogte gebracht van het instellen van het groepsverbod? 2. Is het college het met de fracties van D66 en GroenLinks eens dat het samenscholingsverbod een zwaar middel is waar niet lichtvaardig mee mag worden omgegaan? 3. Wil de burgemeester toezeggen dat in voorkomende gevallen de goede gewoonte in ere wordt hersteld om de gemeenteraad op de hoogte te stellen van het instellen van ingrijpende maatregelen? Het instellen van een groepsverbod vinden wij een zeer zware maatregel, die ingrijpt in de bewegingsvrijheid van mensen. Om onze controlerende rol goed te kunnen uitoefenen, willen wij kunnen toetsen. Als wij geen informatie krijgen, kunnen wij de afweging niet maken op basis waarvan een groepsverbod wordt ingesteld. Daarom hebben wij de volgende vragen: 4. Kan het college alsnog aangeven waarom gekozen is voor het instellen van het groepsverbod? 5. Kan het college uitleggen waarom er in deze situatie voor gekozen is om dit te communiceren via wijkberichten, terwijl wij de indruk hebben dat er geen verordening is op basis waarvan een groepsverbod kan worden ingesteld? Wij hebben wederom uit de media begrepen dat artikel 2.1 uit de APV daarvoor wordt gebruikt en dat het een bevoegdheid is die is voorbehouden aan politieagenten om op een moment waarop er daadwerkelijk iets aan de hand is, mensen te kunnen heenzenden. Nu is er min of meer generiek gebruik van gemaakt. Kan het college aangeven op basis van welk wettelijk kader het groepsverbod is ingesteld? 6. Kan het college aangeven of het instellen van het groepsverbod, als het al zo heet, getoetst is aan de rechtsbeginselen van proportionaliteit en subsidiariteit? Kan het college aangeven hoe daaraan is voldaan? 7. Is het college het met de fracties van D66 en GroenLinks eens dat, mocht een groepsverbod of een samenscholingsverbod worden ingesteld, daarmee heel spaarzaam en zorgvuldig moet worden omgegaan op het moment waarop alle normale instrumenten voor handhaving zijn uitgeput? Kan het college aangeven of die middelen uitgeput waren? Wij hebben begrepen dat er de rest van het weekend niets is gebeurd en vragen ons af waarom het groepsverbod een aantal dagen heeft moeten duren. De heer WOLFSEN (burgemeester): Voorzitter! Dank voor het stellen van de vragen, want dan kan ik in openbaarheid iets zeggen over wat er heeft plaatsgevonden in Ondiep. Ik was van plan om hierover in de commissievergadering van aanstaande dinsdag te spreken. Ik zal uitleggen waarom wij tot die tijd wilden wachten. Het dodelijke ongeluk heeft plaatsgevonden in de nacht van zondag 23 mei op maandag 24 mei op de kruising Brailledreef/Loevenhoutseweg. Er zijn twee auto's op elkaar geklapt. Ik spreek bewust in algemene termen, omdat er over en weer door nabestaanden en anderen de nodige verwijten worden gemaakt. Er is een grondig onderzoek gaande bij de politie. Om dat niet onnodig te verstoren zal ik niet al te veel details vermelden. De auto's zijn op elkaar gebotst.

11 Middagvergadering van 3 juni In de ene auto zaten drie mannen uit Utrecht, waarvan er twee helaas zijn overleden, een uit Ondiep en een uit de Staatsliedenbuurt. De derde inzittende was afkomstig uit Nieuwegein en is gewond geraakt. De vier inzittenden van de andere auto waren afkomstig uit Nijkerk en zijn allen gewond geraakt. Het was een buitengewoon ernstige aanrijding met zeer tragische gevolgen. Een en ander heeft geleid tot een stille tocht op donderdag. Die is keurig verlopen. Daarna zijn veel mensen samengekomen op het Boerhaaveplein. Dat is langzaam maar zeker uit de hand gelopen. De groep was aanvankelijk groter en uiteindelijk zijn er dertig tot vijftig mensen achtergebleven. Zij waren rumoerig, er was drankgebruik en vuurwerk en er werd straatmeubilair in brand gestoken. Ik ben daarover gedurende de nacht door de politie gedetailleerd op de hoogte gehouden. Het is een lastige afweging. Je wilt de nabestaanden gunnen dat zij op waardige wijze de mensen gedenken die zijn overleden. Er was daar een provisorisch monumentje gemaakt. Tegelijkertijd wil je niet dat het ernstig uit de hand loopt. Op enig moment waren er vanuit de buurt zo veel klachten dat wij hebben besloten om over te gaan tot aanhouding. Er zijn 21 mensen aangehouden. Zij zijn allen vrijdag vrijgelaten om de begrafenis te kunnen bijwonen. Er loopt nog wel onderzoek naar hen. Op vrijdag heeft in reactie op de gebeurtenissen van die nacht een extra driehoeksoverleg plaatsgevonden tussen politie, justitie en de gemeente. Wij hebben gewogen wat nodig en mogelijk was om het voor mensen mogelijk te maken bij elkaar te komen en het provisorische monument te kunnen bezoeken en om te voorkomen dat er opnieuw wanordelijkheden ontstonden. Er is een misverstand over ontstaan door de berichtgeving in de pers. Er is geen groepsverbod afgekondigd, juist omdat wij vonden dat zulks in dit geval te ver zou gaan. Wij hebben wel gezegd dat wij buitengewoon strak zouden handhaven op artikel 2.1 en 2.2 van de APV, het bevel van de politie om iemand te verwijderen die overlast veroorzaakt of de openbare orde verstoort. Wij hebben gezegd dat per geval wordt bekeken of het nodig is die artikelen toe te passen vanuit het beginsel van proportionaliteit en subsidiariteit. Als er ouderen heen gaan, is dat iets anders dan jongeren die potentieel overlast veroorzaken. Formeel naar buiten toe waren wij dus strak in de lijn, maar feitelijk was er in de handhaving sprake van maatwerk. Er was dus geen groepsverbod, want dat vonden wij te ver gaan. Wij hebben de gemeenteraad niet geïnformeerd, omdat wij bewust geprobeerd hebben het zo klein mogelijk te houden, zodat er geen grote persberichten zouden komen. Ik heb zelf geen enkele journalist te woord gestaan. Dat is allemaal via de politie verlopen. Wij wilden juist zorgen dat het herdenken en de stille tocht goed konden plaatsvinden. Vervolgens is er nog een stille tocht geweest. Ik maak daarvoor publiekelijk mijn complimenten. Wij waren bang dat het uit de hand zou lopen, maar de vader van een van de jongens heeft een buitengewoon goede rol gespeeld. Hij heeft de mensen toegesproken en opgeroepen om het rustig en waardig te houden en geen overlast te veroorzaken. Hulde voor de vader die dat heeft gedaan. Wij hebben er naar buiten toe strak over gecommuniceerd, maar er is rustig en verstandig gehandhaafd, waardoor nieuwe wanordelijkheden zijn voorkomen. Er was geen groepsverbod. Wij hebben wel gezegd dat, als grote groepen de openbare orde zouden verstoren, men werd verzocht de plek te verlaten. Dat heeft er feitelijk plaatsgevonden. Ik ben het ermee eens dat het instellen van een algemeen groepsverbod op het Boerhaaveplein een te zwaar middel is. Dat middel moet je zeer spaarzaam toepassen. Als dat was gebeurd, zoals op Kanaleneiland, had ik de raad onmiddellijk een brief gestuurd. Dat had echter een eigen dynamiek kunnen krijgen en daarom hebben wij daar bewust van afgezien. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! In het wijkbericht dat overal is aangeplakt, staat dat er geen groepen bij elkaar mochten komen. Er is dus iets gecommuniceerd -ik neem aan dat het uit naam van de burgemeester is gebeurd- waarin de suggestie werd gewekt dat er een groepsverbod was ingesteld. Ik kan mij voorstellen dat de gemiddelde burger een bericht van de gemeente Utrecht als serieus en waar ervaart. Dan moet men echter alleen communiceren wat klopt. Als er in de berichten de suggestie wordt gewekt dat er een groepsverbod is ingesteld, wordt verondersteld dat zulks waar is. Dan wordt er ook verondersteld dat er een verordening is waarop dat groepsverbod is gebaseerd. Dat kan niet op een artikel van de APV. Dan had er een politieagent ter plaatse moeten blijven staan. Met het aan-plakken van het wijkbericht is in ieder geval de suggestie gewekt dat er een groepsverbod was ingesteld. Voor onze fractie is dat enigszins dubieus. Ik heb er sympathie voor dat getracht is om het niet te groot te maken, maar wijs erop dat het antwoord van de burgemeester extra vragen oproept, omdat het niet klopt. Ik heb gevraagd op basis van welk juridisch kader deze mededeling is gedaan en daarop heb ik nog geen bevredigend antwoord gekregen.

12 Middagvergadering van 3 juni De heer OLDENBORG (SLU): Voorzitter! Om te voorkomen dat dezelfde situatie ontstaat als bij de vorige vraag, stel ik voor om aanstaande dinsdag in de commissievergadering hierop terug te komen. Dit zijn nauwelijks aanvullende vragen te noemen. Het wordt een debat en dat wil ik graag voeren, maar dan liever aanstaande dinsdag. Wij hebben vandaag nog meer te doen. De VOORZITTER: Dat is een heel waardevolle suggestie. De heer WOLFSEN (burgemeester): Dan gaan wij dinsdag verder in de commissie. Ik wil echter nu wel de vragen beantwoorden. Er is geen groepsverbod ingesteld. Dat is de juridische werkelijkheid. Er is enkel strakker gehandhaafd op basis van de bestaande artikelen 2.1 en 2.2 in de APV. Daar staat dat je de aanwijzing van de politie moet opvolgen en de openbare orde niet mag verstoren. Omdat er grote zorgen waren dat er opnieuw groepsvorming zou plaatsvinden in de buurt of op het plein, hebben wij ter geruststelling van de buurt gezegd dat wij zullen tegengaan dat er opnieuw een grote groep gaat samenkomen. Met een juridisch oog ziet de heer Verschuure het woord "groep" en concludeert hij dat het een groepsverbod is. Zo leest de buurt het gelukkig niet. Men ziet het als een geruststelling dat er een grote groep op het plein komt. In het stuk is ook geen juridische taal gebruikt. Wij hebben de mensen willen geruststellen en hebben ook mondeling gecommuniceerd dat wij zouden tegengaan dat er zich opnieuw een grote groep op het plein ging verzamelen. Daarvoor waren de mensen buitengewoon beducht. Men moet dit niet onnodig in het juridische trekken, want dat is niet de bedoeling geweest. Wij hebben tegen de buurt gezegd dat wij de bewoners wilden beschermen tegen opnieuw zo'n grote groep met vuurwerk, drank en ontploffingen. Een volgende keer zou je wellicht een ander woord voor "groep" kunnen kiezen, omdat het een juridische connotatie zou kunnen hebben. Wij kunnen er dinsdag verder over spreken. (Mevrouw Bottse draagt daarop het voorzitterschap van de vergadering over aan burgemeester Wolfsen.) 4. Vragen van mevrouw Hakbijl van de CDA-fractie inzake stilleggen bouw noodlokalen Vleuterweide. Mevrouw HAKBIJL (CDA): Voorzitter! Op 28 mei jongstleden bereikte ons via de media het bericht dat de bouw van een school met 24 noodlokalen in Vleuterweide is stilgelegd. Zoals de raad door berichtgeving van het college zo langzamerhand duidelijk is geworden, heerst er in Leidsche Rijn de komende jaren een groot tekort aan schoollokalen. Dat wordt veroorzaakt doordat er sprake is van een andere fasering van oplevering van woningen in Leidsche Rijn. Door de versnelde oplevering van meer eengezinswoningen en de latere oplevering van appartementen, zo is ons verteld, blijkt er de komende jaren een piek in het leerlingenaantal te ontstaan, waarop de huidige schoolcapaciteit niet is toegerust. Het baart de CDA-fractie grote zorgen dat opnieuw - door gerechtelijke procedures - de gemeentelijke bouwplannen worden stilgelegd. Naar ik voor aanvang van de raadsvergadering heb vernomen, staat de PvdA-fractie achter deze vragen, zodat ik ze mede namens die fractie stel. 1. Op welke termijn denkt de gemeente op de bezwaren te kunnen besluiten? Verwacht de gemeente dat de bouwstop door de rechter zal kunnen worden opgeheven? 2. Het college hecht veel waarde aan inspraak en zoals het een democratische rechtsstaat betaamt, is dit een groot goed. Waarom heeft de gemeente dan toch voordat de bezwaarprocedure was afgerond het -onnodige- risico genomen om met de bouw aan te vangen? Waarom is niet eerder op de bezwaren van omwonenden gereageerd? 3. Wat is het alternatief als de rechter besluit de bouw definitief te verbieden? Hoe wordt voorzien dat de leerlingen in augustus naar school kunnen? Immers deze bouwstop zal in ieder geval voor vertraging zorgen en de bouwvak is ook al in aantocht. 4. Wat zijn de kosten die met het stilleggen van de bouw zijn gemoeid, de kosten van de gerechtelijke procedures en mogelijke verdere vertraging en hoe worden die in de toch al krappe begroting verwerkt? 5. Is het college van mening dat de gemeente erg vaak dwaalt in gerechtelijke procedures en wat zegt dit over het handelen van de gemeente bij dit soort juridische kwesties?

13 Middagvergadering van 3 juni De heer BOSCH (wethouder): Voorzitter! Ik spreek mede namens de wethouder Onderwijs. Je zou kunnen zeggen dat de ene de aanvrager is en de andere de vergunningverlener. Voor beide onderwerpen geldt dat ze onder volle verantwoordelijkheid van het college plaatsvinden. Vraag 1. Het bijzondere is in dit geval dat de termijn om bezwaren in te dienen bij de gemeente, dus niet de schorsing bij de rechtbank, vandaag eindigt. Wij hebben dus niet eerder kunnen beginnen met het behandelen van de bezwaarschriften. Wij moeten uiterlijk binnen zes weken een nieuwe beslissing nemen op de ingediende bezwaarschriften. Het punt waarom het gaat, is of wij in voldoende mate in staat zijn om de tijdelijkheid van de behoefte aan deze schoollokalen aan te tonen. Daar was het oordeel van de rechter vooral op gericht. Vraag 2. Wij spreken hier over een directe bouwtitel, waarmee men direct kan beginnen als de bouwvergunning is verleend. Het is niet ongebruikelijk en niet verboden dat gestart wordt met werkzaamheden voordat een besluit onherroepelijk is. In dit geval was de planning erop gericht dat de school met ingang van het nieuwe schooljaar in gebruik zou kunnen worden genomen. De urgentie om op tijd te kunnen beginnen was dus een reden om te starten. Dat is een toegestane procedure. Wij hadden die termijn niet gehaald als wij eerst de bezwaartermijn hadden afgewacht. Richting de bewoners is een aantal stappen ondernomen. Voor de start van het project is begin maart een informatieavond georganiseerd. Op 15 april 2010 is afzonderlijk overleg gevoerd met een aantal omwonenden die de informatieavond hadden gemist. In dat overleg zijn vragen gesteld door de bewoners en die zijn snel opgevolgd door een aantal mails, waarop de gemeente snel heeft gereageerd. Helaas heeft dat niet alle bedenkingen kunnen wegnemen. Vanuit de wettelijke positie van de gebonden beschikking is er niet veel ruimte om met bewoners tot een andere invulling te komen. Het is niet te zeggen of meer of andere informatie alle bezwaren had kunnen wegnemen. Er hoeft er maar eentje zijn vinger op te steken en dat kan leiden tot een uitspraak die wij nu hebben. Er is overigens altijd getracht duidelijk aan de bewoners aan te geven dat de bouwwerkzaamheden direct zouden starten na het verlenen van de bouwvergunning en dat het bouwrijp maken van de kavel daaraan vooraf mag gaan. Ook dat is een gebruikelijke en toegestane procedure. Het bouwrijp maken van de grond valt niet onder de bouwvergunningsstart. Het risico om in de bezwaartermijn te starten met de werkzaamheden is niet onnodig, maar juist noodzakelijk genomen in verband met de al eerder genoemde tijdsklem. Vraag 3. Ik heb aangegeven dat de beslissing op bezwaar binnen zes weken kan worden genomen. De huidige schorsing door de rechtbank loopt door tot twee weken na de bekendmaking van dit besluit. Daartegen staat hoger beroep en beroep open. In beide procedures is het voor belanghebbenden mogelijk om opnieuw schorsing aan te vragen. Wij hebben met de betrokken scholen gesproken. Naar het zich laat aanzien kan tot 1 november 2010 worden voorzien in het opvangen van de leerlingen zonder deze aanvullende voorzieningen. Die ruimte hebben wij. Wij streven ernaar om de bouw zo spoedig mogelijk te kunnen voortzetten. Dat kan langs twee routes. Dat is via, wat in juridische termen zo mooi heet "het herstellen van het motiveringsgebrek", dus aangeven dat de behoefte een tijdelijke is en dat de scholen er maximaal vijf jaar zullen staan. Ook zou de tijdelijke bouwaanvraag kunnen worden gewijzigd in een bouwaanvraag voor onbepaalde tijd. Dat stelt wat hogere eisen aan de procesgang en aan de technische aspecten van het gebouw, maar dat is een weg die zou kunnen worden bewandeld. Die afweging moeten wij nog maken. Vraag 4. De kosten zijn sterk afhankelijk van het verdere verloop van de procedure. Het maakt verschil of het een langdurige of minder langdurige situatie wordt. Het hangt dus sterk af van de feitelijke oplossing. De kosten van de gerechtelijke procedure zijn EUR 1.024,00. De verdere kosten van de mogelijke vertraging worden nog geïnventariseerd. Juist in termen van kostenbeheersing was gekozen voor een semipermanente oplossing. Vraag 5. Ik zie de heer Hoek al glimlachen. Hij verwacht een volmondig "ja" op deze vraag. Dat zou hij wel willen. Er zijn altijd gerechtelijke procedures in het land en het zou heel bijzonder zijn als, wanneer de ene partij het van de andere verliest of wanneer de uitslag ongunstig is, je over dwaling gaat spreken. De cijfers in het Burgerjaarverslag tonen dat de gemeente verhoudingsgewijs niet zo veel zaken verliest, als je in deze situatie over die term mag spreken. Wel is het begrip "tijdelijkheid" in de nieuwe WRO in termen van jurisprudentie in ontwikkeling. De aanscherping van het begrip "tijdelijke behoefte" brengt met zich mee dat er verschillende soorten uitspraken over komen.