Improving metabolic control in NIDDM patients referred for insulin therapy Goddijn, Patricia Petra Maria

Transcriptie

1 Improving metabolic control in NIDDM patients referred for insulin therapy Goddijn, Patricia Petra Maria IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 1997 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Goddijn, P. P. M. (1997). Improving metabolic control in NIDDM patients referred for insulin therapy: effect on quality of life and cardiovascular risk factors Groningen: s.n. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date:

2 hfdst 1 ps :17 Pagina 20 CHAPTER 2 20 APPENDIX

3 hfdst 1 ps :17 Pagina 21 IMPORTANCE OF GLYCEMIC CONTROL IN NIDDM DIABETES GEZONDHEIDSPROFIEL Diabetes specifieke vragenlijst voor IADM en NIADM patiënten INFORMATIE Deze vragenlijst gaat over u en uw suikerziekte. Met deze vragen wordt informatie verzameld over u, hoe u zich voelt en hoe de suikerziekte uw dagelijks leven beïnvloedt. Wij vragen u elke vraag zorgvuldig te overwegen en zo eerlijk mogelijk te beantwoorden. De informatie wordt vertrouwelijk behandeld en anoniem verwerkt. 21 De beantwoording: Deze vragen gaan over gebeurtenissen die mensen met suikerziekte in hun dagelijkse leven meemaken en over de gevoelens die zij hebben. Op de volgende pagina zult u een vragenlijst aantreffen. Wij verzoeken u aan te geven in hoeverre deze uitspraken/vragen op u en uw suikerziekte betrekking hebben. U kunt deze vragen beantwoorden door het cirkeltje voor het antwoord dat uw situatie het beste omschrijft, aan te kruisen. Bijvoorbeeld: Als u altijd vermijdt om uit te gaan als uw bloedsuiker aan de lage kant is, moet u die vraag beantwoorden door het cirkeltje aan te kruisen dat voor het antwoord altijd staat, zoals hieronder is aangegeven. Voorbeeld: Vermijdt u uit te gaan als uw bloedsuiker aan de lage kant is? Dit was alleen maar een voorbeeld. De vragen beginnen op de volgende pagina. Het is niet de bedoeling dat u lang over elke vraag nadenkt, maar dat u uw eerste reactie geeft. Wilt u er op letten dat u maar één cirkeltje bij elke vraag aankruist? Als u niet helemaal zeker bent hoe de vraag te beantwoorden, verzoeken wij u het antwoord dat het best bij u past, aan te kruisen. U kunt bij inlevering van de vragenlijsten altijd met de diabetesverpleegkundige overleggen over eventuele problemen bij het invullen. WILT U DEZE VRAGEN A.U.B. ZO EERLIJK MOGELIJK BEANTWOORDEN.

4 hfdst 1 ps :17 Pagina 22 CHAPTER Ziet u er vanaf om uit te gaan als uw bloedsuiker aan de lage kant is? 2 Gaat u met dingen smijten als u overstuur raakt of boos wordt? 3 Doet u zichzelf pijn of hebt u de neiging om u zelf pijn te doen als u overstuur raakt? 4 Droomt u dat uw suikerziekte verdwijnt wanneer alles teveel voor u wordt? 5 Maakt u zich zorgen dat u teveel doet en een hypo krijgt? 6 Wordt uw leven door voedsel beheerst? 7 Wordt u boos als anderen blijven zeuren over suikercontrole of diëet?

5 hfdst 1 ps :17 Pagina 23 IMPORTANCE OF GLYCEMIC CONTROL IN NIDDM 8 Vermijdt u om alleen ver weg te gaan uit angst voor hypo s? 9 Huilt u of hebt u de neiging om te huilen omdat u suikerziekte hebt? 10 Raakt u door kleinigheden uit uw humeur? 11 Hebt u last van spanningshoofdpijn? 12 Wordt u nerveus of raakt u uit uw humeur door uw suikerziekte? 13 Wordt u depressief vanwege uw suikerziekte? 14 Hebt u zelfs weleens gewenst dat u dood was? 23

6 hfdst 1 ps :17 Pagina 24 CHAPTER Hebt u weleens gewenst dat u maar nooit geboren was? 16 Is uw suikerziekte de reden dat u uit uw humeur raakt of gaat schreeuwen? 17 Wordt u nerveus als u uit bent en er nergens iets te eten is? O 1 helemaal niet O 2 een beetje O 3 ja, nogal O 4 heel erg 18 Maakt u zich zorgen dat u in een diabetisch coma terecht kan komen? 19 Kijkt u uit naar de toekomst? 20 Bent u continu bang voor hypo s? O 1 helemaal niet O 2 een beetje O 3 ja, nogal O 4 heel erg 21 Bent u bang om verkouden te worden of griep te krijgen vanwege uw suikerziekte?

7 hfdst 1 ps :17 Pagina 25 IMPORTANCE OF GLYCEMIC CONTROL IN NIDDM 22 Vindt u het beangstigend of bezwaarlijk om in drukke en volle winkels boodschappen te gaan doen? 23 Wenst u wel eens dat er niet zoveel lekkere dingen te eten waren? 24 Hoe groot is de kans dat u wat extra s eet als u zich verveelt of het beu bent? O 1 heel groot O 2 groot O 3 niet erg groot O 4 zeer onwaarschijnlijk 25 Hoe gemakkelijk valt het u om met eten te stoppen als u begonnen bent O 1 zeer gemakkelijk O 2 edelijk gemakkelijk O 3 niet erg gemakkelijk gemakkelijk 26 Zijn er meer ruzies thuis dan er zouden zijn als u geen suikerziekte had? O 1 zeer veel meer O 2 nogal wat O 3 enkele meer O 4 niet meer 27 Hebt u problemen om u aan uw diëet te houden omdat u gaat eten om u zelf op te vrolijken? 25

8 hfdst 1 ps :17 Pagina 26 CHAPTER Vindt u het moeilijk om uw diëet te houden omdat u het moeilijk vindt om nee te zeggen tegen voedsel dat u lekker vindt? 29 Voelt u zich met uw dagelijkse activiteiten gebonden aan de maaltijden omdat u suikerziekte hebt? 30 Vindt u het moeilijk om te doen wat u wilt, omdat u suikerziekte heeft? 31 Moet u uw dagen plannen rondom uw injecties, omdat u suikerziekte hebt? 32 Vindt u het lastig om s avonds laat thuis te komen omdat u suikerziekte hebt?