ArtEZ hogeschool voor de kunsten

Transcriptie

1 rtez hogeschool voor de kunsten 2010 Vastgesteld maart 2010

2 1. Inleiding Raad van Toezicht Positie Taken en bevoegdheden Werkwijze toezicht College van Bestuur Positie Omvang Taken en bevoegdheden Werkwijze en besluitvorming Organisatieonderdelen Mandatering en verantwoording faculteitsdirecties Directieoverleg Bilateraal overleg directies Vestigingsoverleg Managementoverleg Overleg docentenopleidingen Ondersteunende diensten Faculteitsdirectie Positie Samenstelling en omvang Taken en bevoegdheden Uitoefening mandaat Werkwijze Opdracht en verantwoording hoofden en coördinatoren Hoofd opleiding Positie Taken en bevoegdheden Coördinator Positie Taken en bevoegdheden Organisatieonderdelen onderzoek, kennisontwikkeling en beroepspraktijk Lectoraten Expertisecentrum Kunsteducatie rt Business Centre Opleidingen Organisatieonderdelen rtez hogeschool voor de kunsten 2

3 1. Inleiding In de statuten van de stichting Stichting rtez (hierna: de stichting) worden de doelstellingen van de stichting en de door haar in stand gehouden hogeschool rtez hogeschool voor de kunsten (hierna: de hogeschool) omschreven, alsmede de taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur van de stichting. In dit bestuursreglement worden deze taken en bevoegdheden verder uitgewerkt en worden in aanvulling daarop de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van functionarissen binnen de hogeschool vastgelegd. In het reglement wordt daarmee ook de kernstructuur van de hogeschool vastgelegd. Dit reglement is van kracht vanaf april 2010 rtez hogeschool voor de kunsten 3

4 2. Raad van Toezicht 2.1 Positie De positie, omvang, samenstelling, taken, bevoegdheden en werkwijze van de Raad van Toezicht zijn omschreven in de statuten van de stichting. angaande de activiteiten binnen de stichting heeft de Raad met uitzondering van het onder 2.2 genoemde geen directe beleidsmatige bevoegdheden. 2.2 Taken en bevoegdheden De Raad van Toezicht heeft de in de wet en de statuten omschreven toezichthoudende taak en de aldaar nadrukkelijk omschreven bevoegdheden. De navolgende taken en bevoegdheden zijn nadrukkelijk toegekend aan de Raad van Toezicht: a benoemen, beoordelen, schorsen en ontslaan van de leden van het College van Bestuur, alsmede vaststellen van de rechtspositie en de arbeidsvoorwaarden van de leden van het College van Bestuur b het College van Bestuur gevraagd en ongevraagd met raad terzijde staan c toezicht houden op het College van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de hogeschool en haar organisatie; d het vaststellen en wijzigen van de statuten van de stichting en nemen van het besluit tot ontbinding van de stichting e goedkeuren van het bestuursreglement en het beleidsplan, zijnde het instellingsplan in de zin van de WHW f benoemen van de accountant g goedkeuren van de begroting h goedkeuren van het jaarverslag en de jaarrekening i besluitvorming met betrekking tot het samengaan met andere instellingen k door het College van Bestuur worden ter goedkeuring aan de Raad van Toezicht voorgelegd besluiten van het College van Bestuur tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden, huren, verhuren of bezwaren van registergoederen, het aangaan van leningen, alsmede het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een ander verbindt, alsmede majeure besluiten als bedoeld in artikel 164 Boek 2 Burgerlijk Wetboek, voorzover deze besluiten op een stichting van toepassing zijn. l goedkeuring van de door het College van Bestuur opgestelde operationele en financiële doelstellingen van de hogeschool, de strategie die moet leiden tot het realiseren van die doelstellingen, de wijze waarop de principes van horizontale dialoog als omschreven in de Branchecode Governance Hogescholen worden vormgegeven en de randvoorwaarden die bij de strategie worden gehanteerd. 2.3 Werkwijze toezicht Het toezicht op het College van Bestuur door de Raad van Toezicht verloopt op grond van de in de vorige paragraaf genoemde bevoegdheden door het nemen van (goedkeurende) besluiten. In zijn werkwijze sluit de Raad aan bij de Branchecode Governance Hogescholen. Ten behoeve van de uitoefening van haar taak ontvangt de Raad van Toezicht van het College van Bestuur alle informatie die zij daartoe gewenst acht. De leden van het College van Bestuur zijn tezamen en ieder afzonderlijk verantwoording schuldig aan de Raad van Toezicht over de wijze waarop de taken en bevoegdheden worden uitgeoefend. In dit verband vinden er periodiek, maar ten minste tweejaarlijks, functionerings- en beoordelingsgesprekken plaats tussen de Raad van Toezicht en de leden van het College van Bestuur. an de laatstgenoemde gesprekken kunnen rechtspositionele consequenties worden verbonden. De Raad van Toezicht kan tijdelijk een of meer van zijn leden tot gedelegeerd lid benoemen met een bijzondere taak, welke taak dient te vallen binnen de taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht en niet het besturen van de hogeschool kan omvatten. Een gedelegeerd lid blijft deel uitmaken van de Raad van Toezicht. De benoeming van een gedelegeerd lid strekt tot intensiever toezicht en advies en meer geregeld overleg met het College van Bestuur. Een ingevolge artikel 10 van de statuten van de stichting aangewezen lid van de Raad van Toezicht treedt gedurende de termijn waarin hij voorziet in het bestuur van de stichting in verband met belet of ontstentenis van alle leden van het College van Bestuur uit de Raad van Toezicht. rtez hogeschool voor de kunsten 4

5 3. College van Bestuur 3.1 Positie Het College van Bestuur oefent de functie van bevoegd gezag van de hogeschool uit en treedt op als het bestuur van de stichting in de zin der wet. 3.2 Omvang Het College van Bestuur bestaat uit twee personen, een voorzitter en een lid. 3.3 Taken en bevoegdheden Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de realisatie van de doelstellingen van de stichting en de hogeschool, de strategie, de financiering en het beleid en de daaruit voortvloeiende resultatenontwikkeling. Hij heeft de taken en bevoegdheden zoals omschreven in de statuten van de stichting. Hieruit vloeit voort dat het College van Bestuur alle taken vervult en over alle bevoegdheden beschikt die wettelijk aan het bestuur van een stichting en het bevoegd gezag van een hogeschool zijn toegedeeld, behoudens de taken en bevoegdheden die in de statuten en/of dit bestuursreglement aan de Raad van Toezicht zijn toegekend. In zijn werkwijze sluit het College van Bestuur aan bij de Branchecode Governance Hogescholen. De belangrijkste taken en bevoegdheden van het College van Bestuur zijn: a vaststellen van een onderwijsbeleidskader; b vaststellen van het beleidsplan na goedkeuring door de Raad van Toezicht; c uitvoeren van het financiële beheer, waaronder het vaststellen van de begroting, het alloceren van middelen en het beheren van gemeenschappelijke fondsen, reserveringen en doelbestemmingen; d vertegenwoordigen van de organisatie in rechte; e vertegenwoordigen van de hogeschool naar buiten; f vaststellen van het beleid voor onderwijsvernieuwing en kwaliteitszorg; g vaststellen van het beleid voor studerenden en van de op deze groep gerichte regelingen en voorzieningen; h contacten onderhouden met de medezeggenschapsraad over alle besluiten die de instemming of het advies van de medezeggenschapsraad behoeven, alsmede tenminste tweemaal per jaar de medezeggenschapsraad in de gelegenheid stellen de gang van zaken in de hogeschool met het College van Bestuur te bespreken, zo mede één maal per jaar met de Raad van Toezicht; i vaststellen van het algemene personeelsbeleid en van de arbeidsvoorwaarden van het personeel binnen de kaders van het wettelijk bepaalde en de cao-hbo; dit impliceert tevens het benoemen en ontslaan van directieleden van de faculteiten alsmede van het overig personeel; j toezien op het functioneren van de faculteitsdirecties, leidinggevenden van de ondersteunende diensten en andere medewerkers die rechtstreeks onder het College van Bestuur zijn aangesteld; k vaststellen van de inrichting van de organisatie en beslissen over oprichten, samenvoegen, splitsen of opheffen van onderdelen van de organisatie; l vaststellen van het huisvestingsplan en zorg dragen voor de huisvesting en het doelmatig beheer van de roerende en onroerende zaken van de stichting; m vaststellen van alle reglementen, die krachtens wettelijke bepalingen of anderszins tot stand komen, alsmede van de wijzigingen op deze reglementen; hiervan maken in ieder geval deel uit:. het MR-reglement;. het studentenstatuut waarin opgenomen het afstudeerfonds en de regeling colleges van beroep conform WHW en de onderwijs- en examenregeling; n vaststellen van het jaarverslag, waarbij het opstellen en het vaststellen van de jaarrekening; o vaststellen van het opleidingenaanbod. Het College van Bestuur kan besluiten van personen of organen van de hogeschool bij gemotiveerd besluit geheel of gedeeltelijk schorsen of vernietigen wegens onbevoegdheid tot het nemen van dat besluit dan wel wegens strijdigheid met de statuten, het bestuursreglement of het algemene hogeschoolbeleid. De aanvaarding door een lid van het College van Bestuur van het lidmaatschap van de Raad van Toezicht van een andere grote rechtspersoon behoeft de goedkeuring van de Raad van Toezicht. Nevenfuncties worden aan de Raad van Toezicht gemeld onder aanduiding van tijdsbeslag en honorering. 3.3 Werkwijze en besluitvorming Het College van Bestuur stelt de onderlinge taakverdeling vast en brengt die ter kennis van de Raad van Toezicht, de medezeggenschapsraad en de faculteitsdirecties. In deze taakverdeling is in ieder geval geregeld de verdeling van functionele portefeuilles. Het College van Bestuur is een collegiaal functionerend orgaan. De besluiten van het College van Bestuur worden unaniem genomen. Het College van Bestuur laat zich ondersteunen door een secretaris. rtez hogeschool voor de kunsten 5

6 3.4 Organisatieonderdelen De hogeschool kent faculteiten, ondersteunende diensten en organisatieonderdelen gericht op onderzoek, kennisontwikkeling en beroepspraktijk. De organisatieonderdelen zijn beschreven in paragraaf Mandatering en verantwoording faculteitsdirecties Het College van Bestuur mandateert de faculteitsdirecteur om binnen de grenzen van het algemene hogeschoolbeleid en het werkgebied van de faculteit beleid te voeren. Deze mandatering komt tot uitdrukking in de kerntaken van de faculteitsdirectie. Over de uitoefening van deze kerntaken door de faculteitsdirecteur legt de laatstgenoemde verantwoording af aan het College van Bestuur. Dit wordt geëffectueerd door contractmanagement en functionerings- en beoordelingsgesprekken. In dit kader maakt de faculteitsdirecteur in een jaarplan zijn voorgenomen beleid en activiteiten kenbaar. Dit behoeft goedkeuring van het College van Bestuur. Over de uitvoering wordt door de faculteitsdirecteur periodiek gerapporteerd. an deze managementcyclus is tevens het systeem van financiële planning en control gekoppeld. 3.6 Directieoverleg Het College van Bestuur en de directies van de faculteiten en het servicebedrijf voeren periodiek overleg over de gang van zaken in de hogeschool. Het overleg heeft een consultatief karakter. Bij dit overleg zijn aanwezig: Leden en secretaris van het College van Bestuur Voorzitter faculteitsdirectie Beeldende Kunst en Vormgeving Voorzitter faculteitsdirectie Muziek Directeur Theater Directeur rchitectuur Directeur Servicebedrijf Het hoofd van de afdeling communicatie is als toehoorder aanwezig bij het Directieoverleg. In voorkomende gevallen kunnen ook anderen worden uitgenodigd deel te nemen aan het overleg. 3.7 Bilateraal overleg directies ls regel vindt vijf maal per jaar bilateraal overleg plaats tussen het College van Bestuur en de directies afzonderlijk naar aanleiding van de voortgangsrapportage door de directie. Het overleg dient tot wederzijdse informatie, het afleggen van verantwoording en begeleiding. 3.8 Vestigingsoverleg Op de vestigingen vindt periodiek vestigingsoverleg plaats. Hierbij zijn aanwezig de leden van de faculteitsdirectie die in de betreffende vestiging een beheersverantwoordelijkheid hebben en op uitnodiging vertegenwoordigers van ondersteunende diensten. De portefeillehouder van het College van Bestuur zit het overleg voor. Hij kan het voorzitterschap delegeren aan een lid van een faculteitsdirectie. In voorkomende gevallen kan een coördinator namens de directie aanwezig zijn bij het overleg. 3.9 Managementoverleg Twee maal per jaar vindt een overleg plaats tussen het College van Bestuur, de leden van de faculteitsdirecties, de directeuren van het Servicebedrijf en het rt Business Centre, de hoofden van de afdelingen Personeel & Organisatie, Financieel-economische Zaken, Onderwijsontwikkeling & Kwaliteitszorg, Communicatie, Studium Generale en de Lectoren Overleg docentenopleidingen Vier maal per jaar vindt een overleg plaats tussen de hoofden van de bachelor-docentopleidingen, het hoofd van de masteropleiding kunsteducatie en de coördinator van het interfacultaire programma. Dit overleg wordt voorgezeten door de portefeuillehouder vanuit het Directieoverleg. Beleidsvoornemens die de docentenopleidingen gezamenlijk betreffen, worden door de portefeuillehouder ingebracht in het Directieoverleg Ondersteunende diensten De hogeschool kent ondersteunende diensten op verschillende functionele beleidsgebieden en facilitaire eenheden. De indeling en structuur wordt vastgesteld door het College van Bestuur. Binnen de centraal functionerende eenheden bestaat een taakverdeling waarbij faculteiten een duidelijk aanspreekpunt hebben bij één of enkele functionarissen. rtez kent de volgende ondersteunende diensten: rtez hogeschool voor de kunsten 6

7 Servicebedrijf Personeel & Organisatie Salarisadministratie ICT Facilitaire Zaken Financieel-economische Zaken Studentzaken Mediatheken Communicatie Studium Generale Onderwijsontwikkeling en Kwaliteitszorg rtez-press De ondersteunende diensten Personeel & Organisatie, Salarisadministratie, ICT, Facilitaire Zaken, Financieel-economische Zaken en Studentzaken zijn ondergebracht in het Servicebedrijf dat een eigen directeur kent. De hoofden van de overige ondersteunende diensten leggen rechtstreeks verantwoording af aan het College van Bestuur. Het College van Bestuur bepaalt welke taken en verantwoordelijkheden aan de leidinggevenden van de ondersteunende diensten worden gedelegeerd. De ondersteunende diensten dragen binnen de kaders van het door het College van Bestuur vastgestelde beleid zorg voor een optimale dienstverlening aan de faculteiten en de andere organisatieonderdelen. Faculteitsdirecties hebben periodiek bilateraal overleg met de hoofden van ondersteunende diensten. Het College van Bestuur heeft periodiek overleg met de directeur servicebedrijf en met de hoofden van de ondersteunende diensten die geen deel uitmaken van het Servicebedrijf. Verder vindt zo vaak als door het College van Bestuur wenselijk wordt geacht overleg plaats met hoofden van ondersteunende diensten. Ten minste één maal per jaar vindt een overleg tussen College van Bestuur en de hoofden van alle ondersteunende diensten gezamenlijk plaats. rtez hogeschool voor de kunsten 7

8 4. Faculteitsdirectie 4.1 Positie De hogeschool kent vier faculteiten voor respectievelijk Beeldende Kunst en Vormgeving, rchitectuur, Muziek en Theater. Binnen de faculteiten verzorgt de hogeschool opleidingen op basis van de toekenning volgens het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs en overige opleidingen en contractactiviteiten. 4.2 Samenstelling en omvang Een faculteitsdirectie bestaat uit één of meerdere leden. De voorzitter van de directie treedt op als faculteitsdirecteur. Een directie kan uit meerdere leden bestaan indien de grootte en/of complexiteit van een faculteit dat vraagt. anstelling van de leden van de directie, waaronder begrepen het benoemen van de voorzitter, vindt plaats door het College van Bestuur. 4.3 Taken en bevoegdheden De faculteitsdirecteur draagt eindverantwoordelijkheid voor de taken die door het College van Bestuur aan de faculteitsdirectie zijn gemandateerd. De directie is aangaande de faculteit verantwoordelijk voor het beleid en de onderwijskwaliteit binnen de kaders van het algemene hogeschoolbeleid. Het mandaat van de faculteitsdirecteur omvat de volgende kerntaken: a expliciteren en inhoud geven aan het algemene onderwijsbeleid van de faculteit, waarin begrepen het profiel van de opleidingen en de inhoudelijk bepaalde onderdelen daarvan en van de locaties binnen deze opleidingen en de onderdelen daarvan; b uitvoeren van het financiële beleid van de hogeschool voor de faculteit, omvattende uitgaven en investeringen conform budget; c uitvoeren van het personeelsbeleid, omvattende de personeelsplanning, het aannamebeleid, de beoordeling van medewerkers, de functioneringsgesprekken met medewerkers, het loopbaanbeleid en het beleid voor personeelszorg; d uitvoeren van het materiële beleid, omvattende het gebruik en onderwijskundige beheer van middelen en werkruimten en het vaststellen van investeringsprioriteiten binnen het geldende budget; e leiding geven aan medewerkers die binnen de faculteit zijn aangesteld, in het bijzonder de hoofden en coördinatoren; f realiseren van interne samenwerking, omvattende de afspraken en afstemming met andere faculteiten, de interfaculteit en de ondersteunende diensten; g realiseren van externe samenwerking, omvattende de deelname aan sectorale en regionale overlegsituaties en het onderhouden van beleidsmatige contacten met het beroepenveld. 4.4 Uitoefening mandaat De gemandateerde oefent zijn mandaat uit in overeenstemming met het algemene hogeschoolbeleid en de richtlijnen van het College van Bestuur. Op grond van overwegingen ontleend aan het algemeen belang van de hogeschool kan het College van Bestuur besluiten een mandaat op te schorten of te beëindigen. 4.5 Werkwijze De genoemde taken en bevoegdheden zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de faculteitsdirectie. De voorzitter is verantwoordelijk voor een effectieve interne taakverdeling binnen de faculteitsdirectie en het goed functioneren van de directie. Het overleg van de faculteitsdirectie is collegiaal van aard. De faculteitsdirectie kan taken en bevoegdheden delegeren aan hoofden en coördinatoren. 4.6 Opdracht en verantwoording hoofden en coördinatoren De faculteitsdirectie draagt hoofden en/of coördinatoren op om in het kader van het faculteitsbeleid medewerkers binnen het door de faculteitsdirectie omschreven taakgebied aan te sturen. Over de uitoefening van deze kerntaken legt het hoofd of de coördinator verantwoording af aan de faculteitsdirectie. Hiervoor wijst de faculteitsdirectie uit haar midden een lid aan. Over de uitvoering van de taken wordt periodiek aan de faculteitsdirectie gerapporteerd. rtez hogeschool voor de kunsten 8

9 5. Hoofd opleiding 5.1 Positie De door een faculteit verzorgde opleidingen hebben op basis van de CROHO-indeling, een hoofd. Indien een inhoudelijk bepaald onderdeel van een opleiding een eigenstandige positie vraagt, kent deze eveneens een hoofd opleiding. Het hoofd legt verantwoording af aan de faculteitsdirectie. 5.2 Taken en bevoegdheden Het hoofd opleiding heeft door de faculteitsdirectie opgedragen taken en verantwoordelijkheden voor een omschreven opleiding of van een inhoudelijk bepaald onderdeel daarvan. Hiertoe zijn binnen de kaders van het faculteitsbeleid leidinggevende taken gedelegeerd aan het hoofd. De taken van het hoofd opleiding omvatten als regel het volgende: a coördineren van de dagelijkse onderwijsuitvoering; b bewaken van profiel en kwaliteit van de opleiding of het onderdeel daarvan; c indien de opleiding of het onderdeel daarvan meerdere locaties kent, het bewaken van de profilering van deze locaties en het leidinggeven aan de coördinatoren; d de kwaliteitszorg; e planning op inhoudelijk en/of personeel gebied, binnen de door de faculteitsdirectie gestelde kaders; f maken van afspraken over de taaktoedeling met medewerkers binnen de opleiding of het onderdeel daarvan; g beoordelen van medewerkers; voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken; h contact onderhouden met studenten en uitvoeren van het studentenbeleid en van de betreffende regelingen van de hogeschool en faculteit; i realiseren van interne samenwerking, omvattende de afspraken en afstemming op andere activiteiten binnen de hogeschool; j realiseren van externe samenwerking, omvattende de deelname aan externe overlegsituaties; k optreden als coördinator op één of meerdere locaties van de opleiding of het onderdeel daarvan. Een hoofd kan ook lesgevende taken verrichten. De faculteitsdirectie kan bepalen dat de taken van een hoofd worden uitgevoerd door een lid van de directie. Periodiek wordt schriftelijk en/of mondeling gerapporteerd over de voortgang van de activiteiten aan de faculteitsdirectie. 6. Coördinator 6.1 Positie Indien een opleiding of een onderdeel daarvan meerdere locaties kent, hebben de locaties een coördinator. Hiertoe zijn leidinggevende taken van het hoofd opleiding gedelegeerd aan de coördinator. Het hoofd opleiding kan op één of meerdere locaties optreden als coördinator. De coördinator legt verantwoording af aan het hoofd opleiding. 6.2 Taken en bevoegdheden De coördinator is bevoegd om inhoudelijk en organisatorisch aanwijzingen te geven aan medewerkers en besluiten te nemen binnen het kader van de gegeven opdracht. Hiertoe zijn binnen de kaders van het faculteitsbeleid leidinggevende taken gedelegeerd aan de coördinator. De taken van de coördinator omvatten als regel het volgende: a coördineren van de dagelijkse onderwijsuitvoering, zulks in afstemming met het directielid met beheersverantwoordelijkheid op de locatie; b de kwaliteitszorg; c de planning op inhoudelijk en/of personeel gebied, binnen de door de faculteitsdirectie en/of hoofd opleiding gestelde kaders; d maken van afspraken over de taaktoedeling met medewerkers op de locatie; e in afstemming met het hoofd opleiding beoordelen van medewerkers; voeren van functioneringsen beoordelingsgesprekken; f contact onderhouden met studenten en uitvoeren van het studentenbeleid en van de betreffende regelingen van de hogeschool en faculteit; g realiseren van interne samenwerking, omvattende de afspraken en afstemming op andere activiteiten binnen de hogeschool. Een coördinator kan ook lesgevende taken verrichten. rtez hogeschool voor de kunsten 9

10 Periodiek wordt schriftelijk en/of mondeling gerapporteerd over de voortgang van de activiteiten aan het hoofd opleiding en/of de faculteitsdirectie. rtez hogeschool voor de kunsten 10

11 7. Organisatieonderdelen onderzoek, kennisontwikkeling en beroepspraktijk 7.1 Lectoraten Een lectoraat bestaat uit een kenniskring en een lector die leiding geeft aan het lectoraat. De lector is binnen de kaders van het algemene hogeschoolbeleid verantwoordelijk voor onderzoek en kennisontwikkeling op een omschreven domein, voor het intern en extern beschikbaar stellen van de resultaten daarvan en heeft een sturende verantwoordelijkheid voor ontwikkelingen binnen de hogeschool op het betreffende domein. Hij legt daarover verantwoording af aan het College van Bestuur. Tussen de lector en betrokken faculteitsdirecties vindt periodiek overleg plaats. 7.2 Expertisecentrum Kunsteducatie Het Expertisecentrum Kunsteducatie is binnen de kaders van het algemene hogeschoolbeleid verantwoordelijk voor onderzoek en kennisontwikkeling op het gebied van de kunsteducatie, voor het intern en extern beschikbaar stellen van de resultaten daarvan en heeft een sturende verantwoordelijkheid voor ontwikkelingen binnen de hogeschool op dit terrein. Het lectoraat Kunsteducatie maakt deel uit van het expertisecentrum. Het expertisecentrum kent verder het onderdeel Interfaculteit dat verantwoordelijk is voor het interfacultaire programma van de bachelor-docentopleidingen en het onderdeel masteropleiding kunsteducatie. De lector Kunsteducatie is hoofd van het expertisecentrum en legt verantwoording af aan het College van Bestuur. 7.3 rt Business Centre Het rt Business Centre is binnen de kaders van het algemene hogeschoolbeleid verantwoordelijk voor de coördinatie van de externe dienstverlening van alle onderdelen van de hogeschool en van de activiteiten gericht op de aansluiting van het onderwijs en de ondernemende beroepspraktijk. De directeur van het rt Business Centre legt verantwoording af aan het College van Bestuur. rtez hogeschool voor de kunsten 11

12 8. Opleidingen Opleidingen of inhoudelijk bepaalde onderdelen daarvan 1, aan te sturen eenheden Faculteit Muziek Klassieke Muziek (incl. Master) Jazz & Pop (incl. Master) Muziektheater (incl. Master) MediaMusic (incl. Master) Docent Muziek Muziektherapie Master Muziekprogrammering Popacademie (incl. Master) Faculteit Beeldende Kunst en Vormgeving Fine rt Master Fine rt Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Product Design Fashion Design Masters Fashion Media & Graphic Design Master Typografie Faculteit Bouwkunst Interieurarchitectuur Master Interieurarchitectuur ssociate Degree Interieurvormgever Master rchitectuur Faculteit Theater Dans Master Choreografie Docent Dans Theater (Toneelschool) Docent Drama Expertisecentrum Kunsteducatie Master Kunsteducatie Locatie /E/Z /E/Z E E/Z E E /E/Z E /Z /E/Z Z Z /Z Z 1 Zonder nadere aanduiding betreft het programma s op bachelorniveau. rtez hogeschool voor de kunsten 12

13 9. Organisatieonderdelen Faculteit Muziek Faculteit Beeldende Kunst en Vormgeving Faculteit Theater Faculteit rchitectuur Servicebedrijf o o o o o o Personeel & Organisatie Salarisadministratie ICT Facilitaire Zaken Financieel-economische Zaken Studentzaken rt Business Centre Expertisecentrum Kunsteducatie, inclusief lectoraat Kunsteducatie Lectoraat Modevormgeving Lectoraat Theorie in de Kunsten Lectoraat Kunst, Cultuur & Economie Mediatheken Communicatie Studium Generale Onderwijs en Kwaliteit rtez Press rtez hogeschool voor de kunsten 13