LJN: AY6472,Sector kanton Rechtbank Leeuwarden, /CV EXPL
|
|
- Mathilda Sasbrink
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 LJN: AY6472,Sector kanton Rechtbank Leeuwarden, /CV EXPL Print uitspraak Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie: 7:658 BW. Verfproducent aansprakelijk voor gezondheidsschade van werknemer door blootstelling werknemer aan schadelijke stoffen tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden. Werkgever is tekortgeschoten in zijn zorgplicht om veiligheidsmaatregelen te nemen. Uitspraak RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Leeuwarden zaak-/rolnummer: \ CV EXPL vonnis van de kantonrechter d.d. 11 augustus 2006 inzake [eiser], hierna te noemen: [eiser], wonende te [woonplaats], eiser, gemachtigde: Mr. G.J. Knotter, tegen Zandleven Coatings B.V., hierna te noemen: Zandleven, wonende te Leeuwarden, gedaagde, gemachtigde: mr. J.M.W. Werker. Procesverloop 1.1. Ingevolge het tussenvonnis van 4 november 2005 heeft er een deskundigenonderzoek plaatsgevonden. Na ontvangst ter griffie van het definitieve deskundigenrapport hebben partijen ieder een conclusie genomen. [eiser] heeft ter griffie een videoband gedeponeerd waarvan een akte van depot is opgemaakt, welke akte zich bij de stukken van het geding bevindt. Vervolgens is vonnis gewezen op de stukken.
2 Motivering 2.1. Zandleven heeft bij conclusie na deskundigenbericht aangevoerd dat het deskundigenrapport op onjuiste wijze tot stand is gekomen. De deskundigen (hierna in enkelvoud te noemen: ECEM) hebben, zonder de gemachtigde van Zandleven in te lichten, het bedrijf van Zandleven bezocht en daar met de technische manager en de general manager van Zandleven gesproken en een door [eiser] gemaakte videoband bekeken. Ten aanzien van de videoband merkt Zandleven op dat aan haar een exemplaar had moet worden verschaft omdat een videoband op eenvoudige wijze kan worden gereproduceerd De kantonrechter is van oordeel dat een videoband een voorwerp is dat ter griffie kan worden gedeponeerd. Het enkele feit dat een videoband volgens Zandleven op eenvoudige wijze kan worden gereproduceerd brengt niet automatisch met zich mee dat aan de wederpartij een exemplaar moet wordt verschaft. De kantonrechter overweegt hierbij dat een dergelijk depot voor de wederpartij de zekerheid met zich meebrengt dat zij dezelfde beelden ziet als welke de kantonrechter ziet bij het bekijken van de video De kantonrechter deelt de mening van Zandleven ten aanzien van het deskundigenbericht niet. Bij de stukken bevindt zich de correspondentie van de gemachtigden aan ECEM. Uit de brief van 9 februari 2006 van de gemachtigde van [eiser] aan ECEM, welke brief in kopie aan de gemachtigde van Zandleven is verstuurd en op welke brief door de gemachtigde van Zandleven is gereageerd, blijkt dat er voor het bedrijfsbezoek bij Zandleven een afspraak is gemaakt met Zandleven. Dat Zandleven derhalve geen enkele notie zou hebben van het bedrijfsbezoek, dat bovendien bij haar eigen bedrijf heeft plaatsgevonden, acht de kantonrechter dan ook onwaarschijnlijk. Uit artikel 198 Rv volgt dat partijen in de gelegenheid moeten worden gesteld om een dergelijk bezoek bij te wonen. Deze gelegenheid, nu moet worden aangenomen dat Zandleven op de hoogte was van het bezoek, heeft Zandleven dan ook gehad. Derhalve kan niet gesteld worden dat partijen niet in de gelegenheid zijn geweest om bij het door ECEM afgelegde bezoek bij Zandleven verzoeken te doen of opmerkingen te maken richting ECEM. Dat Zandleven klaarblijkelijk haar gemachtigde niet van dit bezoek op de hoogte heeft gesteld is een omstandigheid die Zandleven niet aan [eiser] kan tegenwerpen Dat ECEM zich teveel heeft laten leiden door het verhaal van [eiser], zoals Zandleven stelt, is de kantonrechter niet gebleken. Beide partijen hebben inspraak gehad bij het totstandkomen van het deskundigenonderzoek. Het enkele feit dat Zandleven zich niet in het rapport kan vinden maakt de stelling van Zandleven dan ook niet juist Voor zover Zandleven met haar verweer, dat de anamnese van [eiser] zoals vermeld in het rapport van ECEM strijdig is met het medisch dossier, wil aantonen dat het rapport is gebaseerd op onjuiste veronderstellingen gaat de kantonrechter aan dit verweer voorbij. Het enkele feit dat [eiser] in de periode 1993 tot 1999 aan de behandelend internist niet exact hetzelfde verhaal heeft verteld als aan ECEM brengt niet automatisch met zich mee dat het verhaal dat [eiser] aan ECEM heeft verteld niet juist is. Dit temeer daar de bezoeken aan de internist in die periode niet vergeleken kunnen worden met het thans door ECEM uitgevoerde onderzoek De kantonrechter stelt, gelet op hetgeen door Zandleven in haar conclusie na deskundigenbericht is gesteld, voorop hetgeen in overweging van het tussenvonnis van
3 5 augustus 2005 is overwogen, namelijk dat [eiser] dient te bewijzen dat hij in zodanige mate aan schadelijke stoffen is blootgesteld bij zijn werk bij Zandleven dat de door hem gestelde gezondheidsklachten daardoor veroorzaakt kunnen zijn. Niet noodzakelijk is dat [eiser] aantoont dat er sprake is van OPS dan wel CTE. Het deskundigenrapport 2.7. Tussen partijen is niet in geschil dat [eiser] gedurende het dienstverband is blootgesteld aan schadelijke stoffen en dat er mogelijk ook sprake is geweest van piekblootstellingen. Dat [eiser] is blootgesteld aan schadelijke stoffen blijkt ook uit de lijst met chemicali?n die door ECEM als bijlage bij het deskundigenrapport is gevoegd, waarvan onbetwist is dat [eiser] bij Zandleven met deze stoffen heeft gewerkt. Met betrekking tot deze stoffen is door ECEM ook de bijbehorende R-zinnen weergegeven. Uit de als bijlage gevoegde verklarende woordenlijst blijkt dat [eiser] bijvoorbeeld werkzaam is geweest met stoffen die schadelijk zijn bij inademing (R20) en stoffen die schadelijk zijn bij inademing en bij aanraking met de huid (R20/21) ECEM heeft op grond van de rondleiding bij Zandleven, het gesprek met de technisch manager en de general manager bij Zandleven en [eiser] en de video van [eiser], de werkwijze bij Zandleven beschreven en hieraan de conclusie verbonden dat deze werkwijze met zich meebracht dat er altijd een zekere concentratie van oplosmiddelen in de lucht aanwezig was. Tevens heeft zij geconcludeerd dat de piekblootstellingen optraden bij de handelingen met oplosmiddelen, het vullen van de verfkuipen en het schoonmaken van de verfkuipen. Daarbij is in het rapport vermeldt: Bij het schoonmaken van de verfkuipen moet de betreffende medewerker zich bukken in de verfkuip, in deze verfkuip bevinden zich eveneens zeer hoge concentraties van oplosmiddelen.(.) De betreffende werknemer wordt in deze situaties dus blootgesteld aan hoge piekblootstellingen gedurende een periode die vrij langdurig was, eerst vullen, overschenken, of pompen, schoonmaken en overschenken van schoonmaakoplosmiddel. In de tijd dat dhr [eiser] volledig werkzaam was in de productie traden deze langdurige piekblootstellingen dus ongeveer 10x per dag op (bij een productie van 10 vaten verf) daarna, in de tijd dat hij meewerkend voorman was ongeveer 5x. Bovenop deze piekblootstelling zal in veel gevallen een blootstelling van de huid hebben plaatsgevonden aan het gebruikte mengsel van oplosmiddelen. Daarnaast was dhr. [eiser] ook nog blootgesteld aan lood. Loodblootstelling kan eveneens schade veroorzaken aan het centrale zenuwstelsel, de MAC waarde van deze stof (0,05 mg/m?) is erg laag, dat betekent dat al een zeer geringe hoeveelheid schade kan aanrichten.(.) ECEM heeft ten aanzien van beschermingsmiddelen opgemerkt dat de stoffen handschoenen die werden gebruikt vrijwel geen bescherming bieden tegen huidblootstelling. Ook de koolstofmaskers die na 1992 ter beschikking werden gesteld boden onvoldoende bescherming omdat deze in de productiehal werden bewaard als gevolg waarvan de filters snel verzadigd raakten met oplosmiddel. Hierbij merkt ECEM op dat [eiser] geen koolstofmasker droeg omdat hij baarddragend was ECEM concludeert dat er sprake is van overgewicht, adequaat gereguleerde hypertensie, niersteenlijden, status na hartritmestoornissen, status na darmbloeding, snelle irritatie, vergeetachtigheid, slapeloosheid, afgenomen alertheid, vermoeidheid, hoofdpijn en karakterverandering, prostatisme klachten, gynecomastie, exostose vorming voeten, verhoogde y-gt en hypogonadotroop hypogonadisme. Hierbij stelt zij vast dat snelle irritatie, vergeetachtigheid, slapeloosheid, afgenomen alertheid en vermoeidheid alsmede een lichte
4 continue hoofdpijn en karakterveranderingen in redelijkheid beschouwd kunnen worden als klachten die ontstaan zijn door de werkzaamheden van betrokkene en dat de huidige klachten en/of restverschijnselen niet bestonden voor de aanvang van bedoelde werkzaamheden. Dat deze klachten een andere medische oorzaak hebben acht ECEM zeer onwaarschijnlijk Ten aanzien van het verhoogde gehalte aan y-gt geeft ECEM aan dat dit in alle medische dossiers naar voren komt. Volgens ECEM kan dit verhoogde gehalte worden veroorzaakt door steathosis hepatis (vetlever) chronisch (overmatig) alcoholgebruik, specifieke aandoeningen van de lever en/of galwegen, blootstellingen aan organische oplosmiddelen, geneesmiddelen en specifieke planten extracten. ECEM geeft hierbij aan dat zij blootstelling aan organische oplosmiddelen als verklaring voor het hoge y-gt gehalte waarschijnlijk acht. Daarbij is door haar gemotiveerd aangeven dat zij het onwaarschijnlijk acht dat het verhoogde gehalte y-gt veroorzaakt wordt door (overmatig) alcoholgebruik of door steathosis hepatis (vetlever) Verder heeft ECEM gemotiveerd waarom zij op grond van de anamnese en op grond van de chemische rapportage een relatie van de klachten en verschijnselen met piekblootstellingen aan organische oplosmiddelen aannemelijk acht. De klachten en verschijnselen zoals beschreven in het protocol voor de diagnostiek van OPS (rapport S 186 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) traden op na meer dan tien jaar blootstelling aan organische oplosmiddelen. Naar het oordeel van ECEM zijn de klachten van betrokkene te omschrijven als stadium III chronische toxische encefalophatie, zoals gedefinieerd in het protocol voor de diagnostiek van OPS (rapport S 186 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) als gevolg waarvan [eiser] bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden een gevaar voor zichzelf en zijn medewerknemers zou zijn. Volgens ECEM lijkt het erop dat de progressie van de klachten en verschijnselen na het be?indigen van de werkzaamheden tot staan zijn gekomen De kantonrechter overweegt dat op basis van het deskundigenrapport voldoende vast staat dat [eiser] in de uitvoering van zijn werkzaamheden voor Zandleven in zodanige mate aan schadelijke stoffen is blootgesteld dat de door hem gestelde gezondheidsklachten daardoor veroorzaakt kunnen zijn De omstandigheden dat: - [a], hoofd van het Solvent Team/ Klinisch Arbeidsgeneeskundige bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (hierna te noemen, [a]) in zijn brief van 25 januari 2001 aan de huisarts van [eiser] vermeld: Als vervolg op eerder onderzoek waarover we U op 18 augustus 2000 berichtten hebben we bovengenoemde pati?nt meer uitgebreid beoordeeld en besproken in het Solvent Team. Beschouwing en advies: Ook bij ons was het neuropsychologische onderzoek niet goed te interpreteren i.v.m. de neiging tot onderpresteren. Duidelijk is wel dat er relevante blootstelling aan oplosmiddelen heeft plaatsgevonden en dat een psychiatrisch beeld niet primair is. ; - [a] in zijn brief van 12 oktober 2002 aan [b], medisch adviseur, schrijft dat: Het dossier beschouwend is er sprake van een consistent beeld dat stabiel is in de tijd; de rapportage van [c] versterkt het vermoeden van een causaal verband tussen blootstelling aan oplosmiddelen en de cognitieve functiestoornissen.; - [d], neuroloog, in zijn brief aan [eiser] van 31 oktober 2002 schrijft: Het EMG onderzoek
5 laat een geringe zenuwbeknelling zien in de linkerpols. SSEP-onderzoek (onderzoek met schokjes in de benen) laat zien dat de zenuwen in de benen minder goed functioneren. Dit op zich zou kunnen passen bij een zenuwbeschadiging op basis van langdurig contact met organische oplosmiddelen.; - [a], in reactie op hetgeen door Zandleven is gesteld, in zijn brief van 26 april 2005 aan de gemachtigde van [eiser] schrijft: Wat de reeks neuropsychologische onderzoeken betreft: hoewel er soms wat twijfel bestond over de prestatiemotivatie gaven de resultaten van dit onderzoek bij de heer [eiser] in de loop der jaren consequent hetzelfde patroon te zien hetgeen niet verenigbaar is met bewuste aggravatie.; dragen bij aan deze conclusie De kantonrechter hecht hierbij tevens belang aan het rapport van psychiater [c] van 20 augustus 2002 waarin is vermeld dat er langzaam maar zeker haperingen komen in het middellange termijngeheugen van [eiser] en dat zijn korte/zeer korte termijngeheugen stoornissen bevat. Door Zandleven wordt de inhoud van dit rapport dan wel betwist maar het enkele feit dat zij de conclusie van [c], dat er sprake is van OPS, merkwaardig vindt is onvoldoende om geen waarde aan dit rapport te kunnen hechten Hetgeen door (de medisch adviseur van) Zandleven naar aanleiding van het verschijnen van het deskundigenrapport is opgemerkt maakt het oordeel van de kantonrechter niet anders. Voorzover dit verweer betrekking heeft op het vaststellen van de beroepsziekte OPS/CTE verwerpt de kantonrechter het verweer. Van [eiser] werd niet verlangd dat hij aantoonde dat er sprake is van OPS/CTE. Bovendien is aan ECEM ook niet verzocht om vast te stellen of er sprake is van OPS/CTE Zandleven heeft aangevoerd dat de klachten van [eiser] andere oorzaken zouden hebben, zoals overgewicht, medicijngebruik of alcoholgebruik, waarbij zij de nadruk heeft gelegd op het vermeende alcoholgebruik van [eiser]. De kantonrechter overweegt dat, gelet op de in het dossier aanwezige medische stukken, deze stelling enkel wordt gedragen door de medische adviseur van Zandleven, die [eiser] nooit zelf heeft onderzocht. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit onvoldoende om van de juistheid van het gestelde te kunnen uitgaan. Bovendien is door ECEM uitvoerig gemotiveerd waarom zij het onwaarschijnlijk acht dat alcoholgebruik de oorzaak van de klachten van [eiser] vormen. Voor wat betreft de stelling van Zandleven dat [eiser] misschien buiten werktijd met neurotoxische stoffen in aanraking kwam overweegt de kantonrechter dat de stukken onvoldoende aanknopings-punten bieden om op dat punt van de juistheid van de stelling van Zandleven uit te gaan. Aansprakelijkheid Nu voldoende vaststaat dat de gezondheidsklachten van [eiser] zijn veroorzaakt als gevolg van de blootstelling aan schadelijke stoffen bij Zandleven dient de vraag beantwoord te worden of Zandleven aansprakelijk kan worden gesteld voor de schade van [eiser] Voor de beoordeling van de vraag of Zandleven aansprakelijk is voor de ziekte van [eiser], neemt de kantonrechter de "asbest"jurisprudentie ( HR 25 juni 1993, NJ 1993,686, HR 2 oktober 1998, NJ 1999,683, HR 17 februari 2006, JAR, 2006,67, HR 31 maart 2006, JAR 2006,101) als uitgangspunt Bovenstaande brengt met zich mee dat Zandleven, op grond van artikel 7:658 lid 2
6 BW, in beginsel aansprakelijk is voor schade die [eiser] heeft geleden als gevolg van het blootgesteld zijn aan schadelijke stoffen. Zandleven dient ter afwering van zijn aansprakelijkheid te stellen en bewijzen dat hij de maatregelen heeft getroffen die redelijkerwijs nodig waren om te voorkomen dat [eiser] schade zou lijden als gevolg van die blootstelling aan schadelijke stoffen. Dit betekent dat Zandleven in ieder geval al die veiligheidsmaatregelen diende te treffen welke vereist waren met het oog op de gevaren die aan het werken met schadelijke stoffen verbonden zijn en die haar bekend waren of behoorden te zijn. Wanneer in deze procedure vast komt te staan dat Zandleven het treffen van dergelijke maatregelen heeft nagelaten en dat het nalaten de kans op het zich verwezenlijken van destijds nog onbekende gevaren aanmerkelijk heeft verhoogd, dan is Zandleven ook voor de gevolgen daarvan aansprakelijk. Dit brengt met zich mee dat Zandleven, wat het gevaar van het ontstaan van ziekte als gevolg van het werken met schadelijke stoffen betreft, niet van aansprakelijkheid is ontheven als zij toen weliswaar niet bekend was noch behoorde te zijn van het gevaar, maar het verzuim in het treffen van de hiervoorgenoemde veiligheidsmaatregelen, de kans dat [eiser] ziek zou worden als gevolg van het werk met schadelijke stoffen aanmerkelijk heeft vergroot [eiser] is vanaf 1 maart 1975 tot en met 17 februari 2000 in dienst geweest bij Zandleven. Aan het begin van dit dienstverband, in 1976, verscheen Publicatieblad 139 van de Arbeidsinspectie. In dit publicatieblad, waarvan niet dan wel onvoldoende is betwist dat het mede betrekking heeft op bedrijven als dat van Zandleven, staat vermeld: De in dit blad gegeven aanwijzingen hebben tot doel brand of explosie en als gevolg daarvan ongevallen, en schade aan de gezondheid als gevolg van giftige eigenschappen van de toegepaste stoffen te voorkomen.met in acht nemen van deze aanwijzingen voldoet men naar het oordeel van de Arbeidsinspectie op doelmatige wijze aan de wettelijke voorschriften. De overige aanwijzingen, gegrond op ervaringen, zijn voor het op verantwoorde wijze werken met verf, oplos- en verdunningsmiddelen in de verfverwerkende industrie van niet minder grote betekenis De hoofdbestanddelen van verf zijn pigmenten, vulstoffen, bindmiddelen, oplos- en verdunningsmiddelen, alsmede bij sommige verfsoorten verharders. Deze stoffen kunnen zodanige eigenschappen bezitten dat ze een schadelijke werking hebben op weefsels en organen van het menselijk lichaam Preventie Ter voorkoming van inademing van gevaarlijke stoffen bij het verwerken van verf dient een verfaanmaak- en verwerkingsruimte doelmatig te worden geventileerd of moeten plaatselijke afzuigingen worden aangebracht. Daarmee worden twee belangrijke effecten bereikt: - de gezondheid van degenen die zich in deze ruimte bevinden wordt beschermd omdat de concentratie van de gevaarlijke stoffen steeds laag worden gehouden Preventie Men dient er voor te zorgen dat de huid niet in aanraking komt met een schadelijk stof. Het reinigen van de huid met oplosmiddelen moet alleen in uiterste noodzaak geschieden. Het kan zeer gevaarlijk zijn te verzuimen direct van kleding te wisselen en/of de huid af te spoelen na een verontreiniging met een schadelijke stof die via de huid het lichaam kan binnendringen. Vooral op het handenwassen bij de persoonlijke verzorging moet worden gelet
7 Het inademen van dampen van oplosmiddelen en het contact daarvan met de huid moet zoveel mogelijk worden gemeden Tijdens het reinigen van ketels, tanks roerwerken, spuitgereedschap enz. met oplosmiddelen moet worden zorggedragen voor een afdoende ventilatie Ten minste wekelijks en indien nodig vaker moet aan werknemers die belast zijn met verfaanmaak, verfverwerking of reiniging schone werkkleding worden verstrekt. Voor het reinigen van de werkkleding moet van bedrijfswege worden zorggedragen. Werkkleding sterk verontreinigd met verfresten en oplosmiddelen mag niet worden gedragen In het door [eiser] als productie 1 bij dagvaarding in het geding gebrachte rapportage vooronderzoek van het Bureau Beroepsziekten van de FNV is als relevante literatuur vermeldt Handboek arbeidsomstandigheden in de verf- en drukinktindustrie (1981). Dit boek is een uitgave van de Vereniging van Verffabrikanten -waarvan onbetwist is gesteld dat Zandleven lid is van deze vereniging- in samenwerking met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hierbij is vermeld dat dit handboek een compleet overzicht biedt van de arborisico's in de verf en drukinktindustrie en de te nemen beschermingsmaatregelen Op grond van deze stukken acht de kantonrechter het voldoende aannemelijk dat Zandleven eind jaren 70 begin jaren 80 op de hoogte had kunnen zijn van het feit dat het werken met de in haar branche gebruikte stoffen schadelijke effecten op haar werknemers kon hebben Zandleven heeft gesteld dat zij, gelet op de haar beschikbare kennis, alle veiligheidsmaatregelen heeft genomen. Zij heeft aan het personeel beschermende kleding, beschermingsmiddelen met koolstoffilter en Airstreamhelmen ter beschikking gesteld. De kantonrechter overweegt dat, voor zover van de juistheid van deze stelling moet worden uitgegaan, op grond van de bij de stukken bevindende foto's en uit de gedeponeerde video blijkt dat deze beschermingsmiddelen niet werden gebruikt. Tevens blijkt uit deze stukken dat de gedragen (beschermende) kleding, ondanks hetgeen in artikel van Publicatieblad 139 is vermeld, sterk verontreinigd is Voorts heeft de arbeidsinspectie op verzoek van [eiser] een onderzoek ingesteld. Blijkens het onderzoeksrapport van de arbeidsinspectie van 21 februari 2005 van [e] heeft [f], technisch manager bij Zandleven tegenover [e] verklaard dat er nauwelijks toezicht was op het dragen van adembeschermingsmiddelen en handschoenen. Tevens staat in het onderzoeksrapport vermeld: Tijdens het bezoek toonde de heer [eiser] mij, [e], een videofilm die begin jaren '90 op de productie afdeling van Zandleven is gemaakt. In de videofilm is te zien dat er bij Zandleven verf werd gemaakt zonder gebruik van doelmatige ventilatie/afzuiging. Tevens is in de film te zien dat er geen adembeschermingsmiddelen werden gedragen.(.) ECEM heeft terzake de arbeidsomstandigheden bij Zandleven vermeld dat de werkzaamheden werden uitgevoerd in een open situatie, met weinig ventilatie en dat de stoffen handschoenen die in de productiehal werden gebruikt vrijwel geen bescherming bieden tegen huidblootstelling. Verder heeft zij aangegeven dat de koolstofmaskers (ter beschikking gesteld na 1992) open in de productiehal werden bewaard waardoor de filters snel verzadigd raken met oplosmiddel. Volgens ECEM boden deze maskers dan ook geen of onvoldoende bescherming. Hierbij heeft zij opgemerkt dat [eiser] in verband met zijn baard
8 het koolstofmasker niet droeg De kantonrechter is, gelet op hetgeen hiervoor is vermeld, van oordeel dat Zandleven tekortgeschoten is in haar verplichting om al die veiligheidsmaatregelen te nemen welke vereist waren met het oog op de gevaren die haar bekend behoorden te zijn, althans dat zij onvoldoende toezicht heeft gehouden op de naleving van de door haar genomen veiligheidsmaatregelen. Dat dit verzuim de kans op schade aanmerkelijk heeft verhoogd kan op grond van het deskundigenrapport en de huidige wetenschap omtrent de schadelijkheid van de bij Zandleven gebruikte stoffen als vaststaand worden aangenomen. Zandleven is dan ook aansprakelijk voor de door [eiser] geleden schade Het enkele feit dat Zandleven in samenwerking met Arbo Friesland een voorlichting heeft gegeven maakt dit oordeel niet anders. De kantonrechter overweegt hierbij dat het een ervaringsfeit is dat het dagelijks verkeren in een bepaalde werksituatie leidt tot een vermindering van voorzichtigheid. Dit brengt met zich mee dat niet??nmalig instructies of voorlichting gegeven moet worden maar dat ook gedegen toezicht moet worden gehouden op het naleven van de veiligheidsvoorschriften. Schade Door ECEM is geoordeeld dat de klachten van [eiser], bestaande uit snelle irritatie, vergeetachtigheid, slapeloosheid, afgenomen alertheid, vermoeidheid, een lichte continue hoofdpijn en karakterveranderingen veroorzaakt zijn door de blootstelling aan toxische organische oplosmiddelen bij Zandleven. ECEM heeft daarbij aangegeven dat [eiser] bij het opnieuw uitvoeren van zijn werkzaamheden een gevaar voor zichzelf en voor de andere medewerkers zou zijn. Tevens is aangegeven dat bovenstaande klachten een belemmering vormen in het dagelijks functioneren. Naar het oordeel van de kantonrechter staat derhalve voldoende vast dat [eiser] schade lijdt. Gegeven de klachten en het feit dat hij als gevolg van deze klachten in het dagelijkse leven beperkingen ondervindt is voldoende aannemelijk dat hij recht heeft op vergoeding van materi?le en immateri?le schade. De omvang van deze schade moet naar het oordeel van de kantonrechter nader worden vastgesteld in een schadestaatprocedure. Op grond van de stukken is het naar het oordeel van de kantonrechter thans niet mogelijk om de volledige schade vast te stellen of te begroten. Tevens kan niet bepaald worden of Zandleven de gevorderde wettelijke rente over de immateri?le schade vanaf 11 oktober 1999 verschuldigd is. Dit kan in de schadestaatprocedure aan de orde komen. De vordering om de door [eiser] geleden en nog te lijden schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet en de vordering tot betaling van de wettelijke rente over de vermogensschade, telkens vanaf het moment dat deze is geleden, zijn dan ook toewijsbaar [eiser] heeft verzocht een voorschot op de materi?le en immateri?le schade ad? ,-. [eiser] heeft hierbij aangevoerd dat hij thans volledig arbeidsongeschikt is en een uitkering ontvangt. Tevens leidt hij schade als gevolg van zijn klachten en verminderd levensplezier. Door Zandleven is deze vordering betwist. Zij voert aan dat niet vast staat dat [eiser] (nu nog) volledig arbeidsongeschikt is of een uitkering ontvangt. Ook de gevorderde immateri?le schade wordt betwist omdat het enkel blootgesteld zijn aan schadelijke stoffen geen smartengeldvordering oplevert De kantonrechter overweegt als volgt. Als productie 7 bij de dagvaarding is overgelegd de beslissing op het bezwaar dat Zandleven heeft gemaakt tegen de beslissing van UWV van 18 juni UWV geeft in deze brief aan
9 dat zij haar beslissing, dat [eiser] volledig arbeidsongeschikt is, handhaaft. Tevens staat in deze brief vermeld dat zij de uitkering van [eiser] handhaaft. Gelet op deze stukken had het op de weg van Zandleven, zeker als ex-werkgever, gelegen om een meer gemotiveerd verweer te voeren dan het enkel stellen dat niet vast staat dat [eiser] (nu nog) arbeidsongeschikt is of een uitkering ontvangt. Nu zij dit heeft nagelaten kan naar het oordeel van de kantonrechter in deze procedure als vaststaand worden aangenomen dat [eiser] thans arbeidsongeschikt is en een uitkering ontvangt. Dat zijn arbeidsongeschiktheid mede veroorzaakt wordt de werkzaamheden die hij bij Zandleven heeft verricht acht de kantonrechter, gezien het door de verzekeringsarts op 22 april 2006 opgemaakte stuk "resultaat onderzoek verzekeringsarts" voldoende aannemelijk. In dit stuk, dat zich eveneens bij de stukken bevindt, vermeldt de verzekeringsarts: concentreren van aandacht > beperkt, kan zich niet langer dan een half uur concentreren op??n informatiebron verdelen van aandacht> beperkt, kan hooguit een half uur de aandacht verdelen over meerdere informatiebronnen herinneren > beperkt, moet regelmatig dingen apart opschrijven als geheugensteun om de continu?teit van handelen te waarborgen Gelet op alle omstandigheden van het geval, waaronder: - het feit dat [eiser] volledig arbeidsongeschikt is en een uitkering ontvangt; - vastgesteld is dat [eiser] als gevolg van zijn dienstverband bij Zandleven last heeft van vergeetachtigdheid, slapeloosheid, afgenomen alertheid, vermoeidheid een lichte continue hoofdpijn en karakterveranderingen; - de conclusie van ECEM dat de klachten van [eiser] belemmeringen vormen in zijn dagelijks functioneren; - de kosten die [eiser], gelet op de hoeveelheid zich bij de stukken bevindende medische rapportages, ten behoeve van deze procedure reeds heeft gemaakt; acht de kantonrechter het voorshands niet onaannemelijk dat in een schadestaatprocedure minimaal? ,- aan vergoeding voor materi?le en immateri?le schade zal worden toegewezen. De vordering tot betaling van een voorschot ter hoogte van dit bedrag is dan ook toewijsbaar Zandleven zal als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding worden veroordeeld. Beslissing De kantonrechter: veroordeelt Zandleven tot vergoeding van de door [eiser] geleden en nog te lijden vermogensschade en immateri?le schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke rente over de vermogensschade, telkens vanaf het moment dat deze is geleden; veroordeelt Zandleven tot betaling van een voorschot op de materi?le en immateri?le schade groot? ,-; veroordeelt Zandleven in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [eiser]
10 begroot op? 1.435,- wegens salaris en op? 2.553,93 wegens verschotten; verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde. Aldus gewezen door mr. P. Schulting, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 augustus 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.
ECLI:NL:RBLIM:2017:3845
ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812
ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812 Instantie Datum uitspraak 18-04-2013 Datum publicatie 26-04-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 582121 - CV EXPL 12-15165 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2014:8414
ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 17-05-2011 Datum publicatie 09-06-2011 Zaaknummer 302487 CV EXPL 10-8041 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2015:8694
ECLI:NL:RBROT:2015:8694 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 27-11-2015 Datum publicatie 09-12-2015 Zaaknummer KTN-2259226 - KTN-2417339_27112015 Rechtsgebieden Verbintenissenrecht Bijzondere
Nadere informatieLJN: BJ4855,Sector kanton Rechtbank Haarlem, zaak/rolnr.: 415843 / CV EXPL 09-1336
LJN: BJ4855,Sector kanton Rechtbank Haarlem, zaak/rolnr.: 415843 / CV EXPL 09-1336 Datum uitspraak: 23-07-2009 Datum publicatie: 10-08-2009 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Eerste aanleg enkelvoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:4418
ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:5812
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2013:9371
ECLI:NL:RBNHO:2013:9371 Instantie Datum uitspraak 25-09-2013 Datum publicatie 11-10-2013 Zaaknummer 2113562 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland Civiel recht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05-12-2011 Datum publicatie 16-12-2011 Zaaknummer CV 11-26226 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:1678
ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:4741
ECLI:NL:RBLIM:2017:4741 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 24052017 Datum publicatie 29052017 Zaaknummer 04 5426165/CV 169694 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht
Nadere informatieMEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,
Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2017:5985
ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 18-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer CV EXPL 17-2120 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2013:18614
ECLI:NL:RBDHA:2013:18614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 24122013 Datum publicatie 13012014 Zaaknummer 2293657 RL EXPL 1325337 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:199
ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351
ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:1301
ECLI:NL:RBLIM:2017:1301 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15022017 Datum publicatie 16022017 Zaaknummer 5299499 cv expl 168008 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Burgerlijk
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2006:AX9306
ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-06-2006 Datum publicatie 26-06-2006 Zaaknummer 709062 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2012:BX2999
ECLI:NL:RBASS:2012:BX2999 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 10-07-2012 Datum publicatie 30-07-2012 Zaaknummer 337492 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2007:BB8676
ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-11-2007 Datum publicatie 26-11-2007 Zaaknummer 37277 HA ZA 03-51 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2017:2065
ECLI:NL:RBAMS:2017:2065 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer KK EXPL 17-154 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2017:6351
ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 Instantie Datum uitspraak 05-07-2017 Datum publicatie 31-07-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5474399 \ CV EXPL 16-8870 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:665
ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieRechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419 CV EXPL 14-32341. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl
ECLI:NL:RBAMS:2015:3202 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vindplaatsen Uitspraak Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221
ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221 Instantie Datum uitspraak 02-03-2011 Datum publicatie 18-10-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 1002383/10-8074 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766
ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:2309
ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2006:AY8841
ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 25-09-2006 Datum publicatie 26-09-2006 Zaaknummer 58445 - KG ZA 06-182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2013:2662
ECLI:NL:RBGEL:2013:2662 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 17072013 Datum publicatie 30082013 Zaaknummer 843154 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BN9752
ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:1672
ECLI:NL:RBLIM:2017:1672 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 22-02-2017 Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer 04 5561763 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Burgerlijk procesrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:14100
ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10112016 Datum publicatie 22112016 Zaaknummer 5138842/1616752 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste
Nadere informatiehttp://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...
Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieLJN: CA1235,Sector kanton Rechtbank Alkmaar, 422005 CV EXPL 12-2965
LJN: CA1235,Sector kanton Rechtbank Alkmaar, 422005 CV EXPL 12-2965 Datum uitspraak: 11-04-2013 Datum publicatie: 28-05-2013 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2015:6266
ECLI:NL:RBMNE:2015:6266 Instantie Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 18-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3818581 UC EXPL 15-1353
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799
ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-06-2009 Datum publicatie 05-06-2009 Zaaknummer 256615 / HA ZA 08-21443 juni 2009 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2014:7598
ECLI:NL:RBLIM:2014:7598 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27-08-2014 Datum publicatie 01-09-2014 Zaaknummer 2998345 CV EXPL 14-4789 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2014:290
ECLI:NL:RBAMS:2014:290 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 21012014 Datum publicatie 29012014 Zaaknummer 2410815 \ CV EXPL 1325156 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD
ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2014:131
ECLI:NL:RBNNE:2014:131 Instantie Datum uitspraak 13-01-2014 Datum publicatie 04-02-2014 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 589197 - CV EXPL 13-6418 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2017:1537
ECLI:NL:RBAMS:2017:1537 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 13-03-2017 Zaaknummer KK EXPL 17-174 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:4300
ECLI:NL:RBGEL:2017:4300 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 17-08-2017 Zaaknummer 57810247/CV VERZ 17-2894 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2014:2411
ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-04-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer C/08/154383 / KG-ZA 14-130 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2017:2000
ECLI:NL:RBMNE:2017:2000 Instantie Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 12-05-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/409379 / HA ZA 16-112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:4562
ECLI:NL:RBOVE:2016:4562 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 08-11-2016 Datum publicatie 18-11-2016 Zaaknummer 4687498 \ CV EXPL 15-6715 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:5109
ECLI:NL:RBOVE:2016:5109 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-11-2016 Datum publicatie 23-12-2016 Zaaknummer 5405642 VV EXPL 16-70 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2015:5262
Rechtspraak.nl Print uitspraak pagina 1 van 5 2772015 ECLI:NL:RBROT:2015:5262 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24072015 Datum publicatie 25072015 Zaaknummer 3437926 cv expl 1445430 Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:364
ECLI:NL:RBDHA:2017:364 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 09-01-2017 Datum publicatie 17-01-2017 Zaaknummer 5138951 RL EXPL 16-16760 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2013:CA1235
ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1235 Instantie Datum uitspraak 11-04-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 422005 CV EXPL 12-2965 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2014:7769
ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 Instantie Datum uitspraak 12-11-2014 Datum publicatie 24-11-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2807368_E12112014
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2014:7733
ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2013:11405
ECLI:NL:RBZWB:2013:11405 Instantie Datum uitspraak 30-10-2013 Datum publicatie 12-09-2014 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer 02/264757 / HA ZA 13-397 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422
ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 30-01-2008 Datum publicatie 05-02-2008 Zaaknummer 357824 CV EXPL 07-8249 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL
ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 06-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer 4888855 CV EXPL 16-3386 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Op
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2014:5578
ECLI:NL:RBOVE:2014:5578 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 17-09-2014 Datum publicatie 17-10-2014 Zaaknummer C/08/152582/ ha za 14-111 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2013:6272
ECLI:NL:RBNNE:2013:6272 Instantie Datum uitspraak 22-10-2013 Datum publicatie 20-11-2013 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 429507 - CV EXPL 13-2675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieLJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01
LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, 200.092.893/01 Datum uitspraak: 20-11-2012 Datum publicatie: 20-11-2012 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Ziektekostenverzekering
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2013:4384
ECLI:NL:RBGEL:2013:4384 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 28-10-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 2277457 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBLEE:2007:BB5165
ECLI:NL:RBLEE:2007:BB5165 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 03-10-2007 Datum publicatie 09-10-2007 Zaaknummer 215830 /\CV EXPL 07-474 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer 200.179.432/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:6585
ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatievonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
ECLI:NL:RBROT:2016:996 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 10-02-2016 Datum publicatie 10-02-2016 Zaaknummer 4645281 VV EXPL 15-591 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2011:BU7634
ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 21-11-2011 Datum publicatie 22-12-2011 Zaaknummer 762448 CV Expl. 11-6301 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:9831
ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384
ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 03-05-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 818166 UC EXPL 12-9177
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2007:BB1240
ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 266642 / HA ZA 06-2184 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477
ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477 Instantie Datum uitspraak 29-04-2011 Datum publicatie 04-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1393 WIA + 10-2553
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2017:2373
ECLI:NL:RBAMS:2017:2373 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 14-04-2017 Zaaknummer 5757565 KK EXPL 17-203 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2013:13255
1 van 5 27-2-2014 13:18 ECLI:NL:RBNHO:2013:13255 Instantie Datum uitspraak 03-07-2013 Datum publicatie 27-01-2014 Zaaknummer 424898 Rechtsgebieden Rechtbank Noord-Holland Civiel recht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2015:4468
ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2015:1277
ECLI:NL:RBLIM:2015:1277 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 17-02-2015 Datum publicatie 19-02-2015 Zaaknummer 3792692 CV EXPL 15-683 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Goederenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2017:5266
ECLI:NL:RBAMS:2017:5266 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-07-2017 Datum publicatie 28-07-2017 Zaaknummer 5566036 CV EXPL 16-35180 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:886
ECLI:NL:RBROT:2017:886 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-01-2017 Datum publicatie 03-02-2017 Zaaknummer C/10/518779 / KG ZA 17-53 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2007:BB1598
ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 27-06-2007 Datum publicatie 13-08-2007 Zaaknummer 153406 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:1643
ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:3457
ECLI:NL:GHSHE:2015:3457 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 08-09-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch HD
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3834
ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2005:AU8542
ECLI:NL:GHSGR:2005:AU8542 Instantie Datum uitspraak 18-11-2005 Datum publicatie 22-12-2005 Zaaknummer 03/1187 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage Civiel recht
Nadere informatieWederindiensttredingsvoorwaarde Ontslagbesluit; zzp'er; stageovereenkomst
ECLI:NL:RBNNE:2013:6766 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer KG-2442504 - CV EXPL 13-8338-L Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.035.875-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920
ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 23-09-2010 Datum publicatie 08-10-2010 Zaaknummer 171924 / KG ZA 10-360 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2006:AY9168
ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 20-09-2006 Datum publicatie 29-09-2006 Zaaknummer 47429 HA ZA 05-170 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462
ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462 Instantie Datum uitspraak 03-09-2009 Datum publicatie 11-09-2009 Zaaknummer 629990 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Civiel recht
Nadere informatieZoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak
Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/ Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20 08 2012 Datum publicatie 23 08 2012 Zaaknummer
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2014:7153
ECLI:NL:RBZWB:2014:7153 Instantie Datum uitspraak 22-10-2014 Datum publicatie 22-10-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2980156-EXPL-14-3217
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BO4467
ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 01-11-2010 Datum publicatie 19-11-2010 Zaaknummer 710236 VV Expl. 10-8085 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:38
ECLI:NL:RBAMS:2016:38 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 08-01-2016 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer 4094335 CV EXPL 15-10703 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:3340
ECLI:NL:RBROT:2016:3340 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20042016 Datum publicatie 03052016 Zaaknummer 4878125 VV EXPL 1612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522
ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2009 Datum publicatie 24-09-2009 Zaaknummer 99339 / KG ZA 09-274 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2505
ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219
ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 15-07-2009 Datum publicatie 27-08-2009 Zaaknummer 259421 / HA ZA 08-2534 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2014:7352
ECLI:NL:RBZWB:2014:7352 Instantie Datum uitspraak 01-10-2014 Datum publicatie 28-01-2015 Zaaknummer 242982 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Verbintenissenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2010:BP2410
ECLI:NL:RBUTR:2010:BP2410 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 22-12-2010 Datum publicatie 31-01-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 588824 UC EXPL 08-11672 AW/321
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119
ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119 Instantie Datum uitspraak 27-01-2004 Datum publicatie 20-02-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch C0201298-RO Civiel
Nadere informatie