GEMEENTELIJK RUP ECOLOGISCHE VERBINDINGEN FASE 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEMEENTELIJK RUP ECOLOGISCHE VERBINDINGEN FASE 1"

Transcriptie

1 GEMEENTELIJK RUP ECOLOGISCHE VERBINDINGEN FASE 1 SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT VERZOEK TOT RAADPLEGING Opdrachtgever: Stad Genk

2 Titel Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever Opdrachtnemer Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)' Stad Genk Lies Moons Nathalie Joosten TRITEL (Technum Tractebel Engineering n.v.) Ilgatlaan Hasselt T tritel@tritel.be Contactpersoon opdrachtnemer Anne Devivier Datum 30/09/2011 Versienummer 3 Projectnummer P

3 KWALITEIT DOCUMENTGESCHIEDENIS (BOVENSTE RIJ IS HUIDIGE VERSIE) Versie Datum Opmerkingen 4 30/09/2011 Opmerkingen CBS 3 25/05/2011 Opname grafische plannen 2 21/01/2011 Nazicht adv 1 20/01/2011 Sr001kvm DOCUMENTVERANTWOORDELIJKHEID Datum Auteur(s) Koenraad Van Meerbeek, Anne Devivier Datum Documentscreener(s) Francis Vansina BESTANDSINFORMATIE Bestandsnaam Sr004adv Laatst opgeslagen 30/09/2011

4

5 INHOUD 1. Onderwerp van het verzoek tot advies Inleiding Situering Huidige gewestplanbestemmingen Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer Opmerking vooraf Onderzoek tot milieueffectrapportage Inleiding Fase 1: definitie plan of programma Fase 2: Toepassingsgebied DABM (Art 4.2.1) Fase 3: Bepaling plan-mer-plicht Screeningsplicht (Art van het DABM) Passende beoordeling Algemeen Relatie van het plan met Speciale Beschermingszones Screening tot betekenisvolle aantasting van de Speciale Beschermingszone Huidige situatie Bestaande ruimtelijke structuur Juridisch beleidsmatige situatie Huidige toestand Beschrijving van het voorgenomen plan Doelstelling van het plan Voorafgaande relevante planningsprocessen en studies Alternatieven voor het plan of voor onderdelen ervan Beoordeling grens- of gewestoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten Mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan Criteria bijlage I van het DABM Screening naar aanzienlijke milieueffecten Cumulatieve effecten met bestaande of geplande activiteiten in de omgeving Besluit Bijlagen 72 Bijlage 1. Watertoetskaarten 72 Bijlage 2. Ecosysteemkwetsbaarheidskaarten 91 Bijlage 3. Masterplan Ecologische verbindingen Inhoud 1

6 2 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

7 1. ONDERWERP VAN HET VERZOEK TOT ADVIES 1.1 Inleiding Het uitzicht van Genk is dat van een moderne stad geworden. De snelle economische ontwikkeling en de hieraan verbonden ontsluitingen hebben een grote uitwerking gehad op de natuurlijke ruimtelijke structuur van de stad Genk. Het meest opvallende resultaat hiervan is een erg versnipperde natuur in het centrum en grotere natuurcomplexen naar de buitenzijde en op de grenzen van Genk. Dit maakt het niet gemakkelijk om een goede ecologische structuur te behouden en de geïsoleerde stukken natuur terug met elkaar en met de grotere natuurgebieden in de omgeving te verbinden. In het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) van de stad Genk wordt de gewenste natuurlijke structuur ingedeeld in verschillende elementen. VEN-gebieden (Vlaams Ecologisch Netwerk) worden aangeduid als elementen op Vlaams niveau. De stad Genk geeft in het GRS zijn visie weer over de afbakening van nieuwe VEN-gebieden. Natuurverbindingen tussen deze grote natuurgebieden vormen de elementen op provinciaal niveau. Als derde onderdeel van de natuurlijke structuur worden de elementen van lokaal niveau aangeduid. Dit zijn eerst en vooral lokale, vaak kleinere natuurelementen die nu reeds een belangrijke natuurwaarde hebben en waar ook in de toekomst natuur richtinggevend zal zijn. De lokale elementen worden vervolledigd door lokale ecologische verbindingen. Deze versterken de aaneensluiting tussen zowel de lokale als bovenlokale natuurelementen. In de huidige, stedelijke context is het niet eenvoudig om voldoende ecologische verbindingen te realiseren. Daarom is het belangrijk om al die kleine snippers natuur die verspreid liggen over het grondgebied van Genk als stapstenen te gebruiken en zo de gebieden die de natuurlijke structuur van de stad uitmaken terug met elkaar te verbinden. Het eindresultaat is minstens het behoud en/of verbetering van de biodiversiteit over het ganse grondgebied van Genk. Om de natuurlijke structuur te verwezenlijken worden in het GRS enkele acties en maatregelen opgesomd: Opmaak van een aantal RUP s voor het afbakenen en ontwikkelen van de lokale natuurverbindingen; Opmaak van een onderzoek naar het versterken van de ecologische verbinding van de beekvalleien; Opstarten van een onderzoek naar de mogelijkheden van een landschapsontwikkeling van de Stiemerbeekvallei in de deelruimte Kernstad; Opmaak van een maatregel voor het realiseren van een integraal waterbeheer voor de meest kwetsbare gebieden; Stimuleren van kleinschalige en individuele waterzuivering; Stimuleren van het hergebruiken, het gescheiden afvoeren en het laten infiltreren van regenwater (waterdoorlatend materiaalgebruik, wadi s, bermen, ); Onderzoek naar de mogelijkheden van het ecologisch inrichten van restruimte. Het voorliggende plan, het RUP Ecologische verbindingen (fase 1) is de uitwerking van de eerste fase van de eerste maatregel. Het RUP behelst de afbakening van 9 lokale natuurverbindingen en stelt hun natuurverbindingsfunctie vast in groene planologische bestemmingen. Hoofdstuk 1: Onderwerp van het verzoek tot advies 3

8 1.2 Situering De negen plangebieden liggen verspreid in de stad Genk (zie Figuur 1-1 en Tabel 1-1): Plangebied 1: Melberg (4,65 ha) Dit plangebied is gelegen aan de Melbergstraat, in de hoek tussen Westerring en de Zuiderring. Ten noorden van de afbakening van het RUP ligt het bosgebied Melberg. Plangebied 2: Arboretum Bret (3,81 ha) Het gebied wordt omsloten door de Weg naar As, de Sint-Lodewijkstraat, Richter en Schaapsdries. De OLV van Fatimakerk en de jeugdlokalen van Chiro Bret liggen binnen de grenzen van het plangebied. Plangebied 3: Caetsbeek-Noord (1,2 ha) De twee deelgebieden van Caetsbeek-Noord liggen aan de Nieuwpoortlaan in het zuidoosten van Genk. Voor deze percelen is er reeds een beheersovereenkomst met Natuurpunt. Plangebied 4: Caetsbeek-Zuid (14,53 ha) Het plangebied ligt in het zuidoosten van de Fordfabrieken op de grens met de gemeente Bilzen en omvat de Caetsbeek en omliggende percelen over een lengte van meer dan 1,5 km. Ook voor deze percelen bestaat er reeds een beheersovereenkomst met Natuurpunt. Plangebied 5: Roosterbeek Deel Halwijerstraat (5,97 ha) Het gebied ligt in het noordwesten van Genk tegen de grens met Houthalen- Helchteren. Net over de gemeentegrens ligt het natuurgebied Luciebos. Het RUP wordt hier grofweg afgebakend door de gemeentegrens, de Eindstraat en de huizen aan de Meeuwerstraat. Plangebied 6: Nieuwe Kempen (3,3 ha) Het RUP ligt in het noordwesten van Genk en wordt omsloten door de huizen van de wijk Hengelhoef noord. Plangebied 7: Klotbroek (3,6 ha) In het westen van Genk ligt het plangebied Klotbroek, tussen de Wetzandstraat, Schemmersberg en de Hoekstraat. Het gebied grenst aan een boscorridor die helemaal tot aan het natuurreservaat het Wik leidt. Ten oosten van het plangebied begint het uigestrekt bos- en heidegebied Schemmersberg-Zonhovenheide. Plangebied 8: Boxbergheide aan de kerk (8,53 ha) Het gebied wordt omsloten door de Zandoerstraat, de Turfstraat, het Sint-Jan Baptistplein en de Oude Zonhoverweg. In het noorden ligt het Immaculatainstituut en in het zuidwesten de Sint-Jan Baptistkerk. Op iets meer dan 500 meter ten westen van het plangebied begint het reservaat het Wik. Plangebied 9: Slagmolenweg Hondenclub (7,72 ha) Het plangebied ligt ten zuidwesten van Genk. Enkel de Slagmolenweg scheidt het RUP van het natuurreservaat de Maten. Er is reeds een beheersovereenkomst met Natuurpunt afgesloten. 4 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

9 Figuur 1-1 Situering plangebieden op stratenplan Hoofdstuk 1: Onderwerp van het verzoek tot advies 5

10 Tabel 1-1 Aanduiding plangebieden op topografische kaart en luchtfoto Topografische kaart Luchtfoto Plangebied 1: Melberg Plangebied 2: Arboretum Bret Plangebied 3: Caetsbeek-Noord 6 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

11 Plangebied 4: Caetsbeek-Zuid Plangebied 5: Roosterbeek Deel Halwijerstraat Hoofdstuk 1: Onderwerp van het verzoek tot advies 7

12 Plangebied 6: Nieuwe Kempen Plangebied 7: Klotbroek 8 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

13 Plangebied 8: Boxbergheide Plangebied 9: Slagmolenweg Hoofdstuk 1: Onderwerp van het verzoek tot advies 9

14 1.3 Huidige gewestplanbestemmingen De plangebieden zijn allen gelegen binnen het gewestplan nr. 19, Hasselt-Genk. De bestemmingen zijn woongebied, woonuitbreidingsgebied, recreatiegebied, industriegebied, zone voor openbare gebouwen en zone voor gemeenschapsvoorzieningen (zie Figuur 6-1 en Tabel 6-2): Plangebied 1: Melberg De bestemming is grotendeels recreatiegebied. Een klein gedeelte van het RUP ligt in parkgebied. De zuidelijke tip van het plangebied ligt in industriegebied. Plangebied 2: Arboretum Bret Deze zone is afgebakend als zone voor gemeenschapsvoorzieningen en woongebied. Plangebied 3&4: Caetsbeek-Noord, Caetsbeek-Zuid Zowel plangebied 3&4 zijn in industriegebied gelegen. De meest noordelijke zone ligt in een bufferzone. Plangebied 5: Roosterbeek Deel Halwijerstraat Dit RUP ligt grotendeels in woonuitbreidingsgebied. Een klein gedeelte is op het gewestplan aangeduid als woongebied. Plangebied 6: Nieuwe Kempen Plangebied 6 is volledig ingekleurd als woongebied. Plangebied 7: Klotbroek Het zuidwestelijke gedeelte is aangeduid als buffergebied. De rest is deels woonuitbreidingsgebied, deels woongebied. Plangebied 8: Boxbergheide aan de kerk Plangebied 8 ligt op het gewestplan in een zone voor gemeenschapsvoorzieningen. De afbakening van het RUP ligt binnen de grenzen van twee BPA s, nl. Boxbergheide oost en Boxbergheide west. Beide BPA s werken de bestemmingen van het gewestplan specifieker en in groter detail uit, en verfijnen de bestemming van het plangebied naar zone voor openbare gebouwen. Plangebied 9: Slagmolenweg Hondenclub 10 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

15 De gewestplanbestemming is voor het grootste gedeelte recreatiegebied. Een klein gedeelte ligt in woongebied. Er zijn geen RUP s afgebakend binnen de grenzen van de plangebieden. Hoofdstuk 1: Onderwerp van het verzoek tot advies 11

16 2. INLICHTINGEN EN COÖRDINATEN VAN DE INITIATIEFNEMER Stad Genk Dienst Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid Stadsplein Genk Contactpersonen: Lies Moons, Nathalie Joosten 12 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

17 3. OPMERKING VOORAF In deze screeningsnota wordt ten behoeve van de beoordeling van de milieueffecten van het plan gebruik gemaakt van kwantitatieve- en kwalitatieve gegevens inzake geplande ruimtelijke bestemmingen, die ontleend worden aan het RUP in zijn actuele stand van uitwerking (voorstudie). Naarmate het RUP verder wordt uitgewerkt kunnen deze gegevens uiteraard nog in zekere mate wijzigen. De principes en uitgangspunten van het RUP zoals geschetst in deze nota, zullen uiteraard onveranderd blijven. Ondermeer inzake de kwantificering van de verschillende planologische bestemmingen moet rekening gehouden worden met mogelijke beperkte wijzigingen in oppervlakte. Hoofdstuk 3: Opmerking vooraf 13

18 4. ONDERZOEK TOT MILIEUEFFECTRAPPORTAGE 4.1 Inleiding Deze screeningsnota onderzoekt of het RUP Ecologische verbindingen te Genk plan-merplichtig is volgens het plan-mer-decreet0f1. Dit decreet legt de stappen vast die doorlopen dienen te worden om de MER-plicht van een plan of programma na te gaan. Figuur 4-1 geeft een grafische voorstelling weer van het onderzoek tot milieueffectrapportage voor plannen en programma s. Stap 1: Valt het plan of programma onder de definitie van plannen en programma s? Stap 2: Valt het plan of programma onder het toepassingsgebied van het DABM? Stap 3: Is het plan of programma van rechtswege plan-mer-plichtig? Voor plannen of programma s die voldoen aan stap 1 en 2, maar niet van rechtswege plan- MER-plichtig zijn, moet nagegaan worden het plan of programma aanzienlijke milieueffecten kan hebben. Deze stap wordt de screening of onderzoek tot milieueffectrapportage genoemd. Figuur 4-1 Grafische voorstelling onderzoek tot milieueffectrapportage 1 Plan-MER-decreet = Decreet van 27 april 2007 houdende wijziging van titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van artikel 36ter van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (B.S. 20/06/2007) 14 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

19 4.2 Fase 1: definitie plan of programma Toelichting decreet In Art , 1,4 van het DABM1F2 wordt de definitie van een plan of programma gegeven: 4 Plan of programma: plan of programma, als ook de wijzigingen ervan, dat door een instantie op regionaal, provinciaal of lokaal niveau wordt opgesteld en/of vastgesteld of dat door een instantie wordt opgesteld om middels een wetgevingsprocedure door het Vlaams Parlement of de Vlaamse Regering te worden vastgesteld; en op grond van decretale of van bestuursrechtelijke bepalingen is voorgeschreven. Deze definitie omvat de drie volgende voorwaarden die cumulatief vervuld moeten zijn om te kunnen spreken van een plan of programma: Een plan of programma moet opgesteld zijn door instantie op regionaal, provinciaal of lokaal niveau Een plan of programma moet vastgesteld worden door instantie op regionaal, provinciaal of lokaal niveau, of via een wetgevingsprocedure door het Vlaams Parlement of de Vlaamse Regering. Het opstellen en/of vaststellen is voorgeschreven op grond van decretale of bestuursrechtelijke bepalingen (opmaakprocedure is voorzien bij decreet of besluit) Toetsing van het plan Het betreffende plan dat in deze nota wordt onderworpen aan een onderzoek tot milieueffectrapportage is een gemeentelijk RUP van de stad Genk. Het RUP valt onder het toepassingsgebied van het DABM, want er is cumulatief voldaan aan de drie gestelde voorwaarden: De opsteller van het plan is een instantie op lokaal niveau, nl. de stad Genk Het plan wordt vastgesteld door de provincie Limburg, een instantie op provinciaal niveau De opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen wordt voorgeschreven door het decreet houdende de organisatie van ruimtelijke ordening 4.3 Fase 2: Toepassingsgebied DABM (Art 4.2.1) Toelichting decreet Art van het DABM geeft het toepassingsgebied van het DABM weer: 1. Plannen of programma s (of wijziging ervan) die het kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project en/of 2. Plannen of programma s (of wijziging ervan) waarvoor de opmaak van een passende beoordeling vereist is (wanneer er significante effecten op speciale beschermingszones - Vogelrichtlijngebied, Habitatrichtlijngebied, Ramsargebied - worden verwacht). 2 Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid Hoofdstuk 4: Onderzoek tot milieueffectrapportage 15

20 Volgende plannen en programma s vallen niet onder het toepassingsgebied van het decreet en zijn derhalve ook niet MER-plichtig (uitzonderingsregels): Plannen of programma s die uitsluitend bestemd zijn voor nationale defensie; Financiële of begrotingsplannen en programma s; Plannen of programma s die worden medegefinancierd in het kader van de programmeringsperiode betreffende EG-Verordening nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen en de programmeringsperiode en van EG- Verordening nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw Toetsing van het plan Het RUP kan het kader vormen voor de toekenning van een vergunning (stedenbouwkundige vergunning) voor een project (Art DABM). Voor de opmaak van het RUP is geen passende beoordeling vereist (zie 0). Het plan valt dus binnen het toepassingsgebied van het DABM en valt bovendien niet onder één van de uitzonderingsregels. 4.4 Fase 3: Bepaling plan-mer-plicht Toelichting decreet Een plan of programma dat onder het toepassingsgebied van het DABM valt, is van rechtswege plan-mer-plichtig, wanneer dit plan of programma cumulatief: een kader vormt voor toekenning van een vergunning voor een bijlage I of II project uit het project-m.e.r.-besluit 2F3. NIET het gebruik regelt van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden. betrekking heeft op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik. Bij plannen en programma s die van rechtswege onderworpen zijn aan de plan-mer-plicht is er geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerlegbare wijze wordt vermoed dat deze plannen en programma s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Indien het plan of programma niet van rechtswege plan-mer-plichtig, moet geval per geval geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Hiervoor moet een screening naar de mogelijke aanzienlijke milieueffecten worden uitgevoerd. In deze screeningsnota dient de initiatiefnemer van het plan aan te tonen dat het plan geen aanzienlijke milieueffecten op het leefmilieu zal hebben. 3 Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage 16 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

21 4.4.2 Toetsing plan Het plan wordt getoetst aan de criteria die hierboven werden vermeld: Het plan vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van de in het project-mer-besluit opgesomde projecten. Aan de voorwaarde is niet voldaan Het RUP zet de huidige bestemmingen om in groengebied in 9 kleine gebieden van de stad Genk. Het plan houdt dus kleine wijzigingen in van kleine gebieden op lokaal niveau. Aan de voorwaarde is niet voldaan Het RUP heeft betrekking op de sector ruimtelijke ordening Aan de voorwaarde is voldaan Uit voorgaande kan geconcludeerd worden dat het RUP niet van rechtswege plan-merplichtig is. Voor het plan zal dus een screening naar de mogelijke aanzienlijke milieueffecten moeten worden uitgevoerd. 4.5 Screeningsplicht (Art van het DABM) Voor een plan of programma, dat overeenkomstig Art van het DABM onder het toepassingsgebied van het DABM valt, en dat het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhoudt, moet geen plan-mer worden opgemaakt voor zover de initiatiefnemer aan de hand van de criteria die worden omschreven in bijlage I van het DABM, aantoont dat het plan of programma geen aanzienlijke milieueffecten kan hebben. Indien uit dit onderzoek als besluit volgt dat aanzienlijke negatieve effecten kunnen optreden, dient de initiatiefnemer alsnog een plan-mer op te (laten) stellen. De criteria uit bijlage I van het DABM hebben enerzijds betrekking op de kenmerken van het plan en anderzijds op de kenmerken van de effecten en van de gebieden die kunnen worden beïnvloed: 1. De kenmerken van plannen en programma's, in het bijzonder gelet op: a. de mate waarin het plan of programma een kader vormt voor projecten en andere activiteiten met betrekking tot de ligging, aard, omvang en gebruiksvoorwaarden, alsmede wat betreft de toewijzing van hulpbronnen; b. de mate waarin het plan of programma andere plannen en programma's, met inbegrip van die welke deel zijn van een hiërarchisch geheel, beïnvloedt; c. de relevantie van het plan of programma voor de integratie van milieuoverwegingen, vooral met het oog op de bevordering van duurzame ontwikkeling; d. milieuproblemen die relevant zijn voor het plan of programma; e. de relevantie van het plan of programma voor de toepassing van de milieuwetgeving van de Europese Gemeenschap (bijvoorbeeld plannen en programma's in verband met afvalstoffenbeheer of waterbescherming); 2. Kenmerken van de effecten en van de gebieden die kunnen worden beïnvloed, in het bijzonder gelet op: a. de waarschijnlijkheid, duur, frequentie en omkeerbaarheid van de effecten; b. de cumulatieve aard van de effecten; c. de grensoverschrijdende aard van de effecten; Hoofdstuk 4: Onderzoek tot milieueffectrapportage 17

22 d. de risico's voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu (bijvoorbeeld door ongevallen); e. de orde van grootte en het ruimtelijk bereik van de effecten (geografisch gebied en omvang van de bevolking die getroffen kan worden); f. de waarde en kwetsbaarheid van het gebied dat kan worden beïnvloed gelet op: bijzondere natuurlijke kenmerken of cultureel erfgoed; de overschrijding van de milieukwaliteitsnormen of van grenswaarden; intensief grondgebruik; g. de effecten op gebieden en landschappen die door een lidstaat, door de Europese Gemeenschap, dan wel in internationaal verband als beschermd gebied zijn erkend. In deze screeningsnota wordt onderzocht of het RUP Ecologische verbindingen aanzienlijke milieueffecten heeft en al dan niet plan-mer-plichtig is. De bespreking van de effecten zal gebeuren in hoofdstuk P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

23 5. PASSENDE BEOORDELING 5.1 Algemeen Binnen Vlaanderen zijn een aantal speciale beschermingszones aangeduid of voorgesteld voor aanduiding in het kader van internationale verdragen en Europese Richtlijnen. Het betreft de Vogelrichtlijngebieden (SBZ-V) aangeduid in het kader van richtlijn 79/409/EEG inzake het behoud van de vogelstand (Besluit Vl. Reg. van 17 oktober 1988) en de Habitatrichtlijngebieden, voorgesteld in het kader van de Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en wilde flora en fauna (Richtlijn van de Raad van 21 mei 1992). De geselecteerde habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) in Vlaanderen werden in 2005 door Europa goedgekeurd. Het hoofddoel van de Europese richtlijnen is het behoud van de biologische diversiteit, weliswaar met inachtneming van de vereisten op economisch, sociaal, cultureel en regionaal vlak. Samen met de Vogelrichtlijngebieden vormen de Habitatrichtlijngebieden een netwerk van beschermde gebieden over de hele Europese Unie, Natura 2000 genaamd. Artikel 36ter van het Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu speelt een cruciale rol in het behoud en beheer van deze gebieden. In 3 van dit artikel wordt vermeld: Een vergunningsplichtige activiteit of een plan of programma dat afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma s, een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling wat betreft de betekenisvolle effecten voor de speciale beschermingszone. Belangrijk zijn eveneens 4 en 5 die achtereenvolgens vermelden: 4: De overheid die over een vergunningsaanvraag, een plan of programma moet beslissen, mag de vergunning slechts toestaan of het plan of programma slechts goedkeuren indien het plan of programma of de uitvoering van de activiteit Ugeen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerkenu van de betrokken speciale beschermingszone kan veroorzaken. De bevoegde overheid draagt er steeds zorg voor dat door het opleggen van voorwaarden er geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan ontstaan. 5: In afwijking op de bepalingen van 4, kan een vergunningsplichtige activiteit die of een plan of programma dat afzonderlijk of in combinatie met één of meer bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma s, een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken, slechts toegestaan of goedgekeurd worden: nadat is gebleken dat er voor de natuurlijke kenmerken van de speciale beschermingszone geen minder schadelijke alternatieve oplossingen zijn en, omwille van dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard. Wanneer de betrokken speciale beschermingszone of een deelgebied ervan, een gebied met een prioritair type natuurlijke habitat of een prioritaire soort is, komen alleen argumenten die verband houden met de menselijke gezondheid, de openbare veiligheid of met voor het milieu wezenlijk gunstige effecten dan wel, na advies van de Europese Commissie, andere dwingende redenen van groot openbaar belang, in aanmerking. Hoofdstuk 5: Passende beoordeling 19

24 De afwijking bedoeld in het voorgaande lid kan bovendien slechts toegestaan worden nadat voldaan is aan de volgende voorwaarden: 1 de nodige compenserende maatregelen genomen zijn en de nodige actieve instandhoudingsmaatregelen genomen zijn of worden die waarborgen dat de algehele samenhang van de speciale beschermingszone en zones bewaard blijft; 2 de compenserende maatregelen zijn van die aard dat een evenwaardige habitat of het natuurlijk milieu ervan, van minstens een gelijkaardige oppervlakte in principe actief is ontwikkeld. 5.2 Relatie van het plan met Speciale Beschermingszones Plangebied 9 (Slagmolenweg) overlapt gedeeltelijk met het Habitatrichtlijngebied De Maten en grenst in het zuidwesten aan het Vogelrichtlijngebied De Maten (zie Tabel 5-1 en Figuur 5-1). Het RUP voorziet hier een omzetting van recreatiegebied en woongebied naar natuurgebied. Het huidige landgebruik is reeds natuur (bos). Het plangebied Klotbroek (nr. 7) grenst aan het Habitatrichtlijngebied Valleien van de Laambeek, Zonderikbeek, Slangebeek en Roosterbeek met vijvergebieden en heiden (Figuur 5-1 en Figuur 5-1). Het RUP zet hier woongebied, woonuitbreidingsgebied en buffergebied om naar natuurgebied. Plangebied 7 (Klotbroek) en 8 (Boxbergheide) Plangebied 9 (Slagmolenweg) Legende Habitatrichtlijngebied Vogelrichtlijngebied Figuur 5-1 Detail speciale beschermingszones 20 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

25 Figuur 5-2 Natura 2000 Hoofdstuk 5: Passende beoordeling 21

26 5.3 Screening tot betekenisvolle aantasting van de Speciale Beschermingszone Voor alle plannen en programma s, waarvan wordt vermoed dat ze betekenisvolle effecten kunnen hebben op de natuurlijke kenmerken van de speciale beschermingszone, moet nagegaan worden of een passende beoordeling vereist is. Dit onderzoek dient te gebeuren voor de habitats en de (vogel)soorten waarvoor de speciale beschermingszone is afgebakend en de soorten van bijlage III van het decreet natuurbehoud die in het gebied voorkomen. Omdat uit de vorige paragraaf blijkt dat het plan een mogelijke invloed kan hebben op Speciale Beschermingszones, dient deze toets hier uitgevoerd te worden. Het onderzoek naar de vereiste opmaak van een passende beoordeling omvat vijf hoofdvragen: 1. Heeft het plan een potentiële impact op de habitats (natuurlijke habitats en habitats van een soort) qua oppervlakte, ruimtelijke spreiding, structuur en kwaliteit? 2. Heeft het plan een potentiële impact op het evenwicht tussen de verspreiding en densiteit van de soorten en de populaties in zijn geheel? 3. Heeft het plan een potentiële impact op de vitale factoren hoe de SBZ functioneert als ecosysteem? 4. Heeft het plan een potentiële impact op de abiotische relaties die de structuur en functie van de SBZ bepalen? 5. Heeft het plan een potentiële impact op het bereiken van een gunstige staat van instandhouding voor de betreffende SBZ? Om op deze vragen te antwoorden dient een analyse te gebeuren van de relevante effectgroepen per vraag. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de effectgroepen en de al dan niet aanwezig verstoringsfactoren die optreden voor voorliggend plan. Tabel 5-1 Bespreking effectgroepen Effectgroep Effect/verstoringsfactoren 1. Oppervlaktegebonden 1a. Fysisch ruimtebeslag (oppervlaktegebonden wijzigingen) Wijziging van de oppervlakte van een habitat Wijziging van het voorkomen van de soort of verlies aan leefgebied van een soort 1b. Verandering in de kwaliteit van een habitat door fysische processen Verstoring/vernietiging van habitat ten gevolg van mechanische effecten, vergraving, bodemverstoring, Wijziging substraten (door aanbrengen nieuwe Er worden door de realisatie van het RUP geen bijkomende habitats van het Habitatrichtlijngebied ingenomen. Het RUP voorziet namelijk de omzetting van de huidige bestemmingen naar natuurgebied. Ter hoogte van plangebied 9 blijft een kleine oppervlakte recreatiegebied behouden binnen HRL-gebied. De bestaande recreatievoorzieningen zullen echter niet worden uitgebreid. De realisatie van het plan veroorzaakt geen fysische processen met een significant effect op de kwaliteit van habitats in de omgeving van het plangebied. Ten gevolge van de realisatie van het RUP worden geen werkzaamheden uitgevoerd die een impact kunnen hebben op de natuur binnen de SBZ s. 22 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

27 Effectgroep Effect/verstoringsfactoren substraten) Wijzigen van dynamiek (verstuiving, zandafzetting, erosie) Wijziging leefgebied van de soorten tengevolge van fysische processen 1c. Verandering in de kwaliteit van een habitat of het leefgebied van een soort door wijziging in het landgebruik, het beheer of de functie Het RUP voorziet geen wijzigingen van het landgebruik die een negatief effect hebben op de kwaliteit van een habitat of het leefgebied van een soort. 2. Verandering in kwaliteit van een habitat; grondwaterrelaties 2a. Verdroging/vernatting via grondwaterrelaties, inclusief wijziging kwelgebieden en impact op grondwaterkwaliteit door wijziging hoeveelheden grondwater/oppervlaktewater 2b. verandering van het leefgebied van de soort tengevolge van wijziging leefgebied door verdroging/vernatting Verschillende habitats van de SBZ-H in de omgeving van de plangebieden zijn aangeduid als kwetsbaar voor verdroging op de ecosysteemkwetsbaarheidskaarten. Het RUP heeft echter geen verstoring van het oppervlakte- en grondwatersysteem tot gevolg. 3. Verandering in kwaliteit van een habitat: oppervlaktewaterrelaties 3a. Verandering in oppervlaktewaterpeilen Het plan voorziet niet in projecten die aanleiding kunnen geven tot een wijziging in het oppervlaktewaterpeil. 3b. Verandering in overstromingsfrequentie, dynamiek, stroomsnelheden 3c. Verandering van de structuur van waterlopen, wijzigingen in morfologische processen van erosie en sedimentatie 3d. Verandering leefgebied van een soort tengevolge van de processen 3a-3c Het plan voorziet niet in projecten die aanleiding kunnen geven tot een wijziging in overstromingsfrequentie, dynamiek of stroomsnelheden. Het plan voorziet niet in projecten die aanleiding kunnen geven tot een wijziging in de structuur van waterlopen, in morfologische processen van erosie of sedimentatie. Er treden geen wijzigingen in de oppervlaktewaterrelaties op. 4. Veranderingen in ruimtelijke relaties, netwerken en processen 4a. Verandering in de barrièrewerking (infrastructuur op wegen, waterlopen, toename bebouwde oppervlakte, ) 4b. Versnippering (uiteenvallen van een leefgebied in kleinere delen) De realisatie van het RUP voorziet niet in een uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. Er worden dus geen effecten van barrièrewerking verwacht De doelstelling van het plan is de realisatie van een functioneel groen netwerk in de stad Genk door de afbakening van ecologische verbindingen. De realisatie van het RUP voorziet geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte of andere versnipperende infrastructuren. Er wordt bijgevolg Hoofdstuk 5: Passende beoordeling 23

28 Effectgroep Effect/verstoringsfactoren geen versnippering verwacht ten gevolge van het plan. 5. Verstoring 5a. Verstoring van soorten (door geluid, licht, trillingen, geur) kwaliteitsverlies 5b. Verstoring van soorten door beweging (machines, mensen, golfslag, ) 5c. Verandering in de mortaliteit (luchtwervelingen, verkeersslachtoffers, slachtoffers van waterturbines, ) Het plan voorziet niet in projecten die aanleiding kunnen geven tot significante verstoring van de soorten waarvoor de SBZ s zijn afgebakend. Het plan voorziet niet in projecten die aanleiding kunnen geven tot significante verstoring van de soorten waarvoor de SBZ s zijn afgebakend. Er treedt geen significante wijziging van mortaliteit op. 6. Verandering in de kwaliteit van een habitat: chemische processen 6a. Toevoer van voedingsstoffen/toxische stoffen via luchtrelaties, stof en depositie (atmosferische depositie) Het plan voorziet niet in projecten die aanleiding kunnen geven tot een toevoer van verontreinigende stoffen via luchtrelaties, stof of atmosferische depositie. 7. Verandering in kwaliteit van een habitat door fysico-chemische wijzigingen in waterrelaties 7a. Toevoer van nutriënten etc. via emissies in oppervlaktewater/grondwater 7b. Toevoer van toxische stoffen (zware metalen, ) in oppervlaktewater/grondwater Het plan leidt niet tot extra verhardingen of een verhoogde run-off die aanleiding geven tot toevoer van nutriënten naar het oppervlaktewater / grondwater. Het plan zal niet leiden tot de uitvoering van projecten die een toevoer van toxische stoffen kunnen veroorzaken. 7c. Ecotoxicologische effecten soorten Niet van toepassing Op basis van deze tabel kan besloten worden dat bij uitvoering van het plan de 5 onderzoeksvragen negatief beantwoord kunnen worden; 1. Het plan heeft geen impact op de habitats (natuurlijke habitats en habitats van een soort) qua oppervlakte, ruimtelijke spreiding, structuur en kwaliteit. 2. Het plan heeft geen impact op het evenwicht tussen de verspreiding en densiteit van de soorten en de populaties in zijn geheel. 3. Het plan heeft geen potentiële impact op de vitale factoren hoe de SBZ s functioneren als ecosysteem. 4. Het plan heeft geen impact op de abiotische relaties die de structuur en functie van de SBZ s bepalen. 5. Het plan heeft geen impact op het bereiken van een gunstige staat van instandhouding voor de betreffende SBZ s. 24 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

29 Uit bovenstaande kan afgeleid worden dat het plan geen negatieve effecten veroorzaakt op de betreffende speciale beschermingszones. De omzetting van de huidige bestemmingen naar natuurgebied is veeleer te beschouwen als een positief effect. De opmaak van een passende beoordeling is dus niet vereist. Hoofdstuk 5: Passende beoordeling 25

30 6. HUIDIGE SITUATIE 6.1 Bestaande ruimtelijke structuur Ruimtelijke structuur Genk De natuurlijke structuur van de regio wordt bepaald door verschillende NO-ZW georiënteerde beken gekoppeld aan de steilrand van het Kempisch Plateau. De steilrand van het Kempisch Plateau zorgt voor een sterke ecologische gradiënt op een korte afstand. Aan de voet van het plateau liggen enkele belangrijke vijvercomplexen, zoals het Midden- Limburgs Vijvercomplex (Zonhoven en Genk), Bokrijk en omgeving en de Maten. Op het Kempisch Plateau liggen grote, nog relatief aaneengesloten natuurgebieden, geclusterd in drie complexen van bos- en heidegebieden op de waterscheidingslijn tussen Maas- en Scheldebekken. Van noordwest naar zuidoost zijn dat: Park Lage Kempen, Park Midden-Limburg en Park Hoge Kempen. Hasselt en Genk zijn beiden sterk bepalend voor de regio. Het zijn twee grote verstedelijkte gebieden maar kenden beiden een zeer verschillende stedelijke ontwikkeling. Hasselt is radiaal-concentrisch gegroeid rond het historisch centrum. Genk vertoont een vlekvormige ontwikkeling met daartussen minder dichte of zelfs open zones. In Midden-Limburg en in de bos- en heidegordel is landbouw bijna afwezig. Ten noorden van Hasselt en Kiewit en ten zuiden van de E314 in Zonhoven liggen open ruimteverbindingen die lokaal structuurbepalend zijn. De zone van het Albertkanaal, ten zuiden en zuidoosten van Genk, is een economisch netwerk. Er bevindt zich een grote concentratie aan bedrijventerreinen en het gebied heeft een multimodale ontsluiting (spoor, water, weg). De verkeers- en vervoersstructuur rond Genk wordt gekenmerkt door een rastervormig verkeersnetwerk. Daarbij hoort tevens de N76 die een noord-zuid verbinding maakt en Genk verbindt met Sint-Truiden en Tongeren. Het Albertkanaal en de autosnelwegen E314 en E313 zijn belangrijke bovenlokale verkeersinfrastructuren in oost-westelijke richting Historische ontwikkeling Genk is ontstaan aan een zijarm van de Stiemerbeek en de Dorpsbeek, aan de rand van het Kempisch plateau. Deze locatie was een veilige, beschutte en vruchtbare vestigingsplaats. Aan het einde van de achttiende eeuw was Genk nog een bescheiden dorp, met in de omgeving enkele gehuchten in de heide. Uit het inwonersaantal en het wegenpatroon blijkt dat het dorp Genk een centrale positie binnen zijn omgeving had. Bij het begin van de twintigste eeuw kwam in de omgeving van Genk een enorme, éénzijdig gerichte kolenindustrie op gang. Doordat de ontginning van de mijnen zeer veel arbeiders aantrok, werden door de industriëlen de zogenaamde tuindorpen gebouwd om werknemers te huisvesten. Deze ontwikkeling had tot gevolg dat er een agglomeratie van autonome dorpen ontstond (bijvoorbeeld: Zwartberg, Waterschei en Winterslag). Deze dorpen ontstonden langs de oude linten tussen Genk en de omliggende dorpen en rond de mijnzetels. 4 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Genk 26 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

31 Deze oude linten bleven belangrijk als ontsluiting van de tuindorpen en hadden een structurerende werking. Genk speelde een bescheiden rol als kern dankzij zijn centrale ligging. Om de nieuwe grondstof te kunnen vervoeren, werd een speciale Kolenspoorlijn aangelegd die de mijnsites in de hele regio ontsluit. Tevens werden het Albertkanaal en de kolenhaven aangelegd. Tijdens de tweede wereldoorlog werd een deel van het centrum van Genk gebombardeerd. Het centrum werd in de jaren 50 als een rationeel modern stadscentrum herbouwd. Wanneer de mijnbouw minder belangrijk werd, zorgde de komst van de Fordfabrieken in de jaren 60 voor een nieuwe impuls in het Genkse havengebied. De economische ontwikkelingen concentreerden zich daarna niet meer alleen rond de mijnsites. In deze periode werd Genk via een nieuw wegensysteem gekoppeld aan de autosnelweg (E314) Bestaande ruimtelijk-natuurlijke structuur De elementen van de ruimtelijk-natuurlijke structuur rond Genk zijn niet enkel bepalend voor de natuur. De natuurlijke structuur bevat ruimten bepaald door het fysisch systeem (bodemgroepen, reliëfovergangen) maar ook biotische elementen als boscomplexen of heidegebieden. De bestaande ruimtelijk-natuurlijke structuur geeft een inzicht in de ruimtelijk-ecologische samenhang van de stad. Die wordt opgebouwd vanuit de planningscontext (oa. GNOP), het fysisch systeem en de actuele en potentiële natuurwaarden. De zeer waardevolle en aaneengesloten, natuurlijke gebieden situeren zich aan de stadsgrenzen (o.a. De Maten, Bokrijk, Genk-Zuid: omgeving Kaatsbeek, omgeving Roosterbeek en Heiderbos en omgeving). Andere kleinere gebieden liggen verspreid over het volledige grondgebied van Genk, zowel in het centrum als daarbuiten. Het gaat o.a. over Horensberg, Bodembos, Oleinderheibos, Kattevennen, Hei- en Meibos, Zille- en Kolderbos, Melberg Vogelsberg, Achter Hengelhoefstraat. 6.2 Juridisch beleidsmatige situatie Tabel 6-1 Overzicht van juridische - en beleidsmatige randvoorwaarden Thema Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen4F 5 Relatie tot het plan De stad Genk behoort tot het Limburgs Mijngebied, een stedelijk netwerk op Vlaams niveau. Structuurbepalend voor het netwerk Limburgs Mijngebied zijn de mogelijkheden van de ruimtelijke reconversie in functie van het mijnpatrimonium, de economische structuur langs grote infrastructuren en de versterking van de stedelijke structuur op Vlaams niveau. Genk, Hasselt en de gemeenten Diepenbeek en Zonhoven zijn geselecteerd als onderdeel van het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk. Dit betekent dat deze gemeenten betrokken worden in het afbakeningsproces van het Vlaams gewest, waarbij het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk wordt aangeduid. De regionaalstedelijke gebieden nemen omwille van hun verzorgingsniveau, hun stedelijke voorzieningen en hun economische structuur een belangrijke plaats in in de ruimtelijke structuur van Vlaanderen. Net zoals de 5 Het RSV werd als beleidsdocument goedgekeurd door de Vlaamse Regering op , gedeeltelijk herzien en definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op Hoofdstuk 6: Huidige situatie 27

32 Thema Relatie tot het plan grootstedelijke gebieden hebben de regionaalstedelijke gebieden - weliswaar op een lager niveau - in kwantitatief en kwalitatief opzicht grote potenties om een belangrijk aandeel van de groei inzake bijkomende woongelegenheden, stedelijke voorzieningen en ruimte voor economische activiteiten op te vangen. Een belangrijke doelstelling van het RSV is het bundelen van economische activiteiten in de zogenaamde economische knooppunten. De stad Genk werd opgenomen als economisch knooppunt. Daarnaast maakt Genk ook deel uit van het Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA). Dit netwerk werd specifiek geselecteerd omwille van de performante ruimtelijk-economische rol die het totale gebied, met hoogwaardige vervoers- en verkeersinfrastructuur, vervult in de economische ontwikkeling van Vlaanderen en ter ondersteuning van de zwakke stedelijke structuur die kenmerkend is voor het oosten van Vlaanderen. Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg5F 6 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Genk behoort tot een stedelijk netwerk van Vlaams niveau: het netwerk Midden-Limburg. Het stedelijk gebied Hasselt-Genk is de spil en het zwaartepunt van de hoofdruimte en van de provincie Limburg. Bijkomende topactiviteiten worden maximaal in dit gebied ingeplant. Het regionaal stedelijk gebied en het economisch netwerk Albertkanaal zijn de voornaamste componenten. Genk behoort tot twee natuurlijke systemen: de Limburgse bos- en heidegordel (Kempisch plateau) en de Tertiaire Kempen. In de Limburgse bos- en heidegordel ligt in Genk het accent op het maximaal behouden en ontwikkelen van het Park Midden-Limburg en het Park Hoge Kempen en de onderlinge verbindingen. De zuidoostelijke plateaurand van Hasselt tot Zutendaal, met Bokrijk en de Maten behoort tot de Tertiaire Kempen. Een aandachtspunt in deze deelruimte is de vrijwaring van bedreigde open ruimtecorridors. Het GRS beschrijft verschillende visies, gewenste structuren en ontwikkelingsopties die van belang zijn voor de plangebieden. Zo worden grote aaneengesloten natuurgebieden, natuurstapstenen en lokale ecologische verbindingen aangeduid. Enkele acties die worden voorgesteld: Opmaak van een groen RUP voor de afbakening van lokale natuurelementen Formuleren van aanbevelingen met betrekking tot de inrichting van de provinciale natuurverbindingen Aandringen op een overleg met het Vlaams gewest teneinde de selectie van de lokale natuurelementen af te stemmen op de GEN, GENO en verwevingsgebieden Aandringen op een overleg met de stad Bilzen met betrekking tot de vallei van de Caetsbeek Gewestplan Het plangebieden van het RUP zijn gelegen binnen het gewestplan nr. 19, Hasselt-Genk (03/04/1979). Binnen de begrenzing van de plangebieden gelden de bestemmingen woongebied, woonuitbreidingsgebied, parkgebied, buffergebied, recreatiegebied, industriegebied en zone voor gemeenschapsvoorzieningen (Figuur 6-1). 6 Het PRS werd op 13 februari 2003 goedgekeurd door de Vlaamse regering 28 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

33 Thema BPA Ruimtelijke Uitvoeringsplannen Waterlopen Speciale Beschermingszones VEN-gebieden Erkende en Vlaamse Natuurreservaten Relatie tot het plan De afbakening van plangebied 8 Boxbergheide ligt binnen de contouren van twee BPA s: B.P.A. Boxbergheide West (B.H.1) (1960) 1ste wijziging 1963, 2de wijziging 1979, 3de wijziging 1986, 4de wijziging 1997 B.P.A. Boxbergheide oost (B.H.2) (1961) 1ste wijziging 1963, 2de wijziging 1980, 3de wijziging 1986, 4de wijziging Beide BPA s verfijnen de gewestplanbestemming Gemeenschapsvoorziening en openbaar nut van het plangebied naar zone voor openbare gebouwen. Er zijn geen RUP s afgebakend binnen de contouren van de plangebieden. Net ten noordoosten van plangebied 7 ligt het deelgebied Schemmersberg van het RUP Zonevreemde sport en recreatie. Dit RUP zet oa. de huidige bestemming (woonuitbreidingsgebied en ontginningsgebied) aan de overkant van de Schemmersberg om in natuurgebied. Genk behoort tot het Demerbekken. In drie van de negen plangebieden stroomt een waterloop (Figuur 6-3): De Kaatsbeek stroomt door plangebieden 3 & 4 (Caetsbeek noord en zuid) In plangebied 9 slagmolenweg lopen twee beken, nl. de Stiemer en de Dorpsbeek. De Zusterkloosterbeek begint net ten zuidwesten van plangebied 7 (Klotbroek) en stroomt zo via het Wik en Bokrijk naar het Albertkanaal. Plangebied 9 Slagmolenweg overlapt gedeeltelijk met het Habitatrichtlijngebied De Maten en grenst in het zuidwesten aan het Vogelrichtlijngebied De Maten. Het plangebied Klotbroek (nr. 7) grenst aan het Habitatrichtlijngebied Valleien van de Laambeek, Zonderikbeek, Slangebeek en Roosterbeek met vijvergebieden en heiden (Figuur 5-1). De plangebieden zijn niet gelegen binnen de afbakening van een VENgebied. Het VEN Vijvergebied Midden-Limburg nadert plangebied 9 (Slagmolenweg) wel tot op minder dan 100 meter. Andere VEN-gebieden in de wijde omgeving zijn De Teut-Tenhaagdoornheide, Klaverberg en Heiderbos, De Hoge Kempen en De beekvalleien overgang Kempen- Haspengouw (Figuur 6-4). Plangebied 9 (Slagmolenweg) maakt deel uit van het Erkende natuurreservaat De Stiemerbeekvallei (MB 6 oktober 2006). Beschermde landschappen, monumenten dorpsgezichten en Er zijn geen beschermde landschappen, monumenten of stadsgezichten gelegen binnen de plangebieden (zie ook 6.3.4). Het beschermde dorpsgezicht Omgeving van de Slagmolen met een deel van de Stiemerbeek en van de Slagmolenweg met brug ligt deels binnen plangebied 9 (Slagmolenweg). Inventaris van het bouwkundig erfgoed Landschapsatlas Binnen de afbakening van de plangebieden zijn geen gebouwen opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed (zie 6.3.4). Het plangebied 9 (Slagmolenweg) ligt binnen de relictzone en ankerplaats De Maten. De Stiemerbeek die door dit plangebied loopt is aangeduid als lijnrelict (Figuur 6-5). Er liggen geen andere elementen van de landschapsatlas binnen de plangebieden (zie 6.3.4). Hoofdstuk 6: Huidige situatie 29

34 Thema Archeologische waarden Project Spelen en ravotten in Limburgs groen (Steunpunt Jeugd en Provincie Limburg) Relatie tot het plan In de plangebieden zijn geen gekende archeologische waarden aanwezig (Centraal Archeologische Inventaris, zie 6.3.4). Plangebied 8 (Boxbergheide) maakt deel uit van het project Spelen en ravotten in Limburgs groen. Er wordt onder andere onderzocht in welke mate het mogelijk is om natuurlijke speelelementen te voorzien in het gebied. In de nota van het schepencollege dd 11/05/2011 werd gesteld: Gelet op de huidige zonering van het gebied dient in overleg met alle diensten de bruikbaarheid van dit heidegebied verder uitgeklaard te worden. Figuur 6-1 Gewestplan 30 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

35 Tabel 6-2 Detail gewestplanbestemmingen Plangebied 1: Melberg Plangebied 2: Arboretum Bret Plangebied 3: Caetsbeek-Noord Plangebied 5: Roosterbeek (Deel Halwijerstraat) Plangebied 4: Caetsbeek-Zuid Hoofdstuk 6: Huidige situatie 31

36 Plangebied 6: Nieuwe Kempen Plangebied 7: Klotbroek Plangebied 8: Boxbergheide Plangebied 9: Slagmolenweg 32 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

37 Roos/Rood Blauwgroen Licht groen Geel Licht blauw/donker blauw Bruin Zone voor open en halfopen bebouwing Achteruitbouwstrook Zone voor tuinen en binnenplaatsen Zone voor wegenis Zone voor openbare gebouwen Zone voor parking Hoofdstuk 6: Huidige situatie 33

38 Figuur 6-2 BPA Boxbergheide oost en west Figuur 6-3 Waterlopen 34 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

39 Figuur 6-4 VEN-gebieden Hoofdstuk 6: Huidige situatie 35

40 Figuur 6-5 Landschapsatlas 36 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

41 6.3 Huidige toestand In onderstaande paragraaf wordt de huidige toestand van de plangebieden besproken, voor zover dit nog niet werd vermeld in voorgaande paragrafen Bestaande ruimtelijke structuur en Juridisch-Beleidsmatig deel. Aspecten die hier achtereenvolgens aan bod komen zijn: bodem (samenstelling en gebruik), water, fauna & flora en landschap. De huidige toestand zal hierbij voornamelijk aan de hand van kaartmateriaal beschreven worden Bodem Bodemgebruik Het CORINE-bodembedekkingproject (Coordination of information on the environment) van de Europese Commissie heeft als doel consistente informatie te verzamelen over de bodembedekking in 12 lidstaten van de EU. Omwille van de grootte van het project (2,3 miljoen km²) en de gebruikte schaal (1/ ), komt de CORINE-bodemgebruikskaart niet altijd overeen met de realiteit. Daarom wordt de bespreking van het bodemgebruik uitgevoerd met behulp van de meest recente luchtfoto s. Plangebied 1: Melberg Volgens de luchtfoto s wordt het plangebied ingenomen door de terreinen van scouts Termien, het jeugdcentrum TNT Termien en de schuttersgilde St. Dominicus Termien. Tevens is er een hondenclub in aanbouw. Een deel van het plangebied is reeds bebost. Plangebied 2: Arboretum Bret. De luchtfoto geeft aan dat het terrein bebost is. In dit plangebied liggen daarnaast de terreinen van chiro Bret (jongens en meisjes), de OLV Fatimakerk en het parochiaal centrum Fleketaer. Plangebied 3: Caetsbeek-Noord De terreinen zijn hier bijna volledig omgeven door industriegebied. Het landgebruik in het plangebied zelf bestaat uit struweel, bos en weide. Plangebied 4: Caetsbeek-Zuid Luchtfoto s geven aan dat hier heide, struikgewas en bos voorkomt. De omliggende percelen zijn echter reeds grotendeels omgezet in industriegebied. Plangebied 5: Roosterbeek Deel Halwijerstraat Volgens de luchtfoto is het bodemgebruik in het plangebied grotendeels weide en struweel/braak met discontinue bebouwing. Plangebied 6: Nieuwe Kempen Het landgebruik in het plangebied bestaat uit bos. Centraal is een voetbalveld gelegen. Plangebied 7: Klotbroek Het bodemgebruik bestaat in het oosten uit loofbos en in het westen uit discontinue bebouwing. Plangebied 8: Boxbergheide aan de kerk Het plangebied is onbebouwd met zandige delen, struwelen en heide. Plangebied 9: Slagmolenweg Hondenclub Centraal in het plangebied ligt een hondenschool. Deze wordt omgeven door gemengd bos. Hoofdstuk 6: Huidige situatie 37

42 Samenstelling van de bodem Volgens de bodemkaart kunnen we de plangebieden in drie groepen indelen: Groep 1: droge, zandige gronden Plangebieden 1 (Melberg), 2 (Arboretum Bret) en 8 (Boxbergheide) Groep 2: vochtige tot natte zandige grond met veen (beekvalleien) Plangebieden 3 (Caetsbeek-Noord), 4 (Caetsbeek-Zuid) en 9 (Slagmolenweg) Groep 3: droge tot vooral vochtige gronden Plangebieden 5 (Roosterbeek), 6 (Nieuwe Kempen) en 7 (Klotbroek) De textuur is voornamelijk Z (zand), aangevuld met S (lemig zand). De podzol (g) is de algemeen voorkomende profielontwikkeling. Hier en daar komen podzolachtige bodems voor (profielontwikkeling f) Bodemverontreiniging Volgens de datalaag met de gekende bodemonderzoeken van OVAM werd er binnen plangebied 8 (Boxbergheide) in het verleden een oriënterend bodemonderzoek (16630) uitgevoerd. Uit het bodemdossier zelf blijkt dat het om het perceel op Zandoerstraat 31 gaat, meerbepaald het kadastraal perceel Genk, 6 e afdeling, sectie G, nummer 34R54 (zie Figuur 6-6). Het terrein heeft het VLAREBO-bestemmingstype V (gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut). Sinds 1976 werd het terrein in gebruik genomen als openbare zweminrichting. De exploitatievergunning van de stad Genk van 1977 betrof een openbaar zwembad, een waterzuiveringsinstallatie, een verwarmingsinstallatie en een luchtgroep. De vergunning had tevens betrekking op een ondergrondse opslag van l mazout, de opslag van 150 l HCl en 1250 l NaOCl. Vanaf 1998 werd de HCl vervangen door H 2 SO 4. Uit het oriënterend bodemonderzoek (OB) blijkt dat in het vaste deel van de aarde de 80%- norm voor geen enkel van de geselecteerde parameters wordt overschreden. Het plan houdt echter een bestemmingswijziging van dit plangebied in naar natuurgebied. Daarmee zal ook het bestemmingstype van het plangebied wijzigingen en de bodemsaneringsnormen verstrengen. Maar volgens het OB wordt de 80%-norm van bestemmingstype I of II ook niet overschreden. Er gaat dus geen risico uit van de aanwezige verontreiniging. Legende! Oriënterend bodemonderzoek Beschrijvend bodemonderzoek! Bodemsaneringsproject! Kadastrale percelen Perceel G34/R54 Figuur 6-6 Bodemdossier plangebied 8 Boxbergheide 38 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

43 6.3.2 Water Hydrografie Genk behoort tot het Demerbekken. In drie van de negen plangebieden stroomt een waterloop (Figuur 6-3): De Caetsbeek stroomt door plangebieden 3 & 4 (Caetsbeek Noord en Zuid) In plangebied 9 (Slagmolenweg) lopen twee beken, nl. de Stiemer en de Dorpsbeek. De Zusterkloosterbeek begint net ten zuidwesten van plangebied 7 (Klotbroek) en stroomt zo via het Wik en Bokrijk naar het Albertkanaal Watertoetskaarten Overstromingsgevoelige gebieden Plangebied 5 (Roosterbeek) is als mogelijk en effectief overstromingsgevoelig gebied aangeduid en plangebied 7 (Klotbroek) is bijna volledig aangeduid als mogelijk overstromingsgevoelig. De rest van de plangebieden is volledig of grotendeels niet overstromingsgevoelig. Erosiegevoelige gebieden Plangebied 8 (Boxbergheide) is grotendeels afgebakend als erosiegevoelig gebied. In de andere plangebieden komt nauwelijks of geen erosiegevoelig gebied voor. Grondwaterstromingsgevoelige gebieden Plangebied 2 (Arboretum Bret) is weinig gevoelig voor grondwaterstroming en plangebied 8 (Boxbergheide) matig tot weinig. De overige plangebieden zijn hoofdzakelijk ingekleurd als matig gevoelig. Hellingenkaart De meeste plangebieden kennen weinig hellingen binnen hun contouren. Enkel plangebied 8 (Boxbergheide) heeft hellingen tot meer dan 10%. Plangebied 1 (Melberg) is zelf vrij vlak, maar ten noordoosten van de afbakening begint de steilrand van het Kempisch plateau met hellingen tot meer dan 10%. Infiltratie gevoelige bodems De zandige bodems zorgen voor een infiltratiegevoelige bodem in de meeste plangebieden. Enkel de plangebieden die in een beekvallei liggen (plangebied 3 Caetsbeek-Noord, 4 Caetsbeek-Zuid en 9-Slagmolenweg) vormen hier een uitzondering op. Winterbedkaart Geen enkel plangebied ligt in een winterbed van een grote rivier. In Bijlage 1 worden de watertoetskaarten voor het plangebied en omgeving weergegeven. Hoofdstuk 6: Huidige situatie 39

44 6.3.3 Fauna & Flora Biologische waarderingskaart De meeste plangebieden worden grotendeels aangeduid als biologisch waardevol en zeer waardevol (of complexen). In Tabel 6-3 worden de BWK-eenheden weergegeven van de vegetaties die voorkomen in de verschillende plangebieden. Tabel 6-3 BWK-eenheden voorkomend in de plangebieden BWK-eenheid aom cgb dm ha hp hrb hx kd kh kpk ku lhb lhi mr mrb ppmb qb qs sf sg so sz ua ui vn Vegetatie mesotrofe plas, mesotroof ven droge struikheidevegetatie met struik- of boomopslag vegetatieloos stuifduin struisgrasvegetatie op zure bodem soortenarm permanent cultuurgrasland verruigd grasland met struik- of boomopslag zeer soortenarme, ingezaaide graslanden dijk houtkant kasteelpark ruigte populierenaanplant op vochtige grond met elzen- en/of wilgenondergroei populierenaanplant op vochtige grond met ruderale ondergroei rietland rietland met struik- of boomopslag aanplant van Grove den met ondergroei van struiken en bomen eiken-berkenbos zuur eikenbos vochtig wilgenstruweel op voedselrijke bodem bremstruweel vochtig wilgenstruweel op venige of zure grond opslag van allerlei aard halfopen of open bebouwing met beplanting indsutriëlle bebouwing, fabriek nitrofiel, aulluviaal elzenbos Tabel 6-4 Detail BWK plangebieden Plangebied 1 (Melberg) Plangebied 2 (Arboretum Bret) 40 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

45 Plangebied 3 (Caetsbeek-Noord) Plangebied 5 (Roosterbeek) Plangebied 4 (Caetsbeek-Zuid) Hoofdstuk 6: Huidige situatie 41

46 Plangebied 6 (Nieuwe Kempen) Plangebied 7 (Klotbroek) Plangebied 8 (Boxbergheide) Plangebied 9 (Slagmolenweg) 42 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

47 Legende biologisch minder waardevol complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch waardevol complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch zeer waardevol Ecosysteemkwetsbaarheidskaarten De ecosysteemkwetsbaarheidskaarten voor verdroging, verzuring, eutrofiëring en ecotoopverlies worden hier kort voor de 9 plangebieden besproken. Verdroging De vegetatie op de droge tot vochtige gronden (plangebieden 1, 2, 5, 6, 7 en 8) zijn niet tot weinig kwetsbaar voor verdroging. De nattere plangebieden (3, 4 en 9) die in een vallei van een beek liggen zijn aangeduid als kwetsbaar tot zeer kwetsbaar. Verzuring Alle plangebieden hebben een mix van niet tot zeer kwetsbare vegetaties. Eutrofiëring De kwetsbaarheid voor eutrofiëring van de verschillende plangebieden verschilt sterk. De plangebieden 2, 3, 4, 8 en 9 zijn hoofdzakelijk kwetsbaar tot zeer kwetsbaar. De andere gebieden zijn grotendeels niet tot weinig kwetsbaar met enkele kwetsbare elementen. Ecotoopverlies De plangebieden 1, 6 en 7 zijn niet tot weinig gevoelig voor ecotoopverlies. De andere gebieden zijn grotendeels kwetsbaar tot zeer kwetsbaar voor ecotoopverlies. De verschillende kwetsbaarheidskaarten voor de verschillende plangebieden worden bijgevoegd in Bijlage 2. Hoofdstuk 6: Huidige situatie 43

48 6.3.4 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Traditionele landschappen Genk ligt in meerdere traditionele landschappen. Het zuidwestelijke deel ligt in het Demerland. De structuurdragende matrix van dit landschap zijn de bossen en de golvende topografie die versneden is door valleien. De open ruimten zijn hier sterk versnipperd en onregelmatig. De plangebieden 1 (Melberg), 3 (Caetsbeek-Noord), 4 (Caetsbeek-Zuid) en 9 (Slamgmolenweg) liggen in dit landschap. De steilrand vormt de overgang naar het Limburgs heide- en bosgebied, dat deel uitmaakt van het Kempisch plateau. De matrix hier is een vlakke tot golvende topografie versneden door valleien, uitgestrekte compartimenten van heide, bos, bewoning en industrie. Gebieden 2 (Arboretum Bret), 5 (Roosterbeek), 7 (Klotbroek) en 8 (Boxbergheide) horen (gedeeltelijk) tot het Limburgs heide- en bosgebied. De centra van Genk en Waterschei behoren tot de stedelijke gebieden. Hiertoe behoort plangebied 6 (Nieuwe Kempen) volledig en gebieden 2 (Arboretum Bret) en 8 (Boxbergheide) gedeeltelijk. 44 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

49 Figuur 6-7 Traditionele landschappen Hoofdstuk 6: Huidige situatie 45

50 Erfgoedwaarde Beschermde monumenten, landschappen, dorps- of stadsgezichten Er bevinden zich geen beschermde monumenten, landschappen of stadsgezichten in de plangebieden. Op minder dan 200 meter van plangebied 9 (Slagmolenweg) ligt het beschermd landschap Natuurreservaat de Maten en het beschermd monument de Slagmolen. Op ongeveer 600 van het plangebied 8 (Boxbergheide) en op 700 meter van plangebied 2 (Arboretum Bret) liggen respectievelijk de beschermde landschappen het Domein van Bokrijk en de vallei van de Dorpsbeek. Het plangebied 9 (Slagmolenweg) overlapt deels met het beschermde dorpsgezicht Omgeving van de Slagmolen met een deel van de Stiemerbeek en van de Slagmolenweg met brug. Bouwkundig erfgoed In de plangebieden bevinden zich geen gebouwen die zijn opgenomen in de inventaris bouwkundig erfgoed. Omdat plannen ook gebouwen in hun onmiddellijke omgeving kunnen beïnvloeden, worden de omliggende gebouwen kort besproken: Ten noorden van plangebied 5 (Roosterbeek) ligt in het Luciebos een alleen- en leegstaand burgerhuis (ID 80549) uit de 19 e eeuw en een alleenstaande woning (ID 80550) die dateert van het midden van vorige eeuw. De Slagmolen net ten zuiden van plangebied 9 (Slagmolenweg) behoort ook tot de inventaris onroerend erfgoed (ID 21619). Deze watermolen werd in de 16 e eeuw als volmolen gebouwd. Later is het eerst herbouwd tot oliemolen en dan tot graanmolen. De molen is sinds midden vorige eeuw buiten werking en is nu in dienst als café. Landschapsatlas Lijnrelicten Het Albertkanaal is aangeduid als lijnrelict en stroomt tussen plangebieden 3 (Caetsbeek- Noord) en 4 (Caetsbeek-Zuid). De zuidwestelijke steilrand loopt in het noordoosten van plangebieden 1 en 3 en vormt een opmerkelijke overgang in het landschap. Een laatste lijnrelict dat één van de plangebieden beïnvloedt, is de Stiemerbeek. Deze loopt stroomt van het stadscentrum door de Maten tot in de Demer. Onderweg doorsnijdt deze beek het plangebied 9 (Slagmolenweg). Puntrelicten De Oude Molen of Slagmolen ligt net ten zuiden van plangebied 9 (Slagmolenweg). Relictzones Ten noordoosten van het centrum van Genk ligt de relictzone Mijn Winterslag, waar het mijnverleden nog een grote invloed heeft op het landschap. Plangebied 6 (Nieuwe Kempen) ligt juist tussen twee relictzones in, nl. Bossen en heiden van Midden-Limburg en Mijn Waterschei en Zwartberg. Net ten noorden van plangebied 5 (Roosterbeek) ligt de relictzone Het Groot Schietveld. Als laatste ligt plangebied 9 (Slagmolenweg) bijna volledig binnen de relictzone De Maten. Ankerplaatsen Ten zuidwesten van Genk centrum ligt de enige ankerplaats die één van de plangebieden beïnvloed, nl. De Maten. Plangebied 9 (Slagmolenweg) overlapt grotendeels met deze ankerplaats. 46 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

51 Tabel 6-5 Detail Landschapsatlas, beschermingen en bouwkundig erfgoed Plangebied 1 (Melberg) Plangebied 2 (Arboretum Bret) Plangebied 3 (Caetsbeek-Noord) Plangebied 5 (Roosterbeek) Plangebied 4 (Caetsbeek-Zuid) Hoofdstuk 6: Huidige situatie 47

52 Plangebied 6 (Nieuwe Kempen) Plangebied 7 (Klotbroek) Plangebied 8 (Boxbergheide) Plangebied 9 (Slagmolenweg) 48 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

53 Legende Relictzone Ankerplaats Lijnrelict " Puntrelicten Beschermd dorpsgezicht Beschermd landschap Beschermd stadsgezicht Beschermd monument! Bouwkundig erfgoed Archeologisch erfgoed Er liggen geen gekende archeologische vindplaatsen binnen één van de negen plangebieden. Er is echter nog heel wat ongekend archeologisch erfgoed aanwezig in de ondergrond. Men spreekt van het archeologisch potentieel. Het plan heeft echter geen invloed op de ondergrond. Er zal dus niet verder op het archeologisch potentieel ingegaan worden. De archeologische vindplaatsen in de directe omgeving van de plangebieden zijn: In de directe omgeving van plangebied 1 (Melberg) liggen twee gekende vindplaatsen, nl en Beide zijn losse vondsten uit het neolithicum. Op ongeveer 200 meter ten oosten van plangebied 9 (Slagmolenweg) ligt de archeologische site Het gaat om de Dorpsschans Genk, een verdedigingselement uit de 16 e eeuw. Plangebied 1 (Melberg) Plangebied 9 Legende Centraal archeologische inventaris Figuur 6-8 Centraal archeologische inventaris Relatie met de omgeving De relatie van elk plangebied met de omgeving wordt hier kort besproken: Plangebied 1 (Melberg): Het plangebied ligt tussen het meest noordelijke punt van de industriezone Genk-Zuid en het bosgebied Melberg. De open ruimte in het plangebied laat deze zone tot geen van beide entiteiten behoren. Hoofdstuk 6: Huidige situatie 49

54 Plangebied 2 (Arboretum Bret): Het plangebied ligt midden in de groene, beboste gemeente Bret-Gelieren. Met de kerk, het parochiaal centrum en jeugdlokalen vormt het beboste plangebied een geïntegreerd onderdeel van Bret-Gelieren. Plangebied 3 (Caetsbeek-Noord): Het zuidelijke deel van het plangebied is een stukje groen tussen twee bedrijfspercelen. Deze percelen vormen ongeveer de grens van de bedrijvenzone. Meer naar het noordoosten begint een open ruimte- en bosgebied, waartoe het noordelijke deel van het plangebied behoort. Plangebied 4 (Caetsbeek-Zuid): Dit plangebied ligt op de zuidrand van de industriezone Genk-Zuid en sluit aan op het natuur- en open ruimtegebied. De open ruimte ten zuiden van het plangebied is echter ingekleurd als industriegebied en zal wellicht op termijn ook ontwikkeld worden. Het plangebied zal dan afgesloten worden van het natuur- en open ruimtegebied en natuurenclave worden te midden van de industrie. Plangebied 5 (Roosterbeek): Dit gebied ligt op de noordelijke grens van bebouwde zone rond Genk. In het zuiden en het oosten liggen respectievelijk de gemeente Zwartberg en Houthalen. Ten noorden begint een bos- en open ruimtegebied, waarvan het plangebied deel uit maakt. Plangebied 6 (Nieuwe Kempen): Deze beboste zone ligt midden tussen de huizen van de woonwijk Nieuwe Kempen en vormt dus een aparte groene ruimte in een bebouwde zone. Plangebied 7 (Klotbroek): Plangebied 7 is het einde van een groene vinger die vanuit het Wik tot in de wijken van Klotbroek reikt. Plangebied 8 (Boxbergheide): Dit open heidegebied ligt te midden van woonwijken en schoolgebouwen. Het gebied is zo afgezonderd van andere natuur in de omgeving. Het gebied wordt sporadisch gebruikt voor recreatieve activiteiten van de plaatselijke scholen en jeugdbewegingen (veldloop, scholenmarathon, speelzone, ) Plangebied 9 (Slagmolenweg): De Slagmolenstraat scheidt deze groene zone van de rest van het natuurgebied de Maten. 50 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

55 7. BESCHRIJVING VAN HET VOORGENOMEN PLAN 7.1 Doelstelling van het plan GRS Genk De uitgangspunten van het GNOP werden in het richtinggevend deel van het GRS van de stad GENK vertaald in een gewenste natuurlijke structuur. De bindende bepalingen die op het einde van het GRS worden bepaald, zijn de spil tussen de gewenste ruimtelijke structuur en de realisatie ervan. Deze bindende bepalingen worden geformuleerd in de vorm van Ruimtelijke KernBeslissingen, afgekort RKB. De volgende RKB s zijn relevant voor het plan: 1. RKB 3: De stad selecteert de volgende lokale natuurelementen Beekvalleien als lokale ecologische verbindingen: o de Stiemerbeek o deel van de Caetsbeek o de Roosterbeek o... Lokale natuurverbindingen tussen: o t Wik, het Klotbroek en De Maten o RKB 5: Selectie van definitief niet te ontwikkelen gebieden De stad selecteert de definitief niet te ontwikkelen gebieden, opgenomen in het richtinggevend deel. Voor de geselecteerde gebieden worden geen ontwikkelingsinitiatieven ondernomen. Volgende definitief niet te ontwikkelen gebieden wordt geselecteerd: Nieuwe Kempen 3. RKB 26: Opmaak van een BPA/RUP in functie van de afbakening van de lokale natuurelementen De stad bakent in BPA s/rup s de eerder geselecteerde lokale natuurelementen af. 4. RKB 29: Opmaken van een BPA/RUP voor de Stiemerbeekvallei De stad maakt een BPA/RUP op in functie van de gewenste groene dooradering van de vallei doorheen Genk. Het RUP biedt planologische bescherming in recreatie- en woongebied en bepaalt de relatie met bestaande wegeninfrastructuur. De nodige aandacht moet hierbij gaan naar het overgangsgebied Vennestraat-kruising bovenlokale wegen N75/N76 (primair II) en de stadsstrip uitbreiding west Nota Ecologische verbindingen Deze nota detailleert de bestaande en gewenste natuurlijke structuur uit het GRS en geeft een aanduiding van de knelpunten die verwacht worden bij de uitvoering van de bindende bepaling RKB 3 De stad selecteert de volgende natuurelementen. Bij ontwikkeling van de gewenste nederzettingsstructuur moet volgens het richtinggevend deel van het structuurplan aandacht gaan naar de natuurlijke structuur: Om tot een Hoofdstuk 7: Beschrijving van het voorgenomen plan 51

56 duurzame natuurlijke structuur te komen worden binnen de verschillende woongebieden ecologische waardevolle gebieden ontwikkeld worden als natuurstapstenen. In elk van de deelruimtes binnen het stedelijk gebied moet een minimaal aantal van dergelijke natuurzones aanwezig zijn RUP Ecologische verbindingen In de huidige, stedelijke context een goede, duurzame natuurlijke structuur realiseren is niet eenvoudig. Daarom is het belangrijk om de bestaande natuurlijke elementen maximaal in te schakelen om een functioneel, groen netwerk op te bouwen. Zo kunnen alle kleine snippers natuur die verspreid liggen over het grondgebied van Genk, als stapstenen gebruikt worden om zo de gebieden die de natuurlijke structuur van de stad uitmaken terug met elkaar te verbinden. Het RUP legt de groene bestemming vast van negen lokale natuurverbindingen en beschermt de aanwezige natuur in deze gebieden. Het plan levert op die manier een bijdrage aan de realisatie van een functioneel en duurzaam, groen netwerk in de stad Genk. Het geeft bovendien een gevolg aan de bovenvermelde, bindende bepalingen uit het Ruimtelijk Structuurplan. 52 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

57 Plangebied 1. Melberg Het plan voorziet in deze zone een bestendiging van de huidige recreatievoorzieningen. In de meest noordelijke zone wordt tevens een kleine oppervlakte parkgebied omgezet naar zone voor recreatie. Ter hoogte van deze uitbreiding worden geen verhardingen voorzien. De zone zal dienst doen als hondenwei. De overige zones worden herbestemd naar zone voor parkgebied, aansluitend aan het aangrenzende parkgebied. Hoofdstuk 7: Beschrijving van het voorgenomen plan 53

58 Plangebied 2. Arboretum Bret De aanwezige gemeenschapsvoorzieningen (kerk, bibliotheek, jeugdvoorzieningen) worden bestendigd als zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. De overige zones (zone voor gemeenschapsvoorzieningen, woongebied) wordt herbestemd naar zone voor parkgebied. 54 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

59 Plangebied 3. Caetsbeek Noord De vallei van de Caetsbeek, momenteel gelegen in industriegebied, wordt herbestemd naar zone voor valleigebied. Hoofdstuk 7: Beschrijving van het voorgenomen plan 55

60 Plangebied 4. Caetsbeek Zuid De vallei van de Caetsbeek, momenteel gelegen in industriegebied, wordt herbestemd naar zone voor valleigebied. 56 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

61 Plangebied 5. Roosterbeek Deel Halwijerstraat Dit woonuitbreidingsgebied wordt grotendeels omgevormd tot natuurgebied. Enkel de percelen langsheen de Eindstraat en de tuinen van de huidige woningen in het oosten worden herbestemd naar woongebied. Voor het gebied zal een beheersplan worden opgemaakt in overleg met de bevoegde instanties. Hoofdstuk 7: Beschrijving van het voorgenomen plan 57

62 Plangebied 6. Nieuwe Kempen Dit gebied wordt grotendeels herbestemd naar zone voor parkgebied. Enkel in het noorden worden 2 zones van het woongebied behouden. Het ontmoetingscentrum en het voetbalveld worden bestendigd, respectievelijk als zone voor gemeenschapsvoorzieningen en zone voor recreatie. 58 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

63 Plangebied 7. Klotbroek Achter de huidige woningen langs de Schemmersberg wordt een smalle strook van dit woonuitbreidingsgebied herbestemd naar woongebied. De tuinzone van de noordelijke woningen worden herbestemd naar zone voor groene huiskavel. De overige percelen worden omgevormd naar zone voor natuur aansluitend aan het aangrenzende natuurgebied. Voor het gebied zal een beheersplan worden opgemaakt in overleg met de bevoegde instanties. Hoofdstuk 7: Beschrijving van het voorgenomen plan 59

64 Plangebied 8. Boxbergheide Deze zone voor gemeenschapsvoorzieningen wordt volledig herbestemd naar natuurgebied. Voor het gebied zal een beheersplan worden opgesteld in overleg met de bevoegde instanties. Er zal geopteerd worden voor heidebeheer met begrazing door schapen. Dit gebied wordt momenteel gebruikt voor recreatieve activiteiten van de plaatselijke jeugdbewegingen en scholen. Om de impact op de natuurwaarden te beperken, zal een afgescheiden speelzone worden afgebakend. 60 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

65 Plangebied 9. Slagmolenweg Van dit huidige recreatiegebied wordt enkel de zone ter hoogte van de hondenschool behouden. Een kleine strook grenzend aan de woningen in het zuidwesten wordt herbestemd naar woongebied. In het oosten van het plangebied wordt de spoorweg aangeduid op het plan. Voor het gebied zal een beheersplan worden opgemaakt in overleg met de bevoegde instanties. Hoofdstuk 7: Beschrijving van het voorgenomen plan 61

66 8. VOORAFGAANDE RELEVANTE PLANNINGSPROCESSEN EN STUDIES Hieronder wordt een overzicht gegeven van voorafgaande relevante planningsprocessen en studies. Deze processen en studies worden kort besproken. Het plangebied 7 (Boxbergheide) ligt volledig binnen de BPA s Boxbergheide oost en Boxbergheide west (zie 6.2). GNOP: Op 15 juni 1995 werd het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan goedgekeurd door de gemeenteraad. Het GNOP schenkt bijzondere aandacht aan natuur in de stedelijke omgeving. Het GNOP resulteert in het omschrijven van een aantal concrete acties die de stad de volgende jaren dient uit te voeren. Bekenstudie van Van Heukelom: Brengt de ecologische waarde van beken, oa. de Stiemerbeek, in kaart. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Genk: Op 9 maart 2006 keurde de bestendige deputatie het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van Genk goed. In dit plan wordt onder andere een visie gegeven over de gewenste natuurlijke structuur in Genk en worden een aantal acties opgesteld met betrekking tot deze natuurlijke structuur. In het GRS wordt het GNOP tegenover de noden van andere sectoren geplaatst en wordt nagegaan welke (ruimtelijke) acties geïntegreerd kunnen worden. Volgende relevante acties van het GNOP worden ondersteund door het GRS: o Behoud Kaatsbeek Noord; o Behoud Kaatsbeek Zuid; o Behoud en beheer van de Stiemer in de stedelijke omgeving; o Eigendomsverwerving bufferzone De Maten ; o Inrichting en beheer Klotbroek; o Planologische bescherming Schemmersberg; Bosbeheersplan gemeentebossen Genk (2005): Het stadsbestuur heeft samen met het OCMW, maar liefst 1 085,25 hectare bos in eigendom. Het beheersplan brengt de 1 085,25 hectare bos van de stad Genk en het OCMW in kaart en geeft weer hoe deze bossen de komende 20 jaar beheerd zullen worden. De uiteindelijke doelstelling van het beheersplan is om de verschillende mogelijkheden en functies die de Genkse bossen hebben (economisch, ecologisch, sociaal, educatief, milieubeschermd en wetenschappelijk) beter te beheersen én beter te beheren. Nota Ecologische verbindingen: De nota Ecologische verbindingen detailleert de bestaande natuurlijke structuur volgens het GRS GENK en de gewenste natuurlijke structuur met aanduiding van de knelpunten in uitvoering van de bindende bepalingen RKB 3 De stad selecteert de volgende natuurelementen. Natuurontwikkelings- en inrichtingsplan voor de Kaatsbeek (Econnection, 2002): Naar aanleiding van de ontwikkeling van het bedrijventerrein Genk-Zuid ter hoogte van de brug over het Albertkanaal te Zutendaal werd door Econnection een natuurontwikkelings- en inrichtingsplan opgesteld om de natuurgebieden in de Kaatsbeekvallei veilig te stellen. Instandhoudingsdoelstellingen SBZ-H en SBZ-V De Maten : Voor alle voorkomende en aangemelde (vogel)soorten en habitats wordt in een S-IHD-rapport doelstellingen opgesteld om deze soorten en habitats in een goede staat van instandhouding te brengen of te behouden. 62 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

67 9. ALTERNATIEVEN VOOR HET PLAN OF VOOR ONDERDELEN ERVAN De plangebieden die onderdeel uitmaken van het RUP zijn de gebieden uit het masterplan Ecologische verbindingen waarover een consensus bestaat (Zie Bijlage 3). Het Masterplan Ecologische verbindingen werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen dd In het stedelijke gebied rond Genk zijn er bovendien weinig mogelijkheden om functionele natuurverbindingen te realiseren. Om deze redenen worden er geen alternatieven in de screening besproken. Hoofdstuk 9: Alternatieven voor het plan of voor onderdelen ervan 63

68 10. BEOORDELING GRENS- OF GEWESTOVERSCHRIJDENDE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN Gezien de aard en omvang van de ontwikkelingen en de ligging van de plangebieden, zijn er geen grens- of gewestgrensoverschrijdende milieueffecten te verwachten. 64 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

69 11. MOGELIJKE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN VAN HET VOORGENOMEN PLAN In de onderstaande paragrafen wordt het voorkomen en de relevantie van mogelijke milieueffecten op de verschillende milieudisciplines onderzocht. In de conclusie wordt een globale disciplineoverschrijdende beoordeling uitgevoerd die rekening houdt met cumulatieve effecten Criteria bijlage I van het DABM Tabel 11-1 Bespreking criteria uit bijlage I van het DABM Criteria Bespreking De kenmerken van plannen en programma's De mate waarin het plan of programma een kader vormt voor projecten en andere activiteiten met betrekking tot de ligging, aard, omvang en gebruiksvoorwaarden, alsmede wat betreft de toewijzing van hulpbronnen De mate waarin het plan of programma andere plannen en programma's, met inbegrip van die welke deel zijn van een hiërarchisch geheel, beïnvloedt. De relevantie van het plan of programma voor de integratie van milieuoverwegingen, vooral met het oog op de bevordering van duurzame ontwikkeling Milieuproblemen die relevant zijn voor het plan of programma De relevantie van het plan of programma voor de toepassing van de milieuwetgeving van de Europese Gemeenschap (bijvoorbeeld plannen en programma's in verband met afvalstoffenbeheer of waterbescherming) Het plan vormt geen kader van andere (grote) plannen of projecten. Ook niet tot het gebruiken van grote hoeveelheden hulpbronnen. Het plan is een uitvoering van bindende bepalingen uit het GRS van de stad Genk. De uitvoering van het RUP is dus ingebed in de gewenste ruimtelijke structuur van de stad. Het plan heeft geen effecten op de speciale beschermingszones en heeft dus geen impact op de S-IHD-rapporten opgemaakt om de aanwezige natuur te beschermen en in stand te houden. Het plan beoogt een bijdrage te leveren aan de realisatie van een duurzaam, functioneel stedelijk groen netwerk in Genk. Er zijn geen specifieke milieuproblemen relevant voor het plan. Niet van toepassing. Kenmerken van de effecten en van de gebieden die kunnen worden beïnvloed De waarschijnlijkheid, duur, frequentie en omkeerbaarheid van de effecten De cumulatieve aard van de effecten De grensoverschrijdende aard van de effecten De ontwikkelingen in de plangebieden ten gevolge van het gebied wordt als een zekere, permanente situatie beschouwd met onomkeerbare effecten (zie 11.2 effectbespreking). De uitvoering van het RUP gaat niet gepaard met afgeleide ontwikkelingen of cumulatieve effecten met bestaande of geplande activiteiten in de omgeving. Gezien de aard van het plan en de ligging van de plangebieden zijn er geen grensoverschrijdende effecten te verwachten. Hoofdstuk 11: Mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan 65

70 De risico's voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu (bijvoorbeeld door ongevallen) De orde van grootte en het ruimtelijk bereik van de effecten (geografisch gebied en omvang van de bevolking die getroffen kan worden) De waarde en kwetsbaarheid van het gebied dat kan worden beïnvloed gelet op: bijzondere natuurlijke kenmerken of cultureel erfgoed; de overschrijding van de milieukwaliteitsnormen of van grenswaarden; Intensief grondgebruik De effecten op gebieden en landschappen die door een lidstaat, door de Europese Gemeenschap, dan wel in internationaal verband als beschermd gebied zijn erkend Gezien de aard van het plan zijn er geen risico s voor de menselijke veiligheid, gezondheid of het milieu. Gezien de aard van het plan en de beperkte grootte van de plangebieden, zullen de effecten zowel in grootte als omvang beperkt zijn (zie 11.2 effectbespreking). Het plan houdt vooral een verandering van de huidige bestemming naar natuurgebied in en zal dus geen invloed hebben op bijzondere, natuurlijke kenmerken of cultureel erfgoed, noch intensief grondgebruik of een overschrijding van milieukwaliteitsnormen tot gevolg hebben. Er bevinden zich geen beschermde monumenten, landschappen of stadsgezichten in de plangebieden. Op minder dan 200 meter van plangebied 9 (Slagmolenweg) ligt het beschermd landschap de Maten en het monument de Slagmolen. Op ongeveer 600 van het plangebied 8 (Boxbergheide) en op 700 meter van plangebied 2 (Arboretum Bret) liggen respectievelijk de beschermde landschappen het Domein van Bokrijk en de vallei van de Dorpsbeek. Het plangebied 9 (Slagmolenweg) overlapt deels met het beschermde dorpsgezicht Omgeving van de Slagmolen met een deel van de Stiemerbeek en van de Slagmolenweg met brug. Plangebied 9 ligt eveneens in het Habitatrichtlijngebied De Maten en ligt in de directe omgeving van het Vogelrichtlijngebied De Maten. Er wordt niet verwacht dat het plan een negatieve impact op deze beschermde gebieden zal hebben (zie 11.2 effectbespreking) Screening naar aanzienlijke milieueffecten Disciplines Bodem en Water Fysische veranderingen in de omgeving UTopografieU: De realisatie van het plan zal het reliëf in het plangebied niet wijzigen. Geen significante effecten. UWatersysteemU: Er is geen directe of indirecte ingreep van het plan op waterlopen (tracéwijzigingen, inbuizingen). Ten opzichte van het nulalternatief (ontwikkeling van plangebieden volgens de huidige bestemmingen) is er in de geplande situatie minder verharde oppervlakte. Dit is een positief effect op het grondwatersysteem. ULandgebruik: In het RUP wordt woon(uitbreidings)gebied, industriegebied, recreatiegebied en zone voor openbare gebouwen herbestemd naar natuurgebied. Het gaat hier echter om gebieden die nog niet ontwikkeld waren. 66 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

71 Via deze herbestemmingen worden enkele bindende bepalingen van het GRS gerealiseerd. Andere bindende bepalingen van het GRS voorzien voldoende mogelijkheden om de gewenste ruimtelijke structuur op vlak van bewoning, industrie en recreatie, te kunnen realiseren. In mindere mate houdt het RUP ook herbestemmingen in naar harde bestemmingen (woongebied, zone voor openbaar nut, ). Deze herbestemmingen passen echter binnen de huidige context van de verschillende plangebieden en betreffen meestal een bestendiging van de huidige toestand, zodat het landgebruik in feite niet zal wijzigen. De uitbreiding in het noorden van het recreatiegebied Melberg zal gebruikt worden als hondenwei. Hier worden geen verhardingen voorzien, zodat de wijziging van het landgebruik minimaal zal zijn. Ter hoogte van de Roosterbeek worden enkele percelen woonuitbreidingsgebied herbestemd naar woongebied. Gezien deze nieuwe woonzone goed aansluit op de bestaande woonstroken, wordt de wijziging van het landgebruik als niet significant beoordeeld. Geologie: Het plan voorziet geen ondergrondse of grote bovengrondse constructies die een verstoring kunnen teweegbrengen van de bodem of de ondergrond Verontreiniging van bodem of water Het RUP vormt geen basis voor een project dat het risico op verontreiniging van de bodem of het water verhoogd. Binnen de afbakening van plangebied 8 (Boxbergheide) is er in het verleden reeds een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd. De bodemsaneringsnormen in het Vlarebo zijn strenger naargelang de bestemming waarin de grond zich bevindt. Aangezien de bestemming in plangebied 8 wordt gewijzigd, is het mogelijk dat de saneringsnormen voor deze percelen zullen verstrengen. De huidige bestemming Zone voor openbare gebouwen valt binnen bestemmingstypes III, IV of V, naargelang de invulling. Het bestemmingstype zal door het RUP veranderen naar type I. Wanneer er dus een nieuw oriënterend bodemonderzoek 7 wordt uitgevoerd voor het perceel, zullen er strengere bodemsaneringsnormen van toepassing zijn Wijziging van de waterkwantiteit Het plan heeft geen negatieve invloed op waterlopen of andere oppervlaktewateren in de omgeving van de plangebieden. In de geplande situatie zijn er minder verharde oppervlaktes ten opzichte van het nulalternatief. Meer onverharde oppervlaktes leidt tot meer infiltratie en minder run-off. De nieuwe woonzone in het plangebied Roosterbeek is gelegen binnen mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Dit gebied wordt momenteel constant gedraineerd. Toch zal in het RUP gewezen worden op het belang van maatregelen met betrekking tot hemelwaterbuffering. 7 Het bodemsaneringsdecreet bepaalt dat er in volgende gevallen een oriënterend bodemonderzoek is vereist: bij overdracht van een risicogrond; bij sluiting van een risico-inrichting; bij de exploitatie van een risico-inrichting periodiek elke 10 of 20 jaar (afhankelijk van welke inrichting wordt uitgebaat). Risico-inrichtingen zijn activiteiten die zijn opgenomen in bijlage 1 van VLAREM. bij onteigening; bij faillissement of vereffening; Hoofdstuk 11: Mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan 67

72 Ook ter hoogte van Klotbroek worden zones, gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied, herbestemd naar woongebied. Het gaat hier echter enkel om tuinen horende bij bestaande gebouwen. Hier wordt geen bebouwing voorzien Discipline Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie Impact op beschermde landschappelijke of cultuurhistorische elementen De plangebieden overlappen niet met beschermde monumenten, landschappen of stadsgezichten. Plangebied 9 (Slagmolenweg) overlapt deels met het dorpsgezicht Omgeving van de Slagmolen met een deel van de Stiemerbeek en van de Slagmolenweg met brug. Net ten zuidoosten van dit plangebied ligt het beschermde monument De Slagmolen en het beschermde landschap Natuurreservaat de Maten. Het RUP verandert echter niets direct of indirect aan de context of de beschermingen zelf. De realisatie van het RUP veroorzaakt bijgevolg geen negatief effect op het beschermde erfgoed in en in de omgeving van de plangebieden Impact op gebieden of elementen met grote landschappelijke of cultuurhistorische waarde ULandschapsatlasU: In en rond de plangebieden zijn verschillende relicten aanwezig die nog verwijzen naar de traditionele kenmerken van het landschap. Het plan houdt geen veranderingen aan het landschap of andere relicten in. Er worden bijgevolg geen traditionele landschappen of relicten ervan beïnvloed door het plan. UInventaris van het bouwkundig erfgoedu: In de plangebieden bevinden zich geen gebouwen die zijn opgenomen in de inventaris bouwkundig erfgoed. Net zoals andere elementen van het landschap wordt het bouwkundig erfgoed in de omgeving van de plangebieden ook niet beïnvloed door het plan Impact op archeologische waarden Er liggen geen gekende archeologische vindplaatsen in de plangebieden. Bovendien heeft het plan direct noch indirect een invloed op de ondergrond. Er zijn geen significante effecten op het archeologisch erfgoed Discipline Fauna en Flora Effecten op beschermde ecologische gebieden Plangebied 9 (Slagmolenweg) overlapt deels met de SBZ-H De Maten en het visiegebied voor het natuurreservaat de Stiemerbeekvallei en ligt in de nabijheid van de SBZ-V De Maten. Het plan heeft geen negatieve effecten op de natuur binnen deze beschermde gebieden. In vergelijking met de situatie waarin de gebieden volgens hun huidige bestemmingen zijn ontwikkeld (nulalternatief), wordt het plan zelfs positief beoordeeld Effecten op voor fauna en flora in waardevolle of kwetsbare gebieden Grote delen van de plangebieden kennen reeds een (vrij) natuurlijke inrichting. Volgens de biologische waarderingskaart zijn de aanwezige vegetaties grotendeels waardevol tot zeer waardevol. Het RUP zorgt er voor dat de aanwezige natuur behouden blijft en planologisch 68 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

73 beschermd wordt. Aangezien er geen negatieve effecten zijn voor de disciplines bodem, water, geluid en lucht, zal het plan geen indirecte effecten hebben op de waardevolle of kwetsbare gebieden. Het zuidelijk deel van plangebied 8 (Boxbergheide) zal gebruikt worden als speelterrein voor de plaatselijke jeugdbewegingen en scholen. Hoewel de aanwezige vegetatie erg gevoelig is voor betreding, wordt het duidelijk afbakenen van een speelzone als positief beschouwd. Momenteel is deze afbakening er niet en is het volledige gebied onderhevig aan verstoring. Zeker vergeleken met het nulalternatief is er sprake van een positief effect op waardevolle en kwetsbare gebieden Discipline Mens-Verkeer Het plan voorziet een verandering van de huidige planologische bestemmingen naar natuurgebied. Deze bestemmingswijzigingen brengen geen veranderingen teweeg aan de wegen of aan de bestaande verkeerssituaties in en rond de plangebieden. Voor de discipline Mens-Verkeer kan geconcludeerd worden dat er geen significante effecten zullen zijn Discipline Lucht De realisatie van het plan gaat niet gepaard met een verandering van de verkeerssituatie. Het plan voorziet bovendien geen gebouwen of gebruik van machines die de emissie van luchtverontreinigde stoffen verhogen. De bestendiging van het groen in de stad heeft eerder een positief effect op de luchtkwaliteit ten gevolge van de (mogelijk) zuiverende werking van stadsgroen Discipline Geluid en Trillingen Het plan gaat niet gepaard met een verkeerstoename. Tevens worden de huidige groene bestemmingen bevestigd, zodat het plan geen verhoging van het geluidsniveau in en rond de plangebieden teweegbrengt Discipline Mens Ruimtelijke aspecten Impact op het bestaande of geplande landgebruik: Het bodemgebruik binnen de meeste plangebieden is reeds natuur (heide, bos, riet,...). De impact van het RUP op het bestaande landgebruik is dus niet significant. Ten opzichte van het nulalternatief voorziet het RUP wel significante veranderingen. De plangebieden zullen niet volgens de huidige bestemmingen (woon(uitbreidings)gebied, recreatiegebied, industriegebied, zone voor gemeenschapsvoorzieningen of gebied voor openbare gebouwen) kunnen ontwikkeld worden. In de plangebieden 2 (Arboretum Bret), 5 (Roosterbeek), 6 (Nieuwe Kempen) en 7 (Klotbroek) wordt woon(uitbreidings)gebied omgezet naar natuurgebied. Deze gebieden staan in het GRS aangeduid als definitief (plangebied 2 en 6) en voorlopig (5 en 7) niet te ontwikkelen. Andere gebieden werden in de woonprogrammatie van het GRS aangeduid om als prioritair te ontwikkelen om de gewenste nederzettingenstructuur te bekomen. Ook voor de andere bestemmingen werden in het GRS andere locaties aangeduid om zich verder te ontwikkelen. Zo worden voor recreatie het voormalige mijnterrein van Winterslag en de Stadsstrip aangeduid. Er worden met andere woorden geen geplande landgebruiksvormen negatief beïnvloed door de realisatie van het plan. Hoofdstuk 11: Mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan 69

74 Discipline Mens-Gezondheid Impact op de menselijke gezondheid Aangezien het plan niet voorziet in de constructie van nieuwe infrastructuren, is er ook geen risico op het optreden van calamiteiten tijdens de constructie- of exploitatiefase Afvalstoffen en grondstoffen Het plan geeft geen aanleiding tot een lokale winning van delfstoffen of het gebruik van grote hoeveelheden grondstoffen. De realisatie van het plan gaat niet gepaard met de productie van vaste afvalstoffen. Het plan houdt ook geen productie, transport, gebruik of opslag van gevaarlijke stoffen in Duurzaamheid De vaststelling van de groene bestemmingen in het RUP moet leiden tot een duurzaam behoud van de aanwezige groenstructuren in de plangebieden en levert een bijdrage aan een duurzame en functionele natuurlijke structuur in de stad Genk Cumulatieve effecten met bestaande of geplande activiteiten in de omgeving De uitvoering van het RUP gaat niet gepaard met afgeleide ontwikkelingen of cumulatieve effecten met bestaande of geplande activiteiten in de omgeving. 70 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

75 12. BESLUIT De noodzaak tot het opstellen van een plan-mer werd nagegaan op basis van het optreden van aanzienlijke effecten. Op basis van een toetsing van de plan-mer-plicht overeenkomstig artikel van het D.A.B.M. kan geoordeeld worden dat: De opmaak van het RUP Ecologische verbindingen valt onder de definitie van een plan of programma; Het RUP valt onder het toepassingsgebied van het D.A.B.M.; Het RUP is niet van rechtswege plan-mer-plichtig, aangezien het plan geen kader vormt voor vergunningen van bijlage I en bijlage II-projecten en aangezien voor het plan de opmaak van een passende beoordeling niet noodzakelijk wordt geacht. Om deze reden werd een screening uitgevoerd teneinde te oordelen of het plan aanzienlijke milieueffecten kan hebben. Screening plan-mer-plicht: onderzoek aanzienlijke milieueffecten De geplande bestemmingswijzigingen betreffen het omzetten van woon(uitbreidings)gebied, recreatiegebied, industriegebied, zone voor gemeenschapsvoorzieningen en gebied voor openbare gebouwen naar natuurgebied. Het RUP voorziet in de uitvoering van enkele bindende bepalingen uit het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van de stad Genk. In een deel van de plangebieden is het huidige landgebruik reeds natuurgebied (bossen, rietvegetatie, heide,...). Ook in de andere percelen binnen de afbakening van het RUP zal bij de realisatie van de natuurverbindingen de verandering in landgebruik niet groot zijn. Er worden geen belangrijke fysische veranderingen en abiotische verstoringen van het bodem- en watersysteem verwacht. De realisatie van de natuurverbindingen leidt niet tot potentiële risico s met potentieel schadelijke milieueffecten. Het plan heeft geen invloed op de bestaande verkeerssituatie of op bestaande wegen. Rekening houdend met de beperkte wijzigingen ten opzichte van de bestaande toestand zal de lucht- en geluidskwaliteit ten gevolge van verkeersemissies niet wijzigen. Het plan leidt bovendien niet tot andere veranderingen die een invloed hebben op het lucht- of geluidsklimaat. Er treden geen significante verstoringen op van beschermde of waardevolle ecologische, landschappelijke of cultuurhistorische elementen. Er wordt bovendien geen significante verstoring van het Habitat- en Vogelrichtlijngebied De Maten en natuurreservaat De Stiemerbeekvallei verwacht. De uitvoering van het RUP gaat niet gepaard met afgeleide ontwikkelingen of cumulatieve effecten met bestaande of geplande activiteiten in de omgeving. Globaal kan geoordeeld worden dat het plan niet resulteert in aanzienlijke negatieve milieueffecten en bijgevolg niet plan-mer-plichtig is. Hoofdstuk 12: Besluit 71

76 13. BIJLAGEN Bijlage 1. Watertoetskaarten 72 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

77 Overstromingsgevoelige gebieden Plangebied 1 (Melberg) Plangebied 2 (Arboretum Bret) Plangebied 3 (Caetsbeek-Noord) Plangebied 5 (Roosterbeek) Plangebied 4 (Caetsbeek-Zuid) Hoofdstuk 13: Bijlagen 73

78 Plangebied 6 (Nieuwe Kempen) Plangebied 7 (Klotbroek) Plangebied 8 (Boxbergheide) Plangebied 9 (Slagmolenweg) 74 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

79 Legende Niet overstromingsgevoelig Effectief overstromingsgevoelig Mogelijk overstromingsgevoelig Hoofdstuk 13: Bijlagen 75

80 Erosiegevoelige gebieden Plangebied 1 (Melberg) Plangebied 2 (Arboretum Bret) Plangebied 3 (Caetsbeek-Noord) Plangebied 5 (Roosterbeek) Plangebied 4 (Caetsbeek-Zuid) 76 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

81 Plangebied 6 (Nieuwe Kempen) Plangebied 7 (Klotbroek) Plangebied 8 (Boxbergheide) Plangebied 9 (Slagmolenweg) Hoofdstuk 13: Bijlagen 77

82 Legende Niet erosiegevoelig Erosiegevoelig 78 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

83 Grondwaterstromingsgevoelige gebieden Plangebied 1 (Melberg) Plangebied 2 (Arboretum Bret) Plangebied 3 (Caetsbeek-Noord) Plangebied 5 (Roosterbeek) Plangebied 4 (Caetsbeek-Zuid) Hoofdstuk 13: Bijlagen 79

84 Plangebied 6 (Nieuwe Kempen) Plangebied 7 (Klotbroek) Plangebied 8 (Boxbergheide) Plangebied 9 (Slagmolenweg) 80 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

85 Legende Geen informatie beschikbaar Zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) Matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) Weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3) Hoofdstuk 13: Bijlagen 81

86 Hellingenkaart Plangebied 1 (Melberg) Plangebied 2 (Arboretum Bret) Plangebied 3 (Caetsbeek-Noord) Plangebied 5 (Roosterbeek) Plangebied 4 (Caetsbeek-Zuid) 82 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

87 Plangebied 6 (Nieuwe Kempen) Plangebied 7 (Klotbroek) Plangebied 8 (Boxbergheide) Plangebied 9 (Slagmolenweg) Hoofdstuk 13: Bijlagen 83

88 Legende < 0,5% 0,5% - 5% 5% - 10% > 10% 84 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

89 Infiltratiegevoelige bodems Plangebied 1 (Melberg) Plangebied 2 (Arboretum Bret) Plangebied 3 (Caetsbeek-Noord) Plangebied 5 (Roosterbeek) Plangebied 4 (Caetsbeek-Zuid) Hoofdstuk 13: Bijlagen 85

90 Plangebied 6 (Nieuwe Kempen) Plangebied 7 (Klotbroek) Plangebied 8 (Boxbergheide) Plangebied 9 (Slagmolenweg) 86 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

91 Legende Niet infiltratiegevoelig Infiltratiegevoelig Hoofdstuk 13: Bijlagen 87

92 Winterbedkaart Plangebied 1 (Melberg) Plangebied 2 (Arboretum Bret) Plangebied 3 (Caetsbeek-Noord) Plangebied 5 (Roosterbeek) Plangebied 4 (Caetsbeek-Zuid) 88 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

93 Plangebied 6 (Nieuwe Kempen) Plangebied 7 (Klotbroek) Plangebied 8 (Boxbergheide) Plangebied 9 (Slagmolenweg) Hoofdstuk 13: Bijlagen 89

94 Legende Behoort niet tot het winterbed van de grote rivier Behoort tot het winterbed van de grote rivier 90 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

95 Bijlage 2. Ecosysteemkwetsbaarheidskaarten Hoofdstuk 13: Bijlagen 91

96 Verdroging Plangebied 1 (Melberg) Plangebied 2 (Arboretum Bret) Plangebied 3 (Caetsbeek-Noord) Plangebied 5 (Roosterbeek) Plangebied 4 (Caetsbeek-Zuid) 92 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

97 Plangebied 6 (Nieuwe Kempen) Plangebied 7 (Klotbroek) Plangebied 8 (Boxbergheide) Plangebied 9 (Slagmolenweg) Hoofdstuk 13: Bijlagen 93

98 Legende Zeer kwetsbaar Kwetsbaar Weinig kwetsbaar Niet kwetsbaar Geen informatie 94 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

99 Verzuring Plangebied 1 (Melberg) Plangebied 2 (Arboretum Bret) Plangebied 3 (Caetsbeek-Noord) Plangebied 5 (Roosterbeek) Plangebied 4 (Caetsbeek-Zuid) Hoofdstuk 13: Bijlagen 95

100 Plangebied 6 (Nieuwe Kempen) Plangebied 7 (Klotbroek) Plangebied 8 (Boxbergheide) Plangebied 9 (Slagmolenweg) 96 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

101 Legende Zeer kwetsbaar Kwetsbaar Weinig kwetsbaar Niet kwetsbaar Geen informatie Hoofdstuk 13: Bijlagen 97

102 Eutrofiëring Plangebied 1 (Melberg) Plangebied 2 (Arboretum Bret) Plangebied 3 (Caetsbeek-Noord) Plangebied 5 (Roosterbeek) Plangebied 4 (Caetsbeek-Zuid) 98 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

103 Plangebied 6 (Nieuwe Kempen) Plangebied 7 (Klotbroek) Plangebied 8 (Boxbergheide) Plangebied 9 (Slagmolenweg) Hoofdstuk 13: Bijlagen 99

104 Legende Zeer kwetsbaar Kwetsbaar Weinig kwetsbaar Niet kwetsbaar Geen informatie 100 P Screening RUP 'Ecologische verbindingen (fase 1)'

105 Ecotoopverlies Plangebied 1 (Melberg) Plangebied 2 (Arboretum Bret) Plangebied 3 (Caetsbeek-Noord) Plangebied 5 (Roosterbeek) Plangebied 4 (Caetsbeek-Zuid) Hoofdstuk 13: Bijlagen 101

Gemeentelijk RUP Ecologische Verbindingen stad Genk

Gemeentelijk RUP Ecologische Verbindingen stad Genk Gemeentelijk RUP Ecologische Verbindingen stad Genk Toelichting 09.02.2015 Aanleiding opmaak RUP Aanleiding RUP: uitvoering van het masterplan Ecologische Verbindingen (goedgekeurd in 2009) Gemeentelijk

Nadere informatie

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Art. 4.1.1, 1, 4 DABM 3 cumulatieve voorwaarden Opstellen en/of vaststellen voorgeschreven op grond van decretale of bestuursrechtelijke bepalingen

Nadere informatie

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? SCHEMA GEEN PLANMER GEEN PLAN-MER Fase 1: DEFINITIE? Neen Ja Fase 2: TOEPASSINGSGEBIED? Neen Ja Fase 3: VAN RECHTSWEGE? Neen Ja SCREENING PLAN-MER

Nadere informatie

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES Planologisch attest Scheys beton N.V. 30/09/2015 Titel Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever Opdrachtnemer Plan-MER-screening Planologisch attest

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf - Diensthoofd Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen (4)

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

PLAN-MER HERAANLEG VAN AUTOSNELWEGCOMPLEX 13 VAN DE E40 TE DRONGEN

PLAN-MER HERAANLEG VAN AUTOSNELWEGCOMPLEX 13 VAN DE E40 TE DRONGEN PLAN-MER HERAANLEG VAN AUTOSNELWEGCOMPLEX 13 VAN DE E40 TE DRONGEN Kennisgeving Bijlage 1: Kaartenbundel Opdrachtgever: Vlaams Gewest, Agentschap Wegen en Verkeer Titel Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505496 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Stekene en Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Art. 14. Art. 15. Art. 16.

Art. 14. Art. 15. Art. 16. N. 2000 2153 [C 2000/35885] 17 JULI 2000. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 oktober 1988 tot aanwijzing van speciale beschermingszones in de zin

Nadere informatie

RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN HECHTEL-EKSEL KAARTENBUNDEL

RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN HECHTEL-EKSEL KAARTENBUNDEL Provincie Limburg Arrondissement Maaseik Gemeente Hechtel-Eksel RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN HECHTEL-EKSEL KAARTENBUNDEL november 2006 Gemeente Hechtel-Eksel Don Boscostraat 5 3940 Hechtel-Eksel Tel: (011)

Nadere informatie

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 2 II. ALGEMENE BEOORDELING... 3 III. UITGEBREID PLANNINGS-

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.744/1/V van 10 augustus 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden stad sint-truiden - rup recastrip brustem - kaart 1 secundaire verbindingsweg met laanbeplanting beekvalleien te ontwikkelen als natuurlijke dragers met

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

KAARTENBUNDEL BIJ KENNISGEVING Project MER voor het Eurostadium Brussels

KAARTENBUNDEL BIJ KENNISGEVING Project MER voor het Eurostadium Brussels KAARTENBUNDEL BIJ KENNISGEVING Project MER voor het Eurostadium Brussels Opdrachtgever: Ghelamco Invest nv Titel Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever Opdrachthouder Contactpersoon opdrachthouder

Nadere informatie

Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015

Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015 PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015 Gezien en voorlopig vastgesteld door de provincieraad in vergadering van.. op bevel, De Provinciegriffier

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 maart 2000 (OR. en) 5685/00 Interinstitutioneel dossier: 96/0304 (COD) LIMITE ENV 22 CODEC 68

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 maart 2000 (OR. en) 5685/00 Interinstitutioneel dossier: 96/0304 (COD) LIMITE ENV 22 CODEC 68 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 maart 2000 (OR. en) 5685/00 Interinstitutioneel dossier: 96/0304 (COD) LIMITE ENV 22 CODEC 68 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

N16 Scheldebrug Temse-Bornem gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage III: toelichtingsnota tekst colofon Vlaams Ministerie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Departement RWO - Ruimtelijke Planning Phoenixgebouw

Nadere informatie

Gemeentebestuur Tessenderlo Markt z/n 3980 Tessenderlo tel: fax: Website: SCHOOT

Gemeentebestuur Tessenderlo Markt z/n 3980 Tessenderlo tel: fax: Website:  SCHOOT Gemeentebestuur Tessenderlo Markt z/n 3980 Tessenderlo tel: 013 66 17 15 fax: 013 67 36 93 Website: www.tessenderlo.be SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEINTEGREERD ADVIES GEMEENTELIJK RUP SCHOOT Ilgatlaan

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle verordenend deel. Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle verordenend deel. Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening PROVICIE VLAAMS-BRABAT Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening Vragen naar Daan Demey Telefoon fax 0-7 07 / 0- e-mail ruimtelijkeplanning@vlaamsbrabant.be Dossiernummer Ons kenmerk 000_0 Datum

Nadere informatie

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV Bijlage III: TOELICHTINGSNOTA TEKST + KAARTEN colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu

Nadere informatie

Project-m.e.r.-screening

Project-m.e.r.-screening Project-m.e.r.-screening Aan het college van burgemeester en schepenen de deputatie van de provincieraad straat en nummer postnummer en gemeente LNE-MER-01-120913 In te vullen door de behandelende afdeling

Nadere informatie

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 84 A Relatie met het afbakeningsproces In de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur van het regionaalstedelijk

Nadere informatie

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota BOS IN SINT-TRUIDEN Nota Ir. Koenraad Van Meerbeek 12/03/2012 1. Wat is bos? Wanneer we over bos spreken, is er een duidelijke definitie nodig van een bos. Iedereen moet immers over hetzelfde praten. Een

Nadere informatie

gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan

gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan gemeente zoersel - RUP herziening BPA gemeenschapsvoorzieningen achterstraat - kaart 1 elementen van bovenlokaal belang

Nadere informatie

Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV)

Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV) Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV) PRUP regionaal bedrijventerrein Kaart 2: Selectie economische knooppunten en economisch netwerk (RSV) PRUP regionaal bedrijventerrein Kaart 3: Planningsprocessen

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN RUILRUP

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN RUILRUP GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN RUILRUP DEELPLAN 1: AFSCHAFFING RESERVATIE- EN ERFDIENSTBAARHEIDSGEBIED STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Opdrachtgever: Stad Landen 8 maart 2012 Titel Opdrachtgever

Nadere informatie

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2019 0103 DOC.0301/19 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.245/1 van 19 februari 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk

Nadere informatie

Stad Tielt Verzoek tot raadpleging

Stad Tielt Verzoek tot raadpleging baron ruzettelaan 35 8310 brugge tel (050) 36 71 71 fax (050) 35 68 49 www.wvi.be 00000 Stad Tielt Verzoek tot raadpleging RUP Ankelaarstraat plan_id: april 2009 1. inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer...

Nadere informatie

Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening en stedenbouw dd. 29 maart Nog steeds hét juridisch planninginstrument in Watou

Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening en stedenbouw dd. 29 maart Nog steeds hét juridisch planninginstrument in Watou Structuurplan "De Watounaar" Bewonersplatform Watou. Ruimtelijke Ordening Watou. De diverse planinstrumenten van toepassing op het grondgebied van Poperinge. Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 september 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Marnixdreef Lier voorlopige

Nadere informatie

9 februari Schouwburg Stadhuis Genk. 18 februari 2015 ONDERWERP: RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN ECOLOGISCHE VERBINDINGEN IN GENK.

9 februari Schouwburg Stadhuis Genk. 18 februari 2015 ONDERWERP: RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN ECOLOGISCHE VERBINDINGEN IN GENK. KANTOOR HASSELT Ilgatlaan 23 3500 Hasselt BELGIË tel. +32 11 28 86 00 fax +32 11 28 86 20 info@technum-tractebel.be www.technum.be VERSLAG INFO-AVOND Datum vergadering Plaats Opsteller Datum 9 februari

Nadere informatie

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck Bijlage III: TOELICHTINGSNOTA TEKST EN KAARTEN colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS

ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 1 III. MUNSTERBOS ALS GROTE EENHEID NATUUR...

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2007/37205] 1 DECEMBER 2007. Omzendbrief LNE/2007. Milieueffectbeoordeling van plannen en programma

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning vergadering van 14 juli 2016 aanwezig Briers Jan, gouverneur-voorzitter Vercamer Alexander Versnick Geert Hertog Peter Dauwe Jozef Couckuyt Eddy leden Besluit

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven AFBAKENING GEBIEDEN NATUURLIJKE EN AGRARISCHE STRUCTUUR REGIO HASPENGOUW - VOEREN gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven startvergadering 31 maart 2015 1 agenda startvergadering kennismaking

Nadere informatie

versie 01/2019 Handleiding Omgevingsloket Vegetatiewijzigingen omgevingvlaanderen.be natuurenbos.be

versie 01/2019 Handleiding Omgevingsloket Vegetatiewijzigingen omgevingvlaanderen.be natuurenbos.be versie 01/2019 Handleiding Omgevingsloket Vegetatiewijzigingen omgevingvlaanderen.be natuurenbos.be Omgevingsvergunning voor vegetatiewijzigingen Vanaf 1 augustus 2018 is de natuurvergunning voor het wijzigen

Nadere informatie

Informatie aan de Europese Commissie inzake plan/project in Natura 2000 vogelrichtlijngebieden (SBZ-V) en habitatrichtlijngebieden (SBZ-H)

Informatie aan de Europese Commissie inzake plan/project in Natura 2000 vogelrichtlijngebieden (SBZ-V) en habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) Lidstaat: België - Vlaams gewest Datum: Informatie aan de Europese Commissie inzake plan/project in Natura 2000 vogelrichtlijngebieden (SBZ-V) en habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) in navolging van artikel

Nadere informatie

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte GEWESTPLAN OPEN RUIMTE Kaart: Gewestplan open ruimte bestemming Vlaanderen 3,2 2,4 1,8 33,7 59 Andere bestemmingen Landbouw Cijfers: Gewestplan open ruimte bestemming

Nadere informatie

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Afdeling ruimtelijke planning Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen 1. Krijtlijnen

Nadere informatie

situering en afbakening van het plangebied

situering en afbakening van het plangebied situering en afbakening van het gemeente kalmthout - RUP 'woonbos' - kaart 1 bron: digitale versie gewestplan, toestand 01012002, a.r.o.h.m. oc-gisvlaanderen OMGEVING - mei 2013-08019_GUN_PL_016 gewenste

Nadere informatie

afbakening zeehavengebied Antwerpen

afbakening zeehavengebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening zeehavengebied Antwerpen Havenontwikkeling linkerscheldeoever Bijlage VIb: onderzoek tot milieueffectrapportage deelgebied polder tussen Verrebroek en

Nadere informatie

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college 2015-04-16 p r o v i n Directie Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat 10 3700 TONGEREN Dienst Ruimtelijke Planning en Beleid Geacht college Betreft: uw verzoek tot raadpleging

Nadere informatie

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN In onderstaande tekst wordt de afweging gemaakt tussen juridische toestand van een gebied, de toestand op het terrein en de visie van het GRS. Daaruit wordt een conclusie

Nadere informatie

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën: SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 180 van LYDIA PEETERS datum: 1 december 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Woonuitbreidingsgebieden en woonreservegebieden - Ontwikkeling

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 28 mei 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Ruimtelijke ordening. Uitvoering RSPA : PRUP Oude

Nadere informatie

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP UITBREIDING TRANSPORTBEDRIJF H. ESSERS

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP UITBREIDING TRANSPORTBEDRIJF H. ESSERS ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP UITBREIDING TRANSPORTBEDRIJF H. ESSERS SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 2 II. PLAN-MER, PASSENDE BEOORDELING

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kustpolders tussen Oudenburg, Jabbeke en Stalhille' DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

Stad Roeselare gedeeltelijke herziening BPA Kazand-West Verzoek tot raadpleging

Stad Roeselare gedeeltelijke herziening BPA Kazand-West Verzoek tot raadpleging 05574 Stad Roeselare gedeeltelijke herziening BPA Kazand-West Verzoek tot raadpleging plan_id: 2.24_34_1 juli 2010 baron ruzettelaan 35 8310 brugge tel (050) 36 71 71 fax (050) 35 68 49 www.wvi.be 1. inlichtingen

Nadere informatie

Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van tot wijziging van diverse besluiten, wat betreft de oprichting van het beleidsdomein Omgeving

Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van tot wijziging van diverse besluiten, wat betreft de oprichting van het beleidsdomein Omgeving Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van tot wijziging van diverse besluiten, wat betreft de oprichting van het beleidsdomein Omgeving Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12

Nadere informatie

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1 Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat september 2011, ontwerp 1 Colofon Formele procedure Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-TRUDOSTRAAT WEST BRUGGE (ASSEBROEK)

Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-TRUDOSTRAAT WEST BRUGGE (ASSEBROEK) Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-TRUDOSTRAAT WEST BRUGGE (ASSEBROEK) STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie 3e Directie Dienst 33 Ruimtelijke ordening en Stedenbouw aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt,

Nadere informatie

NOORDRAND BRUSSEL 176 ONTWERPEND ONDERZOEK ONTWERPEND ONDERZOEK

NOORDRAND BRUSSEL 176 ONTWERPEND ONDERZOEK ONTWERPEND ONDERZOEK NOORDRAND BRUSSEL 176 177 INVENTARISATIE De noordrand van Brussel onderscheid zich van de zuidrand van Antwerpen omwille van volgende kenmerken: het gebied is minder dicht bebouwd en wordt gestructureerd

Nadere informatie

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOEVOET WINGENE

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOEVOET WINGENE Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOEVOET WINGENE STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied invulling aan de

Nadere informatie

Project-m.e.r.-screening

Project-m.e.r.-screening Project-m.e.r.-screening Aan het college van burgemeester en schepenen de deputatie van de provincieraad straat en nummer postnummer en gemeente LNE-MER-01-120913 In te vullen door de behandelende afdeling

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 2 MAART 1999. - Omzendbrief RO 99/01 over de advisering m.b.t. de verenigbaarheid van ' omlopen voor wedstrijden, test- en oefenritten met motorvoertuigen ' zoals

Nadere informatie

Workshop C Van advies naar waterparagraaf

Workshop C Van advies naar waterparagraaf Workshop C Van advies naar waterparagraaf Mark Cromheecke Directie Ruimte, Provincie Oost-Vlaanderen Robin De Smedt Departement RWO Kracht van het advies Verplicht/niet verplicht Bindend/niet bindend Motiveringsplicht

Nadere informatie

Toetsing signaalgebieden Uitvoering actie A4 bekkenbeheerplan Demer. Actorenoverleg 27/02/2012

Toetsing signaalgebieden Uitvoering actie A4 bekkenbeheerplan Demer. Actorenoverleg 27/02/2012 Toetsing signaalgebieden Uitvoering actie A4 bekkenbeheerplan Demer Actorenoverleg 27/02/2012 1 - Inleiding - Bekkenbeheerplan Demer: actie A4 Inventariseren van het effectieve bodemgebruik in zones bestemd

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Wettelijk kader voor adaptatiemaatregelen

Wettelijk kader voor adaptatiemaatregelen Wettelijk kader voor adaptatiemaatregelen bij kustverdediging Workshop Kustverdediging, visserij en toerisme : klimaatadaptatie warm aanbevolen?, Bredene 25 mei 2011 Overzicht 1. Internationaal adaptatiebeleid

Nadere informatie

RUP MOLENBEEK SPORT & RECREATIE

RUP MOLENBEEK SPORT & RECREATIE RUP MOLENBEEK SPORT & RECREATIE PLAN-MER SCREENINGSNOTA (deel II kaartenbundel) Adviesverlening en begeleiding Ruimtelijke ordening Januari 2015 (ontheffingsaanvraag) Projectnr. IL: 506.016 MER-dossiernr.:

Nadere informatie

BETREFT: plan MER screening

BETREFT: plan MER screening Vlaamse overheid Adviezen en Vergunningen Antwerpen Lange Kievitstraat 111-113 bus 63 2018 ANTWERPEN T 03 224 63 14 aves.ant.anb@lne.vlaanderen.be Stad Antwerpen Bedrijfseenheid Stadsontwikkeling Francis

Nadere informatie

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek Motivatienota Onteigeningsplan Recreatiezone Melsbroek 1. LIGGING PLANGEBIED De gemeente Steenokkerzeel is gelegen in Vlaams-Brabant, ten noord-oosten van Brussel, tussen de gemeenten Machelen, Zaventem,

Nadere informatie

Kaart 36: plangebied en omgeving grondwaterstromingsgevoelige gebieden Kaart 37: plangebied en omgeving infiltratiegevoelige gebieden Kaart 38:

Kaart 36: plangebied en omgeving grondwaterstromingsgevoelige gebieden Kaart 37: plangebied en omgeving infiltratiegevoelige gebieden Kaart 38: scopingsnota bijlages stad Ieper RUP Jan Yperman en omgeving KAARTEN Kaart 1: situering plangebied en afbakening kleinstedelijk gebied Ieper topografische kaart Kaart 2: situering plangebied en afbakening

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008 Directoraat-generaal: Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 de verdieping Victor Hortaplein, 40 bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het SEA Adviescomité : Sabine WALLENS t : + 32

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Gemeente Kruishoutem Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Ontwerp Bindend gedeelte Uitgave Datum 1 november 2004 2 februari 2005 3 mei 2005 4 oktober 2005 5 april 2006 Studiebureau VDS b.v.b.a.

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL Tel (02)553 80 79 Fax (02)553 80 75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Omzendbrief RO/2010/01

Omzendbrief RO/2010/01 Omzendbrief RO/2010/01 Aan: de colleges van burgemeester en schepenen de deputaties van de provincies Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport Koning Albert II-laan

Nadere informatie

GEMEENTE SCHOTEN GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE. BE _not_05_bindend_v06

GEMEENTE SCHOTEN GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE. BE _not_05_bindend_v06 GEMEENTE SCHOTEN GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE GRS SCHOTEN 1 E PARTIËLE HERZIENING - BINDEND GEDEELTE - I INHOUD: BINDEND GEDEELTE 1. INLEIDING 2 2. BINDENDE BEPALINGEN

Nadere informatie

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) ~\".. \ Vlaa~se 'l~ \ Regenng Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het Bosdecreet

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied INDUSTRIEGEBIED HEULEBEEK - PIJPLAP WEVELGEM

Ontwerp startbeslissing signaalgebied INDUSTRIEGEBIED HEULEBEEK - PIJPLAP WEVELGEM Ontwerp startbeslissing signaalgebied INDUSTRIEGEBIED HEULEBEEK - PIJPLAP WEVELGEM STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied

Nadere informatie

WOON RESERVE GEBIEDEN. 20 juli Leiegardens 2014, Your Estate Solution

WOON RESERVE GEBIEDEN. 20 juli Leiegardens 2014, Your Estate Solution WOON RESERVE GEBIEDEN 20 juli 2018 Leiegardens 2014, Your Estate Solution SITUERING Woonreservegebieden (± 12.000ha) = woonuitbreidingsgebieden (WUG s) + specifieke reservegebieden reservegebieden voor

Nadere informatie

situering op de topokaart

situering op de topokaart situering op de topokaart stad sint-truiden - r.u.p. 'dorpengeheel groot-gelmen - engelmanshoven - gelinden en omgeving' - kaart 1 afbakening plangebied 0 0.3 0.6km bron: topografische kaart 1/10.000,

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 14.11.2011 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 68251 VLAAMSE OVERHEID N. 2011 2948 [C 2011/35922] 14 OKTOBER 2011. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) Roeselare - Tielt 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) 0180 De gebieden die als "reservegebied voor woonwijken" zijn aangeduid, kunnen op initiatief van de gemeente of de vereniging van gemeenten

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1502705 Provincieraadsbesluit betreft Aalst, Berlare, Haaltert, Lede, Sint-Niklaas en Stekene - PRUP 'Reconversie zones voor verblijfsrecreatie

Nadere informatie

RUP Zonevreemde Bedrijven Gemeente Arendonk

RUP Zonevreemde Bedrijven Gemeente Arendonk 0. Gewestplan Zonevreemde bedrijven 000- woongebied 00- woongebied met landelijk karakter 00- woonpark 00- woonuitbreidingsgebied 000- gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut 000- recreatiegebieden

Nadere informatie

GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE GRS GAVERE - BINDEND GEDEELTE 1 INHOUD 1. VOORSTEL BINDENDE BEPALINGEN 3 1.1. RUIMTELIJKE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR 3 1.2. RUIMTELIJK-ECONOMISCHE

Nadere informatie

PlanMer Regenboogstadion Waregem Situering plangebied op macroschaal Legende

PlanMer Regenboogstadion Waregem Situering plangebied op macroschaal Legende plangebied Vijfseweg Noorderlaan Noorderlaan Oosterlaan Oosterlaan Noorderlaan Kruishoutemsew Westerlaan Zuiderlaan Expresweg Jozef Duthoystraat Westerlaan Stormestraat Meersstraat Zuiderlaan Zuiderlaan

Nadere informatie

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING Voordracht VRP 29/01/02 Prof. dr. G. Van Hoorick Docent in het vakgebied bestuursrecht en milieurecht Universiteit Gent Advocaat te Gent INHOUD 1. Overzicht van het

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR

Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door Vlaamse Regering dd 14/1/2014 LEESWIJZER Op 24 januari 2014 nam de Vlaamse Regering een beslissing over de vervolgstappen

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning vergadering van 23 februari 2017 aanwezig Briers Jan, gouverneur-voorzitter Vercamer Alexander Versnick Geert Hertog Peter Dauwe Jozef Bruggeman Hilde Couckuyt

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse Regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

BPA centrum Handzame herziening

BPA centrum Handzame herziening BPA centrum Handzame herziening m.e.r.-screening Concept Gemeentebestuur Kortemark Stationsstraat 68 8610 Kortemark Grontmij Vlaanderen Brugge, 26 september 2008 Verantwoording Titel : BPA centrum Handzame

Nadere informatie

b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument

b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument Begeleidingsinstrument b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e milieueffecten v a n b e p a a l d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument Inhoud 1. Inleiding...3

Nadere informatie

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Stedelijk Wonen. Daarmee wil de Stad stedenbouwkundige problemen

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel 3.1.1;

Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel 3.1.1; 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 22 april 2016 tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Zwinpolders (B.S., 14 juli 2016, I : 10 d. na publicatie) De Vlaamse Regering, Gelet op

Nadere informatie