Risicomanagement. Faculteit Management en Bestuur

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Risicomanagement. Faculteit Management en Bestuur"

Transcriptie

1 Risicomanagement Faculteit Management en Bestuur Universiteit Twente QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente 1

2 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus RA Utrecht Telefoon: Fax: Internet: QANU / Q 258 Tekst en cijfermateriaal uit deze uitgave mogen, na toestemming van QANU en voorzien van bronvermelding, door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook, worden overgenomen. 2 QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente

3 INHOUD Samenvatting 5 Deel I Algemeen deel 7 1. Inleiding 9 2. Taak en samenstelling van de commissie 9 3. Betrokken opleidingen Werkwijze van de commissie 10 Deel II Opleidingsdeel De masteropleiding Risicomanagement van de Universiteit Twente 15 Bijlagen 33 Bijlage A: Curricula vitae van de leden van de visitatiecommissie 35 Bijlage B: Bezoekprogramma 39 Bijlage C: Eindkwalificaties van de opleiding 41 QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente 3

4 4 QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente

5 SAMENVATTING VAN HET OORDEEL De Universiteit Twente heeft het initiatief genomen tot de beoordeling van de postinitiële masteropleiding Risicomanagement. De universiteit wil met de toetsing van de opleiding laten zien dat het Risicomanagement een zwaartepunt is van de instelling, en dat de opleiding voldoet aan de criteria die aan een universitaire opleiding worden gesteld. De opleiding is anderhalf jaar geleden gestart, waardoor de commissie ook met het eerste en tweede cohort studenten van de opleiding heeft kunnen spreken. Het doel van de opleiding is om studenten een wetenschappelijke basis te bieden voor hun beroepspraktijk in het Risicomanagement. De universiteit signaleerde een hiaat in het bestaande aanbod op het gebied van integraal risicomanagement op het niveau van de organisatie. Opleidingen Risicomanagement elders in het land richten zich voornamelijk op deelterreinen, voornamelijk op het financiële aspect van risicomanagment. De opleiding Risicomanagement aan de Universiteit Twente beoogt een integrale benadering. De doelstellingen van de opleiding zijn tot stand gekomen via intensief contact met het beroepenveld. De commissie heeft vastgesteld dat de opleiding een duidelijke behoefte vervult die bestaat bij de beroepspraktijk. Dit blijkt niet alleen uit de gesprekken met vertegenwoordigers uit het beroepenveld, maar ook uit de gesprekken met de studenten. In het programma komen de verschillende aspecten van het integraal Risicomanagement aan de orde. Daarnaast ontwikkelen en oefenen studenten in de zogenoemde Casus & Methodologielijn, vaardigheden waarmee zij hun beroep op wetenschappelijk niveau kunnen uitoefenen. De opleiding heeft, in overleg met de studenten, besloten het programma uit te breiden van 60 EC naar 70 EC. De commissie is positief over deze uitbreiding. Na het bezoek van de commissie heeft de faculteit concrete stappen gezet voor de oprichting van een kenniscentrum waar het onderzoek op het gebied van Risicomanagement wordt ondergebracht. Volgens de commissie is dit kenniscentrum van groot belang voor de continuïteit van de opleiding. Dit geldt enerzijds voor de verankering van de integratie van onderwijs en onderzoek binnen het programma, en anderzijds voor de zichtbaarheid van het onderzoek dat binnen de universiteit wordt verricht. De commissie heeft groot vertrouwen in de toekomst van het Risicomanagement onderwijs aan de Universiteit Twente. De studenten die deelnemen aan het programma worden zorgvuldig geselecteerd. Zij zijn allen werkzaam in een relevante functie. De kwaliteit van het personeel is meer dan voldoende. De bevlogenheid van de docenten werkt aanstekelijk, en de kwaliteit van zowel hun onderzoek als het onderwijs dat zij verzorgen is goed. Het College van Bestuur heeft garanties gegeven voor de financiering van het programma gedurende de komende jaren. Ook bestaat de garantie dat de studenten die het programma gestart zijn, dit kunnen afronden. Daarnaast heeft de Rector Magnificus expliciet laten weten dat het Risicomanagement een zwaartepunt is van de Universiteit Twente. Concluderend adviseert de commissie de NVAO om positief te besluiten over de kwaliteit van de nieuwe postinitiële masteropleiding Risicomanagement van de Universiteit Twente. QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente 5

6 6 QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente

7 DEEL I: ALGEMEEN DEEL QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente 7

8 8 QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente

9 1. Inleiding In dit rapport brengt de onderwijsvisitatiecommissie Risicomanagement (hierna: de commissie) verslag uit van haar bevindingen. Het rapport bestaat uit twee delen: een algemeen deel (I) en een opleidingsdeel (II). Het algemene deel gaat in op de taak, de samenstelling en de werkwijze van de commissie en geeft een beschrijving van de uitgangspunten voor de werkwijze van de commissie. In het opleidingsdeel beschrijft de commissie de beoordeelde opleiding aan de hand van de onderwerpen en facetten uit het Toetsingskader Nieuwe Opleidingen Hoger Onderwijs van de NVAO. 2. Taak en samenstelling van de commissie Taak van de commissie De taak van de commissie was het uitvoeren van een Toets Nieuwe Opleiding (TNO) van een post-initiële masteropleiding op het gebied van de Risicoamanagement op basis van en in overeenstemming met het Toetsingskader Nieuwe Opleidingen Hoger Onderwijs van de NVAO. De commissie is op basis van door of namens de opleidingen aangeleverde informatie en door middel van ter plaatse gevoerde gesprekken tot een oordeel gekomen over de verschillende aspecten van de kwaliteit van de opleidingen, zoals beschreven in het toetsingskader, en heeft de punten geïdentificeerd die naar haar oordeel verbeterd zouden kunnen worden. Samenstelling van de commissie De samenstelling van de commissie is op 9 november 2010 goedgekeurd door de NVAO. A Tot voorzitter, tevens lid van de commissie, werd benoemd: prof. dr. ir. A.C. (Aarnout) Brombacher, Hoogleraar Kwaliteit en Betrouwbaarheid, Technische Universiteit Eindhoven; B tot leden van de commissie werden benoemd: prof. dr. ir. J.E. (Joan) van Aken, emeritus hoogleraar Organisatiekunde, Technische Universiteit Eindhoven; E. (Ed) Mallens B.Sc., B.Ba, CRM., secretary general van PRIMO Europe; prof. dr. ir. H.J. (Hans) Pasman, research professor for the Mary Kay O Connor Safety Process Center, Texas A&M University, USA; dr. A.A. (Diana) Vinke, Medewerker onderwijsontwikkeling, Technische Universiteit Eindhoven; drs. M. (Roos) van der Poel, alumna Executive Master Enterprise Risk Management. Drs. M.M. (Melissa) Truijens, medewerker van het bureau van QANU, was projectleider voor de visitatie en secretaris van de commissie. De leden van de commissie hebben allen de onafhankelijkheidsverklaring ondertekend die QANU hanteert voor haar visitaties. QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente 9

10 Een overzicht van de curricula vitae van de commissieleden is opgenomen in bijlage A. 3. Betrokken opleiding De commissie beoordeelde de volgende opleiding: Instelling: Opleiding: Variant(en): Universiteit Twente (1 opleiding) Risicomanagement Deeltijd 4. Werkwijze van de commissie 4.1. Startvergadering Op 7 december 2010 hield de commissie, direct voorafgaand aan het bezoek, haar startvergadering. Tijdens deze vergadering heeft de commissie haar taakstelling en werkwijze besproken en heeft zij de benchmark uit de zelfstudie waarmee de opleiding haar plek binnen het vakgebied inneemt, ter kennisgeving aangenomen De voorbereiding op het bezoek De projectleider heeft het zelfevaluatierapport van de opleiding gecontroleerd op kwaliteit en volledigheid en, in overleg met de voorzitter van de commissie, bepaald of het rapport gebruikt kon worden voor de voorbereidingen op het bezoek van de commissie. Het zelfevaluatierapport voldeed aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden. De commissieleden hebben voorafgaand aan het bezoek het zelfevaluatierapport van de te beoordelen opleiding bestudeerd en op basis daarvan vragen en opmerkingen geformuleerd. Tijdens de voorbereidende vergadering aan het begin van het bezoek heeft de commissie het zelfevaluatierapport, de vooraf geformuleerde vragen en opmerkingen en de afstudeerscripties besproken en de te voeren gesprekken voorbereid Het bezoek van de commissie Het bezoek van de commissie aan de opleiding vond plaats op 7 en 8 december Het bezoekprogramma is opgenomen in bijlage C. De projectleider heeft, voorafgaand aan het bezoek, nadere afspraken gemaakt met de contactpersoon van de instelling over de precieze invulling van het programma. De commissie heeft tijdens het bezoek gesproken met een groep studenten en een groep docenten. Zij heeft verder een gesprek gevoerd met een vertegenwoordiging van het faculteitsbestuur, met het opleidingsbestuur of management, de leden van de Opleidingscommissies en Examencommissie en de studieadviseurs of -begeleiders. Verder heeft zij tijdens het bezoek aanvullend materiaal bestudeerd en een spreekuur georganiseerd voor studenten of docenten die de commissie separaat wilden spreken. De commissie gebruikte het grootste deel van de laatste middag van het bezoek voor het formuleren van haar oordeel over de opleidingen. Zij heeft bij de beoordeling de door QANU opgestelde checklist, die het Accreditatiekader Toets Nieuwe Opleiding van de NVAO volgt, als uitgangspunt gehanteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter 10 QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente

11 van de commissie een mondelinge rapportage gegeven van de eerste bevindingen van de commissie De bestudering van het materiaal tijdens de bezoeken De commissie heeft tijdens haar bezoek aanvullend materiaal bestudeerd dat zij vooraf ter inzage had gevraagd. Zij heeft veelvuldig gebruik gemaakt van de mogelijkheid om informatie uit de zelfstudie of de gevoerde gesprekken te verifiëren met behulp van dat materiaal. De commissie had de opleiding gevraagd om de volgende documenten ter beschikking te stellen: voorlichtingsmateriaal (folders, brochures); studiemateriaal: verplichte literatuur, handboeken, syllabi, readers, studiehandleidingen; voorbeelden van werkstukken, portfolio s, onderzoeksverslagen en stageverslagen; scriptiereglementen, richtlijnen voor het maken van werkstukken; stagereglementen, stagehandleidingen; reglementen met betrekking tot tentamens en examens, toetshandleidingen; toetsmaterialen (opdrachten, tentamens en dergelijke); verslagen van recente vergaderingen van de Opleidingscommissie en de Examencommissie; materiaal met betrekking tot de evaluatie van colleges en curricula, eventueel ook studententevredenheidsmonitoren; alumni-enquêtes; verslagen of rapporten van relevante ad hoc-commissies; jaarverslagen (onderwijs, onderzoek, laatste drie jaar). Tijdens het bezoek heeft de commissie om aanvullende documentatie gevraagd. De opleidingen hebben naar de overtuiging van de commissie al het mogelijke gedaan om de commissie te voorzien van de informatie die zij wilde bestuderen De beslisregels Het accreditatiestelsel kent een vierpuntsschaal voor de beoordeling van de facetten (onvoldoende, voldoende, goed of excellent) en een tweepuntsschaal voor de beoordeling van de onderwerpen (voldoende of onvoldoende). De commissie heeft bij het bepalen van haar oordelen voor de facetten de beslisregels van QANU gevolgd. Deze zijn: de beoordeling onvoldoende geeft aan dat de opleiding niet voldoet aan de criteria voor basiskwaliteit die gelden voor het desbetreffende facet; de beoordeling voldoende geeft aan dat de opleiding voldoet aan de criteria voor basiskwaliteit die gelden voor het desbetreffende facet; de beoordeling goed geeft aan dat de opleiding aantoonbaar uitstijgt boven het niveau dat wordt vastgelegd door de criteria voor basiskwaliteit die gelden voor het desbetreffende facet; de beoordeling excellent geeft aan dat de opleiding als een voorbeeld van best practice mag worden beschouwd met betrekking tot het desbetreffende facet. QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente 11

12 4.6. Het rapport De secretaris van de commissie heeft, op basis van de bevindingen van de commissie tijdens het bezoek, een conceptrapport opgesteld over de opleiding en dat, in overeenstemming met de binnen de commissie gemaakte afspraken, verspreid onder de commissieleden. Zij heeft de opmerkingen van de commissieleden verwerkt in het conceptrapport en die vervolgens, in het kader van de hoor-wederhoorprocedure, voorgelegd aan de betrokken faculteit en opleiding met het verzoek eventuele feitelijke onjuistheden of andere verbeterpunten te identificeren. De reacties van de faculteit op het conceptrapport zijn voorgelegd aan de voorzitter van de commissie, die besloten heeft of de opmerkingen en suggesties van de opleiding werden verwerkt in de tekst. De definitieve versie van het beoordelingsrapport is vastgesteld in februari QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente

13 DEEL II: OPLEIDINGSRAPPORT QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente 13

14 14 QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente

15 1. Rapport over de masteropleiding Risicomanagement aan de Universiteit Twente Administratieve gegevens Masteropleiding Risicomanagement Naam opleiding: Risicomanagement CROHO-nummer: n.v.t. Niveau: master Oriëntatie: wo Studielast: 70 EC Graad: Master of Science Variant(en): deeltijd Locatie(s): Enschede Einddatum accreditatie: n.v.t. Het bezoek van de visitatiecommissie Risicomanagement aan de School of Management and Governance van de Universiteit Twente vond plaats op 7 en 8 december Structuur en organisatie van de faculteit De postinitiële masteropleiding Risicomanagement wordt verzorgd door de Faculteit Management en Bestuur van de Universiteit Twente (UT). De faculteit heeft ongeveer 350 personeelsleden, telt studenten en verzorgt verschillende bachelor- en masteropleidingen. Naast de reguliere opleidingen biedt de faculteit steeds meer post-initiële opleidingen aan, waaronder de in dit rapport beoordeelde masteropleiding Risicomanagement. De zelfstudie beschrijft dat de verantwoordelijkheid voor het onderwijs formeel belegd is bij de decaan, en dat de opleidingsdirecteuren inhoudelijk verantwoordelijk zijn. Ook staat de masteropleiding Risicomanagement onder leiding van de opleidingsdirecteur post-initieel onderwijs. De dagelijkse leiding van het programma is in handen van de programmaleider Het beoordelingskader Doelstellingen opleiding F1: Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Beschrijving De zelfstudie geeft aan dat risicomanagement zijn wortels heeft in het financiële domein in de jaren 50, waarna het ontwikkeld en uitgewaaierd is over diverse sectoren van techniek en beleid naar aanleiding van grote ongevallen en rampen. Het vakgebied is sindsdien verder geëvolueerd en onderzoekt hoe om te gaan met de onzekerheden van zogenaamde moderne risico s klevend aan bijvoorbeeld nano-echnologie, genetische modificatie en aspecten van voeding. QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente 15

16 Er bestaat geen officiële (inter)nationale domeinbeschrijving voor een opleiding in Risicomanagement. De opleiding heeft daarom zelf (inter)nationaal benchmark onderzoek uitgevoerd naar relevante opleidingen, waarna zij concludeerde dat programma s ofwel een gespecialiseerde focus hebben, danwel zich richten op maatschappelijk risicomanagement. De resultaten van de benchmark zijn terug te vinden in de zelfstudie van de opleiding. De opleiding signaleerde in haar benchmark een hiaat in het bestaande aanbod op het gebied van integraal risicomanagement op het niveau van de organisatie. Volgens de zelfstudie worden zowel de private als de publieke sector steeds vaker met hetzelfde soort risico s geconfronteerd, en kan men op het niveau van de organisatie vaak uitgaan van dezelfde principes, theorieën en methodologieën. De hoofdconclusie was dat er ruimte is in het onderwijsdomein voor een postinitiële masteropleiding, bestemd voor de publieke en private sector, met de focus op de organisatie. Volgens de zelfstudie maakt het managen van technologische risico s, conform het technische profiel van de UT, een belangrijk deel uit van het programma van de opleiding. Daarbij kan men denken aan ICT, nano-technologie en chemicaliën/procestechnologie. De opleiding stelt dat zij met de gekozen focus voldoet aan de wensen van het beroepenveld, waaronder met name het Nationaal Netwerk voor Risicomanagement (NNR). Dit beeld werd bevestigd door enkele vertegenwoordigers uit het beroepenveld met wie de commissie tijdens het bezoek sprak. Deze vertegenwoordigers lieten echter weten dat er na de start van de opleiding geen contact meer was geweest. Tijdens het bezoek maakten de inhoudelijk verantwoordelijke personen duidelijk dat het doel van de opleiding is om studenten een wetenschappelijke basis te bieden voor hun beroepspraktijk in het Risicomanagement. De eindkwalificaties van de opleiding zijn gebaseerd op de in het onderzoek geïdentificeerde vier kern-eindtermen en op elf vereisten. De doelstelling van de opleiding is eveneens afgeleid uit het eerder genoemde internationale onderzoek inzake het domein van risicomanagement. De eindkwalificaties van de opleiding staan in Bijlage C. Oordeel De commissie heeft de benchmark die de opleiding heeft uitgevoerd uitvoerig bestudeerd, en heeft geconcludeerd dat de opleiding zich duidelijk heeft gepositioneerd ten opzichte van andere masteropleidingen in het risicomanagement. De commissie kan zich vinden in de beredenatie van de opleiding dat het integrale risicomanagement een plaats moet hebben binnen de wetenschap. De commissie heeft vastgesteld dat de opleiding vertegenwoordigers uit het beroepenveld heeft betrokken bij het opstellen van de eindtermen. De NNR heeft, zo constateert de commissie, een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van de opleiding. De commissie betreurt het dat deze betrokkenheid is verwaterd nadat de opleiding van start is gegaan zoals hierboven door enkele vertegenwoordigers werd aangegeven. De commissie adviseert de opleiding dan ook om de banden met het afnemend veld, zoals bijvoorbeeld het NNR, structureel aan de opleiding te verbinden, zodat de doelstellingen van de opleiding regelmatig kunnen worden getoetst aan de behoeften van het beroepenveld. Zodoende behoudt de opleiding haar relevantie voor het beroepenveld. 16 QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente

17 Masteropleiding Risicomanagement: het oordeel van de commissie is voldoende. F2: Niveau: Bachelor en Master De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor of een Master. Beschrijving De opleiding heeft in haar zelfstudie een matrix opgenomen, waarin zij de eindtermen van de opleiding koppelt aan de Dublin-descriptoren. Deze koppeling wordt weergegeven in tabel 1. Dublin Descriptor Eindkwalificaties Kennis en Inzicht 1, 2, 7, 10, 12 Toepassen van Kennis en Inzicht 1, 3, 7, 10, 11, 12 Oordeelsvorming 4, 5, 7, 8 Communicatie 3, 5, 6, 8 Leervaardigheden 1, 9 Tabel 1: Dublin-descriptoren en eindkwalificaties van de masteropleiding Risicomanagement Oordeel De commissie heeft het overzicht uit de zelfstudie bestudeerd, waarin de opleiding de eindtermen heeft gekoppeld aan de Dublin-descriptoren. De commissie heeft vastgesteld dat de eindtermen voldoen aan de eisen die gesteld worden aan een wetenschappelijke opleiding uit de tweede cyclus, in dit geval een Master of Science. De eindterm die beschrijft dat de afgestudeerde zijn kennis, inzicht en probleemoplossend vermogen kan toepassen in een onbekende omgeving binnen de context van zijn vakgebied, sluit bijvoorbeeld aan op het niveau van kennis en inzicht dat bereikt wordt in de masterfase. Verder komt de Dublin descriptor over leervaardigheden terug in de eindtermen 1 en 9. De afgestudeerde is in staat om nieuwe kennis over het vakgebied zelfstandig te vervaardigen en toe te passen. Ook is hij in staat op zijn persoonlijke leerproces te reflecteren in zijn dagelijkse beroepspraktijk. De commissie concludeert dat afgestudeerden over kennis, vaardigeden en attituden moeten beschikken die passend zijn bij het niveau van een masteropleiding. Masteropleiding Risicomanagement: het oordeel van de commissie is voldoende. F3: Oriëntatie WO: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een Bachelor en een Master: De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de relevante praktijk in het toekomstige beroepenveld. Een WO-bachelor heeft de kwalificaties voor toegang tot tenminste één verdere WO-studie op masterniveau en eventueel voor het betreden van de arbeidsmarkt. Een WO-master heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten of multi- en interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist is of dienstig is. Beschrijving Voor de vereisten van de wetenschappelijke discipline verwijst de zelfstudie naar het eerder genoemde benchmark rapport. De eindkwalificaties van de masteropleiding Risicomanagement worden in de zelfstudie gerelateerd aan de eindkwalificaties van QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente 17

18 vergelijkbare opleidingen, waaruit naar voren komt in welke mate aan de eisen vanuit de wetenschappelijke discipline wordt voldaan. Zo komt in eindkwalificatie 1 naar voren dat afgestudeerden kennis en inzicht hebben in de theorieën van risicomanagement en in staat zijn deze toe te passen. Daarnaast laat eindkwalificatie 12 zien dat afgestudeerden van de opleiding zelfstandig een onderzoek kunnen uitvoeren en problemen oplossen. Het voldoen aan de vereisten van de relevante praktijk en het toekomstige beroepenveld worden op twee manieren beschreven in de zelfstudie. Als eerste wordt verwezen naar het benchmark onderzoek, waaruit vereisten naar voren komen. Daarnaast wordt gerefereerd aan de uitkomsten van een in 2008 gehouden marktonderzoek, waaruit bleek dat er behoefte was aan de masteropleiding Risicomanagement. Oordeel Zoals bij facet 1 is onderbouwd, heeft de commissie vastgesteld dat de eindtermen voldoen aan de eisen die het beroepenveld en de wetenschap stellen aan een masteropleiding Risicomanagement. De commissie heeft geconstateerd dat de opleiding beoogt een wetenschappelijke beroepsopleiding te zijn. De commissie heeft het schema uit de zelfstudie waarin de algemene vereisten voor een wetenschappelijke opleiding zijn gekoppeld aan de eindkwalificaties van de opleiding, bestudeerd. Zij kan zich vinden in de manier waarop de opleiding de verschillende vereisten gedefinieerd heeft, zoals een analytische aanpak voor probleemoplossing, een kritische denkwijze en de vaardigheid om logische redenatie toe te passen en bewustzijn van de ethische, normatieve en sociale consequenties van ontwikkelingen in wetenschap en technologie. De ontwerpcyclus zou volgens de commissie nadrukkelijker naar voren moeten komen in de eindkwalificaties (zie ook facet 4 en 5). De commissie stelt voor om een structurele koppeling met het aan de UT (en elders) lopende onderzoek in deze opleiding te verankeren om daarmee enerzijds de studenten op de hoogte te brengen van de methodische aspecten van het onderzoek (en daarmee een koppeling met een eventueel promotie traject mogelijk te maken) en anderzijds de opleiding ook actueel te houden voor wat betreft recente ontwikkelingen op onderzoeksgebied. Een probleem is hierbij wellicht de sterke spreiding van het gerelateerde onderzoek over diverse faculteiten en onderzoeksgroepen binnen de UT; de commissie vermoedt dat het elders in dit rapport genoemde plan voor het opzetten van een kennis/expertisecentrum op dit gebied steun zou kunnen bieden. Desondanks stelt de commissie vast dat de eindkwalificaties voldoende wetenschappelijk niveau waarborgen. Dit blijkt, zo constateert de commissie, onder meer uit eindkwalificatie 12, die formuleert dat de afgestudeerde in staat is om juiste methoden en technieken toe te passen en complexe situaties te analyseren. Verder is de afgestudeerde in staat om zich zelfstandig nieuwe kennis op het gebied van risicomanagement eigen te maken. De eindkwalificaties sluiten daarbij aan op de beroepspraktijk, waarin de afgestudeerde functioneert. De afgestudeerde kan, zo concludeert de commissie, binnen organisaties advisren over risicomanagement en daarbij rekening houden met de verschillende beleidsuitgangspunten en/of (politieke) belangen. Daarbij kan de afgestudeerde als leider, of als lid, van een team een veranderproces in gang te zetten. Masteropleiding Risicomanagement: het oordeel van de commissie is voldoende. 18 QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente

19 Oordeel over het onderwerp Doelstellingen opleiding Op basis van de beoordelingen per facet komt de commissie tot een samenvattend oordeel over het onderwerp Doelstellingen opleiding. Voor de masteropleiding Risicomanagement is het oordeel voldoende Programma Beschrijving van het programma: Het programma kent acht achtereenvolgende kernmodulen, vijf modulen over actuele onderwerpen, een excursie en een onderzoeksproject. Naast deze zogenaamde lijn van basisvakken loopt een lijn Casus en Methodologie, die in totaal 9 EC omvat. Tabel 2 geeft een overzicht van de verschillende kernmodulen. Tussen de kernmodules door worden de vijf modules over actuele onderwerpen (current topics) gegeven. De acht kernmodulen vormen de basis van het programma. Ze beslaan de verschillende fasen uit de risicomanagementcyclus, te weten assessment (kernmodule 2), control, (kernmodule 3) communication (kernmodule 4) en organization (kernmodule 6). In de andere kernmodulen komen de gespecialiseerde onderwerpen aan bod, waarna de studenten in kernmodule 8, Bernstein reflection, reflecteren op het programma en op hun eigen ervaringen met risicomanagement binnen hun werkomgeving. De negende module is de eerder genoemde Casus en Methodologielijn, die wordt afgesloten met een scriptie. Deze module wordt voornamelijk gevolgd aan de hand van de dagelijkse werkomgeving van de student en loopt als een rode draad naast het programma van de kernmodulen. In submodule 4a worden de onderzoeksvoorstellen besproken in de groep. De kernmodulen en de Casus en Methodologielijn komen samen uit in het afsluitende onderzoeksproject van de opleiding. Module Kernmodule 1 Kernmodule 2 Kernmodule 3 Kernmodule 4 Kernmodule 5 Kernmodule 6 Kernmodule 7 Kernmodule 8 Naam vak Introductie Risk Assessment Risk Control Risk Communication Study trip Organization Special Subjects Bernstein-reflection Tijdens het samenstellen van de zelfstudie, zo meldt de opleiding in het rapport, wilde de opleiding de studielast van het programma met 10 EC verhogen. Reden hiervoor was dat de leerlijn Casussen & Methodologie en de module Bijzondere Onderwerpen elk met 5 EC uitgebreid konden worden. De opleiding meende dat dit het academische gehalte beter zou waarborgen en de studenten van de eerste leergang stemden in met deze uitbreiding. Leergang I, de eerste lichting studenten van de masteropleiding Risicomanagement, is in januari 2009 gestart met de opleiding. Leergang II begon in september 2010 met de opleiding. F4: Eisen WO Het programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een HBO- of een WO-opleiding: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats in interactie tussen het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek binnen relevante disciplines. Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in de relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente 19

20 verbanden met actuele wetenschappelijke theorieën. Het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Bij daarvoor in aanmerking komende opleidingen heeft het programma aantoonbare verbanden met de actuele praktijk van de relevante beroepen. Beschrijving De zelfstudie bevat een uitgebreid overzicht, waarin de opleiding aangeeft op welke manier er in de verschillende vakken een verband wordt gelegd met relevant onderzoek, en op welke manier binnen de vakken academische vaardigheden worden ontwikkeld. Zo worden de verbanden met actuele wetenschappelijke theorieën onder andere vormgegeven doordat in de kernnodulen de theorieën worden behandeld achter de verschillende disciplines die het integraal risicomanagement kent. Voorbeelden hiervan zijn de Probability Theory and Models in kernmodule 2: Risicoanalyse, Heinrich s Domino Theory en Markowitz Modern Portfolio in kernmodule 3: Risicocontrole, en de Prospect Theory in kernmodule 8: Bernstein Reflection. In de zelfstudie legt de opleiding uit dat de studenten onderzoeksvaardigheden ontwikkelen in de Casus & Methodologielijn. De ontwerpcyclus wordt in een submodule behandeld, en de opleiding heeft een Masterclass ontwikkeld om de studenten te helpen hun Case research project tot stand te brengen. Tijdens het bezoek heeft de commissie verschillende publicaties bestudeerd, waaronder artikelen van docenten die betrokken zijn bij de opleiding en promotieonderzoeken op het gebied van Risicomanagement. In het gesprek dat de commissie had met de inhoudelijk verantwoordelijken van de opleiding werd duidelijk dat zij voornemens zijn een kenniscentrum op te richten. Dit kenniscentrum heeft als doel de wetenschappers die vanuit verschillende faculteiten betrokken zijn bij de opleiding met elkaar te verbinden om een duidelijker onderzoeksomgeving voor de studenten te creëren. Na het bezoek bleek dat het Management Team van de UT heeft besloten tot uitwerking van de oprichting van het kenniscentrum. Zo meldde de opleiding dat er inmiddels middelen beschikbaar zijn gesteld. De verbanden met de beroepspraktijk worden, zo verklaart de zelfstudie, op verschillende manieren gewaarborgd. Zo zijn verschillende stafleden tevens werkzaam in de beroepspraktijk. Ook organiseert de opleiding gastcolleges en studiereizen. De casussen die behandeld worden tijdens de modules zijn afkomstig uit het werkveld. Het afstudeerproject is, tot slot, gebaseerd op een probleem waarmee de student tijdens zijn dagelijkse werkzaamheden te maken heeft. De studenten met wie de commissie sprak tijdens het bezoek, vertelden dat zij het programma als een eye-opener ervaren. Zij leren de theorieën achter hun dagelijkse werkpraktijk, en voelen zich daarmee in staat om beter onderbouwde oplossingen te vinden voor de problemen waar zij mee te maken hebben. Oordeel: De commissie heeft het overzicht nauwkeurig bestudeerd en heeft vastgesteld dat de opleiding een academisch karakter heeft. De studenten van de masteropleiding Risicomanagement, zo concludeert de commissie, studeren op een wetenschappelijk niveau. Ofschoon zij in principe met de opgedane kennis ook wetenschap zouden kunnen beoefenen zullen zij die, overigens niet afwijkend van andere academische opleidingen, in hun algemeenheid alleen op praktijkproblemen toepassen. 20 QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente

21 De commissie concludeert dat de interactie tussen onderwijs en onderzoek in voldoende mate plaatsvindt. Wel meent de commissie dat deze interactie actiever, coherenter en explicieter vormgegeven kan worden. De commissie dringt aan op de inrichting van het kenniscentrum (zie ook eerdere opmerkingen in dit kader), zodat de verankering van het onderzoek binnen het onderwijs van de masteropleiding Risicomanagement steviger kan worden. Met een kenniscentrum wordt het, op dit moment sterk gespreidde, vakgebied immers gestructureerd en geformaliseerd binnen de UT, waardoor de zichtbaarheid wordt vergroot. De commissie meent dat idealiter de casuistiek uit de beroepspraktijk wordt gebruikt, met de thematiek uit de onderzoekslijnen uit het kenniscentrum. De commissie is dan ook positief over het feit dat de oprichting van het kenniscentrum na het bezoek aan de opleiding in gang is gezet. De commissie adviseert de opleiding om de ontwerpcyclus een zwaardere rol te geven in vooral het case- en methodologieonderwijsen en daarin expliciet de reflectie op het geleerde uit het veldwerk op te nemen. In de beroepspraktijk moet de afgestudeerde kunnen handelen (of adviezen geven over het handelen), waardoor hij ook moet kunnen ontwerpen. Verder zouden in dit verband ook eventuele lacunes in de literatuur aan de orde moeten komen. De afgestudeerde moet immers ook kunnen toevoegen aan de kennisbasis van het vak, door reflectie op wat hij geleerd heeft tijdens de beroepsuitoefening. Dit sluit volgens de commissie aan bij de positionering van de opleiding als wetenschappelijke beroepsopleiding. De opleiding heeft, zo heeft de commissie vastgesteld, voldoende banden met de actuele beroepspraktijk. De studenten gebruiken hun eigen werkervaringen binnen het onderwijs. Ook door de excursies naar onder andere Shell worden de studenten geconfronteerd met de beroepspraktijk. De commissie is van mening dat de opleiding voldoet aan de eisen die in dit facet vanuit het perspectief van de eisen die aan een wetenschappelijke opleiding worden gesteld. Masteropleiding Risicomanagement: het oordeel van de commissie is voldoende. F5: Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Beschrijving In de zelfstudie heeft de opleiding een matrix opgenomen waarin de verschillende kernmodules gekoppeld zijn aan de eindkwalificaties. Uit dit overzicht blijkt dat iedere eindkwalificatie in meerdere modules aan bod komt. De matrix geeft aan dat de eindkwalificaties over kennis en inzicht worden gerealiseerd in alle acht kernmodulen en de Casus & Methodologielijn. De academische vaardigheden worden onder meer ontwikkeld in de kernmodulen 2 en 6, en vooral de in de submodulen van de Casus & Methodologielijn. De eindkwalificatie die betrekking heeft op het functioneren binnen een team als lid of als leider wordt voornamelijk gerealiseerd in de verschillende excursies. De schrijfvaardigheden komen in nagenoeg alle modulen aan bod. Doel van het programma is om professionele kennis en vaardigheden te ontwikkelen bij de studenten door middel van actief leren op academisch niveau. Hierbij wordt rekening gehouden met de achtergrond van de studenten. De vertaling van dit doel in het programma is gebaseerd op drie overwegingen: 1) stimuleren van actief leren, 2) Voortbouwen op QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente 21

22 aanwezige kennis, ervaring, vaardigheden en professionele achtergronden, en 3) het gestructureerd ontwikkelen van kennis en vaardigheden. Oordeel: De commissie heeft de matrix waarin de eindkwalificaties van de opleiding gekoppeld zijn aan de verschillende vakken bestudeerd. Zij heeft geconcludeerd dat de beoogde eindkwalificaties in voldoende mate gerealiseerd worden in het programma. De commissie is van mening dat het programma doordacht is gestructureerd en opgebouwd, vanuit de gedachte dat de studenten de eindkwalificaties moeten kunnen halen. Door bij de casuïstiek gebruik te maken van een wetenschappelijke backbone, krijgen studenten kennis over de verschillende methodologieën. Wel adviseert de commissie om de studenten minimaal éénmaal, maar liefst vaker, de ontwerpcyclus te laten doorlopen. Dit zou in elk geval moeten gebeuren in het afstudeerproject. Daarbij benadrukt de commissie dat het afstudeerproject naast analyse en diagnose, zich ook moet ricten op het formuleren van oplossingen en het ontwerpen van een implementatieproces. Masteropleiding Risicomanagement: het oordeel van de commissie is voldoende. F6: Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Beschrijving De zelfstudie beschrijft dat het programma uit drie componenten bestaat, te weten de kernmodulen, de Casus & Methodologielijn en het casus research project. In de vakken worden de verschillende aspecten van het integrale risicomanagement behandeld, namelijk het technologische risicomanagement,organisatorisch risicomanagement en financieel en juridisch risicomanagement. De samenhang in het programma is volgens de zelfstudie gebaseerd op de risicomanagement cyclus. Samenhang wordt in het programma ingebracht door middel van vijf mechanismen: Heldere basisstructuur; Samenhang tussen de modules; Het toewerken naar het Case research project; Organisatie; Kwaliteitszorg. In de kernmodulen komen achtereenvolgens de verschillende stappen van de ontwerpcyclus aan bod: eerst de risicoanalyse (module 2), daarna de risicocontrole (module 3), de communicatiemodule (module 4), en vervolgens risico-organisatie (module 6). De kernmodulen houden, zo meldt de zelfstudie, verband met de Casus & Methodologielijn. Zo wordt bijvoorbeeld voor de casus in submodule 3a gebruik gemaakt van de stof uit kernmodulen 1 en 3. Om de samenhang tussen de modulen te waarborgen heeft de opleiding een leidraad opgesteld, waarin de inhoud van de verschillende modules staat weergegeven. Op basis van deze leidraad ontwikkelen de docenten hun modulen. Daarnaast gaven de docenten tijdens 22 QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente

23 het bezoek aan dat er regelmatig onderling overleg plaatsvindt over de raakvlakken van de verschillende modules. De zelfstudie meldt dat ook de achtergrond van de studenten zorgt voor inhoudelijke samenhang in het curriculum. De studenten gebruiken casussen uit hun eigen werkpraktijk voor hun studie. De studenten gaven tijdens het bezoek aan dat zij het programma als samenhangend ervaren. Oordeel De commissie heeft bestudeerd of de studenten een inhoudelijk samenhangend programma volgen en stelt vast dat het programma voldoende inhoudelijke samenhang vertoont. Doordat de opleiding een compleet en samenhangend programma nastreeft, worden zo constateert de commissie, uiteenlopende onderwerpen behandeld. De commissie signaleert dat er een gevaar bestaat voor een fragmentarisch programma. De commissie is er mede door het gesprek met de studenten van overtuigd geraakt dat de opleiding erin slaagt een consistent vakkenpakket aan te bieden. Voor de studenten is de integrale aanpak een manier van denken die een rode draad vormt in het curriculum. De commissie waardeert de manier waarop de opleiding deze integrale aanpak doorvoert in het curriculum en concludeert dat de inhoudelijke consistentie daardoor wellicht wat kwetsbaar, maar weldegelijk aanwezig is. De breedte van het gebied en de complexiteit van sommige concepten van risicomanagement maken een integrale aanpak gezien de toegemeten tijd ook niet eenvoudig realiseerbaar. De commissie adviseert de opleiding om het programma in zijn samenhang kort en bodig te beschrijven, en dit strategische stuk met het oog op de continuïteit met belanghebbenden te delen. Op die manier kan de opleiding waarborgen dat ook nieuwe docenten hun onderwijs vanuit een samenhangende visie verzorgen. De commissie heeft kunnen vaststellen dat de docenten onderling in voldoende mate communiceren om de beoogde inhoudelijke samenhang te waarborgen. Ook de gesprekken tussen docenten en programmaleiding dragen bij in de waarborging van samenhang. De commissie waardeert de manier waarop de opleiding erin slaagt om, ondanks de diversiteit binnen het docentencorps, een samenhangend programma aan te bieden. Ondanks dat de vakken worden verzorgd door docenten uit verschillende faculteiten, door externe docenten en door gastdocenten, ervaren de studenten samenhang binnen het programma. De commissie heeft tijdens het bezoek kunnen vaststellen dat dit vooral te danken is aan de organisatorische kwaliteiten van verschillende docenten en van de programmaleiding. Masteropleiding Risicomanagement: het oordeel van de commissie is voldoende. F7: Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente 23

24 Beschrijving Zoals beschreven bij facet 4 is de studielast van de opleiding verhoogd van 60 EC naar 70 EC, verspreid over twee jaar en drie maanden. Er vinden maandelijkse seminars plaats, die alle twee dagen duren. In totaal zijn er 20 seminars georganiseerd. Voor de zelfstudie gaat de opleiding uit van 20 uur per studiepunt en een zelfstudielast van 10 uur per week. Het aantal contacturen komt neer op 330. De zelfstudie meldt dat waar mogelijk factoren worden weggenomen die de studievoortgang belemmeren. Zo is er soms sprake van een piekbelasting, bijvoorbeeld wanneer studenten een tentamen moeten herkansen. In de praktijk gaat de herkansing vaak ten koste van de tijd die de studenten aan het Casus research project besteden. Om deze reden heeft de opleiding een duidelijker fasering aangebracht in het Casus research project. Ook kan het missen van een seminar een barriere opwerpen voor studenten. Daarom neemt de opleiding de seminars op op video en plaatst zij deze online. De studenten met wie de commissie tijdens het bezoek sprak, gaven aan dat de combinatie van de opleiding en een baan een pittige combinatie is. In het afstudeerproject lopen zij niet allemaal nominaal. Ook de docenten gaven aan dat er veel wordt gevraagd van de studenten. De docenten signaleren dat de studenten wel eens klagen over de hoeveelheid werk, maar dat de studenten desondanks altijd goed voorbereid op de seminars verschijnen. De studenten bevestigden dit beeld: zij vertelden dat zij zich gemotiveerd voelen om aan de pittige eisen van de opleiding te voldoen. Oordeel De commissie concludeert dat de opleiding de studielast mild overstuurt. De studielast is in de ogen van de commissie stevig, maar zeer goed uitgebalanceerd. De studenten zijn enthousiast en voelen zich uitgedaagd. Door de zogenoemde eye openers die de studenten gedurende het programma ervaren, zijn zij gemotiveerd om te voldoen aan de stevige eisen die de opleiding aan hen stelt. Daarnaast is de opleiding actief in het zoveel mogelijk wegnemen van factoren die de studievoortgang belemmeren. De commissie meent dat er binnen de Casus & Methodologielijn enige extra tijd besteed kan worden aan de planning van het afstudeertraject, om de studenten ook in de laatste fase van de studie nominaal te laten studeren. Volgens de commissie blijkt de goed doordachte en gebalanceerde studielast vooral uit de 10 EC die de opleiding in samenspraak met de studenten van Leergang I heeft toegevoegd aan het curriculum. De commissie heeft geconstateerd dat daardoor de ambities van zowel de opleiding, als de docenten en de studenten stevig zijn verankerd in het curriculum. De commissie is onder de indruk van het commitment van de studenten. De commissie is van mening dat de opleiding meer dan voldoet aan de eisen die in dit facet aan de studeerbaarheid worden gesteld. Masteropleiding Risicomanagement: het oordeel van de commissie is goed. 24 QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente

25 F8: Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: WO-bachelor: VWO, HBO-propedeuse of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. WO-master: bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectie. Beschrijving Er geldt een intakeprocedure voor alle geïnteresseerden in de masteropleiding Risicomanagement. Volgens de zelfstudie wordt hiermee de kwaliteit van de instroom met betrekking tot niveau, ervaring, vaardigheden en motivatie gegarandeerd. Per leergang kunnen maximaal 25 studenten instromen. De door de opleiding gehanteerde criteria voor toelating zijn 1) een afgeronde hbo of wo bacheloropleiding, 2) minimaal drie jaar relevante werkervaring, 3) kennis en beheersing van de basisprincipes van statistiek, 4) voldoende communicatieve vaardigheden en kennis van het Engels, en 5) de juiste motivatie. Als studenten voldoen aan alle criteria, worden ze direct toegelaten tot de opleiding. Indien aan één of twee criteria niet wordt voldaan, kan een student voorwaardelijke worden toegelaten. De student krijgt de mogelijkheid om alsnog aan deze criteria te voldoen. De instroom van de opleiding bestaat voor een groot gedeelte uit personen die na het behalen van een hbo-diploma enkele jaren werkervaring hebben opgedaan in een relevante omgeving. Voorafgaand aan toelating dienen alle studenten een intakegesprek te voeren. De studenten lieten de commissie weten dat zij dit intakegesprek als nuttig hadden ervaren. Volgens hen schetst de opleiding tijdens dat gesprek een reëel beeld van de opleiding en van de studielast. Ook vertelden zij positief te zijn over de ingangseisen; doordat alle deelnemers enkele jaren passende werkervaring hebben, wordt volgens hen aansluiting van de ingebrachte casussen bij de stof gegarandeerd. Oordeel De commissie heeft de opleiding bestudeerd, waarbij gelet is op de aansluiting qua vorm en inhoud bij de kwalificaties van de instromende studenten en de toelatingseisen. De commissie concludeert dat de opleiding voldoet aan de eisen behorende bij dit facet. Ook zorgt de opleiding ervoor, zo stelt de commissie vast, dat studenten voor aanvang een reëel beeld hebben van de opleiding. De commissie stelt verder vast dat de ingangseisen die de opleiding stelt, in voldoende mate aansluiten bij de opleiding. Alle studenten hebben enkele jaren passende werkervaring. De commissie heeft verder geconstateerd dat de aanvullende cursus statistiek de studenten in voldoende mate kwalificeert voor het onderwijs. Masteropleiding Risicomanagement: het oordeel van de commissie is voldoende. F9: Duur De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: WO-bachelor: in de regel 180 studiepunten. WO-master: minimaal 60 studiepunten, afhankelijk van de opleiding. Beschrijving Het programma van de masteropleiding Risicomanagement omvat 70 EC en voldoet daarmee aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum. QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente 25

26 Oordeel De masteropleiding Risicomanagement voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum. Oordeel over het onderwerp Programma Op basis van de beoordelingen per facet komt de commissie tot een samenvattend oordeel over het onderwerp Programma. Voor de masteropleiding Risicomanagement is het oordeel voldoende Inzet van personeel F10: Eisen WO De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een WO-opleiding: Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door onderzoekers die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied. Beschrijving In de zelfstudie wordt gemeld dat, in navolging van het postinitiële, toegepaste karakter van de opleiding, de betrokken staf bestaat uit een combinatie van academische stafleden en van docenten die afkomstig zijn uit het beroepenveld. De eerste groep legt de nadruk op de academische ontwikkeling van de studenten, de tweede groep op de professionele aspecten van het risicomanagement. Een groot deel van de docenten is ook betrokken bij de initiële academische opleidingen. In de zelfstudie wordt een overzicht gegeven van de betrokken docenten, met vermelding van titel, departement, onderzoeksinteresse en in welke modules onderwijs wordt gegeven. Uit deze lijst blijkt dat een groot merendeel van de docenten gepromoveerd is. Van de docenten die niet direct aan de UT geaffilieerd zijn, wordt tevens vermeld op welke wijze ze bij onderzoek zijn betrokken. Oordeel De commissie heeft het onderzoek dat door bij de opleiding betrokken docenten is uitgevoerd, tijdens het bezoek bestudeerd en heeft vastgesteld dat de docenten die de opleiding verzorgen, onderzoekers zijn die bijdragen leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied. De commissie benadrukt dat het op te richten kenniscentrum (zie facet 4) een belangrijke rol zal spelen in de thema s van het onderzoek dat de docenten verrichten. Wanneer het onderzoek van de docenten verankerd is in dit kenniscentrum en dit onderzoek ook basis biedt voor de afstudeerprojecten van de studenten, zal dit het wetenschappelijk gehalte van de opleiding versterken. Daarnaast verwacht de commissie dat deze bundeling van krachten, de afstemming tussen docenten zal vereenvoudingen en mogelijke synergie, in onderzoeks en onderwijs, zal versterken. Masteropleiding Risicomanagement: het oordeel van de commissie is voldoende. 26 QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente

27 F11: Kwantiteit personeel Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Beschrijving De eerste Leergang van de masteropleiding Risicomanagement is in Januari 2009 van start gegaan. In de zelfstudie wordt onderscheid gemaakt van drie soorten stafleden: 1) Wetenschappelijke staf, 2) management, en 3) ondersteunende staf. De studenten-staf ratio wordt berekend met de wetenschappelijke staf en komt neer op ongeveer 1:25 bij een groepsgrootte van 25 studenten. Oordeel De commissie heeft vastgesteld dat de opleiding voldoende docenten inzet om het programma te verzorgen. Door de studenten werden in de gesprekken geen signalen naar voren gebracht over tekort aan docenten. Wel werd vermeld dat de docenten sterk betrokken zijn bij de opleiding en dat door de kleinschaligheid makkelijk contact wordt gelegd. De commissie waardeert de externe docenten die worden ingeschakeld, en de gastdocenten die worden aangetrokken. Masteropleiding Risicomanagement: het oordeel van de commissie is voldoende. F12: Kwaliteit personeel Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Beschrijving Volgens de zelfstudie hebben de meeste stafleden ruime ervaring als onderzoeker en/of docenten bij andere opleidingen. Gastdocenten worden beschouwd als expert over het onderwerp waarover ze een college geven. De kwaliteit van de staf wordt in de zelfstudie aan de hand van verschillende aspecten beschreven Van de betrokken stafleden zijn onder meer de CV s opgenomen in de zelfstudie. In de zelfstudie wordt aangegeven dat veel van de academische docenten uitgebreide onderzoekservaring hebben in disciplines die zeer relevant zijn voor risicomanagement, maar waarvan geen publicaties over dit onderwerp zijn verschenen. Een groot aantal docenten heeft naast een academische onderzoeksfunctie ook een functie in het bedrijfsleven (gehad). De docenten ontvangen training voor het geven van onderwijs. Van nieuw aangestelde docenten wordt verwacht dat ze een basiskwalificatie onderwijs (BKO) behalen. Daarnaast worden regelmatig cursussen aangeboden om kennis en vaardigheden up-to-date te houden. Binnen de UT wordt sinds 2007 extra aandacht gegeven aan het Engels van de docenten. De kwaliteiten van de stafleden worden ook beoordeeld aan de hand van student-evaluaties. Indien daar aanleiding toe bestaat, zal het management van de opleiding vebeterpunten bespreken met de docent. Het resultaat van de evaluatie bij het eerste cohort studenten was een 7.7 (op 10) voor de seminars. Oordeel De commissie heeft de kwaliteit van het personeel bestudeerd en concludeert dat het personeel goed gekwalificeerd is voor de inhoudelijke realisatie van het programma. De docenten die betrokken zijn bij de verschillende vakken zijn nagenoeg allemaal erkende specialisten op het vakgebied. De commissie heeft, mede aan de hand van de verschillende QANU / Risicomanagement, Universiteit Twente 27

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige

Nadere informatie

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling: College van bestuur Universiteit Utrecht Postbus 80125 3508 TC UTRECHT Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Selective Utrecht Medical Master

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen Universiteit Leiden April 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA ,nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA datum 31 mei 2018 onderwerp Besluit

Nadere informatie

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker.

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker. College van bestuur Universiteit van Amsterdam Postbus 19268 1000 GG AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van de aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Master in International

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam }nvao r n e d e rlcw d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie les Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Februari 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015 Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam nuao w nederlands -vlaam se accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam datum 29 juli 2016 Onderwerp

Nadere informatie

Protocol TNO Educatieve Master

Protocol TNO Educatieve Master Protocol TNO Educatieve Master NVAO 14 maart 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze toets nieuwe opleiding educatieve master (womaster) 4 3 Toelichting op het beoordelingskader beperkte toets nieuwe opleiding

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit van Amsterdam datum 29 juli 2016

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht Dit rapport hoort bij het rapport Rechtsgeleerdheid (VSNU, juli 2004) van de ongedeelde opleiding Nederlands Recht, Fiscaal

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

«nvao. fluit. w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie

«nvao. fluit. w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie «nvao w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie fluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de postinitiële wo-master Marketing van de Vrije

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). nvao r nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Health Informaties van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA Versie juli 2013 Concept Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders April 2012 0 Inhoud Gebruikte begrippen en afkortingen... 2 Inleiding... 5 Opbouw

Nadere informatie

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen ,m)ao r nederlands -vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen datum 31 augustus

Nadere informatie

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Versie 1.0.3, 1 mei 2012 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,nvao ~ n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Datum locatiebezoek(en) : 31 mei 2017 Datum paneladvies : 21 juni 2017 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 17 oktober 2013

Datum locatiebezoek(en) : 31 mei 2017 Datum paneladvies : 21 juni 2017 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 17 oktober 2013 ,nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie es luit Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Commercieel Privaatrecht van de Erasmus

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN Inhoud Eindkwalificaties... 2 Afstudeerrichtingen... 3 Structuur van de opleiding... 3 Beroepsperspectief... 3 Excellentietraject... 4 Toelating en inschrijving...

Nadere informatie

QANU september 2010. Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam

QANU september 2010. Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam QANU september 2010 Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Managementwetenschappen. Radboud Universiteit Nijmegen

Politicologie Faculteit der Managementwetenschappen. Radboud Universiteit Nijmegen Politicologie Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen Februari 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

27 november oktober januari april 2015

27 november oktober januari april 2015 sïwao w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie es luit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Onderwijskunde van de Hogeschool

Nadere informatie

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 4 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 3 Procedure 6 pagina 2 1 Inleiding Instellingsbesturen kunnen voor opleidingen met kleinschalig,

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Vrije Universiteit Amsterdam

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Vrije Universiteit Amsterdam Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam Februari 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht

Nadere informatie

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Deel 2 Opleidingsspecifiek deel: Master Theologie Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2018-2019 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Expertleerkracht Primair Onderwijs van de Hogeschool

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,wao v nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam datum 30 november

Nadere informatie

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Voorlichtingsdag Bedrijfskunde Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde PROGRAMMA Bedrijfskunde@VU: hoe, wat en waarom? Prof. dr. W.E.H. Dullaert, Opleidingsdirecteur bachelor bedrijfskunde

Nadere informatie

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [60738] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Islam in de moderne wereld Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 - Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing

Nadere informatie

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht Dit rapport hoort bij het rapport Rechtsgeleerdheid (VSNU, juli 2004) van de ongedeelde opleiding Nederlands Recht, Notarieel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [66810] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding e taal en cultuur, 2014-2015 1 - Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel A en

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1. 1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor wao n e d e rla n d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit Leiden datum 31 augustus 2016 onderwerp

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht ,nvao v nederiands - vlaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht datum 30 november 2017 onderwerp

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Vrije Universiteit

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Vrije Universiteit Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Vrije Universiteit Dit rapport hoort bij het rapport Rechtsgeleerdheid (VSNU, juli 2004) van de ongedeelde opleiding Nederlands Recht en Notarieel

Nadere informatie

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen Kunstbeleid en

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [66809] Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het

Nadere informatie

Informatiekunde. Faculteit der Economie en Bedrijfswetenschappen. Universiteit van Tilburg

Informatiekunde. Faculteit der Economie en Bedrijfswetenschappen. Universiteit van Tilburg Informatiekunde Faculteit der Economie en Bedrijfswetenschappen Universiteit van Tilburg April 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht

Nadere informatie

Samenvatting aanvraag

Samenvatting aanvraag Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen Contactgegevens Nieuwe opleiding Nieuw Ad programma Nieuwe hbo master Nieuwe

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit datum 19 januari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde ons kenmerk NVAO/20050113/CT

Nadere informatie

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Radboud Universiteit Nijmegen

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Radboud Universiteit Nijmegen Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Radboud Universiteit Nijmegen Dit rapport hoort bij het rapport Rechtsgeleerdheid (VSNU, juli 2004) van de ongedeelde opleiding Nederlands Recht,

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs OCW Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs 22 mei 2003/Nr. WO/BS-2003/24136-I Nederlandse Accreditatie Organisatie 1 Opbouw toetsingskader Het toetsingskader voor nieuwe opleidingen in het hoger

Nadere informatie

van de wo-master Vertaalwetenschap van de Universiteit Utrecht

van de wo-master Vertaalwetenschap van de Universiteit Utrecht ,wao F nederlands - viaamse accreditatieorganisatie uit Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Vertaalwetenschap van de Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw ,nvao r nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Software Development van de Christelijke

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

Addendum beoordeling bestaande experimenten leeruitkomsten. 14 december Beoordelingskaders accreditatiestelsel 19 december 2014, versie 1.

Addendum beoordeling bestaande experimenten leeruitkomsten. 14 december Beoordelingskaders accreditatiestelsel 19 december 2014, versie 1. Addendum beoordeling bestaande experimenten leeruitkomsten 14 december 2015 Beoordelingskaders accreditatiestelsel 19 december 2014, versie 1.1 Inhoudsopgave 1 Addendum experiment leeruitkomsten 4 1.1

Nadere informatie

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties 1 Inleiding In haar procedure van de accreditatie van bestaande opleidingen heeft de NAO een belangrijke plaats ingeruimd

Nadere informatie

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Conferentie Onderwijsinspectie, Amersfoort, 20 mei 2015 Sietze Looijenga, QANU In deze workshop: Hoe wordt in visitaties aandacht besteed aan

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Vastgesteld door de Examencommissie CoH, clustercommissie Filosofie op 1-2-2019 Scriptiereglement

Nadere informatie

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Mededelingen OCenW Bestemd voor: instellingen voor hoger onderwijs Voorlichting Datum: 12 juni 2003 Kenmerk: WO/BS-2003/24136-I Datum inwerkingtreding: n.v.t. Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t. Juridische

Nadere informatie

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017 Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience Leiden, 17 januari 2017 Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen

Nadere informatie

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. {nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. datum 29

Nadere informatie

Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam

Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam Mei 2007 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035

Nadere informatie

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op vwo-niveau:

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master nvao nederiands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Executive MBA van de Business School Nederland datum 28 april 2017 onderwerp

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van bestuur Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde) Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde) Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Sinds 1

Nadere informatie

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD master city developer Ontwikkel een eigen visie Werk je in stedelijke gebiedsontwikkeling of herstructurering dan is de MCD opleiding voor jou een

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn

Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn NVAO Afdeling Nederland Augustus 2017 Deze richtlijn beschrijft de uitvoering van de praktijktoets behorend bij

Nadere informatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur) Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur) Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Per 1 september 2016 is

Nadere informatie

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel. ,nvao ' nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Master of Business Administration van de Stichting LOI Hoger Onderwijs

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Mediastudies/ Film- en televisiewetenschap; New Media and Digital Culture (voorheen Nieuwe media en digitale cultuur, see English EER) Artikel

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Media,

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs OCW Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs 22 mei 2003/Nr. WO/BS-2003/24136- II Nederlandse Accreditatie Organisatie 1 Opbouw accreditatiekader Het accreditatiekader voor bestaande opleidingen

Nadere informatie

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie dr. Steven Van Luchene [VLIR Cel Kwaliteitszorg] op weg naar accreditatie 1. routebeschijving: tno visita e accredita e 2. de meet: generieke

Nadere informatie