Conceptverslag van de Raadsvergadering van 10 november 2011.

Transcriptie

1 525 Conceptverslag van de Raadsvergadering van 10 november Tijd: uur Plaats: Stadhuis, Stadserf, Breda. CONCEPT-AGENDA I. Opening. II. III. IV. Mededelingen. Vaststellen van de agenda. Vragenuur. Ieder raadslid kan vragen stellen aan het college of aan de burgemeester. Een raadslid dat vragen wil stellen, moet dit minimaal 24 uur voor de vergadering melden bij de voorzitter. Ongeacht het aantal vragen is voor dit agendapunt maximaal één uur beschikbaar. V. Tweeminutendebat. Ieder raadslid kan vragen een onderwerp op de agenda te plaatsen om met de raad hierover te debatteren. Het betreft een onderwerp dat niet op de agenda staat. Een raadslid dat een tweeminutendebat wil voeren, dient hiervoor minimaal vier uur voor de vergadering een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in bij de voorzitter. De raad neemt bij het vaststellen van de agenda een beslissing ten aanzien van het verzoek. Van elke fractie voert slechts één lid in één termijn het woord voor ten hoogste 2 minuten. VI. VII. Vaststellen van de notulen van de vergadering van de Raad van de gemeente Breda d.d. 22 september en 26 september Voorstellen ter besluitvorming. 1. Verzamelde punten: a. Wijziging samenstelling commissies. b. Bezwaarschrift van de heer Jaspers tegen het besluit van de gemeenteraad tot het afwijzen van het verzoek om wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied Nieuw-Ginneken. (A) c. 2 e serie Begrotingswijzigingen. (Bo) d. Vaststellen trouwbeleid en aanpassen Legesverordening Breda (B) e. Erfgoedverordening. (W) f. Verordening Bl-zone Steenakker Breda (M) 2. Installatie van mevrouw D.V.A. (Daya) Lindeborg en de heer J.G.W. De Leeuw als commissielid niet-raadslid. Mevrouw Lindeborg en de heer De Leeuw zijn voorgedragen als commissielid niet-raadslid voor de fractie PvdA. Naar analogie van de installatie van raadsleden dienen zij een vergelijkbare eed of naar keuze een verklaring en belofte af te leggen alvorens het lidmaatschap daadwerkelijk te kunnen vervullen. 3. Voorstel tot vaststelling van de Beleidslijn glastuinbouwgebied Prinsenbeek. (A) (5) Deze beleidslijn is een gevolg van de discussie die er is ontstaan over de vestigingsmogelijkheden voor nieuwe glastuinbouwbedrijven in een deel van het buitengebied van Prinsenbeek. Voorafgaand aan het opstellen van deze beleidslijn is er onderzoek uitgevoerd naar de diverse onderdelen die belangrijk zijn in het kader van deze materie. Belangrijke conclusies uit het onderzoek zijn dat het glastuinbouwgebied vanwege de aanwezige waarden in het gebied langs de historische linten Overveldsestraat en Brielsedreef is verkleind en de begrenzing, met inachtneming van reeds bestaande bedrijven, is verschoven van de wegen af. Daarnaast is een solitair gelegen locatie in het noordoostelijk deel van het onderzoeksgebied (de zogenaamde TOM locatie) op basis van het onderzoek ook uit het glastuinbouwgebied gelaten.

2 Vaststellen bestemmingsplan Heilaarpark. (A) (3) Het plan Heilaarpark biedt een nieuwe planologische regeling voor deze jonge woonwijk en gaat grotendeels uit van de bestaande situatie. Verder is de voor het landgoed Heilaar op 27 juli 2010 verleende vrijstelling voor de bouw van 68 grondgebonden woningen en 32 appartementen in het bestemmingsplan vertaald. 5. Benoemen van twee nieuwe leden ten behoeve van de Adviescommissie bezwaarschriften. (B) (1) In deze commissie zijn 2 vacatures ontstaan. Voorgesteld wordt hierin te voorzien door de benoeming van mevrouw mr. A.J.A. De Bie en de heer mr. P.H.C.M. Schoemaker. 6. Communicatie@Breda Herijking Communicatiebeleid Gemeente Breda. (Bo) (5) Communicatie van de gemeente Breda moet passen bij maatschappelijke ontwikkelingen en bij veranderingen in de communicatiediscipline, onder andere waar het gaat om digitale ontwikkelingen, zoals de social media. VIII. Rondvraag. Raadsleden kunnen hier vragen van procedurele of huishoudelijke aard stellen. IX. Sluiting.

3 527 AANWEZIGEN A.A. AARTSEN (VVD), S. AKINCI (GROENLINKS), B.E.A. ADANK (VVD), L.A.M.C. VAN BEEK (CDA), P.J.L.M. DE BEER (D66), B.P. VAN DEN BERG (B 97), S. BIJLSMA (PVDA), M.A.E. DE BIE (D66), P.L.A.L. BOS (D66), S. VAN MOURIK-VAN DER BRUGGEN (PVDA), K.H.D.M. DIJKHOFF (VVD). P.J.L. ERNST (VVD), R.A.C. GIEBELS (PVDA), M. HAAGH-REIJNE (PVDA), A. HARDORFF (PVDA), E.P.M.M. VAN HASSELT-BLANKERS (VVD, WAARNEMEND RAADSVOORZITTER), M.P. HEERKENS (PVDA), M.F.M. HENDRICKX (CDA), C.A. VAN DER HORST (VVD), A.E.G. DE JONG (TON), R.J.F.M. KLUIJTMANS (D66), A. KOGER (GROENLINKS), A.J.J.M. LIPS (CDA), P.J. VAN LUNTEREN (SP), H. VAN MAANEN (VVD), J.NOUHI (PVDA), S.E. VAN OOSTERHOUT (VVD), D.J. QUAARS (VVD), J.H. VAN DER SANDEN (SP), P.H. SCHELTENS (GROENLINKS), S. SCHOKKER (GROENLINKS), M. SPAPENS (SP), J. STUBENITSKY (LEEFBAAR BREDA), F.H.W. SZABLEWSKI (PVDA), E. ÜÇERLER (CDA), I.W.F.D. VERKUIJLEN (CDA), A. VOORN (CDA), B. VOS (D66), D.M.L. VUIJK (B 97). WETHOUDERS: A. ARBOUW (VVD), S. BOELEMA (D66), B. BERGKAMP (CDA), C. MEEUWIS (VVD), W. WILLEMS (GROENLINKS). BURGEMEESTER: P.A.C.M. VAN DER VELDEN, VOORZITTER. RAADSGRIFFIER: P. PIKET. AFWEZIGEN GEEN.

4 528 I. OPENING. Ik open de vergadering en heet u allen hartelijk welkom en uiteraard ook de internetkijkers thuis en ook de belangstellenden hier beneden voor het tv scherm in de trouwzaal. En ik heb hen zojuist beloofd dat het geluid goed en verstaanbaar zal zijn. En ik hoop dat dat ons ook gaat lukken. Een speciaal woord van welkom aan de nieuw te benoemen commissieleden, mevrouw Lindeborg en de heer De Leeuw en ook hun familieleden. II. MEDEDELINGEN. Berichten van verhindering zijn niet ontvangen, wel dat het raadslid Dijkhoff later hier zal arriveren in verband met parlementaire bezigheden in het Haagse. Op uw tafel treft u: - Motie 6, Toerisme/Ondernemersfonds uit de raadsvergadering van afgelopen donderdag 3 november. Daarover dient vanavond herstemming plaats te vinden. - Het raadvoorstel tot het opnieuw nemen van een voorbereidingsbesluit voor diverse gebieden aan de Ginnekenweg en Raadhuisstraat in de wijk Ginneken te Breda. Ik kom op deze punten bij het vaststellen van de agenda terug. III. VASTSTELLEN VAN DE AGENDA. Voor het vragenuur zijn aanmeldingen ontvangen van de Partij van de Arbeid fractie over het onderwerp thuiszorg. Voor het tweeminutendebat heeft zich de fractie van Leefbaar Breda aangemeld met als onderwerp Brabant Culturele Hoofdstad Ik stel u voor de herstemming over motie 6 betreffende ondernemersfonds en toeristenbelasting als punt 7 van de agenda toe te voegen en daarbij meteen tot stemming over te gaan tenzij u van mening zou zijn dat de beraadslagingen daarover heropend dienen te worden. Ik stel u voor het raadsvoorstel tot het opnieuw nemen van een voorbereidingsbesluit voor de diverse gebieden aan de Ginnekenweg en de Raadhuisstraat in de wijk Ginneken te Breda als punt f aan de verzamelde lijst toe te voegen. Ik heb begrepen dat de fractie van het CDA een agendaverzoek wil doen. Het woord is aan mevrouw Verkuylen, fractie voorzitter CDA. MEVROUW VERKUYLEN: Ik ben eerlijk gezegd verbaasd maar misschien is uw geheugen beter dan het mijne. Ik heb dat doorgekregen, dus, DE HEER HENDRICKX: Dat klopt. Wij zouden een agendaverzoek indienen voor agendapunt 3 om dat toe te voegen aan de verzamelde punten, Ik heb niet deelgenomen aan uw beraadslagingen, maar ik wist dat dit besproken was. DE HEER HENDRICKX: als agendapunt nummer g bij de verzamelde punten. Dank u zeer. Kunt u zich vinden in de agenda?

5 529 IV. VRAGENUUR. De procedure voor het vragenuur. Eerst de vragensteller, dan het college, dan wederom de vragensteller, eventueel anderen, college, geen interrupties, en alleen een stemverklaring bij een eventuele motie. Ongeacht het aantal vragen is er maximaal een uur voor beschikbaar. Ik wil u wel verzoeken uw bijdrage kort te houden. MEVROUW HAAGH: Voorzitter, net voorafgaand hier aan de raadsvergadering, heeft wethouder Meeuwis een stapel handtekeningen in ontvangst genomen van mensen die zich buitengewoon zorgen maken over de situatie van de thuiszorg in Breda. In de krant lezen we ook verontrustende berichten van thuiszorgmedewerkers die zeggen tegen een muur te staan en achteruitgang in salaris en uren te moeten accepteren om hun baan te behouden. In de stad zelf worden wij ook over iets anders aangesproken. Wij worden aangesproken door mensen die niet de zorg krijgen nu waar zij eigenlijk recht op hebben. Voorzitter, dit zijn serieuze signalen, over zorg en kwetsbare Bredanaars die afhankelijk zijn van ons als gemeente. En die signalen mogen we niet negeren. De Partij van de Arbeid verwacht dan ook dat ons stadsbestuur hier nu boven op zit, zich een goede regisseur toont en dat u er voor zorgt dat kwalitatief en kwantitatief goede zorg nu en na 1 januari gewaarborgd is. En in het licht van de deadlines van het implementatieplan wat we allemaal kennen, moet er vandaag op 10 november een goed inzicht zijn in de stand van zaken. De keuzes van de klanten zijn sinds 4 november bekend, de deadlines voor de aanbieders voor aanlevering van de definitieve klantenlijst met hulp daarbij was vandaag. En daarom zien we ook graag de volgende vragen nu beantwoord. De eerste 4 vragen hebben betrekking op feiten en cijfers en de overgang naar de nieuwe aanbieders. De 5 e vraag is van een andere orde en gaat over de zorg die vandaag de dag geleverd wordt. Vraag 1. Hoeveel klanten hebben na de eerste standaardindeling, de voorverdeling, aangegeven over te stappen naar een andere aanbieder of een andere manier van zorg? De 2 e vraag. Hoeveel van de Bredase thuiszorgmedewerkers hebben nu contract bij een van de nieuwe aanbieders? De 3 e vraag. Heeft het college er vertrouwen in dat de nieuwe aanbieders voldoende personeel hebben verworven nu om per 1 januari de juiste hoeveelheid en kwaliteit aan zorg te kunnen bieden? Kunt u dat ook met cijfers toelichten? Daarnaast willen wij, en dat is als 4 e, zo snel mogelijk inzicht hebben in de percentages klant - hulp relaties die bij elkaar blijven. De wethouder heeft toegezegd zich daar zo goed mogelijk voor in te zetten. Wij willen graag zien hoe die stand van zaken is. En daarnaast willen we ook weten hoe het staat met de nieuwe contracten van de werknemers met de nieuwe aanbieders en of mensen er in salaris op vooruit of achteruit gaan of gelijk zijn gebleven. Want ook dat zijn belangrijke zaken voor mensen die een baan hebben. De vraag daarbij is of u de raad na de deadline van 18 november daarover zo goed mogelijk schriftelijk kunt informeren zodat wij het eventueel op 1 december in de commissie Maatschappij uitgebreid kunnen bespreken. Dat is dus meer een procedurevraag. De laatste vraag. Ik heb al aangekondigd dat die van een andere orde is. Wij ontvangen de laatste tijd steeds meer signalen dat in de aanloop naar 1 januari toe bij mensen de huidige hulp niet meer komt opdagen. Meestal is er een plausibele verklaring: de hulp is al overgestapt naar een andere aanbieder, de hulp heeft een andere baan gekozen of ze hebben zo n tekort dat er allemaal een beetje beknibbeld moet worden op de uren en dat het verdeeld wordt. Mensen krijgen iedere week andere hulpen of er komt niemand meer. Kortom, het lijkt erop, uit die verhalen, dat de huidige aanbieders niet de zorg leveren waar mensen recht op hebben. En met de komende wintermaanden in het verschiet, vinden we dat een heel belangrijk punt om goed aan te pakken. We willen niet dat de klanten de dupe worden door het proces waar zij zelf absoluut niet voor hebben gekozen. Aan het college de vraag of men deze situatie kent en erkent en wat de aanpak is om er voor te zorgen dat tot eind december door de huidige zorgaanbieders de zorg wordt geregeld zoals we dat ook gewoon met hen hebben afgesproken. Het woord is aan wethouder Meeuwis. WETHOUDER MEEUWIS: Voorzitter, op de eerste plaats dank naar mevrouw Haagh voor deze vragen. Ook vorige week zijn vergelijkbare onderwerpen hier in deze zaal gewisseld bij de behandeling van de begroting en ik heb ook toen reeds een aantal toezeggingen gedaan die wij als college uiteraard gestand doen.

6 530 Als ik kijk naar de vragen zoals die op dit moment gesteld zijn, wil ik met die toezegging erbij, op een aantal punten, zou ik even in willen gaan. Als we kijken naar de planning van het implementatieplan voor de nieuwe zorgaanbieders, wat u ook van ons gehad heeft, dan stel ik vast dat we op schema liggen. Op dit moment is het zo dat 100% van alle klanten is ondergebracht bij een aanbieder. Uit de gegevens van afgelopen vrijdag blijkt dat 80% van die vragen, van die klanten, gematcht zijn aan een hulp. Hiervan kunnen we ook vaststellen, op basis van wat we nu zien, dat 60% van die klanten bij dezelfde hulp blijft. Dus de match hulp klant blijft daar in stand. Volgens het implementatieplan wordt nu de overige 20% gematcht met nieuwe hulpen en dus ook voorzien van een hulp zodat ze vanaf 1 januari ook van start kunnen gaan. En de verwachting die we hebben, is dat dit proces eind november afgerond is. De schatting is op dit moment dat circa 1000 klanten van de ruim 4500 waar wij als gemeente verantwoordelijkheid voor dragen, hebben gekozen voor een andere zorgaanbieder dan waar zij door de gemeente in die voorverdeling waren ingedeeld. Dat bewijst in mijn ogen dat de keuzevrijheid zijn recht heeft gekend, dat daar dus recht aan is gedaan. Als het gaat over de hulpen, dan heb ik op dit moment geen zicht op het aantal hulpen wat op dit moment, van de oude hulpen die nu een contract hebben. Ik wil nogmaals benadrukken dat het de primaire verantwoordelijkheid is van de gemeente dat onze cliënten de zorg krijgen die ze nodig hebben, nu en ook in De primaire verantwoordelijkheid voor de hulpen ligt niet bij de gemeente maar is een verantwoordelijkheid die tussen de zorgaanbieders, dus de werkgevers, en de werknemers onderling geregeld moet worden. Ik wil daarbij dan ook benadrukken dat wij ook die overzichten niet bezitten. Die zijn ons niet bekend. Wij weten niet precies hoe dat er uit ziet. Er is vrijwel dagelijks overleg met de nieuwe zorgaanbieders en op basis hiervan wil ik hier het vertrouwen uitstralen dat die nieuwe zorgaanbieders de zorg bieden tegen de kwaliteitseisen zoals die in het bestek door de gemeente zijn geformuleerd. Daar ligt dus ook de prioriteit, de verantwoordelijkheid die wij dragen voor de klant, die de zorg moet krijgen die nodig is. Als klanten, - wat door mevrouw Haagh ook wordt gesignaleerd voorzitter -, niet tevreden zijn over hun zorgaanbieder op dit moment dan is de eerste weg om dit te melden bij de gemeente. We hechten er ook waarde aan, en ik heb ook zelf vast kunnen stellen, dat dat hier en daar wel eens mis gaat. Ik zeg ook tegen iedereen en ook hier: als dat het geval is, meld dat bij de gemeente. Wij kunnen deze klanten dan onderbrengen, al dan niet met hulp, bij een van de nieuwe zorgaanbieders die op dit moment, of die per 1 januari 2012 een contract hebben met de gemeente, en die ook op dit moment al mensen ook zorg aanbieden in Breda. Alle signalen die we binnen krijgen, pakken we op. Daar wordt ook actie op ondernomen. En ook de zorgaanbieders die zich niet aan hun afspraken houden, worden daarop aangesproken. Nogmaals zeg ik u toe, zoals ik ook vorige week heb toegezegd, dat we eind november u schriftelijk met een raadsbrief informeren over de laatste stand van zaken met inzicht wat we op dat moment hebben over de hele transitie en het implementatieplan. Behoefte aan een reactie, mevrouw Haagh? Gaat uw gang. MEVROUW HAAGH: Ja voorzitter, het is een mooi betoog. Want we liggen mooi op planning, alles gaat helemaal zoals verwacht, als ik de heer Meeuwis moet geloven. En dat doet me dan toch pijn om hier beneden mensen te zien die zeggen: mijnheer Meeuwis, - ik spreek mensen na, ik zeg het zelf niet -, mijnheer Meeuwis, u liegt over de situatie, u weet hoe het staat met de arbeidsvoorwaarden en dat is een situatie waar wij niet om gevraagd hebben als hulpen. En ik ben het met hen eens. Deze hulpen hebben niet gevraagd om verandering naar een andere aanbieder. En nu zegt u: ja, het is mijn primaire verantwoordelijkheid niet. Ik vind het wel belangrijk dat wij als gemeente als wij zulke beslissingen nemen, daar ook een stukje verantwoordelijkheid voor nemen. De vakbonden hebben deze gegevens wel. Dus ik wil heel graag weten hoe u dan toch met hen ook in overleg bent over deze situatie. Wat gaat u doen voor de hulpen die zo dadelijk verdorie in de bijstand terecht gaan komen, extra aanvulling moeten gaan aanvragen om inkomensondersteuning te krijgen omdat ze niet meer aan het minimum aantal uren komen wat zij nodig hebben. En daar verwacht ik eerlijk gezegd meer dan een verhaal van: we liggen op schema. Daar verwacht ik een aanvalsplan van deze wethouder, een aanvalsplan voor de zorg, een aanvalsplan om die mensen, die hulpen die gewoon met heel hun hart het werk doen, ook echt daadwerkelijk tegemoet te komen. En dat hoor ik nog niet uit uw woorden. U zegt: kom naar de gemeente toe, dan zijn wij er voor u en wij verwijzen u door. Maar ik verwacht meer en ik hoop ook echt dat u in ieder geval ons voorziet van alle gegevens, en niet eind november maar bij voorkeur zo rond de 20 e, zodat we ook de tijd hebben om de boel te bestuderen en eventueel zelf te agenderen. Want wij maken ons wel ontzettend veel zorgen om deze situatie.

7 531 Dank u zeer. Andere leden nog van uw raad? Mijnheer Spapens, SP. Gaat uw gang. DE HEER SPAPENS: Ik sluit me aan bij de woorden van de PvdA. Dus die hoef ik niet te herhalen. Rest mij de vraag te stellen. Het is vandaag 10 november als het goed is. We hebben nog ongeveer 40 dagen tot en met 31 december. En een klacht die ons heel veel bereikt op dit moment, is dat de zorg van dit moment niet goed afgewikkeld wordt, de zorg niet op komt dagen en cliënten geen flauw idee hebben waar ze vanaf nu tot en met 31 december aan toe zijn. En een 2 e punt is het volgende. 100% van de cliënten is over en dat verbijstert me, want beneden staat namelijk een mevrouw te vertellen dat van haar 5 cliënten, 3 cliënten nog bij haar zitten en de andere 2 pas over zijn. Dus het kan niet zo zijn dat alle cliënten al over zijn. De PvdA geeft heel goed aan, wij als gemeenteraad hebben natuurlijk ook, ook al zijn we formeel zoals ik u beluister misschien niet verantwoordelijk voor de mensen in de thuiszorg, maar wij hebben natuurlijk wel degelijk op basis van dit dossier, en dat hebben we ook keer op keer aangegeven, onze zorg voor de mensen in de thuiszorg die allemaal ook aangeven dat ze met hart en ziel graag dit werk blijven doen. En ik sluit me dus nogmaals bij de woorden van de PvdA aan dat we in dit stuk op dit moment enorm missen, wat er mis gaat, wat er mis loopt. En het kan niet zo zijn, want die geluiden zijn niet van straat, dat het 100% goed gaat. Dat is gewoon niet aan de orde. Dus onze zorg is eigenlijk alleen maar toegenomen. Reactie van de wethouder. Gaat uw gang. WETHOUDER MEEUWIS: Even over de vraag over die datum. Ik hecht er waarde aan, ik heb u een aantal getallen gegeven, conform de vragen die u gesteld heeft, ik hecht er wel waarde aan dat we in het proces ook dan alle stappen zetten zoals we hebben afgesproken en waarvan ik u ook meld dat wij daar op dit moment op schema zitten. In het implementatieplan wordt inderdaad de datum van 18 november genoemd. Dat is een datum waarop een mijlpaal moet worden ingevuld. Daarna vindt nog een verwerkingsslag plaats. We willen ook controleren dat alles klopt, dat er geen mismatches zijn tussen hulpen en aanbieder. Daar zijn ook een aantal dagen voor nodig. Dus ik wil u toezeggen om dat zo snel mogelijk na 18 november te doen. Dat zeg ik u graag toe. Maar ik wil wel graag dat het proces goed is afgerond en dat ook het volledige inzicht, dus dat dit langs twee kanten doorgerekend klopt. Dan ten aanzien van de vraag die de heer Spapens stelt over die matching. Het is zo dat 100% van alle klanten ingedeeld is. Er is dus niemand die op dit moment niet bij een nieuwe zorgaanbieder is ondergebracht. Dat is ook bij de zorgaanbieders op dit moment duidelijk. Vandaar dat die deadline van 4 november zo belangrijk was omdat we nu zeg maar de hulpen die dus niet, Want er zijn ook hulpen die er voor kiezen om niet bij een nieuwe zorgaanbieder te werken, er zijn hulpen die er voor kiezen om bij de bestaande zorgaanbieders andere dingen te gaan doen. Dus in die zin, dat inzicht hebben wij niet. Wij krijgen niet van de huidige zorgaanbieders overzichten van mensen die zij niet ontslaan. Die vraag hebben we ook overigens nooit aan hen gesteld omdat dat ook niet relevant is. Wat relevant is, is dat wij op 1 december of op 1 januari, dat er 100% hulpen in dienst zijn van de nieuwe aanbieders om 100% van de cliënten te kunnen ondersteunen in hun huishoudelijke verzorging. En als het voorbeeld van die mevrouw, om dat nog even toe te lichten, waarin zij zegt, twee van mijn klanten zijn naar een andere aanbieder, ze zei dat een naar de alfahulp was gegaan. Dat maakt op zich, dat is de keuzevrijheid waar u zelf ook zoveel waarde aan hecht van die klanten, dus die klanten hebben besloten om niet langer bij deze hulp hun huishoudelijke verzorging af te nemen maar dat elders onder te brengen. U bent het met me eens, want u roept ook altijd, de heer Spapens zegt ook altijd dat dat van groot belang is dat die klanten die keuzevrijheid hebben. Dus dat die mevrouw nou 2 klanten minder heeft, staat los van deze hele transitie, en die 3 klanten die zij nu ook heeft, die zijn in het nieuwe systeem ook toebedeeld aan een van de nieuwe aanbieders. Goed, we hebben in 2 termijnen gesproken. Daarmee is dit agendapunt afgerond. V. TWEEMINUTENDEBAT.

8 532 Op de eerste plaats de procedure. De verzoeker, dan een fractielid per fractie, een termijn van maximaal 2 minuten, afrondende reactie van de verzoeker en alleen bij een motie op voorstel van de raadsvoorzitter, een reactie van een collegelid. Dat is de procedure. Het woord is aan de heer Stubenitsky. Gaat uw gang. Onderwerp: Brabant Culturele Hoofdstad. DE HEER STUBENITSKY: Dank u wel, voorzitter. Mensen, ik durf de uitdaging aan. Doen jullie ook mee? In het VNG magazine van vorige week werden als mogelijke kandidaten voor de Culturele Hoofdstad 2018 Den Haag, Utrecht, alle Friese gemeenten, Almere en Maastricht genoemd. Geen woord over Brabant als kandidaat. Kennelijk is er dus landelijk niets bekend over waar wij al meer dan een jaar mee bezig zijn. Dus we doen of iets heel erg fout, of we worden landelijk als kansloos gezien. En daar begint de uitdaging. Ik durf die aan en ben niet van plan de handdoek nu al in de ring te gooien. Daarvoor is het belang veel te groot. Vorige week hebben de meeste woordvoerders Cultuur een informerend gesprek gehad met een aantal culturele kopstukken. Alphen-Chaam heeft het logo al op haar briefpapier staan en in Breda is het nog een tabula rasa, een onbeschreven blad papier. Het leeft niet onder de mensen. Sterker nog, de gewone Bredanaar weet er nog helemaal niets van. En daar zullen we toch keihard aan moeten gaan werken. En het maakt voor mijn motie niet uit of het budget volgend jaar ,-- of ,-- is, zoals de heer Hardorff graag wil. Sommige dingen kosten bijna niets wanneer je creatief bent. Het staat bijvoorbeeld nog niet op de matrix borden, als je via de Claudius Prinsenlaan of een van de andere doorgangswegen Breda binnen komt. En dat terwijl het helemaal gratis is want die zijn van ons. Er zitten ook nog geen stickers kandidaat Brabant Culturele Hoofdstad 2018 op de wagens van ons gemeentelijk wagenpark. En dat kost ook bijna niets. Misschien liggen die stickers in het provinciehuis wel op ons te wachten of kunnen we die samen met andere steden bestellen. De raadsbrief van de wethouder die we gisteren kregen, stond eigenlijk vol met oud nieuws en er stond niet eens een kandidaat logo op. Toch blijf ik erbij dat we, als we ons allemaal inspannen, kunnen en moeten winnen. We zullen ze bij de VNG en in het land van alle gemeenten in Friesland tot in Maastricht eens een poepie laten ruiken. Daarom dien ik nu een motie in om aan de slag te gaan om het voor iedere Bredanaar zichtbaar te maken wat we aan het doen zijn en breed draagvlak te creëren voor Brabant Culturele Hoofdstad want dat is zo heel erg belangrijk. Verzoekt, nee, eist van het college, er net als de gemeenteraad, op alle mogelijke manieren keihard aan te werken, samen met de 4 andere grote steden en de steden en gemeenten om ons heen, om deze nominatie de komende jaren binnen te slepen en tot uiting te laten komen in onder andere promotie van Brabant Culturele Hoofdstad. Begeleiding van en meewerken aan Bredase initiatieven en dit alles op een voor de stad en raad zichtbare manier. Motie is ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen. Wie wenst het woord daarover? Het woord is aan de heer Üçerler, CDA. DE HEER ÜÇERLER: Voorzitter, uiteraard steunt de CDA fractie deze motie. Onze woordvoerder, de heer Elbertsen, heeft herhaaldelijk aan de wethouder gevraagd om naar aanleiding van de reis naar Chaam dat Breda achterblijft om bij stedelijke evenementen Culturele Hoofdstad 2018 Brabant aan de orde te stellen. Dus dat is niet alleen bij de stedelijke evenementen. Maar zelfs bij evenementen in wijken en dorpen, waar ook de mogelijkheden zijn dus dat dit ook onder de burgers moet gaan leven, komt dit niet aan de orde. Dus wij steunen deze motie. Dank u zeer. Mijnheer Van der Horst, VVD. DE HEER VAN DER HORST: Dank u wel, voorzitter. De VVD ziet vele kansen, welke wij als Breda krijgen, en wat de VVD betreft ook zullen nemen, als een nominatie Brabant Culturele Hoofdstad 2018 wordt behaald. Dat dit niet vanzelf gaat, en de andere kandidaten ook hun beste beentje voort zullen zetten, gezien de kansen welke deze nominatie biedt, lijkt de VVD duidelijk. De pr machine in Den Haag, Utrecht, Friesland en Almere en Maastricht draait op volle toeren om deze titel binnen te halen. Ook Zundert en Alphen-Chaam, zijn

9 533 al zeer actief met het promoten van Brabant Culturele Hoofdstad. De VVD is ook van mening dat er vele momenten waren waar Brabant Culturele Hoofdstad reeds onder de aandacht van Breda gebracht kon worden. Een van deze momenten was bijvoorbeeld tijdens het stripfestival. Specifiek was het moment tijdens het stripfestival, de uitreiking van de begeerde Maarten Toonderprijs. Lokale en landelijke pers, genodigden, prominenten, waren aanwezig en niets werd gemeld of was zichtbaar van de kandidatuur van Breda of van Brabant Culturele Hoofdstad. In de ogen van de VVD een enorme gemiste pr kans. Onder andere dit specifieke voorval onderschrijft dat de pr machine nog lang niet was opgestart. Ook het culturele veld in Breda heeft nog geen sterke gezamenlijke visie ontwikkeld richting Brabant Culturele Hoofdstad Wel zijn er ideeën gewisseld in een informerend gesprek tussen de meeste woordvoerders cultuur en is een document cultureel station Breda besproken. Dit document wil deze groep ook graag met de wethouder bespreken. De bundeling raadsleden, commissieleden, college, het culturele veld, kortom, de Bredanaars, gaan voor deze kans. Daarom vindt de VVD de ingediende motie sympathiek en ziet deze motie dan ook als het vliegwiel wat nu de pr machine van Brabant Culturele Hoofdstad 2018 op gang gaat brengen. De VVD fractie gaat deze motie van Leefbaar Breda ook steunen. Dank u zeer. Het woord is aan mijnheer Vuijk, Breda 97. DE HEER VUIJK: Dank u wel, voorzitter. Het moge duidelijk zijn dat wij steeds in een spagaat hebben gezeten over de financiering van Brabant Culturele Hoofdstad. Maar toch hebben we gemeend op een gegeven moment nu een andere toon te moeten aannemen. Ik heb de heer Stubenitsky ook een beetje aangemoedigd om dit met het tweeminutendebat hier te doen. En we hebben eerdere schermutselingen gehad waar onder andere de heer Oomen het voorbeeld Chaam noemde in de commissie en waar ik bij heb aangehaakt. Nou eigenlijk bij de begroting 2012 zeg maar de financiering van het Witboek eigenlijk tot stand is gekomen vinden ook wij dat enige voortvarende opstelling van de gemeente en culturele instellingen gewenst is. Een briefpapier met een logo Brabant Culturele Hoofdstad 2018 is daarbij een goede originele uitwerking. En daarbij willen wij ons natuurlijk graag aansluiten bij de motie. De heer Stubenitsky heeft op dit moment een 100% score dus dat is een veilige manier van, Ik dank u zeer. Mijnheer Kluijtmans, D66. DE HEER KLUIJTMANS: Dank u wel. Wij gaan er niet voor liggen voor die 100% waarschijnlijk, tot nu toe dan. Wat er gaat gebeuren, dat weet ik nog niet. De aanleiding zien wij toch ook wel voor dit tweeminutendebat. Ook een centraal woord voor ons is de zichtbaarheid rondom het proces naar Brabant Culturele Hoofdstad. Je zou kunnen zeggen dat je een broedende kip niet moet storen. Maar dat betekent niet dat je buiten het kippenhok en in de omgeving het ook praktisch windstil moet laten zijn. Dus met andere woorden: en ik hoor wel geluiden uit de stad dat dat wel een beetje zo ervaren wordt. Dat heb ik toch wel gemerkt als ik een aantal mensen spreek in de stad. Het ontbreken van de Brabantse nominatie in het magazine van VNG zien wij als een symptoom, nog, - let wel nog -, geen halszaak. Maar de zorgen van Leefbaar Breda kunnen wij zeker wel begrijpen. Het voorbeeld van Alphen-Chaam is al genoemd, dat daar in de uiting het een en ander wordt meegenomen. Dus we kunnen ons voorstellen dat dat hier ook wat breder wordt ingezet. Het is een klein voorbeeld maar ik vind het toch wel tekenend. In Breda is de voorgenomen kandidatuur dus nog te weinig zichtbaar. Kort gezegd, D66 vindt de nominatie en het proces naar Culturele Hoofdstad te belangrijk voor Breda om achterover te gaan leunen, zeker gelet op de mogelijke effecten op cultureel, sociaal en economisch vlak. Draagvlak creëren in de stad is daarbij van wezenlijk belang. Daarom ondersteunen wij het pleidooi van Leefbaar Breda en het signaal wat hiermee wordt afgegeven. Dank u wel. Dank u zeer. Mijnheer Akinci, GroenLinks.

10 534 DE HEER AKINCI: Voorzitter, om te beginnen, herken ik me niet helemaal in het beeld van de onbekendheid van de hele kandidatuur Brabant Culturele Hoofdstad, zoals de heer Stubenitsky die omschreef. Er zijn 70 projecten uit Breda ingediend en nog talloze uit de regio van Breda. Dus wat dat betreft, kan je duidelijk zien dat binnen het culturele veld het hele idee van de kandidatuur Culturele Hoofdstad 2018 wel leeft. Maar dat wil niet zeggen dat we niet als stad meer kunnen doen, als gemeente ook meer kunnen doen om het over het voetlicht te brengen bij die mensen die wellicht minder betrokken zijn bij het culturele veld en die wellicht ook nog wat minder gehoord hebben over het hele initiatief om die nominatie binnen te slepen. Dus wat dat betreft, steunen wij de motie. Daarnaast hebben wij nog steeds heel veel vertrouwen in die kandidatuur. Kijk even naar het Europese beeld op dit moment. Er is geen gezamenlijkheid, er is geen leiderschap en er is zelfs geen Europees gevoel. Ons motto is de kunst van het samenleven en ik zou graag als Brabant Europa die kunst van het samenleven willen laten proeven en willen leren. Ik hoop dat we daar al voor 2018 mee kunnen beginnen. Want daar is deze crisis groot genoeg voor. Mijnheer Hardorff, Partij van de Arbeid. DE HEER HARDORFF: Dank u wel, voorzitter. Het zal voor u geen verrassing zijn dat voor de Partij van de Arbeid de 5 miljoen euro die wordt uitgetrokken voor het witboek in zijn totaliteit, wat ons betreft, echt veel te veel is. Wat ons betreft, kan dat minder en dat is bijvoorbeeld de raad en het college van Eindhoven al met ons eens. En dat heeft u kunnen lezen in artikel 41 vragen van ons van gisteren. Want in Eindhoven is het bedrag per jaar gemaximeerd op in principe ,-- en alleen onder voorwaarden zou daar na een besluit van de raad iets bij kunnen komen. Dat is al een ander verhaal en stelt ook de antwoorden van de wethouder vorige week bij de begrotingdiscussie in een ander licht. We zijn het eens met de woorden die ook de heer Stubenitsky sprak: niet alles om iets goed te doen kost extra geld. Liever een ton goed besteed, dan 2 ton slecht en onzichtbaar. En daarom stelden wij ook vragen over de manier waarop nu vanuit het stadskantoor wordt geopereerd en hoe de leemte die het beëindigen van het contract met de cultuurmakelaar wordt opgevuld. Wij kunnen nu alleen maar constateren dat we worden voorbijgelopen door Chaam en door Zundert. En dat past Breda niet, wat ons betreft. Voordat we begonnen met Culturele Hoofdstad en de 5 steden bekend werden, werd er wat lacherig gedaan over Helmond, alsof dat het 5 e wiel aan de wagen zou worden. Maar als je nu de geluiden in Brabant beluistert, lijken wij die rol wel een beetje te krijgen. Kortom, wij lezen de motie van de heer Stubenitsky als: wethouder, u doet nog niet goed genoeg uw best. En dat is ook de reden dat wij hem steunen. Andere leden van uw raad? De heer Van Lunteren. Gaat uw gang. En mijnheer De Jong. Mijnheer Van Lunteren. Het zal duidelijk zijn dat de SP nooit heel erg enthousiast was voor de Culturele Hoofdstad. Maar als die er eenmaal is, moet je dat natuurlijk wel goed aanpakken, zeker omdat het geld zou worden besteed aan cultuur in Breda, konden we er nog in meegaan. Maar als nu blijkt dat er helemaal niks gebeurt, - kijk de hamvraag wordt niet gesteld aan de wethouder -, misschien dat hij of zij er bij het advies over de motie nog op in kan gaan, hoeveel geld is er nou inmiddels is besteed wat blijkbaar gewoon in een bodemloze put is gevallen want het heeft nog weinig effect geresulteerd. Hoeveel geld is er al op van dat hele budget wat daarvoor beschikbaar is? We zullen de motie steunen om het signaal te geven van doe je best als je ergens voor gaat. Maar enthousiast blijven we er nog steeds niet over. Dank u wel. Mijnheer De Jong. DE HEER DE JONG: Dank u voorzitter. Wij zijn van Trots op Nederland niet echt onder de indruk van een journalist die slecht onderzoek heeft verricht. Maar het is wellicht toch wel een teken aan de wand. En ook wij vinden dat beter gepromoot moet gaan worden en wij steunen de motie van de heer Stubenitsky.

11 535 Dank u zeer. Het woord is aan de wethouder. Wethouder Willems. WETHOUDER WILLEMS: Voorzitter, laat ik voorop stellen dat unaniem of vrijwel unaniem een motie, dat ik die zeker zal zien als een ondersteuning van ons beleid en ook van harte toejuich dat de raad op deze manier zich enthousiast toont voor het voortzetten van het project Culturele Hoofdstad, samen met de 5 andere partners, 4 steden en de provincie, zeg maar de ommelanden van Brabantstad. We zijn goed op weg, er valt nog veel te doen, het is ook pas 2018 dat natuurlijk de zaak echt zich hier zal manifesteren. Maar er is juist in die weg daar naar toe zo veel te verdienen in het samenwerken, in het enthousiasmeren, in het ontwikkelen van projecten. En ik denk dat we, wat dat betreft, het afgelopen jaar al heel veel gedaan hebben. U kunt het ook overal zien. Ik bestrijd dan ook iedereen die zegt: ik heb er nooit van gehoord. Zelfs de 0 meting van de universiteit van Tilburg die in opdracht van de stuurgroep Culturele Hoofdstad is gedaan, maakt duidelijk dat de bekendheid van het project al bij heel veel mensen in Brabant groot is, bij de instellingen zelfs zeer groot. En dat ziet u eigenlijk ook aan de opbrengst van de honderden inzendingen die gekomen zijn naar aanleiding van de oproep van het projectbureau, het artistieke team, en waar nu de selectie uit plaats vindt. Overigens, naast die honderden instellingen, zijn er ook nog honderden andere initiatieven, talentontwikkeling, documentatie, monitoring, allerlei projecten met de verschillende steden en de spoorzones. Ik heb in de brief die ik u deze week heb gestuurd naar aanleiding van de vragen bij de begrotingsbehandeling al enigszins een overzicht gegeven en daarin ben ik absoluut niet compleet. En ook bij allerlei manifestaties en activiteiten ook hier in Breda, bij het samen aan tafel project, op de Monumentendag, waar dan ook, zie je het project Culturele Hoofdstad terug, met logo s, met flyers, op alle mogelijke manieren. Dus als u het niet gezien heeft, dan begrijp ik iets niet. Maar het is natuurlijk leuk om het vuurtje even wat extra op te stoken. Daar doe ik graag aan mee. Dus ik grijp deze kans met beide handen aan. Ik heb het VNG magazine wel even gevraagd hoe dat komt dat ze ons vergeten waren. En ik heb zojuist een uur geleden van de journalist een reactie gekregen. Hij wist niet goed hoe het zat. Hij had wel onze website gevonden, Brabant 2018.eu, maar hij wist niet goed wie nu de indienende stad was. Nou, dat weet u van Friesland ook niet maar die had hij er wel bij gezet. Hij zei, voor ik dan precies weet hoe het zit, want de discussie over Eindhoven of Den Bosch had hem blijkbaar in de war gebracht, dacht hij, ik neem voor de zekerheid maar niks op. Maar dat vind ik een misser van die journalist. We hebben ook de toezegging gekregen dat we binnenkort weer extra onder de aandacht zullen worden gebracht. Overigens de landelijke kranten, en iedereen in Nederland weet echt wel dat Brabantstad Culturele Hoofdstad kandidaat is. Daar hoeft u niet aan te twijfelen. Een enkele concrete vraag. Wij lopen achter bij Alphen-Chaam en Zundert en andere gemeenten. Nou, ik dacht het niet. Het is natuurlijk wel zo dat er enthousiaste mensen zijn in dorpen die er veel mee doen. Dat is ook iets makkelijker dan in een stad met inwoners. Maar ook hier zie je op een heleboel plekken, zeker bij de culturele instellingen, het enthousiasme voor het Culturele Hoofdstad project alleen maar groeien en ook overal zichtbaar worden. Dat blijkt ook uit de aanvragen die men gedaan heeft. Het voorstel waar de heer Van der Horst het over had was me helemaal niet bekend. Ze hebben zich niet gemeld, noch bij het projectbureau, noch bij mij, noch bij iemand anders van onze medewerkers. Het is prima dat ze een initiatief nemen maar ze lopen wel een beetje achter de feiten aan want soortgelijke initiatieven zijn al lang bij het projectbureau ingediend en bekend en worden beoordeeld. Fijn dat ze er dan bij willen komen, dat mogen ze zeker doen, maar doe nou niet alsof de rest van het veld al niet lang bezig was. Die hebben al een heleboel projecten bedacht, zowel vanuit het bedrijfsleven als vanuit culturele instellingen. En tenslotte, het besteden van de middelen. Ik ga in natuurlijk op de vragen die de Partij van de Arbeid daarover gesteld heeft. Het is absoluut niet waar dat Eindhoven minder beschikbaar stelt dan wij. Uitdrukkelijk hebben zij ook 1 miljoen toegezegd. Alleen de formulering is iets anders van de gemeenteraad omdat ze gezegd hebben: wij willen ook dat anderen meedoen aan dat Witboek. Prima, maar zij hebben zich wel garant gesteld voor die 1 miljoen. Dus net als wij. Dus dat is niet ter discussie. En hoeveel geld er al besteed is, daar kan ik verantwoording over afleggen maar niet vanaf deze plek en bovendien ga ik daar niet in mijn eentje over. Goed. Het was het tweeminutendebat. We gaan over tot stemming. Er is een motie ingediend. Ik breng de motie in stemming. Wie is voor de motie? De motie is aangenomen.

12 536 DE HEER STUBENITSKY: Voorzitter nog een ding. Ja. DE HEER STUBENITSKY: Nog een ding heel kort. Voorzitter, ik vind het fijn dat de motie aangenomen is. Ik wil er toch even bij vertellen dat dit de eerste motie is die in kleur is uitgedeeld. En als deze motie dus aangenomen wordt, is het officieel het eerste document van Breda met het logo 2018 Brabant Samen Culturele Hoofdstad Kandidaat. En dat in een oplage van 60 exemplaren,maakt het een collectors item. Goed bewaren dus. Ik heb u een exemplaar gegeven. Ik heb hier nog een exemplaar liggen. Ik wil vragen of u en de griffier die zo meteen willen tekenen. Die wil ik morgen opsturen naar de commissaris van de Koningin. Dan hoef ik die niet te bewaren. Waarvan akte. Dank daarvoor. VI. VASTSTELLEN VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE BREDA D.D. 22 SEPTEMBER 2011 EN 26 SEPTEMBER Er zijn geen opmerkingen binnen gekomen over de notulen van 22 september. Akkoord? Aldus vastgesteld. En over de notulen van 26 september? Dan zijn ook deze vastgesteld. VII. VOORSTELLEN TER BESLUITVORMING. 1. VERZAMELDE PUNTEN. Wie van u wenst een stemverklaring af te leggen? Niemand? Dan zijn de punten a tot en met g vastgesteld. 2. INSTALLATIE VAN MEVROUW D.V.A. (DAYA) LINDEBORG EN DE HEER J.G.W. DE LEEUW ALS COMMISSIELID NIET RAADSLID. Ik wil graag vragen of beiden naar voren willen komen. Beste mevrouw Lindeborg, beste heer De Leeuw. U heeft bij de uitoefening van uw functie, dat mag je wel stellen, met dezelfde belangen en dilemma s te maken als raadsleden. Naar analogie van de raadsleden, dienen ook commissieleden, niet raadslid, alvorens hun functie uit te kunnen oefenen, eveneens een eed of een verklaring en belofte af te leggen. U mevrouw Lindeborg, heeft er voor gekozen om de eed af te leggen. Ik zal eerst de tekst voorlezen, waarna u antwoordt met: zo waarlijk helpe mij God almachtig. Mag ik de leden van de raad vragen om te gaan staan? Ik zweer dat ik, om tot lid van de raadscommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik, om iets in deze functie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik al mijn plichten als lid van de raadscommissie naar eer en geweten zal vervullen. En ten aanzien van mij, bij het vervullen van mijn lidmaatschap ter kennis genomen stukken en informatie, nauwgezet dezelfde geheimhoudingsplicht, indien en voor zover deze geldt voor leden van de raad, in acht zal nemen, en dezelfde zorgvuldigheid zal betrachten als te verwachten is van de leden van de raad. MEVROUW LINDEBORG: Zo waarlijk helpe mij God almachtig.

13 537 Dank u wel. Dan lees ik nu voor de verklaring en belofte. Ik verklaar dat ik om tot lid van de raadscommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik om iets in deze functie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik al mijn plichten als lid van de raadscommissie naar eer en geweten zal vervullen, en ten aanzien van mij bij het vervullen van het lidmaatschap ter kennis gekomen stukken en informatie, nauwgezet dezelfde geheimhoudingsplicht, indien en voor zover deze geldt voor de leden van de raad, in acht zal nemen en dezelfde zorgvuldigheid zal betrachten als te verwachten is van de leden van de raad. DE HEER DE LEEUW: Dat verklaar en beloof ik. Daarmee bent u toegelaten tot de commissie. Van harte proficiat. In de raadsagenda staat per onderwerp de maximale spreektijd en minuten per fractie in eerste termijn. Ik zal trachten daar streng doch rechtvaardig mee om te gaan. Ook het gegeven dat we vanavond een relatief korte agenda hebben, doet daar niets aan af. 4. VASTSTELLEN BESTEMMINGSPLAN HEILAAR??? e termijn. Maximaal 3 minuten per spreker in 1 e termijn. Wie wenst daarover het woord? Het woord is aan mevrouw Schokker GroenLinks. Gaat uw gang. MEVROUW SCHOKKER: Voorzitter, omdat het oude bestemmingsplan Adriaan Klaassenstraat inmiddels 10 jaar oud is, ligt er nu een bestemmingsplan Heilaarpark ter besluitvorming voor met daarin een nieuwe regeling voor 100 woningen voor het landgoed Heilaar. Dit bestaande landgoed verdient speciale aandacht omdat het bestaat uit monumentale dreven, vijvers, bos, struweel, weides en zandpaden. Nieuwe woon- en verkeersdoeleinden moeten goed ingepast worden binnen de cultuurhistorische en maatschappelijke waarden om dit landgoed als groene en rustige enclave te kunnen behouden tussen de woongebieden en bedrijventerreinen van Breda West. Het vigerende bestemmingsplan bevatte al een plan voor woningbouw. Maar dit plan bleek niet haalbaar. Met de nieuwe opzet zijn de natuurbestemmingen een stuk minder geworden en is het te bouwen oppervlak vergroot. Toch is er een goed bouwplan uit voortgekomen. Maar dat geldt niet voor de verkeersontsluiting. Wij maken ons zorgen over de veiligheid van de fietsers op het door de provincie betaalde fietspad. In de huidige situatie is er al sprake van bijna ongelukken, kleine aanrijdingen en wordt met de voorgestelde ontsluiting de kans op gevaarlijke situaties 17 keer groter omdat het fietspad 2 maal extra gekruist moet worden. Onze fractie is er van overtuigd dat dit vermeden had kunnen worden als er tijdig naar een alternatief was gekeken. Deze week heeft onze fractie 3 alternatieve ontsluitingen aangedragen maar het college heeft laten weten in dit stadium geen kans meer te zien om nog iets aan het plan te veranderen. Toch doen wij nog een keer een beroep op het college en op u als raad om tijd te creëren door de besluitvorming over dit plan naar 22 december op te schuiven. Daardoor krijgt het college alsnog tijd om in gesprek te gaan met de projectontwikkelaar en omwonenden om tot een optimale oplossing te komen voor de ontsluiting van het landgoed. Hiervoor hebben wij een motie achter de hand maar ik hoop dat die niet in stemming gebracht hoeft te worden. Tot zover. Dan mijnheer Van Lunteren.

14 538 Dank u wel, voorzitter. We hebben het er over gehad in de commissie. In principe is de wethouder in het mes van zijn eigen prijsvraag gevallen. Hij zit met een project waar hij eigenlijk helemaal niks mee kan, waar de stad helemaal niet op zit te wachten en dat wordt dan goedgepraat met een prognose of een onderzoek van een grote makelaar, een grote onbekende makelaar in de stad, die zegt dat er zeker wel vraag is naar het project. Kansloos, heb ik het idee en hebben wij als SP het idee. Ook de provincie zegt: er is een totale mismatch tussen wat daar nou gebouwd gaat worden bij Heilaar en wat de werkelijke vraag is in de stad en Breda dreigt in die mismatch tussen vraag een aanbod te vallen. En daar waren we net een beetje aan het uit kruipen, had ik het idee. Wij vinden als SP eigenlijk dat de stad nou eindelijk eens duidelijkheid moet hebben. Wat is nou de vraag, we hebben het er al een keer of tig nu inmiddels over gehad met de wethouder, van wat is nou de vraag, wat zijn nou de toekomstvisies, de prognoses waar u uw beleid op baseert, zodat we ook dit soort projecten ook daarop kunnen beoordelen en niet alleen hoeven te vertrouwen op de blauwe ogen van een hele onbekende makelaar die blijkbaar zegt dat hij daar wel brood in ziet. Maar wat ons betreft, wordt daar nou gewoon gebouwd voor de leegstand en dat is doodzonde. En om dit soort dingen in de toekomst te voorkomen, hebben wij een motie opgesteld die het college verzoekt om heel snel nou eens die toekomstvisie en die scenario s en prognoses waarop zij haar woonbeleid baseert, met ons te delen zodat we voortaan op een onderbouwd verhaal ons oordeel kunnen vellen. Alstublieft. Verzoekt het college binnen 3 maanden de raad een duidelijke keuze voor te leggen in het na te streven toekomstscenario en bijbehorende prognoses over de vraag naar woningen, zodat voor alle betrokkenen helder is voor welke doelgroep en welke woonvraag dit college de komende 3 jaar de bouwvergunningen wenst af te geven. Motie maakt deel uit van de beraadslagingen. Ik dank u zeer. Het woord is aan de heer Quaars, VVD. DE HEER QUAARS: Dank u wel, voorzitter. Volgens de VVD bleven er in de commissie twee belangrijke punten open staan. Dat was de invulling van het gebied en het verkeer en daar is uitgebreid over gesproken. En daarnaast was er de vraag uit een groot gedeelte van de raad aan het college om nou eens in te gaan op dat grotere geheel. Daar is door de wethouder gehoor aan gegeven onlangs en daar heeft de VVD fractie ook geen vragen meer over. Wat betreft de invulling van het gebied, is dit natuurlijk een proces met een behoorlijke historie. Daar werd al aan gerefereerd. In 2000 is het gestart. Volgens de VVD is het altijd duidelijk geweest dat er de mogelijkheid was om hier 100 woningen te bouwen, sterker nog, in het bestaande bestemmingsplan nog meer. En de reden van die verandering is ons duidelijk. Dus ook daar geen opmerkingen of vragen meer over. Dan spitst het zich toe op het verkeer. Mevrouw Schokker had het er al over. Want wij hebben als VVD in de commissie al aangegeven dat wij vinden dat het verkeerskundig gezien niet noodzakelijk is om een aanpassing te doen aan het plan. Er zijn meerdere kruisingen in Breda waar 900 verkeersbewegingen per dag zijn en die zijn ook verkeersveilig. Dat is iets anders dan de wens om dat te doen, verkeerskundig gezien, zeg ik met nadruk. Na de vorige commissievergadering is de wethouder aan de slag gegaan en hij heeft per brief laten weten, ook op vraag van de fractie van GroenLinks, wat de consequenties zouden zijn van het verleggen van de verkeersontsluiting in verschillende varianten. Deze opties zijn al eerder bekeken, zo is ook in de commissiebehandeling naar voren gekomen, en kwalitatief niet haalbaar geacht. Maar uit het schrijven van de wethouder blijkt ook voorzitter, dat een deel van de grond niet in het bezit is van de gemeente, dat er afgeweken moet worden van het traject, dat het straatprofiel extra ruimte vraagt en het woongenot van de terraswoningen enkele belemmeringen zijn. Dit heeft tot gevolg dat, als je zo n verandering toe zou passen, dat ook weer andere mensen, die misschien wel tegen deze activiteiten of veranderingen zijn, de gelegenheid moeten krijgen om daar weer op te reageren. Dat betekent dat het plan opnieuw ter inzage zou moeten. Dan zijn er extra plankosten voor de gemeente, is er vermindering van de grondopbrengst, zijn er extra kosten voor het bouwrijp maken, is er een extra ontsluitingsweg, is er renteverlies en eventueel nog een claim van de ontwikkelaar omdat we met z n allen de uitstel faciliteren. Deze wijzigingen leiden tot een vertraging van minimaal een jaar en de grondexploitatie gaat er fors op achteruit. Dat is, wat ons als VVD fractie, duidelijk is geworden. En los daarvan, zijn er nog behoorlijke juridische risico s. Voorzitter, al deze zaken, in combinatie met die ruime geschiedenis, de afspraken die in het