Schriftelijke Vragenlijst II. Nederlandse Studie naar Depressie en Angst. Tweede meting

Transcriptie

1 Nesda-nummer:. Schriftelijke Vragenlijst II Nederlandse Studie naar Depressie en Angst Tweede meting Wilt u hier de invuldatum invullen?.dag..maand.jaar Wilt u hier uw geboortemaand en jaar invullen?.maand.jaar Mocht u vragen hebben over deze vragenlijst neemt u dan contact op met de onderzoekverpleegkundige

2 A. Stemming II Hieronder staat een lijst met gevoelens, problemen en ervaringen die mensen soms hebben. Lees elke beschrijving en omcirkel het antwoord dat het beste omschrijft in welke mate u deze gevoelens had in de afgelopen week, inclusief vandaag. De cijfers hebben de volgende betekenis: 1 = helemaal niet 2 = een beetje 3 = matig 4 = tamelijk veel 5 = heel veel helemaal niet een beetje matig tamelijk veel heel veel 1. Ik voelde mij verward Ik was schrikkerig Ik voelde mij succesvol Ik voelde mij niets waard Ik was misselijk Ik voelde mij echt gelukkig Ik voelde mij prikkelbaar Ik voelde mij duizelig of licht in mijn hoofd Ik voelde mij optimistisch Ik voelde mij hopeloos Ik voelde mij alsof ik veel plezier had Ik gaf mezelf voor veel dingen de schuld Ik voelde mij ontevreden met alles Ik voelde alsof ik veel voor elkaar kreeg Ik was trillerig of beverig Ik voelde alsof ik veel had om naar uit te kijken Ik voelde me pessimistisch over de toekomst Ik had pijn op de borst Ik voelde mij echt spraakzaam Ik had koude rillingen of opvliegers Ik was kortademig Ik voelde mij top of levendig Ik voelde mij de mindere van anderen Mijn spieren waren gespannen of pijnlijk Ik had moeite met het nemen van beslissingen Ik voelde alsof ik veel energie had

3 helemaal niet een beetje matig tamelijk veel heel veel 27. Mijn hart jaagde of bonsde Ik maakte me over veel dingen zorgen Ik had echt een goed gevoel over mezelf Ik had moeite met slikken B. Contacten Er volgen nu 17 uitspraken. Wilt u van elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre die op u, zoals u de laatste tijd bent, van toepassing is? U kunt steeds antwoorden door een van de cijfers te omcirkelen. Hierbij hebben de cijfers de volgende betekenis: 1 = nee 2 = min of meer 3 = ja nee min of meer ja 1. Er is altijd wel iemand in mijn omgeving bij wie ik met mijn dagelijkse probleempjes terecht kan Ik mis een echt goede vriend of vriendin Ik ervaar een leegte om me heen Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van narigheid kan terugvallen Ik mis gezelligheid om me heen Ik vind mijn kring van kennissen te beperkt Ik heb veel mensen op wie ik volledig kan vertrouwen Er zijn voldoende mensen met wie ik me nauw verbonden voel Ik mis mensen om me heen Vaak voel ik me in de steek gelaten Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht Ik wil met anderen praten over wat ik voel, wat ik innerlijk meemaak Als ik in moeilijkheden zit, heb ik behoefte aan hulp en steun van anderen

4 nee min of meer ja 14. Verdriet probeer ik zelf te verwerken Als ik met iets zit, stap ik graag naar iemand toe Gevoelens zijn mijn eigen zaak Juist wanneer ik in moeilijkheden zit wil ik graag tegen iemand aanleunen C. Bezorgdheid Hieronder treft u een aantal uitspraken, waarvan het de bedoeling is dat u aangeeft in welke mate deze op u van toepassing zijn. Indien u bepaalde dingen nog nooit hebt meegemaakt, probeer dan de vraag te beantwoorden door u voor te stellen hoe u zich zou voelen als u de in de uitspraak beschreven ervaring zou hebben meegemaakt. Wilt u a.u.b. het antwoord dat op u van toepassing is omcirkelen. Dit is op mij van toepassing De antwoordmogelijkheden zijn: 1 = nauwelijks 2 = een beetje 3 = nogal 4 = erg 5 = heel erg nauwelijks een beetje nogal erg heel erg 1. Ik vind het belangrijk om niet zenuwachtig over te komen Als ik ergens mijn aandacht niet bij kan houden, ben ik bang gek te worden Het maakt me bang wanneer ik me draaierig (trillerig) voel Het maakt me bang wanneer ik me duizelig voel Ik vind het belangrijk om mijn emoties de baas te blijven Het maakt me bang wanneer mijn hart snel klopt Ik ben van slag wanneer mijn maag knort Het maakt me bang wanneer ik me misselijk voel Wanneer ik merk dat mijn hart snel klopt, ben ik bang een hartaanval te krijgen Het maakt me bang wanneer ik adem tekort kom Wanneer mijn maag van streek is, ben ik bang erg ziek te worden Het maakt me bang wanneer ik ergens mijn aandacht niet bij kan houden

5 nauwelijks een beetje nogal erg heel erg 13. Anderen merken aan mij dat ik me draaierig voel Ongewone lichamelijke sensaties maken me bang Wanneer ik me zenuwachtig voel, ben ik bang gek te worden Het maakt me bang wanneer ik me zenuwachtig voel D. Slaap Onderstaande vragen gaan over uw slaap gewoonten. Omcirkel a.u.b. het antwoord dat het beste beschrijft hoe vaak u de volgende situaties heeft beleefd in de afgelopen 4 weken. De cijfers hebben de volgende betekenis: 1 = nee, niet in de afgelopen 4 weken 2 = ja, minder dan 1 keer per week 3 = ja, 1 à 2 keer per week 4 = ja, 3 à 4 keer per week 5 = ja, 5 of meer keer per week nee minder dan 1 keer per week 1 à 2 keer per week 3 à 4 keer per week 5 of meer keer per week 1. Had u problemen om in slaap te vallen? Werd u s nachts diverse keren wakker? Werd u eerder wakker dan gepland? Had u problemen om weer in slaap te vallen nadat u te vroeg wakker werd? 5. Algemeen, was uw nachtrust tijdens de afgelopen 4 weken: 1 Erg diep en rustig 2 Diep en rustig 3 Gemiddelde kwaliteit 4 Rusteloos 5 Erg rusteloos 6. Hoeveel uur per nacht sliep u gemiddeld tijdens de afgelopen 4 weken? 1 10 of meer uur 2 9 uur 3 8 uur 4 7 uur 5 6 uur 6 5 uur of minder

6 E. Hulpverlening Wilt u aangeven in hoeverre u het eens of oneens bent met de onderstaande beweringen over hulpverlening. De antwoordcategorieën zijn: 1 = zeer mee eens 2 = mee eens 3 = mee oneens 4 = zeer mee oneens 5 = geen mening 1. De hulp van een psycholoog of psychiater helpt mensen beter om te gaan met problemen. 2. Psychische problemen kan je het best eerst met vrienden bespreken Hulp van een psycholoog of psychiater helpt mensen zich beter te redden in lastige situaties Psychische problemen kan je het beste voor jezelf houden Psychische problemen kan je het best eerst met je familie bespreken zeer mee eens mee eens mee oneens zeer mee oneens geen mening F. Bezorgd maken Geef voor elk van de volgende vragen aan hoe kenmerkend de betreffende uitspraak voor u is, door het juiste nummer te omcirkelen Helemaal niet kenmerkend Enigszins kenmerkend Erg kenmerkend 1. Mijn zorgen overweldigen mij Veel situaties zijn voor mij een aanleiding om te gaan piekeren Ik weet dat ik me niet zo n zorgen zou moeten maken over dingen, maar ik kan er gewoon niets aan doen Als ik onder druk sta, pieker ik veel Ik ben altijd wel ergens over aan het piekeren Zodra ik iets afheb, begin ik mij zorgen te maken over al het andere dat ik nog moet doen Ik ben mijn hele leven al een piekeraar geweest Ik merk dat ik me zorgen maak over dingen Als ik eenmaal begin te piekeren kan ik er ook niet meer mee ophouden Ik maak me voortdurend zorgen Ik maak me zorgen over de dingen die ik nog moet doen, totdat ze af zijn helemaal niet enigszins erg kenmerkend 5

7 In het volgende onderdeel staan weer een aantal beweringen. Het is de bedoeling dat u beoordeelt in hoeverre iedere bewering in het algemeen op u van toepassing is. De antwoordcategorieën zijn: 1 = helemaal mee oneens 2 = mee oneens 3 = noch mee oneens, noch mee eens 4 = mee eens 5 = helemaal mee eens helemaal mee oneens mee oneens noch mee oneens, noch mee eens mee eens 12. Ik heb weinig controle over de dingen die me overkomen Sommige van mijn problemen kan ik met geen mogelijkheid oplossen Er is weinig dat ik kan doen om belangrijke dingen in mijn leven te veranderen Ik voel me vaak hulpeloos bij het omgaan met de problemen van het leven Soms voel ik dat ik een speelbal van het leven ben helemaal mee eens G. Stemmingswisselingen Wilt u de volgende vragen zo goed mogelijk beantwoorden door het juiste antwoord te omcirkelen? De antwoordmogelijkheden zijn: 1 = ja, 2 = nee I. Is er in uw leven ooit een periode geweest, waarin u niet uzelf was en... ja nee 1. u uzelf zo goed of zo hyperactief voelde dat andere mensen vonden dat u niet uzelf was waardoor u in de problemen kwam? u zo prikkelbaar was dat u tegen andere mensen schreeuwde of een gevecht of een ruzie begon? u veel meer zelfvertrouwen had dan normaal? u veel minder sliep dan gebruikelijk, zonder dat u daar last van had? u veel spraakzamer was of veel sneller sprak dan gebruikelijk? gedachten door uw hoofd jaagden of u uw gedachten niet kon remmen? u zo makkelijk afgeleid werd door uw omgeving, dat u moeite had om u goed te 1 2 concentreren of uw gedachten er bij te houden? 8. u veel meer energie had dan normaal? u veel actiever was en veel meer dingen deed dan normaal? u veel meer sociale contacten had of vaker de deur uitging dan normaal, en 1 2 bijvoorbeeld midden in de nacht vrienden opbelde? 11. u veel meer interesse had in seks dan normaal? 1 2 6

8 12. u dingen deed die ongebruikelijk waren voor u, of waarvan andere mensen zouden 1 2 kunnen denken dat het overdreven, onverstandig of riskant was? 13. u veel geld uitgaf waardoor u of uw familie in de problemen kwam? 1 2 II. Als u twee of meer van de vragen van onderdeel G met JA hebt beantwoord, wilt u dan deze vraag beantwoorden: Vonden een aantal van de bovengenoemde gedragingen ooit in dezelfde periode plaats? ja nee 1 2 III. Als u één of meer van de vragen van onderdeel G met JA hebt beantwoord, wilt u dan ook deze vraag beantwoorden: Hoeveel problemen leverden deze gedragingen u op, zoals niet meer kunnen werken, problemen met uw familie, geld of justitie, betrokken raken bij ruzies of vechtpartijen? 1 geen problemen 2 enige problemen 3 aanzienlijke problemen 4 ernstige problemen H. Klachten De volgende vragenlijst betreft verschillende klachten en verschijnselen die u mogelijk hebt. Het gaat steeds om klachten en verschijnselen die u de afgelopen week (de afgelopen 7 dagen met vandaag erbij) hebt ervaren. Klachten die u daarvoor wel had, maar de afgelopen week niet meer, tellen niet mee. Wilt u per klacht aangeven hoe vaak u dit in de afgelopen week bij uzelf hebt opgemerkt, door het cijfer te omcirkelen van het antwoord dat staat voor het meest passende antwoord. De cijfers hebben de volgende betekenis: 1 = nee 2 = soms 3 = regelmatig 4 = vaak 5 = heel vaak of voortdurend nee Soms regelmatig vaak heel vaak of voortdurend Had u de afgelopen week last van: 1. neerslachtigheid? piekeren? onrustig slapen? lusteloosheid? Voelde u zich de afgelopen week: 5. gespannen? snel geïrriteerd?

9 nee soms regelmatig vaak heel vaak of voortdurend Had u de afgelopen week het gevoel: 7. dat u tot niets meer kunt komen? dat u geen belangstelling meer kunt opbrengen voor de mensen en dingen om u heen? dat u het niet meer aankunt? dat u er niet meer tegen op kunt? dat u nergens meer zin in hebt? Had u de afgelopen week: 12. moeite met helder denken? moeite om in slaap te komen? Was u de afgelopen week: 14. snel emotioneel? schieten u de afgelopen week wel eens beelden in gedachten over (een) aangrijpende gebeurtenis(sen) die u hebt meegemaakt? moet u de afgelopen week wel eens uw best doen om gedachten of herinneringen aan (een) aangrijpende gebeurtenis(sen) van u af te zetten?

10 I. Somberheid Hieronder volgen uitspraken die in mindere of meerdere mate op u betrekking kunnen hebben. Telkens wordt gevraagd hoe u over bepaalde dingen denkt op het moment dat u zich somber voelt of in een sombere bui bent. Hiermee wordt niet bedoeld een ernstige somberheid of depressie. Wat gevraagd wordt is of u wilt aangeven in hoeverre de uitspraken op u betrekking hebben als u zich enigszins somber voelt. Probeert u zich de volgende situatie voor te stellen bij het invullen: U hebt bepaald geen goede dag, maar u voelt zich niet echt in de put of depressief. Het zou kunnen dat uw stemming de voorbode is van erger, maar het kan ook morgen of overmorgen weer beter gaan. Als u een rapportcijfer zou moeten geven voor uw stemming, geeft u een 3 of 4 op een schaal die loopt van 0 tot 10 (waarbij 0 = helemaal niet somber en 10 = extreem somber, en vanaf 6 = echt in de put of depressief). De schaal ziet er dus zo uit: helemaal enigszins depressief extreem niet somber somber somber Probeert u zich a.u.b. hiervan een voorstelling te maken, bijvoorbeeld door terug te denken aan de laatste keer dat u zich enigszins somber (score 3 of 4) voelde. (Neem even de tijd om zo n situatie voor te stellen) In hoeverre lukt het u zich zo n situatie voor te stellen? Omcirkel het antwoord dat van toepassing is. 1. Goed 2. Enigszins 3. Niet 9

11 Ga nu verder met de volgende vragen (ook als het voorstellen niet zo goed lukt). En omcirkel het antwoord dat het meest op u van toepassing is. Slaat u alstublieft geen vraag over. De cijfers hebben de volgende betekenis: 1 = niet 2 = een beetje 3 = nogal 4 = sterk 5 = zeer sterk niet een beetje nogal sterk zeer sterk 1. Ik kan alleen positief denken als ik me goed voel In een sombere bui durf ik minder risico s te nemen Als ik me somber voel, denk ik meer na over wat dit soort stemmingen zeggen over mij als persoon Als ik in een sombere stemming ben, ben ik creatiever dan anders Als ik somber ben, voel ik me vaker hopeloos over alles In een sombere bui ben ik meer bezig met het weghouden van beelden en gedachten die in me opkomen In een sombere stemming doe ik meer dingen waar ik later spijt van krijg Als ik me somber voel, ga ik meer leuke dingen doen In een sombere bui lijkt het wel of het me minder kan schelen of ik leef of dood ben Als ik somber ben, ben ik behulpzamer Als ik me somber voel, zal ik minder snel zeggen dat ik het niet met iemand eens ben Als ik me somber voel, denk ik dat ik me minder fouten kan permitteren Als ik somber ben voel ik me vaker overstelpt door dingen In een sombere bui heb ik sterker de neiging problemen of conflicten te vermijden Als ik in een sombere stemming ben, voel ik beter aan wat anderen bedoelen In een sombere stemming heb ik meer last van perfectionisme Als ik somber ben, denk ik vaker dat ik niemand gelukkig kan maken In een sombere bui heb ik meer de neiging dingen kapot te maken Ik werk harder als ik somber ben Als ik somber ben, kan ik slechter omgaan met mijn gewone dagelijkse taken en belangen

12 niet een beetje nogal sterk zeer sterk 21. In een sombere bui heb ik meer last van agressieve gedachten Als ik me somber voel, word ik sneller cynisch (bot) of sarcastisch In een sombere bui krijg ik meer de neiging om alles te ontvluchten In een sombere stemming voel ik me meer mezelf Als ik somber ben, laat ik dingen vaker versloffen Als ik me somber voel doe ik meer riskante dingen Als ik somber ben, kan ik me slechter concentreren In een sombere bui ben ik aardiger dan anders Als ik somber ben, word ik makkelijker boos of driftig In een sombere bui heb ik meer het gevoel dat mensen beter af zouden zijn als ik dood was Als ik me somber voel, krijg ik sterker de neiging om van alles onder controle te willen houden In een sombere stemming ben ik meer bezig met te bedenken wat de oorzaken van mijn stemming geweest kunnen zijn In een sombere bui denk ik vaker na over hoe mijn leven anders had kunnen lopen Als ik somber ben gaan er meer gedachten door mijn hoofd aan doodgaan of mezelf verwonden K. Ervaringen met hulpverlening Heeft u van uw huisarts of andere hulpverlener in de afgelopen twee jaar hulp gekregen voor psychische klachten? 1. Nee u kunt verder gaan naar de sectie L Seizoensgebonden Symptomen 2. Ja ga door met de volgende vragen Dit deel van de vragenlijst gaat over de ervaringen die u heeft gehad in uw laatste hulpverleningscontact met een huisarts of andere hulpverlener over psychische problemen. Wij willen graag weten wat u vindt van die laatste contacten. Voor sommige items zal gelden dat die niet van toepassing zijn omdat u ergens geen ervaring mee hebt. In dat geval omcirkelt u het laatste hokje ( geen ervaring mee/weet niet ). Het gaat erom hoe u het ervaren heeft. Ook nu zijn er geen goede of foute antwoorden. 11

13 De cijfers hebben de volgende betekenis 1 = nee 2 = eigenlijk niet 3 = eigenlijk wel 4 = ja 5 = geen ervaring mee / weet niet In mijn laatste contact over psychische klachten: 1. Ervoer ik veel hindernissen om de praktijk van de huisarts te bereiken Gaf de huisarts hulp bij het omgaan met emotionele problemen die te maken hebben met mijn gezondheidstoestand Verleende de huisarts hulp op het moment dat problemen onmiddellijk aandacht vroegen Zette de huisarts samen met mij een plan ter behandeling op Legde de huisarts uit wat de voor- en nadelen van verschillende medicijnen zijn Kon ik binnen 2 dagen een afspraak maken Kreeg ik goed advies Was de aanpak van mijn angst of depressie zorgvuldig en degelijk Had ik zelf een stem in de behandeling Kreeg ik het gevoel controle te hebben over mijn problemen Betrok de hulpverlener me bij beslissingen over de behandeling Luisterde de hulpverlener echt naar me Zei de hulpverlener wat ik kon doen om beter te worden Bood de hulpverlener zodanig hulp dat ik me goed genoeg voelde voor normale, dagelijkse bezigheden Vertelde de hulpverlener me wat ik wilde weten over mijn klachten Leerde de hulpverlener hoe ik in de toekomst met dergelijke klachten om moet gaan Zorgde de hulpverlener dat mijn klachten minder werden Kon ik na verwijzing binnen 2 weken terecht bij een gespecialiseerde hulpverlener nee eigenlijk niet eigenlijk wel ja geen ervaring mee / weet niet 12

14 L. Seizoensgebonden symptomen Het doel van deze vragenlijst is om meer te weten te komen over veranderingen die zich het afgelopen jaar hebben voorgedaan. Soms zal het moeilijk zijn om op vragen die betrekking hebben op het verleden, nauwkeurig antwoord te geven. Wij willen u vragen in die gevallen geen vragen over te slaan maar een zo goed mogelijke schatting te geven. Het is voor ons belangrijk dat u de vragenlijst volledig invult. Er zijn geen goede of slechte antwoorden mogelijk. Het gaat er om dat u de vragen zo nauwkeurig mogelijk beantwoordt. 1. Mensen voelen zich soms de ene periode beter dan de andere. We willen u vragen aan te geven, in welke mate u vindt dat uw stemming en gedrag in het afgelopen jaar veranderd is met de seizoenen, m.a.w. of u zich in het ene seizoen anders voelde dan in een ander seizoen. U kunt dat aangeven door achter iedere vraag een kruis te zetten in het vak dat het beste de mate van verandering weergeeft. Verandering over de seizoenen in het afgelopen jaar Duur van de slaap onveranderd een beetje veranderd nogal veranderd erg veranderd heel erg veranderd Sociale activiteiten Stemming Lichaamsgewicht Eetlust Energie 2. Hoeveel uur hebt u het afgelopen jaar ongeveer geslapen per 24-urige dag gedurende elk seizoen? (inclusief eventuele middagdutjes!) in de winter (21 dec. t/m 20 mrt)... uren in de lente (21 mrt t/m 20 juni)... uren in de zomer (21 juni t/m 20 sept)... uren in de herfst (21 sept t/m 20 dec)... uren 3. Hoeveel is uw gewicht toe of afgenomen in het afgelopen jaar? 1. minder dan 2kg kg kg kg kg 6. meer dan 10 kg 13

15 4. Bij de volgende vragen gaat het erom welke verschillen er in uw stemming en gedrag in het afgelopen jaar voorgekomen zijn. U kunt voor elk van de onderstaande vragen kruisjes zetten in de vakken bij de maanden. U kunt per vraag één maand aankruisen, maar ook meerdere maanden, zowel aansluitend als verspreid over het jaar. Bijvoorbeeld: Wanneer voelt u zich het best? j a n f e b m r t a p r m e i X j u n X j u l a u g s e p o k t n o v d e c geen bepaalde maanden In bovenstaand voorbeeld voelt de persoon zich het best in de maanden mei en juni. Wanneer voelt u zich het best? Wanneer weegt u het meest? Wanneer ontplooit u de meeste sociale activiteiten? Wanneer heeft u de meeste energie? Wanneer slaapt u het minst? Wanneer eet u het meest? Wanneer verliest u het meeste gewicht? Wanneer ontplooit u de minste sociale activiteiten? Wanneer voelt u zich het slechtst? Wanneer eet u het minst? Wanneer heeft u het minste energie? Wanneer slaapt u het meest? j a n f e b m r t a p r m e i j u n j u l a u g s e p o k t n o v d e c geen bepaalde maanden 5. Merkte u in het afgelopen jaar een verandering in uw voorkeur voor bepaalde voedingsmiddelen over de seizoenen? 1. ja 2. nee 6. Als u in het afgelopen jaar veranderingen met de seizoenen hebt ervaren, zijn deze dan een probleem voor u? 1. ja naar 6a. 2. nee 6a. Zo ja, hoe groot is dit probleem: 1. gering 2. matig 3. aanzienlijk 4. ernstig 5. zeer ernstig 14

16 De volgende vragen gaan over eventuele behandeling met licht van seizoensgebonden klachten (winterdepressie). 7. Hebt u ooit in verband met seizoensgebonden klachten (winterdepressie) lichttherapie gehad bij een psychiatrische instelling? (bijvoorbeeld bij een psychiatrische polikliniek, GGZ instelling, vrijgevestigd psychiater e.d.) of hiervoor zelf een speciale lamp voor aangeschaft en deze gebruikt? 1. ja ga door naar 7a 2. nee ga door naar vraag 8 7a. Indien ja, hielp de lichttherapie of de lamp tegen de seizoensgebonden klachten? 1. ja 2. nee 7b. Hebt u in het afgelopen jaar nog lichttherapie gehad bij een psychiatrische instelling of heeft u zelf een speciale lamp gebruikt in verband met seizoensgebonden klachten (winterdepressie)? 1. ja 2. nee 8. Bent u ooit speciaal in verband met seizoensgebonden klachten in de winter op reis geweest naar landen waar u aan meer zonlicht blootgesteld bent dan in Nederland? (bijvoorbeeld met de kerstvakantie naar de Middellandse Zee, Afrika of op wintersportvakantie). 1. ja ga door met onderstaande vragen 2. nee u kunt verder gaan naar de sectie M Eigenschappen 8a. Indien ja, hielp deze reis waarin u meer of langer zonlicht genoot dan normaal tegen seizoensgebonden klachten? 1. ja 2. nee 8b. Bent u in het afgelopen jaar speciaal in verband met seizoensgebonden klachten in de winter op reis geweest naar landen waar u meer aan zonlicht blootgesteld bent dan in Nederland? 1. ja 2. nee 15

17 M. Eigenschappen Hieronder is een lijst met beschrijvingen van bepaalde gedragingen en eigenschappen van mensen. Omcirkel bij iedere beschrijving de 0, 1 of 2 om uzelf te beschrijven in de afgelopen 6 maanden. Beantwoord alle vragen graag zo goed mogelijk, ook al lijken sommige vragen niet op u te slaan. De cijfers hebben de volgende betekenis: 0 = helemaal niet van toepassing 1 = een beetje of soms van toepassing 2 = duidelijk of vaak van toepassing 1. Ik kan bepaalde gedachten maar niet uit mijn hoofd zetten Ik herhaal alsmaar bepaalde handelingen Ik ben bang dat ik misschien iets slechts zou kunnen doen of denken Ik heb gedachten die andere mensen vreemd of raar zouden vinden Ik verzamel dingen die ik eigenlijk niet nodig heb Ik doe dingen die andere mensen vreemd of raar vinden Ik vind dat ik perfect moet zijn Ik pieker veel, maak me veel zorgen Ik heb moeite met beslissingen nemen Ik ben bang voor bepaalde dieren, situaties of plaatsen Ik ben angstig of bang Ik voel me te schuldig N. Ochtend avond ritme Mensen verschillen in hun dagelijkse gewoonten voor wat betreft het tijdstip van naar bed gaan en opstaan. Geeft u a.u.b. in deze lijst de antwoorden zoals ze voor dit moment gelden (als u de lijst b.v. in de zomer invult bent u waarschijnlijk langer buiten dan in de winter). Voor situaties die veranderlijk zijn (b.v. de starttijd van uw werk) kiest u a.u.b. de meest voorkomende situatie. 1. Op werkdagen (niet invullen als u met pensioen bent of niet werkt). 1a. Sta ik op om uur 1b. Ik heb minuten nodig om wakker te worden 1c. Ik word in de regel wakker a. voor de wekker (antwoord omcirkelen svp) b. van de wekker 1d. Vanaf uur ben ik klaarwakker 1e. Om ongeveer uur heb ik een energie dipje 2. Op de avond voorafgaand aan werkdagen 2a. Ga ik naar bed om uur 2b. Het kost het mij dan minuten om in slaap te vallen 2c. Als ik de kans krijg doe ik graag een dutje (antwoord omcirkelen svp) 2c.1. ja, en ik slaap dan minuten 2c.2. nee ga verder naar vraag 3 2d. Na afloop van het dutje voel ik me beroerd (antwoord omcirkelen svp) 1. ja 2. nee 16

18 3. Op vrije dagen (a.u.b. alleen normale vrije dagen beoordelen, dwz zonder festiviteiten) 3a. Zou ik het liefst slapen tot uur 3b. Normaal gesproken word ik wakker om uur 3c. Als ik op de normale tijd (van werkdagen) wakker word, probeer ik weer te gaan slapen. (antwoord omcirkelen svp) 1. ja 2. nee naar 3g 3d. Als ik weer ga slapen, slaap ik nog min 3e. Ik heb dan min nodig om wakker te worden 3f. Vanaf uur ben ik klaarwakker 3g. Om ongeveer uur heb ik een energie dipje 4. Op de avond voorafgaand aan vrije dagen 4a. Ga ik naar bed om uur 4b. Het kost mij dan minuten om in slaap te vallen 4c. Als ik de kans krijg doe ik graag een dutje (antwoord omcirkelen svp) 4c.1. ja, en ik slaap dan minuten 4c.2. nee ga verder naar vraag 5 4d. Na afloop van het dutje voel ik me beroerd (antwoord omcirkelen svp) 1. ja 2. nee 5. Als ik eenmaal in bed lig, zou ik graag nog minuten lezen 5a. Maar over het algemeen val ik in slaap binnen minuten 6. Ik slaap bij voorkeur in een volledig donkere kamer (antwoord omcirkelen svp) 1. ja 2. nee 7. Ik ontwaak gemakkelijker als er s ochtends licht in mijn kamer schijnt 1. ja 2. nee 8. Hoeveel tijd bent u per dag gemiddeld buiten (werkelijk buiten!), blootgesteld aan daglicht? 8a.Op werkdagen: uren min 8b Op vrije dagen:...uren min Nadat u de voorafgaande vragen hebt ingevuld, heeft u waarschijnlijk zelf al een idee tot welk tijd van de dag type u behoort. Als u er bijvoorbeeld van houdt (en het lukt u ook), om op vrije dagen aanzienlijk langer te slapen dan op werkdagen, of als u niet uit bed kunt komen op maandagochtend, zelfs zonder de voorafgaande zondagavond een feest te hebben gehad, dan bent u meer een laat type. Als u echter in de regel makkelijk wakker wordt en u zich snel kwiek en levendig voelt als u eenmaal uit bed gesprongen bent, en als u liever vroeg naar bed gaat dan naar een laat concert, dan bent u een vroeg type. In de volgende vragen wordt gevraagd uzelf te categoriseren. Dit kunt u doen door het getal te omcirkelen dat het best op u van toepassing is. 17

19 Hierbij hebben de cijfers de volgende betekenis: 0 = extreem vroeg type 1 = redelijk vroeg type 2 = in lichte mate vroeg type 3 = normaal type 4 = in lichte mate laat type 5 = redelijk laat type 6 = extreem laat type 7 = niet van toepassing (antwoord omcirkelen svp) 9. Ik ben een Als kind was ik een Als tiener was ik een O. Houding Er volgen nu 9 uitspraken. Wilt u van elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre die op u van toepassing is door het juiste antwoord te omcirkelen? Hierbij hebben de cijfers de volgende betekenis: 1. nooit waar 2. zeer zelden waar 3. zelden waar 4. soms waar 5. vaak waar 6. bijna altijd waar 7. altijd waar 1. Ik kan goed actie ondernemen naar aanleiding van een probleem, ook al ben ik onzeker over de juiste aanpak. 2. Ik betrap me er vaak op dat ik aan het dagdromen ben over dingen die ik gedaan heb en wat ik een volgende keer anders zou doen. 3. Wanneer ik me depressief of angstig voel, ben ik niet in staat mijn verantwoordelijkheden op te nemen. 4. Ik maak me zelden zorgen over het onder controle krijgen van mijn angsten, zorgen, en gevoelens

20 1. nooit waar 2. zeer zelden waar 3. zelden waar 4. soms waar 5. vaak waar 6. bijna altijd waar 7. altijd waar 5. Ik ben niet bang voor mijn gevoelens Wanneer ik iets negatief vind, besef ik dat dit enkel maar een gedachte is, en niet een objectief feit. 7. Wanneer ik mezelf vergelijk met andere mensen, lijkt het dat de meesten onder hen hun leven beter in de hand hebben dan ik. 8. Angst is slecht Als ik op magische wijze alle pijnlijke ervaringen die ik in mijn leven heb gehad, zou kunnen wegnemen, zou ik dat doen

21 Opmerkingen (hier kunt u eventuele opmerkingen, meningen etc. kwijt): Hartelijk dank voor het invullen van deze vragenlijst! 20