2013 BIM Media BV, Den Haag Academic Service is een imprint van BIM Media BV. Artikelnummer 26415SH

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2013 BIM Media BV, Den Haag Academic Service is een imprint van BIM Media BV. Artikelnummer 26415SH"

Transcriptie

1 Studiehulp bij

2 Meer informatie over deze en andere uitgaven kunt u verkrijgen bij: BIM Media B.V. Postbus 16262, 2500 BG Den Haag tel.: (070) BIM Media BV, Den Haag Academic Service is een imprint van BIM Media BV. Artikelnummer 26415SH Alle rechten voorbehouden. Alle intellectuele eigendomsrechten, zoals auteurs- en databankrechten, ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij BIM Media BV en de auteur. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich te wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave ten behoeve van commerciële doeleinden dient men zich te wenden tot de uitgever. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, kan voor de afwezigheid van eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever deswege geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventueel voorkomende fouten en onvolledigheden. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the publisher s prior consent. While every effort has been made to ensure the reliability of the information presented in this publication, BIM Media neither guarantees the accuracy of the data contained herein nor accepts responsibility for errors or omissions or their consequences.

3 Inhoud Deel 1: Massacommunicatie een inleiding De media-explosie - een eerste verkenning Van actie naar interactie Visie en beoordeling Massacommunicatie: de klassieke benadering Massa en publiek De mediaboodschap Inkadering en inkleuring: framing en labelling Van rotstekening naar dagblad: twee mediarevoluties Van telegraaf tot internet: de derde mediarevolutie Mediafuncties De eigenschappen van het medium Sociale Media Deel 2 Het wetenschappelijk onderzoek van massacommunicatie Communicatieonderzoek in de eenentwintigste eeuw De almacht van de media De opinieleider De aandacht voor de ontvanger De sturende macht van de media onderzocht De macht van de media bekritiseerd Een nieuwe fase in het denken over massacommunicatie Discussies over internet Massacommunicatie nieuwe stijl Deel 3 Trends en issues in de informatiemaatschappij Trends in de informatiemaatschappij Monitoring van trends Van trends naar issues De fasering van een issue The issue is the message Reputaties in het geding Studiehulp De media-explosie 3

4 4 Studiehulp De media-explosie

5 Deel 1: Massacommunicatie een inleiding 1 De media-explosie - een eerste verkenning Media zijn een onmisbaar onderdeel van ons dagelijkse leven geworden. Op elk moment van de dag worden we geconfronteerd met producten uit de mediawereld. Het informatietijdperk waarin we ons bevinden, is de tijd van een nieuwe mediarevolutie. Iedereen heeft te maken met deze media-explosie. Door pers, televisie, internet en sociale media leven we in dit derde millennium in een informatiewereld. De media-explosie is een metafoor, een beeld, voor de enorm snelle groei van mediaorganisaties, mediakanalen, mediaproducten en mediaberoepen in de huidige informatiewereld. De volgende zeven kenmerken bepalen het beeld van de mediawereld (schema p. 14): 1. de groei van communicatiemiddelen en communicatieproducten 2. de stijging van de diversiteit (verscheidenheid) van mediaproducten 3. de digitalisering van de media: het verwerken van informatie via de computer 4. de convergentie: de informatiekanalen, dragers van informatie en de communicatiemedia gaan steeds meer in elkaar over. Dit is een gevolg van digitalisering. 5. de uitbreiding van de zintuiglijke ervaring: vooral in woord en beeld. 6. geen scheidslijn meer tussen interpersoonlijke communicatie en klassieke massacommunicatie 7. de groei van het aantal professionals: het aanbod van communicatiebanen en -beroepen neemt fors toe. 1. Leg het verband uit tussen de groei van het aantal communicatiebanen en de stijging van de diversiteit van mediaproducten. 2. Geef vijf voorbeelden van dagelijkse confrontaties met media. 2 Van actie naar interactie De communicatiewetenschap is multidisciplinair: diverse wetenschappers uit verschillende gebieden (disciplines) bestuderen communicatieprocessen. Communicatiewetenschap is vaak interdisciplinair: diverse wetenschappers uit verschillende gebieden werken samen om meer zicht te krijgen op het hele communicatieproces. Basiselementen van communicatie 1. De verbinding tussen zender en ontvanger: koppeling is meestal via middelen, kanalen en media. 2. Het transport van communicatiegegevens: het overdragen van informatie. 3. De intentie van de zender: de zender beïnvloedt het denken van ontvanger door prikkels te sturen. 4. De rol van maatschappelijke organisaties: deze bepalen voorwaarden en mogelijkheden in het hele communicatieproces. 5. Taalgebruik en symboolgebruik: de codering die in de boodschap te vinden is. Deze codering kan verbaal of visueel zijn. 6. De gemeenschappelijke relatie tussen zender en ontvanger: deze ontstaat door een goed contact tussen beide spelers. 7. De reacties van de ontvangers: bij het verwerken van de boodschap gaat het om de interpretatie en selectie door de ontvangers. Deze bepalen hun reactie. Het bestuderen van communicatieprocessen was in het begin van de twintigste eeuw vooral gericht op de actiegerichte zendercommunicatie. Na 1950 kwam er meer aandacht voor effectiviteitsgerichte communicatie. Pas de laatste jaren is de interactief gerichte communicatie onderwerp van veel onderzoek. Studiehulp De media-explosie 5

6 De ontwikkeling van het denken over communicatie kun je globaal in drie fasen verdelen: 1. De actiegerichte benadering: de handeling van de zender bepaalt alles. 2. De effectiviteitsgerichte benadering: de zender houdt rekening met de wereld van de ontvanger. 3. De interactieve benadering: er is wederzijdse betrokkenheid tussen zenders en ontvangers. In iedere fase staat een andere benadering van het communicatieproces centraal. Als je die verschillende benaderingen verder uit wilt werken, ga je kijken naar de verschillende manieren waarop de basiselementen van een communicatieproces in een bepaalde samenhang onderzocht kunnen worden. 1. Benoem het verschil tussen de actiegerichte en interactieve benadering. 2. Wat gebeurt er als er basiselementen van communicatie ontbreken? 3 Visie en beoordeling Er zijn veel verschillende definities van communicatie. Als je de verschillende benaderingen verder uit wilt werken, geef je precies aan welke basiselementen van een communicatieproces je wilt bestuderen en hoe je de samenhang tussen bepaalde basiselementen ziet. Dat hangt samen met je eigen invalshoek: bij iedere visie hoort een aparte verwerking van de basiselementen. Iedere benadering van communicatie brengt een andere definitie van het communicatieproces met zich mee. Die definitie bepaalt wat je invalshoek wordt. Je kunt de nadruk leggen op de intentie of bedoeling van de zender, op het effect dat je bij de ontvanger wil bereiken of op het gemeenschappelijk beleven. Op grond van de gekozen definities kom je tot criteria om te beoordelen of het communicatieproces geslaagd is. Bij iedere visie hoort een apart criterium, waarmee je kunt aangeven of een communicatieproces wel of niet geslaagd is. Zo kun je verschillende criteria aangeven bij de actiegerichte, de effectiviteitsgerichte en de interactief gerichte benadering. Je kunt de bewuste acties van de zender, de effecten voor de ontvangers of de interactieprocessen tussen zenders en ontvangers bestuderen. 1. Intentionaliteitscriterium De bedoeling van de zender is bepalend bij het gedrag of de actie. Het intentionaliteitscriterium is gericht op de intentie of bedoeling van de zender. Je onderzoekt in hoeverre de bedoeling van de zender gerealiseerd is. Zo bepaal je of de actie van de zender geslaagd is. Dit wordt ook wel het actiegericht criterium genoemd. 2. Effectiviteitscriterium Het effect van de mediaboodschap op de ontvangers is bepalend. Bij de effectiviteitsgerichte benadering staat het soort invloed ( impact ) op de ontvangers centraal. Een zender houdt op een bepaalde manier rekening met de leefwereld van de ontvangers. Een onderzoeker wil nagaan in hoeverre de mediaboodschap van de zender tegemoetkomt aan die beleving van de ontvanger. Dat is het effectiviteitscriterium: de wijze van ontvangst bepaalt of het communicatieproces geslaagd is. 3. Interactiviteitscriterium Bij het bestuderen van de interactieve communicatie breng je de wisselwerking of wederzijdse betrokkenheid tussen zenders en ontvangers in kaart. Je gaat als onderzoeker na in hoeverre die wederzijdse betrokkenheid geslaagd mag heten. Een korte en moderne definitie van communicatie is: Communiceren is elkaar wederzijds informeren en beïnvloeden. Bij iedere benadering kun je ook een onderscheid maken tussen het overbrengen van de inhoud van de boodschap (communicatie als transportmiddel) en het gemeenschappelijk delen en beleven (communicatie 6 Studiehulp De media-explosie

7 als cultureel ritueel). Sinds de opkomst van internet is een interactieve benadering meer gebruikelijk geworden in de wereld van de massamedia. Bij moderne massacommunicatie zijn interactiviteit en cultureel ritueel belangrijke invalshoeken. Massacommunicatie is niet langer eenrichtingsverkeer. Het massabegrip is eveneens verouderd. De uniforme massa van vroeger is een pluriform en veelkoppig publiek geworden. In plaats van een homogene massa komt een heterogene groep ontvangers. Nu kun je per communicatiesituatie een onderscheid maken tussen verschillende soorten publieksgroepen, doelgroepen en stakeholders en een gekozen ontvangersgroep preciezer bestuderen. De publieke opinie van de publieksgroepen is geen eenvoudige optelsom van stabiele individuele opinies, maar een steeds veranderend geheel van gemeenschappelijke meningen en gedeelde stemmingen van steeds wisselende publieksgroepen. De media-explosie manifesteert zich vooral in een groei van het aantal mediaboodschappen, informatiedragers, kanalen en mediatypen. Die enorme mediagroei heeft zowel kwalitatieve als kwantitatieve aspecten. Wil je de invloed en de werking van massacommunicatie achterhalen, dan is allereerst een goede analyse van de specifieke boodschap en van de specifieke publieksgroep nodig. Belangrijke punten van de transportaanpak 1. Ieder transport is overdracht van informatie (van data of gegevens). 2. Iedere boodschap kent een zakelijke kant en een emotionele en sociale kant. Bij het transport gaat het vooral om het overbrengen van de zakelijke en rationele inhoud van een boodschap. 3. De ontvanger heeft nooit precies dezelfde kennis als de zender. Daarom is er het nodig te letten op het effect van je boodschap op de ontvangers: kunnen ze de boodschap van de zender begrijpen? Belangrijke punten van cultureel ritueel 1. Cultureel ritueel draait om de menselijke omgang met informatie en de persoonlijke verwerking van de mediaboodschap. 2. Communicatieboodschappen zijn nooit neutraal: zowel zenders als ontvangers kleuren een mediaboodschap persoonlijk in. 3. Er wordt meer rekening gehouden met de sociale en emotionele kanten van de boodschap. 4. Het effect hangt af van de invulling van de betekenisgeving door de ontvangers: welke appellerende, expressieve en relationele kanten van de mediaboodschap voeren voor de ontvangers de boventoon? 1. Wat is het verschil tussen het effectiviteitscriterium en het interactiviteitscriterium? 2. Hoe komt het, dat een sociaal medium als Facebook meer gaat over cultureel ritueel dan over informatieoverdracht? 4 Massacommunicatie: de klassieke benadering Interpersoonlijke communicatie is gebaseerd op interactie. Interactie is het direct wederzijds handelen tussen personen. In gesprekken zijn deze personen om de beurt zenders en ontvangers. Iedere interpersoonlijke communicatie is in principe interactieve communicatie. Interactieve communicatie is wederzijds op elkaar betrokken communicatie. Een andere vorm van communicatie is massacommunicatie. Voorbeelden van klassieke massacommunicatie zijn pers, radio, film en televisie. Dat zijn de klassieke massamedia. Hierbij gaat het om eenrichtingsverkeer van een (bekende) zender met een (onbekende) ontvanger. Geen enkele ontvanger wordt buitengesloten. Deze massacommunicatie is voor iedereen toegankelijk en dus openbaar. Voor het schema met kenmerken van de massacommunicatie en interpersoonlijke communicatie zie De media-explosie (vierde druk), p. 30. Studiehulp De media-explosie 7

8 De klassieke beginvraag van communicatieonderzoek is heel eenvoudig: Wie zegt wat tegen wie, via welk middel en met welk effect? We onderscheiden hierbij de zender (wie), de boodschap (wat), de ontvanger (tegen wie) en het medium (middel). Ook kunnen we kijken naar de potentiële gevolgen voor personen (effect). Dat zijn analyseeenheden. Het gaat om de samenhang tussen deze analyse-eenheden. Deze samenhang wordt vanuit verschillende disciplines onderzocht, bijvoorbeeld de sociologie, psychologie, economie en taal- en letterkunde. Wanneer de verschillende wetenschappen doelbewust en systematisch samenwerken, dan spreken we van een interdisciplinaire benadering. De Duitse psycholoog Maletzke definieerde massacommunicatie als een vorm van communicatie waarbij boodschappen openbaar zijn en verspreid worden door media. Dit communicatieproces is volgens Maletzke indirect; het proces verloopt via eenrichtingsverkeer waarbij de boodschappen aan een verspreid publiek worden overgebracht. In het medialandschap van de 21 e eeuw vinden we naast de klassieke vormen van eenrichtingsverkeer allerlei uitingen van tweerichtingsverkeer. Voor moderne massacommunicatie is eenrichtingsverkeer niet meer een beslissend criterium. Wat nog steeds van belang blijft als basiskenmerk is de openbaarheid. De moderne definitie van massacommunicatie kunnen we kernachtig weergeven: Massacommunicatie is openbare communicatie. Massacommunicatie is elkaar via de openbaarheid informeren en beïnvloeden. 1. Op het nieuwsjournaal wenst de presentator de TV-kijker een goede avond. Is dit internpersoonlijke communicatie of massacommunicatie? 2. Noem 3 oorzaken van de opkomst van tweerichtingsverkeer in ons medialandschap. 5 Massa en publiek Het begrip massa betekent meestal een grote hoeveelheid mensen die bij elkaar zijn op eenzelfde plek en tijd. Het begrip massa drong ook door in de communicatiestudies: massacommunicatie. In toenemende mate ging men ervan uit dat de massa een politieke machtsfactor is, waar rekening mee gehouden moet worden. Bij massacultuur horen massamedia: pers (dagbladen, tijdschriften, boeken), radio, televisie en bioscopen. De studie van massacommunicatie is in de loop van de tijd veel meer een empirische studie geworden van de relaties tussen zenders, media, boodschappen en verschillende soorten publieksgroepen. Het moderne publiek bestaat uit een veelvoud van mensen: die soms bekend, soms onbekend zijn voor de zender; die niet tot een vaste sociale klasse of bevolkingsgroep horen; van wie de groepskenmerken ongelijksoortig zijn; die via media soms gelijktijdig, soms ongelijktijdig bereikt kunnen worden; die soms met elkaar verbonden kunnen zijn door dezelfde doelstellingen en belangen; die zowel bron als gebruiker van de media kunnen zijn. Publieksgroepen kun je vrij precies indelen ( segmenteren ). Je kunt een bepaalde publieksgroep indelen aan de hand van bepaalde criteria, bijvoorbeeld: 8 Studiehulp De media-explosie

9 leeftijd, sekse, inkomen, opleiding, woongebied (de klassieke marketingsegmentatie); lifestyle, betrokkenheid en interesse; soort mediagebruik (mediakeuzes, tijdsbesteding); soort zakelijke contacten en beroepsuitoefening. Publieksgroepen zijn geen doelgroepen. Publieksgroepen zijn reeds aanwezig in de omgeving van de organisatie. Doelgroepen niet. Doelgroepen kiest een bedrijf om mee te communiceren. Je richt je marketingcommunicatie op een doelgroep om je producten te verkopen. Het concept van de doelgroep komt uit de marketing; het concept van de publieksgroep komt uit de journalistiek en de public relations. Publieksgroepen en stakeholders als experts, opinieleiders en journalisten bepalen bijvoorbeeld de publieke opinie. Publieksgroep: iedere verzameling van burgers, consumenten of organisaties, die voor een zender belangrijk kan zijn. Doelgroep: een geselecteerde groep consumenten, beslissers of bedrijven, die een zender gericht wil benaderen. Stakeholders: relatiegroepen - vertegenwoordigers van organisaties of publieksgroepen, die als relatiegroep voor een organisatie als zender van direct belang zijn. Publieke opinie: een steeds veranderend geheel van gemeenschappelijk gedeelde meningen en stemmingen van steeds wisselende publieksgroepen. 1. De troonopvolging van koningin Beatrix door haar zoon Willem-Alexander was in Amsterdam een bijzonder evenement. Noem 5 stakeholders, die voor de organsiatie van het evenement van belang waren. 2. In hoeverre zal de veiligheidsdienst bij de voorbereiding van dit evenement onderscheid gemaakt hebben tussen publieksgroepen en doelgroepen? 6 De mediaboodschap We onderscheiden vier aspecten van de mediaboodschap: 1. referentieel aspect: de zakelijke inhoud van de boodschap staat voorop. 2. expressief aspect: de zender wil zich persoonlijk uitdrukken en laten zien hoe hij tegenover de mediaboodschap staat. 3. relationeel aspect: de emotionele dimensie van de boodschap. 4. appellerend aspect: de zender doet een beroep op de ontvanger. Iedere boodschap bevat tevens tekens. Die tekens hebben betekenis. Betekenissen moet je coderen en decoderen. Coderen: gebruik van tekens voor vorm en inhoud van een mediaboodschap (coderen is een actie van zender). Decoderen: ontcijferen van de tekens uit een mediaboodschap (decoderen is een actie van de ontvanger). De begrippen denotaties en connotaties worden gebruikt om de meerdere betekenislagen van een mediaboodschap op het spoor te komen. Denotatie: de standaardbetekenis van een beeld of een tekst wat iedere ontvanger meteen als een feitelijke verwijzing naar de werkelijkheid snapt. Denotaties zijn vooral referentieel bepaald. Connotaties: de bijbetekenissen, waar je tegelijk als ontvanger aan denkt of naast de standaardbetekenis. Connotaties zijn vooral expressief, relationeel en appellerend bepaald. Connotaties zijn persoonsgebonden: niet iedereen heeft dezelfde bijgedachten, gevoelens of interpretaties. Connotaties verschillen per persoon en per situatie. Studiehulp De media-explosie 9

10 Vanuit de tekenleer kun je vijf soorten tekens onderscheiden, die ieder een eigen relatie met de werkelijkheid hebben: 1. Signalen: tekens, die niet persoonlijk bedoeld zijn en berusten op algemeen gedeelde afspraken. 2. Symptomen: persoonlijk bedoelde en individueel geuite tekens. 3. Iconen/iconische tekens: tekens die bestaan dankzij de gelijkenis met een ander teken. 4. Indices: indexicale tekens vestigen ergens de aandacht op. 5. Symbolen/symbolische tekens: figuurlijke tekens die een ander complex of abstract begrip vervangen. 1. Zijn de staatsportretten van koning Willem-Alexander en koningin Maxima een signaal, een icoon, een symptoom, een index of een symbool? Verklaar je keuze. 2. Op welke wijze decodeer je als TV-kijker de nieuwsbeelden over een aardbeving in China of Irak? Wat voor rol spelen denotaties en connotaties hierbij? 7 Inkadering en inkleuring: framing en labelling Mediaboodschappen worden altijd gefilterd en ingekleurd. Dat gebeurt via framing en labelling: Framing: bepalen hoe we de kern van de mediaboodschap moeten zien (informatiestroom). Labelling: inkleuring van de mediaboodschap geeft aan hoe de boodschap overkomt en de opinievorming beïnvloedt (beïnvloedingsstroom). Framing is het kiezen van het zakelijke interpretatiekader. Framing zit meer op referentieel en cognitief niveau. Inkleuring of labelling betreft de sociale en emotionele invloed en zit meer op expressief, relationeel en appellerend niveau. Labelling gaat over de manier waarop we de geselecteerde kernboodschap sociaal en emotioneel over willen laten komen. Daarvoor zijn verschillende communicatietechnieken: voor framing: het zorgen voor een goede opbouw en het gebruik van zakelijke argumenten. voor labelling: communicatietechnieken voor het beïnvloeden van ontvangers. Bij de communicatietechnieken voor labelling kun je concreet denken aan: displacement of afleiding, aperte of stellige bewering, bandwagoneffect, belachelijk maken, cardstacking, etikettering en stereotypering, testimonial of getuigenis afleggen, redundantie of herhaling, identificatie of vereenzelviging, ongeoorloofde stilte, rationalisatie, retoriek (ironie, sarcasme, overdrijving), simplificatie of vereenvoudiging, suggestie, scape-goating of zondebokmechanisme. Framing en labelling kun je toepassen op teksten en op beeldtaal. Waar teksten en beelden elkaar ondersteunen, kun je met behulp van semiotiek en communicatietechnieken nagaan hoe precies een concrete mediaboodschap in elkaar zit. 1. Minister-President Mark Rutte riep alle Nederlandsers op meer geld als consument uit te geven om zo de economie te stimuleren. Is hierbij sprake van framing, van labelling of van een mix van allebei? 2. Voor de zoveelste keer geeft Geert Wilders te kennen, dat hij het beleid van de regering van VVD en PvdA onzin vindt. Welke communicatietechnieken past hij het meeste toe bij de labelling van zijn kritiek? 10 Studiehulp De media-explosie

11 8 Van rotstekening naar dagblad: twee mediarevoluties In dit hoofdstuk worden twee mediarevoluties behandeld: 1. de uitvinding van het schrift 2. de uitvinding van de boekdrukkunst De eerste mediarevolutie: de uitvinding van het schrift Vanaf het eerste begin van de menselijke geschiedenis communiceren mensen mondeling met behulp van taaltekens. Naast taaltekens zijn er visuele tekens. In de prehistorie maakten mensen afbeeldingen van levende wezens: rotstekeningen en grotschilderingen, waarin de gewone werkelijkheid herkenbaar was. Iedereen kon de rotstekeningen in de open lucht bekijken. Deze tekeningen waren het begin van de visuele massacommunicatie. Vervolgens gingen mensen visuele tekens abstraheren om zo hun verbale communicatie vast te leggen. Het pictografische schrift bevatte afbeeldingen van voorwerpen of dieren. Mensen gingen steeds vaker beeldtekens gebruiken om gegevens vast te leggen. Hiervoor werd gebruikgemaakt van kleitabletten of gedroogde rietstengels. De beeldgegevens gaven niet letterlijk de werkelijkheid weer, maar verwezen ernaar op een aparte manier. Dus de beeldtekens moesten als verwijzingen naar de werkelijkheid begrepen worden. Tweeduizend jaar voor Christus veranderde het pictografische schrift in het meer abstracte spijkerschrift. De tekens geven nu geen voorwerpen aan, maar klanken. Woorden en lettergrepen die op dezelfde wijze werden uitgesproken, werden voorzien van hetzelfde teken. Daarnaast bevatte het spijkerschrift ook grammaticale en fonetische tekens. Zo begon de eerste mediarevolutie. De volgende stap was het combineren van beeldtekens en lettertekens. Kanaënieten zorgden rond 1500 voor Christus voor een alfabet zonder klinkers. Zo n 700 jaar later voegden Grieken de klinkers eraan toe. Hiermee legden zij de grondslag voor ons huidige alfabet. Dankzij de toepassing van de alfabetische beeldtekens ontstond de schriftcultuur. Deze schriftcultuur was zowel een schrijf- als een leescultuur: de zender schreef en de ontvanger las. De uitvinding van het schrift was het begin van de alfabetische cultuur. Gevolgen van de alfabetisering van de cultuur: het gesproken woord wordt direct gecodeerd in schrifttekens; je kunt zelf teksten bestuderen, je bent niet afhankelijk van de mondelinge overdracht; het culturele kapitaal, het collectieve geheugen van de cultuurpatronen die mensen met elkaar delen, is nu opgeslagen in handgeschreven documenten. In de schriftcultuur is de communicatie niet meer gelijktijdig (connection oriented), maar ongelijktijdig (connectionless communication). Ongelijktijdige communicatie: je verwerkt een mediaboodschap wanneer je er als ontvanger zelf aan toe bent. De alfabetisering was een ingrijpende technische, culturele en sociale communicatieverandering. De afhankelijkheid van mensen van hun directe omgeving is door de alfabetisering verbroken. De tweede mediarevolutie: de uitvinding van de boekdrukkunst In de vijftiende eeuw vond in Europa de uitvinding van de boekdrukkunst plaats. Zo ontstond het printmedium zoals wij dat tegenwoordig kennen. Deze ontwikkeling noemen we de democratisering van de schriftcultuur. De gedrukte media werden voor iedereen toegankelijk. Voorbeelden van printmedia zijn het dagblad, boek, het tijdschrift, de brochure, de poster, het rapport en de flyer. De tweede mediarevolutie werd mogelijk door: de nieuwe druktechniek; de moderne mediamarkt van uitgevers, drukkers en een koopkrachtig publiek. De tweede mediarevolutie bestond uit de uitvinding van de boekdrukkunst en de verspreiding van de gedrukte media. Studiehulp De media-explosie 11

12 De helft van de totale wereldproductie aan boeken werd in rond 1650 in Holland gedrukt en naar het buitenland geëxporteerd. De negentiende eeuw werd de eeuw van de typografie. Er ontstond een onderzoekende en actieve pers. Journalisten onderzochten feiten over actuele gebeurtenissen. Ze leerden feitelijke berichtgeving van opinievorming te scheiden. Journalisten maakten van het vervaardigen van nieuws hun beroep. In de negentiende eeuw werd de journalistiek een echt communicatievak. Het eerste nationale publiek werd het eerste massapubliek. Het publiek was alleen aangewezen op de pers, omdat er nog geen radio of televisie bestond. De mediafuncties van dagbladen en tijdschriften kregen een andere betekenis. Zo werd de informatieverschaffing een stuk zakelijker en breder. Ook kregen de opinievorming en cultuuroverdracht meer diepgang en abstractie. Aan het einde van de negentiende eeuw kregen de kranten een steeds groter lezerspubliek, hoewel de reikwijdte van de verspreiding nog beperkt was. In Nederland ontstond een aparte ontwikkeling, die we de verzuiling nomen: eerst in de printmedia, en later in de radio en televisiewereld. Iedere politieke of religieuze richting kende in Nederland zijn eigen media. Hierdoor waren de Nederlandse zuilen duidelijk van elkaar gescheiden. De persmedia zorgden ervoor dat de identiteit van de zuilen bewaard bleef. Vanaf 1950 is er in Nederland sprake van ontzuiling en persconcentratie. In de 21e eeuw verliezen persmedia terrein aan andere media. Factoren die zorgen dat het aantal lezers van persmedia daalt: concurrentie van andere media als televisie en internet meer mensen met dubbele taken en meer vrije tijd 1. Geef 3 kenmerkende functies van professionele journalistiek. 2. Waarom verbrak de alfabetisering de afhankelijkheid van mensen van hun directe omgeving? 9 Van telegraaf tot internet: de derde mediarevolutie De derde mediarevolutie is de informaticarevolutie. Deze mediarevolutie is op twee series technische uitvindingen gebaseerd: Het ontwikkelen van systemen voor elektriciteit. Ruimte en afstand konden gemakkelijk overbrugd worden. De grootschalige toepassing van elektronica en elektronische middelen. In de negentiende eeuw werd telecommunicatie, het communiceren op afstand, mogelijk. 1. Telegrafie: zorgde voor een internationale communicatielijn tussen Europa en Amerika. Met de uitvinding van de telegraaf ontstond de ontwikkeling van de telecommunicatie. Telecommunicatie is informatie uitwisselen tussen zender en ontvanger ongeacht de geografische afstand. 2. Telefonie: door de uitvinding van de telefonie (rond 1880) was voor het eerst gemedieerde interactiviteit tussen zender en ontvanger mogelijk, ongeacht de fysieke afstand. 3. Fotografie: vanaf 1850 werd in Europa geëxperimenteerd met de inwerking van licht op chemische stoffen. Foto s laten een nauwkeurige en gedetailleerde gelijkenis met de realiteit zien. Daarna werden film, televisie en radio ontwikkeld. De belangrijkste overeenkomst is de visuele geloofwaardigheid. Radio en televisie hebben als belangrijkste mediafunctie het bieden van amusement. In de loop van de twintigste eeuw ging de televisie zich vooral richten op het bereiken van grote publieksgroepen. Radiozenders kozen juist voor een specifieke en vaak kleinere publieksgroep. 12 Studiehulp De media-explosie

13 Eind twintigste eeuw ontstond de toepassing van digitale technieken. De eerste computers waren log en gebruikten veel stroom. Het internet ontstond: een aaneenschakeling van met elkaar verbonden computers en providers. Technisch betekende dit het koppelen van telecommunicatie en digitale computertechnologie; het echte begin van de elektronische snelweg. Sinds een jaar of twintig spreken we van het informatietijdperk. Internet is groot geworden dankzij de open elektronische omgeving, de samensmelting van interpersoonlijke communicatie en massacommunicatie en het multimediale aanbod. Bijna iedere computer beschikt nu over een internetverbinding. Het internet is de basis voor elektronische media. Je kunt hierbij een onderscheid maken, al naar gelang je internet als kanaal of medium opvat: neem je de communicatiewijze als uitgangspunt - dan is internet een communicatiemedium. neem je de informatietechnologie als uitgangspunt - dan is internet een knooppunt van informatiestromen en informatiekanalen. Een schema met de drie mediarevoluties staat op p. 92 en 93 van De media-explosie (vierde druk). 1. Leg uit, wat het begrip elektronische snelweg inhoudt vanuit een kanaalgerichte en een mediumgerichte visie. 2. Geef 2 redenen, waarom telegrafie en telefonie het communiceren op afstand mogelijk maakten. 10 Mediafuncties Mediafuncties kun je bekijken vanuit een kanaalgerichte of een mediumgerichte aanpak. Kanaal: de fysieke, materiële en technische vorm van de drager van de boodschap. Medium: de mediaorganisatie of de drager van mediacontent, maakt gebruik van een kanaal, maar valt er niet geheel mee samen. Een medium gaat over het menselijk gebruik. De televisie is een medium. Het tv-scherm en de tv-kabel zijn onderdeel van het tv-kanaal. Er zijn twee hoofdbetekenissen van het mediabegrip: Media zijn mediaorganisaties of media zijn dragers voor communicatieboodschappen. Mediafuncties geven aan hoe het zenden en het verwerken van mediaboodschappen verlopen. Je kunt de functies van massacommunicatie verdelen in intentiefuncties, de manier waarop zenders hun doelen willen waarmaken, en gevolgfuncties, de manier waarop gebruikers aangesproken worden. Drie primaire intentiefuncties: 1. Vermeerderen van kennis en inzicht bij de ontvangers. 2. Beïnvloeden van meningen, houding en gedrag van ontvangers. 3. Streven naar ontspanning bij de ontvangers De drie primaire intentiefuncties horen bij de intenties die de zenders willen realiseren in hun mediaboodschappen. Secundaire intentiefuncties zijn bijvoorbeeld je ontspannen of kritisch denken. Gevolgfuncties hebben te maken met de verwerking van de boodschap. Vier gevolgfuncties: 1. Berichtgeving en nieuws. 2. Opinievorming en commentaar. 3. Cultuuroverdracht en educatie. 4. Amusement en ontspanning. Televisie heeft bijvoorbeeld als belangrijkste mediafunctie amusement. Bij dagbladen en tijdschriften gaat het om het nieuws en achtergrondinformatie. Studiehulp De media-explosie 13

14 De vier gevolgfuncties kunnen uitgebreid worden naar bijvoorbeeld informeren en samenleving bewaken, socialiseren of de economie stimuleren. Je kunt verder een onderscheid maken tussen functies die manifest of latent zijn en functies die positief of negatief zijn (eufuncties en disfuncties). Manifeste functies: wat de zender expliciet wil; het uiterlijk is waarneembaar. Latente functies: de bedoelingen van de zender zijn verborgen en worden verstopt. Eufuncties: hebben een positieve werking in het contact tussen zender en ontvanger. Disfuncties: hebben negatieve werking in het contact tussen ontvanger en zender. Vanuit de sociologie kan je de volgende maatschappelijke functie-indeling maken: 1. sociaal-culturele functies 2. politieke functies 3. economische functies 1. Benoem het verschil tussen medium en kanaal aan de hand van het gebruik van Wikipedia op internet. 2. Iedere reclameboodschap heeft manifeste en latente functies. Licht dat toe aan de hand van de reclamecampagne van Albert Heyn op televisie. 11 De eigenschappen van het medium Een medium heeft veel meer betekenissen dan een fysiek doorgeefluik. Het mediumbegrip kan ook verwijzen naar zaken als de taal van het volk, een organisatie, vervoermiddelen, materiële signalen, zend- en ontvangapparatuur en codes. Al die aspecten spelen een rol als je de werking van een medium wilt achterhalen. Bij het bepalen van de eigenschappen van het medium, moet je eerst kijken naar het onderscheid tussen kanaal en medium. Het kanaal ( channel ) verwijst naar de fysieke en technische vorm van de drager van de boodschap. Dat wordt ook wel het technische doorgeefluik van de communicatiestroom genoemd. Medium wijst op het menselijk gebruik van zenden en ontvangen. Bij de eigenschappen van het medium bestudeer je media in de zin van mediaorganisaties of je bestudeert media in de zin van vervoermiddelen van de mediaboodschap. Een vervoermiddel van een mediaboodschap kan bijvoorbeeld een dagblad zijn. De organisatie is dan de krantenuitgeverij met de redactie, de marketingafdeling, de drukkerij en het distributieapparaat. Bij het bekijken van de mediaboodschappen is er altijd sprake van verschillende mediacontacten. Drie aspecten van mediacontacten: 1. Het tijdsaspect: het moment van ontvangst. 2. De verhouding tussen zenders en ontvangers. 3. De mate van bekendheid van de ontvanger. Bij bekende ontvangers is de binding met de organisatie van de zender hoog. Wanneer de ontvangers onbekend zijn, is de binding vaak laag. Gelijktijdige en ongelijktijdige communicatie worden bepaald door de invulling van het tijdsaspect en het soort verhouding (aspect 1 en 2). De aard van de binding wordt bepaald door de mate van bekendheid van de zender bij de ontvangers of de mate van bekendheid van de ontvanger bij de zender. Bij internet werken tijdsaspect, verhouding en bekendheid anders dan bij de klassieke massamedia. Dat komt omdat internet andere kenmerken heeft dan de klassieke massamedia. Die kenmerken zijn mediaspecifiek: ze gelden alleen voor de eigenschappen van het internetmedium. Vier kenmerken van internet: 1. De open elektronische omgeving: iedereen die met een computer, modem en telefoonlijn is aangesloten op het systeem kan met andere computers contact maken. 2. De gemedieerde interpersoonlijke communicatie: internet kan als medium het sociaal isolement tussen personen doorbreken. 3. Het plaatsonafhankelijk gebruik van een altijd beschikbaar aanbod: internet is overal en is er altijd. 14 Studiehulp De media-explosie

15 4. Het multimediaal aanbod: het gaat om de digitaal gevoede combinatie van beeld, tekst en geluid. Wie de mediatrends bestudeert, ziet allerlei verschuivingen in het medialandschap optreden. De identiteiten van de publieke omroepen zijn enorm aan het vervagen. Door de commerciële zenders is het medialandschap een nieuwe weg ingeslagen. Het landschap is nu een stuk breder. Deskundigen geloven dat de televisiemarkt in de eenentwintigste eeuw een telecomputermarkt zal worden. Hierdoor wordt duidelijk dat de informaticarevolutie onze vertrouwde perswereld binnengetreden is. Films, televisie, boeken, reclame en computerspelletjes zullen vloeiend in elkaar overgaan in een multimediale omgeving. Internet heeft van alles wat. Het wordt daarom vaak een hybride of tweeslachtig medium genoemd: afhankelijk van het soort gebruik gaat het media-aanbod over entertainment, nieuws, opinievorming of cultuuroverdracht. Wel is er sprake van mediatisering van de wereld. Mediatisering: mediawerkelijkheid en alledaagse werkelijkheid is in onze beleving aan het verdwijnen. Veelzijdige multimediale communicatie ligt binnen het bereik van veel internetgebruikers. De toekomstige ontwikkelingen gaan in de richting van het veelzijdig koppelen van diverse mediasystemen: telefonie met internet, radio en televisie met internet, enzovoort. Interactiviteit zal nog meer het belangrijkste communicatiecriterium worden, omdat de nieuwe media in principe meer gericht zijn op tweerichtingsverkeer tussen zender en ontvanger. Hoe de multimediale interactiviteit bij de diverse nieuwe media gestalte zal krijgen, hangt niet zozeer van de communicatietechnologie af als wel van de maatschappelijke ontwikkeling van het mediagebruik en van de culturele vormen waarin dat mediagebruik gerealiseerd zal worden. De nieuwe elektronische media vormen het hart van de laatste mediarevolutie. De toepassing van informatietechnologie op mediagebied is wereldwijd en grijpt diep in het maatschappelijk communiceren in. Voor zover het tweerichtingsverkeer van de interactieve media openbaar is, kun je blijven spreken van massacommunicatie. Internet is een massamedium: de via internet verspreide boodschappen zijn openbaar en voor iedereen in principe toegankelijk. Massacommunicatie blijft ook in het informatietijdperk openbare communicatie. 1. Wat is mediaspecificiteit? Licht het begrip toe aan de hand van het verschil tussen RTV en WEB Licht het verschijnsel van mediatisering toe aan de hand van de belevingswereld van virtual gamers. 12 Sociale Media Het begrip sociale media is een verzamelterm voor een bepaalde categorie, een verzameling van verwante organisatievormen in het medialandschap. De opkomst van sociale media heeft alles te maken met de ontwikkeling van internet als massamedium. Internet verandert voortdurend door de toepassing van technologische ontwikkelingen. Die technologie staat bekend onder de naam web 2.0. Web 2.0: mediaboodschappen zijn op iedere plaats, op iedere manier en op ieder moment te bekijken en te bespreken: anywhere, anyhow, anytime. Zo kunnen auteurs (bloggers) digitaal op ieder moment hun persoonlijk commentaar de digitale wereld insturen. Bloggers zijn de columnisten van de digitale wereld. Een weblog is een website waarop auteurs gebeurtenissen van persoonlijk commentaar voorzien. Er zijn verschillende soorten weblogs: persoonlijke blogs, nieuwsblogs, business of corporate blogs en specifieke, op een bepaald onderwerp gerichte weblogs. De inhoud van microblogs als Twitter kan zich enorm snel verspreiden via de digitale netwerken. Via sociale media wisselen mensen in steeds wisselende publieksgroepen hun boodschappen uit. Ze delen de content of inhoud van die boodschappen met elkaar en voeren er discussies over. Door het massale gebruik van Hyves, Facebook, Youtube, Wikipedia en LinkedIn zijn de sociale netwerksites gewoon geworden. We hebben hier niet meer met face-to-face contacten te maken, maar met gemedieerde interacties. Studiehulp De media-explosie 15

16 Sociale media zijn meer dan digitale kanalen en ic-technieken (de digitale tools ): sociale media maken het gezamenlijk delen van ervaringen online mogelijk. Sociale media: online sociale interacties, mogelijk gemaakt door ic-technologie. Content: de inhoud van alle mediaboodschappen die redactie en gebruikers willen communiceren. Veelal komen de interacties naar voren via netwerksites. Via allerlei communities of digitale gemeenschappen wordt de content verspreid. Er kunnen vier typen online communities onderscheiden worden op basis van de gebruikersfuncties: 1. Sociale communities (Friendster, MySpace) 2. Praktische communities (Flickr, YouTube) 3. Netwerk-communities (LinkedIn, OpenBC) 4. Cohesie-communities (Wikipedia, Tweakers.net) Sociale media moeten niet verward worden met crossmedia. Crossmedia verwijzen niet zozeer naar een apart veld in het medialandschap, als wel naar een bepaalde benadering. Deze crossmediale benadering is multimediaal en interdisciplinair gericht op het gebruik maken van alle mogelijkheden, die door toepassing van convergentie geboden worden. Bij een crossmediale benadering gaat het om de kruisbestuiving tussen de offline en de online wereld: de voortdurende wisselwerking tussen klassieke massamedia en nieuwe interactieve media. Echt nieuw zijn de sociale media niet meer. Nu miljoenen mensen wereldwijd de weg naar de sociale media gevonden hebben, verdwijnt de tegenstelling tussen oude en nieuwe media. Internet is een gangbaar massamedium geworden. 1. Welke verschillen in gebruikersfuncties zijn er tussen sociale communities en netwerkcommunities? 2. Wat is het verschil tussen opinievorming in een column in de krant en de opinievorming op een weblog? 16 Studiehulp De media-explosie

17 Deel 2 Het wetenschappelijk onderzoek van massacommunicatie 13 Communicatieonderzoek in de eenentwintigste eeuw Met fundamenteel onderzoek kun je de algemene kennis van de werkelijkheid vergroten. Je stelt theoretische hypothesen op, die je probeert te bevestigen of onderuithaalt. Bij fundamenteel wetenschappelijk onderzoek wil je weten om te weten. Dat is anders bij praktijkgericht of toegepast onderzoek. Dan wil je weten om te doen. Praktijkgericht onderzoek doe je om een praktisch probleem op te lossen. Praktijkgericht onderzoek heet wel toegepast onderzoek. Veel onderzoeksmethoden die bij praktijkgericht mediaonderzoek gebruikt worden, hebben hun wortels in fundamenteel communicatieonderzoek. Bij een toegepast communicatieonderzoek neem je een theorie als uitgangspunt om het probleem uit de beroepspraktijk te omschrijven. Bij fundamenteel onderzoek staat de theorie zelf meer centraal. Je vraagt je dan af, of je theorie nog houdbaar is. Je besluit op welke punten er een aanvulling moet komen of ontwikkelt een geheel nieuw model. Bij veel communicatieonderzoeken lopen fundamenteel wetenschappelijke en praktijkgerichte benaderingen door elkaar. Het praktijkgericht communicatieonderzoek is vrij direct afgestemd op het signaleren van een concreet probleem. Ook bij toegepast onderzoek moet je een duidelijke probleemstelling hebben en de hoofdpunten van je centrale onderzoeksvraag kunnen verantwoorden. Deel twee gaat over de vijf fasen in de theorievorming over massacommunicatie. Vijf fasen in de theorievorming over massacommunicatie: 1. De almacht van de media. Theorie: one-step-flow-theory (reuzeninjectienaaldtheorie) 2. Beperkte macht van de media: de invloed van de opinieleider. Theorie: two-step-flow-theory of Multistep-flow-theory. 3. Aandacht voor de ontvanger. Theorie: zwamvlokmodel en uses and gratifications. 4. Sturende macht van de media. Theorievorming: kritische mediatheorie, agendasetting, specifieke media-invloed, kenniskloof, culturele indicatoren. 5. Massacommunicatie in het informatietijdperk. Theorievorming: wederzijdse betrekkingen tussen zender en ontvanger staan in het middelpunt (convergentie, cocreatie, user-generated-content). 1. Geef 2 verschillen aan tussen fundamenteel en praktijkgericht communicatieonderzoek. 2. Je gaat onderzoek doen naar de beleving van online-gaming. Wat zou een mogelijk voorbeeld van praktijkgericht onderzoek hierbij zijn? 14 De almacht van de media In fase 1 in de theorievorming over massacommunicatie staat de almacht van de media centraal. De theorie die bij deze eerste fase hoort, is de one-step-flow-theory. Deze fase wordt met een beeldspraak de reuzeninjectienaaldtheorie genoemd. Met een enkele stap kom je als zender met een mediaboodschap bij de massa passieve ontvangers en stuur je het gedrag van deze massa ontvangers direct. Kenmerken van de eerste fase op een rijtje Vanaf 1900 vooral op massapers en bioscoop van toepassing verklaard. Geen onderscheid tussen beïnvloedingsstroom en informatiestroom. Communicatiestroom: zender is actief, ontvanger is passief. Theorievorming: one-step-flow-theory/reuzeninjectienaaldtheorie. Mediatypen: dagbladen, films en tijdschriften. Criterium: de bedoeling (intentie) van de zender staat voorop. Studiehulp De media-explosie 17

18 De one-step-flow-theory is gebaseerd op het stimulus-respons-model. Stimulus: gedragsprikkel van de kant van de zender. Respons: verwerking van de prikkel bij de ontvangers. Het individuele gedrag van de ontvangers werd in deze visie bepaald door de prikkel van de zender. Die prikkel of stimulus bepaalt de ontvangst of de respons. De one-step-flow-theory is gebaseerd op de volgende principes: 1. De invloed gaat van zender naar ontvanger, via eenrichtingsverkeer. 2. Ontvangers reageren weerloos en ondergaan invloeden van de media passief. 3. Er is een direct verband tussen de inhoud van het aanbod en de effecten op de ontvangers. Die doen precies wat de boodschap hun meedeelt en opdraagt. 4. Massamedia bereiken de masse heel effectief, omdat de massa gemakkelijk te manipuleren is. Er ontstonden in de loop der tijd vele bezwaren tegen deze benadering. Twee hoofdbezwaren zijn: 1. De kritiek op het mensbeeld en de verkeerde voorstelling van het publiek: mensen blijken niet anoniem en geïsoleerd, maar maken deel uit van een gemeenschap. De plaats van de ontvanger in die gemeenschap bepaalt deels de mogelijke reacties. 2. De verwaarlozing van intermediërende factoren: ontvangers luisteren selectief naar de media: een intermediërende factor. Er wordt een filter aangebracht tussen medium en ontvanger. Met deze filtererende werking en hiermee wordt in de one-step-flow-theory geen rekening gehouden. In de praktijk blijkt een direct oorzakelijk verband tussen stimulus (mediaprikkel) en respons (reactie van ontvangers) niet te bestaan. Dus klopt de theorie feitelijk niet. Vaak wordt aan sommige mediaprikkels een negatieve werking toegeschreven. Wanneer mensen bijvoorbeeld geloven in de demoniserende werking van de media, vertrekken ze vanuit de one-step-flow-theory. Van zo n veronderstelde demoniserende werking blijkt in de praktijk weinig te kloppen. 1. Licht toe, dat een psychologische benadering van stimulus en respons aan de one-step-flow-theory ten grondslag ligt. 2. Politici geven vaak de media de schuld van alle ellende, als ze door journalisten onder vuur genomen worden. Ze gaan er dan van uit, dat media almachtig zijn bij het verspreiden van een negatieve beeldvorming over hun beleid. Leg uit aan de hand van de kritiek op de one-step-flow-theory, dat dit beeld van het almachtige medium beniet klopt. 15 De opinieleider Fase 2 in het denken over massacommunicatie begint, wanneer vanaf 1930 de one-step-flow-theory herzien wordt. In plaats van het almachtige massamedium wordt de beperkte macht van de zender geaccepteerd. Centraal komt de invloed van de opinieleider te staan. We spreken dan van two-step-flowtheory. In fase 2 verschuift de aandacht naar de interpersoonlijke communicatie en blijkt de opinieleider de macht van de mediazender te beperken. Kenmerken van de tweede fase op een rijtje: Geen onderscheid tussen beïnvloedingsstroom en informatiestroom. Aandacht voor afzonderlijke rol van interpersoonlijke communicatie. Communicatiestroom: zender is actief en niet-specifiek, opinieleider is tussenstation. Theorievorming: two-step-flow-theory (een opinieleider tussen medium en ontvangers) en multi-stepflow-theory: meerdere stappen tussen zender en ontvangers met verschillende opinieleiders als tussenstations. Mediatypen: dagbladen, films, tijdschriften en radio. 18 Studiehulp De media-explosie

19 Soort onderzoek: opinieonderzoeken (opiniepeilingen). De standaardbetekenis van opinieleider is een invloedrijke burger die goed geïnformeerd is. Opinieleiders proberen de boodschappen van de massamedia met hun eigen sociale netwerk te verbinden. Dit communicatieproces noemen we de two-step-flow-theory of communication. Er zijn verschillende soorten opinieleiders, al naar gelang het onderwerp en het gebied waar ze een opinie over vormen. Tussen boodschap, opinieleider en ontvanger blijken meerdere communicatiestromen mogelijk. Dit leidt tot het formuleren van een aanvulling op de one-step-flow-theory: namelijk het tweetrapsmodel. Stroom 1 (step one): van massamedia naar opinieleiders. Stroom 2 (step two): van opinieleiders naar de rest van het publiek. De persoonlijkheidskenmerken van de opinieleider spelen een grote rol. Een opinieleider moet extravert gericht zijn, veel zelfvertrouwen hebben, goed kunnen communiceren en zich willen onderscheiden van anderen. Twee soorten opinieleiders: 1. Invloedrijke adviseurs met veel invloed die anderen in hun netwerk adviseren over bepaalde onderwerpen. 2. Publieke figuren die tot de maatschappelijke elite behoren en gezag hebben in de publieke opinie; via hun mediaoptreden geven ze de toon aan. Bij nader onderzoek bleken er meer soorten opinieleiders en meer soorten communicatiestromen te zijn. Deze bevindingen leidden tot een herziening van het tweetrapsmodel: de multi-step-flow-theory. Er bleken meerdere communicatiestromen of soorten flows tussen zender en ontvangers mogelijk, met meerdere typen opinieleiders. 1. Welke tweede trap wordt aan het one-step-model toegevoegd? 2. Waarom is het begrip flow (Engels) of stroom (Nederlands) in deze theorie zo belangrijk? 16 De aandacht voor de ontvanger Na het einde van de Tweede Wereldoorlog (1945) komen benaderingen naar voren, die meer letten op de ontvangst van de boodschap. De kern van de derde fase in het denken over massacommunicatie is de aandacht voor de ontvanger. De ontvanger werd meer serieus genomen en kreeg een actievere rol: wat waren de behoeften van de ontvangers en hoe kon je daar gericht op inspelen als zender? Er werd op grote schaal empirisch onderzoek gedaan naar de effecten van mediaboodschappen op meerdere publieksgroepen. De media-onderzoekers realiseerden zich dat het publiek een actievere rol had. Dit zorgde voor een koerswijziging in het denken over massacommunicatie. De ontvanger kwam in beeld. Het ging er nu om te achterhalen wat voor effecten mediaboodschappen hadden op verschillende publieksgroepen. Er lagen vier overwegingen ten grondslag bij de koerswijziging: Vier overwegingen lagen ten grondslag aan de andere benadering van consumenten: 1. Massacommunicatie en interpersoonlijke communicatie zijn niet concurrerend, maar vullen elkaar aan. 2. De informatiestroom en de beïnvloedingsstroom zijn twee verschillende processen, waarbij massamedia en interpersoonlijke contacten verschillende rollen spelen. 3. Normen- en waardensystemen die door de publieksgroep gedeeld en door opinieleiders verwoord worden, hebben de meeste invloed. 4. Zowel nationaal als internationaal zijn maatschappelijke en culturele verschillen van invloed op het communicatieoverdracht. Studiehulp De media-explosie 19

De Media-Explosie Trends en issues in massacommunicatie

De Media-Explosie Trends en issues in massacommunicatie Samenvatting bij De Media-Explosie Trends en issues in massacommunicatie Vierde herziene druk, 2011 Deze samenvatting is geautoriseerd door de auteur Kees van Wijk Inhoud Deel 1: Massacommunicatie een

Nadere informatie

Arbo- en verzuimbeleid

Arbo- en verzuimbeleid r i c h t l i j n v o o r d e a r b o c a t a l o g u s Arbo I n f o r m a t i e 1 Arbo- en verzuimbeleid Elfde herziene druk Arbo-Informatieblad 1 1-12-2010 11:02:47 colofon Uitgave Sdu Uitgevers Sdu

Nadere informatie

Onderzoek als project

Onderzoek als project Onderzoek als project Onderzoek als project Met MS Project Ben Baarda Jan-Willem Godding Eerste druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp omslag: Studio Frank & Lisa, Groningen Omslagillustratie:

Nadere informatie

RESULTAATGERELATEERDE

RESULTAATGERELATEERDE erde OVER NO CURE NO PAY RESULTAATGERELATEERDE BELONING Resultaatgerelateerde beloning Over no cure no pay OVER NO CURE NO PAY RESULT AATGERELATEERDE BELONING RESULTAATGERELATEERDE BELONING 02 Resultaatgerelateerde

Nadere informatie

Belastingwetgeving 2015

Belastingwetgeving 2015 Belastingwetgeving 2015 Opgaven Niveau 5 MBA Peter Dekker RA Ludie van Slobbe RA Uitgeverij Educatief Ontwerp omslag: www.gerhardvisker.nl Ontwerp binnenwerk: Ebel Kuipers, Sappemeer Omslagillustratie:

Nadere informatie

Emotie Detective WERKBOEK - OUDERS

Emotie Detective WERKBOEK - OUDERS Emotie Detective WERKBOEK - OUDERS Groepstraining Emotie Detective 2015 - Simone van Geel & Paulien Foekens Ontwerp, omslag en binnenwerk: Simone van Geel, Paulien Foekens, Joep Deiman Opmaak: Simone van

Nadere informatie

Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek

Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek Niveau 4 PDB Mariëlle de Kock elementaire praktijk van de financiering Niveau 4 PDB Werkboek Mariëlle de Kock Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp

Nadere informatie

De basis van het Boekhouden

De basis van het Boekhouden De basis van het Boekhouden Werkboek Niveau 3 BKB/elementair boekhouden Hans Dijkink de basis van het boekhouden Niveau 3 BKB/elementair boekhouden Werkboek Hans Dijkink Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

Nadere informatie

Antwoordmodel. Meerkeuzevragen (20 punten)

Antwoordmodel. Meerkeuzevragen (20 punten) Antwoordmodel Aan dit antwoordmodel kunnen geen rechten worden ontleend. Het antwoordmodel dient als indicatie voor de corrector. Studiemateriaal Wijk, K. van (2013). De media-explosie. Trends en issues

Nadere informatie

Belastingwetgeving 2015

Belastingwetgeving 2015 Belastingwetgeving 2015 Opgaven Niveau 5 MBA Peter Dekker RA Ludie van Slobbe RA Uitgeverij Educatief Belastingwetgeving Opgaven Niveau 5 MBA Peter Dekker RA Ludie van Slobbe RA Eerste druk Uitgeverij

Nadere informatie

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek drs. J.P.M. van der Hoeven Vierde druk Stenfert Kroese, Groningen/Houten Wolters-Noordhoff bv voert

Nadere informatie

Antwoordmodel. Meerkeuzevragen (20 punten)

Antwoordmodel. Meerkeuzevragen (20 punten) Antwoordmodel Aan dit antwoordmodel kunnen geen rechten worden ontleend. Het antwoordmodel dient als indicatie voor de corrector. Studiemateriaal Wijk, K. van (2013). De media-explosie. Trends en issues

Nadere informatie

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 1 Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 2 Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 3 Arie Quik Hou

Nadere informatie

DE INVLOED VAN HET INTERNET OP DE NEDERLANDSE EXPORT HOE HOUDEN WIJ ONZE VOORSPRONG VAST?

DE INVLOED VAN HET INTERNET OP DE NEDERLANDSE EXPORT HOE HOUDEN WIJ ONZE VOORSPRONG VAST? DE INVLOED VAN HET INTERNET OP DE NEDERLANDSE EXPORT HOE HOUDEN WIJ ONZE VOORSPRONG VAST? COLOFON Voor lezingen en meer informatie over deze uitgave benadert u de auteur: Geert J. Nijkamp Apartado de Correos

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie MBA

Bedrijfsadministratie MBA Bedrijfsadministratie MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN Tweede druk Bedrijfsadministratie MBA Uitwerkingen Bedrijfsadministratie MBA Uitwerkingen Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren Tweede

Nadere informatie

12 merken, 13 ongelukken

12 merken, 13 ongelukken 12 merken, 13 ongelukken Karel Jan Alsem & Robbert Klein Koerkamp Eerste druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp omslag: G2K Designers, Groningen/Amsterdam Aan de totstandkoming van deze uitgave

Nadere informatie

Antwoorden op de begripsvragen in de studiehulp bij De Media-explosie

Antwoorden op de begripsvragen in de studiehulp bij De Media-explosie Antwoorden op de begripsvragen in de studiehulp bij De Media-explosie Kees van Wijk Inhoud Deel 1: Massacommunicatie een inleiding... 1 1 De media-explosie een eerste verkenning... 1 2 Van actie naar interactie...

Nadere informatie

Financiële rapportage en analyse MBA

Financiële rapportage en analyse MBA Financiële rapportage en analyse MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN Tweede druk Financiële rapportage en analyse Uitwerkingen Financiële rapportage en analyse Uitwerkingen Henk Fuchs Sarina

Nadere informatie

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk opgaven- en werkboek Henk Fuchs GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 1e druk Geconsolideerde jaarrekening Opgaven- en werkboek Geconsolideerde jaarrekening Opgaven- en werkboek Henk Fuchs Eerste druk Noordhoff

Nadere informatie

ARBOMANAGEMENT EN DUURZAAM WERKEN

ARBOMANAGEMENT EN DUURZAAM WERKEN ARBOMANAGEMENT EN DUURZAAM WERKEN 43 ARBO informatie Ongevallenonderzoek De eerste stap in het leren van ongevallen Auteurs: dr. W.J.T. van Alphen, Stichting Post Hoger Onderwijs Veiligheidskunde (PHOV)

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie

Bedrijfsadministratie Bedrijfsadministratie Opgaven Niveau 5 MBA Peter Kuppen Frans van Luit Bedrijfsadministratie MBA Niveau 5 Opgaven Opgaven Bedrijfsadminstratie MBA Niveau 5 P. Kuppen F. van Luit Eerste druk Noordhoff

Nadere informatie

Serie: Elementaire theorie accountantscontrole. Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten. Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M.

Serie: Elementaire theorie accountantscontrole. Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten. Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M. Serie: Elementaire theorie accountantscontrole Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M. Majoor RA Auteurs Drs. B.A. Heikoop-Geurts RA M.J.Th. Mooijekind RA Drs. H.L. Verkleij

Nadere informatie

SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel

SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel 3/10/2012 TRIO SMC SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel Pagina 1 van 9 Verantwoording 2012 Uniformboard te Vianen en 2012 Trio SMC te Almere. Copyright 2012 voor de cursusinhoud Trio SMC te Almere

Nadere informatie

Elementaire praktijk van de Kostencalculatie Werkboek

Elementaire praktijk van de Kostencalculatie Werkboek Elementaire praktijk van de Kostencalculatie Werkboek Niveau 4 P Mariëlle de Kock elementaire praktijk van de kostencalculatie Niveau 4 (P) Werkboek Mariëlle de Kock Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

Nadere informatie

Een onderzoekende houding

Een onderzoekende houding Een onderzoekende houding Werken aan professionele ontwikkeling Zelfscan onderzoekende houding Maaike van den Herik en Arnout Schuitema bussum 2016 Deze zelfscan hoort bij Een onderzoekende houding. van

Nadere informatie

Boekhouden geboekstaafd Opgaven

Boekhouden geboekstaafd Opgaven Boekhouden geboekstaafd Wim Broerse, Derk Jan Heslinga, Wim Schauten 13 e druk Boekhouden geboekstaafd 1 Drs. W.J. Broerse Drs. D.J.J. Heslinga Drs. W.M.J. Schauten Dertiende druk Noordhoff Uitgevers

Nadere informatie

Cultureel erfgoed en ruimte

Cultureel erfgoed en ruimte Cultureel erfgoed en ruimte gebieds- en ontwikkelingsgerichte erfgoedzorg in de ruimtelijke ordening Mr. J. Poelstra, Ir. A. E. de Graaf en Ir. R.J.M.M. Schram Mr. T.H.H.A. van der Schoot (eindredactie)

Nadere informatie

Check je en brief

Check je  en brief Check je e-mail en brief Check je e-mail en brief Tips en checklists voor betere e-mails en brieven Eric Tiggeler TWEEDE DRUK Omslagontwerp: Textcetera, Den Haag Opmaak binnenwerk: Villa Y, Henxel Eric

Nadere informatie

Bedrijfseconomie. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN. Tweede druk

Bedrijfseconomie. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN. Tweede druk Bedrijfseconomie Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN Tweede druk Bedrijfseconomie Uitwerkingen Bedrijfseconomie Uitwerkingen Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren Tweede druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

Nadere informatie

2013 Sdu Uitgevers, Den Haag Academic Service is een imprint van Sdu Uitgevers bv. Artikelnummer 26583SH

2013 Sdu Uitgevers, Den Haag Academic Service is een imprint van Sdu Uitgevers bv. Artikelnummer 26583SH Studiehulp bij Meer informatie over deze en andere uitgaven kunt u verkrijgen bij: Sdu Klantenservice Postbus 20014 2500 EA Den Haag tel.: (070) 378 98 80 www.sdu.nl/service 2013 Sdu Uitgevers, Den Haag

Nadere informatie

Grondexploitatiewet. vraag & antwoord

Grondexploitatiewet. vraag & antwoord Grondexploitatiewet vraag & antwoord Grondexploitatiewet vraag & antwoord drs. P.C. van Arnhem J.W. Santing Msc RE MRICS mr. G.I. Sheer Mahomed GRONDEXPLOITATIEWET - VRAAG & ANTWOORD Berghauser Pont Publishing

Nadere informatie

ABC voor Raadsleden INKIJKEXEMPLAAR

ABC voor Raadsleden INKIJKEXEMPLAAR ABC voor Raadsleden ABC voor Raadsleden Termen, woorden en uitdrukkingen in en om de raadzaal toegelicht en verduidelijkt mr. O. Schuwer abc voor raadsleden Berghauser Pont Publishing Postbus 14580 1001

Nadere informatie

12 merken, 13 ongelukken KarelJan Alsem en Robbert Klein Koerkamp

12 merken, 13 ongelukken KarelJan Alsem en Robbert Klein Koerkamp 12 merken, 13 ongelukken KarelJan Alsem en Robbert Klein Koerkamp Eerste druk 12 merken, 13 ongelukken 12 merken, 13 ongelukken Karel Jan Alsem & Robbert Klein Koerkamp Eerste druk Noordhoff Uitgevers

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie MBA

Bedrijfsadministratie MBA Bedrijfsadministratie MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK Tweede druk Bedrijfsadministratie MBA Opgaven- en werkboek Bedrijfsadministratie MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren Tweede

Nadere informatie

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk Jaarrekening Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK Tweede druk Jaarrekening Opgaven- en werkboek Jaarrekening Opgaven- en werkboek Henk Fuchs Tweede druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Opmaak binnenwerk:

Nadere informatie

Basiskennis Calculatie

Basiskennis Calculatie Basiskennis Calculatie Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN Derde druk Basiskennis Calculatie Uitwerkingen Basiskennis Calculatie Uitwerkingen Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren Derde druk Noordhoff

Nadere informatie

PROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 vmbo-t/havo. naam. klas

PROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 vmbo-t/havo. naam. klas schaalrekenen PROJECT aardrijkskunde en wiskunde 1 vmo-t/havo naam klas Auteurs Femke Trap José Spaan Bonhoeffer College, Castricum 2006 EPN, Houten, The Netherlands. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet

Nadere informatie

Aanvullen of aanvallen?

Aanvullen of aanvallen? Aanvullen of aanvallen? M E T H O D I S C H W E R K E N Methodisch werken is het kenmerk bij uitstek van de professionele beroepsbeoefenaar, dat wil zeggen: doelgericht, planmatig, systematisch gebruikmaken

Nadere informatie

fiscale geschriften Goed koopmansgebruik Editie 2012 prof. dr. a.o. lubbers inkomstenbelasting

fiscale geschriften Goed koopmansgebruik Editie 2012 prof. dr. a.o. lubbers inkomstenbelasting 19 fiscale geschriften Goed koopmansgebruik Editie 2012 prof. dr. a.o. lubbers inkomstenbelasting Goed koopmansgebruik prof.dr. A.O. Lubbers Editie 2012 Sdu Uitgevers Den Haag, 2012 Meer informatie over

Nadere informatie

Fiscale Jaarrekening. Henk Fuchs Yvonne van de Voort UITWERKINGEN. Tweede druk

Fiscale Jaarrekening. Henk Fuchs Yvonne van de Voort UITWERKINGEN. Tweede druk Fiscale Jaarrekening Henk Fuchs Yvonne van de Voort UITWERKINGEN Tweede druk Fiscale jaarrekening Uitwerkingen opgaven Fiscale jaarrekening Uitwerkingen opgaven Henk Fuchs Yvonne van de Voort Tweede

Nadere informatie

Model Inkoopbeleid voor de (semi)overheid

Model Inkoopbeleid voor de (semi)overheid Model Inkoopbeleid voor de (semi)overheid Model Inkoopbeleid voor de (semi)overheid Mr. drs. T.H.G. Robbe model inkoopbeleid voor de (semi)overheid Berghauser Pont Publishing Postbus 14580 1001 LB Amsterdam

Nadere informatie

Effectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie Silvia Blankestijn

Effectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie Silvia Blankestijn Communiceren met ziel en zakelijkheid Effectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie Silvia Blankestijn Copyright: Uitgeverij Boom Nelissen, Amsterdam & Silvia Blankestijn, 2012 Omslag: Bart van den Tooren, Bureau

Nadere informatie

De waarde(n) van het arbeidsrecht

De waarde(n) van het arbeidsrecht De waarde(n) van het arbeidsrecht Liber amicorum voor prof. mr. Paul F. van der Heijden Guus Heerma van Voss en Evert Verhulp (red.) 2013 ) Meer informatie over deze en andere uitgaven kunt u verkrijgen

Nadere informatie

Blommaert. Bedrijfseconomische Analyses OPGAVEN. Blommaert & Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief. Zevende druk

Blommaert. Bedrijfseconomische Analyses OPGAVEN. Blommaert & Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief. Zevende druk Blommaert Blommaert & Bedrijfseconomische Analyses Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief OPGAVEN Zevende druk Bedrijfseconomische Analyses Opgaven en uitwerkingen Bedrijfseconomische Analyses

Nadere informatie

Woord vooraf. Zoetermeer, augustus 2005

Woord vooraf. Zoetermeer, augustus 2005 i Woord vooraf Op basis van het aantal in omloop gebrachte varianten in fittersboekjes kan verondersteld worden, dat aan dergelijke boekjes een grote behoefte bestaat. Een aantal bij de VOMI, Branchevereniging

Nadere informatie

Praktisch Verbintenissenrecht

Praktisch Verbintenissenrecht Praktisch Verbintenissenrecht Mr. dr. C. Phillips 2 e druk Toegang tot online studiehulp Als koper van dit e-book kun je een unieke code aanmaken die toegang geeft tot de website bij het e-book. 1. Ga

Nadere informatie

Basisstudie in het boekhouden

Basisstudie in het boekhouden OPGAVEN Basisstudie in het boekhouden M.H.A.F. van Summeren, P. Kuppen, E. Rijswijk Zevende druk Basisstudie in het boekhouden Opgavenboek Opgavenboek Basisstudie in het boekhouden M.H.A.F. van Summeren

Nadere informatie

Begrippenlijst bij De Media-explosie

Begrippenlijst bij De Media-explosie Begrippenlijst bij De Media-explosie Actiecommunicatie Communicatie met als doel het beïnvloeden van het gedrag van ontvangers (doelgroepen). Vooral gebruikt in marketingcommunicatie om de omzet te vergroten

Nadere informatie

Belastingrecht voor het ho 2014

Belastingrecht voor het ho 2014 Belastingrecht voor het ho 2014 Uitwerkingen opgaven Deel 1 Inleiding belastingrecht Bart Kosters Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Belastingrecht voor het ho 2014 Uitwerkingen Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

Nadere informatie

Altijd dienstbaar, niemands Knegt: liber amicorum voor dr. Robert Knegt

Altijd dienstbaar, niemands Knegt: liber amicorum voor dr. Robert Knegt UvA-DARE (Digital Academic Repository) Altijd dienstbaar, niemands Knegt: liber amicorum voor dr. Robert Knegt Hoekema, A.; Verhulp, E.; Westerveld, M. Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

Eerste druk maart Meer informatie over deze uitgave kunt u verkrijgen bij: Uitgever: Broosz. Broosz Bosrand ZN Ede

Eerste druk maart Meer informatie over deze uitgave kunt u verkrijgen bij: Uitgever: Broosz. Broosz Bosrand ZN Ede Eerste druk maart 2016 Uitgever: Broosz Meer informatie over deze uitgave kunt u verkrijgen bij: Broosz Bosrand 28 6718 ZN Ede info@broosz.nl www.broosz.nl Redactie en samenstelling: Georgette Kempink,

Nadere informatie

Projecthandleiding marketingcommunicatieplan

Projecthandleiding marketingcommunicatieplan Basisboek marketingcommunicatie Projecthandleiding marketingcommunicatieplan Esther de Berg (red.) Elyn Doornenbal Werner Kleiss Gabriëlle Kuiper Rutger Mackenbach bussum 2011 1/8 Deze hoort bij Basisboek

Nadere informatie

Meten en. Scoren. Vergroot je impact als communicatieprofessional. Adwin Peeks en Eelke Alkema

Meten en. Scoren. Vergroot je impact als communicatieprofessional. Adwin Peeks en Eelke Alkema Scoren Meten en Vergroot je impact als communicatieprofessional Adwin Peeks en Eelke Alkema Meer informatie over deze en andere uitgaven kunt u verkrijgen bij: BIM Media B.V. Postbus 16262 2500 BG Den

Nadere informatie

5,7. Samenvatting door D. 959 woorden 31 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

5,7. Samenvatting door D. 959 woorden 31 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting door D. 959 woorden 31 mei 2013 5,7 5 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 5 Massamedia Paragraaf 1 - communicatie Communicatie - het doorgeven van

Nadere informatie

Belastingrecht MBA 2014

Belastingrecht MBA 2014 Belastingrecht MBA 2014 Uitwerkingen opgaven Deel 6 Formeel belastingrecht Henk Guiljam Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Belastingrecht MBA 2014 Uitwerkingen Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 1

Nadere informatie

Preadviezen Content.indd :55:32

Preadviezen Content.indd :55:32 Preadviezen 2016 Content.indd 1 01-11-16 13:55:32 Content.indd 2 01-11-16 13:55:32 Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland Preadviezen 2016 Noodtoestand in het publiekrecht

Nadere informatie

Ik ben oké. Een cognitief gedragstherapeutische training voor kinderen met een negatief zelfbeeld

Ik ben oké. Een cognitief gedragstherapeutische training voor kinderen met een negatief zelfbeeld Ik ben oké Een cognitief gedragstherapeutische training voor kinderen met een negatief zelfbeeld drs. N.S. Martel, drs. M.D. Mostert-Uijterwijk & drs. A.M.J. Braber CCD Uitgevers Arnhem 2015 N.S. Martel,

Nadere informatie

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007 Aan de slag in beroep en bedrijf februari 2007 Branche Uitgevers 1 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand dan wel

Nadere informatie

Emotie Detective WERKBOEK - KIND

Emotie Detective WERKBOEK - KIND Emotie Detective WERKBOEK - KIND Groepstraining Emotie Detective 2015 - Simone van Geel & Paulien Foekens Ontwerp, omslag en binnenwerk: Simone van Geel, Paulien Foekens, Joep Deiman Opmaak: Simone van

Nadere informatie

Antwoorden op de meerkeuzevragen

Antwoorden op de meerkeuzevragen Antwoorden op de meerkeuzevragen bij Dit is marketing! Loek ten Berge Johan van Kooten met medewerking van Esther de Berg Tweede, herziene druk u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2012 Deze antwoorden

Nadere informatie

Periodeafsluiting. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Periodeafsluiting. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk Periodeafsluiting Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK Tweede druk Periodeafsluiting Opgaven- en werkboek Periodeafsluiting Opgaven- en werkboek Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren Tweede

Nadere informatie

BiSL Scenario s. Informatiebeleid. Bijlage E Best practice Verzamelen objectieve gegevens. Hans van der Linden, Remko van der Pols

BiSL Scenario s. Informatiebeleid. Bijlage E Best practice Verzamelen objectieve gegevens. Hans van der Linden, Remko van der Pols BiSL Scenario s Informatiebeleid Best practice Verzamelen objectieve gegevens Hans van der Linden, Remko van der Pols 2016 Hans van der Linden, erven Remko van der Pols Boom uitgevers Amsterdam Alle rechten

Nadere informatie

Samenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B

Samenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B Samenvatting Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B Deze samenvatting gaat over hoofdstuk 4; eerst publiceren dan filteren,

Nadere informatie

6,3. Wat is Communicatie?? Massacommunicatie. Vier functies. Samenvatting door een scholier 1286 woorden 1 april 2004.

6,3. Wat is Communicatie?? Massacommunicatie. Vier functies. Samenvatting door een scholier 1286 woorden 1 april 2004. Samenvatting door een scholier 1286 woorden 1 april 2004 6,3 6 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 1 Communicatie Wat is Communicatie?? Communicatie = Als een zender bedoeld of

Nadere informatie

Boekhouden geboekstaafd

Boekhouden geboekstaafd Boekhouden geboekstaafd Drs. H. Fuchs S.J.M. van Vlimmeren OPGAVEN Zevende druk Boekhouden geboekstaafd 2 Opgaven Boekhouden geboekstaafd 2 Opgaven Drs. H. Fuchs S. J. M. van Vlimmeren Zevende druk Noordhoff

Nadere informatie

Elementaire praktijk van de Bedrijfsadministratie

Elementaire praktijk van de Bedrijfsadministratie Elementaire praktijk van de Bedrijfsadministratie Werkboek Niveau 4 PDB Hans Dijkink Elementaire praktijk van de Bedrijfsadministratie Niveau 4 PDB Werkboek Hans Dijkink Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

Nadere informatie

De kunst van cultuurmarketing. Discussievragen en stellingen

De kunst van cultuurmarketing. Discussievragen en stellingen De kunst van cultuurmarketing Discussievragen en stellingen Ruurd Mulder Tweede, herziene druk u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2013 Deze discussievragen en stellingen horen bij De kunst van cultuurmarketing

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1106 woorden 6 oktober 2002 7,8 30 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Paragraaf 1.1 communicatie: Het proces waarbij

Nadere informatie

Boekhouden geboekstaafd Uitwerkingen

Boekhouden geboekstaafd Uitwerkingen Boekhouden geboekstaafd Uitwerkingen Wim Broerse, Derk Jan Heslinga, Wim Schauten 13 e druk Boekhouden geboekstaafd 1 Uitwerkingen Drs. W.J. Broerse Drs. D.J.J. Heslinga Drs. W.M.J. Schauten Dertiende

Nadere informatie

Leerboek verpleegkunde maatschappij en gezondheid

Leerboek verpleegkunde maatschappij en gezondheid Leerboek verpleegkunde maatschappij en gezondheid Verpleegkundig redeneren en CanMEDS-rollen in de eerste lijn Henk Rosendal Reed Business Education, Amsterdam Reed Business, Amsterdam 2015 Omslagontwerp

Nadere informatie

Bij deze opgave horen de teksten 6 en 7 en de figuren 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje.

Bij deze opgave horen de teksten 6 en 7 en de figuren 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje. Opgave 2 Massamedia Bij deze opgave horen de teksten 6 en 7 en de figuren 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje. Inleiding De media vervullen verschillende functies voor zowel het individu als voor de samenleving

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Beroepsonderwijs tussen publiek en privaat: Een studie naar opvattingen en gedrag van docenten en middenmanagers in bekostigde en niet-bekostigde onderwijsinstellingen

Nadere informatie

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING uitwerkingen Henk Fuchs GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 1e druk Geconsolideerde jaarrekening Uitwerkingen opgaven Geconsolideerde jaarrekening Uitwerkingen opgaven Henk Fuchs Eerste druk Noordhoff Uitgevers

Nadere informatie

i n s t a p b o e k j e

i n s t a p b o e k j e jaargroep 6 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs i n s t a p b o e k j e k l o k k i j k e n Les 1 Uren en minuten 1 Hoe laat begint elke les? Schrijf op. Rekenen Taal 2 Hoeveel uur is de

Nadere informatie

Co-makership rond Leven Lang Leren in het hbo. Dr. Harm van Lieshout (redactie)

Co-makership rond Leven Lang Leren in het hbo. Dr. Harm van Lieshout (redactie) Co-makership rond Leven Lang Leren in het hbo Dr. Harm van Lieshout (redactie) Co-makership rond Leven Lang Leren in het hbo Januari 2012 Hanzehogeschool Groningen Colofon Titel Co-makership rond Leven

Nadere informatie

Concerncommunicatie: communicatie waarbij de organisatie als geheel centraal staat. Doel: positief beeld creëren van de organisatie.

Concerncommunicatie: communicatie waarbij de organisatie als geheel centraal staat. Doel: positief beeld creëren van de organisatie. Communicatie P1 Auteurs: drs. C. Essink-Matzinger en drs. B. Van Veghel. Concerncommunicatie: communicatie waarbij de organisatie als geheel centraal staat. Doel: positief beeld creëren van de organisatie.

Nadere informatie

Handleiding e-mail. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding e-mail

Handleiding e-mail. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding e-mail Aan de slag in beroep en bedrijf Branche Uitgevers 1 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand dan wel openbaar gemaakt

Nadere informatie

Belastingrecht voor het ho 2012

Belastingrecht voor het ho 2012 Belastingrecht voor het ho 2012 Uitwerkingen opgaven Deel 9 Formeel belastingrecht Henk Guiljam Noordhoff Uitgevers Groningen Belastingrecht voor het ho 2012 Uitwerkingen Noordhoff Uitgevers Groningen

Nadere informatie

Belg in de boardroom

Belg in de boardroom Belg in de boardroom Belgen weten meer, Nederlanders weten beter Gerd De Smyter BELG IN DE BOARDROOM De Belgische aanpak voor ambitieuze managers GERD DE SMYTER Meer informatie over deze en andere uitgaven

Nadere informatie

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 41 Juridische aspecten van ketensamenwerking Naar een multidisciplinaire

Nadere informatie

i n s t a p h a n d l e i d i n g

i n s t a p h a n d l e i d i n g jaargroep 5 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs i n s t a p h a n d l e i d i n g d e g e t a l l e n k a a r t Inleiding Het programma laat de leerlingen kennismaken met vernieuwende elementen

Nadere informatie

Massamedia. Leertekst. Maatschappijkunde.nl

Massamedia. Leertekst. Maatschappijkunde.nl Massamedia Leertekst Maatschappijkunde.nl Inhoudsopgave Leerdoelen Checklist 2 1 De bekentenis voor de samenleving 1.1 Soorten media 3 1.2 Functies media 3 1.3 Rol media 4 1.4 Technologische ontwikkelingen

Nadere informatie

Externe veiligheid en Ruimte

Externe veiligheid en Ruimte Het beheersen van risico s van activiteiten met gevaarlijke stoffen in het ruimtelijk spoor Het beheersen van risico s van activiteiten met gevaarlijke stoffen in het ruimtelijk spoor mr. E. Broeren Berghauser

Nadere informatie

Stijn Sieckelinck Sanne van Buuren & Halim El Madkouri (redactie) Hoe burgers zelf de gezagscrisis aanpakken

Stijn Sieckelinck Sanne van Buuren & Halim El Madkouri (redactie) Hoe burgers zelf de gezagscrisis aanpakken Stijn Sieckelinck Sanne van Buuren & Halim El Madkouri (redactie) Hoe burgers zelf de gezagscrisis aanpakken 288 Analyse > De praktijk Ik heb geen enkel belang Kenmerken van een brugfiguur volgens Ilonka

Nadere informatie

Professional performance van artsen

Professional performance van artsen Professional performance van artsen Professional performance van artsen Tussen tijd en technologie Kiki Lombarts 2010 Uitgevers, Rotterdam 2014 Redactie: Janneke Wolters, Amsterdam Vormgeving omslag:

Nadere informatie

Boekhouden geboekstaafd

Boekhouden geboekstaafd 1 Boekhouden geboekstaafd Drs. H. Fuchs S.J.M. van Vlimmeren OPGAVEN Twaalfde druk Boekhouden geboekstaafd 1 Opgaven Boekhouden geboekstaafd 1 Opgaven Drs. H. Fuchs S. J. M. van Vlimmeren Twaalfde druk

Nadere informatie

Internetrecht 2015/2016

Internetrecht 2015/2016 Internetrecht 2015/2016 Internetrecht 2015/2016 onder redactie van: Mr. Dr. M.H. Paapst en Prof. Mr. A.R. Lodder Ars Aequi Libri Nijmegen 2015 ISBN: 978-90-6916-638-4 NUR 822 2015 Ars Aequi Libri, Nijmegen.

Nadere informatie

Gebruik ruimte. Over het herverdelen van gebruiksruimte in het omgevingsplan en de verbinding met het beleidsconcept gebruiksruimte

Gebruik ruimte. Over het herverdelen van gebruiksruimte in het omgevingsplan en de verbinding met het beleidsconcept gebruiksruimte Gebruik ruimte Over het herverdelen van gebruiksruimte in het omgevingsplan en de verbinding met het beleidsconcept gebruiksruimte mr. R. Sillevis Smitt Eerste druk s-gravenhage - 2018 1 e druk ISBN 978-94-6315-037-8

Nadere informatie

SYLLABUS CURRICULUM VITAE & DIPLOMA WORKSHOP

SYLLABUS CURRICULUM VITAE & DIPLOMA WORKSHOP 12/10/2012 TRIO SMC SYLLABUS CURRICULUM VITAE & DIPLOMA WORKSHOP Pagina 1 van 10 Verantwoording 2012 Uniformboard te Vianen en 2012 Trio SMC te Almere. Copyright 2012 voor de cursusinhoud Trio SMC te Almere

Nadere informatie

i n s t a p b o e k j e

i n s t a p b o e k j e jaargroep 4 naam: reken-wiskundemethode het basisonderwijs i n s t a p b o e k j e k l o k k i j k e n Les 1 Hele en halve uren 1 Hoe laat is het? Vul in. 2 Hoe laat is het? Teken de wijzers. 2 5 8 6 9

Nadere informatie

BiSL Scenario s. Informatiebeleid. Bijlage I Best practice Beoordelen exploitatiekwaliteit. Hans van der Linden, Remko van der Pols

BiSL Scenario s. Informatiebeleid. Bijlage I Best practice Beoordelen exploitatiekwaliteit. Hans van der Linden, Remko van der Pols BiSL Scenario s Informatiebeleid Best practice Beoordelen exploitatiekwaliteit Hans van der Linden, Remko van der Pols 2016 Hans van der Linden, erven Remko van der Pols Boom uitgevers Amsterdam Alle rechten

Nadere informatie

Jaarrekening. Henk Fuchs UITWERKINGEN OPGAVEN. Tweede druk

Jaarrekening. Henk Fuchs UITWERKINGEN OPGAVEN. Tweede druk Jaarrekening Henk Fuchs UITWERKINGEN OPGAVEN Tweede druk Jaarrekening Uitwerkingen opgaven Jaarrekening Uitwerkingen opgaven Henk Fuchs Tweede druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Opmaak binnenwerk:

Nadere informatie

i n s t a p b o e k j e

i n s t a p b o e k j e jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs i n s t a p b o e k j e d e r e k e n m a c h i n e Les Rekenen tot 000 Rekenen met de rekenmachine. Hiernaast zie je een rekenmachine. Hoe

Nadere informatie

Voorkoming van medische accidenten

Voorkoming van medische accidenten Voorkoming van medische accidenten Het Europese Medisch Risico Registrerend Historie-systeem Prof. dr. L. Abraham-Inpijn DERDE, ONGEWIJZIGDE DRUK BOHN STAFLEU VAN LOGHUM, HOUTEN Eerste druk, Elsevier/Bunge,

Nadere informatie

De Kern van Veranderen

De Kern van Veranderen De Kern van Veranderen #DKVV De kern van veranderen marco de witte en jan jonker Alle rechten voorbehouden: niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,

Nadere informatie

Algemene beroepsvaardigheden. Werkboek

Algemene beroepsvaardigheden. Werkboek Algemene beroepsvaardigheden Werkboek Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteurs: Martijn Baalman, Simon Kuipers, Rein Mulder Inhoudelijke redactie: Stephan

Nadere informatie