Het nieuwe Onderwijsachterstandenbeleid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het nieuwe Onderwijsachterstandenbeleid"

Transcriptie

1 Het nieuwe Onderwijsachterstandenbeleid Deel I Verandering wettelijk kader In het regeerakkoord Balkenende II was opgenomen dat het onderwijsachterstandenbeleid ingrijpend zou worden aangepast. Binnenkort zal de wet in het Staatsblad verschijnen. Daarmee is voorzien in een nieuwe wettelijke regeling waarin het streven is neergelegd om onderwijsachterstanden effectiever en efficiënter aan te pakken, de verdeling van verantwoordelijkheden tussen de verschillende partners scherper te formuleren en de veronderstelde bureaucratie terug te dringen. De nieuwe wet brengt een wijziging teweeg in de inzet van de middelen die worden toegekend aan gemeenten voor het bestrijden van onderwijsachterstanden en is nu meer gericht op het werken met schakelklassen en voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Voor het voortgezet onderwijs geldt dat de Regeling aanvullende personele bekostiging culturele minderheidsgroepen en anderstalige leerlingen is vervangen door de Regeling Leerplusarrangement VO en Nieuwkomers VO (Staatscourant 25 april 2006, nr. 80, pag. 17). 1. Huidig onderwijsachterstandenbeleid Een aantal leerlingen in het basisonderwijs en in het voortgezet onderwijs heeft te maken met een onderwijsachterstand. Om de kansen op een optimale schoolloopbaan te verhogen worden verschillende instrumenten ingezet. Zo wordt aan scholen bedoeld in de Wet op het primair onderwijs via de gewichtenregeling extra budget toegekend voor het zo vroeg mogelijk bestrijden van onderwijsachterstanden bij leerlingen. Aan scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en voor voortgezet onderwijs wordt extra budget toegekend via de CUMI-VO-regeling. Daarnaast wordt aan gemeenten een specifieke uitkering verstrekt voor het uitvoeren van specifieke taken in het kader van het bestrijden van onderwijsachterstanden. Gemeenten ontvangen financiële middelen van het Rijk om het Besluit landelijk beleidskader gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (LBK) te implementeren. In het LBK zijn de doelstellingen voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid vastgelegd. Daarnaast kunnen gemeenten aanspraak maken op het Besluit onderwijs aan vreemdelingen (Stb.2003, nr.307) om de eerste opvang van nieuwe schoolgaande vreemdelingen te bekostigen. Op grond van het huidige onderwijsachterstandenbeleid zijn gemeenten verplicht iedere 4 jaar een gemeentelijk onderwijsachterstandenplan op te stellen. In dat plan worden vermeld de doelstellingen, activiteiten, de inzet van schoolmiddelen en gemeentelijke middelen, de wijze van verantwoording alsmede de wijze waarop het plan tot stand wordt gebracht (via een Op Overeenstemming Gericht Overleg en vaststelling door de gemeenteraad). In het voortgezet onderwijs richt het onderwijsachterstandenbeleid zich vooral op het behalen van een startkwalificatie en het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten. Hierbij spelen ook de leerplicht, de regionale meld- en coördinatiefunctie en het Grotestedenbeleid een belangrijke rol. Sinds het moment dat de bestrijding van onderwijsachterstanden bij leerlingen in het basisonderwijs structureel deel uitmaakt van het totale onderwijsbeleid, is er vooruitgang geboekt, zo blijkt uit de PRIMA COHORT gegevens van 2001 en 2003, en uit De Rapportage minderheden 2003 (Sociaal Cultureel Planbureau). Van de ruim 1,5 miljoen schoolgaande kinderen in het basisonderwijs vallen er ongeveer onder de doelgroep van het onderwijsachterstandenbeleid.

2 Ongeveer leerlingen hiervan zijn allochtoon. De achterstand in de Nederlandse taal bij allochtone leerlingen blijft groot. De afgelopen jaren is de onderwijsachterstand van autochtone achterstandsleerlingen ten opzichte van niet-achterstandsleerlingen iets toegenomen. Zij hebben een gemiddelde achterstand in de Nederlandse taal van één jaar en ook een rekenachterstand. Deze rekenachterstand is iets minder groot dan die van allochtone achterstandsleerlingen. De scores op de CITO-eindtoets laten eenzelfde patroon zien. De inspectie rapporteert daarom al een aantal jaren dat de bestrijding van onderwijsachterstanden bij autochtone achterstandsleerlingen in het basisonderwijs extra aandacht nodig heeft. 2. Beoogd onderwijsachterstandenbeleid Met de nieuwe wet wordt de basis voor het nieuwe onderwijsachterstandenbeleid gelegd. In een algemene maatregel van bestuur worden de criteria voor de hoogte van de specifieke uitkering aan gemeenten als bijdrage in de bestrijding van onderwijsachterstanden vastgelegd. Elementen van het beoogde onderwijsachterstandenbeleid De verplichting tot het opstellen van een onderwijsachterstandenplan wordt met deze wet geschrapt. Hierdoor zal de administratieve belasting voor gemeenten en scholen die gepaard gaat met de uitvoering van het onderwijsachterstandenbeleid worden verlaagd. Voor een effectieve en efficiënte bestrijding van onderwijsachterstanden is het van groot belang dat die instrumenten worden ingezet waarvan de positieve effecten op de leerprestaties van achterstandsleerlingen zijn vastgesteld. Een vroegtijdige bestrijding van onderwijsachterstanden bij (zeer) jonge kinderen zal in het toekomstige onderwijsachterstandenbeleid een nog belangrijker speerpunt zijn. Uit onderzoek is gebleken dat goede programma s voor VVE een bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van de startpositie van achterstandsleerlingen in groep 3 van het basisonderwijs («Evaluatierapport Kaleidoscoop en Piramide», B. Schonewille e.a., januari 2000). Ook schakelklassen kunnen mogelijk een belangrijke bijdrage leveren aan de bestrijding van onderwijsachterstanden. In schakelklassen worden leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal met behulp van effectieve methoden voorbereid op het (weer) deelnemen aan het reguliere onderwijs. In het voortgezet onderwijs is inmiddels een gerichte aanpak op probleemcumulatie geïntroduceerd: het Leerplusarrangement VO. De doelstellingen van dit arrangement zijn het leveren van meer maatwerk voor de leerling, het maximaliseren van de leerprestaties door onder meer het stimuleren van taalbeleid en het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten door onder meer versterking van het netwerk rond de school. Uitgangspunten hierbij zijn dat de administratieve lasten voor de school minimaal zijn en dat de middelen daar terecht komen waar ze het hardst nodig zijn. Tot slot zal een verplicht overleg tussen gemeenten en schoolbesturen worden geïntroduceerd. Dit overleg heeft betrekking op zowel het primair als het voortgezet onderwijs en heeft als doel het maken van afspraken over het bevorderen van integratie en het voorkomen van segregatie en het bestrijden van onderwijsachterstanden, waaronder voor het primair onderwijs de doorlopende leerlijn van voorschoolse educatie naar basisonderwijs. Verwacht wordt dat het overleg zal bijdragen aan het terugdringen van de achterstandsproblematiek in een gemeente. Het beoogde onderwijsachterstandenbeleid heeft geen betrekking op scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra. Door de relatief kleine scholen voor speciaal onderwijs en de grote landelijke of regionale spreiding naar handicap is het niet goed voorstelbaar dat een school voor speciaal onderwijs zoveel leerlingen zal hebben dat een schakelklas naar analogie van artikel 166 van de WPO zou kunnen worden gevormd. Door de landelijke of regionale spreiding ligt het ook niet voor de hand dat leerlingen in de nabijheid van

3 de school waar zij zijn ingeschreven, een schakelklas in de vorm van een verlengde schooldag (naar analogie van artikel 166a van de WPO) kunnen bezoeken. Gemeenten en scholen: partners Scholen en gemeenten zijn de uitvoerders van het onderwijsachterstandenbeleid. De professionals in het onderwijs hebben het beste zicht op onderwijsachterstanden van leerlingen en de wijze waarop deze succesvol kunnen worden bestreden. Daarom krijgen schoolbesturen en scholen de ruimte om de middelen die zij van het Rijk ontvangen voor de bestrijding van onderwijsachterstanden meer naar eigen inzicht te besteden. Dit past geheel in het streven om scholen de ruimte te geven onderwijs op maat te realiseren voor leerlingen én om de creativiteit en professionaliteit van het onderwijspersoneel optimaal te benutten. Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de bestrijding van onderwijsachterstanden van de leerlingen. Ze doen dit door de risicofactoren die leerprestaties negatief beïnvloeden te beperken en door factoren met een positieve invloed te bevorderen. De schoolbesturen leggen hierover in het kader van de Wet op het onderwijstoezicht verantwoording af aan het Rijk. Daarnaast zijn schoolbesturen primair verantwoordelijk voor schoolontwikkeling, waaronder het algemene schoolbeleid, de kwaliteitszorg en de professionaliteit van leerkrachten en schoolleiding en leggen hierover verantwoording af aan de Inspectie van het onderwijs. Ook werken de schoolbesturen mee aan de integrale aanpak van de bestrijding van onderwijsachterstanden op lokaal niveau. Ten aanzien van het beoogde onderwijsachterstandenbeleid geldt net als voor het huidige onderwijsachterstandenbeleid dat het schoolplan en de schoolgids informatie moeten bevatten over het onderwijskundig beleid waarbij de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften moeten worden betrokken. Onder leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften vallen onder andere ook achterstandsleerlingen. Gemeenten hebben als meest schoolnabije overheid een verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van de leerplicht, de lokale infrastructuur en voor het realiseren van samenhang tussen de schakels binnen de jeugdketen, waaronder het onderwijsachterstandenbeleid, leerplichthandhaving en voor zover het het voortgezet onderwijs betreft, de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie. Vanuit deze lokale verantwoordelijkheid zal in de toekomst voor wat betreft de gemeentelijke taken in het onderwijsachterstandenbeleid de nadruk liggen op de voorschoolse educatie en het inrichten van schakelklassen. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het lokale jeugdbeleid en hebben een belangrijke regiefunctie in de afstemming tussen de diverse voorzieningen voor jeugdigen in een gemeente. Dit wordt ook benadrukt in het kader van de Operatie Jong. Operatie Jong heeft als doel het versterken van een op de jeugd gerichte aanpak om uitval van jeugdigen zoveel mogelijk te voorkomen. In het kader van deze aanpak werken de ministeries van OCW, VWS, SZW, BZK, VROM en Justitie op rijksniveau intensief samen. Gemeenten leveren vanuit hun eigen bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het lokale jeugdbeleid een belangrijke bijdrage aan de Operatie Jong. Ook het onderwijsachterstandenbeleid maakt onderdeel uit van deze lokale verantwoordelijkheid. 3. Grotestedenbeleid De voornemens op het terrein van het beoogde onderwijsachterstandenbeleid maken voor eenendertig grote gemeenten (G31) onderdeel uit van het kabinetsbrede Grotestedenbeleid. Het kabinet is verantwoordelijk voor het stimuleren van krachtige steden door het ontwikkelen van een samenhangend en resultaatgericht Grotestedenbeleid (Kamerstukken II 2003/04, , nr. 116). Gemeenten moeten verbindingen leggen tussen diverse beleidsterreinen zoals integratie, inburgering en veiligheid, en daarbij niet onnodig belemmerd worden door regels en bestaande structuren. Het Grotestedenbeleid biedt gemeenten meer dan voorheen deze mogelijkheid en is

4 erop gericht om steden in staat te stellen doelgericht te handelen en met daadwerkelijke resultaten bij te dragen aan de doelstellingen van het Grotestedenbeleid, waaronder verbetering van de beheersing van de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving onder etnische minderheden, en het voorkomen en verminderen van onderwijsachterstanden. De problematiek in de grote steden is complex vanwege een cumulatie van problemen en vraagt om een geïntegreerde aanpak. Het Grotestedenbeleid maakt een dergelijke aanpak mogelijk. Daarom worden de middelen voor onderwijsachterstanden voor de G31 vanaf het moment dat dit wetsvoorstel in werking is getreden tot 1 januari 2010, overeenkomstig de afspraken met de Tweede Kamer bij de behandeling van de nota «Samenwerken aan de Krachtige stad» en de behandeling van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid, opgenomen in de brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid (BDU SIV) van het Grotestedenbeleid. De G31 krijgen hierdoor de vrijheid de middelen voor onderwijsachterstanden ook voor de andere doelstellingen binnen het domein van de BDU SIV in te zetten. 4. Specifieke taken van gemeenten in het beoogde onderwijsachterstandenbeleid 4a) Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Het belang van de vroege kinderjaren voor ontwikkelingskansen en maatschappelijke participatie kan moeilijk worden overschat. In die jaren vindt de snelste ontwikkeling (motorisch, cognitief, sociaal-emotioneel) plaats en blijken in de praktijk ook aanzienlijke verschillen in de ontwikkeling van de kinderen te ontstaan. De kwaliteit van de opvoedingsomgeving en de communicatie met kinderen is van grote invloed op de individuele ontwikkeling. De VVE speelt hier een belangrijke rol. Doel van VVE is de taal- en ontwikkelingsachterstand bij de doelgroep van het onderwijsachterstandenbeleid te voorkomen, dan wel zo snel mogelijk aan te pakken. Daarom is een belangrijk element van VVE dat de aanpak al start voordat kinderen in het basisonderwijs beginnen. Vervolgens ontstaat een doorlopende leerlijn van voorschools (bv.peuterspeelzaal) naar vroegschools (groep 1 en 2 van het basisonderwijs). Het in te stellen overleg tussen gemeenten en scholen is mede gericht op het vormgeven van deze doorlopende leerlijn. In het beoogde onderwijsachterstandenbeleid is de VVE een zeer belangrijke pijler. De wettelijke basis voor de uitvoering van de voorschoolse educatie is geregeld in artikel 167 van de Wet op het primair onderwijs. In het kader van het beoogde onderwijsachterstandenbeleid zullen bij algemene maatregel van bestuur nadere voorwaarden ten aanzien van de VVE voor de komende jaren worden vastgelegd. 4b) Schakelklassen Schakelklassen zijn bedoeld voor (autochtone en allochtone) leerlingen in het basisonderwijs die een dusdanige achterstand in de Nederlandse taal hebben, dat zij niet (meer) met succes kunnen deelnemen aan het reguliere onderwijs. In een aparte groep wordt onderwijs aangeboden dat er op gericht is deze achterstand weg te werken, zodat de leerling daarna (weer) volledig deel kan nemen aan het reguliere onderwijs. Het extra taalonderwijs kan op twee manieren worden gegeven (beide vormen worden als schakelklas aangeduid): 1. gedurende 1 schooljaar in een daartoe speciaal ingerichte groep, al dan niet in combinatie met het volgen van onderwijs in een reguliere groep; 2. in het verlengde deel van de verlengde schooldag in een daartoe ingerichte groep. Schakelklassen kunnen voor alle groepen in het basisonderwijs worden ingericht, maar ook bij de start van het basisonderwijs en aan het einde van het basisonderwijs, waarbij wordt geschakeld naar het voortgezet onderwijs. In het kader van het beoogde onderwijsachterstandenbeleid zullen bij algemene maatregel van bestuur nadere voorwaarden ten aanzien van de schakelklassen voor de komende jaren worden vastgelegd.

5 Van gemeenten wordt verwacht dat zij met de schoolbesturen afspraken maken over de scholen waaraan schakelklassen worden verbonden en dat zij afspreken op grond van welke criteria wordt bepaald welke leerlingen een grote achterstand in de Nederlandse taal hebben. Gemeenten voeren de regie over de toekenning van het budget voor schakelklassen en schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de inhoud van het lesprogramma en de selectie van de leerlingen voor de schakelklassen. Het behoort tot de competentie van de school om het lesprogramma in een schakelklas vorm en inhoud te geven. Het lesprogramma zal op de voortgang in de ontwikkeling van de leerling moeten worden afgestemd en zal zodanig ingericht moeten worden dat het ontwikkelingsproces van een leerling niet wordt onderbroken. Daarom is het van belang dat het programma-aanbod in de schakelklas zo veel mogelijk aansluit op de lesstof die de leerlingen ontvingen voorafgaand aan de deelname aan de schakelklas. Scholen zijn vrij om bij de inrichting van het onderwijs in de schakelklas ook aandacht te besteden aan vakken zoals rekenen, geschiedenis/aardrijkskunde, lichamelijke ontwikkeling, creatieve ontwikkeling en sociale redzaamheid. Juist omdat de leerlingen na het onderwijs in de schakelklas (weer) deelnemen aan het onderwijs in de reguliere groep, is het van belang de leerlingen voor te bereiden op verdere deelname aan het onderwijs zodat ze geen achterstanden oplopen op andere vakken dan de beheersing van de Nederlandse taal. Om de effectiviteit van het instrument schakelklassen vast te stellen wordt met ingang van 1 augustus 2006 een toets- en evaluatiesysteem ingesteld. 5. Verplicht overleg gemeenten en schoolbesturen In de wet worden gemeenten en schoolbesturen verplicht gezamenlijk overleg te voeren over het bevorderen van integratie en het tegengaan van segregatie. Dit geldt voor het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en de agrarische opleidingscentra, voorzover het betreft het daarin verzorgde voorbereidend beroepsonderwijs. Met dit overleg wordt onder andere voor het basisonderwijs beoogd een betere spreiding van achterstandsleerlingen over de scholen in een gemeente te realiseren. De inzet van de minister was het bevorderen van nietvrijblijvende afspraken tussen gemeenten en schoolbesturen over een evenwichtige verdeling van achterstandsleerlingen over scholen. In de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de Tweede Kamer over onderwijs, integratie en burgerschap (Kamerstukken II 2003/04, , nr.1) is hierop nader ingegaan: Schoolbesturen en gemeenten overleggen minimaal een keer per jaar met elkaar over het bevorderen van integratie, het tegengaan van segregatie en het bestrijden van onderwijsachterstanden. Naast het maken van afspraken over de spreiding van leerlingen (wat betreft het basisonderwijs), kunnen afspraken gemaakt worden over bijvoorbeeld het uitwisselen van leraren en leerlingen en het gezamenlijk organiseren van activiteiten om de integratie tussen allochtone en autochtone leerlingen te bevorderen. Hierbij kan het advies van de Onderwijsraad «Bakens voor spreiding en integratie» (d.d. 18 mei 2005) worden betrokken. Beoogd wordt dat de agenda voor dit overleg in gezamenlijkheid en op basis van gelijkwaardigheid wordt opgesteld met inachtneming van de wettelijke verantwoordelijkheden van schoolbesturen enerzijds en die van gemeenten anderzijds. Op deze wijze kan een «kwaliteitsdialoog» tussen schoolbesturen en gemeenten ontstaan. Het overleg wordt tevens benut voor het maken van afspraken over de aanwending van de gemeentelijke middelen ten behoeve van het bestrijden van onderwijsachterstanden. Om de gemeentelijke activiteiten goed te kunnen afstemmen op de activiteiten van de schoolbesturen ligt het voor de hand dat de schoolbesturen aangeven welke activiteiten worden ondernomen ter bestrijding van onderwijsachterstanden en welke middelen daartoe worden ingezet. Hierbij is ook de doorlopende leerlijn van de voorschoolse educatie naar de vroegschoolse educatie onderwerp van overleg.

6 Voor het voortgezet onderwijs en de agrarische opleidingscentra hebben gemeenten een wettelijke taak bij het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten, vastgelegd in de Leerplichtwet 1969, en bij de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (Stb.2001, nr.636). Gezien het belang van een goed functionerende jeugdketen rond de school is het goed denkbaar dat de lokale partijen besluiten tot uitbreiding van dit overleg met organisaties zoals de jeugdzorg, het maatschappelijk werk en de politie, en tot een hogere frequentie van het overleg. Onderwerp van overleg op het terrein van het voortgezet onderwijs en de agrarische opleidingscentra zijn in ieder geval de doorlopende leerlijn van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs en van het voortgezet onderwijs naar de beroeps- en volwasseneneducatie en het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten. Voor scholen die aanvullende financiering ontvangen in het kader van het Leerplusarrangement VO om probleemcumulatie aan te pakken, is die aanpak ook onderwerp van het overleg. De benodigde beleidsinformatie voor het genoemde overleg komt voort uit een analyse van landelijke monitorgegevens, onderzoeksgegevens, inspectiegegevens en lokale monitor- en onderzoeksgegevens. Het Rijk richt daartoe een landelijke monitor in. Voor de G31 zijn in het kader van het Grotestedenbeleid op dit punt afzonderlijke afspraken gemaakt. Beoogd wordt het startmoment van deze monitor voor het primair onderwijs te laten aansluiten bij de invoering van het onderwijsnummer in het primair onderwijs en het startmoment van deze monitor voor het voortgezet onderwijs en de agrarische opleidingscentra in te voeren vanaf 1 augustus De Inspectie van het onderwijs ziet erop toe dat schoolbesturen (en daarmee scholen) rekening houden met de omgeving van de school en overleg voeren met gemeenten over het lokale onderwijsachterstandenbeleid. Bindende afspraken en een landelijke geschillenregeling De regeling van het overleg is door de Tweede Kamer ingrijpend aangepast. De benadering van de minister werd als veel te zwak en vrijblijvend beoordeeld en is de wens te komen tot meetbare resultaten nu stevig in de wet vastgelegd. Een uitvoerige discussie vond plaats over de interpretatie van de vrijheid van onderwijs in relatie tot de positie van de gemeente. Een duidelijke meerderheid wilde komen tot bindende afspraken op het terrein van integratie en segregatie, de afstemming over inschrijvings- en toelatingsprocedures en een evenwichtige verdeling van leerlingen met een achterstand. In de wet is nu bepaald dat B&W de uitkomsten van het verplichte op overeenstemming gerichte overleg (OOGO) kunnen omzetten in bindende afspraken nadat de voorstellen terzake aan de orde zijn gesteld. Als het overleg daarover niet tot overeenstemming leidt kan opnieuw een poging worden gedaan in een nieuw overleg gericht op een zo groot mogelijke consensus. Als ook dat overleg niet leidt tot overeenstemming kan één der partijen, gemeente of een schoolbestuur, om een bindend advies vragen bij de landelijke, door de minister ingestelde geschillencommissie. Die brengt dan binnen vier week een bindend advies uit. Deze aanpassing van het wetsvoorstel die nu in de wet is verankerd is een belangrijke doorbraak om op lokaal niveau harde afspraken te kunnen maken over de spreiding van achterstandsleerlingen. Het lijkt de eerste keer te zijn de vrijheid van onderwijs, die het onmogelijk scheen te maken om de beleidsvrijheid van een individueel bevoegd gezag op zo n gevoelig punt als de toelating van leerlingen aan te tasten, in zo n vergaande mate in te perken. Het maakt tevens duidelijk hoe belangrijk het tegengaan van segregatie door de Tweede Kamer als maatschappelijk vraagstuk wordt gezien. 6. Verantwoording en informatievoorziening Op grond van de wet wordt een specifieke uitkering van het Rijk aan gemeenten gedaan voor de bestrijding van onderwijsachterstanden. Van gemeenten wordt gevraagd hierover schriftelijk verantwoording af te leggen, in beginsel via hun jaarrekening. Deze verantwoording heeft betrekking op de rechtmatige besteding van de middelen.

7 Naast de verantwoording over de rechtmatigheid van de besteding van de specifieke uitkering voor het onderwijsachterstandenbeleid is het belangrijk te weten welke resultaten worden geboekt met het beoogde beleid. Hiervoor is het noodzakelijk dat gemeenten gegevens aanleveren. Op grond daarvan kan het beleid zo nodig worden bijgesteld. Voor zover deze beleidsinformatie en financiële informatie niet voldoende in de jaarrekening zijn opgenomen, zal de informatie via een algemene maatregel van bestuur worden opgevraagd. In artikel 119 van de Gemeentewet is daarvoor de grondslag gelegd. In het kader van het streven naar single audit en single information is het wenselijk het vergaren van beleidsinformatie en financiële informatie zoveel mogelijk langs de weg van de eigen gemeentelijke verantwoordingsprocessen te leiden. Deze verantwoording heeft geen betrekking op de G31 die middelen voor de bestrijding van onderwijsachterstanden ontvangen via de BDU SIV van het Grotestedenbeleid. De doelstellingen en de wijze van verantwoording en gegevensverstrekking voor de G31 zijn in het kader van het Grotestedenbeleid vastgesteld bij of krachtens het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid en in prestatieconvenanten. Aan de overige gemeenten wordt alleen gevraagd om zich te verantwoorden over de bestedingen en dus niet over prestaties. Gemeenten en scholen bepalen in onderling overleg welke gegevens nodig zijn voor de verantwoording aan de gemeente. 7. Financieel Kader Voor de uitvoering van bovengenoemde specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van de bestrijding van onderwijsachterstanden is na de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel structureel een bedrag van bijna 168 miljoen op jaarbasis beschikbaar, waarvan met ingang van 2007 structureel 30 miljoen voor schakelklassen. De taken die gemeenten op basis van dit wetsvoorstel moeten uitvoeren, hebben vooral betrekking op VVE en schakelklassen en het verplichte overleg tussen gemeenten en schoolbesturen over het bevorderen van integratie en onderwijsachterstandenbeleid. De taken van gemeenten op het terrein van VVE blijven in dit wetsvoorstel ongewijzigd, evenals de beschikbare financiële middelen hiervoor ( 110 miljoen per jaar). De loon- en prijsontwikkeling zorgt ervoor dat inmiddels het bedrag voor het schooljaar een omvang heeft van 174 mln. De wijze van verdeling van de middelen over de gemeenten, wordt bij algemene maatregel van bestuur geregeld. Grondslag voor de verdeling zal zijn het totale schoolgewicht per gemeente op 1 oktober Van het totaal bedrag zal ca 70% naar de G31 gaan (BDU SIV) en 30% naar de kleinere gemeenten. 8. Schakelklassen In het eerste lid van artikel 166 van de WPO wordt de basis gelegd voor het inrichten van de schakelklas waarin leerlingen die een grote achterstand in de Nederlandse taal hebben, in een speciaal daartoe ingerichte groep gedurende een jaar onderwijs volgen. Ten behoeve van deze leerlingen zal voor het gehele jaar een speciaal op hen gericht onderwijsprogramma worden vastgesteld. De tweede volzin is toegevoegd om het aantal uren onderwijs per jaar voor leerlingen die deelnemen aan onderwijsactiviteiten als bedoeld in artikel 166, eerste lid, in de WPO vast te leggen. Ook is het mogelijk dat de leerlingen van de aparte groep een deel van het reguliere onderwijsprogramma volgen. In de algemene maatregel van bestuur zal de verhouding tussen de varianten van schakelklassen en het aantal door de gemeenten, gezien de omvang van de bekostiging, mogelijk te realiseren schakelklassen nader worden uitgewerkt. In het tweede lid is vastgelegd dat burgemeester en wethouders de criteria (zoals wat er onder een grote achterstand in de Nederlandse taal moet worden verstaan) voor toelating tot de schakelklas vaststellen na overleg met de bevoegde gezagsorganen van alle scholen in de

8 gemeente. In dit overleg worden ook de scholen in de gemeente aangewezen waaraan een schakelklas verbonden mag worden. Het is vervolgens aan het bevoegd gezag van de school om te bepalen welke leerlingen aan de criteria voldoen. In het derde lid is vastgelegd dat leerlingen slechts gedurende een jaar aan de schakelklas als omschreven in het eerste lid, deel mogen nemen en alleen na schriftelijke instemming van de ouders van de leerling. De instemming van de ouders kan blijken uit een apart schriftelijk stuk bij de toelating van de leerling als de leerling speciaal voor deze schakelklasvariant wordt ingeschreven op de school. Als de leerling reeds ingeschreven staat bij de school waaraan de schakelklas verbonden is zal schriftelijke instemming van de ouders op een andere wijze moeten blijken. In artikel 166a wordt de mogelijkheid gecreëerd dat er tijdens het verlengde deel van een verlengde schooldag onderwijs wordt gegeven aan leerlingen die een grote achterstand in de Nederlandse taal hebben. Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als voor de schakelklasvariant bedoeld in artikel 166 zij het dat gedurende het schooljaar niet kan worden afgeweken van het reguliere onderwijsprogramma en de reguliere onderwijstijden. Deze leerling volgt dus het reguliere programma en daarbuiten de activiteiten gericht op het bevorderen van de beheersing van de Nederlandse taal. Daarnaast bestaat de mogelijkheid, anders dan in de schakelklasvariant van artikel 166, eerste lid, voor leerlingen die niet zijn ingeschreven aan de school die het verlengde deel van de verlengde schooldag organiseert, om met instemming van hun ouders deel te nemen aan het verlengde deel van de verlengde schooldag. Dat betreft de situatie wanneer op hun eigen school geen onderwijs als bedoeld in het eerste lid gegeven wordt. 9. Overige zaken In de artikelen zijn nog een aantal specifieke zaken opgenomen: - scholen zullen omtrent leerlingen die deelnemen aan onderwijsactiviteiten in het kader van onderwijsachterstandenbeleid, moeten voorzien in een voortgangsregistratie. - het aantal te ontvangen uren onderwijs in een schakelklas wordt niet meegerekend in het minimaal aantal uren dat een leerling verplicht moet ontvangen. - scholen worden verplicht in de schoolgids een paragraaf op te nemen over veilgheid - voor de overschrijdingsregeling blijven de uitgaven voor onderwijsachterstandenbeleid, ook met betrekking tot schakelklassen, buiten beschouwing. - het landelijk beleidskader vervalt, evenals de verplichting voor een gemeente een achterstandenbeleidsplan op te stellen. - bij algemene maatregel van bestuur worden nadere voorwaarden voor VVE en schakelklassen vastgelegd. - het gaat bij het bestrijden van grote achterstanden in de Nederlandse taal alleen om de bestrijding van onderwijsachterstanden. Dit artikel is niet van toepassing op zorgleerlingen en op doorstroming van bijvoorbeeld hoogbegaafde leerlingen. - de gemeente is verplicht een goede administratie te voeren voor zover het gegevens met betrekking tot de bestrijding van onderwijsachterstanden betreft. Hierbij kan worden gedacht aan in- en uitstroomgegevens en leerlingresultaten.

9 Deel II Nadere uitwerking in algemene maatregel van bestuur Besluit doelstelling en bekostiging onderwijsachterstandenbeleid In het voorgaande is op meerdere plaatsen voor een nadere uitwerking verwezen naar de algemene maatregel van bestuur. In dit deel II besteden we aandacht aan hetgeen in deze amvb is opgenomen. Vrijwel gelijktijdig met de publicatie van de Wet in het Staatsblad zal ook de algemene maatregel van bestuur gepubliceerd worden. Deze amvb is voorgehangen bij de Tweede en Eerste Kamer en zal naar verwachting niet wijzigen. Ook is de berekening van de bedragen van de specifieke uitkering al bekend gemaakt, als zijnde een indicatief budget, via de website van de VNG website VNG-NET De amvb is het Besluit doelstelling en bekostiging onderwijsachterstandenbeleid Hierin wordt het achterstandenbeleid nader uitgewerkt. 1. Algemeen Het onderwijsachterstandenbeleid is er op gericht om onderwijsachterstanden bij leerlingen in het basisonderwijs en bij jonge kinderen vroegtijdig op te sporen en te bestrijden. Scholen worden geconfronteerd met allochtone en autochtone leerlingen die bij de entree in het basisonderwijs te maken hebben met een grote achterstand. Ongeveer allochtone kinderen hebben op het moment dat zij op de basisschool binnenkomen een taal en/of ontwikkelingsachterstand van ongeveer twee jaar. Bij autochtone kinderen is die achterstand ongeveer een jaar. Dit kan verstrekkende negatieve gevolgen hebben voor de verdere schoolloopbaan en de latere maatschappelijke carrière van deze kinderen. Deze achterstandskinderen vormen de doelgroep voor het onderwijsachterstandenbeleid. Het is van belang dat gemeenten en scholen de mogelijkheid hebben om voor deze kinderen met een onderwijsachterstand voorzieningen te treffen waarmee de achterstanden kunnen worden ingelopen. Doelstelling is daarom het onderwijsachterstandenbeleid meer te richten op het zo vroeg mogelijk en effectief aanpakken van achterstanden. De uitgangspunten van het nieuwe onderwijsachterstandenbeleid zijn: de taken en verantwoordelijkheden worden zo efficiënt en effectief mogelijk belegd bij schoolbesturen en gemeenten; bij de toedeling van middelen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de feitelijke achterstand van leerlingen; er is meer aandacht voor de bestrijding van onderwijsachterstanden bij autochtone achterstandsleerlingen; bij scholen dient het accent te liggen op het vroegtijdig opsporen en aanpakken van achterstanden. Basisscholen krijgen op grond van artikel 27 van het Besluit bekostiging WPO (de gewichtenregeling) naast de reguliere bekostiging, extra middelen voor het bestrijden van onderwijsachterstanden bij leerlingen. Met de herijking van de gewichtenregeling basisonderwijs wordt beoogd beter aan te sluiten bij de feitelijke achterstanden van leerlingen in het basisonderwijs. Ook is de blijvende, zelfs groeiende achterstand van autochtone achterstandsleerlingen een reden voor de herijking. Etniciteit is geen criterium meer in de nieuwe gewichtenregeling. Het opleidingsniveau van ouders wordt doorslaggevend voor het vaststellen van een gewicht voor een leerling, omdat dat meer zegt over de feitelijke onderwijsachterstand van kinderen dan het land van herkomst. De wijziging van de

10 gewichtenregeling heeft tot gevolg dat het beschikbare gewichtenbudget, met het oog op een zo effectief mogelijke inzet van deze middelen, anders wordt verdeeld over de basisscholen. Naast de financiële toekenning aan scholen voor de bestrijding van onderwijsachterstanden, wordt aan gemeenten een specifieke uitkering als bijdrage voor het lokaal onderwijsachterstandenbeleid toegekend. Er is een nieuw wettelijk kader geschapen voor de specifieke taken die gemeenten in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid uitvoeren. In dit besluit zijn de nadere voorwaarden geregeld ten aanzien van het onderwijsachterstandenbeleid en is de wijze van bekostiging aan gemeenten vastgelegd voor de periode van 1 augustus 2006 tot 1 augustus 2010 met betrekking tot voor- en vroegschoolse educatie, schakelklassen en coördinerende of overige activiteiten die zijn gerelateerd aan het onderwijsachterstandenbeleid. De bekostigingsvoorwaarden uit dit besluit gelden niet voor de gemeenten die onderdeel uitmaken van het Grotestedenbeleid. Voor deze gemeenten gelden de afspraken die worden gemaakt in het kader van het Grotestedenbeleid, gedurende de GSB III periode (van 1 januari 2006 tot 1 januari 2010, zie het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid van het Grotestedenbeleid, Staatsblad 2005, 264.) Voor de overige gemeenten is de bekostiging in dit besluit geregeld. De nadere voorwaarden, zoals de kwaliteitseisen ten aanzien van voor-en vroegschoolse educatie en schakelklassen, gelden voor alle gemeenten. Het hoofddoel, voor de periode waarop dit besluit betrekking heeft, is het effectief en vroegtijdig aanpakken van onderwijsachterstanden. Om dit te bewerkstelligen ligt in het nieuwe onderwijsachterstandenbeleid de nadruk op de voor- en vroegschoolse educatie en de totstandkoming van schakelklassen. In dit kader gelden landelijk twee doelen voor alle gemeenten: Op 1 augustus 2010 neemt op landelijk niveau 70 % van de totale populatie van doelgroepkinderen deel aan voorschoolse educatie; Op 1 augustus 2010 hebben landelijk leerlingen deelgenomen aan een schakelklas. Met dit besluit krijgen gemeenten de mogelijkheid om de doelstelling van het onderwijsachterstandenbeleid te vertalen naar de lokale situatie en kunnen zij zelf kiezen waar de beschikbaar gestelde middelen worden ingezet. Gemeenten kunnen hiervoor de instrumenten VVE en schakelklassen inzetten en maximaal 15% van de specifieke uitkering uitgeven aan coördinerende of overige activiteiten die zijn gerelateerd aan het onderwijsachterstandenbeleid. Bij overige activiteiten kan worden gedacht aan projecten op het terrein van taalstimulering, projecten in het kader van voor-en vroegschoolse educatie of andere projecten op het terrein van de bestrijding van onderwijsachterstanden. Aan gemeenten wordt de mogelijkheid geboden in het eerste jaar van de periode waarop dit besluit betrekking heeft (schooljaar ), het budget voor schakelklassen in te zetten voor voorbereidende activiteiten voor het inrichten van één of meer schakelklassen. Deze mogelijkheid wordt geboden omdat redelijkerwijs niet van gemeenten kan worden verwacht, dat zij meteen vanaf het begin van de nieuwe periode een schakelklas operationeel kunnen hebben. Dit geldt met name voor gemeenten die nog geen ervaring hebben opgebouwd met het inrichten van een schakelklas en voor gemeenten die een voor hen nieuw type schakelklas willen inrichten. Met de grote steden zijn prestatieafspraken gemaakt over VVE en schakelklassen in het kader van het Grotestedenbeleid. Dergelijke prestatieafspraken worden niet met de overige

11 gemeenten gemaakt. Deze gemeenten hoeven zich niet individueel te verantwoorden op het behalen van de landelijke doelstellingen. Deze gemeenten zullen zich moeten verantwoorden over de rechtmatige besteding van de specifieke uitkering van onderwijsachterstandenbeleid. 2. VVE: voor- en vroegschoolse educatie Het is van groot belang dat vroegtijdig wordt gesignaleerd dat kinderen een (taal)achterstand hebben, zodat zo snel mogelijk de (taal)ontwikkeling van deze kinderen kan worden gestimuleerd. In dat kader zijn voor jonge kinderen VVE-programma s ontwikkeld. Dit zijn educatieve programma s gericht op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden beginnend in kinderdagverblijven of peuterspeelzalen en doorlopend tot en met de tweede groep van de basisschool. Bij de voor- en vroegschoolse educatie worden educatieve programma s gebruikt die een doorlopende leerlijn hebben van voor- naar vroegschoolse educatie. Voorschoolse educatie is bestemd voor doelgroepkinderen van 2 en 3 jaar en wordt verzorgd op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijven. Hiervoor zijn de gemeenten verantwoordelijk. Vroegschoolse educatie is bestemd voor doelgroepkinderen van 4 en 5 jaar en wordt verzorgd in groep 1 en 2 van een basisschool. Hiervoor zijn de scholen verantwoordelijk. Scholen krijgen een eigen budget voor het realiseren van de vroegschoolse educatie (zie verder doelgroepbereik ). De doelgroepkinderen in de voorschoolse periode dienen in ieder geval gedurende 12 maanden minimaal 3 dagdelen per week deel te nemen aan voorschoolse educatie. In de huidige praktijk is de bekostiging toereikend voor 4 dagdelen. In dit besluit is gekozen voor 3 dagdelen omdat hiermee rekening wordt gehouden met jonge kinderen van wie de belastbaarheid voor deelname aan voorschoolse educatie kleiner is. Gemeenten en basisscholen zijn vrij om een keuze te maken uit een bepaald VVE-programma. Het is van belang dat wordt gewerkt met kwalitatief goede VVE-programma s met een gestructureerde didactische aanpak, die worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat VVE alleen effectief is als aan deze voorwaarden wordt voldaan. Bij het kiezen van een programma voorschoolse educatie is het raadzaam gebruik te maken van de Keuzegids VVE, waarin een overzicht staat van de beschikbare VVE- programma s of van de databank effectieve jeugdinterventies waarin informatie wordt aangeboden over de effectiviteit van interventies die dienst- en hulpverleners gebruiken bij kinderen. Gezien de beperkte middelen is er in dit besluit voor gekozen dat de VVE-middelen worden ingezet voor programma s, die door doelgroepkinderen worden gevolgd in een voorschoolse instelling (peuterspeelzaal en kinderdagopvang) onder leiding van professionele leidsters. Door een meerderheid van de Tweede Kamer is gevraagd om ook gezinsgerichte programma s zoals Opstap en Opstapje, die aan kinderen thuis worden aangeboden, vanuit de VVE-middelen te financieren (Motie Hamer/Kraneveldt). Dit besluit geeft gemeenten de mogelijkheid om in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid gezinsgerichte programma s te financieren vanuit het deel van het budget dat is bedoeld voor coördinerende of overige activiteiten. Doelgroep De doelgroepkinderen in de eerste twee groepen van het basisonderwijs zijn de kinderen met een leerlinggewicht (artikel 27 van het Besluit bekostiging WPO). In kinderdagverblijven en peuterspeelzalen wordt het begrip leerlinggewicht in beginsel niet gehanteerd. Om toch vooraf de totale omvang van de doelgroep in de voorschoolse periode te bepalen wordt uitgegaan van de omvang van de doelgroep in de vroegschoolse periode (groepen 1 en 2 in het basisonderwijs). Daarbij worden de criteria voor de gewichtenregeling in het basisonderwijs als uitgangspunt gehanteerd om de definitie van de deelnemers aan voorschoolse educatie te bepalen. Gemeenten kunnen ervoor kiezen andere criteria te hanteren om een doelgroepkind in

12 de voorschoolse periode te definiëren. Op lokaal niveau bestaat in sommige gevallen een eigen praktijk voor de wijze waarop de definitie van een doelgroepkind in de voorschoolse periode wordt bepaald, bijvoorbeeld door middel van een indicatie van achterstanden door Jeugdgezondheidszorginstellingen. Hierover kunnen op lokaal niveau afspraken worden gemaakt (tussen gemeenten, consultatiebureaus, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en basisscholen) in het kader van de lokale educatieve agenda, zodat ook in die gevallen een doorlopende leerlijn wordt gerealiseerd. Duidelijk moet zijn welke criteria bij het definiëren van een doelgroepkind in een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal zijn gehanteerd. Doelgroepbereik In het Besluit landelijke beleidskader gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid was de doelstelling opgenomen dat landelijk minimaal 50% van alle doelgroepkinderen deelneemt aan effectieve VVE-programma s. Het streven is om een landelijk doelgroepbereik van 70% te realiseren op 1 augustus 2010 in de voorschoolse periode (waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn) en 70% doelgroepbereik op 1 augustus 2010 in het vroegschoolse traject (waarvoor scholen verantwoordelijk zijn). Scholen ontvangen daarvoor middelen in het kader van de gewichtenregeling. Gemeenten zullen zich de komende jaren in toenemende mate richten op de financiering van het aanbod in de voorschoolse periode, met als doel in 2010 landelijk een bereik van 70% te realiseren. Deze verschuiving van middelen kan geleidelijk plaatsvinden via een ingroeimodel. (Kamerstuk , nr. 42). Dit ingroeimodel heeft betrekking op de periode Gemeenten moeten aan het einde van deze periode de ingroei volledig hebben gerealiseerd, waarmee bedoeld wordt dat de investering van gemeenten in de vroegschoolse periode tot nul is verminderd. Het behalen van 70% van de doelgroep is een streefcijfer op landelijk niveau. Maatwerk moet gemeenten in de gelegenheid stellen dit bereik te realiseren. Van belang is dat met deze ambitie niet voorbij wordt gegaan aan de moeilijk bereikbare allochtone en autochtone achterstandskinderen. Per gemeente kunnen tempoverschillen ontstaan bij het uiteindelijk realiseren van deze doelstelling op 1 augustus Als op lokaal niveau op 1 augustus 2010 niet 70% van de doelgroepkinderen voorschoolse educatie heeft gevolgd, dan dient op lokaal niveau in ieder geval minimaal 20% punten méér van de doelgroep te zijn bereikt ten opzichte van het niveau op 1 augustus 2006, waarbij niet meer dan 70% hoeft te worden bereikt. Als een gemeente bijvoorbeeld thans 40% van de doelgroep in de voorschoolse periode bereikt dan zou per 1 augustus 2010 minimaal 60% van de doelgroep moeten zijn bereikt. Bij de verantwoording aan het einde van de periode zal dit geen financiële consequenties hebben voor gemeenten, maar tijdens de periode zal de vooruitgang in doelgroepbereik wel worden gevolgd. 3. Schakelklassen In een schakelklas wordt aan leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal intensief taalonderwijs aangeboden dat er op is gericht de taalachterstand zo snel mogelijk in te lopen. Schakelklassen kunnen voor alle groepen in het basisonderwijs worden ingericht: ook bij het begin van het basisonderwijs en aan het einde van het basisonderwijs waarbij wordt geschakeld naar het voortgezet onderwijs. In de wet is vastgelegd dat burgemeester en wethouders de criteria bepalen voor de selectie van de leerlingen die zullen gaan deelnemen aan een schakelklas. Van gemeenten wordt verwacht dat zij met de bevoegde gezagsorganen in overleg treden over de school waaraan een schakelklas wordt verbonden en welke achterstandsleerlingen deelnemen aan de schakelklas. Beoogd wordt dat in de genoemde periode landelijk ongeveer 600 schakelklassen op jaarbasis zijn ingericht door gemeenten, waarin leerlingen hebben deelgenomen. (In totaal leerlingen in de periode tot en met ) In deze schakelklassen zijn de activiteiten gericht op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden. Daarbij zal met name nadruk worden gelegd op de bevordering van de Nederlandse taal. Door middel van schakelklassen moet een betere

13 doorstroming in het onderwijs plaatsvinden. Een schakelklas kan op verschillende manieren worden vorm gegeven. Een schakelklas kan bestaan uit een aparte groep, een combinatie met de reguliere groep of een schakelklas vindt plaats in het verlengde deel van de verlengde schooldag in een aparte groep (verlengde schooldag). Aparte groep tijdens schooltijd In een schakelklas volgen leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal intensief taalonderwijs. Gemeenten bepalen, na overleg met de bevoegde gezagsorganen, welke leerlingen zullen gaan deelnemen aan een schakelklas. Het onderwijs vindt plaats in een aparte groep. De grootte van de groep kan de school zelf bepalen. Hierdoor kan de schakelklas het karakter hebben van een aparte klas die bestaat uit een klas van de gemiddelde groepsgrootte. De schakelklas kan ook bestaan uit een kleinschaliger vorm van aparte groepjes van leerlingen die extra taalonderwijs ontvangen. De leerlingen volgen het onderwijs in een schakelklas gedurende 1 jaar en gaan daarna naar de reguliere groep. Hierbij kan het gaan om zowel leerlingen die zij-instromer zijn of om leerlingen die vanuit de reguliere groep een extra leerjaar volgen in een schakelklas. In beide situaties wordt aan het einde van het schakeljaar beoogd dat de taalachterstand zodanig is ingelopen dat deelname aan het reguliere onderwijs (weer) mogelijk is. Wanneer het onderwijs in de schakelklas plaatsvindt gedurende 9 dagdelen per week, is er sprake van een voltijdse schakelklas. Het onderwijs in een schakelklas kan ook in combinatie met het onderwijs in de reguliere groep worden aangeboden. Hierbij wordt een minimum van 8 uur per week vastgesteld waaruit het onderwijs in de deeltijds schakelklas moet bestaan. Er is voor gekozen om een minimum aantal uren te verbinden aan een schakelklas die wordt afgewisseld met de reguliere groep. Reden hiervoor is dat het aantal uren taalonderwijs dat in de deeltijdschakelklas wordt gevolgd niet wordt versnipperd en dat de tijd in een deeltijdschakelklas voldoende van aard is om extra taalonderwijs te bieden. In het onderzoek naar het effect van de schakelklas zal ook de deeltijdschakelklas worden geëvalueerd. Verlengde schooldag Voor leerlingen bij wie het niet nodig is om een extra leerjaar in te richten, kan een schakelklas in de vorm van een verlengde schooldag worden ingericht. Deze leerlingen ontvangen intensief taalonderwijs tijdens het verlengde deel van de verlengde schooldag. De leerlingen ontvangen intensief taalonderwijs naast de reguliere schooltijd om daarna naar de volgende groep door te kunnen stromen. Deze schakelklas omvat minimaal 100 uren per jaar. Ook de schakelklas in de vorm van een verlengde schooldag zal worden geëvalueerd. Weekend- en zomerschool In het onderwijsveld komen steeds vaker weekend- en zomerscholen voor. In een weekend en/of zomerschool worden verschillende onderwijsactiviteiten aangeboden. Naast taallessen is een groot deel van de activiteiten gericht op de vergroting van de ontplooiingskansen van kinderen. Zomerscholen en weekendscholen worden gekenmerkt door een vrijwillige deelname en worden gevolgd buiten de reguliere (verplichte) onderwijstijd. Dit betekent dat in de reguliere bekostiging aan scholen geen component is opgenomen voor zomer- en weekendscholen. Deze scholen worden in de praktijk mede gefinancierd door verschillende (ook private) sponsors. Dit is een goede ontwikkeling, omdat hiermee ook andere partijen hun maatschappelijke verantwoording nemen. Mede om deze reden worden de beschikbare middelen op grond van dit besluit voor de schakelklassen ingezet voor schakelklassen die vallen binnen de wettelijk vastgestelde definitie en die binnen de verplichte onderwijstijd van een leerling worden georganiseerd. Gemeenten kunnen het deel van het beschikbare budget dat is bedoeld voor overige activiteiten inzetten voor het taalonderwijs in de zomer- en weekendscholen.

14 4. Financieel kader Grondslag bekostiging In totaal is voor het onderwijsachterstandenbeleid dat door de gemeenten wordt uitgevoerd circa 174 miljoen (inclusief indexering 2005/2006) beschikbaar. Dit landelijke budget wordt verdeeld over de gemeenten op basis van artikel 27 Besluit bekostiging WPO. De gemeenten die deel uitmaken van het Grotestedenbeleid ontvangen deze bekostiging voor de bestrijding van de onderwijsachterstanden als onderdeel van de brede doeluitkering. Aan de overige gemeenten worden de middelen toegekend via een specifieke uitkering, zoals geregeld in dit besluit. Voor iedere gemeente wordt het totale schoolgewicht vastgesteld en daarna de hoogte van het aandeel in de brede doeluitkering dan wel de specifieke uitkering. Bestedingswijze Voor gemeenten die een specifieke uitkering ontvangen, geldt een bestedingsverplichting voor VVE en schakelklassen. Deze bestedingsverplichting is er op gericht om de landelijke doelstellingen te realiseren. Met de grote steden zijn afspraken gemaakt over het bereik in de voorschoolse periode en over het aantal te realiseren schakelklassen. Verantwoordingswijze Voor de grote steden zijn in het kader van het Grotestedenbeleid afspraken gemaakt over de verantwoording van de besteding van de brede doeluitkering. Voor de kleine gemeenten geldt dat de verantwoording zich richt op een rechtmatige besteding van de specifieke uitkering. Voor alle gemeenten zal de verantwoording plaats vinden via de gemeenterekening. In een afzonderlijke bijlage bij de gemeenterekening wordt de verantwoordingsinformatie over het onderwijsachterstandenbeleid opgenomen. Er hoeft door de gemeente geen afzonderlijke accountantsverklaring over de besteding van de specifieke uitkering meer opgesteld te worden. In een algemene maatregel van bestuur van het Ministerie van BZK zal de verantwoording over de specifieke uitkering op grond van de artikelen 24, derde lid, en 58a van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten plaats gaan vinden via de bijlage bij de jaarrekening van de gemeente. Aanvullend daarop zal in een ministeriële regeling worden geregeld welke gegevens de gemeente moet opnemen in de jaarrekening. Deze gegevens zijn voor het onderwijsachterstandenbeleid: In 2006: welk deel van de specifieke uitkering is besteed ter voorbereiding van het inrichten van schakelklassen (niet meer dan 20%) welk deel van de specifieke uitkering is besteed voor overige of coördinerende activiteiten gerelateerd aan het onderwijsachterstandenbeleid (niet meer dan 15%) welk deel van de specifieke uitkering is besteed aan vroegschoolse educatie (ten hoogste het bedrag dat in de periode is besteed aan vroegschoolse educatie) welk deel van de specifieke uitkering is besteed aan voorschoolse educatie welk deel van de specifieke uitkering is besteed aan schakelklassen op grond van de artikelen 166 en 166a van de Wet op het primair onderwijs Het aantal kinderen dat deelneemt aan een programma voor voorschoolse educatie Het aantal leerlingen dat deelneemt aan een schakelklas In 2007: welk deel van de specifieke uitkering tot 1 augustus 2007 is besteed ter voorbereiding van het inrichten van schakelklassen (niet meer dan 20%) welk deel van de specifieke uitkering is besteed voor overige of coördinerende activiteiten gerelateerd aan het onderwijsachterstandenbeleid (niet meer dan 15%)

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van (datum) van, nr. WJZ/2006/ (2635), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van (datum) van, nr. WJZ/2006/ (2635), directie Wetgeving en Juridische Zaken; Besluit van houdende vaststelling van het Besluit doelstelling en bekostiging onderwijsachterstandenbeleid 2006 2010. Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van (datum)

Nadere informatie

Schets van de Educatieve Agenda

Schets van de Educatieve Agenda Schets van de Educatieve Agenda 1. Inleiding In augustus 2006 is de tweede periode Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid (GOA) beeindigd. Vanaf augustus 2006 is een nieuw inhoudelijk kader van toepassing

Nadere informatie

Regeling tijdelijke toekenning extra voorschoolse middelen

Regeling tijdelijke toekenning extra voorschoolse middelen Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Regeling tijdelijke toekenning extra voorschoolse middelen Bestemd voor gemeenten. inwerkingtreding

Nadere informatie

Uw brief van. 19 juni 2006

Uw brief van. 19 juni 2006 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Den Haag 19 juni 2006 Ons kenmerk WJZ/2006/24509 (2635) Uw brief van 19 juni 2006 Onderwerp Voorhang ontwerpbesluit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 313 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 165 en 168 van de Wet op het primair onderwijs;

Gelet op de artikelen 165 en 168 van de Wet op het primair onderwijs; Besluit van houdende wijziging van het Besluit vaststelling doelstelling en bekostiging onderwijsachterstandenbeleid 2006-2010 in verband met het verhogen van een specifieke uitkering aan gemeenten teneinde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 313 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 313 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen

Nadere informatie

Het aantal doelgroepkinderen dat op 31 december 2009 deelneemt aan voorschoolse educatie 1.

Het aantal doelgroepkinderen dat op 31 december 2009 deelneemt aan voorschoolse educatie 1. 26 juli 2006 Startnotitie voor aanpassing van de meerjaren ontwikkelingsprogramma s van de grote steden op het terrein van voorschoolse educatie en schakelklassen i.v.m. toevoeging middelen aan de BDU

Nadere informatie

Stimuleringsregeling vroegschoolse educatie

Stimuleringsregeling vroegschoolse educatie Algemeen Verbindend Voorschrift POenK/OenO- 2008/55609 Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Stimuleringsregeling vroegschoolse educatie 2008-2009 Bestemd

Nadere informatie

Culemborgs VVE beleid 2011-2014

Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Wat is VVE? VVE staat voor voor- en vroegschoolse educatie. VVE is een programmatisch aanbod dat er op gericht is om taal- en ontwikkelingsachterstanden bij kinderen te

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17134 26 juni 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 juni 2013, nr. JOZ/499515,

Nadere informatie

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, - 1 - Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 augustus 2012, nr. JOZ/378065, houdende regels voor het verstrekken van aanvullende bekostiging ten behoeve van het stimuleren

Nadere informatie

Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs

Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Bestemd voor het bevoegd gezag van scholen en scholengemeenschappen in het voortgezet

Nadere informatie

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Wijziging van de Wet van 7 juli 2010 tot wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid

Nadere informatie

Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne

Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne Partijen Schoolbesturen VCO De Kring (CNS De Nieuwe Weg, Baron de Vos van Steenwijkschool) Onderwijsgroep PRIMOvpr (De Driehoek, Obs Mildenburg, Obs Het

Nadere informatie

Educatief Beraad gemeente Terneuzen 2016 2020 + Lokale Educatieve Agenda 2016 2020 Opzet van dit document 1. Wat is het Educatief Beraad? 2. Ambitie en visie samenwerkende partners in het Educatief Beraad.

Nadere informatie

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 23 06/912

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 23 06/912 o~~çëîççêëíéä= Onderwerp: Aanpassingen van het MOP GSB III mbt Volwasseneducatie, Onderwijsachterstanden en Inburgering Portefeuillehouder: M.H. Thalens-Kolker Dienst Beleid Beleidsvoorbereiding J. Backers,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 313 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 25 november 2011 Betreft Bestuursafspraken G4 en G33

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 25 november 2011 Betreft Bestuursafspraken G4 en G33 a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel 15-1. Reg. nr.: 1410072 Afdeling: Maatschappelijke Ontwikkeling. Project subsidies Taalhulp

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel 15-1. Reg. nr.: 1410072 Afdeling: Maatschappelijke Ontwikkeling. Project subsidies Taalhulp 15-1 Collegevoorstel Afdeling: Maatschappelijke Ontwikkeling Onderwerp Project subsidies Taalhulp Samenvatting Basisscholen De Spelelier en de Angelaschool hebben in het schooljaar 2011/12 en 2012/13 een

Nadere informatie

Beleidskader De Haagse schakelklas Maart 2009

Beleidskader De Haagse schakelklas Maart 2009 Beleidskader De Haagse schakelklas Maart 2009 1. Inleiding Vanaf augustus 2006 realiseren gemeenten in overleg met de scholen en hun besturen schakelklassen. Dit gebeurt in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid.

Nadere informatie

Beleidscontext VVE + actualiteiten

Beleidscontext VVE + actualiteiten Beleidscontext VVE + actualiteiten Elly Dekker, beleidsadviseur VNG Ronde tafelconferentie taalachterstanden 18 januari 2016 Landelijke ontwikkelingen Wetsvoorstel Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzalen

Nadere informatie

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Wet van 9 december 2005, houdende opneming in de Wet op het

Nadere informatie

VVE-pilot Spraak Makend in Oost-Groningen

VVE-pilot Spraak Makend in Oost-Groningen VVE-pilot Spraak Makend in Oost-Groningen 1. Doel Het doel van de VVE-pilot is het taalniveau van doelgroepkinderen zoals omschreven in de notitie Spraak Makend te verbeteren. Dit betekent dat de deelnemende

Nadere informatie

Zomerscholen, Schakelklassen en soortgelijke voorzieningen

Zomerscholen, Schakelklassen en soortgelijke voorzieningen Zomerscholen, Schakelklassen en soortgelijke voorzieningen Een informatienotitie t.b.v. de bestuursafspraken G4/G33-Rijk Versie 16 januari 2012 Aanleiding De bestuursafspraken Effectief benutten van vve

Nadere informatie

Beleidskader De Haagse schakelklas Maart 2007

Beleidskader De Haagse schakelklas Maart 2007 1 Beleidskader De Haagse schakelklas Maart 2007 1. Inleiding Vanaf augustus 2006 realiseren gemeenten in overleg met de scholen en hun besturen schakelklassen. Dit gebeurt in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 582 Besluit van 28 november 2011 tot wijziging van het Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid 2011 2014 in

Nadere informatie

Basisschool De Goede Herder. Schakelklas. plan

Basisschool De Goede Herder. Schakelklas. plan Basisschool De Goede Herder Schakelklas plan 2008-2009 1. Inleiding Basisschool De Goede Herder participeerde in de periode 2002-2006 in het Helmondse Onderwijs- Kansenbeleid. Met een percentage gewichtenleerlingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1 RMC-wet 2001 636 Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting

Nadere informatie

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model Convenant uitvoering Boxtels model Impuls kwaliteit VVE beleid Boxtel 6 juli 2011 Aanleiding en doelstelling bestuurlijk convenant Met ingang van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie krijgt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 30 313 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen

Nadere informatie

Datum 28 november 2018 Betreft Beantwoording vragen schriftelijk overleg (Kamerstuk 31293, nr. 415))

Datum 28 november 2018 Betreft Beantwoording vragen schriftelijk overleg (Kamerstuk 31293, nr. 415)) >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Bestuurlijke afspraken Voor- en Vroegschoolse Educatie

Bestuurlijke afspraken Voor- en Vroegschoolse Educatie Bestuurlijke afspraken Voor- en Vroegschoolse Educatie Preambule Op 4 juni 2007 is het Bestuursakkoord tussen Rijk en, getiteld Samen aan de slag, getekend. Over voor- en vroegschoolse educatie zijn daarover

Nadere informatie

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 12 Wet van 20 december 2017 tot wijziging van enige onderwijswetten in verband met het aanbrengen van enkele aanpassingen met beperkte beleidsmatige

Nadere informatie

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL GEMEENTERAAD MENAMERADIEL Menaam : 27 januari 2011 Portefeuillehouder : A. Dijkstra Punt : [08] Behandelend ambtenaar : A. Buma Doorkiesnummer : (0518) 452918 Onderwerp : Wet OKE / VVE 2011-2014 Inleiding

Nadere informatie

CONVENANT VSV 2012-2015 (naam regio)

CONVENANT VSV 2012-2015 (naam regio) CONVENANT VSV 2012-2015 (naam regio) Convenant tussen de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de RMCcontactgemeente van de RMC-regio ( ) en onderstaande onderwijsinstellingen inzake het terugdringen

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Leiderdorp

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Leiderdorp RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Leiderdorp Plaats : Leiderdorp Gemeentenummer : 0547 Onderzoeksnummer : 279088 Datum onderzoek : 24 november

Nadere informatie

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE VIANEN INHOUD 1. Uitkomst onderzoek Lumiar te Vianen 3 2. en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 5 3. Samenvattend oordeel 11 Bijlage

Nadere informatie

Beleidsregel subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)

Beleidsregel subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) CVDR Officiële uitgave van Bronckhorst. Nr. CVDR467596_1 1 mei 2018 Beleidsregel Subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per

Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per Beleidskader + financiële uitwerking Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per 01-01-2018 Vastgesteld door de gemeenteraad van West Maas en Waal op 21 september

Nadere informatie

Het Nederlandse onderwijsachterstandenbeleid: bewezen effectief?

Het Nederlandse onderwijsachterstandenbeleid: bewezen effectief? Het Nederlandse onderwijsachterstandenbeleid: bewezen effectief? dr. Geert Driessen ITS Radboud Universiteit Nijmegen g.driessen@its.ru.nl www.geertdriessen.nl Achterstandenbeleid Algemene doel Bestrijden

Nadere informatie

Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011

Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011 Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011 Gemeente Purmerend Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling Juli 2011 INHOUDSOPGAVE Samenvatting.....2 1 Inleiding. 2 2. Begrippenkader...2 3. Aanleiding........3

Nadere informatie

Tijdelijke regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet onderwijs 2006

Tijdelijke regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet onderwijs 2006 Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Tijdelijke regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 206 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de

Nadere informatie

Subsidieregeling Onderwijsachterstanden

Subsidieregeling Onderwijsachterstanden Subsidieregeling Onderwijsachterstanden 2020-2022 Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal; gelet op artikel 2, eerste lid, onder e, en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Roosendaal;

Nadere informatie

Voorlichting rijksbijdrage educatie 2007

Voorlichting rijksbijdrage educatie 2007 Voorlichtingspublicatie. Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie bvh 079-3232.666 Bestemd voor gemeenten en regionale opleidingscentra (roc s) inwerkingtreding

Nadere informatie

UITKOMST ONDERZOEK PARKENDAAL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE APELDOORN

UITKOMST ONDERZOEK PARKENDAAL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE APELDOORN UITKOMST ONDERZOEK PARKENDAAL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE APELDOORN INHOUD Uitkomst onderzoek Parkendaal te Apeldoorn 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage

Nadere informatie

X X X B. en W. d.d. 25 oktober 2016 Nr. 11B Onderwerp: Onderwijsachterstandenbeleid

X X X B. en W. d.d. 25 oktober 2016 Nr. 11B Onderwerp: Onderwijsachterstandenbeleid BURGEMEESTER EN WETHOUDERS-ADVIES Zaaknr.: 052316520 Par. coördinator: Par. afdelingshfd: Par. PH : Documentnr.: 052355650 Van afdeling: BOO Opgesteld door: J. Quartel Datum: 17 oktober 2016 Overleg gepleegd

Nadere informatie

Startnotitie Onderwijsachterstandenbeleid Gemeente Hellevoetsluis

Startnotitie Onderwijsachterstandenbeleid Gemeente Hellevoetsluis Startnotitie Onderwijsachterstandenbeleid 2006-2010 Gemeente Hellevoetsluis De Leerling. -onderwijsprestaties -ouderbetrokkenheid -informatievoorziening -buitenschools leren Elke leerling op de juiste

Nadere informatie

PRAAT MET DE RAAD kort verslag

PRAAT MET DE RAAD kort verslag PRAAT MET DE RAAD kort verslag Datum: 19 mei 2015 Spreker: Corine Laurant, namens Stichting Kinderen en Ouders Onderwerp: Stichting Kinderen en Ouders als gesubsidieerde instelling voor peuterspeelzalen

Nadere informatie

21ST CENTURY GLOBAL SCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

21ST CENTURY GLOBAL SCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE: UITKOMST ONDERZOEK 21ST CENTURY GLOBAL SCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE HAARLEM INHOUD Uitkomst onderzoek 21st Century Global School te Haarlem 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 511 Beleidsdoorlichting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Nr. 3 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Addendum Doelgroepdefinitie VVE. Lokaal Educatieve Agenda Samenwerken aan talent

Addendum Doelgroepdefinitie VVE. Lokaal Educatieve Agenda Samenwerken aan talent Addendum Doelgroepdefinitie VVE Lokaal Educatieve Agenda 2011-2014 Samenwerken aan talent Juni 2013 LEA 2011-2014 De Lokaal Educatieve Agenda, ook wel LEA genoemd, is het beleidsplan waarin de gemeente

Nadere informatie

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE: UITKOMST ONDERZOEK LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE VIANEN INHOUD 1. Uitkomst onderzoek Lumiar te Vianen 5 2. en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 7 3. Samenvattend oordeel 13 Bijlage

Nadere informatie

Concept-Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Someren

Concept-Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Someren Concept-Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Someren De ondergetekenden: 1. Gemeente Someren, voor deze overeenkomst vertegenwoordigd door dhr. T. Maas, 2. Stichting PlatOO, voor deze overeenkomst

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 157 Wet van 8 maart 2012 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs,

Nadere informatie

VRIJE INITIATIEFSCHOOL TALANDER VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

VRIJE INITIATIEFSCHOOL TALANDER VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK VRIJE INITIATIEFSCHOOL TALANDER VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE Zutphen INHOUD Uitkomst onderzoek Vrije Initiatiefschool Talander te Zutphen 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag

Nadere informatie

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs Voor een sterke basis Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs Overzicht wettelijke verplichtingen in jeugd, onderwijs en opvang Gemeenten zijn uitvoerders van overheidsbeleid;

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Blaricum Plaats : Blaricum Gemeentenummer : 0376 Onderzoeksnummer : 293985 Datum onderzoek : 3 oktober 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 28 november 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1568);

Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 28 november 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1568); GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Amsterdam Nr. 7005 11 januari 2018 Vaststellen van het beleidsplan Kansenaanpak Primair Onderwijs en Wijzigen van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 687 Besluit van 23 augustus 2010, houdende regels met betrekking tot specifieke uitkeringen ten behoeve van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid

Nadere informatie

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda Workshop verzorgd door: Rob Gilsing (SCP) Hans Migchielsen (Jeugd en Onderwijs) Opzet: inhoudelijke karakterisering lokaal educatieve agenda: Landelijk (relatie

Nadere informatie

Regeling subsidie onderwijsstimulering gemeente Oisterwijk 2015

Regeling subsidie onderwijsstimulering gemeente Oisterwijk 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Oisterwijk. Nr. 86 0 oktober 0 Regeling subsidie onderwijsstimulering gemeente Oisterwijk 0 WAT WILLEN WE BEREIKEN? Wij willen dat kinderen hun talenten optimaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 732 Wijziging van enige onderwijswetten in verband met het aanbrengen van enkele aanpassingen met beperkte beleidsmatige gevolgen en enkele

Nadere informatie

Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014

Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014 Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014 1. Inleiding Kinderen ontplooien zich later beter in onderwijs en maatschappij als hun start goed is. Als een kind in de voor- of vroegschoolse

Nadere informatie

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van de raadsleden de dames C.H.C. Bogers en J.S. Rambaran en de heer A.J.F. Kapteijns

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van de raadsleden de dames C.H.C. Bogers en J.S. Rambaran en de heer A.J.F. Kapteijns Gemeente Den Haag BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van de raadsleden de dames C.H.C. Bogers en J.S. Rambaran en de heer A.J.F. Kapteijns sv 2011.223 RIS 180210 Regnr. BOW/2011.260 Den Haag, 24 mei 2011

Nadere informatie

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap,

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap, Regeling toelating tot praktijkonderwijs van LWOO-leerlingen en leerlingen met een indicatie voor (voortgezet) speciaal onderwijs in bijzondere gevallen. De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap,

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Agendanummer Onderwerp: lokaal educatieve agenda gemeente Moerdijk,

RAADSVOORSTEL Agendanummer Onderwerp: lokaal educatieve agenda gemeente Moerdijk, RAADSVOORSTEL Agendanummer 10.2 Raadsvergadering van 23 september 2010 Onderwerp: lokaal educatieve agenda gemeente Moerdijk, 2010-2014 Verantwoordelijke portefeuillehouder: Mr. A. Grootenboer-Dubbelman

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Ermelo Plaats : Ermelo Gemeentenummer : 0233 Onderzoeksnummer : 278180 Datum onderzoek : 23 september 2014 Datum

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 157 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet College voor examens in verband met de

Nadere informatie

Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam Bijlage 13 Voorziening Taalinterventies

Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam Bijlage 13 Voorziening Taalinterventies Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam Bijlage 13 Voorziening Taalinterventies Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze subsidieregeling wordt

Nadere informatie

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017 Convenant uitvoering Boxtels model Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017 Inleiding De Voor- en Vroegschoolse Educatie en de daarmee te behalen opbrengsten in de ontwikkeling van kinderen staan landelijk

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 62002 1 november 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 oktober 2017, nr. PO/1237137,

Nadere informatie

Geen leerling zonder diploma van school: educatie

Geen leerling zonder diploma van school: educatie Geen leerling zonder diploma van school: educatie In het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma Grote Steden Beleid 2005-2009 is als doelstelling voor de besteding van de middelen uit de Web geformuleerd; de

Nadere informatie

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag 31 maart 2006 PO/ZO/2005/ OCW-B-085

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag 31 maart 2006 PO/ZO/2005/ OCW-B-085 logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 31 maart 2006 PO/ZO/2005/53160 Uw kenmerk 05-OCW-B-085 Onderwerp Toekomst voor- en vroegschoolse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 022 Wijziging van diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in verband met het aanbrengen van enkele

Nadere informatie

Regeling structurele gegevenslevering Wet op het primair onderwijs (WPO) en Wet op de expertisecentra (WEC)

Regeling structurele gegevenslevering Wet op het primair onderwijs (WPO) en Wet op de expertisecentra (WEC) Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Regeling structurele gegevenslevering Wet op het primair onderwijs (WPO) en Wet op de

Nadere informatie

Voorlichting gemeenten en roc s over de ontwikkelingen rond de educatie na de invoering van het nieuwe inburgeringsstelsel.

Voorlichting gemeenten en roc s over de ontwikkelingen rond de educatie na de invoering van het nieuwe inburgeringsstelsel. Voorlichtingspublicatie BVE/Stelsel- 2006/31436 Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie bvh 079-3232.666 Voorlichting gemeenten en roc s over de ontwikkelingen

Nadere informatie

DEMOCRATISCHE SCHOOL UTRECHT VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

DEMOCRATISCHE SCHOOL UTRECHT VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK DEMOCRATISCHE SCHOOL UTRECHT VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE UTRECHT INHOUD Uitkomst onderzoek Democratische School Utrecht te Utrecht 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 181 Besluit van 10 april 2010, houdende regels inzake een tijdelijke specifieke uitkering schuldhulpverlening (Besluit tijdelijke specifieke

Nadere informatie

- 1 - log. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. 15 oktober 2007 PO/ZO/07/27051

- 1 - log. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. 15 oktober 2007 PO/ZO/07/27051 - 1 - log De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 15 oktober 2007 PO/ZO/07/27051 Uw brief van Onderwerp Informatie over schakelklassen

Nadere informatie

Bestuursafspraken G4/G33 -Rijk Effectief benutten van vve en extra leertijd voor jonge kinderen

Bestuursafspraken G4/G33 -Rijk Effectief benutten van vve en extra leertijd voor jonge kinderen Bestuursafspraken G4/G33 -Rijk Effectief benutten van vve en extra leertijd voor jonge kinderen In de bestuursafspraken, die voor de periode 2012-2015 worden gesloten, worden afspraken gemaakt over de

Nadere informatie

BELEIDSREGEL. Subsidieregeling voorschoolse educatie opvang gemeente Aalten 2018

BELEIDSREGEL. Subsidieregeling voorschoolse educatie opvang gemeente Aalten 2018 Subsidieregeling voorschoolse educatie opvang gemeente Aalten 2018 Auteur M. Lettink Functie Beleidsmedewerker Welzijn en Onderwijs Datum 17 oktober 2017 BELEIDSREGEL 2 SUBSIDIEREGELING VOORSCHOOLSE EDUCATIE

Nadere informatie

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^ Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: Activiteit; Stellers: Conny van Aarle Akkoord: Gemeente Boxtel, afd. Maatschappelijke Ontwikkeling H. Schuurman;

Nadere informatie

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) Het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving bevat normen waaraan goed beleid of goede regelgeving

Nadere informatie

Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie

Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR336051_5 22 mei 2018 Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie Het college van de gemeente Nijkerk; gelezen het voorstel van 3 september 2013, gelet

Nadere informatie

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Deelverordening Peuteropvang en voorschoolse educatie, gemeente Achtkarspelen 2014. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. Kinderopvang:

Nadere informatie

A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet

A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet

Nadere informatie

Oplegvel Collegebesluit

Oplegvel Collegebesluit Oplegvel Collegebesluit Onderwerp Vaststellen Beleidsregels Huiswerkbegeleiding en Bijles Portefeuille J. Nieuwenburg Auteur Mevr. A.L. van der Kraan Telefoon 5114061 E-mail: alkraan@haarlem.nl SZW/WB

Nadere informatie

LOS VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

LOS VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK LOS VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE DEURNE INHOUD Uitkomst onderzoek LOS te Deurne 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 11 Bijlage 1A: Overzicht

Nadere informatie

HAPPY KIDS BASISSCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

HAPPY KIDS BASISSCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK HAPPY KIDS BASISSCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE UTRECHT INHOUD Uitkomst onderzoek HAPPY KIDS basisschool te Utrecht 3 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 Samenvattend

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Den Helder

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Den Helder RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Den Helder Plaats : Den Helder Gemeentenummer : 0400 Onderzoeksnummer : 277984 Datum onderzoek : 4 september

Nadere informatie

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Deelverordening Peuteropvang en voorschoolse educatie, gemeente Achtkarspelen 2014. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. Kinderopvang:

Nadere informatie

29 juni 2009 Voortgangsrapportage Kwaliteitsagenda PO "Scholen voor morgen"

29 juni 2009 Voortgangsrapportage Kwaliteitsagenda PO Scholen voor morgen a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl

Nadere informatie

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers VISIEDOCUMENT November 2015 OOGO De Liemers De samenwerkende gemeenten Duiven, Montferland, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar en de samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum : Ag nr. : Datum :29-03-07 Onderwerp Lokaal Educatieve Agenda 2007-2010 Voorstel Voorstel tot het vaststellen van de kaders voor de Lokaal Educatieve Agenda 2007-2010 Inleiding In 2006 hebben drie conferenties

Nadere informatie

WINFORD ARNHEM VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

WINFORD ARNHEM VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE: UITKOMST ONDERZOEK WINFORD ARNHEM VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE ARNHEM INHOUD Uitkomst onderzoek Winford Arnhem PO te Arnhem 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel

Nadere informatie