Deel 2: Schoolreglement

Transcriptie

1 A.1.2.SCHOOLREGLEMENT 6/09/2007 Deel 1: Schooljaarinfo Deel 2: Schoolreglement Deel 3: Pedagogisch project GEMEENTELIJKE BASISSCHOOL Onze school streeft ernaar alle kinderen, in een leerkrachtige omgeving, gelukkig te laten opgroeien.

2 SCHOOLREGLEMENT INHOUD 1. INSCHRIJVINGEN 3 1. Organisatie 3 2. Instapdata voor kleuters 3 3. Keuze godsdienst zedenleer vrijstellling 3 4. Leerplicht en toelatingsvoorwaarden 4 5. Onderwijs aan huis 4 6. Onenigheid met leerlingen/ouders 4 2. AFWEZIGHEDEN 5 1. Ziekte 5 2. Van rechtswege gewettigde afwezigheden 5 3. Afwezigheden mits toestemming van de directeur 6 4. Afwezigheden van trekkende bevolking, in zeer uitzonderlijke omstandigheden 6 5. Te laat komen 6 6. Vroeger naar huis 6 3. LEERLINGGEVENS EN PRIVACY 7 4. LEEFREGELS BINNEN DE SCHOOL 7 1. Verkeersveiligheid 7 2. Schoolbus 7 3. Aanwezigheid op school 8 4. De speeltijd 8 5. Refter en gangen 8 6. Een vriendengroep 8 7. Hygiëne 9 8. Veiligheid 9 9. Gezondheid Taal Materialen Klasafspraken 9 5. PESTACTIEPLAN 9 2

3 1. INSCHRIJVINGEN 1. Organisatie Tijdens de schooluren kunnen ouders voor inschrijvingen steeds terecht op het bureau. De eerste en laatste week van de zomervakantie van 10u. tot 12u. of na afspraak. De inschrijving gebeurt aan de hand van de SIS-kaart van het kind. Kennismaken met de klasgroep en klasleerkracht kan voor de jongste kleuters tijdens de opendeur-uren. Deze vinden plaats op elke woensdag vóór de instapdata van tot uur. Tijdens de laatste week van de grote vakantie heeft ook telkens een algemene opdendeurdag plaats in de kleuterschool. De klaslijsten van de lagere school worden hier ook kenbaar gemaakt. De ouders ondertekenen bij inschrijving : Een schriftelijke verklaring waarin ze bevestigen dat hun kind niet in een andere school is ingeschreven. Een kennisneming van, en instemming met het schoolreglement en het pedagogisch project. Een keuzeformulier godsdienst-zedenleer (lagere school) Zonodig een ondertekende verklaring van beide ouders betreffende de uitoefening van het ouderlijke gezag Ouderlijk gezag in onderwijsaangelegenheden Bij de eerste inschrijving van het kind melden de ouders aan het schoolhoofd of zij al dan niet het ouderlijk gezag over hun kind gezamenlijk uitoefenen. Het schoolhoofd kan hierover nadere informatie en eventueel een schriftelijke verklaring vragen. Schoolveranderen. De verantwoordelijkheid voor het veranderen van school ligt volledig bij de ouders. Er is geen goedkeuring vereist van schoolbestuur of overheden. De nieuwe school is verantwoordelijk voor het rechtsgeldig worden van een nieuwe inschrijving. 2. Instapdata voor kleuters Elke eerste schooldag na volgende vakanties: zomer-,herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie. De maandag na O.H.Hemelvaart is ook een instapdag. Ook 1 februari blijft een instapdatum en tevens teldatum waarop de scholen het aantal lestijden krijgen toegewezen voor het volgende schooljaar. Tijdens de opendeurdagen op de laatste woensdagen voor de instapdata, overhandigt de kleuterleidster een instapinfobrochure. 3. Keuze godsdienst zedenleer vrijstellling In de kleuterschool wordt geen godsdienst zedenleerkeuze gemaakt. Deze keuze wordt gemaakt in het eerste leerjaar. Bij het begin van een nieuw schooljaar kan deze keuze wijzigen. Het formulier wordt uiterlijk 1 oktober van het lopende schooljaar aan het schoolhoofd bezorgd. Op basis van religieuze of morele overtuiging kan een vrijstelling bekomen worden tothet volgen van de aangeboden cursussen godsdienst of niet-confessionele zedenleer. De regering legt het model van de ondertekende verklaring en de procedure tot het bekomen van die vrijstelling vast. De school waakt erover dat de vrijgestelde leerlingen, de vrijgekomen lestijden gebruiken voor de studie van hun eigen religie, filosofie of moraal. 3

4 4. Leerplicht en toelatingsvoorwaarden Kleuteronderwijs Kleuters mogen worden ingeschreven vanaf de datum waarop ze de leeftijd van 2 jaar en 6 maanden bereiken. De daarop volgende instapdatum worden ze pas toegelaten in de kleuterschool. Deze data zijn, de eerste schooldag na: de zomervakantie, de herfstvakantie, de kerstvakantie, de krokusvakantie, de paasvakantie, het O.H.Hemelvaartverlof en op 1 februari. Uitzonderingen op deze regel worden tijdig kenbaar gemaakt.een kleuter die juist op de instapdatum twee en een half jaar wordt mag ingeschreven en toegelaten worden in de school. Lager onderwijs Een kind is leerplichtig en wordt toegelaten tot het lager onderwijs op één september van het kalenderjaar waarin het de leeftijd van zes jaar bereikt. Ouders zijn verplicht ervoor te zorgen dat hun leerplichtig kind onderwijs volgt. Het lager onderwijs duurt in principe zes jaar. Afwijkingen Ouders kunnen hun kind één jaar langer in het kleuteronderwijs houden of één jaar vroeger het lager onderwijs laten beginnen. Deze beslissing kunnen de ouders pas nemen nadat ze het advies van zowel de klassenraad als het CLB hebben ingewonnen. Deze afwijking blijft beperkt tot één jaar. Dit zijn leerplichtige kinderen. De ouders dienen dan ook alle wettelijke verplichtingen daaromtrent te volgen. Ouders kunnen hun kind een zevende of achtste jaar in het lager onderwijs laten blijven.voor de toelating tot het achtste jaar is een gunstig advies van de klassenraad en een advies van het CLB noodzakelijk. Ouders van een leerplichtig kind van vreemde nationaliteit moeten ervoor zorgen dat hun kind daadwerkelijk onderwijs volgt vanaf de zestigste dag na de inschrijving in het vreemdelingen-of bevolkingsregister. 5. Onderwijs aan huis Een leerplichtig kind uit het lager onderwijs, heeft recht op tijdelijk onderwijs aan huis indien volgende voorwaarden gelijktijdig zijn vervuld : Meer dan eenentwintig opeenvolgende kalenderdagen volledig afwezig of op weekbasis minder dan halftijds aanwezig is op school wegens ziekte of ongeval. De ouders dienen een schriftelijke aanvraag in bij het schoolhoofd, vergezeld van een medisch attest, waaruit blijkt dat het kind de school niet of deeltijds kan bezoeken en toch onderwijs mag volgen. De afstand tussen school en verblijfplaats van het kind bedraagt ten hoogste 10 km. Indien aan al deze voorwaarden is voldaan, zal de school de dag na het ontvangen van de aanvraag en vanaf de tweeëntwintigste kalenderdag afwezigheid en voor de verdere duur van afwezigheid van het kind, voor vier lestijden per week onderwijs aan huis verstrekken. De concrete organisatie wordt bepaald na overleg met het schoolhoofd. 6. Onenigheid met leerlingen/ouders Soms worden gemaakte leefregels en afspraken niet nageleefd en/of kunnen zowel de leraar als het kind zich eens vergissen. Bij onenigheid tussen leerkracht en ouders nemen de ouders in de eerste plaats contact op met de betrokken leerkracht om, in gemeenschappelijk overleg, te trachten tot een vergelijk te komen. Wanneer dit geen resultaat oplevert tracht de directeur een overeenkomst tussen de partijen tot stand te brengen. Indien dit niets oplevert kan de hulp van de onderwijsschepen worden ingeroepen. Als een leerling de goede werking van de school hindert kunnen volgende maatregelen worden genomen.tot de gewone maatregelen behoren: een mondelinge opmerking, een schriftelijke opmerking in de schoolagenda die de ouders ondertekenen, een extra taak. Verdergaande maatregelen kunnen zijn: een gesprek tussen de directeur en de leerling, contact tussen de ouders en de leerkracht en/of de directeur, een begeleidingsplan bespreken met de ouders. Bij niet akkoord tussen de school en de ouders kan de directeur na het inwinnen van advies bij betrokkenen en de klassenraad een tuchtprocedure opstarten. Hierover worden de ouders door de directeur voorafgaand ingelicht. Van betreffende reglementering kan elke ouder een kopie bekomen. 4

5 2. AFWEZIGHEDEN De Belgische leerplichtwet bepaalt dat uw kind leerplichtig is vanaf 1 september van het kalenderjaar waarin het zes wordt. Daarnaast zijn ook kleuters die op vijf jaar reeds naar het lager onderwijs overstappen, eveneens leerplichtig. Als ouder bent u verantwoordelijk voor het feit dat uw kind aan de leerplicht voldoet. Voor het voldoen aan deze leerplicht hebt u gekozen voor inschrijving in een school. Een inschrijving alleen is evenwel niet voldoende: uw kind moet élke schooldag van het schooljaar daadwerkelijk aanwezig zijn, behalve bij gewettigde afwezigheden. Hierna vindt u in welke situaties leerplichtige kinderen gewettigd afwezig kunnen zijn en wat uw verplichtingen terzake zijn. Uw kind kan enkel gewettigd afwezig zijn in de volgende situaties : 1. Ziekte Is uw kind meer dan drie opeenvolgende kalenderdagen ziek, dan is steeds een medisch attest vereist. Dit attest kan afkomstig zijn van een geneesheer, een geneesheer-specialist, een psychiater, een tandarts, een orthodontist en de administratieve diensten van een ziekenhuis of een erkend labo. Als het enkel gaat om een consultatie (zoals bijvoorbeeld een bezoek aan de tandarts), dan moet die zo veel mogelijk buiten de schooluren plaatsvinden. Wanneer een bepaald chronisch ziektebeeld leidt tot verschillende afwezigheden zonder dat telkens een doktersconsultatie noodzakelijk is (bijv. astma, migraine, ) kan na samenspraak tussen school en CLB één medisch attest dat het ziektebeeld bevestigt volstaan. Wanneer een afwezigheid om deze reden zich dan effectief voordoet, volstaat een attest van de ouders. Voor ziekte tot en met drie opeenvolgende schooldagen volstaat een briefje van de ouders. Dergelijk briefje kan evenwel slechts vier keer per schooljaar door de ouders zelf geschreven worden. Vanaf de vijfde keer is steeds een medisch attest vereist. U verwittigt de school zo vlug mogelijk (bijv. telefonisch) en bezorgt ook het attest zo vlug mogelijk. 2. Van rechtswege gewettigde afwezigheden Het bijwonen van een begrafenis- of huwelijksplechtigheid van iemand die onder hetzelfde dak woont als uw kind, of van een bloed- of aanverwant van uw kind; Het bijwonen van een familieraad; De oproeping of dagvaarding voor de rechtbank (bijvoorbeeld wanneer uw kind gehoord wordt in het kader van een echtscheiding of moet verschijnen voor de jeugdrechtbank); Het onderworpen worden aan maatregelen in het kader van de bijzonder jeugdzorg en de jeugdbescherming (bijvoorbeeld opname in een onthaal-, observatie- en oriëntatiecentrum); Onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van de school door overmacht (staking van het openbaar vervoer, overstroming,.) Feestdagen verbonden aan de levensbeschouwing van uw kind. Enkel de door de grondwet erkende godsdiensten komen hiervoor in aanmerking (de anglicaanse, islamitische, joodse, katholieke, orthodoxe en protestantse godsdienst). De anglicaanse, katholieke en protestantse feestdagen vallen in de vakantieperiodes. Voor de islam gaat het om: het Suikerfeest (1 dag) en het Offerfeest (1 dag); voor de joodse godsdienst om het Joods nieuwjaar (2 dagen), de grote Verzoendag (1 dag), het Loofhuttenfeest (4 dagen), het Slotfeest (2 laatste dagen), de Kleine Verzoendag (1 dag), het feest van Esther (1 dag), het Paasfeest (4 dagen) en het Wekenfeest (2 dagen); voor de orthodoxe godsdienst betreft het Paasmaandag, Hemelvaart en Pinksteren voor jaren waarin de orthodoxe Pasen niet samenvalt met het katholieke Paasfeest. Voor elke afwezigheid bezorgt u aan de school zo vlug mogelijk een officieel document of een door u geschreven verantwoording. 5

6 3. Afwezigheden mits toestemming van de directeur Enkel mits uitdrukkelijke toestemming van de directeur kan uw kind afwezig zijn in volgende omstandigheden voor het overlijden van een persoon die onder hetzelfde dak woont als uw kind of van aan bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad van uw kind. Het betreft hier niet de dag van de begrafenis (deze is nl. vervat onder 2.1), maar wel bijvoorbeeld een periode nodig om uw kind een emotioneel evenwicht te laten terugvinden (een rouwperiode) of om uw kind toe te laten een begrafenis in het buitenland bij te wonen; actieve deelname aan culturele en sportieve manifestaties, indien uw kind hiervoor als individu of als lid van een club geselecteerd is. Het bijwonen van trainingen komt niet in aanmerking, wel bijv. de deelname aan een kampioenschap/competitie. Uw kind kan maximaal 10 halve schooldagen per schooljaar hiervoor afwezig zijn (hetzij achtereenvolgend, hetzij gespreid over het schooljaar) in echt uitzonderlijke omstandigheden afwezigheden voor persoonlijke redenen. Voor deze afwezigheden moet de directeur op voorhand zijn akkoord verleend hebben. Het kan gaan om maximaal 4 halve schooldagen per schooljaar (al dan niet gespreid).ook hier moet u steeds zo vlug mogelijk een schriftelijke verantwoording van de afwezigheid aan de school bezorgen. afwezigheid voor deelname aan een time-outproject Opgelet : Deze afwezigheden mits toestemming van de directeur zijn geen automatisme, geen recht dat u kan opeisen. Enkel de directeur kan autonoom beslissen om deze afwezigheid toe te staan. Onder geen enkel beding kan toestemming verleend worden om buiten de schoolvakanties op verlof te gaan (vroeger vertrek of latere terugkeer). 4. Afwezigheden van trekkende bevolking, in zeer uitzonderlijke omstandigheden Deze categorie is enkel van toepassing op kinderen van binnenschippers, kermis- en circusexploitanten en artiesten en woonwagenbewoners.behoort u tot deze categorie, dan verbindt u zich door de inschrijving van uw kind in een school er, net als de andere ouders, toe dat uw kind elke schooldag op school aanwezig is (behoudens de gewettigde afwezigheden uit punt 1 t.e.m. 3). Niettemin kunnen er zich in echt uitzonderlijke omstandigheden situaties voordoen waarbij het omzeggens onvermijdelijk is dat uw kind tijdelijk met u meereist. U moet deze situatie op voorhand goed met de school bespreken. U moet met de school duidelijke afspraken maken over hoe uw kind in die periode met behulp van de school verder onderwijstaken zal vervullen en hoe u met de school in contact zal blijven. Deze afspraken moet in een overeenkomst tussen uzelf en de school neergeschreven worden. Enkel als u uw engagementen terzake naleeft, is uw kind gewettigd afwezig.behoort u tot de trekkende bevolking, maar verblijft u ter plaatse (bijv. op een woonwagenpark), dan moeten uw kinderen uiteraard elke dag op school aanwezig zijn. Aangezien de organisatie van het schooljaar door de overheid wettelijk bepaald is en de schooldirectie daarop geen afwijking kan toestaan, is het onder geen enkele omstandigheid toegelaten om vroeger dan de vastgestelde vakanties uw kind van school weg te houden of het later te laten terugkeren. Ouders die dit toch doen overtreden de leerplichtweg en kunnen hiervoor gesanctioneerd worden. 5. Te laat komen Leerlingen moeten tijdig aanwezig zijn. Een leerplichtige leerling (niet kleuter) die toch te laat komt, begeeft zich zo spoedig mogelijk naar de klasgroep. Zo mogelijk met een bevestiging door de ouders ondertekend. Indien geen bevestiging voorhanden bezorgt de klasleerkracht een formuliertje ter ondertekening door de ouders. Dit wordt de volgende schooldag afgegeven. 6. Vroeger naar huis Een leerplichtige leerling die voor het einde van de schooltijd vertrekt, bezorgt vooraf en na goedkeuring van de directeur een bevestiging door de ouders ondertekend. 6

7 7. Schoolverandering Bij schoolverandering in de loop van een schooljaar dient de oude school aan de nieuwe school door te geven hoeveel halve dagen problematische afwezigheden (Code B) de betrokken leerling in het betrokken schooljaar reeds gehad heeft. 3. LEERLINGGEVENS EN PRIVACY Met het oog op een optimale begeleiding en oriëntering van de kinderen bij de overgang van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs, speelt de secundaire school rapportgegevens van de leerlingen door naar de basisschool van herkomst. Het betreft de halfjaarlijkse rapportgegevens van het eerste jaar en het eindrapport van het tweede jaar. De basisscholen houden er zich aan deze gegevens uitsluitend intern als outputgegevens te gebruiken. Ouders die akkoord gaan met deze werkwijze moeten hiervan geen melding doen. Ouders, die NIET wensen dat deze rapportgegevens aan de basisschool van herkomst worden overgemaakt, melden dit schriftelijk en vóór aanvang van de genoemde rapportperiodes aan de directie van de school. De gegevens van het betreffende kind worden dan niet overgemaakt, dit in overeenstemming met de wet op de privacy. Afbeeldingen van leerlingen kunnen worden gebruikt op de website, in de schoolinfo, tenzij de ouders schriftelijk hun toestemming weigeren. 4. LEEFREGELS BINNEN DE SCHOOL Om het samenleven binnen de school in goede banen te houden heeft het schoolteam alle bestaande leefregels die binnen de school gelden, zowel formele als informele, in overzichtelijk schema gebracht. Samen met de kinderen worden deze regels op gepaste tijden besproken. Onder het motto Wat we samen doen, doen we beter, zijn wij ervan overtuigd dat ook de ouders hun bijdrage zullen leveren aan de uiteindelijke realisatie van een positief leer- en leefklimaat in de school door ondersteuning van deze leefregels. 1. Verkeersveiligheid Ik neem steeds de veiligste schoolroute. Ik respecteer de verkeersreglementen. Ik ben uiterst voorzichtig op de openbare weg. Ik zorg er samen met mijn ouders voor dat mijn fiets technisch in orde is. Ik volg de aanwijzingen van de gemachtigde opzichter/leerkracht bij het oversteken van de rijbaan. Ik verlaat de school met de gepaste schoolrij en volg de aanwijzingen van de leerkracht. Ik verlaat nooit de speelplaats zonder toestemming van een leerkracht. Ik kijk goed uit bij het verlaten van de school en ga rechtstreeks naar huis. Ik vraag mijn ouders op de voorziene parkingen te parkeren. Ik stap uit de auto aan de kant van het voetpad. Binnen de schoolpoorten fiets ik niet, ik stap met de fiets aan de hand. Bij fietsuitstappen volg ik strikt de onderrichtingen van de leerkracht, ik verwittig medeleerlingen al roepend en bellend voor gevaren ( tegenliggers, obstakels, ) 2. Schoolbus Ik stap op zonder duwen of voorkruipen. Ik ga direct zitten na het opstappen. 7

8 Ik volg de aanwijzingen van de begeleider en/of de chauffeur. Ik eet, snoep en drink niet in de bus, hiervoor zal de bus bijtijds stoppen. Voor het uitstappen blijf ik zitten tot de bus volledig stilstaat. Na het uitstappen wacht ik in de rij op de begeleider die toeziet op het uitstappen. De begeleider ziet erop toe dat de bus eerst vertrekt vooraleer de rij oversteekt. 3. Aanwezigheid op school Ik ben voor het belsignaal, zowel s morgens als s middags, op school. Buiten de toezichtsuren ben ik niet op de speelplaats. Er is toezicht vanaf uur, s Middags, tijdens het middageten tussen en uur, is er geen toezicht op de speelplaats 148. Bij aankomst op de speelplaats breng ik eerst mijn boekentas naar de voorziene plaats, rek of gang, volgens de aanwijzing van de leerkracht. Ik verlaat de school nooit zonder toestemming van de toezichthoudende leerkracht. Ik blijf na de laatste les in de rij tot aan het fietsenrek en tot de leerkracht een vertrekseintje geeft. Als ik naar de opvang moet, wacht ik op de afgesproken plaatsen binnen de school (poort 157, hoofdingang 148) tot de opvang mij ophaalt. Als ik niet aan een extra-murosactiviteit deelneem, moet ik toch in de school aanwezig zijn waar ik een aangepaste opvang krijg. 4. De speeltijd Bij het begin van de speeltijd denk ik aan het toiletbezoek, ik was daarna mijn handen. Ik speel niet in de toiletten, de fietsberging of gangen. Ik kom uitsluitend mits toestemming van de leerkracht in de klas, de toezichthoudende leerkracht ziet erop toe dat ik mij dan ook aan mijn taak houd. Ik speel nooit met een bal onder het afdak. Bij regen schuilen wij onder het afdak. Ik speel sportief en sluit niemand uit. Ik breng alleen speelgoed mee waarvoor ik de toestemming heb gekregen (bal, springtouw,..), elektronisch en duur speelgoed laat ik thuis. Bij het belsignaal stop ik onmiddellijk het spel en wacht rustig in de rij op de leerkracht. Ik gooi afval in de voorziene afvalbakken, zodat de klas van de toezichthoudende leerkracht het opruimwerk tot een minimum kan beperken. 5. Refter en gangen Ik blijf rustig in de rij en in de refter. Ik praat zachtjes. Ik loop en roep nooit in de gang. Ik stap rustig vanuit de klas naar de speelplaats terwijl de leerkracht toezicht houdt vanuit de klasdeur. Ik geef mijn drankbonnetje aan de leerkracht. Ik help mee de refter netjes te houden door afval in de voorziene bakjes te leggen. 6. Een vriendengroep Ik help mee om vriendschap uit te bouwen, door : o Bij ruzie de eerste stap te durven zetten naar herstel van vriendschap o Nooit andere kinderen te pesten o Nooit pestgedrag van anderen aan te moedigen. o Goed onderscheid te maken tussen plagen en pesten Ik verwittig onmiddellijk de leerkracht als ik een ruzie niet zelf kan oplossen. 8

9 7. Hygiëne Ik gebruik de toiletten die voor mij bestemd zijn, en kom niet in de andere toiletten. Ik houd de toiletten zuiver en spoel steeds door. Ik ben zuinig met water en toiletpapier. Ik was mijn handen na toiletgebruik. Ik hang de handdoeken op hun plaats. In de lagere school heb ik altijd een zakdoek bij me. Ik zorg ervoor dat mijn kleding, turnzak, brooddoos steeds op de geschikte plaats is. Ik kom verzorgd naar de school. In de school en bij uitstappen buiten de school gedraag ik mij ook milieubewust. 8. Veiligheid Ik ga niet naar plaatsen waar ik niet mag komen. Ik raak zonder toestemming geen elektrische toestellen en geen onderhoudsproducten aan. Als ik een ongevalletje zie gebeuren of ik zie een gevaarlijke situatie, dan verwittig ik onmiddellijk een volwassene. Bij brandalarm(oefeningen) volg ik strikt de richtlijnen van de leerkracht, deze richtlijnen lees ik ook op de evacuatieplannen. 9. Gezondheid Als ik mij s morgens echt ziek voel, vraag ik mijn ouders thuis te mogen blijven. Als ik geneesmiddelen moet nemen, geef ik die s morgens aan de leerkracht, mijn ouders noteren duidelijk de te gebruiken hoeveelheid. Ik probeer mijn boterhammen en drankje volledig op te eten of te drinken. Ik breng alleen gezonde versnaperingen mee naar de school. (fruit, koek) Tot 5-jarige leeftijd vermijd ik alle chocolade aan koeken omwille van vuile chocoladehanden. Ik houd mij aan de afspraak woensdag = fruitdag. Ik neem steeds deel aan de gym- en zwemlessen en andere (sport)activiteiten, tenzij ik een briefje van thuis of dokter bezorg. Op mijn verjaardag mag ik rekenen op bijzondere aandacht vanuit mijn klas, om uitsluitingsgevoelens te voorkomen bezorg ik op school geen uitnodigingen voor feestjes. of cadeautjes. Algemeen rookverbod, ook voor mijn bezoekende ouders. Het is verboden te roken binnen de volledige instelling, met inbegrip van zowel de gebouwen als de speelplaatsen en andere open ruimten 10. Taal In de klas spreek ik algemeen Nederlands. Ik gebruik ook alsjeblieft en dankjewel waar het past. Ik spreek de leerkrachten en de directeur aan met meneer of meester, mevrouw of juffrouw. Ik mag volwassenen, leerkrachten en directeur er altijd op wijzen dat ik mij onterecht behandeld voel, ik doe dit op een gepaste wijze. 11. Materialen Ik draag zorg voor alle schoolmaterialen, zowel dat van de school als dat van mijzelf. Voor voorwerpen van de school, die ik door grote onvoorzichtigheid beschadig, kan de school een vergoeding voor de tegenwaarde aan de ouders vragen. In mijn boekentas neem ik alleen het nodige mee. Ik zorg dat ik steeds alle gerief mee heb. (zwemgerief, turngerief, klasgerief) Waardevolle voorwerpen laat ik thuis. De school is niet verantwoordelijk voor verloren of beschadigde voorwerpen, de leerkrachten zien er wel met vaderlijke zorg op toe om verlies of beschadiging te voorkomen. 9

10 Voorwerpen die ik niet graag verlies dragen mijn naam of laat ik gewoon thuis. Voor handvaardigheidslessen trek ik geschikte kleding aan, deze mag een verfspat of andere beschadiging oplopen. Ik draag steeds aan de les aan gepaste kleding. De leerkracht informeert hierover tijdig. Ik ben zorgzaam voor mijn kleding en die van andere kinderen. Ik draag in de klas zonder bijzondere toestemming van de leerkracht geen hoofddeksel. Vooral in de kleuterschool draag ik alleen genaamtekende kledingstukken. Tijdens de turnlessen draag ik witte turnpantoffels, een zwarte turnbroek en een wit t-shirt met schoollogo. Ik draag geen sieraden of uurwerk tijdens de turn- en zwemlessen. 12. Klasafspraken Bij het begin van het schooljaar maakt de leerkracht samen met alle kinderen duidelijke klasafspraken. Brieven en berichten geeft ik thuis onmiddellijk af. Naast de schoolafspraken houd ik mij ook aan de klasafspraken zoals: o Het bijhouden van de schoolagenda. o Het verzorgen van taken en leren van lessen o Wat ik moet doen als ik een opdracht niet kan uitvoeren of niet begrijp. 5. PESTACTIEPLAN Samen met alle leerlingen, leerkrachten en ouders doen wij er alles aan om onze school pestvrij te houden. Volgende gedragscode voor de leerlingen, waaraan het team zich houdt, kan hiertoe bijdragen. 1. Iedereen heeft de pest aan pestgedrag. 2. Pesten mag en kan niet, nooit!! Onder pesten verstaan wij : o Andere kinderen bij herhaling lastig vallen. o Anderen slaan, uitlachen, bespotten, geregeld niet laten meespelen en uitsluiten. o Materialen van anderen met opzet beschadigen of dingen afluizen. 3. Word je zelf gepest? Terugvechten en terugschelden kan tot nog erger leiden. Praat erover met de pester, zeg dat je zijn gepest beu bent. Helpt het niet, verwittig dan zo snel mogelijk een leerkracht. Vertel eerlijk wat er gaande is. 4. Zie je pesters aan het werk? Doe vooral niet mee, wordt geen meepester. Laat horen dat je pesten niet stoer vindt. Nodig het slachtoffer uit om mee te spelen, laat de pester alleen staan. Als de pester niet stopt, verwittig dan een leerkracht. 5. Ben je zelf de pester? Je bent FOUT! STOP met je pestgedrag. BEGRIJP dat anderen niet leuk vinden wat jezelf ook niet leuk zou vinden. PRAAT over jouw (pestgedrag)probleem met vrienden of met een leerkracht. ZOEK HULP. De leerkracht en/of de directeur nodigt jou en je ouders uit tot een gesprek om jouw probleemgedrag te helpen oplossen. 10