INHOUD Bepalingen en allerlei Algemene organisatie Weg Tucht 22. Versie

Transcriptie

1 REGLEMENT

2 INHOUD Bepalingen en allerlei Algemene organisatie Weg Tucht 22 Versie

3 BEPALINGEN & ALLERLEI VOORWAARDEN VOOR DEELNEMING AAN WIELERPROEVEN EN WIELERWEDSTRIJDEN Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de maatregelen inzake medisch verantwoorde sportbeoefening bij de deelname van minderjarigen aan proeven, wedstrijden en opleidingen in de sporttak wielrennen HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Art.1 Overeenkomstig de bepaling van artikel 3, 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake medisch verantwoorde sportbeoefening bij de deelname van minderjarigen aan sportmanifestaties, proeven, wedstrijden en opleidingen in bepaalde sporttakken, zijn de hierna bepaalde maatregelen van toepassing op de organisatie van proeven, wedstrijden en opleidingen waaraan minderjarigen deelnemen in de sporttak wielrennen. Art.2 In dit besluit wordt verstaan onder: 1 wielrennen: de sporttak wielrennen met volgende disciplines: a) BMX: wielrennen op een BMX-parcours; b) Weg: wielrennen op de weg; c) Piste: wielrennen op de piste; d) Veld: wielrennen in het veld; e) MTB: mountainbiken. 2 verzet: het aantal meters dat afgelegd wordt na één volledige trapomwenteling; 3 week: de opeenvolgende periode van zeven dagen die start op maandag en eindigt op de daaropvolgende zondag; 4 rittenwedstrijd: wielerwedstrijd van drie of meer opeenvolgende wedstrijddagen; 5 wielersportfederatie: de sportfederatie die beantwoordt aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 3, 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake medisch verantwoorde sportbeoefening bij de deelname van minderjarigen aan sportmanifestaties, proeven, wedstrijden en opleidingen in bepaalde sporttakken en die de sporttak wielrennen aanbiedt; 6 Stichting voor de Vlaamse Schoolsport: de overkoepelende en coördinerende instantie voor de schoolsport, zoals bepaald in het decreet van 1 december 1993 houdende de erkenning en de subsidiëring van de Stichting voor de Vlaamse Schoolsport. HOOFDSTUK II - Maatregelen met betrekking tot de minimumleeftijden, de indeling in categorieën en de daaraan gekoppelde maatregelen met betrekking tot opleiding, proeven en wedstrijden Art.3 1. In dit besluit wordt voor de indeling in categorieën en/of leeftijdsgroepen de leeftijd van een wielrenner bepaald door het verschil van het jaartal te maken tussen het lopende jaar en het geboortejaar. De wielrenners in de discipline weg, BMX en MTB gaan over naar een volgende categorie en/of leeftijdsgroep op 1 januari. De wielrenners in de discipline veld nemen op 1 september. de categorie en/of leeftijdsgroep aan die zij op 1 januari van het daaropvolgende kalenderjaar zouden bekomen. De wielrenners in de discipline piste nemen op 1 september de categorie en/of leeftijdsgroep aan die zij op 1 januari van het daaropvolgende kalenderjaar zouden bekomen. Versie

4 Om aan een proef deel te nemen in de categorieën micro s en miniemen moet de wielrenner minimaal de leeftijd van respectievelijk vijf of acht jaar hebben bereikt. 2. De volgende minimumleeftijden zijn van toepassing volgens de hierna bepaalde indeling in categorieën en specificaties (zie blz 7-14). 3. De categorieën micro s en miniemen kunnen enkel deelnemen aan opleidingen en proeven. Alleen de categorieën aspiranten, nieuwelingen en junioren kunnen bijkomend deelnemen aan wedstrijden. Om aan proeven of wedstrijden deel te nemen dient de wielrenner te beschikken over een geldige sportpas. 4. De wielrenners in de categorieën micro s, miniemen en aspiranten mogen geen twee dagen na elkaar deelnemen aan proeven of wedstrijden. De wielrenners in de categorieën nieuwelingen en junioren mogen geen drie dagen na elkaar deelnemen aan wedstrijden. 5. In afwijking van 4, tweede lid, mogen wielrenners in de categorie nieuwelingen deelnemen aan maximaal drie rittenwedstrijden van ten hoogste vier wedstrijddagen per jaar. Daags vóór én vier dagen nà een rittenwedstrijd mag de wielrenner niet aan wedstrijden deelnemen. Een jeugdmeerdaagse op de piste wordt aanzien als een rittenwedstrijd. In afwijking van 4, tweede lid, mogen wielrenners in de categorie junioren deelnemen aan maximaal zes rittenwedstrijden van ten hoogste vier wedstrijddagen gespreid over het jaar. Daags vóór én vier dagen nà een rittenwedstrijd mag de wielrenner niet aan wedstrijden deelnemen. Een jeugdmeerdaagse op de piste wordt aanzien als een rittenwedstrijd. 6. Voor de discipline piste wordt in de categorie miniemen en aspiranten het maximum aantal deelnemers op de piste bepaald door de totale baanlengte van de piste te delen door respectievelijk twintig en vijftien. Het maximum verzet, voorzien op de piste, is enkel geldig wanneer er gereden wordt met een pistefiets. Wanneer er op de piste gereden wordt met een wegfiets geldt het maximum verzet dat voorzien is voor de weg. 7. In alle categorieën mogen meisjes en jongens samen rijden. Meisjes van dertien jaar mogen met een maximum verzet voor dertienjarigen samen rijden met de jongens van twaalf jaar. Meisjes van veertien jaar mogen met een maximum verzet voor veertienjarigen samen rijden met de jongens van dertien jaar. Meisjes junioren mogen samen rijden met jongens nieuwelingen en met de meisjes ouder dan achttien jaar. Elke categorie rijdt met zijn eigen maximum verzet. Meisjes nieuwelingen en meisjes junioren mogen samen rijden. De maximum afstand is deze van de categorie nieuwelingen. Elke categorie rijdt met zijn eigen maximum verzet. Meisjes nieuwelingen en meisjes junioren mogen in de discipline veld samen rijden met de meisjes ouder dan achttien jaar. De maximum duur en het maximum verzet van de respectievelijke categorieën blijft gelden. Versie

5 Art.4 De wielersportfederatie dient er op toe te zien dat de technische voorschriften beantwoorden aan de normen van de categorie waarin de wielrenner start. Een wielrenner die met een te groot verzet aan de start verschijnt wordt de start geweigerd. In de sportpas van de betrokken wielrenner wordt door de aangestelde van de sportfederatie een omcirkelde C genoteerd op de plaats bestemd voor de volgende proef of wedstrijd om dan opnieuw een controle van het verzet te laten uitvoeren. HOOFDSTUK III - Maatregelen met betrekking tot de modaliteiten van de opleiding en de kwalificaties waaraan de opleiders dienen te voldoen Art.5 De bepalingen inzake de opleiding zijn van toepassing op wielrenners vanaf vijf tot en met veertien jaar. Zij dienen jaarlijks een opleiding te volgen vooraleer te kunnen deelnemen aan proeven of wedstrijden. De opleiding heeft geen enkel competitief karakter. Ze beoogt het aanleren van de juiste technieken, vaardigheden en basishoudingen. De opleiding dient te gebeuren door een opleider op een veilig parcours aangepast aan de leeftijd en de ervaring van de wielrenners. Art.6 De opleider dient minimaal houder te zijn van één van de volgende diploma s: 1 diploma trainer B wielrennen, afgeleverd of erkend door de Vlaamse Trainersschool; 2 diploma licentiaat of master in de lichamelijke opvoeding; 3 diploma regent of bachelor in de lichamelijke opvoeding. De opleider oordeelt of een wielrenner over voldoende vaardigheden beschikt om in zijn categorie en/of leeftijdsgroep op een veilige wijze aan proeven of wedstrijden deel te nemen en noteert dit in de sportpas van de wielrenner. Bij de opleiding zorgt de opleider ondermeer voor: 1 het correct noteren in de sportpas van de naam van de opleider en de datum waarop de wielrenner over voldoende vaardigheden beschikt; 2 voldoende begeleiding tijdens de oefensessies; 3 de inhoud van de opleiding op basis van het door de Vlaamse Trainersschool goedgekeurde opleidingsprogramma en de kindvriendelijke organisatie ervan. HOOFDSTUK IV - Specifieke maatregelen met betrekking tot proeven en wedstrijden Art.7 1. Elke deelname aan een proef of wedstrijd wordt genoteerd in de sportpas. De aangestelde van de wielersportfederatie dient hierop toe te zien bij de inschrijving van de wielrenner. De volledige deelnemerslijst per categorie en/of leeftijdsgroep moet samen met de ingevulde sportpassen vóór en tijdens de proef of wedstrijd op het plaatselijke secretariaat beschikbaar zijn. 2. De proeven voor de categorieën micro s en miniemen worden georganiseerd onder leiding van een opleider. De organisatie van de weggedeeltes vindt plaats op een parkeervrije en verkeersvrije omloop, met een minimumbreedte van drie meter. Wanneer een wielrenner een proef of wedstrijd niet uitrijdt wordt hij/zij geacht toch te hebben deelgenomen. 3. Bij de organisatie van proeven staat de opleider ondermeer in voor: 1 de briefing aan de ouders en de wielrenners; 2 de fair-play en sportiviteit onder de wielrenners; 3 de organisatie van een verkenningsronde door de wielrenners. Versie

6 HOOFDSTUK V - Maatregelen met betrekking tot de vereisten van het sporttakspecifiek medisch onderzoek Art.8 Vooraleer aan een proef of wedstrijd deel te nemen moet de wielrenner jaarlijks een sporttakspecifiek medisch onderzoek ondergaan bij een door de Vlaamse minister erkende keuringsarts en geschikt bevonden worden voor de beoefening van het wielrennen. De conclusie met betrekking tot de medische geschiktheid wordt door de erkende keuringsarts jaarlijks opgetekend op de vergunningsaanvraag. Het jaarlijks sporttakspecifiek medisch onderzoek omvat minstens: 1 een anamnese betreffende persoonlijke, familiale, psychosociale, pedagogische, professionele en sportgegevens; 2 het invullen van een vragenlijst waaruit het cardiovasculair risicoprofiel wordt bepaald; 3 een algemeen klinisch onderzoek, met bijzondere aandacht voor het ademhalingsstelsel, het cardiovasculair stelsel, het bewegingsstelsel en de lichamelijke ontwikkeling; 4 de nodige biometrische metingen, op zijn minst, lichaamslengte, gewicht en huidplooidiktes; 5 een spirometrie met flow/volumecurve, tijd/volumecurve en bepaling van minstens volgende parameters: FVC, FEV1 en FEV1/FVC; 6 een elektrocardiogram in rust; 7 een inspanningselektrocardiogram voor de eerste wedstrijd in de categorie junioren; 8 elk aanvullend onderzoek dat de erkende keuringsarts noodzakelijk acht; 9 gezondheidsbevorderende en beschermende voorlichting met betrekking tot de sportbeoefening, onder meer over gezonde eet- en leefgewoontes en veiligheid. HOOFDSTUK VI - Maatregelen met betrekking tot het parcours en de accommodatie Art.9 1. Het parcours waarop een opleiding, proef of wedstrijd wordt georganiseerd is zodanig gekozen of aangelegd dat de veiligheid en de fysieke integriteit van de wielrenners voldoende gewaarborgd zijn. Het parcours dient aangepast te zijn aan het aantal wielrenners, hun leeftijd en hun ervaring. 2. Het parcours bij proeven en wedstrijden wordt minstens bij de categorieën micro s, miniemen en aspiranten gekeurd door de opleider of een aangestelde van de sportfederatie. De organisator dient elke richtlijn voortvloeiend uit deze keuring op te volgen. HOOFDSTUK VII - Maatregelen met betrekking tot beschermende kledij en uitrusting Art.10 Wielrenners die deelnemen aan een opleiding, proef of wedstrijd zijn verplicht een gereglementeerde helm te dragen. Wielrenners die deelnemen aan een opleiding, proef, of wedstrijd in de discipline BMX dragen bij voorkeur een integraalhelm en zijn verplicht tot het dragen van een lange broek, een trui met lange mouwen en handschoenen. HOOFDSTUK VIII - Maatregelen met betrekking tot de intrekking van de sportpas en de individuele deontologische plicht inzake het correct bijhouden van de in de sportpas vermelde gegevens Art.11 Zowel de wielrenner als zijn wettelijke vertegenwoordiger, en de opleider of aangestelde van de wielersportfederatie hebben de deontologische plicht op de correcte invulling van de verschillende gegevens in de sportpas. De sportpas wordt bijgehouden door de wielrenner, behalve tijdens een proef of wedstrijd of wanneer de wielersportfederatie de sportpas heeft ingetrokken vanwege een disciplinaire sanctie. Versie

7 De sportpas wordt door de wielersportfederatie ingetrokken bij fraude of disciplinaire sanctie. HOOFDSTUK IX - Maatregelen bij sportpromotionele activiteiten Art.12 Alleen de wielersportfederatie of een club aangesloten bij de wielersportfederatie kan een proef organiseren voor niet-aangesloten minderjarigen met als doel niet-aangesloten minderjarigen met de wielersport kennis te laten maken. Deze deelnemers moeten geen opleiding gevolgd hebben en moeten niet in het bezit zijn van een geldige sportpas. Aan deze sportpromotionele activiteiten mogen niet-aangesloten minderjarigen deelnemen. Art.13 De in artikel 13 vermelde sportpromotionele activiteiten moeten aan de volgende minimumvoorwaarden voldoen: 1 ze worden georganiseerd voor de leeftijdscategorieën van acht jaar tot achttien jaar; 2 het parcours is zodanig gekozen of aangelegd dat de veiligheid en de fysieke integriteit van de wielrenners voldoende gewaarborgd zijn. Het parcours dient aangepast te zijn aan het aantal wielrenners, hun leeftijd en hun ervaring. De indeling in leeftijdsgroepen en de daaraan gekoppelde maximum afstanden die kunnen gereden worden, gebeurt conform de indeling in leeftijdscategorieën zoals bepaald in artikel 3, 2; 3 ze worden georganiseerd op een gesloten, verkeersvrije en parkeervrije omloop; 4 het dragen van een helm is verplicht; 5 enkel prijzen in natura kunnen worden toegekend. Er mogen geen prijzen worden toegekend gebaseerd op een individuele rangschikking van de deelnemers. HOOFDSTUK X - Slotbepalingen Art.14 Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. Art.15 De Vlaamse minister, bevoegd voor de medisch verantwoorde sportbeoefening, is belast met de uitvoering van dit besluit. Sportpas Renners die een oud wedstrijdboekje hebben, mogen dit verder blijven gebruiken. Vanaf de vergunning 2010 wordt de sportpas meegestuurd met de vergunning. Wanneer de sportpas vol is, dient men deze op te sturen naar Wielerbond Vlaanderen vzw, Globelaan 49/2, 1190 Brussel, waar de oude door een nieuwe sportpas zal vervangen worden. Aanduidingen in de sportpas De afgevaardigde moet in de sportpas vermelden weg-tijdrijden-mountainbike-piste-veld. Rittenwedstrijden worden in de jongerensportpas ingeschreven als 1 wedstrijd. In de sportpas of het medisch boekje worden volgende afkortingen gebruikt: - W Weg - T Tijdrijden - M Mountainbike - P Piste - CC Veldrijden Versie

8 MTB/ TRIAL Micro s Jongens en meisjes BMX ALGEMENE ORGANISATIE CATEGORIEËN RENNERS 1 Renners Micro s (5-7 jaar) CATEGORIE LEEFTIJD MAX. VERZET MAXIMUM AANTAL DEELNEMERS PER PROEF MAXIMUM AANTAL PROEVEN PER WEEK MAXIMUM AANTAL PROEVEN PER JAAR 5 JAAR 25 6 JAAR Afhankelijk van het aantal vrij startplaatsen en het vaardigheidsniveau van de 1 25 deelnemers 7 JAAR 25 7 JAAR vrij 1 25 Algemene opmerking betreffende Miniemen-Aspiranten-Nieuwelingen i.v.m. gebruik van wielen Enkel wielen met minimum 20 spaken en een velghoogte van max. 30mm mogen gebruikt worden tijdens proeven en wedstrijden in alle disciplines (MTB, VELD, PISTE, WEG, Tijdrijden) - Geldig vanaf 2012 voor alle miniemen en aspiranten 12j - Geldig vanaf 2013 voor alle miniemen en alle aspiranten - Geldig vanaf 2014 voor alle miniemen en aspiranten en nieuwelingen Versie

9 BMX MTB Miniemen Leerling wielrenners Jongens en meisjes VELD PISTE WEG Miniemen (8-11 jaar) De leeftijd wordt bepaald door het verschil van het jaartal te maken tussen het lopende jaar en het geboortejaar. Categorie 8 jaar groepeert dus alle renners die in dat jaar 8 jaar worden. De renner gaat over naar een volgende leeftijdscategorie op 1 januari. De cyclocrosser en de pisterenner nemen op 1 september de categorie in hun discipline over die hij/zij op 1 januari van het daaropvolgende jaar zal bekomen. CATEGORIE LEEFTIJD 8 JAAR 9 JAAR 10 JAAR 11 JAAR 8 JAAR 9 JAAR 10 JAAR 11 JAAR 8 JAAR 9 JAAR 10 JAAR 11 JAAR 8 JAAR 9 JAAR 10 JAAR 11 JAAR 8 JAAR 9 JAAR 10 JAAR 11 JAAR MAXIMUM VERZET (1) 5,22 m 5,22 m 5,57 m 5,57 m 5,22 m 5,22 m 5,57 m 5,57 m 5,22 m 5,22 m 5,57 m 5,57 m vrij vrij MAXIMUM AANTAL DEELNEMERS PER PROEF per 20 m piste 1 per 20 m piste 1 per 20 m piste 1 per 20 m piste (3) / MAXIMUM AFSTAND (KM) (MIN) 4 KM 6 KM 10 KM 15 KM 10 MIN 12 MIN 15 MIN 17 MIN 10 MIN 12 MIN 15 MIN 17 MIN 15 MIN 15 MIN 20 MIN 20 MIN MAXIMUM AANTAL PROEVEN PER WEEK (2) 2 waarvan maximaal 1 in dezelfde discipline PERIODE WEDSTRIJDEN (6) Eerste weekend van april tot 2 e zondag van september Gans het jaar (4) Van 15/10 tot 1/03 Gans het jaar van 1/03 tot 31/10 Indoor: gans het jaar (1) Dit is de maximale versnelling die toegelaten is. Het gebruik van kleinere versnellingen is echter toegelaten. Het maximale verzet, voorzien op de piste, is enkel geldig wanneer er gereden wordt met pistefietsen. Wanneer er op de piste gereden wordt met wegfietsen, dan gelden de maximale verzetten die voorzien zijn op de weg. (2) Elke week start op de maandag en eindigt op de daaropvolgende zondag (7 dagen). Miniemen mogen nooit 2 dagen na elkaar een proef afleggen (uitz EK rondes BMX). (3) Het maximum aantal deelnemers op de piste wordt bepaald door de totale baanlengte te delen door 20. Bijvoorbeeld: een piste van 166 meter mag maximum 8 deelnemers toelaten. (4) Wielerproeven op de piste dienen in de winterperiode (november-maart) op zaterdag georganiseerd te worden. Per uitzondering kunnen, na toelating van WBV, ook op feestdagen wielerproeven op de piste georganiseerd worden. (5) De vermelde afstanden en tijden gelden als totaal van de competitieve onderdelen van de wielerproef. (6) 2 de en 3 de zaterdag en zondag van JUNI zullen er geen organisaties plaatsvinden. Versie

10 Opmerkingen: - Om toegelaten te worden tot miniemen proeven dient de renner een vergunning en een sportpas te bezitten en een opleidingsattest te behalen. Het opleidingsattest kan slechts bekomen worden na succesvol de opleiding te hebben volbracht. Deze opleiding kan gevolgd worden via verschillende sessies en omvat in totaal minstens 24 uur. Er dienen minimaal 12 sessies voorzien te worden van maximaal 2 uur per sessie, Per dag kan aan maximum 2 opleidingssessies worden deelgenomen. Het opleidingsattest is voor 1 jaar geldig. De toelating om aan proeven deel te nemen wordt via een sticker in de sportpas aangeduid. Deze sticker vermeldt de naam en handtekening van de opleider en de datum van ondertekening. - Miniemen rijden geen wielerwedstrijden maar wielerproeven. Wielerproeven moeten georganiseerd worden volgens een lastenboek zoals door WBV is bepaald. - De miniemen mogen maximum 25 wielerproeven afleggen per jaar.! extra mogelijkheid voor 10 deelnames aan proeven op open wielerbanen - Miniemen mogen enkel deelnemen aan wielerproeven als zij een opleidingsattest hebben. Het opleidingsattest voor miniemen is 12 maanden geldig. - Het dragen van de helm is verplicht in alle wielerproeven die op Belgisch grondgebied worden betwist. Het dragen van een harde veiligheidshelm is verplicht bij de proeven en trainingen van de volgende disciplines: Weg, piste, MTB, veldrijden, trial en BMX. Voor BMX zijn bovendien een lange broek, trui met lange mouwen en handschoenen verplicht als beschermende kledij. - Zonder toelating mag niet worden deelgenomen aan wielerproeven in het buitenland. - Tijdens de miniemen proeven is GEEN ENKELE VORM VAN bevoorraden toegestaan, tenzij anders beslist door commissarissen ter plaatse (vb MTB wedstrijden met technische/feed zone). Algemene opmerking betreft Miniemen-Aspiranten-Nieuwelingen i.v.m. gebruik van wielen Enkel wielen met minimum 20 spaken en een velghoogte van max. 30mm mogen gebruikt worden tijdens proeven en wedstrijden in alle disciplines (MTB, VELD, PISTE, WEG, Tijdrijden) - Geldig vanaf 2012 voor alle miniemen en aspiranten 12j - Geldig vanaf 2013 voor alle miniemen en alle aspiranten - Geldig vanaf 2014 voor alle miniemen en aspiranten en nieuwelingen Versie

11 BMX Aspiranten jongens en meisjes MTB VELD PISTE WEG Aspiranten (12-14 jaar) De leeftijd wordt bepaald door het verschil van het jaartal te maken tussen het lopende jaar en het geboortejaar. Categorie 12 jaar groepeert dus alle renners die in dat jaar 12 jaar worden. De renner gaat over naar een volgende leeftijdscategorie op 1 januari. De cyclocrosser en de pisterenner nemen op 1 september de categorie in hun discipline over die hij/zij op 1 januari van het daaropvolgende jaar zal bekomen. CATEGORIE LEEFTIJD (1) 12 JAAR 13 JAAR 14 JAAR 12 JAAR 13 JAAR 14 JAAR MAX VERZET (2) 5,69 m 5,81 m 5,93 m 5,93 m 5,93 m 5,93 m MAX AANTAL DEELNEMERS PER WEDSTRIJD (4) 1 per 15 m piste 1 per 15 m piste 1 per 15 m piste MAXIMUM AFSTAND (KM) (MIN) 20 KM 25 KM 35 KM 20 MIN 22 MIN 25 MIN MAXIMUM AANTAL WEDSTRIJDEN PER WEEK (3) 2 PERIODE WEDSTRIJDEN (6) Eerste weekend van april tot 2 e zondag van september Gans het jaar(5) 12 JAAR 13 JAAR 14 JAAR 12 JAAR 13 JAAR 14 JAAR 12 JAAR 13 JAAR 14 JAAR 5,69 m 5,81 m 5,93 m vrij vrij Afhankelijk van het aantal startplaatsen en het vaardigheidsniveau van de deelnemers 20 MIN 22 MIN 25 MIN 25 MIN 35 MIN 45 MIN waarvan maximaal 1 in dezelfde discipline van 15/10 tot 1/03 gans het jaar Van 1/03 tot 31/10 Indoor: gans het jaar (1) Aspiranten nemen deel in hun reeks vanaf 1 januari van het jaar waarin ze verjaren. (2) Dit is de maximale versnelling die toegelaten is. Het gebruik van kleinere versnellingen is echter toegelaten. Het maximale verzet, voorzien op de piste, is enkel geldig wanneer er gereden wordt met pistefietsen. Wanneer er op de piste gereden wordt met wegfietsen, dan gelden de maximale verzetten die voorzien zijn op de weg. (3) Elke week start op de maandag en eindigt op de daaropvolgende zondag (7 dagen). Aspiranten mogen nooit 2 dagen na elkaar aan een wedstrijd deelnemen (uitz EK rondes BMX). De geselecteerde renners voor het BK en VK mogen ook de zondag na het kampioenschap aan een wedstrijd deelnemen. (4) Het maximum aantal deelnemers op de piste wordt bepaald door de totale baanlengte te delen door 15. Voorbeeld: een piste van 166 meter mag maximaal 11 deelnemers toelaten. (5) Wielerwedstrijden op de piste dienen in de winterperiode (november-maart) op zaterdag en tijdens het zomerverlof (juli-augustus) op dinsdag georganiseerd te worden. Per uitzondering kunnen, na toelating van WBV, ook op feestdagen wielerwedstrijden op de piste georganiseerd worden. (6) 2 de en 3 de zaterdag en zondag van JUNI zullen er geen organisaties plaatsvinden Versie

12 Opmerkingen: - Om toegelaten te worden tot aspirantenwedstrijden dient de renner een vergunning en een sportpas te bezitten en een opleidingsattest te behalen. Het opleidingsattest kan bekomen worden na succesvol de opleiding te hebben volbracht. De opleider beslist wanneer de opleiding met succes werd gevolgd. Het opleidingsattest is voor 12 maanden geldig. De toelating om aan wedstrijden deel te nemen wordt via een sticker in de sportpas aangeduid. Deze sticker vermeldt de naam en handtekening van de opleider en de datum van ondertekening. - Aspiranten mogen maximum aan 35 wielerwedstrijden deelnemen per jaar.! extra mogelijkheid voor 10 deelnames aan proeven op open wielerbanen - Aspiranten mogen enkel deelnemen aan wielerwedstrijden als zij een geldig opleidingsattest hebben. Het opleidingsattest voor aspiranten is 12 maanden geldig. - Het dragen van de helm is verplicht in alle wielerwedstrijden die op Belgisch grondgebied worden betwist. Het dragen van een harde veiligheidshelm is verplicht bij de wedstrijden en trainingen van de volgende disciplines: Weg, piste, MTB, veldrijden, trial en BMX. Voor BMX zijn bovendien een lange broek, trui met lange mouwen en handschoenen verplicht als beschermende kledij. - Aspiranten die tot een selectie behoren voor een BK, mogen een dag voor het BK niet deelnemen aan wedstrijden. - Zonder toelating mag niet worden deelgenomen aan wedstrijden in het buitenland. - Tijdens de aspirantenwedstrijden is GEEN ENKELE VORM VAN bevoorraden toegestaan, tenzij anders beslist door commissarissen ter plaatse (vb MTB wedstrijden met technische/feed zone). - De minimale afstand van een verkeersvrije omloop MOET 1500m bedragen. - Na 15 augustus kunnen wedstrijden voor de 14-jarige aspiranten georganiseerd worden van 50 km op een omloop met een minimale afstand van 2500 m. Op deze wedstrijden is het deelnemersveld bij de 14-jarigen beperkt tot Pk: ALLE DEELNEMERS MOGEN STARTEN IN DE WEGRIT - Commissarissen bepalen adhv koersverloop of gedubbelde eruit moeten gehaald worden Versie

13 BMX MTB Nieuwelingen jongens en meisjes VELD PIST E WEG Nieuwelingen (15-16 jaar) Algemene opmerking betreft Miniemen-Aspiranten-Nieuwelingen i.v.m. gebruik van wielen Enkel wielen met minimum 20 spaken en een velghoogte van max. 30mm mogen gebruikt worden tijdens proeven en wedstrijden in alle disciplines (MTB, VELD, PISTE, WEG, Tijdrijden) - Geldig vanaf 2012 voor alle miniemen en aspiranten 12j - Geldig vanaf 2013 voor alle miniemen en alle aspiranten - Geldig vanaf 2014 voor alle miniemen en aspiranten en nieuwelingen CATEGORIE LEEFTIJD (1) 15 EN 16 JAAR 15 EN 16 JAAR 15 EN 16 JAAR MAX VERZET (2) 6,94 m MAXIMUM AFSTAND (KM) (MIN) 60 km tot en met 3e koersweekend daarna 70 km IC tot en met 3 e koersweekend max. 60 km daarna 80 km (= BK) MAXIMUM AANTAL WEDSTRIJDEN PER WEEK (3) PERIODE WEDSTRIJDEN van 1/02 tot 15/10 3 6,94 m Gans het jaar waarvan maximaal 2 in dezelfde discipline 6,94 m 30 min van 1/09 tot 1/03 15 EN 16 JAAR 15 EN 16 JAAR vrij 1u00 min gans het jaar vrij van 1/03 tot 31/10 indoor: gans het jaar (1) De leeftijd van de renners wordt gemaakt door het verschil van het jaartal te maken tussen het lopende jaar en het geboortejaar. Categorie 15 jaar betekent dus voor alle renners die in dat jaar 15 jaar worden. Voor veldrijden en piste gaat men over op 1 september naar de categorie die men op 1 januari van het daaropvolgende jaar zal bekomen. (2) Dit is de maximale versnelling die toegelaten is. Deze versnelling komt overeen met 52x16 op een wegfiets voorzien van standaard wielen (28 inch). Het gebruik van kleinere versnellingen is echter toegelaten. (3) Elke week start op de maandag en eindigt op de daaropvolgende zondag (7 dagen). Nieuwelingen mogen nooit 3 dagen na elkaar aan een wedstrijd deelnemen, met uitzondering van maximaal VIER rittenwedstrijden van ten hoogste DRIE wedstrijddagen per jaar. 1 dag voor én vier dagen na een rittenwedstrijd is het de renner niet toegelaten om aan wedstrijden deel te nemen (uitgez Tijdrijden en meetings op Open wielerbanen). Een rittenwedstrijd telt als één wedstrijd. Versie

14 Opmerkingen - Nieuwelingen mogen maximum aan 60 wielerwedstrijden deelnemen per jaar. In het kader van de multidisciplinaire sportbeoefening, dienen de toegelaten 60 deelnames aan wedstrijden verdeeld te worden over de 6 wielerdisciplines: weg, Tijdrijden, veldrijden, piste, MTB en BMX. Er mogen maximum 50 deelnames zijn in eenzelfde discipline.! extra mogelijkheid voor 10 deelnames aan proeven op open wielerbanen - Nieuwelingen die tot een selectie behoren voor een BK, mogen een dag voor het BK niet deelnemen aan wedstrijden. - Zonder toelating mag niet worden deelgenomen aan wedstrijden in het buitenland. - Meisjes nieuwelingen en meisjes junioren starten samen in de wedstrijden voor dames jeugd. Er worden echter twee afzonderlijke klassementen opgemaakt. Elke categorie rijdt met zijn eigen maximaal verzet. - Op dagen dat er geen wedstrijden georganiseerd worden voor de dames nieuwelingen, mogen deze rensters deelnemen aan de wedstrijden voor jongens nieuwelingen. Elke categorie rijdt met zijn eigen maximaal verzet. Versie

15 BMX MTB VELD Junioren jongens en meisjes PISTE WEG Junioren (17-18 jaar) CATEGORIE LEEFTIJD (1) 17 EN 18 JAAR 17 EN 18 JAAR 17 EN 18 JAAR MAX VERZET (2) 7,93 m MAXIMUM AFSTAND (KM) (MIN) - Prov. & regionale kalender: 100 km - Nat. kalender: 120 km - Int. kalender: 140 km - BK: 130 km 80 km tot en met 3 e koersweekend IC 90 km tot en met 3 e koersweekend MAXIMUM AANTAL WEDSTRIJDEN PER WEEK (3) 4 PERIODE WEDSTRIJDEN van 1/02 tot 15/10 7,93 m waarvan maximaal Gans het jaar 3 in dezelfde discipline 7,93 m 40 min van 1/09 tot 1/03 17 EN 18 JAAR vrij 1u15 gans het jaar 17 EN 18 JAAR vrij van 1/03 tot 31/10 indoor: gans het jaar (1) De leeftijd van de renners wordt gemaakt door het verschil van het jaartal te maken tussen het lopende jaar en het geboortejaar. Categorie 17 jaar betekent dus voor alle renners die in dat jaar 17 jaar worden. Voor veldrijden en piste gaat men over op 1 september naar de categorie die men op 1 januari van het daaropvolgende jaar zal bekomen. (2) Dit is de maximale versnelling die toegelaten is. Deze versnelling komt overeen met 52x14 op een wegfiets voorzien van standaard wielen (28 inch). Het gebruik van kleinere versnellingen is echter toegelaten. (3) Elke week start op de maandag en eindigt op de daaropvolgende zondag (7 dagen). Junioren mogen nooit 3 dagen na elkaar aan een wedstrijd deelnemen, met uitzondering van maximaal zes rittenwedstrijden van ten hoogste vier dagen op gespreide wijze over 1 jaar. 1 dag voor én vier dagen na een rittenwedstrijd is het de renner niet toegelaten om aan wedstrijden deel te nemen (uitgez Tijdrijden en meetings op Open wielerbanen). Een rittenwedstrijd telt als één wedstrijd. Opmerkingen - Junioren mogen maximum aan 60 wielerwedstrijden deelnemen per jaar. In het kader van de multidisciplinaire sportbeoefening, dienen de toegelaten 60 deelnames aan wedstrijden verdeeld te worden over de 6 wielerdisciplines: weg, Tijdrijden, veldrijden, piste, MTB en BMX. Er mogen maximum 50 deelnames zijn in eenzelfde discipline.! extra mogelijkheid voor 10 deelnames aan proeven op open wielerbanen - Junioren die tot een selectie behoren voor een BK, mogen een dag voor het BK niet deelnemen aan wedstrijden. - Zonder toelating mag niet worden deelgenomen aan wedstrijden in het buitenland. - Meisjes junioren rijden maximaal 70 km nationaal en 80 km internationaal. Versie

16 - Meisjes nieuwelingen en meisjes junioren mogen samen starten in de wedstrijden voor dames jeugd. Er worden echter twee afzonderlijke klassementen opgemaakt. Elke categorie rijdt met zijn eigen maximaal verzet. - Op dagen dat er geen wedstrijden georganiseerd worden voor de dames junioren, mogen deze rensters deelnemen aan de wedstrijden voor jongens nieuwelingen of de wedstrijden voor dames elite. Versie

17 WEG Kalendervoorschriften Voor alle wedstrijden moet het bedrag van de organisatievergunning betaald worden binnen de 15 dagen na de bevestiging van de wedstrijd. In geval van niet-betaling binnen de voorziene termijn, kan de voorzitter van de provinciale commissie weg-piste-veldrijden de datum terug vrijmaken De VWPV maakt de kalender op voor individuele wedstrijden/proeven voor: - elites zonder contract - heren nieuwelingen - dames elite - aspiranten - dames junioren - miniemen - dames nieuwelingen - amateurs - U23 - masters - heren junioren - gentlemen De organisatoren moeten hun aanvraag sturen naar de voorzitter van de provinciale commissie weg-piste-veldrijden van hun afdeling voor 1 september van het jaar voorafgaand aan de datum van de wedstrijd voor de individuele wedstrijden van de andere categorieën De wedstrijden moeten plaatsvinden op het grondgebied waar de club zijn zetel heeft, uitgezonderd in rittenwedstrijden en wedstrijden klasse 1.18 en gentlemen. - geen wedstrijden van dezelfde categorie op 1 dag binnen een straal van 15 km binnen de provinciale grenzen. - in de verlofperiode (vastgelegd door de commissie WPV) mogen er elke dag wedstrijden georganiseerd worden voor nieuwelingen en juniores, echter niet op de dag dat er in dezelfde categorie in de provincie een pistemeeting is. Er dient rekening gehouden te worden met een quota vastgelegd per provincie en per categorie. Wedstrijden op werkdagen in de verlofperiode voor nieuwelingen - Antwerpen 2 - Limburg 1 - Oost-Vlaanderen 2 - Vlaams-Brabant 1 - West-Vlaanderen 2 Wedstrijden in het weekend voor nieuwelingen - Antwerpen 4 - Limburg 2 - Oost-Vlaanderen 5 - Vlaams-Brabant 3 - West-Vlaanderen 5 Wedstrijden op werkdagen in de verlofperiode voor juniores - Antwerpen 2 - Limburg 1 - Oost-Vlaanderen 2 - Vlaams-Brabant 1 - West-Vlaanderen 2 Versie

18 Wedstrijden in het weekend voor juniores - Antwerpen 4 - Limburg 2 - Oost-Vlaanderen 5 - Vlaams-Brabant 3 - West-Vlaanderen 5 Er kunnen evenwel afwijkingen worden toegestaan per provincie door de PWPV. Totaal aantal wedstrijden per provincie in 1 week (werkdagen + weekend) tijdens de verlofperiode voor nieuwelingen: - Antwerpen 5 - Limburg 3 - Oost-Vlaanderen 6 - Vlaams-Brabant 4 - West-Vlaanderen 6 Totaal aantal wedstrijden per provincie in 1 week (werkdagen + weekend) tijdens de verlofperiode voor juniores: - Antwerpen 5 - Limburg 3 - Oost-Vlaanderen 6 - Vlaams-Brabant 4 - West-Vlaanderen 6 - geen wedstrijden/proeven de dag voor een provinciaal kampioenschap, voor miniemen, aspiranten, nieuwelingen en juniores (heren en dames) - renners, miniemen, aspiranten, nieuwelingen en juniores (dames en heren) die tot een selectie behoren voor een BK mogen de dag voor het BK niet deelnemen aan wedstrijden/proeven. - renners nieuwelingen (dames en heren) mogen 3 rittenwedstrijden betwisten van ten hoogste 4 dagen. Verboden wedstrijden Een titularis van een vergunning mag niet deelnemen aan een wedstrijd of een wielermanifestatie die niet is ingeschreven op een provinciale, regionale, nationale, continentale of internationale kalender of die niet erkend wordt door een nationale of een continentale federatie of de UCI, met uitzondering van elites zonder contract, U23, amateurs en masters. Speciale afwijkingen kunnen worden toegestaan voor bijzondere wedstrijden of manifestaties, door de nationale federatie van het land waar de wedstrijd plaatsvindt De vergunninghouders mogen niet deelnemen aan activiteiten, georganiseerd door een geschorste nationale federatie, behalve in toepassing van artikel 18.2 van de UCI-statuten. Schrappen van wedstrijden In geval van overmacht, heeft een voorzitter van de provinciale commissie weg-piste-veldrijden of een college van commissarissen het recht een wedstrijd te schrappen. Een organisator moet afzien van het laten doorgaan van een wedstrijd indien er zich minder dan 10 renners komen aanbieden voor de start. In geval van schrapping door onvoldoende deelnemers of door elke andere reden die buiten de verantwoordelijkheid ligt van de organisator en waarover de VWPV zal uitspraak doen over de gegrondheid, moeten de verplaatsingsonkosten niet terugbetaald worden aan de renners. Versie

19 Bij annulatie zal er een bedrag van EUR 25,00 voor administratieve onkosten worden afgetrokken van de organisatievergunning. In principe is het bedrag van de organisatievergunning of van de waarborg niet terugbetaalbaar, behalve in geval van overmacht waarover de VWPV uitspraak zal doen De organisator zal een accreditatie en een gratis toegang verlenen aan de leden van de provinciale, regionale, federale organen en van de UCI. Het hebben van een vergunning impliceert geenszins dat de houder ervan gratis toegang heeft tot competities en manifestaties die georganiseerd worden door de KBWB-WBV-FCWB. Op vertoon van hun lidkaart van het lopende jaar, genieten de leden van de KBWB-WBV-FCWB van een vermindering bij wielerwedstrijden waarvoor een toegangsprijs wordt gevraagd: - minimum EUR 0,25 wanneer de ingangsprijs EUR 2,00 of minder bedraagt. - minimum EUR 0,50 wanneer de ingangsprijs hoger ligt dan EUR 2,00 met de mogelijkheid een supplement te betalen om toegang te krijgen tot betere plaatsen. Deze verminderingen moeten vermeld worden op ieder document met de aankondiging van het evenement. Homologatie De uitslag van iedere wedstrijd wordt door de provinciale afdeling van de organisator zo vlug mogelijk na de wedstrijd gepubliceerd op de site van Wielerbond Vlaanderen De provinciale afdelingen zullen eerst nagaan of er geen betwisting is over de resultaten, alvorens de uitslag te publiceren. Provinciale en regionale kampioenschappen De provinciale en regionale kampioenschappen worden gereden volgens de reglementen van KBWB-WBV De deelname aan de provinciale en regionale kampioenschappen worden vastgesteld door de PWPV (provinciale kampioenschappen) of VWPV (regionale kampioenschappen). Alleen de renners die vanaf 1 januari van het jaar hun woonplaats hebben (wettelijke inschrijving) in de provincie mogen rijden voor de titel van provinciaal of regionaal kampioen. Met ingang van het wegseizoen 2011 worden hieronder vermelde punten van kracht voor de categorie nieuwelingen en hoger: 1. De renners moeten de Belgische nationaliteit bezitten om te kunnen deelnemen aan de regionale en provinciale kampioenschappen.. 2. De renners dienen woonachtig te zijn: a) Voor de regionale kampioenschappen in Vlaanderen b) Voor de provinciale kampioenschappen in de provincie waar zij woonachtig zijn c) Houder zijn van een WBV-vergunning Er mogen geen clubwagens volgen tijdens provinciale kampioenschappen voor nieuwelingen. Versie

20 Medische dienst Elke Belgische wielerwedstrijd op de weg dient gevolgd te worden door ten minste één ziekenwagen met paramedisch materiaal en hulpverlener(s). De term ziekenwagen is beschreven in het K.B. 17/03/2003. Bovendien moet er zich op een wielerparcours minder dan 10 km één ziekenwagen aanwezig zijn die voldoet aan de geregistreerde Belgische norm NBN EN 1789 type B of C. Deze ziekenwagen bemand met twee gekwalificeerde personen zal instaan voor het vervoer van zieken of gewonden. Tevens dient er een verzorgingspost met gekwalificeerde personen en het nodige EHBO materiaal georganiseerd te worden in de omgeving van de aankomstlijn. Open omloop van maximum 10 km: - Minstens één ziekenwagen met paramedisch materiaal en hulpverlener(s) in de wedstrijd. Indien dit type van voertuig niet aanwezig is zal de wedstrijd gevolgd worden door de ziekenwagen die voldoet aan de norm NBN EN 1789 type B of C met twee gekwalificeerde personen. - Verzorgingspost ter hoogte van de aankomstlijn Gesloten omloop maximum 3 km: - Minstens één ziekenwagen die voldoet aan de norm NBN EN 1789 type B of C ter hoogte van het parcours en één verzorgingspost ter hoogte van de aankomstlijn. Europese norm NBN EN 1789 betreffende de medische voertuigen en hun uitrustingen - ziekenwagens ; De ziekenwagens die aangepast zijn aan het medisch-sanitair vervoer vallen onder drie categorieën: - type B: medisch uitgeruste ziekenwagen: ziekenwagen die ontworpen en uitgerust is voor het vervoer, de zorgen en het toezicht op patiënten; - type C: mobiele intensieve zorgen-unit: ziekenwagen die ontworpen en uitgerust is voor het vervoer, de intensieve zorgen en het toezicht op patiënten; Gentlemen of dorpelingenkoersen: Wedstrijd voor renners met dagvergunning of op uitnodiging Algemene regels: De regels qua aantal deelnemers, afhankelijk van welk soort wedstrijd, criterium of wegwedstrijd,dienen gerespecteerd te worden; Minimum 18 jaar oud zijn. Gentlemenwedstrijden Bij elke aanvraag tot organisatie dient men het wedstrijdprogramma bij te voegen Voor elke aanvraag dient er een toestemming te zijn van de VWPV. Voor elke competitieve renner (= een actieve renner met vergunning) moet een niet competitieve deelnemer (= een niet-vergunninghouder) aan de wedstrijd deelnemen; de verhouding 50%-50% dient hoe dan ook geëerbiedigd en toegepast te worden; De renners (competitieve en niet-vergunninghouder) moeten samen in de wedstrijd blijven. De niet-vergunninghouders moeten een dagvergunning nemen van 6 euro Dorpelingenwedstrijden Bij elke aanvraag tot organisatie dient men het wedstrijdprogramma bij te voegen Voor elke aanvraag dient er een toestemming te zijn van de VWPV Zijn wedstrijden waarvan de deelnemers geen houder zijn van een competitieve vergunning. Dagvergunning verplicht voor elke deelnemer (6 euro) Versie

21 Afscheidscriterium Bij elke aanvraag tot organisatie dient men het wedstrijdprogramma bij te voegen Voor elke aanvraag dient er een toestemming te zijn van de VWPV Enkel renners met een geldige vergunning of dagvergunning Wedstrijden voor een goed doel. Bij elke aanvraag tot organisatie dient men het wedstrijdprogramma bij te voegen Voor elke aanvraag dient er een toestemming te zijn van de VWPV Voor de wedstrijd dient er overleg te zijn met de VWPV, waar de voorwaarden tot organiseren en deelname worden vastgelegd Toegelaten voor renners met vergunning of dagvergunning Amateurs- en masterswedstrijden Renners In de 1.18-wedstrijden worden de amateurs en masters in volgende categorieën ingedeeld: amateurs: jaar - masters A: jaar - masters B: jaar - masters C: 50 jaar en ouder De renners stappen zowel in weg-, piste- als veldritwedstrijden op 1 september over naar hun leeftijdscategorie van het daaropvolgende jaar. - De afstand is minimum 50 en maximum 80 km, al naargelang afzonderlijk of in afwachting; - De renners betalen 8 EUR inschrijvingsgeld en krijgen 5 EUR terug. De 3 EUR zijn voor de organisator; - Een dagverzekering kost 12 EUR (voor renners zonder vergunning); De amateurs en masters A hebben witte rugnummers van 1 tot 100, De masters B hebben rode rugnummers van 101 tot 150 en de masters C hebben gele rugnummers vanaf nummer Er worden 3 uitslagen opgemaakt met volgende minimumprijzen: amateurs en masters A 175 EUR (15 prijzen) masters B 175 EUR (15 prijzen) masters C 100 EUR (10 prijzen) open-wedstrijden waarin alle amateurs en masters tezamen rijden en waaraan ook dagverzekeringhouders, eliterenners zonder contract en renners -23 jaar mogen deelnemen. Let wel: - Renners met een vergunning (ook buitenlandse) mogen starten zonder dagvergunning. - Belgische en buitenlandse renners van continentale ploegen mogen niet starten in deze wedstrijden! Onder bepaalde voorwaarden mogen amateurs en masters met een vergunning van WBV- FCWB starten in 1.12A- en 1.12B-wedstrijden. Geen renners (niet-belgen) van buitenlandse continentale teams in 1.12 a -b of 1.13 wedstrijden. 1) Wanneer er geen 1.18 of 1.18 open-wedstrijd is in de eigen provincie (woonplaats renner), mag de renner deelnemen aan een 1.12-wedstrijd in Vlaanderen. 2) Niet in kampioenschappen, interclubs (1.12 IC) of 1.12 open-wedstrijden. 3) Niet met een dagverzekering. 4) Mits bijkomende betaling van 6 EUR per wedstrijd voor de verzekering (dus 14 EUR inschrijving, waarvan 6 EUR terug). Versie

22 Het regionale kampioenschap voor amateurs of masters staat open voor houders van een WBVvergunning Criteriums Niet-profcriteriums Op circuits van 800 m 1599 m: maximum 35 deelnemers; Op circuits van m en meer: maximum 50 deelnemers. Afstanden Elite zonder contract 70 km Juniores 60 km Nieuwelingen 40 km 1.18 Open 70 km Criteriums achter derny voor elite z.c en U23 De kostprijs van de organisatievergunning is dezelfde als een gewone wedstrijd ,- voor de verzekering van de derny s. (geen eliterenners met contract) Gentlemenwedstrijden Bij elke aanvraag tot organisatie dient men het wedstrijdprogramma bij te voegen Voor elke aanvraag dient er een toestemming te zijn van de VWPV. Voor elke competitieve renner (= een actieve renner met vergunning) moet een niet competitieve deelnemer (= een niet-vergunninghouder) aan de wedstrijd deelnemen; de verhouding 50%-50% dient hoe dan ook geëerbiedigd en toegepast te worden; De renners (competitieve en niet-vergunninghouder) moeten samen in de wedstrijd blijven. De niet-vergunninghouders moeten een dagvergunning nemen van 5 euro Versie

23 TUCHT Modaliteiten Een miniem die bij een club is aangesloten dient, tijdens de proeven, de kledij van zijn club te dragen. Een miniem die niet bij een club is aangesloten mag tijdens de proeven de kledij van zijn keuze dragen. Een renner die tijdens een proef of wedstrijd een defect heeft aan de fiets, of betrokken is in een valpartij, mag terug invoegen in het peloton, NADAT hij aan de aankomstlijn de sportafgevaardigde verwittigde van het voorval. Bij het ingaan van de laatste ronde moet hij de proef of wedstrijd verlaten (BEL). De desbetreffende renner wordt in het klassement opgenomen rekening houdende met het aantal verliesronden en de plaats op dat ogenblik. De achterstand wordt niet vermeld op de uitslag. Een renner die tijdens de wedstrijd van wiel wisselt en terugkeert in de groep, dient onmiddellijk na de aankomst zijn versnelling te laten controleren. Gedubbelde renners kunnen steeds door de sportafgevaardigden uit de wedstrijd worden genomen TOEPASSING JEUGDREGLEMENT (Aspiranten en Miniemen) Gelet op het jeugdig publiek, zeker bij de miniemen, dienen wij niet te snel repressief op te treden doch eerder educatief en sensibiliserend. Overtredingen die een eerlijke sportbeoefening verhinderen en die volkomen in strijd zijn met het Reglement van de Wielersport en volstrekt afbreuk doen aan het gezag van de sportfunctionarissen en de opleiders bij de uitoefening van hun taken dienen te worden gesanctioneerd. Het is de bedoeling dat de opleiders tijdens de opleiding deze reglementering op een begrijpelijke manier overbrengen aan de renners. De sportafgevaardigden bij de wielerproeven voor miniemen en wedstrijden voor aspiranten dienen deze reglementering grondig te kennen en adequaat toe te passen. Deze reglementering dient in een bevattelijk document ter beschikking te worden gesteld aan de ouders en/of begeleiders. Straffen worden in de sportpas ingevuld (alsook de V en de C). Geven van een opmerking (zonder onmiddellijke sanctie)(*) Inbreuken op de statuten en/of reglementen van WBV Niet tonen van de sportpas of voorleggen van een niet-gevalideerde sportpas /niet tonen van de vergunning Renner die frauduleus tracht het maximaal toegelaten aantal wedstrijden(proeven) te overschrijden Renner die zonder verontschuldiging afziet van deelname aan het provinciaal kampioenschap of aan een wedstrijd waarvoor hij door de provinciale,nationale of regionale afdeling werd aangeduid Renner die zich gewelddadig gedraagt tegenover andere renners, sportafgevaardigden, opleider, of andere Strafbarema Weigering start Weigering start + 2 weken schorsing Schorsing van 7 dagen die aanvangt de dag na de wedstrijd (proef) Startverbod/Schrapping uit uitslag wedstrijd (proef) + V + schorsing van 1 week personen Versie

24 Renner die deelneemt aan een niet-erkende wedstrijd of proef Renner die zich gedraagt op een manier die schade berokkent aan het imago, de reputatie of de belangen van de wielersport (vb scheldwoorden, beledigingen, bedreigingen ten aanzien van een sportafgevaardigde, opleider) Niet respecteren van de ter beschikking gestelde lokalen Renner die zich in het openbaar omkleedt Renner die zonder schriftelijke toelating van zijn voorzitter van de provinciale commissie Weg- Piste-Veld deelneemt aan een individuele wedstrijd in het buitenland Wedstrijdfeiten Rijden op de omloop terwijl een andere wedstrijd (proef) wordt betwist Opzettelijk hinderen van andere deelnemers/ onregelmatig sprinten Bevoorrading of aanreiking van de spons tijdens de wedstrijd (proef) Onregelmatige materiaalwisseling Wisselen van fiets. (Wisselen van wiel is toegelaten.) Niet naleven instructies van de sportafgevaardigden/ opleiders Niet deelnemen aan huldigingsplechtigheden Rugnummer en/of kaderplaatje niet inleveren na de wedstrijd Indien er bij een controle van de versnelling wordt vastgesteld dat een renner met een te grote versnelling aan de start verschijnt, wordt hem/haar de start geweigerd. Bovendien zal in de sportpas van de renner een vermelding worden geplaatst ter controle van de versnelling bij de volgende proef of wedstrijd. Er wordt een C genoteerd die omcirkeld is op de plaats bestemd voor de volgende proef of wedstrijd; dus het vakje NA de huidige proef of wedstrijd. 2 weken schorsing Startverbod/Schrapping uit uitslag wedstrijd (proef) + V + schorsing van 1 week V V 65 EUR boete Strafbarema weigering start + V Uit wedstrijd (proef)zetten/ schrapping uit uitslag/ V of mogelijke schorsing Uit wedstrijd (proef)zetten/ schrapping uit uitslag Uit wedstrijd (proef)zetten/ schrapping uit uitslag Startverbod/Uit wedstrijd (proef) zetten/schrappen uit uitslag + V V V C Versie

25 Rugnummer of kaderplaatje niet geplaatst volgens de voorschriften Rugnummer niet tijdig teruggebracht (*)Bij gekende herhaling van deze feiten kan dit wel leiden tot een officiële sanctie = V STRAFFEN 2 V = startverbod volgende wedstrijd inschrijven in rood 1 V + 1 C = 1 week schorsing, inschrijven in rood 2 C = 1 week schorsing, inschrijven in rood Versie