Praktijknetwerk Rijenbemesting Zuid-Limburg. Tussenrapportage 2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Praktijknetwerk Rijenbemesting Zuid-Limburg. Tussenrapportage 2012"

Transcriptie

1 Praktijknetwerk Rijenbemesting Zuid-Limburg Tussenrapportage 2012 Hoofdaanvrager: Mts. Huls Aanvraagnummer: Deelnemers: Mts. Huls, VOF de Puthof, AgriMaas, Mts. Thijssens, Mts. Hartmann-Marx, Snijders BV, Mts. Conjarts-Eussen, VOF Hoedemakers, Mts. van Hoven-Huynen Projectbegeleiding en -uitvoering: DLV Plant: WUR-PPO: AgriConnection: Proeflocaties: Sjef Crijns Gerard Meuffels Ellen Kusters Proefboerderij Wijnandsrade (Mts. Wimmers) Mts. Jacobs Nuth Financiering: Cofinanciering: Ministerie EL&I, ELFPO WML Opgesteld door: Ellen Kusters AgriConnection

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding... 1 Activiteiten Startbijeenkomst Veldproeven Rijenbemesting... 2 Aardappelproef Maïsproef... 4 Resultaten proeven... 6 Aardappelproef... 6 Maïsproef Conclusie en bijdrage aan doelstelling Veldexcursies Demonstratiemiddagen Winterbijeenkomst Overige activiteiten... 22

3 - 1 - Inleiding Het Praktijknetwerk Rijenbemesting Zuid-Limburg is gevormd rond een tiental akkerbouwers en veehouders die een systeem van rijenbemesting op willen zetten dat ook onder Zuid-Limburgse omstandigheden voldoet. Door het combineren van conventionele techniek met de meest nauwkeurige positiebepaling in de vorm van RTK-GPS wordt een systeem ontwikkeld dat bruikbaar is in de praktijk. De verwachting is dat op deze manier de aangevoerde mineralen beter benut kunnen worden en dat het risico op uit- en afspoeling van met name nitraat verder verkleind wordt. Voor positiebepaling is RTK-GPS het meest nauwkeurige beschikbare systeem. Onbekend is echter of toepassing van een effectieve rijenbemesting met behulp van RTK-GPS mogelijk is in het kenmerkende Zuid-Limburgse heuvellandschap. Toepassen van rijenbemesting is onder dergelijke omstandigheden nog niet eerder uitgevoerd en de vraag is of dit voldoende nauwkeurig werkt in de praktijk. In het praktijkonderzoek moet duidelijk worden welk systeem van rijenbemesting rendabel toegepast kan worden; organische mesttoediening, kunstmesttoediening of beide. De vragen die de deelnemers aan het samenwerkingsverband hebben zijn de volgende: Is het mogelijk om door toepassing van rijenbemesting op basis van het nauwkeurige RTK- GPS te komen tot een efficiënter stikstofgebruik (minder uitspoeling, betere benutting) in Zuid-Limburg? Kan zowel de toediening van organische mest als van kunstmest door rijenbemesting uitgevoerd worden? Wanneer rijenbemesting m.b.v. RTK-GPS mogelijk is, is het dan ook mogelijk om een totaalsysteem van zaaien-poten-bemesten op deze manier uit te voeren? De doelstelling van het praktijknetwerk Rijenbemesting Zuid-Limburg luidt: Verhoging van de efficiëntie van N-gebruik door het toepassen van een optimaal systeem van rijenbemesting. Binnen het totaalsysteem wordt op basis van RTK-GPS bemest en indien mogelijk ook gezaaid en gepoot. Dit moet leiden tot een duurzame en rendabele bedrijfsvoering, vermindering van de uit- en afspoeling van nitraat en een verbetering van de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. In dit verslag worden de uitgevoerde activiteiten, resultaten en de bijdrage aan de doelstelling besproken. In het laatste hoofdstuk wordt de financiële voortgang toegelicht. Activiteiten 2012 Startbijeenkomst. Met een voltallige deelnemers- en begeleidingsgroep is op 21 maart 2012 het startsein gegeven voor het Praktijknetwerk Rijenbemesting Zuid-Limburg. Tijdens de bijeenkomst is uitleg gegeven over het project en de subsidieregeling Praktijknetwerken. De overeenkomst voor cofinanciering van WML is ondertekend en de financiële aspecten van het project zijn besproken. De stand van zaken van eerder uitgevoerd onderzoek naar rijenbemesting is gepresenteerd. De voorgestelde objecten voor de proeven zijn besproken met de deelnemers en aangepast op basis van de opmerkingen en wensen van de deelnemers.

4 - 2 - Veldproeven 2012 Rijenbemesting Begin april is een tweetal proeven aangelegd, een proef met consumptieaardappelen en een proef met snijmaïs. In de proeven is volvelds bemesting vergeleken met rijenbemesting. In aardappel is organische mest en kunstmest volvelds en in de rij toegediend. In maïs is alleen organische mest volvelds toegediend. Rijenbemesting van kunstmest is bij maïs al gangbare praktijk. De rijenbemesting voor zowel de aardappel- als de maïsproef werd uitgevoerd met een Duport Terminator striptill bemester (figuur 1). Deze injecteur met een werkbreedte van 6 meter rijdt de mest uit op een rijafstand van 75 cm. Door te werken met GPS kan de mest voorafgaande aan de grondbewerking al op de plek worden aangewend, waar later het gewas wordt gezaaid of gepoot. Deze vorm van bemesting moet leiden tot een efficiëntere manier van bemesting. Figuur 1: Duport Terminator striptill bemester Omdat in Zuid Limburg geen mestvoertuigen beschikbaar zijn, die uitgerust zijn met RTK-GPS, is voorafgaande aan de bemesting bij zowel aardappelen als maïs een spoor gereden met een trekker, die wel was voorzien van RTK- GPS. Met deze trekker zijn uiteindelijk ook de poot- en zaaiwerkzaamheden uitgevoerd. Metingen lieten zien dat de mest met een horizontale afwijking van minder dan 5 cm naast en soms zelfs exact onder de gewasrij aanwezig was. Ook de grondbewerking, die na de bemesting werd uitgevoerd, heeft niet geleid tot het sterk verplaatsen van de mest. Aardappelproef 2012 De aardappelproef 2012 is begin april aangelegd op een perceel van Proefboerderij Wijnandsrade (mts. Wimmers). In overleg met de deelnemers is besloten om zowel rijenbemesting met organische mest en kunstmest te vergelijken met volveldtoepassing van organische mest en breedwerpige bemesting of rijenbemesting met kunstmest of rijenbemesting met mineralenconcentraat. Deze laatste meststof is een product dat ontstaat bij de verwerking van organische mest. Het product heeft de status van kunstmestvervanger. Uit onderzoek blijkt, dat de stikstofwerking van dit product, varieert tussen de 85 en 95%. Het product dient wel emissiearm aangewend te worden. De objecten zijn als gewarde blokkenproef in drie herhalingen aangelegd. In tabel 1 is de objectkeuze weergegeven. Voorafgaand aan de proef is het perceel bemonsterd en geanalyseerd voor algemene bodemvruchtbaarheid. Ook is voor de lagen 0-30 cm en cm de stikstofvoorraad vastgesteld; deze bedroeg 55 kg N/ha. Bij het vaststellen van de hoeveelheden meststoffen voor de verschillende objecten is hier rekening mee gehouden.

5 - 3 - Tabel 1: Overzicht van de objecten aangelegd in aardappelen (Ras: Innovator) in 2012 op Proefboerderij Wijnandsrade Object Basisbemesting Bijbemesting voor poten A 20 ton/ha VDM volvelds 315 kg/ha KAS volvelds B 20 ton/ha VDM volvelds 220 l/ha Urean volvelds C 20 ton/ha VDM volvelds 220 l/ha Urean in de rij D 20 ton/ha VDM volvelds 140 l/ha Urean in de rij E 20 ton/ha VDM volvelds 11.5 ton/ha MC in de rij F 20 ton/ha VDM in de rij 140 l/ha Urean in de rij G 20 ton/ha VDM in de rij 65 l/ha Urean in de rij H 20 ton/ha VDM in de rij 7.5 ton/ha MC in de rij De geplande bijbemesting was gebaseerd op de aanname dat varkensdrijfmest met een gehalte van 5.6 kg N/ton en 2.7 kg P 2 O 5 /ton aangewend zou worden. Na aanwenden bleek echter uit de laboratoriumanalyse dat de gebruikte mest een gehalte had van 8.1 kg N/ton en 6.0 kg P 2 O 5 /ton. De bijbemesting was toen echter al uitgevoerd zodat er meer stikstof en fosfaat aangevoerd is dan gepland. Gedurende het seizoen is geen aanvullende bemesting meer uitgevoerd. Direct na bemesten is de grond bewerkt tot een diepte van 30 cm en heeft pootbedbereiding plaats gevonden door inzet van een voorzetwoeler (tot een diepte van 20 cm) in combinatie met een rotorkopeg (diepte 10 cm). Na beide bewerkingen is een profielkuil gegraven om vast te stellen of de mest verplaatst was. Ook na het poten zijn profielkuilen gegraven om de plaatsing van de mest te bepalen. Gemiddeld zat de mest 14 cm onder de poter met een afwijking van 2 cm in het horizontale vlak (figuur 2). Figuur 2: Plaatsing van de mest na grondbewerking en poten Gedurende de looptijd van het onderzoek werden diverse gewaswaarnemingen en metingen uitgevoerd zoals vaststelling van het nitraatgehalte in het plantsap (bladsteelmethode) en monitoring van het gewas m.b.v. een Yara N-sensor. Ook is een geheel nieuwe techniek ingezet; Multispectrale gewasopvolging. Tijdens de teelt is de bodemlaag 0-60 cm 2 maal bemonsterd op nitraat en na de oogst zijn de bodemlagen 0-30 cm, cm en cm bemonsterd. Het gewas is gedurende het groeiseizoen beoordeeld op kleur en stand van het gewas. Aan het eind van het groeiseizoen is de mate van afsterving van het loof beoordeeld. De aardappelen zijn eind september machinaal geoogst. Per veldje is het oogstproduct gesorteerd en van elke sortering is het gewicht bepaald. Ook is het onderwatergewicht bepaald.

6 - 4 - Maïsproef Net als bij de proef in aardappelen is de objectkeuze bij de proef in maïs besproken met de deelnemers aan het praktijknetwerk. Onder de deelnemers bestond de interesse om te onderzoeken of rijenbemesting met organische mest bij maïs zou leiden tot een verbetering van de N en P 2 O 5 opname, die zich vertaalt in een hogere opbrengst. Daarnaast wilde men onderzoeken of met een verlaging van de mestgift in de rij de opbrengst en kwaliteit van maïs op gelijk niveau zou blijven als bij een hogere gift, die volvelds wordt toegepast. Een positief resultaat van rijenbemesting zou het mogelijk maken om meer mest beschikbaar te hebben voor het grasland op het bedrijf. Verder vroegen enkele telers zich af of de verlaging van de stikstofgebruiksnorm naar 140 kg N/ha in 2012 niet te laag is voor de teelt van maïs. Het bemestingsadvies voor snijmaïs bedraagt 205 Nmin en voor korrelmaïs 185-Nmin. Bij een N voorraad van gemiddeld kg/ha zou een gift van kg N/ha nodig zijn. Als bijbemesting in de rij is gekozen voor kalkammonsalpeter. Hiermee zijn verschillende N-trappen aangelegd. De objecten zijn als gewarde blokkenproef in drie herhalingen aangelegd. In tabel 2 is de objectkeuze weergegeven. Tabel 2: Overzicht van de objecten aangelegd in snijmaïs (Ras: LG30.225) in 2012 praktijkperceel Maatschap Jacobs Nuth Object Basis bemesting Methode Bijbemesting rij A 40 ton/ha RDM Volvelds 150 kg/ha KAS B 40 ton/ha RDM Rij 225 kg/ha KAS C 40 ton/ha RDM Rij 150 kg/ha KAS D 40 ton/ha RDM Rij 75 kg/ha KAS E 30 ton/ha RDM Rij 225 kg/ha KAS F 30 ton/ha RDM Rij 150 kg/ha KAS G 30 ton/ha RDM Rij 75 kg/ha KAS Ook van dit perceel is voorafgaand aan de bemesting een algemeen bodemvruchtbaarheidsmonster genomen en zijn de lagen 0-30 cm en cm bemonsterd op stikstof. De bodemvoorraad bedroeg 32 kg/ha. Op 4 april is object A volvelds bemest met 40 ton/ha rundveedrijfmest. De drijfmest was afkomstig van het eigen rundvee van maatschap Jacobs. De mest werd aangewend met een zelfrijdend mestvoertuig (zelfde machine als bij de aardappelproef) voorzien van schijvenegbemester met een werkbreedte van 6 meter (figuur 3).

7 - 5 - Figuur 3: Volvelds aanwenden van rundveedrijfmest op het proefperceel in Nuth met een zelfrijdend mestvoertuig voorzien van schijvenegbemester. Op 6 april is bij de objecten B t/m G rijenbemesting uitgevoerd met rundveedrijfmest. Net als bij de aardappelen zijn voor het bemesten sporen gereden met een trekker voorzien van RTK-GPS, die door de zelfrijdende bemester werden gevolgd. Net als bij de aardappelproef is ook voor de rijenbemesting gebruik gemaakt van de Duport Terminator Strip-till bemester. Op 3 mei werd de grondbewerking uitgevoerd met een combinatie van voorzetwoeler en rotorkopeg. Direct daaropvolgend werd de maïs gezaaid met een vierrijige pneumatische zaaimachine. De trekker voor deze zaaimachine was dezelfde als waarmee voor het bemesten de sporen m.b.v. RTK-GPS werden gereden. Op deze manier kwam het maïszaad met een horizontale afwijking van minder dan 5 cm boven de mest te liggen. Na het zaaien werden profielkuilen gemaakt, waarin de afstand tussen zaad en mest werd vastgesteld. Gemiddeld lag de mest 15 cm dieper dan het zaaizaad. Gedurende het groeiseizoen zijn verschillende gewaswaarnemingen uitgevoerd. Zo werd een opkomsttelling uitgevoerd en werd de stand van het gewas beoordeeld en de lengte van het gewas na bloei gemeten. Net als bij de proef in aardappelen werd gedurende het groeiseizoen de voorraad aan stikstof in de bodem bemonsterd. Op 27 juni en 31 juli werd per object een monster genomen van de bodemlaag 0-60 cm. Na de oogst op 24 oktober werd per object een monster genomen van de bodemlagen 0-30 cm, cm en cm. Op 24 oktober werd de snijmaïs geoogst met een zelfrijdende proefveldhakselaar (figuur 4). Met deze hakselaar werden van ieder veldje de twee middelste rijen gehakseld. Tijdens het hakselen werd van ieder veldje een monster genomen van het geoogste product. Van dit monster werd door Blgg-Agroxpertus de voerderkwaliteit bepaald.

8 - 6 - Figuur 4: Oogst maïsproef met zelfrijdende proefveldhakselaar Resultaten proeven Aardappelproef N-min bemonstering. Om een beeld te krijgen van het stikstofverloop in de bodem zijn op verschillende tijdstippen in het groeiseizoen stikstofmonsters genomen van de bodemlaag 0-60 cm. Na de oogst van de aardappelen zijn ook stikstofmonsters genomen, maar nu van de bodemlagen 0-30 cm, cm en cm. Zowel bij aardappel als bij maïs zijn de monsters in de rug en rij gestoken. Figuur 5 geeft een overzicht van de voorraad aan stikstof in de bodem (0-60 cm) op 12 juni en 9 juli. In figuur 6 is per object de bodemvoorraad per bemonsterde laag op 10 oktober weergegeven. Op 12 juni is de gemiddelde stikstofvoorraad bij het object rijenbemesting met varkensdrijfmest en 140 l/ha Urean in de rij duidelijk hoger dan bij de overige objecten. Het verschil met een volvelds bemesting met 20 ton/ha varkensdrijfmest en eveneens een rijenbemesting met 140 l/ha bedraagt 200 kg N/ha. Verder valt op dat de stikstofvoorraad bij een bemesting met 220 l/ha Urean in de rij ongeveer 80 kg/ha hoger is dan bij een bemesting met 220 l/ha Urean volvelds; beide volvelds bemest met 20 ton/ha varkensdrijfmest. Op 9 juli zijn de stikstofvoorraden in de bodem sterk afgenomen en zijn de verschillen tussen de objecten kleiner. Uit de meting op 10 oktober blijkt, dat bij alle objecten nog een grote voorraad van meer dan 100 kg N/ha in de bodem aanwezig is.

9 - 7 - Figuur 5: Gemiddelde stikstofvoorraad (0-60 cm) in kg/ha Figuur 6: Gemiddelde stikstofvoorraad in de bodemlagen 0-30 cm, cm en cm en de totale stikstofvoorraad in de bodem gemeten na de oogst op 10 oktober (Wijnandsrade 2012)

10 - 8 - Plantsapmetingen N Plantsapmetingen in aardappelen worden uitgevoerd om te kunnen vaststellen of het gewas voldoende stikstof ter beschikking heeft om optimaal te kunnen produceren. Bij de plantsapmetingen wordt het nitraatgehalte in de bladsteeltjes vastgesteld. Hiertoe worden per perceel minimaal 20 bladsteeltjes verzameld van de bovenste volgroeide bladeren van verschillende aardappelplanten. Van een monster wordt plantsap uitgeperst. Van het plantsap wordt het nitraatgehalte bepaald. Hiervoor is een nitraatmeter gebruikt van SoilTech Solutions. Het gevonden nitraatgehalte wordt afgezet ten opzichte van ijk- of normlijnen die voor aardappelen beschikbaar zijn. Door DLV Plant is gedurende het groeiseizoen op een vijftal momenten vanaf 30 dagen na opkomst het nitraatgehalte in het plantsap van de bladsteeltjes van de aardappelen vastgesteld. De resultaten van de metingen zijn weergegeven in figuur 7. Figuur 7: Nitraatgehalte in het plantsap van de verschillende objecten gedurende het groeiseizoen Opvallend is dat bij de eerste bepaling van het nitraatgehalte 30 dagen na opkomst van de aardappelen het nitraatgehalte van alle objecten vrijwel tussen de normlijnen ligt. Alleen bij het object VDM vv en Urean vv 220 l/ha komt het nitraatgehalte nooit boven de normlijn gedurende het groeiseizoen. Bij de bepalingen op 9 juli en 31 juli komt het nitraatgehalte van dit object zelfs onder de normlijn. Op basis van deze gegevens zou object VDM vv en Urean vv 220 l/ha zelfs bijbemest moeten worden met 50 kg N per ha. Dit is in deze proef uiteraard niet uitgevoerd. De spreiding in nitraatgehalten tussen de verschillende objecten is betrekkelijk groot. Vergelijken we de objecten D (VDM vv Urean rij 140 l/ha) en F (VDM rij Urean rij 140 l/ha) dan ligt het nitraatgehalte bij de mest en kunstmest toepassing volledig in de rij altijd hoger dan bij de toepassing van VDM volvelds. Opvallend is dat dergelijke verschillen niet worden waargenomen bij de bepaling van N min in de laag 0-60 cm.

11 - 9 - De objecten G, H en F waarin zowel de drijfmest als de aanvullende bemesting in de rij is toegepast, tenderen naar een hoger nitraatgehalte in de bladsteeltjes in vergelijking met de objecten waarbij de dierlijke mest volvelds is toegepast. Bij deze objecten is de totale werkzame N gift ook nog lager geweest. Dit kan een gevolg zijn van het makkelijker beschikbaar zijn van het nitraat voor de aardappelplanten. Overige gewasmetingen Er zijn 2 relatief nieuwe gewasmonitoringstechnieken ingezet om vast te kunnen stellen of het gewas bijbemest moet worden. De Yara N-sensor (figuur 8) meet en analyseert het zonlicht dat door het gewas wordt gereflecteerd. Uit de gewasreflectie wordt de stikstofopname door het gewas afgeleid en deze wordt vergeleken met een streefwaarde. Als de N-opname onder de streefwaarde ligt wordt een bijmestgift berekend. Figuur 8: Meten van de gewasreflectie met een Yara N-sensor (handmeter) Bij de metingen met de Yara N-sensor zijn geen betrouwbare verschillen in N-opname tussen de objecten waargenomen. Bij multispectrale gewasopvolging worden hoge resolutie camera s gemonteerd op een klein vliegtuig. Hiermee kunnen spectraalopnamen van het gewas gemaakt worden. Bij deze methode worden een aantal nadelen van het maken van satellietbeelden ondervangen. Satellietbeelden kunnen immers alleen gemaakt worden bij onbewolkt weer. In Nederland is dit de laatste jaren een te groot risico gebleken. Ook is de pixel grootte van satellietbeelden te groot om details te kunnen waarnemen. Om deze problemen te ondervangen is de methode multispectrale gewasopvolging in ontwikkeling. Het vliegtuig waar de camera s aan gemonteerd zijn kan onder de wolken door vliegen. Daardoor zijn gedetailleerde beslissing ondersteunende beelden mogelijk ondanks bewolking. In 2012 zijn metingen uitgevoerd met een klein onbemand vliegtuigje (UAV= unmanned aerial vehicle). Aan dit vliegtuigje waren camera s bevestigd waarmee spectraalmetingen uitgevoerd zijn. Bij de uitvoering en analyse van de beelden is gebleken dat de techniek nog verder doorontwikkeld moet worden om praktijkrijp te worden. De verwachting is dat een en ander wel perspectiefvol is.

12 Opbrengst en kwaliteit In figuur 9 zijn de gemiddelde opbrengst en onderwatergewicht per object van de aardappelproef weergegeven. Figuur 9: gemiddelde opbrengst en onderwatergewicht per object Tussen de verschillende bemestingsobjecten bestaat geen significant verschil in opbrengst. Toch zijn er enkele trends waarneembaar. Rijenbemesting van varkensdrijfmest in combinatie met rijenbemesting met Urean lijkt een hogere opbrengst te geven dan een volveldsbemesting van varkensdrijfmest aangevuld met rijenbemesting met Urean. Zelfs de lage dosering Urean in combinatie met rijenbemesting van mest geeft een hogere opbrengst dan volvelds mest toedienen met de hogere dosering Urean. Rijenbemesting met Urean geeft een hogere opbrengst dan volvelds bemesting met dezelfde hoeveelheid Urean. Tussen een volvelds bemesting met KAS of Urean bestaat nagenoeg geen verschil. Bij een volvelds bemesting met varkensdrijfmest geeft een bijbemesting met 11.5 ton/ha mineralenconcentraat (totaal 263 kg N/ha werkzaam) in de rij een vergelijkbare opbrengst als 220 l/ha Urean (totaal 253 kg N/ha werkzaam) in de rij. Rijenbemesting met varkensdrijfmest aangevuld met 140 l/ha Urean (totaal 223 kg N/ha werkzaam) in de rij geeft een hogere opbrengst dan rijenbemesting met varkensdrijfmest aangevuld met 7.5 ton/ha mineralenconcentraat (totaal 230 kg N/ha werkzaam) in de rij.

13 In de procentuele verdeling van de opbrengst over de sorteermaten <40 mm, mm, mm kunnen geen duidelijke verschillen worden waargenomen. Bij de sorteermaat > 70 mm kunnen wel enkele significant verschillen tussen de objecten worden waargenomen. Zo is het gewichtspercentage aan knollen > 70 mm bij het object volvelds bemest met 20 ton/ha varkensdrijfmest aangevuld met 140 l/ha Urean in de rij significant lager dan bij rijenbemesting met 20 ton/ha varkensdrijfmest aangevuld met 140 l/ha Urean. Maïsproef Gewaswaarnemingen maïs In het maïsproefveld zijn diverse gewaswaarnemingen uitgevoerd. In een vroeg stadium zijn planttellingen uitgevoerd, de plantlengte is op meerdere tijdstippen gemeten en de gewasstand is beoordeeld. Alleen de plantentellingen voor de objecten bemest met 30 of 40 ton/ha rundveedrijfmest aangevuld met 225 kg KAS (hoogste dosering) lieten een significant lager plantaantal zien dan bij de overige objecten. Bij alle andere waarnemingen werden geen significante verschillen gevonden, dit is mede veroorzaakt door de grote verschillen tussen de herhalingen. Nmin bemonstering Voor aanvang van de teelt bedroeg de bodemvoorraad stikstof in de bodemlaag 0-60 cm 31kg N/ha. Gedurende het groeiseizoen is de voorraad aan stikstof in de bodemlaag 0-60 cm bemonsterd (figuur 10). Figuur 10: Gemiddelde stikstofvoorraad (0-60 cm) in kg/ha

14 De voorraad aan stikstof in de bodem laat op 27 juni een duidelijk verloop zien dat correspondeert met de hoeveelheid toegediende stikstof uit organische mest en kunstmest bij zaaien. Op 31 juli is bij alle objecten de voorraad aan stikstof in de bodem sterk afgenomen. Wat opvalt, is dat de hoeveelheid stikstof in de bodem bij het volvelds bemest object zeer sterk is afgenomen. Een verklaring hiervoor kan zijn doordat de bemonstering in de gewasrij heeft plaatsgevonden. De concentratie aan stikstof in de gewasrij is bij de objecten met rijenbemesting hoger dan bij het volvelds bemest object. Toch was dit verschil op 27 juni niet waarneembaar. Ook toen werd bemonsterd in de gewasrij. Direct na de oogst is de hoeveelheid stikstof in de bodemlagen 0-30 cm, cm en cm bemonsterd (figuur 11). Ook nu heeft de bemonstering plaatsgevonden in de gewasrij. Figuur 11: Gemiddelde stikstofvoorraad in lagen, gemeten direct na de oogst Na de oogst worden stikstofvoorraden in de bodem gemeten die variëren tussen de 35 kg N/ha en 74 kg N/ha. Met name bij de objecten bemest met 40 ton/ha rundveedrijfmest in de rij aangevuld met 225 kg/ha KAS in de rij en 150 kg/ha KAS in de rij worden hoeveelheden van 71 en 74 kg N/ha gemeten in de bodemlaag 0-90 cm. Ook hier weer de opmerkingen dat de bemonstering bij alle objecten heeft plaatsgevonden in de gewasrij.

15 De objecten bemest met 30 ton/ha rundveedrijfmest in de rij hebben na de oogst een lagere voorraad aan stikstof in de bodem variërend tussen de 35 en 51 kg N/ha. Opvallend is dat zowel bij 40 ton/ha rundveedrijfmest als bij 30 ton/ha rundveedrijfmest in de rij aangevuld met 150 kg/ha KAS de voorraad aan stikstof in de bodemlaag 0-90 cm hoger is dan bij een rijenbemesting met 225 kg/ha KAS. Op 24 oktober is de maïs geoogst. De oogst van het praktijkperceel, waarin de proef was aangelegd, vond 4 dagen eerder plaats. Met oogsten is lang gewacht omdat de teler de kolf nog niet droog genoeg achtte voor oogst. Het gewas was bij oogst al ver afgestorven, wat ook terug te zien is in het hoge droge stofgehalte. In tabel 3 zijn de oogstresultaten weergegeven. Tabel 3: Gemiddeld vers- en drogestofopbrengst aan maïs voor de verschillende objecten geoogst op 24 oktober (Nuth 2012). Droge stof Drogestofopbrengst Object Vers opbrengst (kg/ha) (%) (kg/ha) RDM vv (40) + KAS (150) RDM rij (40) + KAS (225) RDM rij (40) + KAS (150) RDM rij (40) + KAS (75) RDM rij (30) + KAS (225) RDM rij (30) + KAS (150) RDM rij (30) + KAS (75) Gemiddeld P (<0.05) LSD Uit de resultaten blijkt, dat er tussen de objecten geen significante verschillen bestaan in vers- en drogestofopbrengst. Tussen de herhalingen bestond de nodige spreiding in vers opbrengst. Het object bemest met 40 ton/ha rundveedrijfmest volvelds aangevuld met 150 kg/ha KAS in de rij heeft gemiddeld de hoogste opbrengst. Een verlaging van de rijenbemesting van 40 ton/ha naar 30 ton/ha heeft in 2012 geen duidelijk effect op de vers- en drogestofopbrengst Van ieder veldje is bij oogst een monster genomen, waarvan door Blgg AgroXpertus de voederkwaliteit is bepaald. Uit de analyse van de voerderkwaliteit blijkt, dat de verschillen in VEM en VEVI waarden tussen de objecten klein zijn (tabel 4). De VEM-waarden liggen bij alle objecten net onder de 1000 g/kg ds. Ook bij de meeste andere kwaliteitsparameters zijn de verschillen tussen de objecten klein of zijn de verschillen als gevolg van spreiding tussen de herhalingen niet significant. Alleen in ruw eiwit en OEB

16 (Onbestendig Eiwit Balans) bestaat een significant verschil tussen de objecten. De hoeveelheid ruw eiwit bij het object bemest met 30 ton/ha rundveedrijfmest in de rij aangevuld met 75 kg/ha KAS in de rij (laagste stikstofgift) heeft het laagste gehalte aan ruw eiwit en is significant lager dan het gehalte aan ruw eiwit bij een bemesting met 40 ton/ha rundveedrijfmest in de rij aangevuld met 225 kg/ha KAS en een bemesting met 30 ton/ha rundveedrijfmest aangevuld met 225 kg/ha KAS. Dit laatste object heeft gemiddeld het hoogste gehalte aan ruw eiwit en een hogere OEB. De verschillen in ruw eiwit in het object bemest met 40 ton/ha rundveedrijfmest volvelds aangevuld met 150 kg/ha KAS in de rij versus het object bemest met 30 ton/ha rundveedrijfmest en 150 kg/ha KAS; en het object bemest met 40 ton/ha rundveedrijfmest in de rij aangevuld met 75 kg/ha KAS in de rij versus het object bemest met 30 ton/ha rundveedrijfmest in de rij aangevuld met 75 kg/ha KAS in de rij zijn significant. Een hogere stikstofgift in de rij resulteert in een hoger gehalte aan ruw eiwit in het geoogste product. Tabel 4: Gemiddelde voederwaarde per object in % van ds Object Ds VEM VEVI DVE Ruw eiwit OEB Structuur Ruw as VCOS (%) Ruw vet Ruwe celstof Suiker Zetmeel RDM vv (40) + KAS (150) ab a RDM rij (40) + KAS (225) bc a RDM rij (40) + KAS (150) abc a RDM rij (40) + KAS (75) ab a RDM rij (30) + KAS (225) c b RDM rij (30) + KAS (150) ab a RDM rij (30) + KAS (75) a a Gemiddeld P (<0.05) LSD

17 Conclusie en bijdrage aan doelstelling In 2012 is gestart met onderzoek naar het effect van rijenbemesting met organische en anorganische meststoffen in de gewassen aardappelen en (snij)maïs. Omdat in Zuid Limburg geen mestvoertuigen beschikbaar zijn, die uitgerust zijn met RTK-GPS, is voorafgaande aan de bemesting bij zowel aardappelen als maïs een spoor gereden met een tractor die wel was voorzien van RTK-GPS. Met deze tractor zijn uiteindelijk ook de poot- en zaaiwerkzaamheden uitgevoerd. Waarnemingen lieten zien, dat de meststoffen (zowel organisch als anorganisch) met een horizontale afwijking van < 5 cm naast en soms zelfs exact onder de gewasrij aanwezig waren. De grondbewerking, die na de bemesting werd uitgevoerd, heeft niet geleid tot het sterk verplaatsen van de organische mest. In het gewas aardappelen werd een volvelds bemesting met varkensdrijfmest vergeleken met een rijenbemesting. De rijenbemesting werd uitgevoerd met een strip-till rijenbemester. De mest werd op een diepte van 16 cm onder het maaiveld gebracht. Na het poten zat de mest ongeveer 14 cm onder de poter. Voor het gewas aardappelen, dat in de regel een slechter ontwikkeld wortelstelsel heeft, is dit waarschijnlijk te diep. Een diepte van 5-8 cm onder de poter lijkt meer gewenst. Uit de analyse van de mest (na het aanwenden) bleek, dat het gehalte aan stikstof en fosfaat in de mest veel hoger was dan vooraf geschat bij het maken van de bemestingsplannen. Hiermee wordt direct een belangrijk nadeel blootgelegd van het gebruik van organische mest in de praktijk. Ook dan komt het regelmatig voor dat na aanwenden blijkt dat de mest hogere gehaltes aan mineralen bevat of dat de gehaltes tussen de verschillende mestvrachten sterk verschillen. Een goede mestopslag, die regelmatig gemixt wordt en waarvan, door vooraf te bemonsteren, bekend is welke gehaltes de mest bevat, kan een uitkomst bieden. Ondanks dat een bemesting met varkensdrijfmest in de rij een hogere opbrengst gaf in vergelijking met een volvelds bemesting met eenzelfde hoeveelheid stikstof en fosfaat, was dit verschil in opbrengst niet significant. Ook bestond er een trend, dat bij een bemesting met varkensdrijfmest in de rij een verlaging van de Urean naar 65 l/ha een hogere opbrengst werd gehaald in vergelijking met een volvelds bemesting aangevuld met een 30 kg/ha hogere stikstofgift in de vorm van 140 l/ha Urean in de rij. Na de oogst werd bij alle objecten de hoeveelheid stikstof in de bodemlaag 0-90 cm bepaald. Hoewel van het gewas aardappelen bekend is dat na de oogst hoge gehaltes aan stikstof in de bodem kunnen achterblijven, zijn de waarden die gemeten werden, extreem hoog. De verklaring hiervoor is dat het aanbod aan stikstof op het perceel hoog was als gevolg van een bemesting met organische mest in de zomer van het voorgaande jaar en de hoge gehaltes aan stikstof in de organische mest die in het voorjaar werd aangewend. In 2013 zal het onderzoek dan ook worden herhaald op een perceel waar in het voorgaand jaar geen bemesting met organische mest is uitgevoerd in de zomer. In het onderzoek van 2012 is de Urean en het mineralenconcentraat voor het poten handmatig toegediend in een sleuf die machinaal werd getrokken. Uit de discussie die met de deelnemers is ontstaan, kwam naar voren dat het van belang is om de meststoffen bij rijenbemesting goed onder de poter te plaatsen. In het vervolgonderzoek in 2013 zal gebruik gemaakt gaan worden van technieken, waarmee dit uitvoerbaar is.

18 Ook in (snij)maïs werd een vergelijkend onderzoek aangelegd tussen volvelds bemesting en rijenbemesting. Naast een gelijke hoeveelheid rundveedrijfmest (40 ton/ha) bij beide aanwendingsvarianten werd ook gekeken naar het effect van een verlaging van de hoeveelheid rundveedrijfmest (30 ton/ha) bij rijenbemesting op de opbrengst en kwaliteit. In 2012 kon geen verschil in opbrengst en kwaliteit worden aangetoond tussen volvelds bemesting en rijenbemesting. Ook een verlaging van de hoeveelheid rundveedrijfmest naar 30 ton/ha in de rij gaf een vergelijkbare vers- en drogestofopbrengst als bij volvelds en rijenbemesting met 40 ton/ha. Opgemerkt moet worden dat tussen de herhalingen de nodige spreiding in opbrengst bestond. Ook na de teelt van maïs kan de hoeveelheid stikstof in de bodem hoog zijn. Bij de meting na de oogst viel op dat de voorraad aan stikstof in de bodemlaag 0-90 cm bij een volvelds bemesting lager was dan bij een rijenbemesting met een gelijke hoeveelheid stikstof en fosfaat. Dit lijkt veroorzaakt te zijn door de manier van meten. Omdat bij alle objecten de bemonstering in de gewasrij werd uitgevoerd, lijkt de hoeveelheid stikstof in de bodem na de oogst bij de objecten met rijenbemesting overschat. In 2013 zal het onderzoek worden voortgezet. In overleg met de deelnemers zullen de bemestingsstrategieën enigszins worden aangepast om het effect van rijenbemesting beter te kunnen toetsen. Naast praktijkproeven in aardappelen en maïs zullen strokendemonstraties met rijenbemesting worden aangelegd op de bedrijven van enkele deelnemers. De proeven van 2012 hebben geleerd dat het mogelijk is om zowel organische mest als kunstmest als rijenbemesting uit te voeren. Ook is gebleken dat er nog verbeteringen noodzakelijk zijn met betrekking tot beschikbaarheid van bemesters met RTK-GPS, plaatsing (diepte) van de mest en inzicht in de gehalten in mest, in ieder geval voor uitvoering van de bijbemesting. Om te komen tot een totaal systeem van rijenbemesting moeten een aantal onderdelen nog verder doorontwikkeld worden. Of toepassing van rijenbemesting leidt tot een verhoging van de efficiëntie van het N-gebruik kan op basis van deze proeven nog niet gezegd worden. Met name door onverwacht hoge gehalten in de mest bij de aardappelproef en grote verschillen tussen herhalingen in de maïsproef kan hier nog geen uitspraak over gedaan worden. In 2013 wordt verder beproefd. De resultaten van de proeven hebben er in ieder geval toe geleidt dat een rijenbemester voor toediening van organische mest op grotere schaal ingezet gaat worden door een van de deelnemers en dat een andere deelnemer een rijenbemester voor vloeibare mest aan het ontwikkelen is.

19 Veldexcursies De proeven die hierboven besproken zijn, zijn op 12 juni en 9 juli 2012 (figuur 12 en 13) bezocht door de deelnemers. Tijdens deze veldexcursies is een toelichting gegeven op de proeven en de tot dat moment behaalde resultaten. Een en ander werd bediscussieerd met de deelnemers. De excursie van 9 juli is gecombineerd met een veldexcursie van het waardenetwerk Organische en kunstmest in de rij. Dit waardenetwerk heeft in 2012 gewerkt aan het realiseren van de doelstelling: uitvoeren van rijenbemesting op 3 maïspercelen. Bij de excursie van 9 juli waren ook vertegenwoordigers van Provincie Limburg en WML aanwezig. Figuur 12: Veldexcursie maïsproef 12 juni 2012 Figuur 13: Veldexcursie 9 juli 2012: aardappelproef en maïsproef Demonstratiemiddagen In samenwerking met het PPL project Precisietoediening mineralen uit dierlijke mest, het praktijknetwerk Maïs telen met GPS op zand en het praktijknetwerk Mechanische onkruidbestrijding Zuid-Limburg zijn demonstratiemiddagen georganiseerd voor een breed publiek. Er is voor gekozen om een combinatie van verschillende projecten te demonstreren omdat de

20 onderwerpen in elkaars verlengde liggen en om de bezoekers een gevarieerd en interessant programma te kunnen bieden. Op 12 september is de eerste middag georganiseerd op PPO Vredepeel. De nadruk lag hierbij op Praktijknetwerk Rijenbemesting Zuid-Limburg, Praktijknetwerk Maïs telen met GPS op zand en het PPL project Precisietoediening mineralen uit dierlijke mest. De uitnodiging (figuur 14) bevatte uitleg over het programma en hoewel het samengestelde programma zeer interessant was, viel de publieke belangstelling wat tegen. Tijdens deze middag zijn een aantal filmpjes gemaakt die te bekijken zijn via de website van het praktijknetwerk Rijenbemesting Zuid-Limburg: Figuur 14: Programma demonstratie Vredepeel

21 Op 19 september is een demonstratiemiddag georganiseerd op Proefboerderij Wijnandsrade. Deze keer lag de nadruk op het Praktijknetwerk Rijenbemesting Zuid-Limburg, PPL project Precisietoediening mineralen uit dierlijke mest en Praktijknetwerk Mechanische onkruidbestrijding Zuid-Limburg. Ook nu kon zo een zeer interessant programma gepresenteerd worden (figuur 15). De publieke belangstelling was deze keer zeer goed te noemen. Ondanks de regen- en hagelbui waren de reacties over het programma zeer positief en enthousiast. Deze middag heeft zeer zeker bijgedragen aan het verspreiden van kennis over rijenbemesting en de toepassing daarvan. Figuur 15: Programma Demonstratie Wijnandsrade

22 Ook tijdens deze demonstratie zijn foto- en filmbeelden gemaakt (figuur 16 en 17). Figuur 16: Uitleg over de inhoud van de verschillende projecten

23 Figuur 17: Uitleg in het veld Winterbijeenkomst december 2012 is het praktijknetwerk bij elkaar geweest voor de winterbijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst is de website van het praktijknetwerk gelanceerd: Via deze website kunnen de deelnemers zich voorstellen, worden de resultaten van de proeven wereldkundig gemaakt, kunnen filmpjes en foto s van de activiteiten bekeken worden, kan men zich inschrijven voor een nieuwsbrief en wordt achtergrondinformatie over rijenbemesting gegeven. De website moet de komende maanden verder gevuld worden. Tijdens de winterbijeenkomst hebben de deelnemers aan het praktijknetwerk ervaringen uitgewisseld en zijn de resultaten van de proeven besproken. Er ontstond een levendige discussie over de verschillende aspecten die in 2012 ervaren zijn en waar in 2013 anders mee omgegaan moet of kan worden: Aardappel: Bij de volvelds toediening van Urean moet voortaan direct een grondbewerking uitgevoerd worden om vervluchtiging te voorkomen In 2013 verschil maken in de plaatsing van kunstmest; in de rug werken vs. onder de knol De aardappelproef komt op een perceel waar in 2012 uien gestaan hebben; de mest moet minder diep geplaatst worden dan in 2012 en de mest moet een gemiddeld gehalte aan mineralen bevatten Voorstel is om met de basisgift kunstmest kg N toe te dienen

24 Objecten met mineralenconcentraat laten vervallen (meerwaarde wordt niet ervaren). In plaats daarvan zou de mest op 2 verschillende dieptes geplaatst kunnen worden (als dat technisch mogelijk is) of meer variatie aanbrengen in de stikstofgiften Maïs: Variatie aanbrengen in tijdstip van bemesten; bijv. een maand voor zaaien of vlak van te voren. Dit met het oog op het risico van verbranding In 2012 is de basisbemesting uitgevoerd met 30 of 40 ton RDM. In 2013 moet hier meer verschil in aangebracht worden. Voorgesteld wordt om 2 objecten mee te nemen waarbij volvelds bemesting aangevuld wordt met 150 kg KAS in de rij. Volvelds resp. 20 en 40 ton Voorgesteld wordt om een demostrook aardappel in te wisselen voor korrelmaïs. Een en ander is verwerkt in de objectkeuze voor de veldproeven in 2013 en de aan te leggen demonstratiestroken praktijk. Overige activiteiten Het praktijknetwerk Rijenbemesting Zuid-Limburg heeft zich gepresenteerd bij de manifestatie Mineralen en Bedrijf in het kader van Van Papier naar Praktijk. Ook hier waren de resultaten van diverse projecten rondom mineralenmanagement te zien en werden een aantal inleidingen verzorgd.

Praktijknetwerk Rijenbemesting Zuid-Limburg. Tussenrapportage 2013

Praktijknetwerk Rijenbemesting Zuid-Limburg. Tussenrapportage 2013 Praktijknetwerk Rijenbemesting Zuid-Limburg Tussenrapportage 2013 Hoofdaanvrager: Mts. Huls Aanvraagnummer: 4090007971644 Deelnemers: Mts. Huls, VOF de Puthof, AgriMaas, Mts. Thijssens, Mts. Hartmann-Marx,

Nadere informatie

23 februari 2015, Gerard Meuffels WUR-PPO. Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

23 februari 2015, Gerard Meuffels WUR-PPO. Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland 23 februari 2015, Gerard Meuffels WUR-PPO Rijenbemesting Betere benutting van nutriënten en verkleinen van het risico van uitspoeling / afstroming Kunstmeststoffen reeds gangbare praktijk (o.a. mais) Stikstof:

Nadere informatie

Resultaten onderzoek Gerard Meuffels. Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

Resultaten onderzoek Gerard Meuffels. Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland Resultaten onderzoek 2013 Gerard Meuffels Rijenbemesting Betere benutting van nutriënten en verkleinen van het risico van uitspoeling / afstroming Kunstmeststoffen reeds gangbare praktijk (o.a. mais) Stikstof:

Nadere informatie

Praktijknetwerk Rijenbemesting Zuid-Limburg. Eindrapportage

Praktijknetwerk Rijenbemesting Zuid-Limburg. Eindrapportage Praktijknetwerk Rijenbemesting Zuid-Limburg Eindrapportage Hoofdaanvrager: Mts. Huls Aanvraagnummer: 4090007971644 Deelnemers: Mts. Huls, VOF de Puthof, AgriMaas, Mts. Thijssens, Mts. Hartmann-Marx, Snijders

Nadere informatie

N-systemen in wintertarwe

N-systemen in wintertarwe N-systemen in wintertarwe Inleiding HLB BV en Proeftuin Zwaagdijk voerden het project N-systemen in wintertarwe uit in opdracht van Productschap Akkerbouw in de periode 2010-2012. Doelstelling van het

Nadere informatie

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Marleen Plomp en Gerjan Hilhorst (Wageningen Livestock Research) Maart 217 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Dataset...

Nadere informatie

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen Resultaten uit onderzoek PPO en andere WUR-instituten Willem van Geel, PPO-AGV, 8-11-2012, Bergeijk Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Stimulering mestgebruik

Stimulering mestgebruik Stimulering mestgebruik Jan Paauw 28-02-2012 Opbouw Doel Praktijknetwerk Resultaten onderzoek Technieken mesttoepassing Ontwikkkelingen mest toepassing Doel Praktijknetwerk Stimuleren mestgebruik Welke

Nadere informatie

Stikstofbemesting bij biologische aardappelen

Stikstofbemesting bij biologische aardappelen Stikstofbemesting bij biologische aardappelen A. Beeckman (Inagro), J. Rapol (Inagro), L. Delanote (Inagro) Samenvatting Uit proeven van voorgaande jaren kwam naar voor dat stalmest te traag werkt om optimaal

Nadere informatie

Beproeving mineralenconcentraten en dikke fractie op bouwland

Beproeving mineralenconcentraten en dikke fractie op bouwland Beproeving mineralenconcentraten en dikke fractie op bouwland Resultaten 2009 en 2010 W. van Geel, W. van Dijk, R. Wustman en regionale onderzoekers Praktijkonderzoek Plant en Omgeving Inhoud Doel onderzoek

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek mineralenconcentraten op bouwland en grasland

Aanvullend onderzoek mineralenconcentraten op bouwland en grasland Aanvullend onderzoek mineralenconcentraten 2009 2010 op bouwland en grasland Onderzoek Mineralenconcentraten in consumptieaardappelen en snijmaïs in ZO NL 2010 Ing. H. Verstegen Praktijkonderzoek Plant

Nadere informatie

Gebruik Bokashi in de akkerbouw. 26 maart 2015, Gerard Meuffels

Gebruik Bokashi in de akkerbouw. 26 maart 2015, Gerard Meuffels Gebruik Bokashi in de akkerbouw 26 maart 2015, Gerard Meuffels Bokashi (2013) Keuze in Zuid Limburg om Bokashi uit stro en drijfmest te maken. Ingrediënten: 3 ton tarwe stro 8 ton varkensdrijfmest 10 ltr

Nadere informatie

Rijenbemesting en striptill bemesting hebben toekomst? Studiedag NVTL maart 2015, Gerard Meuffels WUR-PPO

Rijenbemesting en striptill bemesting hebben toekomst? Studiedag NVTL maart 2015, Gerard Meuffels WUR-PPO Rijenbemesting en striptill bemesting hebben toekomst? Studiedag NVTL 2015 10 maart 2015, Gerard Meuffels WUR-PPO Rijenbemesting Betere benutting van nutriënten en verkleinen van het risico van uitspoeling

Nadere informatie

Praktijknetwerk: Meer met minder door rechte sporen. Onderzoek rijenbemesting zand en lössgrond. Rijenbemesting. Organische mest in de rij

Praktijknetwerk: Meer met minder door rechte sporen. Onderzoek rijenbemesting zand en lössgrond. Rijenbemesting. Organische mest in de rij Agenda Praktijknetwerk: Meer met minder door rechte sporen 11 februari 2015 Dagvoorzitter: Ko Munneke Opening door Ko Munneke (Innovatie veenkoloniën) Presentatie Gerard Meuffels (PPO Vredepeel) Presentatie

Nadere informatie

Satellietbedrijf Graveland

Satellietbedrijf Graveland Satellietbedrijf Graveland Rapportage 2016 Algemeen Bedrijfsgegevens Naam:Firma Graveland Adres: Bosweg 5A, 7958 PZ Koekange Het bedrijf van Wout Graveland telt circa 100 stuks melkkoeien en 65 stuks jongvee.

Nadere informatie

Rijenbemesting met drijfmest bij snijmaïs. Inleiding. Rijenbemesting. Plaatsing van meststoffen. Effect van plaatsing

Rijenbemesting met drijfmest bij snijmaïs. Inleiding. Rijenbemesting. Plaatsing van meststoffen. Effect van plaatsing Rijenbemesting met drijfmest bij snijmaïs Inleiding Willem van Geel en Gerard Meuffels, PPO-AGV Effect rijenbemesting op mineralenbenutting en gewasgroei stikstof, fosfaat, kali Rijenbemesting met drijfmest

Nadere informatie

Satellietbedrijf Kooiker

Satellietbedrijf Kooiker Satellietbedrijf Kooiker Rapportage 2016 Algemeen Bedrijfsgegevens Naam: Mts Smeenge Adres: Hoofdweg 62 9483 PD Zeegse Teamsamenstelling: Jan Reinder Smeenge, Harry Koonstra, David van der Schans, Harm

Nadere informatie

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien.

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien. Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien. In opdracht van: Agro-vital/Agriton Molenstraat 10-1, 8391 AJ Noordwolde Fr, The Netherlands Uitgebracht door: N.G. Boot

Nadere informatie

Schoon,zuinig en precies

Schoon,zuinig en precies Schoon,zuinig en precies Koksijde 29 mei 2013 Rijenbemesting : Schoon en Zuinig! Schoon,zuinig en precies: * AFNEMERS VRAGEN EROM: Lage CO2- VOETAFDRUK is vereist * HET LEVERT GELD OP * DE SECTOR HEEFT

Nadere informatie

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven V. De Blauwer (Inagro), W. Odeurs (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Het is moeilijk voor een teler om het nitraatresidu na de teelt

Nadere informatie

AGRITON Inhoudsopgave:

AGRITON Inhoudsopgave: ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Inhoudsopgave: 1. Doel proef.... 2 2. Proefgegevens.... 2 3. Objecten... 2 4. Resultaten... 4 4.1 Algemeen... 4 4.2 Resultaten

Nadere informatie

Rest-N praktijkpercelen. Ondiep en lui wortelstelsel. Rijenbemesting en/of fractioneren? Dé oplossing? Stikstof plaatsen in de rij.

Rest-N praktijkpercelen. Ondiep en lui wortelstelsel. Rijenbemesting en/of fractioneren? Dé oplossing? Stikstof plaatsen in de rij. Rest-N praktijkpercelen 400 350 Rijenbemesting en/of fractioneren? Dé oplossing? Veerle De Blauwer Rest-N (kg N/ha) 300 250 200 150 100 50 0 157 174 159 125 130 120 115 109 81 96 2004 2005 2006 2007 2008

Nadere informatie

Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven

Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven Inleiding De CBGV baseert haar adviezen bij voorkeur op zoveel mogelijk proefresultaten. Resultaten moeten daarbij

Nadere informatie

Satellietbedrijf Tiems

Satellietbedrijf Tiems Satellietbedrijf Tiems Rapportage 2016 Algemeen Bedrijfsgegevens Naam:Maatschap Tiems-Cazemier Adres: Molenberg 2 9567 PP Anloo Het bedrijf van Henk Tiems telt ruim 100 stuks melkkoeien en 70 stuks jongvee.

Nadere informatie

Weersinvloeden op oogst Actualiteiten Ruwvoerteelten. Weersinvloeden op oogst Weersinvloeden op oogst Januari.

Weersinvloeden op oogst Actualiteiten Ruwvoerteelten. Weersinvloeden op oogst Weersinvloeden op oogst Januari. Actualiteiten Ruwvoerteelten Mei Juni 1 Juli Juli Oktober Oktober 2 Oktober Oktober Terugblik 2015 & Vooruit kijken op 2016 3 Wat is mijn droge stof opbrengst? 1 e snede 4.000 31% 2 e snede 3.000 23% 3

Nadere informatie

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN OPBRENGST EN KWALITEIT VAN RAAIGRAS BIJ VERMINDERDE BEMESTING Greet Verlinden, Thomas Coussens en Geert Haesaert Hogeschool Gent, Departement Biowetenschappen

Nadere informatie

Satellietbedrijf Mts. Boxen

Satellietbedrijf Mts. Boxen Satellietbedrijf Mts. Boxen Rapportage 2016 Algemeen Bedrijfsgegevens Naam: Mts Boxen Adres: Bosweg 1A, 7858 TA Eeserveen Bedrijf Ligging van bedrijf en de 2 demopercelen Het bedrijf van Mts. Boxen telt

Nadere informatie

Resultaten pilot 2018/2019 Groene Weide Meststof H. Canter Cremers

Resultaten pilot 2018/2019 Groene Weide Meststof H. Canter Cremers Resultaten pilot 2018/2019 Groene Weide Meststof H. Canter Cremers Akkers 9.328 ha 61.904 ha 17.428 ha K2O: 38.339 ton P2O5: 8.052 ton N tot: 35.314 ton S: 7.445 ton Totaal bemestingsmineralen Achterhoek

Nadere informatie

Meer en beter gras van Eigen land met onze nieuwe graslandverzorgingsmachine

Meer en beter gras van Eigen land met onze nieuwe graslandverzorgingsmachine Nieuwsbrief nr.1 maart 2015 Technieken en wetgeving veranderen continu. Middels de nieuwsbrief gaan we proberen u een aantal keer per jaar op de hoogte te houden van de actualiteiten en nieuwe ontwikkelingen

Nadere informatie

Invloed van stikstofniveau en -deling op eiwitgehalte en opbrengst van zetmeelaardappelen.

Invloed van stikstofniveau en -deling op eiwitgehalte en opbrengst van zetmeelaardappelen. Invloed van stikstofniveau en -deling op eiwitgehalte en opbrengst van zetmeelaardappelen. Ing. K.H. Wijnholds Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Businessuni Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente

Nadere informatie

Betere maïs met drijfmest in de rij

Betere maïs met drijfmest in de rij Betere maïs met drijfmest in de rij Mogelijkheden en beperkingen van drijfmest in de rij op snijmaïs Albert-Jan Bos DLV Rundveeadvies 12 febr. 2015 Inhoud Hoe werkt het? Wat zijn de effecten op de opbrengst?

Nadere informatie

Mineralen op Maat. Mineralen op Maat. Winterbijeenkomsten 5-11-2012. Doelstelling project:

Mineralen op Maat. Mineralen op Maat. Winterbijeenkomsten 5-11-2012. Doelstelling project: Winterbijeenkomsten Dit project wordt medegefinancierd door Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland Ed Boerboom Mineralen op Maat Indeling presentatie:

Nadere informatie

Bokashigebruik in de Nederlandse Akkerbouw. Eindrapportage 2015

Bokashigebruik in de Nederlandse Akkerbouw. Eindrapportage 2015 Bokashigebruik in de Nederlandse Akkerbouw Eindrapportage 2015 Hoofdaanvrager: Mts. Wimmers Aanvraagnummer: 5020010024245 Deelnemers: Mts. Wimmers, Loonbedrijf Hartmann, Mts. de With, Kamp Agro, Mts. Schot

Nadere informatie

BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS. Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016

BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS. Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016 BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016 BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS Opbrengstproeven De Marke en Den Eelder 2015 en 2016 Meting NH 3 emissie De Marke

Nadere informatie

Bemestingsproef snijmaïs Beernem

Bemestingsproef snijmaïs Beernem Bemestingsproef snijmaïs Beernem 1. Context Het onderzoek richt zich op het bereiken van innovatieve strategieën om agro- en bio-industriële nutriëntenrijke stromen te recycleren. Het agronomische en ecologische

Nadere informatie

Rijenbemesting met mengmest bij maïs

Rijenbemesting met mengmest bij maïs Rijenbemesting met mengmest bij maïs Auteurs Gert Van de Ven 14/03/2014 www.lcvvzw.be 2 / 10 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 4 De technieken... 5 Mest toedienen voor het zaaien... 5 Rijenbemesting

Nadere informatie

Onderzoek compost in de akkerbouw op PPO-locatie Vredepeel

Onderzoek compost in de akkerbouw op PPO-locatie Vredepeel Onderzoek compost in de akkerbouw op PPO-locatie Vredepeel Onderzoek in opdracht van Attero Ing. K.H Wijnholds en Ir. G.J.H.M (Gerard) Meuffels Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie

Bemesting in maïs. Oktober 2011

Bemesting in maïs. Oktober 2011 Bemesting in maïs uitgevoerd in opdracht van: Agriton BV Oktober 2011 Proefnummer: 11647 Oktober 2011 H. de Vries Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon +31 (228) 56 31 64 Fax +31

Nadere informatie

Satellietbedrijf Mts. Kievit

Satellietbedrijf Mts. Kievit Satellietbedrijf Mts. Kievit Rapportage 2016 Algemeen Bedrijfsgegevens Naam: Mts Kievit Adres: Bongveenweg 4 9496 TE Bunne Bedrijf Kievit Het bedrijf melkt ongeveer 140 koeien en houdt 100 stuks jongvee.

Nadere informatie

3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie

3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie 3.3 Maïs: Fosfaat De adviesgift voor fosfaat is afhankelijk van de grondsoort, de fosfaattoestand en de gewasbehoefte. Het advies bestaat uit een gewasgericht en een bodemgericht advies. Aan beide adviezen

Nadere informatie

Gebruik satelliet- en andere sensing beelden mbt precisiebemesting

Gebruik satelliet- en andere sensing beelden mbt precisiebemesting Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) Gebruik satelliet- en andere sensing beelden mbt precisiebemesting IJkakker deelproject A3, variabele bemesting Herman Krebbers DLV Plant Doelen

Nadere informatie

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn Resultaten Systeemonderzoek Vredepeel geven aan: Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn BAVB workshop 11 februari 2014 Janjo de Haan Nieuw mestbeleid heeft

Nadere informatie

3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie

3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie 3.3 Maïs: Fosfaat De adviesgift voor fosfaat is afhankelijk van de grondsoort, de fosfaattoestand en de gewasbehoefte. Het advies bestaat uit een gewasgericht en een bodemgericht advies. Aan beide adviezen

Nadere informatie

Wintergerst als groenbemester en stikstofvanggewas. W.C.A. van Geel & H.A.G. Verstegen

Wintergerst als groenbemester en stikstofvanggewas. W.C.A. van Geel & H.A.G. Verstegen Winter als groenbemester en stikstofvanggewas W.C.A. van Geel & H.A.G. Verstegen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV PPO nr. 3253013350 juni 2008 2008 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant

Nadere informatie

Economische gevolgen verlaagde N-gebruiksnormen. Wim van Dijk (PPO) Hein ten Berge (PRI) Michel de Haan (ASG)

Economische gevolgen verlaagde N-gebruiksnormen. Wim van Dijk (PPO) Hein ten Berge (PRI) Michel de Haan (ASG) Economische gevolgen verlaagde N-gebruiksnormen Wim van Dijk (PPO) Hein ten Berge (PRI) Michel de Haan (ASG) Inhoud Waar vloeien economische effecten uit voort? Effecten op gewasniveau Evaluatie veldproeven

Nadere informatie

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1 Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Bram Vervisch, Annelies Beeckman, Johan Rapol, Lieven Delanote, Victoria Nelissen, Koen Willekens Inleiding Proeven de voorbije jaren hebben aangetoond

Nadere informatie

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt?

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? J. Bonnast (BDB), W. Odeurs (BDB) Samenvatting Het optimaliseren van de teelttechniek is een uitdaging voor iedere

Nadere informatie

WAT U MOET WETEN OVER STIKSTOF VRAGEN EN ANTWOORDEN

WAT U MOET WETEN OVER STIKSTOF VRAGEN EN ANTWOORDEN WAT U MOET WETEN OVER STIKSTOF VRAGEN EN ANTWOORDEN Masterplan Mineralenmanagement Meer met minder stikstof De vraagstukken rondom de voedselzekerheid voor een groeiende wereldbevolking en de afnemende

Nadere informatie

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe Opdrachtgever: Auteur:

Nadere informatie

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu? 25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu? Resultaten van systeemonderzoek Bodemkwaliteit op Zand van WUR proeflocatie Vredepeel 24 januari 2019, Janjo de Haan, Marie Wesselink, Harry Verstegen

Nadere informatie

Strategisch(er) stikstof bemesten op melkveebedrijven

Strategisch(er) stikstof bemesten op melkveebedrijven Strategisch(er) stikstof bemesten op melkveebedrijven Welke stikstof-bemestingsadvies gebruik je als stikstof knelt? Jantine van Middelkoop, Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen Gebruiksnormen

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 29 nateelt groenbemesters Nederlands Limburg Onderdeel: Werkgroep 3 Document: Rapport Tijdstip: januari 21 Versie: 1 Status: definitief Opgesteld door: Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Aardappelen: meer dynamiek, minder nutriënten

Aardappelen: meer dynamiek, minder nutriënten Aardappelen: meer dynamiek, minder nutriënten 2 maart 27 Ir. Veerle De Blauwer Inhoud Situtatieschets bij aardappelen Toegepaste technieken Resultaten Conclusies Reststikstof Kg NO 3 - N/ha 24 (x12) 25

Nadere informatie

Wintergranen : actueel hoge N-reserves

Wintergranen : actueel hoge N-reserves Wintergranen : actueel hoge N-reserves Jan Bries, Davy Vandervelpen, Bodemkundige Dienst van België Na de vorstperiode halfweg januari is op de Bodemkundige Dienst de staalnamecampagne voor de bepaling

Nadere informatie

DEMOPROJECT MAÏS BEMESTEN: OUDE PRINCIPES, NIEUWE TECHNIEKEN

DEMOPROJECT MAÏS BEMESTEN: OUDE PRINCIPES, NIEUWE TECHNIEKEN DEMOPROJECT MAÏS BEMESTEN: OUDE PRINCIPES, NIEUWE TECHNIEKEN DEMOPROJECT MAÏS BEMESTEN: OUDE PRINCIPES, NIEUWE TECHNIEKEN 3 JUNI 2014 Doel: Nitraatresidu in maïs beperken via een verdere optimalisatie

Nadere informatie

Rijenbemesting en fractioneren 2012

Rijenbemesting en fractioneren 2012 Rijenbemesting en fractioneren 2012 V. De Blauwer (Inagro), J. Bries (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Het nitraatresidu ligt na de teelt van aardappelen vaak te hoog. Aardappelen springen namelijk

Nadere informatie

Bemesting aardappelen2017

Bemesting aardappelen2017 Bemesting aardappelen2017 Bemesting 2017 Waar zijn we mee bezig? Mest, daar zit wat in => maar wat? Fosfaat => VDM RDM Magnesium bemesting Telen 2.0 Plantversterkers Bemesting keuze mestsoort Varkensdrijfmest

Nadere informatie

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN! MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN! In deze editie aandacht voor: Vernietigen en verkleinen vanggewas ph Organische stof: compost Kali bemesting Onderzaai Raskeuze Organisatie maisteelt Een plant groeit

Nadere informatie

Bodemkwaliteit op zand

Bodemkwaliteit op zand Bodemkwaliteit op zand 2011-2016 Resultaten gangbare en biologische bedrijfssystemen rond opbrengsten, bodemkwaliteit, bemesting en uitspoeling Themamiddag Bemesting Akkerbouw, Putten, 30 november 2017

Nadere informatie

Naar 95% benutting van N uit kunstmest. Herman de Boer Divisie Veehouderij, Animal Sciences Group (Wageningen UR), Lelystad

Naar 95% benutting van N uit kunstmest. Herman de Boer Divisie Veehouderij, Animal Sciences Group (Wageningen UR), Lelystad Naar 95% benutting van N uit kunstmest Herman de Boer Divisie Veehouderij, Animal Sciences Group (Wageningen UR), Lelystad Opbouw presentatie Hoezo 95% benutting? Waarom nieuw onderzoek aan vloeibare kunstmest?

Nadere informatie

Invloed van de stikstofgift op kwaliteit en opbrengst in zaaiuien. rapport / publicatie. nr

Invloed van de stikstofgift op kwaliteit en opbrengst in zaaiuien. rapport / publicatie. nr Invloed van de stikstofgift op kwaliteit en opbrengst in zaaiuien rapport / publicatie nr. 08-08 Uireka is een uniek driejarig ketenproject met als doel het verbeteren van de kwaliteit en daarmee het

Nadere informatie

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Natuur en Landschap Pleasure green Milieu Tonnis van Dijk Nutriënten Management Instituut NMI 3 november 2011 Beperkingen in bemesting Europese regelgeving:

Nadere informatie

Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf

Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf Pilotveehouder Henk van Dijk Proeftuinadviseur Gerrit de Lange Countus Accountants Proeftuin Natura 2000 Overijssel wordt mede mogelijk gemaakt door: 8

Nadere informatie

Naar 95% benutting van N uit kunstmest Herman de Boer Divisie Veehouderij, Animal Sciences Group (Wageningen UR), Lelystad

Naar 95% benutting van N uit kunstmest Herman de Boer Divisie Veehouderij, Animal Sciences Group (Wageningen UR), Lelystad Naar 95% benutting van N uit kunstmest Herman de Boer Divisie Veehouderij, Animal Sciences Group (Wageningen UR), Lelystad Opbouw presentatie Hoezo 95% benutting? Waarom nieuw onderzoek aan vloeibare kunstmest?

Nadere informatie

Gebruiksruimte anders verdelen tussen maïs en gras?

Gebruiksruimte anders verdelen tussen maïs en gras? Gebruiksruimte anders verdelen tussen maïs en gras? Jaap Schröder (WUR) & Albert Jan Bos (DLV), Huidige advies: Bemest maïs niet onder 80% van N-advies, de rest naar het grasland: N-advies maïs: 180 Nmin

Nadere informatie

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI 4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 22 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI (in samenwerking met de Vlaamse Compostorganisatie, VLACO) DOEL In een lange termijnproef wordt de bodemverbeterende

Nadere informatie

Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken

Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken Auteurs Wendy Odeurs en Jan Bries Joos Latré Dieter Cauffman en Koen Vrancken Jef Verheyen Gert Van de Ven 14/03/2014 www.lcvvzw.be 2 / 13 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Gebruik ORGAplus organische meststoffen in aardbeien. Auteur(s) Jos Wilms en Gerard Meuffels (PPO-Vredepeel)

Gebruik ORGAplus organische meststoffen in aardbeien. Auteur(s) Jos Wilms en Gerard Meuffels (PPO-Vredepeel) Gebruik ORGAplus organische meststoffen in aardbeien Auteur(s) Jos Wilms en Gerard Meuffels (PPO-Vredepeel) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Akkerbouw, Vollegrondsgroenten en Groene Ruimte PPO nr.

Nadere informatie

Resultaten demonstratieproject Bokashi in Flevoland 2013 en 2014

Resultaten demonstratieproject Bokashi in Flevoland 2013 en 2014 Resultaten demonstratieproject Bokashi in Flevoland 2013 en 2014 26 maart 2015, Lubbert van den Brink Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland SPF: Stichting

Nadere informatie

Rijenbemesting in relatie tot schilkwaliteit tafelaardappelen, 2010

Rijenbemesting in relatie tot schilkwaliteit tafelaardappelen, 2010 Rijenbemesting in relatie tot schilkwaliteit tafelaardappelen, 2010 Hanja Slabbekoorn Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit AGV PPO nr. 32 501 773 00 Juni 2011 (ZW3733)

Nadere informatie

Stikstofbemestingsadviezen: zijn ze nog actueel en wat zou moeten veranderen?

Stikstofbemestingsadviezen: zijn ze nog actueel en wat zou moeten veranderen? Stikstofbemestingsadviezen: zijn ze nog actueel en wat zou moeten veranderen? Themamiddag Bemesting Akkerbouw, Putten 30 november 2017 Romke Postma, Willem van Geel (WUR) & Janjo de Haan (WUR) Aanleiding

Nadere informatie

Effecten van zwavel, borium en mangaan bij de teelt van zetmeelaardappelen

Effecten van zwavel, borium en mangaan bij de teelt van zetmeelaardappelen Effecten van zwavel, borium en mangaan bij de teelt van zetmeelaardappelen Inleiding In opdracht van het Productschap Akkerbouw (PA) voerden HLB B.V., BLGG AgroXpertus en NMI een tweejarig onderzoeksproject

Nadere informatie

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia Vervolgonderzoek in 2005 P.J. van Leeuwen, A.Th.J. Koster en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen maart 2006 PPO

Nadere informatie

ONDERZAAI GRAS IN BLOEMKOOL: EFFECT OP HET NITRAATRESIDU

ONDERZAAI GRAS IN BLOEMKOOL: EFFECT OP HET NITRAATRESIDU ONDERZAAI GRAS IN BLOEMKOOL: EFFECT OP HET NITRAATRESIDU Proefcode : OL13 BKTTZA Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg

Nadere informatie

Gemengde rijentoepassing GBM en meststoffen

Gemengde rijentoepassing GBM en meststoffen Gemengde rijentoepassing GBM en meststoffen Meerjarige onderzoeksresultaten naar de werking van Actara, Subliem en Amistar bij gecombineerde rijentoediening met APP of Humifirst in de teelt van pootgoed

Nadere informatie

De bemestende waarde van bermmaaisel, slootmaaisel en heideplagsel

De bemestende waarde van bermmaaisel, slootmaaisel en heideplagsel De bemestende waarde van bermmaaisel, slootmaaisel en heideplagsel K.B. Zwart Nota 108 De bemestende waarde van bermmaaisel, slootmaaisel en heideplagsel K.B. Zwart Plant Research International B.V., Wageningen

Nadere informatie

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO)

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO) Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO) Inleiding Door de lage graanprijzen staat het rendement van de graanteelt onder druk. De aanzienlijke

Nadere informatie

Gebruik van varkensdrijfmestdigestaat in de akkerbouw

Gebruik van varkensdrijfmestdigestaat in de akkerbouw Gebruik van varkensdrijfmest in de akkerbouw Verslag van een vierjarige demo, uitgevoerd binnen het project Nutriënten Waterproof op proefboerderij Vredepeel Willem van Geel, Janjo de Haan & Harry Verstegen

Nadere informatie

Stikstofonderzoek 2010 en Verslag over drie stikstofhoeveelhedenproefvelden 12P04

Stikstofonderzoek 2010 en Verslag over drie stikstofhoeveelhedenproefvelden 12P04 Stikstofonderzoek 2010 en 2011 Verslag over drie stikstofhoeveelhedenproefvelden 12P04 Stikstofonderzoek 2010 en 2011 Verslag over drie stikstofhoeveelhedenproefvelden Peter Wilting Stichting IRS Postbus

Nadere informatie

Grondbewerking voor Zetmeelaardappelen

Grondbewerking voor Zetmeelaardappelen Grondbewerking voor Zetmeelaardappelen Onderzoek in 2006 en 2007 in opdracht van: Verenigingen Voor Bedrijfsvoorlichting Communicatie in 2006 en 2007 in opdracht van: Provincie Groningen Onderzoek en communicatie

Nadere informatie

Programma voor vandaag:

Programma voor vandaag: Aardappelteelt Programma voor vandaag: Standdichtheid en benodigde hoeveelheid pootgoed Bemesting van aardappelen Opdrachten no.2 Pauze 10:30 10:45 PowerPoint presentatie / werk in groepen Opdrachten no.

Nadere informatie

Handleiding precisiebemesting van aardappelen met circulaire meststoffen

Handleiding precisiebemesting van aardappelen met circulaire meststoffen OP O Handleiding precisiebemesting van aardappelen met circulaire meststoffen VERSIE AUGUSTUS 2018 TE VINDEN OP : WWW.PRECISIEBEMESTINGZUIDHOLLAND.NL DE JUISTE PLAATS: IN DE WORTELZONE DE JUISTE MESTSTOF:

Nadere informatie

Ruwvoeravond. Passen alternatieve gewassen bij u?

Ruwvoeravond. Passen alternatieve gewassen bij u? Ruwvoeravond Passen alternatieve gewassen bij u? Hoornaar, 16 feb 2017 Akkerbouwmatige Ruwvoerteelt Planmatig werken aan een optimale(ruwvoer)opbrengst door te sturen op bodem en gewas +2.000 kg ds Wat

Nadere informatie

Rapport opdrachtgever 260. Rijenbemesting met drijfmest in maïs met GPS-besturing

Rapport opdrachtgever 260. Rijenbemesting met drijfmest in maïs met GPS-besturing Rijenbemesting met drijfmest in maïs met GPS-besturing December 2010 Colofon Uitgever Wageningen UR Livestock Research Postbus 65, 8200 AB Lelystad Telefoon 0320-238238 Fax 0320-238050 E-mail info.livestockresearch@wur.nl

Nadere informatie

Teamsamenstelling: Jan Reinder Smeenge, Harry Koonstra, David van der Schans (PPO-WUR)

Teamsamenstelling: Jan Reinder Smeenge, Harry Koonstra, David van der Schans (PPO-WUR) Rapportage Satellietbedrijf Smeenge Zeegse -2015 Teamsamenstelling: Jan Reinder Smeenge, Harry Koonstra, David van der Schans (PPO-WUR) Vlnr. Harry Koonstra, Jan Reinder Smeenge In mei 2015 met het team

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen

Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen In PPL het (Programma PrecisieLandbouw) (PPL) investeren investeren landbouwbedrijfsleven en en ministerie van van LNV LNV in in hulpmiddelen

Nadere informatie

Proefopzet In tabel 1 zijn enkele gegevens over het proefveld weergegeven.

Proefopzet In tabel 1 zijn enkele gegevens over het proefveld weergegeven. 13 Het effect van N-bodembemesting al of niet in combinatie met N-bladbemesting met Urean op de opbrengst van consumptieaardappelen Door Ir. H.J. Russchen, Ing. A. Mager (ALTIC) Inleiding In 26 is door

Nadere informatie

Boerenexperiment No 4 aanvulling

Boerenexperiment No 4 aanvulling Boerenexperiment No 4 aanvulling Aardappels op zware grond, aanvulling op rapport Aanvulling en Resultaten en ervaringen van de groenbemestervelden op zware klei, najaar 2012 Achtergrond De toepassing

Nadere informatie

Naar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting

Naar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting Naar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting Themadag bemesting akkerbouw, Nijkerk 2 februari 2017 Romke Postma, Willem van Geel (WUR) & Janjo de Haan (WUR) Romke.postma@nmi-agro.nl

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek mineralenconcentraten op bouwland en grasland

Aanvullend onderzoek mineralenconcentraten op bouwland en grasland Aanvullend onderzoek mineralenconcentraten 2009 2010 op bouwland en grasland Samenvatting van de resultaten uit de veldproeven en bepaling van de stikstofwerking Willem van Geel, Wim van den Berg, Wim

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek mineralenconcentraten op bouwland en grasland

Aanvullend onderzoek mineralenconcentraten op bouwland en grasland Aanvullend onderzoek mineralenconcentraten 2009 2010 op bouwland en grasland Rapportage van de resultaten van de veldproeven in wintertarwe (klei), zomergerst (zand) en zetmeelaardappelen (dalgrond) in

Nadere informatie

8.1 Stikstofbemesting en gebruik chlorofylmeter in aardappelen in Wallonië (2011)

8.1 Stikstofbemesting en gebruik chlorofylmeter in aardappelen in Wallonië (2011) 8.1 Stikstofbemesting en gebruik chlorofylmeter in aardappelen in Wallonië (2011) J.P. Goffart (CRA-W), Pierre Vereecke (FIWAP), Karel Vandemeulebroecke (CARAH), Mostafa Khalidi (Nitrawal) Samenvatting

Nadere informatie

Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen

Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen 8.4 Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen - 2011 W. Odeurs en J. Bries (BDB) Samenvatting Bodemkundige Dienst van België heeft in 2011 twee proefvelden aangelegd om het gebruik van

Nadere informatie

Fosfaat (rijen)bemesting in zaaiuien

Fosfaat (rijen)bemesting in zaaiuien Fosfaat (rijen)bemesting in zaaiuien Meerjarige onderzoekresultaten naar het effect van Avail, APP volvelds en fosfaatrijenbemesting met vloeibare meststoffen in de teelt van zaaiuien op kleigronden in

Nadere informatie

Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman

Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman Inleiding In opdracht van VBU (Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal) werd in

Nadere informatie

Eiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen

Eiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen Eiwitgewassen Eiwitrijke gewassen Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja Voordelen luzerne Nadelen luzerne Positief effect op bodemstructuur Droogteresistent door diepe beworteling Nalevering N: 60

Nadere informatie

Precisiebemesting & optimalisatie mineralen kringlopen met NIRS

Precisiebemesting & optimalisatie mineralen kringlopen met NIRS Precisiebemesting & optimalisatie mineralen kringlopen met NIRS Philipp Heck John Deere Intelligent Solutions Group Precisielandbouw Toepassingen 2 Mineralen Management & Bemesting Eisen en grote uitdagingen

Nadere informatie