RADIOTHERAPIE-GEÏNDUCEERDE NAUSEA EN BRAKEN IN PEDIATRISCHE HEMATO-ONCOLOGIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RADIOTHERAPIE-GEÏNDUCEERDE NAUSEA EN BRAKEN IN PEDIATRISCHE HEMATO-ONCOLOGIE"

Transcriptie

1 FACULTEIT FARMACEUTISCHE WETENSCHAPPEN Academiejaar Master-na-Master Ziekenhuisfarmacie Interuniversitaire opleiding KUL UA UGent VUB RADIOTHERAPIE-GEÏNDUCEERDE NAUSEA EN BRAKEN IN PEDIATRISCHE HEMATO-ONCOLOGIE MASTERPROEF Apr. Anneleen SPRIET PROMOTOR Prof. apr. H. Robays Prof. apr. F. Van Beek STAGEMEESTER Apr. M. Van Hooreweghe BEGELEIDER Dr. apr. T. Bauters

2 AUTEURSRECHT De auteur en de promotor geven de toelating deze masterproef voor consultatie beschikbaar te stellen en delen ervan te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting uitdrukkelijk de bron te vermelden bij het aanhalen van de resultaten uit deze masterproef. Gent, juni 2010 Prof. apr. H. Robays, promotor Apr. A. Spriet, auteur i

3 Dankwoord In de eerste plaats wens ik Prof. apr. H. Robays te bedanken om mij de kans te geven deze stage te lopen in het UZ Gent. Ook wil ik Prof. dr. T. Boterberg en Dr. J. Verlooy bedanken voor hun adviezen en opmerkingen bij het opstellen van de richtlijnen. In het bijzonder wil ik Dr. apr. T. Bauters bedanken voor de begeleiding bij het maken van dit werk. Verder wens ik ook het voltallige personeel te bedanken voor de goede sfeer in de ziekenhuisapotheek. Tenslotte ook een grote dankjewel voor mijn medestagiairs Iris, Charline, Maité en Fien voor alle leuke momenten in en buiten ons kotje. Zonder jullie was deze stage nooit hetzelfde geweest! ii

4 INHOUDSOPGAVE Dankwoord Inhoudsopgave Lijst met gebruikte afkortingen ii iii v 1. INLEIDING RADIOTHERAPIE GEÏNDUCEERDE NAUSEA EN BRAKEN Achtergrond Ontstaansmechanisme en patronen van RINV Risicofactoren Patiëntgerelateerde factoren Therapiegerelateerde factoren FARMACOLOGISCHE BEHANDELING Overzicht mogelijke therapieën HT 3 -receptorantagonisten Corticosteroïden NK1-antagonisten Dopamine-antagonisten Benzodiazepines Cannabinoïden Antihistaminica Profylaxe versus behandeling Specifiek pediatrische problemen Geneesmiddelengerelateerde problemen Terugbetalingscriteria PROBLEEMSTELLING EN DOELSTELLING 16 iii

5 3. METHODOLOGIE OVERZICHT VAN DE AANBEVELINGEN IN DE LITERATUUR Richtlijnen voor hoog risico Richtlijnen voor gemiddeld risico Richtlijnen voor laag risico Richtlijnen voor minimaal risico Samenvatting GENEESMIDDELENGEGEVENS RESULTATEN DISCUSSIE BESLUIT LITERATUURLIJST 30 BIJLAGEN 32 iv

6 LIJST MET GEBRUIKTE AFKORTINGEN 5-HT 5-HT 3 -RA ASCO ASHP CTZ CINV D2 DUE HBI IGARR MASCC MNP NCCN NK-1 NV RIE RIZIV RINV TBI UBI 5-hydroxytryptamine, serotonine 5-HT 3 -receptorantagonist American Society of Clinical Oncology American Society of Health-System Pharmacists Chemoreceptor-trigger-zone Chemotherapy-induced nausea and vomiting Dopaminereceptor-2 Drug Use Evaluation Hemibody irradiation The Italian Group for Antiemetic Research in Radiotherapy Multinational Association of Supportive Care in Cancer Medical Need programma National Comprehensive Cancer Network Neurokinine-1 Nausea and vomiting Radiotherapy-induced emesis Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Radiotherapy-induced nausea and vomiting Total body irradiation Upper body irradiation v

7 1. INLEIDING 1. INLEIDING 1.1 RADIOTHERAPIE GEÏNDUCEERDE NAUSEA EN BRAKEN Achtergrond Radiotherapie is een lokale behandelingsmethode met als doel het vernietigen van bepaalde doelwitcellen. Deze methode wordt frequent gebruikt in de behandeling van vaste tumoren en kan ook gebruikt worden om leukemie en lymfomen te behandelen. Dankzij nieuwe ontwikkelingen in de radio-oncologie is het mogelijk om hogere stralingsdosissen toe te passen, terwijl risico-organen beschermd worden. Hierdoor kunnen potentiële neveneffecten sterk verminderd worden (Feyer et al., 2005). Ondanks deze verbeteringen ondervinden toch 40 tot 80 % van de patiënten die radiotherapie ondergaan, misselijkheid en/of braken, afhankelijk van de zone van bestraling (MASCC, 2006). Slecht gecontroleerde misselijkheid en braken kan resulteren in potentieel levensbedreigende medische complicaties zoals dehydratatie, elektrolietenstoornissen en malnutritie. Daarnaast wordt de levenskwaliteit van de patiënt negatief beïnvloed en kan het er ook toe leiden dat verdere radiotherapiesessies worden uitgesteld of zelfs worden geweigerd door de patiënt. Dit kan uiteraard zware gevolgen hebben voor het succes van de behandeling. Wanneer de misselijkheid en het braken niet goed onder controle zijn, kan dit ook een risicofactor zijn voor de ontwikkeling van anticipatoire misselijkheid en braken. Dit is een geconditioneerde respons die ontstaat na voorafgaande negatieve ervaringen met de therapie, alhoewel ook individuele risicofactoren zoals angst en wagenziekte een belangrijke rol spelen. Profylactische behandeling met effectieve antiemetica is hierbij van belang, omdat een slechte controle van deze symptomen opnieuw aanleiding kan geven tot het weigeren van de therapie en dus invloed kan hebben op het resultaat van de behandeling en de overleving van de patiënt (Horiot J-C, 2004). Alhoewel radiotherapie geïnduceerde nausea en braken (Radiotherapy-Induced Nausea and Vomiting, RINV) algemeen als minder ernstig wordt beschouwd dan misselijkheid en braken veroorzaakt door chemotherapie, is het toch van belang om ook hieraan aandacht te besteden. De emetogene effecten van gefractioneerde radiotherapie kunnen immers aanzienlijk langer aanhouden dan deze van chemotherapie. Daarnaast 1

8 1. INLEIDING wordt gelijktijdige radio- en chemotherapie meer en meer de standaardbehandeling voor vaste tumoren, wat leidt tot een sterke toename van acute toxiciteit, waaronder behandelingsgeïnduceerde misselijkheid en braken. De ernst van deze symptomen kan zorgen voor een onvolledige aflevering van deze combinatietherapie en dus zo ook de genezingskansen verminderen (Horiot & Aapro, 2004) Ontstaansmechanisme en patronen van RINV Het exacte mechanisme van RINV is onduidelijk. Stoornissen op zowel perifeer (ter hoogte van de gastro-intestinale tractus) als centraal niveau (chemoreceptor-triggerzone, CTZ) kunnen hierbij betrokken zijn. Het mechanisme is gelijkaardig aan dat van chemotherapie-geïnduceerde misselijkheid en braken (Chemotherapy-Induced Nausea and Vomiting, CINV). Blootstelling aan chemotherapeutica of aan bestraling leidt tot vrijstelling van serotonine (5-hydroxytryptamine, 5-HT) uit de enterochromaffiene cellen die gelokaliseerd zijn in de gastro-intestinale mucosa. De vrijgestelde serotonine interageert met perifere en centrale 5-HT 3 -receptoren ter hoogte van respectievelijk viscerale afferente neuronen en de chemoreceptor-trigger-zone. Op die manier wordt het braakcentrum gestimuleerd, wat leidt tot een braakreflex (Aapro, M., 2005; Abdelsayed G. G., 2007; Feyer et al., 2005; Zoubek et al., 1993). Een schematische weergave van het ontstaan van de braakreflex bij RINV wordt weergegeven in Figuur 1.1. Het tijdsverloop van nausea en braken na cytotoxische therapie kan worden onderverdeeld in een acute en een late fase. De acute fase wordt gedefinieerd als de eerste 24 u na de cytotoxische therapie en wordt verder opgedeeld in enerzijds acute start (<12 u) en laat-acute start (12-24 u). Onder de late fase wordt het optreden van symptomen 1 tot 5 dagen na de therapie begrepen. Deze fase kan tot 7 dagen aanhouden. De onderverdeling in deze fases wordt gemaakt omwille van variaties in de patronen van braken door verschillende cytotoxische therapieën. 2

9 1. INLEIDING FIG. 1.1.: BRAAKREFLEX BIJ RINV (Uit: Abdelsayed G. G., 2007) Naast variaties in het patroon van optreden van de symptomen, verschilt ook de duur van de symptomen. Deze duur is geassocieerd met het emetogeen niveau van de mogelijke behandelingen. Zo houden de symptomen van enkelvoudige dosissen radiotherapie slechts een aantal uur aan, terwijl bij bepaalde gefractioneerde schema s (gaande tot 40 fracties toegediend over 6 tot 8 weken) de symptomen veel langduriger kunnen voorkomen (Aapro M., 2005) Risicofactoren Patiëntgerelateerde factoren Factoren als geslacht, algemene gezondheidstoestand van de patiënt, leeftijd, gelijktijdige of recente chemotherapie, psychologische toestand (zoals de aanwezigheid van angst) en het stadium waarin de tumor zich bevindt, spelen een rol in het ontstaan en de ernst van radiotherapie geïnduceerd braken (Radiotherapy-Induced Emesis, RIE). Ook andere stimuli zoals geur, smaak en vestibulaire stimulatie beïnvloeden het ontstaan ervan. (ASHP reports, 1999; MASCC, 2006). Uit een observationele studie 3

10 1. INLEIDING bleek enkel voorafgaande ervaring met chemotherapie statistisch significant te zijn (IGARR, 1999) Therapiegerelateerde factoren Voorbeelden van therapiegerelateerde factoren die het risico op misselijkheid en braken zouden beïnvloeden zijn de stralingsdosis (zowel de dosis per keer als de totale dosis), fractionatie van de radiotherapie, het bestraald volume en de bestraalde zone (MASCC, 2006). Uit een observationele studie bleek echter dat slechts twee therapiegerelateerde factoren statistisch significant zijn voor RIE, namelijk de bestraalde zone (bovenbuik) en de grootte van het bestraalde gebied (>400 cm²). (IGARR, 1999). Zowel MASCC als ASCO stelden in 2006 richtlijnen op omtrent het gebruik van anti-emetica bij radiotherapie-geïnduceerde misselijkheid en braken. De basis van deze richtlijnen is de lichaamszone die bestraald wordt. Afhankelijk van deze zone wordt het emetogeen risico van de bestraling ingedeeld in vier niveaus: hoog (> 90%), gemiddeld (60-90%), laag (30-60%) en minimaal (< 30%). Emetogeen risico Bestraalde zone MASCC-richtlijn ASCO-richtlijn Hoog (> 90%) Volledig lichaam (TBI) Volledig lichaam (TBI) Gemiddeld (60-90%) Bovenbuik Buik, bekken Cranium (radiochirurgie), craniospinaal, mantelveld. Bovenbuik Bovenlichaam (HBI) Laag (30-59 %) Lage thorax en bekken Cranium, craniospinaal Lage thorax Cranium, craniospinaal Minimaal (< 30%) Hoofd en nek Extremiteiten Borst, cranium Hoofd en nek Extremiteiten Borst, cranium FIG. 1.2: EMETOGEEN RISICONIVEAU IN FUNCTIE VAN DE BESTRAALDE ZONE (Uit: ASCO, 2006; MASCC, 2006) 4

11 1. INLEIDING 1.2 FARMACOLOGISCHE BEHANDELING Overzicht mogelijke therapieën HT 3 -receptorantagonisten (5-HT 3 -RA s) De 5-HT 3 -receptoren zijn aanwezig op drie plaatsen: ter hoogte van de gastrointestinale tractus, in de chemoreceptor-trigger-zone en in de nucleus tractus solitarius (ter hoogte van het braakcentrum). Als gevolg van blootstelling aan bestraling of cytotoxische geneesmiddelen wordt serotonine (5-HT) vrijgesteld uit de enterochromaffiene cellen in de gastrointesinale mucosa, die gelokaliseerd zijn vlakbij de vagale afferente neuronen waarop de 5-HT 3 -receptoren aanwezig zijn. Het vrijgestelde serotonine activeert deze neuronen via de 5-HT 3 -receptoren, wat uiteindelijk leidt tot een sterke braakrespons, gemedieerd via de chemoreceptor-trigger-zone. Verschillende studies werden reeds uitgevoerd met de 5-HT 3 -RA s ondansetron (Zofran ), granisetron (Kytril ), tropisetron (Novaban ), dolasetron (niet verkrijgbaar in België) en palonosetron (Aloxi ). Ze hebben een uitstekende activiteit in de preventie van acute CINV, echter slechts weinig activiteit in de preventie van late CINV. In biologisch equivalente dosissen blijken de verschillende vertegenwoordigers even werkzaam en even veilig te zijn. Alhoewel 5-HT 3 -RA s een gelijkaardige structuur hebben, zijn er toch verschillen in hun farmacologie, wat resulteert in een verschillende farmacodynamie. Zo verschillen ze duidelijk qua halfwaardetijd. In volwassen kankerpatiënten heeft ondansetron het kortste halfleven (4 u), granisetron en tropisetron hebben respectievelijk een halfwaardetijd van 10,6 en 8 u. De halfwaardetijd van tropisetron kan echter toenemen tot 45 u bij slow metabolisers. Een ander verschil in farmacologie ligt in de natuur van het antagonisme. Ondansetron is een competitieve antagonist en kan dus bij hogere concentraties van 5-HT gemakkelijk verdreven worden van de receptor. Granisetron en tropisetron daarentegen vertonen een niet-competitief onoverbrugbaar antagonisme. De sterkte van hun effect is dus onafhankelijk van de grootte van de emetische respons. Daarnaast kan dit ook implicaties hebben voor de duur van hun effect aangezien ze gebonden blijven op hun target (Aapro M., 2005). Neveneffecten van de 5-HT 3 -RA s zijn over het algemeen mild. Hoofdpijn, constipatie, diarree en asthenie werden beschreven. 5

12 1. INLEIDING Het cytochroom P450 enzymsysteem speelt een rol in het metabolisme van alle 5-HT 3 -RA s. Ondansetron wordt gemetaboliseerd door een zeer breed spectrum van CYP iso-enzymen (CYP1A1, CYP1A2, CYP2D6 en CYP3A4/5), granisetron via verschillende CYP3A enzymen. Het metabolisme van tropisetron gebeurt echter bijna exclusief door CYP2D6. Bij gelijktijdige toediening van andere geneesmiddelen die interageren met CYP1A2, CYP2D6 of CYP3A4, moet dus rekening gehouden worden met mogelijke interacties (Jordan et al., 2007; Aapro M., 2005). Voor het iso-enzym CYP2D6 is er daarnaast een genetisch polymorfisme: 10% van de personen van het Kaukasische type blijken slow metabolisers te zijn, wat kan resulteren in hogere plasmaconcentraties, langer aanhouden van neveneffecten en een verhoogd risico op interacties. Een totaal van 2% van de Kaukasiërs zijn extensive metabolisers, waardoor een verminderde werkzaamheid mogelijk is (Aapro M., 2005). Ook bij RINV hebben de 5-HT 3 -RA s hun plaats, al dan niet in combinatie met andere anti-emetica. In de verschillende richtlijnen worden ze aangeraden voor zowel profylactisch gebruik als voor de behandeling van de symptomen ( rescue - behandeling), afhankelijk van het emetogeen risico van de radiotherapie (MASCC, 2006) Corticosteroïden Corticosteroïden zijn een belangrijke component in bijna elke anti-emetische therapie. Wanneer ze gebruikt worden in combinatie met andere anti-emetica, blijken ze een versterkend effect te hebben in het verhogen van de braakdrempel. Het exacte mechanisme waardoor ze een anti-emetisch effect hebben, is echter niet volledig gekend. Vermoedelijk werken ze enerzijds via een invloed op de prostaglandineactiviteit in de hersenen, anderzijds door een wijziging van de bloed-cerebrospinaal vocht-barrière en tenslotte ook door de inhibitie van corticale input naar het braakcentrum. Ook het anti-inflammatoir effect van de steroïden zorgt voor een antiemetische werking door het voorkomen van serotoninevrijstelling en door interferentie met de activatie van de 5-HT 3 -receptoren in het gastro-intestinaal systeem. Corticosteroïden verhogen het effect van bijna elk ander anti-emeticum en hebben ook een intrinsieke anti-emetische activiteit. Hierdoor zijn het belangrijke geneesmiddelen voor zowel profylaxe als therapie in zowel acute als late CINV. 6

13 1. INLEIDING Corticosteroïden worden beschouwd als veilige anti-emetica. Neveneffecten zijn gewoonlijk afhankelijk van de dosis en duur van de therapie. In een studie werden volgende problemen gemeld: slapeloosheid, moeilijke vertering, agitatie, verhoogde eetlust, gewichtstoename en acne. Opnieuw zijn de verschillende vertegenwoordigers equivalent qua werkzaamheid (Jordan et al., 2007). Corticosteroïden worden zowel oraal als parenteraal gebruikt in de profylaxe en de behandeling van RINV. Dexamethasone wordt het vaakst gebruikt. Verschillende bronnen raden het gebruik aan in combinatie met de 5-HT 3 -RA s, aangezien studies aangetoond hebben dat de combinatie zorgt voor een verhoogd anti-emetisch effect (Abdelsayed G. G., 2007) Neurokinine-1-antagonisten (NK-1-antagonisten) Aprepitant (Emend ), de eerste neurokinine-1-receptorantagonist, vertegenwoordigt een nieuwe klasse van anti-emetica. Aprepitant is geregistreerd voor het gebruik bij acute en late CINV veroorzaakt door sterk en matig emetogene chemotherapeutica. NK-1-antagonisten werken door het blokkeren van de activiteit van Substantie P (een neuropeptide) ter hoogte van de NK-1-receptoren die in grote mate aanwezig zijn ter hoogte van de chemoreceptor-trigger-zone, de nucleus tractus solitarius en de gastrointestinale tractus. Op deze manier wordt de braakrespons geremd op de drie niveaus. Verschillende studies hebben aangetoond dat het toevoegen van een NK-1- antagonist aan standaard anti-emetische therapie (combinatie van een 5-HT 3 -RA met dexamethasone) een significant effect heeft in de controle van acute en late nausea en braken door verschillende sterk emetogene chemotherapeutica. In alle studies was het effect van aprepitant vooral uitgesproken in de late fase. Algemeen is de incidentie van neveneffecten veroorzaakt door aprepitant in combinatie met een 5-HT 3 -RA en dexamethasone gelijkaardig aan deze zonder aprepitant. Tijdens klinische studies werden voornamelijk hoofdpijn, buikpijn, obstipatie, duizeligheid, anorexie, hik en milde verhoging van de levertransaminasen gezien. Aprepitant wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP3A4 en is ook een matige inhibitor ervan. Mogelijke interacties tussen aprepitant en andere geneesmiddelen zijn grondig onderzocht. In klinisch aanbevolen dosissen blijkt het 7

14 1. INLEIDING slechts een lichte invloed te hebben op de farmacokinetiek van andere geneesmiddelen gemetaboliseerd door CYP3A4 (Jordan et al., 2007). Aprepitant komt niet voor in de richtlijnen rond RINV. Het wordt ook niet vergoed in deze indicatie Dopamine-antagonisten Metoclopramide (Primperan ) is een D2-antagonist en werkt zowel perifeer ter hoogte van het gastro-intestinaal systeem als centraal ter hoogte van de chemoreceptortrigger-zone. Het effect van hoge dosissen metoclopramide bij patiënten die cisplatine krijgen zou te wijten zijn aan een antagonistische werking ter hoogte van de 5-HT 3 - receptoren. Door de intrede van nieuwere middelen (zoals 5-HT 3 -RA s) is metoclopramide niet langer de eerste keuze als anti-emeticum. Er is wel aangetoond dat de combinatie met corticosteroïden even effectief is als de 5-HT 3 -RA s in de preventie van late CINV. Toch wordt het niet meer aanbevolen in de nieuwe richtlijnen van ASCO en MASCC. In de behandeling van doorbraak CINV kan metoclopramide wel zinvol zijn indien optimale preventie werd gegeven. Er wordt gesteld dat het moet voorbehouden worden voor speciale omstandigheden zoals gekende intolerantie voor 5-HT 3 -RA s of steroïden. Nevenwerkingen die geassocieerd worden met het gebruik van metoclopramide zijn milde sedatie, extrapyramidale symptomen zoals dystonieën (voornamelijk bij hogere dosissen), diarree en orthostatische hypotensie (Jordan et al., 2007). In de richtlijnen rond RINV is er wel nog plaats voor metoclopramide. Het wordt er voorgesteld als rescue -therapie bij minimaal emetogeen risico als alternatief voor 5-HT 3 -antagonisten (MASCC, 2006). Naast metoclopramide zouden ook andere dopaminereceptorantagonisten gebruikt kunnen worden als anti-emeticum. De neuroleptica (fenothiazines en butyrofenonen) hebben echter slechts een beperkte anti-emetische activiteit en worden niet aanbevolen als eerstelijns anti-emetica. Ze kunnen wel nuttig zijn in de rescue - behandeling. Olanzapine zou veelbelovend zijn wanneer gebruikt in combinatietherapie. Het zorgt in dit geval voor een verhoogd anti-emetisch effect (Jordan et al., 2007). 8

15 1. INLEIDING Benzodiazepines Benzodiazepines zoals lorazepam en midazolam kunnen een nuttige aanvulling zijn op anti-emetische schema s in bepaalde omstandigheden. Lorazepam, een halflangwerkend benzodiazepine, kan gebruikt worden om angst te verminderen en zo het risico op anticipatoire nausea te reduceren. Het zorgt ook voor een beperkt bijkomend anti-emetisch effect. Het gebruik in monotherapie wordt echter niet aangeraden. Er werd aangetoond dat het effect van lorazepam op angst zeer belangrijk kan zijn bij de toediening van chemotherapie, wanneer het gebruikt wordt in combinatie met effectieve anti-emetische therapie. Midazolam is een kortwerkend benzodiazepine dat nuttig kan zijn bij patiënten met refractair braken, ondanks optimale profylaxe en therapie (Jordan et al., 2007). In de verschillende richtlijnen rond RINV hebben benzodiazepines ondanks hun effecten echter geen plaats Cannabinoïden Studies met cannabinoïden werden uitgevoerd na melding van gevallen van verminderd braken bij jongere patiënten die marihuana gebruikten tijdens hun chemotherapie. Cannabinoïden (zoals dronabinol en nabilone) hebben waarschijnlijk een anti-emetische werking door hun activiteit op de cannabinoïdreceptoren ter hoogte van de hersenstam. In een review waarin de werkzaamheid van cannabinoïden werd vergeleken met deze van conventionele anti-emetica (metoclopramide, fenothiazines, haloperidol), werd gezien dat cannabinoïden een beperkt hogere werkzaamheid hadden dan de conventionele middelen. Het gebruik van cannabinoïden wordt echter beperkt door de hoge incidentie van nevenwerkingen zoals duizeligheid, dysforie en hallucinaties. Neveneffecten zoals euforie en sedatie kunnen echter mogelijk nuttig zijn. De combinatie van enerzijds zwakke anti-emetische activiteit met anderzijds potentieel nuttige nevenwerkingen maakt dat cannabinoïden een zinvolle toevoeging kunnen zijn bij geselecteerde patiënten (Jordan et al., 2007) Antihistaminica Antihistaminica kunnen gebruikt worden omwille van hun anti-emetische eigenschappen. Daarnaast worden ze ook toegevoegd aan therapie met dopamine- 9

16 1. INLEIDING antagonisten om dystonische reacties te voorkomen. Studies met difenhydramine en hydroxyzine in de preventie van nausea en braken veroorzaakt door chemotherapeutica hebben echter geen anti-emetische activiteit aangetoond. Ze worden dus best niet gebruikt in deze indicatie (Jordan et al., 2007) Profylaxe versus behandeling De aanpak van RINV omvat enerzijds primaire en secundaire profylaxe en anderzijds specifieke behandeling. Primaire profylaxe omvat maatregelen om relevante risicofactoren te verminderen. Voorbeelden hiervan zijn adequate nutritionele ondersteuning en hydratatie, toepassen van andere radiotherapietechnieken en gebruik maken van dosis-volume histogrammen om zo het bestraalde volume te reduceren. Onder secundaire profylaxe valt profylaxe en behandeling met onder andere 5-HT 3 - receptorantagonisten (Abdelsayed, G. G., 2007). Al te vaak wordt pas bij symptomen van RINV behandeld in plaats deze trachten te voorkomen door een adequate profylaxe, mogelijk in een poging om kosten te beperken. In werkelijkheid is het echter zo dat het vermijden van deze profylaxe kan leiden tot hogere kosten door de verhoogde last voor de verpleging en de verminderde overleving van patiënten waarbij radiotherapiesessies worden uitgesteld omwille van nausea en braken. Ook het gebruik van oudere, goedkopere anti-emetica zorgt voor een vertekend beeld van de kosten omwille van de lagere effectiviteit van deze agentia in vergelijking met de 5-HT 3 -receptorantagonisten. Gebruik van minder dure middelen zal zorgen voor minder effectieve controle van misselijkheid en braken wat kan leiden tot doorbraaksymptomen, waardoor verdere behandeling met meer effectieve (en duurdere) middelen nodig zal zijn. Behandelen van symptomen van misselijkheid en braken is niet eenvoudig. Indien de anti-emetische behandeling niet onmiddellijk wordt toegepast, lopen patiënten het risico op langduriger braken, wat hun levenskwaliteit zal beïnvloeden en ook kan resulteren in verhoogde kosten door heropname in het ziekenhuis. Omwille van redenen van levenskwaliteit en therapietrouw, kosten zowel voor verpleging als voor geneesmiddelen en vooral patiëntoverleving wordt de profylactische aanpak van RINV aangeraden eerder dan behandeling van de symptomen. Aangezien 10

17 1. INLEIDING bewezen is dat het uitstellen van radiotherapie een negatief effect heeft op de uitkomst van de behandeling en de tumorcontrole, is het essentieel dat de patiënt zijn therapieschema volgens de planning doorloopt. De profylactische aanpak bij patiënten met gemiddeld tot hoog risico op RINV zal de incidentie ervan verminderen en hierdoor ook het risico op anticipatoire misselijkheid en braken tijdens het vervolg van de behandeling. Hoe dan ook moet dit voor iedere patiënt individueel bekeken worden. Sommige patiënten die minder emetogene radiotherapieschema s ondergaan, kunnen namelijk toch een hoger risico hebben op braken. Een voorbeeld hiervan zijn jonge vrouwen die vroeger reeds RINV of CINV hebben gehad. Ook deze patiënten hebben baat bij een adequate profylaxe. De meest effectieve beschikbare anti-emetische middelen zijn de 5-HT 3 - receptorantagonisten, die als de gouden standaard worden beschouwd. Deze middelen hebben een bewezen hogere werkzaamheid dan de oudere agentia en worden goed verdragen. Een aantal voordelen van profylactische toediening van 5-HT 3 -RA s in vergelijking met profylaxe met oudere middelen en behandeling van de symptomen wordt weergegeven in Figuur 1.3 (Horiot, J-C, 2004). Behandeling van symptomen Profylaxe met ouder middel Profylaxe met 5-HT 3 -RA Hoog risico op NV Doorbraak NV reëel Laag risico op of geen NV Anticipatoir NV reëel Anticipatoir NV reëel Laag risico op anticipatoir NV verpleegkundige behoeften verpleegkundige behoeften verpleegkundige behoeften kosten (verpleging, kosten (verpleging, Risico op kosten is laag hospitalisatie, rescue antiemetica) hospitalisatie, rescue antiemetica) / Veel neveneffecten (zoals extrapyramidale effecten) Minder nevenwerkingen: hoofdpijn, constipatie therapietrouw reëel therapietrouw reëel Mogelijk therapietrouw Onderbreking therapie reëel Onderbreking therapie reëel Radiotherapie volgens schema Patiëntoverleving mogelijk Patiëntoverleving mogelijk Patiëntoverleving FIG. 1.3: SAMENVATTING VAN DE VOORDELEN VAN PROFYLACTISCHE TOEDIENING VAN 5-HT3-RECEPTORANTAGONISTEN (Uit: Horiot J-C, 2004) 11

18 1. INLEIDING Specifiek pediatrische problemen Geneesmiddelengerelateerde problemen Rond de preventie van CINV bij kinderen werden slechts enkele studies uitgevoerd. Resultaten bekomen voor volwassenen kunnen echter niet direct geëxtrapoleerd worden naar kinderen. Farmacokinetiek en neveneffecten van geneesmiddelen kunnen immers verschillend zijn in beide populaties. Uit studies bij kinderen blijkt dat metoclopramide, fenothiazines en cannabinoïden slechts matig werkzaam zijn bij CINV en belangrijke nevenwerkingen zoals sedatie en extrapyramidale reacties frequenter voorkomen dan bij volwassenen. Ondansetron en granisetron zijn bewezen superieur aan de combinatie metoclopramidedexamethasone. Zoals bij volwassenen blijkt ook bij kinderen de combinatie van een 5- HT 3 -receptorantagonist met dexamethasone meer werkzaam te zijn dan een 5-HT 3 - receptorantagonist alleen. Pediatrische patiënten die chemotherapie met een hoog of gemiddeld emetogeen risico toegediend krijgen, zouden anti-emeticaprofylaxe met een 5-HT 3 -receptorantagonist in combinatie met dexamethasone moeten krijgen (Licitra et al., 2002; MASCC, 2006). Gegevens rond de aanpak van RINV bij kinderen werden niet teruggevonden, in tegenstelling tot gegevens rond CINV Terugbetalingscriteria De 5-HT 3 -antagonisten worden beschouwd als de gouden standaard zowel in de profylactische aanpak als in de behandeling van RINV. Deze middelen vallen onder hoofdstuk IV van de RIZIV-wetgeving. Dit betekent dat er pas terugbetaling is na akkoord van de adviserend geneesheer ( a priori controle). De specialiteit Zofran (ondansetron) komt voor onder de paragrafen 87 en 196. Novaban (tropisetron) valt voor de terugbetaling bij radiotherapie ook onder paragraaf 196. De vergoedingsvoorwaarden voor Kytril (granisetron) staan vermeld onder de paragrafen 100 en 196 (Website RIZIV, 2010). De inhoud van de verschillende paragrafen wordt weergegeven in Figuur 1.4. De vergoedingsvoorwaarden van de verschillende middelen zorgen ervoor dat het gebruik in de pediatrische setting bemoeilijkt wordt. De specialiteit Novaban wordt 12

19 1. INLEIDING enkel vergoed bij patiënten ouder dan 14 jaar. Voor Zofran en Kytril is een minimale stralingsdosis per zitting vereist. Ondanks de beperkingen worden deze geneesmiddelen toch zeer vaak gebruikt, weliswaar buiten de voorwaarden van de licentie. Dit wordt off-label gebruik genoemd. Het kan hierbij gaan om de toediening van een geneesmiddel aan een leeftijdscategorie die niet vermeld staat in de bijsluiter, voor een andere indicatie dan vermeld, via een andere toedieningsweg, in een andere dosis of met een ander dosisinterval dan beschreven in de licentie (Turner et al., 1998). In dit geval kan de farmaceutische firma het geneesmiddel gratis aanbieden als medisch monster of via een Medical Need-programma (indien bestaande). Voor medische monsters is er het Koninklijk Besluit van 11 januari 1993, dat gewijzigd werd door het KB van 4 juli Er wordt gesteld dat monsters enkel mogelijk zijn voor geneesmiddelen in de handel. Monsters mogen niet groter zijn dan de kleinste in de handel verkrijgbare verpakking. Op de buitenverpakking moet het volgende vermeld staan: Gratis monster mag niet worden verkocht. De arts moet voor medische monsters een aanvraag indienen bij het betrokken bedrijf. Een andere mogelijkheid is het opstarten van een Medical Need-programma (MNP). Dit houdt het ter beschikking stellen in van een geneesmiddel voor menselijk gebruik om tegemoet te komen aan de medische noden van de patiënt. Een MNP kan worden opgestart voor patiënten die lijden aan een chronische ziekte, een ziekte die de gezondheid ondermijnt of een levensbedreigende ziekte die niet op bevredigende wijze kan worden behandeld met een geneesmiddel dat in de handel is en dat vergund is voor die aandoening. Een aantal voorwaarden zijn wettelijk vastgesteld: - het betrokken geneesmiddel maakt het onderwerp uit van een aanvraag voor het in de handel brengen (VHB), maar de indicatie voor de behandeling van deze aandoening is echter niet toegelaten of het geneesmiddel is nog niet op de markt op een daadwerkelijke manier met deze indicatie - het geneesmiddel wordt gratis ter beschikking gesteld aan de patiënt - door het bedrijf wordt melding gemaakt aan de overheid (FAGG) en een ethisch comité - de arts dient een schriftelijke aanvraag in bij het bedrijf (Willems L., ) 13

20 1. INLEIDING 87 Subparagraaf Subparagraaf De specialiteit wordt slechts vergoed als is aangetoond dat ze is voorgeschreven voor de preventie en de behandeling van misselijkheid en braken, veroorzaakt door: ( ) - hetzij bij radiotherapie waarvan de dosis per zitting gelijk is aan of hoger is dan 8 Gy. De specialiteit wordt slechts vergoed als is aangetoond dat ze is voorgeschreven voor de behandeling van misselijkheid en braken veroorzaakt door een radiotherapie waarvan de dosis per zitting gelijk is aan of hoger dan 1,5 Gy op een gebied waarvan een gedeelte minstens bevindt in de zone tussen de wervels D11 en L3 bij patiënten waarbij de totale dosis van radiotherapie, ter hoogte van het abdominale gebied geprojecteerd uit D11 en L3, gelijk of hoger is dan 25 Gy (met een minimum van 1,5 Gy per zitting). De toediening van de andere klassieke anti-emetica moet uitlopen op een mislukking. Op basis van een gemotiveerd verslag van een geneesheer-specialist in de radiotherapie dat het volgende vermeldt: - de lokalisatie van de oorspronkelijke tumor - de totale dosis - de voorziene verdeling en de spreiding - de bovenste en onderste limieten - het behandelingsveld geprojecteerd op de afdruk van het bepalen van het middelpunt kan de adviserend geneesheer de vergoeding toestaan. De machtiging tot terugbetaling kan slechts een week langer duren dan de radiotherapeutische behandelingsperiode. FIG. 1.4: VERGOEDINGSVOORWAARDEN 5-HT 3 -ANTAGONISTEN (HOOFDSTUK IV) PER PARAGRAAF (DEEL 1) (Uit: Website RIZIV, 2010) 14

21 1. INLEIDING 100 Subparagraaf Idem subparagraaf Subparagraaf Idem subparagraaf De specialiteit wordt vergoed in de indicatie preventie van radiotherapie geïnduceerde misselijkheid en braken bij volwassenen (14 jaar of ouder) wanneer ze tegelijkertijd worden voorgeschreven met één van de volgende soorten radiotherapie: Totale lichaamsbestraling, half lichaamsbestraling, hoog abdominale bestraling, klein bekken bestraling, mantelveld bestraling, craniale radioheelkunde, craniospinale bestraling. Op grond van een gemotiveerd verslag van de geneesheer-specialist, verantwoordelijk voor de behandeling, levert de adviserend geneesheer aan de rechthebbende de machtiging af. ( ) Dit verslag vermeld uitdrukkelijk: ( ) de exacte benaming van de bestraling. FIG. 1.4: VERGOEDINGSVOORWAARDEN 5-HT 3 -ANTAGONISTEN (HOOFDSTUK IV) PER PARAGRAAF (DEEL 2) (Uit: Website RIZIV, 2010) 15

22 2. PROBLEEM- EN DOELSTELLING 2. PROBLEEM- EN DOELSTELLING Radiotherapie-geïnduceerd nausea en braken (RINV) wordt algemeen als minder ernstig beschouwd dan misselijkheid en braken veroorzaakt door emetogene chemotherapeutica. Toch kan dit zeer belastend zijn voor de patiënt en een invloed hebben op de levenskwaliteit. Ook kan het aanleiding geven tot klinisch belangrijke nevenwerkingen zoals dehydratatie en elektrolietenstoornissen. Dit kan er op zijn beurt voor zorgen dat volgende sessies worden uitgesteld waardoor het succes van de behandeling vermindert en uiteindelijk de mortaliteit kan toenemen. Recent zijn in het ziekenhuis richtlijnen opgesteld voor de profylaxe en behandeling van chemotherapie-geïnduceerde nausea en braken, specifiek voor de pediatrische hemato-oncologie. In de literatuur is echter minder informatie te vinden over de problematiek bij radiotherapie, zeker wat betreft de pediatrische populatie. Het doel van deze masterproef is te komen tot werkbare richtlijnen voor profylaxe en behandeling van RINV, zowel voor pediatrische als volwassen patiënten. Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke RIZIV-criteria voor terugbetaling van de gebruikte geneesmiddelen in de pediatrische setting. Deze richtlijnen zullen opgesteld worden op basis van literatuurgegevens, aangevuld met gegevens door klinische expertise van de behandelende artsen. 16

23 3. METHODOLOGIE 3. METHODOLOGIE Richtlijnen omtrent het gebruik van anti-emetica bij radiotherapie geïnduceerde nausea en braken werden opgesteld op basis van aanbevelingen aanwezig in de literatuur gecombineerd met de klinische ervaring van de behandelende artsen. Verschillende organisaties (ASCO, MASCC, NCCN) hebben richtlijnen gepubliceerd met aanbevelingen voor het gebruik van anti-emetica. Er bestaan echter verschillen tussen deze richtlijnen, zowel qua definitie van het emetogeen risico als qua voorgestelde anti-emetica profylaxe en/of behandeling. Dit is onder meer te wijten aan de beperkte hoeveelheid bronnen met een hoge graad van evidentie. Er zijn namelijk slechts weinig gecontroleerde studies, daarnaast is het aantal patiënten in deze studies vaak slechts gering (Maranzano et al., 2005). Hieronder wordt een overzicht gegeven van de aanbevelingen voor de verschillende risicocategorieën, opgesteld door de verschillende organisaties. 3.1 OVERZICHT VAN DE AANBEVELINGEN IN DE LITERATUUR Richtlijnen voor hoog risico Enkel volledige lichaamsbestraling (Total Body Irradiation, TBI) wordt in de verschillende richtlijnen geclassificeerd onder hoog emetogeen risico. Bij patiënten onder TBI komt nausea en braken bijna algemeen voor omwille van de hoge totale dosis en de grootte van het bestraald gebied. Bij enkelvoudige dosis TBI wordt een grotere fractie wordt toegediend in vergelijking met radiotherapie verdeeld in fracties gespreid over een aantal dagen. Enkelvoudige dosis TBI zal dus ook een hoger emetogeen risico met zich meebrengen (Maranzano et al., 2005; Urba et al., 2007). In Tabel 3.1 worden de aanbevelingen van de verschillende organisaties samengevat. De drie richtlijnen komen vrij goed overeen wat betreft de aanpak van RINV bij hoog emetogeen risico. Profylactische dagelijkse toediening van een 5-HT 3 - receptorantagonist wordt aangeraden. Het toevoegen van dexamethasone wordt aangeraden door MASCC, terwijl NCCN en ASCO deze keuze overlaten aan de behandelende arts (Maranzano et al., 2005; Urba et al., 2007). 17

24 3. METHODOLOGIE TABEL 3.1: RICHTLIJNEN VOOR HOOG EMETOGEEN RISICO (MASCC: betrouwbaarheidsniveau/consensusniveau; ASCO: evidentieniveau/graad van aanbeveling; zie bijlage) NCCN MASCC ASCO - Profylaxe met ondansetron of granisetron. - Dexamethasone mag worden toegevoegd. - Toediening op elke dag van de bestraling. Profylaxe met een 5-HT 3 - antagonist (hoog/hoog) + dexamethasone (gemiddeld/hoog) - Profylaxe met een 5-HT 3 - antagonist (II/B) +/- dexamethasone (III/C) voor iedere toegediende fractie en tot tenminste 24u erna. - Geen enkele 5-HT 3 -RA wordt verkozen boven een andere Richtlijnen voor gemiddeld risico Bestraling van de bovenbuik wordt door zowel MASCC als ASCO geplaatst onder gemiddeld emetogeen risico. De door NCCN aanbevolen aanpak suggereert dat ook deze organisatie dit zo classificeert. Bij patiënten die gefractioneerde bestraling van de bovenbuik ondergaan, werd een incidentie van 50 80% gerapporteerd. Bij degenen die de bestraling in één dosis toegediend kregen, is de incidentie van nausea en braken 80% (Maranzano et al., 2005; Urba et al., 2007). Een overzicht van de richtlijnen is weergegeven in Tabel 3.2. TABEL 3.2: RICHTLIJNEN VOOR GEMIDDELD EMETOGEEN RISICO NCCN MASCC ASCO - Profylaxe met ondansetron, granisetron of dexamethasone - Dagelijkse toediening, voor de dosis bestraling. Profylaxe met een 5-HT 3 - antagonist (hoog/hoog) voor iedere fractie en voor de volledige duur van de cyclus. - Profylaxe met een 5-HT 3 - antagonist voor iedere fractie (II/A). - Alternatief: Dopamineantagonist (bij bestraling van onderlichaam/craniospinaal) 18

25 3. METHODOLOGIE De ASCO-richtlijnen verschillen van de NCCN- en MASCC-richtlijnen in wat gecategoriseerd wordt onder gemiddeld emetogeen risico. Bestraling van het bekken, het mantelveld en craniospinale bestraling vallen volgens ASCO ook onder dit risiconiveau, naast bestraling van de bovenbuik. Profylaxe met een 5-HT 3 -antagonist wordt in deze gevallen dus ook aanbevolen. Bij patiënten die craniospinale radiotherapie of bestraling van de onderste helft van het lichaam ondergaan, kan een dopaminereceptorantagonist zoals metoclopramide een meer geschikte keuze zijn, aangezien deze vormen van bestraling een lager risico op braken hebben. De richtlijnen van de verschillende organisaties komen overeen in de keuze voor dagelijkse profylactische toediening van een 5-HT 3 -antagonist. In de NCCN-richtlijn wordt dexamethasone als alternatief aangeduid (Urba et al., 2007) Richtlijnen voor laag risico Radiotherapie van de lage thorax, het bekken, het cranium en craniospinale radiochirurgie wordt geplaatst onder laag emetogeen risico. In deze categorie zijn er enkele verschillen tussen de richtlijnen. De aanbevelingen van NCCN en MASCC komen overeen, de ASCO-richtlijnen zijn meer uitgesproken. In de ASCO-richtlijnen is er overlapping tussen de verschillende risiconiveaus wat betreft de bestraalde zones (zie ook Figuur 1.2). De aanbevelingen worden samengevat in Tabel 3.3 (Urba et al., 2007). TABEL 3.3: RICHTLIJNEN VOOR LAAG EMETOGEEN RISICO NCCN MASCC ASCO - Geen primaire profylaxe. - Rescue met ondansetron (p.o.), 2-3 x daags bij doorbraak nausea en braken. - Geen primaire profylaxe - Rescue met een 5-HT 3 - antagonist (laag/hoog) - Bij doorbraak nausea en braken: verdere dagelijkse profylaxe met een 5-HT 3 - antagonist, voor het verdere verloop van de behandeling (gemiddeld/hoog) - Profylaxe met een 5-HT 3 - antagonist voor iedere fractie en voor de volledige duur van de cyclus (III/B). 19

26 3. METHODOLOGIE Van belang is dat de NCCN-richtlijn geen specifieke laag risico -categorie vermeldt. Er is wel een categorie andere zones, waarbij verondersteld wordt dat het hierbij gaat het om de lage thorax, het bekken, het cranium en craniospinale radiochirurgie. Zoals gezegd bevat de ASCO-richtlijn overlapping: craniospinale radiochirurgie en bestraling van het cranium vallen zowel onder het gemiddeld en het laag risiconiveau. De aanbeveling voor de aanpak ervan is echter dezelfde, namelijk profylaxe met een 5-HT 3 -antagonist voor iedere toegediende fractie. De NCCN- en MASCC-richtlijnen raden rescue -therapie met een 5-HT 3 -antagonist aan eens de patiënt moet braken (Maranzano et al., 2005; Urba et al., 2007) Richtlijnen voor minimaal risico Zowel MASCC als ASCO plaatsen de bestraling van hoofd en nek, extremiteiten, cranium en borst onder het minimaal emetogeen risiconiveau. Opnieuw bevat de NCCN-richtlijn deze specifieke categorie niet. Een samenvatting van de richtlijnen wordt weergegeven in Tabel 3.4. TABEL 3.4: RICHTLIJNEN VOOR MINIMAAL EMETOGEEN RISICO NCCN MASCC ASCO - Geen primaire profylaxe. - Rescue met ondansetron (p.o.), 2-3 x daags bij doorbraak nausea en braken. - Geen primaire profylaxe - Rescue met een 5-HT 3 - antagonist of een dopamineantagonist (laag/hoog) - Geen primaire profylaxe - Behandeling indien nodig met een dopamine- of 5-HT 3 - antagonist (IV/D). - Indien nodig behandeling dagelijks voortzetten gedurende het verdere verloop van de radiotherapie. De verschillende richtlijnen komen overeen in het feit dat profylaxe in geval van minimaal emetogeen risico niet noodzakelijk is. Indien de patiënt rescue -medicatie 20

27 3. METHODOLOGIE nodig heeft, kan een dopamine- of 5-HT 3 -antagonist gebruikt worden (Urba et al., 2007) Samenvatting In de onderstaande tabel (Tabel 3.5) wordt een overzicht gegeven van de door NCCN, MASCC en ASCO gepubliceerde richtlijnen rond RINV. TABEL 3.5: KLINISCHE RICHTLIJNEN VOOR RADIOTHERAPIE- GEÏNDUCEERDE NAUSEA EN BRAKEN (Uit: Urba et al., 2007) Emetogeniciteit Bestraalde zone NCCN MASCC ASCO Hoog Volledig lichaam Profylaxe met 5-HT 3 -RA +/- dexamethasone Profylaxe met 5-HT 3 -RA + dexamethasone Profylaxe met 5-HT 3 -RA +/- dexamethasone Gemiddeld Bovenbuik Profylaxe met 5- HT 3 -RA of Profylaxe met 5- HT 3 -RA Profylaxe met 5-HT 3 - RA dexamethasone Laag Lage thorax Bekken - Geen profylaxe - Rescue met 5-HT Geen profylaxe - Rescue met 5- Profylaxe met 5-HT 3 - RA Cranium Craniospinale radiochirurgie RA HT 3 -RA Minimaal Hoofd en nek Extremiteiten Cranium Borst - Geen profylaxe - Rescue met 5-HT 3 - RA - Geen profylaxe - Rescue met 5- HT 3 -RA of dopamine-ra - Geen profylaxe - Rescue met 5-HT 3 - RA of dopamine-ra 3.2 GENEESMIDDELENGEGEVENS De doseringen van de verschillende voorgestelde geneesmiddelen werden opgezocht op de bijsluiters en in de Up To Date-databank. 21

28 4. RESULTATEN 4. RESULTATEN Richtlijnen voor de preventie en behandeling van radiotherapie-geïnduceerde nausea en misselijkheid werden opgesteld op basis van de in de literatuur aanwezige aanbevelingen (zie onder 3.1 Overzicht van de aanbevelingen in de literatuur). Daar waar er verschillen waren tussen de aanbevelingen, werd gekozen voor de hoogste graad van evidentie. In eerste instantie werd de pediatrie bekeken (focus van dit proefschrift). Ter aanvulling werd een document opgesteld voor RINV bij volwassenen. De richtlijnen werden daarna voorgelegd aan de behandelende artsen van de diensten hemato-oncologie en radiotherapie, waarbij een aantal wijzigingen werden opgenomen gebaseerd op de klinische praktijk. De opgestelde richtlijnen zijn opgenomen in de volgende pagina s. 22

29 4. RESULTATEN TABEL 4.1: PROFYLAXE EN BEHANDELING VAN RINV RICHTLIJNEN PEDIATRIE EMETOGEEN RISICO WAAR BESTRALING? AANPAK GENEESMIDDELEN Hoog (> 90%) Gemiddeld (60-90%) Volledig lichaam (TBI) Bovenbuik Profylaxe met 5-HT 3 -antagonist +/- corticosteroïd voor iedere toegediende fractie en tot tenminste 24u erna. Profylaxe met 5-HT 3 -antagonist voor iedere fractie gedurende volledige behandelingsduur. 5-HT 3 -ANTAGONISTEN - Zofran (ondansetron) - Novaban (tropisetron) - Kytril (granisetron) (Opm.: Novaban en Kytril in UZ Gent gereserveerd voor pediatrie) CORTICOSTEROÏDEN Laag (30-60%) Lage thorax Bekken Craniospinale bestraling Craniale radiochirurgie - Geen profylaxe, zo nodig 5-HT 3 -antagonist - Bij braken: verder dagelijkse profylaxe met 5- HT 3 -antagonist gedurende volledige behandelingsduur. - Aacidexam (dexamethasone) DOPAMINE-ANTAGONISTEN CAVE: Nevenwerkingen bij kinderen! Minimaal (< 30%) Hoofd en nek Extremiteiten Borst - Geen profylaxe - Zo nodig dopamine- of 5-HT 3 -antagonist (Evt. stalen aanvragen bij firma want niet terugbetaald in deze indicatie) - Bij braken: dagelijkse profylaxe verderzetten gedurende volledige behandelingsduur. - Primperan (metoclopramide) - Motilium (domperidon) - Litican (alizapride) (Doseringen: zie volgende pagina) 23

30 4. RESULTATEN TABEL 4.2: PROFYLAXE EN BEHANDELING VAN RINV DOSERINGEN PEDIATRIE KLASSE GENEESMIDDEL DOSERING OPMERKINGEN 5-HT 3 -ANTAGONISTEN Zofran (ondansetron) Novaban (tropisetron) CORTICOSTEROÏDEN Aacidexam DOPAMINE- ANTAGONISTEN CAVE: Nevenwerkingen bij kinderen! Toediening 1-2 u voor radiotherapie, 2x daags: Lich. opp. Dosis IV Dosis PO < 0,5 m² 5 mg/m² 2 mg 0,6 m²-1,2 m² 5 mg/m² 4 mg > 1,2 m² 8 mg/m² 8 mg IV/PO: Kind > 2 jaar: 0,2 mg/kg in 1x (max. 5 mg/dag) (dus ook indien meerdere fracties/dag) Kytril (granisetron) Kind 2jaar: 10 mcg/kg; of alternatief: mcg/kg/dag in 1 à 2x; max. 3 mg/dosis of 9 mg/dag. (dexamethasone) Primperan (metoclopramide) Motilium (domperidon) Litican (alizapride) 6 mg/m² IV per dosis, 1 à 2x/dag. (Start met 1x/dag) IV/PO: 1-2 mg/kg/dosis elke 2 4 u (max. 5 dosissen per dag) ADOLESCENTEN> 12 jr, > 35 kg: 1 à 2x 10 mg, 3 à 4x/dag. (max. 80 mg/dag) Start met 1 mg/kg/dosis IV, 3 à 6x/dag. (max. 50 mg/dosis) Continu infuus: 2 mg/kg bolus, daarna 4 mg/kg/dag. Vanaf dag 2: 6 mg/kg/dag Zofran : Terugbetalingscriteria bij radiotherapiegeïnduceerde misselijkheid en braken (Hoofdstuk IV) : 1. Dosis per zitting 8 Gy 2. Dosis per zitting 1,5 Gy op een gebied waarvan deel gelegen tussen de wervels D11 en L3 EN totale dosis thv dit gebied 25 Gy (min. 1,5 Gy per zitting) EN andere antiemetica niet succesvol. (gemotiveerd verslag geneesheer-specialist vereist) 3. Patiënten > 14 jaar bij totale lichaams-bestraling, half lichaamsbestraling, hoog abdominale bestraling, klein bekken bestraling, mantelveld bestraling, craniale radio-heelkunde, craniospinale bestraling (gemotiveerd verslag geneesheer-specialist vereist) Novaban : Enkel terugbetaald volgens criteria onder 3. (In UZ Gent gereserveerd gebruik pediatrie) Kytril : Terugbetalingscriteria idem Zofran. (In UZ Gent gereserveerd gebruik pediatrie) 24

31 4. RESULTATEN TABEL 4.3: PROFYLAXE EN BEHANDELING VAN RINV RICHTLIJNEN VOLWASSENEN EMETOGEEN RISICO WAAR BESTRALING? AANPAK GENEESMIDDELEN Hoog (> 90%) Volledig lichaam (TBI) Profylaxe met 5-HT 3 -antagonist +/- corticosteroïd voor iedere toegediende fractie en tot tenminste 24u erna. 5-HT 3 -ANTAGONISTEN - Zofran (ondansetron) Gemiddeld (60-90%) Bovenbuik Profylaxe met 5-HT 3 -antagonist voor iedere fractie gedurende volledige behandelingsduur. (Opm.: Novaban en Kytril in UZ Gent gereserveerd voor pediatrie) CORTICOSTEROÏDEN - Aacidexam (dexamethasone) Laag (30-60%) Lage thorax Bekken Craniospinale bestraling Craniale radiochirurgie - Geen profylaxe, zo nodig 5-HT 3 -antagonist - Bij braken: verder dagelijkse profylaxe met 5- HT 3 -antagonist gedurende volledige behandelingsduur. DOPAMINE-ANTAGONISTEN - Primperan (metoclopramide) - Motilium (domperidon) - Litican (alizapride) (Doseringen: zie volgende pagina) Minimaal (< 30%) Hoofd en nek Extremiteiten Borst - Geen profylaxe - Zo nodig dopamine- of 5-HT 3 -antagonist (Evt. stalen aanvragen bij firma want niet terugbetaald in deze indicatie) - Bij braken: verder dagelijkse profylaxe gedurende volledige behandelingsduur. 25

32 4. RESULTATEN TABEL 4.4: PROFYLAXE EN BEHANDELING VAN RINV DOSERINGEN VOLWASSENEN KLASSE GENEESMIDDEL DOSERING OPMERKINGEN 5-HT 3 -ANTAGONISTEN Zofran (ondansetron) CORTICOSTEROÏDEN Aacidexam (dexamethasone) Primperan (metoclopramide) - Algemeen: 8 mg PO (of 16 mg rectaal) 1-2u voor elke fractie, indien nodig om de 12 u herhalen. OF 8 mg langzaam IV of IM onmiddellijk voor RT - Bij enkelvoudige hoge dosis RT van abdomen: herhalen om de 8u na 1 e dosis - Dagelijkse gefractioneerde RT van abdomen: herhalen om de 8u na 1 e dosis, op elke dag waarop RT mg PO/IV min. voor de behandeling op elke behandelingsdag PO/IV: mg/dag Rectaal: 1-2x 20 mg/dag Zofran : Terugbetalingscriteria bij radiotherapiegeïnduceerde misselijkheid en braken (Hoofdstuk IV) : 1. Dosis per zitting 8 Gy 2. Dosis per zitting 1,5 Gy op een gebied waarvan deel gelegen tussen de wervels D11 en L3 EN totale dosis thv dit gebied 25 Gy (min. 1,5 Gy per zitting) EN andere antiemetica niet succesvol. (gemotiveerd verslag geneesheer-specialist vereist) 3. Patiënten > 14 jaar bij totale lichaams-bestraling, half lichaamsbestraling, hoog abdominale bestraling, klein bekken bestraling, mantelveld bestraling, craniale radio-heelkunde, craniospinale bestraling (gemotiveerd verslag geneesheer-specialist vereist) Novaban : Enkel terugbetaald volgens criteria onder 3. (In UZ Gent gereserveerd gebruik pediatrie) DOPAMINE- ANTAGONISTEN Motilium (domperidon) 1-2 x 10 mg PO, 3-4x/dag (max. 80 mg/dag) Kytril : Terugbetalingscriteria idem Zofran. (In UZ Gent gereserveerd gebruik pediatrie) Litican (alizapride) ampullen ( mg) IV/IM. Indien nodig herhalen. OF mg PO, 3x/dag voor de maaltijden. 26

33 4. RESULTATEN Bij volledige lichaamsbestraling (hoog emetogeen risico) wordt profylaxe voor elke toegediende fractie en tot minimum 24 u erna aangeraden met een 5-HT 3 - antagonist al dan niet in combinatie met dexamethasone. Dit geldt zowel voor kinderen als volwassenen. Geen van de verschillende 5-HT 3 -antagonisten wordt naar voor geschoven, echter is het wel zo dat het gebruik van Kytril (granisetron) in het UZ Gent gereserveerd wordt voor pediatrie. De dosering van Novaban (tropisetron) blijft éénmaal daags, zelfs bij meerdere radiotherapiefracties per dag. Bij bestraling van de bovenbuik (gemiddeld emetogeen risico) worden opnieuw de 5-HT 3 -antagonisten in profylaxe aangeraden voor iedere fractie van radiotherapie en gedurende de volledige behandelingsduur. De hierboven vermelde opmerkingen omtrent Kytril en Novaban zijn hier ook geldig. De bestraling van de lage thorax en het bekken, craniospinale bestraling en craniale radiochirurgie worden geklasseerd onder laag emetogeen risico, waarbij profylaxe vanaf het begin van de bestralingssessies niet wordt aanbevolen. Toediening van 5-HT 3 -antagonisten dient slechts te gebeuren indien nodig, bij het optreden van symptomen. Wanneer dit het geval is, wordt aangeraden om gedurende het verdere verloop van de bestraling voor iedere radiotherapiefractie profylactisch een 5-HT 3 - antagonist toe te dienen. Bij patiënten met een minimaal risico op RINV (bestraling van hoofd en nek, extremiteiten en borst) is opnieuw geen profylaxe nodig. Wanneer de patiënt moet braken, wordt een dopamine- of 5-HT 3 -antagonist voorgesteld als rescue -behandeling. Indien dit het geval is, wordt ook aangeraden om gedurende de volledige verdere duur van de radiotherapie profylaxe te geven. In de literatuur wordt het gebruik van dopamine-antagonisten bij kinderen afgeraden omwille van ernstige nevenwerkingen (zoals extrapyramidale reacties). Ze worden in het ziekenhuis echter toch vaak gebruikt en worden dus ook vermeld in de richtlijnen. 27

Aanpak Nausea en Braken bij Slokdarmtumoren. Isabel Dero Gastroenterologie Sint-Augustinus, Wilrijk

Aanpak Nausea en Braken bij Slokdarmtumoren. Isabel Dero Gastroenterologie Sint-Augustinus, Wilrijk Aanpak Nausea en Braken bij Slokdarmtumoren Isabel Dero Gastroenterologie Sint-Augustinus, Wilrijk 1. Oorzaken nausea en braken -chirurgie: status post-resectie -neoadjuvante/palliatieve radiotherapie

Nadere informatie

PONV: The big little problem. Dr. Dewinter

PONV: The big little problem. Dr. Dewinter PONV: The big little problem Dr. Dewinter PONV Inleiding Definitie Pathofysiologie PONV risicofactoren en prognose systemen Anti-emetica PONV schema PDNV Besluit Inleiding Incidentie van PONV: 25-30% Frequente

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) 10 (Summary in Dutch) Chapter 10 Kanker was de vierde doodsoorzaak in Indonesië in 2005 en naar verwachting wordt kanker de derde doodsoorzaak in 2030. Chemotherapie, één van de behandelingsmogelijkheden

Nadere informatie

10 e Post O.N.S. Meeting

10 e Post O.N.S. Meeting 10 e Post O.N.S. Meeting Gea Ypenga MANP, verpleegkundig specialist Ziekenhuis Bethesda, Hoogeveen CINV 15 mei 2013 1 Chemo induced nausea and vomiting Is er nieuws? Mechanisme Onderzoek CINV Bijkomende

Nadere informatie

Misselijkheid & Braken Jan de Heer Huisartsconsulent Palliatieve Zorg

Misselijkheid & Braken Jan de Heer Huisartsconsulent Palliatieve Zorg Misselijkheid & Braken Jan de Heer Huisartsconsulent Palliatieve Zorg Vragen bij de palliatieve helpdesks? Vragen bij de palliatieve helpdesks Pijn 43.5 % Obstipatie 15.1 % Misselijkheid 14.9 % Benauwdheid

Nadere informatie

Misselijkheid en braken in de palliatieve fase

Misselijkheid en braken in de palliatieve fase Misselijkheid en braken in de palliatieve fase Annemieke Delhaas: oncologie verpleegkundige hospice, consulent PTMN Franca Horstink-Wortel: Specialist ouderengeneeskunde/kaderarts palliatieve zorg, consulent

Nadere informatie

Misselijkheid en braken tijdens chemotherapie

Misselijkheid en braken tijdens chemotherapie Misselijkheid en braken tijdens chemotherapie In overleg met uw behandelend arts hebt u besloten tot een behandeling met chemotherapie. Door deze behandeling kunnen misselijkheid en braken optreden. In

Nadere informatie

UW BEHANDELING MET GEMCITABINE CISPLATINE DEXAMETHASONE

UW BEHANDELING MET GEMCITABINE CISPLATINE DEXAMETHASONE UW BEHANDELING MET GEMCITABINE CISPLATINE DEXAMETHASONE KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_057 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (= behandeling met cytostatica) krijgt u? 3 02 Hoe verloopt uw behandeling?

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Granisetron Fresenius Kabi 1 mg/ml oplossing voor injectie 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Het werkzame bestanddeel is granisetron.

Nadere informatie

HALDOL tabletten en drank

HALDOL tabletten en drank Een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC) is een schrijven dat naar de gezondheidszorgbeoefenaars wordt gezonden door de farmaceutische firma s, om hen te informeren over mogelijke risico

Nadere informatie

Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag

Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van de specialiteit RoACTEMRA (tocilizumab) voor de behandeling van actieve systemische juveniele idiopathische

Nadere informatie

UW BEHANDELING MET RITUXIMAB CYCLOFOSFAMIDE DEXAMETHASONE

UW BEHANDELING MET RITUXIMAB CYCLOFOSFAMIDE DEXAMETHASONE UW BEHANDELING MET RITUXIMAB CYCLOFOSFAMIDE DEXAMETHASONE KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_056 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (=behandeling met cytostatica) krijgt u? 3 02 Hoe verloopt uw behandeling?

Nadere informatie

CARFILZOMIB DEXAMETHASONE

CARFILZOMIB DEXAMETHASONE CARFILZOMIB DEXAMETHASONE KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_037 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (=cytostatica) krijgt u? 3 02 Voorbereiding en verloop van de behandeling 3 03 Overzicht van de behandeling

Nadere informatie

Chemotherapie Radiotherapie

Chemotherapie Radiotherapie TERUGBETALING- BOEKJE Chemotherapie Radiotherapie POSOLOGIESCHEMA S CHEMOTHERAPIE VOLWASSENEN STERK EMETOGENE CHEMOTHERAPIE CHEMOTHERAPIE DAG 1 1 AMP. VAN 8 mg I.V. TRAAG I.M. JUIST 1 ZETPIL VAN 16 mg

Nadere informatie

De anti-emeticabox. Nurse practitioner oncologie Sint Franciscus Gasthuis Rotterdam

De anti-emeticabox. Nurse practitioner oncologie Sint Franciscus Gasthuis Rotterdam De anti-emeticabox Geïnspireerd door: Janny Salomé Nurse practitioner oncologie Sint Franciscus Gasthuis Rotterdam Achtergrond De patiënten signaleren problemen t.a.v. het correcte gebruik van anti-emetica

Nadere informatie

Op grond hiervan bevestig ik dat voor deze patiënt de terugbetaling van een behandeling met de specialiteit SIMPONI noodzakelijk is met

Op grond hiervan bevestig ik dat voor deze patiënt de terugbetaling van een behandeling met de specialiteit SIMPONI noodzakelijk is met BIJLAGE A: Model van formulier voor een eerste aanvraag Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van de specialiteit SIMPONI bij spondylitis ankylosans (volgens de Modified New York Criteria) (

Nadere informatie

Verpleegkundige Instructie Palliatieve Zorg Misselijkheid

Verpleegkundige Instructie Palliatieve Zorg Misselijkheid Verpleegkundige Instructie Palliatieve Zorg Misselijkheid 5-Folder misselijk.indd 1 15-07-2008 09:23:15 5-Folder misselijk.indd 2 15-07-2008 09:23:16 1. Hoe herkent u misselijkheid? Misselijkheid is een

Nadere informatie

Misselijkheid en braken. Ellen de Nijs, verpleegkundig specialist palliatieve zorg Alexander de Graeff, internist-oncoloog, consulent PTMN

Misselijkheid en braken. Ellen de Nijs, verpleegkundig specialist palliatieve zorg Alexander de Graeff, internist-oncoloog, consulent PTMN Misselijkheid en braken Ellen de Nijs, verpleegkundig specialist palliatieve zorg Alexander de Graeff, internist-oncoloog, consulent PTMN Voorkomen van misselijkheid en braken bij patiënten met vergevorderde

Nadere informatie

CARFILZOMIB REVLIMID DEXAMETHASONE

CARFILZOMIB REVLIMID DEXAMETHASONE CARFILZOMIB REVLIMID DEXAMETHASONE KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_040 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (=Cytostatica) krijgt u? 3 02 Voorbereiding en verloop van de behandeling 3 03 Overzicht van

Nadere informatie

Sandoz B.V. Page 1/10 Granisetron Sandoz 1/2, omhulde tabletten 1/2 mg V10 RVG Summary of Product Characteristics Februari 2017

Sandoz B.V. Page 1/10 Granisetron Sandoz 1/2, omhulde tabletten 1/2 mg V10 RVG Summary of Product Characteristics Februari 2017 Sandoz B.V. Page 1/10 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Granisetron Sandoz 2 mg, filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Granisetron Sandoz 2 mg, filmomhulde tabletten Elke filmomhulde

Nadere informatie

De fabrikant vraagt opname op bijlage 1A van de Regeling zorgverzekering (Rzv).

De fabrikant vraagt opname op bijlage 1A van de Regeling zorgverzekering (Rzv). > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de minister voor Medische Zorg en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Zorginstituut Nederland Zorg II Hart - Vaat - Long Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus

Nadere informatie

Elke filmomhulde tablet bevat 1 mg granisetron (als hydrochloride). Elke filmomhulde tablet bevat 2 mg granisetron (als hydrochloride).

Elke filmomhulde tablet bevat 1 mg granisetron (als hydrochloride). Elke filmomhulde tablet bevat 2 mg granisetron (als hydrochloride). Versie: september 2018 pagina 1/8 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Granisetron Mylan 1 mg, filmomhulde tabletten Granisetron Mylan 2 mg, filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies Bijlage II Wetenschappelijke conclusies 14 Wetenschappelijke conclusies Haldol, dat de werkzame stof haloperidol bevat, is een antipsychoticum dat behoort tot de butyrofenonengroep. Het is een krachtige

Nadere informatie

UW BEHANDELING MET RITUXIMAB GEMCITABINE CISPLATINE DEXAMETHASONE

UW BEHANDELING MET RITUXIMAB GEMCITABINE CISPLATINE DEXAMETHASONE UW BEHANDELING MET RITUXIMAB GEMCITABINE CISPLATINE DEXAMETHASONE KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_058 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (= behandeling met cytostatica) krijgt u? 3 02 Hoe verloopt uw

Nadere informatie

UW BEHANDELING MET RITUXIMAB-DHAP

UW BEHANDELING MET RITUXIMAB-DHAP UW BEHANDELING MET RITUXIMAB-DHAP KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_049 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (= behandeling met cytostatica) krijgt u? 3 02 Hoe verloopt uw behandeling? 4 03 Onderzoeken

Nadere informatie

Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag

Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van de specialiteit RoACTEMRA ( 5250000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december 2001). I Identificatie

Nadere informatie

I Identificatie van de rechthebbende (naam, voornaam, inschrijvingsnummer bij de V.I.)

I Identificatie van de rechthebbende (naam, voornaam, inschrijvingsnummer bij de V.I.) BIJLAGE A : Model van formulier voor een eerste aanvraag Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van de specialiteit ENBREL bij spondylitis ankylosans (volgens de Modified New York Criteria) (

Nadere informatie

Er zijn geen speciale voorzorgsmaatregelen nodig voor gebruik bij oudere patiënten of patiënten met een verminderde nierfunctie.

Er zijn geen speciale voorzorgsmaatregelen nodig voor gebruik bij oudere patiënten of patiënten met een verminderde nierfunctie. Farmaceutisch bedrijf (ROCHE) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Kytril 1 mg filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 2.1 Algemene beschrijving 2.2 Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling

Nadere informatie

ANNEX III WIJZIGINGEN IN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITER

ANNEX III WIJZIGINGEN IN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITER ANNEX III WIJZIGINGEN IN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITER Deze aanpassingen aan de SPC en bijsluiter zijn valide op het moment van de beschikking van de commissie. Na de beschikking

Nadere informatie

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ 's-gravenhage

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ 's-gravenhage > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Zorginstituut Nederland Pakket Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ 's-gravenhage 0530.2016132255 Eekholt 4 1112 XH Diemen

Nadere informatie

VELCADE DEXAMETHASONE

VELCADE DEXAMETHASONE VELCADE DEXAMETHASONE KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_039 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (=cytostatica) krijgt u? 3 02 Voorbereiding en verloop van de behandeling 3 03 Overzicht van de behandeling

Nadere informatie

Behandeling hematologie: ABVD

Behandeling hematologie: ABVD Behandeling hematologie: ABVD Beste patiënt In deze brochure vindt u informatie over uw behandeling met ABVD, de reden van de behandeling, het verloop van de therapie, de mogelijke nevenwerkingen en de

Nadere informatie

Postoperatieve misselijkheid en braken

Postoperatieve misselijkheid en braken DISCLAIMER Protocollen geven aan hoe lokaal uitvoering wordt gegeven aan beroepskaders, -normen, standpunten en richtlijnen. Protocollen worden lokaal/plaatselijk vastgesteld, rekening houdend met de typische

Nadere informatie

Kyprolis (carfilzomib) PATIËNTENBROCHURE

Kyprolis (carfilzomib) PATIËNTENBROCHURE PATIËNTENBROCHURE Kyprolis (carfilzomib) TOON DEZE FOLDER AAN UW HUISARTS, HUISAPOTHEKER EN THUISVERPLEEGKUNDIGE www.ziekenhuisgeel.be 2 Behandelschema Deze behandelign bestaat uit één cytostaticum, namelijk

Nadere informatie

Interline augustus CHEMOTHERAPIE casusschetsen

Interline augustus CHEMOTHERAPIE casusschetsen Interline augustus 2010 CHEMOTHERAPIE casusschetsen INTERLINE CHEMOTHERAPIE d.d. 31 augustus 2010 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Inleiding Deze werkafspraak met Interlineprogramma

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT. Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar

UNIVERSITEIT GENT. Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2009-2010 EVALUATIE VAN HET GEBRUIK VAN ANTI-EMETICA BIJ DE PEDIATRISCHE HEMATO-ONCOLOGISCHE PATIËNTEN Masterproef voorgelegd

Nadere informatie

VELCADE CYCLOFOSFAMIDE - DEXAMETHASONE

VELCADE CYCLOFOSFAMIDE - DEXAMETHASONE VELCADE CYCLOFOSFAMIDE - DEXAMETHASONE KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_041 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (=cytostatica) krijgt u? 3 02 Voorbereiding en verloop van de behandeling 3 03 Overzicht

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Granisetron Hikma, oplossing voor injectie, 1 mg/ml Granisetron Hikma, concentraat voor oplossing voor infusie, 1 mg/ml 2. KWALITATIEVE

Nadere informatie

Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau

Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau BIJLAGE II Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau Deze Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter zijn het resultaat

Nadere informatie

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN INTERLINE CHEMOTHERAPIE Concept dd 6 juli 2010 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Inleiding Deze werkafspraak met Interlineprogramma zijn gemaakt in 2010 met de Hardenbergse

Nadere informatie

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

SAMENVATTING EN CONCLUSIES SAMENVATTING EN CONCLUSIES De afgelopen 10 jaar hebben de taxanen paclitaxel (Taxol ) en docetaxel (Taxotere ) een belangrijke plaats verworven in de chemotherapeutische behandeling van kanker. Beide geneesmiddelen

Nadere informatie

UW BEHANDELING MET MABTHERA - CVP

UW BEHANDELING MET MABTHERA - CVP UW BEHANDELING MET MABTHERA - CVP KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_047 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (= behandeling met cytostatica) krijgt u? 3 02 Hoe verloopt uw behandeling? 4 03 Behandelingsschema

Nadere informatie

UW BEHANDELING MET MABTHERA FLUDARABINE CYCLOFOSFAMIDE

UW BEHANDELING MET MABTHERA FLUDARABINE CYCLOFOSFAMIDE UW BEHANDELING MET MABTHERA FLUDARABINE CYCLOFOSFAMIDE KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_009 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (= behandeling met cytostatica) krijgt u? 3 02 Hoe verloopt uw behandeling?

Nadere informatie

UW BEHANDELING MET TAXOTERE

UW BEHANDELING MET TAXOTERE UW BEHANDELING MET TAXOTERE KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_seno_008 INHOUDSTAFEL 01 Inleiding 3 02 Voorbereiding van de behandeling 4 03 Schematische voorstelling van de behandeling 4 04 Notities 5 Uw behandeling

Nadere informatie

METHADON ALS PIJNSTILLER IN DE PALLIATIEVE ZORG

METHADON ALS PIJNSTILLER IN DE PALLIATIEVE ZORG METHADON ALS PIJNSTILLER IN DE PALLIATIEVE ZORG RUBEN VAN COEVORDEN HUISARTS HOSPICE ARTS JHI CONSULENT PALLIATIEVE ZORG WAT KOMT AAN BOD? Indicaties Beschikbare preparaten Farmacokinetiek Farmacodynamiek

Nadere informatie

INFORMATIE VOOR DE PATIËNT EN TOESTEMMINGSFORMULIER

INFORMATIE VOOR DE PATIËNT EN TOESTEMMINGSFORMULIER INFORMATIE VOOR DE PATIËNT EN TOESTEMMINGSFORMULIER Patiëntnummer: Studie: Multicentrisch onderzoek naar kanker tijdens de zwangerschap: registratiestudie, studie naar de psychologische impact van een

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/25850 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/25850 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25850 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Beek, Erik te Title: Neuropharmacology of novel dopamine modulators Issue Date:

Nadere informatie

Mabthera + CHOP (rituximab + cyclofosfamide + doxorubicine + vincristine + prednisolone) PATIËNTENBROCHURE

Mabthera + CHOP (rituximab + cyclofosfamide + doxorubicine + vincristine + prednisolone) PATIËNTENBROCHURE PATIËNTENBROCHURE Mabthera + CHOP (rituximab + cyclofosfamide + doxorubicine + vincristine + prednisolone) TOON DEZE FOLDER AAN UW HUISARTS, HUISAPOTHEKER EN THUISVERPLEEGKUNDIGE www.ziekenhuisgeel.be

Nadere informatie

Bijlage III. Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter

Bijlage III. Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter Bijlage III Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter NB: Deze Samenvatting van de productkenmerken, Etikettering

Nadere informatie

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel RoACTEMRA. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

VELCADE THALIDOMIDE - DEXAMETHASONE

VELCADE THALIDOMIDE - DEXAMETHASONE VELCADE THALIDOMIDE - DEXAMETHASONE KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_042 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (=cytostatica) krijgt u? 3 02 Voorbereiding en verloop van de behandeling 4 03 Overzicht van

Nadere informatie

Gastro intestinale problemen.

Gastro intestinale problemen. DE BEHANDELING VAN COMPLEXE LICHAMELIJKE PROBLEMEN IN DE PALLIATIEVE EN TERMINALE FASE Gastro intestinale problemen. DR. P. VANDECANDELAERE MDL - ARTS (SUB) OBSTRUCTIE PERSISTERENDE HIK DR. P. VANDECANDELAERE

Nadere informatie

Behandeling hematologie R-CVP

Behandeling hematologie R-CVP Behandeling hematologie R-CVP Beste patiënt In deze brochure vindt u informatie over uw behandeling met R-CVP, de reden van de behandeling, het verloop van de therapie, de mogelijke nevenwerkingen en de

Nadere informatie

WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER

WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER Myriam Arren Verpleegkundig Pijnspecialiste Deskundige in Palliatieve Zorgen Referentiepersoon Ethiek INDICATIE Aanhoudende nausea of braken Ernstige dysfagie Gastro-intestinale

Nadere informatie

Symptomatische behandeling hersenmetastasen. Jeroen van Eijk, neuroloog JBZ 3 e Regionale Symposium Palliatieve Zorg 07-11-2013

Symptomatische behandeling hersenmetastasen. Jeroen van Eijk, neuroloog JBZ 3 e Regionale Symposium Palliatieve Zorg 07-11-2013 Symptomatische behandeling hersenmetastasen Jeroen van Eijk, neuroloog JBZ 3 e Regionale Symposium Palliatieve Zorg 07-11-2013 Zo maar een paar vragen: -Moeten patiënten met HM standaard met dexamethason

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Granisetron Claris 1 mg/ml, oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING De werkzame stof is granisetron. Elke

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

BIJLAGE I. Blz. 1 van 5

BIJLAGE I. Blz. 1 van 5 BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET DIERGENEESMIDDEL, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEG(EN), HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN IN DE LIDSTATEN Blz. 1 van 5 Lidstaat

Nadere informatie

Novaban 5 mg, capsules Novaban 5 mg/5 ml, oplossing voor injectie en intraveneuze infusie

Novaban 5 mg, capsules Novaban 5 mg/5 ml, oplossing voor injectie en intraveneuze infusie /5ml / 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Novaban 5 mg, capsules Novaban 5 mg/5 ml, oplossing voor injectie en intraveneuze infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een capsule bevat 5 mg tropisetron,

Nadere informatie

EVALUATIE VAN DE RICHTLIJN VOOR CHEMOTHERAPIE- GEÏNDUCEERDE NAUSEA EN BRAKEN BIJ HEMATO- ONCOLOGISCHE PATIËNTEN IN HET UZ GENT

EVALUATIE VAN DE RICHTLIJN VOOR CHEMOTHERAPIE- GEÏNDUCEERDE NAUSEA EN BRAKEN BIJ HEMATO- ONCOLOGISCHE PATIËNTEN IN HET UZ GENT EVALUATIE VAN DE RICHTLIJN VOOR CHEMOTHERAPIE- GEÏNDUCEERDE NAUSEA EN BRAKEN BIJ HEMATO- ONCOLOGISCHE PATIËNTEN IN HET UZ GENT Karen Roelants Masterproef in de opleiding Master in de Farmaceutische Zorg

Nadere informatie

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel RoACTEMRA. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

I - Identificatie van de rechthebbende (naam, voornaam, inschrijving bij de V.I.):

I - Identificatie van de rechthebbende (naam, voornaam, inschrijving bij de V.I.): Bijlage A: Model van formulier voor een eerste aanvraag Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van de specialiteit XOLAIR ( 3790000 hoofdstuk IV van het KB van 21 december 2001) II - Elementen

Nadere informatie

WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER. Myriam Arren Verpleegkundig Pijnspecialiste Deskundige in Palliatieve Zorgen Referentiepersoon Ethiek

WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER. Myriam Arren Verpleegkundig Pijnspecialiste Deskundige in Palliatieve Zorgen Referentiepersoon Ethiek WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER Myriam Arren Verpleegkundig Pijnspecialiste Deskundige in Palliatieve Zorgen Referentiepersoon Ethiek INDICATIE Aanhoudende nausea of braken Ernstige dysfagie Gastro-intestinale

Nadere informatie

Mabthera + CVP (rituximab + cyclofosfamide + vincristine + prednisolone) PATIËNTENBROCHURE

Mabthera + CVP (rituximab + cyclofosfamide + vincristine + prednisolone) PATIËNTENBROCHURE PATIËNTENBROCHURE Mabthera + CVP (rituximab + cyclofosfamide + vincristine + prednisolone) TOON DEZE FOLDER AAN UW HUISARTS, HUISAPOTHEKER EN THUISVERPLEEGKUNDIGE www.ziekenhuisgeel.be 2 Behandelschema

Nadere informatie

De werkzame stof is granisetron. Elke ml oplossing voor injectie bevat 1 mg granisetron (als hydrochloride).

De werkzame stof is granisetron. Elke ml oplossing voor injectie bevat 1 mg granisetron (als hydrochloride). 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Kytril 3 mg/3 ml oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING De werkzame stof is granisetron. Elke ml oplossing voor injectie bevat 1 mg granisetron

Nadere informatie

De unieke Maastro-behandeling van niet uitgezaaide longkanker

De unieke Maastro-behandeling van niet uitgezaaide longkanker De unieke Maastro-behandeling van niet uitgezaaide longkanker Deze folder is bedoeld voor onze patiënten en de mensen in hun omgeving. Wij willen u graag informeren over onze succesvolle behandelingsmethode

Nadere informatie

BIJSLUITER. MELOXIDYL 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten

BIJSLUITER. MELOXIDYL 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten BIJSLUITER MELOXIDYL 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten 1. NAAM EN HET ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN VAN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR DE VRIJGIFTE,

Nadere informatie

UW BEHANDELING MET CHOP

UW BEHANDELING MET CHOP UW BEHANDELING MET CHOP KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_045 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (= behandeling met cytostatica) krijgt u? 3 02 Hoe verloopt uw behandeling? 4 03 Onderzoeken 6 04 Medicatie

Nadere informatie

UW BEHANDELING MET CHOEP

UW BEHANDELING MET CHOEP UW BEHANDELING MET CHOEP KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_051 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (= behandeling met cytostatica) krijgt u? 3 02 Hoe verloopt uw behandeling? 4 03 Onderzoeken 6 04 Medicatie

Nadere informatie

INFORMATIEBLAD. Beste patiënt(e),

INFORMATIEBLAD. Beste patiënt(e), INFORMATIEBLAD Studie waar het nut van 6 chemotherapie kuren met CHOP en Rituximab gevolgd door een radiochemotherapie aan myeloablatieve dosis met toediening van autologe perifere stamcellen, vergeleken

Nadere informatie

STANDPUNTEN ANAKINRA (VOORLOPIGE BEHANDELRICHTLIJN) Oktober 2002

STANDPUNTEN ANAKINRA (VOORLOPIGE BEHANDELRICHTLIJN) Oktober 2002 NVR map Anakinra 12-03-2003 09:36 Pagina 1 STANDPUNTEN ANAKINRA (VOORLOPIGE BEHANDELRICHTLIJN) Oktober 2002 NVR map Anakinra 12-03-2003 09:36 Pagina 2 De door de gepubliceerde richtlijnen en standpunten

Nadere informatie

DR. KARIN SCHOTTE MEDISCHE ONCOLOGIE PALLIATIEF SUPPORTTEAM

DR. KARIN SCHOTTE MEDISCHE ONCOLOGIE PALLIATIEF SUPPORTTEAM DR. KARIN SCHOTTE MEDISCHE ONCOLOGIE PALLIATIEF SUPPORTTEAM Definitie: 1. Definitie 2. Pathofysiologie 3. Impact 4. Strekkingen 5. Behandeling 6. Besluit Definitie: 1. (Doods)reutel= 1. Luidruchtige ademhaling

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/5

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/5 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/5 1 NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL PLACIVET 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzaam bestanddeel: Acepromazine maleaat: 20 mg/ml. Hulpstoffen:

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Zofran 16 Zetpil, zetpillen 16 mg. ondansetron

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Zofran 16 Zetpil, zetpillen 16 mg. ondansetron BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Zofran 16 Zetpil, zetpillen 16 mg ondansetron Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft

Nadere informatie

I. Identificatie van de rechthebbende (naam, voornaam inschrijvingsnummer bij de V.I.)

I. Identificatie van de rechthebbende (naam, voornaam inschrijvingsnummer bij de V.I.) Bijlage A : Model van formulier voor een eerste aanvraag : Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van de specialiteit HUMIRA bij psoriatische artritis ( 365 van hoofdstuk IV van het KB van 21

Nadere informatie

Risico minimalisatie materiaal betreffende Aripiprazol Sandoz (aripiprazol)

Risico minimalisatie materiaal betreffende Aripiprazol Sandoz (aripiprazol) Risico minimalisatie materiaal betreffende Aripiprazol Sandoz (aripiprazol) Dit risico materiaal is beoordeeld door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en beschrijft aanbevelingen voor

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Zofran 4 Injectie Zofran 8 Injectie ondansetronhydrochloridedihydraat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Zofran 4 Injectie Zofran 8 Injectie ondansetronhydrochloridedihydraat BIJSLUITER 1 Page 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Zofran 4 Injectie Zofran 8 Injectie ondansetronhydrochloridedihydraat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire

Nadere informatie

BIJLAGE III AMENDEMENTEN VAN RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITERS

BIJLAGE III AMENDEMENTEN VAN RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITERS BIJLAGE III AMENDEMENTEN VAN RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITERS NB: De amendementen van de samenvatting van de productkenmerken en bijsluiters moeten hierna

Nadere informatie

Ik bevestig dat chronische lumbalgie aanwezig is sedert meer dan 3 maanden, startende voor de leeftijd van 45 jaar bij de rechthebbende.

Ik bevestig dat chronische lumbalgie aanwezig is sedert meer dan 3 maanden, startende voor de leeftijd van 45 jaar bij de rechthebbende. BIJLAGE B : Formulier met klinische beschrijving voor de aanvang van de behandeling met de specialiteit HUMIRA voor ernstige axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis ankylosans

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel

Nadere informatie

Chapter 10 Samenvatting

Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke

Nadere informatie

Notice Version NL RYCARFA 100 MG A. BIJSLUITER

Notice Version NL RYCARFA 100 MG A. BIJSLUITER A. BIJSLUITER BIJSLUITER Rycarfa 100 mg tabletten voor honden 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Nadere informatie

misselijkheid bij chemotherapie

misselijkheid bij chemotherapie patiënteninformatie misselijkheid bij chemotherapie U kunt helaas misselijk worden van chemotherapie. Misselijkheid en braken zijn erg vervelende bijwerkingen en kunnen ervoor zorgen dat u niet in staat

Nadere informatie

Lonsurf trifluridine/tipiracil

Lonsurf trifluridine/tipiracil Lonsurf trifluridine/tipiracil Product Informatie Fiche T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken

Nadere informatie

Wetenschappelijke conclusies

Wetenschappelijke conclusies Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor het positieve advies voor de handelsvergunning mits aan de voorwaarden wordt voldaan, en voor de wijziging van de samenvatting van de productkenmerken

Nadere informatie

Prednison bij ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum

Prednison bij ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum Prednison bij ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum Beter voor elkaar Inleiding De maag-darm-leverarts (MDL-arts) heeft samen met u besloten om u te behandelen met Prednison. In deze

Nadere informatie

NK cellen of Natural Killer cellen bieden een aangeboren bescherming tegen

NK cellen of Natural Killer cellen bieden een aangeboren bescherming tegen Nederlandse samenvatting NK cellen of Natural Killer cellen bieden een aangeboren bescherming tegen ziekteverwekkende indringers zoals virussen maar ook tegen kankercellen. In patiënten met kanker functioneren

Nadere informatie

Bijlage III. Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter

Bijlage III. Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter Bijlage III Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter Opmerking: Deze wijzigingen aan de relevante delen van de Samenvatting van

Nadere informatie

Examen casuïstiek SITUERING DOELSTELLING VERLOOP VAN HET EXAMEN

Examen casuïstiek SITUERING DOELSTELLING VERLOOP VAN HET EXAMEN Examen casuïstiek SITUERING Tijdens de examenzittijd in juni leggen de stagiairs het examen casuïstiek af. Dit examen maakt deel uit van de evaluatie van de stage. Het examen is ontstaan vanuit de bekommernis

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/45885 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Kersten, K. Title: Pulling the strings on anti-cancer immunity Issue Date: 2017-02-07

Nadere informatie

Maag-, darm- en leverziekten

Maag-, darm- en leverziekten Afdeling: Onderwerp: Maag-, darm- en leverziekten Prednison bij ziekte van Crohn en Colitis ulcerosa Inleiding De maag-darm-leverarts (MDL-arts) heeft samen met u besloten om u te behandelen met Prednison.

Nadere informatie

Darmcarcinoom. visie van de radiotherapeut. Dr Sarah Roels

Darmcarcinoom. visie van de radiotherapeut. Dr Sarah Roels Darmcarcinoom visie van de radiotherapeut Dr Sarah Roels Overzicht Inleiding Radiotherapie bij rectumcarcinoom rectaal carcinoom bestralingstechniek effect op tumor neveneffecten Radiotherapie bij darmcarcinoom

Nadere informatie

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG. Datum 13 maart 2015 GVS rapport 15/04 dulaglutide (Trulicity )

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG. Datum 13 maart 2015 GVS rapport 15/04 dulaglutide (Trulicity ) > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG 0530.2015030019 Zorginstituut Nederland Pakket Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus

Nadere informatie

American Society of Clinical Oncology guideline for antiemetics in oncology: Update 2006

American Society of Clinical Oncology guideline for antiemetics in oncology: Update 2006 Guideline American Society of Clinical Oncology guideline for antiemetics in oncology: Update 2006 Update van de richtlijn: Recommendations for the use of antiemetics: evidence-based, clinical pratice

Nadere informatie

a. RR, pols, ah, temp, gewicht Dexamethason (thuis) (op dag 1,2,8,9,15,16,22,23)

a. RR, pols, ah, temp, gewicht Dexamethason (thuis) (op dag 1,2,8,9,15,16,22,23) Andromeda, -CyBorD, Arm B, inductiekuur cyclus 3 t/m 6 Therapielijst\ aftekenlijst\aanvraag cytostatica Patiëntgegevens: Datum aanvraag Afdeling IHMP 12-NAT: 02274 Lengte (cm) Gewicht (kg) Lich.opp (m²)

Nadere informatie

VALDOXAN. (agomelatine) Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: Aanbevelingen met betrekking tot:

VALDOXAN. (agomelatine) Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: Aanbevelingen met betrekking tot: De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel Valdoxan 25 mg. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN - 1 - 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL PROMYCINE BOLUS 3 MIO I.E., tablet. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzaam bestanddeel (per tablet):

Nadere informatie

Hersenmetastasen. Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg

Hersenmetastasen. Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg Hersenmetastasen Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg Hersenmetastasen (HM) + Introductie + Enkele cijfers. + Wanneer denken we aan HM? + Behandeling van HM (Landelijke

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie