Bedieningshandleiding

Transcriptie

1 met onderhoudsinformatie Second First Edition Edition Seventh Second Printing Part No DU

2 Eerste uitgave Tweede druk Belangrijk Stel u op de hoogte van de veiligheidsvoorschriften en bedieningsinstructies. Neem de machine pas daarna in bedrijf. Het is alleen getraind en gekwalificeerd personeel toegestaan deze machine te bedienen. Deze handleiding is een vast onderdeel van de machine en dient dus altijd in de machine aanwezig te zijn. Als u vragen hebt, neem dan contact op met Genie Industries. Inhoud Pagina Veiligheid... 1 Bedieningselementen... 9 Inspectie voor het gebruik Onderhoud Functietests Inspectie van de werkplek Bedieningsinstructies Stickers Specificaties U vindt ons op: Internet: techpub@genieind.com Copyright 1999 door Genie Industries Eerste uitgave: Tweede druk, mei 2001 Genie en TMZ zijn gedeponeerde handelsmerken van Genie Industries in de Verenigde Staten en een groot aantal andere landen. Gedrukt op gerecycled papier L Gedrukt in de VS Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 Onderdeelnr DU

3 Eerste uitgave Tweede druk Bedieningshandleiding Veiligheidsvoorschriften Gevaar Als u de instructies en veiligheidsvoorschriften in deze handleiding niet naleeft, kan dit de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Niet bedienen tenzij: U de principes voor een veilige bediening van de machine, zoals beschreven in deze bedieningshandleiding, hebt bestudeerd en geoefend. 1 Vermijd gevaarlijke situaties. Zorg dat u de veiligheidsvoorschriften kent en begrijpt voor u verder gaat met de volgende sectie. 2 Voer altijd de inspectie voor het gebruik uit. 3 Voer altijd de functietests uit vóór het gebruik. 4 Inspecteer de werkplek. 5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld. U zich op de hoogte stelt van en zich houdt aan: instructies en veiligheidsvoorschriften van de fabrikant veiligheids- en bedieningshandleidingen en machinestickers veiligheids- en werkplekvoorschriften van de werkgever van toepassing zijnde overheidsvoorschriften U getraind en gekwalificeerd bent om deze machine veilig te bedienen. Onderdeelnr DU Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 1

4 Eerste uitgave Tweede druk VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk Deze machine is niet elektrisch geïsoleerd en biedt geen bescherming bij contact met of in de nabijheid van elektrische stroom. Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen Inzittenden en apparatuur mogen het maximum laadvermogen van het platform niet overschrijden. Maximum laadvermogen van het platform ANSI- & CE-modellen CSA-modellen 227 kg 200 kg Maximum laadvermogen van het platform met optionele platformrotatie ANSI & CE-modellen 200 kg CSA-modellen niet leverbaar Max. aantal inzittenden 2 Houd een veilige afstand aan tot hoogspanningslijnen en -apparatuur in overeenstemming met de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften en de volgende tabel. Spanning Fase-tot-fase Minimale veiligheidsafstand meter 0 tot 300V Vermijd contact 300V tot 50KV 3,05 50KV tot 200KV 4,60 200KV tot 350KV 6,10 350KV tot 500KV 7,62 500KV tot 750KV 10,67 750KV tot 1.000KV 13,72 Houd rekening met platformbewegingen, met slingeren of doorhangen van elektriciteitsdraden en met sterke wind of windstoten. Blijf uit de buurt van de machine als deze contact maakt met elektriciteitsdraden onder spanning. Personeel op de grond of op het platform mag de machine pas aanraken of bedienen als de spanning van de elektriciteitsdraden is gehaald. Bedien de machine niet bij bliksem of storm. Gebruik de machine niet als massa bij laswerk. Breng de arm pas omhoog of schuif deze pas uit als de machine horizontaal staat. Stel de machine niet op een oppervlak op waarop deze niet horizontaal kan worden geplaatst met uitsluitend de nivelleringskrikken. Gebruik geen blokken of vulstukken van wat voor type dan ook om de machine horizontaal te plaatsen. Breng de arm pas omhoog of schuif deze pas uit als alle vier stempels zijn neergelaten en zijn vergrendeld, de voetkussens stevig op de grond staan en de machine horizontaal staat. Stel de stempels niet af en plaats ze ook niet in de transportstand wanneer de arm geheven of uitgeschoven is. Bedien de machine niet vlakbij afgereden kanten en gaten, op oneffen terrein, puin, een onstabiele of gladde ondergrond of in andere gevaarlijke omstandigheden. 2 Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 Onderdeelnr DU

5 Eerste uitgave Tweede druk Bedieningshandleiding VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Verplaats de machine niet wanneer de arm geheven of uitgeschoven is. Vertrouw niet op het scheefstandalarm als indicatie van een vlakke stand. Het scheefstandalarm klinkt alleen op het platform wanneer de machine zich op een sterke helling bevindt. Als het scheefstandalarm klinkt, laat dan ogenblikkelijk de arm neer en stel met de stempels de machine horizontaal af. Als het alarm klinkt, zullen de functies arm op niet werken. Pas geen eindschakelaars aan en schakel deze ook niet uit. Gebruik de machine niet bij sterke wind of windstoten. Vergroot het dragende oppervlak van het platform of de lading niet. Als u het windvangende gedeelte vergroot, vermindert u de stabiliteit van de machine. Pas geen machine-onderdelen aan die op welke wijze dan ook de veiligheid en stabiliteit beïnvloeden en schakel ze ook niet uit. Vervang geen onderdelen die van invloed zijn op de stabiliteit van de machine door onderdelen met een ander gewicht of andere specificaties. Breng geen wijzigingen aan in een hoogwerkerplatform. Montagehulpstukken voor het bevestigen van gereedschap of andere materialen aan het platform, de voetplaten of aan het veiligheidsrelingsysteem kunnen het gewicht op het platform en het dragende oppervlak van het platform of de lading doen toenemen. Plaats geen ladders of stellages op het platform of tegen enig deel van deze machine. Gebruik de machine niet op een bewegende of beweegbare ondergrond of voertuig. Zorg dat alle banden correct zijn opgepompt en in goede staat zijn en wielmoeren stevig zijn vastgedraaid. Modellen met accu s: Gebruik geen accu s die minder wegen dan de originele accu s. De vier accu s dienen ook als contragewicht en zijn van doorslaggevend belang voor de stabiliteit van de machine. Elke accu moet 34 kg wegen. Gebruik de arm niet om de machine of andere objecten te duwen. Raak geen aangrenzende constructies aan met de arm. Bind de arm of het platform niet vast aan aangrenzende constructies. Gevaarlijke situatie: lichamelijk letsel mogelijk Bedien de machine niet als er hydraulische olie weglekt of als er perslucht ontsnapt. Perslucht of hydraulische olie kan de huid binnendringen en/of brandwonden veroorzaken. Modellen met motor: Bedien de machine in een goed geventileerde ruimte om koolmonoxidevergiftiging te voorkomen. Onderdeelnr DU Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 3

6 Eerste uitgave Tweede druk VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Gevaarlijke situatie: kans op botsing Houd rekening met de stand van de arm wanneer de draaitafel wordt geroteerd. De machine moet zich op een vlakke ondergrond bevinden of zijn vastgezet voordat u de parkeerrem mag vrijzetten. Gebruik de parkeerrem om bij het duwen van een machine die niet met een sleepvoertuig is verbonden de machinesnelheid te regelen. Controleer het werkgebied op hoog aangebrachte obstructies en andere mogelijke gevaren. Bedieners wordt aangeraden om een goedgekeurde helm te dragen wanneer zij de machine bedienen. Breng de arm pas omlaag als er zich in het gebied onder het platform geen mensen of obstructies bevinden. Bedien de machine niet als deze zich in de route van een kraan bevindt, tenzij de bediening van de kraan is geblokkeerd en/of er voorzorgsmaatregelen zijn genomen om een mogelijke botsing te voorkomen. Gevaarlijke situatie: tillen Gebruik bij het verplaatsen van de machine de juiste heftechniek. Gebruik bij het plaatsen of verwijderen van het platform de juiste heftechniek. Explosie- en brandgevaar Start de motor niet als u LPG, benzine, dieselbrandstof of andere explosieve stoffen ruikt of ontdekt. Vul geen brandstof bij met een draaiende motor. Vul brandstof bij en laad accu s alleen in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van verwarmingsapparaten, vonken, vlammen of brandende tabak. Bedien de machine niet op gevaarlijke plaatsen of op plaatsen waar mogelijk brandbare of explosieve gassen of deeltjes aanwezig zijn. Ga niet stuntrijden en speel geen spelletjes bij het bedienen van de machine. Gevaarlijke situatie: onderdelen kunnen beschadigd raken Gebruik de machine niet als massa bij laswerk. Laat de armen pas volledig neer als ze in lijn liggen met de dissel. De armen dienen te worden neergelaten tot op de armsteunen. Gebruik geen accu of acculader van meer dan 12V als starthulp. 4 Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 Onderdeelnr DU

7 Eerste uitgave Tweede druk Bedieningshandleiding VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Gevaarlijke situatie: machine beschadigd Gebruik geen beschadigde of niet goed werkende machine. Inspecteer voor gebruik de machine grondig en test alle functies voor elke dienst. Een beschadigde of niet goed functionerende machine moet onmiddellijk uit bedrijf worden genomen en worden voorzien van een label waarop vermeld staat dat de machine niet mag worden gebruikt. Zorg dat alle onderhoud is uitgevoerd volgens de specificaties in deze handleiding en die in de betreffende Servicehandleiding. Zorg dat alle stickers zich op hun plaats bevinden en leesbaar zijn. Zorg dat de bedienings-, verantwoordelijkheidsen veiligheidshandleidingen compleet en leesbaar zijn en zich in de opbergruimte op het platform bevinden. Gevaarlijke situatie: slepen Stel u op de hoogte van en houd u aan alle adviezen, waarschuwingen en instructies van de fabrikant van het sleepvoertuig, voordat u deze aanhangwagen laat slepen. Ga niet harder dan 97 km/u. Houd u aan alle plaatselijke en nationale wettelijke voorschriften inzake sleepwerkzaamheden. Overbelast het sleepvoertuig niet. Controleer het maximaal toelaatbare totaalgewicht (GVWR) op het label, op het bestuurdersportier. Tel voor het verkrijgen van GVWR de kogeldruk van de aanhangwagen op bij het voertuiggewicht (inclusief voertuig, passagiers en lading). Breng geen lading aan op de aanhangwagen. De aanhangwagen is niet ontworpen om extra lading te dragen. Vervoer de machine pas als de arm is vastgezet met de armvergrendelingen. Modellen die zijn uitgerust met het stootremsysteem: Probeer niet met de aanhangwagen achteruit te rijden als het stootremsysteem niet is vrijgezet. Zie de handleiding van het stootremsysteem. Let erop dat de haak goed aan het sleepvoertuig is bevestigd en dat de koppelingskogel stevig aan de haak is bevestigd. Let erop dat de veiligheidskettingen (indien nodig) stevig aan het sleepvoertuig zijn bevestigd. Kruis de kettingen onder de haak. Let erop dat alle lichten werken. Let erop dat alle haakcomponenten, lichten en spiegels en methoden voor het bevestigen van de aanhangwagen aan het sleepvoertuig voldoen aan de lokale, nationale en federale regelgeving. Blokkeer de wielen van de aanhangwagen als u op een helling parkeert. Zorg dat alle banden correct zijn opgepompt. Onderdeelnr DU Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 5

8 Eerste uitgave Tweede druk VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Personenheftafelconfiguratie Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen Gebruik het platform niet als kraan. Plaats geen lading buiten de platformomtrek. Plaats of bevestig geen overhangende lading op/aan enig deel van het platform. Duw niet tegen of trek niet aan objecten die zich buiten het platform bevinden. Maximaal toegestane kracht van opzij 400 N Gebruik de platformbediening niet om een platform vrij te maken dat is vastgeklemd of is blijven haken, of dat op andere wijze niet normaal kan bewegen vanwege een aangrenzende constructie. Alle personeel dient het platform te verlaten, voordat wordt getracht om het platform vrij te maken met behulp van de grondbediening. Gevaarlijke situatie: kans op vallen Inzittenden dienen een (meerpunts-) veiligheidsgordel te dragen en zich te houden aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften. Bevestig de veiligheidsgordel aan het verankeringspunt op het platform. Ga niet zitten, staan of klimmen op de platformveiligheidsreling. Zorg ervoor altijd stevig op de platformvloer te staan. Klim niet van het platform naar beneden als dit geheven is. Zorg dat de platformvloer schoon is. Laat het platformtoegangsmiddenstuk zakken of sluit het toegangshek voordat u de machine in bedrijf neemt. Gevaarlijke situatie: kans op botsing Let op het gevaar voor verbrijzeling wanneer u de platformveiligheidsreling vastpakt. Materialenheftafelconfiguratie Gevaarlijke situatie: kans op botsing Breng de lading pas omhoog als de materialenhefhaak stevig aan de machine is vastgemaakt. Breng de lading pas omhoog als deze goed is uitgebalanceerd en aan de machine is vastgemaakt. Zorg dat niemand onder de lading of de machine gaat staan wanneer de lading omhoog wordt gebracht. Gevaarlijke situatie: ledematen kunnen worden verbrijzeld Gebruik uw verstand en denk vooruit wanneer u de machine vanaf de grond bedient met behulp van de platformbediening. Zorg voor een veilige afstand tussen de bediener, de machine en vaste objecten. 6 Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 Onderdeelnr DU

9 Eerste uitgave Tweede druk Bedieningshandleiding VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Optioneel rijsysteem Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen Wees uiterst voorzichtig en houd een lage snelheid aan wanneer met de machine in transportstand wordt gereden over oneffen terrein, puin, een onstabiele of gladde ondergrond en vlakbij gaten of afgereden kanten. Gevaarlijke situatie: kans op botsing Ga niet met de machine rijden als de parkeerrem op de dissel niet is geactiveerd. Rijd niet met de machine met behulp van de grondbediening. Het platform moet volledig zijn neergelaten en de bediener dient zich in het platform te bevinden. Houd rekening met beperkt zicht en blinde hoeken tijdens rijden en bediening. Houd u aan de richtingpijlen met kleurcodering op de platformbediening voor de rij- en stuurfuncties. Stem de rijsnelheid af op de ondergrond, drukte, helling, posities van personeel en eventuele andere factoren die tot een botsing kunnen leiden. Legenda stickers Op de productstickers van Genie worden symbolen, kleurcoderingen en alarmeringsaanduidingen gebruikt ter aanduiding van het volgende: VOORZICHTIG Veiligheidswaarschuwingssymbool-wordt gebruikt om het personeel te waarschuwen voor lichamelijk letsel. Volg, om lichamelijk letsel of de dood te voorkomen, alle veiligheidsberichten op die na dit symbool worden beschreven. Rood-wordt gebruikt om aan te geven dat een gevaarlijke situatie te verwachten is die, indien deze niet wordt voorkomen, de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg zal hebben. Oranje-wordt gebruikt om aan te geven dat een gevaarlijke situatie kan optreden die, indien deze niet wordt voorkomen, de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben. Geel met veiligheidswaarschuwingssymbool-wordt gebruikt om aan te geven dat er een gevaarlijke situatie kan optreden die, indien deze niet wordt voorkomen, licht tot middelzwaar lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben. Geel zonder veiligheidswaarschuwingssymbool-wordt gebruikt om aan te geven dat een gevaarlijke situatie kan optreden die, indien deze niet wordt voorkomen, schade aan machines en materialen tot gevolg kan hebben. Groenwordt gebruikt voor informatie over de bediening en het onderhoud van de machine. Onderdeelnr DU Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 7

10 Eerste uitgave Tweede druk VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Veiligheid bij omgaan met accu s Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden Accu s bevatten zuur. Draag altijd beschermende kleding en oogbescherming als u met accu s werkt. Mors geen accuzuur en vermijd contact hiermee. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water. Explosiegevaar Houd vonken, vlammen of brandende tabak uit de buurt van de accu s. Uit een accu komt explosief gas vrij. De afdekkingen moeten tijdens de gehele laadcyclus open blijven. Raak de accupolen of de kabelklemmen niet aan met gereedschap dat vonken kan veroorzaken. Gevaarlijke situatie: onderdelen kunnen beschadigd raken Gebruik geen acculader van meer dan 24V om de accu op te laden. Stel de accu of de acculader niet bloot aan water of regen. Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk Sluit de acculader alleen aan op een elektrisch 3-aderige geaarde AC-contactdoos. sieraden af. Controleer dagelijks op beschadigde snoeren, kabels en draden. Vervang alle beschadigde onderdelen voordat u de machine in bedrijf neemt. Voorkom een elektrische schok door aanraking van de accupolen te vermijden. Doe al uw ringen, horloges en andere Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen Modellen met accu s: Gebruik geen accu s die minder wegen dan de originele accu s. De vier accu s dienen ook als contragewicht en zijn van doorslaggevend belang voor de stabiliteit van de machine. Elke accu moet 34 kg wegen. Gevaarlijke situatie: tillen Gebruik bij het tillen van de accu s het juiste aantal mensen en de juiste heftechniek. 8 Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 Onderdeelnr DU

11 Eerste uitgave Tweede druk Bedieningshandleiding Bedieningselementen STOP MOTORVOEDING ACCUVOEDING ACCU BIJNA LEEG INSCHAKELING ARMFUNCTIE ARMFUNCTIESNELHEID Platformbedieningspaneel 1 Noodstopknop 2 Knop primaire arm inschuiven 3 Knop primaire arm uitschuiven 4 Knop jib op 5 Knop jib neer 6 Knop platformnivellering op 7 Knop platformnivellering neer 8 Motorvoedingslampje 9 Accuvoedingslampje 10 Indicatielampje accu bijna leeg 11 Functie-inschakel/ snelheidskeuzeknoppen 12 Knop draaitafelrotatie naar rechts 13 Motorstartknop 14 Claxonknop 15 Knop draaitafelrotatie naar links 16 Knop secundaire arm neer 17 Knop secundaire arm op 18 Knop primaire arm neer 19 Knop primaire arm op Onderdeelnr DU Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 9

12 Eerste uitgave Tweede druk BEDIENINGSELEMENTEN STOP MOTORVOEDING ACCUCONDITIE ACCUVOEDING INSCHAKELING ARMFUNCTIE STEMPEL(S) UITSCHUIVEN ARMFUNCTIESNELHEID AUTOMATISCHE NIVELLERING STEMPEL(S) INSCHUIVEN Grondbedieningspaneel 1 Noodstopknop 2 Knop primaire arm inschuiven 3 Knop primaire arm uitschuiven 4 Knop jib op 5 Knop jib neer 6 Knop platformnivellering op 7 Knop platformnivellering neer 8 Motorvoedingslampje 9 Accuvoedingslampje 10 Accuniveauindicatielampje 11 Contactslot voor keuze grondbediening/ uit/platformbediening 12 Indicatielampjes stempelstatus 13 Stempelknop 14 Inschakelknop stempels inschuiven 15 Knop automatische nivellering 16 Inschakelknop stempels uitschuiven 17 Functie-inschakel/snelheidskeuzeknoppen 18 Knop draaitafelrotatie naar rechts 19 Motorstartknop 20 Claxonknop 21 Knop draaitafelrotatie naar links 22 Knop secundaire arm neer 23 Knop secundaire arm op 24 Knop primaire arm neer 25 Knop primaire arm op 10 Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 Onderdeelnr DU

13 Eerste uitgave Tweede druk Bedieningshandleiding BEDIENINGSELEMENTEN STEMPEL(S) UITSCHUIVEN STOP AUTOMATISCHE NIVELLERING STEMPEL(S) INSCHUIVEN FUNCTIE- INSCHAKELING Rijbedieningspaneel (optie) 1 Inschakelknop stempels uitschuiven 2 Indicatielampje machine vlak 3 Knop automatische nivellering 4 Noodstopknop 5 Controller voor rij- en stuurfuncties 6 Rijfunctie-inschakelknop 7 Claxonknop 8 Inschakelknop stempels inschuiven Onderdeelnr DU Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 11

14 Eerste uitgave Tweede druk Inspectie voor het gebruik Grondbeginselen Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om de inspectie voor het gebruik en periodiek onderhoud uit te voeren. Niet bedienen tenzij: U de principes voor een veilige bediening van de machine, zoals beschreven in deze bedieningshandleiding, hebt bestudeerd en geoefend. 1 Vermijd gevaarlijke situaties. 2 Voer altijd voor het gebruik inspectie uit. Zorg dat u de inspectie voor het gebruik kent voor u verder gaat met de volgende sectie. 3 Voer altijd de functietests uit vóór het gebruik. 4 Inspecteer de werkplek. 5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld. De inspectie voor het gebruik is een visuele controle die de bediener uitvoert voor elke dienst. De inspectie dient om te bepalen of er met de machine mogelijk iets niet in orde is voordat de bediener met de functietests begint. De inspectie voor het gebruik dient ook om te bepalen of periodiek onderhoud nodig is. Alleen het periodieke onderhoud dat is aangegeven in deze handleiding mag door de bediener worden uitgevoerd. Zie de lijst op de volgende pagina en controleer alle onderdelen en locaties op wijzigingen of schade en op losse of ontbrekende onderdelen. Een beschadigde of gewijzigde machine mag nooit worden gebruikt. Als u schade ontdekt of als de machine afwijkt van de oorspronkelijke staat, moet deze worden voorzien van een label en uit bedrijf worden genomen. Reparaties aan de machine mogen alleen door een gekwalificeerde servicemonteur worden uitgevoerd volgens de fabrieksspecificaties. Nadat de reparaties zijn uitgevoerd, moet de bediener opnieuw de inspectie voor het gebruik uitvoeren voordat hij/zij met de functietests begint. De periodieke onderhoudsinspectie moet door een gekwalificeerde servicemonteur worden uitgevoerd volgens de fabrieksspecificaties en de eisen die zijn opgenomen in de verantwoordelijkheidshandleiding. 12 Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 Onderdeelnr DU

15 Eerste uitgave Tweede druk Bedieningshandleiding INSPECTIE VOOR HET GEBRUIK Inspectie voor het gebruik Zorg dat de bedienings-, verantwoordelijkheidsen veiligheidshandleidingen compleet en leesbaar zijn en zich in de opbergruimte op het platform bevinden. Zorg dat alle stickers zich op hun plaats bevinden en leesbaar zijn. Zie sectie Stickers. Ga na of er lekkage van de hydraulische olie is en controleer het motoroliepeil. Vul, indien nodig, olie bij. Zie sectie Onderhoud. Modellen met motor: Ga na of er een olielek is en controleer het motoroliepeil. Vul, indien nodig, olie bij. Zie sectie Onderhoud. Ga na of er een accuvloeistoflek is en controleer het vloeistofpeil. Vul, indien nodig, gedestilleerd water bij. Zie sectie Onderhoud. Controleer of de bandenspanning en het aanhaalmoment van de wielmoeren correct zijn. Pomp de banden op, indien nodig. Zie sectie Onderhoud. Controleer de volgende onderdelen of plaatsen op schade, wijzigingen en op onjuist geplaatste of ontbrekende onderdelen: Elektrische onderdelen, bedrading en elektriciteitskabels Hydraulische pomp(en), reservoir, slangen, koppelingen, cilinders en ventielenblokken Brandstoftank (indien aanwezig) Motor en bijbehorende onderdelen (indien aanwezig) Armonderdelen en -glijblokken Banden en wielen Verlichting en reflectoren aanhangwagen Parkeerremonderdelen Stempels en voetkussens Eindschakelaars, alarmen en claxon Moeren, bouten en andere bevestigingen Platformtoegangsmiddenstuk of -hek Stootremonderdelen (indien aanwezig) Veiligheidskettingen (indien nodig) Mechanische remonderdelen (indien aanwezig) Flitslamp en alarmen (indien aanwezig) Controleer de gehele machine op: Scheuren in lasnaden of constructiedelen Deuken in of beschadigingen aan de machine Zorg ervoor dat alle constructiedelen en andere cruciale onderdelen aanwezig zijn en alle bijbehorende bevestigingen en pennen op hun plaats zitten en stevig zijn vastgemaakt. Zorg ervoor dat de machine juist is geconfigureerd voor gebruik. Personenheftafelconfiguratie: Zorg ervoor dat het platform op juiste wijze is geplaatst. Materialenheftafelconfiguratie: Zorg ervoor dat de materialenhefhaak op juiste wijze is geplaatst. Zorg ervoor dat de accu s zich op hun plaats bevinden en op de juiste wijze zijn aangesloten. Modellen die zijn uitgerust met het hydraulische stootremsysteem: Controleer het oliepeil in het hydraulische stootremsysteem. Controleer op lekkage. Wanneer u klaar bent met uw inspectie, dient u ervoor te zorgen dat alle afdekkingen op hun plaats zitten en zijn vergrendeld. Onderdeelnr DU Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 13

16 Eerste uitgave Tweede druk Onderhoud Peil hydraulische olie controleren Houd u aan het volgende: Alleen het periodieke onderhoud dat is aangegeven in deze handleiding mag door de bediener worden uitgevoerd. De periodieke onderhoudsinspectie moet door een gekwalificeerde servicemonteur worden uitgevoerd volgens de fabrieksspecificaties en de eisen die zijn opgenomen in de verantwoordelijkheidshandleiding. Legenda onderhoudssymbolen In deze handleiding zijn de volgende symbolen gebruikt om de bedoeling van de instructies te verduidelijken. Wanneer één of meer van de symbolen aan het begin van een onderhoudsprocedure staan, heeft dat de volgende betekenis. Het is voor een goede werking van de machine van essentieel belang dat de hydraulische olie op het juiste peil wordt gehouden. Als dat niet gebeurt, kunnen hydraulische onderdelen beschadigd raken. Door dagelijks het oliepeil te controleren kunt u veranderingen hierin signaleren. Is het oliepeil veranderd, dan kan dit duiden op problemen in het hydraulische systeem. 1 Zorg ervoor dat de arm in de transportstand staat en de stempels zijn ingeschoven. 2 Controleer visueel het oliepeil in de hydraulische tank. Resultaat: Het peil van de hydraulische olie moet op 7,6 cm vanaf de bovenzijde van de tank liggen. Specificaties voor hydraulische olie Type hydraulische olie Tankinhoud hydraulisch systeem Hydraulisch systeem (inclusief tank) Dexron-equivalent 30,3 liter 37,9 liter Geeft aan dat gereedschap nodig is om deze procedure uit te voeren. Geeft aan dat nieuwe onderdelen nodig zijn om deze procedure uit te voeren. 14 Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 Onderdeelnr DU

17 Eerste uitgave Tweede druk Bedieningshandleiding ONDERHOUD Peil motorolie controleren - Modellen met motor Accu s controleren Het is voor een goede prestatie en lange levensduur van de motor van essentieel belang dat het juiste motoroliepeil wordt gehandhaafd. Indien de machine bij een onjuist oliepeil wordt gebruikt, kan dit tot gevolg hebben dat schade wordt toegebracht aan motoronderdelen. 1 Controleer de oliepeilstok. Controleer het oliepeil bij een uitgeschakelde motor. Resultaat: Het oliepeil moet reiken tot de markering VOL op de peilstok. Vul, indien nodig, olie bij. Motortype Honda GX340K1 Olie-inhoud Vereiste olieviscositeit 1,1 liter Temperatuur onder 15,5 C 5W C tot 32 C 10W-30 Temperatuur boven -23 C 10W-40 tot 10W-50 Temperatuur boven -6,6 C 20W-40 of 20W-50 Gebruik olie die voldoet aan de API-classificatie SG (met het label SG/CC of SG/CD) voor een betere slijtbestendigheid. Machines worden geleverd met 10W-40 SG/CC Het is voor een goede en veilige werking van de motor van groot belang dat de accu zich in goede staat bevindt. Een onjuist vloeistofpeil of beschadigde kabels en aansluitingen kunnen schade aan de motoronderdelen en gevaarlijke situaties tot gevolg hebben. Gevaarlijke situatie: lichamelijk letsel mogelijk. Accu s bevatten zuur. Mors geen accuzuur en vermijd contact hiermee. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water. 1 Draag beschermende kleding en oogbescherming. 2 Overtuig u ervan dat de accukabelaansluitingen vrij zijn van corrosie. 3 Overtuig u ervan dat de accuklemmen en kabelaansluitingen vastzitten. 4 Verwijder de accu-ontluchtingsdoppen. 5 Controleer het accuzuurniveau. Vul, indien nodig, gedestilleerd water bij tot onder aan de vulbuis van de accu. Vul niet te veel bij. 6 Plaats de accu-ontluchtingsdoppen. Motortype Hatz 1B30 Olie-inhoud 0,9 liter Vereiste olieviscositeit Temperatuur onder 15,5 C (synthetisch) 5W C tot 32 C 10W-40 Temperatuur boven -20 C 15W-40 Motorolie dient over eigenschappen conform APIclassificatie CD, CE, CF of CG te beschikken. Machines worden geleverd met 10W-40 SG/CC. Onderdeelnr DU Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 15

18 Eerste uitgave Tweede druk ONDERHOUD Banden en wielen controleren Gevaarlijke situatie: lichamelijk letsel mogelijk. Een te hard opgepompte band kan exploderen en de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Gevaarlijke situatie: kans op botsing. Een versleten band levert slechte rijeigenschappen op en bij doorgaand gebruik kan een defecte band het gevolg zijn. Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen. Gebruik geen producten voor tijdelijke reparatie van lekke banden. Het is voor een goede en veilige werking van de machine van groot belang dat de banden en wielen in goede staat verkeren. Defecten aan banden en wielen kunnen tot gevolg hebben dat de machine omkantelt. Ook kan schade aan onderdelen ontstaan als problemen niet tijdig worden gesignaleerd en gerepareerd. 2 Controleer elk wiel op schade, verbuigingen en scheuren. Resultaat: Vervang het wiel als schade wordt aangetroffen. 3 Controleer elke band met een luchtdrukmeter en voeg, indien nodig, lucht toe. 4 Controleer het aanhaalmoment van alle wielmoeren. Banden en wielen - ANSI & CSA Bandenmaat Aanhaalmoment wielmoer Bandenspanning (koud) Banden en wielen - CE 8-14,5LT 108 Nm 6,9 bar Bandenmaat 215 R14 C 112/110 Aanhaalmoment wielmoer Bandenspanning (koud) 108 Nm 4,5 bar 1 Controleer het bandoppervlak en de zijkanten op insnijdingen, scheuren, gaatjes en ongelijkmatige of overmatige slijtage. Resultaat: Vervang de band indien ongelijkmatige of overmatige slijtage wordt aangetroffen. Vervang een band altijd door een band waarvan de specificaties gelijk zijn aan de oorspronkelijke fabrieksspecificaties. 16 Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 Onderdeelnr DU

19 Eerste uitgave Tweede druk Bedieningshandleiding ONDERHOUD Periodiek onderhoud De onderdelen van de periodieke onderhoudsinspecties moeten worden uitgevoerd door een persoon die getraind en gekwalificeerd is om aan deze machine onderhoud te verrichten volgens de procedures zoals die in de servicehandleiding voor deze machine zijn beschreven. De gekwalificeerde persoon dient van de hieronder beschreven inspecties en onderhoud alle gegevens bij te houden en vier jaar te bewaren. Het onderhoudsschema Er moeten aan de hand van een onderhoudsschema vier soorten onderhoudsinspecties worden uitgevoerd:- dagelijks, elk kwartaal, jaarlijks en tweejaarlijks. Om de herhaalde uitvoering van de procedures te verantwoorden, zijn de Onderhoudstabellen en het Onderhoudsinspectierapport verdeeld in vier subonderdelen-a, B, C en D. Gebruik het volgende overzicht om te bepalen welke proceduregroep(en) in het kader van een periodieke inspectie moet(en) worden uitgevoerd. Machines die langer dan 3 maanden niet in bedrijf zijn geweest, moeten worden onderworpen aan een kwartaalinspectie voordat de machine weer in bedrijf wordt genomen. Inspectie Dagelijks of iedere 8 uur Elk kwartaal Jaarlijks Tweejaarlijks Tabel of controlelijst A A + B A + B + C A + B + C + D Onderhoudsinspectierapport Het onderhoudsinspectierapport bevat controlelijsten voor elk type periodieke inspectie. Maak kopieën van het Onderhoudsinspectierapport om deze voor elke inspectie te gebruiken. Bewaar ingevulde formulieren vier jaar lang. Onderdeelnr DU Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 17

20 Eerste uitgave Tweede druk Functietests Functietests 1 Kies een testgebied dat stevig, horizontaal en vrij van obstructies is. Niet bedienen tenzij: U de principes voor een veilige bediening van de machine, zoals beschreven in deze bedieningshandleiding, hebt bestudeerd en geoefend. 1 Vermijd gevaarlijke situaties. 2 Voer altijd voor het gebruik inspectie uit. 3 Voer altijd de functietests uit vóór het gebruik. Zorg dat u de functietests kent en begrijpt voor u verder gaat met de volgende sectie. 4 Inspecteer de werkplek. 5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld. Grondbeginselen De functietests dienen om te onderzoeken of er storingen aanwezig zijn voordat de machine in bedrijf wordt genomen. Om alle machinefuncties te testen, dient de bediener de stapsgewijze instructies te volgen. Een niet goed werkende machine mag nooit worden gebruikt. Als er een storing wordt ontdekt, dan moet de machine worden voorzien van een label en uit bedrijf worden genomen. Reparaties aan de machine mogen alleen door een gekwalificeerde servicemonteur worden uitgevoerd volgens de fabrieksspecificaties. 2 Zorg ervoor dat de armvergrendelingen zijn losgemaakt. Opstelling 3 Plaats de machine onder het gewenste werkgebied. 4 Activeer de parkeerrem. 5 Steek de sleutel in het contact en draai deze naar de stand grondbediening. 6 Trek zowel bij de grond- als de platformbediening de rode noodstopknop uit. Modellen met optioneel rijsysteem: Trek tevens de rode noodstopknop uit op het rijbedieningspaneel. 7 Druk op de knop automatische nivellering en houd deze ingedrukt. Druk op de knop stempels uitschuiven en houd deze ingedrukt. De stempels worden neergelaten, zetten de machine horizontaal en laten de wielen enigszins van de grond komen. Zet de machine met uitsluitend de stempels horizontaal. Gebruik geen blokken of vulstukken van wat voor type dan ook om de machine horizontaal te plaatsen. 8 Controleer het begrenzerdisplay. Let erop dat alle vier stempelbegrenzerlampjes branden. 9 Start de motor (indien aanwezig). Zie sectie Bedieningsinstructies. Nadat de reparaties zijn uitgevoerd, moet de bediener opnieuw de inspectie voor het gebruik en de functietests uitvoeren voordat de machine in bedrijf wordt genomen. 18 Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 Onderdeelnr DU

21 Eerste uitgave Tweede druk Bedieningshandleiding FUNCTIETESTS Grondbediening Noodstopknop testen 10 Druk de rode noodstopknop in naar de stand UIT. Resultaat: De motor (indien aanwezig) slaat af. De grond- en platformbedieningsfuncties mogen niet in werking treden. 11 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand AAN. Stempelbegrenzer testen 12 Start de motor (indien aanwezig). 13 Druk op een stempelknop en houd deze ingedrukt en druk op de knop stempel inschuiven en houd deze ingedrukt om één stempel omhoog te brengen tot het bijbehorende stempelbegrenzerlampje uit gaat. 14 Activeer de armfuncties. Resultaat: De armfuncties mogen niet in werking treden. 15 Druk op de knop automatische nivellering en houd deze ingedrukt. Druk op de knop stempels uitschuiven en houd deze ingedrukt. De stempels worden neergelaten, zetten de machine horizontaal en laten de wielen enigszins van de grond komen. 16 Herhaal deze procedure voor elke stempel. Armfuncties testen Scheefstandschakelaar testen 19 Breng de jib ongeveer 15 cm omhoog. Breng de primaire arm ongeveer 15 cm vanaf de armsteun omhoog. Breng de secundaire arm ongeveer 15 cm vanaf de armsteun omhoog. Schuif de primaire arm ongeveer 30 cm uit. 20 Lokaliseer de scheefstandschakelaar naast de grondbediening op het chassis. 21 Druk één zijde van de scheefstandschakelaar omlaag en plaats het testgereedschap voor de scheefstandschakelaar onder één van de pootjes. Resultaat: Het alarm in het platform moet na 1 seconde klinken. De stempelbegrenzerdisplay moet gaan knipperen. 22 Test alle grond- en platformbedieningsfuncties. Resultaat: De op-functie van de primaire arm, de secundaire arm en de jib, en de uitschuiffunctie van de primaire arm mogen niet in werking treden. De neer-functie van de primaire arm, de secundaire arm en de jib en de inschuif- en rotatiefuncties van de primaire arm moeten normaal werken. 23 Verwijder het testgereedschap voor de scheefstandschakelaar. 17 Houd geen functie-inschakel/ snelheidskeuzeknop ingedrukt. Probeer elke armfunctie te activeren. Resultaat: Geen enkele armfunctie mag in werking treden. 18 Druk een functie-inschakel/snelheidskeuzeknop in en houd deze ingedrukt. Activeer elke armfunctie m.b.v. de bijbehorende knop. Resultaat: Alle armfuncties moeten een volledige cyclus doorlopen. Onderdeelnr DU Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 19

22 Eerste uitgave Tweede druk FUNCTIETESTS Platformbediening Noodstopknop testen 24 Druk de rode noodstopknop van de platformbediening in de stand UIT. Resultaat: De motor (indien aanwezig) slaat af. De grond- en platformbedieningsfuncties mogen niet in werking treden. Claxon testen 25 Start de motor (indien aanwezig). 26 Druk de claxonknop in. Resultaat: De claxon dient te klinken. Machinefuncties testen 27 Druk een functie-inschakel/snelheidskeuzeknop in en houd deze ingedrukt. 28 Activeer elke armfunctie m.b.v. de bijbehorende knop. Resultaat: Alle armfuncties moeten een volledige cyclus doorlopen. Rij- en stuurfuncties testen (indien aanwezig) 29 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting die wordt aangegeven door de blauwe pijl op het bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en zet dan de joystick weer in de middelste stand. Resultaat: De machine verplaatst zich in de richting waarin de blauwe driehoek op het rijchassis wijst en komt dan plotseling tot stilstand. 30 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl op het bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en zet dan de joystick weer in de middelste stand. Resultaat: De machine verplaatst zich in de richting waarin de gele driehoek op het rijchassis wijst en komt dan plotseling tot stilstand. Opmerking: De parkeerrem in het platform moet in staat zijn om de machine tegen te houden op elke helling die door de machine kan worden genomen. 20 Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 Onderdeelnr DU

23 Eerste uitgave Tweede druk Bedieningshandleiding Inspectie van de werkplek Inspectie van de werkplek Houd rekening met en vermijd de volgende gevaarlijke situaties: afgereden kanten of gaten Niet bedienen tenzij: U de principes voor een veilige bediening van de machine, zoals beschreven in deze bedieningshandleiding, hebt bestudeerd en geoefend. 1 Vermijd gevaarlijke situaties. 2 Voer altijd voor het gebruik inspectie uit. 3 Voer altijd de functietests uit vóór het gebruik. 4 Inspecteer de werkplek. Zorg dat u de inspectie van de werkplek kent en begrijpt voor u verder gaat met de volgende sectie. 5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld. hobbels, hindernissen of puin hoog aangebrachte obstructies en hoogspanningsgeleiders gevaarlijke plaatsen onvoldoende steun van de ondergrond om alle belastingskrachten te weerstaan die door de machine worden opgewekt windkracht en weersomstandigheden de aanwezigheid van onbevoegd personeel andere mogelijk onveilige omstandigheden Grondbeginselen De inspectie van de werkplek helpt de bediener bij het bepalen of de werkplek geschikt is voor een veilige werking van de machine. Deze moet door de bediener worden uitgevoerd voordat de machine naar de werkplek wordt gebracht. Het is de verantwoordelijkheid van de bediener mogelijke gevaren op de werkplek te kennen en onthouden, er rekening mee te houden en ze te vermijden tijdens het verplaatsen, opstellen en bedienen van de machine. Onderdeelnr DU Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 21

24 Eerste uitgave Tweede druk Bedieningsinstructies Noodstop Druk de rode noodstopknop in naar de stand UIT om alle grond- en platformbedieningsfuncties te stoppen. Niet bedienen tenzij: U de principes voor een veilige bediening van de machine, zoals beschreven in deze bedieningshandleiding, hebt bestudeerd en geoefend. 1 Vermijd gevaarlijke situaties. 2 Voer altijd voor het gebruik inspectie uit. 3 Voer altijd de functietests uit vóór het gebruik. 4 Inspecteer de werkplek. 5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld. Grondbeginselen In de sectie Bedieningsinstructies vindt u de instructies voor alle bedieningsaspecten van de machine. Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om alle veiligheidsvoorschriften en instructies in de bedienings-, verantwoordelijkheidsen veiligheidshandleidingen op te volgen. Het gebruik van de machine voor andere doeleinden dan het heffen van personeel en gereedschap naar een hoge werkplek is onveilig en gevaarlijk. Het is alleen getraind en gekwalificeerd personeel toegestaan een machine te bedienen. Als meer dan één bediener op verschillende tijdstippen in dezelfde dienst geacht wordt een machine te bedienen, dan mag het hier alleen om gekwalificeerde bedieners gaan van wie verwacht wordt dat ze alle veiligheidsvoorschriften en instructies in de bedienings-, verantwoordelijkheids- en veiligheidshandleidingen opvolgen. Dit betekent dat iedere nieuwe bediener de inspectie voor het gebruik, de functietests en de inspectie van de werkplek dient uit te voeren, voordat hij/zij de machine gaat gebruiken. Herstel elke functie die vanaf de grond- of platformbediening in werking treedt als de noodstopknop aan de grondbediening wordt ingedrukt. Herstel elke functie die vanaf de platformbediening in werking treedt als de noodstopknop aan de platformbediening wordt ingedrukt. Opstellen 1 Plaats de machine recht onder het gewenste werkgebied. 2 Activeer de parkeerrem. 3 Maak de aanhangwagenverlichting, kettingen en veiligheidskabel van de stootrem los van het voertuig. 4 Maak de vergrendeling op de kogelkoppeling open. 5 Trek aan de krikontgrendeling en draai de disselkrik naar de hefstand. 6 Breng de dissel omhoog door aan de slinger van de schroefspindel te draaien. 7 Maak alle armvergrendelingen los. 8 Druk op de knop automatische nivellering en houd deze ingedrukt. Druk op de knop stempels uitschuiven en houd deze ingedrukt. De stempels worden neergelaten, zetten de machine horizontaal en laten de wielen enigszins van de grond komen. 9 Let erop dat alle vier stempelbegrenzerlampjes op het grondbedieningspaneel branden. 22 Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 Onderdeelnr DU

25 Eerste uitgave Tweede druk Bedieningshandleiding BEDIENINGSINSTRUCTIES Transport 1 Activeer de parkeerrem. 2 Zet de arm vast met de armvergrendelingen. 3 Breng de dissel omhoog door aan de slinger van de schroefspindel te draaien. 4 Positioneer de kogel van het transportvoertuig recht onder de kogelkoppeling. 5 Maak de vergrendeling op de kogelkoppeling open. 6 Breng de dissel omlaag door aan de slinger van de schroefspindel te draaien. 7 Sluit de vergrendeling op de kogelkoppeling. 8 Bevestig de kettingen (indien nodig) en de veiligheidsremkabel aan het voertuig. Kruis de kettingen onder de haak. 9 Trek aan de krikontgrendeling en draai de disselkrik naar de transportstand. 10 Sluit de aanhangwagenverlichting aan en test deze. 11 Zet de parkeerrem vrij. Informatie over slepen Gebruik vóór het slepen en onderweg de controlelijst op de achterkant van deze handleiding. Het rijden met een aanhangwagencombinatie is anders dan alleen met een voertuig. Anticipeer; begin tijdig met remmen. Vergroot wanneer u een aanhangwagen sleept de afstand tussen uw voertuig en het voertuig dat voor u rijdt tot twee keer de normale tussenafstand. Zorg onder slechte weersomstandigheden voor een nog grotere tussenafstand. Vertraag voor een afdaling en schakel de transmissie in een lagere versnelling. Vertraag voor bochten, onder slechte weersomstandigheden, gevaarlijke wegomstandigheden en voor afritten op snelwegen. De aanhangwagencombinatie kan aan een kortstondige verstoring onderhevig zijn. Als er een verstoring optreedt, rem dan niet, verhoog de snelheid niet en draai ook niet aan het stuur. Laat het gaspedaal los en houd het stuur in een rechte stand, zodat u de rijbaan kunt blijven volgen. Als de combinatie de verharde weg verlaat, houd het stuur dan stevig vast. Laat het gaspedaal los. Trap niet op het rempedaal. Maak geen scherpe bochten. Vertraag naar een snelheid van minder dan 40 km/u. Draai dan geleidelijk aan het stuur om terug op de weg te komen. Ga bij het invoegen voorzichtig te werk. Stel alle banden af op de juiste spanning. Zie voor de aanbevolen spanning bij koude banden de wang van de band, de gebruikshandleiding of de sticker op de aanhangwagen. Geef de band geen hogere spanning dan op de wang staat vermeld. Tijdens het rijden loopt de bandenspanning op. Laat deze extra bandenspanning niet ontsnappen. Zorg dat er bij het inhalen van andere voertuigen voldoende ruimte overblijft voor de extra lengte van de aanhangwagen. U dient het gepasseerde voertuig veel verder voorbij te rijden voordat u weer kunt invoegen. Als u met de aanhangwagen een bocht neemt, maak dan geen schokkerige of abrupte bewegingen. Inspecteer alle verbindingen bij elke stop. Gebruik de controlelijst op de achterkant van deze handleiding. Modellen met motor - Nooddalen Wanneer de hoofdkrachtbron defect is (motor), gaat het accuvoedingslampje branden en schakelt de machine over op de hulpvoedingsmodus. De armfuncties werken met een verminderde snelheid. De hulpvoeding is bedoeld voor kortstondig gebruik. Onderdeelnr DU Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 23

26 Eerste uitgave Tweede druk BEDIENINGSINSTRUCTIES DC-modellen - Nooddalen Alle armfuncties kunt u bedienen met de handpomp onder de afdekking ventielenblokzijde. 1 Kies een functie en de bijbehorende klep. Primaire arminschuiffunctie 1 Druk de klepplunjer in en roteer deze. Bedien de handpomp m.b.v. een druk/trek-beweging. 2 Druk de klepplunjer in en roteer deze zodat de machine terugkeert naar de normale bedrijfsmodus. Opmerking: De klepplunjer dient u terug te zetten, omdat anders de armuitschuiffunctie niet werkt. Alle andere functies 1 Open de klep handmatig door het uiteinde van de klepplunjer uit te trekken of in te drukken. 2 Houd de klep in de stand open en bedien de handpomp m.b.v. een druk/trek-beweging. Functie-ventielenblok Draaitafelrotatie Uittrekken voor Induwen voor Uittrekken voor Secundaire arm neer Uittrekken voor Primaire arm neer Uittrekken voor Jib neer Primaire arm inschuiven Induwen en draaien voor Primaire arm inschuiven Induwen en draaien om te resetten Motor starten (indien aanwezig) 1 Draai het contactslot van de grondbediening naar de gewenste positie. 2 Zorg ervoor dat de beide noodstopknoppen van grond- en platformbediening uitgetrokken zijn naar de stand AAN. 3 Benzinemodellen: Draai het contactslot op de motor naar de stand AAN. Dieselmodellen: Draai het contactslot op de motor naar de verticale stand. 4 Druk de motorstartknop in. Als de motor na 15 seconden starten niet draait, stel dan de reden vast en repareer eventuele beschadigingen. Wacht 60 seconden voordat u de motor weer probeert te starten. Alle modellen: Warm onder extreem koude omstandigheden, -6 C en lager, de motor gedurende 5 minuten op om schade aan het hydraulische systeem te voorkomen. Benzinemodellen: Wanneer u de machine onder koude weersomstandigheden start, gebruik dan indien nodig de choke. Benzinemodellen: Draai het contactslot op de motor naar de stand UIT en sluit het brandstofafsluitventiel als u de machine niet gebruikt. Bediening vanaf de grond 1 Zet het contactslot in de grondbediening. 2 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand AAN. 3 DC-modellen: Zorg ervoor dat de accu s zijn aangesloten voordat u de machine gaat gebruiken. Modellen met motor: Start de motor. Platform plaatsen 1 Druk een functie-inschakel/snelheidskeuzeknop in en houd deze ingedrukt. 2 Druk op de betreffende armfunctieknop aan de hand van de markeringen op het bedieningspaneel. 24 Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 Onderdeelnr DU

27 Eerste uitgave Tweede druk Bedieningshandleiding BEDIENINGSINSTRUCTIES Bediening vanuit het platform 1 Draai het contactslot naar de platformbediening. 2 Trek de beide rode noodstopknoppen voor de platform- en grondbediening uit naar de stand AAN. 3 Modellen met accu s: Zorg ervoor dat de accu s zijn aangesloten voordat u de machine gaat gebruiken. Modellen met motor: Start de motor. Platform plaatsen 1 Druk een functie-inschakel/snelheidskeuzeknop in en houd deze ingedrukt. 2 Druk op de betreffende armfunctieknop aan de hand van de markeringen op het bedieningspaneel. 3 Indien aanwezig: Roteer het platform door de handslinger ofwel rechtsom ofwel linksom te draaien. Bedieningsinstructies optioneel rijsysteem 1 Zorg ervoor dat het platform volledig is neergelaten. De rijfunctie treedt pas in werking als het platform volledig is neergelaten. 2 Activeer de parkeerrem op de dissel. De rijfunctie kan pas in werking treden als de parkeerrem is geactiveerd. 3 Druk op de knop automatische nivellering en houd deze ingedrukt. Druk op de knop stempels inschuiven en houd deze ingedrukt. Schuif de stempels volledig in. 4 Druk de functie-inschakelknop in en houd deze ingedrukt. 5 Verplaats de rij-joystick uit het midden weg. Gebruik de richtingpijlen met kleurcodering op het bedieningspaneel om vast te stellen in welke richting de machine zal rijden. 6 Breng de stempels omlaag, stel ze af om de machine horizontaal te zetten en laat de wielen enigszins van de grond komen, voordat u het platform omhoog brengt. Het indicatielampje machine vlak op het rijbedieningspaneel moet gaan branden. Achteruitrijden met aanhangwagen (indien uitgerust met stootrem) Het stootremsysteem moet vóór het achteruitrijden worden vrij gezet. Zie de handleiding van het stootremsysteem voor uitgebreide instructies over elke stootrem. Zorg ervoor dat u na beëindiging de machine terugzet in de sleep- of bedrijfsconfiguratie. Transport (niet verbonden met een sleepvoertuig) Gebruik de parkeerrem om bij het duwen van een machine die niet met een sleepvoertuig is verbonden de machinesnelheid te regelen. Na elk gebruik 1 Kies een veilige parkeerplaats uit-een stevige vlakke ondergrond zonder obstructies en verkeer. 2 Roteer de draaitafel zodat het platform tegenover de dissel van de machine komt te staan. Lijn de draaitafel met behulp van de zwarte pijlen op juiste wijze uit. 3 Laat de arm neer in de transportstand. 4 Zet de arm vast met de armvergrendelingen. 5 Draai het contactslot naar de stand UIT en verwijder de sleutel om onbevoegd gebruik te voorkomen. 6 Blokkeer de wielen. 7 Laad de accu s op. Onderdeelnr DU Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 25

28 Eerste uitgave Tweede druk BEDIENINGSINSTRUCTIES Opstellen materialenheftafelconfiguratie 1 Draai het contactslot naar de stand uit. Materialenheftafelconfiguratie Houd u aan het volgende: Zorg voor een veilige afstand tussen de bediener, de machine en vaste objecten. Houd rekening met de richting waarin de arm zich verplaatst bij gebruik van de platformbediening. 2 Verwijder de pen waarmee de materialenhefhaak aan de basis is bevestigd. Verwijder de materialenhefhaak. 3 Maak de platformbediening los van het platform. 4 Verwijder de platformbediening. Maak de klem open aan de achterzijde van de platformbediening en schuif de bediening omhoog en eraf. 5 Maak de draaitafelafdekking aan de bedieningszijde open. 6 Maak het elektrische snoer rechtsonder aan de kast grondbedieningselementen los. Sluit het platformbedieningssnoer dat werd losgemaakt in stap 3 aan op de kast grondbedieningselementen. Doe de draaitafelafdekking dicht. 7 Ondersteun het platform. Verwijder de knevel waarmee het platform aan de jib is bevestigd. 8 Til het platform op en verwijder het van de machine. 9 Steek voor het plaatsen van de materialenhefhaak de onderste rail in de platformmontagebeugel en draai deze omhoog naar de juiste positie. Steek de knevel erin. 10 Bedien de materialenhefhaak vanaf de grond met de platformbediening. Het contactslot moet u in de stand platformbediening draaien. 11 Keer het bovenstaande proces om voor het plaatsen van het platform en stel de machine weer in op de personenheftafelconfiguratie. 26 Genie TMZ-50/30 & Genie TMZ-17/10 Onderdeelnr DU