CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING. Bijlage 2: Voorlopige uitvoeringstoets CFV naar artikel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING. Bijlage 2: Voorlopige uitvoeringstoets CFV naar artikel"

Transcriptie

1 De keuze in de wet om corporaties die aan het geformuleerde ornzetcriterium voldoen, Vrij te stellen van de Art. 1: Begripsomschrijvingen Art. 8 tlm 13: Het aangaan van verbindingen hier wordt bedoeld en wie bepaalt of sprake is van even betrouwbaar. als ten minste even betrouwbaar kan worden beschouwd als een zodanig taxatierapport. Onduidelijk is wat Art. 1 lid 2 Dit artikel verstaat onder getaxeerd niet alleen een taxatierapport, maar ook een document dat Bijlage 2: Voorlopige uitvoeringstoets CFV naar artikel CENTRAAL FONDS 1 Uiae bij over de spankracht van de nietdaeb tak. op de DAEB tak. Echter een positieve beoordeling heeft in dit verband weinig betekenis omdat dit niets zegt borgingsvoorziening kan van belang zijn, ook al zal deze toezien op de toegelaten instelling als geheel dan wel Dit artikel behoeft gezien het voorgaande ook een nadere inkleding. Een negatieve beoordeling van de Art. 9 lid 2 onderdeel c Overigens geldt ook voor dit onderdeel dat in plaats van de toegelaten instelling, de nietdaeb tak gelezen moet worden. van het saldo van de operationele lasten met de rentelasten leidt niet tot een bestaande en zinvolle ratio. Dit artikel kent een onjuiste formulering. In de operationele kasstromen zijn rentelasten begrepen. Het delen Art. 9 lid 2 onderdeel b zou daarom moeten spreken van de nietdaeb tak. in de DAEB tak) de nietdaeb tak nieuwe (staats)steun vanuit de DAEB tak gaat verkrijgen. Lid 2 onderdeel a aangegeven. Lid 1 ziet toe op het risico dat het vermogen niet voor de volkshuisvesting bestemd blijft. Dit kan eventuele opvang van verliezen. Het is niet de bedoeling dat na de scheiding (waarbij de nietdaeb tak een richten. Immers in geval het gaat om nietdaeb activiteiten dan zal de nietdaeb tak moeten zorgdragen voor Art 9 lid 1 een winst en verliesrekening of in de vorm van een kasraming. Baten en lasten zijn termen die ontleend zijn verwachte kasstromen... is onhelder. Een meerjarenanalyse kan vormgegeven worden in een prognose van De formulering met betrekking tot... naar baten en lasten gespecificeerde meerjarenanalyse van de door hen kunnen geven. aan een winst en verliesrekening (verplichtingenstelsel). Dit is niet hetzelfde als een kasstroomprognose. volkshuisvesting. En daarnaast dat het risico op verlies in de verbinding leidt tot het niet langer voor de geval zou de bestaande BV de extra risico s moeten kunnen dragen wil de minister (autoriteit) goedkeuring bestaarde BV (na inwerkingtreding van de wet) het voornemen heeft om een verbinding aan te gaan. In dat tak) het risico van een (extra) verbinding aan kan. Niet duidelijk is of bedoeld artikel ook van kracht is als een in de uitzonderingssituatie dat de verbinding als deelneming van DAEB kan worden gekwalificeerd, de DAEB beoordeling van de risico s primair van belang of ingeval van administratieve scheiding de nietdaeb tak (en volkshuisvesting beschikbaar blijven van het beschikbaar gestelde vermogen. Lid 2 onderdeel a richt zich of de verbinding zich richt op nietdaeb activiteiten of in uitzondering op DAEB activiteiten is echter voor de Toevoegen: na advies van de Autoriteit woningcorporaties (Aw). komen. In dit verband is het echter niet passend om primair de oriëntatie op de toegelaten instellingte eigen vermogenspositie heeft verkregen waardoor de financiële continuiteit vergelijkbaar is gewaarborgd als ondertussen een administratieve dan wel juridische scheiding heeft plaatsgevonden. Afhankelijk van de vraag de financiële situatie van de toegelaten instelling. Deze formulering gaat voorbij aan het feit dat er Art. 9 lid 2 onderdeel a op twee zaken doelen. Allereerst dat het vermogen wordt aangewend niet in het belang van de Dit artikel geeft aan dat een verzoek om goedkeuring vergezeld moet gaan van een overzicht en analyse van Dit artikel biedt een andere overweging bij het oordeel dat de minister geeft dan hetgeen in artikel 9 lid 1 is Art.8 lid 1f echter op de mogelijkheid of de corporatie een mogelijk verlies kan dragen zonder zelf in de problemen te krijgen door dergelijke corporaties niet meer de ruimte te geven om verbindingen aan te gaan nadat is vermogensscheiding zou in het toetsingskader voor het aangaan van verbindingen zijn vertaling moeten vastgesteld dat zij geen scheiding behoeven door te voeren. J VOLKSHUISVESTING

2 2 toegelaten instelling of de bedoelde entiteit niet voldoende is gewaarborgd. Primair zal nagegaan moeten toegelaten instelling als geheel onvoldoende waarborg kan bieden. van Onze Minister, onvoldoende zullen zijn om hun voorgenomen werkzaamheden te kunnen verrichten. artikel 21, tweede lid tweede volzin, onderdeel d, van de wet, is niet voldoende gewaarborgd, indien de moeizaam. Voorgesteld wordt de formulering als volgt te wijzigen: Definanciële continuïteit, bedoeld in onderdeel c moet een verwijzing naar onderdeel d worden gemaakt. De formulering van art. 10, lid 1 is financiële middelen van de betrokken toegelaten instelling of rechtspersoon of vennootschap naar het oordeel worden of de nietdaeb tak in deze voldoende waarborgen heeft. Secundair is ook van belang of de Daarnaast past het niet in het stelsel na scheiding om een verzoek pas afte wijzen als de continuiteit van de Bij]aqe bji_brieffio/n5/15.o17 van 20 ianuari 2015 gecreëerd waarbij de nietdaeb tak (waar een verbonden onderneming een verbinding van vormt; artikel 53) Herzieningswet is ingezet; DAEB en nietdaeb zijn gescheiden en vanuit overwegingen van misbruik van vormen; artikel 60) gezond en levensvatbaar voortgezet kunnen worden. Indien dit op een later tijdstip analogie met hetgeen over sanering is uiteengezet dat het bij problemen eerder in de rede ligt om de oplossing te zoeken in het afstoten van nietdaeb bezit, dan om ruimte te bieden voor nieuwe kapitaalinjecties dan wel nieuwe leningen. Art.12 de nietdaeb tak of de juridisch gescheiden nietdaeb activiteiten de problemen kunnen worden opgelost. De de DAEB tak (de drager van het maatschappelijk gebonden vermogen). Een en ander impliceert dat in staatssteun (kruissubsidiëring) moet worden voorkomen dat problemen in nietdaeb worden afgewenteld op dejuridische dan wel administratieve scheiding zijn gecreëerd. Immers na de scheiding is een situatie oriëntatie van de minister (Aw) dient ook hier aan te sluiten met de systeemaanpassing die vanwege de mogelijk toch knelpunten oplevert, dan dient nadrukkelijk eerst te worden nagegaan of binnen respectievelijk of dejuridische gescheiden nietdaeb activiteiten (waarde verbonden onderneming een verbinding mee kan Het kader dat in artikel 12 wordt geschetst dient nadrukkelijker te worden verbonden aan de condities die na samenwerkingsvennootschap is opgericht met het uitsluitend oogmerk het mogelijk te maken dat de daarin samen werkende instellingen bijdragen aan elkaars werkzaamheden ter voldoening aan artikel 42, eerste lid eerste volzin, van de wet Bevat een moeizame en daarom onduidelijke formulering. Voorgesteld wordt: Onze Minister willigt een verzoek als bedoeld in artikel 21, vijfde lid van de wet slechts in indien de betrokken Art. 11 AMvB is dit niet logisch en het roept vraagtekens op in de uitvoering/handhaving van deze artikelen (gelijke behandeling). tussen de spelregels voor amendering van leningovereenkomsten. Vanuit de systematiek van de wet en de van de zogenaamde interne lening en de startlening die bij juridische scheiding vanuit de toegelaten strekking van de artikelen die gaan over de bijstelling van de condities met betrekking tot rente en aflossing instelling aan de woningvennootschap wordt verstrekt. De huidige formulering creëert een discrepantie Dit artikel zou daarom ook aangepast moeten worden en vergelijkbaar moeten worden gemaakt met de Art. 10 lid 3 leningen uit de nietdaeb tak mogelijk is. Dat dit vervolgens op het niveau van dejuridische entiteit de hiervan een resultante. Echter primair moet de nietdaeb tak in staat zijn deze lening te verstrekken. Dit zou nietdaeb tak moet beschikken over zodanige solvabiliteits liquiditeitsratio s dat het verstrekken van de positie om aanvullend kapitaal of leningen van de toegelaten instelling te verkrijgen (artikel 62). Deze een verbinding wil aangaan, dit normaal gesproken vanuit de niet DAEB tak geïnitieerd moet worden. De administratief gescheiden nietdaeb tak). Evenzo is najuridische scheiding, de woningvennootschap niet in toegelaten instelling, ook zichtbaar is in de vorm van leningen u/g die worden verstrekt aan een verbinding, is krijgen. Artikel 56 lid 2 memoreert nadrukkelijk dat na de scheiding niet anders dan vanuit de bedoelde voorziening financiële middelen aan de nietdaeb tak kunnen worden verstrekt (in geval van het na geformuleerd voor de situatie dat de nietdaeb tak na scheiding nog interne leningen van de DAEB tak kan het referentiepunt moeten zijn bij de beoordeling van dergelijke voorstellen door de minister i.c. de Aw. achtergrond zou ook hier aan de orde moeten zijn. Een en ander impliceert dat indien de toegelaten instelling DAEB activiteiten in een verbinding. Vanuit deze achtergrond zijn er daarom in de wet en de AMvB spelregels instelling zonder meer kapitaal of leningen kan gaan verstrekken ten behoeve van de uitvoering van niet belang dat de lening verstrekking nadrukkelijker wordt geplaatst in de context van de administratieve scheiding die dan al heeft plaatsgevonden. Het is na de scheiding niet meer aan de orde dat de toegelaten scheiding creëren van verbindingen heeft tot gevolg dat deze in beginsel zijn opgehangen aan de Dit artikel kent eveneens een verkeerde verwijzing: onderdeel d moet zijn onderdeel e. Daarnaast is het van Art. 10 lid 2 Dit artikel kent een onjuiste verwijzing naar de wet. In plaats van artikel 21, tweede lid, tweede volzin Art. 10 lid 1

3 na de administratieve scheiding is gecreëerd als vast referentiepunt moet hanteren ook al geeft de wet of Dit artikel geeft aan dat de toegelaten instelling bij onder meer het verstrekken van informatie het niveau dat Art. 14 t/m 16: Verdere algemene bepalingen inzake toegelaten instellingen Art. 14 verantwoord beleggen. Vanuit uitvoerbaarheid wordt aanbevolen deze vereisten te harmoniseren dan wel nader te duiden op welke verschillende typen financiële transacties de verschillende ratingvereisten van toepassing zijn. illae_bii brief BO/N5/15.ol 7 van 2Q januari2015 marktwaarde in verhuurde staat krijgen corporaties als onderleggerten behoeve van deze bepaling, ook de waarde verplicht wordt gesteld, heeft dat als voordeel dat deze waarde slechts maximaal ijaar verouderd verhuurde staat in de AMvB te gaan gebruiken. kan zijn. Het ligt in de rede deze mogelijkheid die het gevolg is van de overstap naar marktwaarde in gebruikt (naast taxaties van de leegwaarde). De WOZ waarde heeft als nadeel dat deze in bijzondere gevallen leegwaarde op balansdatum in hun administratie. Als het gebruik van deze waarde als een niet getaxeerde bijna twee jaar oud kan zijn en toch nog geaccepteerd als waardegrondsiag. Met de introductie van In de artikelen wordt zoals op dit moment in de regelgeving zijn vormgegeven de WOZwaarde veelvuldig Art. 19 t/m 25: Goedkeuring van vervreemdingen van onroerende zaken is (ook)rechtstreeks aan de Aw inlichtingen te verstrekken ten behoeve van het opstellen van die zienswijze. een (aspirant) bestuurder of commissaris. In art. 17 is nader geregeld hoe onze minister die zienswijze moet de Aw geëxpliciteerd wordt, tenminste door in het derde lid te bepalen dat de toegelaten instelling gehouden worden gebracht met de wet. Het ligt dan voor de hand dat in de uitwerking van art. 17 de betrokkenheid van Aw; de Aw zal derhalve de (concept) zienswijze opstellen. Het is gewenst dat de taken in de AMvB in lijn bepalen. Op grond van art. 61 van de wet is het toezicht op de governance en de integriteit opgedragen aan de In art. 25 van de wet is bepaald dat Onze Minister een zienswijze moet geven omtrent de geschiktheid van Art. 17 lid 2 gedragingen, welke redeljkerwijs voor de Minister/toezichthouder van belang zijn voor de beoordeling van de betrouwbaarheid. handhaven, bijlage 2 bevat een enorme lijst aan delicten waarvoor een kandidaat niet veroordeeld mag zijn genoemde antecedenten, nu niet verwacht mag worden dat de kandidaat dit zelf zal (willen) melden. Naar het oordeel van CFV omvat 4.2 de kern van de norm: de aanwezigheid van feiten of omstandigheden, dan wel (!), zie onder 2.4). Hierbij doet zich de vraag voor op welke wijze de toezichthouder zicht kan krijgen op de De geschiktheidsvereisten als omschreven in bijlage 1 zijn echter volstrekt niet SMART en daarom niet te bijlagen 1 en 2 bij de AMvB. Door de formulering hebben bijlage 1 en 2 de status van (besluit)wettelijke norm. Art. 17 bevat de zgn. fit and proper test voor de aspirant bestuurders en commissarissen, nader uitgewerkt in (of zelfs maar in een procesverbaal ter zake voor te komen, zonder dat dit tot een veroordeling heeft geleid Art. 17 t/m 18: Voorschriften over bestuur en raad van toezicht ministeriële regelingen grote aandacht wordt besteed en dat de ministeriële regelingen zelf ook getest worden op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. met bepaalde werkzaamheden beoogt een aanvang te maken. Uit hoofde van handhaafbaarheid en het terugdringen van overgangsproblematiek is het van groot belang dat aan de formulering van dergelijke Dit artikel biedt de mogelijkheid om stukken aan te wijzen waaruit zou blijken dat de toegelaten instelling Art. 16a en wordt geacht uitgewerkt te zijn in de bij of krachtens de wet gegeven normering. volkshuisvesting kan betrekken, is dubbelop met de wet: dit belang is de grondslag voor al zijn bevoegdheden overleg te betrekken in zijn afweging. De tweede volzin, dat de minister bij die besluiten het belang van de bestuur en art. 3:2 Awb gehouden de ingebrachte zienswijzen, uitgebrachte adviezen en uitkomsten van Dit artikel is overbodig. Ten eerste is de minister al op grond van de algemene beginselen van behoorlijk Art. 15 nemen voor de wijze waarop de minister (Aw) tot een besluit of afweging moet komen. optie zijn om de zaken die daar zijn aangestipt, deels op te lossen door een vergelijkbare formulering op te AMvB dat niet aan. Gezien het gestelde met betrekking tot verbindingen hiervoor zou het mogelijk ook een De ratingvereisten sluiten niet aan met de Beleidsregels derivaten en de voorgenomen Beleidsregel Art. 13

4 krijgt de toegelaten instelling juridische middelen in handen om overtreding aan te pakken. Art. 22 lid 2 onderdeel c punt 4 tot opneming van een kettingbeding met deze strekking op te nemen in de koopovereenkomst. Daarmee verhuurder zal gedragen, alvorens de minister besluit omtrent goedkeuring van een voorgenomen verkoop. oogpunt van handhaafbaarheid dringt zich de vraag op waarom er niet voor is gekozen om een verplichting een terughoudend huurbeleid verondersteld? Vanuit oogpunt van uitvoering behoeft dit verduidelijking. Uit In art. 22 lid 2 onder 30 AMvB eist dat de verkrijger een verklaring overlegt dat hij zich als een sociale In de AMvB is verder niet gedefinieerd wat in dit verband de betekenis is van deze uitspraak. Wordt hier ook hij jçfbq/n5/1jqjj/qfl9januari 2015 met de uitoefening van het toezicht, op de hoogte te stellen van zaken of omstandigheden die de minister relevant acht. Het gaat om situaties die een overlap vertonen met de onderwerpen die tot de toezichttaak van governance en integriteit, van het rechtmatig handelen door de toegelaten instelling, van de financiële aanleiding van een dergelijke melding. Art.26 gaat ook voorbij aan de structuur die na de scheiding is vormen. Daarnaast is niet duidelijk waarom in art. 26 lid 1 onderdeel d een andere formulering wordt gebruikt dan in onderdeel e. Indien dit niet het geval is dient de nieuwe structuur het vertrekpunt voor de formuleringen in dit artikel te ontstaan. De vraag is of hetgeen in art.14 is geformuleerd ook opgaatvoor hetgeen in art. 26 is geformuleerd? (ook) de Aw rechtstreeks in kennis wordt gesteld, alsmede dat verduidelijkt wordt wie wat moet doen naar positie van de toegelaten instelling, en van liquiditeits ofsolvabiliteitsproblemen bij dochtermaatschappijen. noodzakelijk is uit oogpunt van een goede uitvoering van diens toezicht. Die goede uitvoering vereist dat verhoudt tot de taakuitoefening van de Aw. omstandigheden, te meer daar onder f van art. 26 is aangegeven dat deze verplichting van de RvT voeren. Het is derhalve evident dat de RvT (ook en a fortiori) de Aw op de hoogte moet brengen van bedoelde In art. 26 van de AMvB wordt geconcretiseerd hetgeen relevant is, waaronder mogelijke aantasting van de In deze situaties is op grond van art. 61 van de wet de Aw de eerst aangewezene het extern toezicht uit te Art. 26 de Aw behoren. Onduidelijk blijft wat de minister doet met een eventuele melding van de RvT en hoe dit zich Dit artikel is een uitwerking van art. 31 lid 4 van de wet, waarde RvT de plicht heeft de minister in verband Art. 26: Bepalingen i.v.m. taakinvulling door de raad van toezicht overeenkomt met de intrinsieke waarde moet nader uitgewerkt worden wat de invulling is van onvoldoende overeenkomt. Met betrekking tot de passage die vervreemding geschiedt tegen een prijs die naar zijn oordeel onvoldoende Art. 25 lid 1, onderdeel b nietdaeb tak niet is gewaarborgd door de vervreemding. structuur die na de scheiding is ontstaan. Vertrekpunt moet allereerst zijn ofde continuiteit in de DAEB ofde Dit artikel schetst een restrictie in relatie tot de financiële continuïteit. Ook hier wordt voorbijgegaan aan de Art. 25 lid 1 onder a wordt genoemd. De huidige formulering ( naarzijn oordeel ) sluit niet uit dat de minister een ander oordeel genoemde bepaling art. 61 van de wet. Zoals elders gesteld dient hierbij de na scheiding ontstane situatie als heeft over de risico s voor de financiële continuïteit dan de Aw, hetgeen op gespannen voet staat met vertrekpunt te worden geformuleerd. Aw. Een correcte en efficiënte uitvoerbaarheid vergt dat in art. 23 van de AMvB de zienswijze van de Aw voldoende is gewaarborgd. Op grond van art. 61 lid 1 onder c van de wet ligt die beoordeling expliciet bij de verkoopbesluit naar zijn oordeel ertoe zou leiden dat de financiële continuiteit van de toegelaten instelling niet Op grond hiervan kan Onze Minister aan een voornemen tot verkoop zijn goedkeuring onthouden indien dat Art. 23 lid 2 onder b staat? In het kader van de jaarrekening is deze laatste waarde na invoering van de wet beschikbaar. Het is gewenst deze waarde ook een plaats in dit artikel op te nemen. Dit artikel spreekt van getaxeerde marktwaarde. Wordt in dit verband bedoeld de marktwaarde in verhuurde De opsomming springt hier van 1 naar 3, een 2 ontbreekt. Art. 22 lid 2

5 géén uit kan dus niet meer onverkort blijven gelden. Wel moet activa en passiva worden vervangen door Art. 381b: inderdaad is de waardering tegen actuele waarde verplicht alleen verplicht voor de onroerende Art. 384 lid 1 tweede zin: daarvoor komt wat betreft onroerende zaken etc. art. 35, tweede zin, in de plaats, en zaken. Dit moet dus uit de opsomming. is ten onrechte toegevoegd. Dit dient gecorrigeerd te worden in de definitieve versie van de AMvB. toegevoegd, die hiermee dus ook uitgesloten worden voor toegelaten instellingen. Een deel van deze artikelen toegelaten instellingen. Ten opzichte van de vorige versie van de AMvB zijn hierin een aantal artikelen Dit artikel bevat een opsomming van de bepalingen uit titel 9 BW 2 die niet van toepassing zijn voor Art. 27 Bijjggeb]jbriefBO/N5/5QJvan2ojgpuari2Q5 financiële middelen een toegelaten instellingter beschikking heeft en welke bijdrage zij kan leveren aan het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid. De inpassing van de indicatie in het permanente proces van (meerjaren)begroting, prognoseinformatie voortoezichthouder (dpi), aangegane en aan te gane toezichttaak. Het artikel is op deze wijze onuitvoerbaar. Voor 1juli geeft de Aw dan indicatief aan welke CFV gaat ervanuit dat de Aw hierin een rol heeft, omdat er anders een overlap is in de beleidstaak en de Dit artikel roept de nodige vragen op. Allereerst wordt hier de minister bedoeld in zijn beleidsrol of de Aw? Art 35a lid 1 Art. 35: Uitvoering van het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid Het oordeel over de kwaliteit van de organisatiestructuur is volgens CFV niet voldoende ingekaderd. Er zou van de interne organisatiestructuur op een aantal specifiek benoemde onderdelen. qua reikwijdte van het oordeel aangegeven moeten worden dat het alleen gaat om een oordeel over de opzet Art. 30 lid 1, onderdeel f verhouden beide artikelen zich tot elkaar en wat is de rol van de minister respectievelijk de Aw? Onderdeel c roept ook nog vragen op in relatie tot hetgeen in onderdeel d en in artikel 35a staat. Hoe zijn en daarnaast is dit onderwerp net zo goed van belang bij onderdeel a. De formulering van onderdeel b. roept anderszins vragen op. Allereerst kunnen er meer risico s aan de orde Art. 30 lid 1, onderdeel b uitwerking komt dit terug in artikel 30 lidi onderdeel a, b, c en d. de toegelaten instelling en de juridisch gescheiden entiteit die zich op de niet DAEB activiteiten richt. In de Artikel 30 gaat ook voorbij aan de structuur die na de scheiding is ontstaan. Primair zal het financieel toezicht en ook de daaruit voortvloeiende beoordeling zich richten op de afzonderlijke DAEB en niet DAEB takken of bedoeld in art. 61 van de wet in deze. zien Is; op zijn minst zou naar het oordeel van CFV verwezen moeten worden naar de rol van de Aw als van de toezichtuitoefening rol heeft. Het is niet in lijn met de wet dat in art. 30 hier niets van terug te geresulteerd in aanvaarding van het amendement Verhoeven (art. 61 van de wet), dat wettelijk wil waarborgen dat de oordeelsvorming bij de Aw ligt en dat de minister hier organisatiestructuur. Precies op dit punt is debat gevoerd in de Kamerbehandeling van de wet en dat heeft over de liquiditeit, de solvabiliteit, de investeringsruimte, het weglekrisico en de kwaliteit van de Dit artikel bevat een uitwerking van het financieel toezicht en formuleert dat Onze Minister een oordeel geeft Art. 30 oogpunt van onafhankelijkheid staat. In bijlage 3 treft u hiervoor een tekstvoorstel aan. de financiële positie. Het is voor de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid noodzakelijk dat minimaal in de de Nota van toelichting (pag. 26) dat de regering zich op het punt van nadere invulling van de methode laat Nota van Toelichting de hoofdlijnen worden opgenomen van de uitwerking van de marktwaarde in verhuurde berekend, plaatsvindt volgens een bij ministeriële regeling te bepalen methodiek. Behoudens de opmerking in adviseren door CFV, wordt verder op geen enkele wijze in de AMvB duidelijk welke positie de Aw hierin heeft, terwijl daar op grond van art. 61 van de wet de verantwoordelijkheid ligt voor het geven van een oordeel over Hier staat in feite dat de wijze waarop waardering tegen marktwaarde in verhuurder staat moet worden Art. 28 Art. 388: werking moet worden beperkt tot andere activa dan onroerende zaken, blijft met die aanpassing wel in de opsomming staan. Art. 384 lid 6: net als 384 lid itweede zin, blijft wel staan. Art. 387 lid 2: als art. 381b. Art. 396 lid 5: blijft geheel van toepassing omdat 381b ook van toepassing blijft. Art. 414 lid 5: dat lid kan inderdaad vanwege het verbod van een 403verklaring niet van toepassing zijn. onroerende zaken (...). Art. 27 tim 31: De jaarrekening, het jaarverslag en het volkshuisvestingsverslag

6 jaarrekening oplevering kan het proces van beoordeling eerder starten) geven een beeld over de mate waarin hetgeen in een voorgaand jaar al is vastgelegd. De nieuwe prognose, de jaarrekening en de financiële DAEB en de nietdaeb tak blijft. De jaarlijkse overlegronde tussen corporatie en gemeente bouwt voort op de corporatie boven de minimaal gestelde normen voor bijvoorbeeld solvabiliteit en 1CR in respectievelijk de corporaties. De beoordelingen die de toezichthouder afgeeft op deze plannen (door de vervroeging van de Deze voornemens zijn al een neerslag van eerder gevoerd overleg tussen gemeenten en nog voor dat jaar realiseerbare verplichtingen aan te gaan. Het lijkt, zeker als de horizon zo beperkt is, logischer om aan te sluiten bij de prognose informatie die ultimo 2014 dan al is ontvangen voor de periode BijLage bjj.bjf BO/N5/i5p2J van 20 januari 2015 dat de borgingsvoorziening moet beoordelen ofde DAEB en de nietdaeb tak na het uitvoeren van het waarderingsgrondslag. Gezien de keuze voor marktwaarde in verhuurde staat moet dit de grondslag zijn. Dit verband met art. 38 lid 1 is het van belang dat er kaders worden gesteld met betrekking tot de zienswijze die voornemen nog voldoende Iiquide en solvabel zijn. Deze beoordeling enkel op basis van het betreffende plan, schetsen omtrent de relatie tussen de goedkeuring van afzonderlijke nietdaeb plannen en de beoordeling borgingsvoorziening moeten komen met betrekking tot de op te stellen zienswijze) om duidelijkheid te geregeld en de borgingsvoorziening kan met de aanwending van de voorziening instemmen), terwijl het ondanks de goedkeuring van de borgingsvoorziening. geheel van de activiteiten in de nietdaeb tak een te groot risico oplevert. De Autoriteit moet hierbij de ruimte houden om de corporatie op grond van een maatregel, verbeterplan of herstelplan de opdracht te geven het geheel van de voorgenomen activiteiten aan te passen. Het bedoelde plan zou hierdoor kunnen sneuvelen van het geheel van voorgenomen activiteiten (exploitatie, verbetering, sloop, nieuwbouw en verkoop) plan een positieve zienswijze krijgt (rendement voldoet en financiering is in de markt of conform voorziening stellen. Voor een eenduidige procesgang is het belangrijk dat deze uitwerking ook echt wordt gemaakt. In regeling te doen) die overlegd moeten worden zoals de toelichting aangeeft. In dit verband behoeft het conform de meerjarenprognose van de nietdaeb tak. Het is goed denkbaar dat een afzonderlijk nietdaeb lijkt nauwelijks zinvol. Het besluit kent nog geen voorschriften (of mogelijkheid dit in een ministeriële Aw de zienswijze in beginsel dient over te nemen is het ook van belang (naast de kaders die er voor de en zal inhoudelijk georiënteerd moeten zijn op ratio s in de commerciële vastgoedsector. Met name omdat de betekent dat de borgingsvoorziening in zijn zienswijze deze grondslag zal moeten hanteren. De normstelling aandacht dat indien er gesproken wordt van bantovalue er duidelijkheid moet bestaan over de waar in de concept toelichting sprake van is (blz. 14 financiële toets) dient een formeel ophangpunt te krijgen de borgingsvoorziening moet opstellen. In de concept toelichting op het concept besluit wordt aangegeven Art. 36 lid 2 biedt de mogelijkheid om bij ministeriële regeling (nadere) voorschriften in dit verband op te Art. 36 Art. 35d t/m 38: Investeringen door de nietdaeb tak van de toegelaten instelling onwenselijk. Een toegelaten instelling kan werkzaam zijn in meerdere gemeenten en meerdere toegelaten en corporaties. Meer aansluiting bij de bestaande procesgang biedt meer aanknopingspunten in deze. op het net halen van de minimum normen. Het ontlenen van de investeringsruimte aan de 1CR in het de functie van deze normen. Het is vanuit prudentieel toezicht niet wenselijk dat alle corporaties aankoersen voor zover er al een investeringsruimte kan worden bepaald dit voor de afzonderlijke takken apart moet volledig voorbij aan het bestaan van een vermogensscheiding tussen DAEB en nietdaeb. Dit betekent dat Daarbij is een nadere precisering van de hoeveelheid middelen voor elke gemeente onmogelijk en ook update en verlenging van eerdere afspraken. De toelichting in de AMvB die nog enige kleuring geeft, gaat gebeuren. De oriëntatie op de minimumnormen bij de schatting van de investeringsruimte gaat voorbij aan beoordeling van de toezichthouder en de borgingsvoorziening bieden een vertrekpunt om te spreken over een afgelopen jaar betekent dat vanuit de bestaande exploitatiekasstromen in kaart wordt gebracht wat aan investeringen nadrukkelijker het creëren van waarde centraal moeten stellen, zeker als het gaat om extra schuld kan worden gedragen. Deze benadering gaat voorbij aan het feit dat corporaties bij nieuwe investeringen in nietdaeb. De inhoudelijke en procesmatige invulling van het verstrekken van de indicatie, maar vanuit de optiek van onafhankelijk toezicht ook zeer onwenselijk is. biedt op deze wijze geen enkele basis voor de verbetering van de kwaliteit van het overleg tussen gemeente instellingen zijn soms werkzaam in één gemeente. De financiële positie van verschillende toegelaten instellingen zal verschillen. De Aw komt zo in een positie van marktmeester, hetgeen niet alleen ondoenlijk is, indicatie betrekking op heeft, de meeste verplichtingen al zijn aangegaan c.q. de horizon zal ontbreken om Indien bijvoorbeeld de indicatie wordt gegeven op 1juli 2015 zullen voor het eerstvolgende jaar waarde verplichtingen,jaarrekening (straks uiterlijk 1 mei op te leveren), dviverantwoording ontbreekt in het geheel.

7 dat zij niet in staat zijn om commerciële financiering voor de omschreven activiteiten aan te trekken. De het van belang of dit op verplichtingen dan wel kasbasis dient te gebeuren en of dit geldt met ingang van de inwerkingtreding van deze wet. gerichtheid van de borgingsvoorziening, ligt het voor de hand dat corporaties te allen tijde zullen aangeven Art. 37 lid 1 onder a. heeft tot gevolg dat corporaties structureel de kosten en opbrengsten van de in dit Art. 37 lid 1 onder b. behoeft een duidelijker toetsingskader. Gezien het belang van de corporatie en de artikel bedoelde voornemens apart moeten verantwoorden. Voor de vormgeving van deze verantwoording is zich mee en is vanwege de complexiteit in de vormgeving moeilijk handhaafbaar. leningen na de administratieve scheiding roept nog veel vragen op, brengt forse administratieve lasten met Bijlaqe bil brief BO/N5/ van 20 januari2015 operatie om vanaf 1januari 2012 in kaart te brengen, wat de nettoopbrengsten van verkoop van de benoemde eenheden zijn geweest (bruto verkoopprijs minus verkoopkosten). Deze becijfering dient vanaf 1 januari 2012 te worden gemaakt. Uitvoeringstechnisch levert dit de nodige hoofdbrekens op. Voor het moment van administratieve scheiding hebben de meeste corporaties geen marktwaarde in verhuurde staat administratieve en controleoverwegingen is dit een niet wenselijke operatie. Ook het opstellen van een functionele winst en verliesrekening die ook nog eens is uitgesplitst naar DAEB en nietdaeb. Een bijkomend Art. 37 lid 3 kent meerdere elementen die aandacht vragen. Allereerst vergt het een administratief forse mogelijk commerciële leningen in de toegelaten instelling) en het belang van de toegelaten instelling (zo laag van de juridische entiteit de toegelaten instelling of dat het om een extra comptabel bij te houden post gaat. Het laatste lijkt aan de orde. Het is van belang dat dit in de AMvB explicieter wordt verwoord. Art. 37 lid 2 spreekt over een voorziening. Onduidelijk is of het hier gaat om een balanspost in de jaarrekening mogelijke rentelasten op het niveau van dejuridische entiteit) gelijk op. in nietdaeb. Echter in hoeverre nietdaeb bezit beschikbaar is voor onderpand voor commerciële financiering zijn hierbij bepalend. De ratio s zijn gestructureerd op basis van het scheidingsvoorstel en zouden ruimte moeten bieden voor aanvullende commerciële financiering uitgaande van renderende investeringen financiering is volledig afhankelijk van de vrijgave procedure van de borgingsvoorziening. Zonder nieuwe DAEB batig saldi voor al die ja ren conform de lijnen die hiervoor zijn geschetst, is een enorme operatie. ter beschikking. Deze zou met terugwerkende kracht gereconstrueerd moeten worden. Vanuit spelregels in dit verband voor de borgingsvoorziening, loopt het belang van de borgingsvoorziening (zo min Corporaties hadden niet de beschikking over een gecontroleerde kostenverdeelstaat ten behoeve van een probleem is ook nog dat de definitie voor DAEB in de wet anders is dan in de interimregeling. Dus ministeriële regeling of beleidsregels de voorkeur. De berekening zal ook toetsbaar moeten zijn voor kruissubsidiëring? Ook om deze reden is het belangrijk dat de uitwerking van de bepaling van (geborgde) leningdeel. Gezien de complexiteit van deze berekening behoeft verdere uitwerking in een vastleggingen in het verleden zullen op dit aspect bijgesteld moeten worden. Vervolgens dient op deze nettoopbrengst nog in mindering te worden gebracht het met deze eenheden samenhangende, naar verhouding, accountantscontrole. Daarnaast doet zich de vraag voor naar de logica achter de terugwerkende kracht. Immers bij de vermogensscheiding vindt er in feite ongeacht de wijze waarop in het verleden nietdaeb heeft gerendeerd heeft deze stap betrekking op de winst (batig saldo) die met de exploitatie van DAEB vastgoed is of wordt gemaakt. Immers een onderneming (DAEB tak) die staatssteun krijgt, is niet (afgezien van de initiële verstrekt. Het roept vragen op over de noodzaak van staatssteun indien een DAEB tak op grote schaal in staat betrekking tot het batig saldo is erg cryptisch: batig saldo.., uit de verhuur en de vervreemding van die financiële baten en lasten plus het saldo waardeveranderingen vastgoedportefeuille (alles te ontlenen aan overcompensatie de genoten voordelen uit staatssteun meeneemt. De formulering in art.37 lid 3 met woongelegenheden tegen hun marktwaarde in verhuurde staat. Het voorgaande impliceert dat de formulering als volgt dientte worden geëxpliciteerd: het batig saldo van de DAEB tak bestaat uit: netto berekening weg. functionele winst en verliesrekening toegespitst op de DAEB tak). Een andere keuze is, indachtig de wijze waarop overcompensatie is vormgegeven, de redelijke winst te baseren op de direct sfeer (huur, onderhoud, beheer en rente). In dat geval vallen de verkoop van bestaand vastgoed en de waardeveranderingen uit deze resultaat exploitatie vastgoedportefeuille plus het netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille De tweede stap in de bepaling van de hoogte van de voorziening is misschien nog meeromvattend. In de kern geen vermogensscheiding behoeven uit te voeren is voor CFV vooralsnog niet duidelijk. scheiding) een vanzelfsprekend voertuig van waaruit middelen aan commerciële activiteiten kunnen worden In hoeverre de faciliteit van de voorziening ook op een aangepaste manier gaat gelden voor corporaties die is middelen aan commerciële activiteiten te verstrekken. Is er dan mogelijk sprake van overcompensatie en/of grond van de voor deze datum in DAEB gerealiseerde winst (batig saldo) ligt niet voor de hand. DAEB bezittingen. Om vervolgens daarbovenop ruimte te bieden voor extra financiering (interne leningen) op en is gefinancierd, een eenmalige toedeling plaats van eigen vermogen en vreemd vermogen voor de niet ratio s in de nietdaeb tak en de beschikbaarheid van nietdaeb bezit (inzet vastgoed) voor commerciële plus het netto resultaat overige activiteiten plus leefbaarheid en overige organisatiekosten plus saldo De uitwerking van de instelling van een voorziening ten behoeve van het verstrekken van extra interne Art. 37

8 Welke 44c leest CFV deze nogal ingewikkeld geformuleerde bepaling dat S Wordt Wat 3 sub i beperkt tot de rendementstoets? door art. 38 de reikwijdte van de zienswijze van de borgingsvoorziening op grond van art. 44c lid instelling financieel verantwoord is uit oogpunt van risico s voor de DAEB tak. In art. 38 wordt bepaald zo lid onder b van art. 38 CFV heeft hierbij de volgende onduidelijkheden: goedkeuring verleend zal worden indien de de beoordeling of het verrichten van nietdaeb activiteiten door de toegelaten de borgingsvoorziening een zienswijze ter zake afgeven. Die zienswijze betreft zienswijze inhoudt dat een vereist minimum rendement behaald kan worden. zo begrijpt CFV uit het derde van de toegelaten instelling als mede de rendementstoets. Op grond van de wet (art. 44c lid 1 onder i) moet Biilaae bil brief BO/NS/1 S.01 7 van 20januari2015 regeling dan wel in beleidsregels nog kan worden uitgewerkt. De verantwoording voor hetgeen in artikel 49 derivaten). Dit betreft zowel de bepaling van het verschil in rentepercentage tussen een marktconforme bepaling van het in het betreffende jaar genoten voordeel. Aansluiting met de grondslagen die in de winst en vastgelegd te worden of uitgegaan moet worden van een baten en lastenstelsel of een kasstelsel bij de verliesrekening worden gehanteerd (baten en lastenstelsel) ligt hierbij het meest voor de hand. De beleidsregels van de Aw of een ministeriële regeling kan dit vorm worden gegeven. hetjaarlijkse voordeel dientte worden bepaald (eventueel rekening houdend met daarbij ingezette verantwoording van het genoten voordeel dient op basis van een eenduidig format te worden bepaald. Via de lening met overigens gelijke condities (behoudens de borg) en een lening met borg. Daarnaast dient Art. 49 lid 1 Voor leningen met borging (via borgingsvoorziening of overheid) dient eenduidig te worden vastgelegd hoe lid 1 onder b en c is verwoord behoeft eveneens een explicieter verantwoordingskader. van de verkregen compensatie. De AMvB tekst geeft daarnaast niet aan dat een en ander in een ministeriële De formulering in art. 49 lid 1 onder a biedt onvoldoende kader voor een goede bepaling en verantwoording benoemd. de wet in de AMvB ontbreekt hier. Verwacht mag worden dat hierin de afbakening met art. 61 lid 2 onder g. een uitwerking van de overcompensatie betreffen, zonder dat de positie en taak van de Aw hierin worden aan de orde komt, hetgeen nu in art. 49 lid 3 ontbreekt. Hetzelfde geldt voor de art. 50 en 51, die eveneens 2 onder g is dit expliciet een van de onderwerpen die tot de taak van de Aw wordt gerekend. Doorwerking van Dit artikel gaat over de berekening van overcompensatie en de terugvordering ervan. Op grond van art. 61 lid Art Art. 49 tlm 51: Compensatie volkshuisvesting vergt nadere definiëring. voor de accountant. De passage: Omzet gegenereerd uit werkzaamheden op het gebied van de aanhorigheden inclusief parkeervoorzieningen, in de praktijk gestalte kan krijgen en ook controleerbaar is Bij dit artikel dringt zich de vraag op hoede handhaving van de norm 25% bruto vloeroppervlak van Art. 39 tim 43b: Het gebied van de volkshuisvesting Art. 39a nietdaeb zou kunnen worden aangebracht. Dit past niet in de structurering zoals deze via de wet is bruikbaar artikel. Echter voor corporaties die een scheiding hebben doorgevoerd na goedkeuring van de minister, past deze formulering niet. Na scheiding is de ruimte in de afzonderlijke takken bepalend voor het activiteiten patroon in DAEB en in niet DAEB. Bij scheiding dient de afweging gemaakt te worden of 44c lid 3 onderdeel b is voor corporaties die geen vermogensscheiding hebben doorgevoerd een lid 3 van de wet schetst mogelijkheden waarbij de minister (Aw) goedkeuring kan onthouden. Artikel is de situatie indien de borgingsinstelling en de Aw tot een tegengestelde beoordeling komen? beschermen van het maatschappelijk bestemd vermogen expliciet als onderdeel van de taak van de Aw kerntaak ligt in DAEB. Na scheiding kan deze beoordeling niet langer op deze wijze plaatsvinden. Dit zou immers kunnen betekenen dat er na scheiding dan alsnog een beperking van het eigen vermogen in de vormgegeven. financieel verantwoord zijn voor de toegelaten instelling, aangezien art. 61 lid 2 onder d van de wet het stelt. rol ziet de minister voor de Aw bij het beoordelen van de vraag of nietdaeb investeringen de vermogenstoedeling aan de nietdaeb tak niet op gespannen voet staat met de opgave die er voor de Dit artikel bevat een nadere uitwerking van art. 44c van de wet: de goedkeuring van nietdaeb activiteiten Art. 38

9 De Het redelijke winst mogelijk te maken. De toets op overcompensatie zou erop gericht moeten zijn om vast te de conceptamvb over het al dan niet aan de orde zijn van overcompensatie onbruikbaar en geeft het geen mogelijkheid tot handhaving. staatssteun niet wordt meegenomen in de bepaling of er sprake is van overcompensatie. Artikel 49 lid 1. van de overcompensatie conform dit artikel is echter zodanig uitgewerkt dat het genoten voordeel uit de stellen ofde uitvoering van deze DAEB activiteiten niet tot een meer dan redelijke winst leidt. De berekening doelstellingen die verbonden zijn aan het verlenen van staatssteun aan het uitvoeren van diensten van algemeen en economisch belang. Staatssteun is erop gericht de uitvoering van DAEB activiteiten tegen een berekening van het rendement, de redelijke winst die corporaties maken. Om deze reden is de uitwerking in onder a, geeft het genoten voordeel uit de borging weer. Dit bedrag wordt dus niet betrokken in de Riilnae hij hripfrfl/nç/i Çfl1 7 van 20 januari 201 Ç Afgezien van het buiten beschouwing laten van de genoten staatssteun in de bepaling van de in de exploitatie maar in verliezen op grond, projectontwikkeling en derivaten), veelal gericht op het in balans c.q. steun). Gezien het specifieke karakter van de saneringssteun (oorzaak van sanering is veelal niet gelegen berekening. Voor de grondsubsidie en de sanerings en projectsteun kan het genoten voordeel in enig jaar niet zonder meer worden meegenomen in de tellerwaarde. De grondsubsidie en de projectsteun zouden deze voordelen niet. Het genoten rentevoordeel kan meegenomen worden in de tellerwaarde van de de sanerings en projectsteun betrokken moet worden bij deze berekening. Immers marktpartijen hebben met zich mee dat het genoten voordeel uit staatssteun voortvloeiende uit de borging, de grondsubsidies en vertaald kunnen worden naar een jaarlijks voordeel (bijvoorbeeld voor 10 jaar 4,5% over de genoten subsidie brengen van de schulden met de bezittingen (waarde van het vastgoed), zou in de AMvB moeten worden vastgelegd dat deze compensatie niet wordt betrokken bij de bepaling van overcompensatie. overcompensatie spelen nog twee andere vraagstukken ten aanzien van de gekozen uitwerking. nagaan of er inclusief de verkregen staatssteun een niet meer dan redelijke winst op de uitvoering van verhogen van de noemerwaarde met een factor alvorens het direct rendement wordt uitgerekend ten investering en de hoogte van de investering zelf, dan roept dit eerder vragen op over de gekozen vastgoed als vertrekpunt te nemen, impliceert dat indirecte rendementseffecten als gevolg van investeringen (en desinvesteringen) en de waardeontwikkeling niet worden meegenomen in de bepaling overigens ook veel nadelen (veel gecompliceerder en de normstelling is minder eenduidig te bepalen). plaatsvinden. Een baten en lastenstelsel zal hierbij aan de orde zijn en niet een kasstelsel. Daarnaast betrokken wordt in de rendementsbepaling. noodzakelijk achten, dan betekent dit dat op grond van de huidige huurprijzen beleggers de exploitatie hier het beste voor. Het nettoresultaat exploitatie vastgoedportefeuille (wel toegespitst op DAEB voor de tellerwaarde kunnen vormen, aangevuld met het genoten voordeel uit staatssteun dat of renovatie) bij dit vastgoed sprake is van een grote kloof tussen de hoogte van de marktwaarde van de waardering op basis van marktwaarde in verhuurde staat gelijk of hoger is dan wat beleggers heeft tot gevolg dat de berekeningswijze voor het feitelijke rendement moet aansluiten bij deze index. worden ten behoeve van de berekening van het direct rendement conform IPD niet alle directe lasten meegenomen. Een deel van de overhead blijft buiten beschouwing. Daarnaast dienen de lasten die met uitwerkingslijn met betrekking tot de overcompensatie. Immers de keuze om direct rendement op hanteren van willekeurig gekozen ophogingsfactoren of ondergrenzen voor de marktwaarde, komt het rendement op woningen als blijkend uit de IPD Nederlands jaar Vastgoedindex als ijkpunt te hanteren, andere exploitaties samenhangen niet betrokken te worden in de tellerten behoeve van de berekening hetgeen bij uitwerking van verantwoordingsformats de basis zal worden voor de DAEB tak) zou de basis van het direct rendement op vastgoed. De opzet in de functionele winst en verliesrekening leent zich Dit betekent dat explicieter moet worden vastgelegd hoe de berekening van de tellerwaarde moet DAEB activiteiten wordt gemaakt. Immers als het direct rendement op vastgoed uitgaande van een behoeve van de overcompensatie gaat voorbij aan het doel van de berekening van de overcompensatie: feitelijke gerealiseerde rendement op vastgoed niet in beeld bij de bepaling van de overcompensatie. voor delen van het vastgoed (gedeeltelijk naar soort en gedeeltelijk naar gebied) uitgaan van het van dit bezit voor hun rekening willen nemen zonder dat er een noodzaak is van staatssteun. Door het Indien de gekozen benadering is geïnspireerd vanuit de overweging dat er bij investeringen (nieuwbouw van de redelijke winst en in de normstelling. Het via deze lijn uitwerken van de overcompensatie heeft De keuze om de overcompensatie in beeld te brengen op basis van het direct rendement op vastgoed brengt keuze om overcompensatie uit te werken via het direct rendement op vastgoed en hierbij direct De wijze waarop de overcompensatie is uitgewerkt in de AMvB staat op gespannen voet met de Art. 49 lid 2: Compensatie

10 Betekent Compensatie: Overcompensatie: De afgeleid. De worden gedacht aan de omzet die samenhangt met projectontwikkeling, verkoop bestaand bezit, De definitie van nettojaaromzet behoeft explicitering. Naast de omzet vanwege verhuur kan hierbij definitie van nettojaaromzet vanwege nietdaeb activiteiten kan grond van bovenstaande worden een en ander nog niet goed kan worden vastgesteld: overige activiteiten en verbindingen. een vermogensscheiding door te voeren, roept nog een aantal vragen op waardoor de uitvoerbaarheid van de formulering gedurende twee boekjaren, dat de groep corporaties die geen scheiding Artikel 49 van de Herzieningswet die onder meer betrekking heeft op corporaties die niet gehouden zijn om Art. 51a 10 het bepaalde bedrag, zal het meerdere aan de (baten en) lasten van niet DAEB moeten worden toegerekend. dienst vertoont, Immers door het ontbreken van de scheiding heeft een corporatie minder druk om een wel een functie kunnen hebben om te toetsen of de corporatie marktconform gedrag in de nietdaeb Het jaarresultaat van de nietdaeb dienst en ook het (direct) rendement op nietdaeb vastgoed zouden DAEB dienst, zijn afgeleid van de activiteiten in de DAEB dienst. middelen die eventueel vanuit de DAEB dienst ter beschikking kunnen worden gesteld van de niet niet DAEB diensten een rol gaan spelen). Naast elders gemaakte opmerkingen met betrekking tot de verliezen op herontwikkeling van DAEB naar niet baten en lasten opstelling van de nietdaeb diensten in dit geval, is beperkter omdat de vraagstukken die met financiële positie alleen op het niveau van dejuridische entiteit kan worden beoordeeld: via de afzonderlijke berekening van het genoten voordeel op staatssteun. via de berekening van het direct rendement op vastgoed (waarbij CFV op de uitwerking de nodige opmerkingen heeft, maar die niet tot gevolg hebben dat de baten en lasten van de staatssteun samenhangen via een andere benadering worden opgepakt (zie onderstaande opsomming) en de De resultaten op de nietdaeb dienst zullen hierdoor negatief worden beïnvloed. Echter de betekenis van de DAEB, kan in dit specifieke verband nog het volgende worden opgemerkt. Indien de verliezen groter zijn dan voorziening) over onder welke condities eventueel nog middelen vanuit de DAEB tak via de figuur van interne (in)direct aanspraak kan worden gemaakt op middelen die voortvloeien uit de exploitatie van DAEB diensten. Aangezien deze groep corporaties niet of zeer bescheiden een inzet op nietdaeb activiteiten heeft, verdient of maximaal voor de winst die uit de DAEB dienst voortvloeit (jaarresultaat exclusief het effect van de niet DAEB diensten). het de voorkeur om een simpele benadering te hanteren. De nietdaeb kan helemaal geen aanspraak maken belang dat in het geval er geen vermogensscheiding plaatsvindt, er eveneens wordt vastgelegd of en hoe er leningen een functie kunnen vervullen in de financieringsbehoefte van nietdaeb investeringen. Het is van Bij vermogensscheiding zijn er voor de periode na de scheiding spelregels geformuleerd (de zogenaamde de uitvoerbaarheid van een en ander van cruciaal belang. eenduidige spelregels komen met betrekking tot de kostenverdeelstaat. De uitwerkingsmogelijkheid zoals aangegeven in een ministeriële regeling behoeft in dit verband veel aandacht en is voor de beoordeling van Door het ontbreken van een vermogensscheiding is het voor deze gevallen van nog groter belang dat er voor toerekening van rente in de kostenverdeelstaat. Het aan geborgde leningen verbonden deel van de rente belang, ondanks de genoten compensatie, negatief worden beïnvloed. Een toerekening van de leningen naar dit deel van de lening. Voor DAEB genereert deze opslag weer een ontvangst. Indien verhoudingsgewijs er aanzienlijk meer geborgde dan ongeborgde financiering is, zal het volledig die wordt toegerekend aan nietdaeb kan vervolgens nog worden opgehoogd met het genoten voordeel op projectsteun niet zonder meer in een kostenverdeelstaat en daaruit voortvloeiend in een baten en lasten toerekenen van de rente voortvloeiend uit de geborgde leningen aan de diensten van algemeen en economisch belang. Wat betreft grondsubsidies en project en saneringssubsidies levert dit uitvoeringstechnisch geen vraagpunten op, behoudens dat de bedragen met betrekking tot grondsubsidies en kunnen worden opgenomen. Echter voor het genoten voordeel uit de borg ligt het iets gecompliceerder. verhouding van de waarde van het vastgoed in exploitatie (DAEB en nietdaeb) biedt een aanknopingspunt economisch belang, tot gevolg hebben dat de baten en lasten van de dienst van algemeen economisch Artikel Sla lid 1 geeft aan dat de compensatie uitsluitend ten goede kan komen van diensten van algemeen in dit verband onvoldoende helder. scheidingsdatum kwalificeren, maar ook enkele jaren later zodat de scheiding weer ongedaan kan behoeven uit te voeren dynamisch kan zijn? Met andere woorden een corporatie kan zich op worden gemaakt? Kan het ook betekenen dat een corporatie die zich oorspronkelijk hiervoor kwalificeert later alsnog gehouden kan zijn tot het aanbrengen van een vermogensscheiding.? De formuleringen zijn Art. 51a tlm 60: Voorschriften omtrent administratieve scheiding en vermogensscheiding

11 leidt de creatie van een voorziening tot een onttrekking van het eigen vermogen. De gekozen vormgeving is gemaakt. De voorziening vormt de begrenzing van te verstrekken interne leningen. Echter in balanstermen Art. 52 lid 1 onderdeel a en c van de daaraan toe te delen schuld en de op een bepaalde wijze berekende winst die in een bepaalde periode de scheiding kan zijn. Deze is het laagste van de uit verkoop gerealiseerde nettoopbrengst na verrekening De vraag is in hoeverre de voorziening zoals bedoeld in artikel 37 tweede lid een balanspost in het kader van te verhuren woorigelegenheden aan de orde. Niet helder is wat het verschil tussen beide begrippen is. In art. 52 lid 1 onderdeel a en c komen geprojecteerde en na de inwerking van de wet voor het eerste maal hierdoor als er geen toets op rendement plaatsvindt er sprake zijn van kruissubsidiëring. IgçbJjiefBOJN5/15O17van2QLanuari 2Q5 corn plexe regels een dergelijke tra nsformatie niet wordt uitgevoerd, terwijl dit normaal gesproken nog tot worden uitgevoerd (een niet aan de corporatie gelieerde partij ofde woningvennootschap najuridische overwegingen (woningmarkt, prestatieafspraken met de gemeente, financieel) de inzet om na de naar nietdaeb in de herstructurering zal over het algemeen in financiële zin tot een gunstiger resultaat niet worden opgezadeld met een dergelijk verlies. Tegelijkertijd moet voorkomen worden dat vanwege splitsing). De DAEB tak heeft hierbij de mogelijkheid om bouwrijpe grond te realiseren voor de nietdaeb tak dan wel de afzonderlijke juridische entiteit. In het kader van herstructurering is veelal vanuit meerdere grond), is dit een consequentie van het hebben bezit in de DAEB tak. De eigenaar dient dit kennelijk onvermijdelijk verlies te dragen. Een andere eigenaar (de nietdaeb tak of een andere juridische entiteit) kan een negatief resultaat (inbreng marktwaarde plus kosten is hoger dan uitneemwaarde bouwrijpe nietdaeb leiden dan 100% realisatie in DAEB. Indien ondanks de omzetting van DAEB naar nietdaeb er sprake is van herstructurering een heterogeen woningaanbod te kunnen aanbieden. (Gedeeltelijke) omzetting van DAEB De realisatie van nietdaeb bezit dient in de nietdaeb tak, dan wel door een andere juridische entiteitte De herontwikkeling/herstructurering van DAEB bezit kan tot de realisatie van DAEB en nietdaeb bezit leiden. Art. 51b, 53a en 53b: Kosten van herstructurering die ten laste van de DAEB tak kunnen komen dienen zich hierbij aan. Allereerst ligt het niet voor de hand dat de niet DAEB te allen tijde een vergelijkbare explicieter dienen te worden uitgewerkt. Voor corporaties die met scheidingsvoorstellen komen is het beïnvloeden. risico dat er in het goedkeuringsproces veelvuldig knelpunten optreden, die de uitvoerbaarheid negatief om door toekomstig beleid de financiële positie verder te versterken (meer focus op exploitatie, inzetten op dat de DAEB tak een gezonde uitgangspositie moet krijgen. Dit kan betekenen dat de nietdaeb tak druk krijgt beschikking heeft over een riante vermogenspositie niet vergelijkbaar behoren te zijn met die van de DAEB tak. Daarnaast geldt dat als de corporatie als geheel een magere positie heeft, primair het oogmerk moet zijn belangrijk dat de kaders waarbinnen zij hun voorstellen moeten opstellen helder zijn. Anders ontstaat het nietdaeb tak de realisatie van verschillende ratio s tot gevolg heeft (bijvoorbeeld 1CR in de nietdaeb tak zal staatssteunarrangementen), het waarborgen van de financiële continuiteit voor de DAEB respectievelijk de tak (activiteiten), zou de uitgangspositie voor nietdaeb in het geval de toegelaten instelling als geheel de desinvesteringen om de vermogensverhoudingen te verbeteren). Een tweede aandachtspunt in dit verband is herfinanciering met commerciële financiering, en het niet langer aanspraak kunnen maken op de dat gezien de doelstellingen voor de nietdaeb tak (in staat zijn de interne leningen afte bouwen op basis van financiële positie heeft als de DAEB tak. Gezien het nadrukkelijk positioneren van de kerntaak aan de uitvoering van DAEB activiteiten en het verbinden van het maatschappelijk gebonden vermogen aan de DAEB aanzienlijk hoger moeten liggen). Deze context zal in de definitieve AMvB en/of de ministeriële regeling een vordering van de DAEB tak op de nietdaeb tak op te voeren (interne startlening). Twee vraagstukken (financiële continuiteit moet in dezelfde mate zijn gewaarborgd) te bereiken als voor de nietdaeb tak door Dit artikel geeft een beschrijving van de actie om voor de DAEB tak een vergelijkbare financiële positie Art. 54 lid 1 een aanpassing van dit concept en/of de nadere voorschriften bij een ministeriële regeling kan dit verder bezittingen en schulden uit hoofde van verkoop onder voorwaarden toebedeeld moeten worden. Wat de overwegingen zijn voor de formulering niet zijnde de vlottende schuld bij lid 1 onderdeel b, is niet helder. Via worden verduidelijkt. Ook voor art. 53 geldt dat niet helder is hoe de vlottende activa en passiva, de financieel vaste activa en de Art.53 uit hoofde van verkoop onder voorwaarden en een niet direct toerekenbaar deel van de financieel vaste activa regeling kan worden vastgelegd is de toedeling van vlottende activa en passiva, de bezittingen en schulden beschrijving mist en wat eventueel nader via een aanpassing van de AMvB of de aangeduide ministeriële (bijvoorbeeld de actieve belastinglatentie). beoogt dit niet. Om deze reden is dit onderdeel bij het opstellen van DAEB balans niet bruikbaar. Wat in de risico dat hierdoor de betaling van rente en aflossing van de financiering in gevaar komt. De facto kan marktconform rendement te maken en is door de grotendeels geborgde financiering er een beperkter

12 daarvan) dat beschikbaar is voor de verliezen die mogelijk optreden bij de omzetting van DAEB naar niet moet worden geregeld is dat de inbrengwaarde van de bouwrijpe grond altijd wordt gebaseerd op een bedrag voor het tijdvak dat aanvangt op 1januari Echter indien het bedrag volledig is aangewend mag marktconform te opereren. Het gevolg van deze omstandigheid zou kunnen zijn dat de DAEB tak minder zich nemen en de nietdaeb tak zal dit ook niet moeten doen uitgaande van de opdracht voor deze tak om een verder verlies niet ten laste van de DAEB tak komen. Echter een commerciële partij zal dit verlies niet op DAEB bij herstructurering. Allereerst gaat het om het tijdvak tot 31 december 2025 en vervolgens om een De formulering in de conceptamvb noodzaakt tot het structureel bijhouden van een bedrag (en de uitputting externe taxatie. 12 richtlijnen in een ministeriële regeling dan wel bijlagen hierbij of beleidsregels die de Aw in dit verband dient zeer wezenlijk aspect. Het standaard opnemen van deze aspecten in combinatie met het voorschrijven van Teneneinde het proces om te komen tot beoordeling van de verzoeken om goedkeuring van een voorgenomen administratieve scheiding goed te laten verlopen, is het essentieel dat er formats worden uitgewerkt op basis waarvan corporaties hun voorstellen moeten inrichten. Dit kan door middel van bouwstenen die van belang zijn in de beoordeling. Allereerst is het van belang dat in het voorstel wordt weergegeven hoede verbindingenstructuur ten tijde van de scheiding (voornamelijk) wordt verbonden met eerstvolgende vijfjaar voor DAEB en nietdaeb redelijkerwijs vanuit de afzonderlijke takken financieel realiseerbaar zijn, In de beoordeling kunnen ook nog andere aspecten betrokken worden, maar dit is wel een beoordeling van het scheidingsvoorstel om te zien of op grond van het voorstel de voornemens voor de de nietdaeb tak en wat dit betekent voor de financiële positie van deze tak. Daarnaast is het cruciaal voor de Het voorstel voor de scheiding zoals dat in artikel 58b wordt uitgewerkt, mist nog enkele belangrijke die nu tussen corporaties en CorpoData digitaal plaatsvindt. Artikel 58, 58a en 58b op te stellen. Dit biedt ook de mogelijkheid een en ander vorm te geven vergelijkbaar aan de communicatie genoemd te worden. In hetderde lid komtde beoordelingvan definanciëlecontinuïteitaan deorde. Hierdientdetaakvan deaw Art. 54 en 58d Aangezien het streven is om de omvang van de interne leningen af te bouwen en nietdaeb geen kerntaak bedoeld verzoek in te willigen. De in lid 4 aangeduide ministeriële regeling dient een explicitering te geven of nietdaeb portefeuille is hierbij geen vaststaand gegeven. Indien door (geleidelijke) afstoting van de toestemming verleent indien de financiële continuïteit van de nietdaeb tak niet langer is gewaarborgd. zodanige financiële positie (solvabiliteit en kasratio s) dat de financiële continuiteit in dezelfde mate is vermogen in de nietdaeb tak plaatsgevonden. Art. 54 lid 3 geeft aan dat de minister (Aw) slechts aflossen op de interne (marktconforme) lening tot gevolg kan hebben dat deze leningen tot in lengte van State. De financiële continuïteit dient in dit verband in enge zin te worden opgevat. De instandhouding van de minister verzoeken om de aflossing aan te passen. Op het moment van scheiding krijgt de nietdaeb tak een gewaarborgd als de DAEB tak. Hiertoe heeft er onder meer een inbreng van maatschappelijk gebonden worden gemaakt. De Raad van State heeft in zijn advies van 5juni 2014 reeds aangegeven dat uitstel van portefeuille voldaan kan worden aan de rente en aflossingsverplichtingen is er geen enkele reden om jaren blijven bestaan. In dat geval ontstaat geen feitelijke splitsingtussen beide takken aldus de Raad van handvaten van wat in dit verband als financiële continuiteit voor een nietdaeb tak wordt verondersteld. omlijnd patroon van rente en aflossing betalingen. Op grond van art. 54 lid 3 kan de toegelaten instelling de voor een corporatie is, dient voorkomen te worden dat er al te gemakkelijk van deze faciliteit gebruik kan DAEB bezit wordt gepositioneerd) en aanvullende investeringen in nietdaeb na de scheiding kent een De interne lening als gevolg van de initiële scheiding (op basis van nietdaeb bezit en DAEB bezit dat als niet Art. 54 lid 3 herstructurering van DAEB bezit (in de toegelaten instelling) naar nietdaeb bezit (naar woningvennootschap gekozen voor een juridische scheiding geen restrictie met betrekking tot verliezen die optreden bij Mocht de formulering in de conceptamvb ondanks het voorgaande in stand blijven, dan is onduidelijk wat deze bepalingen voor consequenties hebben voor de volgende situatie: geldt voor corporaties die hebben of derde partij)? grond is de belangrijkste schakel om te voorkomen dat de DAEB tak onnodig te veel kosten voor zijn rekening de formulering in de conceptamvb. Het goed regelen van de externe taxatie van de over te dragen bouwrijpe zal zijn grotere verliezen en een minder gewenst programma. Dit lijkt een ongewenst en onbedoeld effect van omzetting naar (de) nietdaeb (tak) programmeert en meer DAEB in de programmering opneemt. Het gevolg neemt. kan de uitwerking in de artikelen 51b, 53a en 53b verregaand worden vereenvoudigd. Het enige dat goed hogere verliezen zal leiden. Indien de consequentie van het eigenaarschap nadrukkelijker wordt genomen

13 formats voorkomt veel vragen nadere inlichtingen na de indiening van het voorstel. Het betrekken van prognoseinformatie bij de beoordeling sluit ook beter aan bij hetgeen in artikel 58b lid 2 is aangegeven. De formulering van artikel 58d lid 1 onderdeel b sluit ook aan bij de hiervoor uitbreiding van het verzoek om goedkeuring. Overigens kent dit onderdeel een onjuiste formulering. Waarschijnlijk wordt bedoeld de verhouding het saldo van de operationele lasten voor rente (op basis van de prognoseinformatie voor de DAEB tak) en de (1CR). Niet duidelijk is waarom in artikel 58d lid 2 niet op een vergelijkbare manier wordt beoordeeld hoe de financiële in de nietdaeb tak is gewaarborgd. Juist vanuit de risico s op latere aanspraken op voor de nietdaeb tak is het extra belangrijk dat kan worden vastgesteld of de aanvangspositie voldoende vertrouwen biedt. tussen omtrent rentelasten staatssteun continuïteit aangeduide onderdeelf Art. 59 Niet duidelijk is of een verzoek conform art. 59 lid 1 onderdeel vormt van het verzoek zoals verwoord in art. 58b, indien dit bij scheiding wordt opgesteld. Dit is van belang voor de van hetgeen onder art. 59 lid 4 is weergegeven. Indien deze operatie gelijktijdig met de scheiding plaatsvindt, maar niet betrokken wordt bij de bepaling van de interne startlening, leidt dit ertoe dat de nietdaeb tak bij aanvang van de scheiding een niet is gewaarborgd. Het gevolg zal zijn dat deze overdracht niet of slechts beperkt kan plaatsvinden. Mocht de formulering gericht zijn op de periode na de scheiding, dan past de formulering met betrekking de interne lening wel. De ijking bij de scheiding zal overigens wel gevolg hebben dat er na de scheiding niet veel ruimte is voor extra overdrachten, tenzij er ook in vergelijkbare mate desinvesteringen plaatsvinden. Op het moment van scheiding zijn hier meer mogelijkheden voor (ruimte bieden door variëren in de omvang van de interne lening) als de solvabiliteit op dit voornemen kan worden afgestemd. Art. 60 tlm start maakt waarbij de financiële continuiteit tot 68: Juridische scheiding te tot toepassing gewenste Art. 60 Commentaar dat bij art. 53 is gegeven geldt ook voor art.60. Daarnaast dient in dit artikel aangegeven worden dat het saldo van de in brengen activa en passiva wordt ingebracht door een kapitaalinbreng. te Art. 61 In art. 61 lid 1 wordt vervolgens een geboden voor het van deze kapitaalinbreng door de zorgen dat de balans van de woningvennootschap scheiding sluitend wordt. Commentaar dat bij art. 54 lid 1 is gegeven geldt ook voor art. 61 lid 1. Art. 61 lid 2 heeft gevolg dat de extra aflossing die mogelijk wordt door de verkoop van bestaand bezit in de woningvennootschap niet of in beperkte mate zal plaatsvinden de middelen ook kunnen worden ingezet ten behoeve van nieuwe investeringen (nieuwbouw en verbetering). In het licht van de condities die zijn gesteld bij scheiding zou het niet in de lijn der verwachtingen liggen aflossing van de het van de woningvennootschap in gevaar brengt. Het doel om commerciële activiteiten, zeker als deze in een juridisch afgescheiden zijn ondergebracht, ook commercieel via de kapitaalmarkt laten financieren, wordt door deze bepalingen minder snel gerealiseerd. Dit dat het risicoprofiel van de woningvennootschap voor de instelling hierdoor blijvend hoog blijft. Over zowel de kapitaalinbreng als de loopt de instelling risico. voortbestaan aanknopingspunt substitutie met een startlening. De uiteindelijke kapitaalinbreng en de startlening najuridische tot startlening entiteit toegelaten toegelaten omdat aanpassen dat betekent startlening Art. 62 De formulering van dit artikel maakt duidelijk er na scheiding vanuit de instelling (en het aan de woningvennootschap verbinden van verbonden ondernemingen) geen extra middelen meer kunnen worden verstrekt. Dit het elders aangegeven punt dat bij het van verbindingen (na de scheiding) vanuit de instelling, behoudens het vanuit de nietdaeb tak verstrekken van middelen, er verder geen ruimte meer beschikbaar is voor het verstrekken van leningen of kapitaal. tlm ondersteunt toegelaten dat toegelaten aangaan Art De proces en inhoudelijke opmerkingen die bij de goedkeuring van de administratieve scheiding zijn gemaakt gelden ook voor het goedkeuringsproces bij scheiding in art. 63 en met 67. De huidige formulering van de AMvB maakt het naar het oordeel van CFV mogelijk dat een corporatie kan kiezen voor een scheiding waarbij een deel van het nietdaeb bezit wordt in de nietdaeb tak en een deel in de juridisch gescheiden woningvennootschap. In dit geval zal in de niet DAEB tak de woningvennootschap als deelneming moeten worden verantwoord. De vraag is of deze inschatting van CFV gedeeld. En zo ja of dit een bewuste keuze is om deze mogelijkheid faciliteren. Uitvoeringstechnisch levert dit wel extra complicaties op. wordt ander dejuridische tot ondergebracht te te Biilaae bil brief BO/NS, l Ç.O1 7 van 20 januari 201 Ç 1

14 1û personen en instanties. Hier wordt echter niet de Aw genoemd. Dit is voor de uitvoerbaarheid van de beoordeling van het scheidingsvoorstel door de Aw een belemmering, die simpel kan worden weggenomen door de Aw expliciet in het eerste lid te noemen. ingediend waarover overeenstemming is met de minister. Dit roept de vraag op of een corporatie een In het eerste lid, onderdeel d, staat dat bij een aanvraag om saneringssteun een saneringsplan moet worden Art. 86: Sanering Art. 86 en 87: Subsidies voor financiële sanering toegelaten instelling die het voorstel voor juridische scheiding doet jegens de in het eerste lid genoemde BiiIaa bil bripfbfl/ns/i ÇO1 7 van 20 januari 201 Ç toezichtkosten en artikel 97 gaat over de meldingsplicht van de minister aan de betrokken raden van toezicht en besturen van dochtermaatschappijen. De titel komt niet overeen met de inhoud van de artikelen. Artikel 96 gaat over de bijdrage voor de Art. 96 en 97: Toezicht op toegelaten instellingen en dochtermaatschappijen zetten. CFV adviseert om conform het bestaande systeem in dit artikel op te nemen dat een toegelaten toegelaten instelling niet beschikt over voldoende financiële middelen om haar werkzaamheden voort te saneringssteun opnieuw een saneringsinstelling wordt. De toevoeging van meerdere kwijtscheldingsgronden toekomst omvangrijk zijn. is uitvoeringstechnisch zeer complex en zal leiden tot juridische procedures, indien de heffingsbedragen in de de financiële middelen beschikt om haar werkzaamheden te kunnen voortzetten. Door de bepaling op deze een saneringscorporatie is of wanneer de toegelaten instelling door betaling van de bijdrageheffing instelling voor kwijtschelding van de bijdrageheffing in aanmerking komt, wanneer een toegelaten instelling manierte formuleren, kan er steeds discussie ontstaan over het oordeel van de minister over wanneer een bijdrageheffing saneringssteun kan kwijtschelden, indien die toegelaten instelling naar zijn oordeel niet over In het eerste lid van artikel 95 staat dat de minister op verzoek van een toegelaten instelling de Art. 95 aantal zelfstandige en het aantal onzeifstandige woongelegenheden (heel en half tarief). In praktijk komt de woongelegenheden, waarbij er geen onderscheid wordt gemaakt tussen woongelegenheden en onzelfstandige eenheden. In art 92 is bij de projectsteun niet benoemd wat het relatief deel van het bedrag per woongelegenheid en het In art.96 wordt voor de toerekening van de toezichtkosten de heffing volledig gebaseerd op tarief per 1000, WOZwaarde is. Waar wordt de verhouding bepaald? 50% woongelegenheden in eigendom en 50% WOZwaarde van de woongelegenheden ofwel op basis van het heffingen is het wenselijk om één grondslag te kiezen. Vanuit de ervaring adviseert CFV ofwel op basis van verdeling over de corporaties met beide methodes grosso modo overeen. de heffingsgrondslag voor de kosten van de toezichthouder is een andere. Voor de uitvoering van de diverse Hier wordt er voor elke soort van bijdrageheffing voor steun een andere heffingsgrondslag gehanteerd. Ook Art. 90 tim 94 en 96 Art. 90 t/m 95 en 96: De bijdragen de toegelaten instelling), maar dat is wel erg dun. Meer duidelijkheid op dit punt is vanuit de De tekst van art. 86 lid 4 sluit strikt genomen niet uit dat gedoeld wordt op voorzetting door een andere periode die het saneringsplan bestrijkt, de financiële middelen kan aantrekken om werkzaamheden die In het vierde lid van artikel 86 staat dat het doel van het saneringsplan is dat een toegelaten instelling, na de toegelaten instelling telkens onderscheid moet maken tussen haar werkzaamheden die behoren tot de toegelaten instelling dan de steunaanvrager (door de formulering een toegelaten instelling in plaats van CFV merkt op dat bij de opstelling van de stukken, bedoeld in het eerste lid, niet meer bepaald is dat de probleem is bij een corporatie, is dit onwenselijk. behoren tot de DAEB te kunnen verrichten of voortzetten. CFV is van mening dat het doel van saneren zou saneringsplan pas mag indienen als de minister het plan heeft goedgekeurd. Indien dat het geval is, dan wordt de discussie over het te nemen saneringsbesluit naar de voorfase verplaatst. Ingeval er een acuut diensten van algemeen economisch belang en haar overige werkzaamheden. moeten zijn het voortbestaan van het DAEB bezit en niet per se het voortbestaan van de toegelaten instelling. ervaringspraktijk van CFV met deze moral hazard echt noodzakelijk. Dit betreft de goedkeuring van dejuridische scheiding. Het tweede lid bevat een inlichtingenplicht van de Art. 63 en 66

15 op grond van art. 61 lid 3 onder a. door de Aw zal worden uitgebracht. En het oordeel als bedoeld in artikel als bedoeld in art. 38, betreft het financieel oordeel zoals CFV dat tot nu toe heeft geformuleerd en zoals dat CFV heeft de indruk dat dit artikel niet is aangepast aan de wet. Het oordeel van de minister over de stukken als bedoeld in art. 59 van de wet Art. 97 onder e lid 5 imperatief is geformuleerd (de minister verleent mandaat). Een pendant, ingeval de minister mandaat verstrekt aan de Aw als bedoeld in art. 61 van de wet, ontbreekt. Dit is des te vreemder, omdat art. 59 een kan bepaling bevat ( de minister kan mandateren), terwijl art. 61 verzoeken om saneringssteun. heeft verstrekt aan de borgingsvoorziening tot het afhandelen van Biilaae bil brief BO/N5/ van 20 lanuari 201 S IS betreft het de oordeelsvorming van de Aw, en is het niet aan de minister de betrokken RvT s hiervan op de ministerieel oordeel. Indien wordt bedoeld art. 61 lid 1 onder c., waar het gaat om de oordeelsvorming, hoogte te stellen: de wet bepaalt dat de Aw zijn oordeel doet toekomen aan de betrokken toegelaten instellingen. 61c, eerste lid bevat vermoedelijk een foute verwijzing: art. 61c bevat noch een eerste lid, noch een aangegeven welke artikelen in de AMvB van overeenkomstige toepassing zijn ingeval de minister mandaat Een artikel over mandatering aan de Autoriteit ontbreekt. Dit is eigenaardig omdat in artikel 95a wel wordt

Onderwerpen Woningwet, BTIV en Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting

Onderwerpen Woningwet, BTIV en Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting Onderwerpen, en toegelaten instellingen volkshuisvesting Definities... 1 Wooncoöperaties... 1 Algemene bepalingen... 1 Rechtsvorm en organisatie... 2 Werkzaamheden... 3 Diensten van algemeen economisch

Nadere informatie

Strategisch scheiden of splitsen DAEB / niet-daeb. Bram Klouwen en Bert van t Land Companen

Strategisch scheiden of splitsen DAEB / niet-daeb. Bram Klouwen en Bert van t Land Companen Strategisch scheiden of splitsen DAEB / niet-daeb Bram Klouwen en Bert van t Land Companen Agenda Inleiding Achtergrond scheiden / splitsen Juridische verankering Plan maken Strategische afweging portfolio

Nadere informatie

TOELICHTING BESLISBOOM

TOELICHTING BESLISBOOM TOELICHTING BESLISBOOM De beslisboom is bedoeld als hulpmiddel bij het maken van de keuze tussen administratief of juridisch scheiden. Ook gaat de beslisboom in op de mogelijkheid van vrijstelling van

Nadere informatie

Samenvatting herziene Woningwet

Samenvatting herziene Woningwet Samenvatting herziene Woningwet 1. Algemeen De Tweede Kamer stemde op 5 juli unaniem in met de herziening van de Woningwet. In het najaar van 2012 wordt het wetsvoorstel door de Eerste Kamer besproken.

Nadere informatie

Visie WSW op aflossingsplicht leningen Daeb aan niet-daeb

Visie WSW op aflossingsplicht leningen Daeb aan niet-daeb Visie WSW op aflossingsplicht leningen Daeb aan niet-daeb September 2014 Bij administratieve scheiding gaat het om interne boekhoudkundige leningen. Bij juridische scheiding betreft het leningen van de

Nadere informatie

MEMO HERZIENING WONINGWET

MEMO HERZIENING WONINGWET MEMO HERZIENING WONINGWET Nieuwe corporatiebestel van kracht op 1 juli 2015 Op 17 maart 2015 heeft de Eerste Kamer unaniem ingestemd met de gewijzigde Woningwet 1 die tot doel heeft het functioneren van

Nadere informatie

Knelpuntenanalyse Novelle en BTIV 2015

Knelpuntenanalyse Novelle en BTIV 2015 Knelpuntenanalyse Novelle en BTIV 2015 Frank Vermeij Augustus 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Aanpak... 3 3 Juridische scheiding... 3 3.1 Aannames... 3 3.2 Resultaten... 4 4 Administratieve scheiding...

Nadere informatie

WSW visie op scheiding en/of splitsing van DAEB en niet-daeb

WSW visie op scheiding en/of splitsing van DAEB en niet-daeb WSW visie op scheiding en/of splitsing van DAEB en niet-daeb 2/6 Inleiding Met de inwerkingtreding van de Woningwet moeten corporaties hun niet-daeb-vastgoed en niet-daebactiviteiten scheiden van het DAEB-vastgoed

Nadere informatie

CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING. Bijlage 1: Voorlopige uitvoeringstoets CFV naar onderwerp. Wetgevingskwaliteit en regeldichtheid

CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING. Bijlage 1: Voorlopige uitvoeringstoets CFV naar onderwerp. Wetgevingskwaliteit en regeldichtheid worden gesteld naar de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid alleen al uit oogpunt van omvang en of deze helder en duidelijk is. Op dit punt heeft CFV zorgen. Het gegeven dat de AMvB maar liefst 123 artikelen

Nadere informatie

WSW richtlijn juridische splitsing

WSW richtlijn juridische splitsing 1 mei 2017 2/9 Inleiding Met de inwerkingtreding van de Woningwet moeten corporaties hun niet-daeb-vastgoed en niet-daebactiviteiten scheiden van het DAEB-vastgoed en de DAEB-activiteiten. Een corporatie

Nadere informatie

Wet- en regelgeving scheiding DAEB/niet-DAEB

Wet- en regelgeving scheiding DAEB/niet-DAEB Wet- en regelgeving scheiding DAEB/niet-DAEB Inleiding Onderstaand volgt een inventarisatie van hetgeen in de (toelichtingen bij) wet- en regelgeving en in het Beoordelingskader scheiding DAEB en niet-daeb

Nadere informatie

Hoofdlijnen van de concept-novelle

Hoofdlijnen van de concept-novelle Hoofdlijnen van de concept-novelle 21 februari 2014 De concept-novelle zit nu in een consultatieronde (tot 4 maart 2014). Een aantal partijen waaronder Aedes is in de gelegenheid gesteld om te reageren.

Nadere informatie

Titel Datum. Q&A beleidswaarde 18 september 2018 Pagina 1/7. Q&A Beleidswaarde

Titel Datum. Q&A beleidswaarde 18 september 2018 Pagina 1/7. Q&A Beleidswaarde Pagina 1/7 Q&A Beleidswaarde Pagina 2/7 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 2 ALGEMEEN BELEIDSWAARDE / MARKTWAARDE... 4 2.1 MOET DE MARKTWAARDE FULL OF BASISVERSIE ALS STARTPUNT WORDEN GEHANTEERD?... 4 2.2

Nadere informatie

WSW richtlijn juridische splitsing

WSW richtlijn juridische splitsing WSW richtlijn juridische splitsing 2/8 Inleiding Met de inwerkingtreding van de Woningwet moeten corporaties hun niet-daeb-vastgoed en niet-daebactiviteiten scheiden van het DAEB-vastgoed en de DAEB-activiteiten.

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2015...

Nadere informatie

REGLEMENT FINANCIEEL BELEID EN BEHEER

REGLEMENT FINANCIEEL BELEID EN BEHEER REGLEMENT FINANCIEEL BELEID EN BEHEER Status: definitief Vastgesteld door het Bestuur d.d.: 30 augustus 2016 Goedgekeurd door de RvT d.d.: 26 september 2016 Goedgekeurd door de Autoriteit woningcorporaties

Nadere informatie

Richtlijn borgingsplafond

Richtlijn borgingsplafond Richtlijn borgingsplafond Pagina 2/8 Inleiding Het borgingsplafond van een corporatie is de maximale omvang van de geborgde leningportefeuille van een corporatie per ultimo kalenderjaar. Voor borging door

Nadere informatie

Checklist Bbsh volkshuisvestingsverslag 2011

Checklist Bbsh volkshuisvestingsverslag 2011 Algemeen Lees eerst het onderdeel 'algemeen' uit de toelichting. (! ) 1. Controle volledigheid Volkshuisvestingsverslag 1.1. 1.1.1. Bevat het volkshuisvestingsverslag een uiteenzetting over c.q. overzicht

Nadere informatie

Verkoop woongelegenheden Art art Art Art Art. 11f In acht nemen gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid

Verkoop woongelegenheden Art art Art Art Art. 11f In acht nemen gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid BIJLAGE 1. NU VIGERENDE BESLUITEN, REGELINGEN, CIRCULAIRES EN DELEN VAN BELEIDSREGELS DIE GEREGELD WORDEN IN HET WETSVOORSTEL OF AMvB S OP BASIS VAN HET WETSVOORSTEL Hieronder wordt een overzicht gegeven

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN BESLUIT TOEGELATEN INSTELLINGEN VOLKSHUISVESTING. Vergelijking van het concept en definitieve BTIV bij de Woningwet

BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN BESLUIT TOEGELATEN INSTELLINGEN VOLKSHUISVESTING. Vergelijking van het concept en definitieve BTIV bij de Woningwet BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN BESLUIT TOEGELATEN INSTELLINGEN VOLKSHUISVESTING Vergelijking van het concept en definitieve BTIV bij de Woningwet DAEB portefeuille Niet-DAEB portefeuille Governance Implementatietrajecten

Nadere informatie

HOOFDPUNTEN ONTWERP BESLUIT TOEGELATEN INSTELLINGEN VOLKSHUISVESTING 2015 (BTIV) Ontwerp AMvB bij de herziene Woningwet

HOOFDPUNTEN ONTWERP BESLUIT TOEGELATEN INSTELLINGEN VOLKSHUISVESTING 2015 (BTIV) Ontwerp AMvB bij de herziene Woningwet HOOFDPUNTEN ONTWERP BESLUIT TOEGELATEN INSTELLINGEN VOLKSHUISVESTING 2015 (BTIV) Ontwerp AMvB bij de herziene Woningwet DAEB portefeuille Niet-DAEB portefeuille HOOFDPUNTEN BESLUIT TOEGELATEN INSTELLINGEN

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening (x 1.000)... 3 2.1 Balans per 31 12 2016 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening

Nadere informatie

Activiteiten Beter Wonen in ALMELO

Activiteiten Beter Wonen in ALMELO Bijlage 3 Financiële paragraaf Beter Wonen Het bod in aantallen In onderstaande tabellen wordt de inhoud van het bod van Beter Wonen, zoals hiervoor is verwoord, concreet gemaakt in meetbare grootheden

Nadere informatie

1 De woningcorporatie in een nieuwe werkelijkheid; van regels tot uitvoering 1

1 De woningcorporatie in een nieuwe werkelijkheid; van regels tot uitvoering 1 Inhoud Voorwoord V 1 De woningcorporatie in een nieuwe werkelijkheid; van regels tot uitvoering 1 2 Bouwen of verwerven 11 2.1 Algemeen 11 2.2 DAEB 11 2.3 Niet-DAEB 13 2.4 Grondposities 14 3 Financieren

Nadere informatie

B&W Vergadering. B&W Vergadering 1 november 2016

B&W Vergadering. B&W Vergadering 1 november 2016 2.1.9 Zienswijzen splitsingsvoorstel DAEB niet-daeb Wonen Zuid WoonGoed enz 1 Dossier 949 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 949 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 1 november 2016 Agendapunt 2.1.9

Nadere informatie

HOEBERT HULSHOF & ROEST

HOEBERT HULSHOF & ROEST Inleiding Artikel 1 Deze standaard voor aan assurance verwante opdrachten heeft ten doel grondslagen en werkzaamheden vast te stellen en aanwijzingen te geven omtrent de vaktechnische verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Versie 2013-08. TREASURYSTATUUT Stichting Woontij

Versie 2013-08. TREASURYSTATUUT Stichting Woontij Versie 2013-08 TREASURYSTATUUT Stichting Woontij 1. Inleiding Een groot deel van de kosten bij een wooncorporatie bestaat uit rente. Richtlijnen ten aanzien van financieren en beleggen zijn belangrijk.

Nadere informatie

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur,

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur, L0884 Woningstichting Goed Wonen Koedijk Sint-Pancras t.a.v. het bestuur Bovenweg 180 A 1834 CJ SINT PANCRAS Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief

Nadere informatie

Hoofdlijnen van de concept-novelle

Hoofdlijnen van de concept-novelle Hoofdlijnen van de concept-novelle De concept-novelle zit nu in een consultatieronde (tot 4 maart 2014). Een aantal partijen waaronder Aedes is in de gelegenheid gesteld om te reageren. Daarbij maken we

Nadere informatie

1. Wat is uw reactie op de voorgestelde wijzigingen in de Woningwet?

1. Wat is uw reactie op de voorgestelde wijzigingen in de Woningwet? MEMO DATUM 21 december 2015 VAN mr. D. van Tilborg mr. E.A. van de Kuilen advocaat TELEFOON +31 88 2535977 FAX +31 88 2536006 E-MAIL dvantilborg@akd.nl / evandekuilen@akd.nl ONDERWERP Consultatie Veegwet

Nadere informatie

Mijndomein.nl Services BV

Mijndomein.nl Services BV 15 Mijndomein.nl Services BV 1 Cappa Accountants & Adviseurs Inhoudsopgave jaarrekening 2015 De in dit rapport opgenomen getallen tussen haakjes zijn negatief. Tenzij anders vermeld luiden de bedragen

Nadere informatie

1 Definities. 2 Inleiding

1 Definities. 2 Inleiding VERBINDINGENSTATUUT Inhoud 1 Definities... 3 2 Inleiding... 3 3 Status van het statuut... 3 3.1 Positionering Verbindingenstatuut... 3 3.2 Vaststelling Verbindingenstatuut... 3 4 Nieuwe verbindingen...

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 1 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden Vastgesteld

Nadere informatie

JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV

JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV Datum: 10 april 2018 Spuiboulevard 298 Postbus 310 3300 AH Dordrecht T (078) 770 80 95 E info@rom-d.nl JAARSTUKKEN ROM-D HOLDING NV 2016 - BLADZIJDE 2 INHOUDSOPGAVE 1.

Nadere informatie

B&W Vergadering. woningcorporaties Zaaknummer , , ) Commissie Commissiedatum Gemeenteraad

B&W Vergadering. woningcorporaties Zaaknummer , , ) Commissie Commissiedatum Gemeenteraad 2.2.8 Zienswijzen splitsingsvoorstel DAEB en niet-daeb woningcorporaties 1 Dossier 841 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 841 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 27 september 2016 Agendapunt 2.2.8

Nadere informatie

STICHTING STEUNFONDS HAAGS HISTORISCH MUSEUM DEN HAAG Rapport inzake jaarstukken 2012

STICHTING STEUNFONDS HAAGS HISTORISCH MUSEUM DEN HAAG Rapport inzake jaarstukken 2012 STICHTING STEUNFONDS HAAGS HISTORISCH MUSEUM DEN HAAG Rapport inzake jaarstukken 2012 De financiële verantwoording van de Stichting Steunfonds Haags Historisch Museum bestaat uit de volgende onderdelen:

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa

Nadere informatie

HOOFDPUNTEN NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG. Reactie minister Blok op vragen van de Tweede Kamer over de novelle

HOOFDPUNTEN NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG. Reactie minister Blok op vragen van de Tweede Kamer over de novelle HOOFDPUNTEN NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Reactie minister Blok op vragen van de Tweede Kamer over de novelle DAEB portefeuille Niet-DAEB portefeuille WIJZIGINGEN TEN OPZICHTE VAN CONCEPT NOVELLE

Nadere informatie

CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING

CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Onroerende zaken in exploitatie, bestemd voor verkoop Bij het bepalen van de bedrijfswaarde van voor verkoop bestemde huurwoningen verwijst de richtlijn voor woningcorporaties (RJ 645) naar de richtlijn

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010 Halfjaarcijfers 2010 INHOUD Blad Balans per 30 juni 2010 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010

Nadere informatie

Stichting Futura Impact Europadossier t.b.v. toezichthouders

Stichting Futura Impact Europadossier t.b.v. toezichthouders Sectorgroep Woningcorporaties Stichting Futura Impact Europadossier t.b.v. toezichthouders PwC Agenda Waar gaat het om? Financiële gevolgen Onderwerpen voor nadere uitwerking Conclusies Slide 2 Waar gaat

Nadere informatie

Bijlage 2: Financiële paragraaf. Het bod in aantallen

Bijlage 2: Financiële paragraaf. Het bod in aantallen Bijlage 2: Financiële paragraaf Het bod in aantallen In onderstaande tabellen wordt de inhoud van het bod van Beter Wonen, zoals hiervoor is verwoord, concreet gemaakt in meetbare grootheden zoals aantallen

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 21 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken RJ-Uiting 2017-15 Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken Inleiding In hoofdstuk 430 Kerncijfers, kengetallen en meerjarenoverzichten

Nadere informatie

Samenvatting Novelle Blok

Samenvatting Novelle Blok Samenvatting Novelle Blok Woningbouwcorporaties moeten weer dienstbaar worden aan het publieke belang in hun werkgebied. Hun taak brengen we terug tot het bouwen, verhuren en beheren van sociale huurwoningen

Nadere informatie

Controleprotocol Jaarrekening Gemeente De Bilt 2014

Controleprotocol Jaarrekening Gemeente De Bilt 2014 Behoort bij raadsbesluit d.d. 29 januari 2015 tot vaststelling van het 'Controleprotocol 2014'. Controleprotocol Jaarrekening 2014 Inhoudsopgave 1. Samenvatting... 3 2. Inleiding... 3 2.1 Doelstelling...

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening

Nadere informatie

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009. Geacht bestuur,

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009. Geacht bestuur, L0705 Veenendaalse Woningstichting t.a.v. het bestuur Postbus 168 3900 AD VEENENDAAL Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009 Geacht bestuur,

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds VI CV. Halfjaarcijfers 2010

Rotterdams Vastgoedfonds VI CV. Halfjaarcijfers 2010 Halfjaarcijfers 2010 INHOUDSOPGAVE Blad Balans per 30 juni 2010 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni

Nadere informatie

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur,

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur, L1875 Stichting Woningcorporaties Het Gooi en Omstreken t.a.v. het bestuur Postbus 329 1200 AH HILVERSUM Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief

Nadere informatie

Lange Voorhout 8 Postbus Minister voor Wonen en Rijksdienst 2500 EA Den Haag Postbus EA DEN HAAG

Lange Voorhout 8 Postbus Minister voor Wonen en Rijksdienst 2500 EA Den Haag Postbus EA DEN HAAG Algemene Rekenkamer / Lange Voorhout 8 Postbus 20015 Minister voor Wonen en Rijksdienst 2500 EA Den Haag Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG w www.rekenkamer,& DATUM 11 april 2014 BETREFT Uw brief van 11 februari

Nadere informatie

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009. Geacht bestuur,

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009. Geacht bestuur, L0944 Casade Woonstichting t.a.v. het bestuur Postbus 5 5140 AA WAALWIJK Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009 Geacht bestuur, Ieder

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 2014 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

Hoofdstuk 270 / De winst- en verliesrekening 270.1

Hoofdstuk 270 / De winst- en verliesrekening 270.1 Hoofdstuk 270 / De winst- en verliesrekening 270.1 Het verschil tussen de reële waarde en het nominale bedrag van de tegenprestatie wordt over de periode tot de verwachte ontvangst als rentebate verwerkt.

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2011 25 augustus 2011 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2011 2 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken RJ-Uiting 2017-15 Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken Inleiding In hoofdstuk 430 Kerncijfers, kengetallen en meerjarenoverzichten

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

HOOFDPUNTEN IMPLEMENTATIE WONINGWET

HOOFDPUNTEN IMPLEMENTATIE WONINGWET HOOFDPUNTEN IMPLEMENTATIE WONINGWET DAEB portefeuille Niet-DAEB portefeuille DE GEHELE ORGANISATIE KRIJGT TE MAKEN MET DE WONINGWET RvT Bestuur Strategie en beleid Vastgoed Financiën en control Wonen -

Nadere informatie

Investerings- en financieel statuut

Investerings- en financieel statuut Investerings- en financieel statuut Inleiding Het belang van financiële sturing is in de afgelopen jaren toegenomen. Wijzigingen in de wettelijke regels, waaronder de scheiding van DAEB en niet-daeb activiteiten

Nadere informatie

Uitwerking examen Financial Accounting 2 dd 9 januari 2018 (na normeringsvergadering)

Uitwerking examen Financial Accounting 2 dd 9 januari 2018 (na normeringsvergadering) Uitwerking examen Financial Accounting dd 9 januari 08 (na normeringsvergadering) Opgave (30 punten) Vraag ( punten) Noem twee functies van het kasstroomoverzicht. Draagt in samenhang met de balans en

Nadere informatie

Q en A s IBW2018 website

Q en A s IBW2018 website Q en A s IBW2018 website Gebruik van de IBW Waarom publiceert BZK de IBW? Dat gebeurt formeel op grond van een wettelijke verplichting (Woningwet artikel 42 en Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting

Nadere informatie

Provinciale Normenkader Rechtmatigheid 2015(aangepast)

Provinciale Normenkader Rechtmatigheid 2015(aangepast) Provinciale Normenkader Rechtmatigheid 2015(aangepast) Inleiding Met ingang van 2004 moeten alle provinciale jaarrekeningen worden voorzien van een accountantsverklaring met betrekking tot de financiële

Nadere informatie

Q&A Reglement financieel beleid en beheer

Q&A Reglement financieel beleid en beheer Q&A Reglement financieel beleid en beheer Versie 20-6-2016 1. Op een aantal plaatsen komt de zinsnede voor: de corporatie maakt in haar reglement inzichtelijk hoe zij dit geborgd heeft (of: hoe zij de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 873 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verduidelijking van de artikelen 297a en 297b Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1 Het advies

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa Handelsdebiteuren 1.624

Nadere informatie

Woningwet woningcorporaties en gemeenten. Informatie voor gemeenten. de piketpalen gaan nu de grond in

Woningwet woningcorporaties en gemeenten. Informatie voor gemeenten. de piketpalen gaan nu de grond in Woningwet 2015 woningcorporaties en gemeenten Informatie voor gemeenten de piketpalen gaan nu de grond in drs. ad hereijgers april 2016 drs. ton streppel 1 Inhoud informatie over gemeente en Woningwet

Nadere informatie

Samenvatting Novelle 1. De versterking van de rol van de gemeente

Samenvatting Novelle 1. De versterking van de rol van de gemeente Samenvatting Novelle Op 5 juli 2012 is het wetsvoorstel Herzieningswet, een wijziging van de Woningwet, aangenomen door de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer. Nadien is het kabinet

Nadere informatie

Kennisavond Woningwet. 28 April 2015

Kennisavond Woningwet. 28 April 2015 Kennisavond Woningwet 28 April 2015 Agenda 1 Actualiteit 2 Werkgebied en toezicht 3 Huurbeleid en prestatieafspraken 4 Scheiding DAEB en niet-daeb 5 Aandachtspunten implementatie 2 Hoofdpunten Woningmarktgebieden

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2012

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2012 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2012 28 augustus 2012 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2012 2 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

indien ten behoeve van het getrouwe beeld een nadere toelichting noodzakelijk is in een jaarrekening die voldoet aan de Regeling Verslaggeving WTZi

indien ten behoeve van het getrouwe beeld een nadere toelichting noodzakelijk is in een jaarrekening die voldoet aan de Regeling Verslaggeving WTZi Audit Alert 25 Verklaringen bij jaarrekeningen van AWBZ- en GGZ-instellingen indien ten behoeve van het getrouwe beeld een nadere toelichting noodzakelijk is in een jaarrekening die voldoet aan de Regeling

Nadere informatie

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven Jaarrekening 2012 Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund Jaarrekening 2012 Inhoudsopgave Jaarstukken

Nadere informatie

JAARREKENING 2012 ROM-D CAPITAL BV

JAARREKENING 2012 ROM-D CAPITAL BV JAARREKENING 2012 ROM-D CAPITAL BV Datum: 24 juni 2013 Noordendijk 250 Postbus 310 3300 AH Dordrecht T (078) 770 80 95 E info@rom-d.nl JAARREKENING ROM- D CAPITAL BV 2012 - BLADZIJDE 2 BALANS PER 31 DECEMBER

Nadere informatie

Nota Borgtocht/ verstrekken geldleningen Hoogheemraadschap van Delfland

Nota Borgtocht/ verstrekken geldleningen Hoogheemraadschap van Delfland Nota Borgtocht/ verstrekken geldleningen Hoogheemraadschap van Delfland Versie: Concept Datum: 25-01-2013 Auteur: EFZ/C&B Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Verstrekken geldlening... 4 3 Begrippenkader... 4 4 Voorwaarden

Nadere informatie

Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal

Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O NS Stations Legal GEHEIMHOUDINGSVERKLARING/DISCLAIMER Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O Inzake object voormalig

Nadere informatie

De Veste Vermogensbeheer B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2017

De Veste Vermogensbeheer B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2017 JAARREKENING 2017 BALANS PER 31 DECEMBER 2017 (na resultaatbestemming) ====================== 31-12-2017 ---------------- 31-12-2016 ---------------- activa: IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 5.375 MATERIËLE VASTE

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34747 27 december 2013 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 18 december 2013, nr. 2013-0000747797, houdende

Nadere informatie

Verhuurderheffing en effecten investeringsfaciliteit

Verhuurderheffing en effecten investeringsfaciliteit Verhuurderheffing en effecten investeringsfaciliteit Johan Conijn & Wolter Achterveld 30 mei 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Gevolgen verhuurderheffing... 3 3 Gevolgen nieuwe investeringsfaciliteit,

Nadere informatie

VERBINDINGENSTATUUT WOONSTICHTING SSW

VERBINDINGENSTATUUT WOONSTICHTING SSW VERBINDINGENSTATUUT WOONSTICHTING SSW Vastgesteld: 23 november 2016 VERBINDINGENSTATUUT WOONSTICHTING SSW 1. Inleiding Dit verbindingenstatuut is gebaseerd op de op dit moment geldende herziene Woningwet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregels financiële sanering toegelaten instellingen 2017 bis

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregels financiële sanering toegelaten instellingen 2017 bis STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69961 30 november 2017 Beleidsregels financiële sanering toegelaten instellingen 2017 bis De directie van WSW, namens

Nadere informatie

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009. Geacht bestuur,

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009. Geacht bestuur, L1911 Stichting WonenBreburg t.a.v. het bestuur Postbus 409 5000 AK TILBURG Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009 Geacht bestuur, Ieder

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Overzicht Novelle Herzieningswet

Overzicht Novelle Herzieningswet Overzicht Novelle Herzieningswet Aanleiding De takendiscussie: welke bedrijfsfilosofie en welk takenpakket horen bij een corporatie? Richt men zich alleen op de woning of ook op de woonomgeving? Wat mag

Nadere informatie

FAQ's woningverkopen door woningcorporaties per 1/11/2011

FAQ's woningverkopen door woningcorporaties per 1/11/2011 Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.rijksoverheid.nl FAQ's woningverkopen door woningcorporaties per 1/11/2011 Algemeen Waar vind ik alle geldende verkoopregels? Per 1/11/2011 in de Regeling

Nadere informatie

Stichting Nederlands Debat Instituut. Rapport inzake de Jaarrekening 11 januari 2013 tot en met 31 augustus 2014

Stichting Nederlands Debat Instituut. Rapport inzake de Jaarrekening 11 januari 2013 tot en met 31 augustus 2014 Stichting Nederlands Debat Instituut Rapport inzake de Jaarrekening 11 januari 2013 tot en met 31 augustus 2014 Inhoudsopgave Pagina Financieel verslag Samenstellingsverklaring 2 Algemeen 4 Jaarrekening

Nadere informatie

2014 VERBINDINGENSTATUUT

2014 VERBINDINGENSTATUUT 2014 VERBINDINGENSTATUUT 1. Inleiding 1.1 Algemeen 1.1.1. In het verbindingenstatuut is het toetsingskader vastgelegd dat door Woningstichting St. Joseph (hierna: de woningstichting) wordt gehanteerd bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 966 Wijziging van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST Aan de Voorzitter

Nadere informatie

RJ-Uiting 2014-7: ontwerp-richtlijn 630 Commerciële stichtingen en verenigingen

RJ-Uiting 2014-7: ontwerp-richtlijn 630 Commerciële stichtingen en verenigingen RJ-Uiting 2014-7: ontwerp-richtlijn 630 Commerciële stichtingen en verenigingen Inleiding RJ-Uiting 2014-7 bevat de ontwerp-richtlijn 630 Commerciële stichtingen en verenigingen. De Raad voor de Jaarverslaggeving

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2011

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2011 Halfjaarcijfers 2011 INHOUD Blad Balans per 30 juni 2011 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011

Nadere informatie

Q&A Handboek Marktwaardering

Q&A Handboek Marktwaardering Q&A Handboek Marktwaardering Jaarrekening... 1 Oppervlakte... 1 Complex... 2 Splitsing daeb/niet daeb... 2 Model BOG/MOG... 2 Model parkeren... 2 Objectgegevens... 3 Mutatiekans... 3 Eindwaarde... 4 Contante

Nadere informatie

IMPLEMENTATIEPLAN HERZIENE WONINGWET (NOVELLE)

IMPLEMENTATIEPLAN HERZIENE WONINGWET (NOVELLE) IMPLEMENTATIEPLAN HERZIENE WONINGWET (NOVELLE) DAEB portefeuille portefeuille HOOFDLIJNEN IMPLEMENTATIE HERZIENE WONINGWET Bepalen strategie 1. Richting kiezen Uitvoeren scheiding 2. Uitwerken administratieve/juridische

Nadere informatie

Naar aanleiding van de opmerkingen van de Afdeling merk ik het volgende op.

Naar aanleiding van de opmerkingen van de Afdeling merk ik het volgende op. > Retouradres Aan de Koning Directie Concernstaf en Bedrijfsvoering Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Contactpersoon mr. R.

Nadere informatie

JAARRAPPORT 2011. Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124 1077 XV AMSTERDAM

JAARRAPPORT 2011. Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124 1077 XV AMSTERDAM JAARRAPPORT 2011 Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124 1077 XV AMSTERDAM Vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders d.d. 30 mei 2012. INHOUD 1 INLEIDING 2 JAARREKENING 3 OVERIGE

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief CFV 2013 Corporatie in Perspectief Rotterdam Corporatie in Perspectief Ter introductie In Corporatie in Perspectief is te zien hoe de volkshuisvestelijke en financiële kengetallen van een corporatie zich

Nadere informatie

De Veste B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2018

De Veste B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2018 JAARREKENING 2018 BALANS PER 31 DECEMBER 2018 (na resultaatbestemming) 31 december 2018 31 december 2017 ACTIVA Materiële vaste activa 62.290 94.446 Financiële vaste activa 31.212 70.986 Vaste activa 93.502

Nadere informatie

Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015

Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 Besluit van houdende nieuwe nadere regels betreffende toegelaten instellingen en regels betreffende wooncoöperaties (Besluit toegelaten instellingen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk 2018Z01769 Datum Betreft Beantwoording

Nadere informatie

TG Fund Management B.V. Amsterdam

TG Fund Management B.V. Amsterdam INHOUDSOPGAVE Pagina - Balans per 31 december 2012 voor resultaatbestemming 3 - Winst- en verliesrekening over 2012 4 - Toelichting Algemeen en Waarderingsgrondslagen 5 - Toelichting op de Balans en Winst-

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Samenvatting CFV 2011 Corporatie in Perspectief L0151 Eindhoven Samenvatting Corporatie in Perspectief Ter introductie In Corporatie in Perspectief is te zien hoe de volkshuisvestelijke en financiële

Nadere informatie