RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Altra College, Haarlemmermeer

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Altra College, Haarlemmermeer Plaats : Hoofddorp BRIN nummer : 07IQ OKE 09 VSO Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 24 september 2015 Datum vaststelling : 25 november 2015

2 Pagina 2 van 16

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING BEVINDINGEN TOEZICHTARRANGEMENT Pagina 3 van 16

4 Pagina 4 van 16

5 1 INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde op 24 september 2015 een onderzoek uit op Altra College, locatie Haarlemmermeer, om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs en over de naleving van wet- en regelgeving. De school verzorgt voortgezet speciaal onderwijs aan jongeren in de leeftijd van 12 tot 20 jaar met ernstige gedragsproblemen. Toezichtkader De inspectie baseert zich bij het onderzoek op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs Dit toezichtkader bevat een waarderingskader voor het speciaal onderwijs en een waarderingskader voor het voortgezet speciaal onderwijs. In haar jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zij onderzoekt. Meer informatie over het jaarwerkplan en het nieuwe toezichtkader voor (voortgezet) speciaal onderwijs is te vinden op Aanleiding Op 6 en 17 februari 2014 voerde de inspectie een kwaliteitsonderzoek uit, waarbij zij tekortkomingen vaststelde in alle kwaliteitsaspecten. De bevindingen van dat onderzoek staan beschreven in het inspectierapport dat op 23 juni 2014 is vastgesteld. De inspectie beoordeelde de kwaliteit van het onderwijs toen als zeer zwak en intensiveerde haar toezicht. In het kader hiervan voert de inspectie nu een onderzoek uit om na te gaan of de school de eerder vastgestelde tekortkomingen heeft opgeheven. Toezichthistorie Het Altra Collega, locatie Haarlemmermeer, kreeg na een kwaliteitsonderzoek op 9 november 2009 een aangepast arrangement voor zwakke kwaliteit. Op 6 maart 2012 gaf de inspectie na afloop van het onderzoek naar kwaliteitsverbetering (okv) het basisarrangement af. Tijdens het bestuursgesprek op 25 november 2013 gaf het bestuur aan dat er problemen waren in de school, onder andere op het gebied van sociale veiligheid. Ook constateerde de inspectie een mogelijk risico bij de opbrengsten van de school, namelijk bij de tussentijdse uitstroom van leerlingen en bij de bestendiging van de uitstroom. Bij het kwaliteitsonderzoek vanwege gesignaleerde risico's dat de inspectie uitvoerde op 6 en 17 februari 2014, stelde zij een toezichtarrangement zeer zwak vast en intensiveerde wederom het toezicht. Pagina 5 van 16

6 Onderzoeksopzet Beoordeling van de opbrengsten (indicatoren 1.1 tot en met 1.4 uit het Toezichtkader 2012) vindt nog niet plaats door het ontbreken van een landelijke norm in het (voortgezet) speciaal onderwijs. De inspectie ontwikkelt een opbrengstennorm, gebaseerd op diverse opbrengstgegevens. Als deze norm er is, zal de inspectie scholen ook beoordelen op hun opbrengsten. Deze rapportage is gebaseerd op: Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Analyse van documenten die de school aan de inspectie toestuurde en die zicht bieden op de ontwikkelingen van de school. Onderzoek op locatie waarbij de inspectie: dossiers, waaronder ontwikkelingsperspectieven, bestudeerde en beoordeelde; gesprekken voerde met de directie, de commissie voor de begeleiding, de stagecoördinator, een aantal leraren en een aantal leerlingen; de onderwijspraktijk observeerde in alle groepen, met uitzondering van 3E en 4E (entreeklassen) die respectievelijk op stage waren en onderwijs volgden op de locatie Nova College (ROC). Aan het eind van het onderzoek besprak de inspectie haar bevindingen met het bevoegd gezag en de directie. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarna volgt een beschouwing waarin de inspectie de tekortkomingen toelicht en de schoolontwikkeling waar mogelijk in samenhang beschrijft. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement. Pagina 6 van 16

7 2 BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren zij bij dit onderzoek heeft betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige Waarderingskader voortgezet speciaal onderwijs De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de school de desbetreffende indicator heeft gerealiseerd. De inspectie onderzocht daarnaast of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) De normindicatoren zijn gemarkeerd met een asterisk (*). Kwaliteitsaspect 1 De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht Aan het eind van de schoolperiode bereiken de leerlingen een eindniveau dat voldoet aan de landelijke standaarden voor leerresultaten. 1.2 Aan het eind van de schoolperiode bereiken de leerlingen een eindniveau dat voldoet aan de landelijke standaarden voor sociale opbrengsten. 1.3 De gerealiseerde uitstroombestemmingen van de leerlingen liggen ten minste op het niveau van de landelijke standaarden voor opbrengsten. 1.4 De school voldoet aan de landelijke standaard voor bestendiging. Kwaliteitsaspect 2 De school begeleidt de leerlingen aan de hand van hun ontwikkelingsperspectief, zodat zij zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen * De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling binnen zes weken een ontwikkelingsperspectief vast. Pagina 7 van 16

8 Kwaliteitsaspect 2 De school begeleidt de leerlingen aan de hand van hun ontwikkelingsperspectief, zodat zij zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen * De school gebruikt een samenhangend systeem van (waar mogelijk genormeerde) instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 2.3* De school stelt vast of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes. 2.4* De school voert het onderwijs en de ondersteuning planmatig uit. 2.5 De school kent structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingenniveau haar eigen kerntaak overschrijden. 2.6 De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van de leerlingen. Kwaliteitsaspect 3 De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving * De school hanteert een leerstofaanbod voor de kernvakken van het uitstroomprofiel. 3.2 Bij de aangeboden leerinhouden op de leergebied overstijgende vormingsgebieden biedt de school de kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 3.3* Het leerstofaanbod van de leerroute sluit aan op de uitstroombestemming. 3.4 De leerinhouden voorzien in een doorgaande lijn. 3.5 Stage maakt voor alle opleidingsprofielen onderdeel uit van het onderwijsaanbod van de school. Kwaliteitsaspect 4 De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken De school maakt per leerroute een beredeneerde keuze voor de inzet van de beschikbare onderwijstijd. 4.2* De leraren zetten de geplande onderwijstijd doelgericht in. 4.3 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.4 Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt. Pagina 8 van 16

9 Kwaliteitsaspect 5 Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen De ouders tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 5.2* De school heeft een veilige leer- en werksituatie voor zowel de leerlingen als het personeel. 5.3 De leerlingen gaan op een respectvolle manier met elkaar en anderen om. 5.4 De leraren gaan op een respectvolle manier om met de leerlingen. 5.5 De inrichting van het gebouw en de lesruimten getuigen van een veilige en inspirerende leer- en werkomgeving. Kwaliteitsaspect 6 De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteiten efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 6.2* De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3* De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. Kwaliteitsaspect 7 De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking, onderwijstijd en aanpak af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen De leraren stemmen binnen de leerroute de aangeboden leerinhouden af op de onderwijsbehoeften van leerlingen. 7.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in instructiebehoeften van leerlingen. 7.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op de verschillen in verwerkingsbehoeften van leerlingen. 7.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in behoefte aan leertijd van leerlingen. 7.5* De leraren stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op (problematisch) gedrag van leerlingen. Kwaliteitsaspect 8 De school zorgt systematisch en planmatig voor behoud en verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. Pagina 9 van 16

10 Kwaliteitsaspect 8 De school zorgt systematisch en planmatig voor behoud en verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs * De school evalueert jaarlijks de leerresultaten van de leerlingen. 8.3 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen op de leergebiedoverstijgende ontwikkelingsgebieden. 8.4 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 8.5 De school evalueert regelmatig de onderwijsondersteuning. 8.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 8.7 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 8.8 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 8.9 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van andere toetsinstrumenten. Kwaliteitsaspect 9 De voorwaarden voor zorg voor de kwaliteit zijn aanwezig De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de kwaliteitszorg aan. 9.2 De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen en de leerlingenzorg zoals geformuleerd in het schoolplan. 9.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele cultuur. 9.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders en bestuur betrokken. E. Naleving wet- en regelgeving Voldoende Onvoldoende N.1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WEC, art. 27 en 22). N.2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WEC, art. 27 en 21). N.3 De leraren die het onderwijs verzorgen, zijn daartoe bevoegd (WEC, art. 3). Pagina 10 van 16

11 2.2 Beschouwing Algemeen beeld Het Altra College, locatie Haarlemmermeer, heeft de kwaliteit van het onderwijs op cruciale onderdelen aantoonbaar verbeterd. Daarmee is de kwaliteit van het onderwijs niet meer zeer zwak. Over het geheel genomen is er sprake van voldoende basiskwaliteit. De inspectie stelt daarnaast vast dat er intensieve aansturing is van de kwaliteit van het onderwijs door zowel het bovenschoolse management als op locatie door de locatiedirecteur. Alhoewel de leerlingenzorg niet in alle opzichten al voldoende vorm heeft gekregen, geeft ook de commissie voor de begeleiding (cvb) er blijk van dat zij deskundig en gericht werkt aan de leerlingenzorg. Het onderwijzend personeel is sinds het laatste inspectiebezoek voor een belangrijk deel vervangen. De school heeft daarnaast verschillende maatregelen genomen om rust en orde te brengen in de school. Het is aan het schoolbestuur en de school om de kwaliteit van het onderwijs te blijven bevorderen. Daarom is het naast borging van de gerealiseerde verbeteringen ook noodzakelijk dat er continuïteit blijft bij de leiding en de begeleiding van de school. Een wisseling bij de directie op korte termijn, beschouwt de inspectie op deze school als een signaal van risico's voor de kwaliteit van het onderwijs. Op het gebied van het didactisch handelen, met inbegrip van de afstemming van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van de leerlingen, is de school nog volop in ontwikkeling en moet zij nog flinke stappen zetten. Voor de afstemming van het onderwijs op de behoeften van de leerlingen moet het verband tussen het ontwikkelingsperspectief en het pedagogisch en didactisch handelen zowel bij de cvb als bij het onderwijzend team nog verder vorm krijgen. Wet- en regelgeving De inspectie stelt een tekortkoming vast in de naleving van wettelijke voorschriften met betrekking tot de bevoegdheid van het onderwijzend personeel. Toelichting Leerlingenzorg De inspectie stelt vast dat de leerlingenzorg nog niet volledig voldoet aan de kwaliteitseisen. Zij beoordeelt de helft van de indicatoren als voldoende. De school is bezig met verbeteracties op de leerlingenzorg. Zij laat zich daarbij begeleiden door een medewerker van de PO-raad. De verbeteracties betreffen ook de indicatoren die de inspectie als onvoldoende heeft beoordeeld. Meer Pagina 11 van 16

12 concreet stelt de inspectie vast dat de school werkt aan het verbeteren van de kwaliteit van het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen op de leergebiedoverstijgende vaardigheden (indicator 2.2). De school werkt er ook aan dat de leraren planmatig zorgen voor onderwijs dat mogelijk maakt dat de leerlingen het (ambitieuze) ontwikkelingsperspectief realiseren (indicator 2.4). Ook verbetert zij de evaluatie van het ontwikkelingsperspectief (indicator 2.3). De cvb bestaat uit deskundigen van verschillende disciplines. De arts is regelmatig aanwezig bij de zorgvergaderingen, maar is niet systematisch betrokken bij het formuleren van het ontwikkelingsperspectief. Dit is een verbeterpunt voor de school. De inspectie stelt ook vast dat de cvb onterecht de naam zorgteam draagt in plaats van cvb. De cvb stelt de ontwikkelingsperspectieven op in overleg met de ouders en/of de leerling. Het ontwikkelingsperspectief bevat onderwijsgerelateerde en beïnvloedbare bevorderende en belemmerende factoren. De geformuleerde bevorderende en belemmerende factoren worden (nog) niet expliciet geformuleerd als aspecten die de leerling moet leren beheersen om het uitstroomperspectief haalbaar te maken. Deze omissie maakt het moeilijker voor het onderwijzend team om de leerlingen planmatig te stimuleren om het ambitieuze ontwikkelingsperspectief te halen. Sinds dit schooljaar heeft de cvb de criteria vastgelegd die zij hanteert bij de onderbouwing van het uitstroomperspectief. Thans maakt de cvb bij de onderbouwing van het ontwikkelingsperspectief nog onvoldoende duidelijk waarop het uitstroomperspectief is gebaseerd. De school volgt de onderwijsprestaties systematisch en gebruikt daarbij ook methodenonafhankelijke toetsen. Dat is nog niet het geval voor de sociale en emotionele ontwikkeling (indicator 2.2). Het bestuur geeft aan dat zij momenteel op bovenschools niveau een instrument ontwikkelt en normeert. Dat instrument wordt vanaf dit schooljaar ook op deze locatie gebruikt. Ook voor de evaluatie van het ontwikkelingsperspectief (indicator 2.3) heeft de cvb de afspraken voor een nieuwe werkwijze getoond. Deze komen grotendeels overeen met de kwaliteitseisen van de inspectie. Deze werkwijze heeft de commissie echter nog niet geïmplementeerd. De onvoldoende beoordeling van deze indicator is gebaseerd op de vigerende werkwijze. In de vigerende werkwijze toont de cvb onvoldoende aan dat zij de mate waarin de leerling zich heeft ontwikkeld op de eerder gesignaleerde belemmerende factoren betrekt bij de evaluatie van het ontwikkelingsperspectief. In de huidige werkwijze betrekt de cvb ook de mate waarin het onderwijzend team het onderwijs heeft geboden conform de specifieke onderwijsbehoeften en pedagogische behoeften van de Pagina 12 van 16

13 leerling, onvoldoende bij de evaluatie van het ontwikkelingsperspectief en het besluit voor het vervolg. Onderwijsleerproces Het onderwijsleerproces is op onderdelen van voldoende niveau. Positief is dat de school een onderwijsprogramma hanteert dat overeenkomt met het onderwijsprogramma in het regulier voortgezet onderwijs en dat aansluit op de vervolgbestemming. De leerlingen krijgen de gelegenheid om staatsexamens te maken en om het diploma van het voortgezet onderwijs te behalen. De inspectie beoordeelt het leerstofaanbod nagenoeg volledig als voldoende. Zij stelt daarbij vast dat de leerlingen na de onderbouw vmbo-basis en vmbo-kader niet op deze locatie de bovenbouw vmbo-basis en vmbo-kader kunnen volgen. Deze leerlingen volgen op deze locatie een entreeopleiding die de school in samenwerking met een roc verzorgt en kunnen daarna doorstromen naar een mbo-2-opleiding. Zij lopen wel het vmbo-diploma van het voortgezet onderwijs mis. Het onderwijzend team kan niet aantonen dat er sprake is van een doorgaande lijn in het leerstofaanbod, doordat het geen periodieke planning of registratie maakt van de aangeboden leerstof (indicator 3.4). De doorgaande lijn in het leerstofaanbod is belangrijk voor de beheersing van de leerstof. Ook de onderwijstijd beoordeelt de inspectie nagenoeg volledig als voldoende. De school gebruikt de onderwijstijd doelgericht en efficiënt voor onderwijs. De inspectie stelt vast dat er sprake is van veel ongeoorloofd verzuim (indicator 4.4). De school onderkent dit. Zij werkt met een verzuimbeleid. Tijdens het bezoek van de inspectie was er overwegend rust en orde tijdens de lessen. De bovenbouwgroepen zijn het meest rustig en werken taakgericht. De leerlingen zijn zich bewust van het diploma dat zij kunnen halen. De school heeft op verschillende manieren geïnvesteerd in het bevorderen van rust en orde op de school. Behalve verschillende schoolregels heeft zij onder meer een nieuwe methode voor sociale vorming ingevoerd. Het consequent controleren en corrigeren van het gedrag van de leerlingen en tegelijkertijd werken aan blijvende correctie van het ongewenste sociaal gedrag dient aanhoudende zorg van de school te zijn. De aankleding van de school is een aandachtspunt (indicator 5.5). De openbare ruimten zijn weinig uitdagend ingericht en de leslokalen weinig ontwikkelingstimulerend. Het didactisch handelen is een verbeterpunt. Gezien het geringe leerlingenaantal gaat het meestal om kleine klassen van 5 à 7 leerlingen. De leerlingen in een klas hebben vaak verschillende uitstroomniveaus. De leraren verschillen in de deskundigheid om een expliciet doelgerichte en heldere uitleg Pagina 13 van 16

14 te geven (indicator 6.1). Er is in onvoldoende mate sprake van werkvormen en verwerkingsopdrachten waarbij de leerlingen in de gelegenheid worden gesteld om de leerstof creatief actief te bewerken (indicator 6.3). De inspectie zag bijvoorbeeld nauwelijks leerlingen die samenwerkend een probleem oplossen, die discussiëren en debatteren over een onderwerp of die de leerstof bewerken in samenvattingen en schema's. De afstemming van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van de leerlingen is eveneens een verbeterpunt (kwaliteitsaspect 7). Bij de afstemming valt het op dat de leraren zorgen voor een leerstofaanbod op het onderwijsniveau van de leerlingen. Zij kunnen vanwege de gebrekkige registratie van het geplande onderwijs echter niet aantonen dat zij systematisch zorgen voor afstemming van de leerinhouden, de instructie en de verwerkingsopdrachten op de behoeften van leerlingen binnen eenzelfde onderwijsniveau. Het team stelt wel groepsoverzichten op waarin zij per leerling en voor de hele groep de specifieke pedagogische en didactische benadering opnemen (indicator 7.5). De inspectie heeft geen aanwijzing dat de leraren zich niet houden aan de afgesproken benadering van individuele leerlingen. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg (kwaliteitsaspecten 8 en 9) kenmerkt zich door een aantal sterke punten. Een opvallend positief punt is dat de school, als onderdeel van het bovenschools beleid, veelvuldig gebruik maakt van externe deskundigen die bijdragen aan de theoretische onderbouwing van de keuzes voor de werkwijze van de school. Een ander positief punt zijn de analyses die de school maakt van het schoolklimaat en de leerresultaten. Zij voert ook tevredenheidsonderzoeken uit. Op bovenschools niveau heeft het Altra College bepaald dat de kwaliteitsnorm 80 procent is. In het verlengde hiervan geeft zij aan dat zij ernaar streeft dat 80 procent van de leerlingen slaagt voor het examen of de overgangsnormen haalt en dat minstens 80 procent van de leerlingen per vak minimaal een 5,5 haalt. De locatie Haarlemmermeer analyseert de uitstroom en de doorstroom en bespreekt de mate waarin de school de 80 procent-norm heeft behaald. Er is nog geen analyse per vak. De school is minder informatief over de consequenties die zij trekt uit de bevindingen. De school legt haar werkwijze vast. Daarmee bevordert zij dat de gerealiseerde kwaliteiten geborgd zijn. De inspectie ziet nog ruimte voor verbetering van de kwaliteitszorg. Zo stelt zij vast dat de school geen analyse maakt van de onderwijsgerelateerde kenmerken van de leerlingenpopulatie (indicator 8.1). Zij heeft een overzicht van de leerlingenpopulatie met enkele onderwijsgerelateerde kenmerken. Zij vertaalt deze informatie niet naar een inzichtelijke beschrijving van de Pagina 14 van 16

15 onderwijsgerelateerde kenmerken van de leerlingenpopulatie op schoolniveau. In het verlengde hiervan maakt zij niet aannemelijk dat zij deze informatie gebruikt bij het opstellen van een onderwijskundig beleid dat is afgestemd op de daadwerkelijke leerlingenpopulatie. Het niveau waarop de school de kenmerken van de leerlingenpopulatie in kaart brengt, is daarom niet voldoende voor de functie van indicator 8.1 in het kader van de kwaliteitszorg. De evaluatie van de examenresultaten en van de uitstroombestemming (indicator 8.2) voldoet aan de te stellen eisen, maar kan inhoudelijk intensiever. De school evalueert de leergebiedoverstijgende vaardigheden nog niet (indicator 8.3). Zij werkt aan verbetering van de onderwijsondersteuning, maar er is geen systematische evaluatie van de mate waarin de ondersteuning voldoet aan kwaliteitseisen van de school (indicator 8.5). De school is pas begonnen met activiteiten om de kwaliteit van het didactisch handelen te waarborgen en te evalueren middels lesbezoeken met een kijkwijzer. De school geeft weinig informatie in de schoolgids over haar werkwijze en de bereikte resultaten (indicator 8.8). Naleving van wet- en regelgeving Op de school zijn twee leraren werkzaam die niet in het bezit zijn van een getuigschrift, waarmee zij kunnen aantonen dat zij voldoen aan de eisen van bekwaamheid, zoals gesteld in artikel 32a, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra (WEC). Dit is in strijd met artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b, van de WEC. Tijdens het onderzoek bleek niet dat er sprake is van de in artikel 3, zesde lid, van de WEC genoemde uitzondering of een andere uitzondering op het voldoen aan de bekwaamheidseisen. Tijdens het onderzoek gaf het bestuur aan op korte termijn maatregelen te nemen om dit tekort in de naleving te herstellen. Pagina 15 van 16

16 3 TOEZICHTARRANGEMENT Kwaliteit De Inspectie van het Onderwijs kent aan Altra College, locatie Haarlemmermeer, het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en eventueel een themaonderzoek of een vierjaarlijks bezoek. Naleving Tijdens het kwaliteitsonderzoek zijn tekortkomingen geconstateerd in de naleving van artikel 3 van de Wet op de expertisecentra (WEC). Dit tekort in de naleving dient binnen drie maanden na vaststelling van het rapport te zijn hersteld. Pagina 16 van 16