Agenda werkgroep Inspiratietafel d.d. 13 december Opening en mededelingen. 2. Actielijst n.a.v. bijeenkomst 2 december (Bijlage 1)

Transcriptie

1 Agenda werkgroep Inspiratietafel d.d. 13 december Opening en mededelingen. 2. Actielijst n.a.v. bijeenkomst 2 december (Bijlage 1) 3. Contracten maatwerkvoorziening, algemene voorziening en toegang Antwoord krijgen op de volgende vragen: - Over welke diensten hebben we het? (Aggregatieniveau) - Wie levert de diensten? (kwaliteit) - Wat kosten de diensten? - Wanneer kan een burger gebruik maken van de diensten? Bij het inrichten van de monitor kunnen we als uitgangspunt nemen datgene wat we niet willen en monitoren op het gegeven of dit ook daadwerkelijk niet gebeurd. Vraag: Willen we uitgaan van wat we wel willen of willen we uitgaan van datgene wat we niet willen? - Hoe laten we de quick wins landen in de praktijk? - zijn er onderdelen waarop we al kunnen experimenteren? Welke concrete afspraken kunnen we daarop maken? 4. Monitoring 5. Samenvatting en afsluiting.

2 Bijlage 1 Kort verslag bijeenkomst d.d. 2 december met vervolgacties die zijn afgesproken: We vinden het belangrijk om dezelfde monitor te gebruiken voor alle initiatieven die in de stad aanwezig zijn en ontwikkeld worden (eenduidige wijze van monitoring en vergelijking). Er moet een harde monitor komen (hard op geld) en een zachte monitor (zacht op zingeving). De harde monitor gaat over controle op de prestaties die we hebben afgesproken. Bij de zachte monitor gaat het erom of we de goede dingen doen. Bij de zachte monitor gaan we de mogelijkheden van een zingevingsmonitor bekijken. Het toetsingskader M&S zal onderdeel worden van de monitor. Bij het inzetten van activiteiten gaan we terug naar de essentie/ basis en op basis daarvan worden de contracten afgesproken. Hierbij willen we goed inzichtelijk krijgen wat een zorgaanbieder nu precies doet (inventarisatie van de activiteiten). We focussen ons op datgene wat in de kern nodig is om per 1 januari 2014 aan de nieuwe Wmo te voldoen en kijken van daaruit verder wat nodig is om te bouwen aan de vernieuwing voor een meerjarig innovatietraject. Het gaat dan om een innovatie van het systeem waarbij we bij de kern willen blijven en van daaruit de vernieuwing gaan opbouwen. Actie die op 2 december zijn afgesproken: T.b.v. de zachte monitor maakt Tim een eerste voorzet/ plan van aanpak zingevingmonitor. Hierbij wordt een koppeling gemaakt met het toetsingskader M&S. Actie Tim T.b.v. de harde monitor is John Beckers betrokken bij een bijeenkomst georganiseerd vanuit de gemeente die op 3 december plaatsvindt. John zal 13 december een terugkoppeling geven over de uitkomst en eventuele vervolgstappen van dat overleg. Actie John Beckers Uiteindelijk zal er een inventarisatie moeten komen om in beeld te brengen wat er in de praktijk gedaan wordt aan monitoring. Deze actie wordt besproken in het volgende overleg d.d. 13 december. Actie allen Tim zal de afspraken die we willen maken rondom bekostiging en monitor vertalen naar de resultaatovereenkomst. Actie Tim Genie en Caroline maken een praatstuk over de maatwerkvoorziening en de algemene voorziening (met daarbij aandacht voor de definities). Bij het opstellen en bespreking van het praatstuk houden we de volgende doelstelling voor ogen: terug naar de basis; van producten naar diensten. Actie Genie en Caroline Als we terug willen naar de basis is het belangrijk om daar in de bekostiging 2014 al rekening mee te kunnen houden en experimenteerruimte 2014 te regelen met het zorgkantoor. Hiervoor wordt contact opgenomen met CZ (afspraak inplannen). Actie Genie en Caroline Tim maakt een eerste concept Raamovereenkomst Maatwerkvoorziening; terug naar de basis. Actie Tim Tim maakt een eerste concept Raamovereenkomst algemene voorziening. Actie Tim De conceptovereenkomsten worden toegevoegd aan het hierboven genoemde praatstuk. Actie Genie en Caroline

3 Bijlage 2. Praatstuk Hoofdlijnen inrichten maatwerkvoorziening en algemene voorziening nieuwe Wmo. Ten behoeve van de inrichting van de nieuwe Wmo zullen op de volgende drie hoofdthema s met organisaties afspraken moeten worden gemaakt: Maatwerkvoorziening Algemene voorziening Toegang. Monitoring Hieronder wordt kort ingegaan op de verschillende thema s met daarbij de vragen die in ieder geval beantwoord moeten worden,

4 1. Maatwerkvoorziening: Zie bijlage voor een concept overeenkomst. 1. Als op basis van de beoordeling blijkt dat het resultaat bereikt moet worden met een maatwerkvoorziening wordt met de klant bekeken welke mogelijkheden er zijn. De klant wordt pas losgelaten op het moment dat er een passend aanbod wordt ingezet die recht doet aan het te bereiken resultaat. De aanbieder van de maatwerkvoorziening (het gaat hierbij om specialisme) wordt hierbij betrokken. Hiermee wordt de klant niet doorgezet, maar de vraag. Bij het inzetten van activiteiten gaan we terug naar de essentie/ basis en op basis daarvan worden de contracten afgesproken. Hierbij willen we goed inzichtelijk krijgen wat een zorgaanbieder nu precies doet (inventarisatie van de activiteiten). We focussen ons op datgene wat in de kern nodig is om per 1 januari 2014 aan de nieuwe Wmo te voldoen en kijken van daaruit verder wat nodig is om te bouwen aan de vernieuwing voor een meerjarig innovatietraject. Het gaat dan om een innovatie van het systeem waarbij we bij de kern willen blijven en van daaruit de vernieuwing gaan opbouwen. 2. Met de zorgaanbieders maken we afspraken over de inzet van de maatwerkvoorziening. De maatwerkvoorziening verwoorden we in activiteiten. Afspraken met aanbieders maken we op basis van het hiervoor genoemde punt 1 waarbij we uitgaan van de essentie. Uitgangspunten die we hierbij in ieder geval hanteren zijn: geen dingen dubbel doen, geen administratieve lasten bij de cliënt, zo min mogelijk administratieve lasten bij de zorgaanbieder en gemeente, keuzevrijheid bij de kant, kwalitatief goede ondersteuning, één gezin één plan en niet één plan per aanbieder bij elk gezin. 3. Bij de inrichting van de maatwerkvoorziening willen we aandacht voor de quick wins die vanuit de professionals zijn aangeven. Professionals hebben aangegeven in de volgende punten quick wins te zien: - Ga van tig verschillende systemen en persoonlijke mappen naar 1 systeem/ 1 map. Het komt nu voor dat er verschillende organisaties in een gezin zitten en dat die allemaal hun eigen registratiemap hebben (verschillende dossiers per klant). Dit heeft mede met de verantwoording richting het zorgkantoor te maken. Het komt voor dat er voortborduurt wordt op een gesprek wat door een andere organisatie of discipline met de klant is gevoerd, maar het gebeurd nog te vaak dat het gesprek wordt overgedaan. - Werk aan één dossier per klant. Haal daarmee dubbelingen eruit en borduur voort op onderzoek dat al heeft plaatsgevonden. Vraag: hoe kom je tot één dossier. - Breng het dossier terug naar de basisgegevens en rapporteer niet meer dan nodig. Ga daarbij uit van wat voor de cliënt nodig is (ga uit van cliëntperspectief) en niet vanuit het moeten verantwoorden richting zorgkantoor. - Maak efficiënt gebruik van gebouwen. Ga meer de wijk in, maak meer gebruik van buurthuizen en ga meer huren. - Op dit moment is er veel versnippering. Te veel organisaties die vaak samen in een gezin zitten. Vaak meerdere organisaties in een gezin. Het maakt niet uit voor welke organisatie je werkt. Er vissen teveel organisaties in dezelfde vijver. Dit moet van bovenaf beter gestroomlijnd worden. Het kan efficiënter. - Ga handelingen niet versnipperen. Dit komt nu nog teveel voor. Functies zijn nu nog teveel opgesplitst. - Integreer wachtlijsten. - Investeer meer in sociale netwerk. - Wees kritisch op wat je registreert en waarom. Resultaat staat voorop. Niet de verantwoording! - Kijk meer naar wat je gezamenlijk aan kunt bieden i.p.v. ieder op een eigen aanbod. - Ga naar een totaal geautomatiseerd systeem (rekening, statistieken). - Haal de overbodige zorg eruit. Daar waar het anders kan moet daar ook gebruik van gemaakt worden. Haal het recht in de indicatiestelling weg en maak de indicatiestelling flexibel zodat er kritischer opgegaan kan worden met in te zetten ondersteuning. Dus geen langdurig recht op de indicatie. Je moet ten alle tijden kritisch naar de indicatie kunnen kijken. - Stimuleer het normale gezinsleven, waarbij men zelf zaken oppakt. - Keer het registratieproces om. Nu zijn hulpverleners te veel tijd kwijt met registreren en de vraag is of alles wat geregistreerd wordt ook nodig is. Veel moet geregistreerd worden

5 vanwege de verantwoording richting zorgkantoor. Is dit ook echt nodig? Zoek efficiëntie in administratieve handelingen en zoek efficiëntie in verantwoording op minuten. Elke organisatie is hiermee bezig. En als er meerdere organisaties voor een klant werken, registreren die organisaties allen apart. Men moet nu teveel tijd steken in het verantwoorden dat men 80% productief is. En als er een fout in het systeem zit kost het veel tijd om die te ontkoppelen! I-care kan een alternatief zijn? - Investeer in netwerkstrategie. Vb sonestra uitrollen over meerdere organisaties. Zorg voor één systeem en één werkwijze. Zelfredzaamheidmatrix wordt ook genoemd. - Kom tot één gezin één plan en zorg ervoor dat een persoon de regie houdt. - Maak hulpverleners ook kritisch op ondersteuning die niet nodig is of anders kan worden ingevuld. Om invulling te geven aan datgene wat we met elkaar willen afspreken over de maatwerkvoorziening moet antwoord komen op de volgende vragen: Over welke diensten hebben we het? (Aggregatieniveau) Wie levert de diensten? (kwaliteit) Wat kosten de diensten? Wanneer kan een burger gebruik maken van de diensten? Zijn er onderdelen waarop we al kunnen experimenteren? Welke concrete afspraken kunnen we daarop maken? Hoe gaan we om met de opmerkingen hierover vanuit professionals (zie punt 3)? Welke afspraken kunnen we maken over quick wins?

6 2. Algemene voorzieningen Een aanzet voor het gesprek over algemene voorzieningen. Vragen om ondersteuning zullen lang niet altijd leiden tot het doen van een onderzoek en het als gevolg daarvan al of niet verstrekken van een maatwerkvoorziening. Waar mogelijk maken mensen gebruik van of worden verwezen naar een dienstenaanbod dat algemeen toegankelijk is (dus zonder beschikking en eventueel met betaling van een eigen bijdrage). Dit aanbod is altijd voorliggend (en getoetst aan het te bereiken resultaat). In traditionele termen heet dit welzijn en het bestaat al jaren. De uitdaging zit m erin dit veld in de kantelstand te krijgen, want vanzelfsprekend zijn de diensten straks volledig gebaseerd op het idee van de kanteling. Deze beweging is inmiddels volop gaande (experimenten, leergang, sociale teams, gekantelde methodieken, enz.). Op dit moment valt het algemene aanbod vrijwel samen met diverse activiteiten die de gemeente of, in het geval van MEE, die VWS subsidieert. Deze activiteiten zijn gebaseerd op de zogeheten subsidieuitvraag : een jaarlijks overzicht van door de gemeente gewenste beleidsresultaten (zie bijlagen). Voor MEE is hij gebaseerd op een subsidieregeling binnen de AWBZ. Het ligt voor de hand om de activiteiten die nu worden gesubsidieerd te betrekken bij de afspraken die we straks in de contracten zetten (dat zou betekenen dat ze niet meer met de uitvraag meegaan). In de beschikkingen voor 2014 die deze dagen de deur uitgaan, wordt gepreludeerd op de paradigmashift per 1 januari Er staat een tekst opgenomen die juridisch dient om de redelijke termijn nu al te laten starten. Dat wil dus zeggen dat vanaf 2015 volgens nieuwe principes naar activiteiten wordt gekeken en mogelijk bestaande activiteiten niet meer gesubsidieerd worden of op andere wijze worden gefinancierd. Er dienen zich een paar hoofdvragen aan: - hoe onderscheiden we in de praktijk algemene voorzieningen van maatwerk, met andere woorden: wanneer is/wordt iets maatwerk, wanneer is een algemene voorziening passend? - welke diensten uit het huidige maatwerk (dus CIZ-geïndiceerde zorg) kunnen verschuiven naar de algemene voorzieningen? - kunnen we gezien de uitgangspunten in de Ontwikkelovereenkomst nog uit de voeten met de subsidieuitvraag zoals hij nu geformuleerd is? - indien gewenste resultaten anders moeten worden benoemd dan nu in de subsidieuitvraag (hoger abstractieniveau, thematisch, o.i.d.), hoe en waar dan (bijv. in een beleidskader 3D c.q. beleidskader Wmo) en welke gevolgen heeft dat voor de huidige uitvoering? - hoe de wettelijke eisen van cliëntondersteuning (feitelijk dus de inzet van de over te hevelen MEEmiddelen) en een luisterend oor (feitelijk de opvolging van Sensoor) in de afspraken onder te brengen? - welk (financierings)instrument is vervolgens het beste om de algemene voorzieningen af te spreken en te bekostigen? - hoe komt de burger in een sturende rol richting de algemene voorzieningen? De antwoorden op deze vragen zijn van wezenlijk belang. Tegelijkertijd moeten we ons goed realiseren dat er in voorjaar 2014 een nieuw college aantreedt met een nieuw en eigen programma. Dat laatste bergt de mogelijkheid (risico?) in zich dat er op afzonderlijke beleidsonderdelen nieuwe nota s komen met daaraan gekoppelde geldstromen. Dit maakt dat ons verhaal over de voorliggende voorzieningen gedegen in elkaar moet zitten. Er zou geen noodzaak moeten zijn om tot (teveel) afzonderlijke beleidsdocumenten te komen. ==== Bijlagen: - subsidieuitvraag subsidieplafonds 2014

7 3. Toegang (Zie conceptovereenkomst en kader vraagverheldering en toegang. Ook hier willen we antwoord op de volgende vragen: Over welke diensten hebben we het? (Aggregatieniveau) Wie levert de diensten? (kwaliteit) Wat kosten de diensten? Wanneer kan een burger gebruik maken van de diensten? Zijn er onderdelen waarop we al kunnen experimenteren? Welke concrete afspraken kunnen we daarop maken? Welke afspraken kunnen we maken over quick wins? Hoe gaan we de procesverantwoordelijkheid organiseren (dit onderwerp staat geagendeerd op 17 december).

8 4. Monitoring Bij het inrichten van de monitor kunnen we als uitgangspunt nemen datgene wat we niet willen en monitoren op het gegeven of dit ook daadwerkelijk niet gebeurd. Vraag: Willen we uitgaan van wat we wel willen of willen we uitgaan van datgene wat we niet willen? T.b.v. de monitoring geeft Tim een toelichting op de stand van zaken

9 5. Enkele relevante wettelijke bepalingen (n.b. concept) Art algemene voorziening: aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op het versterken van zelfredzaamheid en participatie, of op opvang; - maatwerkvoorziening: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen: 1. ten behoeve van zelfredzaamheid, daaronder begrepen kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen, 2. ten behoeve van participatie, daaronder begrepen het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen en andere maatregelen, 3. ten behoeve van beschermd wonen en opvang; Artikel Een aanvraag als bedoeld in artikel kan niet worden gedaan dan nadat door of namens betrokkene bij het college is gemeld dat deze maatschappelijke ondersteuning behoeft dan wel lijkt te behoeven. Het college bevestigt de ontvangst van de melding. 2. Het college onderzoekt na de melding in samenspraak met de cliënt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes weken: a. de behoeften, persoonskenmerken en de voorkeuren van de cliёnt; b. de mogelijkheden om op eigen kracht of met gebruikelijke hulp zijn zelfredzaamheid of zijn participatie te verbeteren of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang; c. de mogelijkheden om met mantelzorg of hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang; d. de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, onderscheidenlijk de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang; e. de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdzorg, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid, zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang; f. welke bijdragen in de kosten de cliёnt verschuldigd zal zijn. 3. Bij het onderzoek, bedoeld in het tweede lid, wordt aan de cliёnt medegedeeld welke mogelijkheden bestaan om te kiezen voor de verstrekking van een persoonsgebonden budget. De cliёnt wordt in begrijpelijke bewoordingen ingelicht over de gevolgen van die keuze. 4. De cliënt verschaft het college de gegevens en bescheiden die voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. 5. Teneinde de cliёnt in staat te stellen een gemotiveerde aanvraag te doen, verstrekt het college hem een weergave van de uitkomsten van het onderzoek, tenzij de cliёnt heeft medegedeeld dit niet te wensen. Artikel Indien de cliënt naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen in staat is tot zelfredzaamheid of participatie, beslist het college tot verstrekking van een maatwerkvoorziening. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.

10 4. Indien de cliënt naar het oordeel van het college niet in staat is zich op eigen kracht met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen te handhaven in de samenleving en psychische of psychosociale problemen heeft dan wel de thuissituatie, al dan niet in verband met risico s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, heeft verlaten, beslist het college tot verstrekking van een maatwerkvoorziening. De maatwerkvoorziening, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving. 5. De maatwerkvoorziening is, voor zover daartoe aanleiding bestaat, afgestemd op: a. de omstandigheden en mogelijkheden van de cliënt, b. zorg en overige diensten als bedoeld bij of krachtens de Zorgverzekeringswet, c. voorzieningen op het gebied van jeugdzorg als bedoeld in de Wet op de jeugdzorg die de cliënt ontvangt of kan ontvangen, d. onderwijs dat de cliënt volgt dan wel zou kunnen volgen, e. betaalde werkzaamheden, f. scholing die de cliënt volgt of kan volgen, en g. ondersteuning ingevolge de Wet werk en bijstand. 6. Het college kan een maatwerkvoorziening weigeren indien de cliënt aanspraak heeft op verblijf in een instelling op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, dan wel er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de cliënt daarop aanspraak kan doen gelden en weigert mee te werken aan het verkrijgen van een besluit dienaangaande.