Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties."

Transcriptie

1 Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

2 Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen Status definitief Versie 002 Rapport E R001 Datum 22 februari 2016

3 k:\doc\e\2014\123503\e r001v002.docx Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen Colofon Opdrachtgever Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Postbus AZ ROERMOND Contactpersoon Project RVO / Kostenoptimaliteit EU bestaande bouw Betreft vervanging isolatie Uw kenmerk - Rapport E R001 Datum 22 februari 2016 Versie 002 Status definitief Uitgevoerd door Informatie Auteur Verantwoordelijk Verwerkt door DGMR Bouw B.V. Van Pallandtstraat GM Arnhem Postbus AD Arnhem ir. R.M.M. (René) van der Loos rlo@dgmr.nl ir. R.M.M. (René) van der Loos rlo@dgmr.nl ir. I.M. (Ieke) Kuijpers - van Gaalen ga@dgmr.nl GA SBA OZU 2

4 Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen Inhoud 1. Inleiding 5 2. Bouwregelgeving en berekeningsaanpak Bouwregelgeving Berekening kostenoptimaliteit Gebruik van gegevens uit andere studies Weergave kostenoptimaliteit 9 3. Uitgangspunten kostenoptimaliteit Gehanteerde referentiegebouwen Discontovoet en inflatie Energiebesparing Energieprijzen Belastingen CO Levensduur Investeringskosten en restwaarde Onderhoud Beoordeelde energiebesparende maatregelen Kostenoptimaliteit financieel Vloer Gevel Dak Kozijn Gevoeligheidsanalyses Kostenoptimaliteit macro-economisch Vloer Gevel Dak Kozijn Gevoeligheidsanalyse Conclusies kostenoptimaliteit Financiële of macro-economische calculatie Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie of kozijnen 28 Bijlagen Bijlage 1 Referentiegebouwen Bijlage 2 Energieprijsscenario s Bijlage 3 Investeringskosten Bijlage 4 Resultaten financiële calculatie Bijlage 5 Legenda bij tabellen in bijlage 6 t/m 14 Bijlage 6 Getalsmatige resultaten financiële calculatie 3

5 k:\doc\e\2014\123503\e r001v002.docx Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen Bijlage 7 Gevoeligheidsanalyse financiële calculatie: discontovoet woningen 3% utiliteit 6.5% Bijlage 8 Gevoeligheidsanalyse financiële calculatie: discontovoet woningen 6.5% utiliteit 9% Bijlage 9 Gevoeligheidsanalyse financiële calculatie: 20% kleinere energieprijsontwikkeling Bijlage 10 Gevoeligheidsanalyse financiële calculatie: 20% grotere energieprijsontwikkeling Bijlage 11 Gevoeligheidsanalyse financiële calculatie: calculatieperiode kantoren 30 jaar Bijlage 12 Getalsmatige resultaten macro-economische calculatie Bijlage 13 Scenarioanalyse macro-economische calculatie: discontovoet 2% Bijlage 14 Scenarioanalyse macro-economische calculatie: discontovoet 4% Onderliggende rapportages 1 Eisen bij vervanging isolatie. DGMR notitie E N002 2 Energieprijzen en disconteringsvoeten voor gebouweisen ten behoeve van de EPBD. ECN

6 Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen 1. Inleiding Achtergrond In mei 2010 is de EPBD Recast (2010/31/EU) verschenen. Hierin zijn kaders gegeven voor het vaststellen van eisen voor bestaande bouw en minimum energieprestatie-eisen voor nieuwbouw. In januari 2012 is de Europese Verordening (244/2012) verschenen waarin een framework is gegeven voor de berekening van kostenoptimale niveaus van de minimumeisen. Begin 2013 zijn door Nederland de kostenoptimaliteitsberekeningen voor nieuwbouw opgesteld conform de rapportage vereisten van EU (DGMR-rapport E R001v003). Voor ingrijpende renovatie bij bestaande bouw zijn in 2014/2015 nieuwe berekeningen uitgevoerd naar het kostenoptimale niveau van energiebesparende ingrepen voor gebouwen als geheel (DGMR-rapport E R002). Eind april 2015 heeft de Europese Commissie Nederland verzocht om eisen te stellen aan de tot de bouwschil behorende onderdelen van een gebouw die na vervanging of vernieuwing een significant effect hebben op de energetische prestatie. Hierbij wordt gekeken naar vervanging van isolatie in vloer, gevel of dak en naar vervanging van kozijnen inclusief beglazing. Bij de vervanging van isolatie is het niet altijd mogelijk om een dikker isolatiemateriaal toe te passen binnen de gegeven constructie of de ruimte in of direct grenzend aan het gebouw. Vanuit functionele of ruimte technische eisen zijn er in veel situaties beperkingen zijn voor het toepassen van dikkere isolatiematerialen. Indien toch vereist zou worden dat dikkere isolatiepakketten worden toegepast, leidt dat in voorkomende gevallen tot onevenredig hoge (extra) kosten bij vervanging van isolatie. In juni 2015 is er door DGMR kwalitatief gekeken naar de situaties waarbij functionele beperkingen zijn (DGMR-notitie E N002 onderliggend rapport 1). Het uitgangspunt hierbij is geweest dat de minimale isolatie-eisen van toepassing kunnen zijn op alle normaliter generiek voorkomende situaties. De volgende situaties zijn bepalend voor de algemene toepassing van de isolatie-eisen: vervanging van isolatie bij vloeren boven buitenlucht; vervanging van isolatie in spouwmuren; vervanging van isolatie bij hellende daken aan de buitenzijde. In deze rapportage treft u de resultaten aan van de kostenoptimaliteitsstudie, met een beschrijving van de aanpak en de gehanteerde uitgangspunten. In de studie is er gekeken naar bovengenoemde situaties met functionele beperkingen voor toepassing van dikkere isolatiematerialen. Omdat niet op voorhand vastgesteld kon worden of het kostenoptimale punt naar voren zou komen bij deze situaties met functionele beperkingen of bij andere constructievarianten zijn voor isolatie van vloer, gevel en dak een aantal verschillende constructievarianten onderzocht. Daarnaast is er ook gekeken naar vervanging van kozijnen met beglazing. Het vastgestelde kostenoptimale niveau van de ingrepen is afgezet tegen de eisen die met ingang van 24 november 2015 van kracht zijn worden. De volgende eisen zijn van toepassing: vloeren Rc > 2.5 m 2 K/W dichte geveldelen Rc > 1.3 m 2 K/W dichte dakdelen Rc > 2.0 m 2 K/W ramen inclusief kozijn U totaal < 2.2 W/m 2 K 5

7 k:\doc\e\2014\123503\e r001v002.docx Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen Opzet van de studie In overeenstemming met de Europese Verordening (244/2012) is uitgegaan van een analyse van het rendement van de verschillende schilmaatregelen die genomen kunnen worden bij vervanging van isolatie of kozijnen op gebouwniveau. Er is gekeken naar vier referentiegebouwen: rijtussenwoning vrijstaande woning appartementengebouw kantoorgebouw Omdat het rendement van maatregelen wordt beïnvloed door de mate van energiezuinigheid van de bestaande situatie zijn voor elk van de referentiegebouwen twee verschillende bouwperiodes onderscheiden: ongeïsoleerd: bouwperiode 1946 tot 1964 (indicatief 1955); matig geïsoleerd: bouwperiode 1975 tot 1991 (indicatief 1985). Per gebouw zijn voor vervanging van isolatie in vloer, gevel of dak of van kozijnen verschillende maatregelen en constructie-opbouwen bekeken. In de analyse is gekeken naar het effect op het gehele gebouw. De rendementen van de verschillende maatregelen zijn per gebouwtype beoordeeld op kostenoptimaliteit en vergeleken met de eisen voor vervanging van isolatie en kozijnen die met ingang van 24 november 2015 van kracht zijn geworden. Bij ingrijpende renovatie worden in Nederland thans reeds energetische eisen gesteld aan de schildelen die betrokken zijn bij ingrijpende renovatie. De hiervoor genoemde eisen voor vervanging van isolatie en kozijnen zijn echter ook van toepassing als er geen sprake is van ingrijpende renovatie. Leeswijzer In hoofdstuk 2 is de bouwregelgeving op het gebied van bestaande bouw in Nederland en de aanpak van het onderzoek beschreven. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van de gehanteerde referentiegebouwen en uitgangspunten en hoofdstuk 4 van de onderzochte energiebesparende maatregelen. In hoofdstuk 5 en 6 worden de resultaten van de berekeningen ten aanzien van kostenoptimaliteit gepresenteerd voor achtereenvolgens de financiële en macro-economische calculatie. In hoofdstuk 7 worden de resultaten geëvalueerd. 6

8 Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen 2. Bouwregelgeving en berekeningsaanpak In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de huidige bouwregelgeving in Nederland op het gebied van energiezuinigheid voor bestaande gebouwen. Vervolgens wordt ingegaan op de aanpak van het onderzoek voor berekening van de kostenoptimaliteit. 2.1 Bouwregelgeving De Nederlandse regels voor het bouwen en aanpassen van gebouwen zijn vastgelegd in het Bouwbesluit. De Woningwet vormt de basis voor de bouw en gebruiksvoorschriften in het Bouwbesluit, zowel voor woning- als utiliteitsbouw. In het Bouwbesluit zijn voor nieuwbouw verschillende soorten eisen op het gebied van energiezuinigheid vastgelegd. Voor bestaande bouw gelden in de bouwregelgeving geen specifieke eisen ten aanzien van de integrale energieprestatie van het gebouw. Binnen de Nederlandse bouwregelgeving worden alleen eisen gesteld aan onderdelen die vervangen, veranderd of toegevoegd worden. Ingrijpende renovatie bij bestaande bouw Sinds 1 juli 2013 worden er in het geval van ingrijpende renovatie eisen gesteld aan de isolatie van de dichte delen en gevelopeningen. Er is sprake van een ingrijpende renovatie wanneer ten minste 25% van het schiloppervlak van een gebouw integraal wordt aangepakt. Hiervan is sprake wanneer bijvoorbeeld de vloer wordt vervangen, de buitengevel opnieuw wordt opgebouwd of de dakconstructie inclusief het dakbeschot maar exclusief de spanten en gordingen wordt verwijderd. De eisen zijn van toepassing op alle ingrijpende renovatiesituaties. De bouwregelgeving stelt eisen per soort bouwdeel. In 2015 zijn de volgende isolatie-eisen op componentniveau van toepassing: vloeren Rc > 3.5 m 2 K/W dichte geveldelen Rc > 4.5 m 2 K/W dichte dakdelen Rc > 6.0 m 2 K/W schilopeningen (kozijn met glas) U totaal < 1.65 W/m 2 K Niet ingrijpende renovatie Wanneer er aanpassingen of uitbreidingen aan een gebouw gedaan worden, maar er is nog geen sprake van ingrijpende renovatie, dan worden er in de bouwregelgeving thans ook reeds eisen aan de gebouwschil gesteld. In dat geval moet de isolatiegraad voldoen aan de eisen zoals die ooit gesteld zijn bij de vergunningverlening voor oprichting van het gebouw met een minimale R c van 1.3 m 2 K/W. Daarnaast zijn er voor de gebouwschil bij vervanging van isolatiemateriaal of ramen inclusief kozijn sinds 24 november 2015 de volgende eisen van kracht: vloeren Rc > 2.5 m 2 K/W dichte geveldelen Rc > 1.3 m 2 K/W dichte dakdelen Rc > 2.0 m 2 K/W ramen inclusief kozijn U totaal < 2.2 W/m 2 K Indien de eisen zoals die ooit gesteld zijn bij de vergunningverlening voor oprichting van het gebouw hoger zijn dan bovenstaande dan gelden de in de vergunning verleende eisen. 7

9 k:\doc\e\2014\123503\e r001v002.docx Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen Installatietechnische eisen bij vervanging Naast de isolatie-eisen zijn sinds 1 juli 2013 ook een aantal installatietechnische eisen van kracht. Deze zijn van toepassing bij het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een technisch verwarmings-, warmtapwater-, koel- en ventilatiesysteem, waarbij het systeemrendement wordt beïnvloed. De volgende eisen op systeemniveau zijn van toepassing: Systeemrendement verwarmingssysteem: in geval van een lokaal systeem > 0.63; voor woonfunctie, niet lokaal > 0.71; voor overige functies, niet lokaal > Systeemrendement warm tapwatersysteem > Systeemrendement koelsysteem > Ventilatoren spf 2.5 W/(dm 3 /s) voor ventilatiesystemen met een capaciteit > m 3 /h. 2.2 Berekening kostenoptimaliteit De berekeningsmethode voor kostenoptimaliteit is voorgeschreven in bijlage 1 van EU Verordening 244/2012 van 16 januari Er is sprake van een berekening van de totale netto contante kosten exclusief inflatie gedurende een bepaalde beschouwingsperiode. Alle toekomstige kosten of baten worden met behulp van een discontovoet teruggerekend (verdisconteerd) naar het jaar waarin de calculatie is uitgevoerd. De standaard calculatieperiode is voor woningen 30 jaar, voor commerciële utiliteitsgebouwen 20 jaar en voor openbare utiliteitsgebouwen 30 jaar. Bij de gehanteerde referentiegebouwen voor utiliteit (zie paragraaf utiliteitsgebouwen) is alleen gebruik gemaakt van een kantoor. Kantoorgebouwen kunnen zowel voor commerciële als openbare doeleinden gebruikt worden. Binnen de berekeningen is uitgegaan van toepassing als een commercieel gebouw waarvoor een calculatieperiode is gehanteerd van 20 jaar. Voor openbare kantoorgebouwen geldt echter een calculatieperiode van 30 jaar. In een gevoeligheidsanalyse is daarom onderzocht of de doorrekening met 20 jaar voor deze gebouwen tot andere resultaten voor kostenoptimaliteit zou leiden. Voor woningen is 30 jaar aangehouden. Bij de totale kosten van een maatregel wordt rekening gehouden met: investeringskosten onderhoudskosten herinvesteringen en eventuele sloopkosten van de oude voorziening effecten op de energiekosten eventuele restwaarde In de berekeningsmethode (EU Verordening 244/2012) wordt onderscheid gemaakt in een financiële en een macro-economische calculatie. In de financiële calculatie wordt belasting (energiebelasting en btw) meegenomen. In de macro-economische calculatie blijft belasting buiten beschouwing. Daarnaast wordt in de macro-economische calculatie rekening gehouden met de kosten van CO 2- emissies. De berekeningswijze van de kosten (of baten) van de CO 2-emissies wijkt af doordat de kosten hiervan in toekomstige jaren niet worden verdisconteerd naar het startjaar van de calculatie. Subsidies zijn niet in de calculatie meegenomen (conform EU Verordening 244/2012). Kostenoptimaal Kostenoptimaal is gedefinieerd als de situatie waarin de netto contante kosten over de beschouwingsperiode een minimum bereiken. Er is alleen sprake van een kostenoptimaal niveau indien de totale netto contante kosten kleiner dan nul zijn. 8

10 Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen De maatregel is in dat geval kosteneffectief en verdient zichzelf dan binnen de gehanteerde uitgangspunten terug. In dat geval zijn de totale kosten voor de initiële investering, onderhoud en eventuele herinvesteringen zijn na aftrek van een eventuele restwaarde kleiner dan de totale baten door de besparing op de energiekosten. De investering voor een kostenoptimale energiebesparende maatregel verdient zich in de financiële calculatie dus terug door de besparing op de energiekosten. Omdat er in de macro-economische calculatie ook rekening wordt gehouden met de kosten van CO 2-emissies zal de investering voor een energiebesparende maatregel zich sneller terugverdienen. Naast de besparing op de energiekosten is er immers ook sprake van een besparing op de kosten van CO 2-emissies. 2.3 Gebruik van gegevens uit andere studies Om de kostenoptimaliteit uit te kunnen rekenen zijn verschillende gegevens benodigd, waaronder energiedata en investeringskosten. In Nederland zijn in het recente verleden verschillende onderzoeken uitgevoerd waaruit energieprijzen en investeringskosten beschikbaar zijn. Bij het opstellen van deze rapportage zijn de energieprijzen geactualiseerd naar het huidige prijspeil en de laatste inzichten. Hierbij is gebruik gemaakt van de volgende onderliggende rapportage die separaat bij deze rapportage is gevoegd: 2 Energieprijzen en disconteringsvoeten voor gebouweisen ten behoeve van de EPBD. ECN Alle investeringskosten zijn voor deze studie opnieuw opgesteld. Bepalingsmethode energiebesparing De energiebesparing door maatregelen in de utiliteitsgebouwen zijn bepaald met de thans geldige bepalingsmethode voor bestaande utiliteitsbouw (EPA-U) die is vastgelegd in ISSO Voor de maatregelen in de woningen en woongebouwen is gebruik gemaakt van NEN 7120:2011 inclusief C5 en het Nader voorschrift (NEN 7120+NV) waarmee thans bestaande woningbouw beoordeeld moet worden. In beide bepalingsmethodes wordt het gebouwgebonden energiegebruik bepaald voor verwarming, koeling, warm tapwater, ventilatie en verlichting en wordt rekening gehouden met energieopwekking uit hernieuwbare energiebronnen. 2.4 Weergave kostenoptimaliteit De berekende netto contante kosten zijn in de resultaatgrafieken weergegeven ten opzichte van het effect van de maatregel op het primaire energiegebruik per m 2 meter gebruiksoppervlak zoals dat bepaald wordt met EPA-U voor utiliteitsbouw en NEN 7120+NV voor woningbouw (zie paragraaf 2.3). Ook bij de weergave van de netto contante kosten is er gekozen voor een weergave van euro s per vierkante meter. In deze studie is gebruikgemaakt van referentiegebouwen van verschillende grootte. Door de netto contante kosten weer te geven per vierkante meter worden de verschillen in kosten als gevolg van verschillen in grootte van de gebouwen geneutraliseerd. 9

11 k:\doc\e\2014\123503\e r001v002.docx Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen 3. Uitgangspunten kostenoptimaliteit In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten besproken die zijn gehanteerd bij de berekeningen voor de kostenoptimaliteit van de energiebesparende maatregelen. Allereerst wordt ingegaan op de gehanteerde referentiegebouwen. Vervolgens worden in paragraaf 3.2 tot en met 3.8 de rekenkundige uitgangspunten besproken. De doorgerekende energiebesparende maatregelen per gebouwtype worden besproken in hoofdstuk Gehanteerde referentiegebouwen Bij woningen is gebruikgemaakt van de in de Nederlandse bestaande bouw meest voorkomende woningtypes: rijtussenwoning; vrijstaande woning; appartementengebouw met per appartement 1 verdieping. Voor alle drie deze woningtypes is gekeken naar een ongeïsoleerde referentiewoning (voorkomend in bouwjaar periode ) en een matig geïsoleerde referentiewoning (voorkomend in bouwjaar periode ). Voor utiliteit is gebruik gemaakt van het middelgrote kantoor dat in veel studies naar utiliteit wordt gebruikt. Ook bij dit gebouw is onderscheid gemaakt in een ongeïsoleerd kantoor en een matig geïsoleerd kantoor als onderscheid voor verschillende bouwperiodes. Indicatief is uitgegaan van een referentiekantoor uit 1955 en uit In bijlage 1 is een overzicht gegeven van de bouwkundige kenmerken van de referentiegebouwen. 3.2 Discontovoet en inflatie Bij de bepaling van de netto contante kosten wordt gebruik gemaakt van een discontovoet om de kosten in de toekomst terug te rekenen naar het basisjaar waarin de calculatie is uitgevoerd. Alle berekeningen zijn uitgevoerd met als basisjaar De volgende discontovoeten zijn gehanteerd: financiële berekening: woningbouw 5.5%; utiliteitsbouw 8.0%. macro-economische berekening: woningbouw 3.0%; utiliteitsbouw 3.0%. In de gevoeligheidsanalyses zijn twee afwijkende discontovoeten gehanteerd: financiële berekening: woningbouw 3.5% en 6.5%; utiliteitsbouw 6.5% en 9.0%. macro-economische berekening: woningbouw 2.0% en 4.0%; utiliteitsbouw 2.0% en 4.0%. 10

12 Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen 3.3 Energiebesparing De energiekosten zijn bepaald op basis van het gas- en elektriciteitsverbruik. Er is in alle calculaties gerekend met de energiebesparing ten opzichte van de referentiesituatie. Voor de bepaling van het gas- en elektriciteitsverbruik is gebruik gemaakt van de energieprestatiesoftware die thans gehanteerd moet worden voor energieprestatieberekeningen voor bestaande utiliteit en woningbouw (zie paragraaf 2.3). In deze software wordt gebruik gemaakt van het primair energiegebruik per gebouw. Er is alleen gekeken naar het gebouwgebonden energiegebruik voor klimatisering en verlichting. Voor de bepaling van de energiekosten is het primaire energiegebruik omgerekend naar kubieke meter aardgas en kwh elektriciteit. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Aardgas MJ primaire energie per m 3 aardgas. Elektriciteit 9.23 MJ primaire energie per kwh. 3.4 Energieprijzen Bij de energieprijzen is alleen rekening gehouden met de totale variabele kosten voor energie per eenheid (commodity + variabele tariefcomponenten en afhankelijk van het type calculatie ook energiebelasting en btw (zie paragraaf 3.5)). In een gevoeligheidsanalyse voor de financiële calculatie is rekening gehouden met een energiescenario met een 20% kleinere ontwikkeling ten opzichte van de basisprijs voor 2015 en een energiescenario met een 20% grotere ontwikkeling ten opzichte van de basisprijs voor De in de calculatie gehanteerde energieprijsscenario s staan vermeld in bijlage Woningbouw Bij de berekening van de energiekosten is voor woningbouw het energieprijsscenario gehanteerd dat is opgesteld door ECN voor de periode (zie onderliggende rapportage 2). Omdat de berekening van de kostenoptimaliteit bij een calculatieperiode van 30 jaar wordt uitgevoerd van 2015 tot en met 2045 is voor die laatste vijf jaar het energieprijsscenario rechtlijnig geëxtrapoleerd. Voor niet genoemde tussenliggende jaren in de ECN-rapportage is rechtlijnig geïnterpoleerd. Gedurende de periode is er sprake van een gemiddelde stijging van de elektriciteitsprijs van 1.04% en 1.43% per jaar voor woningen respectievelijk utiliteitsgebouwen en van de gasprijs van respectievelijk 1.33% en 1.17% Utiliteitsbouw Bij de berekening van de energiekosten voor utiliteitsbouw is gebruikgemaakt van de energieprijzen tool van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Met deze tool kan voor verschillende utiliteitsgebouwen, afhankelijk van het totale energiegebruik, een reële inschatting gemaakt worden van het energietarief. Voor het referentiekantoor is gebruikt gemaakt van tariefniveau middelgroot. De inschatting voor het energietarief kan met de tool echter alleen gemaakt worden tot januari 2014 of eerdere jaren. Er is een prognose opgegeven voor Deze energieprijs is voor de prijs in het basisjaar gebruikt. Voor het energieprijsscenario tot en met 2045 is in aanvulling daarop gebruik gemaakt van de hiervoor genoemde rapportage van ECN. Hierin is ook een energieprijsscenario voor utiliteitsbouw opgenomen. 11

13 k:\doc\e\2014\123503\e r001v002.docx Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen De ontwikkeling van de energieprijs in de periode ten opzichte van 2015 is opgeteld bij de energieprijs uit de tool van AgentschapNL voor het basisjaar. Voor de laatste vijf jaren is de ontwikkeling van de energieprijs geëxtrapoleerd. 3.5 Belastingen In de financiële calculatie is rekening gehouden met energiebelasting en btw (belasting op toegevoegde waarde). De energiebelasting is meegenomen in de energieprijzen. Btw zit verwerkt in de energieprijzen, de investeringskosten en herinvesteringen, onderhoudskosten en eventuele restwaarde. Er is rekening gehouden met 21% btw. In het energieprijsscenario zijn de energiebelasting en de btw constant gehouden. Bij de macro-economische calculatie zijn de energiebelasting en btw vanzelfsprekend niet meegenomen. 3.6 CO 2 De CO 2 emissie is berekend met emissiegetallen die zijn vastgelegd in de huidige bepalingsmethode voor energieprestatie van gebouwen (NEN 7120:2011). De CO 2-emissiefcatoren zijn als volgt: aardgas 50.6 kg CO 2/GJ primair energiegebruik oftewel 1.78 kg CO 2/m 3 aardgas elektriciteit 61.3 kg CO 2/GJ primair energiegebruik oftewel kg CO 2 per kwh Voor de CO 2-prijs voor de macro-economische calculatie is gebruik gemaakt van de voorgeschreven minimumwaarden uit bijlage II van EU Verordening 244/2012. De CO 2 prijzen zijn als volgt: 20 euro per ton CO t/m euro per ton CO t/m euro per ton CO verder 3.7 Levensduur Voor de levensduur van maatregelen is rekening gehouden met 50 jaar voor bouwkundige maatregelen. 3.8 Investeringskosten en restwaarde De investeringskosten voor de doorgerekende maatregelen hebben allemaal als prijspeil De bouwkundige investeringskosten zijn ontleend aan de EcoQuestor-database en aangeleverd door Winket. In bijlage 3 is de achtergrond bij de bepaling van de investeringskosten meer in detail beschreven. Er is uitgegaan van de investeringskosten voor een op zichzelf staand moment. Voor verschillende isolatiematerialen en constructie opbouwen zijn verschillende investeringskosten gehanteerd bij dezelfde energiebesparende maatregelen. Een overzicht van de gehanteerde kengetallen, van de specificaties en toeslagen per maatregel en van de investeringskosten per referentiegebouw is weergegeven in bijlage 3. Omdat voor alle bouwkundige maatregelen een levensduur van 50 jaar is gehanteerd is er geen sprake van herinvesteringen. 12

14 Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen Wanneer de levensduur van de getroffen maatregelen langer is dan de beschouwingsperiode van 20 of 30 jaar is er conform de voorgeschreven berekeningsmethode in de bepaling van de netto contante kosten rekening gehouden met een restwaarde. 3.9 Onderhoud Voor bouwkundige maatregelen zoals isolatie en beglazing is er gedurende de levensduur geen onderhoud te verwachten. Voor deze maatregelen zijn de onderhoudskosten daarom nul. 13

15 k:\doc\e\2014\123503\e r001v002.docx Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen 4. Beoordeelde energiebesparende maatregelen In dit hoofdstuk worden de doorgerekende maatregelen besproken voor zowel woning- als utiliteitsbouw. Deze studie richt zich op energiebesparende maatregelen die aan de orde zijn bij aanpassing van de gebouwschil. Voor de te beoordelen maatregelen is gekeken naar vervanging van isolatie in vloer, gevel en dak en naar vernieuwing van de kozijnen inclusief beglazing. De energiebesparende maatregelen zijn beoordeeld per referentiegebouw. Daarbij is per type referentiegebouw onderscheid gemaakt tussen twee bouwjaren. De periode rond 1955 waarin gebouwen niet van isolatie waren voorzien en werden uitgevoerd met enkel glas en de periode rond 1985, waarin gebouwen matig werden geïsoleerd met dubbele beglazing. Details van de referentiegebouwen en de gehanteerde isolatiewaardes staan vermeld in bijlage 1. Ten opzichte van de referentiesituatie zijn de volgende maatregelen in beschouwing genomen: Rc vloer: m 2 K/W. Rc gevel: m 2 K/W. Rc dak: m 2 K/W. Kozijnen met beglazing: HR (U kozijn+glas = 2.2 W/m 2 K) HR ++ (U kozijn+glas = 1.65 W/m 2 K) drievoudig (U kozijn+glas = 1.3 W/m 2 K) Voor de vloeren is er in de berekeningen onderscheid gemaakt tussen vloeren boven kruipruimten en vloeren met als begrenzing buitenlucht onder (bijvoorbeeld een vloer van een woning boven een parkeergarage). Er zijn geen combinaties van bovenstaande maatregelen doorgerekend omdat de maatregelen elkaar onderling niet beïnvloeden. Bij het doorrekenen van de maatregelen is voor invulling van de warmtebehoefte gebruik gemaakt van een HR107-ketel omdat deze in de meest voorkomende gevallen aanwezig is of bij vervanging van een verwarmingsketel met een lager rendement naar verwachting wordt geplaatst. Voor tapwater is in de woningen uitgegaan van een combitoestel. In het kantoorgebouw is voor tapwater gezien de geringe tapwatervraag uitgegaan van elektrische keukenboilers. In de verordening 244/2012 wordt aangegeven dat ten minste een maatregel(pakket) beschouwd moet worden voor een standaardrenovatie die nodig is om het gebouw in stand te houden. In deze studie is hiervoor uitgegaan van de renovatie van het dak waarmee een gebouw waterdicht gehouden wordt. Daarbij is uitgegaan van de maatregel bij een Rc-waarde van 2.5 m 2 K/W. 14

16 Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen 5. Kostenoptimaliteit financieel In dit hoofdstuk zijn de resultaten weergegeven van de financiële calculatie van de maatregelen voor verschillende renovatiesituaties bij bestaande bouw. De berekeningen zijn uitgevoerd voor gebouwen als geheel. De resultaten van de kostencalculatie zijn weergegeven als netto contante kosten per vierkante meter gebruiksoppervlak. Er is onderscheid gemaakt in de verschillende referentiegebouwen. Op de horizontale as van de figuren is het effect weergegeven van de maatregel op het primaire energiegebruik in kwh per vierkante meter gebruiksoppervlak (zie paragraaf 2.4). In de figuren is dus zowel het effect op de energiebesparing als het effect op de netto contante kosten te zien. Bij negatieve contante kosten betekent dat een maatregel(pakket) bij de gehanteerde uitgangspunten zich terugverdient (kosteneffectief is of een batig saldo heeft). Bij de resultaten in dit hoofdstuk zijn alleen die situaties getoond die bepalend zijn voor de eisen bij vervanging van isolatie of kozijnen. Een volledige bespreking van alle doorgerekende situaties is opgenomen in bijlage 4. De getalsmatige resultaten van de energiebesparing en investeringskosten zijn voor elk van de beschouwde maatregelen weergegeven in bijlage 6. In paragraaf 5.1 tot en met 5.4 zijn achtereenvolgens de resultaten weergegeven voor de volgende situaties die bepalend zijn voor de generieke eisen die gesteld kunnen worden aan deze constructiedelen: vervanging van isolatie bij vloeren boven buitenlucht vervanging van isolatie bij spouwmuren vervanging van isolatie bij hellende daken aan de buitenzijde vervanging van kozijnen met beglazing In paragraaf 5.5 wordt ingegaan op de resultaten van de gevoeligheidsanalyses. 5.1 Vloer Bij vervanging van de isolatie van vloeren boven buitenlucht kan er sprake zijn van een beperking van de maximale isolatiedikte doordat de vrije hoogte onder de vloer boven buitenlucht beperkt is, bijvoorbeeld in een parkeergarage. De generieke regelgeving in Nederland is van toepassing op alle mogelijke verschillende constructies van vloeren. De maximale isolatiedikte bij vervanging van vloeren boven buitenlucht is in voorkomende gevallen bepalend voor de generieke eisen die aan vloeren gesteld worden. Omdat er niet op voorhand vastgesteld kon worden of het kostenoptimale niveau niet zou optreden bij andere constructievarianten is er in het onderzoek ook gekeken naar de resultaten voor vervanging van isolatie bij vloeren boven kruipruimtes. Gebleken is dat deze situatie is niet bepalend is voor de generieke eisen aan vloeren. De resultaten voor vloeren boven buitenlucht worden besproken in bijlage 4. Voor vloeren boven buitenlucht is er gekeken naar drie verschillende isolatiesystemen. In figuur 5.1, 5.2 en 5.3 zijn de resultaten weergeven voor achtereenvolgens een lichtgewicht cellenbeton plafond, minerale wol met beplating en een PIR plaat met beplating. In figuur 5.1 zijn per gebouw van links naar rechts de resultaten weergegeven voor een lichtgewicht cellenbeton plafond van 60, 100, 120 en 160 mm dik met een Rc van 1.3, 2.0, 2.5 en 3.5 m 2 K/W. 15

17 NCC [euro/m2] NCC [euro/m2] k:\doc\e\2014\123503\e r001v002.docx Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen De energiebesparing neemt van links naar rechts toe met toenemende Rc-waarde. Bijvoorbeeld: de vier blauwe rondjes rechtsonder in de figuur geven de resultaten voor een rijwoning uit 1955 die wordt voorzien van vloerisolatie met een Rc van respectievelijk 1.3, 2.0, 2.5 en 3.5 m 2 K/W. Figuur 5.1 Netto contante kosten bij vervanging van isolatie bij vloeren boven buitenlucht - cellenbeton 40 Vrij Vrij Rij Rij App App Kantoor Kantoor Delta kwh/m2 Ag Voor de woningen lijkt het kostenoptimale punt te liggen bij een Rc van 2.5 m 2 K/W. Hiervoor is echter 120 mm isolatiemateriaal nodig. Bij de kantoren is er sprake van toenemende netto contante kosten bij hogere isolatiewaarden. Bij het kantoor uit 1985 is er bij hogere isolatiewaarden ook sprake van een toename van het energiegebruik door koeling waardoor de totale energiebesparing terugvalt. Figuur 5.2 Netto contante kosten bij vervanging van isolatie bij vloeren boven buitenlucht minerale wol 70 Vrij Vrij Rij 1955 Rij 1985 App 1955 App Kantoor 1955 Kantoor 1985 Delta kwh/m2 Ag De resultaten voor een plafond met minerale wol en beplating zijn weergegeven in figuur 5.2. Van links naar rechts zijn de resultaten weergegeven voor 40, 70 en 90 mm isolatie met een Rc van 1.3, 2.0 en 2.5 m 2 K/W. 16

18 NCC [euro/m2] Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen In figuur 5.3 zijn de resultaten weergegeven voor een plafond met PIR en beplating. Bij PIR is uitgegaan van 40, 70 en 90 mm isolatie met een Rc van 1.3, 2.5 en 3.5 m 2 K/W Figuur 5.3 Netto contante kosten bij vervanging van isolatie bij vloeren boven buitenlucht PIR Vrij 1955 Vrij 1985 Rij 1955 Rij 1985 App App 1985 Kantoor 1955 Kantoor 1985 Delta kwh/m2 Ag Het isolatiesysteem met minerale wol en met PIR laten qua netto contante kosten een vergelijkbaar beeld zien. Bij PIR zijn de netto contante kosten circa 5-10 euro/m 2 hoger bij dezelfde Rc-waardes. Beide constructietypes zijn doorgerekend bij een Rc van 1.3 m 2 K/W maar de overige Rc-waardes verschillen. Dit is ook te zien bij de resultaten van de twee rechtse punten per gebouwtype. Deze hebben bij PIR een grotere energiebesparing (liggen meer naar rechts) dan bij minerale wol. Het kostenoptimale punt lijkt bij de woningen te liggen bij het middelste resultaat per gebouw. Bij minerale wol is dit een Rc van 2.0 m 2 K/W en bij PIR een Rc van 2.5 m 2 K/W. Bij beide constructietypes lijkt het kostenoptimale punt voor woningen dus te liggen bij een isolatiedikte van 70 mm. Bij de kantoren is er sprake van toenemende netto contante kosten bij hogere isolatiewaarden. Er is geen sprake van een kostenoptimaal punt. Indien in de bestaande situatie een isolatielaag aanwezig is van circa 40 mm is de verwachting dat toepassing van een nieuwe isolatielaag van ten minste 70 mm in de praktijk in de meeste gevallen mogelijk is. Indien in de bestaande situatie een isolatielaag van slechts 20 mm aanwezig is kan dit in voorkomende gevallen niet mogelijk zijn. Geconcludeerd wordt dat bij woningen het kostenoptimale punt voor vloeren boven buitenlucht ligt bij een Rc van circa m 2 K/W. Dit sluit aan bij de eis van R c 2.5 m 2 K/W voor vervanging van isolatie bij vloeren. Bij de kantoren is er sprake van toenemende netto contante kosten bij hogere isolatiewaarden waardoor er geen sprake is van een kostenoptimaal niveau. 5.2 Gevel Bij vervanging van spouwisolatie is de bestaande spouwbreedte in voorkomende gevallen bepalend voor de maximale isolatiedikte die gerealiseerd kan worden. Dit is vervolgens direct bepalend voor de generieke eis die aan gevels gesteld kan worden. In het onderzoek is er ook gekeken naar vervanging van spouwisolatie bij vervanging van het buitenspouwblad. 17

19 NCC [euro/m2] k:\doc\e\2014\123503\e r001v002.docx Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen In dat geval is het ook mogelijk de spouw te verbreden en een dikkere isolatielaag toe te passen. Onderzocht is of dit leidt tot lagere netto contante kosten. Naast de vervanging van spouwisolatie is er in het onderzoek ook gekeken naar vervanging van isolatie in voorzetwanden aan de binnenzijde. Deze situatie bleek niet bepalend voor de generieke eisen aan gevels. De resultaten voor vervanging van isolatie in voorzetwanden aan de binnenzijde zijn weergegeven in bijlage 4. In figuur 5.4, 5.5 en 5.6 zijn de resultaten weergegeven voor vervanging van de isolatie in een spouwmuur. Hierbij is zowel gekeken naar de resultaten voor vervanging van alleen spouwisolatie (figuur 5.5), vervanging van de isolatie en het buitenspouwblad bij gelijkblijvende spouwbreedte (figuur 5.6) en bij aangepaste spouwbreedte (figuur 5.7) waarbij sprake is van aanpassing van fundering, dakranden en kozijnaansluitingen Figuur 5.4 Netto contante kosten bij vervanging van spouwisolatie in een spouw van 40 en 50 mm Vrij 1955 Vrij 1985 Rij Rij 1985 App 1955 App 1985 Kantoor 1955 Kantoor 1985 Delta kwh/m2 Ag Bij vervanging van de spouwisolatie (figuur 5.4) is er gekeken naar een spouwdikte van 40 en 50 mm met een Rc-waarde van 1.3 en 1.6 m 2 K/W. De toepassing van een dikkere spouwvulling (50 mm, Rc 1.6 m 2 K/W) heeft lagere netto contante kosten dan een spouwvulling van 40 mm (Rc 1.3 m 2 K/W). In een spouw van 40 mm kan echter geen isolatie van 50 mm dik aangebracht worden. Beide varianten zijn dus niet uitwisselbaar. Bij de vrijstaande woning is het geveloppervlak het grootst waardoor ook de netto contante kosten relatief het hoogst zijn. 18

20 NCC [euro/m2] Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen Figuur 5.5 Netto contante kosten bij vervanging spouwisolatie en buitenspouwblad gelijke spouwbreedte 250 Vrij Vrij 1985 Rij 1955 Rij 1985 App 1955 App 1985 Kantoor 1955 Kantoor 1985 Delta kwh/m2 Ag In figuur 5.5 zijn per gebouwtype drie producten weergegeven die toegepast kunnen worden bij vervanging van de spouwisolatie (circa 50 mm) zonder verder aanpassing van de spouwconstructie: minerale wol (Rc 1.6 m 2 K/W) minerale wol met aluminium cachering (Rc 2.0 m 2 K/W) PIR (Rc 2.5 m 2 K/W) Direct te zien is dat bij vervanging van het buitenspouwblad er sprake is van veel hogere netto contante kosten ( euro/m 2 ) dan bij vervanging van (alleen) de spouwisolatie zoals weergegeven in figuur 5.4 (10-50 euro/m 2 ). Voor de productvarianten in figuur 5.5 zijn de kosten voor vervanging van het buitenblad gelijk. In vergelijk met vervanging van spouwisolatie is dit echter een wezenlijk onderscheid. Daarnaast wordt geconstateerd dat de hogere investeringskosten voor toepassing van alternatieve materialen (met een betere isolatiewaarde) bij ongeveer gelijkblijvende isolatiedikte zich niet altijd terug verdienen. In figuur 5.6 zijn per gebouwtype drie producten weergegeven die toegepast kunnen worden bij vervanging van de spouwisolatie wanneer de spouwconstructie verbreed wordt. Qua kosten heeft dit ook consequenties voor de aansluitdetails van kozijnen en dakaansluitingen. De volgende typen producten zijn in de beoordeling meegenomen: 50 mm minerale wol (Rc 1.6 m 2 K/W) 60 mm minerale wol (Rc 2.0 m 2 K/W) 70 mm minerale wol (Rc 2.5 m 2 K/W) Indien gekozen wordt voor hogere isolatiewaarden waarbij er sprake is van aanpassing van de spouwbreedte (figuur 5.6) zijn de netto contante kosten met euro/m 2 nog weer een stap hoger dan zonder aanpassing van de spouwbreedte (figuur 5.5). Aanpassing van de spouwbreedte (inclusief de kosten voor aanpassing van de aansluitdetails) verdient zich dus niet terug. 19

21 NCC [euro/m2] k:\doc\e\2014\123503\e r001v002.docx Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen Figuur 5.6 Netto contante kosten bij vervanging spouwisolatie en buitenspouwblad aangepaste spouwbreedte 450 Vrij Vrij Rij Rij 1985 App 1955 App 1985 Kantoor 1955 Kantoor 1985 Delta kwh/m2 Ag Geconcludeerd wordt dat bij vervanging van spouwisolatie het vereisen van een Rc hoger dan 1.6 m 2 K/W (zoals bij vervanging van spouwisolatie van 50 mm) in alle overige gevallen leidt tot hogere netto contante kosten door vervanging van het buitenspouwblad. Indien er een bestaande spouw is van slechts 40 mm ligt het kostenoptimale niveau bij een Rc van 1.3 m 2 K/W. De generieke regelgeving in Nederland is van toepassing op alle mogelijke verschillende constructies van gevels. Een spouw van 40 mm is voor alle voorkomende constructies de meest beperkende situatie. Het kostenoptimale niveau voor gevels wordt daardoor bepaald door de voorkomende spouwbreedtes en niet door verschillende (constructie)varianten. Bij een spouw van 40 mm is er maximaal een R c van 1.3 m 2 K/W realiseerbaar. Dit sluit aan bij de generieke R c eis 1.3 m 2 K/W die wordt gesteld aan vervanging van isolatie in gevels. 5.3 Dak Hellende daken komen bij de gehanteerde referentiewoningen alleen voor bij de rijwoning en de vrijstaande woning. Bij de appartementen en de kantoren is er sprake van een plat dak. De generieke regelgeving in Nederland is van toepassing op alle mogelijke verschillende constructies van daken. Vervanging van isolatie bij hellende daken aan de buitenzijde is bepalend voor de generieke eisen die aan daken gesteld worden. De onderzochte constructievarianten voor vervanging van isolatie bij platte daken en bij hellende daken aan de binnenzijde zijn niet bepalend voor het kostenoptimale niveau. De resultaten voor deze situaties worden besproken in bijlage 4. Voor vervanging van isolatie bij hellende daken zijn in figuur 5.7 van links naar rechts de resultaten weergegeven voor een renovatieplaat van 39, 50, 66 en 98 mm met een Rc van 1.6, 2.0, 2.5 en 3.5 m 2 K/W. Bij alle varianten is er rekening gehouden met vervanging van de goot, randpannen en vorsten. Bij de variant van 66 en 98 mm dik is bovendien rekening gehouden met bijkomende kosten door aanpassing van de aansluiting met de buurwoning en gevelaansluitingen. 20

22 NCC [euro/m2] Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen 300 Figuur 5.7 Netto contante kosten bij vervanging van isolatie bij hellende daken aan buitenzijde 250 Vrij Vrij Rij Rij 1985 Delta kwh/m2 Ag Bij toepassing van een isolatiedikte van 50 mm nemen de netto contante kosten enigszins af ten opzichte van een isolatiedikte van 39 mm. Bij de hogere isolatiediktes liggen de netto contante kosten hoger door de bijkomende kosten. Het kostenoptimale punt lijkt bij isolatie aan de buitenzijde van hellende daken te liggen bij een Rc van 2.0 m 2 K/W. Bij vervanging van de isolatie van hellende daken aan de buitenzijde zijn de netto contante kosten ten opzichte van isolatie aan de binnenzijde substantieel hoger. Bij rijwoningen is dit euro/m 2 meer en de vrijstaande woning ruim 150 euro/m 2 meer door het veel grotere dakoppervlak ten opzichte van de rijwoning. Geconcludeerd wordt dat bij vervanging van isolatie in daken er bij woningen met hellende daken bij isolatie aan de buitenzijde een kostenoptimaal punt optreedt bij een Rc van ongeveer 2.0 m 2 K/W. Dit sluit aan bij de R c eis 2.0 m 2 K/W die wordt gesteld aan vervanging van isolatie bij daken. 5.4 Kozijn Bij de vervanging van kozijnen is onderscheid gemaakt tussen verschillende typen beglazing: HR-glas (U kozijn+glas 2.2 m 2 K/W) HR ++ -glas (U kozijn+glas 1.65 m 2 K/W) drievoudige beglazing (U kozijn+glas 1.3 m 2 K/W) In figuur 5.8 zijn per gebouw drie resultaten voor vervanging van kozijnen met verschillende typen beglazing weergegeven. De energiebesparing neemt van links naar rechts toe voor HR, HR ++ en drievoudige beglazing. Bijvoorbeeld: de drie groene ruitjes linksboven in de figuur geven de resultaten voor een vrijstaande woning uit 1985 die wordt voorzien van respectievelijk HR, HR ++ en drievoudige beglazing. 21

23 NCC [euro/m2] k:\doc\e\2014\123503\e r001v002.docx Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen 250 Figuur 5.8 Netto contante kosten bij vervanging van kozijnen met beglazing Vrij Vrij 1985 Rij Rij Kantoor Kantoor 1985 Delta kwh/m2 Ag Toepassing van kozijnen met HR ++ in plaats van HR-beglazing heeft bij de vrijstaande woning marginaal hogere netto contante kosten. Bij de rijwoning en de appartementen is er echter sprake van de laagste netto contante kosten bij HR ++ -beglazing. Bij de kantoren zijn de netto contante kosten van HR ++ -beglazing duidelijk hoger ten opzichte van HR-beglazing. Bij alle referentiegebouwen zijn de netto contante kosten van vervanging van kozijnen met drievoudige kosten het hoogst. Geconcludeerd wordt dat bij vervanging van kozijnen bij woningen het kostenoptimale punt bij HR- of HR ++ -beglazing ligt afhankelijk van het gebouwtype. De generieke regelgeving in Nederland is van toepassing op alle mogelijke verschillende gebouwen. De vrijstaande woningen en het kantoorgebouw vanuit kostenoptimaliteit dus bepalend voor generieke eisen aan beglazing. Het kostenoptimale niveau ligt bij vervanging van kozijnen met HR-beglazing. 5.5 Gevoeligheidsanalyses Om de gevoeligheid van de conclusies voor een afwijkende discontovoet, energieprijs en calculatieperiode van de kostenberekening te bestuderen zijn er een aantal gevoeligheidsanalyses uitgevoerd. In de financiële calculatie is er steeds gerekend met een discontovoet van 5.5% voor woningbouw en 8.0% voor utiliteitsbouw. In een scenarioanalyse is gekeken naar het effect van een lagere discontovoet van 3.5% voor woningbouw en 6.5% voor utiliteitsbouw en een hogere discontovoet van 6.5% voor woningbouw en 9.0% voor utiliteitsbouw. De resultaten van deze gevoeligheidsanalyse zijn weergegeven in respectievelijk bijlage 7 en 8. Bij de lagere discontovoet is er sprake van enigszins lagere netto contante kosten. Bij de vrijstaande woningen ontstaat bij vervanging van kozijnen met HR ++ -beglazing een duidelijk kostenoptimum. Bij de hogere discontovoet zijn er over het algemeen enigszins hogere netto contante kosten. Over het algemeen kan gesteld worden dat de verschillen die ontstaan door aanpassing van de discontovoet klein zijn. Alleen bij woningen met vloeren boven buitenlucht is er geen sprake meer van een kostenoptimum. Voor het overige veranderen de conclusies niet. 22

24 Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen Naast de gevoeligheidsanalyse voor de discontovoet is er ook een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd voor de energieprijs. Deze is alleen uitgevoerd voor de financiële calculatie bij de standaard discontovoet van 5.5% voor woningbouw en 8.0% voor utiliteitsbouw. Er is gekeken naar een energieprijsscenario met een 20% kleinere ontwikkeling van de energieprijs ten opzichte van de basisprijs voor 2015 en een energiescenario met een 20% grotere ontwikkeling ten opzichte van de basisprijs voor De resultaten van deze gevoeligheidsanalyse zijn weergegeven in respectievelijk bijlage 9 en 10. De resultaten van deze gevoeligheidsanalyses laten enigszins hogere respectievelijk lagere netto contante kosten zien. Geconstateerd wordt dat de doorgerekende scenario s nauwelijks invloed hebben op de resultaten. Voor kantoren is in een gevoeligheidsanalyse gekeken naar de invloed van een calculatieperiode van 30 in plaats van 20 jaar. De resultaten van deze gevoeligheidsanalyse zijn weergegeven in bijlage 11. De aanpassing van de calculatieperiode heeft alleen invloed op de resultaten voor kantoren. De doorgerekende maatregelen hebben bij 30 jaar iets lagere netto contante kosten. Dit beïnvloedt de resultaten niet. Op grond van de verschillende gevoeligheidsanalyses wordt geconcludeerd dat enigszins afwijkende aannames voor discontovoet en calculatieperiode niet van invloed zijn op de eerder gestelde conclusies. 23

25 k:\doc\e\2014\123503\e r001v002.docx Kostenoptimaliteit bij vervanging van isolatie en kozijnen 6. Kostenoptimaliteit macro-economisch In dit hoofdstuk zijn de resultaten weergegeven van de macro-economische calculatie van de maatregelen voor de doorgerekende renovatiesituaties bij bestaande bouw. De berekeningen zijn uitgevoerd voor gebouwen als geheel. De resultaten van de calculatie zijn weergegeven als netto contante kosten (zie paragraaf 3.8) per vierkante meter gebruiksoppervlak van de desbetreffende referentiegebouwen. Op de horizontale as van de figuren is het effect weergegeven van de maatregel op het primaire energiegebruik in kwh per vierkante meter gebruiksoppervlak (zie paragraaf 2.4). Ten opzichte van de financiële calculatie zijn dezelfde maatregelen doorgerekend. Bij de weergave van de resultaten in dit hoofdstuk zijn (net als in hoofdstuk 5) alleen die situaties weergeven die bepalend zijn voor de eisen bij vervanging van isolatie of kozijnen. Omdat het beeld dat resulteert uit de berekeningen echter vrijwel hetzelfde is en de verschillen tussen de macroeconomische en de financiële berekeningen dermate klein zijn, is voor vervanging van de isolatie bij vloeren alleen ingegaan op de variant met minerale wol en voor vervanging van de isolatie in spouwconstructies alleen op de variant met vervanging van spouwisolatie. In de financiële calculatie zoals besproken in het vorige hoofdstuk waren deze situaties bepalend voor het kostenoptimale niveau. Ten opzichte van de financiële calculatie is er wel sprake van lagere netto contante kosten per vierkante meter. Dit wordt veroorzaakt doordat de macro-economische calculatie exclusief btw is, doordat rekening wordt gehouden met de vermeden maatschappelijke kosten door CO 2-reductie en doordat er gerekend met een lagere discontovoet ten opzichte van de financiële calculatie. In achtereenvolgens paragraaf 6.1 tot en met 6.4 wordt ingegaan op: vervanging van isolatie bij vloeren boven buitenlucht met minerale wol vervanging van spouwisolatie vervanging van isolatie bij hellende daken aan de buitenzijde vervanging van kozijnen met beglazing Volledigheidshalve zijn de resultaten voor alle doorgerekende situaties weergegeven in bijlage 12. Daarnaast zijn in deze bijlage ook de getalsmatige resultaten opgenomen van de energiebesparing, de reductie van de CO 2-emissies en de investeringskosten. 6.1 Vloer De resultaten voor een plafond met minerale wol en beplating zijn weergegeven in figuur 6.1. Net als in figuur 5.3 bij de financiële calculatie zijn drie varianten weergegeven met 40, 70 en 90 mm isolatiemateriaal met achtereenvolgens van links naar rechts een totale Rc van 1.3, 2.0 en 2.5 m 2 K/W. 24

Verslaglegging kostenoptimaliteit, resultaten bestaande bouw. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Verslaglegging kostenoptimaliteit, resultaten bestaande bouw. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Verslaglegging kostenoptimaliteit, resultaten bestaande bouw In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Rapport E.2014.1235.00.R002 Verslaglegging kostenoptimaliteit

Nadere informatie

Verslaglegging kostenoptimaliteit, resultaten bestaande bouw - Bijlagen

Verslaglegging kostenoptimaliteit, resultaten bestaande bouw - Bijlagen Verslaglegging kostenoptimaliteit, resultaten bestaande bouw - Bijlagen In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bijlagen Bijlagen bij hoofdrapport 1. Referentiegebouwen

Nadere informatie

Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software. Rapport E.2012.1094.00.R001 Verslaglegging kostenoptimaliteit voor EU

Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software. Rapport E.2012.1094.00.R001 Verslaglegging kostenoptimaliteit voor EU Rapport E.212.194..R1 Verslaglegging kostenoptimaliteit voor EU Kostenoptimaliteit energieprestatie eisen Nederland Status: DEFINITIEF Van Pallandtstraat 9-11 Casuariestraat 5 Lavendelheide 2 Geerweg 11

Nadere informatie

Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen

Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen Interactie tussen gevelisolatie, ventilatiesystemen en capaciteit warmtepompsystemen Per 1 januari 2015 worden de EPCeisen aangescherpt. Voor woningen

Nadere informatie

4 Energiebesparingsadvies

4 Energiebesparingsadvies 4 Energiebesparingsadvies 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het energiebesparingsadvies voor het gebouw gepresenteerd. Allereerst wordt een inventarisatie gegeven van de reeds getroffen en onderzochte

Nadere informatie

Casuariestraat 5, Postbus 370 NL-2501 C J Den Haag T +31 (0)70 350 39 99 F +31 (0)26 443 58 36

Casuariestraat 5, Postbus 370 NL-2501 C J Den Haag T +31 (0)70 350 39 99 F +31 (0)26 443 58 36 Rapport E.2012.0237.00.R003 Kosteneffectiviteit R c -aanscherping Onderzoek naar de levensduurkosten van het verder aanscherpen van de isolatie-eisen uit het Bouwbesluit 2012 Status: DEFINITIEF Adviseurs

Nadere informatie

Rapportage Energiebesparingsverkenner

Rapportage Energiebesparingsverkenner Rapportage Energiebesparingsverkenner Deze rapportage biedt u een overzicht van de door u geselecteerde pakketten aan energiebesparende maatregelen en de indicatieve resultaten hiervan. In de bijlage van

Nadere informatie

3 Energiegebruik huidige situatie

3 Energiegebruik huidige situatie 3 Energiegebruik huidige situatie 3.1 Het Energie Prestatie Certificaat In het kader van de Europese regelgeving (EPBD) bent u verplicht om, bij verkoop of verhuur van de woning, een energiecertificaat

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Uitgangspunten. Notitie. 2.1 Berekeningswijze

1. Inleiding. 2. Uitgangspunten. Notitie. 2.1 Berekeningswijze Notitie Project Isover/Energiebesparing bestaande bouw Betreft Onderzoek naar effect op Energie-index (EI) Ons kenmerk E.2012.1379.00.N001 Versie 001 Datum 8 maart 2013 Verwerkt door RLO HW Contactpersoon

Nadere informatie

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN 4 juli 2007 19:11 uur Blz. 1 / 8 cursus Luc Volders - 2-7-2007 ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN Opdrachtgever: FB Projectgegevens: testpand 1234AB Software: EPA-W Kernel 1.09 07-06-2007 Vabi Software

Nadere informatie

BENG. Update

BENG. Update BENG Update 21-12-2018 Congres EPG 2.0 d.d. 20 november 2018 Tijdens het NEN-congres op dinsdag 20 november 2018 maakte het ministerie van BZK de nieuwe concept geadviseerde BENG-eisen bekend. Ook werd

Nadere informatie

Bijlagen. E R001 - bijlagen Kostenoptimaliteit energieprestatie-eisen Nederland

Bijlagen. E R001 - bijlagen Kostenoptimaliteit energieprestatie-eisen Nederland Bijlagen Bijlagen bij hoofdrapport 1. Energieprijsscenario s 2. Uitgangspunten en maatregelpakketten SenterNovem referentiewoningen 3. Maatregelpakketten woonwagens en vakantiewoningen 4. Maatregelpakketten

Nadere informatie

Stadsverwarming Utrecht. Effect op de EPC van woningen als gevolg van het niet meer toepassen van de kwaliteitsverklaring Eneco

Stadsverwarming Utrecht. Effect op de EPC van woningen als gevolg van het niet meer toepassen van de kwaliteitsverklaring Eneco Stadsverwarming Utrecht Effect op de EPC van woningen als gevolg van het niet meer toepassen van de kwaliteitsverklaring Eneco Status definitief Versie 002 Rapport E.2016.0201.00.R001 Datum 31 augustus

Nadere informatie

ENERGIEBEHOEFTE WONINGBOUW

ENERGIEBEHOEFTE WONINGBOUW ENERGIEBEHOEFTE WONINGBOUW In t Hart van de Bouw ENERGIEBEHOEFTE WONINGBOUW Nederlandse Isolatie Industrie Postbus 8408 3503 RK UTRECHT 030-6623266 Vertegenwoordigd door: de heer ir. E. Las Nieman Raadgevende

Nadere informatie

SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP

SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP 08-06-2016 Toets thermische isolatie en energieprestatie Toets thermische isolatie en energieprestatie ten behoeve van de aanvraag omgevingsvergunning. Definitief Schiphol Hotel

Nadere informatie

Bijlagen. E.2012.1094.00.R001 - bijlagen Kostenoptimaliteit energieprestatie-eisen Nederland

Bijlagen. E.2012.1094.00.R001 - bijlagen Kostenoptimaliteit energieprestatie-eisen Nederland E.2012.1094.00.R001 - bijlagen Kostenoptimaliteit energieprestatie-eisen Nederland Bijlagen Bijlagen bij hoofdrapport 1. Energieprijsscenario s 2. Uitgangspunten en maatregelpakketten SenterNovem referentiewoningen

Nadere informatie

RENOVATIE KANTOOR NOTITIE ENERGIEBESPARING EN INVESTERINGEN INHOUDSPOGAVE

RENOVATIE KANTOOR NOTITIE ENERGIEBESPARING EN INVESTERINGEN INHOUDSPOGAVE RENOVATIE KANTOOR NOTITIE ENERGIEBESPARING EN INVESTERINGEN INHOUDSPOGAVE SAMENVATTING 0. INLEIDING 1. ISOLATIE 2. INSTALLATIE 3. RAMEN EN KOZIJNEN 4. ZONWERING EN KOELING 5. VERLICHTING DIA duurzame auteur:

Nadere informatie

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN Beta Testbedrijf E. van Dijk 007 Kleveringweg 12 2616 LZ Delft info@vabi.nl Delft, 8 februari 2007 ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN Opdrachtgever: Opdrachtgever BV A. Bee Projectgegevens: Voorbeeldproject

Nadere informatie

A (zie toelichting in bijlage)

A (zie toelichting in bijlage) Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden A (zie toelichting in bijlage) Dit gebouw Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking

Nadere informatie

Kennismaking BENG Hans van Eck en Jacqueline Hooijschuur 22 november 2016

Kennismaking BENG Hans van Eck en Jacqueline Hooijschuur 22 november 2016 Kennismaking BENG Hans van Eck en Jacqueline Hooijschuur 22 november 2016 Huishoudelijke mededelingen Chatfunctie Uw vragen Pollvragen Uw mening Enquête Wat heeft u nodig Introductie Waarom BENG? Wat is

Nadere informatie

Bijlage I 20111278-07 Investeringen en energielasten Energiesprong woningbouw Maria van Bourgondiëlaan te Eindhoven. 1 Inleiding

Bijlage I 20111278-07 Investeringen en energielasten Energiesprong woningbouw Maria van Bourgondiëlaan te Eindhoven. 1 Inleiding Bijlage I 20111278-07 Investeringen en energielasten Energiesprong woningbouw Maria van Bourgondiëlaan te Eindhoven Datum Referentie Behandeld door 13 december 2011 20111278-07 P. Smoor/LSC 1 Inleiding

Nadere informatie

Overzicht terugverdientijden

Overzicht terugverdientijden Overzicht terugverdientijden De tabel geeft een indicatie van de besparingen door isolatiemaatregelen. Voor de berekening is uitgegaan van een woning met vloeroppervlak van 50 m2, een dak van 70 m2 en

Nadere informatie

Rapportage Energiebus

Rapportage Energiebus Rapportage Energiebus Nieuwe Leliestraat Amsterdam Type woningen: 14 portiekwoningen, 70 m2 Bouwjaar: 1974 Op verzoek van: Bewonerscommissie Nieuwe Leliestraat Verhuurder: De Alliantie Datum: 21-10-2014

Nadere informatie

Advies BENG eisen woningbouw. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Advies BENG eisen woningbouw. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies BENG eisen woningbouw In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies BENG eisen woningbouw 1. Inleiding Dit advies is gebaseerd op de rapporten Kostenoptimaliteitsstudie

Nadere informatie

Concepten EPC 0.4. Bouwkundige uitgangspunten

Concepten EPC 0.4. Bouwkundige uitgangspunten Concepten EPC 0.4 Om een EPC 0.4 te realiseren voor de referentiewoningen zijn er verschillende concepten ontwikkeld die onderling verschillen op de wijze van ventileren en verwarmen. Aan de basis van

Nadere informatie

Nieuwbouw 26 appartementen te Halfweg - App 26 toren. Eigenschappen rekenzones type rekenzone omschrijving interne warmtecapaciteit Ag [m²]

Nieuwbouw 26 appartementen te Halfweg - App 26 toren. Eigenschappen rekenzones type rekenzone omschrijving interne warmtecapaciteit Ag [m²] 736 woongeb. 26 app Halfweg - Nieuwbouw 26 appartementen te Halfweg - App 26 toren F2 0,79 Algemene gegevens projectomschrijving Nieuwbouw 26 appartementen te Halfweg - App 26 toren variant F2 straat /

Nadere informatie

Energietransitie Caldomus

Energietransitie Caldomus Energietransitie Caldomus Werkwijze transitieplan Bottom-up aanpak Gebouw centraal Gebouw- en gebiedgebonden maatregelen Participatie Transparante werkwijze Uitnodiging tot participatie: actief of passief

Nadere informatie

Is investeren in energiebesparende producten nog interessant?

Is investeren in energiebesparende producten nog interessant? Is investeren in energiebesparende producten nog interessant? Energie verwarming en SWW Stijgende prijzen woningen zonder spouwisolatie Woningen met enkel glas Woningen zonder dakisolatie 2 1 Energie elektriciteit

Nadere informatie

Beslisschema s ISSO 75.1 Methode 2013

Beslisschema s ISSO 75.1 Methode 2013 Beslisschema s ISSO 75.1 Methode 2013 1 Bepalen grenzen van het energiegebouw van alle relevante delen van het gebouw de gebruiksfuncties en bepaal of deze labelplichtig is conform de label methodiek utiliteitsgebouwen,

Nadere informatie

Voorbeeldtoets Energieprestatiecertificaat Utiliteitsgebouwen Nieuwbouw

Voorbeeldtoets Energieprestatiecertificaat Utiliteitsgebouwen Nieuwbouw Voorbeeldtoets Energieprestatiecertificaat Utiliteitsgebouwen Nieuwbouw Toets 1: Meerkeuzevragen Lees zorgvuldig onderstaande informatie Het examen bestaat uit 40 meerkeuzevragen. Deze voorbeeldtoets bestaat

Nadere informatie

EPC 0,8: Over welke woningen en installatieconcepten hebben we het?,

EPC 0,8: Over welke woningen en installatieconcepten hebben we het?, EPC 0,8: Over welke woningen en installatieconcepten hebben we het?, ir. F.W. (Freek) den Dulk Nieuwe eis per 1 januari 2006 EPC 0,8 Herziening norm: NEN 5128:2004 Energieprestatie van woonfuncties en

Nadere informatie

Appartementencomplex

Appartementencomplex Buiten Zonwering 14900 11300 8400 5800 2900 14900 11300 8400 5800 2900 14900 11300 8400 5800 2900 14900 11300 8400 5800 2900 14900 11300 8400 5800 2900 Referentiegebouwen EPG Appartementencomplex Appartementen

Nadere informatie

Intakeformulier Professionele Woningbeheerder. EPA - Intake formulier. Professionele Woningbeheerder

Intakeformulier Professionele Woningbeheerder. EPA - Intake formulier. Professionele Woningbeheerder Bijlage 2A: Intakeformulier Professionele Woningbeheerder EPA - Intake formulier Kenmerk: Professionele Woningbeheerder Invulinstructie: = tekst of werkelijke waarde invullen = aankruisen indien van toepassing

Nadere informatie

Energiescan. van: De Brink 6 te: 9999 DM Ons Dorp op: 15 maart 2014 door: Matthes Advies

Energiescan. van: De Brink 6 te: 9999 DM Ons Dorp op: 15 maart 2014 door: Matthes Advies Energiescan van: De Brink 6 te: 9999 DM Ons Dorp op: 15 maart 2014 door: Matthes Advies Energiescan voor woningen in opdracht van: de heer E. Scanner Straat en nr. gekeurde woning: De Brink 6 Postcode:

Nadere informatie

Onderzoek kostenoptimale eisen en energiebesparingeffect herziene EPBD

Onderzoek kostenoptimale eisen en energiebesparingeffect herziene EPBD Onderzoek kostenoptimale eisen en energiebesparingeffect herziene EPBD Datum: 4 april 2011 Projectnummer: 11442 Contractnummer: 9105100119/63357 Status: Definitief Opdrachtgever: Uitgevoerd door: Ministerie

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie

energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie energieprestatiecertificaat straat Hoogstraat nummer 570 bus postnummer 9235 gemeente Fruitrode bestemming eengezinswoning type open bebouwing softwareversie 1.0 berekend energieverbruik (kwh/m²): 380

Nadere informatie

Afkorting Naam gebouw of variant Fit Cert Adv Fin huidig X X v ariant 1 Variant HR-ketel X X X v ariant 2 Variant isoleren X X X

Afkorting Naam gebouw of variant Fit Cert Adv Fin huidig X X v ariant 1 Variant HR-ketel X X X v ariant 2 Variant isoleren X X X 15 februari 2007 15:32 uur Blz. 1 / 6 1 Fitten op de meterstanden In onderstaande tabel wordt een overzicht van de berekeningen getoond. Voor zowel de e situatie als voor de varianten wordt de afkortingen

Nadere informatie

B (zie toelichting in bijlage)

B (zie toelichting in bijlage) Energielabel woning Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden B (zie toelichting in bijlage) Uw woning Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking

Nadere informatie

de methodiek van de energielabel-berekening

de methodiek van de energielabel-berekening 1 Vraag & antwoord: de methodiek van de energielabel-berekening Update september 2018 In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties >> Duurzaam, Agrarisch, Innovatief en

Nadere informatie

Algemene gegevens. Indeling gebouw. Infiltratie. Bouwkundige transmissiegegevens. Open verbrandingstoestellen

Algemene gegevens. Indeling gebouw. Infiltratie. Bouwkundige transmissiegegevens. Open verbrandingstoestellen 12-07-331 appartementen Voorthuizen - appartementen basis 0,60 Algemene gegevens projectomschrijving appartementen variant basis adres postcode / plaats bouwar categorie woningbouw aantal woningbouw-eenheden

Nadere informatie

Voorbeeldexamen Energielabel Woningen NV. Toets 1 Bijlage bij meerkeuzetoets. Lees zorgvuldig onderstaande informatie

Voorbeeldexamen Energielabel Woningen NV. Toets 1 Bijlage bij meerkeuzetoets. Lees zorgvuldig onderstaande informatie Voorbeeldexamen Energielabel Woningen NV Toets 1 Bijlage bij meerkeuzetoets Lees zorgvuldig onderstaande informatie Deze bijlage hebt u nodig bij het beantwoorden van enkele meerkeuzevragen. Na afloop

Nadere informatie

Eisenhowerlaan 112, Postbus 82223 NL-2508 EE Den Haag T +31 (0)70 350 39 99 F +31 (0)70 358 47 52

Eisenhowerlaan 112, Postbus 82223 NL-2508 EE Den Haag T +31 (0)70 350 39 99 F +31 (0)70 358 47 52 Rapport E.2009.0794.01.R001 Stichting Warm Bouwen Warm Bouwen onderzoek Status: DEFINITIEF Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software info@dgmr.nl www.dgmr.nl Van Pallandtstraat 9-11,

Nadere informatie

Energie besparingsmonitor 2010-2011

Energie besparingsmonitor 2010-2011 Energie besparingsmonitor 2010-2011 Inleiding In het kader van het monitoren van het Meer Met Minder convenant is er informatie verzameld onder de leveranciers van isolatiemateriaal in Nederland, Vereniging

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Sint-Bernardsesteenweg nummer 269 bus 3 bestemming appartement type softwareversie 1.3.3 berekend energieverbruik (kwh/m2): 379 Het berekende energieverbruik is een inschatting

Nadere informatie

Rijksoverheid. Veel besparingsmogelijkheden t/m t/m 100. Dubbel glas. Dubbel glas. Niet extra geïsoleerd. Niet van toepassing. Nee.

Rijksoverheid. Veel besparingsmogelijkheden t/m t/m 100. Dubbel glas. Dubbel glas. Niet extra geïsoleerd. Niet van toepassing. Nee. Rijksoverheid Energielabel woning Westvest 191 2611BZ Delft BAG-ID: 0503010000010395 Veel besparingsmogelijkheden Energielabel B Registratienummer 863374920 Datum van registratie 13-01-2016 Geldig tot

Nadere informatie

NTA Nieuw tijdperk energieprestatie. Normalisatie: De wereld op één lijn 1

NTA Nieuw tijdperk energieprestatie. Normalisatie: De wereld op één lijn 1 NTA 8800 Nieuw tijdperk energieprestatie 1 Toekomstvisie overheid 2015 1 juli 2018 2019 2020 tussenperiode 2050 50% EPC aanscherping Overheids-gebouwen Aansluitplicht aardgas BENG nieuwbouw vervalt Nieuwbouw

Nadere informatie

Schilindex. Kansen voor energiebesparing met de gebouwschilindicator in de nieuwe NEN 5128 en EPG. Gerrit Jan Kuiper NII

Schilindex. Kansen voor energiebesparing met de gebouwschilindicator in de nieuwe NEN 5128 en EPG. Gerrit Jan Kuiper NII Nederlandse Schilindex Kansen voor energiebesparing met de gebouwschilindicator in de nieuwe NEN 5128 en EPG Gerrit Jan Kuiper 1 Nederlandse Een goede schil is het halve werk 2 Schilindex = logisch denken

Nadere informatie

C (zie toelichting in bijlage)

C (zie toelichting in bijlage) Energielabel woning Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden C (zie toelichting in bijlage) Uw woning Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat certificaatnummer 20120515-0001118936-00000005-8 nummer postnummer Voorhavenlaan 33 9000 bus gemeente A 101 Gent bestemming type appartement - softwareversie 1.3.3 berekend

Nadere informatie

Intro spreker 2: Ir. Peter Plooij

Intro spreker 2: Ir. Peter Plooij Intro spreker 2: Ir. Peter Plooij Sinds 2017 bouwkundig netwerkpartner van het Bouwkundig Netwerk Expert EPA-U Bouwkundig Netwerk van Vastgoed Belang Ir. Peter Plooij 1 Masterclass Rendementsoptimalisatie

Nadere informatie

Buurkracht Alteveer-Cranevelt

Buurkracht Alteveer-Cranevelt Buurkracht Alteveer-Cranevelt Alteveer-Cranevelt - Buurtscan - Woningscan - Overzicht maatregelen - Financiering en subsidies Buurtscan - 1.575 huishoudens - 3.135 inwoners - 7 % vrijstaand - Jaren 30

Nadere informatie

energiedeskundige / Dit certtficaat is geldig tot en met 27 juni 2021 berekend energieverbruik (kwh/m 2):

energiedeskundige / Dit certtficaat is geldig tot en met 27 juni 2021 berekend energieverbruik (kwh/m 2): certificaatnummer 20110627-0000869054-00000007-9 straat Wijngaardstraat nummer 39 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 1.3.3 berekend energieverbruik (kwh/m 2): Het berekende

Nadere informatie

Referentiegebouwen utiliteitsbouw

Referentiegebouwen utiliteitsbouw EPN en Nieuwbouw Referentiegebouwen utiliteitsbouw Gezondheidszorg 7.000m² Het voorbeeld betreft een verpleeghuis dat is voorzien van gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning. Een warmtepomp zorgt

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestemming type appartement softwareversie 1.3.3 berekend energieverbruik (kwh/m 2 ): 191 Het berekende energieverbruik is een inschatting van de energiezuinigheid van het appartement.

Nadere informatie

Psi-waarden ( ) in de EPC-berekening. Het bepalen van de -waarden (spreek uit: psi-waarden) en het invoeren daarvan in de EPC-berekening.

Psi-waarden ( ) in de EPC-berekening. Het bepalen van de -waarden (spreek uit: psi-waarden) en het invoeren daarvan in de EPC-berekening. Psi-waarden ( ) in de EPC-berekening Probleem Het bepalen van de -waarden (spreek uit: psi-waarden) en het invoeren daarvan in de EPC-berekening. Oplossingsrichtingen Oplossingsrichtingen Om de?-waarden

Nadere informatie

van naden en kieren, omdat er anders veel warmte verloren gaat.

van naden en kieren, omdat er anders veel warmte verloren gaat. Bij het bakken van een cake in de oven komt al voldoende warmte vrij om een woning te verwarmen. Klinkt dat vreemd? Dat is het namelijk niet. Een behaaglijke temperatuur wordt bereikt door een woning extreem

Nadere informatie

Verkenning Utiliteitsbouw

Verkenning Utiliteitsbouw Verkenning Utiliteitsbouw Robin Niessink Aanleiding In de Kamerbrief van 28 november 2016 over energiebesparing schrijft minister Blok (BZK, 2016): In de Borgingscommissie is besloten dat er naast de label

Nadere informatie

Rapportage Energiebus. BC Kleine Jan, Huizen

Rapportage Energiebus. BC Kleine Jan, Huizen Rapportage Energiebus BC Kleine Jan, Huizen Type woningen: 54 eengezinswoningen met een oppervlak van 100 m2. Bouwjaar: 1957 Op verzoek van: Bewonerscommissie Verhuurder: De Alliantie Datum bezoek: 21-6-2013

Nadere informatie

Rapport. Opdrachtgever: Gemeente Mill en St. Hubert Postbus 10001 5430 CA Cuijk. Documentnummer: 20140075-R04. Projectnaam:

Rapport. Opdrachtgever: Gemeente Mill en St. Hubert Postbus 10001 5430 CA Cuijk. Documentnummer: 20140075-R04. Projectnaam: Adviseurs & Ingenieurs Opdrachtgever: Gemeente Mill en St. Hubert Postbus 10001 5430 CA Cuijk Documentnummer: 20140075-R04 Projectnaam: Gemeente Mill, onderzoek CV- en E- installatie. Datum: 9-12-2014

Nadere informatie

BEVINDINGEN ENERGIECONCEPT ORANGERIE VAN KASTEEL AMSTENRADE Aan: Mevrouw L. van Lidth de Jeude-d'Ansembourg en Arjan Oosterhof

BEVINDINGEN ENERGIECONCEPT ORANGERIE VAN KASTEEL AMSTENRADE Aan: Mevrouw L. van Lidth de Jeude-d'Ansembourg en Arjan Oosterhof BEVINDINGEN ENERGIECONCEPT ORANGERIE VAN KASTEEL AMSTENRADE Aan: Mevrouw L. van Lidth de Jeude-d'Ansembourg en Arjan Oosterhof Van: Kamiel Jansen en Jörg Blass [NIBE] Datum: 18-01-2015 (laatste aanpassingen

Nadere informatie

Energiebesparing in de bouw

Energiebesparing in de bouw Energiebesparing in de bouw - Overheidsbeleid - Wettelijke kaders - Praktische omzetting Bijdragen van: ing. W.Baartman ir. J.Ouwehand Wetgeving en overheidsbeleid Transitie naar een duurzame energiehuishouding

Nadere informatie

A (zie toelichting in bijlage)

A (zie toelichting in bijlage) Energielabel woning Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden A (zie toelichting in bijlage) Uw woning Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking

Nadere informatie

1. Inleiding. Notitie

1. Inleiding. Notitie Notitie Project Rabo Vastgoed/Winkelcentrum Velperbroek Betreft Variant dove gevel Ons kenmerk B.2007.0427.14.N001 Versie 001 Datum 15 maart 2011 Verwerkt door - LVE Contactpersoon ir. J. (Jan) Geerts

Nadere informatie

VvE s met Energie. Onderzoek VvE Schiezicht 10 april 2014 Wouter van den Acker PKW

VvE s met Energie. Onderzoek VvE Schiezicht 10 april 2014 Wouter van den Acker PKW VvE s met Energie Onderzoek VvE Schiezicht 10 april 2014 Wouter van den Acker PKW Inhoud Het Energiemodel Bestaande situatie Trias Energetica Maatregelen Scenario s Hoe verder? Energieadvies voor Schiezicht

Nadere informatie

Nieuwe energieprestatienorm

Nieuwe energieprestatienorm Nieuwe energieprestatienorm >> Als het gaat om energie en klimaat De tools Uw weg vinden in de nieuwe energieprestatienorm, wie helpt u daarbij? Heeft u hem al in huis, de nieuwe energieprestatienorm NEN

Nadere informatie

Nieuwe ISSO 51, 53 & 57 (juli 2017) Overzicht van de wijzigingen

Nieuwe ISSO 51, 53 & 57 (juli 2017) Overzicht van de wijzigingen Nieuwe ISSO 51, 53 & 57 (juli 2017) Overzicht van de wijzigingen Wijzigingsoverzicht ISSO 51, 53 & 57 2017 Wijzigingen ten opzichte van 2012 versie zijn: Correctie op de ontwerpbuitentemperatuur aan de

Nadere informatie

LANGETERMIJNDOELSTELLING SIMULATIES EN ANALYSE

LANGETERMIJNDOELSTELLING SIMULATIES EN ANALYSE LANGETERMIJNDOELSTELLING SIMULATIES EN ANALYSE Overlopen uitgangspunten SELECTIE WONINGEN VERDELING GEBASEERD OP EPC-DATABANK APPARTEMENT GESLOTEN HALF-OPEN OPEN TOTAAL 1800-1859 1 1 0 0 2 1860-1899 1

Nadere informatie

De corporatiedag 2017

De corporatiedag 2017 De corporatiedag 2017 1972 Wet en regelgeving Energieprestatie Terugblik, stand van zaken, toekomst 2017 2050 Kees Arkesteijn, projectcoördinator ISSO, met medewerking van Wim Plokker (VABI) De weg die

Nadere informatie

EPA U. advies- en ingenieursbureau. Nieuwbouw kantoorpand Demostraat, Tiel

EPA U. advies- en ingenieursbureau. Nieuwbouw kantoorpand Demostraat, Tiel Nieuwbouwkantoorpand Demostraat,Tiel EPA U Adresgegevens Fokkerstraat 39, 3905 KV Veenendaal Postbus 1152, 3900 BD Veenendaal T 0318-75 78 88 F 0318-75 78 87 info@enerpro.nl www.enerpro.nl Voorbeeldbedrijf

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Marktstraat nummer 62 bus bestemming appartement type - softwareversie 9.15.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 1146 De energiescore laat toe om de heid van appartementen

Nadere informatie

ADVIES ENERGIECONCEPT BUREAU NIEMAN KLUSWONINGEN CAPADOSESTRAAT 9-11 DEN HAAG

ADVIES ENERGIECONCEPT BUREAU NIEMAN KLUSWONINGEN CAPADOSESTRAAT 9-11 DEN HAAG ADVIES ENERGIECONCEPT BUREAU NIEMAN KLUSWONINGEN CAPADOSESTRAAT 9-11 DEN HAAG Beschrijving voorgesteld (energetisch) maatregelenpakket om EPC 0,2 te halen. De maatregelen die benodigd zijn om een EPC van

Nadere informatie

Startadvies Energiebesparing

Startadvies Energiebesparing Startadvies Stephanusplein 1, 7772 BR Hardenberg Startadvies : Op basis van de besparingscheck (zie bijlage) heeft uw woning een indicatief energielabel F. Het energielabel voor woningen loopt van A tot

Nadere informatie

Gemeente Baarn. Provincie Utrecht

Gemeente Baarn. Provincie Utrecht Gemeente Baarn Provincie Utrecht Duurzaam Bouwloket Voor onafhankelijke informatie en advies over: Duurzaam (ver)bouwen Energie besparen Zelf duurzame energie opwekken Duurzame financiering Subsidies Uitdaging:

Nadere informatie

Het (vernieuwde) energielabel nu en in de toekomst

Het (vernieuwde) energielabel nu en in de toekomst Tweespraaklezing 26 maart 2009 Het (vernieuwde) energielabel nu en in de toekomst - deel 1 - ing. J.J.P. (Jan Pieter) van Dalen Adviesburo Nieman B.V. 1 Programma 1. Het energielabel Bronvermelding Functie

Nadere informatie

B (zie toelichting in bijlage)

B (zie toelichting in bijlage) Energielabel woning Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden B (zie toelichting in bijlage) Uw woning Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking

Nadere informatie

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt Notitie Contactpersoon Harry de Brauw Datum 14 juni 2017 Kenmerk N001-1246856HBA-rvb-V01-NL Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt De aanstaande rioolvervanging in de Benedenbuurt is aanleiding voor

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Morekstraat nummer 18 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

2.1 Resumé Ref UN01 (Referentiegebouw)... 3 Gebouwoverzicht... 3.1 Gebouwgegevens Ref UN01 (Referentiegebouw)... 5

2.1 Resumé Ref UN01 (Referentiegebouw)... 3 Gebouwoverzicht... 3.1 Gebouwgegevens Ref UN01 (Referentiegebouw)... 5 Inhoudsopgave 1 Projectgegevens... 2 2 Resultaten... 3 2.1 Resumé Ref UN01 (Referentiegebouw)... 3 3 Gebouwoverzicht... 5 3.1 Gebouwgegevens Ref UN01 (Referentiegebouw)... 5 3.2 Ruimten bouwlaag 1... 5

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Drabstraat nummer 125 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.16.9 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Doelstraat nummer 63 bus bestemming eengezinswoning type halfopen bebouwing bouwjaar - softwareversie 9.11.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

Benchmark rekentools ruimtewarmtevraag Januari 2016

Benchmark rekentools ruimtewarmtevraag Januari 2016 Benchmark rekentools ruimtewarmtevraag Januari 2016 Inhoudsopgave 1. Introductie... 3 2. Aanpak... 4 3. Resultaten... 5 3.1 TRNSYS... 5 3.2 PHPP... 5 3.3 Uniec (EPC)... 6 4. Discussie... 7 5. Bijlage:

Nadere informatie

Voorbeeldexamen Energielabel Woningen NV. Onderdeel 1 Bijlage bij meerkeuzetoets. Lees zorgvuldig onderstaande informatie

Voorbeeldexamen Energielabel Woningen NV. Onderdeel 1 Bijlage bij meerkeuzetoets. Lees zorgvuldig onderstaande informatie Voorbeeldexamen Energielabel Woningen NV Onderdeel 1 Bijlage bij meerkeuzetoets Lees zorgvuldig onderstaande informatie Deze bijlage hebt u nodig bij het beantwoorden van enkele meerkeuzevragen. Na afloop

Nadere informatie

Twijfels over infraroodverwarming Lente-akkoord Zeer Energiezuinige Nieuwbouw i.s.m. DWA

Twijfels over infraroodverwarming Lente-akkoord Zeer Energiezuinige Nieuwbouw i.s.m. DWA Twijfels over infraroodverwarming Lente-akkoord Zeer Energiezuinige Nieuwbouw i.s.m. DWA 12 september 2018 Twijfels over infraroodverwarming Verwarming met infrarood stralingspanelen wordt nogal eens aangeprezen

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek geluidwering gevel nieuwbouw 24 appartementen hoek Rijnlandstraat Landscheidingstraat te Leidschendam Centrum

Akoestisch onderzoek geluidwering gevel nieuwbouw 24 appartementen hoek Rijnlandstraat Landscheidingstraat te Leidschendam Centrum Akoestisch onderzoek geluidwering gevel nieuwbouw 24 appartementen hoek Rijnlandstraat Landscheidingstraat te Leidschendam Centrum Opdrachtgever: Contactpersoon: Bouwfonds Ontwikkeling BV (regio Zuid-West)

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Beukenlaan nummer 44 bus bestemming type eengezinswoning open bebouwing softwareversie 9.17.4 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 417

Nadere informatie

EPC berekening. advies- en ingenieursbureau. Nieuwbouw kantoorpand Demostraat, Tiel

EPC berekening. advies- en ingenieursbureau. Nieuwbouw kantoorpand Demostraat, Tiel Nieuwbouwkantoorpand Demostraat,Tiel EPC berekening Adresgegevens Fokkerstraat 39, 3905 KV Veenendaal Postbus 1152, 3900 BD Veenendaal T 0318-75 78 88 F 0318-75 78 87 info@enerpro.nl www.enerpro.nl Voorbeeldbedrijf

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Isschotweg nummer 98 bus bestemming type eengezinswoning open bebouwing softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 1557 De energiescore laat toe om de

Nadere informatie

Notitie beoordeling koudebruggen

Notitie beoordeling koudebruggen Notitie beoordeling koudebruggen Betreft Blok 5 AB Houthaven te Amsterdam Opdrachtgever Vorm Ontwikkeling Contactpersoon De heer J. Verhaar Werknummer 813.307.00 Versie Datum editie 1 15 oktober 2015 Inleiding

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Meerstraat nummer 79 bus bestemming type eengezinswoning halfopen bebouwing softwareversie 9.15.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat straat Vijfstraten nummer 79 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.19.8 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 429 De energiescore laat toe om

Nadere informatie

Appendix. Kansen voor zonnewarmte in het hart van de energietransitie. Position Paper

Appendix. Kansen voor zonnewarmte in het hart van de energietransitie. Position Paper Appendix Kansen voor zonnewarmte in het hart van de energietransitie Position Paper 16 november 2018 B 2 Kansen voor zonnewarmte in het hart van de energietransitie Appendix A: warmtenetten gevoed met

Nadere informatie

Energieprestatie van gebouwen

Energieprestatie van gebouwen Energieprestatie van gebouwen Caleffi Academy Pieter Nuiten Maart 2014 Planadvies W/E adviseurs Een betrouwbare partner in duurzaam vastgoed www.w- e.nl! Voor opdrachtgevers met ambi8e! 25 medewerkers!

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Oude Kuringerbaan nummer 55 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 9.19.8 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Dorpsstraat nummer 42 bus bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar - softwareversie 9.14.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar):

Nadere informatie

Voorbeeldtoets Energieprestatie Energiezuinige woningen Toets 1: Meerkeuzevragen

Voorbeeldtoets Energieprestatie Energiezuinige woningen Toets 1: Meerkeuzevragen Voorbeeldtoets Energieprestatie Energiezuinige woningen Toets 1: Meerkeuzevragen Lees zorgvuldig onderstaande informatie Het examen bestaat uit 40 meerkeuzevragen. Deze voorbeeldtoets bestaat uit 20 vragen.

Nadere informatie

Voorbeeldwoningen 2011

Voorbeeldwoningen 2011 Voorbeeldwoningen 2011 Bestaande bouw >> Als het gaat om energie en klimaat Voorbeeldwoningen 2011 Bestaande bouw Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Doel en gebruik van voorbeeldwoningen 7 3 Uitwerkingen voorbeeldwoningen

Nadere informatie

Energielabelrapportage. rapportage. Inspectieadres: Demostraat 76 te Probeerstad

Energielabelrapportage. rapportage. Inspectieadres: Demostraat 76 te Probeerstad Pagina : 1 van 13 Energielabel rapportage Demostraat 76 te Probeerstad Pagina : 2 van 13 Rapportgegevens en verantwoording Opdrachtgever Keuringsinstantie Naam de heer A.B.Test Naam Adres Demostraat 76

Nadere informatie

Energie voor de toekomst I TVVL Kennisplein

Energie voor de toekomst I TVVL Kennisplein 1 2 2 1 PODIUM ENERGIE VOOR DE TOEKOMST 3 3 BENG-eisen Laatste stand en ontwikkelingen door: André Kruithof ENERGIE VOOR DE TOEKOMST TVVL KENNISPLEIN 4 2 BENG de opvolger van de EPC Bijna EnergieNeutrale

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Stoktmolenstraat nummer 1 bus 5 bestemming appartement type - softwareversie 9.17.4 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 402 De energiescore

Nadere informatie

energieprestatiecertificaat

energieprestatiecertificaat energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Kapelstraat nummer 112 bus bestemming type eengezinswoning open bebouwing softwareversie 9.15.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 1731

Nadere informatie