ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2015/2086(INL)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2015/2086(INL)"

Transcriptie

1 Europees Parlement Commissie juridische zaken 2015/2086(I) ONTWERPVERSLAG met aanbevelingen aan de Commissie over grensoverschrijdende aspecten van adopties (2015/2086(I)) Commissie juridische zaken Rapporteur: Tadeusz Zwiefka (Initiatief Artikel 46 van het Reglement) PR\ doc PE v02-00 In verscheidenheid verenigd

2 PR_I INHOUDSOPGAVE Bladzijde ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT...3 BIJLAGE BIJ DE ONTWERPRESOLUTIE: GEDETAILLEERDE AANBEVELINGEN VOOR EEN VERORDENING VAN DE RAAD BETREFFENDE DE GRENSOVERSCHRIJDENDE ERKENNING VAN ADOPTIEBESCHIKKINGEN...8 TOELICHTING...19 PE v /2 PR\ doc

3 ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT met aanbevelingen aan de Commissie over grensoverschrijdende aspecten van adopties (2015/2086(I)) Het Europees Parlement, gezien artikel 225 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, gezien artikel 67, lid 4, en artikel 81, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, gezien artikel 21 van het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind, gezien het Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993 inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie, gezien de artikelen 46 en 52 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en het advies van de Commissie verzoekschriften (A8-0000/2016), Gemeenschappelijke minimumnormen voor adopties A. overwegende dat op het gebied van adoptie altijd moet worden uitgegaan van het basisbeginsel dat elk besluit moet worden genomen in het belang van het kind; B. overwegende dat het doel van adoptie niet is om volwassenen het recht op een kind te verlenen, maar om het kind een liefdevolle en zorgzame omgeving te bieden waarin het kan opgroeien en zich kan ontwikkelen; C. overwegende dat de desbetreffende autoriteiten nooit van mening mogen zijn dat de economische omstandigheden van de biologische ouders, op zichzelf, de ontzetting uit het ouderlijk gezag en het opgeven van een kind ter adoptie rechtvaardigen; D. overwegende dat adoptieprocedures nooit mogen beginnen voordat een besluit tot ontzetting uit het ouderlijk gezag van de biologische ouders definitief is, en zij de kans hebben gekregen alle rechtsmiddelen te benutten tegen dat besluit; E. overwegende dat de naleving van artikel 21 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind, dat alle lidstaten hebben geratificeerd, van bijzonder groot belang is; F. overwegende dat er meer inspanningen moeten worden verricht om te voorkomen dat toekomstige ouders die interesse hebben in adoptie worden uitgebuit door gewetenloze bemiddelingsorganisaties; PR\ doc 3/3 PE v02-00

4 Interlandelijke adoptie op grond van het Verdrag van Den Haag van 1993 G. overwegende dat het Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993 inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie, dat alle lidstaten hebben geratificeerd, voorziet in een systeem van administratieve samenwerking en erkenning van interlandelijke adopties, d.w.z. adopties waarbij de adoptieouders en het kind of de kinderen hun gewone verblijfplaats niet in hetzelfde land hebben; H. overwegende dat in het Verdrag van Den Haag is bepaald dat interlandelijke adopties in alle landen die het verdrag hebben ondertekend automatisch worden erkend, zonder dat er een specifieke erkenningsprocedure nodig is; I. overwegende dat, op grond van het Verdrag van Den Haag, erkenning uitsluitend mag worden geweigerd als de adoptie onmiskenbaar in strijd is met het openbaar beleid van de desbetreffende staat; Civielrechtelijke samenwerking op het gebied van adoptie J. overwegende dat juridische opleiding in de breedste zin de sleutel vormt tot wederzijds vertrouwen op alle rechtsgebieden, waaronder adoptie; K. overwegende dat burgers geen toegang hebben tot uitgebreide informatie over de wettelijke en procedurele aspecten van nationale adoptie in de lidstaten; L. overwegende dat samenwerking binnen het Europees netwerk van ombudsmannen voor kinderen in 1997 is gestart en dat de ombudsmannen voor kinderzaken in Europa moeten worden gestimuleerd om binnen dat forum nauwer samen te werken; M. overwegende dat er meer moet worden gedaan om de grensoverschrijdende smokkel van kinderen voor adoptie te voorkomen; Grensoverschrijdende erkenning van nationale adoptiebeschikkingen N. overwegende dat alle lidstaten nationale bepalingen hebben die van toepassing zijn op de erkenning van adoptiebeschikkingen, maar dat de juridische procedures in de EU aanzienlijk verschillen; O. overwegende dat de Europese Unie geen bevoegdheid heeft om besluiten te nemen die van invloed zijn op de materiële adoptiewetgeving van de lidstaten; P. overwegende dat er momenteel geen Europese bepaling is voor de erkenning, automatisch of anderszins, van nationale adoptiebeschikkingen, d.w.z. betreffende adopties die worden uitgevoerd binnen één lidstaat; Q. overwegende dat de afwezigheid van dergelijke bepalingen aanzienlijke problemen veroorzaakt voor Europese gezinnen die naar een andere lidstaat verhuizen na de adoptie van een kind, aangezien de adoptie mogelijk niet wordt erkend, wat inhoudt dat de ouders problemen kunnen ondervinden bij de uitoefening van de ouderlijke macht; PE v /4 PR\ doc

5 R. overwegende dat ouders momenteel, in geval van verhuizing naar een andere lidstaat, verplicht kunnen worden specifieke nationale erkenningsprocedures te doorlopen of het kind zelfs opnieuw moeten adopteren, hetgeen leidt tot rechtsonzekerheid; S. overwegende dat de huidige situatie voor problemen kan zorgen en gezinnen kan belemmeren ten volste gebruik te maken van het vrije verkeer; T. overwegende dat in de Brussel II-verordening de kwestie van erkenning van adoptiebeschikkingen niet aan bod komt, aangezien deze uitsluitend van toepassing is op de ouderlijke verantwoordelijkheid; U. overwegende dat het daarom van het grootste belang is om wetgeving vast te stellen waarin wordt voorzien in de automatische erkenning in een lidstaat van een nationale adoptiebeschikking getroffen in een andere lidstaat, * * * Gemeenschappelijke minimumnormen voor adopties 1. dringt er bij de autoriteiten van de lidstaten op aan alle besluiten in adoptiezaken te nemen met inachtneming van de belangen van het kind en rekening houdend met de specifieke omstandigheden van het geval; 2. benadrukt dat kinderen die zijn opgegeven voor adoptie niet moeten worden beschouwd als eigendom van een staat, maar als individuen; 3. benadrukt dat elke adoptiezaak anders is en moet worden beoordeeld op zijn eigen merites; 4. is van mening dat het kind, in het kader van een adoptieprocedure, altijd de kans moet worden gegeven om te worden gehoord en om zijn of haar mening te geven over het adoptieproces; is derhalve van mening dat, wanneer mogelijk, toestemming voor de adoptie moet worden gevraagd aan het kind; 5. is van mening dat geen besluit mag worden genomen over adoptie voordat de biologische ouders zijn gehoord en zij, indien van toepassing, alle wettelijke rechtsmiddelen betreffende hun ouderlijke macht hebben uitgeput; 6. wijst erop dat de relevante autoriteiten altijd eerst moeten overwegen het kind bij zijn of haar biologische familie te plaatsen, ook wanneer deze familieleden in een ander land wonen, voordat zij het kind opgeven voor adoptie door vreemden; is van mening dat de gewone verblijfplaats van familieleden die de verantwoordelijkheid willen nemen voor een kind niet moet worden beschouwd als doorslaggevende factor; 7. benadrukt dat wanneer een kind dat wordt overwogen voor adoptie burger is van een andere lidstaat, de consulaire autoriteiten van die lidstaat en de familie van het kind die woont in die lidstaat moeten worden geïnformeerd en geraadpleegd voor er een besluit wordt genomen; PR\ doc 5/5 PE v02-00

6 Interlandelijke adoptie op grond van het Verdrag van Den Haag van wijst op het succes van het Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993 inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie en spoort alle landen aan dit verdrag te ondertekenen, te ratificeren of er tot toe te treden; 9. merkt desalniettemin op dat er zich vaak problemen voordoen met betrekking tot de verstrekking van adoptiecertificaten; dringt er derhalve bij de autoriteiten van de lidstaten op aan te verzekeren dat de procedures en beschermingsmaatregelen die zijn vastgesteld in het Verdrag van Den Haag te allen tijde worden gevolgd om te verzekeren dat de erkenning automatisch plaatsvindt; 10. wijst erop dat er nadere inspanningen kunnen plaatsvinden om de werking van het Verdrag van Den Haag te vereenvoudigen, aangezien sommige lidstaten aanvullende administratieve procedures vereisen of onevenredige vergoedingen in rekening brengen in verband met de erkenning van adopties, bijvoorbeeld voor het registreren of wijzigen van gegevens in de burgerlijke stand of voor de verkrijging van de nationaliteit, ondanks dat dit strijdig is met de bepalingen van het verdrag; 11. dringt er bij de lidstaten op aan de procedures met betrekking tot de eisen betreffende voorlichting en toestemming, zoals vastgesteld in artikel 4 van het Verdrag van Den Haag, te eerbiedigen; Civielrechtelijke samenwerking op het gebied van adoptie 12. dringt er bij de lidstaten op aan hun samenwerking op het gebied van adoptie te versterken, met inbegrip van zowel juridische als sociale aspecten; 13. roept de Commissie op een Europees netwerk van rechters en autoriteiten op te richten dat is gespecialiseerd in adoptie om zo de uitwisseling van informatie en goede praktijken te vergemakkelijken, hetgeen met name nuttig is wanneer bij de adoptie sprake is van een buitenlands element; 14. dringt er bij de Commissie op aan om op het Europees e-justitieportaal relevante juridische en procedurele informatie te plaatsen over de adoptiewetgeving en - praktijken in de lidstaten; 15. neemt nota van de activiteiten van het Europees Netwerk van ombudsmannen voor kinderen en is van mening dat deze samenwerking verder moet worden ontwikkeld en versterkt; 16. benadrukt het belang van nauwere samenwerking om de grensoverschrijdende smokkel van kinderen voor adoptie te voorkomen; Grensoverschrijdende erkenning van nationale adoptiebeschikkingen 17. verklaart dat er een duidelijke behoefte is aan wetgeving waarin wordt voorzien in de automatische grensoverschrijdende erkenning van nationale adoptiebeschikkingen; PE v /6 PR\ doc

7 18. verzoekt de Commissie uiterlijk op 31 juli 2017, op basis van artikel 67 en artikel 81 van het Verdrag betreffende werking van de Europese Unie, een voorstel voor een handeling betreffende de grensoverschrijdende erkenning van adoptiebeschikkingen voor te leggen, rekening houdend met de aanbevelingen in de bijgevoegde bijlage; 19. bevestigt dat in de bij deze ontwerpresolutie gevoegde aanbevelingen de grondrechten evenals het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel worden geëerbiedigd; 20. is van mening dat het gevraagde voorstel geen negatieve financiële gevolgen heeft, aangezien de automatische erkenning van adoptiebeschikkingen kosten zal besparen; 21. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie en bijgaande gedetailleerde aanbevelingen te doen toekomen aan de Commissie en de Raad, alsmede aan de parlementen en regeringen van de lidstaten. PR\ doc 7/7 PE v02-00

8 BIJLAGE BIJ DE ONTWERPRESOLUTIE: GEDETAILLEERDE AANBEVELINGEN VOOR EEN VERORDENING VAN DE RAAD BETREFFENDE DE GRENSOVERSCHRIJDENDE ERKENNING VAN ADOPTIEBESCHIKKINGEN A. BEGINSELEN EN DOELSTELLINGEN VAN HET VERLANGDE VOORSTEL 1. Op basis van het recht op vrij verkeer waarvan EU-burgers profiteren op grond van de Verdragen besluit elk jaar een steeds groter, zij het klein, aantal gezinnen te verhuizen naar een andere lidstaat van de Unie. Dit heeft een aantal gevolgen voor het civielrechtelijke beleid van de Unie, aangezien er moet worden voorzien in de erkenning en wettelijke procedures ten aanzien van de persoonlijke en familierechtelijke situatie van mobiele personen. Zo is er bijvoorbeeld een verordening vastgesteld ten aanzien van de erfopvolging van dergelijke personen en worden er verordeningen voorbereid voor de erkenning van bepaalde aspecten van huwelijksvermogensstelsels en de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen. 2. Het Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993 inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie is van kracht in alle lidstaten. Dit verdrag heeft betrekking op de procedure voor grensoverschrijdende adopties en verplicht de automatische erkenning van dergelijke adopties. Het verdrag heeft echter geen betrekking op de situatie van een gezin met een kind dat is geadopteerd overeenkomstig de nationale procedure en dat vervolgens verhuist naar een andere lidstaat. Dit kan leiden tot aanzienlijke juridische moeilijkheden als de wettelijke relatie tussen de ouder(s) en het geadopteerde kind niet automatisch wordt erkend. Er kunnen aanvullende administratieve of juridische procedures nodig zijn en in uitzonderlijke gevallen kan de erkenning helemaal worden geweigerd. 3. Het is derhalve noodzakelijk om, ter bescherming van de grondrechten en de vrijheden van deze burgers van de Unie, een verordening vast te stellen waarin wordt voorzien in de automatische grensoverschrijdende erkenning van adoptiebeschikkingen. De juiste rechtsgrondslag voor een dergelijk voorstel is artikel 67, lid 4, VWEU dat betrekking heeft op de wederzijdse erkenning van arresten en besluiten, en artikel 81, lid 3, VWEU, dat betrekking heeft op maatregelen op het gebied van familierecht. De verordening dient te worden vastgesteld door de Raad, na raadpleging van het Europees Parlement. 4. De voorgestelde verordening voorziet in de automatische erkenning van adoptiebeschikkingen getroffen in een lidstaat overeenkomstig een andere procedure dan op grond van het Verdrag van Den Haag van Aangezien Europese gezinnen ook banden kunnen hebben met een derde land of er in het verleden kunnen hebben gewoond, voorziet de verordening er ook in dat wanneer één lidstaat een in een derde land getroffen adoptiebeschikking heeft erkend op grond van zijn toepasselijke nationale procedurele regels, deze adoptiebeschikking wordt erkend in alle andere lidstaten. PE v /8 PR\ doc

9 5. Om "forum shopping" of de toepassing van ongepaste nationale wetgeving echter te voorkomen, is die automatische erkenning ten eerste onderworpen aan de voorwaarde dat de erkenning niet overduidelijk in strijd is met de openbare orde van de erkennende lidstaat en, ten tweede, dat de lidstaat die het adoptiebesluit heeft genomen daartoe op grond van artikel 4 de rechtsbevoegdheid had. Uitsluitend de lidstaat waar de ouder of ouders of het kind zijn gewone verblijfplaats heeft, kan beschikken over die rechtsbevoegdheid. Indien het adoptiebesluit echter is genomen in een derde land, kan de bevoegdheid voor de eerste erkenning binnen de Unie van die adoptie ook rusten bij de lidstaat van de nationaliteit van de ouders of het kind. Dit om toegang tot de rechter te verzekeren voor Europese gezinnen die buiten de Unie wonen. 6. Er zijn specifieke procedures vereist om te besluiten over eventuele bezwaren tegen de erkenning in specifieke gevallen. Deze bepalingen lijken op bepalingen in andere wetshandelingen van de Unie op het gebied van civiel recht. 7. Er moet een Europees adoptiecertificaat worden ingesteld om eventuele administratieve vragen met betrekking tot automatische erkenning snel af te handelen. Het model voor dit certificaat moet door de Commissie worden vastgesteld als gedelegeerde handeling. 8. Het voorstel heeft uitsluitend betrekking op de afzonderlijke relatie tussen de ouder en het kind. Het verplicht de lidstaten niet tot de erkenning van een specifieke juridische relatie tussen de ouders van een geadopteerd kind, aangezien de nationale wetgeving op het gebied van paren aanzienlijk verschilt. 9. Tot slot bevat het voorstel de gebruikelijke eind- en overgangsbepalingen die zijn opgenomen in civiele rechtsinstrumenten. De automatische erkenning van adopties is alleen van toepassing op adoptiebesluiten die zijn genomen vanaf de toepassingsdatum van de verordening en, vanaf die datum, ook op eerdere adoptiebeschikkingen als het kind nog minderjarig is. 10. Het onderhavige voorstel voldoet aan het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel, aangezien de lidstaten niet afzonderlijk kunnen handelen voor het instellen van een juridisch kader voor de grensoverschrijdende erkenning van adoptiebeschikkingen en het voorstel niet verder gaat dan strikt noodzakelijk om de stabiliteit van de juridische situatie van geadopteerde kinderen te verzekeren. Het voorstel is niet van invloed op het familierecht van de lidstaten. B. TEKST VAN HET VERLANGDE VOORSTEL Verordening van de Raad betreffende de grensoverschrijdende erkenning van adoptiebeschikkingen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 67, lid 4, en artikel 81, lid 3, Gezien het verzoek van het Europees Parlement aan de Commissie, PR\ doc 9/9 PE v02-00

10 Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Parlement, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité, Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: 1) De Unie heeft zich ten doel gesteld een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht te handhaven en te ontwikkelen, waarin het vrije verkeer van personen gewaarborgd is. Voor de geleidelijke oprichting van een dergelijke ruimte is het noodzakelijk dat de Unie maatregelen vaststelt met betrekking tot de juridische samenwerking in civiele zaken met grensoverschrijdende gevolgen, waaronder op het gebied van het familierecht. 2) Op grond van de artikelen 67 en 81 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie omvatten deze maatregelen ook maatregelen gericht op het verzekeren van de wederzijdse erkenning van besluiten in juridische en andere zaken. 3) Met het oog op het vrije verkeer van gezinnen die een kind hebben geadopteerd, is het nodig en passend de regels inzake de rechterlijke bevoegdheid en de erkenning van adoptiebeschikkingen in een verbindend en rechtstreeks toepasselijk besluit van de Unie neer te leggen. 4) In deze verordening wordt een duidelijk en veelomvattend juridisch kader vastgesteld op het gebied van de grensoverschrijdende erkenning van adoptiebeschikkingen. De verordening moet gezinnen passende resultaten bieden op het gebied van rechtszekerheid, voorspelbaarheid en flexibiliteit en tevens de situatie voorkomen waarin een op rechtmatige wijze in een lidstaat getroffen adoptiebeschikking niet wordt erkend in een andere lidstaat. 5) Deze verordening is van toepassing op de erkenning van adoptiebeschikkingen die zijn getroffen of erkend in een lidstaat. De verordening is echter niet van toepassing op de erkenning van interlandelijke adopties die zijn uitgevoerd in overeenstemming met het Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993 inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie, aangezien dit verdrag reeds voorziet in de automatische erkenning van dergelijke adopties. Deze verordening is derhalve uitsluitend van toepassing op nationale adopties en op internationale adopties die niet zijn uitgevoerd op grond van dat verdrag. 6) Er moet een verband bestaan tussen een adoptie en het grondgebied van de lidstaat die de adoptiebeschikking heeft getroffen of heeft erkend. Dienovereenkomstig moet de erkenning zijn onderworpen aan overeenstemming met de gemeenschappelijke voorschriften inzake rechterlijke bevoegdheid. PE v /10 PR\ doc

11 7) De voorschriften inzake rechterlijke bevoegdheid moeten zeer voorspelbaar zijn en gegrond zijn op het beginsel dat deze bevoegdheid in het algemeen is gebaseerd op de gewone verblijfplaats van de ouders, van een van de ouders of van het kind. De bevoegdheid moet worden beperkt tot deze grondslag, uitgezonderd in situaties waarbij een derde land is betrokken en waarin de lidstaat van nationaliteit een verbindende factor kan vormen. 8) Aangezien adoptie over het algemeen betrekking heeft op minderjarigen, is het niet passend om de ouders of het kind enige flexibiliteit te bieden bij het kiezen van de autoriteiten die zullen besluiten over de adoptie. 9) Op grond van het wederzijdse vertrouwen in de rechtsbedeling in de Unie is het in beginsel gerechtvaardigd dat in een lidstaat getroffen adoptiebeschikkingen of in een lidstaat erkende adoptiebeschikkingen worden erkend in alle andere lidstaten zonder dat daarvoor een speciale procedure nodig is. Bijgevolg moet een in een lidstaat getroffen adoptiebeschikking op dezelfde manier worden behandeld als een adoptiebeschikking die in de aangezochte lidstaat zou zijn getroffen. 10) De automatische erkenning in de aangezochte lidstaat van een adoptiebeschikking die is getroffen in een andere lidstaat mag de eerbiediging van de rechten van de verdediging niet in gevaar brengen. Daarom moet een belanghebbende partij kunnen verzoeken om de weigering van de erkenning van een adoptiebeschikking indien hij of zij van mening is dat er sprake is van een van de gronden voor de weigering van de erkenning. 11) Deze verordening is niet van invloed op materieel familierecht, waaronder adoptiewetgeving, in de lidstaten. Bovendien impliceert de erkenning van een adoptiebeschikking op grond van deze verordening niet de erkenning van een wettelijke relatie tussen de adoptieouders. 12) Procedurele aangelegenheden die niet zijn opgenomen in deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig de nationale wetgeving. 13) Indien een adoptiebeschikking een wettelijke relatie impliceert die in het recht van de aangezochte lidstaat onbekend is, wordt die wettelijke relatie, inclusief een eventueel daarin vervat recht of daarin vervatte verplichting, zoveel als mogelijk in overeenstemming gebracht met een relatie die wel in dat rechtsstelsel bestaat, gelijkwaardige gevolgen heeft en dezelfde doelstellingen en belangen beoogt. Hoe en door wie de aanpassing dient te geschieden wordt door elke lidstaat zelf bepaald. 14) Teneinde de automatische erkenning waarin wordt voorzien middels deze verordening te vereenvoudigen, wordt een model voor de overdracht van adoptiebeschikkingen opgesteld, het Europees adoptiecertificaat. Te dien einde wordt de bevoegdheid om handelingen vast te stellen in overeenstemming met artikel 290 VWEU gedelegeerd aan de Commissie met betrekking tot het opstellen of wijzigen van dat modelcertificaat. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de PR\ doc 11/11 PE v02-00

12 gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad. 15) Aangezien de doelstelling van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken. 16) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, [hebben het Verenigd Koninkrijk en Ierland laten weten dat zij wensen deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze verordening]/[nemen het Verenigd Koninkrijk en Ierland, onverminderd artikel 4 van dat protocol, niet deel aan de aanneming van deze verordening; deze is dan ook niet bindend voor noch van toepassing in deze landen]. 17) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze verordening; deze is dan ook niet bindend voor noch van toepassing in Denemarken, HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Toepassingsgebied 1. Deze verordening is van toepassing op de erkenning van adoptiebeschikkingen. 2. Deze verordening is niet van toepassing op en heeft geen invloed op: a) de wetgeving van de lidstaten betreffende het recht om te adopteren of betreffende andere familierechtelijke aangelegenheden; b) interlandelijke adopties op grond van het Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993 inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie. 3. Niets in deze verordening verplicht een lidstaat om: a) het bestaan van een wettelijke relatie te erkennen tussen de ouders van een geadopteerd kind; b) adoptiebeschikkingen vast te stellen onder omstandigheden waarin de nationale wetgeving dat niet toestaat. PE v /12 PR\ doc

13 Artikel 2 Definitie Ten behoeve van deze verordening wordt onder "adoptiebeschikking" verstaan: het vonnis of besluit waarbij een permanente, juridische ouder-kindrelatie wordt gevormd of erkend tussen een minderjarig kind en een nieuwe ouder of nieuwe ouders die niet de biologische ouders van dat kind zijn, ongeacht hoe die wettelijke relatie wordt genoemd in de nationale wetgeving. Artikel 3 Automatische erkenning van adoptiebeschikkingen 1. Een adoptiebeschikking die is getroffen in een lidstaat wordt erkend in de andere lidstaten zonder dat daarvoor een speciale procedure is vereist, mits de lidstaat die de beschikking heeft getroffen juridisch bevoegd is overeenkomstig artikel Iedere belanghebbende partij kan overeenkomstig de procedure zoals voorzien in artikel 7 om een beslissing verzoeken dat er geen gronden voor weigering van de erkenning zoals bedoeld in artikel 6 zijn. 3. Wordt voor een gerecht van een lidstaat de weigering van erkenning bij wege van tussenvordering gevraagd, dan is dit gerecht bevoegd om van de vordering kennis te nemen. Artikel 4 Rechterlijke bevoegdheid voor adoptiebeschikkingen 1. De autoriteiten van een lidstaat mogen een adoptiebeschikking uitsluitend vaststellen als de adoptieouder of -ouders of het geadopteerde kind hun gewone verblijfplaats in die lidstaat hebben. 2. Wanneer een adoptiebeschikking met betrekking tot een kind is getroffen door de autoriteiten van een derde land, mogen de autoriteiten van een lidstaat een dergelijke beschikking ook treffen of beslissen over de erkenning van de beschikking van het derde land in overeenstemming met de in de nationale wetgeving voorziene procedures indien de adoptieouder of -ouders of het geadopteerde kind niet hun gewone verblijfplaats hebben in die lidstaat, maar daar wel staatsburger van zijn. Artikel 5 Voor de erkenning vereiste documentatie Een partij die in een lidstaat een in een andere lidstaat getroffen adoptiebeschikking wenst in te roepen, legt de volgende stukken over: PR\ doc 13/13 PE v02-00

14 a) een afschrift van de adoptiebeschikking aan de hand waarvan de echtheid kan worden vastgesteld; en b) het op grond van artikel 11 verstrekte Europees adoptiecertificaat. Artikel 6 Weigering van erkenning Op verzoek van een belanghebbende partij mag de erkenning van een adoptiebeschikking die is getroffen in een lidstaat uitsluitend worden geweigerd: a) als de erkenning kennelijk strijdig is met de openbare orde (ordre public) van de aangezochte lidstaat; b) als de lidstaat van herkomst niet bevoegd was op grond van artikel 4. Artikel 7 Verzoek om weigering van erkenning 1. Op verzoek van een belanghebbende partij wordt de erkenning van een adoptiebeschikking geweigerd wanneer blijkt dat er sprake is van een van de in artikel 6 bedoelde gronden. 2. Het verzoek tot weigering van de erkenning wordt ingediend bij het gerecht dat de desbetreffende lidstaat overeenkomstig artikel 13, onder a), aan de Commissie heeft meegedeeld als het gerecht waar het verzoek dient te worden ingediend. 3. De procedure inzake de weigering van erkenning wordt, voor zover deze niet onder de onderhavige verordening valt, beheerst door het recht van de aangezochte lidstaat. 4. De verzoeker legt aan het gerecht een afschrift van het besluit en, indien nodig, een vertaling of transliteratie ervan over. 5. Indien het gerecht daar reeds over beschikt of het onredelijk acht dit van de verzoeker te verlangen, kan het afzien van het doen overleggen van de in de lid 4 vermelde documenten door de verzoeker. In dat geval kan het gerecht de andere partij gelasten de documenten over te leggen. 6. De partij die om de weigering van erkenning van een in een andere lidstaat getroffen adoptiebeschikking verzoekt, behoeft in de aangezochte lidstaat niet over een postadres te beschikken. Zij behoeft evenmin over een gemachtigde vertegenwoordiger in de aangezochte lidstaat te beschikken tenzij een dergelijke vertegenwoordiger ongeacht de nationaliteit of de woonplaats van de partijen verplicht is. 7. Het gerecht neemt onverwijld een besluit over het verzoek tot weigering van de erkenning. PE v /14 PR\ doc

15 Artikel 8 Rechtsmiddelen tegen de beslissing op het verzoek om weigering van erkenning 1. Elke partij kan een rechtsmiddel instellen tegen de beslissing op het verzoek tot weigering van erkenning. 2. Het rechtsmiddel wordt ingesteld bij het gerecht dat de desbetreffende lidstaat overeenkomstig artikel 13, onder b), aan de Commissie heeft meegedeeld als het gerecht waar dit rechtsmiddel dient te worden ingediend. 3. Tegen de op het rechtsmiddel gegeven beslissing kan slechts een rechtsmiddel worden ingesteld als de betrokken lidstaat de Commissie overeenkomstig artikel 13, onder c), in kennis heeft gesteld van de gerechten waar een volgend rechtsmiddel moet worden ingesteld. Artikel 9 Rechtsmiddelen in de lidstaat van herkomst van de adoptiebeschikking Het gerecht waar een verzoek tot weigering van erkenning is ingediend of een gerecht waarbij een rechtsmiddel in de zin van artikel 8, lid 2 of lid 3, is ingesteld, kan de uitspraak aanhouden indien in de lidstaat van herkomst een gewoon rechtsmiddel tegen de adoptiebeschikking is ingesteld of indien de termijn daarvoor nog niet is verstreken. In het laatste geval kan het gerecht een termijn stellen, waarbinnen het rechtsmiddel moet worden ingesteld. Artikel 10 Verbod van inhoudelijke toetsing In geen geval wordt in de aangezochte lidstaat overgegaan tot een onderzoek van de juistheid van de in een lidstaat getroffen adoptiebeschikking. Artikel 11 Europees adoptiecertificaat De autoriteiten van de lidstaat die de adoptiebeschikking hebben getroffen, verstrekken, op verzoek van een belanghebbende, een Europees adoptiecertificaat dat voldoet aan het in overeenstemming met artikel 15 vastgestelde model. Artikel 12 Aanpassing van de adoptiebeschikking 1. Indien een besluit of vonnis maatregelen of bevelen bevat die in het recht van de aangezochte lidstaat onbekend zijn, wordt de maatregel of het bevel zoveel als PR\ doc 15/15 PE v02-00

16 mogelijk in overeenstemming gebracht met een maatregel die of een bevel dat in het rechtsstelsel van die lidstaat bestaat, gelijkwaardige gevolgen heeft en dezelfde doelstellingen en belangen beoogt. Een dergelijke aanpassing heeft geen rechtsgevolgen die verder gaan dan die waarin het recht van de lidstaat van oorsprong voorziet. 2. Elke partij kan de aanpassing van de maatregel of het bevel voor het gerecht aanvechten. Artikel 13 Door de lidstaten te verstrekken gegevens 1. Uiterlijk op 1 juli 2018 stellen de lidstaten, in voorkomend geval, de Commissie in kennis van hun nationale bepalingen inzake: a) bij welke gerechten overeenkomstig artikel 7, lid 2, het verzoek tot weigering van erkenning moet worden ingesteld; b) bij welke gerechten overeenkomstig artikel 8, lid 2, een rechtsmiddel tegen de beslissing op het verzoek om een weigering van erkenning moet worden ingesteld; en c) bij welke gerechten eventuele hogere voorziening overeenkomstig artikel 8, lid 3, moet worden ingesteld. 2. De Commissie maakt de in lid 1 bedoelde informatie, evenals andere toepasselijke informatie over adoptieprocedures en de erkenning daarvan in de lidstaten, openbaar toegankelijk via daartoe geëigende middelen, in het bijzonder via het Europees e- justitieportaal. Artikel 14 Legalisatie of soortgelijke formaliteit Met betrekking tot de in het kader van deze verordening in een lidstaat afgegeven documenten mag geen legalisatie of soortgelijke formaliteit worden geëist. Artikel 15 Bevoegdheid voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen De Commissie is bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen in overeenstemming met artikel 16 betreffende de vaststelling en wijziging van het model voor het in artikel 11 bedoelde Europees adoptiecertificaat. PE v /16 PR\ doc

17 Artikel 16 Procedure voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen 1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden. 2. De in artikel 15 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van 1 juli Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 15 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. 4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad. 5. Een overeenkomstig artikel 15 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en aan de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie heeft medegedeeld daartegen geen bezwaar te zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met twee maanden verlengd. Artikel 17 Overgangsbepalingen Deze verordening is uitsluitend van toepassing op adoptiebeschikkingen die zijn getroffen op of na 1 januari Adoptiebeschikkingen die zijn getroffen voor 1 januari 2019 worden echter ook vanaf die datum erkend als het desbetreffende kind op die datum nog niet meerderjarig is. Artikel 18 Verhouding tot bestaande internationale overeenkomsten 1. Deze verordening is niet van toepassing op adoptiebeschikkingen die zijn getroffen uit hoofde van het Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993 inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie. 2. De toepassing van internationale verdragen waarbij één of meer lidstaten op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening partij zijn en waarin voorschriften worden vastgesteld met betrekking tot de erkenning van adopties, PR\ doc 17/17 PE v02-00

18 worden door deze verordening onverlet gelaten, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van artikel 351 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. 3. Deze verordening heeft echter tussen de lidstaten voorrang op uitsluitend tussen lidstaten gesloten overeenkomsten, voor zover deze betrekking hebben op aangelegenheden waarop deze verordening van toepassing is. Artikel 19 Herzieningsclausule 1. Uiterlijk op 31 december 2024 en vervolgens om de vijf jaar dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité een verslag in over de toepassing van deze verordening. Het verslag gaat zo nodig vergezeld van voorstellen tot aanpassing van deze verordening. 2. Te dien einde delen de lidstaten aan de Commissie de nodige informatie mee betreffende de toepassing van deze verordening door hun rechtbanken. Artikel 20 Inwerkingtreding en toepassingsdatum Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 januari 2019, met uitzondering van de artikelen 13, 15 en 16, die van toepassing zijn met ingang van 1 juli Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen. Gedaan te Brussel, [datum] Voor de Raad De voorzitter PE v /18 PR\ doc

19 TOELICHTING De rapporteur dient dit verslag in op een moment waarop een aantal kwesties betreffende grensoverschrijdende adopties onder de aandacht van het Europees Parlement is gebracht. Deze verschillende kwesties vereisen verschillende antwoorden. Voor sommige kwesties stelt de rapporteur daarom niet-wetgevende oplossingen voor, maar ten aanzien van de specifieke kwestie van de grensoverschrijdende erkenning van nationale adoptiebeschikkingen stelt hij de vaststelling van een verordening voor. I. Gemeenschappelijke minimumnormen voor adopties De rapporteur is van mening dat een deel van de controverse met betrekking tot adopties op nuttige wijze kan worden aangepakt door het opstellen van gemeenschappelijke minimumnormen voor adopties. Deze normen moeten echter niet de vorm aannemen van wetgeving, maar moeten eerder worden gezien als richtsnoeren voor beste praktijken, die met name van belang zijn in geval van adopties met een internationaal element. Er moet in het bijzonder door iedereen worden erkend dat een getroffen adoptiebeschikking uitsluitend in het belang van het kind is en moet worden beoordeeld op basis van de eigen merites van de zaak. Enkele van de problemen tussen de lidstaten kunnen worden opgelost als de desbetreffende consulaire autoriteiten in kennis worden gesteld van een voorgestelde adoptiebeschikking met betrekking tot een kind dat de nationaliteit heeft van een andere lidstaat. II. Interlandelijke adoptie op grond van het Verdrag van Den Haag van 1993 De rapporteur merkt met tevredenheid de positieve werking op van het Verdrag van Den Haag van 1993 betreffende interlandelijke adoptie. In dit verdrag is voorzien in de automatische erkenning in alle staten die het verdrag hebben ondertekend (waaronder alle lidstaten van de Europese Unie) van een adoptiebeschikking die is getroffen overeenkomstig de in dat verdrag voorziene procedure. Hoewel dit juridische kader bevredigend is, moet echter worden opgemerkt dat de procedurele bepalingen in het verdrag niet altijd worden nageleefd, bijvoorbeeld met betrekking tot de eisen betreffende voorlichting en toestemming van de biologische ouders van het kind. De eis voor automatische erkenning wordt niet altijd nageleefd, aangezien er zich vaak problemen voordoen met betrekking tot de transcriptie van gegevens uit de burgerlijke stand over de grondslag van de op grond van het verdrag verstrekte certificaten. III. Civielrechtelijke samenwerking op het gebied van adopties De rapporteur is tevens van mening dat er meer werk moet worden gemaakt van civielrechtelijke samenwerking op het gebied van adopties. De grensoverschrijdende erkenning van adoptiebeschikkingen, zij het interlandelijk of nationaal, zou voordeel kunnen hebben bij een toename van het wederzijdse vertrouwen tussen juridische en administratieve autoriteiten, die het best kan worden verzekerd door betere opleidingsmogelijkheden. De Commissie kan mogelijk ook betere samenwerking en eenvoudigere toegang tot de rechter stimuleren door relevante informatie over adopties te publiceren op het Europees e- justitieportaal. IV. Grensoverschrijdende erkenning van nationale adoptiebeschikkingen PR\ doc 19/19 PE v02-00

20 In de loop van de raadplegingen die en het onderzoek dat hebben geleid tot dit verslag, is de rapporteur tot de conclusie gekomen dat er, voor een eenvoudigere grensoverschrijdende erkenning van nationale adoptiebeschikkingen, op Europees niveau wetgevingsactie moet worden ondernomen. Er bestaat momenteel geen bindend internationaal of Europees kader voor de erkenning van adoptiebeschikkingen die zijn getroffen op grond van een nationale procedure, in tegenstelling tot een beschikking die is getroffen op grond van het Verdrag van Den Haag van Veel lidstaten hebben bepalingen in de nationale wetgeving voor de erkenning van dergelijke buitenlandse adopties, maar bij lange na niet alle lidstaten. Deze situatie vormt een contrast met de toegenomen economische en sociale integratie binnen de Europese Unie, die heeft geleid tot meer mobiliteit voor gezinnen in Europa. Sommige van deze gezinnen hebben geadopteerde kinderen. In veel gevallen leidt de verhuizing van een dergelijk gezin naar een andere lidstaat niet tot juridische problemen. In sommige gevallen echter wel, aangezien de ouder-kindrelatie mogelijk niet wordt erkend zonder een aanvullende administratieve of juridische procedure. Dit is in strijd met het recht van het geadopteerde kind op een stabiele juridische situatie. Het recht op een familie- en gezinsleven en op vrij verkeer van Europese burgers vereist een duidelijk juridisch kader waarin is voorzien in de automatische en wederzijdse erkenning van nationale adoptiebeschikkingen in heel Europa. Alleen in geval van niet-naleving van de voorschriften inzake rechterlijke bevoegdheid of in geval van een adoptie in strijd met de openbare orde in een lidstaat mag erkenning van een adoptie worden geweigerd. Voor een gedetailleerde achtergrond bij het wetgevingsvoorstel wordt de lezer verwezen naar de bijlage bij de bovenstaande resolutie. PE v /20 PR\ doc

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0370/

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0370/ Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument A8-0370/2016 6.12.2016 VERSLAG met aanbevelingen aan de Commissie over grensoverschrijdende aspecten van adopties (2015/2086(I)) Commissie juridische zaken

Nadere informatie

AANGENOMEN TEKSTEN. gezien artikel 225 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

AANGENOMEN TEKSTEN. gezien artikel 225 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Europees Parlement 2014-2019 AANGENOMEN TEKSTEN P8_TA(2017)0013 Grensoverschrijdende aspecten van adopties Resolutie van het Europees Parlement met 2 februari 2017 met aanbevelingen aan de Commissie over

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0399 (COD) 6932/18 LIMITE NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap INST 96 JUR 109 CODEC 343 JUSTCIV

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, 29.4.2014 Publicatieblad van de Europese Unie L 127/129 RICHTLIJN 2014/46/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 3 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 1999/37/EG van de Raad inzake de kentekenbewijzen

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.10.2012 COM(2012) 591 final 2012/0285 (COD)C7-0332/12 Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr.2187/2005

Nadere informatie

Voorstel voor een besluit (COM(2017)0136 C8-0116/ /0060(COD)) AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT* op het voorstel van de Commissie

Voorstel voor een besluit (COM(2017)0136 C8-0116/ /0060(COD)) AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT* op het voorstel van de Commissie 10.11.2017 A8-0332/ 001-009 AMENDEMENTEN 001-009 ingediend door de Commissie vervoer en toerisme Verslag Gesine Meissner Periode voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen A8-0332/2017 Voorstel

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.8.2017 COM(2017) 422 final 2017/0189 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vervanging van bijlage A bij Verordening (EU) 2015/848 betreffende

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

8753/1/11 REV 1 yen/pw/rb 1 DRI

8753/1/11 REV 1 yen/pw/rb 1 DRI RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 april 2011 (20.04) (OR. en) 8753/1/11 REV 1 PE 164 INST 195 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de delegaties Consensus - Gedelegeerde handelingen Voor de

Nadere informatie

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 2013/0119(COD) 17.3.2016 ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie juridische zaken 26.9.2014 2013/0184(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad inzake de goedkeuring namens de Europese Unie van het Protocol

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) PUBLIC ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.5.2008 COM(2008) 246 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van de bijlagen A en B bij Verordening (EG) nr. 1346/2000 betreffende

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.5.2016 COM(2016) 317 final 2016/0159 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vervanging van de lijsten van insolventieprocedures en

Nadere informatie

A8-0062/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie vervoer en toerisme. Verslag

A8-0062/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie vervoer en toerisme. Verslag 8.2.2019 A8-0062/ 001-017 AMENDEMENTEN 001-017 ingediend door de Commissie vervoer en toerisme Verslag Pavel Telička A8-0062/2019 Gemeenschappelijke regels ter waarborging van basisconnectiviteit in het

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 17 december 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0314 (NLE) 15405/15 ASIM 176 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 16 december 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft:

Nadere informatie

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie 10.4.2019 A8-0020/585 Amendement 585 Pavel Svoboda namens de Commissie juridische zaken Verslag A8-0020/2018 József Szájer Aanpassing van een aantal rechtshandelingen die verwijzen naar de regelgevingsprocedure

Nadere informatie

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 13.12.2013 2013/0268(COD) ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.2.2016 COM(2016) 80 final 2016/0045 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD inzake de tijdelijke opschorting van de herplaatsing van 30 % van de verzoekers

Nadere informatie

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0062/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0062/ Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument A8-0062/2019 4.2.2019 ***I VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende gemeenschappelijke regels ter waarborging

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.8.2012 COM(2012) 432 final 2012/0208 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad voor

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief

Nadere informatie

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0194 (COD) 5520/14 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 26 juni 2014 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ECOFIN 49 UEM 12 STATIS

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.2.2015 COM(2015) 45 final 2015/0028 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1007/2009 betreffende

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING Europees Parlement 2014-2019 Commissie internationale handel 2016/0383(E) 9.6.2017 *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 606 final 2017/0265 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Raad van Europa

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 15.6.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN (50/2011) Betreft : Met redenen omkleed advies van de senaat van de Italiaanse Republiek over het voorstel voor

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 april 2009 (OR. en) 2008/0122 (COD) PE-CONS 3735/08 JUSTCIV 269 JURINFO 90 CODEC 1904 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG inzake honing

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG inzake honing EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2012 COM(2012) 530 final 2012/0260 (COD)C7-0304/12 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG inzake honing

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 7.10.2015 L 262/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2015/1775 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 6 oktober 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1007/2009 betreffende

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.8.2018 COM(2018) 567 final 2018/0298 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 391/2009 wat betreft

Nadere informatie

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B Raad van de Europese Unie Brussel, 23 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0279 (COD) 7566/17 PI 33 CODEC 463 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.11.2014 COM(2014) 714 final 2014/0338 (COD) Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van politiële

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S)

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S) RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S) POSEIDOM 11 POSEICA 11 POSEIMA 10 REGIO 55 I ST 351 UD 181 OTA van: aan: Betreft: het

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.4.2015 COM(2015) 155 final 2015/0080 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot uitvoering van het antiontwijkingsmechanisme dat voorziet

Nadere informatie

AANGENOMEN TEKSTEN. gezien artikel 225 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

AANGENOMEN TEKSTEN. gezien artikel 225 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Europees Parlement 2014-2019 AANGENOMEN TEKSTEN P8_TA(2017)0235 Bescherming van kwetsbare volwassenen Resolutie van het Europees Parlement van 1 juni 2017 met aanbevelingen aan de Commissie betreffende

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 605 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging tot opening van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en

Nadere informatie

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0021 (E) 12052/14 JUSTCIV 206 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.5.2018 COM(2018) 263 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de uitoefening van de bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 30.6.2017 L 169/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/1130 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 juni 2017 houdende definities van de kenmerken van vissersvaartuigen (herschikking)

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 3 mei 2017 (OR. en) 2016/0145 (COD) PE-CONS 11/17 PECHE 71 CODEC 261 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, 12.6.2014 Publicatieblad van de Europese Unie L 173/79 VERORDENING (EU) Nr. 599/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 april 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1167 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 4.11.2015 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van de Tsjechische senaat over het

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.4.2019 COM(2019) 207 final 2019/0100 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Samenwerkingscomité

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 61, onder c), en artikel 67, lid 1,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 61, onder c), en artikel 67, lid 1, 32003R2201 Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid,

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.7.2010 COM(2010)381 definitief 2010/0205 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende wijziging van Richtlijn 2008/9/EG tot vaststelling van nadere voorschriften

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 25.2.2015 L 54/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/281 VAN DE COMMISSIE van 26 november 2014 tot vervanging van de bijlagen I en II van Verordening (EU) nr.

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 28.11.2016 JOIN(2016) 54 final 2016/0366 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juli 2000 (17.07) (OR. fr) 9735/00 ADD 1 LIMITE JUSTCIV 75

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juli 2000 (17.07) (OR. fr) 9735/00 ADD 1 LIMITE JUSTCIV 75 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 7 juli 2000 (17.07) (OR. fr) 9735/00 ADD 1 LIMITE JUSTCIV 75 NOTA van: aan: Betreft: de Franse delegatie het Comité burgerlijk recht Initiatief van de Franse Republiek

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.5.2017 COM(2017) 265 final 2017/0105 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Unie in te nemen standpunt in het subcomité voor sanitaire en fytosanitaire

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2001R1206 NL 04.12.2008 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1206/2001 VAN DE RAAD van 28

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 INITIATIEF van: de Sloveense, de Franse, de Tsjechische, de Zweedse, de Slowaakse, de Britse en de Duitse delegatie d.d.:

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.6.2013 COM(2013) 418 final 2013/0192 (COD) C7-0176/13 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van bepaalde richtlijnen op het gebied

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 15.6.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN (49/2011) Betreft : Met redenen omkleed advies van de senaat van de Republiek Italië over het voorstel voor een

Nadere informatie

Culturele hoofdsteden van Europa voor de periode 2020 tot Voorstel voor een besluit (COM(2016)0400 C8-0223/ /0186(COD))

Culturele hoofdsteden van Europa voor de periode 2020 tot Voorstel voor een besluit (COM(2016)0400 C8-0223/ /0186(COD)) 7.6.2017 A8-0061/ 001-018 AMENDEMENTEN 001-018 ingediend door de Commissie cultuur en onderwijs Verslag Santiago Fisas Ayxelà Culturele hoofdsteden van Europa voor de periode 2020 tot 2033 A8-0061/2017

Nadere informatie

BESLUITEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1,

BESLUITEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, 14.6.2018 Publicatieblad van de Europese Unie L 150/155 BESLUITEN BESLUIT (EU) 2018/853 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 30 mei 2018 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1257/2013 en Richtlijnen

Nadere informatie

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2 Raad van de Europese Unie Brussel, 21 mei 2019 (OR. en) 9114/19 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JAI 489 COPEN 199 CYBER 152 DROIPEN 78 JAIEX 74 ENFOPOL 228 DAPIX 176 EJUSTICE 62 MI

Nadere informatie

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 26 februari 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0119 (COD) 14956/15 ADD 1 JUSTCIV 286 FREMP 291 CODEC 1654 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Standpunt

Nadere informatie

P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I

P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2010 over het voorstel voor

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.5.2018 COM(2018) 249 final 2018/0117 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 16 september 2015 (OR. en) 2015/0028 (COD) PE-CONS 44/15 ENV 447 AGRI 370 MI 436 COMER 93 PECHE 231 CODEC 974 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN

Nadere informatie

L 343/10 Publicatieblad van de Europese Unie 29.12.2010

L 343/10 Publicatieblad van de Europese Unie 29.12.2010 L 343/10 Publicatieblad van de Europese Unie 29.12.2010 VERORDENING (EU) Nr. 1259/2010 VAN DE RAAD van 20 december 2010 tot nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2017 COM(2017) 218 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.10.2016 COM(2016) 703 final 2016/0346 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Associatiecomité in

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 85 I/60 27.3.2019 VERORDENING (EU) 2019/503 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 maart 2019 betreffende bepaalde aspecten van spoorwegveiligheid en spoorverbindingen in verband met de terugtrekking

Nadere informatie

1) Overal in de tekst wordt de Commissie van de Europese ( 1 ) Standpunt van het Europees Parlement van 18 april 2012 (nog niet

1) Overal in de tekst wordt de Commissie van de Europese ( 1 ) Standpunt van het Europees Parlement van 18 april 2012 (nog niet L 149/4 Publicatieblad van de Europese Unie 8.6.2012 VERORDENING (EU) Nr. 465/2012 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 22 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2016 COM(2016) 818 final 2016/0411 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1008/2008 inzake gemeenschappelijke

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0177 (E) 13777/15 JUSTCIV 256 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD tot

Nadere informatie

Commissie interne markt en consumentenbescherming. van de Commissie interne markt en consumentenbescherming

Commissie interne markt en consumentenbescherming. van de Commissie interne markt en consumentenbescherming EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie interne markt en consumentenbescherming 2010/0298(COD) 4.3.2011 ONTWERPADVIES van de Commissie interne markt en consumentenbescherming aan de Commissie milieubeheer,

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2015 COM(2015) 646 final 2015/0296 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van

Nadere informatie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2117(INI)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2117(INI) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 2.10.2013 2013/2117(INI) ONTWERPVERSLAG over het EU-scorebord voor justitie civiel en bestuursrecht in de lidstaten (2013/2117(INI)) Commissie juridische

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.7.2017 COM(2017) 357 final 2017/0148 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij Luxemburg en Roemenië worden gemachtigd om, in het belang van de Europese Unie, de

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 12.2.2019 COM(2019) 88 final 2019/0040 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende bepaalde aspecten van spoorwegveiligheid en

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.4.2017 COM(2017) 164 final 2017/0075 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de bilaterale overeenkomst tussen de

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 20.9.2017 L 242/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/1563 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 september 2017 inzake de grensoverschrijdende uitwisseling tussen de Unie

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed *

Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed * P7_TA(2010)0477 Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 december 2010 over het voorstel voor een verordening van de

Nadere informatie

RICHTLIJN 2013/56/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN 2013/56/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD 10.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 329/5 RICHTLIJN 2013/56/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 november 2013 tot wijziging van Richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement

Nadere informatie

ONTWERPRESOLUTIE. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-0487/

ONTWERPRESOLUTIE. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-0487/ Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument B8-0487/2016 20.4.2016 ONTWERPRESOLUTIE ingediend overeenkomstig artikel 216, lid 2, van het Reglement over het veiligstellen van de belangen van het kind

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD Ref. Ares(2018)2964154-06/06/2018 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.5.2018 COM(2018) 371 final 2018/0219 (APP) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot uitbreiding tot de niet-deelnemende lidstaten van

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.5.2018 COM(2018) 261 final 2018/0124 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de opname van de Italiaanse

Nadere informatie

RECTIFICATIES. a) Bladzijde 19, artikel 1, punt 17, ad artikel 9 C, lid 6, tweede alinea, tweede zin

RECTIFICATIES. a) Bladzijde 19, artikel 1, punt 17, ad artikel 9 C, lid 6, tweede alinea, tweede zin 30.11.2009 Publicatieblad van de Europese Unie C 290/1 RECTIFICATIES PROCES-VERBAAL VAN VERBETERING van het Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1981 Nr. 10

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1981 Nr. 10 21 (1980) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1981 Nr. 10 A, TITEL Europees Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake liet gezag over

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN 3.6.2014 L 164/1 I (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2014/63/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 mei 2014 tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG van de Raad inzake honing HET EUROPEES

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. VERORDENING (EG) Nr. 2201/2003 VAN DE RAAD. van 27 november 2003

Publicatieblad van de Europese Unie. VERORDENING (EG) Nr. 2201/2003 VAN DE RAAD. van 27 november 2003 23.12.2003 L 338/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 2201/2003 VAN DE RAAD van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging

Nadere informatie

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2 Raad van de Europese Unie Brussel, 21 mei 2019 (OR. en) 9116/19 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JAI 490 COPEN 200 CYBER 153 DROIPEN 79 JAIEX 75 ENFOPOL 229 DAPIX 177 EJUSTICE 63 MI

Nadere informatie

Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie

Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Erkennende dat het voor de volledige en harmonieuze

Nadere informatie

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0060B(COD) Ontwerpverslag Kinga Gál en Barbara Lochbihler (PE430.

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0060B(COD) Ontwerpverslag Kinga Gál en Barbara Lochbihler (PE430. EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie buitenlandse zaken 2009/0060B(COD) 11.5.2010 AMENDEMENTEN 7-13 Ontwerpverslag Kinga Gál en Barbara Lochbihler (PE430.281v01-00) over het voorstel voor een verordening

Nadere informatie