HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE"

Transcriptie

1 HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE Jaarlijks verslag over de algemene werking van de rechterlijke orde Jaar oktober 2001

2 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 4 I. WETTELIJKE BEPALINGEN Werkingsverslagen Aanvullende verslagen van het Hof van Cassatie Aanvullende verslagen van de Hoven van Beroep Andere verslagen... 6 II. OVERZICHT VAN DE ONTVANGEN VERSLAGEN Werkingsverslagen : Algemene vergadering Korpsvergadering Aanvullende verslagen van het Hof van Cassatie Aanvullende verslagen van de Hoven van Beroep... 8 III. METHODOLOGIE... 9 DEEL I : FORMELE ANALYSE EN SYNTHESE I. ALGEMEEN: GEBREK AAN UNIFORMITEIT II. WERKINGSVERSLAGEN Presentatie Auteur Redactie Mededeling Behandelde periode III. AANVULLENDE VERSLAGEN VAN HET HOF VAN CASSATIE Presentatie Auteur Redactie Mededeling Behandelde periode IV. AANVULLENDE VERSLAGEN VAN DE HOVEN VAN BEROEP Presentatie Auteur Redactie Mededeling Behandelde periode DEEL II: INHOUDELIJKE ANALYSE EN SYNTHESE I. VOORAFGAANDE OPMERKING: GEBREK AAN UNIFORMITEIT Werkingsverslagen Aanvullende verslagen van het Hof van Cassatie Aanvullende verslagen van de Hoven van Beroep Andere verslagen II. VASTSTELLINGEN Opdrachten van de rechtscolleges en het openbaar ministerie Personeelsformatie Werkingsmiddelen Organisatie Statistische gegevens: instroom, uitstroom en hangende zaken Werklast

3 7. Gerechtelijke achterstand Varia Bijlagen Voorstellen DEEL III. BESLUIT I. ALGEMEEN II. DE NOODZAAK TOT FORMELE EN INHOUDELIJKE INTEGRATIE VAN DE AANVULLENDE VERSLAGEN IN DE WERKINGSVERSLAGEN III. VOORSTELLEN M.B.T. DE TOTSTANDKOMING VAN DE WERKINGSVERSLAGEN Presentatie Auteur Mededeling Te behandelen periode en redactie van het verslag IV. BELANGRIJKSTE VASTSTELLINGEN EN AANBEVELINGEN Opdrachten van rechtscolleges en het Openbaar Ministerie Personeelsformaties Werkingsmiddelen Organisatie Statistische gegevens Werklast Gerechtelijke achterstand Varia + bijlagen Voorstellen BIJLAGEN Opdrachten Personeelsformatie Middelen Organisatie Statistieken Werklast Gerechtelijke achterstand Varia Voorstellen

4 INLEIDING I. WETTELIJKE BEPALINGEN Art. 259bis-7 1 Ger.W. bepaalt dat de Hoge Raad rechtstreeks van de bevoegde instanties de door de wet of bij verordening voorgeschreven verslagen ontvangt die verband houden met de algemene werking van de rechterlijke orde. De mededeling van deze verslagen aan de H.R.J. heeft een dubbele doelstelling: De H.R.J. voldoende informatiebronnen ter beschikking stellen die een noodzakelijk instrument vormen om zijn bevoegdheden naar behoren te kunnen uitoefenen 1. De algemene vergadering van de H.R.J. in de gelegenheid stellen om op basis van een analyse en een evaluatie van de verslagen van de rechtsmachten en andere in het kader van haar opdracht verzamelde informatie een jaarlijks verslag over de werking van de rechterlijke orde op te stellen, dat wordt meegedeeld aan de Minister van justitie, de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat en de korpschefs van de hoven en het openbaar ministerie bij deze hoven 2. Dit verslag valt onder de globale opdracht van de H.R.J. om een brug te slaan tussen de drie Staatsmachten en te waken over de goede werking van justitie. Het verslag heeft geen bindende kracht maar vormt een belangrijk signaal voor de staatsmachten die zich niet achter het bestaan van de H.R.J. kunnen verschuilen om hun verantwoordelijkheden ontlopen 3. De werkingsverslagen van de zetel, parketten en auditoraten kunnen in vier categorieën worden ingedeeld: 1. WERKINGSVERSLAGEN Het betreft de algemene verslagen met voorstellen van de algemene vergadering en de korpsvergaderingen van de parketten en auditoraten, op te stellen voor 15 oktober van elk jaar, over hun werking 4. Deze verslagen hebben ondermeer tot doel een permanente opvolging en doorlichting van deze werking door de rechtstreeks betrokkenen tot stand te brengen en een instrument aan te bieden om eventuele disfuncties snel te identificeren en aan te pakken. Bovendien vormen deze verslagen een belangrijk gegeven voor de beleidsplannen van de korpschefs en de evaluatie ervan 5. 1 Parl. St. Kamer, , nr. 1677/1, Art. 259bis-7 3 Ger.W. 3 Parl. St. Kamer , nr. 1677/1, 4. 4 Art en Ger.W. 5 Parl. St. Kamer , nr. 1677/1, 91. 4

5 2. AANVULLENDE VERSLAGEN VAN HET HOF VAN CASSATIE Het betreft verslagen van de algemene vergadering die verband houden met de activiteiten, de gerechtelijke achterstand en de hangende zaken bij het Hof van Cassatie. Deze verslagverplichtingen zijn indertijd in navolging van de Raad van State 6 ingevoerd door de Wet van 6 mei 1997 strekkende tot bespoediging van de procedure voor het Hof van Cassatie en zijn ongewijzigd overgenomen door de wet van 22 december Het gaat om drie verslagen: Een jaarlijks activiteitenverslag op te maken en bekend te maken door de algemene vergadering dat onder meer een stand van de hangende zaken bevat 8. Volgens de parlementaire voorbereiding heeft dit verslag ondermeer tot doel een stand van zaken te bevatten betreffende de evolutie van de achterstand in de rechtsbedeling 9. Een vierjarenplan te formuleren door de algemene vergadering met maatregelen die, zonder dat zij afbreuk doen aan het vervullen van de rechtsprekende taak, kunnen bijdragen tot het wegwerken van de gerechtelijke achterstand van het Hof van Cassatie 10. Volgens de parlementaire voorbereiding heeft dit plan ondermeer tot doel het Hof van Cassatie te laten meewerken aan en te responsabiliseren inzake de verwezenlijking van het wegwerken van de achterstand in de rechtsbedeling 11. Tevens moet dit plan het beleid van het Hof van Cassatie tot leidraad dienen 12. Elk jaar een jaarlijks verslag, uit te brengen door de algemene vergadering tegen uiterlijk 15 oktober aan de Minister van justitie en de voorzitters van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat, over het onderzoek uit te voeren in de loop van de maand september over de stand van zaken die hangende zijn AANVULLENDE VERSLAGEN VAN DE HOVEN VAN BEROEP Het betreft vier verslagen die naar analogie met deze van het Hof van Cassatie verband houden met de activiteiten, de hangende zaken en de gerechtelijke achterstand. Een verslag van de algemene vergadering, op te stellen tegen uiterlijk 15 oktober, over het onderzoek van de hangende zaken in de loop van de maand september 14. Een verslag van de algemene vergadering met betrekking tot de gerechtelijke achterstand binnen het hof dat, wanneer het verslag betrekking heeft op de werking van het hof van beroep, aangevuld wordt met de vaststellingen en voorstellen van de eerste voorzitter 15. De procureur-generaal zendt dit verslag aan de H.R.J. en de Minister van 6 Amendement Landuyt, Parl. St. Kamer , nr. 271/10, B.S. 25 juni Art Ger.W. 9 Amendement nr. 7 (LANDUYT), Parl.St , nr. 271/3, Art Ger.W. 11 Amendement nr. 7 (LANDUYT), Parl.St , nr. 271/3, Parl. St. Kamer , nr. 271/10, Art Ger.W. 14 Art lid 2 2 Ger.W. 15 Art lid 3 3 Ger.W. 5

6 justitie. De minister deelt dit mee aan de Ministerraad, de Senaat en de Kamer van Volksvertegenwoordigers 16. Een meerjarenplan van de algemene vergadering met maatregelen die strekken tot het wegwerken van achterstand in het rechtsgebied ANDERE VERSLAGEN Het betreft de verslagen, andere dan de voormelde werkingsverslagen en de aanvullende verslagen, van instanties die nauw betrokken zijn bij de werking van de rechterlijke orde en op wie ingevolge een specifieke wettelijke of reglementaire bepaling eveneens een verslagverplichting rust. Daarbij volgt de mededeling aan de H.R.J. uit artikel 259bis-7 1 Ger.W.. Het betreft onder meer: Het activiteitenverslag van de eerste voorzitters van de hoven van beroep - onduidelijk is of deze bepaling ook van toepassing is op de arbeidshoven - dat onder meer moet nagaan wat het effect is van de maatregelen die genomen zijn om de gerechtelijke achterstand weg te werken 18. De wet van 9 juli droeg dit oorspronkelijk op aan de inmiddels afgeschafte functie van - magistraat-coördinator 20. Dit verslag dient onder meer als grondslag voor de verlenging van de aanvullende kamers belast met de behandeling van de gerechtelijke achterstand bij de hoven van beroep 21. Het jaarlijks verslag van het College van procureurs-generaal dat onder meer de activiteiten toelicht, een beoordeling bevat van het opsporings- en vervolgingsbeleid tijdens het voorbije jaar en de prioritaire doelstellingen opsomt voor het komende jaar 22. II. OVERZICHT VAN DE ONTVANGEN VERSLAGEN De H.R.J. heeft voor de periode bij toepassing van artikel 259bis-7 1 Ger.W werkingsverslagen ontvangen. Het aantal ontvangen aanvullende verslagen is om verschillende redenen (verschillende presentatie, al dan niet geïntegreerd in andere verslagen, verwijzing naar eerdere verslagen, ) minder eenduidig. De verdeling van de ontvangen verslagen is als volgt: 16 Art lid 3 Ger.W. 17 Art lid 2 4 Ger.W. 18 Art. 112 Ger.W. 19 Wet van 9 juli 1997 houdende maatregelen teneinde de gerechtelijke achterstand weg te werken bij de hoven van Beroep, B.S. 13 augustus Zie art. 101 lid 2 en 3 Ger.W., opgeheven door de Wet van 22 december Art. 106bis 1 lid 1 Ger.W. 22 Art. 143bis 7 Ger.W. 23 Stand op 22 augustus

7 1. WERKINGSVERSLAGEN : 1.1. Algemene vergadering Zetel Aantal Hof van Cassatie 1/1 Hoven van beroep 4/5 Arbeidshoven 4/5 Militair Gerechtshof 1/1 Rechtbanken van eerste aanleg 26/27 Arbeidsrechtbanken 20/21 Rechtbanken van Koophandel 22/23 Krijgsraad 0/1 Politierechtbanken 16/27 Vredegerechten 16/27 (gegroepeerd per gerechtelijk arrondissement) Tot op 22 augustus 2001 heeft de H.R.J., exclusief de vredegerechten en politierechtbanken 78 verslagen ontvangen. De H.R.J. heeft als gevolg van een probleem van wetsinterpretatie slechts zestien voor gerechtelijke arrondissementen werkingsverslagen van vredegerechten en politierechtbanken ontvangen. De leden van deze rechtscolleges maakten tot maart 2001 immers wettelijk deel uit van de algemene vergadering van de rechtbank van eerste aanleg van hun gerechtelijk arrondissement, en het was bijgevolg niet duidelijk of een eigen werkingsverslag moest worden opgesteld 24. De situatie werd uitgeklaard door de Wet van 13 maart Het gewijzigde artikel Ger.W. bepaalt thans uitdrukkelijk dat met ingang van 30 maart 2001 de nieuw opgerichte algemene vergaderingen van vrederechters en rechters in de politierechtbank (één per rechtsgebied van de hoven van beroep, twee voor het rechtsgebied Brussel) eveneens een werkingsverslag moeten opstellen. Derhalve zal de H.R.J. slechts in 2001 beschikken over de werkingsverslagen van alle hoven en rechtbanken en van alle parketten en auditoraten van het Openbaar Ministerie Korpsvergadering Parketten en Auditoraten Aantal Parket van het Hof van Cassatie 1/1 Parketten-generaal bij de hoven van beroep 5/5 Auditoraten -generaal bij de arbeidshoven 4/5 Auditoraat-generaal bij het Militair Gerechtshof 1/1 Parketten van de Procureur des Konings bij de 27/27 rechtbanken van eerste aanleg Auditoraten bij de arbeidsrechtbanken 19/21 Krijgsauditoraten 2/2 Tot op 2 augustus 2001 heeft de H.R.J. 59 verslagen ontvangen op een totaal van Art Ger.W. 25 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de oprichting van een algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank ; B.S. 30 maart

8 2. AANVULLENDE VERSLAGEN VAN HET HOF VAN CASSATIE Aard verslag Aantal Activiteitenverslag met de stand van de hangende Zie werkingsverslag 2000 zaken Onderzoek van de hangende zaken in de maand september Vierjarenplan gerechtelijke achterstand Hof van Verwijzing in het werkingsverslag Cassatie naar het vierjarenplan uit 1998 Het Hof van Cassatie heeft in navolging van haar eerdere werkingsverslagen, waarvan het eerste dateert van 1998, één verslag uitgebracht. Het vierjarenplan is door het hof opgesteld in 1998 en geldt vanaf het gerechtelijke jaar Het is opgenomen in het werkingsverslag van 1998, het huidige werkingsverslag verwijst ernaar. 3. AANVULLENDE VERSLAGEN VAN DE HOVEN VAN BEROEP Aard verslag Onderzoek van de hangende zaken in de maand september Verslag over de gerechtelijke achterstand binnen het hof, incl. de vaststellingen en voorstellen van de eerste voorzitter Aantal 2 afzonderlijke verslagen 3 verslagen geïntegreerd in het werkingsverslag 3 verslagen geïntegreerd in het werkingsverslag 1 verslag geïntegreerd in het verslag over de hangende zaken 1 verslag verspreid geïntegreerd in het werkingsverslag en verslag over de hangende zaken Meerjarenplan achterstand binnen het rechtsgebied 2 plannen, waarvan 1 is opgenomen in de vorige werkingsverslagen van 1998 en 1999 en het andere als een afzonderlijk deel is opgenomen in het huidige werkingsverslag. De H.R.J. heeft van alle hoven van beroep aanvullende verslagen betreffende de hangende zaken en de gerechtelijke achterstand ontvangen, maar op weinig uniforme wijze. Slechts twee hoven delen een meerjarenplan mee of verwijzen naar de meerjarenplannen opgenomen in hun eerdere werkingsverslagen van 1998 en Eén hof stelt uitdrukkelijk hiervoor niet over voldoende tijd, middelen en informatie te beschikken. 8

9 III. METHODOLOGIE De verplichting voor de H.R.J. om ondermeer op basis van de werkingsverslagen van de zetel, parketten en auditoraten verslag uit te brengen over de werking van de rechterlijke orde is volkomen nieuw. Bovendien is het de eerste maal dat de zetel, parketten en auditoraten van het land via eigen verslagen informatie verschaffen over hun werking. Dit heeft ertoe geleid dat de H.R.J. bij gebrek aan bestaande modellen vooraf een eigen methodologie heeft moeten opstellen. Daarbij is gekozen voor een formele en inhoudelijke analyse en synthese van de verslagen in functie van de organisatiestructuur van de zetel en het openbaar ministerie. Zetel 1.Hof van Cassatie 3.Hoven van beroep 5.Arbeidshoven 7.Militair Gerechtshof 9.Rechtbanken van eerste aanleg 11.Rechtbanken van koophandel 12Arbeidsrechtbanken 15.Politierechtbanken 16. Vredegerechten Openbaar Ministerie 2. Parket van het Hof van Cassatie 4. Parket-generaal bij de hoven van Beroep 6. Auditoraat-generaal bij de arbeidshoven 8. Auditoraat-generaal bij het Militair Gerechtshof 10. Parket van de Procureur des Konings 13. Arbeidsauditoraat 14. Auditoraat bij de Krijgsraad In DEEL I van het verslag is telkens een formele analyse en synthese gemaakt van de vormelijke gegevens van de werkingsverslagen. Hierbij is aandacht besteed aan volgende vijf punten, desgevallend met toetsing aan de geldende wettelijke voorschriften: 1. presentatie 2. auteur 3. redactie 4. mededeling 5. behandelde periode Vermits de wet het opstellen van de aanvullende verslagen als een afzonderlijke verplichting heeft opgelegd, worden deze in zoverre overgemaakt aan de H.R.J. afzonderlijk besproken. Vervolgens is in DEEL II van het verslag een inhoudelijke analyse en synthese gemaakt van de werkingsverslagen met betrekking tot tien onderwerpen die de H.R.J. bij gebrek aan enige wettelijke precisering heeft geselecteerd in functie van hun gemeenschappelijke relevantie voor de werking van de rechterlijke orde. Deze onderwerpen zijn ondergebracht in de volgende tien rubrieken: 1. opdrachten van de zetel en het openbaar ministerie 2. personeelsformatie 3. werkingsmiddelen 4. organisatie 5. statistieken 6. werklast 9

10 7. gerechtelijke achterstand 8. varia 9. bijlagen 10. voorstellen Voor een goed begrip wordt elk onderwerp in het verslag tevens voorafgegaan door een korte (juridische) situering. De aanvullende verslagen van het Hof van Cassatie en de hoven van beroep zijn in zo verre meegedeeld samen met de werkingsverslagen besproken. In DEEL III volgt tenslotte het besluit met de belangrijkste vaststellingen. Tot slot dient te worden opgemerkt dat het aantal bijna 150 en de omvang samen meer dan duizenden pagina s van de verslagen en het absolute gebrek aan formele en inhoudelijke uniformiteit (cf. infra) de verwerking van de gegevens en het opstellen van dit verslag fel heeft bemoeilijkt. Vermits dit verslag bovendien richtlijnen bevat voor het te voeren beleid, is er voor gekozen dit uit te brengen bij de aanvang van het gerechtelijke en parlementaire jaar. 10

11 DEEL L I : FORMELE ANALYSE EN SYNTHESE I. ALGEMEEN: GEBREK AAN UNIFORMITEIT Zoals blijkt uit hiernavolgend overzicht vertonen de werkingsverslagen en de aanvullende verslagen die de H.R.J. heeft ontvangen weinig vormelijke uniformiteit. De wettelijke bepalingen terzake bevatten enkele aanwijzingen betreffende de auteur, de redactie en de mededeling, maar blijven, samen met de parlementaire voorbereiding, onder meer in het ongewisse wat betreft de presentatie en de te behandelen periode. Bij de aanvullende verslagen van het Hof van Cassatie en de hoven van beroep wordt dit gebrek aan uniformiteit bijkomend in de hand gewerkt door de overlapping met het werkingsverslag 26. II. WERKINGSVERSLAGEN 1. PRESENTATIE De presentatie van de werkingsverslagen verschilt onder meer wat betreft: de structuur en wijze van indeling, de opname van een inhoudstafel, de volgorde van de besprekingen, de omvang van de verslagen, de opname van bijlagen. Dit bemoeilijkt de leesbaarheid, de verwerking en de vergelijking van de verschillende verslagen. Bovendien zijn voor het Hof van Cassatie en een aantal hoven van beroep (de gegevens van) hun aanvullende verslagen geheel of gedeeltelijk in het werkingsverslag geïntegreerd 27. Hetzelfde geldt voor een aantal rechtbanken van eerste aanleg die, vertrekkend van een ruime interpretatie van het begrip rechtscollege, de werkingsverslagen van de vredegerechten en politierechtbank(en) in het eigen verslag hebben opgenomen. 2. AUTEUR De wet schrijft in beginsel voor dat de algemene vergadering en de korpsvergadering de werkingsverslagen moeten opstellen 28. In praktijk is het vaak de korpschef of een door de algemene vergadering of korpsvergadering aangewezen magistraat die een ontwerp opstelt, dat de algemene vergadering of de korpsvergadering nadien bespreekt en goedkeurt. De wet sluit deze werkwijze niet uit, op voorwaarde 26 Cf. infra. 27 Cf. infra. 28 Art , 3 en 4 en Ger.W. 11

12 dat een daadwerkelijke inbreng van de algemene vergadering en de korpsvergadering blijft gewaarborgd. Het in een aantal gevallen meegedeelde proces-verbaal van de algemene vergadering of korpsvergadering verschaft op dit punt nuttige informatie vermits men zich zo rekenschap geeft van het feit dat de tussenkomst van de algemene vergadering en de korpsvergadering (aanwezigheidspercentage, daadwerkelijke bespreking, duur ) dikwijls beperkt is tot deze van aanneming van de tekst. 3. REDACTIE De wet 29 bepaalt dat het werkingsverslag moet zijn opgesteld voor 15 oktober van elk jaar. De wetgever heeft zijn keuze voor deze datum niet gemotiveerd, en heeft evenmin een sanctie bepaald. Deze datum is nochtans niet zonder belang, onder meer voor de periode waarop het werkingsverslag moet slaan. Alhoewel niet elk verslag aangeeft wanneer het is opgesteld 30, zijn de meeste verslagen tijdig opgesteld binnen de wettelijke termijn. 4. MEDEDELING Volgens de wet maakt in beginsel de eigen korpschef de werkingsverslagen rechtstreeks aan de H.R.J. over 31. De wet bevat echter geen aanduiding omtrent het tijdstip van deze mededeling. De meeste werkingsverslagen zijn door de eigen korpschef aan de H.R.J. overgemaakt tijdens de periode oktober-december 2000, aansluitend op de goedkeuring door de algemene vergadering of de korpsvergadering. 5. BEHANDELDE PERIODE De wet noch de parlementaire voorbereiding preciseren de periode waarop het werkingsverslag moet slaan. In praktijk is er zodanig weinig uniformiteit tussen de verslagen dat dit vergelijkingen sterk bemoeilijkt. In de meeste werkingsverslagen is, mede ingevolge de verplichting het verslag op te stellen voor 15 oktober van elk jaar, gekozen voor een bespreking van het gerechtelijk jaar, dat loopt van 1 september 1999 tot 30 juni Bepaalde verslagen baseren zich hiervoor op een omzendbrief van het Ministerie van justitie waarin gesteld wordt dat het werkingsverslag moet slaan op het voorbije gerechtelijke jaar. Daarentegen zijn de statistieken meestal opgesteld voor het burgerlijk jaar 1999 en/of (een deel van) Bovendien zijn er verschillende verslagen die zich uitstrekken over meerdere jaren. 29 Art en Ger. W. 30 Cf. infra, punt Art en Ger. W. 32 Art. 334 Ger. W. 12

13 III. AANVULLENDE VERSLAGEN VAN HET HOF VAN CASSATIE 1. PRESENTATIE Gelet op de opsomming in de wet en de verschillende wijzen van mededeling, kan hieruit worden afgeleid dat de aanvullende verslagen afzonderlijke verslagen betreffen 33. Het Hof van Cassatie heeft nog geen afzonderlijke aanvullende verslagen opgesteld, met uitzondering van het vierjarenplan. Dat plan werd reeds in 1998 opgemaakt in uitvoering van de Wet van 6 mei maar is niet meer aan de H.R.J. meegedeeld. Veel van de in deze verslagen op te nemen informatie is evenwel terug te vinden in het werkingsverslag. Deze de facto integratie in één werkingsverslag biedt onmiskenbaar voordelen en vermijdt dubbel gebruik, overbodige herhalingen en een versnippering van informatie. 2. AUTEUR Volgens de wet stelt de algemene vergadering van het Hof van Cassatie in beginsel alle aanvullende verslagen op REDACTIE De wettelijke bepalingen verschillen naargelang het soort aanvullend verslag. Het werkingsverslag met de stand van de hangende zaken moet jaarlijks worden opgemaakt 36. Voor het vierjarenplan is geen tijdstip bepaald 37. Het verslag over het onderzoek in de maand september naar de hangende zaken moet voor 15 oktober worden uitgebracht - en dus voor die datum zijn opgesteld - aan de Minister van justitie en de Voorzitters van de federale Wetgevende Kamers MEDEDELING De wijze van mededeling van de aanvullende verslagen verschilt of is niet bepaald. Het activiteitenverslag met de stand van de hangende zaken moet jaarlijks worden bekendgemaakt door de algemene vergadering 39. Omtrent de mededeling van het vierjarenplan is niets bepaald 40. Het verslag over het onderzoek in de maand september naar de hangende zaken moet door de algemene vergadering voor 15 oktober worden uitgebracht, maar dit geldt enkel ten aanzien van de Minister van justitie en de Voorzitters van de federale Wetgevende Kamers 41. Dit betekent dat de mededeling moet gebeuren door de bevoegde instanties op een niet nader bepaald tijdstip. 33 Art Ger.W. 34 B.S. 25 juni Art Ger.W. 36 Art Ger.W. 37 Art Ger.W. 38 Art Ger.W. 39 Art Ger.W. 40 Art Ger.W. 41 Art Ger.W. 13

14 5. BEHANDELDE PERIODE Omtrent de te behandelen periode bevat de wet geen of uiteenlopende bepalingen. Het jaarlijkse karakter van het activiteitenverslag met de hangende zaken laat in het midden of het betrekking moet hebben op een gerechtelijk jaar of burgerlijk jaar en op welke periode de stand van de hangende zaken moet slaan. Hetzelfde geldt voor het vierjarenplan. Enkel met betrekking tot het (tweede) verslag over de hangende zaken preciseert de wet dat dit moet steunen op een jaarlijks onderzoek in de loop van de maand september naar de stand van de zaken die hangende zijn 42. De gegevens opgenomen in het werkingsverslag betreffen in beginsel het gerechtelijk jaar De hangende zaken worden weergegeven op respectievelijk: 1 januari 1999 en 31 december 1999; 1 januari 1995 en 31 december 1999; 1 januari 2000 en 30 juni 2000; 1 september 1999 en 31 augustus IV. AANVULLENDE VERSLAGEN VAN DE HOVEN VAN BEROEP 1. PRESENTATIE Voor de aanvullende verslagen van de hoven van beroep gelden dezelfde opmerkingen als met betrekking tot de presentatie van het werkingsverslag, en de aanvullende verslagen van het Hof van Cassatie. Ondanks het feit dat de wet de aanvullende verslagen in beginsel als afzonderlijke verslagen heeft opgevat, hebben een aantal hoven van beroep gekozen voor een integratie in andere verslagen. Alle hoven hebben een verslag over de hangende zaken uitgebracht. Slechts twee hoven deden dit door middel van een afzonderlijk verslag (Brussel, Luik), drie hoven kozen voor een integratie in het werkingsverslag, hetzij in een afzonderlijk deel (Antwerpen, Gent), hetzij zonder onderscheid in het deel betreffende de statistieken (Bergen). Het verslag over de gerechtelijke achterstand is door elk hof geïntegreerd in een ander verslag, hetzij als een afzonderlijk onderdeel van het werkingsverslag (Antwerpen, Gent), hetzij in het werkingsverslag en beperkt tot de aanvullende kamers (Bergen), hetzij verspreid over het werkingsverslag en het verslag over de hangende zaken (Luik), hetzij gedeeltelijk in het verslag over de hangende zaken maar beperkt tot de aanvullende kamers (Brussel). Slechts één hof (Gent) deelt een meerjarenplan mee, dat als een afzonderlijk deel is opgenomen in het werkingsverslag. Een ander hof (Antwerpen) verwijst hiervoor naar de voorgaande werkingsverslagen van 1998 en 1999, echter zonder mededeling van een kopie. 42 Art en 4 Ger.W. 14

15 2. AUTEUR Volgens de wet stellen de algemene vergaderingen in beginsel alle aanvullende verslagen op 43. Drie hoven vermelden dat voor het verslag over de hangende zaken vooraf een ontwerpverslag is opgesteld, hetzij door de eerste voorzitter (Gent), hetzij door de (voormalige) magistraat-cöordinator (Antwerpen), hetzij door hen beiden samen (Bergen), waarna het is goedgekeurd door de algemene vergadering. De verslagen over de gerechtelijke achterstand en het meerjarenplan zijn op dezelfde wijze opgesteld als het werkingsverslag en/of het verslag over de hangende zaken waarin deze respectievelijk zijn geïntegreerd. 3. REDACTIE Naargelang het aanvullend verslag, gelden verschillende bepalingen. Het verslag over het onderzoek van de hangende zaken in september moet uiterlijk tegen 15 oktober zijn uitgebracht, en dus voor die datum zijn opgesteld 44. Omtrent het tijdstip van het opstellen van het verslag over de gerechtelijke achterstand en het meerjarenplan is niets bepaald, noch omtrent de periodiciteit 45. De verslagen over de hangende zaken, de verslagen over de gerechtelijke achterstand en het meerjarenplan zijn tijdig opgesteld. 4. MEDEDELING Volgens de wet moet de procureur-generaal bij het hof van beroep in beginsel alle aanvullende verslagen rechtstreeks aan de H.R.J. meedelen 46. Het tijdstip waarop dit moet gebeuren is niet bepaald. Bij de hoven die de aanvullende verslagen in het werkingsverslag hebben geïntegreerd, heeft dit geleid tot een mededeling door de eerste voorzitter in plaats van door de procureurgeneraal, of tot een afzonderlijke mededeling door hen beiden. 43 Art , 3 en 4 en Ger.W. 44 Art lid 2 2 Ger.W. 45 Art lid 2 4 Ger.W. en art lid 3 3 Ger.W. 46 Art lid 3 Ger.W. 15

16 5. BEHANDELDE PERIODE Het verslag over de hangende zaken moet net zoals voor het Hof van Cassatie slaan op een onderzoek in de loop van de maand september 47. Omtrent de te behandelen periode in het verslag over de gerechtelijke achterstand en het meerjarenplan is niets bepaald. De verslagen over de hangende zaken betreffen ondanks de wettelijke precisering zeer uiteenlopende periodes. Twee hoven geven een stand van de hangende zaken op een bepaald, zij het telkens verschillend, tijdstip: 30 juni 2000 (Antwerpen) en 1 januari 2000 (Brussel). Een hof geeft een stand op 4 oktober 2000, aangevuld met een overzicht van de stand op 31 december tijdens de periode (Bergen). Twee hoven beperken de bespreking respectievelijk tot de kalenderjaren (Gent) en (Luik). Bij de verslagen over de gerechtelijke achterstand is de diversiteit nog groter, wat tevens samenhangt met het gebrek aan inhoudelijke precisering van het begrip gerechtelijke achterstand. Een hof (Antwerpen) maakt bij de behandelde periodes een onderscheid tussen de absolute achterstand (=aantal hangende zaken) per 30 juni 2000, de relatieve achterstand (= gemiddelde doorlooptijd procedures) tijdens de periode , de reële wachttijd in burgerlijke zaken tussen de vaststelling en de pleitdatum op 1 januari 1999 en 2000 en op 30 juni 2000, en de achterstand in burgerlijke zaken volgens de Wet van 9 juli 1997 tijdens de periode tussen 13 februari 1998 en 30 juni Een ander hof (Gent) bespreekt de achterstand tijdens de periode 1997-juni Twee hoven (Brussel, Bergen) beperken zich tot de periode dat de aanvullende kamers actief zijn (geweest). Het meerjarenplan van het Hof van Beroep te Gent betreft, behoudens wat betreft de aanvullende kamers, geen duidelijk afgebakende periode en slaat zowel op maatregelen genomen in het verleden als doelstellingen voor de toekomst. 47 Art lid 2 2 Ger.W. 16

17 DEEL L II: INHOUDELIJKE ANALYSE EN SYN- THESE I. VOORAFGAANDE OPMERKING: GEBREK AAN UNIFORMI- TEIT 1. WERKINGSVERSLAGEN Niet alleen formeel, maar ook wat betreft de inhoud vertonen de werkingsverslagen die de H.R.J. heeft ontvangen weinig uniformiteit. De wettelijke bepalingen bepalen dat de werkingsverslagen samen met de voorstellen moeten handelen over de werking van de zetel, het parket of het auditoraat 48. Volgens de parlementaire voorbereiding moeten deze verslagen beantwoorden aan drie doelstellingen: 1) een instrument zijn van permanente doorlichting en evaluatie, 2) in staat stellen tot een snelle opsporing en remediering van disfuncties en 3) een beleidsinstrument zijn voor de korpschef. Zoals uit de navolgende vaststellingen blijkt, is op zeer uiteenlopende wijze aan deze bepalingen voldaan, ondermeer op het vlak van de behandelde onderwerpen. Dit gebrek aan uniformiteit laat vooralsnog niet toe met voldoening aan de doelstellingen van de wetgever te beantwoorden. 2. AANVULLENDE VERSLAGEN VAN HET HOF VAN CASSATIE De meeste aanvullende verslagen van het Hof van Cassatie overlappen inhoudelijk met het werkingsverslag. Het jaarlijks Activiteitenverslag met een stand van de hangende zaken vertoont grote gelijkenissen met het werkingsverslag bedoeld in artikel Ger.W., zij het dat activiteiten ruimer kan worden opgevat dan werking en dit verslag in beginsel geen werkingsvoorstellen moet bevatten. Het voorschrift dat dit verslag onder meer een stand van de zaken die hangende zijn bevat, houdt volgens de parlementaire voorbereiding ondermeer in dat het verslag een stand van zaken met betrekking tot de evolutie van de achterstand in de rechtsbedeling moet bevatten 49. Dit leidt tevens tot een dubbel gebruik met het andere aanvullende verslag over de stand van de hangende zaken. Het Verslag over het onderzoek in de maand september naar de stand van de hangende zaken bedoeld in artikel Ger.W. overlapt gedeeltelijk met het jaarlijks Activiteitenverslag met een stand van de hangende zaken, met dien verstande dat de periode van het onderzoek wordt gepreciseerd. De wet definieert in beide gevallen het begrip hangende zaken niet. In het werkingsverslag van het Hof van Cassatie wordt dit gedefinieerd als het saldo na aftrek van het aantal gewezen arresten van het aantal ingeleide zaken over een bepaalde periode, vermeerderd met of in mindering gebracht van de (eventuele) saldi van de voorgaande perioden. 48 Artikelen en Ger.W. 49 Amendement nr. 7 (LANDUYT), Parl.St , nr. 271/3, 3. 17

18 Het Vierjarenplan inzake de gerechtelijke achterstand bij het Hof van Cassatie bedoeld in artikel Ger.W. is in beginsel complementair aan de andere verslagen. Volgens de parlementaire voorbereiding is dit jaarlijks herzienbaar en moet dit aangeven of het hof de beschikbare werkingsmiddelen op de meest efficiënte wijze aanwendt, rekening houdende met de wijzigende omstandigheden 50. Het Hof van Cassatie heeft reeds een vierjarenplan opgesteld in Het huidige werkingsverslag verwijst regelmatig naar dit plan. 3. AANVULLENDE VERSLAGEN VAN DE HOVEN VAN BEROEP Net zoals bij het Hof van Cassatie, overlappen de meeste aanvullende verslagen inhoudelijk met de werkingsverslagen. Dit verklaart waarom slechts twee hoven afzonderlijke aanvullende verslagen hebben opgesteld. Bovendien vertonen ook deze verslagen weinig inhoudelijke uniformiteit. Het Verslag over het onderzoek in de maand september naar de hangende zaken bedoeld in artikel Ger.W. overlapt gedeeltelijk met het werkingsverslag. De wet preciseert niet wat onder hangende zaken moet worden verstaan. De informatie verstrekt door de hoven is telkens verschillend, ondermeer wat betreft de periodes en de indeling per materie. Deze gegevens lenen zich derhalve niet voor een objectieve vergelijking tussen de hoven van beroep. Het Verslag met betrekking tot de gerechtelijke achterstand binnen het hof heeft in beginsel betrekking op het eigen hof en moet tevens de vaststellingen van de eerste voorzitter bevatten 51. Dit vormt zowel een overlapping met het werkingsverslag als met het aanvullend verslag over de hangende zaken. De vaststellingen van de eerste voorzitter vormen tevens een dubbel gebruik met het verslag bedoeld in artikel 112 Ger.W.. De verstrekte informatie over de gerechtelijke achterstand is zeer verschillend. De gegevens betreffen al naargelang de gewone kamers van het hof, de aanvullende kamers van het hof of het rechtsgebied. Ook de definitie, de criteria en de gegevens over de omvang, oorzaken, maatregelen en toekomstige evoluties verschillen. Het Meerjarenplan met maatregelen voor het wegwerken van de achterstand binnen het rechtsgebied is in beginsel complementair aan het werkingsverslag en de andere aanvullende verslagen omdat deze verslagen enkel het eigen hof betreffen 52. Het door het Hof van Beroep te Gent meegedeeld meerjarenplan heeft betrekking op de achterstand in de kamers van het hof maar niet op de achterstand binnen het rechtsgebied. Ingevolge de gehele of gedeeltelijke integratie van de meeste aanvullende verslagen in het werkingsverslag of in andere aanvullende verslagen en de verregaande inhoudelijke overlappingen zijn bij de vaststellingen alle verslagen van de hoven van beroep telkens samen behandeld, desgevallend met precisering van het betrokken (aanvullende) verslag waaruit zij afkomstig zijn. 50 Amendement nr. 7 (LANDUYT), Parl.St , nr. 271/3, Art lid 2 3 Ger.W. 52 Art Ger.W. 18

19 4. ANDERE VERSLAGEN Het activiteitenverslag van de eerste voorzitter bedoeld in artikel 112 lid 1 Ger.W. dient onder meer na te gaan wat het effect is van de maatregelen die zijn genomen om de gerechtelijke achterstand weg te werken. Dit verslag vloeit voort uit de inmiddels afgeschafte verslagverplichting van de magistraat-coördinator betreffende de werking van de aanvullende kamers en dient als basis voor de al dan niet verlenging van deze kamers 53. Behoudens voor wat betreft de auteur, overlapt dit verslag verregaand met het werkingsverslag en het aanvullende verslag van de hoven van beroep met betrekking tot de gerechtelijke achterstand binnen het hof. Dit blijkt ook uit de inhoud van het activiteitenverslag dat is meegedeeld door de Eerste voorzitter van het Hof van Beroep te Brussel dat ondermeer de werking, werklast en achterstand bij het hof bespreekt en werkingsvoorstellen van de eerste voorzitter bevat. De gegevens van dit verslag zijn bij de vaststellingen samen met de andere verslagen behandeld. II. VASTSTELLINGEN 1. OPDRACHTEN VAN DE RECHTSCOLLEGES EN HET OPENBAAR MINIS- TERIE De werking van de rechtscolleges, en van het openbaar ministerie wordt in de eerste plaats bepaald door de gerechtelijke opdrachten waarmee deze instellingen en hun leden zijn belast. Artikel G.W. biedt terzake een belangrijke aanduiding. 1. Wat de rechtscolleges betreft bestaan hun gerechtelijke opdrachten in essentie in het berechten van de hen toegewezen geschillen. Welke deze geschillen zijn en aan welke rechtscolleges deze toekomen wordt materieel en territoriaal bepaald door de Grondwet 54, het Gerechtelijk Wetboek 55, het Wetboek van Strafvordering 56 en bijzondere wetten. De gerechtelijke opdrachten van het openbaar ministerie bestaan in essentie in de opsporing en vervolging van misdrijven bij toepassing van de strafwet. Welk parket of auditoraat binnen het openbaar ministerie bevoegd is voor welke misdrijven is bepaald in het Gerechtelijk Wetboek 57, het Wetboek van strafvordering 58 en in bijzondere wetten. Deze gerechtelijke opdrachten zijn in beginsel bepalend voor de toegekende middelen met betrekking tot personeel en materiaal. Verschillende magistraten van de zetel en van het openbaar ministerie zijn evenwel ook belast met buitengerechtelijke opdrachten en werkzaamheden. Vaak zijn deze het gevolg van wettelijke of reglementaire voorschriften, zoals de deelname aan de werkzaamheden van 53 Art. 106bis Ger.W. 54 Artikelen 144 e.v. G.W. 55 Artikelen Ger.W. 56 Artikelen 55 e.v. en 137 e.v. Sv. 57 Art. 137 e.v. 58 Art. 22 e.v. Sv. 19

20 allerlei commissies en instellingen 59. Bepaalde activiteiten gebeuren echter op vrijwillige basis, zoals de medewerking aan werkgroepen en vormingsactiviteiten. Om derhalve de noden inzake het personeel en met betrekking tot de materiële middelen op objectieve wijze te kunnen inschatten, dient rekening gehouden te worden met de omvang en de impact van alle gerechtelijke en buitengerechtelijke opdrachten en werkzaamheden. 2. De werkingsverslagen bevatten terzake een aantal interessante indicaties. Zo geven verschillende rechtscolleges, parketten en auditoraten een uitgebreide toelichting over hun gerechtelijke opdrachten en dit veelal onder de vorm van een opsomming van hun wettelijke bevoegdheden. Belangrijkste vaststelling betreft de herhaalde klacht over de gestadige toename van deze opdrachten als gevolg van talrijke recente wetgevende hervormingen. Dit geldt ondermeer voor: de onderzoeksrechters, de onderzoeksgerechten en het openbaar ministerie ingevolge de Wet van 12 maart tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek; de beslagrechter (en de griffie) ingevolge de Wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen 61 ; de jeugdrechtbanken ingevolge de talrijke bijkomende taken van de jeugdrechter, zoals inzake hoorplicht, plaatsbezoeken in de jeugdinstellingen enz.; de arbeidsrechtbanken ingevolge de Wet 7 mei 1999 op de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden, de toegang tot het arbeidsproces en de promotiekansen, de toegang tot een zelfstandig beroep en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid 62 ; de rechtbanken van koophandel ingevolge de nieuwe faillissementswetgeving en wetgeving op het gerechtelijk akkoord. Tevens wijst men erop dat de toename van deze opdrachten niet steeds gepaard gaat met de nodige versterking van het personeel en de materiële middelen. 59 Zoals bijvoorbeeld de H.R.J., het comité I en P, enz. 60 B.S. 2 april B.S. 31 juli B.S. 19 juni 1999; zie ook de Wet van 7 mei tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek naar aanleiding van de wet van 7 mei 1999 op de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden, de toegang tot het arbeidsproces en de promotiekansen, de toegang tot een zelfstandig beroep en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid, B.S 19 juni 1999 (Ed. 1). 20

21 Aansluitend hierop wordt herhaald melding gemaakt van een aantal factoren die een belangrijke impact hebben op de uitoefening van de gerechtelijke opdrachten, zoals: de voortdurende toestroom van nieuwe wetgeving; de complexiteit en de kwaliteit van de regelgeving; de actualiteit 63 ; het strafrechtelijk beleid; bepaalde socio-economische en geografische gegevens zoals het bevolkingsaantal, de levensstandaard, de economische en industriële bedrijvigheid, de aanwezigheid van toeristische activiteiten, grenzen, verkeersaders, enz.; de uitvoering van occasionele gerechtelijke opdrachten. Zo bijvoorbeeld verwijzen bepaalde hoven van beroep naar de organisatie van Assisenprocessen, de tuchtonderzoeken ten aanzien van magistraten en de strafonderzoeken in het kader van de voorrang van rechtsmacht. Verschillende rechtscolleges, parketten en auditoraten verstrekken tevens informatie over bepaalde van hun buitengerechtelijke opdrachten en werkzaamheden, zij het zelden op exhaustieve en gedetailleerde wijze zodat de concrete impact op de werkzaamheden niet steeds duidelijk is. Belangrijkste vaststelling in dit verband is dat deze taken zeer talrijk en gevarieerd zijn. Tot de officiële buitengerechtelijke opdrachten en werkzaamheden die in de werkingsverslagen zijn vermeld behoren ondermeer: de deelname aan allerlei commissies. Vaak zijn dit administratieve commissies met rechtsprekende bevoegdheid. Bij wijze van voorbeeld kan verwezen worden naar het werkingsverslag van het Hof van Beroep te Antwerpen dat een lijst bevat met 87 commissies waarin bijna alle magistraten van het hof als effectief of plaatsvervangend lid zetelen. Bij het Hof van Beroep te Gent is sprake van een 90-tal wettelijke commissies, waarin een 45- tal magistraten hetzij als effectief hetzij als plaatsvervanger zetelen; de deelname aan de algemene vergaderingen of korpsvergaderingen; de organisatie en deelname aan examenjury s 64 ; de activiteiten van de persmagistraten; de deelname aan werkgroepen ingesteld door de Minister van justitie; de deelname aan vormingsactiviteiten, studiedagen en colloquia. Andere buitengerechtelijke werkzaamheden die zijn vermeld betreffen ondermeer: de deelname aan interne en externe vergaderingen; de deelname aan interne en externe werkgroepen; de organisatie van vormingsactiviteiten voor de magistraten, de gerechtelijke stagiaires en voor bepaalde balies zoals bv. de balie van de advocaten bij het Hof van Cassatie; het vervullen van onderwijsopdrachten (binnen de perken van de wet); de publicatie van rechtsleer. 63 Zo wordt ondermeer verwezen naar de gevolgen van de dioxinecrisis, de asielproblematiek enz. 64 Zoals bij voorbeeld voor de aanwerving van referendarissen van het Hof van cassatie. 21

22 Aansluitend wijzen een aantal werkingsverslagen op bepaalde specifieke opdrachten van de korpschefs, zoals : de organisatie van de zetel, parket of auditoraat; het bijeenroepen en voorzitten van de algemene vergadering of korpsvergadering; de adviesverlening bij benoemingsprocedures; de evaluatie van magistraten; de organisatie van interne werkvergaderingen; het overleg met andere instanties; het opstellen van activiteitenverslagen. Het is echter zeer moeilijk te achterhalen of en in welke mate bij de toewijzing en de uitoefening van de vele buitengerechtelijke taken rekening gehouden wordt met de weerslag ervan op de uitoefening van de gerechtelijke opdrachten. 2. PERSONEELSFORMATIE 1. Een goede werking van de zetel en van het openbaar ministerie vereist de aanwezigheid van voldoende magistraten, juridisch personeel (referendarissen, parketjuristen), griffiers en parketsecretarissen en personeel van griffies en parketsecretariaten om de opdrachten naar behoren te vervullen. Deze personeelsformaties zijn in beginsel vastgesteld door de wetgever 65, de Koning 66 of de Minister 67. Personeelsformaties moeten evenwel ook ingevuld en toereikend zijn. Bovendien moet rekening gehouden worden met de weerslag van allerlei interne en externe factoren zoals afwezigheden, personeelsverloop, duur van de benoemingsprocedures enz. 2. De meeste rechtscolleges, parketten en auditoraten verstrekken informatie over het aantal magistraten. Deze informatie betreft meestal de wettelijke personeelsformaties. Vaak is dit aangevuld met gegevens over de reële personeelsformatie zoals vacatures, benoemingen, afwezigheden en detacheringen, zij het dat concrete cijfers regelmatig ontbreken. Terzake kunnen een aantal belangrijke vaststellingen worden gedaan. Zo is het opvallend dat de wettelijke personeelsformaties slechts zelden volledig zijn ingevuld. Daarbij wordt herhaald opgemerkt dat ingeval van volledige bezetting de wettelijke personeelsformaties meestal zouden volstaan. Deze situatie is vooral het gevolg van de niet - of laattijdige invulling van vacatures, ondermeer als gevolg van: de lange duur van de benoemingsprocedures. Daarbij wordt tevens opgemerkt dat de recente hervormingen waardoor de procedures tenminste zes maand duren hiervoor geen oplossing bieden; 65 Zie o.m. artikel 167 e.v., art. 186 Ger.W. 66 Zie o.m. artikel 79, 86bis, 186 Ger.W., 177 e.v. Ger.W. en 185 lid 2 en 3 Ger.W. 67 Zie o.m. artikel 135 bis, 156ter en - op contractuele basis lid 3 Ger.W. 22

23 een gebrek aan kandidaten. Dit wordt ondermeer aangehaald voor: de ambten van plaatsvervangend raadsheer bij bepaalde hoven van beroep. Dit wordt ondermeer toegeschreven aan de lage vergoedingen, de combinatie met andere werkzaamheden en de weerstand van bepaalde balies; bepaalde ambten waarvoor de wet de kennis van een tweede landstaal voorschrijft. Dit geldt in het bijzonder voor bepaalde ambten waarbij de kandidaten de kennis van het Frans of het Nederlands (arrondissement Brussel) of het Duits (o.a. arrondissementen Eupen en Verviers) moeten bewijzen; de ambten van parketmagistraten. Dit tekort wordt ondermeer toegeschreven aan bepaalde aspecten van het statuut; bepaalde gespecialiseerde ambten, zoals de ambten van de fiscale magistraten; bepaalde ambten van lekenrechters zoals de ambten van de rechters in handelszaken. het niet tijdig vervangen van magistraten die de leeftijd van inrustestelling hebben bereikt; het niet tijdig verlengen van de mandaten van de lekenrechters. Bovendien zijn niet alle magistraten die benoemd zijn op de personeelsformatie steeds (voltijds) beschikbaar. Dit is ondermeer het gevolg van: (langdurige) afwezigheden wegens verlof, ziekte enz.; opdrachten en detacheringen, vooral binnen de parketten en auditoraten; het (tijdelijk) vervullen van andere opdrachten, zoals in het Hof van Assisen; de beperkte inzetbaarheid van pas benoemde magistraten omdat zij vooraf moeten opgeleid worden en bijvoorbeeld enkel kunnen zetelen in collegiale kamers. Een ander vaak terugkomend gegeven betreft de geringe stabiliteit van bepaalde personeelsformaties ingevolge het aanhoudend personeelsverloop omwille van het statuut (zoals de toegevoegde rechters, zie ook infra), bevorderingen of andere redenen. Dit leidt tot een aantal neveneffecten op het vlak van : de continuïteit van de werkzaamheden; de organisatie van de dienst; de opleiding van pas benoemde magistraten. Naast de onvolledigheid en instabiliteit van de personeelsformaties, zijn er ook de talrijke klachten over het ontoereikend karakter van vele personeelsformaties en de daarbij aansluitende verzoeken tot kaderuitbreiding. Dit geldt in het bijzonder voor een aantal rechtbanken van eerste aanleg, de parketten bij deze rechtbanken en de rechtbanken van koophandel. Bovendien wijzen een aantal rechtscolleges op discrepanties tussen de wettelijke personeelsformaties van grote en minder grote rechtscolleges in verhouding tot de bevolking. Weliswaar wordt herhaaldelijk vermeld dat de recente kaderuitbreidingen van 1998 zijn tegemoet gekomen aan een aantal dringende noden, doch deze worden niet voldoende geacht omdat onvoldoende rekening wordt gehouden met een aantal factoren zoals: de verdere toename van rechtszaken; de verdere uitbreiding van bevoegdheden door opeenvolgende wetgevende hervormingen. Zo bijvoorbeeld dringen verschillende rechtbanken van eerste aanleg in het bijzonder aan 23

24 op een versterking van de beslagrechters, jeugdrechters en onderzoeksrechters. (Zie ook onder punt 1. Opdrachten); de lange benoemingsprocedures waardoor de effecten van een kaderuitbreiding gemiddeld pas na een jaar voelbaar zijn. Een aantal vaststellingen betreffen specifieke categorieën van magistraten. Zo bijvoorbeeld wordt gewezen op verschillende problemen in verband met de toegevoegde rechters. Naast de vele vacatures is er een groot verloop omwille van statutaire redenen waarbij de betrokkene vaak reeds na enkele maanden benoemd wordt in een ander ambt. Bovendien is hun inzetbaarheid niet optimaal omdat zij meestal moeten worden opgeleid en vaak slechts deeltijds aan een bepaald rechtscollege zijn verbonden. Dit laatste wordt trouwens ook aangehaald voor de rechters die gelijktijdig bij meerdere rechtbanken zijn benoemd. Voor wat betreft de plaatsvervangende magistraten zijn de meningen verdeeld. Voor bepaalde rechtscolleges zijn zij onmisbaar, terwijl anderen wijzen op hun ambigue en onderbetaalde statuut en beperkte inzetbaarheid. Tenslotte vestigen een aantal rechtscolleges, parketten en auditoraten de aandacht op bepaalde neveneffecten van kleine personeelsformaties - soms beperkt tot één magistraat, ondermeer op het vlak van: de continuïteit van de werkzaamheden bij afwezigheden wegens verlof, ziekte of bij verhindering van een magistraat; het verzorgen van wachtdiensten; de opvolging van zeer omvangrijke dossiers. 3. Slechts een deel van de verslagen bevat tevens informatie over het juridisch personeel en de leden en het personeel van de griffies en parketsecretariaten. Deze gegevens zijn vaak summier en zonder opgave van concrete cijfers. Desalniettemin kunnen ook hier een aantal vaststellingen worden gedaan, die bovendien vaak gelijklopen met wat reeds werd vermeld inzake de personeelsformaties van de magistraten. Zo geldt ook voor deze personeelsformaties dat zij zelden volledig zijn ingevuld, ondermeer omwille van de lange duur van de benoemings- en vervangingsprocedures en het gebrek aan bepaalde kandidaten voor bepaalde functies, zoals deze van vertalers. In tegenstelling tot de magistraten, wordt aan dit tekort evenwel gedeeltelijk tegemoet gekomen door contractuele aanwervingen en door fusie van bepaalde diensten in functie van de werklast. Daardoor is de reële personeelsformatie vaak groter dan de wettelijke. Ook hier geldt dat niet alle benoemde en contractuele personeelsleden steeds beschikbaar zijn als gevolg van (langdurige) afwezigheden, detachering en loopbaanonderbreking. Bovendien zijn velen werkzaam in deeltijdse functies (halftijds of vierdagenweek). Herhaaldelijk wordt opgemerkt dat de wettelijke personeelsformaties niet aangepast zijn aan de noden en niet steeds een goede basis zijn voor de aanwerving van gekwalificeerd personeel en de bevordering van bekwame mensen. Zo bijvoorbeeld wordt gewezen op de nood aan technisch en gespecialiseerd personeel zoals informatici, boekhouders, fiscalisten, criminologen, economisten, enz. 24

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE INLEIDING De HRJ heeft een drievoudige opdracht die sinds 2 augustus 2000 effectief uitgeoefend wordt: Een bepalende rol spelen in het benoemingsbeleid bij de magistratuur, op

Nadere informatie

BIJZONDER REGLEMENT RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG

BIJZONDER REGLEMENT RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG BIJZONDER REGLEMENT RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG 1 Nr. : 75/2014 Rep. : 1855 BESCHIKKING Wij, T. HEEREN, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Limburg, bijgestaan door dhr. Y. KIELICH,

Nadere informatie

I. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht.

I. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht. BIJLAGE BIJ HET ADVIES VAN DE ADVIESRAAD VAN DE MAGISTRATUUR GOEDGEKEURD TIJDENS DE ALGEMENE VERGADERING VAN 26 OKTOBER 2009 I. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht. Krachtens artikel 151 4, van de

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek

Gerechtelijk Wetboek Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vquater De gerechtelijke stage Art. 259octies. 1. De Koning

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen

Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen Omschrijving van het advocatenkantoor, het bedrijf, de juridische dienst of het notariskantoor: FOD Justitie. Functie Antwerpen : 4. Deze plaatsen vervangen deze

Nadere informatie

HOF VAN BEROEP 1 BURGERLIJKE ZAKEN 2 CORRECTIONELE ZAKEN 4

HOF VAN BEROEP 1 BURGERLIJKE ZAKEN 2 CORRECTIONELE ZAKEN 4 HOF VAN BEROEP 1 BURGERLIJKE ZAKEN 2 2013 2014 Input Hangende zaken op 1/1 9.682 9.856 9.408 Nieuw ingeleide zaken 3.973 3.821 3.737 Totaal 13.655 13.677 13.145 Tussenarresten 605 586 514 Output Eindarresten

Nadere informatie

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg. Parketjurist Een enthousiast beginnend jurist met een analytisch en synthetisch denkvermogen en goede redactionele capaciteiten. Hij/zij werkt resultaatgericht, zowel zelfstandig als in team, en heeft

Nadere informatie

Organisatie van de rechtspraak - België

Organisatie van de rechtspraak - België Organisatie van de rechtspraak - België c) Nadere bijzonderheden over de rechterlijke instanties 1. Vredegerecht De vrederechter is de rechter die het dichtst bij de burgers staat. Hij wordt overeenkomstig

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg. Parketjurist Een enthousiast beginnend jurist met een analytisch en synthetisch denkvermogen en goede redactionele capaciteiten. Hij/zij werkt resultaatgericht, zowel zelfstandig als in team, en heeft

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vquater. De gerechtelijke stage

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vquater. De gerechtelijke stage Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vquater De gerechtelijke stage Art. 259octies. [1 1. De kandidaten die zich voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke

Nadere informatie

Publicatie : Numac :

Publicatie : Numac : pagina 1 van 5 NL einde FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Publicatie : 2017-01-30 Numac : 2017010289 Rechtbank van eerste aanleg Leuven. - Kabinet van de voorzitter Beschikking tot vaststelling van het

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek i.v.m. de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de zittende magistratuur.

Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek i.v.m. de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de zittende magistratuur. Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Juni 2015 Ambtshalve advies Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek i.v.m. de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

HOF VAN BEROEP 1 BURGERLIJKE ZAKEN 2 CORRECTIONELE ZAKEN 4

HOF VAN BEROEP 1 BURGERLIJKE ZAKEN 2 CORRECTIONELE ZAKEN 4 Tabellen HOF VAN BEROEP 1 BURGERLIJKE ZAKEN 2 2015 2016 Input Hangende zaken op 1/1 9.408 8.869 8.235 Nieuw ingeleide zaken 3.737 3.358 3.426 Totaal 13.145 12.227 11.661 Tussenarresten 605 586 479 Output

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek

Gerechtelijk Wetboek Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vter Benoemings- en aanwijzingsprocedure Afdeling I Benoemingen Art. 259ter.

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vter Benoemings- en aanwijzingsprocedure Afdeling I Benoemingen.

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van de FOD Justitie van 23 februari 2006; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 30 juni 2006;

Gelet op de aanvraag van de FOD Justitie van 23 februari 2006; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 30 juni 2006; SCSZ/06/061 1 BERAADSLAGING NR. 06/054 VAN 18 JULI 2006 MET BETREKKING TOT DE TOEGANG TOT DE KSZ-REGISTERS IN HOOFDE VAN DE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE IN HET KADER VAN HET PHENIX-PROJECT Gelet op

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vter Benoemings- en aanwijzingsprocedure Afdeling I Benoemingen Art. 259ter.

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/16/206 BERAADSLAGING NR. 16/092 VAN 4 OKTOBER 2016 INZAKE DE TOEGANG TOT DE PERSOONSGEGEVENSBANK E-PV DOOR

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2003 ] Notariaat Met dank aan

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2019 1502 DOC.0182/3 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.066/3 van 21 januari 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de subsidiëring van initiatieven die voorzien

Nadere informatie

BESCHIKKING HOUDENDE HET BIJZONDERE REGLEMENT VAN HET ARBEIDSHOF TE BRUSSEL

BESCHIKKING HOUDENDE HET BIJZONDERE REGLEMENT VAN HET ARBEIDSHOF TE BRUSSEL Rep. Nr: 2014/2055 Brussel, 29 augustus 2014. BESCHIKKING HOUDENDE HET BIJZONDERE REGLEMENT VAN HET ARBEIDSHOF TE BRUSSEL Wij, Anne Sevrain, eerste voorzitter van het arbeidshof te Brussel, bijgestaan

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2015 C.14.0195.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0195.F 1. S. D., 2. R. D., 3. J. D., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BROUWERIJ HAACHT nv, Mr.

Nadere informatie

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T Rolnummers 6797 en 6800 Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel III.26 van het Wetboek van economisch recht, gesteld door de Vrederechter

Nadere informatie

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2485 Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door

Nadere informatie

JUSTITIEPLAN EEN EFFICIËNTE JUSTITIE VOOR MEER

JUSTITIEPLAN EEN EFFICIËNTE JUSTITIE VOOR MEER JUSTITIEPLAN EEN EFFICIËNTE JUSTITIE VOOR MEER RECHTVAARDIGHEID Wetsontwerp Burgerlijk procesrecht Koen Geens Minister van Justitie 8 mei 2015 Plan-methode op maat van uitdaging» 9 december 2014 (budget

Nadere informatie

OMZENDBRIEF Nr. 161 (rev. 1)

OMZENDBRIEF Nr. 161 (rev. 1) 1000 Brussel, 7 november 2011 Waterloolaan, 115 Tel. : 02/ 552.25.42 Fax : 02 / 552.27.63 Federale Overheidsdienst Justitie --- Directoraat-generaal rechterlijke organisatie --- Dienst personeelszaken

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Rolnummer 1924 Arrest nr. 81/2001 van 13 juni 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het

Nadere informatie

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc 1 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van de Federale Commissie Rechten van de Patiënt ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 2151 Arrest nr. 119/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ]

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ] Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ] Notariaat Met dank aan

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ]

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ] Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ] Notariaat Met dank aan

Nadere informatie

(4-606) 1. Huidige benoemingsregeling voor de referendarissen bij het Hof van Cassatie en mogelijke overstap naar de magistratuur

(4-606) 1. Huidige benoemingsregeling voor de referendarissen bij het Hof van Cassatie en mogelijke overstap naar de magistratuur Wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 187bis, 191bis en 194bis Ger. W. met betrekking tot het statuut van de referendarissen bij het Hof van Cassatie (4-606) Inleiding Het wetsvoorstel tot wijziging

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JUNI 2006 P.06.0527.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0527.N 1. M. L. J. M., verdachte, met als raadsman mr. Johan Speecke, advocaat bij de balie te Kortrijk, 2. V. N. C. C., verdachte,

Nadere informatie

PERSMEDEDELING VAN HET KONINKLIJK VERBOND VAN VREDE- EN POLITIERECHTERS

PERSMEDEDELING VAN HET KONINKLIJK VERBOND VAN VREDE- EN POLITIERECHTERS PERSMEDEDELING VAN HET KONINKLIJK VERBOND VAN VREDE- EN POLITIERECHTERS Aansluitend op zijn persmededeling dd. 24 november 2017, neemt de raad van bestuur van het Koninklijk Verbond van Vrede- en Politierechters

Nadere informatie

AANBEVELINGEN INZAKE HARMONISERING VAN DE GERECHTELIJKE STAGE

AANBEVELINGEN INZAKE HARMONISERING VAN DE GERECHTELIJKE STAGE ECE Evaluatiecommissie Commission d évaluation Commissie voor de evaluatie van de gerechtelijke stage Commission d évaluation du stage judiciaire --------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2011 Anvers I 902 1 248 199 49 8 1159 Anvers II 666 16 158 137 21 14 854 Anvers III 815 3 315 279 36 7 1140 Anvers IV 1723 5 290 290 0

Nadere informatie

Rolnummer 4499. Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T

Rolnummer 4499. Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T Rolnummer 4499 Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 14, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals dat artikel

Nadere informatie

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016)

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016) NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) 2016-1 (27/07/2016) Potpourri IV - Wetsontwerp van 15 juli 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende

Nadere informatie

College van Procureurs-generaal stelt. jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor

College van Procureurs-generaal stelt. jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor Statistisch analisten van het Openbaar Ministerie College van Procureurs-generaal BRUSSEL College van Procureurs-generaal stelt jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor Persbericht 21 april

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2010 Anvers I 902 1 248 199 49 8 1159 Anvers II 666 16 158 137 21 14 854 Anvers III 815 3 315 279 36 7 1140 Anvers IV 1723 5 290 290 0

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2012 Anvers I 902 1 248 199 49 8 1159 Anvers II 666 16 158 137 21 14 854 Anvers III 815 3 315 279 36 7 1140 Anvers IV 1723 5 290 290 0

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Rolnummer 1361. Arrest nr. 83/99 van 15 juli 1999 A R R E S T

Rolnummer 1361. Arrest nr. 83/99 van 15 juli 1999 A R R E S T Rolnummer 1361 Arrest nr. 83/99 van 15 juli 1999 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 21, 1, tweede lid, van de wet van 18 juli 1991 tot wijziging van de voorschriften van het

Nadere informatie

Wetboek van 30 november 1939 der registratie-, hypotheek- en griffierechten (Vlaams Gewest)

Wetboek van 30 november 1939 der registratie-, hypotheek- en griffierechten (Vlaams Gewest) Wetboek van 30 november 1939 der registratie-, hypotheek- en griffierechten (Vlaams Gewest) Griffierechten (rolrechten, expeditierechten en opstelrechten). Griffierechten is een algemene beaming die wordt

Nadere informatie

HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE

HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE Het Hof van Justitie van de Europese Unie is een van de zeven instellingen van de EU. Zij omvat twee rechtscolleges: het Hof van Justitie en het Gerecht. Het Hof

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsregels

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsregels Samenvatting Maatschappijleer Rechtsregels Samenvatting door J. 867 woorden 25 mei 2013 6,8 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer dit is een gedragsregel die nageleefd moet worden, deze is afdwingbaar

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/5 Advies nr 17/2012 van 10 mei 2012 Betreft: Adviesaanvraag inzake het voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera

Nadere informatie

Standpunt van de Orde van Vlaamse Balies betreffende het deskundigenonderzoek

Standpunt van de Orde van Vlaamse Balies betreffende het deskundigenonderzoek Standpunt van de Orde van Vlaamse Balies betreffende het deskundigenonderzoek Het deskundigenonderzoek neemt in de burgerlijke procedure een belangrijke plaats in. Hoewel de rechters niet verplicht zijn

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2009 Anvers I 902 1 248 199 49 8 1159 Anvers II 666 16 158 137 21 14 854 Anvers III 815 3 315 279 36 7 1140 Anvers IV 1723 5 290 290 0

Nadere informatie

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Jan VAN DROOGBROECK De extern accountant en extern belastingconsulent is overeenkomstig

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 MAART 2015 P.14.1796.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1796.F PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE LUIK, tegen A. S., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie. I.

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

Audit Parket van BERGEN Sectie verkeerszaken Afdelingen BERGEN en DOORNIK

Audit Parket van BERGEN Sectie verkeerszaken Afdelingen BERGEN en DOORNIK Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Juni 2017 Audit Parket van BERGEN Sectie verkeerszaken Afdelingen BERGEN en DOORNIK Verslag goedgekeurd op 22 juin 2017 door de Verenigde advies-

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice

Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Advies v/d Hoge Raad voor de Justitie overeenkomstig artikel 259bis-12, 1 v/h gerechtelijke Wetboek bepalend dat de adviesen onderzoekscommissie

Nadere informatie

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003 ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003 O. Ref. : 10 / A / 2002 / 046 BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit tot bepaling van de bijzondere aanwervingsvoorwaarden van het statutaire en het contractuele

Nadere informatie

Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent;

Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent; HET HOF, Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent; Gelet op het arrest van dit Hof van 15 januari 1988; Over het eerste middel, gesteld als

Nadere informatie

Rolnummers 4519 en 4522. Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T

Rolnummers 4519 en 4522. Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T Rolnummers 4519 en 4522 Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : - de prejudiciële vraag betreffende artikel 4, derde tot vijfde lid, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande

Nadere informatie

Het Gerechtelijk Landschap

Het Gerechtelijk Landschap Naar een nieuwe architectuur Het Gerechtelijk Landschap Oriëntatienota voor Justitie Stefaan De Clerck, Minister van Justitie Met medewerking van Isabelle Dupré Noot aan de lezer De Minister van justitie

Nadere informatie

21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen.

21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen. 21 MEI 1965. - Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen. HOOFDSTUK II. - Toezicht Afdeling 1. - Algemene bepaling

Nadere informatie

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 SEPTEMBER 2014 P.14.1380.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1380.N O D B, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadslieden mr. Alain Vergauwen en mr. Pierre Monville, advocaten

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 3859 Arrest nr. 191/2006 van 5 december 2006 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 728, 2, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

ACTUALIA. Samengesteld door Flip Petillion Advocaat

ACTUALIA. Samengesteld door Flip Petillion Advocaat ACTUALIA Samengesteld door Flip Petillion Advocaat Wetgeving Het informatiesysteem Phenix: een nieuw hulpmiddel voor justitie Eén van de prioriteiten van de huidige regering is het wegwerken van de gerechtelijke

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 13 februari 2012 ADVIES 2012-8 met betrekking tot de openbaarheid van voorbereidende documenten

Nadere informatie

Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt Provincie Oost-Vlaanderen

Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt Provincie Oost-Vlaanderen Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt Provincie Oost-Vlaanderen REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE BETREFFENDE DE BIJSTANDSREGELING Art. 1. Het VSOA - Politie, hierna de organisatie genoemd, verdedigt de belangen

Nadere informatie

(plaats & XX XX XXXX datum) De vrederechter van het kanton XXX

(plaats & XX XX XXXX datum) De vrederechter van het kanton XXX (plaats & XX XX X datum) De vrederechter van het kanton Geachte vrederechter, Betreft: voorlopig bewind Het is u bekend dat ik bij vonnis van als voorlopig bewindvoerder aangesteld werd voor De beschermde

Nadere informatie

GERECHTELIJK WETBOEK

GERECHTELIJK WETBOEK Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie GERECHTELIJK WETBOEK HOOFDSTUK Vquinquies De evaluatie van magistraten Afdeling I Algemene

Nadere informatie

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. 12 AUGUSTUS 1993. - Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. - Bron : SOCIALE VOORZORG Publicatie : 21-08-1993 Inwerkingtreding

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Ombudsdienst Consumentengeschillen Advocatuur OCA

Ombudsdienst Consumentengeschillen Advocatuur OCA Orde van Vlaamse Balies www.advocaat.be Procedurereglement Staatsbladsstraat 8 B 1000 Brussel T +32 (0)2 227 54 70 F +32 (0)2 227 54 79 info@advocaat.be ondernemingsnummer 0267.393.267 Ombudsdienst Consumentengeschillen

Nadere informatie

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F. Rolnummer 5489 Arrest nr. 155/2012 van 20 december 2012 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 15 van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 SEPTEMBER 2013 C.12.0386.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0386.F EOS AREMAS BELGIUM nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. D. B. en 2. L. M. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Akkoordprotocol inhoudende een aantal maatregelen die een efficiënter procesverloop beogen in het Hof van Beroep en het Arbeidshof te Antwerpen.

Akkoordprotocol inhoudende een aantal maatregelen die een efficiënter procesverloop beogen in het Hof van Beroep en het Arbeidshof te Antwerpen. Akkoordprotocol inhoudende een aantal maatregelen die een efficiënter procesverloop beogen in het Hof van Beroep en het Arbeidshof te Antwerpen. Een gemengde werkgroep bestaande uit enerzijds magistraten

Nadere informatie

Spotlights - september 2012

Spotlights - september 2012 Spotlights - september 2012 De hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel In het Institutioneel Akkoord voor de Zesde Staatshervorming van 11 oktober 2011 werd de hervorming van het gerechtelijk

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016

Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016 Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016 Artikel 1 Dit huishoudelijk reglement bepaalt de werking en de nadere regels volgens dewelke de Federale

Nadere informatie

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening.

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. 5 JULI 1994. - Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. BS : 16-09-1994 in voege 16/09/1994 (art. 11) Gewijzigd door: KB BS in voege blz 04/07/2004

Nadere informatie

FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011

FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011 Mededeling FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011 Mededeling inzake de wet van 20 december 2010 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders van genoteerde vennootschappen Toepassingsveld:

Nadere informatie

Rolnummer 4495. Arrest nr. 49/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T

Rolnummer 4495. Arrest nr. 49/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T Rolnummer 4495 Arrest nr. 49/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 128, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 8 van de wet

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2019 P.18.0422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr P.18.0422.N A M G M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2012 P.12.0878.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0878.N M G M, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Leslie Roelants, advocaat bij de balie te Antwerpen. I.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Aanhef Inhoudstafel Franstalige versie Raad van State belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving Titel 9 MAART 2001. - Koninklijk besluit

Nadere informatie

ADVIES VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE BETREFFENDE HET WETSVOORSTEL INZAKE HET FEDERAAL PARKET 1

ADVIES VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE BETREFFENDE HET WETSVOORSTEL INZAKE HET FEDERAAL PARKET 1 Pagina 1 ADVIES VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE BETREFFENDE HET WETSVOORSTEL INZAKE HET FEDERAAL PARKET 1 Goedgekeurd tijdens de Algemene Vergadering van 6 december 2000 I. INLEIDING 1. De Hoge Raad

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

Krokusplan. Projectenplan van de Hoge Raad voor de Justitie. Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice

Krokusplan. Projectenplan van de Hoge Raad voor de Justitie. Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Krokusplan Projectenplan 2017 2020 van de Hoge Raad voor de Justitie Goedgekeurd door de Algemene Vergadering op 26 januari 2017 Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Januari 2017

Nadere informatie

GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI

GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI Benoemingsvoorwaarden en loopbaan van magistraten en het gerechtspersoneel

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 5841 * FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Vredegerechten en politierechtbank arrondissement Antwerpen [C 2018/10152] Beschikking tot vaststelling van de bijzondere reglementen van de Vredegerechten en de

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 1 december 2015 ADVIES 2015-94 Over de weigering om toegang te verlenen tot de inspectierapporten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 FEBRUARI 2015 P.14.1763.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1763.N J P A M D M, beklaagde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor

Nadere informatie

Strategische doelstelling

Strategische doelstelling Naar een nieuw Openbaar Ministerie in samenspraak met de politie Strategische doelstelling Een strafrechtelijk optreden moet maatschappelijk relevant zijn D.w.z. : Beteugeling strafbaar feit: I Binnen

Nadere informatie

VOORWOORD 3 INLEIDING 4

VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL 5 TREFWOORDENLIJST 13 KAART HOVEN VAN BEROEP 16 Kaart Hof van Beroep Antwerpen 17 Kaart Hof van Beroep Brussel 18 Kaart Hof van Beroep Gent 19 Kaart Hof

Nadere informatie

[Artikel 1. [ 1. De wedden van de ambtsdragers bij de Raad van State worden vastgesteld als volgt (in euro):

[Artikel 1. [ 1. De wedden van de ambtsdragers bij de Raad van State worden vastgesteld als volgt (in euro): [Wet van 5 april 1955 inzake de wedden van de ambtsdragers bij de Raad van State en de magistraten en leden van de griffie van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen] 1 (B.S. 23-4-1955) Historisch overzicht

Nadere informatie

VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING

VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Samenvatting

Nadere informatie

Rolnummer 3134. Arrest nr. 41/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T

Rolnummer 3134. Arrest nr. 41/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T Rolnummer 3134 Arrest nr. 41/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 3, 2, van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst, vóór de opheffing

Nadere informatie