INHOUDSOPGAVE PROVINCIALE STATEN VAN GRONINGEN VERGADERING VAN 10 DECEMBER 2014

Transcriptie

1 INHOUDSOPGAVE PROVINCIALE STATEN VAN GRONINGEN VERGADERING VAN 10 DECEMBER Opening en mededelingen Regeling van werkzaamheden en vaststelling agenda Bespreekpunten... 3 A.1 Rol PS in relatie tot de Dialoogtafel... 3 A.2. Uitvoering akkoord Vertrouwen op herstel, herstel van vertrouwen A.3. Integrale Bijstelling Begroting A.4. Voornemen verstrekken lening aan Ommelander Ziekenhuis Groep A.5. Voornemen sluiten realisatieovereenkomst Aanpak Ring Zuid A.6 Borging aanbevelingen Rekenkameronderzoek subsidie voor recreatie en vitaal platteland A.7 Voortgang gemeentelijke herindeling A.8 Project Blauwe Loper A.9 Regeling Verlaagd Tarief Hamerstukken Ingekomen brieven Notulen vergaderingen Provinciale Staten van 5 november Kortetermijnagenda volgende cyclus commissievergaderingen Sluiting

2 PROVINCIALE STATEN VAN GRONINGEN VERGADERING VAN 10 DECEMBER 2014 Voorzitter: M.J. van den Berg, commissaris van de Koning Griffier: mevrouw H. Engels-van Nijen Aanwezig 40 Statenleden: N. Bakker (VVD), B. Batterman (PvdA), J. Batting (PvdA), mevrouw S.M. Beckerman (SP), mevrouw A. Beenen (PvdA), C.M. Bezuijen (SP), R.H. van der Born (ChristenUnie), P.H.R. Brouns (CDA), L.A. Dieters (PvdA), mevrouw G. van Galen (GroenLinks), mevrouw P. de Graaf-Drijvers (D66), mevrouw S.J.F. van der Graaf (ChristenUnie), mevrouw D. Gruben-Abbas (PvdA), mevrouw K.A. Hazewinkel (PvdA), mevrouw A. Hemmes (SP), mevrouw N. Homan-Brinkman (GroenLinks), W.J. Hut (VVD), M.W.H. Jansen (PVV), A.J.M. van Kesteren (PVV), F.A.M. Keurentjes (CDA), mevrouw A.G. van Kleef-Schrör (CDA), R.M. Knegt (CDA), S.J. Krajenbrink (CDA), J.H. Mastenbroek (SP), J. Meesters (VVD), H. Miedema (GroenLinks), mevrouw I.P.A. Mortiers (PvdA), M. Oosterhuis (VVD), D. Ram (PVV), R.D. Rijploeg (PvdA), R.J. Schoenmaker (PvdA), H.J.B. Spoeltman (PvdA), G.J. Steenbergen (ChristenUnie), J.W.M. Veerenhuis-Lens (Vrij Mandaat), A.B. Vink (VVD), J.D. de Vries (D66), J. Wolters (SP), mevrouw K. de Wrede (PvdD), mevrouw E.M. Wulfse (VVD), T. Zwertbroek (D66) Afwezig: J.L. Swierenga (Fractie Swierenga), mevrouw G. Uuldriks-Van der Wielen (PvdA), R. Visser (PvdA), mevrouw Y.P. van Mastrigt (gedeputeerde) Aanwezige leden Gedeputeerde Staten: mevrouw M. Besselink, M. Boumans, W.J. Moorlag, H. Staghouwer, B.S. Wilpstra 1. Opening en mededelingen De VOORZITTER: Akkoord. Alle handen zijn geschud, geloof ik en ik open de vergadering van Provinciale Staten. Welkom aan de gasten van de Staten. Uw gastheer is de heer Nico Bakker van de VVDfractie in deze Staten en ik geloof dat hij gelijk maar op de publieke tribune is gaan zitten tussen u in. Hij zit er inderdaad al en hij houdt ons en wij hem in de gaten. U allen als gasten een heel interessante ochtend toegewenst, er is een aantal belangrijke agendapunten maar daar komen we zometeen wel op. We hebben enkele afwezigheidsmeldingen. Mevrouw Uuldriks en de heer Visser van de PvdA-fractie. Gedeputeerde Van Mastrigt is afwezig vanwege privéomstandigheden en ook de heer Swierenga is absent. Dan meld ik dat ik aan het eind van de middag, zo tegen halfzes, ikzelf een kort stukje ertussenuit moet en dan zal de heer Brouns mij vervangen. Ik hoop dan weer direct na de maaltijd aanwezig te zijn voorzover er dan nog agendapunt of er strikte noodzaak is. Het kan zijn dat we dan al klaar zijn, maar daar gaan we maar geen speculaties over doen. Rond kwart voor één is de lunch voorzien en rond kwart voor elf ongeveer de koffiepauze. Die is ook nodig in verband met een aantal andere directe contacten die we moeten hebben. Er is gerekend op een warme maaltijd aan het einde van de middag. Zelfs al gaan we vanavond niet doorvergaderen en zijn we aan het eind van de middag al klaar, dan is er een warme maaltijd voor degenen die dat believen. 2. Regeling van werkzaamheden en vaststelling agenda a. Behandelvoorstellen De VOORZITTER: Het spreektijdvoorstel was 15 minuten per fractie. Dat betekent 55 minuten voor het College. Is dat akkoord? Dat is het geval en dus bij dezen vastgesteld. Zonder beraadslaging of stemming wordt met het voorstel ingestemd. b. Vaststelling agenda (A- en B-lijst) 2

3 De VOORZITTER: We hebben negen bespreekpunten op de agenda staan. Aan het eind van de agenda worden normaliter de notulen van de vorige vergadering vastgesteld. Echter, deze hebt u net deze week in concept ontvangen, dus de vaststelling ervan nemen we in de volgende Statenvergadering mee. Zonder beraadslaging of stemming wordt met het voorstel ingestemd. 3. Bespreekpunten A.1 Rol PS in relatie tot de Dialoogtafel Brief van GS van 31 oktober 2014, nr /44/A.16, BJC betreffende rol PS in relatie tot de afspraken aan de Dialoogtafel De VOORZITTER: Aan de orde is de brief van het College van 31 oktober 2014 over de rol van Provinciale Staten in relatie tot de afspraken aan de Dialoogtafel. Net zoals bij de vorige Statenvergadering moet ik nog melden dat mevrouw Hazewinkel van de Partij van de Arbeid niet zal deelnemen aan de beraadslagingen over dit onderwerp en ook niet bij het tweede agendapunt zometeen over de stand van zaken van het Akkoord. Dat is om dezelfde reden zoals de vorige keer was opgegeven en mevrouw Hazewinkel wil graag dat we dat hier ook nog even een keer expliciet duidelijk maken. Dan gaan we naar de sprekers en begin ik bij de Partij van de Arbeid. De heer Dieters heeft het woord. De heer DIETERS (PvdA): Een dialoog is pas een dialoog als de deelnemers gelijkwaardig aan de tafel deelnemen. Dat men wil luisteren naar anderen en niet aanzit met een eigen hard standpunt in een rol van mede-eigenaarschap en co-creatie vooral in het streven naar consensus en breed draagvlak over de te nemen maatregelen, in dialoog bereikt. Wij realiseren ons dat we veel van de partijen vragen. Het is niet vrijblijvend. Het vraagt om moed om over de eigen schaduw heen te kunnen stappen in het volle besef dat de uitkomsten in de eigen achterban verdedigd moeten worden. Ga er maar aan staan in dit omvangrijke en lastige dossier. Daarbij heeft iedere partij haar eigen kader, ook onze vertegenwoordiger. Een kader vastgelegd in het provinciaal beleid, vertaald in het afgesloten akkoord en als zodanig afrekenbaar. En ja, soms gaan zaken traag, soms is het moeilijk, maar soms gaat het ook snel zoals vorige week bleek bij een drietal zaken die naar buiten kwamen, te weten: een arbitragecommissie voor geschillen, een waardedalingsregeling voor huizen die op de helling moeten en dat het Rijk de regie van de NAM moet overnemen. En er is ook gesproken over een aanvulling op het Akkoord: dit hebben we kunnen lezen in de verslagen en in de pers. In de commissie heeft de Partij van de Arbeid gezegd in te kunnen stemmen met de voorstellen uit de brief over de rol van PS in relatie tot de afspraken aan de Dialoogtafel. De reden: wij vonden dat we als Staten daarnaast voldoende instrumentarium tot onze beschikking hebben om indien nodig sturing c.q. richting te geven aan onze vertegenwoordiger met verslagen, agenda s en langetermijnagenda s van de Dialoogtafel als voedingsbodem. Deze zijn immers via de website openbaar toegankelijk en snel beschikbaar. Uit de discussie in de commissie bleek echter dat er een ruime meerderheid van de fracties behoefte had aan meer transparantie, aan meer informatie voor sturing richting onze vertegenwoordiger. Laat één ding helder zijn: er is wat de Partij van de Arbeid betreft maar één groot belang en dat is die van onze inwoners, zij die de last van de gaswinning ervaren. Daarin staan wij als fractie niet alleen, dat wordt denken wij hier in dit huis breed gedragen. Wij moeten daarom ervoor waken dat het niet te stroperig wordt, want haast is immers geboden. Maar gehoord de discussie en de gemaakte opmerkingen kan onze fractie met de meerderheid meegaan in een uitwerking van het procesvoorstel zoals dat door die meerderheid wordt beoogd. Straks wordt daartoe ook een motie ingediend die wij ook als Partij van de Arbeid wel willen steunen. Afsluitend een paar suggesties. Verslagen, agenda s en langetermijnagenda s van de Dialoogtafel kunnen wij van de website afhalen. Maar misschien is het toch een idee, omdat bij de inrichting van de nieuwe ipad volgend jaar voor de nieuwe Staten, dit als punt mee te nemen. 3

4 Mevrouw WULFSE (VVD): Zoals aangegeven in de commissie door onze fractie is het natuurlijk vreemd dat je als gekozen volksvertegenwoordiger geen agenderende rol hebt en moet afwachten wat je gedeputeerde bepleit. Wekelijks word ik gebeld en krijg ik mails die betrekking hebben op de bevingen. Mirjam, wat kun je voor ons doen? is dan vaak de vraag. Wat doet de VVD eigenlijk voor de veiligheid van de bevolking? Wat betekenen jullie en wat doen jullie als zaken niet goed lopen? Dan kan ik tot nu toe aangeven waar wij voor gepleit hebben en dat is het volgende Niet geld is leidend maar maatregelen, schade, waar dan ook, moet vergoed en hersteld worden en veiligheid voorop, waardevermeerdering wat grote schade is en het eerst bij particulieren, meer inwoners aan de Dialoogtafel, snel handelen, overbodige regels schrappen en een innovatiepark mogelijk maken, de opleiding Aardbevingsbestendig Bouwen initiëren, aandacht voor schade voor boeren in mestkelders en de economische stimulans niet frustreren. We kunnen dit aangeven, persberichten maken, het College bevragen, maar we moeten feitelijk afwachten of het College daadwerkelijk iets doet met die informatie. Maar dat kan anders. Als Statenlid vind ik dat ik mijn vertegenwoordigende rol moet kunnen vervullen. Als fractievoorzitter dat ik van betekenis moet zijn voor die kleine kiezers die op de VVD gestemd hebben. En als inwoner van Groningen wil ik kunnen vertrouwen op een democratisch systeem. Als buurvrouw wil ik mijn buren kunnen aankijken. Dat kan als we eigenlijk regelen hoe wij als volksvertegenwoordigers onze taak kunnen vervullen in dit dossier en daartoe hebben we de volgende motie opgesteld. Die wordt mede ingediend door D66, de ChristenUnie, de SP, het CDA en de PVV. Ik hoop, voorzitter, dat u nog een frisse keel hebt want het is een flinke tekst. De VOORZITTER: Dat is de motie met nummer 1, getiteld De Staten en de Dialoogtafel, ingediend door de fractie van de VVD mede namens D66, de ChristenUnie, de SP, het CDA en de PVV: Provinciale Staten van Groningen, in vergadering bijeen op 10 december 2014, Overwegende dat het College van Gedeputeerde Staten de leden van Provinciale Staten vertegenwoordigt aan de Dialoogtafel; de maatregelen die in het akkoord Vertrouwen op herstel en herstel van vertrouwen, hierna te noemen het Akkoord staan, de basis van het provinciale beleid vormen en als zodanig door de provinciale vertegenwoordiger in de discussies aan de Dialoogtafel ingebracht worden; binnen deze kaders allerlei keuzes gemaakt kunnen worden, waar de Statenleden achteraf van op de hoogte gesteld worden; Constaterende dat de leden van Provinciale Staten hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol volledig willen vormgeven; de leden van Provinciale Staten als volksvertegenwoordigers veelvuldig worden aangesproken op de resultaten uit het Akkoord; er in Provinciale Staten behoefte is, zowel vooraf als achteraf, beter geïnformeerd te worden over het overleg aan de Dialoogtafel in het algemeen en de inbreng van GS in het bijzonder; er behoefte bij Provinciale Staten bestaat de agenda van de Dialoogtafel te agenderen als bespreekpunt; er hiervoor een vorm gevonden dient te worden die niet vertragend werkt; Verzoeken het College van Gedeputeerde Staten het volgende procesvoorstel uit te voeren: 1. de informatiefrequentie ophogen a. door maandelijks een kort GS-memo te agenderen in een overleg met de Statenfracties; b. door het overleg met de Statenfracties te organiseren binnen het ritme van de vergaderingen van de Dialoogtafel, waarbij een GS-memo wordt aangeleverd twee weken vóór de volgende vergadering van de Dialoogtafel, zodat in de week voorafgaand aan de Dialoogtafel een overleg met de Statenfracties kan plaatsvinden; c. door in bijzondere situaties zonodig mondeling en naast c.q. buiten de reguliere vergaderfrequentie van het overleg over het GS-memo de Staten te informeren; d. bijzondere situaties kunnen bijvoorbeeld ontstaan bij politiek gevoelige nietvoorziene ontwikkelingen die tot maatschappelijke onrust en media-aandacht kunnen leiden; 2. sturen aan de voorkant a. door in het GS-memo de belangrijkste onderwerpen te benoemen die voorzienbaar op de (eerstvolgende of een volgende) agenda van de Dialoogtafel worden gezet met 4

5 een toelichting op de problematiek, de ontwikkeling daaromtrent en de inzet van de provincie; b. door per onderwerp zomogelijk expliciet te benoemen of en zo ja, welk (vastgesteld) provinciaal beleid en door de Staten vastgestelde kaders hierbij worden geraakt en welke concrete beïnvloedingsmogelijkheden er vanuit de provincie zijn per onderwerp; 3. controle achteraf a. door in het GS-memo verantwoording af te leggen over de belangrijkste onderwerpen die aan de Dialoogtafel zijn besproken met een annotatie per agendapunt over het bereikte resultaat, zodat voor PS inzichtelijk wordt wat de inzet van de provincie heeft opgeleverd en ook kan worden gereflecteerd op welke wijze de inzet in de toekomst mogelijk kan worden verbeterd; 4. rol van de Staten borgen a. door bij de geplande evaluatie van de Dialoogtafel in de zomer van 2015 expliciet aandacht te besteden aan de rol van de Staten bij de Dialoogtafel door op basis van de ervaringen met de hierboven beschreven werkwijze, vervolgens de gewenste werkwijze rond informatievoorziening en sturing vast te leggen in een Statenbesluit, dat wordt voorbereid door het College van GS; En gaan over tot de orde van de dag! Mevrouw HOMAN (GroenLinks): Ik heb een interruptie, maar laat ik beginnen te zeggen dat we alle respect hebben voor voortschrijdend inzicht. Toch wil ik specifiek even iets vragen. De rol van en de werkwijze rond de Dialoogtafel zijn mijns inziens niet veranderd. Aan het begin hebben we uitgebreid gesproken over deze rol, werkwijze en vertegenwoordiging aan de Dialoogtafel. Wat is er dan veranderd dat u nu zegt dat u meer inspraak wilt voor- en achteraf? Mevrouw WULFSE (VVD): Er is eigenlijk helemaal niets veranderd en zeker niet met betrekking tot de rol van de Dialoogtafel. Maar toen de Tafel is ingesteld, waren eigenlijk de rol en de taak van de Staten niet omschreven. Wij hebben eigenlijk tot de zomer aangegeven dat we erachter staan, de Dialoogtafel een kans geven, onze eigen rol beperken en zouden afwachten wat eruit komt. De gedeputeerde brengt af en toe verslag uit en daar blijft het bij. We zouden na de zomer kijken hoe we dat gaan invullen. Wij zien dit als een invulling van iets wat we afgelopen januari hebben afgesproken. Mevrouw HOMAN (GroenLinks): Maar mag ik dan de conclusie trekken dat u niet tevreden bent over wat u nu terughoort, over in ieder geval van hoe de gedeputeerde dat vormgeeft aan de Dialoogtafel? Mevrouw WULFSE (VVD): Het heeft er niets mee te maken dat we niet tevreden zouden zijn of we het niet eens zouden zijn met de resultaten. Het gaat ons puur om de volksvertegenwoordigende rol. Ik word wekelijks g d en gebeld en dat wordt er gevraagd: Wat is jullie inbreng? En om dan te zeggen dat we afwachten wat de gedeputeerde ons terugbrengt is volstrekt onvoldoende. Dit dossier is veel te belangrijk. We hebben als provincie geen aardbevingenbeleid maar we vinden dat wij als Staten wel iets mee moeten kunnen doen. En het moet niet vertragend werken, maar we willen het wel vooraf agenderen. De heer MASTENBROEK (SP): Mijn fractie is nog nooit echt vóór de Dialoogtafel geweest, maar nu die er is moeten wij het er voorlopig maar mee doen en moet hij in ieder geval goed werken. In de commissie hebben wij daarom net als de VVD erop aangedrongen dat onze Staten beter betrokken worden bij die Dialoogtafel. Wij willen niet meer in de krant lezen wat wij eigenlijk vinden. Het onderwerp aardgas en aardbeving is belangrijk genoeg om daar meer aandacht aan te besteden en wij hebben daarom mede de motie ingediend die de VVD zojuist bij u heeft ingediend, voorzitter. Graag hoor ik wat GS van die motie vindt. De heer DIETERS (PvdA): Ik zat even na te denken over in de krant lezen wat wij vinden. Kent de SP ook wel de belangrijke organisaties die aan tafel zitten bij belangrijke onderwerpen? Maar nu zegt u dat wat de Dialoogtafel vindt, wij als Staten ook vinden. Tenminste, zo begreep ik het. Heb ik dat juist? Want dat is dus niet waar. De heer MASTENBROEK (SP): Nee, dat hebt u niet juist en dat is inderdaad niet waar. Het gaat mij om de inbreng van de provincie aan de Dialoogtafel. Wij lezen regelmatig in de krant dat de gedeputeerde bij de Dialoogtafel iets zal gaan voorstellen of iets heeft voorgesteld. Meestal is er de dag na de vergadering nieuws over de Dialoogtafel. Niet zelden is dat ook conform de inzet van de 5

6 provincie. Maar dat kunnen wij pas achteraf vaststellen en daar zijn wij wel behoorlijk klaar mee, moet ik u zeggen. De heer DIETERS (PvdA): Nu heb ik op mijn tafel, meneer Mastenbroek, een verslag liggen van 2 december dus van vorige week met de uitkomsten van de Dialoogtafel van die vergadering. Dat verslag is helder over wat daar is besproken. Dat geeft u toch ook de mogelijkheid binnen de instrumentaria die wij als Staten hebben om daar iets van te vinden door middel van schriftelijke vragen, door middel van het debat hier in de Staten? Bent u dat met mij eens? De heer MASTENBROEK (SP): Ja, dat lijkt mij een feit van algemene bekendheid dat dat zo is. Maar het gaat er mij juist om dat het verslag naar zijn aard pas achteraf is. Wij krijgen pas na afloop van een verslag van wat er is besproken, wij krijgen bijvoorbeeld ook niet of zeer marginaal een agenda van de Dialoogtafel. En dat vinden wij verkeerd. Ik vind overigens dat dat verslag ook nog niet echt heel duidelijk of uitgebreid is: het is een zeer beknopt wat mij betreft. Het punt dat wij willen maken en daarom hebben wij die motie mede ingediend is dat wij vooraf met de vertegenwoordiger van de provincie aan de Dialoogtafel willen bespreken wat er aan de orde zal komen en wat de inzet van de provincie daarin is. De heer DIETERS (PvdA): Nogmaals: ik heb op mijn tafel een zeer uitgebreid verslag liggen van meerdere kantjes. Daar staat wel een aantal besluiten in, maar wel genomen in dialoog dus ook met respect naar andere organisaties toe. Deelt u dat met mij? De heer MASTENBROEK (SP): Ik weet niet hoeveel kantjes het is, ik lees het verslag altijd op de ipad. Maar daar gaat het ook helemaal niet om. Het gaat er ook helemaal niet om dat er een Dialoogtafel is en dat er dialoog plaatsvindt. Daar zijn wij ook niet vóór, maar dat is niet nu het onderwerp dat we aan de orde willen brengen. Waar het om gaat is dat wij vooraf willen weten wat er besproken zal gaan worden en wat de inzet is van de provincie. Ik heb het volgens mij nu drie keer gezegd. De heer BROUNS (CDA): De rol van de Dialoogtafel en dat is ons allen in deze Staten wel bekend is een hele belangrijke als het gaat om het akkoord Vertrouwen op herstel en herstel van vertrouwen dat we straks hier nog als tweede agendapunt zullen bespreken. Dat heeft met name ook te maken met het tweede deel van de titel van dat akkoord en dat is Herstel van vertrouwen. Aan die Dialoogtafel zitten de belanghebbenden met hun verschillende rollen in dat aardbevingsgebied en die proberen onderling met elkaar overeenstemming te bereiken over hoe we het beste met die problematiek kunnen omgaan en vooral ik denk dat dat niet genoeg benadrukt kan worden hoe we met de veiligheid in dat gebied omgaan. Ik denk dat dat wel het allerbelangrijkste is: het gaat om veiligheid in eerste instantie en vervolgens in tweede instantie om het aantrekkelijk houden van het gebied, ervoor zorgen dat er voldoende werkgelegenheid in dat gebied is en dat mensen daar met plezier kunnen wonen. Maar met plezier wonen begint met veiligheid. Er is net een motie door de VVD ingediend die ook door ons mede is ondertekend. Het is belangrijk om onze vertegenwoordiger aan die Dialoogtafel vanuit deze Staten de goede voedingsbodem en boodschap mee te geven wat wij vanuit onze publieke functie belangrijk vinden om in het kader van die veiligheid en kunnen realiseren om goed te kunnen wonen in dat gebied. En op de manier waarop daar in de motie in is voorzien denken wij dat wij vanuit de Staten die rol ook eigenstandig kunnen invullen. Dat wij aan onze vertegenwoordigende boodschapper kunnen meegeven en nadat de Dialoogtafel vergaderd heeft, ook teruggekoppeld kunnen krijgen wat er met die boodschap is gebeurd en in hoeverre die boodschap ook uiteindelijk in de besluitvorming terug te vinden is. En daar kan dat is in dit huis gebruikelijk het College dan verantwoording over afleggen. In die zin was voor ons de motie eigenlijk niet noodzakelijk geweest, want wij vinden dat een vanzelfsprekend proces. Het College gaat met de kaders van deze Staten op pad en legt achteraf verantwoording af over wat men met die kaders heeft gedaan en hoe men die kaders heeft ingevuld. Er in dit geval omdat het een heel groot dossier is met een enorme impact vinden wij het goed dat dit nog eens een keer helder op papier verwoord is met een motie. Maar nogmaals: wat ons betreft is dat wel een bestendige gedragslijn in deze Staten. En dan kom ik ten slotte bij het tweede agendapunt, als we het over het Akkoord zelf hebben, nog wel op het volgende terug. Ik denk dat het heel erg belangrijk is dat we ook eensgezind gáán opereren. Wat te vaak ontstaat de indruk dat er verschillende invalshoeken zijn, verschillende belangen zijn. De beeldvorming is ook dat het Akkoord niet op stoom komt qua uitvoering en in dat opzicht van ons straks bij het tweede agendapunt een pleidooi om daarin te gaan opschalen, de 6

7 vliegen niet van elkaar af te vangen, maar inderdaad zoals de voorzitter van de Dialoogtafel ook al aangekondigd heeft een Deltaplanachtige aanpak te creëren waarin de publieke verantwoordelijkheid nadrukkelijk ook genomen wordt. De heer ZWERTBROEK (D66): Wij als Provinciale Staten hebben een kaderstellende en een controlerende rol. Dat betekent dat wij zowel vooraf al achteraf ons zegje moeten doen over voordrachten, processen en ga zo maar door. In het belang van de problematiek die wij kennen in Noord-Groningen is het van belang dat wij dat ook bij de Dialoogtafel hebben. Want zoals mevrouw Wulfse zei: je wordt op straat aangesproken, je wordt in de supermarkt aangesproken, je wordt altijd aangesproken. Want je maakt deel uit van de politiek en zit aan tafel bij de Dialoogtafel. Dus het is van belang dat wij ook van tevoren wat moeten zeggen. Het gaat erom dat wij uiteindelijk inhoudelijk een toegevoegde waarde kunnen geven aan de Dialoogtafel. Wij geven het geld, dus wij moeten ook wat kunnen zeggen over datgene wat er gaat gebeuren. En dat is ook de reden dat wij mede-indiener zijn van de motie die zojuist door de VVD is ingediend. Als het gaat om de rest zal ik daar bij het volgende agendapunt verder over uitweiden. De heer JANSEN (PVV): De PVV is nooit erg enthousiast geweest over de Dialoogtafel. Toen de aanbevelingen van de commissie-meijer Statenbreed werden gesteund, hebben wij een notitie toegevoegd waarin wij stelden dat een uitkoopregeling tot de mogelijkheden zou moeten behoren en de Staten betrokken zouden blijven bij de uitwerking van de Dialoogtafel. Dit is onzes inziens onvoldoende gebeurd en wij steunen dan ook de motie die op initiatief van de VVD is opgesteld. Dit aangezien de Dialoogtafel nu eenmaal een realiteit is en wij het van belang vinden dat wij als volksvertegenwoordigers niet alleen achteraf maar ook als sturend en kaderstellend orgaan nauwer betrokken raken. Mevrouw VAN DER GRAAF (ChristenUnie): In de Statenvergadering van februari van dit jaar heeft de ChristenUnie uitgesproken dat wij de Dialoogtafel heel graag een kans willen geven. Het is een nieuw instrument dat wordt ingezet met de functie van adviesorgaan en het zijn van een klankbordgroep. Het is een andere aanpak en levert als het goed is meer betrokkenheid op rond de besluitvorming. Bijna acht maanden later zien we wel een wisselend beeld. De grote meerwaarde is wat ons betreft dat verschillende partijen en belanghebbenden met elkaar om tafel zitten, korte lijnen hebben en belangrijke zaken met elkaar kunnen wisselen om zo een bijdrage te kunnen leveren aan het herstel van vertrouwen. Maar aan de andere kant zien we ook veel ruimte voor verbetering als het gaat om de stroperigheid die er in de besluitvorming is en de onduidelijkheid over de status van de Tafel of het nu een bestuursorgaan is of niet. Ook de deelnemers aan de Dialoogtafel zelf schetsen dat beeld en we krijgen ook te horen van bewoners dat ze lang niet altijd een reactie krijgen op een e- mail of een brief die ze sturen aan de Dialoogtafel. Wat dat betreft moet er écht verbetering in komen. De deelnemers aan de Tafel zitten er met een mandaat en zo zit ook onze gedeputeerde namens de provincie en namens Provinciale Staten aan tafel. En wij hechten er dan ook aan dat Provinciale Staten op een goede en gedegen manier betrokken zijn bij de uitvoering van het akkoord Herstel van vertrouwen en vertrouwen op herstel. Het voorstel in de motie die zojuist door de VVD is overhandigd mede namens onze fractie, komt tegemoet aan onze wens. We willen graag meteen van de gelegenheid gebruik maken om vooraf alvast iets mee te geven aan het College. Wij willen dat de besluiten of de besprekingen van de Dialoogtafel uitgebreider worden gerapporteerd en dat zij ook openbaar zijn. Of dat nu is in de memo s die aan de Staten zullen worden gestuurd of dat de notulen die op de website komen van de Dialoogtafel, een breder inzicht geven in wat er besproken is. Wij geven dit punt graag mee aan het College vooraf om aan de Dialoogtafel te agenderen. Mevrouw HOMAN (GroenLinks): De leden van de commissie-meijer stelden vast dat het vertrouwen in de rijksoverheid en de NAM onder de inwoners van Oost-Groningen ver te zoeken was. Om dit vertrouwen te herstellen stelde de commissie voor een Dialoogtafel op te richten. GroenLinks was en is tevreden over het idee van de Dialoogtafel. Het is een nieuwe manier van werken waarbij overheden, bedrijven, verenigingen en coöperaties zich laten vertegenwoordigen aan één tafel. Maar we zagen ook direct de schaduwzijde en de valkuilen van deze manier van werken. En dat is namelijk de onevenredige verdeling van macht, middelen en menskracht aan deze Tafel. Want laten we wel wezen: het ambtenarenapparaat of de medewerkers van de NAM kunnen allemaal niet vergeleken worden met alle respect met instanties als de Groninger Bodembeweging en de Vereniging Groninger Dorpen. De ondersteuning verschilt onzes inziens te veel en daar zit wat ons 7

8 betreft het probleem en niet bij de inspraak van de Staten op de input van de gedeputeerde. Dat andere partijen voorafgaand aan de Dialoogtafel een boodschap willen meegeven vinden wij dan ook absoluut niet passen in het vertrouwen dat de gedeputeerde hoort te krijgen zeker van zijn eigen coalitie. Om bij ieder agendapunt de gedeputeerde een expliciete boodschap mee te gaan geven lijkt ons onhaalbaar, want daarvoor verschillen de partijen en de ideologieën hier in deze zaal te veel. De heer ZWERTBROEK (D66): Is mevrouw Homan het met mij eens dat het niet gaat over het vertrouwen in de gedeputeerde dat wij natuurlijk hebben? Hij is onze vertegenwoordiger aan de Tafel. Maar wij hebben ook een kaderstellende rol die zelfs grondwettelijk is vastgelegd en die wij óók dienen uit te oefenen. En juist bij zo n belangrijk onderwerp is het toch van belang dat wij dit doen? Mevrouw HOMAN (GroenLinks): Die kaderstellende rol hebben wij daar neergelegd en wij hebben ook een controlerende rol zeker weten maar het is ook een kwestie van loslaten. We hebben het rapport van de commissie-meijer, we hebben een duidelijk Tafelvoorstel gehad. Daar hebben wij hier mee ingestemd en daarmee hebben wij onze gedeputeerde op pad gestuurd. De heer ZWERTBROEK (D66): U hebt het over loslaten. Wij laten los, want wij zitten aan de Dialoogtafel. Maar tegelijkertijd is er wel ontwikkeling op ontwikkeling zeker in dit dossier. Dat vergt nogal wat energie en dat verandert van dag tot dag. Zoals mevrouw Wulfse al zei: je wordt er op straat over aangesproken. Is het dan juist niet van belang dat wij zo vaak mogelijk wat mij betreft elke week het hebben over de Dialoogtafel en de uitkomsten daarvan, zodat wij zo actueel mogelijk maar zonder het proces te vertragen de mensen kunnen helpen op de beste manier? Bent u dat met mij eens? Mevrouw HOMAN (GroenLinks): Nee, dat ben ik dus niet met u eens. Want we hebben een duidelijke richtlijn en mensen op pad sturen met een duidelijke boodschap is prima. Alleen, volgens mij is het een onderhandelingstafel en dat heeft mevrouw Van der Graaf ook duidelijk aangegeven. Dus je weet niet hoe zo n onderhandeling aan de Tafel precies eruit gaat zien en je kunt niet als er zeventien of achttien mensen aan een tafel zitten van tevoren weten wat er precies gezegd moet worden. Bovendien, wat ik net schetste: de ideologieën en de partijen verschillen gewoon te veel om de gedeputeerde met één duidelijke boodschap op pad te sturen. Mevrouw WULFSE (VVD): Even inhakend op dat laatste: u zegt dat de ideologieën te veel verschillen. Daarom zitten we hier in een democratisch huis en het is natuurlijk heel goed mogelijk om in een vergadering het democratische proces zijn gang te laten gaan. Dan komt er een uitkomst uit en die wordt bij meerderheid besloten. Dus hoe ziet u dat? Mevrouw HOMAN (GroenLinks): Maar dan zou u dat hier moeten doen, dan moet u niet zeggen dat u het loslaat en het bij de Dialoogtafel neerlegt. Mevrouw WULFSE (VVD): Ik denk dat u de stap van het meegeven van informatie, adviezen en meningen uit de Staten overslaat. U zegt dat wij de kaders hebben meegegeven. Nu, we hebben een heel breed rapport. Maar we hebben geen aardbevingenbeleid, dus we kunnen dat op honderden manieren invullen en uitleggen en dat is de kern van de zaak die wij willen meegeven aan de gedeputeerde. Dus ik moet constateren dat GroenLinks die stap denkt te kunnen overslaan in het democratisch proces. Bent u dat met mij eens? Mevrouw HOMAN (GroenLinks): Nee, dat ben ik absoluut niet met u eens. Want volgens mij hebben we hier gewoon een nieuwe manier van werken waarbij overheden, bedrijven én instellingen samenwerken en vindt u het moeilijk om dit los te laten. Mevrouw WULFSE (VVD): Als laatste, want ik word toch uitgedaagd om even daarop te reageren als het mag, voorzitter. U zegt dat wij het moeilijk vinden om dat los te laten. Maar uiteindelijk láten wij dat los. De gedeputeerde gaat aan tafel zitten, hij bespreekt het met veertien andere partijen en daar komt iets uit. En met wat daaruit komt gaan wij natuurlijk akkoord. Maar van tevoren willen wij de gedeputeerde iets meegeven. De heer MASTENBROEK (SP): Ja, dat is inderdaad het punt: het gaat er niet om om het proces van de Dialoogtafel te veranderen, dat is nu eenmaal zoals het is daar zijn we het overigens niet mee 8

9 eens. Maar vindt u het niet belangrijk dat wij over de input van de provincie nog wat kunnen zeggen? Dat is toch waar het om gaat? Het gaat niet om het veranderen van de Dialoogtafel. Mevrouw HOMAN (GroenLinks): Nee, maar ik heb het idee dat wij die mogelijkheid nu allang hebben. En als ik mijn rondje doe langs de mensen die aan de Dialoogtafel zitten, dan zijn wij erg tevreden met het doel dat zij nastreven. Volgens mij is dat uiteindelijk waar het om gaat. De heer ZWERTBROEK (D66): Ja, maar wij weten toch niet van elke vergadering wat er wordt besproken aan de Dialoogtafel? Dus het is toch volkomen logisch dat we er dan vaker over spreken. We zien dan de agenda en dan kunnen we juist met de gedeputeerde kijken wat wij als provincie daar nu van vinden om die eendracht ondanks alle politieke verschillen te waarborgen. Mevrouw HOMAN (GroenLinks): Ja, ik kom toch steeds weer terug op dat loslaten in vertrouwen. Dat is een rapport van de overheid waarin heel duidelijk wordt aangegeven dat de overheid gedeeltelijk moet loslaten als zij ook wil luisteren naar burgers, instellingen en bedrijven. En dat is waar het volgens mij hierom gaat: we hebben een duidelijke richting en boodschap meegegeven aan de gedeputeerde. Als er essentiële zaken zijn, dan gaan we ervan uit dat de gedeputeerde dat naar ons terugkoppelt en dan kunnen we dat agenderen. Dat is zoals het nu gaat en volgens mij is dat de essentie waar het om draait. Maar ik ben benieuwd wat het antwoord van de gedeputeerde daarop is. Volgens mij is het duidelijk: GroenLinks is vóór een grotere ondersteuning van de Dialoogtafel door geld, middelen en menskracht. En als de Dialoogtafel dáárom zou vragen, zou zij zeker onze steun krijgen. De heer VEERENHUIS-LENS (Vrij Mandaat): Ik blijf bij mijn standpunt dat de Dialoogtafel niet in beslotenheid moet plaatsvinden, maar dat zij openbaar hoort te zijn en het liefst eigenlijk nog interactief. We hebben internet en iedereen zou daar dan in mee kunnen doen en zijn of haar inbreng kunnen leveren in directe zin. Daar hebben we dan ook geen volksvertegenwoordigers voor nodig. Ik wil graag afwachten wat de gedeputeerde in eerste termijn antwoordt voordat ik mijn oordeel over de motie zal geven. Mevrouw DE WREDE (PvdD): Mijn sjaal zit er wat voor, maar u ziet dat ik in de kerstsfeer ben gekleed en op deze laatste Staten vóór de kerst wil ik dan ook op deze manier aandacht vragen voor een vegetarisch kerstdiner, zodat het voor de dieren zoals het met kerst heet ook feest mag zijn. Dan over de Dialoogtafel. Wij zijn nooit heel enthousiast geweest over de Dialoogtafel, maar hij is nu realiteit zoals ook andere partijen naar voren is gebracht. Het lijkt ons goed om daar dichterbij betrokken te zijn en wij zullen dan ook de ingediende motie steunen dan wel alsnog mede indienen als dat procedureel nog mogelijk is. De VOORZITTER: De Fractie Swierenga is niet aanwezig. Dan zijn we bij Gedeputeerde Staten, de heer Moorlag. De heer MOORLAG (gedeputeerde): De Dialoogtafel is een platform dat gesticht is om medeeigenaarschap te gaan creëren en om co-creatie mogelijk te maken, niet alleen met overheden maar vooral ook met partijen uit het maatschappelijke middenveld. Daarmee vult de Dialoogtafel een gat, want gaswinning was tot dusverre exclusief domein van de rijksoverheid en van de NAM. Dat betekende dat alles wat daarmee samenhing nogal geïsoleerd in Den Haag en op de burelen van de NAM werd besloten. Dat is met het advies van de commissie-meijer tot het stichten van de Dialoogtafel doorbroken. De SP zegt bijvoorbeeld dat zij de Tafel helemaal niet ziet zitten, maar mijn vraag aan de SP zou dan zijn: wilt u terug naar de oude situatie toen er geen mede-eigenaarschap was gecreëerd en co-creatie niet mogelijk was? De heer MASTENBROEK (SP): Nee, dat willen wij niet. Wij willen dat de Dialoogtafel openbaar wordt, dat er een duidelijkere stem van de bewoners uit het gebied erin doorklinkt. Dat hebben we allemaal al gewisseld, dus ik denk niet dat dat een terechte vraag is. Als u even naleest wat wij in het eerste debat over de Dialoogtafel hebben gezegd, weet u wat wij daarvan vinden en dan vind ik het niet zo sjiek dat u hier die vraag op deze manier stelt. De heer MOORLAG (gedeputeerde): Die vraag werd opgeroepen door het feit dat in de bijdrage van de SP werd gezegd dat zij geen voorstander was van de Dialoogtafel. Dan is mijn vraag: wat zou een beter werkend alternatief kunnen zijn? 9

10 Ik voelde me wel erg aangesproken door de bijdrage van mevrouw Homan. Zij zegt dat de Dialoogtafel ook loslaten betekent. Als provincie zijn wij niet de leading lady aan de Dialoogtafel, we zijn een van de veertien partijen en dat maakt het ook lastig om daarbij een dominante invloed op de besluitvorming te hebben. Waar het gaat om de kaders en het vertrekpunt die bewaak ik ook heel nauwgezet is het akkoord dat in januari is gesloten, volgens mij het kader en het richtsnoer voor het handelen en innemen van standpunten aan de Dialoogtafel. En daar mag u mij op controleren. Aan de andere kant is het wel zo dat ook andere partijen iets kunnen vinden. Als het gaat over het loslaten geldt dat ook voor mijzelf aan de Dialoogtafel: zelf heb ik ook soms wat klamme handjes. Want het debat vindt niet alleen plaats aan de Dialoogtafel, het vindt bijvoorbeeld ook plaats in de vele werkgroepen die er zijn ingericht. Er is een hele structuur ingericht voor het spoor leefbaarheid. Al die werkgroepen komen op enig moment met producten die dan centraal op de Dialoogtafel komen en waarover consensus is. Als die al in mede-eigenaarschap door collega Besselink zijn vastgesteld met betrokkenheid van de gemeente en al die maatschappelijke organisaties, dan is het wel heel lastig om daar nog echt een radicaal ander standpunt over in te gaan nemen. Dus het loslaten geldt niet alleen voor u, maar het geldt zelfs voor mij als vertegenwoordiger aan de Tafel. Wat ik lastig vind is dat u zegt dat u vooraf wilt overleggen en mij kaders en richtsnoeren wilt meegeven. Want ik denk dat mevrouw Homan gelijk heeft: wat moet je als vertegenwoordiger aan de Dialoogtafel doen als je verschillende signalen vanuit de Staten krijgt? Welk standpunt moet je dan gaan verwoorden? Er is dan geen gelegenheid om meerderheidsuitspraken te doen. Dus ik begrijp op zich het voorstel dat er ligt, ik vind het alleen wel moeilijk in de uitvoering: ik denk dat we dit na verloop van tijd bij de evaluatie van de Dialoogtafel moeten gaan betrekken of dit goed kan gaan werken. Wat ik wél vind en waar ik wel begrip voor heb is dat u nauwere betrokkenheid wilt hebben bij dat hele proces. Want u wordt als volksvertegenwoordigers daarop aangesproken. Mevrouw WULFSE (VVD): U zegt dat je niet met meerderheidsstandpunten kunt werken, maar wij werken hier toch altíjd met meerderheidsstandpunten? Kunt u uitleggen hoe u dat op een andere manier ziet? De heer MOORLAG (gedeputeerde): Kijk, als u zegt dat er vóór iedere sessie van de Dialoogtafel overleg moet komen met de vertegenwoordiger aan de Tafel, dan zeg ik: Akkoord. Maar stel nu voor dat er vanuit de verschillende politieke stromingen verschillende standpunten en/of boodschappen worden meegegeven. Als wij hier een commissie hebben is het normaal gesproken zo dat het vervolgens voor de Statenvergadering wordt geagendeerd en dat er bij moties duidelijk wordt wat de wil is van de meerderheid van de Staten. Dus het wordt wat ingewikkeld voor mij als ik verschillende boodschappen tijdens zo n sessie mee ga krijgen, want welke boodschap word ik dan geacht om te gaan vertegenwoordigen als die boodschappen onderling conflicterend zijn? Mevrouw WULFSE (VVD): Dus u zegt eigenlijk dat als u niet een uitspraak hebt uit de Statenvergadering, u een uitspraak in een commissie of een procedure van wensen en bedenkingen zoals we die tegenwoordig vaak voeren niet als zijnde een uitspraak van die Staten of niet als zijnde een uitspraak met een bepaalde grond? De heer MOORLAG (gedeputeerde): Om een voorbeeld te noemen dat bleek zo-even ook: de PVV geeft mij de boodschap mee dat er een generieke uitkoopregeling moet komen voor burgers en andere stromingen zeggen dat zij dat niet vinden. Als er dan iets in de sfeer van woningen aan de orde komt tijdens de Dialoogtafel, hoe bepaal je dan wat de wil van de Staten is die je moet vertegenwoordigen? In de normale besluitvorming zijn er meerderheden en minderheden in een Statenvergadering en dat is het volstrekt helder voor het College welke lijn en welk kader men meekrijgt. Dus mijn zorg zit hem met name in de operationele uitvoerbaarheid van het voorstel. Maar wat ik zo-even al zei: ik heb er wel begrip voor. Want u wordt als volksvertegenwoordigers intensief aangesproken op de hele aardbevingsproblematiek. Het is het meest dominante vraagstuk dat op dit moment speelt in onze provincie. Dus als u zegt dat u daarop wordt aangesproken en u daarbij niet geïsoleerd aan de zijkant wilt staan, dan heb ik daar alle begrip voor. Ik denk dat we dit na verloop van tijd moeten gaan evalueren, want de wens van de meerderheid van de Staten ligt er. Die wens gaan wij honoreren, want het is een wens om informatie te krijgen en in gesprek te gaan met het College. Maar ik wijs u wel op een aantal uitvoeringsaspecten. Want het is lastig voor een vertegenwoordiger als hij geen eenduidige boodschappen meekrijgt, dat hij vervolgens aan de Dialoogtafel een van de veertien partijen is. 10

11 Mevrouw WULFSE (VVD): Ik heb daar alle begrip voor. Verder heb ik ook wel geleerd in mijn leven over praktische oplossingen en hoe je zo n proces moet inrichten. Dat is wel belangrijk, maar het gaat natuurlijk om wat je wilt bereiken. Dus aangezien er een grote meerderheid is, stel ik voor dat we gewoon samen op zoek gaan en hoe we dit op de beste manier kunnen uitvoeren zonder dat het ook vertragend werkt. De heer VAN KESTEREN (PVV): U zit aan bij de Dialoogtafel en daaraan wordt gesproken over verschillende opties om een probleem op te lossen. Wat moet ik me daar in de praktijk van voorstellen? Hoe zit u daar aan die Dialoogtafel? Heeft dat te maken met het beleid dat het College heeft ingezet en dat ook door de Staten gesteund wordt, namelijk de energietransitie? Is dat het hoofdpunt waar over gesproken wordt? Of neemt u ook allerlei belangen mee van bijvoorbeeld bewonersgroepen die ook hun mening en wensen kenbaar hebben gemaakt? U zegt terecht dat de PVV voor een uitkoopregeling is. Komen dit soort zaken ook aan de orde of brengt u puur het beleid van het College, dat gesteund wordt door de meerderheid in deze Staten, naar voren? De heer MOORLAG (gedeputeerde): Dat laatste is het geval, want voor mij als democraat is het beleid dat door de meerderheid van deze Staten is vastgesteld, het richtsnoer. Dat geldt voor de verschillende vertegenwoordigers uit ons College. Mevrouw Besselink heeft een actieve rol in het leefbaarheidsspoor: dan is ons leefbaarheidsbeleid daar toch het kader in en voor ons het richtsnoer. Als het gaat om de Economic Board laten we dat ook vaststellen dan is dat ook uit de intentie van loslaten gekomen. Ik weet nog dat er stromingen waren in deze Staten dat de economische structuurversterking geen bestuursaangelegenheid moet gaan worden maar door het bedrijfsleven zelf ingericht moet worden. Nou, daarom hebben we gekozen voor de Economic Board, maar dat betekent wel in sterke mate loslaten. Maar daar waar collega Van Mastrigt in gesprek is met het Board wordt er natuurlijk op ingezet om die speerpunten die wij in het economische beleid hebben maar ook de speerpunten die in het Akkoord zijn opgenoemd, ook voor de Economic Board richtsnoer te laten zijn. De Economic Board heeft een grote mate van autonomie, maar daar hebben uw Staten wél een nadrukkelijke rol. Want de heer Zwertbroek zei dat het om de besteding van provinciegeld ging: dat is voor het grootste deel niet juist. Want het geld dat beschikbaar komt is niet ons geld, maar geld dat wij wel bedongen hebben, namelijk geld van het Rijk en de NAM. En wat ons geld is betreft maar twee dingen: dat is de financiering van de Dialoogtafel zelf voor éénderde deel en dat is de cofinanciering voor de Economic Board. Daarbij hebt u het budgetrecht, dus daar kunt u ook op gaan toetsen en daarover zal ook een voordracht naar uw Staten gaan. Maar voor het overige is het geld dat wij al in het Akkoord hebben bedongen en hebben weten los te kloppen, van het Rijk en de NAM. En het eigendom voor de besteding ligt niet expliciet bij de provincie, dat hebben wij voor een groot deel materieel neergelegd bij de Dialoogtafel. Maar het is niet zo dat de Tafel een bestuursorgaan is waar volgens mevrouw Van der Graaf onduidelijkheid over was. De heer ZWERTBROEK (D66): Allereerst wil ik even rechtgezet hebben dat ik niet heb gezegd dat het grootste deel van het geld vanuit de provincie komt. Ik heb gezegd dat wij financieel eraan bijdragen. Ten tweede hebt u het over de Economic Board. Bent u het met mij eens dat, zoals ook in de brief bij het volgende agendapunt vermeld staat, wij van tevoren een plan krijgen over dat Economic Board en waar daar als Staten ook van tevoren inspraak over hebben? De heer MOORLAG (gedeputeerde): Daar kan ik maar één ding op zeggen en dat is een volmondig ja. Dat heb ik eerder ook toegezegd en dit College is eraan gewend om toezeggingen uit te voeren. Dus er zal een voordracht komen en er zal een plan bijgevoegd zijn met de Economic Board. En als het gaat om uw betrokkenheid, geef ik u ook het volgende nadrukkelijk in overweging. De heer Dieters wees er ook al op: er is al een wezenlijk instrumentarium. Wat weerhoudt u ervan om met de Economic Board in gesprek te gaan om daar een hoorzitting over te gaan organiseren? Wat weerhoudt u ervan als het gaat om de verslaggeving om eens een keer de voorzitter van de Dialoogtafel uit te nodigen? Want u kunt mij de opdracht geven dat er een uitvoeriger verslag moet komen maar ik ben een van de veertien partijen. Ik kan die wens wel overbrengen, maar u hebt ook de mogelijkheid om zelf eens met de voorzitter van de Dialoogtafel in gesprek te gaan. Binnenkort is die gelegenheid er weer. Maar nogmaals: ik denk dat het bestaande instrumentarium heel veel mogelijkheden biedt. Aan de andere kant snap ik ook wel dat u daar nauwere betrokkenheid in wilt vanwege de politieke druk die er op het dossier staat, vanwege de impact van de opgave en de impact die het ook heeft op heel veel mensen in de provincie. De wens van de meerderheid in de Staten ligt hier en die gaan we gewoon voluit honoreren. 11

12 De heer VEERENHUIS-LENS (Vrij Mandaat): Het wordt voor mij een beetje ingewikkeld. De gedeputeerde zegt dat hij een van de veertien partijen aan de Dialoogtafel is. Maar u zit daar toch namens Provinciale Staten of niet? De heer MOORLAG (gedeputeerde): Ja, dat klopt. Net zo goed als de heer Wilpstra in het IPObestuur zit namens Provinciale Staten, net zo goed als ik namens Provinciale Staten in de Stuurgroep Regiovisie Groningen-Assen zit, net zo goed als de Commissaris, mevrouw Van Mastrigt en de heer Boumans als vertegenwoordigers van de provincie in het Samenwerkingsverband Noord-Nederland zitten. De heer VEERENHUIS-LENS (Vrij Mandaat): Ik ben op de hoogte van hoe dat in elkaar zit. Maar waar het mij om gaat is dat als u ons vertegenwoordigt, het toch een beetje een rare figuur is als u ons uitnodigt om rechtstreeks met de Dialoogtafel in gesprek te gaan? De heer MOORLAG (gedeputeerde): Ik heb niet gezegd dat u rechtstreeks met de Dialoogtafel als geheel in gesprek zou moeten gaan, ik heb gezegd dat het waar het gaat om de orde van de Dialoogtafel u vrijstaat om bijvoorbeeld eens de voorzitter eens uit te nodigen over een aantal van de punten. U hebt het over uw eigen instrumentarium, u kunt dat met de Economic Board doen. Als het plan daarvoor straks er ligt en u wilt weten wat de exacte overwegingen zijn, dan kan mevrouw Van Mastrigt dat wel gaan verwoorden maar het staat u ook vrij binnen het bestaande instrumentarium om die informatie te vergaren en boodschappen niet alleen aan mij maar ook derden mee te geven. De heer RAM (PVV): U komt nu met een verhaal over de Economic Board en dat wij daar als Staten het budgetrecht in hebben. Maar ik kan mij eigenlijk toch goed herinneren dat u tijdens de bespreking van de motie die geleid heeft tot het Akkoord duidelijk hebt gezegd dat de invulling van alle maatregelen in de commissies en in de Staten vooraf besproken zou worden. Nu kleedt u volgens mij de toezegging die u hebt gedaan namens het College weer helemaal in en beperkt de feiten waar wij het als Staten over kunnen hebben. Bent u dat met mij eens en kunt u dat verder toelichten? De heer MOORLAG (gedeputeerde): Nee, dat ben ik volstrekt niet met u eens. Want als Staten gaat u over uw eigen orde en het staat u vrij om leden van het College dagelijks naar deze Statenzaal te roepen. Dus als u dat besluit vind ik het in die zin dat u uw eigen positie in feite marginaliseert. U bent niet afhankelijk van ons, u bepaalt zelf de orde. De heer RAM (PVV): Wat u hebt toegezegd tijdens de bespreking van de motie die geleid heeft tot het Akkoord bij monde van uw voorzitter, is dat alle maatregelen besproken zouden worden. Wat nu het geval is, is dat die aan de Dialoogtafel besproken worden en achteraf kunnen wij dan ja of nee zeggen. Dat is toch een lacune in c.q. discrepantie met de motie die we toen hebben aangenomen. Bent u dat dan met mij eens? De heer MOORLAG (gedeputeerde): Nee, dat ben ik niet eens met de heer Ram. Want u hebt ook besloten om een rapport van de commissie-meijer en een akkoord goed te keuren waarin die Dialoogtafel wordt gesticht en waarin wordt gesteld dat is ook de hoeksteen van het Collegeprogramma dat er wordt gewerkt met een model van co-creatie en het creëren van medeeigenaarschap. En dat betekent daarmee kom ik op de bijdragen van een aantal fracties voor een deel ook loslaten. De heer RAM (PVV): Ja, maar dat is niet de intentie van de motie en uw toezegging geweest op dat moment. Dat wil ik nu toch wel even duidelijk markeren. De heer MOORLAG (gedeputeerde): Ik ben daarover niet eens met de heer Ram. De finale oordeelsvorming over het rapport van de commissie-meijer en over het Akkoord was dat er een spoor zou komen voor schadeherstel, preventieve versterking en waardevermeerdering, een economisch spoor, een leefbaarheidsspoor en het stichten van een Dialoogtafel waaraan wordt gewerkt volgens de principes van mede-eigenaarschap creëren en co-creatie. Ten aanzien van de motie heb ik al gezegd dat de wens van de Staten is om frequenter over de Dialoogtafel te spreken. Ik heb aangegeven welke knelpunten er liggen in de uitvoerbaarheid. Het is een wens van de meerderheid van de Staten, een wens die gaat over informatievoorziening en over het creëren van de mogelijkheid tot overleg. Zo n wens moet je altijd honoreren met de 12