Nieuw Europees regelgevend kader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten. Omzetting door de Gemeenschappen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nieuw Europees regelgevend kader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten. Omzetting door de Gemeenschappen"

Transcriptie

1 Nieuw Europees regelgevend kader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten. Omzetting door de Gemeenschappen 1 Inleiding In het licht van de toegenomen concurrentie en convergentie in de communicatiesector heeft de Europese wetgever enkele maanden geleden een pakket nieuwe (tele)communicatierichtlijnen aangenomen 1. Op 7 maart 2002 keurden het Europees Parlement en de Raad een viertal richtlijnen goed: de Richtlijn 2002/21 van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en diensten (kaderrichtlijn) 2, de Richtlijn 2002/20 van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en diensten (machtigingsrichtlijn) 3, de Richtlijn 2002/19 van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (Toegangsrichtlijn) 4, en de Richtlijn 2002/22 van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruiksrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en diensten (universele dienstrichtlijn) 5. Tezamen met de later uitgevaardigde Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) 6 vormen deze teksten de basis van het nieuw Europees regelgevend kader voor de communicatiesector. Daarnaast bracht de Europese Commissie ook een richtlijn tot stand betreffende de mededinging op de markten voor elektronische communicatie 7. Indien ook de verordening op de ontbundelde toegang 8 in aanmerking wordt genomen betekent dit dat het oude telecommunicatie-kader van 14 richtlijnen wordt vervangen door een pakket van 6 richtlijnen en één verordening. De bedoeling van dit nieuwe regelgevingskader is te komen tot een nieuwe flexibele regulering van elektronische communicatienetwerken en diensten in de zich snel ontwikkelende markten 9. Een belangrijke pijler van deze vernieuwing is de verruiming van het toepassingsgebied van de betrokken richtlijnen, die niet meer uitsluitend betrekking hebben op de telecommunicatie, maar ook op bepaalde aspecten van de omroep. Het nieuw regelgevend kader is van toepassing op (draadloze) radio- en televisieomroepnetwerken en op kabeltelevisienetten, en het geldt zowel voor telecommunicatiediensten als voor transmissiediensten op netten die voor omroep worden gebruikt. 1 Zie voor meer gedetailleerde en actuele informatie 2 Richtlijn 2002/21 van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en diensten, PB L 24 april 2002, afl. 108, Richtlijn 2002/20 van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en diensten, PB L 24 april 2002, afl. 108, Richtlijn 2002/19 van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten, PB L 24 april 2002, afl. 108, 7. 5 Richtlijn 2002/22 van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruiksrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en diensten, PB L 24 april 2002, afl. 108, Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie, PB L 31 juli 2002, afl. 201, Richtlijn 2002/77/EG van de Commissie van 16 september 2002 betreffende de mededinging op de markten voor elektronische communicatienetwerken en -diensten, PB L 17 september 2002, afl. 249, Verordening (EG) nr. 2887/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 28 december 2000 inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk, PB L 30 december 2000, afl. 336, Zie over het nieuwe regelgevingspakket VALCKE, P., STEVENS, D. en DUMORTIER, J., Van Tele-communicatie naar Elektronische Communicatie. Een eerste verkenning van het nieuwe Europese kader voor de elektronische communicatiesector, R.W (te verschijnen), GEUS, M. en ZWENNE, G.-J., Het Europese telecommunicatierecht na 24 juli 2003 en de gevolgen voor de Nederlandse wetgeving, Mediaforum, 2002, ; en GÉRARD, P., QUECK, R., VALCKE, P. en STEVENS, D., Le nouveau cadre réglementaire européen des réseaux et services de communications électroniques Enjeux pour la Belgique fédérale, Auteurs & Media, 2002, ; Zie voor de implicaties in Vlaanderen ook VAN MECHELEN, D., Beleidsbrief Media 2003, 39 e.v.; te consulteren op 1

2 Het nieuw regime voor elektronische communicatienetwerken en -diensten moet vóór 24 juli 2003 door de lidstaten worden omgezet in nationaal recht. De Belgische federale staatsstructuur maakt van deze omzetting een complexe aangelegenheid. In de huidige stand van zaken zijn de gemeenschappen bevoegd voor de radioomroep en de televisie, inclusief de technische aspecten ervan 10, terwijl de telecommunicatie onder de residuaire bevoegdheden van de federale overheid ressorteert. Nu het nieuw regelgevend kader ook betrekking heeft op een aantal aangelegenheden waarvoor in België de gemeenschappen bevoegd zijn, impliceert dit dat de respectievelijke richtlijnen in België parallel moeten worden uitgevoerd door de federale overheid (voor wat betreft de klassieke telecommunicatie-aspecten) en door de drie gemeenschappen (voor wat betreft de omroepaspecten) 11. De versnipperde bevoegdheid voor de omzetting van het nieuw regelgevend kader houdt verband met de uiteenlopende benadering door de Europese en de Belgische wetgever van de regelgeving voor de informatie- en communicatiesector. Het nieuw regelgevend kader dat op Europees vlak wordt uitgewerkt, is horizontaal georiënteerd in die zin dat het dwars door de klassieke sectoren van telecommunicatie en omroep heen - uitgaat van het onderscheid tussen de transmissie van signalen enerzijds, en de inhoud van signalen anderzijds. In België is de bevoegdheidsverdeling op verticale wijze georganiseerd, hetgeen betekent dat men uitgaat van het onderscheid tussen telecommunicatie en omroep, waarbij de omroepbevoegdheid niet alleen inhoudelijke, maar ook transmissieaspecten omvat. Nu het nieuw regelgevend kader de transmissie van alle soorten signalen betreft, moet dit in België door verschillende overheden omgezet worden voor de telecommunicatie en voor de omroep. Het is de bedoeling in dit artikel de aandacht te vestigen op een aantal elementen binnen het nieuw regelgevend kader waarvan de omzetting in België (ook) tot de verantwoordelijkheid van de gemeenschappen behoort. Daarbij wordt uitsluitend gefocust op de kaderrichtlijn, de machtigingsrichtlijn, de toegangsrichtlijn en de universele-dienstrichtlijn. Er zal gewezen worden op de overlappingen van bevoegdheden die de parallelle omzetting met zich meebrengt, en op de bevoegdheidsconflicten die daar onvermijdelijk mee gepaard gaan. Na een korte toelichting betreffende het toepassingsgebied van de nieuwe richtlijnen binnen de bevoegdheidssfeer van de gemeenschappen, zal de implementatie van een aantal thema s door de gemeenschapswetgever aan bod komen 12. In dit verband kunnen binnen de betrokken richtlijnen twee soorten bepalingen worden onderscheiden: - Generieke bepalingen die zowel voor de omroep als voor andere vormen van elektronische communicatie pertinent zijn. Dit soort regels ressorteert onder federale of gemeenschapsbevoegdheid, afhankelijk van het concrete netwerk of de dienst in kwestie, en moet dus worden omgezet op de twee bevoegdheidsniveaus. - Specifieke bepalingen voor de omroep die enkel door de gemeenschappen (ieder afzonderlijk) kunnen worden omgezet. Ter illustratie kan o.m. worden verwezen naar regelingen voor must-carry, voorwaardelijke toegang en interoperabiliteit van digitale televisieapparatuur. Voor de omzetting van deze artikelen kunnen de gemeenschappen inspiratie putten uit het federale wetsontwerp met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, en het advies van de Raad van State daarbij 13, en uit het federale voorontwerp van wet tot omzetting van de Europese richtlijnen inzake elektronische communicatienetwerken en diensten naar intern recht 14. De Franse Gemeenschapswetgever heeft het nieuw regelgevend kader reeds gedeeltelijk omgezet in haar voorontwerp van decreet over de audiovisuele sector Toepassingsgebied De nieuwe richtlijnen hebben als doel een gemeenschappelijk regelgevend kader te scheppen voor elektronische communicatienetwerken en diensten. Voor wat de omroep betreft, is het precieze toepassingsgebied van de 10 Zie artikel 4, 6 Bijzondere Wet 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, B.S. 15 augustus 1980 (verder verkort geciteerd als BWHI). 11 Opgelet, de uitvoering van het nieuw Europees regelgevend kader m.b.t. de transmissie van omroepsignalen in het gewest Brussel-Hoofdstad valt onder de verantwoordelijkheid van de federale overheid. 12 Daarbij wordt vooral gefocust op de Vlaamse Gemeenschap, en minder op de Franse Gemeenschap terwijl de Duitstalige Gemeenschap buiten beschouwing blijft. 13 Wetsontwerp met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, Parl. St. Kamer , nr. 1937/001 (verder verkort geciteerd als Wetsontwerp-BIPT). 14 Nog niet gepubliceerd doch wel door het BIPT aan een aantal operatoren bezorgd in het kader van een raadplegingsprocedure (verder verkort geciteerd als voorontwerp-telecommunicatiewet). 15 Avant-project de décret sur la radiodiffusion (goedgekeurd door de regering in tweede lezing op 11 juli 2002). Te consulteren op 2

3 richtlijnen niet geheel duidelijk. Enerzijds blijkt uit de begripsomschrijving van elektronische communicatienetwerken in artikel 2 a) van de kaderrichtlijn 16 duidelijk dat netwerken voor radio- en televisieomroep en kabeltelevisienetwerken elektronische communicatienetwerken zijn waarop de richtlijnen van toepassing zijn. Anderzijds worden in de definitie van elektronische communicatiediensten in artikel 2 c) van de kaderrichtlijn 17 een aantal elementen van de omroeptransmissie uitgesloten, met name de inhoudelijke aspecten van de diensten die over elektronische communicatienetwerken worden geleverd, en de eindapparatuur. In het kader van de omzettingsverplichtingen van de gemeenschappen kan men zich afvragen of alle activiteiten van de kabelmaatschappijen onder het nieuw regelgevend kader vallen, en in hoeverre de ethertransmissie van omroepsignalen daardoor gedekt wordt. 2.1 Kabeldistributie Het is duidelijk dat de activiteiten van de kabelmaatschappijen die erin bestaan inhoud samen te stellen en te verkopen aan de gebruiker (bijv. de opmaak en verkoop van digitale boeketten) niet onder de richtlijnen vallen 18. In artikel 2 c) van de kaderrichtlijn wordt immers de dienst waarbij met behulp van elektronische communicatienetwerken en diensten inhoud wordt geleverd of redactioneel gecontroleerd van het toepassingsgebied van de richtlijnen uitgesloten. Overweging (5) verduidelijkt dat het kader niet van toepassing is op de inhoud van diensten die via elektronische communicatienetwerken met behulp van elektronische communicatiediensten worden geleverd, zoals de inhoud van omroepprogramma s, financiële diensten en diensten van de informatiemaatschappij. Overweging (2) bij de toegangsrichtlijn stelt daarenboven dat diensten die inhoud aanbieden zoals het aanbod tot verkoop van inhoud van radio- of televisieomroep niet onder het gemeenschappelijk regelgevingskader vallen. De loutere transmissieactiviteiten van de kabelmaatschappijen vallen wel onder het nieuwe regime. Ter verduidelijking kan daaraan worden toegevoegd dat deze transmissieactiviteiten gebeuren in opdracht van omroepen of andere dienstenaanbieders. De relatie met de eindgebruiker lijkt buiten het toepassingsgebied van de richtlijnen te vallen. Een belangrijke indicatie daarvoor is te vinden in de ontwerpaanbeveling van de Commissie betreffende de relevante markten 19, waarin inzake kabeldistributie enkel een markt voor doorverkoop (wholesale markt) onderscheiden wordt. In dit verband is de aanpak van de Franse Gemeenschap in haar ontwerpdecreet voor de audiovisuele sector verhelderend. Men kiest hier resoluut voor een horizontale regelgeving op basis van functies (uitgever (éditeur de services), verdeler (distributeur de services) en technische operator (opérateur technique), eerder dan een verticale regelgeving op basis van actoren (particuliere televisieomroep, betaaltelevisie, etc.). In dit referentiekader is het duidelijk dat de kabelmaatschappijen de functie van technische operator (het verzekeren van de technische operaties die noodzakelijk zijn voor de transmissie en de uitzending van diensten naar het publiek) cumuleren met die van verdeler van diensten (de terbeschikkingstelling aan het publiek van één of meerdere omroepdiensten, ttz. een aanbod samenbrengen en verkopen aan het publiek). De eerste functie ressorteert wel onder de nieuwe richtlijnen, de tweede niet. 16 De transmissiesystemen en in voorkomend geval de schakel- of routeringsapparatuur en andere middelen die het mogelijk maken signalen over te brengen via draad, radiogolven, optische of andere elektromagnetische middelen waaronder satellietnetwerken, vaste (circuit- en pakketgeschakelde, met inbegrip van internet) en mobiele terrestrische netwerken, elektriciteitsnetten, voor zover deze voor overdracht van signalen worden gebruikt, netwerken voor radio- en televisieomroep en kabeltelevisienetwerken, ongeacht de aard van de overgebrachte informatie. 17 Een gewoonlijk tegen vergoeding aangeboden dienst die geheel of hoofdzakelijk bestaat in het overbrengen van signalen via elektronische communicatienetwerken, waaronder telecommunicatiediensten en transmissiediensten op netwerken die voor omroep worden gebruikt, doch niet de dienst waarbij met behulp van elektronische communicatienetwerken en diensten overgebrachte inhoud wordt geleverd of redactioneel wordt gecontroleerd. Hij omvat niet de diensten van de informatiemaatschappij zoals omschreven in artikel 1 van Richtlijn 98/34/EG, die niet geheel of hoofdzakelijk bestaan uit het overbrengen van signalen via elektronische communicatienetwerken. 18 Wat niet wegneemt dat de decreetgever ook voor deze activiteiten regels oplegt, bijvoorbeeld vanuit de zorg om consumentenbescherming. 19 EUROPESE COMMISSIE, Ontwerp aanbeveling betreffende relevante markten voor producten en diensten in de elektronische sector communicatie die kan worden onderworpen aan regelgeving ex ante in overeenstemming met Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en diensten; te consulteren op EC/nl.pdf 3

4 2.2 Ethertransmissie In Vlaanderen is de distributie van omroepsignalen via de ether over het algemeen nog geen gewoonlijk tegen vergoeding aangeboden dienst zoals de definitie van elektronische communicatiediensten in artikel 2 c) van de kaderrichtlijn vereist. Iedere radio-omroep beschikt immers over een zendvergunning en verzorgt zijn eigen uitzendingen. Toch is ook deze transmissie van omroepsignalen via de ether aan de bepalingen van de richtlijnen onderworpen. Blijkbaar moet het begrip gewoonlijk tegen vergoeding zeer ruim worden opgevat als elke economische activiteit. Bovendien impliceert de definitie in artikel 2 m) kaderrrichtlijn van het aanbieden van een elektronisch communicatienetwerk 20 niet dat dit netwerk noodzakelijk ter beschikking moet worden gesteld van derden. Volgens de Commissie valt bijgevolg ook het transport van omroepsignalen door lokale radio's of openbare omroepen ten behoeve van de eigen programma s binnen het toepassingsgebied van de richtlijnen. In de praktijk heeft dit binnen de Vlaamse Gemeenschap niet erg veel implicaties: de toepassing van het concept aanmerkelijke marktmacht op deze activiteit lijkt weinig waarschijnlijk. De toewijzing van omroepfrequenties moet echter wel de regels van de richtlijnen volgen. 3 Generieke bepalingen: ook relevant voor de omroepsector Het merendeel van de bepalingen van het nieuw regelgevend kader geldt voor alle elektronische communicatienetwerken en diensten, inclusief de netwerken en diensten die gebruikt worden voor de transmissie van omroepsignalen. Dit impliceert dat de Belgische omzetting niet volledig kan zijn zonder optreden van de gemeenschappen. Het behoort o.m. tot hun verantwoordelijkheden om een Nationale Regelgevende Instantie op te richten, de nodige algemene machtigingen uit te werken, de gepaste procedures voor individuele gebruiksrechten te voorzien, de doorgangsrechten te regelen, en een regime op te stellen voor toegang en interconnectie. Deze opdrachten worden hierna verder toegelicht. 3.1 Nationale Regelgevende Instantie Een Nationale Regelgevende Instantie (NRI) wordt in de kaderrichtlijn gedefinieerd als één of meer lichamen die door een lidstaat zijn belast met één van de regelgevende taken die in de kaderrichtlijn en in de bijzondere richtlijnen worden opgelegd (art. 2, sub g). De NRI komt tussen bij het opstellen en toepassen van regulering, en vaardigt sancties uit bij niet-naleving. De kaderrichtlijn bevat een systematische omschrijving van de taken die de NRI s moeten uitvoeren en citeert de beleidsdoelstellingen die daarbij moeten in acht genomen worden (art. 8): bevordering van de concurrentie, ontwikkeling van de interne markt en bevordering van de belangen van de burgers van de Europese Unie. Deze doelstellingen geven de omvang en de grenzen aan van de discretionaire bevoegdheid waarover de NRI zal beschikken bij het vervullen van de taken van regulering van de betrokken markten. De Raad van State heeft in zijn advies bij het federaal wetsontwerp-bipt geoordeeld dat deze doelstellingen en beginselen moeten worden omgezet in de ontworpen wet 21. Op het niveau van de gemeenschappen kan in het kader van de beleidsobjectieven ook verwezen worden naar het beleid ter bevordering van de culturele en taalkundige verscheidenheid en het pluralisme in de media, waar de NRI kan toe bijdragen (art. 8.1, laatste lid). Belangrijk voor de Belgische context is dat de coëxistentie van verschillende NRI s binnen één lidstaat expliciet voorzien wordt in artikel 3.4 kaderrichtlijn. In dat geval moeten de lidstaten zorgen voor overleg en samenwerking tussen die NRI s onderling, en tussen de NRI s en de nationale mededingingsautoriteit en de instantie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het consumentenrecht. De lidstaten moeten ook de taakverdeling tussen deze verschillende instanties op eenvoudig toegankelijke wijze bekendmaken. Verder moeten de lidstaten de Commissie op de hoogte brengen van alle NRI s waaraan krachtens deze richtlijnen taken zijn opgedragen en van hun onderscheiden verantwoordelijkheden. In overeenstemming met overweging (36) kaderrichtlijn heeft de Commissie een Europese Groep van regelgevende instanties voor elektronische communicatienetwerken en diensten opgericht 22. In België zullen - als gevolg van de federale staatsstructuur en de organisatie van de bevoegdheidsverdeling - meerdere NRI s moeten worden opgericht. Naast de bestaande regulator voor de telecommunicatie (het BIPT) moet in principe elk van de gemeenschappen zorgen voor een NRI die bevoegd is voor de omroeptransmissiemarkt. Deze rol kan in de Vlaamse Gemeenschap perfect opgenomen worden door het Vlaams Commissariaat voor de Media (VCM) en in de Franse Gemeenschap door de Conseil Supérieur de 20 het bouwen, exploiteren, leiden of beschikbaar stellen van een dergelijk netwerk (eigen cursivering) 21 R.v.St., Afd. Wetgeving, Advies van 5 juni 2002, Parl. St. Kamer , nr. 1937/001, EUROPESE COMMISSIE, Besluit van 29 juli 2002 tot oprichting van de Europese Groep van regelgevende instanties voor elektronische communicatienetwerken en diensten, PB L 30 juli 2002, afl. 200,

5 l Audiovisuel (CSA), mits deze instanties zo worden gereorganiseerd dat zij aan alle in de richtlijnen gestelde voorwaarden voldoen. De voornaamste vereisten in dit verband wordt hierna verder toegelicht Onafhankelijkheid Artikel 3.2 van de kaderrichtlijn vereist dat de onafhankelijkheid van de NRI gewaarborgd wordt. Luidens de tekst van deze bepaling moet dit op dubbele wijze verzekerd worden. 1. In de eerste plaats moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de NRI juridisch gezien onderscheiden is van en functioneel onafhankelijk is van alle organisaties die elektronische communicatienetwerken, -apparatuur of diensten aanbieden. Daarbij kan meteen worden opgemerkt dat de richtlijnen nergens voorschrijven dat deze NRI onafhankelijk dient te zijn van de politieke autoriteiten. De term NRI wordt in functionele zin gebruikt. Naast een onafhankelijke regelgevende autoriteit kan het bijvoorbeeld ook gaan om ministeries, in zoverre deze frequenties bestemmen en toekennen, of vergunningen uitreiken aan aanbieders van elektronische communicatiediensten of netwerken 23. Een administratie, een ministerieel departement of zelfs een minister kunnen dus in theorie als NRI worden aangemeld. Op Vlaams niveau voldoet. het VCM aan de onafhankelijkheidsvoorwaarde. Artikel 116quinquies van de gecoördineerde decreten betreffende de radio-omroep en de televisie 24 stelt uitdrukkelijk dat geen enkele van de leden van het VCM binding mag hebben met een mediasector, -bedrijf of instelling. In artikel 119 van het voorontwerp van decreet over de audiovisuele sector van de Franse Gemeenschap wordt de onafhankelijkheid van de CSA expliciet benadrukt: Il est créé un Conseil supérieur de l audiovisuel de la Communauté française de Belgique, autorité administrative indépendente jouissant de la personnalité juridique. Wellicht is dergelijke explicitering van haar onafhankelijkheid ook voor het VCM te verkiezen. 2. Vervolgens voorziet artikel 3.2 dat lidstaten die de eigendom van of de zeggenschap over elektronische communicatienetwerken en/of diensten aanbiedende ondernemingen behouden, moeten zorgen voor een daadwerkelijke structurele scheiding tussen de regelgevende taken en de met eigendom of zeggenschap verband houdende activiteiten. Ook in dit opzicht lijkt de onafhankelijkheid van het VCM in Vlaanderen verzekerd. De zuivere kabelmaatschappijen zijn eigendom van intercommunales, die daadwerkelijk structureel gescheiden zijn van het VCM. Voor de kabelmaatschappijen die in handen zijn van Telenet, stelt er zich evenmin een probleem nu de Vlaamse regering slechts een minderheidsaandeel in Telenet bezit. Ook de met de openbare omroep verband houdende activiteiten van de Vlaamse regering kunnen worden beschouwd als voldoende structureel gescheiden van de regulerende taken van het VCM Taken Het nieuw Europees regelgevend kader voor elektronische communicatienetwerken en diensten geeft verregaande bevoegdheden aan de NRI. Dit impliceert op het niveau van de gemeenschappen dat de huidige bevoegdheden van VCM en CSA gevoelig moeten worden verruimd, bijvoorbeeld inzake het toekennen van frequenties, het opstellen van machtigingsprocedures en het ingrijpen bij niet-naleving van de algemene machtiging of van de gebruiksrechten. Daarnaast dienen deze NRI s een aantal totaal nieuwe opdrachten te krijgen, onder meer met betrekking tot het aflijnen van de relevante markten, het analyseren van de relevante markten, het opleggen, handhaven of intrekken van sectorspecifieke verplichtingen, en het opleggen (waar passend) van verplichtingen inzake toegang en interconnectie aan ondernemingen met aanmerkelijke marktmacht (art. 14 tot 16 kaderrichtlijn en art. 7 tot 13 toegangsrichtlijn). Teledistributienetwerken en omroeptransmissiediensten worden door de Commissie als een afzonderlijke markt beschouwd voor zover deze de mogelijkheid bieden omroepuitzendingen aan eindgebruikers te verzorgen 25. In het geval van transnationale markten moeten de betrokken NRI s tezamen de marktanalyse uitvoeren (art kaderrichtlijn) Zie OPEN NETWORK PROVISION COMMITTEE, Working Document, The 2003 regulatory framework for electronic communications implication for broadcasting, Brussel 14 juni 2002, ONPCOM02-14REV1; te consulteren op 24 Decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, B.S. 30 mei 1995 (verder verkort geciteerd als DROT). 25 Zie EUROPESE COMMISSIE, Werkdocument. Openbare raadpleging over een ontwerp-aanbeveling van de Commissie betreffende relevante producten- en dienstenmarkten in de elektronische communicatiesector die overeenkomstig Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en diensten aan regelgeving ex ante kunnen worden onderworpen; te consulteren op 5

6 Andere nieuwe bevoegdheden houden verband met het beslechten van geschillen tussen ondernemingen. De kaderrichtlijn voorziet in twee mechanismen voor geschillenoplossing respectievelijk van toepassing op interne geschillen binnen één lidstaat en op grensoverschrijdende conflicten (art. 20 en 21). In beide gevallen kan de lidstaat alternatieve mechanismen voor geschillenoplossing (inclusief bemiddeling) voorzien. In Vlaanderen voldoet de procedure inzake klachten van artikel 3 e.v. van het besluit houdende vaststelling van de procedure voor het VCM 27 grotendeels aan de geschillenbeslechting waarmee de NRI krachtens de artikelen 20 en 21 kaderrichtlijn belast wordt 28. Voor een 100% correcte uitvoering moet nog worden vermeld dat het VCM de doelstellingen van artikel 8 kaderrichtlijn als leidraad hanteert bij het nemen van een beslissing, en dat bij de openbaarmaking van de beslissingen van het VCM het zakengeheim in acht wordt genomen Informatieverstrekking aan en communicatie door de NRI Het nieuw regelgevend kader voor elektronische communicatienetwerken en diensten hecht in het licht van een efficiënte marktregulering veel belang aan informatiedoorstroming. Daarbij speelt de NRI een belangrijke rol (art. 5 toegangsrichtlijn). Enerzijds moet deze bij de betrokken marktpartijen de nodige informatie kunnen opvragen om zijn taken te kunnen uitoefenen. Anderzijds moet de NRI een selectie van deze gegevens communiceren naar de Commissie en naar het publiek. Tenslotte moet ook het uitvaardigen van bepaalde maatregelen voorafgegaan worden door een dialoog met de markt en de consument. 1. Informatiegaring door de NRI Het principe uit artikel 5.1 kaderrichtlijn dat ondernemingen die elektronische communicatienetwerken en diensten aanbieden de NRI alle informatie (ook financiële) moeten verstrekken die deze nodig heeft om haar opdrachten te kunnen vervullen, is op Vlaams niveau reeds gedeeltelijk in de wetgeving opgenomen. Artikel 98bis DROT voorziet o.m. dat de leden van het VCM bevoegd zijn inlichtingen en documenten op te vragen van Vlaamse omroepen indien nodig voor de uitoefening van hun taken. Naar aanleiding van de omzetting van het nieuw regelgevend kader zal deze bepaling moeten worden uitgebreid naar de kabelmaatschappijen, en zal de eenvoudige vraag moeten worden vervangen door een gemotiveerd verzoek. Bovendien moet het VCM een confidentialiteitsplicht opgelegd worden. Informatie die met toepassing van de wetgeving op het zakengeheim als vertrouwelijk wordt beschouwd, moet door de regulator ook als dusdanig behandeld worden (art. 5.3 en 5.4 kaderrichtlijn). 2. Informatiedoorstroming tussen NRI en Europese Commissie De doorgifte van informatie aan de Commissie op met redenen omkleed verzoek en de eventuele kennisgeving daarvan aan de betrokken ondernemingen zoals voorzien in artikel 5.2 kaderrichtlijn moeten in Vlaanderen worden toegevoegd aan de taken van het VCM. Ook moet idealiter expliciet worden voorzien dat informatie die aan het VCM is verstrekt indien nodig aan andere NRI s binnen of buiten België ter beschikking kan worden gesteld na een met redenen omkleed verzoek (artikel 5.2, lid 2 kaderrichtlijn). Teneinde de interne markt voor elektronische communicatie maximaal te consolideren, bepaalt de kaderrichtlijn niet alleen dat de NRI s met elkaar en met de Commissie moeten samenwerken (art. 7.2), maar worden de NRI s ook met specifieke verplichtingen belast die hierop neerkomen dat de Commissie en de NRI s van andere lidstaten moeten geraadpleegd worden indien een NRI bepaalde maatregelen wil nemen die een aanzienlijke EC/nl1.pdf, Wat transnationale markten zijn, kan na overleg met de NRI s door de Commissie worden vastgesteld in een beschikking (art.,15, 4 kaderrichtlijn). 27 Besluit 14 juli 1998 van de Vlaamse regering houdende de vaststelling van de procedure voor het Vlaams Commissariaat voor de Media en houdende de aanvullende kwalificatiecriteria om te worden erkend als landelijke radio-omroep, B.S. 20 juli 1998 (verder verkort geciteerd als Procedurebesluit). 28 Merk op dat het momenteel onduidelijk is welke Belgische NRI moet optreden bij een geschil tussen een onderneming die uitsluitend in de telecommunicatiesector werkzaam is, en een andere die uitsluitend werkt op het gebied van radio- en televisieomroep. Zulke geschillen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op collocatie of gedeeld gebruik van faciliteiten. Zie R.v.St., Afd. Wetgeving, Advies van 5 juni 2002, Parl. St. Kamer , nr. 1937/001, Eventueel kan de mogelijkheid voorzien worden voor het VCM om een geschil niet op te lossen via bindend besluit. In dat geval moet wel een mechanisme voorzien worden (bijv. bemiddeling) dat nog beter bijdraagt tot het tijdig beslechten van het geschil (art kaderrichtlijn). Merk op dat geschillen m.b.t. burgerlijke rechten echter niet mogen onttrokken worden aan de rechtbanken van de rechterlijke orde. 6

7 invloed hebben op de handel tussen de lidstaten (art. 7.3 en 7.4). Daarnaast moeten NRI s bij het uitvoeren van hun taken ook zo veel mogelijk rekening houden met aanbevelingen die de Commissie zou formuleren over de harmonisatie van de uitvoering van deze richtlijn en de bijzondere richtlijnen (art. 19). Als een NRI een aanbeveling niet wenst op te volgen, moet zij de Commissie daarvan op de hoogte brengen, en haar standpunt motiveren. Ook deze verplichtingen moeten in Vlaanderen hun neerslag vinden in het takenpakket van het VCM. 3. Communicatie door de NRI NRI s worden in de eerste plaats tot communicatie van gegevens verplicht met toepassing van artikel 5.4 kaderrichtlijn, waarbij een publicatieplicht wordt opgelegd voor alle informatie die kan bijdragen tot een open en concurrerende markt. De betrokken informatie moet gepubliceerd worden in overeenstemming met de geldende regels inzake de toegang van het publiek tot informatie en inzake het zakengeheim. Deze bepaling roept een aantal vragen op. In de eerste plaats kan men zich afvragen wat moet worden verstaan onder informatie die kan bijdragen tot een open en concurrerende markt. Uit overweging (13) van de kaderrichtlijn kan worden afgeleid dat deze publicatieplicht van toepassing is op alle informatie die de NRI bij de marktpartijen verzameld heeft om haar taken doeltreffend te kunnen uitoefenen, behalve wanneer deze vertrouwelijk is. In principe moet dus alle informatie die het VCM opvraagt ook gepubliceerd worden, zij het in overeenstemming met het decreet betreffende de openbaarheid van bestuur 30. De bescherming van vertrouwelijke informatie, en van commerciële en industriële gegevens (inclusief de intellectuele eigendom) die aan de overheid zijn meegedeeld, wordt in artikel 8 van dit decreet gewaarborgd. In de tweede plaats kan men zich afvragen wat bedoeld wordt met informatie publiceren. Afgaande op overweging (13) van de kaderrichtlijn kan worden verondersteld dat men op een passieve openbaarheid doelt. De tekst luidt immers: Door nationale regelgevende instanties verzamelde informatie moet openbaar zijn, behalve wanneer deze vertrouwelijk is, zulks in overeenstemming met. In Vlaanderen zou dit betekenen dat de NRI de informatie desgevraagd ter beschikking moet stellen, er uitleg over moet geven, en er afschriften van moet verstrekken, zonder dat hiertoe een belang moet worden aangetoond en waarbij alleen voor het afschrift een vergoeding mag gevraagd worden. Zulke publicatieplicht geldt in Vlaanderen momenteel nog niet voor het VCM. In zijn advies bij het wetsontwerp-bipt suggereert de Raad van State dat de wetgever een coherente regeling zou uitwerken, zowel voor de bekendmaking van de beslissingen van het Instituut en van de Kamer van Beroep voor Telecommunicatie, als voor de bescherming van de inlichtingen die de ondernemingen in hun betrekkingen met het Instituut of tijdens debatten voor de Kamer moeten verstrekken 31. Daarbij zou de wetgever zich volgens de Raad kunnen inspireren op de regeling die geldt voor de Raad voor de Mededinging 32. Mutatis mutandis kan hetzelfde regime worden opgelegd aan het VCM Raadplegingsprocedures Hoewel raadplegingsprocedures niet echt deel uitmaken van de Belgische regelgevende traditie, moeten er naar aanleiding van de omzetting van het nieuw regelgevend kader een aantal worden ingevoerd, ook op het niveau van de gemeenschappen. Artikel 6 kaderrichtlijn voorziet bijvoorbeeld dat een NRI die voornemens is om maatregelen te nemen die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de relevante markt, vooraf een consultatie moet organiseren voor alle belanghebbenden (art. 6 kaderrichtlijn). Daartoe publiceert zij haar nationale raadplegingsprocedures. De betrokkenen moeten niet alleen de kans krijgen om binnen een redelijke termijn hun zienswijze te formuleren, overweging (15) voegt daaraan toe dat de NRI met deze opmerkingen rekening moet houden voordat zij een definitief besluit neemt. In de mate van het mogelijke moeten de resultaten van de raadpleging bovendien openbaar gemaakt worden. Een gepaste regeling voor consultatie door de regulator zal door elke gemeenschapswetgever moeten worden ontworpen. 30 Decreet 18 mei 1999 betreffende de openbaarheid van bestuur, B.S. 15 juni R.v.St., Afd. Wetgeving, Advies van 5 juni 2002, Parl. St. Kamer , nr. 1937/001, Zie Wet 1 juli 1999 tot bescherming van de economische mededinging, B.S. 1 september 1999, inzonderheid de artikelen 27, 1, tweede en derde lid, en 32ter. 33 Een bijkomende publicatieplicht wordt opgelegd in artikel 15.1 toegangsrichtlijn: specifieke verplichtingen die krachtens de toegangsrichtlijn aan ondernemingen worden opgelegd, moeten openbaar worden gemaakt, met vermelding van de specifieke product/dienst en van de betrokken geografische markten. 7

8 Het is niet erg duidelijk wat precies wordt bedoeld met maatregelen die aanzienlijke gevolgen hebben voor de relevante markt. De preambule biedt hier weinig opheldering. Overweging (15) bepaalt dat alle betrokken partijen geraadpleegd moeten worden over voorgestelde besluiten, en dat de NRI ook rekening moet houden met hun opmerkingen voordat zij een besluit neemt. Verder worden er noch in de tekst, noch in de preambule van de kaderrichtlijn aan deze raadpleging voorwaarden opgelegd. Een raadplegingsprocedure wordt eveneens voorzien in artikel 14.1 machtigingsrichtlijn naar aanleiding van de wijziging van de rechten, voorwaarden en procedures die van toepassing zijn bij algemene machtigingen en gebruiksrechten. Het voornemen daartoe dient op passende wijze te worden bekendgemaakt zodat de belanghebbende partijen (inclusief gebruikers en consumenten) voldoende tijd hebben om hun standpunt m.b.t. de voorgestelde wijzigingen bekend te maken (minstens vier weken) 34. Merk op dat in het Belgisch grondwettelijk systeem dergelijke wijzigingen enkel door de wetgever in de materiële zin kunnen worden doorgevoerd. Het lijkt logisch dat dezelfde overheid ook de raadpleging uitvoert of deze in haar opdracht laat uitvoeren door de bevoegde NRI. Tenslotte wordt in artikel 6 kaderrichtlijn bepaald dat er één enkel informatiepunt per lidstaat moet worden opgericht waar inzage kan verkregen worden in alle lopende raadplegingsprocedures. Niets belet dat de Vlaamse en de Franse Gemeenschap voor zichzelf zulk informatiepunt oprichten (bijvoorbeeld een website), doch het is duidelijk dat dit artikel niet correct is uitgevoerd zolang deze niet gecentraliseerd worden met het informatiepunt van het BIPT Recht van hoger beroep Artikel 4 kaderrichtlijn bepaalt dat iedere gebruiker of onderneming die elektronische communicatienetwerken en/of diensten aanbiedt en die door een beslissing van een NRI is getroffen, tegen die beslissing beroep moet kunnen aantekenen bij een lichaam van beroep (bijvoorbeeld een rechtbank) dat onafhankelijk is van de betrokken partijen, dat de nodige deskundigheid bezit en dat de feiten van de zaak op afdoende wijze in aanmerking neemt. Dit lichaam van beroep hoeft geen rechtscollege te zijn, doch in dat geval moet de beslissing altijd schriftelijk en met redenen omkleed zijn (art. 4.2). Eenzelfde recht van beroep geldt voor besluiten betreffende het verlenen van rechten voor het installeren van faciliteiten (art. 11.3). De correcte omzetting van deze bepaling vraagt een wetgevend ingrijpen op gemeenschapsniveau. In de Vlaamse Gemeenschap kan wie door het VCM gesanctioneerd wordt na behandeling van een klacht tegen hem, een bezwaarschrift indienen bij ditzelfde VCM dat zijn beslissing kan heroverwegen (art. 9 procedurebesluit). In de praktijk wordt artikel 9 toegepast voor alle beslissingen van het VCM, dus ook bijvoorbeeld voor wie meent dat hem ten onrechte een erkenning of een vergunning werd geweigerd. Het VCM zelf kan echter bezwaarlijk worden aangemerkt als een lichaam van beroep in de zin van artikel 4 kaderrichtlijn. Op zichzelf is artikel 9 procedurebesluit dus onvoldoende ter omzetting van de kaderrichtlijn. Ook het aanvechten van een beslissing van het VCM bij de Raad van State kan niet beschouwd worden als een voldoende recht van beroep in de zin van artikel 4 van de kaderrichtlijn aangezien de Raad van State niet steeds de feiten in overweging neemt. Bijgevolg is er slechts één oplossing mogelijk: de oprichting van een werkelijke beroepskamer binnen het VCM. In de Franse Gemeenschap stellen zich gelijkaardige problemen. Een beroepsmogelijkheid tegen beslissingen van de CSA is voorlopig niet voorzien in het voorontwerp van decreet over de audiovisuele sector Overleg en samenwerking met andere NRI s, en met instanties bevoegd voor de uitvoering van het mededingingsrecht en het consumentenrecht Bijzonder relevant voor de omzetting van het nieuw regelgevend kader in België is artikel 3.4 kaderrichtlijn waarin wordt gesteld dat de lidstaten moeten zorgen voor overleg en samenwerking tussen de NRI s onderling indien er meerdere zijn aangewezen, en in aangelegenheden van gemeenschappelijk belang tussen die NRI s en de nationale instanties belast met de uitvoering van het mededingingsrecht en de nationale instanties belast met de uitvoering van het consumentenrecht. Bovendien moeten de respectieve taken van elk van deze instanties in gemakkelijk toegankelijke vorm bekendgemaakt worden. 1. Samenwerking tussen NRI s onderling 34 Merk op dat de praktijk van het BIPT om ontwerpteksten naar een aantal operatoren te sturen voor commentaar, hier volstrekt niet aan voldoet. 8

9 Samenwerking tussen de onderscheiden NRI s ligt in België niet voor de hand, doch een minimum aan coördinatie en overleg tussen het BIPT, de CSA en het VCM kan niet langer uitgesteld worden nu in de huidige Belgische situatie de sector van de elektronische communicatie onder het gezag staat van een veelheid van overheden, en nu uiteenlopende regels gelden naar gelang een elektronisch communicatienetwerk wordt gebruikt voor de transmissie van omroepsignalen of voor andere elektronische communicatiediensten. In haar advies bij het wetsontwerp-bipt acht de Raad van State het onhoudbaar dat de federale staat en de gemeenschappen elk afzonderlijk maatregelen kunnen treffen om een regelgeving voor de eenheidsmarkt van elektronische communicatienetwerken en diensten uit te werken 35. De Raad citeert vervolgens de twee mogelijke opties voor een doeltreffende omzetting in België van het nieuw regelgevend kader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten: het afsluiten van een samenwerkingsakkoord tussen alle betrokken overheden zoals bedoeld in artikel 92bis BWHI, of het invoeren bij bijzondere meerderheid van een nieuwe bevoegdheidsverdeling die een onderscheid maakt tussen de transmissie van elektronische communicatie en de inhoud ervan. Geen van beide oplossingen is eenvoudig en snel te realiseren. De eerste optie is nog de minst omslachtige, hoewel de realisatie van zulke samenwerkingsovereenkomst bijzonder complex belooft te worden. In de memorie van toelichting bij het wetsontwerp-bipt wordt gesteld dat een samenwerkingsovereenkomst nu in voorbereiding is en inderdaad de omzetting van het nieuwe Europese kader zal moeten vergezellen 36. Het valt te vrezen dat zonder zulke samenwerkingsovereenkomst er van samenwerking tussen de Belgische NRI s onderling weinig in huis zal komen. Dit belet niet dat de gemeenschappen in afwachting reeds alle bepalingen van de richtlijnen waarvoor samenwerking niet strikt onontbeerlijk is, kunnen omzetten. 2. Samenwerking met instanties bevoegd voor de uitvoering van het mededingingsrecht en het consumentenrecht Op federaal vlak is de samenwerking tussen de NRI en deze instanties geregeld in het wetsontwerp-bipt. Artikel van het ontwerp voorziet dat het BIPT samenwerkt met andere nationale en internationale instanties. Vermeld worden: de Europese Commissie, de buitenlandse NRI s, de regulatoren van andere economische sectoren, de federale overheidsdiensten belast met consumentenbescherming en de autoriteiten die belast zijn met de mededinging. De aard van de samenwerking wordt nu ook in de tekst van het ontwerp gespecificeerd: raadpleging en uitwisseling van informatie tussen de instanties belast met de mededinging en het BIPT 37. Een KB zal de nadere regels van die laatste samenwerking vaststellen. Merk op dat er geen woord wordt gerept over samenwerking met andere NRI s binnen België, hoewel dit krachtens artikel 3.4 kaderrichtlijn wel verplicht is. De samenwerking tussen de NRI s van de gemeenschappen en de (federale) instanties belast met de uitvoering van mededingingsrecht en consumentenrecht moet geregeld worden in hogervermeld samenwerkingsakkoord Marktanalyse en aanmerkelijke marktmacht In tegenstelling tot de huidige Europese regelgeving, mogen onder het nieuw regelgevend kader voor elektronische communicatienetwerken en diensten slechts specifieke verplichtingen worden opgelegd aan operatoren (met een aanmerkelijke marktmacht) indien de betrokken markt niet concurrentieel is, en mits het algemeen mededingingsrecht niet volstaat om de vastgestelde tekortkomingen van de markt te remediëren (art en 16.4 kaderrichtlijn). Er worden dus niet langer verplichtingen opgelegd van rechtswege. De richtlijnen voorzien enkel een opsomming van mogelijke verplichtingen, en de NRI s moeten daaruit de verplichtingen halen die nodig zijn voor het realiseren van de drie eerder genoemde beleidsdoelstellingen (art. 8 kaderrichtlijn). De bestaande richtlijnen voor telecommunicatie bevatten een opsomming van de relevante markten in dit verband. In het nieuwe kader zullen de relevante product- en dienstmarkten door de Commissie worden gedefinieerd. Voor deze markten moeten de NRI s dan de geografische dimensie bepalen. Daarbij moet niet alleen rekening worden gehouden met de algemene beginselen van het mededingingsrecht, maar ook met de documenten die de Commissie hieromtrent publiceert: een aanbeveling betreffende relevante markten voor 35 R.v.St., Afd. Wetgeving, Advies van 5 juni 2002, Parl. St. Kamer , nr. 1937/001, Wetsontwerp met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, Memorie van toelichting, Parl. St. Kamer , nr. 1937/001, Zie ook daarover Wetsontwerp met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatie-sector, Memorie van toelichting, Parl. St. Kamer , nr. 1937/001, 17. 9

10 producten en diensten 38 (die regelmatig zal worden herzien), en richtsnoeren voor marktanalyse en de beoordeling van aanmerkelijke marktmacht 39. Wanneer een NRI een markt wil definiëren die buiten de aanbeveling van de Commissie valt, dan moet zij daarbij de bijzondere consolidatieprocedure van artikel 7 kaderrichtlijn volgen. Vervolgens dienen de relevante markten geanalyseerd te worden om te bepalen of er specifieke verplichtingen moeten worden opgelegd, gewijzigd of geschrapt. Marktanalyse betekent dat de NRI, eventueel in samenwerking met de nationale mededingingsautoriteiten, onderzoekt of een bepaalde markt voldoende concurrentieel is, en of er één of meerdere operatoren met aanmerkelijke marktmacht kunnen worden geïdentificeerd. Dit is het geval wanneer zij alleen of samen met anderen - een economische kracht bezitten die hen in staat stelt zich in belangrijke mate onafhankelijk te gedragen van concurrenten, klanten en consumenten (art kaderrichtlijn). NRI s kunnen een onderneming ook beschouwen als beschikkend over aanmerkelijke marktmacht op nauw verwante markten (art kaderrichtlijn). Deze marktanalyse zal op gezette tijdstippen moeten herhaald worden. Wat betekent dit in België voor de gemeenschappen? 1. Marktdefinitie Op Vlaams niveau zal in uitvoering van artikel 15.3 kaderrichtlijn - het VCM de relevante markten moeten vaststellen die overeenkomen met de omstandigheden in Vlaanderen. Daarbij moet het de beginselen van het mededingingsrecht in acht nemen en zoveel mogelijk rekening houden met de hogervermelde aanbeveling en richtsnoeren van de Commissie. De omzetting van dit artikel op gemeenschapsniveau doet twee belangrijke vragen rijzen: zijn de gemeenschappen bevoegd, en kan deze opdracht niet doeltreffender worden uitgevoerd door een orgaan met aanzienlijke ervaring en expertise op dit gebied, de Raad voor de Mededinging. De vraag naar de gemeenschapsbevoegdheid moet positief beantwoord worden. Inderdaad kunnen de gemeenschappen die bevoegd zijn voor de technische aspecten van de radio-omroep en de televisie een aantal marktgebonden aspecten van de transmissie van omroepsignalen regelen. Alhoewel het vaststellen van mededingingsregels en regels i.v.m. de handelspraktijken een zaak voor de federale overheid is (art. 6 1, VI, vijfde lid, 4 BWHI), heeft de Raad van State het optreden van de gemeenschappen in deze materie aanvaard op grond van de impliciete bevoegdheden (artikel 10 BWHI) 40. Ook het Arbitragehof heeft aangenomen dat de gemeenschappen aangelegenheden kunnen regelen die betrekking hebben op het mededingingsrecht onder de voorwaarden van dit artikel. Deze voorwaarden luiden als volgt: 1. De aangenomen reglementering moet noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheden van de gemeenschap. Het is inderdaad noodzakelijk de Europese regels m.b.t. elektronische communicatienetwerken en diensten op gemeenschapsniveau om te zetten, met dien verstande dat de omzetting van die regels verbonden is met de uitoefening van de gemeenschapsbevoegdheid inzake radioomroep en televisie. Het regelen van de marktverhoudingen inzake de transmissie van omroepsignalen is immers een essentieel element in de organisatie van het omroeplandschap. 2. De betrokken aangelegenheid moet zich lenen voor een gedifferentieerde regeling door verschillende overheden. Het geheel van het mededingingsbeleid zal niet of nauwelijks worden geraakt door het aannemen van een reglementering die specifiek is voor de sector van de omroeptransmissie. 3. De weerslag van de in het geding zijnde bepalingen op de betrokken aangelegenheid (het mededingingsrecht en de handelspraktijken) mag slechts marginaal zijn. De bepalingen die in dit verband de Europese regels omzetten, raken de federale bevoegdheid voor mededinging en handelspraktijken slechts op een marginale manier aangezien zij slechts van toepassing zijn op de relaties tussen de operatoren van netwerken voor de transmissie van omroepsignalen. Bovendien gebeurt de toepassing van de regels van de richtlijn 38 EUROPESE COMMISSIE, Ontwerp aanbeveling betreffende relevante markten voor producten en diensten in de elektronische sector communicatie die kan worden onderworpen aan regelgeving ex ante in overeenstemming met Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en diensten; te consulteren op EC/nl.pdf. 39 EUROPESE COMMISSIE, Richtsnoeren van de Commissie voor de marktanalyse en de beoordeling van de aanmerkelijke marktmacht in het bestek van het gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en diensten, PB C 11 juli 2002, afl. 165, R.v.St., Afd. Wetgeving, Advies L /VR/4 van 26 mei-8 juni 1998, Parl. St. Fr. Gem. R , nr. 268/1, 26-27; R.v.St., Afd. wetgeving, Advies L /3 van 7 april 1999 (onuitgeg.). 10

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE RAADPLEGING OP VRAAG VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 23 MEI 2014 MET BETREKKING TOT ZIJN ONTWERP VAN MEDEDELING BETREFFENDE DE VERPLICHTING TOT MELDING

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/06/2017

Datum van inontvangstneming : 29/06/2017 Datum van inontvangstneming : 29/06/2017 Vertaling C-298/17-1 Zaak C-298/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 mei 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 29.7.2009 COM(2009) 420 definitief 2007/0247 (COD) ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE MEDIARAAD. Advies nr. 2003/002

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE MEDIARAAD. Advies nr. 2003/002 MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE MEDIARAAD Advies nr. 2003/002 Betreft: Voorontwerp van decreet houdende wijziging van sommige bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en de

Nadere informatie

Stuk 1147 (2006-2007) Nr. 1. Zitting 2006-2007. 16 maart 2007 ONTWERP VAN DECREET

Stuk 1147 (2006-2007) Nr. 1. Zitting 2006-2007. 16 maart 2007 ONTWERP VAN DECREET Stuk 1147 (2006-2007) Nr. 1 Zitting 2006-2007 16 maart 2007 ONTWERP VAN DECREET houdende de wijziging van sommige bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse uitvoeringsbepalingen over radio-omroep en houdende wijziging van diverse besluiten over radio-omroep

Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse uitvoeringsbepalingen over radio-omroep en houdende wijziging van diverse besluiten over radio-omroep VR 2016 2312 DOC.1503/3BIS Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse uitvoeringsbepalingen over radio-omroep en houdende wijziging van diverse besluiten over radio-omroep Verslag aan de regering

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen RICHTLIJN 2002/21/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 7 maart 2002

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen RICHTLIJN 2002/21/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 7 maart 2002 24.4.2002 L 108/33 RICHTLIJN 2002/21/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn)

Nadere informatie

Inhoudstafel. Woord vooraf... Dankwoord... Lijst van veel gebruikte afkortingen... Inleiding... 1

Inhoudstafel. Woord vooraf... Dankwoord... Lijst van veel gebruikte afkortingen... Inleiding... 1 xi Woord vooraf...................................... Dankwoord....................................... Lijst van veel gebruikte afkortingen...................... i iii vii Inleiding.........................................

Nadere informatie

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE DE OPENBAARHEID VAN BESTUUR

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE DE OPENBAARHEID VAN BESTUUR ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE DE OPENBAARHEID VAN BESTUUR Brussel, 25 juni 2002 AXM_advies 2. ADVIES 1. INLEIDING De SERV werd op 13 juni 2002 om advies gevraagd over het ontwerp van

Nadere informatie

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014. Advies van 7 september 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.8.2017 COM(2017) 422 final 2017/0189 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vervanging van bijlage A bij Verordening (EU) 2015/848 betreffende

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Goedkeuring en machtiging tot ondertekening van het Wijzigingsprotocol tot modernisering van het Verdrag

Nadere informatie

Advies. Verplicht outplacement - Sanctie. Brussel, 30 oktober 2017

Advies. Verplicht outplacement - Sanctie. Brussel, 30 oktober 2017 Advies Verplicht outplacement - Sanctie Brussel, 30 oktober 2017 SERV_20171030_Verplicht_outplacement_sanctie_ADV Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11

Nadere informatie

VR DOC.1318/1BIS

VR DOC.1318/1BIS VR 2018 2311 DOC.1318/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en de

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 14/12/2017 BETREFFENDE DE DREMPELS EN MODALITEITEN VOOR KENNISGEVING VAN VEILIGHEIDSINCIDENTEN BINNEN DE SECTOR

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 17.9.2002 L 249/21 betreffende RICHTLIJN 2002/77/EG VAN DE COMMISSIE van 16 september2002 de mededinging op de markten voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Voorde EER relevante tekst)

Nadere informatie

C 365 E/198 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

C 365 E/198 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 365 E/198 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 19.12.2000 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE MEDIARAAD. Advies nr. 2002/006

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE MEDIARAAD. Advies nr. 2002/006 MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE MEDIARAAD Advies nr. 2002/006 Betreft: de richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake elektronische communicatienetwerken en

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 december

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 december A D V I E S Nr. 1.539 ----------------------------- Zitting van woensdag 21 december 2005 ------------------------------------------------------- Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat,

Nadere informatie

C 365 E/230 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

C 365 E/230 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 365 E/230 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 19.12.2000 Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken

Nadere informatie

VR DOC.0290/5BIS 1

VR DOC.0290/5BIS 1 VR 2017 3103 DOC.0290/5BIS 1 Omzettingstabel ontwerpdecreet inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid en tot wijziging van diverse

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Advies van het B.I.P.T. van 18 februari 2009 betreffende de bepaling en de voorwaarden voor het beschikbaar stellen van de basisidentificatiegegevens

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 januari 2019 ADVIES 2019-13 met betrekking tot het verkrijgen van toegang tot documenten met

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 27 oktober 2014 ADVIES 2014-83 met betrekking tot de weigering om een kopie te verstrekken van het

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 30.6.2016 L 173/47 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1055 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de technische middelen voor een passende

Nadere informatie

ADVIES Nr. 12 / 2004 van 21 oktober 2004

ADVIES Nr. 12 / 2004 van 21 oktober 2004 KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hallepoortlaan 5-8, B-1060 Brussel Tel. : +32(0)2/542.72.00 E-mail : commission@privacy.fgov.be Fax.: : +32(0)2/542.72.12 http://www.privacy.fgov.be/ COMMISSIE VOOR DE

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 december 2009 ADVIES 2009-78 Advies uit eigen beweging over de gevolgen voor de openbaarheid

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.883/1 van 25 januari 2019 over een voorontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van titel X van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene

Nadere informatie

Besluit van 21 maart 1997 betreffende toegang van het publiek tot documenten van het Europees Milieuagentschap (97/C 282/04)

Besluit van 21 maart 1997 betreffende toegang van het publiek tot documenten van het Europees Milieuagentschap (97/C 282/04) bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C282 van 18/09/97 Besluit van 21 maart 1997 betreffende toegang van het publiek tot documenten van het Europees Milieuagentschap Memorie van toelichting

Nadere informatie

VR DOC.1268/1

VR DOC.1268/1 VR 2018 0911 DOC.1268/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA VOOR DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende bepaling van het aantal particuliere

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen EIOPA(BoS(13/164 NL Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen EIOPA WesthafenTower Westhafenplatz 1 60327 Frankfurt Germany Phone: +49 69 951119(20 Fax: +49 69 951119(19

Nadere informatie

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis; Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de federale, gewestelijke en gemeenschapsoverheden voor het coördineren van de gegevensverwerking in het gezondheidsbeleid en de bijstand aan personen Gelet op artikelen

Nadere informatie

BESLISSING VAN DE CONFERENTIE VAN REGULATOREN VOOR DE ELEKTRONISCHE COMMUNICATIESECTOR (CRC) VAN 1 JULI 2011

BESLISSING VAN DE CONFERENTIE VAN REGULATOREN VOOR DE ELEKTRONISCHE COMMUNICATIESECTOR (CRC) VAN 1 JULI 2011 BESLISSING VAN DE CONFERENTIE VAN REGULATOREN VOOR DE ELEKTRONISCHE COMMUNICATIESECTOR (CRC) VAN 1 JULI 2011 BETREFFENDE DE ANALYSE VAN DE MARKT VOOR TELEVISIEOMROEP IN HET NEDERLANDSE TAALGEBIED NIET-VERTROUWELIJKE

Nadere informatie

Opmerkingen volgens Artikel 7(3) van Richtlijn 2002/21/EC1

Opmerkingen volgens Artikel 7(3) van Richtlijn 2002/21/EC1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10-VII-2006 SG-Greffe (2006) D/203910 Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Zurichtoren Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Fax : + 31 70 315 92 04 Ter attentie van:

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de regelgeving

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de functionarissen

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE 1 Onderhavig ontwerp van mededeling van de Raad van het BIPT met betrekking tot de de praktische toepassing van de regels met betrekking tot het

Nadere informatie

Voorlopig oordeel inzake interconnectie

Voorlopig oordeel inzake interconnectie Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/IBT/2003/203596 Datum Onderwerp Bijlage(n) Interconnectieplicht Voorlopig oordeel inzake interconnectie Het college van de Onafhankelijke Post

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING VOORONTWERP VAN DECREET HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKINGSAKKOORD VAN (DATUM) TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMSSIE MET BETREKKING

Nadere informatie

Ethische Commissie voor de telecommunicatie

Ethische Commissie voor de telecommunicatie Ethische Commissie voor de telecommunicatie Ellipse Building Gebouw C Koning Albert II-laan 35 1030 BRUSSEL advies nr. 2013/001 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft:

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/13/158 BERAADSLAGING NR. 13/074 VAN 2 JULI 2013 MET BETREKKING TOT DE UITWISSELING VAN PERSOONSGEGEVENS TUSSEN

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Axel Voss namens de PPE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Axel Voss namens de PPE-Fractie 6.9.2018 A8-0245/137 137 Overweging 31 (31) Een vrije en pluralistische pers is van essentieel belang voor de kwaliteit van de journalistiek en de toegang van burgers tot informatie. Zij levert een fundamentele

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 26 OKTOBER 2010 BETREFFENDE

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 26 OKTOBER 2010 BETREFFENDE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: Besluit 26-10-2010 BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 26 OKTOBER 2010 BETREFFENDE DE MOGELIJKHEID VOOR DE HOUDERS VAN EEN ON3- RADIOAMATEURVERGUNNING

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE RAADPLEGING OP VRAAG VAN DE RAAD VAN HET BIPT. van 17 april 2007

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE RAADPLEGING OP VRAAG VAN DE RAAD VAN HET BIPT. van 17 april 2007 BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk : raadpleging MSS RAADPLEGING OP VRAAG VAN DE RAAD VAN HET BIPT van 17 april 2007 met betrekking tot de selectie- en toewijzingsprocedure

Nadere informatie

Corrigendum van 11 juli 2018

Corrigendum van 11 juli 2018 CONFERENTIE VAN REGULATOREN VOOR DE ELEKTRONISCHE COMMUNICATIESECTOR Corrigendum van 11 juli 2018 Beslissing van 29 juni 2018 betreffende de analyse van de markten voor breedband en televisieomroep het

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.940/VR van 9 oktober 2018 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat,

Nadere informatie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende de instemming met het samenwerkingsakkoord van (datum) tussen

Nadere informatie

Gelet op het verzoek om advies van de minister president van de Duitstalige Gemeenschap, de heer Oliver Paasch ontvangen op 28 juni 2019;

Gelet op het verzoek om advies van de minister president van de Duitstalige Gemeenschap, de heer Oliver Paasch ontvangen op 28 juni 2019; 1/8 Advies nr. 145/2019 van 21 augustus 2019 Betreft: Advies betreffende artikelen 14 en 19 van een voorontwerp van decreet tot omzetting van de Richtlijn (EU)2017/1852 van de Raad van 10 oktober 2017

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN GEZAMEIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN "1. De vandaag vastgestelde verordening betreffende de uitvoering van de mededingingsregels

Nadere informatie

DEEL 4: TELECOMMUNICATIE EN MEDIA

DEEL 4: TELECOMMUNICATIE EN MEDIA DEEL 4: TELECOMMUNICATIE EN MEDIA Wet 17 januari 2003 Belgische post- en telecommunicatiesector, regulator, statuut.. 193 Wet 17 januari 2003 Belgische post- en telecommunicatiesector, regulator, statuut,

Nadere informatie

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van 8.10.2012

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van 8.10.2012 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.10.2012 C(2012) 7142 final ADVIES VAN DE COMMISSIE van 8.10.2012 overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 714/2009 en artikel 10, lid 6, van Richtlijn 2009/72/EG

Nadere informatie

VR DOC.0051/1

VR DOC.0051/1 VR 2018 1901 DOC.0051/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA VOOR DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering houdende de opstelling van een frequentieplan en

Nadere informatie

Rubriek Telecommunicatie Computerrecht 2007/04

Rubriek Telecommunicatie Computerrecht 2007/04 Rubriek Telecommunicatie Computerrecht 2007/04 Inhoudstafel Europa 2 Verordening internationale roaming 2 Richtlijn audiovisuele mediadiensten 2 Nederland 3 Consultatie nieuwe frequentiebeleid 3 Groei

Nadere informatie

Bijlage 2 Richtlijnen indienen omzetopgave

Bijlage 2 Richtlijnen indienen omzetopgave Bijlage 2 Richtlijnen indienen omzetopgave Het omzet gerelateerde vergoedingenstelsel Voor de kosten van het toezicht in de elektronische communicatiesector brengt ACM aanbieders van openbare elektronische

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de

Nadere informatie

Integraal mededingingsrecht

Integraal mededingingsrecht Integraal mededingingsrecht Verzameling van in Nederland geldende nationale en Europese regelgeving inzake kartelrecht en concentratiecontrole Samengesteid door: mr. P.B. Gaasbeek prof. mr. B.MJ. van der

Nadere informatie

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT Aanbeveling... 2 Advies... 2 Algemeen commentaar... 2 Beleidsdocument... 3 Besluit... 3 Decreet... 3 Europees besluit... 3 Grondwet... 3 Koninklijk besluit... 3 Mededeling...

Nadere informatie

VR DOC.1315/1BIS

VR DOC.1315/1BIS VR 2018 2311 DOC.1315/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA VOOR DE VLAAMSE REGERING Betreft: Tweede principiële goedkeuring van: - besluit van de Vlaamse Regering betreffende

Nadere informatie

N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. betreffende

N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. betreffende N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, 18.05.2005 MH/SL/LC A D V I E S betreffende DE OMZETTING IN BELGISCH RECHT VAN TWEE EUROPESE RICHTLIJNEN INZAKE FINANCIËLE DIENSTEN OP AFSTAND (bekrachtigd door

Nadere informatie

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies 135/2019 van 7 augustus 2019

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG); Advies 135/2019 van 7 augustus 2019 1/8 Advies 135/2019 van 7 augustus 2019 Betreft: Voorontwerp van wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 28 december 2018 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest,

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 3 JUNI 20 MET BETREKKING TOT RADIO-INTERFACES B0-03-E EN F, B0-04 TOT B0-06, B0-0 EN B0-0-A, B0-2-A EN B, B0-3,

Nadere informatie

VR DOC.0365/1BIS

VR DOC.0365/1BIS VR 2017 2104 DOC.0365/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL BIS - NOTA VOOR DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse uitvoeringsbepalingen

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: 256 NL quality_network_process_billing_complaints_kpe_modif_def_fr_211.doc ONTWERPBESLUIT VAN HET BIPT VAN 8 OKTOBER 2008 BETREFFENDE DE

Nadere informatie

Richtsnoeren. inzake klachtenprocedures met betrekking tot vermeende inbreuken op de Richtlijn Betalingsdiensten 2 EBA/GL/2017/13 05/12/2017

Richtsnoeren. inzake klachtenprocedures met betrekking tot vermeende inbreuken op de Richtlijn Betalingsdiensten 2 EBA/GL/2017/13 05/12/2017 EBA/GL/2017/13 05/12/2017 Richtsnoeren inzake klachtenprocedures met betrekking tot vermeende inbreuken op de Richtlijn Betalingsdiensten 2 1. Nalevings- en rapportageverplichtingen Status van deze richtsnoeren

Nadere informatie

VR 2016 DOC.0943/1BIS

VR 2016 DOC.0943/1BIS VR 2016 DOC.0943/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering inzake het ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.528/3 van 15 juni 2017 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest houdende instemming met 1 de overeenkomst tussen de

Nadere informatie

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.743/3 van 18 juli 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het jeugd- en kinderrechtenbeleid 2/6 advies Raad van State 63.743/3

Nadere informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie 13 mei 2019 ADVIES 2019-1 Over de openbaarmaking van vergunningen (FBC/2019/1advies SCIENSANO) 2 1. Een overzicht Bij e-mail van 5 april

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 17.6.2017 L 155/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1018 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp van decreet betreffende het

Nadere informatie

VERTAALDE VERSIE VAN HET BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 29 JUNI 2016

VERTAALDE VERSIE VAN HET BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 29 JUNI 2016 BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE VERTAALDE VERSIE VAN HET BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 29 JUNI 2016 BETREFFENDE DE GEBRUIKSRECHTEN VAN INMARSAT VENTURES LTD VOOR COMPLEMENTAIRE

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT van 18 januari 2011 met betrekking tot DE HERTOEWIJZING VAN EEN AANTAL NUMMERBLOKKEN BIPT - Ellipse Building -

Nadere informatie

ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE.

ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE. ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE. 02/02/2001 INLEIDING 1. Het artikel 7 van Richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en

Nadere informatie

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT I Inleiding 1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) publiceert hierbij richtsnoeren die aangeven

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) 15528/02 ADD 1 ENER 315 CODEC 1640 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 augustus 2000;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 augustus 2000; TC/00/27 BERAADSLAGING NR. 00/78 VAN 3 OKTOBER 2000 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN SOCIALE GEGEVENS VAN PERSOONLIJKE AARD DOOR DE KRUISPUNTBANK EN DE SOCIALEZEKERHEIDSINSTELLINGEN AAN BUITEN- LANDSE AUTORITEITEN

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 7.3.2014

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 7.3.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.3.2014 C(2014) 1392 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 7.3.2014 houdende aanvulling van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE ADVIES VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 12 FEBRUARI 2014 MET BETREKKING TOT HET ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/10/2013

Datum van inontvangstneming : 11/10/2013 Datum van inontvangstneming : 11/10/2013 Vertaling C-454/13-1 Zaak C-454/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 augustus 2013 Verwijzende rechter: Rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.5.2016 COM(2016) 317 final 2016/0159 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vervanging van de lijsten van insolventieprocedures en

Nadere informatie

VR DOC.1652/1BIS

VR DOC.1652/1BIS VR 2018 2112 DOC.1652/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA VOOR DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende bepaling van het aantal particuliere

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.232/1 van 12 oktober 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet van 4 maart 2016 houdende

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.607/1 van 28 juni 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de nadere regels over het toezicht, de nalevingsondersteuning en de handhaving

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.863/3 van 22 februari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen 2/8 advies

Nadere informatie

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 364 van 25/11/98 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 59/98 door de Raad vastgesteld op 20 juli 1998 met het oog op de aanneming van Richtlijn

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 17 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit en een

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 24 juni 2005; A. SITUERING, ONDERWERP EN RECHTVAARDIGING VAN DE AANVRAAG

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 24 juni 2005; A. SITUERING, ONDERWERP EN RECHTVAARDIGING VAN DE AANVRAAG SCSZ/05/97 1 BERAADSLAGING NR. 05/034 VAN 19 JULI 2005 M.B.T. DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE BUITENLANDSE VERZEKERDEN, DOOR DE VERZEKERINGSINSTELLINGEN AAN HET VLAAMS ZORGFONDS, MET HET

Nadere informatie

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 13.12.2013 2013/0268(COD) ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 10.12.2013 2013/0309(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N EU - Contractenrecht A03 Brussel, 9 december 2010 MH/SL/AS A D V I E S over DE CONSULTATIE VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER HET EUROPEES CONTRACTENRECHT VOOR CONSUMENTEN

Nadere informatie

Artikel 2 Toepassingsgebied van de privacyverklaring

Artikel 2 Toepassingsgebied van de privacyverklaring Privacyverklaring ITLB Juli 2016 versie nl 1.0 Artikel 1 Algemene beginselen De bescherming van uw persoonlijke levenssfeer is voor het ITLB van het hoogste belang. Deze privacyverklaring beschrijft welke

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 13 AUGUST 2013 BETREFFENDE

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 13 AUGUST 2013 BETREFFENDE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: Besluit 13/08/2013 BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 13 AUGUST 2013 BETREFFENDE DE TOEGANG VAN DE RADIOAMATEURS TOT DE FREQUENTIEBANDEN

Nadere informatie