Een financieringsstructuur voor de acquisitie en exploitatie van rijksmonumenten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een financieringsstructuur voor de acquisitie en exploitatie van rijksmonumenten"

Transcriptie

1 Een financieringsstructuur voor de acquisitie en exploitatie van rijksmonumenten Auteur : W.H. van de Wetering Datum : 7 november 2006 Plaats : Loosdrecht Interne begeleiders : Drs. G.J. Iemhoff RC, hoofd financiële zaken / controler; Stadsherstel Amsterdam N.V. Drs. R. Bak, senior researcher; CB Richard Ellis B.V. ASRE-begeleider : Drs. R.E.F.A. Crassee MRE FRICS Amsterdam School of Real Estate, MRE opleiding, Jaargang

2 VOORWOORD Voor u ligt mijn masterproof welke is geschreven in het kader van de MRE opleiding aan de Amsterdam School of Real Estate te Amsterdam. Deze masterproof heeft de vorm van een schriftelijk uit te brengen advies. De keuze van het onderwerp, een financieringsstructuur voor de acquisitie en exploitatie van rijksmonumenten, is gelegen in mijn passie voor monumenten en de behoefte een bijdrage te leveren aan de instandhouding van het culturele erfgoed in Nederland. Op deze plek wil ik de volgende personen bedanken; Johan Iemhoff, Rudolf Bak en in het bijzonder Rob Crassee voor de begeleiding bij schrijven van deze scriptie. Rob, ik ben je veel dank verschuldigd voor je suggesties en adviezen gedurende het gehele proces! De combinatie van werken en studeren was niet mogelijk geweest zonder de steun van mijn collega s en mijn vriendin. Tenslotte is deze scriptie grotendeels geschreven op mijn oude slaapkamer in mijn ouderlijk huis. Pa en Jo bedankt voor jullie gastvrijheid en zorg. Willem Hendrik van de Wetering September

3 SAMENVATTING Stadsherstel Amsterdam bestaat dit jaar 50 jaar. Stadsherstel Amsterdam verwerft, restaureert en onderhoud voor het stadsbeeld karakteristieke gebouwen. Het jubileumjaar lijkt echter te worden overschaduwd door de inwerkingtreding van een nieuwe subsidieregeling waardoor men een beperking van de financieringsmogelijkheden verwacht bij de acquisitie en exploitatie van rijksmonumenten. Dit onderzoek heeft als doel een structuur te vinden waarmee Stadsherstel Amsterdam met de participatie van particulier vermogen in de toekomst de financierbaarheid van de acquisitie en exploitatie van rijksmonumenten kan optimaliseren. Het onderzoek tracht een antwoord te vinden op de volgende vraagstelling: Hoe kan de acquisitie en exploitatie van andere rijksmonumenten dan woningen en boerderijen zonder agrarische functie optimaal worden gefinancierd? De nieuwe subsidieregeling is het Besluit rijkssubsidiering instandhouding monumenten (Brim) dat op 1 februari 2006 in werking is getreden. Het besluit staat voor een verschuiving van restauratie naar planmatig onderhoud, eenvoudiger regelgeving, kortere procedures en tot het waarborgen van de kwaliteit van de monumentenzorg waarbij gebruik wordt gemaakt van subsidies of laagrentende leningen en voorfinanciering. Naast het verlenen van subsidies en laagrentende leningen draagt de overheid ook bij in de financiering van rijksmonumenten middels verschillende fiscale faciliteiten voor verschillende eigendomsstructuren. Natuurlijke personen verenigt in een fiscaal transparant beleggingsfonds hebben sinds mei 2006 recht op de monumentenaftrek. Een vennootschap met een instandhoudingsdoelstelling is vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Aangewezen instellingen zoals restaurerende instellingen alsmede de fiscale beleggingsinstelling zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Naast de huidige wettelijke regelingen ligt er een advies van de Procureur-generaal aan de Hoge Raad over de mogelijkheid van een instandhoudingsdoelstelling voor natuurlijke personen en de verkrijging van de aandelen in een vennootschap met rijksmonumenten. Indien de Hoge Raad het advies van de Procureur-generaal overneemt, geldt hierbij ook voor natuurlijke personen dat deze zijn vrijgesteld van overdrachtsbelasting. 3

4 Bij een eventuele financieringsstructuur zijn de criteria en doelstellingen van Stadsherstel Amsterdam leidend. Stadsherstel Amsterdam wenst in een dergelijk structuur volledige zeggenschap te behouden bij de acquisitie en duurzame exploitatie. Het verworven bezit wordt in principe niet vervreemd. Stadherstel Amsterdam heet geen winstoogmerk en wenst een kennis- en adviescentrum te zijn voor monumentenbeheer. Het kwantitatieve criterium van de (particuliere) belegger is het krijgen van een marktconform rendement op zijn investering. De doelstelling van dit onderzoek is niet het bepalen van dit rendement maar juist de kwalitatieve risicocomponenten te benoemen welke van invloed zijn op het rendement. Door deze kwalitatieve risicocomponenten te benoemen kan hierop worden ingespeeld bij het bepalen van de optimale financieringsstructuur. Naast de algemene risicocomponenten bij het beleggen in vastgoed gelden voor rijksmonumenten met name de navolgende kwalitatieve risicocomponenten: de beperking in het gebruik; de hoge managementintensiteit; het heterogene karakter; de niet transparante markt; de lange economische levensduur; de beperkte voorraad. De criteria van het niet risicodragend kapitaal verschillen in hoofdlijnen niet zozeer met die van de belegger. Echter doordat zij gebruik maakt van extra zekerheden zoals een hypotheekrecht en of pandrecht, kan zij een lager rendement accepteren dan de belegger waardoor de vermogenstructuur en daarmee het geëiste totaal rendement op de investering kan wijzigen. Aan de hand van de jaarstukken van Stadsherstel Amsterdam en de regelingen zoals deze zijn neergelegd in het Brim, blijkt dat het Brim resulteert in een substantiële achteruitgang van circa 20% van de subsidiebijdragen door de overheid bij de instandhouding van rijksmonumenten. Het vermogen dat door participanten wordt samengebracht ten behoeve van de acquisitie en exploitatie van een rijksmonument kan gestructureerd worden middels een beleggingsmaatschappij of middels een beleggingsfonds. De beleggingsmaatschappij is een naamloze of besloten vennootschap al dan niet genoteerd aan de beurs. Het open of besloten beleggingsfonds is een overeenkomst waarin de participanten hun vermogen ter belegging in een gemeenschappelijk fonds storten. De besloten fondsen zijn de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap. 4

5 De fiscale faciliteiten bij de acquisitie en exploitatie van rijksmonumenten verschillen tussen de bovengenoemde eigendomsstructuren. De beleggingsmaatschappij met een instandhoudingsdoelstelling is vrijgesteld van overdrachtsbelasting en betaald vennootschapsbelasting over de winst. Indien de beleggingsmaatschappij een aangewezen instelling of een fiscale beleggingsinstelling betreft dan wordt deze aangeslagen voor het 0%- tarief voor de vennootschapsbelasting. De beleggingsfondsen hebben allemaal recht op de monumentenaftrek in Box 1 en worden in Box 3 aangeslagen op grond van de forfaitaire vermogensheffing wanneer de participanten pasief beleggen. Het verschil tussen de fondsen is voornamelijk gelegen in de aansprakelijkheid op het ingebrachte vermogen. Hieruit komt naar voren dat de commanditaire vennootschap het meest voor de handliggende beleggingsfonds is bij de acquisitie en exploitatie van rijksmonumenten. Aan de hand van een model zijn de relatieve verschillen tussen de looptijdrendementen, bij de fictieve verwerving van de portefeuille van SHA, voor de participanten in één van de eigendomsstructuren zichtbaar gemaakt. Hierbij is rekening gehouden met de subsidiabele en fiscale mogelijkheden. Door gebruik te maken van de monumentenaftrek op de restauratiekosten voor particuliere kan het looptijdrendement worden geoptimaliseerd bij een gelijkblijvend inkomen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de fiscaal transparante structuur zich voornamelijk leent voor financieringsstructuren van rijksmonumenten indien de verwachting is dat de restauratie- en onderhoudskosten ten opzichte van de initiële investering relatief hoog zijn. Bij een bestaande portefeuille met rijksmonumenten zonder hoge restauratie- en onderhoudskosten kan beter gebruik worden gemaakt van de vrijstellingen, lagere vermogensheffing en het Vpb-tarief van 0% van de monumenten BV met FBI-status. De acquisitie en exploitatie van andere rijksmonumenten dan woningen en boerderijen zonder agrarische functie kan optimaal gefinancierd worden door een door SHA te initiëren commanditaire vennootschap, waarbij het vermogen bijeengebracht wordt door particuliere beleggers en de zeggenschap, kennis en expertise van de acquisitie en de exploitatie van rijksmonumenten bij SHA blijft. Hierdoor ontstaat een combinatie waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de fiscale mogelijkheden en de doelstellingen van SHA gegarandeerd blijven. 5

6 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD2 SAMENVATTING3 INHOUDSOPGAVE6 1 AANLEIDING & PROBLEEMANALYSE AANLEIDING PROBLEEMANALYSE VRAAGSTELLING & ONDERZOEKSOPZET VRAAGSTELLING AFBAKENING ONDERZOEKSMETHODE OPBOUW VAN HET ONDERZOEK HET BESLUIT RIJKSSUBSIDIËRING INSTANDHOUDING MONUMENTEN INLEIDING ACHTERGROND DOELSTELLINGEN EN INHOUD BRIM RESTAURATIEFONDS-HYPOTHEEK SAMENVATTING DE FISCUS EN EEN RIJKSMONUMENT INLEIDING INKOMSTENBELASTING VENNOOTSCHAPSBELASTING OVERDRACHTSBELASTING SAMENVATTING DE CRITERIA-ANALYSE VAN DE BELANGHEBBENDEN INLEIDING DE DOELSTELLINGEN EN CRITERIA VAN STADSHERSTEL (AMSTERDAM) DE KWALITATIEVE CRITERIA VAN DE (PARTICULIERE) BELEGGER DE KWALITATIEVE CRITERIA VAN HET NIET RISICODRAGEND KAPITAAL SAMENVATTING DE SUBSIDIE- EN FISCALE CRITERIA-ANALYSE INLEIDING EEN ANALYSE VAN DE GEVOLGEN VAN HET BRIM OP STADSHERSTEL AMSTERDAM EEN EIGENDOMSANALYSE VAN DE FINANCIERINGSSTRUCTUREN EEN FISCALE ANALYSE VAN FINANCIERINGSSTRUCTUREN EEN FINANCIELE ANALYSE VAN DE FINANCIERINGSSTUCTUREN SAMENVATTING KNELPUNTENANALYSE, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

7 7.1 INLEIDING CRITERIA KNELPUNTENANALYSE ONDERZOEKSRESULTAAT CONCLUSIES & AANBEVELINGEN GERAADPLEEGDE LITERATUUR / REFERENTIE63 GEÏNTERVIEWDEN67 AFKORTINGEN68 BIJLAGEN69 7

8 1 AANLEIDING & PROBLEEMANALYSE 1.1 AANLEIDING Nederland heeft een aanmerkelijke voorraad van gemeentelijke, provinciale en rijksmonumentale gebouwen. Dit betreft onder andere woonhuizen en bedrijfsruimten maar ook bijvoorbeeld kerken, gemalen en vestingwerken. Het zijn veelal voor het (stads)beeld bepalende karakteristieke gebouwen. Een aantal van deze gebouwen hebben hun economisch nut door de jaren heen altijd behouden. Misschien wel het beste voorbeeld zijn de grachtenpanden in het centrum van Amsterdam. Andere gebouwen en bouwwerken hebben als gevolg van uiteenlopende oorzaken hun economisch nut verloren. Bijvoorbeeld doordat de bouwwerken niet meer noodzakelijk zijn voor datgene waarvoor ze oorspronkelijk gebouwd zijn of omdat in de loop der jaren het onderhoud onvoldoende is geweest waardoor de bouwkundige staat het niet meer toelaat een pand nog langer te gebruiken. De aanvangs- en looptijdrendementen liggen vaak beneden de door de markt geëiste rendementen waardoor de reguliere markt deze gebouwen niet meer koopt. In Nederland zijn er een aantal restaurerende instellingen die juist wel in dit segment opereert door dergelijke gebouwen op te kopen, te renoveren, te restaureren en vervolgens te exploiteren. Deze instellingen hebben in de loop der jaren veel kennis en informatie vergaard over de exploitatie en instandhouding van monumenten. Om hun doestellingen te realiseren zijn deze organisaties voor hun kapitaal voornamelijk afhankelijk van (rijks)subsidies, donaties en sponsorfinanciering door het bedrijfsleven. Eén van deze organisaties is Stadsherstel Amsterdam. Stadsherstel Amsterdam NV (SHA) houdt zich dit jaar al vijftig jaar bezig met de exploitatie van vastgoed met een monumentale waarde. SHA verwerft, restaureert, onderhoudt en beheert voor het stadsbeeld karakteristieke panden. Onder de aandeelhouders bevinden zich de gemeente Amsterdam alsmede grote Nederlandse banken en verzekeraars die in de vorm van sponsorfinanciering genoegen nemen met een lager dan markconform rendement. 8

9 1.2 PROBLEEMANALYSE Dit jubileumjaar voor SHA lijkt echter te worden overschaduwd door de inwerkingtreding van een nieuwe subsidieregeling die de huidige restauratieregeling en de verschillende onderhoudsregelingen moet gaan vervangen. Het betreft het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim) dat per 1 februari 2006 in werking is getreden. Betrokken partijen verwachten een beperking van hun financieringsmogelijkheden. SHA moet zich daarom beraden over haar financieringsmogelijkheden. Zij verwacht voornamelijk financieringsproblemen bij de toekomstige acquisitie en exploitatie van andere rijksmonumenten dan woningen en boerderijen zonder agrarische functie. Dit zijn over het algemeen rijksmonumenten welke niet door de markt als belegging worden opgenomen omdat de restauratie en instandhouding resulteren in een niet marktconform rendement. SHA heeft behoefte hierin geadviseerd te worden en heeft gevraagd een onderzoek te doen naar een alternatieve structuur voor de financiering van de acquisitie en exploitatie van dit type rijksmonumenten. Het onderzoek is gedaan als afstudeeronderdeel van de opleiding tot Master of Real Estate (MRE) van de Amsterdam School of Real Estate en uitgevoerd in overleg met Stadsherstel Amsterdam NV. De resultaten uit het onderzoek, de conclusies en de aanbevelingen beperken zich echter niet alleen tot SHA maar kunnen ook andere restaurerende (beleggings-)instellingen ondersteunen in hun zoektocht naar alternatieve financieringsvormen bij de acquisitie en exploitatie van rijksmonumenten. 9

10 2 VRAAGSTELLING & ONDERZOEKSOPZET 2.1 VRAAGSTELLING Naar aanleiding van de probleemanalyse zal in dit hoofdstuk de centrale vraag en de subvragen worden geformuleerd. Vervolgens wordt het onderzoek afgebakend aan de hand van de karakteristieken van de gebouwen waar het onderzoek betrekking op heeft. Tenslotte zal de onderzoeksmethode en de opzet van het rapport worden beschreven. Het doel is het vinden van een structuur waarmee SHA de acquisitie en exploitatie van andere rijksmonumenten dan woningen en boerderijen zonder agrarische functie optimaal kan financieren. SHA wil hiermee anticiperen op de invoering van het nieuwe Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim) en daarmee bewerkstelligen dat zij in de toekomst minder afhankelijk is van overheidsubsidies en of sponsorfinanciering door het bedrijfsleven. Een voorlopige inventarisatie van de problematiek leert dat een mogelijke oplossing zou kunnen liggen in de participatie van particulier vermogen bij de acquisitie en exploitatie van deze rijksmonumenten. Het vervolg van het onderzoek zal zich dan ook beperken tot het zoeken naar een structuur waarin deze groep kan bijdragen aan het optimaliseren van de financierbaarheid van rijksmonumenten. De analyse heeft geresulteerd in de volgende vraagstelling: Hoe kan de acquisitie en exploitatie van andere rijksmonumenten dan woningen en boerderijen zonder agrarische functie optimaal worden gefinancierd? Het betreft rijksmonumenten zoals gedefinieerd in de Monumentenwet van Het betreft woningen en boerderijen zonder agrarische functie zoals gedefinieerd in het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten. Een optimale financiering is een structuur waarbij, binnen de criteria van Stadsherstel Amsterdam en met de inzet van de subsidiabele en fiscale mogelijkheden, op de meest gunstige manier gebruik wordt gemaakt van privaat eigen en vreemd vermogen op een commerciële basis. 10

11 De onderzoeksvraag is opgebouwd uit de volgende deelvragen: Op welke wijze draagt de overheid bij aan de financiering van rijksmonumenten? Welke fiscale regelingen dragen bij aan de financiering van rijksmonument? Wat zijn de kwalitatieve criteria van Stadsherstel Amsterdam, de (private) belegger en het niet risicodragend kapitaal bij de financiering van de acquisitie en exploitatie van rijksmonumenten? Wat zijn de gevolgen van de invoering van het Brim op de subsidiebijdragen voor Stadsherstel Amsterdam? Wat zijn de juridische en fiscale randvoorwaarden van een mogelijke financieringsstructuur? Wat zijn de gevolgen van de subsidiabele en fiscale faciliteiten op het looptijdrendement van de verschillende juridische organisatiestructuren? Wat zijn de knelpunten tussen de criteria van de belanghebbenden onderling, in relatie tot de juridische- en fiscale randvoorwaarden van een mogelijke financieringsstructuur? 2.2 AFBAKENING Het onderzoek is geschreven in overleg met Stadsherstel Amsterdam. Het onderzoek richt zich op een optimale financieringsstructuur voor de acquisitie en exploitatie rijksmonumenten en dan in het bijzonder op andere rijksmonumenten dan woningen en boerderijen zonder agrarische functie welke niet meer door de reguliere commerciële markt worden opgenomen. Deze objecten zijn rijksmonumenten zoals bedoeld in artikel 1 sub. b van de Monumentenwet Het zijn voor tenminste vijftig jaar vervaardigde onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde, dan wel de daarbij behorende terreinen. De navolgende onroerende zaken kunnen onder andere een rijksmonument binnen deze groep zijn: kerken, gemalen, molens, fortenstelsels, fabrieksgebouwen en kastelen maar ook standbeelden en herdenkingstekens. Het werkgebied van SHA is primair gericht op rijksmonumentale gebouwen in de stad. In dit onderzoek zal daarom geen verdere aandacht worden geschonken aan standbeelden en herdenkingstekens. Wanneer de omgekeerde definitie van artikel 1 sub g. en h. uit het nieuwe Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim) wordt gevolgd, dan is het onderzoek gericht op die rijksmonumenten welke van oorsprong niet primair zijn vervaardigd voor bewoning of die oorspronkelijk een andere functie dan bewoning hadden maar die thans primair voor bewoning in gebruik zijn, met dien verstande dat kerkgebouwen, kastelen, buitenplaatsen, landhuizen, gebouwen voor liefdadigheid, molens en gemalen niet als woonhuizen worden aangemerkt. Tevens betreft het geen beschermde monumenten die in oorsprong primair zijn 11

12 vervaardigd ten behoeve van het agrarische bedrijf maar die dat thans niet meer als primaire functie hebben (zie ook figuur 2, pagina 12). Niet alle rijksmonumenten, welke voldoen aan bovenstaande definitie, hebben problemen bij de financiering van de acquisitie en exploitatie. SHA verwoord het zelf als volgt; het betreft monumentale gebouwen welke de markt laat liggen (website SHA, 2006). Het betreft die objecten welke de markt niet in belegging neemt omdat de risico s als gevolg van onder andere de restauratie- en instandhoudingskosten niet worden gecompenseerd door het rendement dat de markt eist. Bij het vinden van een optimale financieringsstructuur valt het niet binnen de doelstelling van dit onderzoek om na te gaan wat dit geëiste rendement op rijksmonumenten volgens de markt moet zijn. Dit onderzoek richt zich, wat betreft de marktcriteria, enkel op de kwalitatieve risicocomponenten waaruit het vereiste rendement is opgebouwd. Door het bepalen van deze kwalitatieve risicocomponenten kan bij het vinden van een optimale financieringsstructuur hierop worden ingespeeld. Dit onderzoek richt zich op de kosten en opbrengsten welke direct gerelateerd zijn met de acquisitie en exploitatie van rijksmonumenten. Hierin zijn dus niet opgenomen de kosten welke gerelateerd zijn aan het opzetten van de verschillende eigendomsstructuren. 2.3 ONDERZOEKSMETHODE Het betreft een deels empirisch onderzoek, waarbij de mogelijke oplossingen op juistheid zijn getoetst bij belanghebbenden en ervaringsdeskundigen. Het onderzoek is als volgt opgebouwd: Literatuuronderzoek. Aan de hand van een literatuuronderzoek is kennis verkregen over het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim), de fiscale wetgeving en de ontwikkelingen op dit terrein. Interviews. Met een aantal ervaringsdeskundigen en directies van Restaurerende instellingen zijn gesprekken gevoerd ter vergroting van het inzicht in de problematiek. Knelpuntenanalyse. Op basis van de literatuuranalyse en de criteria-inventarisatie bij de belanghebbenden is een knelpuntenanalyse uitgevoerd. 2.4 OPBOUW VAN HET ONDERZOEK In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de subsidiebijdragen vanuit de overheid. Hierbij wordt de inhoud van het recent genomen Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim) behandeld. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 een beschrijving gegeven van de fiscale regelgeving ten behoeve van de financierbaarheid van rijksmonumenten en de meest recente ontwikkelingen op dit vlak. Het betreft hier de recente besluiten van de Staatssecretaris van Financiën en het advies van de Procureur-generaal op een ingesteld beroep in cassatie inzake overdrachtsbelasting. 12

13 In hoofdstuk 5 wordt op basis van de doelstellingen van de Restaurerende instellingen een analyse gemaakt van de randvoorwaarden van SHA voor de participatie in een alternatieve financieringsstructuur. Tevens wordt de kwalitatieve risicocomponenten van de private belegger en het niet risicodragend kapitaal benoemt voor een eventuele participatie in een dergelijke financieringsstructuur. Daarna wordt in hoofdstuk 6 een analyse gemaakt van de gevolgen van de invoering van het Brim op de portefeuille van SHA. Vervolgens worden de juridische en de fiscale en structuurmogelijkheden bij de financiering van rijksmonumenten besproken. Tenslotte wordt aan de hand van de subsidiabele en fiscale faciliteiten de theoretische gevolgen op het portefeuille looptijdrendement van de verschillende juridische organisatiestructuren geanalyseerd. In hoofdstuk 7 worden op basis van de bevindingen uit de eerdere analyses, de criteria van SHA en andere belanghebbenden en de criteria vanuit de wetgeving, een knelpuntenanalyse uitgevoerd. Naar aanleiding van deze knelpuntanalyse zal resulteren in een structuur die kan bijdragen aan het optimaliseren van de financiering van de acquisitie en exploitatie van rijksmonumenten. Op grond van dit resultaat kan een conclusie worden getrokken en een advies worden gegeven ten aanzien van de optimalisering van de financierbaarheid van rijksmonumenten. Figuur 1 3 HET BESLUIT RIJKSSUBSIDIËRING INSTANDHOUDING MONUMENTEN 13

14 3.1 INLEIDING In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de achtergrond van de invoering van een nieuw subsidiebesluit ten behoeve van rijksmonumenten. Daarnaast wordt stil gestaan bij de doelstellingen die de overheid wil bereiken met dit besluit. Vervolgens wordt de inhoud van het besluit behandeld. De analyse van de inhoud beperkt zich tot de hoofdlijnen en is voornamelijk gericht op die onderdelen welke van invloed zijn op de financierbaarheid van rijksmonumenten. Onderdeel van het besluit is de zogenaamde restauratiefonds-hypotheek. Voor een uitgebreidere beschrijving wordt verwezen naar de literatuurlijst maar hier zullen wel enkele relevante voorwaarden van de restauratiefonds-hypotheek worden besproken. Op 24 mei 2005 heeft de Tweede Kamer een wetsvoorstel aangenomen tot het wijzigen van artikel 34 van de Monumentenwet 1988 met betrekking tot de rol van het provinciaal bestuur en het gemeentebestuur bij de rijkssubsidiering van beschermde monumenten. Voortkomende uit deze wetwijziging hebben de Staten-Generaal op 16 februari 2006 een besluit aangenomen betreffende een nieuwe subsidieregeling die de huidige restauratieregeling en de verschillende onderhoudsregelingen moet gaan vervangen. Het betreft het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim) dat op 1 februari 2006 in werking is getreden. Het Brim richt zich op de instandhouding van beschermde monumenten. 3.2 ACHTERGROND Tot en met 31 januari 2006 waren eigenaren van monumenten aangewezen op twee restauratiesubsidieregelingen voor de restauratie en het onderhoud. Het Brrm 1997 (Besluit rijkssubsidiering restauratie monumenten 1997) was van toepassing op alle monumenteneigenaren. Hieronder viel het Gemeentelijk Restauratie Uitvoeringsprogramma (GRUP) en het Provinciaal Restauratie Uitvoeringsprogramma (PRUP). De onderhoudssubsidie, het Brom (Besluit rijkssubsidiering onderhoud monumenten), was voor eigenaren van kerken, kastelen, buitenplaatsen, molens en sommige industriële objecten van toepassing. De regelingen werkten in hoofdlijnen als volgt. De eigenaar van een rijksmonument diende een subsidievraag in bij de gemeente. Vervolgens geleide de gemeente de aanvraag door naar de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (de RDMZ), al dan niet met tussenkomst van de provincie. De RDMZ bepaalde de subsidiabele kosten en verleende subsidie. Ten slotte betaalde het Nationaal Restauratiefonds (het NRF) de subsidie uit. Mede ingegeven door de algemene bezuinigings- en dereguleringsoperatie van de overheid en na wijziging van de van artikel 34 van de Monumentenwet 1988, heeft het kabinet per 1 februari 2006 besloten tot vervanging van de oude subsidieregelingen voor een nieuwe regeling, het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim). 14

15 3.3 DOELSTELLINGEN EN INHOUD BRIM Het besluit staat voor een verschuiving van restauratie naar planmatig onderhoud, eenvoudiger regelgeving, kortere procedures en tot het waarborgen van de kwaliteit van de monumentenzorg waarbij gebruik wordt gemaakt van subsidies of laagrentende leningen en voorfinanciering. De Staatssecretaris van OCW heeft met de invoering van het Brim de volgende doelstellingen 1 : een verschuiving van restauratie naar instandhouding van rijksmonumenten, door goede, planmatige instandhouding te stimuleren waardoor toekomstige dure restauraties worden voorkomen; deregulering, minder administratieve lasten voor burger en bedrijf voor het verkrijgen van subsidie of lening. Naast zomogelijk fiscale faciliteiten betreft het Brim daarmee een financiële regeling welke voornamelijk ter ondersteuning voor de instandhouding van rijksmonumenten. Eigenaren van rijksmonumentale woonhuizen en boerderijen zonder agrarische functie kunnen als financiële ondersteuning voor het planmatig onderhoud van hun monument een lening krijgen op grond van een restauratiefonds-hypotheek welke wordt verstrekt door de Stichting Nationaal Restauratiefonds. Eigenaren van andere rijksmonumenten dan woonhuizen en boerderijen zonder agrarische functie kunnen uitsluitend een beroep doen op subsidies voor het planmatig onderhoud. Provinciale en gemeentelijke monumenten vallen niet onder de regeling. De financieringsvorm vanuit de overheid is dus afhankelijk van het type rijksmonument en is niet afhankelijk van de natuurlijke- of rechtspersoon welke een beroep doet op een lening of op subsidie. Een rechtspersoon welke een woning exploiteert kan een verzoek doen voor een laagrentende lening en een natuurlijk persoon welke bijvoorbeeld een gemaal exploiteert kan een verzoek doen voor subsidie. 1 Brief aan de Tweede Kamer van 11 juli

16 Figuur 2 Echter aangewezen organisaties voor monumentenbehoud en provincies, gemeenten, waterschappen en openbare lichamen die zijn ingesteld met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen komen voor hun hele bezit in aanmerking van subsidies en hebben derhalve geen recht op eventuele laagrentende leningen van het Nationaal Restauratiefonds. Organisaties voor monumentenbehoud zijn in het kader van het Brim door de minister van OCenW aangewezen privaatrechtelijke organisaties zonder winst oogmerk, met als hoofddoelstelling het instandhouden van monumenten. Ze hebben professionele deskundigheid en minimaal twintig rijksmonumenten in eigendom. Het Brim wordt voor andere monumenten dan woonhuizen en boerderijen zonder agrarische functie gefaseerd ingevoerd in de periode 2006 tot en met Per jaar is op basis van de CBS-categorie-indeling 2 vastgelegd voor welke categorieën monumenten in dat jaar aanvragen kunnen worden ingediend. Jaarlijks zullen verschillende categorieën instromen. De huidige Brom-regeling loopt gedurende bovengenoemde periode geleidelijk af, al naar gelang de categorieën die in het Brim instromen. Voor de regeling Brrm 1997 kunnen, afhankelijk van de nog beschikbare gelden, nog tot 1 oktober 2006 aanvragen bij de gemeenten worden ingediend voor de budgetjaren De monumenten in het bestand van de RDMZ zijn geclassificeerd op basis van hun historische functie in 13 groepen, de zogenaamde CBS indeling. 16

17 Instroomschema Brim-subsidie: 2006 : molens, kastelen, landhuizen e.d., horeca-instellingen 2007 : boerderijen, woonhuizen, delen van woonhuizen, weg- en waterwerken 2008 : openbare werken, liefdadigheidsinstellingen, losse objecten 2009 : kerkelijke gebouwen, kerkelijke objecten onderdelen met rijksmonumentnummers: : kerkelijke gebouwen, kerkelijke objecten onderdelen met rijksmonumentnummers: : kerkelijke gebouwen, kerkelijke objecten onderdelen met rijksmonumentnummers: De subsidiebijdrage voor onderhoudswerkzaamheden is gebaseerd op een goedgekeurd zesjarig periodiek instandhoudingsplan per object. Dit periodieke instandhoudingsplan is gebaseerd op een op te stellen bouwkundig inspectierapport. De door de Minister aangewezen organisaties voor monumentenbehoud als bedoeld in artikel 37 van het Brim, zoals SHA, kunnen hun instandhoudingsplannen samenvoegen tot een gecombineerd instandhoudingsplan. De aanvragen voor subsidie dienen tussen 1 april en 1 september van elk jaar rechtstreeks te worden ingediend bij de Rijksdienst voor Monumentenzorg. Indien de aanvraag wordt gehonoreerd, wordt de subsidie in zes gelijke jaartermijnen beschikbaar gesteld door het Nationaal Restauratiefonds. Het instandhoudingsplan bestaat uit de volgende onderdelen: overzicht aard en omvang van de voorgenomen werkzaamheden; omschrijving van de beoogde resultaten (bestek/werkomschrijving); meerjarenplan 3 ; meerjarenbegroting. Na uitvoering van het instandhoudingsplan dient een eindrapportage over de uitgevoerde werkzaamheden en de besteding van de subsidie te worden ingediend. De maximale vastgestelde subsidiabele kosten per object over een periode van 6 jaar zijn: molens, gemalen kerkgebouwen kastelen, buitenplaatsen en landhuizen woonhuismonumenten overige beschermde monumenten Een meerjarenplan is niet van toepassing op een gecombineerd instandhoudingsplan voor aangewezen organisaties. 4 Het betreffen woonhuismonumenten die in het bezit zijn van aangewezen organisaties voor monumentenbehoud en decentrale overheden of woonhuizen binnen een complex. 5 Hieronder vallen ook boerderijen met een agrarische functie. 17

18 De feitelijke subsidie voor eigenaren van andere beschermde monumenten dan woonhuizen en boerder imolens, jen zonder gemalen agrarische functie die recht op fiscale 50% aftrek van onderhoudskosten hebben, bedraagt kerkgebouwen het volgende percentage van de subsidiabele kosten: 55% kastelen, buitenplaatsen en landhuizen 50% overige beschermde monumenten 40% Eigenaren die geen fiscale aftrek hebben, krijgen 10% meer subsidie dan eigenaren die wel fiscale aftrek hebben. Percentage van de subsidiabele kosten bij geen recht op fiscale aftrek van onderhoudskosten: molens, gemalen 60% kerkgebouwen 65% kastelen, buitenplaatsen en landhuizen 60% overige beschermde monumenten 50% De eerder genoemde aangewezen organisaties zijn dus wel voor de financiering van de kosten van instandhouding van woonhuizen en boerderijen zonder agrarische functie aangewezen op een subsidie. Onafhankelijk van eventuele fiscale faciliteiten bedraagt deze subsidie 25% van maximaal subsidiabele kosten over een periode van 6 jaar. In het Brim is een uitzondering gemaakt middels de Regeling rijkssubsidiëring wegwerken restauratieachterstand 2006, voor grootschalige restauratieprojecten en ten behoeve van restauratieachterstanden. Het kabinet heeft hiervoor 100 miljoen euro extra beschikbaar gesteld, waarvan 32,9 miljoen euro specifiek voor het wegwerken van de restauratieachterstand. Onder restauratie wordt verstaan: het verrichten van die werkzaamheden, de normale instandhouding te boven gaand, die voor het herstel van een beschermd monument noodzakelijk zijn. Voor restauratiesubsidie komen dezelfde eigenaren in aanmerking als voor de reguliere instandhoudingssubsidie. De regeling is bedoeld voor monumenten met een aanzienlijke restauratiebehoefte. Daarom, en om te voorkomen dat aanvragers in verband met het beperkte beschikbare budget onnodig met administratieve handelingen worden belast, zijn er drempels geformuleerd in de vorm van minimumbedragen aan subsidiabele kosten. Om te voorkomen dat binnen een bepaald budget slechts enkele zeer omvangrijke restauraties volledig beslag leggen op het beschikbare budget is er tevens voor gekozen om per categorie monumenten maximumbedragen aan subsidiabele kosten vast te stellen. De minimum- en maximumbedragen aan subsidiabele kosten per categorie zijn: 18

19 Woonhuizen en boerderijen zonder agrarische functie tussen de en Kerkgebouwen, kastelen of landhuizen, overige monumenten tussen de en Molens en gemalen tussen de en De subsidiepercentages zijn als volgt: Eigenaren die geen recht hebben op fiscale aftrek van onderhoudskosten: 70% van de subsidiabele kosten. Eigenaren met recht op fiscale aftrek van onderhoudskosten: 60% van de subsidiabele kosten. Per Brim-categorie is er een subsidieplafond vastgesteld. Worden er meer aanvragen ingediend dan er gehonoreerd kunnen worden, dan wordt voorrang gegeven aan monumenten die gelegen zijn op een beschermde buitenplaats of in een beschermd stads- of dorpsgezicht. Is het budget ondanks deze selectie nog ontoereikend, dan geldt dat restauratieplannen met een lager bedrag aan subsidiabele kosten voorrang hebben op restauratieplannen met een hoger bedrag aan subsidiabele kosten (Regeling rijkssubsidiëring wegwerken restauratieachterstand, 2006). 3.4 RESTAURATIEFONDS-HYPOTHEEK De restauratiefonds-hypotheek wordt aangeboden in het kader van het Brim. De restauratiefonds-hypotheek wordt verstrekt door de Stichting Nationaal Restauratiefonds. Dit fonds treedt op als de huisbankier van de RDMZ. Zoals hierboven genoemd, komen aangewezen organisaties voor monumentenbehoud niet in aanmerking voor de lening. Toch is het van belang kort stil te staan bij deze leningen onder meer vanuit het bredere perspectief voor alternatieve financieringsmogelijkheden voor rijksmonumenten en de doelstelling van dit onderzoek om de aanbevelingen niet alleen te beperken tot een aangewezen organisatie als SHA. Enkel beschermde monumenten in de categorie woonhuizen en boerderijen zonder agrarische functie komen in aanmerking voor een lening. De grondslag voor de hoogte van de lening zijn de door het bureau Monumentenpanden van de Belastingdienst (het BBM) vastgestelde fiscale onderhoudskosten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen eigenaren die in aanmerking komen voor fiscale aftrek van onderhoudskosten en eigenaren die daar niet voor in aanmerking komen. Als er geen aftrek mogelijk is, kan een eigenaar tot 100% van de vastgestelde 19

20 onderhoudskosten lenen. Heeft een eigenaar wel recht op fiscale aftrek, dan kan deze tot maximaal 70% van de onderhoudskosten lenen. De Restauratiefonds-hypotheek bedraagt maximaal per monument. Indien de eigenaar de BTW kan verrekenen, wordt deze niet meegenomen in de grondslag voor de lening. Het leningsbedrag wordt dan gebaseerd op het door BBM vastgestelde bedrag exclusief BTW. De looptijd van de lening bedraagt maximaal 30 jaar. De rente ligt 5% onder de gemiddelde marktrente voor hypothecaire geldleningen met een rentevastheid van 10 jaar. Het minimum rentepercentage bedraagt 1,0%. De rente wordt vastgesteld voor en periode van 10 jaar, daarna stelt het Restauratiefonds de rente opnieuw voor 10 jaar vast. De rente wordt afgelost op basis van jaarannuïteiten. Op het te restaureren pand wordt altijd het recht van hypotheek gevestigd. Dit mag een tweede of volgende hypotheek zijn. Vervroegde gehele of gedeeltelijk aflossing is altijd onbeperkt en boetevrij mogelijk. Bij verkoop van het pand moet de lening geheel worden afgelost. De lening kan eventueel ook worden overgedragen aan de nieuwe eigenaar. De lening is overdraagbaar aan de nieuwe eigenaar tot uiterlijk 5 jaar na verstrekking van de lening met de voorwaarden dat onder andere de rente- en looptijdcondities worden overgenomen en de restauratie geheel is afgerond. 3.5 SAMENVATTING In dit hoofdstuk is een inhoudelijke beschrijving gegeven van het nieuwe subsidiebesluit waarmee de overheid tracht bij te dragen in de financiële ondersteuning van het planmatig onderhoud van rijksmonumenten. Deze ondersteuning wordt gerealiseerd middels een laagrentende lening voor woonhuizen en boerderijen zonder agrarische functie en voor alle andere rijksmonumenten middels een subsidiebijdrage. Zowel de lening als de subsidiebijdragen worden verleend onder bepaalde voorwaarden met betrekking tot de uitvoering van de instandhoudingswerkzaamheden. Aangewezen organisaties voor monumentenbehoud, zoals SHA hebben een aparte regeling, waarbij ook woonhuizen en boerderijen zonder agrarische functie in aanmerking komen voor subsidie. In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de fiscale mogelijkheden waarmee de overheid bedraagt aan de instandhouding van het culturele erfgoed in Nederland. 20

21 4 DE FISCUS EN EEN RIJKSMONUMENT 4.1 INLEIDING Naast een nieuwe lening- en subsidieregeling voor rijksmonumenten staat het jaar 2006 ook in het teken van een aantal besluiten en uitspraken welke betrekking hebben op de fiscale behandeling van de acquisitie en exploitatie van rijksmonumenten. Deze besluiten en uitspraken zouden een positieve bijdrage kunnen leveren aan de financierbaarheid van rijksmonumenten. Het betreft fiscale faciliteiten in de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en de overdrachtsbelasting. Onderstaand zullen de relevante fiscale wetgeving en de recent genomen besluiten alsmede de gedane uitspraken worden besproken. 4.2 INKOMSTENBELASTING De monumentenregeling in de Wet IB 2001 voorziet in een aantal fiscale faciliteiten met betrekking tot het juridisch eigendom van een rijksmonument. Het betreft hier het eigendom van rijksmonumenten welke bij natuurlijke personen in gebruik zijn dan wel als belegging worden aangehouden. Zoals volgt uit hoofdstuk 2 worden in dit onderzoek de rijksmonumenten behandeld welke niet als eigenaargebruiker maar als belegging worden aangehouden. Deze rijksmonumenten, die behoren tot de rendementsgrondslag van box 3, geven recht op monumentenaftrek voorzover het betrekking heeft op de onderhoudskosten met een jaarlijkse drempel van 4,0% van de waarde in het economische verkeer (= bezittingen minus schulden) (art lid 1, sub. b Wet IB 2001). De onderhoudskosten, waaronder de restauratiekosten, dienen betrekking te hebben op het in bruikbare staat houden van het rijksmonument en om achteruitgang en verder verval te voorkomen. Verbetering en vernieuwing zijn derhalve geen onderhoudskosten en komen dus niet in aanmerking voor aftrek. Ook hier kan aan de BBM worden verzocht vast te stellen welk bedrag aan restauratie- en of onderhoudswerkzaamheden van het inkomen aftrekbaar is. De aftrek vindt plaats in Box 1 tegen het progressieve IB-tarief van maximaal 52%. De belastingheffing over de inkomsten uit de belegging vinden plaats tegen de forfaitaire box 3 heffing van 1,2% over het vermogen. Ondanks enkele uitzondering in het verleden was het tot op heden alleen mogelijk de bovengenoemde monumentenaftrek te realiseren wanneer een natuurlijk persoon het volledig eigendom had van een rijksmonument. Wanneer bijvoorbeeld het juridisch en economisch eigendom gescheiden waren kon dus geen gebruik worden gemaakt van de monumentenaftrek. Conform artikel 6.31, lid 1, onderdeel b, Wet IB 2001 is de aftrek van onderhoudskosten namelijk alleen toegestaan wanneer er sprake is van volledig eigendom. Dit levert nogal wat 21

22 knelpunten op daar waar het juridische en economisch eigendom gescheiden zijn. Bijvoorbeeld voor participanten in een beleggings-cv, zij hebben enkel het economisch eigendom. Het juridisch eigendom zit bij een stichting (de bewaarder). De participanten kunnen derhalve de onderhoudskosten niet in aftrek nemen, wat een drukkend effect heeft op het rendement van hun belegging. In de fiscale literatuur is de afgelopen jaren regelmatig een pleidooi gehouden waarin werd aangegeven dat het niet wenselijk werd geacht een onderscheid te maken tussen vol eigendom en gedeeld eigendom als het ging om de monumentenaftrek (Wörsdörfer, 2004). Door het te strikt toepassen van de wet werd volgens deskundige geen recht gedaan aan het doel en de strekking van de wet; het in standhouden van het culturele erfgoed. Naar aanleiding van vragen door het Tweede Kamer lid mevrouw Hamming heeft de Staatssecretaris van Financiën op 11 mei 2006 besloten dat ook participanten in een monumentenbeleggings-cv, waarbij de CV niet het juridische eigendom heeft, recht hebben op monumentkostenaftrek. De participant (commanditaire vennoot) komt in aanmerking voor aftrek van monumentenuitgaven voor het evenredige deel van de kosten. Hij heeft recht op aftrek als de CV de monumentenuitgaven heeft betaald en de kosten op hem zijn verhaald. Dit geldt ook voor de kosten van onderhoud welke bij de verwerving van het rijksmonument voor rekening van de koper (CV) komt. Het dienen dan uiteraard kosten van onderhoud te zijn die voor aftrek in aanmerking komen overeenkomstig bovengenoemde criteria. Vooruitlopend op een wetswijziging, welke ten tijde van het schrijven van deze scriptie nog niet is uitgevoerd, heeft het besluit wel reeds rechtskracht. 4.3 VENNOOTSCHAPSBELASTING Het resultaat van een rechtspersoon welke een onderneming runt en dus bijvoorbeeld een rijksmonument exploiteert, bestaat uit de eventuele inkomsten zoals huur minus de kosten (= winst). Dit resultaat wordt belast met vooralsnog maximaal 29,6% vennootschapsbelasting (Wet Vpb 1969). De kosten van (achterstallig)onderhoud van een rijksmonument kunnen direct in aftrek worden gebracht op de winst maar de kosten van verbetering dienen te worden geactiveerd. De wetgever heeft voor bepaalde rechtspersonen het heffingspercentage voor de vennootschapsbelasting op 0% gesteld. Dit zijn toegelaten en gelijkgestelde instellingen op grond van het artikel 5, lid 1 sub. d Wet VPB Het betreft instelling waar het algemeen maatschappelijk belang op de voorgrond staat en het streven naar winst ontbreekt. Tevens dienen de werkzaamheden voor minimaal 90% in het kader van de volkshuisvesting te zijn. Dit laatste criterium is steeds vaker voor restaurerende instellingen, waaronder SHA een 22

23 onhaalbare kaart. SHA heeft voor meer dan 10% van haar portefeuille niet-woningen in haar bezit. Tot op heden is de oplossing erin gezocht door voor deze objecten een aparte vennootschap op te richten, zodat de woningportefeuille wel vrij van vennootschapbelasting blijft. De restaurerende instellingen in Nederland hebben er bij de politiek voor gepleit dat zij ook voor de niet-woningportefeuille vrijgesteld worden. Dit is in het bijzonder van belang voor de jongere, vaak grote monumenten, zoals kerken, gemalen en fabrieksgebouwen waar woonfuncties vaak moeilijk in gerealiseerd kunnen worden. Voor een dergelijke vrijstelling is naast de medewerking van de politiek, tevens goedkeuring nodig van de Europese Unie. De verwachting is dat deze goedkeuring op korte termijn, met terugwerkende kracht, zal worden verleend per 1 januari 2004 voor alle activiteiten van restaurerende instellingen (Memorie van Toelichting Belastingplan 2006). De aandeelhouders van restaurerende instelling, welke vrijgesteld zijn van vennootschapsbelasting, zijn in principe vrijgesteld van dividendbelasting zolang de dividenduitkeringen is gemaximeerd tot 5% van het geplaatst kapitaal en de resterende winst aangewend wordt overeenkomstig de doelstelling van de vennootschap. Daarnaast heeft de wetgever de fiscale beleggingsinstelling (FBI) gecreëerd om het fiscale nadeel van het beleggen via een rechtspersoon op te heffen. De FBI is onderhevig aan het tarief van 0% Vpb wanneer onder andere de beleggingsinstelling binnen zes maanden na afsluiting van het boekjaar de winst in de vorm van dividend aan de aandeelhouders uitkeert. Daarnaast is het de FBI verboden om de beleggingen in overwegende mate (> 60%) met vreemd vermogen te financieren (art 28, lid 2, sub a Vpb). Binnen de vennootschapsbelasting liggen dus geen expliciete voordelen van het beleggen in rijksmonumenten tenzij het een toegelaten of fiscale beleggingsinstelling is welke onderhevig is aan het heffingspercentage van 0%. 4.4 OVERDRACHTSBELASTING Ook op het gebied van de overdrachtsbelasting vinden momenteel nieuwe ontwikkelingen plaats die invloed hebben op de financierbaarheid van rijksmonumenten. De hoofdregel is dat 6% overdrachtsbelasting verschuldigd is over de verkrijging van een in Nederland gelegen onroerende zaak (artikel 4 Wet Belasting rechtsverkeer (BRV)). In bepaalde situaties is vrijstelling van overdrachtsbelasting mogelijk. Vrijstellingen staan opgenomen in artikel 15 van de WBR, in casu artikel 15 lid 1 sub p, waarin staat dat de rechtstreeks verkrijging 23

24 van monumenten in de zin van de Monumentenwet 1988 door in Nederland gevestigde rechtspersonen, welke hoofdzakelijk de instandhouding van dergelijk rijksmonumenten ten doel hebben, vrijgesteld is van overdrachtsbelasting. Hoofdzakelijk instandhouding van monumenten houdt in het fiscale spraakgebruik 70% in en tevens dient deze ten doelstelling voor 25 jaar aangehouden te worden. De huidige regelingen maken het dus mogelijk vrij van overdrachtsbelasting een rijksmonument te kopen indien: de doelstelling van de vennootschap is het instandhouden van monumenten zoals genoemd in de Monumentenwet 1988; 70% van het vermogen bestaat uit geregistreerde monumenten; het monument betreft een rijksmonument zoals genoemd in de Monumenten wet van 1988; de activiteiten van de vennootschap zijn in overeenstemming met de doelstelling van de vennootschap; De overdrachtsbelasting kan worden teruggevorderd wanneer binnen een periode van 25 jaar het gebouw niet meer is geregistreerd als monument of de doelstelling van de vennootschap niet meer is het instandhouden van monumenten. Twee zaken vallen op; de verkrijging dient een rechtstreekse verkrijging van een rijksmonument te zijn en de aankoop dient te geschieden middels een rechtspersoon. Vrijstelling van overdrachtsbelasting staat dus niet open voor natuurlijke personen en natuurlijke personen welke participeren in een fiscaal transparant lichaam. Tevens dient de verwerving betrekking te hebben op de stenen. Aankoop van een zogenaamde vastgoedvennootschap met daarin rijksmonumenten is derhalve niet vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Voor de goede orde, een vastgoedvennootschap betreft een vennootschap waarvan de bezittingen hoofdzakelijk (= meer dan 70%) bestaan uit in Nederland gelegen onroerende zaken. De verkrijging van aandelen in een dergelijke vennootschap met als doel het verkrijgen, vervreemden en exploiteren van die onroerende zaken wordt op grond van artikel 4 BRV wel in de heffing van de overdrachtsbelasting betrokken. Met andere woorden de aandelen in een vastgoedvennootschap worden naar evenredigheid beschouwd als vastgoed. Mede naar aanleiding van een uitspraak van het Hof Den Haag op 25 november 2004, dat de verkrijging van de aandelen in een vastgoedlichaam met rijksmonumenten niet vrij van overdrachtsbelasting kan geschieden, pleit Wörsdörfer (interview, 2006) om het toepassingsbereik van de vrijstelling van overdrachtsbelasting bij verkrijging van rijksmonumenten uit te breiden. Ten aanzien van de verkrijging van aandelen in een lichaam 24

25 dat rijksmonumenten bezit stelt hij voor aansluiting te zoeken bij de Natuurschoonwet 1928 (NSW) en het besluit van 13 mei 2003 waar op grond van artikel 63 AWR is goedgekeurd dat een tegemoetkoming in de overdrachtsbelasting wordt verleend voor een dergelijke verkrijging. Tevens pleit Wörsdörfer voor het toepassen van de monumentenvrijstelling voor natuurlijke personen. Hij onderbouwt dit met drie redenen (Wörsdörfer, 2004, p. 19): 1. Het doel van de vrijstelling is het bevorderen van de instandhouding van monumenten. Er zijn geen redenen waarom natuurlijke personen deze instandhoudingsdoelstelling niet kunnen hebben. 2. In de Natuurschoon Wet is wel een landgoedvrijstelling opgenomen bij de verkrijging door natuurlijke personen ter bevordering van het behoud van natuurschoon op landgoederen in Nederland. Vanwege de grote overeenkomst in de regelingen en het doel daarvan ligt een soortgelijke wijziging voor rijksmonumenten in de rede. 3. Door bij het beleggen in een rijksmonument te kiezen voor een fiscaal transparant lichaam in plaats van een vennootschap, om hiermee gebruik te kunnen maken van de aftrekregeling in de Wet IB 2001, is de vrijstelling van overdrachtsbelasting uitgesloten. Dit bevordert niet de instandhouding van monumenten. De instandhoudingsdoelstelling van natuurlijke personen voor een landgoed houdt in dat de onroerende zaak onder de NSW gerangschikt moet blijven. Een landgoed wordt aan de NSW onttrokken indien de eigenaar erom verzoekt, zodra het landgoed wordt verkocht, of wanneer het karakter van het landgoed wordt aangetast. Indien de verkrijger echter binnen 6 maanden (gerekend vanaf de datum van overdracht) een aanvraag indient tot herrangschikking van het landgoed, wordt de NSW-rangschikking van het landgoed als niet onderbroken beschouwd. De verkrijger geniet dan faciliteiten van de NSW (artikel 9a NSW) en dus vrijstelling van de overdrachtsbelasting per datum van overdracht. De instandhoudingsdoelstelling van een natuurlijk persoon bij een rijksmonument zou dus kunnen worden verwezenlijk door de ononderbroken rangschikking onder de Monumentenwet. Wörsdörfer pleit ervoor de verkrijging door een natuurlijk persoon van een rijksmonument vrij te stellen van overdrachtsbelasting zonder hieraan nadere voorwaarden te stellen (Wörsdörfer, 2004). Indien de wetgever wel besluit nader voorwaarden te stellen dan zou aansluiting gezocht kunnen worden bij de voorwaarden voor het krijgen van een subsidie zoals opgenomen in het Brim. Het betreft hier het opstellen en uitvoeren van het zogenaamde instandhoudingsplan, bestaande uit een meerjarenplan en -begroting ten behoeve van de instandhouding van het rijksmonument. 25

Financiële mogelijkheden instandhouding monumenten

Financiële mogelijkheden instandhouding monumenten Financiële mogelijkheden instandhouding monumenten Nationaal Restauratiefonds Restauratiefinancier sinds 1985 (onafhankelijke) particuliere stichting Behoud van beschermingswaardige panden rijksmonumenten,

Nadere informatie

De BRIM m.i.v. 2006 de nieuwe subsidieregeling voor Rijksmonumenten, vervanger van BRRM en BROM.

De BRIM m.i.v. 2006 de nieuwe subsidieregeling voor Rijksmonumenten, vervanger van BRRM en BROM. De BRIM m.i.v. 2006 de nieuwe subsidieregeling voor Rijksmonumenten, vervanger van BRRM en BROM. Drs I.W.M. Duijvestijn ID monumenten & landgoederen ADVIES bv, Amersfoort (033-4225370) Inleiding; Het BROM

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 31 Besluit van 16 januari 2006, houdende regels met betrekking tot de financiële ondersteuning van eigenaren van beschermde monumenten ten behoeve

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid De Liefde over Brimsubsidies.

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid De Liefde over Brimsubsidies. a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 734 Wijziging van de Monumentenwet 1988 inzake de rol van het provinciaal bestuur en het gemeentebestuur bij de rijkssubsidiëring van beschermde

Nadere informatie

30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007

30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007 vra2007ocw-23 30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld (wordt door griffie

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling van de "Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende en karakteristieke panden Stede Broec 2009".

Onderwerp: Vaststelling van de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende en karakteristieke panden Stede Broec 2009. BIJLAGENUMMER 37 Overeenkomstig voorstel besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 11 juni 2009 AAN DE RAAD Stede Broec, 18 mei 2009 Onderwerp: Vaststelling van de "Subsidieverordening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 13664 15 september 2009 Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden 7 september 2009 Nr. CPP2009/1290M

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland

PROVINCIAAL BLAD. Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Noord-Holland. Nr. 1227 8 juli 2014 Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 2014. Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 237 Vragen van de leden

Nadere informatie

Doel Het doel van het Brim 2013 en de Sim is de instandhouding van beschermde monumenten. Het kan daarbij gaan om:

Doel Het doel van het Brim 2013 en de Sim is de instandhouding van beschermde monumenten. Het kan daarbij gaan om: INLEIDING De Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim) is gebaseerd op het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten 2013 (Brim 2013). Het Brim 2013 is een kapstok - regeling met een paar

Nadere informatie

Datum 9 oktober 2018 Aanbieding reactie op schriftelijke vragen over uitvoering van motie Geluk-Poortvliet

Datum 9 oktober 2018 Aanbieding reactie op schriftelijke vragen over uitvoering van motie Geluk-Poortvliet >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Erfgoed en Kunsten Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2009 Nr. 189 BRIEF

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2004/39660 (8142) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Monumentenwet

Nadere informatie

Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting

Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting Maarten Jan Brouwer Jan Pieter van Eck Disclaimer vooraf: sinds het opstellen van deze presentatie, is het

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/1

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/1 PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/1 Officiële naam regeling: Nadere subsidieregels MONULISA 2012 Citeertitel: Nadere subsidieregels MONULISA 2012 Naam ingetrokken regeling: Nadere subsidieregels MONULISA

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 734 Wijziging van de Monumentenwet 1988 inzake de rol van het provinciaal bestuur en het gemeentebestuur bij de rijkssubsidiëring van beschermde

Nadere informatie

MonumentenWijzer. waarvoor u in aanmerking kunt komen. Zo weet u waar u aan toe bent als u een grootscheepse restauratie of onderhoud laat uitvoeren.

MonumentenWijzer. waarvoor u in aanmerking kunt komen. Zo weet u waar u aan toe bent als u een grootscheepse restauratie of onderhoud laat uitvoeren. MonumentenWijzer Het bezit van een monumentaal pand is voor velen een droom, maar voor u wellicht werkelijkheid. Want u staat op het punt een rijksmonument aan te schaffen of u bent misschien al eigenaar

Nadere informatie

B.. Budget restauratie rijksmonumenten provincie Groningen 2013-2016

B.. Budget restauratie rijksmonumenten provincie Groningen 2013-2016 B.. Budget restauratie rijksmonumenten provincie Groningen 2013-2016 2016 Artikel 1 Algemeen De provincie Groningen heeft een budget beschikbaar voor restauratie en herbestemming van rijksmonumenten in

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18347 17 oktober 2011 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 september 2011, nr.

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit financiering instandhouding provinciale monumenten in Drenthe

Uitvoeringsbesluit financiering instandhouding provinciale monumenten in Drenthe Uitvoeringsbesluit financiering instandhouding provinciale monumenten in Drenthe (geconsolideerde versie, geldend vanaf 1-1-2013) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe Officiële

Nadere informatie

30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007

30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007 30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007 nr. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld

Nadere informatie

Investeren in monumentaal vastgoed. 14 mei 2014

Investeren in monumentaal vastgoed. 14 mei 2014 Investeren in monumentaal vastgoed 14 mei 2014 Monument: lust of last? Lust! Ondernemen in een monument begint bij het Restauratiefonds Instandhouding Nederlandse monumenten; Voor monumenteigenaren; Revolving

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor

Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden 1 Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Noord-Holland; Uitvoeringsregeling restauratiesubsidiesrijksmonumenten Noord-Holland 2015.

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Noord-Holland; Uitvoeringsregeling restauratiesubsidiesrijksmonumenten Noord-Holland 2015. PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Noord-Holland. Nr. 3453 23 juni 2015 Provincie Noord-Holland; Uitvoeringsregeling restauratiesubsidiesrijksmonumenten Noord-Holland 2015. Besluit van gedeputeerde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 065 Aanpassing van de wetgeving aan en invoering van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Invoeringswet titel 7.13 Burgerlijk

Nadere informatie

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001 Onderwerpen: Korte uitleg heffingssysteem inkomstenbelasting Korte uitleg heffingssysteem vennootschapsbelasting Vrijstellingen en heffingskortingen Aflossen eigenwoningschuld Familielening eigen woning

Nadere informatie

Investeren in monumenten: Verdieping financieel kader

Investeren in monumenten: Verdieping financieel kader Investeren in monumenten: Verdieping financieel kader ERM Informatiebijeenkomst 21 mei 2019 Frank Vehof Onderwerpen - Overzicht van financiële middelen voor rijksmonumenten - Woonhuisregeling - Restauratieregeling

Nadere informatie

overwegende dat het gewenst is cultuurhistorische waarde te behouden en te beschermen in de gemeente Sittard-Geleen;

overwegende dat het gewenst is cultuurhistorische waarde te behouden en te beschermen in de gemeente Sittard-Geleen; Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen; overwegende dat het gewenst is cultuurhistorische waarde te behouden en te beschermen in de gemeente Sittard-Geleen; gelet op titel 4.2 van de

Nadere informatie

Subsidieregeling instandhouding erfgoed gemeente Schagen 2018

Subsidieregeling instandhouding erfgoed gemeente Schagen 2018 Subsidieregeling instandhouding erfgoed gemeente Schagen 2018 Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd 1. Gemeentewet 2. Algemene wet bestuursrecht 3. Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de Gecombineerde Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders (de"vergadering") van Insinger de Beaufort Umbrella Fund N.V. (de "Vennootschap")

Nadere informatie

Subsidieregeling monumenten en klein erfgoed Sittard-Geleen. Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

Subsidieregeling monumenten en klein erfgoed Sittard-Geleen. Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Sittard-Geleen. Nr. 124681 28 december 2015 Subsidieregeling monumenten en klein erfgoed Sittard-Geleen Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

Nadere informatie

2 8 NOV Paraaf. Onderwerp Subsidieregeling Restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013

2 8 NOV Paraaf. Onderwerp Subsidieregeling Restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie ZUID HOLLAND Directie DLB Afdeling Samenleving Registratienummer PZH-2012-357624021 (DOS-201 2- O01 1297) Datum vergadering Gedeputeerde Staten 27 november

Nadere informatie

LandgoedWijzer. Als er ook een rijksmonument op het landgoed staat, leest u dan ook onze MonumentWijzer.

LandgoedWijzer. Als er ook een rijksmonument op het landgoed staat, leest u dan ook onze MonumentWijzer. LandgoedWijzer U bent in het bezit van een landgoed dat voldoet aan de voorwaarden van de Natuurschoonwet 1928 (NSW-landgoed) of u bent van plan een dergelijk landgoed te kopen of te ontwikkelen? De overheid

Nadere informatie

Subsidieregeling restauratie monumenten

Subsidieregeling restauratie monumenten Subsidieregeling restauratie monumenten (geconsolideerde versie, geldend vanaf 1-1-2002 tot 1-1-2006) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe Officiële naam regeling Subsidieregeling

Nadere informatie

1. Lijst van afkortingen

1. Lijst van afkortingen Natuurschoonwet 1928 1 Natuurschoonwet 1928 Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector Brieven & Beleidsbesluiten Besluit van 11 oktober 2007, nr. CPP2007/205M, Stcrt. nr. 202

Nadere informatie

Algemene informatie Restauratiefinanciering

Algemene informatie Restauratiefinanciering Informatiemap deel B Algemene informatie Restauratiefinanciering In dit deel B van de informatiemap wordt ingegaan op de algemene zaken die betrekking hebben op de financiering van restauratieprojecten

Nadere informatie

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015 Waarom een VBI of een FBI? De VBI en de FBI zijn faciliteiten die collectief belleggen faciliteren. Fiscaal bezien kan je ruwweg - (collectief) beleggen op twee manieren vormgeven. Een belastingplichtige

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel PS2010WMC14-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum :14 september 2010 Nummer PS: PS2010WMC14 Afdeling : ECV Commissie: WMC Registratienummer : 2010INT262333 Portefeuillehouder: Raven

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 708 Besluit van 27 september 2010, houdende regels met betrekking tot de financiële ondersteuning van eigenaren van beschermde monumenten ten

Nadere informatie

Datum : 16 oktober 2007 Nummer PS : PS2007WMC03 Afdeling : ECV Commissie : WMC Registratienummer : 2007INT Portefeuillehouder : A.

Datum : 16 oktober 2007 Nummer PS : PS2007WMC03 Afdeling : ECV Commissie : WMC Registratienummer : 2007INT Portefeuillehouder : A. S T A T E N V O O R S T E L Datum : 16 oktober 2007 Nummer PS : PS2007WMC03 Afdeling : ECV Commissie : WMC Registratienummer : 2007INT201390 Portefeuillehouder : A. Raven Titel : Kadernotitie Erfgoedparels

Nadere informatie

Verordening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk. De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 18 januari 2018

Verordening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk. De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 18 januari 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Moerdijk Nr. 17617 26 januari 2018 Verordening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 18

Nadere informatie

H Historische gebouwen zijn tastbare bewijzen van een rijk en. Financieel wegwijs in de monumentenwereld. Fiscale voordelen, subsidies en leningen

H Historische gebouwen zijn tastbare bewijzen van een rijk en. Financieel wegwijs in de monumentenwereld. Fiscale voordelen, subsidies en leningen Fiscale voordelen, subsidies en leningen Financieel wegwijs in de monumentenwereld Wonen in een historisch pand is een droom van velen. Niet alleen vanwege de tastbare sporen van het verleden, maar ook

Nadere informatie

CONCEPT -1- De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

CONCEPT -1- De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, -1- Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van nr. WJZ/1091575(8144), houdende vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond inzake een subsidie ten behoeve van de instandhouding

Nadere informatie

Brim 2013. Toelichting op de nieuwe regeling. Renate Pekaar SCEZ 17 oktober 2012

Brim 2013. Toelichting op de nieuwe regeling. Renate Pekaar SCEZ 17 oktober 2012 Brim 2013 Toelichting op de nieuwe regeling Renate Pekaar SCEZ 17 oktober 2012 Programma Korte terugblik Brim, Brim 2011 en overgangsjaar 2012 Belangrijkste wijzigingen Brim 2013 Vragen? Mogen ook tussendoor

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen

Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 7 maart 2016, nr. BLKB 2016/360M De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2011/15

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2011/15 PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2011/15 Officiële naam regeling: Nadere subsidieregels MONULISA 2011 Citeertitel: Nadere subsidieregels MONULISA 2011 Besloten door: Gedeputeerde Staten Onderwerp: Provinciaal

Nadere informatie

Voorwaarden & Kenmerken. Restauratiefonds-hypotheek en Restauratiefondsplus-hypotheek

Voorwaarden & Kenmerken. Restauratiefonds-hypotheek en Restauratiefondsplus-hypotheek Voorwaarden & Kenmerken Restauratiefonds-hypotheek en Restauratiefondsplus-hypotheek Inhoudsopgave 1. Waarom dit document? 4 1.1 Het Brim 2013 4 1.2 Voorwaarden & Kenmerken van de lening(en) 6 2. Begripsbepalingen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13309 17 maart 2016 Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden 7 maart 2016 nr. BLKB 2016/360M Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

Fiscale aandachtspunten bij de structurering van Investeringsfondsen

Fiscale aandachtspunten bij de structurering van Investeringsfondsen Fiscale aandachtspunten bij de structurering van Investeringsfondsen 1. Inleiding In dit memorandum gaan wij in op een aantal fiscale aspecten die een rol kunnen spelen bij het opzetten van een (particulier)

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT FINANCIERING INSTANDHOUDING PROVINCIALE MONUMENTEN IN DRENTHE

UITVOERINGSBESLUIT FINANCIERING INSTANDHOUDING PROVINCIALE MONUMENTEN IN DRENTHE UITVOERINGSBESLUIT FINANCIERING INSTANDHOUDING PROVINCIALE MONUMENTEN IN DRENTHE HOOFDSTUK 1, ALGEMEEN Artikel 1, Begripsomschrijvingen In deze beleidsregel wordt verstaan onder: a. provinciaal monument:

Nadere informatie

TOELICHTING aanvraagformulier Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten ONDERZOEK NAAR HERBESTEMMING VAN GEBOUWDE MONUMENTEN

TOELICHTING aanvraagformulier Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten ONDERZOEK NAAR HERBESTEMMING VAN GEBOUWDE MONUMENTEN TOELICHTING aanvraagformulier Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten ONDERZOEK NAAR HERBESTEMMING VAN GEBOUWDE MONUMENTEN ALGEMEEN Bijbehorend formulier is uitsluitend bedoeld voor het aanvragen

Nadere informatie

Nee. Het Bureau Monumentenpanden kan geen beslissing of advies afgeven. U hoeft dit formulier niet verder in te vullen.

Nee. Het Bureau Monumentenpanden kan geen beslissing of advies afgeven. U hoeft dit formulier niet verder in te vullen. Belastingdienst Verzoek Inkomstenbelasting Vennootschapsbelasting Vaststelling aftrekbaarheid onderhoudskosten voor rijksmonumentenpand Over dit formulier Voor wie is dit formulier bestemd? Dit formulier

Nadere informatie

CONCEPT -1- De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

CONCEPT -1- De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, -1- Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van nr. WJZ/1091575(8144), houdende vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond inzake een subsidie ten behoeve van de instandhouding

Nadere informatie

Subsidieverordening Cultureel erfgoed gemeente Eijsden-Margraten

Subsidieverordening Cultureel erfgoed gemeente Eijsden-Margraten GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Eijsden-Margraten Nr. 231785 27 december 2017 Subsidieverordening Cultureel erfgoed gemeente Eijsden-Margraten HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1

Nadere informatie

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

P r o v i n c i e F l e v o l a n d Aan: Provinciale Staten Onderwerp: Provinciaal restauratie-uitvoeringsprogramma 2003-2008. Statenvergadering: 2 oktober 2003 Agendapunt: 10 1. Wij stellen u voor: Het Provinciaal restauratie-uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

Notitie Inventarisatie Monumentenzorg Groningen

Notitie Inventarisatie Monumentenzorg Groningen Notitie Inventarisatie Monumentenzorg Groningen 1 Inleiding: In de cultuurnota 2005-2008 "Stroomversnelling" zijn in programma II "Het verhaal van Groningen" twee beleidsregels vastgelegd: presentatie

Nadere informatie

Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL

Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! Bovenmatig lenen bij eigen vennootschap wordt ontmoedigd! Algemeen De belastingdienst stelt de laatste jaren steeds

Nadere informatie

Datum Behandeld door Telefoonnummer 5 augustus

Datum Behandeld door Telefoonnummer 5 augustus Datum Behandeld door Telefoonnummer 5 augustus 2010 033 253 94 39 Kenmerk Onderwerp E-mail Financiering t.n.v. uw VVE Geachte heer/mevrouw Van Beugen, Vandaag hebben wij met u gesproken over de noodzakelijke

Nadere informatie

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; diverse onderwerpen 1 Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; diverse onderwerpen Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Voorwaarden & Kenmerken van de Restauratiefondsplus-hypotheek

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Voorwaarden & Kenmerken van de Restauratiefondsplus-hypotheek STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21000 23 november 2011 Voorwaarden & Kenmerken van de Restauratiefondsplus-hypotheek 1. Waarom dit document? In dit hoofdstuk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 156 Monumentenzorg Nr. 74 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Controleprotocol voor subsidies verleend op grond van regelingen bij of krachtens de Monumentenwet 1988.

Controleprotocol voor subsidies verleend op grond van regelingen bij of krachtens de Monumentenwet 1988. Copro 13126 Controleprotocol voor subsidies verleend op grond van regelingen bij of krachtens de Monumentenwet 1988. 1 Inhoud 1. Algemene uitgangspunten... 3 1.1. Doelstelling... 3 1.2. Wettelijk kader...

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund te houden op 18 juli 2014, om 11:00 uur Herengracht 537, 1017 BV Amsterdam 2 juli 2014 I

Nadere informatie

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011; Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 27 juni 2017, nr 959603 / 959607, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord- Holland 2017. Gedeputeerde

Nadere informatie

Leeuwarder Restauratiefonds

Leeuwarder Restauratiefonds Financiële regeling voor eigenaren van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden in Leeuwarden Leeuwarder Restauratiefonds Leeuwarden heeft een van de mooiste historische binnensteden van Noord-Nederland.

Nadere informatie

Subsidieverordening voor onderhoud en restauratie van monumenten

Subsidieverordening voor onderhoud en restauratie van monumenten Subsidieverordening voor onderhoud en restauratie van monumenten Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is

Nadere informatie

Notitie Monumentenbeleid

Notitie Monumentenbeleid Notitie Monumentenbeleid aangaande: - gemeentelijke subsidieregeling voor monumenten per 1 januari 2013 - toelichting op regeling leges voor wijzigingen van/aan een monument Notitie Monumentenbeleid Opdrachtgever:

Nadere informatie

AANVRAAGFORMULIER SUBSIDIE RESTAURATIE RIJKSMONUMENTEN PROVINCIE ZEELAND 2017

AANVRAAGFORMULIER SUBSIDIE RESTAURATIE RIJKSMONUMENTEN PROVINCIE ZEELAND 2017 AANVRAAGFORMULIER SUBSIDIE RESTAURATIE RIJKSMONUMENTEN PROVINCIE ZEELAND 2017 SUBSIDIEAANVRAGEN VOOR RESTAURATIE IN 2017 DIENEN VAN 1 JULI 2016 TOT EN MET 6 SEPTEMBER 2016 TE WORDEN INGEDIEND LET OP: Uw

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24795 6 mei 2019 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 april 2019 nr. WJZ/6093459, houdende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007 Nr. 112 LIJST

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van 27 maart 1997, houdende nieuwe regels met betrekking tot het verstrekken van subsidie ten behoeve van het herstel van beschermde monumenten (Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten

Nadere informatie

RAPPORTAGE ONDERZOEK NAAR DE RESTAURATIEACHTERSTAND BIJ RIJKSMONUMENTEN

RAPPORTAGE ONDERZOEK NAAR DE RESTAURATIEACHTERSTAND BIJ RIJKSMONUMENTEN RAPPORTAGE ONDERZOEK NAAR DE RESTAURATIEACHTERSTAND BIJ RIJKSMONUMENTEN COLOFON Opdrachtgever : Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Project : Onderzoek naar de restauratieachterstand bij rijksmonumenten

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Ministerie van Justitie en Veiligheid Ingediend op https://www.internetconsultatie.nl/moderniseringpersonenvennootschap Amsterdam, 29

Nadere informatie

Nadere subsidieregels voor cultureel erfgoed

Nadere subsidieregels voor cultureel erfgoed PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005/78 Gedeputeerde Staten van Limburg Maken ter voldoening aan het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 11 oktober

Nadere informatie

EDOC CONCEPT -1-

EDOC CONCEPT -1- -1- Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van [ ], nr. [ ], houdende vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond inzake de subsidie voor rijksmonumentenonderhoud bij reeds

Nadere informatie

Subsidieregeling instandhouding erfgoed Zaanstad Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad

Subsidieregeling instandhouding erfgoed Zaanstad Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zaanstad. Nr. 121773 16 december 2015 Subsidieregeling instandhouding erfgoed Zaanstad 2016 Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de

Nadere informatie

Uw brief van. 12 mei 2004

Uw brief van. 12 mei 2004 logoocw De Tweede Kamer der Staten Generaal T.a.v. De Voorzitter Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Den Haag Ons kenmerk 7 juni 2004 DCE/04/25731 Uw brief van 12 mei 2004 Uw kenmerk Sc-04-19 Onderwerp Nieuw

Nadere informatie

Stichting Westerwolds Monumentenfonds te Assen. Financieel verslag 2016

Stichting Westerwolds Monumentenfonds te Assen. Financieel verslag 2016 Stichting Westerwolds Monumentenfonds te Assen Financieel verslag 2016 Inhoud Jaarverslag Jaarrekening Balans per 31 december 2016 Staat van baten en lasten over 2016 Algemene grondslagen voor de jaarrekening

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 16. Haarlem, 30 januari Onderwerp: Garantstelling Eikenrode

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 16. Haarlem, 30 januari Onderwerp: Garantstelling Eikenrode Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 16 Haarlem, 30 januari 2007 Onderwerp: Garantstelling Eikenrode Bijlagen: Ontwerpbesluit 1. Inleiding. Gedeputeerde Moens is op verzoek van de Commissaris

Nadere informatie

Financiering Duurzaamheid en Monumenten. Maarten Maresch (IBPM)

Financiering Duurzaamheid en Monumenten. Maarten Maresch (IBPM) Financiering Duurzaamheid en Monumenten Maarten Maresch (IBPM) Opbouw presentatie Europese subsidiemogelijkheden energie Nederlandse subsidie mogelijkheden energie Fiscale ondersteuning Financieringsondersteuning

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22561 29 april 2016 Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht 25 april 2016 nr. DGB 2016/1731M

Nadere informatie

b e s l u i t: vast te stellen de Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008.

b e s l u i t: vast te stellen de Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008. R AAD S B E S L U I T 2 00 8/45 74 De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg; gelezen het desbetreffende voorstel van het college; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; b e s l u i t: vast te stellen

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds

Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds Onderzoeksresultaten Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds 2 1. Onderzoeksopzet Datum: 4 december 2009 Opdrachtgever: Nationaal Restauratiefonds

Nadere informatie

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005 Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005 Artikel 1 - Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen 1. Monument: a. Alle vóór tenminste vijftig

Nadere informatie

Datum 24 april 2015 Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het aanbrengen van enkele inhoudelijke wijzigingen van diverse aard (34146)

Datum 24 april 2015 Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het aanbrengen van enkele inhoudelijke wijzigingen van diverse aard (34146) >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Jaarverslag 2013. mei stipe fan:

Jaarverslag 2013. mei stipe fan: Jaarverslag 2013 mei stipe fan: opgesteld door de raad van toezicht op 4 juni 2014 1 Inhoud Algemeen 3 Activiteiten 4 Samenwerking 6 MonumentenMonitor Fryslân 7 2 Algemeen Stichting Monumentenwacht Fryslân

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 24 maart 2009, nr. CPP2009/170M, Stcrt. Nr. 68 De staatssecretaris

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 065 Aanpassing van de wetgeving aan en invoering van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Invoeringswet titel 7.13 Burgerlijk

Nadere informatie

Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL

Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! Belastingdienst gaat bovenmatig lenen bij eigen vennootschap aanpakken. Inleiding De Belastingdienst stelt de laatste

Nadere informatie

FINANCIËLE- EN FISCALE REGELINGEN VOOR EIGENAREN VAN RIJKSMONUMENTEN. Is het voor beleggers (nog) interessant om te beleggen in rijksmonumenten?

FINANCIËLE- EN FISCALE REGELINGEN VOOR EIGENAREN VAN RIJKSMONUMENTEN. Is het voor beleggers (nog) interessant om te beleggen in rijksmonumenten? FINANCIËLE- EN FISCALE REGELINGEN VOOR EIGENAREN VAN RIJKSMONUMENTEN Is het voor beleggers (nog) interessant om te beleggen in rijksmonumenten? Auteur: mr. A.E.C. Bloemendaal 18 maart 2016 Amsterdam School

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG.. Erfgoed en Kunsten Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

de Uitvoeringsregeling projectsubsidies ruimte te wijzigen als volgt:

de Uitvoeringsregeling projectsubsidies ruimte te wijzigen als volgt: Regeling van 12 juli 2011 tot wijziging van de Uitvoeringsregeling projectsubsidies ruimte, houdende regels betreffende de subsidiëring van activiteiten op het terrein van monumentenzorg Gedeputeerde staten

Nadere informatie

Algemene Monumenten informatie

Algemene Monumenten informatie Informatiemap deel A Algemene Monumenten informatie In dit deel A van de informatiemap wordt kort ingegaan op de volgende algemene onderwerpen betreffende monumenten en het eilandelijke monumentenbeleid.

Nadere informatie

Besluit overdrachtsbelasting Nieuwe goedkeuringen.

Besluit overdrachtsbelasting Nieuwe goedkeuringen. Besluit overdrachtsbelasting Nieuwe goedkeuringen. Den Haag, 30 juni 2014 Het besluit nr. BLKB/2014/194M van 3 juni 2014 vervangt het besluit van 14 december 2011, nr. BLKB2011/1803M en bevat beleid over

Nadere informatie