OVEREENKOMST TOT VESTIGING VAN EEN ERFPACHTRECHT

Transcriptie

1 BLZ 1 OVEREENKOMST TOT VESTIGING VAN EEN ERFPACHTRECHT Tussen De Naamloze Vennootschap "WATERWEGEN EN ZEEKANAAL", met zetel te 2830 Willebroek, Oostdijk 110, ingeschreven in het rechtspersonenregister te Mechelen onder nummer en BTWplichtig onder het nummer BE De naamloze vennootschap werd opgericht onder de benaming Zeekanaal en Haveninrichtingen Brussel, met als rechtsopvolger de naamloze vennootschap van publiek recht Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen ingevolge het decreet van vier mei negentienhonderd vier en negentig, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van zestien juli negentienhonderd vier en negentig onder het nummer ; Ingevolge naamswijziging werd de nieuwe rechtsopvolger het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap, met maatschappelijke zetel te Willebroek, Oostdijk 110, volgens de bepalingen van het decreet van twee april tweeduizend en vier en volgens het besluit van de Vlaamse regering van zeven mei tweeduizend en vier tot de aanneming van de statuten van het agentschap Waterwegen en Zeekanaal, zoals gewijzigd; en waarvan de statuten van kracht werden door de publicatie van het besluit van de Vlaamse regering van elf juni tweeduizend en vier (aangaande de inwerkingtreding van het decreet van twee april tweeduizend en vier) bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van dertig juni tweeduizend en vier; Alhier vertegenwoordigd volgens artikelen 1 en 4 van het Besluit van de Raad van Bestuur van voornoemde vennootschap Waterwegen en Zeekanaal betreffende de delegatie van bevoegdheden aangaande de vertegenwoordiging de dato 13 januari 2010, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 26 januari 2010 en het Besluit van de Raad van Bestuur, artikel 4 betreffende de delegatie van bevoegdheden aangaande de vertegenwoordiging, waarin het tweede lid wordt vervangen als volgt: De genoemde afdelingshoofden kunnen zich laten vervangen, (Artikel 2 meldt dat dit besluit in werking treedt op 1 april 2013) door: 1. de heer; en: 2.mevrouw; Hierna genoemd de Erfpachtgever ; En ; Hierna genoemd de Erfpachter ;

2 BLZ 2 WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT De Erfpachtgever verklaart bij deze aan de Erfpachters, die verklaren te aanvaarden, een RECHT VAN ERFPACHT te verlenen, onderworpen aan de bepalingen van de Wet van tien januari achttienhonderd vierentwintig voor zover hierna van deze wetsbepaling niet wordt afgeweken, op het volgend onroerend goed: I. BESCHRIJVING VAN DE GOEDEREN GEMEENTE xxxxx ( xxx - afdeling: x de ): Een xxx op en met grond gelegen xxx ( xxx, gekadastreerd sectie x nummers x en x met een oppervlakte volgens kadaster van x aren x centiaren ( xa xca) en volgens opmeting door..van , met een..aren centiaren (..a ca). Zoals dit is aangeduid in de kleur geel op het hieraan gehechte plan van voormelde landmeter...( een opmetingsplan van de erfpacht wordt aan de Erfpachters voorgelegd) Er is een plaatsbeschrijving van het onroerend goed opgesteld door de Erfpachtgever op en zal aan de Erfpachter worden overhandigd. De hoger beschreven goederen zijn aan de Erfpachter voldoende bekend en deze verklaart er geen nadere beschrijving van te verlangen. II. ALGEMENE VOORWAARDEN Deze vestiging van erfpachtrecht is toegestaan en aanvaard onder de volgende algemene voorwaarden: 1. De Erfpachter zal het erfpachtrecht verkrijgen van de in erfpacht gegeven goederen en de erfpacht zal in werking treden, te rekenen vanaf de dag van het verlijden van de authentieke akte. De authentieke akte zal worden verleden voor de notaris naar keuze van de Erfpachter binnen de 3 maanden na de ondertekening van huidige erfpachtovereenkomst. III. BIJZONDERE VOORWAARDEN Deze vestiging van erfpacht is toegestaan en aanvaard onder de volgende bijzondere voorwaarden: 1. DOEL VAN DE OVEREENKOMST- BESTEMMING De vestiging van het zakelijk recht van erfpacht vindt plaats met als uitsluitend doel de renovatie en het instandhouden van de hoeve. De Erfpachter zal hiervoor de nodige werken (laten) uitvoeren, zodat voldaan wordt aan alle wettelijke en reglementaire normen inzake veiligheid en hygiëne.

3 BLZ 3 De door de Erfpachtgever in erfpacht gegeven gronden zijn vrij en onbelast van alle schulden, inschrijvingen, voorrechten, hypotheken of andere lasten. 2. DUUR VAN DE OVEREENKOMST Dit erfpachtrecht wordt gevestigd voor een duur van vijftig (50) jaren vanaf het verlijden van de akte. Bijgevolg zal hij van rechtswege eindigen op * De Erfpachter, en niet de Erfpachtergever, heeft het recht om deze erfpachtovereenkomst te beëindigen na verloop van de eerste zevenentwintig (27) jaren, en nadien telkens na verloop van zes (6) jaren, mits een aangetekende brief te verzenden ten laatste tijdens de laatst lopende maand en mits betaling binnen die maand, van een som gelijk aan twaalf maal de laatst lopende canon per maand (of dus de waarde over 1 jaar). Opzegperiode en betaling zijn samenhangende voorwaarden, zodat het niet bestaan van één of andere, deze mogelijkheid van rechtswege gedaan maakt en de erfpacht doorloopt alsof er niets zal zijn gebeurd. Na verloop van die vijftig jaren wordt deze erfpacht dus zonder opzeg beëindigd zoals door de Wet voorzien. In geval op dat ogenblik de Erfpachtgever het goed of een deel daarvan zou verkopen of met enig zakelijk of persoonlijk recht belasten, dan heeft de alsdan laatst bestaande Erfpachter(s) een voorkeurrecht om dit te verwerven aan de voorwaarden die er dan zullen bestaan. Daarvoor zal de Erfpachtgever hen middels aangetekende brief in kennis moeten stellen van al die voorwaarden, en zullen de bedoelde Erfpachter(s) samen voor het geheel handelend, hun onvoorwaardelijke aanvaarding moeten bevestigen middels aangetekende brief te verzenden binnen de drie maanden na ontvangst van die kennisgeving. Ditzelfde geldt ook indien de verpachter tijdens de loop van die negenennegentig jaren het goed zou verkopen in de zin van art e.v. Burgerlijk Wetboek. * Onverminderd hetgeen hierboven gezegd is, wordt voor het geval van overlijden van de langstlevende Erfpachter (zijnde de enige of de overblijvende Erfpachter van alle rechten), hierbij het recht ingeschreven voor en van de erfopvolgers samen voor het geheel handelend, om binnen de drie maanden na bedoeld overlijden, de lopende erfpacht middels aangetekende brief te beëindigen, en mits betaling binnen die drie maanden, van een som gelijk aan twaalf maal de laatst lopende canon per maand (of dus de waarde over 1 jaar). Die opzegperiode en die betaling zijn samenhangende voorwaarden, zodat het niet bestaan van één of andere, deze mogelijkheid van rechtswege gedaan maakt en de erfpacht doorloopt alsof er niets zal zijn gebeurd. In geval van vooroverlijden van zo één van de Erfpachters, komen alle rechten en plichten naar de langstlevende Erfpachter(s) pondsponds gewijs (dit is verdeeld in verhouding tot hun basisrechten). Dit enkel in geval dat de Erfpachter een natuurlijk, fysiek persoon is. * Ten minste twee maanden vóór de einddatum van de erfpacht zal de Erfpachter op zijn kosten de nodige initiatieven nemen voor het bekomen van een bodemattest. Wanneer de Erfpachter in gebreke blijft inzake het nemen van de nodige initiatieven tot het bekomen van het bodemattest, kan de Erfpachtgever dit initiatief van hem overnemen op kosten van de Erfpachter. Deze verplichting houdt geen verplichting tot bodemonderzoek in 3. HYPOTHECAIRE TOESTAND De Erfpachtgever verklaart dat het goed vrij is van hypotheken of andere bezwarende in- en/of overschrijvingen en alle belemmeringen van welke aard ook.

4 BLZ 4 4. ERFDIENSTBAARHEDEN De erfpacht wordt gevestigd op het goed in de staat waarin het zich bevindt, met alle lijdende, zichtbare en niet zichtbare voortdurende en niet voortdurende erfdienstbaarheden die het goed zouden kunnen bezwaren. De Erfpachter zal genieten van de heersende erfdienstbaarheden, indien er zijn, alles op haar kosten, lasten en risico s, en zonder dat dit beding aan om het even wie meer rechten zou geven dan hij er zou bezitten ingevolge regelmatige en niet verjaarde titels of ingevolge de wet. De Erfpachtgever verklaart zelf geen erfdienstbaarheden te hebben gevestigd in het voor- of nadeel van het goed en verklaart dat het goed niet met enige erfdienstbaarheid van welke aard ook is bezwaard. De Erfpachter zal erfdienstbaarheden kunnen vestigen voor zover deze nuttig of noodzakelijk zijn voor de exploitatie. Deze erfdienstbaarheden zullen slechts gelden zolang de erfpacht tussen partijen geldt. De Erfpachtgever zal de erfdienstbaarheden die zij wenst te behouden bij het einde van de erfpachtovereenkomst kunnen behouden, onder de modaliteiten die zij alsdan zal vaststellen, zoals zij eveneens rechtsgeldig éénzijdig zal kunnen beslissen de andere als onbestaande te aanzien. Deze bepalingen zullen ter kennis worden gebracht aan degenen met wie de Erfpachter contractueel erfdienstbaarheden vaststelt. 5. STAAT VAN HET GOED OPPERVLAKTE INHOUD - BODEM en MILIEU Het goed wordt met erfpacht belast en door de Erfpachter onvoorwaardelijk aanvaard in de staat waarin het zich bevindt, zonder enige waarborg wat betreft de gebreken van de bodem en de ondergrond, zichtbare of verborgen gebreken. De Erfpachter zal de nodige maatregelen nemen opdat de aanwezige nutsvoorzieningen op zijn naam worden overgeschreven met ingang van de eerste ingebruikname van het goed. De Erfpachtgever bevestigt uitdrukkelijk dat het goed geen risicogrond is, zoals bedoeld in het Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming van 27 oktober 2006 en niet is opgenomen in de gemeentelijke inventaris van risicogronden. De Erfpachtgever verklaart de nodige bodemattesten te hebben aangevraagd bij de OVAM voor elk perceel betreffende het goed en de Erfpachter in kennis heeft gesteld van de inhoud hiervan. De inhoud van de attesten, door OVAM afgeleverd op. onder referte. tot en met. - die bij onderhavige overeenkomst worden gevoegd als Bijlage 2 - luidt telkens als volgt Uit deze attesten blijkt dat voor de gronden geen bodemverontreiniging werd vastgesteld die naar het oordeel van de OVAM aanleiding kan geven tot een bodemsaneringsverplichting of tot andere maatregelen die de overheid in verband met de bodemtoestand kan opleggen. De Erfpachtgever verklaart dat er in het verleden voor de gronden geen milieuvergunningen werden afgeleverd. De Erfpachtgever verklaart dat er zich in de gronden en afgebroken constructies geen stookolietank bevindt, noch bovengronds noch ondergronds. Bovendien bevindt er zich geen opslaginstallatie die definitief buiten gebruik is gesteld zonder te zijn geledigd en te zijn gevuld met zand, schuim of enig ander daartoe dienend materiaal.

5 BLZ 5 De Erfpachtgever verklaart dat de gronden niet gelegen zijn in een risicozone voor overstromingsgebied, noch in van nature overstroombare gebieden of recent overstroomde gebieden. 6. GEBOUWEN Bij het beëindigen van onderhavige overeenkomst hetzij door het verstrijken van de termijn, hetzij door het verbreken of ontbinden van de overeenkomst, zullen alle zowel vóór de aanvang als tijdens de erfpacht opgerichte gebouwen, installaties, constructies en aanplantingen eigendom worden van de Erfpachtgever, zonder dat zij gehouden zal zijn tot enige vergoeding, van welke aard ook. De zakelijke en persoonlijke rechten die de Erfpachter zou hebben toegestaan moeten bij de beëindiging van de overeenkomst, in welke gevallen ook, niet door de Erfpachtgever worden gerespecteerd. De Erfpachter mag eventuele bestaande constructies afbreken om ze door nieuwe van minstens gelijke waarde te vervangen mits schriftelijk akkoord van de Erfpachtgever. Hij mag er ook nieuwe en zonder beperking in waarde op oprichten of laten oprichten, weliswaar mits eerbiediging van de wetgeving alsdan van toepassing. Bedoeld worden de wetgeving inzake ruimtelijke ordening enzovoorts. En dit alles op zijn eigen kostenen met inspraak van de ErfpachtgeverErfpachtgever, onverminderd hetgeen hierna gezegd wordt. Hij mag zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de EErfpachtgever de bestemming van het goed niet wijzigen noch dit geheel of gedeeltelijk afbreken noch er nieuwe gebouwen oprichten. De gebouwen door de EErfpachter opgericht in de loop van de erfpacht, blijven zijn eigendom gedurende de duur van de erfpacht. Gebouwen en werken door de EErfpachter zonder de vereiste toestemming tot stand gebracht, zullen op de verzoek van de Erfpachtgever, tijdens de duur van de erfpacht of bij het einde ervan, door de Erfpachter op zijn kosten zonder schade verwijderd kunnen worden, onverminderd andere rechtsmiddelen waarop de Erfpachtgever zich zou kunnen beroepen. Gebouwen en constructies die door derden worden opgericht krachtens een zakelijk recht dat hen is verleend blijven eigendom van deze derden zolang dit zakelijk recht duurt, met dien verstande dat de duur van dit zakelijk recht van deze derde de duur van deze erfpachtovereenkomst niet mag overschrijden. De derden mogen de gebouwen en constructies wegnemen/afbreken mits bij het verstrijken van hun zakelijk recht de plaats in de oorspronkelijke toestand te herstellen en de eventuele schade die veroorzaakt wordt door de afbraak te vergoeden. Dit ook enkel slechts mits schriftelijke toestemming van de EErfpachtgever. Bij het einde van het zakelijke recht van de derden komen de gebouwen en constructies toe aan de Erfpachter gedurende de nog te lopen termijn van deze erfpachtovereenkomst, tegen een eventuele vergoeding die met de derden moet overeengekomen worden. 7. HYPOTHEEK De Erfpachter heeft het recht haar erfpachtrecht en de door haar aangebrachte werken met een hypotheek te bezwaren mits schriftelijke toestemming van de Erfpachtgever, voor zover de termijn deze van de onderhavige overeenkomst niet overschrijdt.

6 BLZ 6 8. VERHURING De Erfpachter mag het in erfpacht gegeven goed en de door haar aangebrachte bouwwerken niet verhuren aan een derde behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de Erfpachtgever. 9. OVERDRACHT Indien de EErfpachter zijn recht van vervreemding wenst uit te voeren, dient hij een schriftelijke toestemming te krijgen van de EErfpachtgever. De EErfpachtgever kan, maar moet dan niet de EErfpachter ontlasten van zijn verbintenissen, dus inbegrepen de verbintenis om de canon te bepalen. De EErfpachter beslist dit soeverein en zonder motiveringsplicht. 10. ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSWERKEN Alle onderhoudswerken van welke aard ook, met inbegrip van de grove herstellingen, vallen uitsluitend ten laste van de Erfpachter, die ertoe gehouden is het goed als een goede huisvader te onderhouden en ze daadwerkelijk overeenkomstig de hierboven vermelde bestemming te gebruiken. De Erfpachter is verplicht om het goed en de daarop door hem aan te brengen of reeds aangebrachte constructies of beplantingen te onderhouden, en daaraan alle herstellingen te doen zoals een volle eigenaar dit aan zijn eigendom doet. 11. VERZEKERINGEN De Erfpachter is verplicht om op haar kosten en voor de gebouwen die zij opricht tijdens de duur van deze erfpachtovereenkomst bij één of meerdere verzekeringsmaatschappijen een polis af te sluiten of te doen afsluiten die in alle opzichten en in voldoende mate niet alleen haar verantwoordelijkheid als bouwheer tijdens de bouwwerken dekken maar ook de gebouwen verzekeren tegen brand, ontploffingen van alle mogelijke aard en stormschade. Vanaf de voltooiing van de werken is de Erfpachter verplicht om voormelde gebouwen te laten verzekeren tegen brand, ontploffingsgevaar, blikseminslag, storm en overstromingen, evenals tegen alle risico s verbonden aan het gebruik van elektriciteit en alle aanverwante risico s met betrekking tot de gebouwen, de huurrisico s, het verhaal van buren, de kosten van graafwerken, de installaties, alsmede tegen alle schade veroorzaakt door de roerende goederen die de gebouwen zullen bevatten. Het bedrag van de verzekering dient toereikend te zijn om een perfect herstel in de vorige staat van het goed mogelijk te maken. De Erfpachter is bovendien verplicht om één of meerdere verzekeringen van burgerlijke aansprakelijkheid af te sluiten of te doen afsluiten en deze gedurende de gehele periode van de erfpacht te hernieuwen, en dit voor ruimschoots toereikende bedragen, voor stoffelijke schade en voor lichamelijke letsels. De polis kan opgenomen worden in het geheel van de door de Erfpachter af te sluiten polissen. De Erfpachter zal, op vraag van de Erfpachtgever, het bestaan van de verzekeringen en de regelmatige betaling van de premies bewijzen. De Erfpachter dient de sloten te wijzigen van de woning, nadat de erfpachtakte is verleden.

7 BLZ ONTBINDING Buiten de bij de wet van 10 januari 1824 over het recht van erfpacht voorziene gevallen zal de gerechtelijke ontbinding van deze overeenkomst kunnen gevorderd worden in de volgende gevallen en indien binnen de maand niet wordt voldaan aan de bij aangetekend schrijven aan de Erfpachter betekende ingebrekestelling: a) indien de Erfpachter de bepalingen van artikel 11 van de bijzondere voorwaarden van huidige overeenkomst niet naleeft of de betreffende verzekeringscontracten geheel of gedeeltelijk worden ontbonden, geschorst of vernietigd; b) indien de Erfpachter de aard of de bestemming van het in erfpacht gegeven goed of van het project zoals omschreven in artikel 1 van de bijzondere voorwaarden van huidige overeenkomst zou wijzigen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Erfpachtgever of indien zij haar rechten overdraagt in strijd met artikel 2 van de bijzondere voorwaarden van huidige overeenkomst; c) indien de gebouwen en aanhorigheden onvoldoende zouden worden onderhouden in strijd met het voorschrift van artikel 11 van de bijzondere voorwaarden van huidige overeenkomst; d) in geval van niet tijdige betaling van de erfpachtcanon; 13. ONTEIGENING De Erfpachtgever is tot geen enkele vergoeding in het voordeel van de Erfpachter gehouden in geval het in erfpacht gegeven goed het voorwerp uitmaakt van een onteigeningsbeslissing en/of een gebeurlijke onteigening. De Erfpachter behoudt wel haar rechten en vorderingen ten opzichte van de onteigenende overheid. De Erfpachtgever verklaart dat bij haar weten het in erfpacht gegeven goed niet het voorwerp is geweest van een besluit tot onteigening en dat zij geen weet heeft van een geplande onteigening en dat er geen recht van voorkoop of wederinkoop bestaat en dat het goed niet het voorwerp uitmaakt van een ondergrondse inneming. 14. HOOFDELIJKHEID EN ONDEELBAAARHEID TUSSEN RECHTSOPVOLGERS De Erfpachter evenals de zijn rechtsopvolgers ten welken titel ook, zijn hoofdelijk en ondeelbaar tussen hen verplicht tot de uitvoering van de uit onderhavige akte voortspruitende verbintenissen met de meest uitgebreide werking van ondeelbaarheid. 15. KOSTEN Alle kosten, rechten en erelonen betreffende deze akte zijn ten laste van de Erfpachter. 16. FOUT Behalve indien een fout ten laste van de Erfpachtgever kan gelegd worden, draagt de Erfpachter, tot volledige ontlasting van de Erfpachtgever die zij tegen alle eventueel verhaal vrijwaart, alle om het even welke schadelijke gevolgen voortspruitend uit ongevallen of ingevolge elke andere oorzaak,

8 BLZ 8 zelfs toevallige, gebreken aan gebouwen en instellingen inbegrepen, die naar aanleiding van de erfpacht en de ermee gepaard gaande werkzaamheden zouden overkomen aan: - De Erfpachter zelf en haar ondergeschikten of door haar aangestelden; - De Erfpachtgever, haar ondergeschikten en door haar aangestelden; INGENOTTREDING - GEBRUIK - BELASTINGEN: De Erfpachter zal het gebruik over voorschreven goed hebben vanaf het verlijden van de erfpachtakte met de werkelijke inbezitneming, en de verplichting er alle belastingen die ten zijne laste komen van te betalen en te dragen, zowel bestaande als toekomstige, vanaf hetzelfde tijdstip. De Erfpachtgever verklaart dienaangaande dat het in erfpacht te geven onroerend goed vrij is van gebruik. Mocht evenwel blijken dat het goed thans nog gebruikt of bezwaard wordt, dan zal het goed vrijgemaakt kunnen worden op eerste verzoek van de Erfpachter door beroep te doen op een deurwaarder, desgevallend bijgestaan door de openbare macht. De Erfpachtgevers raden de Erfpachters aan na ondertekening van onderhavige akte en na ontvangst van de sleutels de sloten te vernieuwen, teneinde hun veiligheid te garanderen, indien er nog ongekende sleutels in omloop zouden zijn. Erfpachtgever 1. IV. INFORMATIEVE BEPALINGEN RUIMTELIJKE ORDENING Bij toepassing van artikel en Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening worden volgende vermeldingen opgenomen: a- het voormelde onroerend goed volgens de meest recente stedenbouwkundige bestemming gelegen is in een * gebied. b- voor het goed *een/geen stedenbouwkundige vergunning werd aangevraagd. c- er volgens de hypothecaire staat en verklaring van de overdrager geen dagvaarding wegens een stedenbouwkundige inbreuk (art Vl. Codex R.O.) of tot uitvoering van een herstelmaatregel (art Vl. Codex R.O.) werd uitgebracht. d- er geen voorkooprecht op het goed rust ingevolge een definitief ruimtelijk uitvoeringsplan, overeenkomstig het hierna vermeld schrijven van de gemeente. e- er geen lasten en voorwaarden opgelegd zijn wegens een verkavelingsvergunning. f- er geen door art Vl. Codex R.O. verplichte 'as-built' attest voor het voormelde goed voorhanden is, omdat de wetgeving ertoe nog niet van kracht is. De overdrager verklaart dat hij evenmin beschikt over een, buiten enige overdracht om, gevalideerd as-built attest uitgereikt voor het goed. g.-dat het onroerend goed niet het voorwerp uitmaakt van een voorkeursbesluit of projectbesluit. De partijen hebben kennis van artikel Vlaamse Codex RO. Deze bepaling omschrijft de vergunningsplichtige handelingen.

9 BLZ 9 2. Partijen worden er op gewezen: - dat, zoals blijkt uit het hypothecair getuigschrift en de verklaring van de Erfpachtgever het goed geen dagvaarding werd uitgebracht overeenkomstig de artikelen of tot en met dat het goed niet is gelegen in een zone die in een definitief vastgesteld uitvoeringsplan zou zijn aangeduid als een zone met voorkooprecht. - dat het krachtens artikel , 2, 2 Vlaamse Codex RO voor de overdracht verplichte asbuiltattest niet is uitgereikt en gevalideerd vermits deze bepaling nog niet in werking is getreden. De partijen erkennen kennis te hebben van artikel Vlaamse Codex RO. Deze bepaling omschrijft de vergunningsplichtige handelingen. De Erfpachtgever verklaart: - dat er hem thans met betrekking tot de in erfpacht gegeven goederen geen ontwerp van beschermingsmaatregel door de overheid werd betekend in de zin van een bescherming als monument, stads- of dorpsgezicht, archeologisch patrimonium, natuurbehoud, landschapszorg of een soortgelijke beschermingsmaatregel, noch een besluit houdende definitieve bescherming of klassering, en dat hij evenmin weet heeft van enig voornemen daartoe vanwege de overheid; - er hem tot op heden voor de in opstal gegeven goederen geen onteigeningsbesluit werd betekend, en dat hem geen voornemen daartoe vanwege de overheid bekend is. De Erfpachtgever verklaart dat de in opstal gegeven goederen niet het voorwerp uitmaken van een conventioneel voorkooprecht, voorkeurrecht, optierecht of recht van wederinkoop. V. CANON De Erfpachter zal een jaarlijkse canon betalen aan de Erfpachtgever. Het bedrag van de canon bedraagt xxx EUR per jaar. De betaling van de eerste canon voor het lopende jaar moet worden betaald bij de akte. De betaling aangaande de daarop volgende jaren dient op de verjaardag van de akte van elk desbetreffend jaar te worden verricht. Deze canon geldt als basisvergoeding en is jaarlijks op de verjaardatum van de ondertekening van de authentieke akte aanpasbaar volgens de index van de consumptieprijzen. Het nieuwe bedrag wordt bepaald volgens de volgende formule:

10 BLZ 10 het basisbedrag vermenigvuldigd met de nieuwe index en gedeeld door de aanvangsindex. De aanvangsindex is deze van de maand voorafgaand aan de maand van de ondertekening van de authentieke akte, de nieuwe index is deze van de maand voorafgaand aan de jaarlijkse aanpassing. In geval van vertraging in de betaling van de overeengekomen vergoedingen zullen de Erfpachter nog verschuldigde sommen van rechtswege en zonder ingebrekestelling een intrest opbrengen tegen de wettelijke rentevoet die op dat ogenblik van kracht is en dit vanaf de dag van de eisbaarheid, zijnde de verjaardatum van de ondertekening van de authentieke akte tot de dag van de effectieve betaling. VI. TAKSEN EN LASTEN Alle belastingen, taksen en lasten van welke aard ook die het goed, zowel de grond als de opbouw, thans bezwaren en in de toekomst zullen bezwaren, vallen met ingang van de inwerkingtreding van de erfpacht en voor de duur ervan volledig ten laste van de Erfpachter. De Erfpachter staat in en zal de Erfpachtgever vrijwaren voor alle kosten en gevolgen aan derden en de Erfpachtgever van welke aard ook, die zouden veroorzaakt worden aan de Erfpachtgever door het gebruik welk de Erfpachter of diegene aan wie hij dergelijke gebruik mogelijk maakt. VII. TOEPASSELIJK RECHT EN BEVOEGDE RECHTBANKEN Deze overeenkomst wordt beheerst door en geïnterpreteerd overeenkomstig het Belgisch recht. Alle geschillen betreffende de geldigheid van deze overeenkomst of die voortvloeien uit haar interpretatie, zullen uitsluitend beslecht worden door de rechtbanken uit het gerechtelijk arrondissement.. VIII. WOONSTKEUZE Voor de uitvoering dezer, doen beide Partijen woonstkeuze op het adres opgenomen in de aanhef van onderhavige overeenkomst. Opgemaakt in tweevoud te op. Elk van de partijen verklaart hiervan één origineel ondertekend exemplaar te hebben ontvangen.

11 BLZ 11 Voor de Erfpachtgever, Voor de Erfpachter, Ir. Leo Clinckers Gedelegeerd Bestuurder Veroniek De Mulder Afdelingshoofd Commercieel beheer Bijlagen 1) Bodemattest 2) Kadastrale legger & plan 3) Plaatsbeschrijving