BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN WATERINGEN. STATUS: VASTGESTELD DATUM: IDENTIFICATIENUMMER: NL.IMRO.1783.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN WATERINGEN. STATUS: VASTGESTELD DATUM: 27-11-2012 IDENTIFICATIENUMMER: NL.IMRO.1783."

Transcriptie

1 BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN WATERINGEN STATUS: VASTGESTELD DATUM: IDENTIFICATIENUMMER: NL.IMRO.1783.abp vast

2 2

3 COLOFON Dit is een uitgave van de Gemeente Westland, team Stedenbouw & Bestemmingsplannen. Voor meer informatie over dit plan kunt u contact opnemen via: Postadres: Postbus 150, 2670 AD Naaldwijk Bezoeksadres: Stokdijkkade 2, 2671 GW Naaldwijk T F (0174) E ruimtelijkeplannen@gemeentewestland.nl I Het digitale exemplaar van dit plan is te vinden op Datum: 21 december 2012 Dit product op gesteld door: Gemeente Westland & Konijnenburg Groep 3

4 4

5 TOELICHTING 5

6 6

7 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Aanleiding Ligging plangebied Geldend bestemmingsplan GEBIEDSVISIE Beleidskader Ruimtelijk-functionele structuur Gebiedsvisie Verkeer ONDERZOEK Bedrijven en milieuzonering Geluid Luchtkwaliteit Externe veiligheid Water Bodem Cultuurhistorische aspecten JURIDISCHE PLANBESCHRIJVING Planvorm Bestemmingsregeling HANDHAVING Handhavingsbeleid Strijdige functies UITVOERBAARHEID Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid

8 8

9 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Het plangebied betreft een bedrijventerrein, welke in het verleden bestond uit een vijftal losse bedrijventerreinen, namelijk "Suydervelt", het "Westlands Bedrijven Centrum", "Zwethove", "bedrijventerrein Zuid" (Van Vliet) en "Wateringse Veld'. Met de voorliggende integrale herziening van het bestemmingsplan zal voor het gehele bedrijventerrein een uniforme en actuele regeling gaan gelden. De regeling heeft dan ook een consoliderend karakter, waarbij de huidige situatie is bestemd. 1.2 Ligging plangebied Het bedrijventerrein Wateringen is een bedrijventerrein met een bruto oppervlakte van ca. 95 hectare. Het plangebied van het bedrijventerrein omvat de bedrijventerreinen "Suydervelt", "Westlands Bedrijven Centrum", "Zwethove", "Wateringen Zuid" en "Wateringse Veld" en wordt begrensd door: in het noorden: de Molenweer, het Gagelland, de volkstuinen en de woonbebouwing van de kern Wateringen; in het oosten: de gemeentegrens met s-gravenhage; in het zuiden en het westen: de Wippolderlaan. Figuur 1 planbegrenzing De keuze van de plangrenzen is gebaseerd op de contouren uit de Provinciale Verordening Ruimte en door een functionele afstemming met de in voorbereiding zijnde omliggende bestemmingsplannen. 9

10 1.3 Geldend bestemmingsplan Binnen het plangebied waren, voor het van kracht worden van dit bestemmingsplan, de volgende planregimes van kracht: bestemmingsplan Plan in Hoofdzaak, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 22 mei 1959 en gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland op 11 april Het bestemmingsplan Plan in Hoofdzaak is met de volgende besluiten partieel herzien: 1. het besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 4 december 1963 en goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 5 maart 1965; 2. het besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 3 maart 1965 en goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 17 januari 1966; bestemmingsplan N211/N54/N222 (veilingroute)/ c.a., zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 25 oktober 1995 en gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 14 maart 1995; bestemmingsplan Suydervelt, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 31 maart 1998 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten va Zuid-Holland op 3 november 1998; bestemmingsplan Zwethove, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 30 juni 1998 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 9 februari 1999; bestemmingsplan Bedrijventerrein Wateringseveld, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 30 november 1999 en gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 4 juli 2000; bestemmingsplan Bedrijventerrein Zuid, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 30 mei 2000 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland op 1 september

11 2 GEBIEDSVISIE 2.1 Beleidskader Gemeentelijk beleid Structuurvisie De gemeente heeft nog geen structuurvisie vastgesteld als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet ruimtelijke ordening. Volgens het overgangsrecht van deze wet wordt een structuurplan als bedoeld in artikel 7 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gelijkgesteld met een structuurvisie zoals bedoeld in artikel 2.1 van de nieuwe wet. De gemeente heeft geen eigen structuurplan maar voor de gemeente geldt wel een regionaal structuurplan van het Stadsgewest Haaglanden 2020 zoals verwoord in Visie Greenport Westland 2020 De Visie Greenport Westland 2020 schetst het ruimtelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen op hoofdlijnen in de gemeente en daarbuiten in woord en beeld. Daarmee geeft de visie ook andere partijen inzicht in de ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente Westland. De ruimtelijke component en hoe om te gaan met de glastuinbouwclusters (inclusief de niet ruimtelijke component) staan in de visie voorop. Naast een ruimtelijke vertaling op hoofdlijnen biedt het ook de onderlinge afstemming van de ambities van de gemeente op de gebieden water en groen, verkeer en vervoer, wonen, de glastuinbouwcluster, maatschappelijke en economische voorzieningen. De visie bevat tevens richtinggevende uitspraken over de rol van de gemeente ten aanzien van de glastuinbouwclusters en de andere ruimtebehoevende functies. De primaire productie in de glastuinbouwsector is een minder grote plaats gaan innemen in het Westlandse cluster. De agro-gerelateerde bedrijvigheid, voorafgaande en volgend op het primaire productieproces, zijn belangrijker geworden. Kennis, innovatie en logistiek hebben, ook gezien vanuit internationaal perspectief, nog verder aan betekenis gewonnen. Aan agro-gerelateerde bedrijvigheid is op de Westlandse bedrijventerreinen voldoende vestigingsruimte geboden. Bedrijventerrein Wateringen biedt eveneens die ruimte. Het plangebied van het bestemmingsplan wordt in de Visie Greenport Westland aangeduid als zijnde bestaand bedrijventerrein. Ten oosten wordt het plangebied begrensd door het in de visie opgenomen project Zwethzone. Binnen het plangebied zelf vinden geen grootschalige ontwikkelingen plaats die betrekking hebben op de Visie Greenport Westland. Evaluatie Visie Greenport Westland 2020 De Raad heeft op 14 december 2010 de evaluatie van de Visie Greenport Westland 2020 vastgesteld. Deze evaluatie verwoordt het raadsstandpunt over de (tussen-)resultaten van de visie over, in het bijzonder, de periode tot met voorstellen per onderdeel over 'hoe nu verder?'. Het doel van de evaluatie is om aan de hand van een analyse duidelijkheid te geven of de strategische keuzes uit 2005 nog steeds de juiste zijn en of aanpassing wenselijk is. De evaluatie bepaalt de koers voor de in ontwikkeling zijnde gemeentelijke structuurvisie en zal hét vertrekpunt zijn van de gemeente Westland in reactie op plannen van derden. Voor bedrijventerreinen wordt in de evaluatie aangegeven dat eerst de nog te ontwikkelen bedrijventerreinen "Honderdland fase 2" en "TPW Mars" in de periode worden gerealiseerd, alvorens een nadere afweging te maken over mogelijk extra ruimte. Om zo effectief mogelijk met de beschikbare ruimte om te gaan zal overleg opgestart worden om de herstructurering van enkele verouderde bedrijventerreinen, waaronder recent De Woerd, een impuls te geven. De ruimtewinst die met herstructurering en meervoudig ruimtegebruik op bedrijventerreinen in onze gemeente geboekt kan worden is overigens gering. De evaluatie doet geen specifieke uitspraken over het bedrijventerrein Wateringen, maar doet wel uitspraken over gelijksoortige bedrijventerreinen. 11

12 Bedrijventerreinenvisie Westland De Bedrijvenvisie Westland (2008) vormt - via het gemeentelijke Actieprogramma Economische Zaken - een uitwerking van de Visie Greenport Westland en is gericht op: het anticiperen op actuele en toekomstige marktontwikkelingen om voldoende ruimte te behouden voor groei van bedrijvigheid (inspelen op de vraag van bedrijven, kantoren en detailhandel); het zijn van een toetsingskader voor de actualisering van bestemmingsplannen en de ruimtelijke onderbouwing van andere ruimtelijke besluiten; het verschaffen van duidelijkheid over parkmanagement op bedrijventerreinen. De visie onderscheidt agro-logistieke, lokale en regionale bedrijventerreinen. De bedrijventerreinen "Zwethove", "Westlands Bedrijven Centrum" en "Wateringen Zuid" vormen lokale bedrijventerrein. Het bedrijventerrein "Wateringse Veld" vormt een regionaal bedrijventerrein. Als toetsingskader geeft de visie aan hoe moet worden omgegaan met milieuhinderlijke bedrijvigheid en met andere bijzondere functies op bedrijventerreinen. De visie onderstreept het grote economische belang van bedrijventerreinen, niet op de laatste plaats omdat een groot deel van die bedrijven is verbonden met de primaire glastuinbouw. Om die reden is agrogerelateerde bedrijvigheid op bedrijventerreinen een belangrijke schakel voor de glastuinbouweconomie in de gemeente Westland. Over het algemeen wil de gemeente de bedrijventerreinen revitaliseren om verrommeling tegen te gaan en de ruimtelijke kwaliteit te stimuleren. Een viertal verouderde bedrijventerreinen wordt zelfs geherstructureerd. Nota publieksfuncties op bedrijventerreinen Als nadere uitwerking van de Bedrijventerreinenvisie Westland hebben burgemeester en wethouders de Nota publieksfuncties op bedrijventerreinen vastgesteld om maatwerk te kunnen bieden voor publieksfuncties op lokale bedrijventerreinen. In deze nota is aangegeven wat wel en niet is toegestaan op lokale bedrijventerreinen. Wonen, detailhandel, horeca, leisure en care-functies zijn uitgesloten in bestemmingsplannen die betrekking hebben op bedrijventerreinen. Bij leisure kan worden gedacht aan fitness, kookstudio's en hobbyfuncties. Care-functies zijn onder andere kinderopvang, ouderenzorg, gehandicaptenopvang en huisartsen- en fysiotherapie-collectieven. In hoofdzaak zijn op bedrijventerreinen bedrijfsmatige en industriële functies toegestaan. Genoemd worden het vervaardigen, bewerken, installeren en inzamelen van goederen. Ook verhandelen van goederen wordt genoemd, waarbij detailhandel (verkoop aan een eindconsument) is uitgesloten. In de loop der tijd zijn daarop uitzonderingen gemaakt voor specifieke vormen van detailhandel, zoals verkoop van brand- en explosiegevaarlijke stoffen. De verkoop van de zogenoemde ABC-goederen (Auto s, Boten en Caravans) is alleen toegestaan met een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid. Ook bouwmarkten zijn met een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid mogelijk, conform de provinciale regelgeving. Tegelijkertijd is vestiging van woonwinkels aan strenge regionale regels van Haaglanden gebonden. Een andere functie die in beperkte mate is toegestaan zijn zelfstandige kantoren. Onzelfstandige kantoren, die ten dienste staan van een bedrijf blijven mogelijk. Elk bedrijf kan ruimte nodig hebben voor een administratie- en verkoopafdeling, waarbij de oppervlakte maximaal m² bedraagt. Zelfstandige kantoren kunnen in bestemmingsplannen door middel van een afwijkingsprocedure mogelijk worden gemaakt tot 500 m² per gebouw. Hierbij kan worden gedacht aan accountants en architecten. De kantoren mogen echter geen baliefunctie hebben (zoals makelaars en uitzend- of reisbureaus) en moeten ingepast (kunnen) worden op het bedrijventerrein. Inpassing is mogelijk bij de entree, of op de eerste verdieping van bestaande panden. Daarnaast moet voldaan worden aan de parkeernorm, die voor kantoren hoger is dan voor bedrijven. Binnen het plangebied bevinden zich diverse functies die in strijd zijn met deze nota. Voor deze gevallen zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij vigerende regelgeving. Integrale benadering milieuzonering bestemmingsplan bedrijventerreinen Voor het bestemmingsplan Teylingen heeft de gemeenteraad een beleidslijn vastgesteld op welke wijze omgegaan wordt met de milieuzonering op bestaande bedrijventerreinen. Deze benadering is ook toegepast 12

13 op het bedrijventerrein Wateringen. Voor de invulling van deze benadering wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van deze toelichting. Kantorenvisie Westland Op 27 november 2007 heeft de gemeenteraad de kantorenvisie Westland vastgesteld. De kantorenvisie richt zich op zelfstandige kantoren, dat wil zeggen: panden die uitsluitend kantoren huisvesten. Hierin wordt aangegeven dat het toestaan van zelfstandige kantoren op verspreide locaties in het buitengebied en bedrijventerreinen niet past binnen het ruimtelijk beleid en niet bijdraagt aan de vorming van een kantorensector. Vier locaties zijn kansrijk voor kantoorontwikkelingen, namelijk de Tiendweg met in het verlengde Flora Holland, Centrum Naaldwijk, ABC Westland en Knooppunt Westerlee. Kantoren met een publieksfunctie horen thuis in dorpskernen of de schil daaromheen. Bij de actualisatie van de bestemmingsplannen voor de bedrijventerreinen is gebleken dat zich hier veel kleine kantoorgebruikers gevestigd hebben. Dit terwijl de geldende bestemmingsplannen ze niet of slechts in beperkte mate toelaten. Omdat er een grote vraag vanuit de markt is en kleine zelfstandige kantoren de naastgelegen bedrijven over het algemeen niet in de weg zitten, is ervoor gekozen de vraag naar kleine kantoren op bedrijventerreinen niet tegen te houden, maar te reguleren. De op de bedrijventerreinen aanwezige kleine zelfstandige kantoren worden in beginsel positief bestemd. Hierop wordt echter een tweetal uitzonderingen gemaakt. De eerste betreft de situatie dat kantoren (potentieel) belemmerend (kunnen) zijn voor een naastgelegen bedrijf met een hoge milieucategorie (3.2 en hoger). In deze situaties wordt gekozen voor de milieuhinderlijke functie. De tweede uitzondering betreft kantoren met een baliefunctie. Baliefuncties horen in de centrumkern. Voor nieuwe zelfstandige kantoren is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor kantoren op zichtlocaties of op de eerste verdieping tot een oppervlakte van maximaal 500 m². Westland Water nu en Later Het Waterplan van de gemeente Westland heeft als ambitie een duurzaam en veerkrachtig watersysteem met belevingswaarde. Burgers en bedrijven moeten veilig en plezierig kunnen wonen, werken en recreëren met water in hun nabijheid. In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is vastgelegd dat gemeenten met dreigende wateroverlast samen met waterschappen een waterplan moeten opstellen. Een belangrijke pijler van het kwantitatieve waterbeleid voor de 21ste eeuw is het principe: vasthouden, bergen en afvoeren. De gemeente Westland werkt aan dergelijke waterplannen in samenwerking met diverse waterbeheerders binnen het gemeentelijke grondgebied. Westland, Glashart voor het milieu; milieubeleidsplan Deze nota bevat het milieubeleid voor de Gemeente Westland voor een periode van vijf jaar. Deze nota is een gebiedsgericht beleidsplan, welke vooral gericht is op gebieden waar ontwikkelingen plaatsvinden. De overkoepelende doelstelling van het beleidsplan is: Het verbeteren van de leefbaarheid op korte termijn en het leveren van een bijdrage aan de duurzaamheid van de gemeente op langer termijn, waarbij aansluiting bij actuele en toekomstige ontwikkelingen kansen biedt om eventueel bestaande knelpunten en toekomstige te voorkomen. In dit gebiedsgerichte beleidsplan wordt onderscheidt gemaakt tussen verschillende gebiedstyperingen namelijk: centrumgebied, bedrijventerrein, glastuinbouw, woongebied, villawijk, recreatief groen en natuurgebied. Voor deze gebiedstypen zijn in het beleidsplan per gebiedstype verschillende ambities en maatregelen opgenomen, welke het uitgangspunt vormen voor het op diversen terreinen nog te formuleren milieubeleid. Tevens worden deze ambities en maatregelen ingebracht in ruimtelijke planprocessen. Het plangebied wordt in het milieubeleidsplan aangeduid als gebiedstype bedrijventerrein. Binnen dit gebiedstype zijn ambities en maatregelen geformuleerd welke ruimtelijk relevant zijn voor het plangebied, namelijk: minimaal 15-20% van het plangebied moet onverhard zijn; hoofdfuncties in het plangebied worden aangeduid als werken, grootschalige en perifere detailhandel, agro-gerelateerde bedrijvigheid, productie en distributie; het groenareaal moet worden vergroot en worden gekoppeld aan wegen- en waterstructuren; het plangebied moet goed bereikbaar zijn voor auto- en vrachtverkeer, alsmede voor openbaar vervoer; parkeren dient zoveel mogelijk plaats te vinden op eigen terrein; de milieucategorie op het bedrijventerrein mag maximaal 3-4 bedragen. 13

14 Bovengenoemde ambities en maatregelen zijn van toepassing op locaties binnen het bestemmingsplan waar nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden, dan wel mogelijk worden gemaakt. Westlands Verkeers- en Vervoersplan (WVVP) In de ontwikkelingsvisie Visie Greenport Westland 2020 zijn de beleidslijnen voor de langere termijn aangegeven voor de gehele gemeente. Met de relevante onderdelen van deze visie is het vervoersplan als sectorale nota vastgesteld. Met dit beleidsmiddel wordt aangegeven welke richtingen de gemeente Westland de komende jaren opgaat en wordt het beleid van de oude gemeenten geharmoniseerd. Het WVVP dient meerdere doelen namelijk een invulling geven van de wettelijke plicht om een kenbaar verkeersbeleid te hebben, het uitwerken van de in de Greenport gestelde kaders en het schetsen van kaders voor de toekomst op het gebied van verkeer en vervoer. Route gevaarlijke stoffen Uitgangspunt van het beleid is om de bebouwde kom zoveel mogelijk te mijden bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. De gemeente moet voor zogenaamde route plichtige stoffen, wegen aanwijzen waarover deze stoffen moeten worden vervoerd. Voor dat vervoer zijn de overige wegen dan uitsluitend bij ontheffing toegestaan. Zo dragen gemeenten bij aan het veilig vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. Binnen het plangebied van het bestemmingsplan bevindt zich een route gevaarlijke stoffen op de Wippolderlaan. Parkeren Voor nieuwe situatie wordt vanuit het WVVP de volgende parkeernorm gehanteerd: kantoor met baliefunctie 3,3 pp per 100 m² bvo, van deze norm is 20% bedoeld voor bezoekers; kantoor zonder baliefunctie 2,0 pp per 100 m² bvo, van deze norm is 5% bedoeld voor bezoekers; arbeidsextensieve/bezoekersextensieve bedrijven (loods, opslag, groothandel, transportbedrijf etc.) 0,9 pp per 100 m² bvo, van deze norm is 5% bedoeld voor bezoekers; arbeidsintensieve/bezoekersextensieve bedrijven (industrie, garagebedrijf, laboratorium, werkplaats, etc.) 2,8 pp per 100 m² bvo, van deze norm is 5% bedoeld voor bezoekers; bedrijfsverzamelgebouw 1,7 pp per 100 m² bvo, van deze norm is 10% bedoeld voor bezoekers; grootschalige detailhandel 2,7 pp per 100 m² bvo, van deze norm is 85% bedoeld voor bezoekers; showroom 1,8 pp per 100 m² bvo, van deze norm is 35 % bedoeld voor bezoekers; café/bar/cafetaria 7 pp per 100 m², van de norm is 90% bedoeld voor bezoekers; restaurant 14 pp per 100 m², van de norm is 80% bedoeld voor bezoekers; hotel 1,5 pp per kamer Regionaal beleid De gemeente maakt deel uit van een plusregio als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen. In het bestemmingsplan is dan ook afstemming met het volgende regionale beleid tot uitdrukking gekomen. Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 Het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 heeft als ambitie dat de regio Haaglanden zich verder ontwikkelt als een regio van internationale allure, een regio die een duurzame kwaliteit van leven biedt door middel van een veilige, schone en aantrekkelijke woon- en leefomgeving en een sterke structuur. Met de verdere versterking van de kennisintensiteit van de economie van Haaglanden levert de regio een stevige bijdrage aan de realisatie van de in Europa afgesproken Lissabon-doelstelling, dat streeft naar de versterking van de innovatiekracht van de Europese economie. Het plangebied wordt aangewezen als een gebied voor betere benutting van bestaande bedrijventerreinen. Herstructurering en beter gebruik van bestaande bedrijventerreinen heeft een hoge prioriteit. Het streven is erop gericht om na 2020 de vraag naar ruimte voor werken op de bestaande terreinen en in het bestaand stedelijk gebied op te kunnen vangen. Daar is een innovatief gebruik van de ruimte voor nodig. Herstructurering en intensiever gebruik van verouderde terreinen, dubbel grondgebruik, functiemenging en het ontwikkelen van milieumaatregelen die hinder van bedrijven verminderen, zijn hierbij belangrijke aangrijpingspunten. Bedrijven en kantorenlocaties moeten niet zonder meer worden getransformeerd naar woongebieden, maar moeten waar mogelijk worden behouden en gemoderniseerd. 14

15 Regionale Kantorenstrategie Haaglanden De Regionale Kantorenstrategie Haaglanden gaat in op de segmentering en programmering van kantorenlocaties in Haaglanden. Deze kantorenstrategie vormt de basis voor het regionale beleid ten aanzien van de (her)ontwikkeling van kantorenlocaties tot aan 2020 en geeft mede invulling aan het RSP. Het RSP komt tot de conclusie dat het geplande aanbod van kantoren, de behoefte tot 2010 overstijgt. Ten aanzien van geplande ontwikkelingen na 2005 wordt gesteld dat de realisatie hiervan moet worden afgewogen ten opzichte van bewegingen in de bestaande voorraad kantoren. Er is voldoende aanbod van gemengde bedrijvenzones waardoor blijvend ruimte kan worden geboden aan een diversiteit van bedrijven. Tevens zijn er voldoende mogelijkheden voor vermenging van verschillende werkfuncties Provinciaal beleid In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende beleid van de provincie Zuid-Holland tot uitdrukking gekomen. Structuurvisie Visie op Zuid-Holland Algemeen Doel van de structuurvisie is de versterking van de samenhang, de herkenbaarheid en de diversiteit in de provincie Zuid-Holland. De Provinciale Structuurvisie geeft een doorkijk naar 2040 en de visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie. Er staat in hoe de provincie samen met haar partners wil omgaan met de beschikbare ruimte. In de Uitvoeringsagenda is aangegeven hoe de provincie en de verschillende partners de structuurvisie gaan uitvoeren. De structuurvisie vervangt het interim beleid voor de provinciale ruimtelijke ordening dat voor het plangebied was gebaseerd op de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020 (2004), het streekplan Zuid- Holland-West (2003) en alle herzieningen en uitwerkingen daarvan, en de Nota Regels voor Ruimte (2006). De provincie onderscheidt in de structuurvisie de volgende vijf hoofdopgaven: 1. aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel; 2. duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie; 3. divers en samenhangend stedelijk netwerk; 4. vitaal, divers en aantrekkelijk landschap; 5. stad en land verbonden. De ambities zijn vertaald in een beeld van het ruimtegebruik in 2020, bestaande uit een functiekaart en een kwaliteitskaart. De functiekaart is vergelijkbaar met een streekplankaart. Deze kaart geeft aan wat waar mogelijk is, met locaties en begrenzingen. De kwaliteitskaart geeft aan welke kwaliteiten waar aanwezig zijn of moeten komen. Bij ontwikkelingen in een gebied zijn deze kwaliteiten belangrijk. Het doel van de structuurvisie draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en aan een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkelingen en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil de provincie bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten. Bebouwingscontouren De provincie kiest ervoor om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren. Hiermee worden investeringen in de gebouwde omgeving gebundeld, waardoor de kwaliteit van het bebouwde gebied behouden blijft en versterkt wordt. Het plangebied van het bestemmingsplan ligt binnen de bebouwingscontouren. Bedrijventerreinen Op de functiekaart van de structuurvisie wordt het bedrijventerrein Wateringen aangeduid als Bedrijventerrein (zie onderstaande afbeelding). Meer concreet voor bedrijventerreinen geldt dat de beschikbaarheid van een op de vraag afgestemd areaal bedrijventerreinen een belangrijke randvoorwaarde is voor een aantrekkelijk en concurrerend vestigingsmilieu. Deze afstemming tussen vraag en aanbod vindt plaats door herstructurering en intensivering van bestaande en reeds geplande bedrijventerreinen. Behoud van (binnenstedelijke) bedrijvigheid 15

16 staat voorop, al dan niet gelegen op bedrijventerreinen. Eventuele functiewijzigingen in het kader van herstructurering, bijvoorbeeld om de milieu hygiënische omgevingskwaliteit te verbeteren, moeten dan ook goed gemotiveerd zijn. Wat betreft het aspect milieuhinder is het beleid gericht op het uitgangspunt voor bestemmingsplannen dat voor bedrijven de hoogst mogelijke bedrijfscategorie mogelijk moet zijn. Veel van de huidige grootschalige detailhandel is gevestigd op bedrijventerreinen. Vanuit het beleid om dit areaal juist voor reguliere bedrijven te behouden, wordt door de provincie de uitbreiding van de perifere detailhandel op die locaties terughoudend benaderd. Figuur 3 - uitsnede functiekaart Provinciale Verordening Ruimte Algemeen De Provinciale Verordening Ruimte (PVR) is op 2 juli 2010 door provinciale staten van de provincie Zuid- Holland vastgesteld. De verordening stelt regels aan gemeentelijke bestemmingsplannen. In de PVR zijn regels gesteld over bebouwingscontouren, agrarische bedrijven, kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel, waterkeringen, milieuzoneringen, lucht- en helihavens, molen- en landgoed-biotopen. Toets aan regels PVR Het plangebied ligt geheel binnen de bebouwingscontouren zoals gegeven op kaart 1 van de PVR. De regels voor het gebied buiten die bebouwingscontouren zijn dan ook niet van toepassing op het bestemmingsplan. Volgens kaart 3 bevindt zich in of naast het plangebied geen ecologische hoofdstructuur zodat met het gestelde in artikel 5, het bestemmen en beschermen van aanwezige of aangrenzende natuurlijke waarden, geen rekening gehouden hoeft te worden. De regels van artikel 7 voor nieuwe kantoren zijn niet van toepassing omdat het bestemmingsplan geen nieuwe (zelfstandige) kantoren toelaat. Volgens kaart 6 vormt het bedrijventerrein Wateringen een bedrijventerrein in de zin van artikel 8. Volgens deze bepaling is het niet toegestaan om op het bedrijventerrein nieuwe (bedrijfs)woningen mogelijk te maken. In het bestemmingsplan worden geen bedrijfswoningen toegestaan. De burgerwoningen op het bedrijventerrein worden - gelet op de historische groei - toegelaten, maar de bouw van nieuwe bedrijfswoningen wordt uitgesloten. Verder is bepaald dat de bedrijven uit de hoogst mogelijke milieucategorie volgens de Staat van bedrijfsactiviteiten volgens het bestemmingsplan moeten passen bij de omgeving van het bedrijventerrein, waarvoor een motivering in de toelichting van het bestemmingsplan moet worden opgenomen. Dit is in dit bestemmingsplan gebeurd. Volgens artikel 9 mag een bestemmingsplan geen detailhandel toestaan buiten de bestaande winkelconcentraties in de centra van steden, dorpen en wijken of nieuwe wijkgebonden winkelcentra. Eén van de uitzonderingen hierop vormt een perifere detailhandel mits op een opvanglocatie voor perifere detailhandel als aangegeven op kaart 7. Het plangebied betreft of omvat niet zo een opvanglocatie. In het plangebied komt detailhandel in volumineuze goederen voor. Deze functie is niet als zodanig bestemd maar is opgenomen in de bestemming voor het bedrijventerrein met een specifieke aanduiding en voor deze functie geldt een wijzigingsbevoegdheid om het gebruik van de gronden terug te kunnen brengen naar het gebruik volgens de normale bedrijfsbestemming. 16

17 2.1.4 Rijksbeleid In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende beleid van het Rijk tot uitdrukking gekomen. Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid Op 1 juli 2008 hadden de volgende planologische kernbeslissingen (Nationaal Ruimtelijk Beleid) volgens het overgangsrecht van de Wet ruimtelijke ordening de status van structuurvisie: Ruimte, Nota Mobiliteit, Ruimte voor de rivier, Project Mainport-ontwikkeling Rotterdam, Hoge Snelheidslijn Zuid, Betuweroute, Tweede Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (inclusief partiële herzieningen BritNed-kabel, Randstad-380kVverbinding en Near Shore Windpark), Structuurschema Buisleidingen, Derde Nota Waddenzee en het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen. Omdat nieuwe structuurvisies moeten ingaan op de wijze waarop het daarin vervatte beleid moet worden verwezenlijkt en omdat genoemde p.k.b. s zo een doorkijk niet bevatten, heeft de minister van VROM voor dat nationaal ruimtelijk beleid een zogeheten Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid opgesteld dat op 6 juni 2008 aan de Tweede Kamer is aangeboden. Van belang voor het bedrijventerrein "Wateringen" is hetgeen is gesteld in onderdeel 5 van het nationaal ruimtelijk belang onder de noemer behoud en versterking op lange termijn van de tuinbouwfunctie in de vijf Greenports. De Nederlandse tuinbouwsector is een speler van wereldformaat. Bij dit Nationale Ruimtelijke Belang hecht het Rijk eraan dat de tuinbouwfunctie in vijf zogenoemde greenports behouden blijft en versterkt wordt. De Nota Ruimte benoemt de mainports en greenports als onderdeel van de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur en legt het initiatief om het beleid op de greenports en herstructurering van bestaande terreinen beleidsmatig uit te werken en ruimtelijk te verankeren, bij de provincies. Een belangrijk instrument hierbij is de gemeenschappelijke agenda van overheden en bedrijfsleven in het Manifest Greenports Nederland en de uitwerking daarvan in de Bestuurlijke Uitvoeringsafspraken Greenport(s) Nederland uit De investeringen in de locaties voor glastuinbouw en overige tuinbouw zijn gericht op behoud en versterking van de economische functie van de tuinbouw en gelijktijdige versterking van andere gebiedsfuncties zoals water, wonen, recreatie, landschap en natuur. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte & AMvB ruimtelijke ordening Nederland: concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Daarmee streeft het Rijk naar een aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Een actualisatie van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid is daarvoor nodig. De verschillende beleidsnota's op het gebied van ruimte en mobiliteit zijn gedateerd door nieuwe politieke accenten en veranderende omstandigheden zoals de economische crisis, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen onder andere omdat groei, stagnatie en krimp gelijktijdig plaatsvinden. De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. Doelen In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028): 1. het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijkeconomische structuur van Nederland (o.a. Mainports, Brainports en Greenports); 2. het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; 3. het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Het Westland is op de kaart van de nationale ruimtelijke hoofdstructuur aangewezen als Greenport, zoals opgenomen in Figuur 2. 17

18 Figuur 2 - uitsnede kaart nationale ruimtelijke hoofdstructuur De Nederlandse open economie raakt steeds meer verweven met die van sterke concurrenten als Duitsland, China en India. De kansen in het internationale speelveld liggen vooral bij de zogenoemde topsectoren: logistiek, water, hightech, creatieve industrie, energie, chemie en voedsel en tuinbouw. Veel van die sectoren zijn geconcentreerd in de stedelijke regio's rond de Mainports, Brainport en Greenports. De ambitie is dat Nederland in 2040 behoort tot de top 10 concurrerende landen van de wereld door een goede ruimtelijk economische structuur voor een excellent vestigingsklimaat voor bedrijven en kenniswerkers. Dit betekent onder andere een optimale internationale bereikbaarheid van stedelijke regio's in 2040 en uitstekende (logistieke) verbindingen van de Mainports Rotterdam en Schiphol, de Brainport Zuidoost Nederland en de Greenports met Europa en de rest van de wereld. De meeste topsectoren concentreren zich in stedelijke regio's en dan vooral in de stedelijke regio's rond de Mainports, Brainport en Greenports. Vanwege deze concentratie en de nationale baten die daarmee gemoeid zijn, wil het Rijk in deze regio's extra inzetten op versterking van de concurrentiekracht. Hiervoor wordt een gebiedsgerichte, programmatische urgentieaanpak ingezet waarin afspraken over de versterking van de ruimtelijk-economische structuur in brede zin worden gemaakt met de decentrale overheden. Nationale belangen De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vertaald in de AMvB ruimtelijke ordening. De AMvB omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. Het gaat om kaders voor onder meer het bundelen van verstedelijking, de bufferzones, nationale landschappen, de Ecologische Hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen, mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee. Met de AMvB Ruimte maakt het Rijk proactief duidelijk waar provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen. Uit de regels en kaarten behorende bij de ontwerp AMvB kan worden afgeleid welke aspecten relevant zijn voor het ruimtelijke besluit. Voor het plangebied zijn de volgende bepalingen relevant: 1. een excellent en internationaal bereikbaar vestigingsklimaat in de stedelijke regio s met een concentratie van topsectoren. In dit kader blijft het Rijk gebiedsgerichte afspraken maken met de stedelijke regio s (zoals Rotterdam) over de programmering van verstedelijking (woningbouw), zowel kwantitatief als kwalitatief; 2. ruimte voor het hoofdnetwerk voor duurzame energievoorziening en de energietransitie; 3. ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen Conclusie Het plangebied wordt beschouwd als bestaand stedelijk gebied en het bedrijventerrein is ook als zodanig aangewezen. Revitalisering en herstructurering van bestaande bedrijventerreinen zijn belangrijke speerpunten. Bij ontwikkelingen binnen het plangebied zijn intensief ruimtegebruik, duurzaamheid en segmentering belangrijke uitgangspunten. Voor segmentering geldt enerzijds waar mogelijk streven naar een zo hoog mogelijke milieuhindercategorie, anderzijds aandacht voor omgevingskwaliteit en landschappelijke inpassing. 18

19 2.2 Ruimtelijk-functionele structuur Inventarisatie van functies Binnen het plangebied vielen tijdens de inventarisatie de volgende (groepen van) functies te onderkennen. Bedrijven In het plangebied bevinden zich bedrijven die vallen binnen de milieucategorieën 1 tot en met 4.2. Het is een verscheidenheid van onder andere kleinschalige bedrijven met een lokaal karakter en grote bedrijven met een regionaal karakter. Voor dit soort bedrijven, gecategoriseerd naar SBI-code en VNG-milieucategorie, wordt verwezen naar de bijbehorende Staat van bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in Bijlage 1 van de bestemmingsregels. Naast de genoemde bedrijven is binnen het plangebied tevens een hoogspanningsstation van Tennet aanwezig. Deze is gelegen aan de Laan van Wateringseveld. Kantoren Binnen het bestemmingsplan zijn de volgende zelfstandige kantoorfuncties aanwezig, welke sommige met een functieaanduiding op de kaart binnen de bedrijfsbestemming worden bestemd. Het criterium voor het opnemen van bestaande zelfstandige kantoren is als volgt: 1. het betreft geen kantoor met baliefunctie (dienstverlening); 2. ligt niet in een gebied waarbinnen de vestiging van bedrijven met een maximale milieucategorie van 3.2 is toegestaan; 3. de maximale op te nemen oppervlakte bedraagt 500 m 2. Aan de De Lierseweg bevinden zich: "Groenflex Uitzendburo gelegen aan de De Lierseweg 15. Aan de Linnewever bevinden zich: tekenbureau BB IDAS. gelegen aan de Linnewever 4; administratiekantoor Jordans, gelegen aan de Linnewever 34. Aan de Monsterseweg bevinden zich: reisbureau Dolfijn vakanties, gelegen aan de Monsterseweg 10; ICT bedrijf "@i-net Technology Consultancy B.V.", gelegen aan de Monsterseweg 36; ICT bedrijf "RoosMultimania BV", gelegen aan de Monsterseweg 31. Aan de Naaldwijkseweg bevinden zich: Dailyflex personeelsdiensten, gelegen aan de Naaldwijkseweg 14; BK Dienstverlening, gelegen aan de Naaldwijkseweg 24; "ETC Marketing & Communicatie", gelegen aan de Naaldwijkseweg 35; administratiekantoor AVZ, gelegen aan de Naaldwijkseweg 42. Aan de s-gravenzandseweg bevinden zich: Nouta Incasso & Advies, gelegen aan de s-gravenzandseweg 4; fotograaf Arjan Boerlage, gelegen aan de s-gravenzandseweg 59; IT-bedrijf "That s it", gelegen aan de s-gravenzandseweg 12; beheersmaatschappij "T. Berkman BV", gelegen aan de s-gravenzandseweg 13; fiscale dienstverlening "Assuplan", gelegen aan de s-gravenzandseweg 60a; tuinontwerpers "Kuipers", gelegen aan de s-gravenzandseweg 62b; 19

20 administratieve/fiscale dienstverlening "Van der Velde-Van der Brug" gelegen aan de s- Gravenzandseweg 62s. Aan de Stoelmatter bevinden zich: architect Veldhoven, gelegen aan de Stoelmatter 10; "Shanks Nederland B.V.", gelegen aan de Stoelmatter 41; Firstdata B.V., gelegen aan de Stoelmatter 53. Aan de Turfschipper bevinden zich: kantoor, gelegen aan de Turfschipper 16-18; Leica Geosystems, gelegen aan de Turfschipper 39; Accept Systemms, gelegen aan de Turfschipper 90; belastingadviseur G. Alblas, gelegen aan de Turfschipper 92. Aan de Molenweer bevindt zich: servicebureau "De Vries", gelegen aan de Molenweer 16. Hotel Binnen het plangebied is tevens een hotel voor tijdelijke arbeidsmigranten gevestigd. Dit hotel wordt ook bestemd als bedrijf met een functieaanduiding "(sb-ht)". hotel voor tijdelijke arbeidsmigranten, gelegen aan de Lierseweg 15. Detailhandel In het plangebied bevinden zich de volgende (volumineuze) detailhandelbedrijven: garagebedrijf en autodealer "Kalfsbeek" aan de De Lierseweg 3; keukenhandel "Superkeukens" aan de De Lierseweg 8; beddenzaak "Bonnet" aan de De Lierseweg 12; bouwmarkt Hornbach gelegen aan de s-gravenzandseweg 71; zonwering "Venvo", gelegen aan de s-gravenzandseweg 3; keukenhandel "Brugman Keukens", gelegen aan de s-gravenzandseweg 25 keukenhandel "Keuken Concurrent", gelegen aan de s-gravenzandseweg 27; steenhandel "Stone-Art House", gelegen aan de s-gravenzandseweg 38; verkooppunt voor motorbrandstoffen met LPG, gelegen aan de Wippolderlaan 1. Wonen Binnen het plangebied bevinden zich grondgebonden eengezinswoningen. Deze liggen aan het oude woonlint de Middenweg en aan de noordelijke rand van het plangebied. In het plangebied bevinden zich de volgende burgerwoningen: Middenweg 11 en 13; Molenweer 2c; Zwarteveen 10. In het plangebied bevinden zich de volgende bedrijfswoningen: Middenweg 5, 7, 9,11b,12,15 en 18; Molenweer 2a, 4, 6, 24, 26; Veenland 2, 6a, 6b, 8,

21 Sport Binnen het plangebied is de volgende sport functie aanwezig: sportschool "Fit for Free", gelegen aan de s-gravenzandseweg 33. Groenvoorzieningen In het openbare gebeid op het bedrijventerrein Wateringen bevinden zich de volgende structurele groenvoorzieningen: de groenstroken langs de Wippolderlaan en de Bovendijk; stroken met afschermende beplanting tussen het bedrijventerrein en de, in de gemeente Den Haag gelegen, aangrenzende woonwijken; groenvoorzieningen rondom de, langs de Wippolderlaan gelegen, masten van het hoogspanningstracé; een laan met bomen, gelegen langs de volledige zuidzijde van de Middenweg; de brede groenstroken gelegen langs de Naaldwijkseweg, de Monsterseweg, de Westlandseweg, de Maaslandseweg en de s-gravenzandseweg; de gronden langs de Wateringseweg tot aan de Dorpskade; taluds langs de Dorpskade; taluds en sloten langs de Lierseweg en Middenweg; groenstroken tussen de bedrijven in het gebied tussen de Wippolderlaan en de Klopperman; de watergang de Zweth, voor zover gelegen in het plangebied. Horeca In het plangebied bevinden zich de volgende horecavoorzieningen: "Kentucky Fried Chicken (KFC)" aan de Sylvian Poonsstraat 28; "Subway" aan de Sylvian Poonsstraat 28. Water In het plangebied bevinden zich de volgende watergangen in de vorm van oppervlaktewater: een watergang aan de oostzijde van de Wippolderlaan; een watergang langs het terrein van Bakersland en Caravanbedrijf Van Vliet; een watergang langs de Middenweg, parallel aan de schietbaan; een watergang aan weerszijde van de Middenweg; een watergang aan de zuidzijde van de Dorpskade; een waterloop parallel aan de Gageland; een watergang ten noorden van de Turfschipper, langs de gemeentegrens met Den Haag; de boezemwatergang Zweth, gelegen langs de oost- en zuidzijde van het Tennet-terrein; een waterpartij langs de Wateringseweg; een waterpartij in de middenberm van de Vlasser. Leidingen en verbindingen Binnen het plangebied bevinden zich ter hoogte van de Middenweg en 's-gravenzandseweg drie hoofdtransportleidingen voor aardgas, namelijk: leidingnummer W , aan de Middenweg; leidingnummer W , vanaf de Middenweg langs de Wippolderlaan; leidingnummer W , aan de Middenweg; leidingnummer A-617, vanaf de Zwethkade langs de Wippolderlaan. Voor de leidingen geldt een bebouwingsvrije zone van 5 meter, gemeten vanaf beide zijden van de leiding. Voor de aspecten op het gebied van externe veiligheid wordt verwezen naar 3.8 deze toelichting. 21

22 2.2.2 Inventarisatie van waarden Waterkeringen In het plangebied zijn de volgende primaire waterkeringen aanwezig waarop de Keur van het Hoogheemraadschap van Delfland van toepassing is: de Middenweg als een polderkade bestaande uit veen; de Dorpskade als een polderkade bestaande uit veen; de Zwethkade als een boezemkade bestaande uit veen; de Bovendijk als polderkade. Natuurlijke en landschappelijke waarden Binnen het plangebied van het bestemmingsplan bevinden zich geen natuurlijke of landschappelijke waarden. Archeologische waarden Volgens de cultuurhistorische kaart van de provincie bestaat voor het hele plangebied een lage kans op archeologische sporen in de grond. Gebleken is dat er geen archeologische vindplaatsen zijn gemeld en dat de trefkansen daarvoor laag zijn. Van archeologische waarden in het plangebied is dan ook geen sprake. Andere cultuurhistorische waarden Binnen het plangebied bevindt zich een waardevol gebied als molenbiotoop welke betrekking heeft op de Schaapweimolen, gelegen in de gemeente Rijswijk. 2.3 Gebiedsvisie Algemeen De planvisie voor dit bestemmingsplan is primair gebaseerd op de "Bedrijventerreinenvisie Westland". Het bedrijventerrein "Wateringen" - dat in genoemde visie is genoemd als een bedrijventerrein groter dan 5 hectaren - vormt qua typologie een modern gemengd terrein waarmee een bedrijventerrein, waarvan de ruimtelijke kwaliteit als regulier bestempeld wordt, bedoeld wordt voor gemiddelde bedrijfsruimtegebruikers. In deze groep is de interesse voor de stedenbouwkundige vormgeving van het terrein en de architectuur van bedrijfspand vooral functioneel. Voorts is het kenmerk van dit type bedrijventerrein dat dit goed is ontsloten en de marktoriëntatie regionaal/lokaal is. Doorgaans vormt 10-30% van het totale bedrijfsvloeroppervlak op dit type terreinen een onzelfstandig kantoor. In de visie wordt het belang van (bestaande) bedrijventerreinen voor de economie in de gemeente erkend en onderstreept. Het beleid is dan ook gericht op intensivering en modernisering van die terreinen. Innovatieve concepten, zoals een tweede maaiveld en gebouwde parkeerconcepten, worden van gemeentewege gestimuleerd. Voor dit bedrijventerrein is in de visie geen uitbreiding voorzien Typering bedrijventerrein Het bestemmingsplan bedrijventerrein Wateringen omvat ca. 95 hectare bedrijventerrein. Voorheen waren dit vijf verschillende bedrijventerreinen met ieder een eigen bestemmingsplan. Het betreft Wateringse Veld, Zwethove, Zuid (Van Vliet), Westlands Bedrijven Centrum (WBC) en Suydervelt. Bedrijventerreinen Zwethove en Wateringse Veld stammen uit de jaren `90 van de vorige eeuw. Zwethove is aangelegd voor lokale Wateringse bedrijven. Wateringse Veld is van oudsher grootschaliger en mede aangelegd voor uit te plaatsen milieuhinderlijke bedrijven uit Den Haag. Beide terreinen hebben een hoge beeldkwaliteit. Zuid is een bedrijventerrein van 8,2 hectare dat geheel gebruikt wordt door afvalverwerker Van Vliet. Suydervelt is een bedrijfsgebied aan de rand van een woonwijk. Het woon-werk gebied dat dateert uit de jaren `70 van de vorige eeuw. Het Westlands Bedrijven Centrum is niet vooraf uitgedacht, maar ontstaan door 22

23 planologische vrijstellingen. De verzameling van ondernemersinitiatieven heeft geleid tot een onoverzichtelijke opzet zowel qua ontsluiting als qua menging van functies. WBC is ontsloten over het deel Zwethove. Door de harmonisatie vallen de 5 bedrijventerreinen onder eenzelfde bestemmingsplanregime. Wel wordt onderscheid gemaakt tussen lokaal en regionaal bedrijventerrein. Bedrijventerrein "Wateringen" betreft een gemengd bedrijventerrein dat gedeeltelijk als regionaal is aan te merken. Voor het van toepassing zijnde deel van het plangebied wordt het bedrijventerrein aangeduid met de aanduiding "regionaal bedrijventerrein". Waar deze aanduiding niet is opgenomen betreft bedrijventerrein Wateringen een lokaal bedrijventerrein. Voor een illustratie van dit regionale bedrijventerrein wordt verwezen naar figuur 4. Figuur 4 - onderdeel regionaal bedrijventerrein Wateringen Het onderscheid lokaal en regionaal zit in de korrelgrootte van de bedrijvigheid. Regionale bedrijventerreinen zijn bedoeld voor industriële, grootschalige bedrijvigheid. De inrichting is gericht op vrachtwagentransport en zwaardere milieucategorieën. Kleinschalige bedrijven passen niet op regionale terreinen. Op de gedeelten waar het terrein is aangeduid als regionaal bedrijventerrein wordt ten aanzien van bedrijven gestreefd naar de vestiging van middelgrote en grote bedrijven, waarbij de oppervlakte per bedrijfsvestiging minimaal 450 m 2 dient te bedragen. Daarnaast is functiemenging ongewenst op regionale terreinen. Verkoop of de vestiging van een showroom is eveneens niet toegestaan, alsmede is een ondergeschikte showroom van 10% van het bedrijfsvloeroppervlak tot een maximum van 75 m 2 niet toegestaan op regionale terreinen. Op regionale terreinen mogen minder functiemenging en hogere milieucategorieën. Dit onderscheid wordt op de planverbeelding zichtbaar gemaakt. Tot slot is de vestiging van nieuwe zelfstandige kantoren is ter plaatse van de aanduiding regionaal bedrijventerrein niet toegestaan. Lokale bedrijventerreinen hebben deels een (ondersteunende) functie voor de aangrenzende dorpskern(en). Dit betreft bijvoorbeeld de vestiging van loodgieters en schilders. Anderzijds betreft dit publieksfuncties zoals bouwmarkten en autodealers. Ter plaatse van de lokale verschijningsvorm is door middel van een afwijkingsprocedure vestiging van volumineuze detailhandel toegestaan. Op lokale terreinen zijn verder onder voorwaarden door middel van een afwijkingsmogelijkheid zelfstandige kantoren toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 500 m 2 per gebouw Milieuhinderlijke bedrijvigheid Volgens de visie wordt op een lokaal bedrijventerrein, zoals in dit bestemmingsplan is vervat, geen ruimte geboden aan milieuhinderlijke bedrijvigheid (milieucategorieën 5 en 6). De milieuhinderlijke bedrijven die op het terrein aanwezig zijn krijgen geen uitbreidingsmogelijkheden. Groei van deze bedrijven is slechts mogelijk door intensivering van het ruimtegebruik op hun eigen bedrijfskavel Niet-toegestane of ongewenste bedrijfsfuncties op een lokaal bedrijventerrein Het toetsingskader volgens de Bedrijventerreinenvisie Westland voor andere functies op bedrijventerreinen luidt als volgt: detailhandel wordt uitgesloten op bedrijventerreinen; volumineuze detailhandel is mogelijk op zichtlocaties, maar uitsluitend op lokale bedrijventerreinen. Daarnaast is volumineuze detailhandel mogelijk op locaties waar deze middels vrijstelling zijn gevestigd; 23

24 nieuwe vestigingen van bouwmarkten zijn uitgesloten tot 2015 vanwege een gebleken overaanbod in bouwmarkten; verspreide zelfstandige kantoren op bedrijventerreinen zijn niet gewenst; publiekfuncties zoals horeca en fitness zijn niet toegestaan of gewenst op bedrijventerreinen; publiekfuncties zijn uitsluitend mogelijk op lokale bedrijventerreinen indien de noodzakelijkheid is aangetoond, alternatieven zijn gezocht en de functie ingepast kan worden op een locatie waar deze geen hinder veroorzaakt voor de bedrijven; woonzorgfuncties zijn op bedrijventerreinen niet toegelaten. Binnen het plangebied van het bestemmingsplan bevinden zich functies, zoals zelfstandige kantoren en volumineuze detailhandel. Deze bestaande functies zijn specifiek op de locaties waar deze zich bevinden, positief bestemd Bedrijfswoningen op het bedrijventerrein Het realiseren van nieuwe bedrijfswoningen op het bedrijventerrein is niet gewenst. Op het bedrijventerrein bevinden zich bestaande dienstwoningen. Deze bestaande dienstwoningen worden op de specifieke locaties waar deze woningen zich bevinden bestemd. De bestemming van de bedrijfswoningen geschied middels een functieaanduiding, zodat, bij het eventueel verdwijnen van de bedrijfswoning, er bedrijfsmatige activiteiten ontplooit kunnen worden Milieuzonering Voor het gemeentelijk beleid voor milieuzonering wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van deze toelichting. 2.4 Verkeer Verkeersverbindingen algemeen In het plangebied bevinden zich uitsluitend verbindingen voor wegverkeer. Verbindingen voor waterverkeer, met inbegrip van zeevaart, en luchtverkeer behoeven geen beschrijving, omdat dit verkeer geen invloed heeft op de ruimtelijke ordening binnen het plangebied Ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer De bedrijventerreinen liggen langs de N211 (Wippolderlaan) en hebben alle de hoofdontsluiting via de Wateringseveldseweg. Het bedrijventerrein WBC is bereikbaar via Zwethove, de Lierseweg en de 's- Gravenzandseweg. Bedrijventerrein Zuid (Van Vliet) is direct ontsloten op de Wateringseveldweg. Via de Wateringseveldseweg is een directe aansluiting op de Vlasser die bedrijventerrein Wateringseveld ontsluit. Verder is er een toegangsweg via de Heulweg en de Herenstraat op de Dorpskade, in het noorden van het plangebied. De Middenweg loopt dood en zorgt slechts voor de ontsluiting van de aanliggende woningen. Alleen ten behoeve van de bedrijfsmatige caravanopslag aan de Middenweg 16 vinden bedrijf gerelateerde verkeersbewegingen plaats. De overige bedrijven hebben hun ontsluiting aan de Naaldwijkseweg. Het deel uit bestemmingsplan Suydervelt ten noord-westen van het plangebied heeft de ontsluiting via de Molenweer met een directe aansluiting op de Bovendijk. Aansluitend op de Molenweer hebben toegang de Veenland, en de Gagelland. Op de Veenland heeft de Zwartveen toegang, welke dood loopt en slechts voor de ontsluiting van de aanliggende woning zorgt Ontsluiting voor langzaam verkeer Op de Bovendijk, langs de noordzijde van het plangebied, bevindt zich een fietspad. Verder is er een fietsverbinding (tevens calamiteitenverbinding) aanwezig langs de Hornbach dat het bedrijventerrein WBC 24

25 ontsluit. De Bovendijk sluit in het noorden aan op de Munnickenkade, het vrij liggende fietspad langs de Dorpskade. Het fietspad loopt van het noorden naar het zuidoosten door het plangebied, tot bij de rotonde op het snijvlak van de Wateringseveldseweg, Vlasser en Dorpskade. Vanaf dit punt strekt het fietspad zich verder uit langs de Dorpskade, waarna het via een brug over de N211 (Wippolderlaan) verder loopt in de richting van de Zweth en de gemeente Midden-Delfland. Vanuit de omliggende woonwijken in Den Haag komen enkele verkeersverbindingen voor langzaam verkeer het plangebied binnen ter ontsluiting van de verschillende bedrijventerreinen. De verbindingen sluiten aan op de Munnickenkade, Turfschipper en Hoefsmid Ontsluiting middels openbaar vervoer Het bedrijventerrein is met het openbaar vervoer bereikbaar middels een tramverbinding. In het bestemmingsplan is een eindhalte, tevens keerlus, opgenomen voor de tram Verkeersintensiteit De verkeersintensiteit in het plangebied is voor de geprognosticeerde periode als volgt: Parkeren In het plangebied is op de volgende wijze voorzien in voldoende parkeerruimte. Het parkeren op het bedrijventerrein Wateringen dient deels plaats te vinden op eigen terrein en deels op openbaar gebied. Aan de openbare weg zijn geen parkeervoorzieningen aanwezig. Voor vrachtwagens is het niet overal toegestaan om in het openbaar gebied te parkeren. Deze straten zijn door middel van een verkeersbesluit aangegeven. 25

26 3 ONDERZOEK 3.1 Bedrijven en milieuzonering Voor de milieuzonering van bedrijven in ruimtelijke plannen geldt in het algemeen geen wettelijk kader. Wel is het in het kader van een goede ruimtelijke ordening van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies, zoals woningen: ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu wordt gegarandeerd; rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven. Met het oog hierop is in het bestemmingsplan gezorgd voor voldoende afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Met behulp van een milieuzonering is in het plangebied aangegeven welke bedrijfsactiviteiten op een locatie kunnen worden uitgeoefend. De milieuzonering is gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB). Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De milieuzonering en de gebruikte Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn gebaseerd op de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009) Bestaande bedrijfswoningen Op het bedrijventerrein "Wateringen" bevinden zich vanuit de historische groei van het bedrijventerrein enkele bedrijfswoningen op het bedrijventerrein. Voor nieuwe bedrijventerreinen wordt als uitgangspunt gehanteerd dat naast bedrijfswoningen, bedrijven uit maximaal categorie 2 toelaatbaar zijn. Omdat het in dit geval gaat om een bestaande situatie, wordt daar flexibeler mee omgegaan. Direct aangrenzend aan bedrijfswoningen, zijn bedrijven uit maximaal categorie 3.1 van de Standaard SvB toegestaan. Bedrijven uit categorie 3.2 zijn op een afstand van 30 m toegestaan. Dit betekent dat bij de milieuzonering voor bedrijfswoningen met 2 afstandsstappen wordt afgeweken van de richtafstanden uit de Standaard SvB. Het afwijken van de richtafstanden ten opzichte van bedrijfswoningen met een extra afstandsstap ten opzichte van een gemengd gebied wordt hier aanvaardbaar geacht, omdat de aanwezigheid van bedrijfswoningen binnen het plangebied in de regel een historisch gegroeide situatie betreft. Bovendien is wegbestemmen van de momenteel aanwezige bedrijfswoningen financieel niet haalbaar Bestaande burgerwoningen Op het bedrijventerrein "Wateringen" bevinden zich verspreid over het bedrijventerrein ook enkele woningen welke in het geldende bestemmingsplan al een woonbestemming hebben. De woningen welke verspreidt liggen op het bedrijventerrein worden aangeduid als zijnde gemengd gebied. Dit omdat de woningen zijn ontstaan vanuit de historische groei van het bedrijventerrein en deze woningen vanuit het verleden in gebruik zijn genomen als burgerwoningen. Om deze reden vindt de gemeente het aanvaardbaar om ook bij deze woningen 2 afstandsstappen af te wijken van de richtafstanden uit de Standaard SvB. Dit houdt in dat direct naast deze woningen bedrijven uit maximaal categorie 3.1 van de Standaard SvB zijn toegestaan. Bedrijven uit categorie 3.2 zijn op een afstand van 30 m toegestaan en bedrijven uit categorie 4.1 op een afstand van 50 m Rustige woonwijk De woningen van de kern Wateringen en de Vinexwijk Wateringseveld welke zich aan de noord en oostzijde van het plangebied bevinden zijn bij de zonering van het bedrijventerrein aangewezen als zijnde Rustige Woonwijk. Als de afstand tot een bedrijfswoning bijvoorbeeld categorie 3.2 toestaat, maar de afstand tot een rustige woonwijk slechts categorie 2 toestaat, krijgt het betreffende bedrijfsperceel dus een algemene toelaatbaarheid van categorie 2. 26

27 De Gemeente Westland kiest voor bedrijvigheid door een extra stap af te wijken van de normen die gelden voor gemengd gebied bij gevoelige functies op het bedrijventerrein zelf. Er kan echter niet zover worden gegaan dat het gunstige woon- en leefklimaat van rustige woonwijken wordt aangetast Uitwerking milieuzonering Op grond van voornoemde uitgangspunten is de milieuzonering op de planverbeelding van het bestemmingsplan uitgewerkt. Binnen de milieuzonering bevinden zich twee bedrijven welke in de bestaande situatie een hogere milieucategorie hebben dan toegestaan bij de uitwerking van de milieuzonering op de planverbeelding. Deze zijn weergegeven in onderstaande tabel. Op de milieuzonering is op de planverbeelding zoveel mogelijk afgestemd op de ligging van de bedrijfsbebouwing en de daarbij behorende kadastrale begrenzing. De maximale milieucategorie die daarbij op het bedrijventerrein mogelijk is daarbij 4.1. Bestaande bedrijfswoningen zijn op de planverbeelding vastgelegd middels een specifieke bestemming. Nieuwbouw van bedrijfswoningen is niet gewenst. Binnen het plangebied bevinden zich bedrijven welke op basis van milieuzonering een hogere milieucategorie hebben dan toegestaan. Deze bedrijven, worden in het bestemmingsplan voorzien van een milieucategorie welke lager is dan die van het huidige gebruik. Door middel van een specifieke bestemming blijft de huidige bedrijfsfunctie mogelijk. Op deze manier kan het bedrijf de activiteiten voortzetten. Afwijken van de regels De toelaatbaarheid zoals deze hierboven is beschreven, betekent niet dat de uitoefening van activiteiten uit een hogere categorie in alle gevallen onaanvaardbaar is. De Standaard SvB geeft namelijk een vrij grove indeling van de hinderlijkheid van bedrijven. De situatie bij een specifiek bedrijf kan daarvan afwijken. Vaak komt het voor dat een bedrijf als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze, minder hinder veroorzaakt dan in de Standaard SvB is verondersteld. In dat geval kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de algemene toelaatbaarheid. Op die manier kan een dergelijk bedrijf voor de desbetreffende activiteit toe worden gelaten. Dit geldt alleen voor bedrijven uit maximaal één categorie hoger dan de in het bestemmingsplan toegestane categorie. 3.2 Geluid Wettelijk kader Met de Wet geluidhinder wordt, vanuit een goed milieubeheer, een aantal specifieke geluidsgevoelige bestemmingen beschermd zoals woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen. De geluidszonering die door deze wet wordt voorgeschreven, ligt rondom bedrijventerreinen, langs wegen voor wegverkeer, langs spoor-, tram- en metrowegen en rondom of langs andere geluidsoverlast veroorzakende objecten. Aan de geluidsbelasting op de (gevels van de) geluidsgevoelige objecten worden grenzen gesteld terwille van het woon- en leefklimaat. In het algemeen is een geluidsbelasting op de gevel van een bestaande woning tot een maximum van 55 db(a) toegestaan. Op andere geluidsgevoelige objecten kan die norm anders zijn. De wet kent de aanname dat het gebruik van een autoweg waarvoor als verkeersmaatregel een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt, geen ongeoorloofde geluidsbelasting teweeg brengt. In een bestemmingsplan dat voorziet in ruimtelijke ontwikkeling, moet verantwoord zijn dat het bestemmingsplan uitvoerbaar is op grond van toelaatbare geluidhinder ten opzichte van geluidsgevoelige objecten. Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient rekening te worden gehouden met de zogeheten geluidszonering. Los van de wettelijke verplichting ingevolge het Besluit ruimtelijke ordening is het met het oog op een goede ruimtelijke ordening gewenst dat een bestemmingsplan dat geen ruimtelijke ontwikkeling mogelijk maakt, eveneens een zogenaamde geluidsparagraaf omvat. In dat onderdeel van de toelichting van het bestemmingsplan moet ingegaan worden op het door burgemeester en wethouders op grond van artikel 164 van de Wet geluidhinder vastgestelde zonebeheerplan. Dit zonebeheerplan regelt de verdeling van schaarse geluidruimte op een bedrijventerrein. Het is verder wenselijk dat wordt ingegaan op de huidige geluidskwaliteit, met name of die kwaliteit voldoet aan de (nieuwe) bestemming op die gronden. 27

28 3.2.2 Verkennend onderzoek Voor de bepaling van de geluidskwaliteit in het plangebied is geen verkennend geluidstechnisch onderzoek verricht. De Wet geluidhinder bepaalt dat indien op het tijdstip van de vaststelling van het bestemmingsplan een weg reeds aanwezig is, de hoogst toelaatbare waarden voor de geluidsbelasting niet gelden voor de in het plan opgenomen bebouwing die op dat tijdstip al aanwezig is. Omdat dit bestemmingsplan alleen betrekking heeft op bestaande woningen, is geen akoestisch onderzoek of een procedure voor de vaststelling van hogere grenswaarden vereist. Binnen de gemeente Westland is geen zonebeheerplan vastgesteld welke in het bestemmingsplan opgenomen dient te worden. 3.3 Luchtkwaliteit Wettelijk kader Sinds 15 november 2007 zijn de huidige luchtkwaliteitseisen in de Wet milieubeheer van kracht. Deze eisen zien op de kwaliteit van de lucht die wij inademen en daarmee op het voorkomen van verslechtering van die lucht als gevolg van diverse luchtverontreinigende stoffen zoals fijn stof en stikstofdioxide. Met deze wet moet rekening worden gehouden met het ontwikkelen en realiseren van ruimtelijke plannen. Het principe daarbij is dat de lucht niet boven een bepaalde grenswaarde mag verslechteren ten gevolge van die plannen, tenzij die verslechtering elders in de nabijheid - of in het plangebied - wordt gecompenseerd (de projectsaldering). De wet kent een minimum-drempel voor gevallen die niet in betekende mate bijdragen aan concentratie in de buitenlucht van bijvoorbeeld fijn stof. In de daartoe opgestelde Regeling niet in betekenende mate bijdragen (milieubeheer) wordt een aantal soorten projecten genoemd die nauwelijks van invloed zijn op de luchtkwaliteit. Volgens artikel 5.16 van de Wet milieubeheer moet in een bestemmingsplan dat geen ruimtelijke ontwikkeling mogelijk maakt, eveneens gemotiveerd worden dat met dat bestemmingsplan de grenswaarden voor luchtkwaliteit in acht zijn genomen Verkennend onderzoek Het bestemmingsplan heeft geen invloed op de luchtkwaliteit omdat dit plan geen nieuwe ontwikkelingen toelaat die de luchtkwaliteit zouden kunnen verslechteren. Het bestemmingsplan maakt - ook met het afwijken van de planregels, het stellen van nadere eisen of het wijzigen van het plan - geen activiteiten mogelijk die de luchtkwaliteit zouden kunnen verslechteren. 3.4 Externe veiligheid Wettelijk kader Externe veiligheid is een begrip in het milieurecht en gaat over het beheersen van de risico s voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer over de weg, water en spoor en door buisleidingen van gevaarlijke stoffen. Als gevaarlijke stoffen kunnen worden genoemd vuurwerk, lpg en munitie. Het beleid en de wetgeving zijn erop gericht om maatregelen te treffen om de risico s van deze risicovolle activiteiten te reguleren. Voor dit bestemmingsplan is toetsing aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen, Besluit externe veiligheid buisleidingen en de daarop gestoelde regelingen, en aan de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (2004) van belang. Deze Circulaire heeft een looptijd tot 31 juli 2012 en zal opgaan in het nieuwe Besluit transportroutes externe veiligheid en Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen. Op grond van de regels voor externe veiligheid moeten afstanden in acht worden genomen tussen risicovolle activiteiten en (beperkt) kwetsbare objecten. In de regelgeving wordt uitgegaan van een risicobenadering - en niet het volledig uitsluiten van het risico - waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. 28

29 Het plaatsgebonden risico is een rekenkundig begrip. Het risico kan op een afbeelding zichtbaar worden gemaakt door een (iso)risicocontour die de punten met een gelijk risico met elkaar verbindt. Het groepsrisico is een maat om de kans weer te geven dat een incident met dodelijke slachtoffers plaatsvindt. Het drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval in een inrichting, als bedoeld in de Wet milieubeheer, of bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico moet onderzocht - en verantwoord - worden omdat ook buiten de genoemde risicocontour van het plaatsgebonden risico nog letale effecten kunnen optreden in het invloedgebied van de risicovolle activiteit en groepen personen slachtoffer kunnen worden van een calamiteit Verkennend onderzoek Voor de aspecten van externe veiligheid is verkennend onderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek kan worden geconcludeerd onderstaande EV-relevante bronnen van invloed zijn op dit bestemmingsplan: LPG-Tankstations Binnen het plangebied en in de directe nabijheid daarvan zijn twee LPG-tankstations aanwezig. Het betreft het LPG tankstation de Shell aan de Wippolderlaan en de BP aan de Wippolderlaan 2. Het LPG tankstation Shell valt onder het besluit externe veiligheid inrichtingen en de daarbij behorende Regeling externe veiligheid inrichting (Revi). De inrichting heeft een ondergrondse LPG/tank van 20 m 3 en heeft een maximale doorzet van m 3 /jr. De inrichting betreft een categoriale inrichting volgens het Revi. In het Revi zijn afstanden opgenomen voor LPG tankstations tot kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Het LPG-tankstation Shell heeft een plaatsgebonden contour van 45 meter en een invloedsgebied van 125 meter. Voor het LPG-tankstation de BP "De Zweth" is op 14 mei 2009 een Kwantitatieve risicoanalyse uitgevoerd ten behoeve van het bestemmingsplan Zwethstrook. De inrichting heeft een ondergrondse opgestelde tank van 40 m 3 en een doorzet van maximaal m 3 /jr. Het tankstation valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen en daarmee ook onder het Revi. In de onderstaande figuur overgenomen uit de QRA wordt de omgeving en de plaatsing van de vulpunt, ondergrondsetank en afleverzuil gegeven. Het LPG-tankstation heeft een plaatsgebonden risicocontour van 110 meter en een invloedsgebied van 150 meter. Het invloedsgebied is in Figuur 5 weergegeven. Het invloedsgebied overschrijdt de plangrens van dit bestemmingsplan. Het invloedsgebied is opgenomen op de verbeelding. In Figuur 6 is het groepsrisico gegeven bij het lossen van de tankauto overdag. Het maximale aantal slachtoffers is circa 60. Bij bevoorrading s avonds blijven het aantal slachtoffers nagenoeg hetzelfde. In Figuur 7 en Figuur 8, is aangegeven dat de F/N-curve onder de oriëntatiewaarde blijft. 29

30 Figuur 5 - omgeving LPG-tankstation. Figuur 6 - groepsrisico LPG-tankstation doorzet van m 3 /jr. 30

31 Figuur 7 - groepsrisico LPG-tankstation doorzet van m 3 /jr tankauto voorzien van hittewerende coating. Voor beide tankstations geldt dat ontwikkelingen binnen de risicocontouren beperkt mogelijk zijn, mits het groepsrisico van te voren wordt bepaald. Hoofdaardgastransportleiding In het plangebied bevinden zich twee hoge druk aardgasleidingen langs de Wippolderlaan en twee hogedruk gasleidingen langs de Middenweg, deze zijn in eigendom van de Gasunie. Aan de Middenweg liggen de leidingen W (40 bar en 12,52") met een invloedsgebied van 135 meter en W (40 bar en 16") met een invloedsgebied van 170 meter. Vanaf de Zwetkade ligt een aardgasleiding langs de Wippolderlaan. Het betreft de gasleiding A-617 (79,90 bar en 12,75") met een invloedsgebied van 185 meter. Vanaf de Middenweg langs de Wippolderlaan in noordwestelijke richting loopt de gasleiding W (40 bar en 16") met een invloedsgebied van 170 meter. Voor de gastransportleiding A-617 is geldt wel een plaatsgebonden risicocontour. De plaatsgebonden risicocontour voor deze gastransportleiding bedraagt 80 meter aan weerszijde van de hartlijn van de leiding. De plaatsgebonden risicocontour bevindt zich gedeeltelijk binnen het plangebied en waar rekening gehouden moet worden. De plaatsgebonden risicocontour van 10-6 is een grenswaarde. Binnen deze contour mogen zich geen kwetsbare objecten bevinden of nieuwe kwetsbare objecten gerealiseerd worden. Voor beperkt kwetsbare objecten is de plaatsgebonden risicocontour een richtwaarde waar rekening gehouden moet worden. De plaatsgebonden risicocontour is in figuur 8 weergegeven. In de PR-contour van de hogedrukaardgasleiding bevindt zich een bedrijfsverzamelgebouw met diverse winkels, sportschool en verhuur van opslagruimten. Het betreft hier een bestaande situatie dat volgens het besluit externe veiligheid buisleidingen onder de aandacht is gebracht van de Gasunie. Dit bestemmingsplan is conserverend van aard. In het plaatsgebonden risicocontour worden geen mogelijkheden gecreëerd voor het situeren van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten. 31

32 Figuur 8 - locatie van de plaatselijke risicocontour van de hogedruk aardgasleiding A-617. Volgens de geldende regelgeving, geldt een belemmeringenstrook van 4 à 5 meter ter weerszijde van de hartlijn van de leiding. De belemmeringsstrook is op de verbeelding weergegeven. In het gebied zijn voor de hoge druk aardgasleidingen een drietal onderzoeken uitgevoerd. De onderzoeken zijn: 1. risicoberekening gastransportleiding van Kema A-617-KR-014 t/m 019 en W KR-001 t/m 004 van 10 mei 2010; 2. risicoberekening gastransportleiding van Kema A-617-KR-014 t/m 023, W KR-003 t/m 009, W KR-001 t/m en W KR-008 t/m 012 van 6 juli 2010; 3. risicoberekening gastransportleiding voor Functiewijziging gebouw De Eik van DGMR met rapportnr. M R001 van 28 september Uit de genoemde rapporten kan geconcludeerd worden dat volgens de F-N curve van de hoge druk aardgasleidingen in geen enkele situatie boven de oriëntatiewaarde komen. In de berekeningen zijn de bestaande en de nieuwe ontwikkelingen in het gebied meegenomen. Uit het rapport Risicoberekening gastransportleiding van Kema van 10 mei 2010 zijn de volgende resultaten gegeven inclusief de nieuwe ontwikkeling in het gebied: resultaten GR-berekening W KR-001 t/m 004; 32

33 Figuur 9 - worst-casesegment weergegeven in rood van W KR-001 t/m 004. Dit segment levert het hoogste groepsrisico op. Figuur 10 - FN-curve worst-casesegment W KR-001 t/m

34 resultaten GR-berekening A-617-KR-014 t/m 019; Figuur 11 worst-casesegment weergegeven in rood van A-617-KR-014 t/m 019. Dit segment levert het hoogste groepsrisico op. Figuur 12 - FN-curve worst-casesegment A-617-KR-014 t/m

35 Uit het rapport Risicoberekening gastransportleiding van Kema van 6 juli 2010 zijn de volgende resultaten gegeven inclusief de nieuwe ontwikkeling in het gebied: resultaten GR-berekening A-617-KR-014 t/m 023; Figuur 13 worst-casesegment weergegeven in rood van A-617-KR-014 t/m 023. Dit segment levert het hoogste groepsrisico op. Figuur 14 - FN-curve worst-casesegment A-617-KR-014 t/m

36 Figuur 15 - worst-casesegment weergegeven in rood van W KR-001 t/m Dit segment levert het hoogste groepsrisico op. Figuur 16 - FN-curve worst-casesegment W KR-001 t/m

37 Figuur 17 - worst-casesegment weergegeven in rood van W KR-008 t/m 012. Dit segment levert het hoogste groepsrisico op. Figuur 18 - FN-curve worst-casesegment W KR-008 t/m 012. Functiewijziging gebouw De Eik van DGMR met rapportnr. M R001 van 28 september 2011 zijn de volgende resultaten gegeven inclusief de nieuwe ontwikkeling in het gebied: 37

38 Figuur 19 - ligging van de buisleidingen en de geprojecteerde gebouwen (in geel) en kinderopvang aangegeven (groen). Figuur 20 - groepsrisico voor de autonome ontwikkeling en planontwikkeling nabij het plangebied van buisleiding W stationering

39 Figuur 21 - groepsrisico voor de autonome ontwikkeling en planontwikkeling nabij het plangebied van buisleiding W rond stationering Als er ontwikkelingen plaatsvinden in het bestemmingsplangebied binnen de groepsrisicocontour van de aardgasleidingen dan moet het huidige en toekomstige groepsrisico berekend worden. Dit aspect geldt alleen voor de ontwikkelingen in het gebied die leiden tot een hogere bevolkingsdichtheid. Indien er sprake is van een toename van het groepsrisico dan moet het groepsrisico verantwoord worden Route gevaarlijke stoffen Op basis van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (artikel 11) dienen transporteurs van gevaarlijke stoffen de kortste route te nemen en de bebouwde kommen van gemeenten te vermijden. Alleen als de bestemming in de bebouwde kom is gelegen of er geen redelijke alternatieven zijn, dan mag een vervoerder met gevaarlijke stoffen door de bebouwde kom. Een gemeente heeft de mogelijkheid om een routering vast te stellen. Het routeren is alleen noodzakelijk als de basisregels uit de Wet vervoer gevaarlijke stoffen niet leiden tot voldoende bescherming. Transporteurs van routeplichtige stoffen zijn dan verplicht deze route te volgen, tenzij ze voor het afwijken van deze route over een ontheffing beschikken. Binnen de gemeente Westland is geen routering vastgesteld. De hoofdroute binnen Westland bestaat voornamelijk uit provinciale wegen, die door de provincie reeds zijn aangewezen als route gevaarlijke stoffen. Voor de provinciale wegen binnen de Gemeente Westland ligt de plaatsgebonden (PR) contour niet buiten de weg. Gezien de hoogte van het groepsrisico - het groepsrisico van de provinciale wegen binnen Westland is kleiner dan 10% van de oriëntatiewaarde - kan worden volstaan met een beperkte verantwoording van het GR, waarin aandacht wordt besteed aan zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid en bereikbaarheid voor hulpdiensten Risicogebieden voor explosieven Binnen de Gemeente Westland zijn risicogebieden explosieven geïnventariseerd dit is vastgelegd in de kaart Conventionele explosieven, Gemeente Westland, d.d. 20 november Binnen dit plangebied zijn geen risicogebieden voor explosieven aangewezen Bevi-inrichtingen en vuurwerkinrichtingen In het bestemmingsplangebied bevindt zich een vuurwerkinrichting. Het betreft het bedrijf Jordaans aan de 's- Gravenzandseweg 62 te Wateringen. Het bedrijf verkoopt aan het einde van het jaar consumentenvuurwerk. 39

40 Het bedrijf valt onder het Vuurwerkbesluit en de daarbij behorende afstand van 8 meter. Binnen de afstand van 8 meter bevinden zich geen kwetsbare objecten. Een ander risicovolle inrichting in het plangebied is de locatie met de opslag en verkoop van wapens en munitie aan de Naaldwijkseweg 24 te Wateringen. Voor deze locatie is met een omgevingsvergunning (25 mei 2012) mogelijk gemaakt een wapenhandel op te richten. In het plangebied bevinden zich geen propaantanks. Buiten het plangebied bevinden zich diverse propaantanks. Deze propaantanks komen met hun contour voor het plaatsgebonden risico en het invloedsgebied niet over het bestemmingsplangebied heen Bovengrondse hoogspanningsverbinding Binnen het plangebied is één bovengrondse hoogspanningsverbinding aanwezig. Voor de voorgenoemde verbinding geldt een vrijwaringszone van 37 meter vanaf de as van de verbinding. Binnen deze contour is het niet toegestaan om nieuwe objecten te realiseren, mits men instemming heeft van de beheerder van de verbinding (Tennet). Deze verbindingen komen uit op het nieuwe transformatiestation Verantwoording groepsrisico Over zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid en bereikbaarheid van hulpdiensten is advies gevraagd aan de Veiligheidsregio Haaglanden (VRH). Uit dit advies (d.d. 29 november 2012, kenmerk: VRH 2012/6871/MvV) blijkt dat de regionale brandweer onder de volgende voorwaarden kan instemmen met de voorgestelde invulling van het plangebied: Om de risico s te verkleinen zijn de volgende adviezen gegeven: In het bestemmingsplan zijn voor de hogedruk aardgastransportleidingen belemmeringen-strook opgenomen (bestemming Leiding-Gas ), waarbinnen regels gelden t.b.v. het gebruik van gronden. In de regels van de bestemming Bedrijventerrein zijn Bevi-inrichtingen niet toegestaan. Door middel van de Veiligheidszone-LPG is in de regels geborgd dat geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden toegestaan binnen de PR-10-6 contouren van de LPG tankstations. Effectreducerende maatregelen A. Kans- en effectreducerende maatregelen zoals het plaatsen van een technische voorziening zodat de ventilatie eenvoudig kan worden uitgeschakeld bij een incident waar giftige stoffen vrijkomen. B. Geadviseerd wordt dat in de objecten in het plangebied waarin personeelsleden, bezoekers, arbeidsmigranten en/of beperkt zelfredzame personen aanwezig zijn, de personeelsleden of de BHV-organisatie is voorbereid op eventuele calamiteiten met gevaarlijke stoffen. Het gaat hierbij om calamiteiten die buiten de objecten kunnen plaatsvinden, maar effecten binnen de objecten kunnen hebben. Hierbij is het van belang dat zij ook weten hoe daarbij te handelen. Bijvoorbeeld om bezoekers van de objecten/de beperkt zelfredzame personen te assisteren om zichzelf in veiligheid te brengen. Hierbij is het ook van belangrijk dat dit geborgd en structureel wordt geoefend, Bijvoorbeeld door middel van een plan ten behoeve van noodsituaties. Maatregelen ter bevordering van de zelfredzaamheid C. Bij ver- en nieuwbouw van objecten waarin personen kunnen verblijven wordt een vluchtweg vanuit het object geadviseerd, via tuin/gevel aan de afkerende zijde van de risicobronnen. Deze vluchtweg geldt onafhankelijk van de locatie van het incident. Deze maatregel geldt voor de objecten binnen 325 meter vanaf de LPG-tankstations en de Wippolderlaan (N211) en binnen de 1 % letaliteitsafstand van de hoge druk aardgastransportleidingen. D. Geadviseerd wordt om bewoners, het personeel van de bedrijven en de vaste gebruikers (zoals de tijdelijke arbeidsmigranten) binnen de invloedsgebieden van de risicobronnen te informeren over de verschillende risico s en gevaren, de wijze van alarmeren en de wenselijke manier van reageren tijdens incidenten (risicocommunicatie). Dergelijke informatie dient op gezette tijden herhaald te worden, zodat het onderwerp onder de aandacht blijft. 40

41 Maatregelen ten behoeve van de hulpverlening E. Zowel voor de bereikbaarheid en bestrijdbaarheid van dagelijkse incidenten, zoals brand of wateroverlast, als voor calamiteiten op het gebied van externe veiligheid, is het van belang dat de bereikbaarheid voor de hulpdiensten en bluswatervoorzieningen voldoende zijn. F. Voor wat betreft de bereikbaarheid voor de hulpdiensten geldt dat deze voor dit plangebied onder normale omstandigheden (geen wegopbrekingen) voldoende is. Voor specifieke ontwikkellocaties, zoals de tramkeerlus, zijn separaat aanvullende maatregelen geadviseerd en/of afspraken gemaakt. G. Voor wat betreft de bluswatervoorzieningen geldt dat deze binnen het gehele plangebied voldoende zijn, met uitzondering van de bluswatervoorzieningen op het terrein van TenneT en Van Vliet. Beide bedrijven hebben met Brandweer Haaglanden afspraken gemaakt waarbij op beide terreinen twee geboorde putten zijn of worden gerealiseerd. Aan de voorwaarde onder het kopje adviezen zijn op de planverbeelding opgenomen. Hiermee kunnen de risico s verkleind worden. De voorwaarde onder E t/m F kan worden voldaan bij initiatieven vooraf de VRH erbij te betrekken. De voorwaarden A t/m D moeten op een andere traject dan dit bestemmingsplan opgepakt en uitgevoerd worden. Het groepsrisico is verantwoord conform artikel 13, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Ons besluit motiveren wij conform de CHAMP-methodiek zoals opgenomen in de regionale visie EV van het Stadsgewest Haaglanden. De Veiligheidsregio Haaglanden heeft in verband met de verantwoording van het groepsrisico advies uitgebracht over de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp en over de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied van de inrichting. Communicatie Op 18 december 2008 is het Regionaal Beleidskader Risicocommunicatie vastgesteld. Op 26 oktober 2009 is het Regionaal Uitvoeringsplan Risicocommunicatie Haaglanden vastgesteld. De Veiligheidsregio Haaglanden en de gemeente Westland zijn betrokken geweest bij de ontwikkeling van dit uitvoeringsplan. In samenwerking met de overige Haaglanden gemeenten wordt hiermee een adequate invulling gegeven aan risicocommunicatie. Communicatie ten tijde van een incident of ramp Indien zich in het plangebied met een risicovolle inrichting, transportroute gevaarlijke stoffen of transportleiding een incident voordoet dat effecten op de omgeving heeft of nog kan hebben, vindt afhankelijk van de aard en omvang van deze effecten communicatie plaats naar de in het effectgebied liggende bedrijven en bewoners. Bij een eenvoudig incident met geringe effecten zal de communicatie - voor zover nodig - op reguliere wijze en dus routinematig plaatsvinden door de ter plaatse aanwezige functionarissen van de hulpverleningsdiensten. Indien een incident zich ontwikkelt tot een groot incident of ramp zal binnen de regio Haaglanden opschaling plaatsvinden. Van een routinematige aanpak wordt overgegaan naar een meer gecoördineerde aanpak. Deze gecoördineerde aanpak is beschreven in het Regionaal Crisisplan Haaglanden, vastgesteld op 1 februari 2012, ten behoeve van multidisciplinaire rampenbestrijding en crisisbeheersing. Horizon Voor het braakliggend perceel ten noorden van de kruising s-gravenzandseweg/middenweg is een extra aanduiding met onderzoeksverplichting opgenomen op de planverbeelding. Op het moment van de ontwikkeling en vaststelling van dit bestemmingsplan is de ontwikkeling van dit perceel nog onbekend. Met deze aanduiding moet de toekomstige ontwikkelaar van dit perceel de onderzoeken uitvoeren in het kader van externe veiligheid. Het perceel ligt binnen de PR contour en groepsrisicocontour van de LPGinstallatie van het LPG-tankstation aan de Wippolderlaan en binnen het groepsrisicocontour van een 4-tal hogedruk aardgastransportleidingen en de transportroute gevaarlijke stoffen. Volgens de artikelen volgens het Bevi moet rekening worden gehouden dat het niet wenselijk is, dat beperkt kwetsbare objecten binnen de PR contour worden opgericht. Kwetsbare objecten zijn binnen de PR contour niet toegestaan. Aangezien dit bestemmingsplan een consoliderend is neemt de bevolkingsdichtheid niet toe voor wat betreft de overige terreinen en daarmee ook niet het groepsrisico. 41

42 Anticipatie Lokaal Er zijn twee mogelijkheden waardoor gas uit de hoofdtransportleiding kan ontsnappen. Het meest waarschijnlijke en meest voorkomende ongeval is beschadiging van de buisleiding door grondwerkzaamheden. Daarbij zal een beperkte hoeveelheid gas uitstromen. De lekkage is moeilijk te detecteren. Aangenomen wordt dat door snel en adequaat optreden van alle betrokkenen deze wolk niet zal ontbranden. Bij dit scenario zal uit voorzorg de omgeving ontruimd moeten worden. Daarnaast is er een ongeval mogelijk waarbij uitstromend aardgas door een grote breuk in de transportleiding explosief tot ontbranding komt. Er is dan geen tijd meer om te vluchten. Het optreden van de hulpverleners zal bemoeilijkt worden door de hittestraling en het mogelijke instortingsgevaar van beschadigde gebouwen. Bewoners en medewerkers van bedrijven moeten zich in eerste instantie zelf in veiligheid brengen. Door werkzaamheden nabij de aardgasleiding zoveel mogelijk te voorkomen én bij werkzaamheden aan de leiding vooraf contact met de Gasunie op te laten nemen zal de kans op een breuk van de transportleiding verkleind worden. In het bestemmingsplan is in de toelichting een alinea opgenomen over de hoofdaardgas-transportleiding. Daarnaast is een artikel in de planvoorschriften opgenomen waarin staat dat binnen de belemmeringsstrook niet gebouwd mag worden. In de zogenaamde grondroerdersregeling is en geen grondwerkzaamheden mogen worden verricht. Vrijstelling kan verleend worden in overleg met de Gasunie en bevoegd gezag. Het meest waarschijnlijke scenario voor een incident op de transportroute gevaarlijke stoffen is een ongeval en/of lekkage van een tankwagen. Het grootste effect zal optreden wanneer de tankwagen een brandbaar gas vervoerd. Teneinde mensen in staat te stellen te vluchten is een snelle en juiste melding van groot belang. Omgeving In de ontwikkeling van het plangebied wordt rekening gehouden met bouwtechnische voorzieningen en aspecten als nooduitgangen, bereikbaarheid, bluswatervoorzieningen en vluchtwegen. Hulpverlening (Brandweer) Belangrijk blijft dat de hulpdiensten tot het gebied goede toegang hebben als er een calamiteit voordoet. De brandweer zal bij gebieden waar herstructurering plaatsvindt betrokken willen zijn als het gaat om bereikbaarheid en het voldoende hebben van bluswatervoorzieningen. Motivering Allen op de nu nog braakliggende perceel die nog niet in ontwikkeling is genomen kan door realisatie de personendichtheid toenemen. Hiervoor wordt in de planverbeelding een extra aanduiding opgenomen. Vanuit gaande van de nog vigerende berekeningsmethodiek en wetgeving is er echter geen sprake van een groepsrisico dat boven de oriëntatiewaarde ligt. Gezien de belangen (zoals planologische, volkshuisvestelijke, etc.) en het feit dat het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde ligt, is het niet aan de orde om naar alternatieven te kijken met een lager groepsrisico. Preparatie Rampenplan De gemeente Westland beschikt over een Rampenplan. Op regionaal niveau bestaat een operationeel basisplan. Indien een incident zich ontwikkelt tot een groot incident of ramp zal binnen de regio Haaglanden opschaling plaatsvinden. Van een routinematige aanpak wordt over gegaan naar een Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdingsprocedure (GRIP 1, GRIP 2 en GRIP 3). Alarmering De dekking van de alarmsirenes in het plangebied is voldoende en worden bij een calamiteit gebruikt om de bewoners te waarschuwen. De inzet van de alarmsirenes is afhankelijk van de omvang van een calamiteit en de gevaren voor de omgeving. Oefenen In het rampenplan is een goede geoefendheid van de brandweer opgenomen. De brandweer oefent met regelmaat, zowel lokaal als regionaal, op het bestrijden van calamiteiten en andere rampenscenario s. 42

43 3.4.8 Conclusie Het aspect externe veiligheid staat de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg. Aan de norm voor het plaatsgebonden risico wordt voldaan. Als gevolg van het bestemmingsplan zal het groepsrisico niet toenemen. Van de genoemde risicobronnen in dit bestemmingsplan is geen overschrijding van de oriëntatiewaarde geconstateerd. 3.5 Water Wettelijk kader Waterbeheerplan Het Hoogheemraadschap Delfland heeft haar waterbeleid vastgelegd in het Waterbeheersplan Het beleid is formeel vastgelegd in de Keur en de Legger. De verbreding van bestaande boezemwateren en de aanleg van nieuwe verbindingen bieden kansen om een groot aantal maatregelen, die voortvloeien uit de Kaderrichtlijn Water te realiseren en het watersysteem robuuster te maken. Waar mogelijk worden natuurvriendelijke oevers aangelegd. Ook met het terugdringen van rioolvreemd water en het verminderen van riooloverstorten snijdt het mes aan meerdere kanten tegelijk: het riool en de afvalwaterzuiveringsinstallaties (awzi s) kunnen met minder capaciteit uit de voeten, het minder verdunde vieze water is efficiënter te zuiveren, en er komt minder vies water rechtstreeks in het oppervlaktewater. Het waterplan van de Gemeente Westland zal in de periode worden uitgevoerd. Omdat het bij de ruimtelijke ontwikkelingen in het glasgebied vaak om relatief kleinschalige projecten gaat, zal er nadrukkelijk samenwerking tussen het Hoogheemraadschap van Delfland, de gemeente en de glastuinbouwsector worden gezocht om de kansen voor water in deze projecten optimaal te benutten. Dit gebied levert kansen om de wateropgave te realiseren door middel van innovatief meervoudig ruimtegebruik, met behoud van voldoende robuustheid en ruimte voor ecologie in het systeem. Handreiking Watertoets Het Hoogheemraadschap van Delfland stelt voorwaarden aan de inhoud van de watertoets (waterparagraaf) als verplicht onderdeel van de onderbouwing van ruimtelijke plannen. De toelichting van bestemmingsplannen dient een beschrijving te bevatten van de volledige watersituatie binnen het plangebied, alsmede de te verwachten ontwikkelingen. Deze beschrijving dient in te gaan op de volgende aspecten: beleidskader omtrent water; waterkeringen; waterkwantiteit; waterkwaliteit en ecologie; afvalwater en riolering; waterprojecten welke onderdeel zijn van ABC-Delfland Waterkwantiteit Het plangebied is gelegen in de Oud en Nieuw Wateringveldse polder. Het waterpeil in de polder is -3,80 NAP. De maximaal toelaatbare peilstijging is 40 cm. In de huidige situatie is in het plangebied m 2 aan oppervlaktewater aanwezig. Met een maximaal toelaatbare peilstijging van 40 cm is dit m 3 waterberging. Voor nieuwe ontwikkelingen geld een waterbergingsnorm van 325 m 3 per hectare. In dit bestemmingsplan vinden geen nieuwe ontwikkelingen plaats waardoor de norm niet van toepassing is. Het huidige oppervlakte water geldt als absoluut minimum en zal als zodanig worden bestemd. 43

44 3.5.3 Waterkwaliteit en ecologie In de studie ABC-Polder voor Oud en Nieuw Wateringveldsche Polder is betreffende de fysische-chemische waterkwaliteit naar voren gekomen dat het totale stikstof- gehalte in de buurt ligt van de streefwaarde die op basis van het ambitieniveau wordt nagestreefd. Het totale fosfaatgehalte is zeer hoog en duidt op zeer voedselrijk, hypertroof water. Echter het zuurstofgehalte ligt beneden het minimum gehalte van 5mg/l. Vooral in de zomer treden periodiek zeer lage zuurstofgehalten op. De biologische waterkwaliteit is overwegend matig, gemeten naar de STOWA beoordelingsmethodiek. De waterkwaliteit is overigens wel in overeenstemming met het ambitieniveau dat voor water wordt nagestreefd. Het bestemmingsplan heeft geen negatieve invloed op de waterkwaliteit van het oppervlaktewater gezien het feit dat dit bestemmingsplan een conserverend karakter heeft Riolering en afvalwater De bedrijventerreinen Wateringse Veld en Zwethove zijn geheel verbeterd gescheiden gerioleerd. WBC is gedeeltelijk verbeterd gescheiden en gedeeltelijk gescheiden gerioleerd. De rioleringsstelsels voldoen aan de gestelde eisen. Het bedrijventerrein Zuid (van Vliet) betreft hoofdzakelijk particuliere grond, en heeft een eigen rioleringsstelsel. Het bestemmingsplan heeft geen invloed op het rioleringsstelsel gezien er geen nieuwe ontwikkelingen in het plangebied mogelijk gemaakt zijn. Nieuwe ontwikkelingen dienen te voldoen aan de Leidraad Riolering West- Nederland en de Beslisboom Afkoppelen Beheer en onderhoud Het onderhoud van de hoofdwatergangen wordt verzorgd door het Hoogheemraadschap van Delfland. 3.6 Bodem Wettelijk kader De Wet bodembescherming ziet, vanuit een goed milieubeheer, op de bodembescherming en bodemsanering. Met deze wet moet rekening worden gehouden met het ontwikkelen en realiseren van ruimtelijke plannen. In een bestemmingsplan dat voorziet in ruimtelijke ontwikkeling, moet verantwoord zijn dat het bestemmingsplan uitvoerbaar is op grond van de bodemkwaliteit voor die ruimtelijke ontwikkeling. Met het oog op een goede ruimtelijke ordening is het gewenst dat een bestemmingsplan dat geen ruimtelijke ontwikkeling mogelijk maakt, eveneens een zogenaamde bodemparagraaf omvat. In dat onderdeel van de toelichting van het bestemmingsplan moet ingegaan worden op de door burgemeester en wethouders op grond van het Besluit bodembescherming vastgestelde bodemfunctieklassenkaarten van het gemeentelijk grondgebied. Het is verder wenselijk dat wordt ingegaan op de huidige bodemkwaliteit, met name of die kwaliteit voldoet aan de (nieuwe) bestemming op die gronden. De beschrijving van de bodemkwaliteit op basis van de bodemkwaliteitskaart zal in het ontwerp bestemmingsplan worden opgenomen Bodemparagraaf Tijdens de ontwikkeling van "Zwethove" zijn enkele lichte verontreinigingen aangetroffen. Deze verontreinigingen zijn inmiddels gesaneerd. In 1996 is ter plaatse van het bedrijventerrein "Wateringse Veld" een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd door Straat Milieu-adviseurs (Verkennende bodemonderzoek ter plaatse van het plangebied Wateringseveld te Wateringen, eindrapport augustus 1996). Daarin is opgemerkt dat in het meest oostelijk deel van het plangebied en op enkele kleine locaties nog geen verkennend bodemonderzoek heeft plaats gevonden Aan de oppervlakte van het bedrijventerrein zijn geen verontreinigingen waargenomen. Uit de onderzoekresultaten van de bodem, het grondwater en het slib uit de sloten wordt geconcludeerd dat de bodemkwaliteit geschikt is voor een bedrijventerrein. De locaties, het perceel rond de Dorpskade 98 en een puinhoudende dam in de Middenweg, waar verontreinigingen werden aangetroffen, zijn inmiddels gesaneerd. 44

45 Langs de randen van de voormalige vuilstort is sprake van licht verontreinigd slib uit de sloten (klasse 2). Het overige slib bevat geen verontreinigingen. Op basis van de resultaten van genoemde bodemonderzoeken zijn de onderzochte percelen geschikt bevonden voor bedrijfsbestemmingen. Op basis van de resultaten kunnen de eventuele bouwvergunningen worden verleend, voor zover het eventueel aanbrengen van ophoogmateriaal, ten behoeve van het bouwrijp maken, geen verslechtering van de bodemkwaliteit teweeg zal brengen. 3.7 Cultuurhistorische aspecten Wettelijk kader Volgens het Verdrag van Valletta van 1992 moeten de archeologische waarden in de grond zoveel mogelijk op de locatie zelf worden bewaard. Verder is in het verdrag overeengekomen dat in een zo vroeg mogelijk stadium van ruimtelijke ordening al rekening wordt gehouden met die waarden. Het verdrag is met de Wet archeologische monumentenzorg in de Nederlandse wetgeving van kracht geworden en het bepaalde daarin vormt nu een onderdeel van de Monumentenwet Volgens artikel 38a van die wet moet bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden en verwachtingen. In het bestemmingsplan moet worden aangegeven welke gevolgen worden verbonden aan de aanwezigheid van archeologische waarden of verwachtingen Verkennend onderzoek Gebleken is dat er geen archeologische vindplaatsen zijn gemeld en dat de trefkansen daarvoor laag zijn. Van archeologische waarden in het plangebied is dan ook geen sprake. 45

46 4 JURIDISCHE PLANBESCHRIJVING 4.1 Planvorm Het bestemmingsplan is een actualisatie van bestaande bedrijventerreinen met bijbehorende planregimes en is daarmee conserverend van aard Wettelijk voorgeschreven standaardisering De planregels en de planverbeelding van dit bestemmingsplan zijn overeenkomstig de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen als gepubliceerd door het ministerie van VROM (SVBP 2008) en als wettelijk voorgeschreven in de ministeriële Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008 (Staatscourant 2008, nr. 377, van 30 oktober 2008). Daarnaast zijn in de planregels de standaardregels opgenomen als geboden in artikelen en van het Besluit ruimtelijke ordening. In een apart artikel zijn de bijzondere gebruiksverboden opgenomen voor alle bestemmingen, welke verboden aansluiten op het wettelijk verbod als neergelegd in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening. Voor uitleg van die planregels wordt verwezen naar de toelichting op het Besluit ruimtelijke ordening en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008, in samenhang met de jurisprudentie over die uitleg. Voorts is de "Werkafspraak terminologie Wabo in Standaard voor Vergelijkbare bestemmingsplannen" van september 2010 verwerkt. Die werkafspraak in het kader van de ministeriële regeling is gemaakt met het oog op de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober Aanvulling en geoorloofde afwijking van de SVBP 2008 De planregels en planverbeelding van dit bestemmingsplan zijn toegesneden op de specifieke behoefte aan planregulering voor het gegeven plangebied. In de hierna volgende paragrafen is de aan het bestemmingsplan eigen plansystematiek toegelicht voor zover die een aanvulling of een geoorloofde afwijking vormt van de SVBP De planregels zijn voorts weergegeven in de specifieke opmaak die eigen is aan het adviesbureau dat het plan heeft vervaardigd. Met deze opmaak wordt aangesloten op de juridische planvorming door dat bureau die in deze toelichting is weergegeven en gemotiveerd Systematiek van de planregels Gebruiksregels De doeleindenbeschrijving van de bestemming of de dubbelbestemming, waarvan opname in de planregels is geboden in artikel van het Besluit ruimtelijke ordening, is in de planregels voor elke bestemming in eerste instantie vervat in het onderdeel "Bestemmingsomschrijving". Van het onderdeel "Specifieke gebruiksregels" wordt in de planregels vooral gebruik gemaakt om regels te geven voor de onder de bestemming of dubbelbestemming vallende functieaanduidingen en bouwaanduidingen en andere aanduidingen. In het onderdeel "Afwijken van de gebruiksregels" wordt alleen die afwijkingsbevoegdheid opgenomen die uitsluitend ziet op het gebruik. Zodra sprake is van het afwijken van de bouwregels - ook al vormt dat bouwen een (klein) onderdeel van het gebruik in ruime zin - wordt de bevoegdheid daartoe geplaatst in het onderdeel "Afwijken van de bouwregels". Aanleggen of slopen De aanlegregels of sloopregels zijn uitvoerig met het oog op een zorgvuldige verlening van de omgevingsvergunning daartoe, voor zover regels daarvoor niet reeds zijn voorzien in de Wet ruimtelijke ordening of het Besluit ruimtelijke ordening. De aanlegregels of sloopregels kennen de volgende onderverdeling: 46

47 het aanlegverbod of sloopverbod zelf; de voorwaarden waaronder een omgevingsvergunning mag worden verleend en het inwinnen van deskundigenadvies; de specifieke aanlegverboden of sloopverboden met de daarop gegeven uitzonderingen. Algemene gebruiksregels In het artikel "Algemene gebruiksregels" zijn naast een verwijzing naar het algemene gebruiksverbod van artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, specifieke gebruiksverboden ter invulling van het algemene gebruiksverbod opgenomen. Daarin is onderscheid gemaakt tussen het verbod op het gebruik van gronden en het verbod op het gebruik van bouwwerken. Overgangs- en slotregels In het artikel "Slotregel" zijn de volgende onderdelen opgenomen: het onderdeel "Vervangen bestemmingsplannen" waarin een overzicht van de bestemmingsplannen en andere planregimes is opgenomen die met dit bestemmingsplan zijn vervangen; en het onderdeel "Citeertitel" Systematiek van de planverbeelding De planverbeelding is digitaal vorm gegeven overeenkomstig de Regeling standaarden ruimtelijke ordening De digitale planverbeelding en de andere onderdelen van de dataset hebben het volgende planidentificatie-nummer gekregen: NL.IMRO.1783.abp De dataset bestaat uit: het GML-bestand van de planverbeelding; het XML-geleideformulier; de onderliggende bestanden zoals ondergrond en overige topografische informatie; de PDF- en HTML-bestanden voor respectievelijk de verbeelding van plantoelichting en planregels. 4.2 Bestemmingsregeling De bestaande functies in het plangebied die overeenkomstig het voorheen geldende bestemmingsplan in dit plan zijn bestemd, zijn de volgende (in alfabetische volgorde van bestemming) Bestemming "Bedrijventerrein" Algemeen In dit bestemmingsplan is voor het hele bedrijventerrein de bestemming "Bedrijventerrein" gekozen waarbij voor de bebouwingsmogelijkheden en erfbebouwingsbepalingen is aangesloten bij de geldende bestemmingsplannen. Bedrijven algemeen De gronden van de bedrijven die zijn vermeld in het overzicht in Bijlage 1 van deze toelichting zijn alle in de bestemming "Bedrijventerrein" opgenomen als bedrijf met een functieaanduiding die de maximale milieucategorie aanwijst waarbinnen het bedrijf operationeel mag zijn, met uitzondering van de hierna vermelde soorten van bedrijven waarvoor een specifieke functieaanduiding is opgenomen. De keuze van maximale milieucategorie per soort van bedrijven is verantwoord in paragraaf 3.4 van deze toelichting. 47

48 Bedrijfswoningen De bedrijfswoningen op het bedrijventerrein zijn op de betreffende locaties vastgelegd en voorzien van de functieaanduiding bedrijfswoning. Binnen het plangebied zijn alleen grondgebonden bedrijfswoningen aanwezig. Voor grondgebonden bedrijfswoningen zijn naast de genoemde functieaanduiding eveneens de aanduidingen 'tuin' en 'erf' opgenomen. Middels deze aanduidingen en de planregels wordt de plansystematiek voor woningen, zoals in de bestemming "Wonen" (zie paragraaf van de bestemmingsregels), voortgezet. Door deze wijze van bestemmen is het mogelijk om de (stedenbouwkundige) structuur van het bedrijventerrein ten aanzien van bedrijfsbebouwing te waarborgen door middel van het opnemen van het bouwvlak waarbinnen bedrijfsbebouwing, anders dan de bedrijfswoning, mogelijk is. Deze plansystematiek verschaft zodoende de nodige rechtszekerheid over mogelijke bedrijfsbebouwing bij het verdwijnen van een dienstwoning en flexibiliteit, omdat geen ruimtelijke procedure benodigd is om bedrijfsgebouwen en -bouwwerken te kunnen bouwen. Beeldbepalende elementen De bestemmingsplannen "Zwethove" en "Bedrijventerrein Wateringse Veld" kenden beide een beeldkwaliteitsplan. Deze beeldkwaliteitsplannen komen met het onderhavig bestemmingsplan te vervallen. Aspecten uit de beeldkwaliteitsplannen die in de huidige, veelal bestaande, situatie nog van belang zijn voor de structuur en (beeld-)kwaliteit van het bedrijventerrein hebben via één of meerdere aanduidingen, met bijbehorende regels, een plek gekregen in het bestemmingsplan Bestemming "Groen" Alle structurerende groenvoorzieningen hebben in het bestemmingsplan de bestemming "Groen" Bestemming "Verkeer" Daar waar een weg een stroomfunctie heeft, is de weg in het bestemmingsplan bestemd als bestemming "Verkeer". De locatie van de tramlijn, met keerlus zijn bestemd als "Verkeer" met de functieaanduiding "railverkeer" Bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" Interne ontsluitingswegen, voet- en fietspaden hebben de bestemming "Verkeer- Verblijfsgebied" Bestemming "Water" De waterlopen zijn in het bestemmingsplan bestemd als bestemming "Water" Bestemming "Wonen" en "Tuin" De woningen aan de Middenweg 11, 13 en 18, Molenweer 2c en aan de Zwarteveen 10 hebben de bestemming Wonen gekregen waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de geldende bestemmingsplanbepalingen. Het voorerfgebied van deze woningen, dat grenst aan de openbare weg, zijn bestemd als bestemming "Tuin" Dubbelbestemming "Leiding - Gas" De zones van 5 meter aan weerszijde van de hartlijn van de aanwezige gasleidingen hebben in het bestemmingsplan de dubbelbestemming "Leiding - Gas" gekregen. Het betreft de zakelijke rechtstrook van de leiding. Ter plaatse van een afsluiterschema is de zone van 4 meter aan weerszijde van het schema opgenomen. Aan deze dubbelbestemming is een omgevingsvergunning verbonden. 48

49 4.2.8 Dubbelbestemming "Leiding - Hoogspanningsverbinding" De zones van 37 meter aan weerszijde van de hartlijn van de aanwezige hoogspanningsverbinding hebben in het bestemmingsplan de dubbelbestemming "Leiding - Hoogspanningsverbinding" gekregen. Het betreft de zakelijke rechtstrook van de verbinding. Aan deze dubbelbestemming is een omgevingsvergunning verbonden Dubbelbestemming "Waterstaat - Waterkering" In het plangebied zijn een aantal waterkeringen aanwezig. De kern- en beschermzones van deze keringen zijn, conform de keur en legger van het hoogheemraadschap van Delfland beschermd middels de dubbelbestemming "Waterstaat- Waterkering". Aan deze dubbelbestemming is een omgevingsvergunning verbonden Dubbelbestemming "Veiligheidszone - LPG" In het plangebied zijn een tweetal LPG-tankstations aanwezig. De beschermzone van de installaties zijn conform de risicocontour opgenomen in de dubbelbestemming "Veiligheidszone - LPG". Aan deze dubbelbestemming is een omgevingsvergunning verbonden Gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone - Molenbiotoop" De molenbiotoop van de Schaapweimolen in Rijswijk heeft in het bestemmingsplan de gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone - Molenbiotoop" gekregen. Met de vrijwaringszone wordt de windvang van de molen beschermd. De planregels zien op het beschermen van de windvang van de molen in het geval dat binnen die zones wordt gebouwd of hoogopgaande beplanting wordt aangelegd. 49

50 5 HANDHAVING 5.1 Handhavingsbeleid Handhaven op maat Op 1 februari 2011 hebben burgemeester en wethouders van Westland de beleidsnota 'Handhaven op maat' vastgesteld. Hierin zijn de doelen en richting voor milieuhandhaving en bouw- en woningtoezicht voor de komende vier jaren beschreven. De gemeente Westland wil een prettige woon-, werk- en leefomgeving voor haar burgers en ondernemers. Dat wil de gemeente bereiken door de duurzaamheid, veiligheid en leefbaarheid in het Westland te vergroten en te waarborgen. Handhaving is hierbij één van de middelen die hiervoor wordt ingezet. Handhaving is dus geen doel op zich, maar een onderdeel van de reguleringsketen (ontwikkeling wet - en regelgeving normstelling vergunningverlening uitvoering toezicht -handhaving). De handhaving van de regelgeving vervat in dit plan is de bevoegdheid van burgemeester en wethouders. Het gaat daarmee vooral om de planregels inzake het bouwen en het gebruik van gronden en bouwwerken. Een aantal vormen van gebruik wordt specifiek aangeduid als strijdig met de bestemming, om handhavend optreden hiertegen goed mogelijk te maken. Uiteraard betreft het hier een niet-limitatieve opsomming. Handhaving van dit plan is van belang om de ruimtelijke kwaliteit en de leefbaarheid van in stand te houden. Daarnaast heeft handhaving uiteraard ook een belangrijke functie in het kader van de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. De planregels in dit plan zijn voldoende duidelijk, concreet en toepasbaar om te kunnen handhaven. Handhaving van het plan zal in de praktijk primair plaatsvinden via de bestemmingsplantoets in het kader van de omgevingsvergunning en door feitelijk toezicht op de aanwezigheid van bouwwerken en op gebruiksactiviteiten. Binnen de gemeente heeft het team bouw- en woningtoezicht van de afdeling Ruimte, Omgeving en Veiligheid hierin een centrale taakstelling. Bij gebleken strijdigheid met het plan wordt, afhankelijk van de prioriteitsstelling, een handhavingtraject ingezet. 5.2 Strijdige functies Overgangsrecht voor de niet meer bestemde functies In het plangebied zijn alle bestaande functies bestemd en zijn geen functies wegbestemd Bestemmen van de strijdige functies In het bestemmingsplan zijn vanuit de inventarisatie een aantal strijdige en niet te legaliseren situaties waargenomen, namelijk: administratiekantoor Jordans, gelegen aan de Linnewever 34; reisbureau Dolfijn vakanties, gelegen aan de Monsterseweg 10; ICT bedrijf "@i-net Technology Consultancy B.V.", gelegen aan de Monsterseweg 36; ICT bedrijf "RoosMultimania BV", gelegen aan de Monsterseweg 31; Dailyflex personeelsdiensten, gelegen aan de Naaldwijkseweg 14; BK Dienstverlening, gelegen aan de Naaldwijkseweg 24; "ETC Marketing & Communicatie", gelegen aan de Naaldwijkseweg 35; administratiekantoor AVZ, gelegen aan de Naaldwijkseweg 42; Nouta Incasso & Advies, gelegen aan de s-gravenzandseweg 4; fotograaf Arjan Boerlage, gelegen aan de s-gravenzandseweg 59; IT-bedrijf "That s it", gelegen aan de s-gravenzandseweg 12; beheersmaatschappij "T. Berkman BV", gelegen aan de s-gravenzandseweg 13; fiscale dienstverlening "Assuplan", gelegen aan de s-gravenzandseweg 60a; tuinontwerpers "Kuipers", gelegen aan de s-gravenzandseweg 62b; 50

51 administratieve/fiscale dienstverlening "Van der Velde-Van der Brug" gelegen aan de s- Gravenzandseweg 62s; architect Veldhoven, gelegen aan de Stoelmatter 10; "Shanks Nederland B.V.", gelegen aan de Stoelmatter 41; Firstdata B.V., gelegen aan de Stoelmatter 53. Accept Systems, gelegen aan de Turfschipper 90; belastingadviseur G. Alblas, gelegen aan de Turfschipper 92. binnen de groenstrookbestemming op het terrein van de Klopperman 1 is het groengebied in gebruik genomen voor verharding en parkeerplaatsen; de groenbestemming van de groenstroken naast het terrein Klopperman 1 is in gebruik genomen voor het plaatsen van hekwerken; de groenbestemming naast de Klopperman 5 is in gebruik genomen voor het plaatsen van hekwerken. Voornoemde strijdigheden worden in het bestemmingsplan niet als dusdanig bestemd en dienen dus te worden gewraakt Overgangsrecht voor de strijdige functies In het plangebied zijn geen functies geconstateerd die strijdig waren met het voorheen geldende planregime en die op grond van vaste jurisprudentie onder het overgangsrecht van het bestemmingsplan moeten worden geplaatst. 51

52 6 UITVOERBAARHEID 6.1 Economische uitvoerbaarheid Voor het bestemmingsplan is geen exploitatieplan, als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening, opgesteld omdat er geen sprake is van ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied waarvoor een grondexploitatie moet worden opgesteld. Het bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zodat niet hoeft te worden ingegaan op de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in het licht van eigendomsverwerving of van toepassing van de Wet voorkeursrecht gemeenten of onteigeningswet. 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Bestuurlijk overleg In de periode van 28 april 2011 tot en met 23 juni 2011 heeft over het voorontwerp van dit bestemmingsplan bestuurlijk overleg plaatsgehad als geboden in artikel van het Besluit ruimtelijke ordening. Hierbij hebben de volgende instanties gereageerd: Provincie Zuid-Holland Gasunie Hoogheemraadschap van Delfland VROM-Inspectie Tennet De overlegreacties hebben geleid tot de volgende aanpassingen van het bestemmingsplan: opnemen verantwoording groepsrisico; opnemen van alle gasleidingen in zowel de toelichting, de regels als op de planverbeelding; opname kades en bijhorende beschermingszones; opname gemaal; aanpassing planverbeelding ten aanzien van de route gevaarlijke stoffen; opname vrijwaringszone hoogspanningsleidingen; verruiming van de bouwmogelijkheden ten aanzien van hoogspanningsmasten. De uitkomsten van het overleg, als bedoeld in artikel 3.1.6, eerste lid, onder c., van het Besluit ruimtelijke ordening, zijn opgenomen in Bijlage 1 van deze toelichting Zienswijzen Procedure Van 20 juli 2012 tot en met 30 augustus 2012 heeft het ontwerp van dit bestemmingsplan ter visie gelegen voor het indienen van zienswijzen, als bedoeld in artikel 3.8, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening in verbintenis met Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Resultaat De ontvangen zienswijzen zijn beoordeeld. Voor een volledig overzicht van de zienswijzen wordt verwezen naar de nota van beantwoording zienswijzen in Bijlage 2. 52

53 53

54 54

55 BIJLAGEN BIJ DE TOELICHTING 55

56 56

57 INHOUDSOPGAVE 1 REACTIENOTA BESTUURLIJK OVERLEG NOTA BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN STAAT VAN WIJZIGINGEN

58 58

59 1 REACTIENOTA BESTUURLIJK OVERLEG 59

60 60

61 NOTA VAN BEANTWOORDING BESTUURLIJK OVERLEG BESTEMMINGSPLAN 'BEDRIJVENTERREIN WATERINGEN ' Indiener Reactie Beantwoording 1. Provincie Zuid-Holland Opgemerkt wordt dat in zowel paragraaf 3.8 als bijlage 2 wordt gesproken van een groepsrisicocontour (GR) waar het invloedgebied wordt bedoeld. Er zijn verder 'plaatsgebonden risico In paragraaf 3.8 en bijlage 2 zal de aanduiding groepsrisicocontour worden vervangen door het begrip invloedsgebied waar invloedgebied bedoeld wordt. De gehele paragraaf is geactualiseerd. (PR)"afstanden gegeven, maar hier zijn nog geen conclusies aan verbonden. In bijlage 2 staat wel een GR grafiek van BP de Zweth, echter wordt hier een toelichting gemist. De andere GR berekeningen zijn niet uitgevoerd en er is geen GR verantwoording gegeven. Beoordeling van verantwoording GR kan daarom pas plaatsvinden in de fase van het OBP. Ten aanzien van het aspect externe veiligheid wordt verzocht om het plan op deze punten aan te passen in de plantoelichting. 2. Gasunie Aangegeven wordt dat e en viertal gastransportleidingen met afsluiterschema niet Het bestemmingsplan zal conform de door de Gasunie verstrekte informatie worden aangepast. worden weergegeven. Verzocht wordt om deze aan te passen conform de door Gasunie weergegeven voorwaarden en de regels en toelichting op deze wijze aan te passen. Ten aanzien van het aspect externe veiligheid wordt opgemerkt dat, anders dan in de toelichting is aangegeven, er voor de gastransportleiding A-617 wel sprake is van een plaatsgebonden risicocontour van 10(6). Deze contour is een grenswaarde, waarbinnen zich geen kwetsbare objecten mogen bevinden. 3. Hoogheemraadschap van Delfland Veiligheid en waterkeringen. Langs de Dorpskade ligt een polderkade. Voor het waterstaatswerk en bijbehorende beschermings zone is de Keur van Hoogheemraadschap van Delfland van toepassing. Daarnaast is deze kade aangemerkt als veenkade, waardoor de Beleidsregel De in het plan van belang zijnde kades (Dorpskade/Munnickenkade en Bovendijk) zijn opgenomen op de planverbeelding van het ontwerp bestemmingsplan met daarbij behorende beschermingszone.

62 Veendijken van het Hoogheemraadschap van Delfland van toepassing is. Op bijgevoegde afbeelding is de ligging van d e hartlijn van de kades weergegeven (polderkade in groen, boezemkering in geel). De kernzone van het waterstaatswerk is ca. 22 meter breed, daarnaast geldt aan beide zijden van de kering een beschermingszone van 15 m. Beide zones dienen op de verbeelding te worden weergegeven. Bij eventuele toekomstige ontwikkelingen in dit gebied dient een vergunning te worden aangevraagd op grond van de W aterwet Waterkwantiteit Het plangebied beslaat verschillende peilgebieden. In de bijlage staan de verschillende p eilgebieden op kaart weergegeven, inclusief de gehanteerde peilen. In de twee peilgebieden ten zuiden van de Dorpskade geldt een maximaal toelaatbare peilstijging van 40 cm. Ten noorden van de Dorpskade geldt een flexibel peilbeheer en is de beschikbare peilstijging voor waterberging ca. 35 cm. De norm voor waterberging voor bedrijventerreinen is afhankelijk van het verhardingspercentage in het plangebied. Bij 50 % verharding dient 325 m3/ha waterberging in het plangebied aanwezig te zijn, dit loopt op tot een verhardingspercentage van 80 % waarbij een waterbergingsnorm van 550 m3/ha wordt gehanteerd. Aangezien het onderhavige bestemmingsplan een conserverend plan is, zijn er geen kansen om waterberging te realiseren. Bij toekomstige (her)ontwikkeling dient wel aan de norm te worden voldaan Opmerking wordt ter kennisgeving aangenomen en meegenomen bij herontwikkelingen. ----

63 In het oosten van het plangebied ligt op de plangrens een gemaal. De ligging van dit gemaal is in de bijlage op kaart weergegeven. Er wordt verzocht om deze ook in de verbeelding te verwerken. 4. VROM-Inspectie Ten aanzien van het aspect externe veiligheid wordt aangegeven dat de zones rond inrichtingen, buisleidingen en transportroutes voor g evaarlijke stoffen niet consequent zijn weergegeven op de planverbeelding. --- Omdat er nieuwe dienstwoningen worden toegevoegd, dient er voorts opnieuw een akoestisch onderzoek uitgevoerd te worden. 5. TenneT Ten aanzien van de verbeelding wordt verzocht een vrijwaringszone van 37 m aan weerszijden van de hartlijn van de hoogspanningsleiding op ten nemen Ten aanzien van de regels wordt verzocht de bouwhoogte voor hoogspanningsmasten te vergroten naar 60 m i.v.m. bestaande masten van 57 m en andere kleine aanpassingen Ten aanzien van de algemene opmerkingen wordt verzocht geen gevoelige bestemmingen mogelijk te maken nabij de verbindingen, etc. Er wordt verzocht rekening te houden met een vrije werkruimte van 50 x 50 meter onder de traversen van de mast. Tot slot aangegeven dat er onderzoek gaande is voor een locatie voor het plaatsen van 150 kv - transformatoren. Verzoek gehonoreerd; het gemaal is op de planverbeelding opgenomen. Verbeelding is aangepast. Route gevaarlijke stoffen is niet opgenomen. De risicocontour (PR) ligt op de weg. --- Toelichting is eveneens aangepast. Het bestemmingsplan is conserverend van aard. Nieuwe ontwikkelingen worden niet mogelijk gemaakt. Bestaande (agrarische, burger- en bedrijfsmatige) woningen worden ingepast. Er worden geen woningen toegevoegd. Verzoek wordt gehonoreerd De regels van het bestemmingsplan zijn conform vooroverlegreactie aangepast m.u.v. het verzoek tot het toestemmingsvereiste van de beheerder. De belangenafweging blijft een gemeentelijke bevoegdheid Het bestemmingsplan is conserverend van aard. Nieuwe bestemmingen en mogelijkheden worden er in dit bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt. Voor nieuwe ontwikkelingen zullen zelfstandige ruimtelijke procedures doorlopen moeten worden. Windturbines, zoals aanwezig op Leehove te De Lier, worden eveneens niet mogelijk gemaakt. Er worden geen nieuwe planologische beperkingen

64 opgenomen. De bestaande afstand van de as van de traversen tot het bouwvlak (37 m) blijft gehandhaafd.

65 2 NOTA BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN 61

66 62

67 - 1 - Nota van beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Bedrijventerrein Wateringen 1. Ing. P.A. Ritmeijer, namens dhr. Appel te Rijswijk. Oude Haagweg 357, 2552 ES Den Haag brief d.d. 23 juli 2012, ingeboekt 25 juli 2012 Samenvatting De zienswijze heeft betrekking op het gebrek aan een horecabestemming in het bestemmingsplan. De zienswijze bestaat uit het volgende onderdeel: 1. Op 29 november 2007 is een principe-uitspraak gedaan op basis van een principeverzoek van 5 juli 2007 voor het realiseren van een lunchroom op de percelen C 5438, 5660 en De horecabestemming waaraan in principe medewerking zou worden verleend ontbreekt in het bestemmingsplan Reactie 1. Het verzoek voorzag in drie mogelijke locaties. De principe-uitspraak, dat wij in principe bereid zijn medewerking te verlenen aan een concreet bouwplan voor een lunchroom, zoals door u is voorgesteld, ten dienste van de ondernemers op het bedrijventerrein op gronden met de bestemming Bedrijven maakt dat niet alle locaties mogelijk zijn. Een aanvraag Quick-Scan van medio 2012 in de bestemming Groen heeft daarom een negatief advies opgeleverd. Daarbij is in de principe-uitspraak aangegeven dat ten hoogste één horecagelegenheid is toegestaan op het bedrijventerrein en deze is, conform het bestemmingsplan Zwethove, planologisch vastgelegd op het perceel aan de De Lierseweg Er is sinds 2007 geen aanleiding geweest om te veronderstellen dat er overeenstemming is over het verwijderen van het recht tot het voeren van horeca op de locatie De Lierseweg en deze elders op het bedrijventerrein terug te brengen. De ambtshalve wijziging van het bestemmingsplan ten aanzien van de aanduiding horeca op het perceel De Lierseweg is na aanleiding van een telefoongesprek met de huidige eigenaar van het perceel. Er bestaat derhalve geen aanleiding om aan de hand van de principe-uitspraak een horecabestemming toe te kennen aan een andere locatie dan de De Lierseweg Voorstel Deze zienswijze ongegrond te verklaren. 2. Advocatenkantoor Zwinkels, namens H.L.M. Batist en G. Batist-Burger, eigenaren woning Middenweg 11A te Wateringen. Middel Broekweg 120a, 2675 KJ Honselersdijk brief d.d. 30 augustus 2012, ingeboekt 31 augustus 2012 Samenvatting De zienswijze heeft betrekking op de bestemming van de woning aan de Middenweg 11A te Wateringen. De zienswijze bestaat uit het volgende onderdeel: 1. De woning Middenweg 11A is de bestemming Bedrijventerrein met de aanduiding bedrijfswoning toegekend. Verzocht wordt aan de woning de bestemming Woondoeleinden toe te kennen omdat: - De woning gedurende 2 jaar in gebruik is als burgerwoning; - Dhr. Batist in het verleden wel verbonden is geweest aan de aangrenzende bedrijven Batist Kassenbouw, Batist Aluminiumconstructies en Batist Hobbykassen. - Dhr. Batist sinds vorig jaar als bestuurder is teruggetreden (wegens gezondheidsredenen) van H.L.M. Batist Holding B.V. - H.L.M. Batist Holding B.V. het pand Naaldwijkseweg 5 te Wateringen nog steeds in eigendom heeft. - Dhr. Batist ook na verkoop van het pand Naaldwijkseweg 5 te Wateringen op deze locatie wil blijven wonen.

68 - 2 - Reactie 1. Bedrijventerreinen zijn ontwikkeld om economische functies optimaal te faciliteren. Het beleid, zowel op landelijk, provinciaal als van de gemeente Westland, is er op gericht om bedrijven op het bedrijventerrein optimaal te kunnen laten functioneren, waarbij het principe van functie-scheiding tussen woonfuncties en economische functies geldt. Een woonfunctie op of aan een bedrijventerrein draagt niet bij aan dit principe. Bestaande (bedrijfs)woningen worden echter gerespecteerd. Gelet op het optimaal functioneren van bedrijven is het bestemmingsplan er op gericht dat bedrijven zo min mogelijk beperkt worden in hun bedrijfsvoering, waarbij eveneens hoort dat bedrijven zo min mogelijk (ruimtelijke) procedures hoeven te doorlopen en zo min mogelijk kosten hoeven te maken indien gronden waarop een woning is gelegen betrokken wordt bij een bedrijf. De marktwaarde van een woning met de bestemming Wonen is immers hoger dan die van een bedrijfswoning. Het gegrond verklaren van deze zienswijze maakt de weg vrij om bedrijfswoningen die niet langer als bedrijfswoning in gebruik zijn om te zetten naar de bestemming Wonen. Op dit bedrijventerrein zijn aan de Middenweg, Molenweer en Zwartveen enkele bedrijfswoningen aanwezig. Met name aan de Middenweg, maar ook langs de Molenweer is sprake van één of meerdere woonlinten. Het omzetten van deze woningen heeft tot gevolg dat er, in het kader van milieuzonering, niet langer sprake is van een solitaire woning (met de bestemming Wonen ) op het bedrijventerrein, maar van een gemengd gebied. De extra afstandsstap, die nu gemaakt wordt ten dienste van het bedrijventerrein, dient zodoende te vervallen. Dit heeft tot gevolg dat de maximale zonering van bedrijven naar beneden moet worden bijgesteld. Deze neerwaartse bijstelling staat niet ten dienste van het optimaal functioneren van het bedrijventerrein. Het is daarom niet wenselijk de bestemming van de bedrijfswoning te wijzigen in de bestemming Wonen. Voorstel Deze zienswijze ongegrond te verklaren. 3. N.V. Nederlandse Gasunie Postbus 19, Concourslaan 17, 9700 MA Groningen brief d.d. 16 augustus 2012, ingeboekt 17 augustus 2012 Samenvatting De zienswijze heeft betrekking op de bescherming van de gasleiding(en) in het plangebied. De zienswijze bestaat uit de volgende onderdelen: 1. In artikel 10, lid 3, onder a is een afwijkingsbevoegdheid van de bouwregels opgenomen teneinde in de hoofdbestemming bebouwing mogelijk te maken mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding. Verzocht wordt, met inachtneming van de uitspraak van de Raad van State van 9 mei 2012 ( /1/R3), de planregel aan te passen in mits de veiligheid tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten. 2. De Gasunie is voornemens in de komende jaren het netwerk op diverse locaties aan te passen, waaronder het uitbreiden van het afsluiterschema op de hoek s- Gravenzandseweg/Middenweg. Verzocht wordt een wijzigingsbevoegdheid op te nemen om de bestemming Water te wijzigen in de bestemming Groen om de benodigde werkzaamheden uit te kunnen voeren. Reactie 1. Regel wordt aangepast. 2. Binnen de bestemming Water zijn groenvoorzieningen toegestaan. Een bestemmingswijziging is daarom niet benodigd.

69 - 3 - Voorstel De zienswijze voor onderdeel 1 over te nemen en artikel 10, lid 3, onder a geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding vervangen in de veiligheid tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten. De zienswijze voor onderdeel 2 ongegrond te verklaren. 4. Santen & Gasille Bedrijfsmakelaardij bv, namens Hemeldal Holding BV en dhr. P. van Vliet, eigenaren bedrijfspand Turfschipper te Wateringen. Plein 2, Postbus 98, 2290 AB Wateringen brief d.d. 5 september 2012, ingeboekt 7 september 2012 (buiten termijn/niet ontvankelijk) Samenvatting De zienswijze heeft betrekking op de bestemming van het kantorenpand aan de Turfschipper te Wateringen. De zienswijze bestaat uit de volgende onderdelen: 1. In de toelichting wordt onder 2.2.1, en aangegeven dat aanwezige zelfstandige kantoorfuncties positief worden bestemd en de locatie Turfschipper niet als strijdig genoemd. Echter, de functieaanduiding (k) is niet opgenomen op de planverbeelding. 2. Wij zien geen bezwaar in het feit dat de locatie grenst aan een gebied met milieucategorie 3.2 omdat het pand dermate ver verwijderd is van deze locatie dat overlast onwaarschijnlijk is. 3. De panden zijn sinds oplevering in gebruik als zelfstandig kantoor. Reactie 1. Op 2 juni 1998 is een aanvraag bouwvergunning ingediend bij de voormalige gemeente Wateringen (Van Heukelom Adviesbureau B.V. uit Schoorl) voor het oprichten van een bedrijfsverzamelgebouw. Bedrijfsverzamelgebouw Buiten Haage is niet gebouwd of beoogd als zelfstandig kantoorgebouw. Het pand is aangevraagd met overheaddeuren en een aparte toegangsdeur alwaar bij de entree een trap naar de tweede etage is (beoogd als ondersteunende ruimte (veelal onzelfstandig kantoor)). Op Turfschipper is echter een zelfstandige kantoorfunctie waargenomen. Het pand Buiten Haage is op ca. 10 meter gelegen aan het gebied alwaar de milieucategorie 3.2 geldt. De systematiek voor het legaliseren van bestaande zelfstandige kantoren in bedrijfspanden is opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan. Hierin is opgenomen dat een zelfstandig kantoor ín de zone met milieucategorie 3.2 of hoger dient te liggen om niet gelegaliseerd te worden. Het kantoor is gelegen in de categorie 3.1, waardoor het kantoor past binnen de systematiek voor legalisatie. 2. Zie Dit is ruimtelijk juridisch niet relevant voor eventuele legalisering. Voorstel Deze zienswijze gegrond te verklaren en de functieaanduiding (k) ter plaatste van Turfschipper opnemen. De toelichting van het bestemmingsplan wordt eveneens aangepast. 5. Tuscan Investments Netherlands B.V./Hillgate Properties N.V., namens WBC Wateringen C.V., eigenaar WBC-gebouw aan de s-gravenzandseweg 21 t/m 36 te Wateringen. Rijksstraatweg 354, 2242 AC Wassenaar /fax en brief d.d. 30 augustus 2012, ingeboekt 31 augustus 2012 Samenvatting De zienswijze heeft betrekking op de bestemming van het pand aan de s-gravenzandseweg te Wateringen. De zienswijze bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Sinds de oprichting van het bedrijfspand is er geen eenduidigheid ten aanzien van het gebruik van het pand. Het overgrote deel van de gevestigde bedrijven heeft een aan het wonen gerelateerd thema, zij het dat de gevestigde bedrijven met name detailhandel betreft

70 - 4 - die vanwege de omvang van de verkochte goederen een groot oppervlak nodig hebben. Deze locatie zou aangewezen moeten worden als PDV-locatie. 2. Hetgeen met bouwvergunningen en vrijstellingen is vergund dient positief bestemd te worden. 3. Er dient duidelijkheid te worden verschaft over de vestigingsvoorwaarden als het gaat over detailhandel. 4. Graag zien wij de navolgende definitie (op basis van nieuwe richtlijnen van de Provincie Zuid-Holland) opgenomen worden: detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, te weten de verkoop van auto s, motoren, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, badkamers, vloerbedekking, parket, zonwering, tenten, landbouwmachines en werktuigen, machinerieën ten behoeve van bedrijven, alsmede tuincentra en bouwmarkten. 5. In het voorontwerp bestemmingsplan Westlands Bedrijven Centrum van september 1999 is sprake dat teven productie-gerelateerde detailhandel is toegestaan, alsmede detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen. Deze toevoegingen zien wij graag terug. 6. De voorwaarde dat geen of beperkte kassaverkoop zou mogen plaatsvinden vindt geen grondslag in de verleende vrijstelling, noch in het Regionaal Structuurplan Haaglanden of daaraan gerelateerd beleid. Deze voorwaarde zou niet mogen worden gesteld. 7. Voor het WBC-gebouw zou, conform vrijstelling, volumineuze detailhandel met een v.v.o < m2 geen vrijstelling benodigd moeten zijn en bij een v.v.o > m2 wel een vrijstelling met goedkeuring van het Stadsgewest. 8. Op de verbeelding staat een kadastraal nummer dat reeds gesplitst is. Reactie 1. Het aanwijzen van een PDV-locatie is niet mogelijk binnen een bestemmingsplan, maar kan is voorbehouden aan de Provincie Zuid-Holland middels de Structuurvisie/Verordening. 2. t/m 5. Het volledige pand aan de s-gravenzandseweg is aangemerkt als een locatie voor detailhandelsbedrijven in volumineuze goederen (artikel 3, lid 3.1.3, sub m). In de specifieke gebruiksregels van dit artikel (lid 3.5.1, sub f) is bepaald dat detailhandel toegestaan is ter plaatse van de genoemde aanduiding. Volumineuze detailhandel is niet gedefinieerd in de begripsbepalingen van artikel 1. Echter, in lid is uitgeschreven wat wordt verstaan onder detailhandel in volumineuze goederen (detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen, auto's, boten en caravans, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair). Middels de voorwaarden wordt geregeld dat het bedrijf vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling. Echter, het mag niet gaan om detailhandel in wooninrichting, waaronder meubels. Hierbij wordt voldaan aan de genoemde provinciale regeling. Productie-gerelateerde detailhandel, voor zover dit om volumineuze goederen gaat, is binnen deze aanduiding eveneens toegestaan. 6. De voorwaarde van kassa-verkoop wordt niet genoemd bij volumineuze detailhandel. Deze voorwaarde staat in relatie tot een showroom bij een bedrijfsmatige functie. 7. Er is geen vrijstelling (afwijking van de regels) benodigd voor het vestigen van een detailhandelsfunctie in volumineuze goederen, als genoemd in reactie onderdeel 2. Dit vergroot de planflexibiliteit. 8. De Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) dient als onderlegger voor het plan om duidelijkheid te verschaffen in plaatsbepaling, maar heeft geen juridische status. De GBKN wordt met enige vertraging vanuit het Kadaster regelmatig vernieuwd. Daarbij is alleen de digitale planverbeelding ingevolge de Wet ruimtelijke ordening rechtsgeldig. Voorstel Deze zienswijze ongegrond te verklaren, maar wel in artikel 1 een begripsdefinitie opnemen voor volumineuze detailhandel.

71 P. Rens, namens Transportbedrijf Van Vliet B.V. gevestigd aan de Wateringveldseweg 1 te Wateringen, Zantko Recycling B.V. gevestigd aan de Stoelmatter 41 te Wateringen en Shanks Nederland B.V. gevestigd aan de Stoelmatter 41 te Wateringen. Stoelmatter 41, Postbus 141, 2290 AC Wateringen fax d.d. 30 augustus 2012, ingeboekt 31 augustus 2012 Samenvatting De zienswijze bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Voor zowel Transportbedrijf Van Vliet als Zantko geldt dat zij een milieuvergunning hebben voor het breken en zeven van meer dan ton puin per jaar. Dit komt overeen met milieucategorie 5.2 in plaats van milieucategorie 4.2 als genoemd in het bestemmingsplan. Dit dient tevens in de toelichting en bestemmingsregels te worden aangepast. 2. In de bouwregels is een maximale bouwhoogte voor schoorstenen opgenomen van 5 meter. De huidige schoorsteen is 40 meter en was niet in strijd met het bestemmingsplan Bedrijfsterrein-Zuid. 3. Het vigerend bestemmingsplan Bedrijfsterrein-Zuid maakt milieucategorie 5 mogelijk. 4. Het aantal hectare van Transportbedrijf Van Vliet als genoemd in de toelichting is niet juist. 5. Bij de inventarisatie van bedrijven aan de Stoelmatter is het bedrijf Zantko Recycling B.V. niet genoemd. 6. Bij de inventarisatie van bedrijven aan de Stoelmatter is het kantoor van Shanks Nederland B.V. aan de Stoelmatter 41 niet genoemd. 7. In bijlage 1 worden verkeerde bedrijfsnamen genoemd, waarbij zowel Transportbedrijf Van Vliet als Zantko aangemerkt moeten worden als puinbrekerijen. Reactie 1. Op 11 juli 2012 is een revisie-omgevingsvergunning verleend door de Provincie Zuid- Holland voor Transportbedrijf Van Vliet BV (TVV). De omgevingsvergunning heeft betrekking op de volgende activiteiten: - het op en overslaan van diverse afvalstromen; - het bewerken, waaronder het sorteren, zeven en verkleinen van ingenomen afvalstoffen; - het op- en overslaan en bewerken van primaire en secundaire bouwstoffen en grond; - het produceren van betonmortel; - het verrichten van aanvullende activiteiten waaronder het wassen, afleveren van brandstoffen en het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan eigen voertuigen en materieel. Volgens het boekje Bedrijven en milieuzonering editie 2009 valt TVV onder de volgende categorieën: - SBI-2008: A2, verwerkingscapaciteit meer dan ton per jaar valt onder categorie 5.2; - SBI-2008: C, afvalscheidingsinstallaties valt onder categorie 4.2; - SBI-2008: 45205, autowasserijen valt onder categorie 2; - SBI-2008: 3 sub 4, opslag bovengronds, K3-klasse <10 m3 valt in categorie 2. De hoogste categorie voor TVV is daarmee 5.2. Het bedrijf Zantko BV heeft een milieuvergunning van de provincie Zuid-Holland uit De hoofdactiviteit van dit bedrijf is het breken van secundaire bouwstoffen. Hiermee valt dit bedrijf volgens het boekje Bedrijven en milieuzonering onder SBI-2008: A2, verwerkingscapaciteit meer dan ton per jaar valt onder categorie 5.2. De categorie voor Zantko BV is daarmee De bestaande regeling is overgenomen in de planregels. 3. Artikel 3, lid A, sub 1 onder a van het bestemmingsplan Bedrijfsterrein-Zuid van de voormalige gemeente Wateringen bepaald dat de gronden bestemd zijn voor een afvalverwerkingsbedrijf niet zijnde een bedrijf als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder, nader uitgewerkt in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. Het vigerende bestemmingsplan gaat derhalve niet uit van een maximale categorie, maar van een type bedrijf.

72 - 6 - In het ontwerp bestemmingsplan Bedrijventerrein Wateringen is optimaal gecategoriseerd vanuit de aangrenzende gevoelige functies. De maximale categorie vanuit deze systematiek is 4.2. Gelet op beantwoording onderdeel 1 zal de bedrijfsvoering van beide bedrijven middels een specifieke aanduiding mogelijk blijven. 4. De constatering is correct. Het bestemmingsvlak Bedrijventerrein heeft een omvang van 8,2 hectare. 5. Verwezen wordt naar bijlage 1 van het voorontwerp bestemmingsplan. Het ontwerp bestemmingsplan bevat niet langer de inventarisatie van bedrijven, omdat deze lijst verder niet relevant wordt geacht voor het bestemmingsplan. Afwijkende functies zijn opgenomen in de inventarisatie van functies. 6. Shanks Nederland B.V. is wordt opgenomen in de lijst zelfstandige kantoren in 2.2.1, maar kan niet voldoen aan de gestelde voorwaarden voor het opnemen van de aanduiding voor zelfstandige kantoren (k). 7. Idem 5. Voorstel De zienswijze ten aanzien van onderdelen 1 t/m 4 en 6 gegrond te verklaren. Dit leidt tot - het invoegen van een aanduiding in de bestemming Bedrijventerrein onder c.: ter plaatse van de functieaanduiding (sb-2) bedraagt de bouwhoogte van schoorstenen ten hoogste 40 meter; - het wijzigen van de sbi-codes en de maximale categorie naar 5.2 bij de functieaanduiding (sb-2) ; - de functieaanduiding (sb-2) opnemen ter plaatse van Stoelmatter 41 te Wateringen; - het wijzigen van de toelichting ten aanzien van de omvang van het terrein en de opname van het zelfstandig kantoor van Shanks Nederland B.V. in de inventarisatie; De zienswijze voor de onderdelen 5 en 7 ongegrond te verklaren. 7. Santen & Gasille Bedrijfsmakelaardij bv, namens dhr. S.J.M. van Vliet, eigenaar woning Middenweg 16 te Wateringen. Plein 2, Postbus 98, 2290 AB Wateringen brief d.d. 18 augustus 2011, ingeboekt 19 augustus 2011 Samenvatting De zienswijze heeft betrekking op de bestemming van de woning Middenweg 16 te Wateringen. De zienswijze bestaat uit het volgende onderdeel: 1. De voormalige agrarische bedrijfswoning is in 2004 in gebruik genomen als bedrijfswoning bij een opslagbedrijf in caravans (caravanstallingsbedrijf). Sinds 28 augustus 2006 is de woning wegens pensioenering niet meer in gebruik als bedrijfswoning. In 2011 is een verzoek gedaan tot omzetting van de woning naar de bestemming Woondoeleinden middels het aanvraagformulier bestemmingswijziging agrarische bedrijfswoning welke deel uit maakte van het project Woningen buitengebied Westland. Bij dezen wordt alsnog verzocht tot omzetting van de woning. Reactie 1. Bedrijventerreinen zijn ontwikkeld om economische functies optimaal te faciliteren. Het beleid, zowel op landelijk, provinciaal als van de gemeente Westland, is er op gericht om bedrijven op het bedrijventerrein optimaal te kunnen laten functioneren, waarbij het principe van functie-scheiding tussen woonfuncties en economische functies geldt. Een woonfunctie op of aan een bedrijventerrein draagt niet bij aan dit principe. Bestaande (bedrijfs)woningen worden echter gerespecteerd. Gelet op het optimaal functioneren van bedrijven is het bestemmingsplan er op gericht dat bedrijven zo min mogelijk beperkt worden in hun bedrijfsvoering, waarbij eveneens hoort dat bedrijven zo min mogelijk (ruimtelijke) procedures hoeven te doorlopen en zo min mogelijk kosten hoeven te maken indien gronden waarop een woning is gelegen

73 - 7 - betrokken wordt bij een bedrijf. De marktwaarde van een woning met de bestemming Wonen is immers hoger dan die van een bedrijfswoning. Het gegrond verklaren van deze zienswijze maakt de weg vrij om bedrijfswoningen die niet langer als bedrijfswoning in gebruik zijn om te zetten naar de bestemming Wonen. Op dit bedrijventerrein zijn aan de Middenweg, Molenweer en Zwartveen enkele bedrijfswoningen aanwezig. Met name aan de Middenweg, maar ook langs de Molenweer is sprake van één of meerdere woonlinten. Het omzetten van deze woningen heeft tot gevolg dat er, in het kader van milieuzonering, niet langer sprake is van een solitaire woning (met de bestemming Wonen ) op het bedrijventerrein, maar van een gemengd gebied. De extra afstandsstap, die nu gemaakt wordt ten dienste van het bedrijventerrein, dient zodoende te vervallen. Dit heeft tot gevolg dat de maximale zonering van bedrijven naar beneden moet worden bijgesteld. Deze neerwaartse bijstelling staat niet ten dienste van het optimaal functioneren van het bedrijventerrein. Het is daarom niet wenselijk de bestemming van de bedrijfswoning te wijzigen in de bestemming Wonen. Voorstel Deze zienswijze ongegrond te verklaren. 8. Wapenhandel Donck, eigenaar bedrijfspand Naaldwijkseweg 24 te Wateringen. Willem III straat 11, 2291 TL Wateringen brief d.d. 31 augustus 2012, ingeboekt 31 augustus 2012 Samenvatting De zienswijze heeft betrekking op de bestemming van het pand Naaldwijkseweg 24 te Wateringen. De zienswijze bestaat uit het volgende onderdeel: 1. In het ontwerp bestemmingsplan is geen vestiging van een wapenhandel opgenomen terwijl daar wel een omgevingsvergunning voor is verleend. Verzocht wordt deze activiteit op te nemen in het definitieve bestemmingsplan. Reactie 1. Op 25 mei 2012 is een omgevingsvergunning (W-AV /OVG ) verleend voor het vestigen van een wapenhandel (opslag, werkplaats en ondergeschikte verkoop). De verleende vergunning zal worden opgenomen in het vast te stellen bestemmingsplan. Voorstel Deze zienswijze gegrond te verklaren en als volgt opnemen in het bestemmingsplan: - Het perceel Naaldwijkseweg 24 voorzien van een functieaanduiding specifieke vorm van detailhandel - wapenhandel (sdh-wh) - In de bestemmingregels opnemen: ter plaatse van de functieaanduiding (sdhwh) : een wapenhandel met een verkoopvloeroppervlak van ten hoogste 10% van het bedrijfsvloeroppervlak op de begane grond en maximaal 50 m2. - In de specifieke gebruiksregels opnemen dat detailhandel ter plaatste van de functieaanduiding (sdh-wh) is toegestaan.

74

75 3 STAAT VAN WIJZIGINGEN 63

76 64

77 * * Staat van Wijzigingen Van ontwerp bestemmingsplan Bedrijventerrein W ateringen naar vastgesteld bestemmingsplan. 1. Toelichting van het bestemmingsplan Paragraaf 3.1 is aangepast naar aanleiding van opmerkingen door de Veiligheidsregio Haaglanden. De omvang van het terrein van Van Vliet is aangepast naar de feitelijke situatie. De inventarisatie van functies (paragraaf 2.2.1) is geactualiseerd en aangepast. In paragraaf 5.2 zijn de functies uit de inventarisatie opgesomd die niet gelegaliseerd zijn in het bestemmingsplan en niet te legaliseren zijn. 2. Regels van het bestemmingsplan In artikel 1 (Begripsbepalingen) is de lijst met begripsbepalingen geactualiseerd; In artikel 3 (Bedrijventerrein) is de volgende omgevings vergunning opgenomen: o detailhandel in wapens voor het bedrijf W apenhandel Donck conform W -AV ; In artikel 3 (Bedrijventerrein) is de functieaanduiding (h) opgenomen ter plaatse van De Liers weg voor een horecabedrijf zoals dit in het bestemmingsplan Zwethove was toegestaan; In artikel 3 (Bedrijventerrein) is de functieaanduiding (sbt -k) eveneens opgenomen voor het pand van Duiker Combustion Engineers ter plaatse van de Turfschipper 91 voor zelfstandige kantoorruimte zoals was toegestaan in het bestemmingsplan Bedrijven terrein W ateringse Veld ; In artikel 3 (Bedrijventerrein) is de functieaanduiding (sb -2) opgenomen voor het perceel van Van Vliet t.a.v. de afwijkende bedrijfsfuncties ter plaatse; In artikel 3 (Bedrijventerrein) is ter plaa tse van de functieaanduiding (sb -2) de bouw van een schoorsteen van 40 meter mogelijk gemaakt, zoals was toegestaan in het bestemmingsplan Bedrijventerrein Zuid ; In artikel 3 (Bedrijventerrein) is de functieaanduiding (sb -3) opgenomen voor het pand van Zantko ter plaatse van de Stoelmatter 41 t.a.v. de afwijkende bedrijfsfuncties ter plaatse ; In artikel 3 (Bedrijventerrein) is ter plaatse van de functieaanduiding (sb -bwm) tevens een tuincentrum toegestaan conform vergunning BA verleend door de voormalige gemeente W ateringen; In artikel 4 (Groen) zijn bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de aangrenzende bestemmingen Verkeer en/of Verkeer -Verblijfs gebied toegestaan. Hierbij gaat het om verkeersborden, straatverlichting, etc. ; In artikel 10 (Leiding - Gas) is lid 3 aangepast conform ziens wijze ; Artikel 16 is aangepast naar aanleiding van opm erkingen door de Veiligheidsregio Haaglanden.

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Discussienota Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinen gemeente Oirschot

Discussienota Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinen gemeente Oirschot Discussienota Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinen gemeente Oirschot Probleemstelling Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinen gemeente Oirschot. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft ter visie gelegen.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem Inleiding Bij besluit van 28 juli 2010 hebben burgemeester en wethouders van Lochem aan Sport & Science

Nadere informatie

Oplegnotitie Toelichting op de aanpak van milieuzonering met behulp van de 'standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten'

Oplegnotitie Toelichting op de aanpak van milieuzonering met behulp van de 'standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten' Oplegnotitie Toelichting op de aanpak van milieuzonering met behulp van de 'standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten' Op de volgende pagina s is een toelichting gegeven op de standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Nadere informatie

Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011

Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011 Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011 Verordening Ruimte ontwerp wijzigingsbesluit ONTWERP VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING RUIMTE Provinciale Staten van Zuid-Holland; Gelezen het

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening (RO) in Nederland Vanuit de geschiedenis is RO al belangrijk in Nederland, denk bijvoorbeeld aan landinrichting en optimaliseren van de waterhuishouding.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II, Herziening I Betreft Status Bovenkamp II Heerde vastgesteld Datum 30 mei 2011 Bovenkamp II, herziening I, vastgesteld,

Nadere informatie

identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.1783.ABP00000014-vast 12-03-2008 voorontwerp projectnummer: 30-07-2009 ontwerp

identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.1783.ABP00000014-vast 12-03-2008 voorontwerp projectnummer: 30-07-2009 ontwerp Westland Bedrijventerrein De Hoge Woerd bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.1783.ABP00000014-vast concept 12-03-2008 voorontwerp projectnummer: 30-07-2009

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN Versie 2, d.d. 18 augustus 2011 Afdeling Stadsontwikkeling M. Jonker Inhoud 1.

Nadere informatie

Gemeente Haaksbergen de heer G. van der Wens Externe veiligheid / Bedrijven en milieuzonering plangebied Hassinkbrink te Haaksbergen

Gemeente Haaksbergen de heer G. van der Wens Externe veiligheid / Bedrijven en milieuzonering plangebied Hassinkbrink te Haaksbergen Aan: Gemeente Haaksbergen de heer G. van der Wens Externe veiligheid / Bedrijven en milieuzonering plangebied Hassinkbrink te Haaksbergen Van: Aveco de Bondt 1 EXTERNE VEILIGHEID 1.1 Kader Externe veiligheid

Nadere informatie

MILIEUZONERING NOTA MILIEUZONERING RHEDEN 2015

MILIEUZONERING NOTA MILIEUZONERING RHEDEN 2015 NOTA MILIEUZONERING RHEDEN 2015 MILIEUZONERING Vastgesteld: 28 mei 2015 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 1.1 Verankering milieuzonering in bestemmingsplan 1 1.2 Leeswijzer 1 2 Milieuzonering in de gemeente

Nadere informatie

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

Provinciaal Omgevingsplan Limburg Provinciaal Omgevingsplan Limburg Presentatie t.b.v. Regionalrat Düsseldorf, Provinciale Staten Gelderland en Provinciale Staten Limburg Arnhem, 7 maart 2012 POL POL = Provinciaal Omgevingsplan Limburg,

Nadere informatie

Westland. Teylingen s-gravenzande. bestemmingsplan. NL.IMRO.1783.abp00000006-vast 26-09-2006 voorontwerp projectnummer: 24-07-2009 ontwerp

Westland. Teylingen s-gravenzande. bestemmingsplan. NL.IMRO.1783.abp00000006-vast 26-09-2006 voorontwerp projectnummer: 24-07-2009 ontwerp Westland Teylingen s-gravenzande bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.1783.abp00000006-vast 26-09-2006 voorontwerp projectnummer: 24-07-2009 ontwerp 25-01-2011

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in artikel lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;

gelet op het bepaalde in artikel lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht; ^2 gemeente T -^^fc Nijkerk RAADSBESLUIT Nummer: 2012-094 De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van 2 oktober 2012; gelet op het bepaalde in artikel 2.27. lid 1, van de Wet algemene

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen Bestemmingsplan Ambachtsschool Gemeente Enschede Programma Stedelijke Ontwikkeling Team Bestemmingsplannen Februari 2016 SAMENVATTING EN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking

Ladder voor duurzame verstedelijking Ladder voor duurzame verstedelijking Klik om de modelstijlen te bewerken Tweede niveau Derde niveau Vierde niveau Vijfde niveau Ladder voor duurzame verstedelijking 1. Waar komt het vandaan? 2. Wat is

Nadere informatie

bestemmingsplan Zevender 1 e herziening van de gemeente Schoonhoven

bestemmingsplan Zevender 1 e herziening van de gemeente Schoonhoven bestemmingsplan Zevender 1 e herziening van de gemeente Schoonhoven bestemmingsplan Zevender 1 e herziening van de gemeente Schoonhoven Opdrachtgever: het college van burgemeester en wethouders van de

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 november 2010 is door het college van burgemeester en wethouders het principebesluit genomen om medewerking te

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

Samenvatting Ruimte om te Ondernemen integrale economische visie Pijnacker- Nootdorp

Samenvatting Ruimte om te Ondernemen integrale economische visie Pijnacker- Nootdorp Samenvatting Ruimte om te Ondernemen integrale economische visie Pijnacker- Nootdorp Ondernemers zorgen voor werkgelegenheid, innovatie en productiviteit en dragen daarmee bij aan de welvaart en welzijn

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlagen bij de toelichting. Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten

Inhoudsopgave. Bijlagen bij de toelichting. Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten Inhoudsopgave Bijlagen bij de toelichting Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten (Her)ontwikkelingslocaties De Purmer

Nadere informatie

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel Ruimtelijke motivering Molenstraat 1a te s-hertogenbosch Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel Januari 2017 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Aan de Molenstraat 1a is nu op de begane grond

Nadere informatie

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering Notitie Project: Oude Tempel Soesterberg Onderwerp: Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering Referentie: 16M8024 Datum: 18 juli 2016 Auteur: Mevrouw ing. N.J.W. Pirovano

Nadere informatie

Reactienota inspraak en overleg voorontwerp-bestemmingsplan Oude- en nieuwehorne

Reactienota inspraak en overleg voorontwerp-bestemmingsplan Oude- en nieuwehorne Reactienota inspraak en overleg voorontwerp-bestemmingsplan Oude- en nieuwehorne 1. Inleiding Bij de vaststelling van de Nota van Uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan Oude- en Nieuwehorne heeft

Nadere informatie

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Seminar, Ladder voor duurzame verstedelijking: lessen uit de praktijk, 10 maart 2015 Willemien Croes Wat is de Ladder voor Provincie Zuid- Holland? Instrument

Nadere informatie

Compositie 5 Stedenbouw T.a.v. de heer T. de Kousemaeker Boschstraat 35-37 4811 GB Breda. Boxmeer, 13 juni 2014

Compositie 5 Stedenbouw T.a.v. de heer T. de Kousemaeker Boschstraat 35-37 4811 GB Breda. Boxmeer, 13 juni 2014 Compositie 5 Stedenbouw T.a.v. de heer T. de Kousemaeker Boschstraat 35-37 4811 GB Breda Boxmeer, 13 juni 2014 Betreft: Locatie: Project: Notitie bedrijven en milieuzonering Kerkdijk 1a Hooge Zwaluwe 14021190

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST GEMEENTE BLADEL In opdracht van Opgesteld door Auteur STRI-nummer Projectnummer Datum Status Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Beleidskader... 4 3. Huidige en

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Inhoud Toelichting Regels en bijlagen Verbeelding 16 juli 2013

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a 1 Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding 3 1.1. Het project 3 2. Beschrijving huidige en

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

Beleidskader windenergie

Beleidskader windenergie Bijlage 1 Beleidskader windenergie Europese richtlijn 2009/28/EG De Europese richtlijn 2009/28/EG verplicht Nederland om in 2020 14 procent van het totale bruto-eindverbruik aan energie afkomstig te laten

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst Perceel L 534 NL.IMRO.1507.BPGRBUITENGEBL534 Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst, Perceel L 534 Vastgesteld 13 september 2013 NL.IMRO.1507.BPGRBUITENGEBL534-VA01

Nadere informatie

Zaandam Oost en West Toelichting

Zaandam Oost en West Toelichting Onherroepelijk Beheersverordening Zaandam Oost en West Toelichting Zaandam Oost en West Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Uitgangspunten en achtergrond Achtergrond beheersverordening

Nadere informatie

Graag informeren wij u hierbij dat wij op 8 februari 2005 jl. het. voorontwerp streekplanuitwerking Bedrijventerrein Amstelveen Zuid

Graag informeren wij u hierbij dat wij op 8 februari 2005 jl. het. voorontwerp streekplanuitwerking Bedrijventerrein Amstelveen Zuid Gedeputeerde Staten Datum Ons kenmerk 2005 4448 Onderwerp voorontwerp streekplanuitwerking Bedrijventerrein Amstelveen Zuid Bezoekadres Houtplein 33 Provinciale Staten van Noord Holland T.a.v. de Statengriffier,

Nadere informatie

Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 november 2016, afdeling FLO, 819F8D33;

Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 november 2016, afdeling FLO, 819F8D33; Besluit Provinciale Staten van Utrecht; Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 november 2016, afdeling FLO, 819F8D33; Gelezen het concept van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028

Nadere informatie

BEDRIJVENTERREINEN A20 WESTLAND 1E HERZIENING. bestemmingsplan NL.IMRO.1783.abp00000023h01-VA01 vastgesteld

BEDRIJVENTERREINEN A20 WESTLAND 1E HERZIENING. bestemmingsplan NL.IMRO.1783.abp00000023h01-VA01 vastgesteld BEDRIJVENTERREINEN A20 WESTLAND 1E HERZIENING bestemmingsplan NL.IMRO.1783.abp00000023h01-VA01 vastgesteld Inhoudsopgave T oelichting Hoofdstuk 1 5 Inleiding 6 1.1 Aanleiding 6 1.2 Ligging plangebied

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN REPARATIEBESLUIT VEILINGWEG 28 EN GROTE WAARD 1 T/M 29 TE HONSELERSDIJK

BESTEMMINGSPLAN REPARATIEBESLUIT VEILINGWEG 28 EN GROTE WAARD 1 T/M 29 TE HONSELERSDIJK BESTEMMINGSPLAN REPARATIEBESLUIT VEILINGWEG 28 EN GROTE WAARD 1 T/M 29 TE HONSELERSDIJK STATUS: VASTGESTELD DATUM: 2014-11-25 IDENTIFICATIENUMMER: NL.IMRO.1783.ABP00000022-VA02 CORSA: - 2 COLOFON Dit is

Nadere informatie

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde Gemeente Tynaarlo Oktober 2011 NL.IMRO.1730.PBWatermolendijk3-0401 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Huidige en beoogde situatie... 5 2.1 Beschrijving

Nadere informatie

Bedrijventerrein Honselersdijk

Bedrijventerrein Honselersdijk Bedrijventerrein Honselersdijk Westland bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.1783.ABP00000022-vast 22-09-2011 concept 10-04-2012 voorontwerp projectnummer:

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid. 3.1 Inleiding. 3.2 Rijksbeleid

HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid. 3.1 Inleiding. 3.2 Rijksbeleid In de toekomst zullen er altijd verzoeken komen van ontwikkelingen die niet passen binnen voorliggend bestemmingsplan. Voor dergelijke initiatieven kan alsnog medewerking worden gevraagd aan het college

Nadere informatie

Bestemmingsplan Ladonk. Ondernemers bedrijventerrein 21 maart 2013 Raadszaal

Bestemmingsplan Ladonk. Ondernemers bedrijventerrein 21 maart 2013 Raadszaal Bestemmingsplan Ladonk Ondernemers bedrijventerrein 21 maart 2013 Raadszaal Agenda Opzet bestemmingsplan Knip planvorming, plangebied, systematiek Inhoud bestemmingsplan nader toegelicht Industrielawaai

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN ZIJDELWAARD EERSTE HERZIENING

BESTEMMINGSPLAN ZIJDELWAARD EERSTE HERZIENING 12055 12055 BESTEMMINGSPLAN ZIJDELWAARD EERSTE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN ZIJDELWAARD EERSTE HERZIENING 1. INLEIDING 2 1.1 Aanleiding 2 1.2 Ligging en begrenzing plangebied (Zijdelwaard) 2 1.3 Doel van

Nadere informatie

Wijzigingsplan It Oast 2 Augustinusga. Ontwerp

Wijzigingsplan It Oast 2 Augustinusga. Ontwerp Wijzigingsplan It Oast 2 Augustinusga Ontwerp Toelichting Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan/moederplan 3 1.4 Bestaande en toekomstige

Nadere informatie

Uitbreiding Theater De Willem

Uitbreiding Theater De Willem Stedenbouwkundige verkenning Uitbreiding Theater De Willem Gemeente Papendrecht, november 2008 Stedenbouwkundige Verkenning Onderwerp: Theater De Willem 1. Inleiding De mogelijkheden voor uitbreiding van

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE Versie 2, d.d. 6 oktober 2011 Afdeling Stadsontwikkeling M. Jonker 1 Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bedrijfspercelen Hogeweg 15, Hogeweg 21 en Voederheil 8A, Zeeland. Gemeente Landerd

Bestemmingsplan Bedrijfspercelen Hogeweg 15, Hogeweg 21 en Voederheil 8A, Zeeland. Gemeente Landerd Bestemmingsplan Bedrijfspercelen Hogeweg 15, Hogeweg 21 en Voederheil 8A, Zeeland Bestemmingsplan Bedrijfspercelen Hogeweg 15, Hogeweg 21 en Voederheil 8A, Zeeland Toelichting Bijlagen Regels Bijlage

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Links naar brondocumenten

Links naar brondocumenten Links naar brondocumenten PS-doelen en GS-taken Visie Ruimte en Mobiliteit Beleidsvisie Cultureel Erfgoed en Basisvoorzieningen Cultuur 2017-2020 Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie regionale economie

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN DE LIER. STATUS: VASTGESTELD DATUM: 4 MAART 2013 IDENTIFICATIENUMMER: NL.IMRO.1783.

BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN DE LIER. STATUS: VASTGESTELD DATUM: 4 MAART 2013 IDENTIFICATIENUMMER: NL.IMRO.1783. BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN DE LIER STATUS: VASTGESTELD DATUM: 4 MAART 2013 IDENTIFICATIENUMMER: NL.IMRO.1783.abp00000016-vast 2 COLOFON Dit is een uitgave van de Gemeente Westland, team Stedenbouw

Nadere informatie

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek De raad van de gemeente Apeldoorn in vergadering bijeen op 30 mei 2013, Gehoord de beraadslagingen over het ontwerpbestemmingsplan Klarenbeek, Overwegende dat In

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept Samen Ontwikkelen Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept Samen Ontwikkelen 2. Water Bodem & Gebruik 3. Het Groene Hart, met zijn veenweiden, Over de realisatie van

Nadere informatie

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL Gemeente Bladel Memo wijzigingen in Ruimtelijk Casco ten opzichte van DRS en Dorpenplan Medio 2004 heeft de gemeenteraad van Bladel de StructuurvisiePlus, bestaande uit

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Beheersverordening Kornputkwartier

Beheersverordening Kornputkwartier Beheersverordening Kornputkwartier ID plan: NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01 datum: maart 2017 status: vastgesteld auteur: SRE Vastgesteld door de raad dd. de griffier, de voorzitter, NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Raad van de gemeente Heerhugowaard Postbus 390 1 700 AJ HEERHUGOWAARD Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon S. Traudes-Noorlander SVT/IBT Doorkiesnummer

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

Beleidskader. Vrijkomende Agrarische Bebouwing

Beleidskader. Vrijkomende Agrarische Bebouwing Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing Beleidskader December 2016 3 Beleid Vrijkomende Agrarische Bebouwing Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doelstellingen 1.3 Relatie met ander beleid

Nadere informatie

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking MEMO Betreft : Motivering ladder voor duurzame verstedelijking t.b.v. realisatie kinderdagverblijf Klant : J.P.M. Langelaan, Buitenbrinkweg 81, Ermelo Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Oktober 2016 Besluit

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

Artikel 2 De locatie en omvang van de opstelling voor zonne-energie

Artikel 2 De locatie en omvang van de opstelling voor zonne-energie Uitvoeringsregeling opstellingen voor zonne-energie in het landelijk gebied Geconsolideerde versie na vaststelling van besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 31 oktober 2017, tot wijziging

Nadere informatie

Verslag inspraak en vooroverleg. Voorontwerpbestemmingsplan. Bedrijventerreinzone Roerstreek

Verslag inspraak en vooroverleg. Voorontwerpbestemmingsplan. Bedrijventerreinzone Roerstreek gemeente Roermond Verslag inspraak en vooroverleg Voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinzone Roerstreek februari 2013 Het voorontwerp bestemmingsplan 'Bedrijventerreinzone Roerstreel

Nadere informatie

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland)

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland) Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland) De gemeente Berkelland vraagt voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied, Kieftendijk Haaksbergseweg

Nadere informatie

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Van Provincie Noord-Brabant Aan Gemeente Bladel Onderwerp Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Ter attentie van Zaak identificatie 07-11-2017

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Notitie zienswijzen. Notitie zienswijzen Kort Ambacht

Notitie zienswijzen. Notitie zienswijzen Kort Ambacht Notitie zienswijzen Notitie zienswijzen Kort Ambacht Het ontwerp-bestemmingsplan Kort Ambacht heeft van 16 februari 2012 tot en met 28 maart 2012 ter inzage gelegen met de mogelijkheid om zienswijzen in

Nadere informatie

Quickscan Bedrijven en Milieuzonering Sportlaan 2-4 Gemert

Quickscan Bedrijven en Milieuzonering Sportlaan 2-4 Gemert Quickscan Bedrijven en Milieuzonering Sportlaan 2-4 Gemert Quickscan Bedrijven en milieuzonering in opdracht van Ordito mevrouw drs. R. van de Ven Postbus 94 5126 ZH GILZE betreffende de locatie Sportlaan

Nadere informatie

BIJLAGE 3: Toetsingskader

BIJLAGE 3: Toetsingskader BIJLAGE 3: Toetsingskader In dit toetsingskader geven partijen een nadere invulling en uitwerking aan de kaders die in de PKB Plus PMR met betrekking tot het deelproject 750 hectare natuur en recreatie

Nadere informatie

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Wijzigingsplan Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Gemeente Gorinchem Datum: 10 april 2013 Projectnummer: 120675 ID: NL.IMRO.0512.BP2012133-4001 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Visie op Zuid-Holland Ontwikkelen met schaarse ruimte

Visie op Zuid-Holland Ontwikkelen met schaarse ruimte Visie op Zuid-Holland Ontwikkelen met schaarse ruimte Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland is de meest dichtbevolkte provincie van Nederland, met 3,5 miljoen mensen en veel economische bedrijvigheid.

Nadere informatie

Wijzigingsplan BUITENGEBIED MIDDEN 1 E WIJZIGING. toelichting. Juni 2016

Wijzigingsplan BUITENGEBIED MIDDEN 1 E WIJZIGING. toelichting. Juni 2016 Wijzigingsplan BUITENGEBIED MIDDEN 1 E WIJZIGING toelichting Juni 2016 Cluster Ruimtelijke Ontwikkeling 2016 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1: INLEIDING... 1 1.1. AANLEIDING... 1 1.2. DOEL EN PLANVORM... 1 1.3.

Nadere informatie

Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing

Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haaren. Nr. 21696 15 februari 2017 Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing 1. Inleiding 1.1 Aanleiding De afgelopen decennia is het aantal agrarische bedrijven

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren ONTWERP Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Aanvraag Ontheffing conform art. 3.2, lid 1. van de Verordening Ruimte 1. voor de realisatie van 2 burgerwoningen

Aanvraag Ontheffing conform art. 3.2, lid 1. van de Verordening Ruimte 1. voor de realisatie van 2 burgerwoningen Aanvraag Ontheffing conform art. 3.2, lid 1 van de Verordening Ruimte 1 voor de realisatie van 2 burgerwoningen Albert van t Hartweg 46, Nieuwerkerk a/d IJssel 1. Aanleiding Dhr. R. Reijm, wonende te Moordrecht,

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef Gemeente Hollands Kroon 12 oktober 2016 Toelichting Inhoud: 1. Inleiding... 3 1.1 Voorgeschiedenis... 3 1.2 Initiatiefnemer... 3 1.3 Planvoornemen...

Nadere informatie

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG 1 Algemeen De uitbreiding van het plangebied met de locatie Boomsweg omvat deels een nieuwe ontwikkelingslocatie, Boomsweg 12, en deels het overnemen van

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Trade Port Noord Herziening Klaver 4

Bestemmingsplan. Trade Port Noord Herziening Klaver 4 Bestemmingsplan Trade Port Noord Herziening Klaver 4 Bestemmingsplan Trade Port Noord Herziening Klaver 4 Projectnummer 408378 Revisie 03 Datum 25 april 2016 Auteur(s) Paul Kennes Liesbeth van Kempen

Nadere informatie

: Conceptstuctuurplan Bedrijventerreinen Heusden

: Conceptstuctuurplan Bedrijventerreinen Heusden Raad : 25 mei 2004 Agendanr. : Doc.nr : B200314059 Afdeling: : Bouwen en Wonen RAADSVOORSTEL Onderwerp : Conceptstuctuurplan Bedrijventerreinen Heusden Toelichting In januari 2002 is besloten om de Wet

Nadere informatie

Daarnaast is op p. 18 de geluidslijn m.b.t. de boegkavel niet juist weergegeven.

Daarnaast is op p. 18 de geluidslijn m.b.t. de boegkavel niet juist weergegeven. 1 Reclamant 1 Gedateerd 19-01-2013 Ontvangen 22-01-2013 1. Aangegeven wordt het niet eens te zijn met de manier waarop de boegkavel en Brouwhuisse Heide is weergegeven op p. 11 van de toelichting van het

Nadere informatie

Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag)

Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag) Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag) 1.1 Inleiding Het buitengebied van de gemeente Deurne, dat behalve de kernen van Deurne, Vlierden, Liessel, Neerkant en Helenaveen, het gehele grondgebied van

Nadere informatie

Onderzoek bedrijven-milieuzonering Rhijenhove te Den Haag Opdrachtgever Varese Projectontwikkeling te Rotterdam

Onderzoek bedrijven-milieuzonering Rhijenhove te Den Haag Opdrachtgever Varese Projectontwikkeling te Rotterdam Onderzoek bedrijven-milieuzonering Rhijenhove te Den Haag Opdrachtgever Varese Projectontwikkeling te Rotterdam Datum: 2 oktober 2015 Rapportnr: 215136/AQT 302 BMZ/SW Status: Definitief rapport Colofon

Nadere informatie

Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening

Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening 2013-2025 RIA Utrechtse Heuvelrug 1 september 2011 Ineke Schartman Provincie Utrecht, afd. Ruimte Wat en Waarom structuurvisie/verordening Planning

Nadere informatie

Westland Bedrijventerrein ABC Bestemmingsplan

Westland Bedrijventerrein ABC Bestemmingsplan Westland Bedrijventerrein ABC Bestemmingsplan rboi Westland Bedrijventerrein ABC Westland bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.1783.ABP00000024-vast 16-02-2012

Nadere informatie

PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN

PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN Concept PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN BELEIDSNOTITIE VAN GEDEPUTEERDE STATEN DECEMBER 2004 1. Doel en Aanleiding In haar brief van 11 november 2003 aan de Tweede Kamer heeft de Minister van

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid

HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante beleid

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep projectnummer 17008 Opdrachtgever: Gemeente Haarlemmermeer Versienummer:

Nadere informatie

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN Terneuzen Cultuurhistorische Waardenkaart Datum: februari 2013 Opgesteld door: Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 Postbus 35 4530 AA Terneuzen

Nadere informatie