Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam. warmtekoude. metropoolregio amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam. warmtekoude. metropoolregio amsterdam"

Transcriptie

1 Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam warmtekoude metropoolregio amsterdam Programma Warmte en Koude MRA Oktober 2016

2 ROUTEKAART DUURZAME WARMTE IN DE METROPOOLREGIO AMSTERDAM 1. AEB Amsterdam 2. Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling 3. Amsterdam Economic Board 4. Eneco Warmte en Koude 5. Energieonderzoek Centrum Nederland 6. ENGIE 8. Gemeente Aalsmeer 9. Gemeente Almere 10. Gemeente Amstelveen 11. Gemeente Amsterdam 13. Gemeente Diemen 14. Gemeente Haarlem 15. Gemeente Haarlemmermeer 16. Gemeente Heemskerk 17. Gemeente Ouder-Amstel 18. Gemeente Uithoorn 19. Gemeente Velsen 20. Gemeente Zaanstad 21. Greenport Aalsmeer 22. HVC 23. Liander 24. Nuon Warmte 25. Ocap 27. Provincie Noord-Holland 28. Schiphol Area Development Company 29. Stadsverwarming Purmerend 30. Tata Steel 31. TNO 32. Veolia 2 Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam

3 SAMENVATTING EN STATUS ROUTEKAART overeenkomst getekend om te komen tot een regionaal warmtenet voor in totaal woning equivalenten in In de MKBA is ook de gemeente Almere opgenomen waarmee de doelstelling werd gerealiseerd met de bestaande warmtenetten. de strategie is om te komen tot honderd procent duurzame warmtebronnen in netwerkbeheerders, woningcorporaties, vertegen woordigers van particuliere woningeigenaren, tuinders en utiliteitssector. Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam 3

4 Schematisch ziet het er zo uit: ROUTE Samenwerkingsovereenkomst Routekaart DOEL ACTIES Welke warmte waar? All-Electric Warmte Wat wil de klant? proposities Duurzame bronnen? CO 2 Restwarmte Geothermie Innovaties Hoe regelen we het met elkaar? Geld Marktmodel TPA voor de routekaart uit het programma MRA Warmte en Koude. Daarna volgt een aantal 4 Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam

5 1 Inleiding Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam 5

6 1.1 BREED DRAAGVLAK DOOR INMIDDELS 32 PARTNERS corporaties neemt inmiddels deel aan het kernteam en de stuurgroep. 1.2 GOVERNANCE stuurgroep en het kernteam hebben de taak om alle 32 partners betrokken te houden. Hiertoe waar alle 32 partners voor worden uitgenodigd. Het programma MRA Warmte Koude is één van de uitwerkingen van de impuls Duurzaamheid, dat valt onder de stuurgroep MRA PRO 1.3 DOELSTELLING OPGEHOOGD NAAR WONINGEQUIVALENTEN Met de deelname van de gemeente Almere, waar inmiddels woningequivalenten 1 aangesloten. 1 6 Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam

7 1.4 DOELSTELLING VERBONDEN MET AARDGASLOOS reductie van de aardgaswinning. Bovendien vinden netbeheerders het steeds minder verantwoord om nieuwe gasnetten aan te leggen en verouderde netten te vervangen in het orde is. 1.5 VANAF 2035 zullen verschillen tussen verschillende gemeenten. 1.6 MKBA IS DE ONDERBOUWING de MRA. Het regionaal warmtenet is in dit onderzoek vergeleken met een individuele aanpak tot tien keer goedkoper is voor de samenleving dan een individuele aanpak met gebouw- businesscase. Daar zit in dit geval nog een te groot verschil tussen. Dat komt omdat de 2 publieke bemoeienis in de warmtemarkt. 1.7 GRAND DESIGN IS HET WENKEND PERSPECTIEF Design is de eerste, op de techniek gebaseerde, concretisering van de doelstelling. Het Grand Design is geen blauwdruk, maar een door de partners gedragen inspiratie document dat om de Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam 7

8 1.8 GROEIPLAN WARMTE NOVEMBER 2015 In november 2015 hebben o.a. Provincie Noord-Holland, gemeente Amsterdam, Nuon, Warmte aangeboden aan Tweede Kamerleden en het Ministerie van EZ. In het groeiplan staan aanbevelingen die kunnen worden gezien als randvoorwaarden voor een grootschalige uitrol van warmtenetten: van de CO 2 transportleidingen. 1.9 BRIEF MRA WARMTE AAN KAMP JULI 2016 uitvoering van de taken en het werk dat daaruit voortvloeit. 8 Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam

9 2 Concluderen Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam 9

10 2.1 KENNIS NEMEN VAN MKBA neerde aanpak van warmteoplossingen. Niet alleen is een regionaal verbindend warmtenet 2.2 KENNIS NEMEN VAN GRAND DESIGN 2. het huidige warmte-aanbod in de MRA is op dit moment ruim voldoende voor de bronnen weggevallen. Er is in 2040 in totaal minimaal 700 MW aan duurzame warmte 3. innoveren is nodig voor o.a. slimme netten, seizoensopslag, cascadering en ultra- 4. eerste grove raming van de investeringen van het Grand Design komt op 1,4 tot 6. het Grand Design zal niet in één keer aangelegd worden. De ontwikkelstrategie 2.3 WARMTENETTEN ALS ÉÉN VAN DE OPLOSSINGEN 2.4 KNOOPPUNTENMARKTMODEL (KPMM) bronnen en distributienetten een nieuwe marktordening nodig is met een publieke toezichthouder. Het KPMM is daarvoor een goed vertrekpunt. Zo n model voorziet in een groot kleine distributienetten Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam

11 2.5 THIRD PARTY ACCESS van levering en vergoeding en wel zodanig dat recht wordt gedaan aan eerder toegetreden willen het systeem wel zodanig vorm geven dat derdentoegang voor leveranciers op de PROJECTEN gerespecteerd met het oog op leverings- en investeringszekerheid. Indien een bron niet overleg met de producenten te geschieden. 2.7 DOORGAAN CONFORM SAMENWERKINGS- doen. Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam 11

12 3 Doen 12 Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam

13 3.1 BRONNEN restwarmte ingevoed wordt in een warmtenet om zo de verspilling duurzame warmte, waaronder een optimale ontsluiting van geothermie geothermisch opgewekt vermogen van 200 MW. We realiseren ons dat publiek-private samenwerking vereist. We realiseren ons ook dat de verduurzaming niet in één keer gerealiseerd kan worden, daarom zal leidt dat tot de volgende activiteiten. Versnelling Geothermie MRA in te richten, met vertegenwoordigers van belanghebbende onderzoek dat in Greenport Aalsmeer uitgevoerd gaat worden vinden we een stap in de goede richting. uitkopppelbaarheid van de verschillende bronnen van Tata. Tata Steel zal eind 2016 meer AEB/Nuon stellen een visie in 2016 op hoe tot 2040 tot vergroening kan worden gekomen Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam 13

14 rioolwaterzuiveringen, datacenters, Power to Heat en houtcentrales. Van veel van deze bronnen komt. De programmaregisseur laat daarom in 2017 een Warmtebronnenregister opstellen, inzicht in de omvang en beschikbaarheid van de kleine bronnen voor de korte en lange 2-14 Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam

15 3.2 VRAAGKANT en dat we daarom nu al moeten beginnen. In het eindbeeld van een starten met het keuzeproces van welke warmte waar. De warmtetransitie is een immense opgave en mag dus niet worden onderschat. plannen voor de warmtetransitie. Daarvoor dienen de gemeenten wel > periode plannen voor de warmtetransitie te maken, uiteenlopend van een inventarisatie van elkaar leren en een eenduidige aanpak ontwikkelen. Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam 15

16 bewonersorganisaties, Alliander, verhuurders, Westpoort Warmte en Nuon. De opgedane ervaringen worden gedeeld binnen MRA-verband. De warmteregisseur zorgt ervoor dat de dialoog met woningcorporaties, huurders, tools worden ontwikkeld om te komen tot de best betaalbare methoden om woningen te netbeheerder en de warmteproducent de benodigde speelruimte en zekerheid om te binnen het warmteprogramma participeert. 16 Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam

17 3.3 MARKTORDENING verschillende warmtebronnen het warmtesysteem gaan voeden, worden dat warmtebronnen ingevoed kunnen worden, elkaar kunnen vervangen en met name dat de consument kan rekenen op betrouwbare, duurzame en betaalbare warmte. Voor de komende periode werken we de nieuwe marktordening verder uit. marktmodel in de steigers gaat zetten. Hiervoor wordt o.a. gebruik gemaakt van een simulatiemodel en ervaringen uit Denemarken en de kennisontwikkeling binnen Zuid- bezet moeten worden en wat dat betekent voor de keuzes die in het heden worden gemaakt. Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam 17

18 3.4 INNOVATIE woningniveau. Deze uitdagingen gelden zeker niet alleen voor de MRA en vragen een nationale benadering. De warmteregisseur stelt samen met TNO, ECN en het Programmabureau Warmte en Koude trachten de benodigde innovaties te realiseren. 18 Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam

19 3.5 FINANCIERING PROJECTEN het nog vaak aan. De grootste opgave zit dan ook om die reden in de Daarin komen vragen aan de orde over investeringsomvang en -tempo, en het gewenste Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam 19

20 3.6 ORGANISATIE Er is consensus over de noodzaak van regie op de ontwikkeling van warmtenetten in de MRA. Met elkaar gaan we de voortgang van het Grand Design bewaken en zorgen we ervoor dat keuzes voor een warmtevoorziening. Dat betekent dat dit programma een continue 20 Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam

21 Een grootschalige uitrol van warmte in de MRA en in andere delen van Nederland kan alleen in samenwerking met en sterk ondersteund door 2 energie- en warmtetransitieplannen en het aanpassen van wet- en met andere alternatieven voor aardgas. Ook dit punt vormt onderdeel van de lobby. Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam 21

22 naslagwerken 22 Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam

23 4.2 ACHTERGRONDDOCUMENT 1 JULI 4.3 LOBBYDOCUMENTEN NASLAGWERKEN 4.4 MKBA STUDIE 4.5 GRAND DESIGN 4.6 WARMTE IN ALLE OPENHEID Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam 23

24 Bestuurdersdebat 3 e Stakeholdersbijeenkomst op vrijdag 1 juli 2016 Plaats: Provinciehuis te Haarlem Debatleider: Dick Emmer (wethouder Zaanstad) In het ochtendgedeelte vonden de dialoogtafels plaats. In de middag werden de resultaten van de dialoogtafels 1 een voor een weergegeven door de voorzitters van de tafels. Opwek: Voorzitter: Bart-Jan Freriks (ENGIE) Begeleider: Petrus Postma (Greenport Aalsmeer) Aanvullingen op / opmerkingen bij consensus werkgroepen: 1. Merit order moet bestaan uit duurzaamheid/ onvermijdelijkheid, prijs, leveringszekerheid, locatie en tijd. 2. Vraag: mag duurzame warmte meer kosten? 3. Uitwerking aanbod Tata Steel parallel aan uitwerken propositie Aalsmeer. 4. Geothermie diep en ultradiep scheiden, onderzoek diep 2 mln. Afweging: publiek en transparant of SPV met markt en dus minder transparant. Belangrijkste uitkomsten discussie: 1. Consensus op de drie thema s met inachtneming bovenstaande punten. 2. Periodieke afstemming tussen grote bronnen over investeringen in warmte. 3. Dat gaat werken met een beperkt aantal spelers, zo lang we eerlijk en transparant durven zijn en respect hebben voor gedane investeringen. Voorgestelde acties: 1. Akkoord met opbouwen merit order in overleg met de grote bronnen. 2. Onderzoek de propositie voor Greenport Aalsmeer, dat is de sleutel voor de backbone Tata-Amsterdam. 3. Provincie, overweeg wel of niet in SPV verband met geothermie aan de slag te gaan, maar ga aan de slag! Discussie en afspraken tijdens het debat: 1. Duurzame warmte Een ladder voor duurzame warmte en een merit order is wenselijk. Alexander van Ofwegen (Nuon) wil certificering van bronnen. Joris Thijssen (Greenpeace) vindt gebruik van restwarmte van Tata Steel wenselijk maar wil het niet duurzaam noemen. Het is wenselijk dat we dezelfde taal gaan spreken, dezelfde verwachtingen wekken en dus moet een ladder van duurzame warmte ook functioneren als een communicatiemiddel, liefst in landelijk verband. ECN, TNO en Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) willen meewerken aan een project te komen tot een ladder en merit order. 2. Geothermie Over geothermie wordt geopperd om een soort provinciale warmteunie te starten. Voorgesteld wordt om snel een werkgroep te starten om te onderzoeken wat de kansen 1 Notulen van de dialoogtafels zijn bijgevoegd. Alleen die van de dialoogtafel Afnemers niet. De opnameapparatuur werkte niet waardoor het verslag niet compleet is.

25 en mogelijkheden zijn voor geothermie in de MRA en hoe dit vorm te geven al of niet middels een (publiek-private) SVP. Engie, TNO, ECN, HVC, NVDE, gemeente Almere, Nuon/AEB geven aan mee te willen doen aan deze werkgroep waarbij wel nadrukkelijk werd gesteld dat er een verschil is tussen partijen die meedoen voor het (haalbaarheids)onderzoek en partijen die daadwerkelijk kennis en expertise in gaan brengen. Er wordt gesteld dat het onderzoek naar geothermie transparant en de uitkomsten publiek toegankelijk moeten zijn. De eigenaar van de data moet dus iemand anders zijn dan een van de uitvoerende partijen. De provincie roept de werkgroep bij elkaar. 3. Restwarmtebenutting Gerard Jägers geeft aan dat Tata Steel natuurlijk een eigen interne merit order heeft, waarbij eerst wordt onderzocht of het productieproces efficiënter kan waardoor restwarmte teruggedrongen wordt en of er betere toepassingen zijn voor de restwarmte. Volgens Gerard werkt Tata Steel hier hard aan, maar ze kunnen het niet alleen. Tata Steel heeft behoefte aan een warmtebedrijf dat na een overdrachtspunt het van Tata Steel overneemt. Er moet ook duidelijkheid ontstaan aan de vraagkant bij Greenport Aalsmeer. Daarover wordt door Petrus Postma (Greenport) gemeld dat deze vraagkant zich aan het organiseren is. Distributie: Voorzitter: Roelof Potters (Alliander DGO) Begeleider: Cees Tip (Gemeente Zaanstad) Aanvullingen op / opmerkingen bij consensus werkgroepen (op basis van achtergronddocument): 1. Backbone is voor de lange termijn nodig. 2. TPA bevordert een optimale overgang naar duurzame warmte. 3. Mogelijk maken van TPA van producenten vergt systeemverantwoordelijkheid bij één partij: overheid. 4. TPA zodanig dat eerder toegetreden producenten recht wordt gedaan. Belangrijkste uitkomsten discussies: 1. Systeemverantwoordelijkheid bij overheid; kost een paar centen, maar voor de lange termijn nuttig. 2. Warmtetafel MRA nodig om kralen te rijgen en backbone tot stand te brengen. 3. Nu starten, want het duurt nog maximaal jaar tot warmte achter elke (bereikbare) voordeur is! 4. Regie op het realisatieproces focust op verbinden van kralen/rijgen; niet overregisseren. Discussie en afspraken tijdens het debat: We moeten denken vanuit het Grand Design. Het systeem is te kleinschalig voor volledige retailvrijheid (TPA voor leveranciers) en als de schaal veel groter wordt is het vanwege o.a. leveringszekerheid onvermijdelijk dat de overheid een belangrijke rol neemt/krijgt. Systeemverantwoordelijkheid moet dus bij de overheid worden belegd, maar uitvoering daarvan kan bij een andere partij liggen. Het realiseren van de backbone kost veel tijd, dus daar moet nu al mee begonnen worden. Gijs de Man (Purmerend) vraagt wat we doen met lokale projecten die geen rekening houden met het groter geheel (Grand Design). De MRA kan zo n project niet stilleggen maar er wel voor zorgen dat financiering van de meerkosten op een hogere schaal wordt geregeld. De Autoriteit Consument & Markt stelt binnenkort de methodiek vast op grond waarvan tarieven (en o.a. afschrijftermijnen) voor de netbeheerders gas worden bepaald. Dat gaat dan

26 gelden voor 5 jaar vanaf In het licht van wat er binnenkort allemaal gaat veranderen betoogt Monique van Eijkelenburg (NVDE), dat het verstandig is om dat voor maximaal 3 jaar te doen en daarvoor een zienswijze in te dienen. Er is consensus over het knooppuntenmarktmodel a la Denemarken. Misschien moet er een werkbezoek worden georganiseerd. Egbert de Vries (AFWC) geeft aan dat woningcorporaties leveringszekerheid willen en dan is een goede en onafhankelijk aangestuurde backbone noodzakelijk. Alexander van Offwegen wil voorrang voor duurzame bronnen en bij nieuwe duurzame bronnen de andere bronnen uitfaseren, waarbij de MRA zelf criteria vaststelt wat duurzaam is en wat niet (certificering). Daarbij is tevens behoefte aan een vorm van planning en tijdframe. Er wordt voorgesteld een werkgroep te starten die het model verder uitwerkt o.a. met een simulatiemodel. Cees Tip van Zaanstad neemt het initiatief en de deelnemers van de werkgroep zijn de deelnemers van de dialoogtafel: Harm de Boer (SADC), Theo Voskuilen (Alliander DGO), Martin Scheepers (ECN), Tim Zijderveld (TNO), Peter Wolbert (ENGIE), Monique van Eijkelenburg (NVDE), Dick Emmer (Zaanstad), Steven Kerstel (Nuon), Roelof Potters (Alliander DGO) Helma Kip (ENnatuurlijk). Afnemers: Voorzitter: Gijs de Man (Stadsverwarming Purmerend) Begeleider: Jan van der Meer (warmteregisseur) Belangrijkste uitkomsten discussie: 1. Gasloos: a. Nieuwbouw incl. grootschalige vervanging direct. b grotendeels aardgasvrij. c. Congruent blijven met Rijk, lagere overheden, netbeheerders en woningcorporaties. d. Wetgeving aanpassen (aansluitplicht) en gemeenten hebben meer bevoegdheden nodig voor aardgasvrij. 2. Warmtetransitieplan: gemeenten aan zet, hoe besluiten (met 50 of 70% voorstanders)? 3. Aantrekkelijkheid a. Nu geen TPA voor leveranciers voor kleinverbruik; maar wel blijven nadenken. b. Keuzevrijheid in systeem, product incl. tariefsoort. c. Prijs is politieke keuze, naar KostPlus als dat kan (nu is gas te goedkoop). Voorgestelde acties: 1. Lobby Rijk (praten met één stem; beperk aantal boodschappen). 2. Warmtetransitieplannen per gemeente gaan maken in deze raadsperiode. 3. Lokaal nek uitsteken; landelijk leveren! Discussie en afspraken tijdens het debat: Er moet urgentie worden gecreëerd en dat doe je door een datum te noemen. Aardgasvrije nieuwbouw per direct en de oudbouw per 2035 grotendeels aardgasvrij. We kijken in eerste instantie naar het Rijk die deze boodschap moet verkondigen maar het werkt het beste als we congruent allemaal hetzelfde zeggen. Het Rijk moet wel wetgeving daarvoor aanpassen. Indruk is ook dat Minister Kamp wacht op een signaal van onderop. Wethouder Floor Bal Van Velsen vindt wel dat we de bewoners een alternatief moeten bieden. Wethouder Hans Bouma van de gemeente Uithoorn vraagt zich af of 2035 wel realistisch is. De gemeente heeft weinig budget. Maar de MRA-samenwerking is juist gunstig voor het delen van kennis en inzet. Gedeputeerde Jack van der Hoek zegt dat de provincie de gemeenten wil helpen o.a. met het inzichtelijk maken

27 waar de kansen in een gemeente liggen middels het CEGOIA-tool van CE Delft. De provincie wil langs komen bij alle gemeenten. Netbeheerder Liander zal in dat traject aangeven waar op welk moment aardgasnetten tegen de laagste kosten te verwijderen zijn. Egbert de Vries (AFWC) wil graag dat we inzichtelijk maken wat de consequenties zijn als we dit willen per 2035 en we hebben een overtuigend verhaal nodig naar bewoners. Staande de bijeenkomst werd besloten om snel een brief te sturen over 2035 naar het ministerie voor de energiedialoog. De sluitingsdatum daarvoor is vrijdag een week later. Financiering en andere randvoorwaarden: Voorzitter: Erik Stronk (ENnatuurlijk) Begeleider: Peter Odermatt (E-Tree) Aanvullingen op / opmerkingen bij consensus werkgroepen (op basis van achtergronddocument): 1. Backbone socialisatie en de gewenste rol van de (Rijks)overheid. Kanttekening dat dit samen moet worden opgepakt (markt, gemeenten, provincies en Rijk). 2. Helder kader, stip op de horizon, definitie duurzaamheid, heldere ambities t.a.v. aardgasloos etc. is cruciaal. 3. Als wij spreken over provincie, hebben wij twee provincies binnen de MRA. Belangrijkste uitkomsten discussies: 1. Werken aan de backbone is een van de topprioriteiten. Wij moeten de kip/ei discussie doorbreken. Wij moeten helder samen definiëren wat wij willen en zelf kunnen. Over wat wij dan nog nodig hebben aan zekerheden en middelen moeten we snel de dialoog aangaan met de overheden. 2. Hulp voor projecten in de onderzoeksfase & garantiefonds zou een heel goede zet kunnen zijn om projecten (sneller) van de grond te krijgen. 3. Het snel hebben van warmtetransitieplannen van gemeenten is een belangrijke driver om randvoorwaarden ingevuld te krijgen. 4. Warmteakkoord 1.0 als procesakkoord met een gedragen wenkend perspectief. Het warmteakkoord moet helpen om te verleiden tot vervolgstappen. Voorgestelde acties: 1. Nadenken over scope van mogelijke warmteakkoorden 1.0, 2.0, 3.0 en de overall regie die misschien in de tijd kan veranderen Discussie en afspraken tijdens het debat: De groep was het er over eens dat de financiering geen probleem is. De crux zit in de businesscase. Men is op zoek naar zekerheden. De backbone is daarbij absoluut noodzakelijk en dient ook volledig gesocialiseerd te worden. Roelof Potters (Alliander DGO) stelt dat als gasnetten vervangen moeten worden voor warmtenetten dan moet de politiek aangeven of de overheid hier een taak in heeft. Als de politieke logica is dat gasnetten iets landelijks is, dan zou je ook kunnen zeggen dat vervanging daarvan dat ook is. Alexander van Ofwegen (Nuon) nuanceert dit door te wijzen op de aantallen. Het grootste warmtenet in Nederland is huishoudens groot terwijl zo n 6-7 miljoen huishoudens op aardgas zijn aangesloten. Egbert de Vries (AFWC) stelt dat de landelijke overheid het wel erg moeilijk maakt door volledig te gaan voor de Parijse klimaatakkoorden maar terughoudend is met investeren en socialiseren van de warmtenetten. Voorzitter Dick Emmer heeft onlangs gesproken met pensioenfondsen en die hebben aangegeven vroeg bij de plannen voor warmtenetten te willen worden betrokken. Cees Tip (Zaanstad) heeft nog een overdenking. De backbone moet voor de troepen uit worden

28 gerealiseerd met veel risico en zeer laag rendement. Wie is nu in staat om die lange adem te hebben? Zijn dat de pensioenfondsen of een partij die nog verder weg kan kijken: de overheid? Wat moet er in het warmteakkoord vraagt Dick Emmer. Er is consensus over een set afspraken in een 1.0 warmteakkoord. Dat kan een procesakkoord zijn waarna vervolgens toegewerkt kan worden naar concretere afspraken in latere versies. In het warmteakkoord moet minimaal worden opgenomen dat gemeenten aan de slag gaan met warmtetransitieplannen nog binnen deze raadsperiode. Anne Marie van Osch (gemeente Almere) biedt aan hun plan van aanpak te delen met andere gemeenten. Menigeen wil wel dat de vrijblijvendheid er van af gaat. Ook opnemen hoe we tot financieringsconstructies kunnen komen voor bijvoorbeeld de meerkosten van het regionale perspectief bij individuele projecten. Tjalling de Vries (Ministerie van EZ) vat tot slot samen dat we duidelijkheid wensen over de termijn van aardgasloos (wanneer en onder welke condities), financiering van de backbone en aanvullende regulering. Het ministerie van EZ heeft concrete plannen nodig van ons. Hij roept op niet te wachten maar nu al te participeren op de regels die aangepast zullen worden. Belangrijk is ook om draagvlak te creëren bij de burgers. Veel zal ook terugkomen in de energieagenda van het ministerie. MRA kan een experimenteerregio worden. Afsluiting Gedeputeerde Jack van der Hoek sluit het middaggedeelte af. Hij constateert dat er veel energie in de groep zit en veel punten behandeld zijn. De volgende stap zal zijn dat de stuurgroep aan de slag gaat met een warmteakkoord. Deze zal dan in het najaar worden voorgelegd aan de stakeholders. Hij dankt de aanwezigen voor hun bijdragen. Jan van der Meer Amsterdam, 10 juli 2016

29 Achtergronddocument voor de Organisatorische ronde tafelconferentie van het programma Warmte en Koude in de Metropoolregio Amsterdam Vrijdag 1 juli van tot uur in het Provinciehuis, Dreef 3 te Haarlem A G E N D A: uur Opening Warmteregisseur uur Ondertekening ECN als 32 e partner uur 4 dialoogtafels (Opwek, Distributie, Afnemers, Financiën) uur Lunch uur Terugkoppeling vanuit dialoogtafels uur Bestuurdersdebat onder leiding van wethouder Dick Emmer uur Afsluiting door Gedeputeerde Jack van der Hoek uur Netwerkborrel uur Einde 1

30 Inleiding: Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam Het programma Warmte en Koude van de MRA heeft als doelstelling om in woning equivalenten (weq) te voorzien van duurzame warmte. Op dit moment maken in de regio ca weq gebruik van collectieve warmte. Om te komen tot een half miljoen weq is inzicht nodig in vraag en aanbod van warmte en de netwerken en technieken die nodig zijn om vraag en aanbod te koppelen. Begin dit jaar is daarvoor in een gezamenlijk proces met de 31 programmapartners een rapport opgesteld dat deze inzichten verschaft en tevens een eerste uitwerking is van een Grand Design voor een duurzame warmtevoorziening in de MRA. De resultaten en de conclusies van het Grand Design zijn gepresenteerd op de tweede stakeholdersbijeenkomst van 18 maart in Almere. De warmtevraag in de MRA is in beeld gebracht en geanalyseerd. Daarbij is de nadruk gelegd op concentraties van (woon)gebouwen met een warmtevraag hoger dan m 3 aardgas per jaar. De inschatting is dat deze tot aan 2040 rendabel via een warmtenet kunnen worden aangesloten op duurzame warmte. Zo ontstaat een potentieel van weq, waarvan de glastuinbouw ruim een kwart uitmaakt. Deze weq zullen niet allemaal een aansluiting krijgen. Aan de andere kant zullen er ook gebouwen met een lager verbruik worden aangesloten als de warmteleiding er eenmaal ligt. Tot slot zal ook een deel van de nieuwbouw aangesloten worden. De warmtevraag is voor het realiseren van de doelstelling goeddeels in beeld gebracht en zeker niet beperkend. Het huidige warmte-aanbod in de MRA is op dit moment ruim voldoende voor de huidige en reeds gecontracteerde warmteklanten. Een doorrekening naar 2040 laat een extra behoefte aan duurzame warmtebronnen zien. In totaal zal als basisvermogen minimaal 700 MW th nodig zijn. Extra warmtebronnen moeten grotendeels bestaan uit enkele robuuste grote eenheden en een heel scala aan kleinere bronnen. Grote bronnen kunnen zijn: Restwarmte van Tata Steel; Geothermische bronnen, van diep (tot 4 km) tot ultradiep (tot 7 km); Bestaande afvalverbranders op biomassa; Bestaande of nieuwe gascentrales op koolstofarm gas. Verder zijn veel kleinere warmtebronnen op verschillende temperatuurniveaus beoogd, waaronder datacenters, rioolwaterzuiveringen, maar ook innovaties zoals warmte uit overschotten aan duurzame elektriciteit. Het Grand Design is weergegeven in een wensbeeld voor De komende jaren zal meer duidelijkheid komen over de beschikbare bronnen en ook over de potentie van enkele innovaties, zoals hoge temperatuur seizoensopslag, cascadering en ultradiepe geothermie. Dit voortschrijdend inzicht zal periodieke aanpassing van het Grand Design noodzakelijk maken. Een eerste grove raming van de kosten voor het Grand Design komt op 1,4 tot 1,7 miljard euro. In het Grand Design wordt ook een realisatiepad geschetst voor de komende jaren en dat bestaat uit het organiseren van de warmtevraag van tuinders en het snel aanwijzen van de warmtetransitiegebieden. Parallel zal het warmteaanbod veel aandacht krijgen; eerst de grote robuuste duurzame bronnen, vervolgens de vele kleinere bronnen. Ten derde zal de markt de planning en de realisatie van nieuwe infrastructuur moeten oppakken, gekoppeld aan de nodige innovatie. Het Grand Design is de eerste, op de techniek gebaseerde, concretisering van de doelstelling. Het Grand Design is geen blauwdruk maar eerder een inspiratiedocument dat periodiek zal worden herijkt indien nieuwe inzichten daartoe aanleiding geven. Nu volgt de concretisering van de organisatorische aanpak met een warmteakkoord als beoogd resultaat èn als startpunt voor de realisatiefase. Uiteindelijk kan de doelstelling alleen tot stand komen door een goede samenwerking tussen alle programmapartners èn het Rijk, waarin de klant centraal staat en onder een goede en gedragen programmaregie. Het volledige Grand Design is te vinden op 2

31 Werkwijze Per dialoogtafel hebben we beschreven wat de consensus was in de werkgroep. Daarna beschrijven we een aantal thema s die een verdiepingsslag nodig hebben. De discussie zal gevoerd worden op basis van stellingen, die puur bedoeld zijn om het gesprek op gang te brengen Achtergrondinformatie Dialoogtafel Opwek 1. Opgave Het Grand Design kan niet worden gerealiseerd zonder stevige investeringen (financieel en qua commitment) ten aanzien van duurzame opwek, en uiteindelijk afname, van warmte op de schaal van het Grand Design. Hoe gaan wij dit door de tijd heen organiseren en borgen? 2. Consensus op hoofdlijnen Om de warmtevraag die ontstaat uit het Grand Design in te kunnen vullen moet stevig worden geïnvesteerd in beschikbaar krijgen en houden van (extra) opwekcapaciteit of restwarmte en in de optimale afstemming van vraag en aanbod tot De grootste opgave op MRA niveau ligt op het beschikbaar hebben van warmte op de beoogde backbone van het Grand Design (uiteindelijk 700 MW th.) Dit vraagt om overallregie in de planning en om goede organisatie in de dagelijkse praktijk. Warmte maakt daarbij integraal onderdeel uit van de bredere plannen voor de regionale energietransitie. De werkgroep stelt voor bij het uitrollen van het Grand Design steeds heel transparant de afwegingen te maken tussen voortgang op duurzaamheid, de prijs voor warmte en de leveringszekerheid. Sneller duurzaam, zonder leveringszekerheid in gevaar te brengen, kost meer. Soms kan dat, maar soms in de afweging van belangen, kan dat nog even niet. Om optimaal in te kunnen spelen op kansen en bedreigingen zal het Grand Design periodiek (bijvoorbeeld iedere 2 jaar) herijkt moeten worden. De werkgroep geeft daarbij aan dat het vanuit leverings- en investeringszekerheid belangrijk is dat de onderliggende businesscases worden gerespecteerd en dat het beste daarbij niet de vijand mag worden van het goede. Dat wil zeggen dat de nieuwste technologie niet onmiddellijk goede bestaande technologie mag verdringen. Organisatorisch biedt het knoopuntenmarktmodel (KMM, zie dialoogtafel Distributie) een goed vertrekpunt voor het organiseren van de match tussen vraag en aanbod voor warmte op de backbone. Het KMM voorziet in een groot transportnet (backbone) met daaraan gekoppeld grote warmteproducenten en fysieke knooppunten waar de warmte beschikbaar wordt gesteld aan warmteleveranciers of zeer grote afnemers. Achter het knooppunt bevinden zich grote en kleine distributienetten. In het KMM levert de backbone in eerste instantie de basisvoorziening. Back-upen piekvoorzieningen worden voor een deel op het niveau van achterliggende distributienetten veiliggesteld. De distributienetten zijn vrij in keuzes voor bijvoorbeeld temperatuurregiem en herkomst van de warmte. Zo is het mogelijk dat een deel van de warmtevraag van een distributienet wordt afgedekt uit bijvoorbeeld geothermie die niet afkomstig is uit de backbone. 3. Thema s voor de dialoogtafel Warmteproductie en duurzaamheid Restwarmtebenutting Geothermie 3

32 4. Verdiepingsslag Thema 1: Warmteproductie en duurzaamheid Het Grand Design schetst een eindbeeld waarbij in de MRA in 2040 totaal woningequivalenten zijn aangesloten op collectieve en duurzame warmtenetten. Een aantal belangrijke vragen die wij gezamenlijk moeten beantwoorden zijn: Hoe duurzaam is duurzaam? Hoe definiëren wij duurzaam? Wanneer bereiken wij welke stap in de verduurzaming? Dit alles ook in relatie tot kosten en betrouwbaarheid van warmtelevering. Om de verduurzaming van warmteopwek te kunnen vormgeven is het noodzakelijk het Grand Design te plaatsen in de bredere energietransitie. Belangrijk in dit kader is bijvoorbeeld hoe de regio wordt voorzien van de benodigde elektriciteit en welk aandeel elektriciteit krijgt in het invullen van de warmtevraag. Energieopslag is een ander belangrijk onderwerp met relevantie voor het Grand Design. MRA heeft daarom behoefte aan een routekaart voor de energietransitie met scenario s en heldere (her)ijkpunten die het mogelijk maken om onderliggende businesscases voor warmteproductie nader uit te werken. De werkgroep stelt voor de keuze voor inzet van warmtebronnen afhankelijk te maken van wat binnen de routekaart efficiënt en wenselijk is voor MRA. Dit kan met scherpe tussentargets op gebied van duurzaamheid. Met duidelijke targets kan helder worden geformuleerd welke (type) bronnen wij wanneer nodig hebben om onze ambitie te verwezenlijken. En, belangrijk, hoe duurzaam een bron en de daarmee opgewekte warmte is. Greenpeace introduceerde in de werkgroep drie concepten die zij hanteren om tot afwegingen te komen ten aanzien van bijvoorbeeld het gebruik van warmtebronnen. Het gaat hierbij om de concepten efficiënt, wenselijk en onvermijdelijk. Concreet: Voor het uitvoeren van het Grand Design zijn restwarmte van TATA Steel of warmte van de AVI wenselijk en efficiënt. Deze bronnen leveren immers een zeer grote hoeveelheid warmte die onder huidige markcondities nog moeilijk anders op te wekken is (efficiënt en wenselijk). De hier opgewekte warmte draagt daarnaast stevig bij aan de duurzaamheidsdoelstellingen. Ook al zijn er misschien nog duurzamere bronnen te bedenken. Omdat het gebruik van kolen bij staalproductie en verbranden van afval voor de langere termijn nog onvermijdbaar is, en deze warmte bijdraagt aan de duurzaamheidsdoelstellingen, heeft Greenpeace geen bezwaar tegen het gebruik van dit soort warmte. Ondersteunend hieraan is het recentelijk verschenen CE Delft rapport Ketenemissies warmtelevering. Directe en indirecte CO2- emissies van warmtetechnieken. Het concludeert dat voor Nederland industriële restwarmte de meest duurzame warmte is. Gevolgd door geothermie, warmte uit AVI s, en warmte uit biomassacentrales (met NL-houtsnippers). De werkgroep geeft in overweging om in aanvulling op bestaande methodieken en definities een MRA specifieke duurzaamheidsladder op te laten stellen. Het eindbeeld van het Grand Design gaat uit van duurzame, hernieuwbaar opgewekte warmte. Dit doel wordt met tussenstappen bereikt. Hoe ziet zo n tussenstap nu eruit? Over bijvoorbeeld 12 jaar zal een groot deel van de in MRA gebruikte warmte afkomstig zijn van een backbone, waarop verschillende warmteleveranciers zijn aangesloten. De warmteproducenten hebben heldere afspraken met een systeemintegrator of warmtenetbeheerder die voor de afnemers aan de knooppunten de leveringszekerheid garandeert en de producenten, voor de afgesproken looptijd een rendement op geïnvesteerd vermogen garandeert. Niet iedere bron op de backbone zal dezelfde mate van duurzaamheid hebben. Een aantal bronnen staan dan op uitfaseren (en worden door nog duurzamere bronnen vervangen), een aantal andere bronnen hebben nog jaren te gaan. Op dat moment kan zeer goed een heroverweging plaatsvinden waardoor bepaalde bronnen nog even blijven of anderen vervroegd worden uitgefaseerd. In beide gevallen dient dit in goed overleg te geschieden met de producenten en worden zij eventueel gecompenseerd voor misgelopen inkomsten en rendement. Het afgeven van dergelijke zekerheden is voor het mogelijk maken van de grote kapitaalsinvesteringen met een lange looptijd noodzakelijk. 4

33 Stellingen voor discussie: - MRA gaat gezamenlijk werken aan concrete gemeentelijke warmtetransitieplannen die duidelijke targets stellen ten aanzien van duurzaamheid en ingebed zijn in bredere plannen voor de energietransitie. - Deze plannen worden opgesteld met respect voor de bestaande posities en bieden een transparante afweging voor wat efficiënt, wenselijk en onvermijdelijk is. - Op weg naar 2040 zullen wij elke twee jaar terugblikken en vooruitblikken en ingrijpen indien de doelstellingen van MRA buiten bereik raken. Thema 2: Restwarmtebenutting Restwarmtebenutting, voorop de restwarmte bij TATA Steel, lijkt naast de huidige bronnen een belangrijk element te zijn voor het realiseren van de warmtetransitie in MRA. Het Grand Design bouwt verder ook op restwarmte uit datacenters en de rioolwaterzuivering. Restwarmtebenutting voegt complexiteit toe aan de uitdagingen van het opzetten en beheren van een warmteketen. Benutting van industriële restwarmte voor derden is complex (vooral vanuit de businesscase en soms ook technisch) en komt vaak moeilijk van de grond. Een paar redenen hiervoor zijn: (1) moeilijkheid om te komen tot afspraken die alle partijen voldoende comfort bieden (tijdshorizon, garanties, flexibiliteit etc.). (2) De uitkoppeling van warmte mag niet interveniëren met het primaire proces. De restwarmteleverancier zal het eigen proces voorrang (moeten) geven boven de warmtelevering. (3) Waarbij de uitkoppelingskosten vaak hoog zijn. (4) Daarnaast is er vaak een mismatch van vraag en aanbod (temperatuur, tijd), die soms niet te overbruggen is. (5) Bedrijven hebben verschillende keuzes voor het benutten of valoriseren van warmte, en de afwegingen kunnen verschillend zijn door de tijd heen. Echter bij de groei van de omvang van vraag en aanbod wordt het wel of niet produceren van een enkele bron minder kritisch. Dit vereenvoudigt het aansluiten van dergelijke bronnen op het net. Voor de backbone is met name zekerheid over de warmte van TATA Steel van groot belang. Standpunt Tata: Wij gaan de warmte misschien niet erin pompen, maar willen wel partijen het mogelijk maken het bij ons op te komen halen. Wat is hiervoor nodig? Welke afspraken kunnen wij met elkaar maken? Over hoeveel warmte gaat het? Stellingen voor discussie: Om de benutting van de restwarmte van TATA Steel mogelijk te maken is nodig: o Een stevige investering in een backbone. MRA moet hier prioriteit aan geven. o Het snel opstarten van een goed proces om binnen 1 jaar te komen tot heldere afspraken ten aanzien van investerings-, afname- en leveringszekerheid tussen Tata Steel en MRA. Thema 3 Geothermie Voor het realiseren van de schaalsprong in collectieve warmte is geothermie van groot belang. Het Grand Design voorziet minimaal in een geothermisch opgewekt vermogen van 200 MW th. Dat zijn 20 diepe geothermieprojecten (2 tot 4 km diepte) of 5 ultradiepe geothermieprojecten (tot 7 km diepte). Dit is een majeure opgave, die gegeven de omvang en de tijdsdruk privaat publieke samenwerking vereist. De samenwerking zou gericht moeten zijn op (1) het beter in kaart laten brengen van de potentie van de ondergrond in de regio en (2) het optimaliseren op kosten en doorlooptijden van geothermieprojecten door het ontwikkelen en borgen van regio specifieke kennis, kunde en ervaring in realisatie van geothermieprojecten. Vanuit verschillende hoeken in Nederland wordt aangegeven dat het zinvol zou kunnen zijn om geothermieprojecten niet meer afzonderlijk te benaderen en uit te voeren maar te gaan voor een seriematige- of portefeuillebenadering. Een team gaat dan aan meerdere projecten werken en misschien ook financiering voor meerdere projecten realiseren. Door seriematige ontwikkeling van aardwarmteprojecten worden doorlooptijden aanzienlijk verkort, risico s verkleind en worden 5

34 projecten goedkoper en makkelijker te financieren en te verzekeren. Deze gedachtelijn wordt ook gesteund door potentiele financiers (institutioneel en banken). Waarbij door hen opgemerkt wordt dat ook bij een seriematige-aanpak (eigen) risicokapitaal en garanties en contractueel gegarandeerde afzet nodig blijft en dan op een veel grotere schaal. Recentelijk is de Geothermie BV Brabant opgericht met als aandeelhouder de Provincie en een door Staatstoezicht op de Mijnen erkende operator voor geothermie. Deze BV en bijbehorende Green Deal hebben als doel om vijf geothermieprojecten in Brabant tot realisatie te brengen. Met als nadrukkelijk doel schaalvoordelen, krachtenbundeling, risicospreiding en kennisdeling. Verschillende partijen in de MRA met ervaring in het ontwikkelen van aardwarmteprojecten zijn momenteel in gesprek om eerste stappen te zetten naar een min of meer seriematige winning van aardwarmte uit de ondergrond in het MRA-gebied. Daarbij lijkt de focus vooral te liggen op diepe geothermie. Deze initiatieven zouden wellicht gebundeld kunnen worden in de vorm van een daartoe opgericht bedrijf/projectorganisatie. Met als scope: onderzoek, projectvoorbereiding, financiering, aanbesteding, uitvoering en onderhoud en beheer. Een formeel beginpunt voor een geothermieproject is het aanvragen en verkrijgen van een opsporingsvergunning. De werkgroep vindt enige vorm van regie bij het aanvragen van opsporingsvergunningen in het MRA-gebied wenselijk. Daarbij zou een partij, bijvoorbeeld de provincie, de opsporingsvergunning aan kunnen vragen. Daarbij is opgemerkt dat de gunning van één opsporingsvergunning voor MRA niet innovatie en eigen initiatieven in de weg mag staan. Het doel is niet een monopolie te creëren, maar zaken te versnellen. Een belangrijke doelgroep voor geothermie zijn de tuinders. Geothermieprojecten zijn tot op heden in Nederland alleen succesvol tot uitvoering gebracht door en voor tuinders. In het gebied van MRA zijn deze doelgroepen ruimschoots aanwezig (o.a. Greenport Aalsmeer en rond Almere). De tuinders van Greenport Aalsmeer zijn momenteel bezig een gezamenlijk standpunt ten aanzien van geothermie in te nemen. Het Rijk is op dit moment met een drietal projecten voor ultradiepe geothermie bezig. Voor MRA zou het van grote waarde zijn om als eerste een dergelijk pilot te mogen uitvoeren. Stellingen voor discussie: Het ligt voor de hand dat de Provincie Noord Holland het voortouw neemt voor: o Het snel beter in kaart (laten) brengen van de potentie van aardwarmte in de MRA o Het voorbereiden van een opsporingsvergunning voor de MRA o Het oprichten van een bedrijf/projectorganisatie voor het seriematig uitvoeren van geothermieprojecten in de MRA. De Provincie doet er goed aan dit samen met geïnteresseerde partijen uit de groep deelnemers van MRA Warmte en Koude op te zetten Achtergrondinformatie Dialoogtafel Distributie 1. Opgave Het Grand Design kan niet worden gerealiseerd zonder een grote warmtetransportleiding of backbonevoorziening. Hoe gaan wij dit financieel en organisatorisch in goed samenspel tussen alle stakeholders realiseren? Daarnaast is een duidelijk visie nodig op de samenhang tussen backbone en achterliggende projecten en de manier waarop wij veiligstellen dat individuele projecten en het Grand Design elkaar kunnen versterken. 2. Consensus op hoofdlijnen Het Grand Design wordt door de werkgroep onderschreven. Het Grand Design voorziet in een backbonevoorziening (grote centrale warmtetransportleiding waarop grote warmteproducenten warmte leveren) met daarop aangesloten zelfstandig opererende warmtenetten met eventueel 6

35 decentrale warmteopwek of restwarmtegebruik. Over alle werkgroepen heen is er consensus dat het Knooppuntenmarktmodel een geschikt model zou kunnen zijn voor het Grand Design (zie thema 1). Daarbij kan de systeemintegrator of warmtenetbeheerder als single-buyer optreden richting de aangesloten grote warmteproducenten die met de systeemintegrator afspraken hebben gemaakt over levering van warmte. In dit model is sprake van onderhandelde toegang van derden op het net ofwel Third Party Access (TPA) voor producenten (zie thema 2). Tevens is er consensus dat de backbone met behulp van, of misschien zelfs geheel door de overheid mogelijk gemaakt moet worden. Binnen de werkgroep distributie is er consensus dat TPA voor leveranciers (nog) niet mogelijk is voor kleinverbruikers. Dat ligt anders voor groepen van kleinverbruikers zoals VVE s en energiecoöperaties. Tenslotte vraagt de werkgroep bij toekomstige uitwerking van de MRA-plannen aandacht voor grondgebonden woningen, nieuwbouw, cascadering van warmte en het borgen van innovatieruimte. 3. Thema s voor de dialoogtafel Backbone en knooppuntenmarktmodel Third Party Access (TPA) voor producenten Projecten 4. Verdiepingsslag Thema 1 Backbone en knooppuntenmarktmodel Backbone Provincies, gemeenten en de warmtesector hebben in het Groeiplan voor warmte gezamenlijk uitgesproken dat het wenselijk/noodzakelijk is dat grote warmte transportleidingen (backbones) gesocialiseerd worden en dus een nutsvoorziening worden. Een backbone infrastructuur is nodig om in een gebied bestaande infrastructuur en nieuwe vraag en aanbod met elkaar te verbinden: een strategie van kralen rijgen. Deze transportleidingen zijn kostbaar en moeten als eerste worden aangelegd terwijl de klantengroei de nodige tijd kost. Dat betekent dat de investeringsbeslissing genomen moet worden op de uiteindelijke capaciteit. Dit brengt investeringsrisico s met zich mee die de markt niet alleen kan dragen. Omdat deze warmtetransportleidingen in de visie van Partijen een openbare nutsfunctie hebben, ligt hier een rol voor de rijksoverheid om deze investeringen mogelijk te maken. Het Grand Design voorziet in een dergelijke backbonevoorziening. Vraagstukken die om nadere uitwerking vragen zijn o.a.: 1) De precieze afbakening van de backbone, 2) hoe om te gaan met nieuwe en bestaande infrastructuur, 3) toegang tot de backbone en 4) de mogelijke financiering van de backbone. De werkgroep stelt voor een simulatiemodel voor de backbone te ontwikkelen dat moet helpen om op deze vragen goed onderbouwde antwoorden te vinden. Dit simulatiemodel kan ook input geven voor een eventuele discussie over eigendomssplitsing. Deze discussie moet binnen MRA, waar al een groot deel van de beoogde backbone bestaat, zeer zorgvuldig worden gevoerd omdat bestaande belangen en eigendomsverhoudingen worden geraakt en moeten worden gerespecteerd. Er zou begonnen kunnen worden met het socialiseren van nieuwe transportinfrastructuur. Knooppuntenmarktmodel Voor de Warmterotonde in Zuid-Holland is het knooppuntenmarktmodel (hierna KMM) ontwikkeld waarbij o.a. de in de praktijk beproefde aanpak van het warmtenet in Kopenhagen en ervaringen uit de VS zijn meegenomen. Een knooppuntenmarkt is een collectieve fysieke markt gebaseerd op fysieke knooppunten in het warmtetransportnet. Het KMM voorziet in een groot transportnet (backbone) met daaraan gekoppeld grote warmteproducenten en fysieke knooppunten waar de warmte beschikbaar wordt gesteld aan warmteleveranciers of zeer grote afnemers, zoals een tuinderscollectief of een 7

36 ziekenhuis. Achter het knooppunt bevinden zich grote en kleine distributienetten. In de MRA is deze situatie voorlopig nog niet aan de orde. Een bekend voorbeeld van een knooppuntenmarkt is het warmtenet in de regio Kopenhagen waarbij een grote backbone warmte levert aan een brede verzameling van daar achterliggend warmtenetten. Daarbij levert de backbone in eerste instantie de basisvoorziening. In het KMM worden back-up- en piekvoorzieningen voor een deel op het niveau van achterliggende distributienetten veiliggesteld. De distributienetten zijn vrij in keuze voor bijvoorbeeld temperatuurregiem en herkomst van de warmte. Zo wordt het mogelijk om binnen het distributienetwerk zelf (rest)warmtebronnen aan te sluiten. Het KMM heeft in eerste instantie als doel om de productie en het transport van warmte, inclusief de kosten daarvan, te optimaliseren en de leveringszekerheid veilig te stellen. De coördinatie komt daarbij te liggen bij één systeemintegrator die vraag en aanbod gaat matchen en de leveringszekerheid op basis van langjarige afspraken met producenten en afnemers (de achterliggende distributienetten) veiligstelt. De systeemintegrator is ook verantwoordelijk voor de financiële afhandeling waarbij hij naar de warmteproducenten opereert als single buyer en naar de professionele marktpartijen die warmte afnemen, als single seller. In het KMM nemen de afnemers hun warmte direct van het knooppunt af. Prijsvorming kan daarbij op verschillende manieren. Er kan gewerkt worden met een gesocialiseerde prijs (dat wil zeggen dat warmte bij ieder knooppunt even veel kost) of met een prijs die afhankelijk is van de daadwerkelijke transportkosten tot het knooppunt. In beide gevallen verdient het de voorkeur de prijs transparant vast te stellen op basis van KostPlus. 1 Het KMM maakt het mogelijk om dagelijks goede afwegingen te maken tussen bijvoorbeeld kosten voor transport en kosten van productie (op verschillende locaties) of tussen meer of minder duurzame warmte. Het KMM werkt daarbij echter alleen als alle aangesloten partijen investeringsen leveringszekerheid wordt geboden. Het toetreden van een nieuwe (eventueel duurzamere of goedkopere) producent kan dan alleen als nieuwe afname wordt gerealiseerd, en/of als een bestaande producent vertrekt of minder wil of kan leveren, en/of als eventueel verdrongen producenten worden gecompenseerd voor de misgelopen inkomsten voor de looptijd van de gemaakte afspraken. Stellingen voor discussie: De overheden (Rijk, Provincie en Gemeenten) zijn in eerste instantie aan zet voor financiering, het mogelijk eigenaarschap en/of toezicht op en/of het beheer van de backbone. De overheden in de MRA gaan hierover met partners binnen MRA Warmte en Koude en met het Rijk in overleg. Voor de beoogde backbone beginnen wij, binnen de nog te maken afspraken over financiering en rollen, met het socialiseren van de nieuwe infrastructuur. Op termijn moet de gehele backbone worden gesocialiseerd. We doen er goed aan om binnen MRA een simulatiemodel van het KMM te laten ontwikkelen. Thema 2 Third Party Access (TPA) voor producenten Het op onderdelen openstellen van het warmtenet voor derden (niet netwerkeigenaren) wordt Third Party Access of TPA genoemd. TPA beoogt o.a. marktwerking, keuzevrijheid en innovatie te bevorderen. TPA moet op deze onderdelen bijvoorbeeld leiden tot: (1) lagere prijzen, (2) een aan de gas- en elektriciteitsmarkt vergelijkbare keuze voor de consument voor een leverancier en (3) innovatie bevorderen op het gebied van nieuwe en bijvoorbeeld duurzamere warmteopwek of nieuwe proposities voor klanten. TPA is onderdeel van de landelijke discussie over de her- inrichting van de huidige warmtenetten in Nederland en leidend voor de inrichting van nieuwe netten. Op hoofdlijnen worden de volgende vormen van TPA onderscheiden: 1 KostPlus: Totale kosten die aan inkoop/productie en transport van warmte zijn verbonden opgehoogd met een van 8

37 TPA voor producenten: verplichting aan exploitanten van een warmtenet tot het toelaten van warmte van andere warmteproducenten. TPA voor leveranciers (ook wel telecommodel genoemd): Verplichting aan een exploitant van een distributienet achter een knooppunt (tevens enige leverancier) tot het toelaten van andere leveranciers op het net. Het organiseren van TPA varieert tussen gereguleerde TPA (onder in de wet of door de toezichthouder vastgestelde voorwaarden en condities) en onderhandelde TPA (verplicht of vrijwillig). In het algemeen kan worden gesteld dat TPA pas echt waarde toevoegt als het daadwerkelijk gaat leiden tot een beter functionerende warmteketen met betere proposities voor de eindklant bij minimaal gelijke leveringszekerheid. TPA wordt echter ook gezien als middel om het imago van en draagvlak voor warmte te verbeteren en dan met name op het gebied van keuzevrijheid voor de consument (TPA voor leveranciers). 2 De grootse uitdagingen t.a.v. TPA houden uiteindelijk allemaal verband met het veilig stellen van leveringszekerheid en marktposities. Een voorbeeld ter verduidelijking. Een producent van warmte investeert in opwek vanuit een voor hem acceptabele businesscase. Hij weegt bepaalde financiële risico s (bijvoorbeeld prijsrisico inkoop biobrandstof) af tegen gegeven zekerheden (zoals afnamezekerheid op lange termijn) en een winstopslag. Op het moment dat nieuw aanbieders hem eenvoudig kunnen verdringen en hij voor dit verlies niet wordt gecompenseerd, is hij niet zeker van afname, stijgt zijn risicoprofiel en verslechtert bijvoorbeeld de financierbaarheid van zijn installatie. In dat geval zal hij bijvoorbeeld tot de conclusie kunnen komen om niet te investeren of te herinvesteren of een hogere risico-opslag te hanteren. Beide situaties kunnen onwenselijk zijn vanuit leveringszekerheid, duurzaamheid en/of prijs voor warmte. Dit is natuurlijk anders indien hier langjarige contracten onder liggen van bijvoorbeeld 12 tot 15 jaar. Bij TPA voor producenten wordt ervan uitgegaan dat bepaalde vormen van TPA pas meerwaarde gaan opleveren bij een bepaalde schaalgrote zodat systeemintegratiekosten (technisch, organisatorisch en financieel) worden gecompenseerd door bijvoorbeeld synergievoordelen. Denk aan het feit dat individuele partijen minder in back-up- of piekfaciliteiten hoeven te investeren of voor de individuele producent minder vaak situaties ontstaan waarbij zij moeten leveren terwijl dit voor hen niet wenselijk is (de zogenaamde must-run situaties). Verplichte (gereguleerd of onderhandeld) TPA voor producenten kan resulteren in substantiële kostenstijgingen, toegenomen risico s op de business case, problemen met betrekking tot de leveringszekerheid en daarom uiteindelijk tot minder belangstelling van marktpartijen om te participeren (zie o.a. onderzoeken PWC 2015, Ecofys 2015 en Ecorys 2016). Deze rapporten ondersteunen de conclusie van de meerderheid van de werkgroep dat voor de MRA-backbone volgens het KMM onderhandelde TPA voor producenten de meest geschikte aanvliegroute is. Daarbij is dan het principe van consortiumvorming voor de wedstrijd van toepassing. In Kopenhagen bijvoorbeeld is het transportnet eigendom van de gemeenten, die een systeemintegrator hebben aangesteld. Voor het bepalen van de prijs voor warmte geldt het principe van KostPlus. Stellingen voor discussie: MRA gaat Third Party Access inrichten voor de backbone, waarbij producenten met een warmtenetbeheerder of systeemintegrator onderhandelen over de condities van levering en vergoeding. Thema 3 Projecten Het uitvoeren van het Grand Design vraagt om slagkracht en eigenaarschap. Uitgangspunt van MRA Warmte en Koude is dat de projecten achter de backbone de verantwoordelijkheid blijven van de huidige of toekomstige initiatiefnemers. Hier geldt het principe van kralen rijgen. Het MRA 2 Dit thema wordt nader toegelicht in het deel voor de dialoogtafel afnemers. 9

38 kenmerkt zich op gebied van warmte door een uitgebreid aantal warmtenetwerken en een aantal nieuwe initiatieven op gebied van warmte. Vooral in Amsterdam is er een behoorlijke uitbreiding van het net gepland en/of reeds in uitvoering. In andere gemeenten of deelgebieden zoals Haarlem, Zaandam, de IJmond en Almere zijn initiatieven gaande die binnenkort de stap namen van haalbaarheidsstudie naar concretisering. Voor deze en toekomstige projecten geldt de vraag: kunnen zij zo ingericht worden dat zij het groter geheel (het Grand Design) versterken of in ieder geval met het oog op het Grand Design op een no-regret manier worden opgezet? Een belangrijke uitdaging voor MRA Warmte en Koude is dat alle voor het Grand Design relevante projecten van de grond komen. Daarbij wil MRA cherry picking voorkomen en ook die projecten verder brengen die minder of niet rendabel zijn maar vanuit het geheel onmisbaar zijn. Hoe gaan wij dat organiseren? Waar halen wij eventuele middelen vandaan om onrendabele projecten toch mogelijk te maken? De slagkracht van MRA Warmte en Koude kan worden versterkt door een professioneel projectbureau die expertise bundelt op gebied van project- of haalbaarheidsstudies, businessplan ontwikkeling, financiering en wellicht ook projectuitvoering. Voor geothermie (dialoogtafel opwek) wordt deze aanpak als zeer kansrijk, zo niet als absolute noodzaak gezien om de gezamenlijke ambitie te kunnen invullen. Gezamenlijk aan te vragen subsidies, bijvoorbeeld EFRO en ELENA kunnen hier een belangrijke bijdrage voor leveren. Stellingen voor discussie: Vanuit het belang van snelheid van realisatie van projecten en van samenhang binnen het Grand Design gaat MRA met alle samenwerkingspartners afspraken maken over het mogelijk ingrijpen in projecten vanuit belang van het Grand Design en de condities waaronder dit plaats kan vinden. MRA gaat investeren in een sterk projectbureau dat is uitgerust met middelen (kennis, kunde en geld) en mandaat om 1) projecten te versnellen, 2) projecten op te schalen of aan te passen zodat deze passen in het Grand Design en 3) projecten van de grond te krijgen die door niemand worden opgepakt, maar die wel van belang zijn voor het Grand Design Achtergrondinformatie Dialoogtafel Afnemers 1. Opgave Het Grand Design kan niet worden gerealiseerd zonder draagvlak bij de toekomstige afnemers, zodat deze willen aansluiten op het warmtenet. Hoe gaan wij dit draagvlak binnen MRA creëren? 2. Consensus op hoofdlijnen Warmte heeft een lastig imago. Klanten zijn gebonden aan één collectief net met één leverancier en kunnen op dit moment niet kiezen uit verschillende producten. Aansluiting op een collectief net wordt ook gezien als drempel voor innovatie en individuele keuzevrijheid, o.a. doordat voor de aangesloten klanten mogelijk een situatie ontstaat waardoor (toekomstige) individuele oplossingen geen of onvoldoende ruimte krijgen (de zogenaamde lock-in). De acceptatie van warmte is tenslotte vooral afhankelijk van de prijs voor warmte. Naast minimaal gelijk comfort wil de klant ook een financieel voordeel door de overstap naar warmte. Voor een heel belangrijk deel van de eindklanten van warmte in de MRA geldt dat de keuze voor aansluiting op collectieve warmtenetten in eerste instantie wordt voorbereid door woningbouwcorporaties en andere verhuurders van woningen en utiliteit. Volgens de werkgroep vereist het verkrijgen van draagvlak voor de warmteplannen van MRA bij woningbouwcorporaties veel aandacht, en misschien zelf herstelwerkzaamheden. Woningbouwcorporaties hebben het gevoel dat warmte en de aanpak van een collectief, gebiedsgericht systeem niet in een transparante discussie over handelingsalternatieven (bijvoorbeeld all-electric of individuele warmteoplossingen) is 10

39 ontstaan, maar is opgelegd. Met het opstellen van gemeentelijke energietransitieplannen zal het maatschappelijk debat rond warmte een stevig impuls krijgen. Alle betrokken partijen zien daarbij de te voeren dialoog over een aardgasloze toekomst als kans. Men vraagt unaniem om heldere landelijke doelstellingen (aardgasvrije gebouwde omgeving per 20XX) en lokale energietransitieplannen die alle betrokken partijen duidelijkheid verschaffen over hoe en wanneer lokaal de aardgasloze toekomst wordt ingericht. De dan in een transparant proces gemaakte keuze voor een bepaalde techniek en uitvoering ligt dan wel voor langere tijd vast. 3. Thema s voor de dialoogtafel Transitie naar aardgasloze wijken Keuzevrijheid voor de eindgebruiker Prijs van warmte nu en morgen 4. Verdiepingsslag Thema 1: aardgasloze wijken De weg naar aardgasloze wijken moet snel een bestuurlijk aandachtspunt worden. MRA Warmte en Koude zou hier met Amsterdam een voortrekkersrol kunnen vervullen, ook bij de landelijke discussie. Uiteindelijk is het vooral een lokaal onderwerp, maar belangrijke randvoorwaarden moeten wel ingevuld worden door het Rijk. Te denken valt aan duidelijkheid over het financieren van de transitie of de rol en mandaat van gemeenten, netbeheerders en andere stakeholders. Het vraagstuk moet daarbij in samenhang worden benaderd met de bredere energietransitieplannen, de omgevingswetgeving, het nieuwe bouwbesluit etc.. Daarbij is het belangrijk dat er duidelijke doelstellingen worden afgesproken. Bijvoorbeeld geen aardgas meer in de gebouwde omgeving in MRA tussen 2035 en Voor het verkrijgen van draagvlak bij burgers en overige stakeholders en het realiseren van de beste oplossing per wijk is het belangrijk dat het proces goed wordt ingericht. Collectieve warmte moet daarbij worden gepresenteerd als een van de mogelijke alternatieven. Woningbouwcorporaties hebben herhaaldelijk aangegeven dat het vertrekken vanuit een Grand Design voor hun niet de manier is om te komen tot een gezamenlijke aanpak en gedragen keuzes. Uit de praktijk van warmteprojecten blijkt verder dat de onderhandelingen met woningbouwcorporaties over het mogelijk realiseren van warmteaansluitingen uiterst stroef verlopen. Waarbij de insteek iedere keer ook weer anders kan zijn. Eén MRA-aanpak met breed aanvaarde uitgangspunten (bijvoorbeeld op basis van TCO: Total Cost of Ownership 3 in combinatie met een transparante KostPlus-aanpak) zou wellicht kunnen helpen om zaken in de versnelling te krijgen. Uiteindelijk is het steeds weer maatwerk, maar nu gaat in de praktijk heel veel energie zitten in het afbakenen van wat bijvoorbeeld met elkaar vergeleken zou moeten worden. Stellingen voor discussie: De gemeenten binnen MRA gaan gezamenlijk optrekken in het versnellen van de transitie naar aardgasloze wijken. Lobby, aanpak en transitieplannen worden op elkaar afgestemd. 4 MRA gaat voor 100% aardgasloze gebouwde omgeving tussen 2035 en MRA gaat de dialoog met woningbouwcorporaties intensiveren. Een mogelijk middel hiervoor is het gezamenlijk met de woningbouwcorporaties ontwikkelen van een methodiek om de integrale kosten (TCO) voor verschillende vormen van warmtelevering objectief te kunnen vergelijken. 3 TCO: alle directe en indirecte kosten die verband houden met het leveren van warmte over de totale levensduur van een oplossing. 4 Dit thema wordt in bredere zin ook besproken bij de dialoogtafel Financiering en overige randvoorwaarden. 11

40 Thema 2 Keuzevrijheid voor de eindgebruiker In de 21 ste eeuw is de consument meer dan ooit gewend aan keuzevrijheid. De klant heeft nu, ook in wat voorheen het nutsdomein was, de vrije keuze uit leveranciers, met verschillende proposities voor gas en elektra. Deze keuzevrijheid is de referentie die de consument meeneemt naar het domein van warmte en die hij vervolgens daar niet terugvindt. Wel is er een keuzemoment bij het voorafgaande proces om te komen tot een aardgasloze warmtevoorziening. In vergelijking met andere nutsvoorzieningen zijn warmtenetten kleinschalig maar systeemtechnisch complex. De aanleg van warmtenetten is duur en de terugverdientijd is lang. Bij een dure collectieve voorziening zoals een warmtenet staan keuzevrijheid, leveringszekerheid en prijs vaak op gespannen voet. Een voorbeeld: als een warmteleverancier niet zeker kan zijn van afname, doordat klanten makkelijk kunnen vertrekken of niet duidelijk is of voldoende klanten gaan aansluiten, gaat het warmtebedrijf niet of veel voorzichtiger investeren. Want als een warmtenet in de loop van de tijd daadwerkelijk steeds minder aansluitingen heeft, of niet voldoende nieuwe aansluitingen krijgt, wordt het per aansluiting duurder om warmte te leveren en het net te onderhouden. Door de gereguleerde prijs kunnen de meerkosten niet of maar beperkt worden doorberekent. Dit kan de leveringszekerheid in gevaar brengen. De warmteleverancier moet echter ter aller tijden de leveringszekerheid garanderen. Een in de praktijk vaak voorkomende uitweg uit dit dilemma is helaas het niet investeren in nieuwe warmtenetten. Een manier waarop warmtebedrijven de keuzevrijheid zouden willen verbeteren is de introductie van prijs- en productdifferentiatie. De huidige warmtewet staat dit echter (nog) niet toe. Een andere optie voor het vergroten van keuzevrijheid is het toelaten van meerder leveranciers op het distributienet (Third Party Access (TPA) voor leveranciers). Door klanten de keuze te geven uit meerdere leveranciers zal het imago van en het draagvlak voor warmte zeker verbeteren. In het afgelopen jaar zijn echter verschillende studies, o.a. in opdracht van EZ, verschenen die unaniem tot de conclusie komen dat voor warmte TPA voor leveranciers momenteel technisch en financieel niet haalbaar is. Zo zal o.a. door de hoge coördinatiekosten en de extra kosten voor technisch (risico)beheer de prijs voor warmte hoog oplopen. De problemen rond TPA voor leveranciers worden verder geïllustreerd door het feit dat wereldwijd op gebied van warmte best practices hiervoor ontbreken. In het algemeen kan worden gesteld dat TPA voor leveranciers pas echt waarde toevoegt als het daadwerkelijk gaat leiden tot een beter functionerende warmteketen met betere proposities voor de eindklant (waaronder keuzevrijheid) bij minimaal gelijke leveringszekerheid. Op bijna alle hiervoor genoemde punten zien genoemde studies dat TPA voor leveranciers leidt tot verslechtering. De belangrijkste uitzondering blijft de keuzevrijheid. Keuzevrijheid kan echter ook op andere manieren worden vergroot: 1) Het inrichten van een transparant keuzeproces voor een toekomstige warmteoplossing in kader van transitie naar aardgasloos. 2) Het voorkomen van een situatie waarbij na aansluiting geen vertrek meer mogelijk is (de zogenaamde lock-in), waarbij bijvoorbeeld een percentage wordt afgesproken van afnemers die voor andere oplossingen mogen kiezen. 3) Inzetten op de mogelijkheid tot prijs- en productdifferentiatie in de lobby voor de verbeterde warmtewet. Op het onderwerp van TPA van leveranciers kon de werkgroep geen consensus vinden. Wel was de werkgroep het erover eens dat met het realiseren van een aantrekkelijke (meestal vooral goedkopere) propositie voor de klanten, de roep om keuzevrijheid nagenoeg verstomd. Een goed voorbeeld hiervan is o.a. de praktijk in Kopenhagen. Daar hebben grote groepen niet aangesloten burgers een aansluiting op het collectieve net via allerlei acties geëist. 12

41 Stellingen voor discussie: Een blijvende discussie over TPA voor leveranciers leidt potentieel tot een impasse. Technisch en financieel is het niet haalbaar maar sociaal/maatschappelijk lijkt het wel wenselijk. Daarom kiest MRA in eerste instantie voor het vergroten van keuzevrijheid voor de klant op andere vlakken, zoals hierboven genoemd. Thema 3 Prijs van warmte De prijs van warmte is het belangrijkste element in acceptatie van warmte. Om acceptatie te verkrijgen voor aansluiting op een collectief warmtenet moet de prijs tenminste Niet Meer Dan Anders zijn en dus niet duurder. Op dit moment is dit NMDA in de warmtewet vastgelegd met als referentie de individuele gasketel. Binnen het verzorgingsgebied van MRA wordt op verschillende plekken met kortingen gewerkt op het NMDA tarief. Het toekomstige prijsmechanisme voor warmte is van cruciaal belang voor MRA. Lobby vanuit MRA zou zich moeten inzetten voor het vaststellen van een warmteprijs regime dat de ontwikkeling van warmte niet in de weg staat. De werkgroep vindt dat de discussie gevoerd moet worden over wat de juiste referentie voor NMDA zou moeten zijn. Wij zitten in een energietransitie die enorme investeringen vraagt. Het huidige NMDA houdt hier geen rekening mee. Ook weten wij niet hoe de huidige referentie (gas) zich qua prijs (inclusief belasting) gaat ontwikkelen. Uiteindelijk willen wij met de energietransitieplannen toe naar een integrale afweging op wijkniveau voor aardgasloze alternatieven. De mogelijke alternatieven zouden eigenlijk de referentie moeten worden. De centrale vraag is dan: Wat kost het alternatief? Op het moment dat die keuze is gemaakt kan het in Scandinavië doorgaans gehanteerde KostPlus principe een zeer transparante oplossing bieden voor het bepalen van de warmteprijs. KostPlus is een berekening van de totale kosten die aan inkoop/productie van warmte, transport en levering van warmte zijn verbonden, opgehoogd met een van tevoren afgesproken winst- en risicomarge (Plus). Het KostPlus principe is ook een van de pijlers van het Knooppuntenmarktmodel dat, conform breed consensus in alle werkgroepen, het beste past bij de situatie en ambitie van MRA Warmte en Koude. Stellingen voor discussie: MRA stelt zich op het standpunt dat het huidige NMDA (gebaseerd op gas) geen goed uitgangspunt is voor het transparant en eerlijk beprijzen van warmte. MRA gaat zich in de lobby inzetten voor een prijs op basis van een vergelijking met het beste alternatief in de wijk op basis van KostPlus Achtergrondinformatie Dialoogtafel Financiering en andere randvoorwaarden 1. Opgave Zonder te investeren in de juiste organisatorische en financiële randvoorwaarden kan het Grand Design niet worden gerealiseerd. Welke randvoorwaarden moet MRA Warmte en Koude prioritair veilig gaan stellen en in het warmteakkoord gaan opnemen? 2. Consensus op hoofdlijnen Het Grand Design is een streefbeeld voor Het proces om te komen tot nadere invulling van dit streefbeeld moet nader worden ingericht en geborgd. Uit alle werkgroepen komt het beeld dat het eigen organisatievermogen, de manier waarop wij zaken afstemmen, prioriteren en faciliteren, in het warmteakkoord geconcretiseerd moet worden. Het op te stellen warmteakkoord moet verder duidelijkheid geven hoe wij regie willen voeren en wie welke rol neemt. 13

42 Het eindbeeld van het Grand Design gaat uit van duurzame, hernieuwbaar opgewekte warmte voor minimaal woningequivalenten in Dit doel kan alleen met tussenstappen worden bereikt. Om het Grand Design effectief uit te kunnen voeren is het noodzakelijk het Grand Design goed in te passen in bredere energietransitie. Deze inpassing kan het beste op gemeentelijk, en misschien zelf wijkniveau plaatsvinden. Een belangrijke, door de gemeenten (maar ook door het Rijk en bijvoorbeeld netbeheerders) nog te verankeren stap, is de erkenning dat wij van aardgas af moeten in de gebouwde omgeving. Alle partijen willen hier zo snel mogelijk helderheid over. De minister moet een datum noemen waarop wij van aardgas af moeten zijn. Lokale energietransitieplannen moeten hier dan verder invulling aan geven. Investeerders bevestigen dat financiering van de warmteplannen geen probleem hoeft te zijn als de business case maar klopt en er een normaal rendement op zit. Door te investeren in professionele projectvoorbereiding en kloppende en transparante businesscases kunnen wij financierbaarheid positief beïnvloeden. Dit proces kan ondersteund worden door een professioneel projectbureau dat deels wordt gefinancierd uit Europese subsidies (bv EFRO en ELENA). Daarnaast zullen ook garanties (afnamegaranties, financiële garanties etc.) nodig zijn of het beschikbaar stellen van risicokapitaal (bijvoorbeeld voor geothermie) of subsidies. Tenslotte zijn er onderdelen van het Grand Design die zonder de overheden niet gefinancierd kunnen worden, voorop de backbone, maar wellicht ook de eerste stappen in de kraalvorming. Uiteindelijk zijn er nog zaken waar de regio of de in de regio actieve partijen niet aan zet (kunnen) zijn. Dit is de inzet van de gezamenlijke lobby agenda. 3. Thema s voor de dialoogtafel Financiering Organisatie en proces Regie 4. Verdiepingsslag Thema 1: Financiering In de werkgroep was consensus dat het onderwerp financiering vraagt om betere detaillering, om meer feiten. De bankability van projecten moet in eerste instantie vanuit de eigen businesscase worden beoordeeld. De businesscase voor het Grand Design ontbreekt, maar is ook moeilijk te maken op een niveau dat een dergelijke businesscase echt meerwaarde heeft. Voor de financiering van de backbone, waar wel een businesscase voor gemaakt moet worden, zal beroep gedaan moeten worden op de (Rijks)overheid. De grote warmteleveranciers geven aan dat de beschikbaarheid van financiering voor hun momenteel niet het grootste knelpunt is. Warmteprojecten zijn over het algemeen niet van een zodanige omvang dat deze niet door de warmtebedrijven zelf kunnen worden gefinancierd. Voor het financieren van de backbone ligt dat zoals gezegd anders. Financiers zijn momenteel vooral belangrijk voor de kleinere warmteprojecten (de kralen) en nieuwe spelers. Maar omdat binnen MRA wordt gestreefd naar samenhang en synergie, en de kralen een onderlinge afhankelijkheid hebben, kan de invloed van financiers op investeringsbeslissingen voor projecten binnen de MRA toch als groot worden aangemerkt. Financiers willen een solide business case en zullen bereid zijn om in warmte te investeren als risico s en mogelijke rendementen in balans zijn. De financiering van projecten valt of staat met het vertrouwen in een stabiele kasstroom voor het warmteproject. Dit wordt o.a. beïnvloed door de zekerheid of onzekerheid rond vraagontwikkeling, ontwikkeling van kosten, de beschikbaarheid en stabiliteit van subsidies en het regulatorisch kader. Vanuit het perspectief van financiering wordt daarom altijd gekeken naar de hele warmteketen. In de huidige praktijk binnen MRA zijn productie, transport en levering vaak in handen van dezelfde marktpartij en worden alle activiteiten bij een project meegenomen in de investeringsbeslissing. Bij een groot (samengesteld)project zoals het Grand Design of bij het opknippen van de warmteketen binnen een project (waarbij het rendement 14

43 niet is gebaseerd op de integrale business case) worden alle risico s en zekerheden op ieder onderdeel dat van invloed kan zijn op het behalen van het gewenste rendement op korte en lange termijn, toch meegewogen bij het invullen van de financieringsvraag. Producenten van warmte en netbeheerders kunnen niet in de benodigde infrastructuur investeren zonder afnamegarantie en de leverancier kan geen contracten aangaan zonder garanties voor de levering van warmte. Bij grotere projecten en bij het toenemen van het aantal spelers wordt het zoeken naar en het verkrijgen van zekerheden alleen nog maar belangrijker en zeker complexer. Waarbij opgemerkt moet worden dat een groot aantal aangesloten warmteproducenten of -afnemers natuurlijk op zichzelf ook weer risico s mitigeert. Het zoeken naar en vastleggen van zekerheden voor financiering zal veel tijd en energie kosten. Onduidelijkheden hebben een negatief effect op de financierbaarheid van projecten. Op het hoogste abstractieniveau moet snel duidelijkheid komen over 1) de concrete invulling van de ambitie van MRA Warmte en Koude, 2) de organisatie en 3) de regie binnen MRA Warmte en Koude. Ook moeten er op onderwerpen duidelijke keuzes worden gemaakt en als zodanig worden verankerd in relevant beleid op de relevante niveaus. Voorbeelden: duurzaamheidsdoelstellingen, energietransitieplannen, warmteplannen, aardgasloze wijken, keuze voor type van Third Party Access, keuze voor het prijsmechanisme. Een aantal van deze keuzes zijn afhankelijk van beleidswijzigingen in Den Haag en zijn onderwerp van de lobby. Een ander belangrijk onderwerp vanuit financiering heeft betrekking op de regie over en afstemming tussen projecten en het beschikbaar stellen van expertise en financiële middelen voor projecten die niet alleen vliegen of aangepast moeten worden vanuit het belang van het Grand Design (onderwerp van dialoogtafel distributie). Voor veel projecten zal daarnaast gelden dat vergaande garanties of zelfs risicokapitaal ingebracht moeten worden om deze van de grond te krijgen. Regelen wij al deze zaken per project of gaat MRA Warmte en Koude dit samen met partners regelen voor meerdere projecten. Tenslotte, de reeds eerder aangehaalde backbone. Provincies, gemeenten en de warmtesector hebben in het Groeiplan voor warmte gezamenlijk uitgesproken dat het wenselijk/noodzakelijk is dat grote warmte transportleidingen (backbones) gesocialiseerd worden en dus een nutsvoorziening moeten zijn. Financiering zonder hulp van het Rijk wordt voor de backbone niet haalbaar geacht. Maar kan MRA hier ook lokaal/regionaal financiële middelen voor organiseren? Of zijn er andere alternatieven voor het financieren van de backbone? Bijvoorbeeld aanbesteden in PPS. Uit de gevoerde gesprekken met vertegenwoordigers van de financiële sector is het idee ontstaan om gezamenlijk te verkennen of er mogelijkheden zijn binnen het programma MRA Warmte en Koude om de discussie over financierbaarheid en bankability stevig te verankeren. Gedacht kan worden aan een klankbord van financiers (op bestuurlijk niveau) en beschikbaar stellen van financiële professionals op werkvloerniveau. Stellingen voor discussie: MRA Warmte en Koude moet investeren in zekerheden die de financierbaarheid van projecten en de snelheid waarmee financiering verkregen kan worden voor projecten gaat verbeteren. Te denken valt bijvoorbeeld aan garanties, gezamenlijke financiële faciliteiten en standaardcontracten tussen woningbouwcorporaties en warmteleveranciers. Voor de financiering van de backbone gaat MRA in eerste instantie verkennen wat de overheden (voorop het Rijk) hierin kunnen betekenen. MRA gaat onderzoeken of regionaal/lokaal een warmte- en/of garantiefonds kan worden gerealiseerd voor moeilijke projecten of aanpassingen en of uitbreidingen van projecten vanuit het belang van het Grand Design. 15

44 Thema 2: Organisatie en proces De komende maanden gaat MRA Warmte en Koude een regionaal warmteakkoord uitwerken. Het warmteakkoord zal de gezamenlijke ambitie, vormgegeven in het Grand Design, omzetten in een routekaart voor de eerste twee jaar en de benodigde randvoorwaardelijke zaken benoemen. In de kern gaat het daarbij om het borgen van doelstellingen en voortgang op de onderliggende projecten en op de samenhang tussen projecten. Bij de verschillende dialoogtafels worden hiervoor ideeën besproken. Te beginnen met de hiervoor genoemde samenwerking rond financiering. Bij de dialoogtafel afnemers wordt o.a. verkent hoe MRA de energie- en warmtetransitieplannen op gemeentelijk niveau kan gebruiken om de uitvoering van het Grand Design te versnellen. Verder staat bij deze dialoogtafel de nog te intensiveren dialoog met stakeholders, voorop de woningbouwcorporaties, geagendeerd. Vanuit organisatorisch perspectief is de vraag bij deze onderwerpen hoe wij de vaart erin krijgen (bijvoorbeeld in de dialoog met de corporaties) zonder aan de kant van concrete warmteprojecten de vaart eruit te halen. Een mogelijke aanvliegroute is de in Amsterdam gehanteerde City Deal. Ook in andere gemeenten (bijvoorbeeld Haarlem en Zaanstad) is de dialoog met woningbouwcorporaties en huurders intensief gevoerd. Zijn er best practices en overige leermomenten die kunnen worden ingebracht voor de te voeren dialoog? Een ander belangrijk element is het bij de dialoogtafel distributie geagendeerde idee van een gezamenlijk projectbureau dat het proces rond de realisatie van projecten en de afstemming tussen projecten moet ondersteunen. Bij de dialoogtafel opwek staat o.a. het mogelijk oprichten van een bedrijf/projectorganisatie voor geothermie op de agenda. Kijkend naar de eigen samenwerking binnen MRA Warmte en Koude moet met het warmteakkoord concreet commitment op al deze en andere in de dialoogtafels besproken zaken worden opgehaald van de deelnemende partijen. Het op detail uitwerken van de wat, hoe en wie zal tijd in beslag nemen. Hiervoor zal een programmabureau moeten worden opgezet dat zaken in onderlinge samenhang gaat oppakken. Stellingen voor discussie: Het warmteakkoord zal van deelnemende partijen harde commitment ophalen voor alle door de dialoogtafels bereikte consensus en geagendeerde oplossingsrichtingen inclusief de eventuele verdere uitwerking daarvan. Het warmteakkoord zal van deelnemende partijen financiële commitment ophalen om de komende twee jaar de omzetting van het Grand Design in uitvoerbare plannen mogelijk te maken. Thema 3: Regie In alle werkgroepen was er consensus over de noodzaak voor regie op MRA Warmte en Koude. De vragen die primair beantwoord moeten worden zijn: waarover moet regie gevoerd worden en waar heeft wie behoefte aan? En, hoe geven wij de betrokken partijen comfort ten aanzien van de gekozen regie. Regie, zo is de consensus, mag in ieder geval niet ingrijpen op het belang van individuele business cases. Systeemintegratie op de backbone is één soort regie. Maar dit is van een geheel andere orde dan regie op de voortgang van de realisatie van het Grand Design en de samenhang tussen projecten. Een mogelijk voorbeeld voor regie op en tussen projecten is de gewenste regie voor geothermie op de schaal van MRA (wordt besproken in de dialoogtafel opwek). Effectieve regie (als continu proces) is tenslotte een wens vanuit financiering. Regie op lange termijn moet het risicoprofiel van projecten verlagen. Investeerders willen duidelijkheid: wie voert regie, wat zijn de rollen, wie loopt risico s en is bereid en in staat die risico s te nemen? In de diverse werkgroepen heerste consensus dat gemeenten en de provincie een sleutelpositie hebben wat betreft regie. Lokale/regionale overheden kunnen het beste de dialoog faciliteren tussen (1) overheden, (2) partijen actief in de warmteketen en (3) overige stakeholders zoals klanten en woningbouwcorporaties. Gemeenten zijn ook aan zet voor de energietransitieplannen, de transitie naar aardgasloos etc. Wel is de vraag gesteld of de huidige wet- en regelgeving de 16

45 gemeenten met voldoende middelen uitrust om de regie op bovengenoemde punten effectief te voeren. Op lang niet alle onderwerpen die regie behoeven zijn overheden echter de meest aangewezen partij. Een goed voorbeeld is de reeds aangehaalde warmtenetbeheerder voor de backbone. Overheden kunnen op dit soort punten wel regie voeren over het proces om tot concrete invulling van toekomstige regie te komen. In de nadere uitwerking van de plannen voor MRA Warmte en Koude zullen hier keuzes moeten worden gemaakt. Het warmteakkoord zal niet alle regievragen kunnen en moeten adresseren maar op hoofdlijnen moet duidelijkheid komen wie de komende jaren het meest effectief de overall regie kan voeren. Stellingen voor discussie: Gemeenten en de Provincie zijn de meest aangewezen partijen om overall regie te voeren over de realisatie van de plannen van MRA Warmte en Koude. De warmteregisseur zal in aanloop naar het warmteakkoord met alle betrokken partijen in overleg treden om te bezien hoe de regierol effectief kan worden ingevuld. 17

46 wrmtekude metropoolregio amsterdam Minister H.G.J. Kamp Ministerie van Economische Zaken Bezuidenhoutseweg AC De Haag T.a.v. Energiedialoog Betreft: bijdrage vanuit het MRA-programma Warmte en Koude Amsterdam, 3 juli 2016 Geachte heer H.G.J. Kamp, De afgelopen maanden hebben de 32 partijen in de publiek-private samenwerking voor de totstandkoming van een regionaal warmtenet in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) met elkaar gediscussieerd over de warmtetransitie in onze regio. De partijen hebben gezamenlijk een Grand Design gemaakt, met een inventarisatie van de warmtevraag en mogelijke warmtebronnen in de regio, de beoogde infrastructuur voor het warmtenet en verduurzamingsstrategie. Onlangs hebben de partijen met elkaar intensieve sessies georganiseerd om een antwoord te geven op de vraag hoe we dit Grand Design gerealiseerd kunnen krijgen. Wij hebben daarbij vertegenwoordigers van woningcorporaties, huurders en milieubeweging betrokken. Afgelopen vrijdag 1 juli vond een afsluitende ronde tafelconferentie plaats. Op deze conferentie is gezamenlijk een aantal conclusies getrokken die we alvast middels deze brief met u willen delen. Grotendeels aardgasvrij in 2035 Er wordt breed gedeeld dat er meer urgentiegevoel nodig is om tot een grootschalige warmtetransitie over te kunnen gaan. Aardgas is op dit moment de meest toegepaste bron voor het verwarmen van de gebouwde omgeving, Gemakkelijk en goedkoop, maar niet duurzaam. Een aankondiging dat het gebruik van aardgas voor de gebouwde omgeving eindig is en transitie nodig is, vermindert de vanzelfsprekendheid van de keuze voor aardgas. Hierdoor ontstaat een ander referentiekader, waardoor eerder alternatieven denkbaar en gewenst zijn. Voor vastgoedeigenaren, netbeheerders en marktpartijen is een dergelijke datum van belang om de juiste (des]investeringsbeslissingen te nemen. De partijen in de MRA vinden elkaar in de doelstelling om de gebouwde omgeving in 2035 grotendeels aardgasvrij te hebben. Deze datum straalt urgentie uit (een ketel wordt dan niet snel meer vervangen) en is ver genoeg om op tijd plannen gereed te hebben voor de alternatieven. We roepen het Rijk op om 2035 te hanteren als doelstelling waarop aardgas zoveel mogelijk moet zijn uitgefaseerd in de bebouwde omgeving. In het besef dat de

47 realisatiemogelijkheden van deze doelstelling in de praktijk zullen verschillen tussen steden en dorpen. Door deze boodschap congruent samen met provincies, gemeenten en netbeheerders uit te dragen ontstaat de zo gewenste urgentie. Een dergelijke doelstelling en boodschap moet gepaard gaan met aanpassing van de wetgeving. Zo bestaat er nog steeds een aansluitplicht voor aardgasnetten en is een afsluitrecht in de bestaande bouw nog niet geregeld. Voor de juiste voortgang is het noodzakelijk dat op korte termijn juridische experimenteerruimte ontstaat om met deze transitie ervaring op te doen. Meer specifiek wordt daarbij gedacht aan: ruimere gemeentelijke bevoegdheden voor de gebiedsgerichte afweging van energiesystemen en infrastructuur; mogelijkheid voor (lokale) ontheffing van aansluitplicht gasnet; en een verbreding van de reikwijdte van warmteplannen naar de bestaande bouw. De verschuiving van bevoegdheden inzake energie- en warmte-infrastructuur in de gebouwde omgeving moet gepaard gaan met adequate financiële middelen voor de uitvoering van de taken en het werk dat daar uit voortvloeit. Lokale warmtetransitieplannen We beseffen tegelijkertijd ook dat gemeenten aan zet zijn. Op de conferentie zijn de aan het warmteprogramma deelnemende gemeenten opgeroepen nog binnen deze raadsperiode te komen met warmtetransitieplannen. Daarbij zullen ze worden ondersteund door de provincie Noord-Holland. Sommige gemeenten binnen de MRA zijn overigens al zover dat het moment nadert waarop ze met pilots voor aardgasloze wijken willen starten. Voor hen is de mogelijkheid van experimenteerruimte op korte termijn erg belangrijk. Op weg naar een regionaal warmteakkoord Tijdens de conferentie van 1 juli j.l. hebben de aangesloten partijen ook consensus gevonden op thema s als verduurzaming van de warmte, geothermie, marktmodel, socialisering van het distributienet en third party access. De afspraken worden de komende maanden uitgewerkt als opmaat naar een MRA warmteakkoord. Wij willen uw ministerie hier graag zo spoedig mogelijk bij betrekken. We vinden het gewenst u alvast te informeren over de conclusies die we hebben getrokken over de warmtetransitie in relatie tot de uitfasering van aardgas in de gebouwde omgeving. Middels deze brief hopen wij een duidelijk signaal te hebben afgegeven waarmee u uw voordeel kunt doen in de energieagenda en nodigen wij u uit om de voorgestelde, benodigde maatregelen van rijkswege te doen treffen. Hoogac Jack Chr. van der Hoek 43A Voorzitter Stuurgroep rogramma Warmte en Koude Metropoolregio Amstei dam

Jaarplan Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni warmtekoude. metropoolregio amsterdam

Jaarplan Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni warmtekoude. metropoolregio amsterdam Jaarplan Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017 warmtekoude metropoolregio amsterdam INLEIDING teken stond van de technische en organisatorische rondes met Grand Design

Nadere informatie

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector Groeiplan voor warmte een initiatief van provincies, gemeenten en sector 27 november 2015 De Provincies Gelderland, Zuid-Holland, Noord-Holland, en Limburg, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, de Gemeenten

Nadere informatie

Energietransitie en gebiedsontwikkeling gaan in Zaanstad hand in hand. Marie-Louise Sanders 14 februari 2019 Congres Stedelijke Transformatie

Energietransitie en gebiedsontwikkeling gaan in Zaanstad hand in hand. Marie-Louise Sanders 14 februari 2019 Congres Stedelijke Transformatie Energietransitie en gebiedsontwikkeling gaan in Zaanstad hand in hand Marie-Louise Sanders 14 februari 2019 Congres Stedelijke Transformatie Zaanstad introductie PAGINA 2 Zaanstad dynamiek PAGINA 3 Zaanstad

Nadere informatie

Presenta(e Warmtenetwerk 15 juni 2017

Presenta(e Warmtenetwerk 15 juni 2017 Presenta(e Warmtenetwerk 15 juni 2017 Ondertekening Samenwerkingsovereenkomst MRA Warmte en Koude 4 juni 2015 Inmiddels 32 partners: 500.000 woningequivalenten in 2040 Maatschappelijk Kosten Baten Analyse

Nadere informatie

Haags Warmtebedrijf Tussenrapportage 12 maart 2014

Haags Warmtebedrijf Tussenrapportage 12 maart 2014 Haags Warmtebedrijf Tussenrapportage 12 maart 2014 Waar staan we? Plan van aanpak 12 november 2013 vastgesteld Vooronderzoeken in volle gang: Vooronderzoek gesprekken Eneco en E.on Technische visie toekomstig

Nadere informatie

Duurzame Energieinfrastructuur en Gebiedsontwikkeling

Duurzame Energieinfrastructuur en Gebiedsontwikkeling Duurzame Energieinfrastructuur en Gebiedsontwikkeling 6 maart 2017 ir. A. Schiltmans MCD Meeting Bouwcampus, Grip op de Maas (heel) kort DGO Context van gas naar warmte Welke alternatieven zijn er Grootschalige

Nadere informatie

VAN GAS LOS. Werkconferentie Warmtetransitie. 1 juni 2017, De Nieuwe stad, Zandfoort aan de Eem te Amersfoort

VAN GAS LOS. Werkconferentie Warmtetransitie. 1 juni 2017, De Nieuwe stad, Zandfoort aan de Eem te Amersfoort VAN GAS LOS Werkconferentie Warmtetransitie 1 juni 2017, De Nieuwe stad, Zandfoort aan de Eem te Amersfoort Programma 08.45 09.15 Inloop 09.15 09.30 Welkomstwoord - Anika de Kruijf van De Nieuwe Stad -

Nadere informatie

Leiding door het Midden

Leiding door het Midden Leiding door het Midden Raadscommissie Leefomgeving Den Haag, 30 november 2016 Erik Burgman Projectleider 30-11-2016 Leiding door Midden 2 30-11-2016 Leiding door Midden 3 Nog een lange weg naar een gasloze

Nadere informatie

Marktverkenning warmtenet Schiedam. Doorpakken met aardgasvrije wijken

Marktverkenning warmtenet Schiedam. Doorpakken met aardgasvrije wijken Marktverkenning warmtenet Schiedam Doorpakken met aardgasvrije wijken 6 december 2018 Intentieovereenkomst GNDW 10 april 2018 Schiedam Groenoord Ca 4800 woningen Veel hoogbouw LoN ligt langs de A20 60%

Nadere informatie

Amsterdamse City Deal Naar een stad zonder aardgas

Amsterdamse City Deal Naar een stad zonder aardgas Amsterdamse City Deal Naar een stad zonder aardgas Een betaalbare en duurzame warmtevoorziening Wereldwijd verandert het klimaat. De belangrijkste oorzaak is de CO 2 -uitstoot bij het verbruik van fossiele

Nadere informatie

Jaarplan Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2017 juni warmtekoude. metropoolregio amsterdam

Jaarplan Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2017 juni warmtekoude. metropoolregio amsterdam Jaarplan Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2017 juni 2018 warmtekoude metropoolregio amsterdam INLEIDING Het programma Warmte en Koude is een succesvol onderdeel van de regionale

Nadere informatie

Position paper Regietafel Energietransitie Utrecht

Position paper Regietafel Energietransitie Utrecht Position paper Regietafel Energietransitie Utrecht februari 2017 position paper regietafel energietransitie utrecht 2/6 Regietafel Energietransitie Utrecht Hieronder treft u informatie over de Regietafel

Nadere informatie

Ik ben als bestuurder in deze provincie bijzonder geïnteresseerd in de kansen van nieuwe energie voor onze kenniseconomie.

Ik ben als bestuurder in deze provincie bijzonder geïnteresseerd in de kansen van nieuwe energie voor onze kenniseconomie. Welkomstwoord van Jan Franssen, Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland, bij het Lustrumcongres 'Geothermal Heat is Cool' van het Platform Geothermie, Den Haag, 24 oktober 2012 ---------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Ingrid Giebels

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Ingrid Giebels Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken Ingrid Giebels 1-11-2018 Voor wie? Regio, gemeenten, woningbouwcorporaties in Noord-Holland Voor wat? Aardgasvrij, en energiebesparing Hoe? Faciliteren, aanjagen en

Nadere informatie

Bezoek gemeenteraad Den Haag aan WKC CR-plein

Bezoek gemeenteraad Den Haag aan WKC CR-plein Bezoek gemeenteraad Den Haag aan WKC CR-plein 25 november 2016 Doel bijeenkomst Leuke doch leerzame bijeenkomst Afstemming toekomstvisie Warmtevoorziening Den Haag Ambitie van de gemeente Huidige activiteiten

Nadere informatie

Position paper regietafel energietransitie utrecht

Position paper regietafel energietransitie utrecht Position paper regietafel energietransitie utrecht februari 2017 position paper regietafel energietransitie utrecht 2/6 Regietafel Energietransitie Utrecht Dit document beschrijft de opzet van de Regietafel

Nadere informatie

Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte Utrecht en Nieuwegein

Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte Utrecht en Nieuwegein Postbus 19020, 3001 BA Rotterdam Wethouder van Hooijdonk p/a gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht Rotterdam, 24 november 2016 Kenmerk: W&K/MvdB/20161124 Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte

Nadere informatie

De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen.

De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen. De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen. Inhoud De warmtemarkt Warmtevraag woningen Warmtemarkt voor woningen Gasdistributie en CV ketel Elektriciteitsdistributie

Nadere informatie

Onderwerp :Besluitvorming en afstemming stedelijk beleid en warmtenet Meerwijk Datum :

Onderwerp :Besluitvorming en afstemming stedelijk beleid en warmtenet Meerwijk Datum : Bijlage 1 Onderwerp :Besluitvorming en afstemming stedelijk beleid en warmtenet Meerwijk Datum :15-01-2019 Stedelijk beleid De Energiestrategie voor Haarlem is bijna klaar. Dit onderzoek geeft de oplossingen

Nadere informatie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie Regionale Energie Strategie Regionaal samenwerken voor realisatie van de Klimaatopgave Een historische opgave Om de opwarming van de aarde te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Dit jaar wordt

Nadere informatie

Ook de zorg van het aardgas af? Frans Rooijers directeur CE Delft

Ook de zorg van het aardgas af? Frans Rooijers directeur CE Delft Ook de zorg van het aardgas af? Frans Rooijers directeur CE Delft CE Delft - Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 - Energie, transport en grondstoffen - Economische, technische en beleidsmatige

Nadere informatie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie Regionale Energie Strategie Regionaal samenwerken voor realisatie van de Klimaatopgave Een historische opgave Om de opwarming van de aarde te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Dit jaar wordt

Nadere informatie

Samen naar een duurzaam verwarmde gebouwvoorraad zonder aardgas. Hans Schneider (Liander) programma

Samen naar een duurzaam verwarmde gebouwvoorraad zonder aardgas. Hans Schneider (Liander) programma Samen naar een duurzaam verwarmde gebouwvoorraad zonder aardgas Hans Schneider (Liander) programma Alliander en de warmtetransitie Verantwoord van het aardgas af, op naar een nieuwe (lokale) warmtevoorziening

Nadere informatie

WARMTE IS HOT VISIE, KANSEN EN ONTWIKKELING. Sjaak Verburg Pipeliner terugkomdag, 18 november 2015

WARMTE IS HOT VISIE, KANSEN EN ONTWIKKELING. Sjaak Verburg Pipeliner terugkomdag, 18 november 2015 WARMTE IS HOT VISIE, KANSEN EN ONTWIKKELING Sjaak Verburg Pipeliner terugkomdag, Inhoud: In het komende half uur: Korte introductie; Rotterdamse haven, Havenbedrijf Rotterdam en pijpleidingen Deltaplan

Nadere informatie

Geothermie in de gebouwde omgeving

Geothermie in de gebouwde omgeving Geothermie in de gebouwde omgeving Ans van den Bosch Plv. Directeur Warmte en Ondergrond Programma manager Duurzame Warmte Onderwerpen 1. Klimaatakkoord 2. Geothermie in de gebouwde omgeving 3. Beleid

Nadere informatie

Duurzame warmtenetten

Duurzame warmtenetten Duurzame warmtenetten Groene Huisvesters 22 juni 2017 Jeroen Roos Inhoud 1. Opzet warmtenet 2. Soorten en maten 3. Duurzaamheid 4. Specifiek: een bron: geothermie een concept: Nul-op-de-Meter/-Rekening

Nadere informatie

PROCES TRANSITIEVISIE WARMTE TIEL; inhoud, planning en inzet

PROCES TRANSITIEVISIE WARMTE TIEL; inhoud, planning en inzet PROCES TRANSITIEVISIE WARMTE TIEL; inhoud, planning en inzet Gericht aan: partijen van de Warmtetafel Tiel, te weten gemeente Tiel, woningcorporatie Kleurrijk Wonen, woningcorporatie SCW, netbeheerder

Nadere informatie

C-192 Green Deal Bevorderen van de (consumenten)vraag naar collectieve duurzame warmte en koude in de Metropoolregio Amsterdam en Zuid-Holland

C-192 Green Deal Bevorderen van de (consumenten)vraag naar collectieve duurzame warmte en koude in de Metropoolregio Amsterdam en Zuid-Holland C-192 Green Deal Bevorderen van de (consumenten)vraag naar collectieve duurzame warmte en koude in de Metropoolregio Amsterdam en Zuid-Holland Partijen 1. De Minister van Economische Zaken, de heer H.G.J.

Nadere informatie

Open warmtenetten: bijdrage aan doelstelling warmtevisie Nationaal Warmte Congres 2015

Open warmtenetten: bijdrage aan doelstelling warmtevisie Nationaal Warmte Congres 2015 Open warmtenetten: bijdrage aan doelstelling warmtevisie Nationaal Warmte Congres 2015 26/11/2015 Joop Oude Lohuis, Sam Nierop Open warmtenetten: waarom en hoe werkt het dan? > Warmtevisie: Verminderen

Nadere informatie

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Coen Bernoster

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Coen Bernoster Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken Coen Bernoster 19-7-2018 Voor wie? Regio, gemeenten, woningbouwcorporaties in Noord-Holland Voor wat? Aardgasvrij, duurzame bedrijventerreinen en energiebesparing Hoe?

Nadere informatie

Open en slim energienet Zaanstad Let s Go!

Open en slim energienet Zaanstad Let s Go! Open en slim energienet Zaanstad Let s Go! Klimaatneutraal: de 4 e decentralisatie Robert Linnekamp, wethouder Milieu, gemeente Zaanstad Henry Staal, Coördinator Duurzame Energie, gemeente Zaanstad Inhoud

Nadere informatie

Regionale Energiestrategie NHZ

Regionale Energiestrategie NHZ Regionale Energiestrategie NHZ Het Klimaatakkoord in wording 49% minder CO2 in 2030 t.o.v. 1990 Zomer 2018 doorrekening Najaar 2018 uitwerking Voorjaar 2019 Ondertekening = start RES Wat staat er in een

Nadere informatie

Premier Rutte: hogere ambitie Europa bij terugdringen van CO2-uitstoot. Regionale Energiestrategie NHN. Katowice 4 december 2018

Premier Rutte: hogere ambitie Europa bij terugdringen van CO2-uitstoot. Regionale Energiestrategie NHN. Katowice 4 december 2018 Premier Rutte: hogere ambitie Europa bij terugdringen van CO2-uitstoot Regionale Energiestrategie NHN Katowice 4 december 2018 Het Klimaatakkoord in wording 49% minder CO2 in 2030 t.o.v. 1990 Zomer 2018

Nadere informatie

Position Paper voor het Rondetafelgesprek over het Ontwerp-Klimaatakkoord de tafel Gebouwde Omgeving

Position Paper voor het Rondetafelgesprek over het Ontwerp-Klimaatakkoord de tafel Gebouwde Omgeving Position Paper voor het Rondetafelgesprek over het Ontwerp-Klimaatakkoord de tafel Gebouwde Omgeving 25 maart 2019 Pagina 2 van 5 Ingrijpende veranderingen voor het Nederlandse energienet De energietransitie

Nadere informatie

Regionale Energiestrategie Fruitdelta Rivierenland. Raadsinformatiebijeenkomst 4 juli 2018

Regionale Energiestrategie Fruitdelta Rivierenland. Raadsinformatiebijeenkomst 4 juli 2018 Regionale Energiestrategie Fruitdelta Rivierenland Raadsinformatiebijeenkomst 4 juli 2018 Programma 20:00-20:05 Welkom door Elfriede Boer (Werkzaak) 20:05-20:20 Het hoe en waarom van de Regionale Energiestrategie

Nadere informatie

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Beleid dat warmte uitstraalt Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Doelen rijksoverheid voor 2020 Tempo energiebesparing 2 % per jaar Aandeel duurzaam in totale

Nadere informatie

Zaanse Energie Agenda update Zaanstad Beraad d.d. 22 november

Zaanse Energie Agenda update Zaanstad Beraad d.d. 22 november Zaanse Energie Agenda update Zaanstad Beraad d.d. 22 november Vanavond centraal Introductie (Dick Emmer): Ontwikkelingen energietransitie Verdieping: Elektriciteit (Stijn van Oeijen) Warmte (Henry Staal)

Nadere informatie

Kansen voor warmtenetten in Noord-Holland

Kansen voor warmtenetten in Noord-Holland Kansen voor warmtenetten in Noord-Holland Parallelsessie Ambtelijk Café 2013 Roelof Potters (Alliander) en Eloi Burdorf (SDE) Agenda Welkom en introductie Presentatie: Aanpak verduurzaming gebouwde omgeving

Nadere informatie

I. Kennis te nemen van de resultaten van het verkennend onderzoek vastgelegd in de nota Warmterotonde Cluster West (september 2015).

I. Kennis te nemen van de resultaten van het verkennend onderzoek vastgelegd in de nota Warmterotonde Cluster West (september 2015). Gemeente Den Haag Ons kenmerk BSD/2015.772 RIS 286864 ONTWIKKELING WARMTEROTONDE CLUSTER WEST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, overwegende dat: - Den Haag het doel heeft om in 2040 klimaatneutraal

Nadere informatie

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Samenvatting De totale investeringsomvang om de woningen en utiliteitsgebouwen in de provincie Noord-Holland in 2050 klimaatneutraal

Nadere informatie

Subsidieaanvraag Proeftuin Geothermie in de bestaande wijk

Subsidieaanvraag Proeftuin Geothermie in de bestaande wijk Subsidieaanvraag Proeftuin Geothermie in de bestaande wijk 1 Wijkaanpak energietransitie Meerwijk 1.1 Bestuurlijke steun Op 25 juni 2018 heeft het college het uitvoeringsplan Wijkaanpak energietransitie

Nadere informatie

Klankbordgroep aardgasvrij wonen

Klankbordgroep aardgasvrij wonen Klankbordgroep aardgasvrij wonen 1 e bijeenkomst klankbordgroep: Delen plan voor de komende periode Input vragen op het stappenplan Maandag 11 maart 2019 Programma 19.30 uur: Aftrap met korte terugblik

Nadere informatie

Introductie Hoofdrolspelers De handreiking Instrumenten Praktijkvoorbeelden. Print dit hoofdstuk. Hoofdrolspelers

Introductie Hoofdrolspelers De handreiking Instrumenten Praktijkvoorbeelden. Print dit hoofdstuk. Hoofdrolspelers 06 Hoofdrolspelers 07 Een aantal partijen is van cruciaal belang voor een warmteuitwisselingsproject. Dit zijn de hoofdrolspelers. We onderscheiden in deze handreiking de volgende hoofdrolspelers met ieder

Nadere informatie

Jaarverslag Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni warmtekoude. metropoolregio amsterdam. warmte

Jaarverslag Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni warmtekoude. metropoolregio amsterdam. warmte Jaarverslag Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017 warmtekoude metropoolregio amsterdam warmte INLEIDING Het gaat hard met de warmtetransitie in Nederland. Bij de start

Nadere informatie

Kansenstudie Aardgasloos Purmerend

Kansenstudie Aardgasloos Purmerend Kansenstudie Aardgasloos Purmerend 6 december 2016 Friso Waagmeester Peter Heijboer Transitie naar aardgasloos 1. Aanleiding en achtergronden 2. De Opgave van Purmerend 3. Scenario-analyses 4. Conclusies

Nadere informatie

AANTREKKELIJKHEID COLLECTIEVE WARMTELEVERING. Werkgroep 2 Warmtetafel Presentatie Warmtenetwerk 1 februari 2017

AANTREKKELIJKHEID COLLECTIEVE WARMTELEVERING. Werkgroep 2 Warmtetafel Presentatie Warmtenetwerk 1 februari 2017 AANTREKKELIJKHEID COLLECTIEVE WARMTELEVERING Werkgroep 2 Warmtetafel Presentatie Warmtenetwerk 1 februari 2017 Organisatie werkgroep 2 Sponsoren: Abdeluheb Choho, wethouder gemeente Amsterdam Ronald Paping,

Nadere informatie

Duurzame warmte voor de glastuinbouw

Duurzame warmte voor de glastuinbouw Duurzame warmte voor de glastuinbouw De ondernemers aan zet!!.. op zoek naar het gemeenschappelijk eigenbelang Warmte uit geothermie en biomassa Geothermie op 4km diepte Trias Westland BV Biomassa warmte

Nadere informatie

Toekomstbestendig, innovatief warmtenet in Amsterdam Zuidoost. Caryl Jonis (programmamanager BU Heat NL) 10 oktober 2018

Toekomstbestendig, innovatief warmtenet in Amsterdam Zuidoost. Caryl Jonis (programmamanager BU Heat NL) 10 oktober 2018 Toekomstbestendig, innovatief warmtenet in Amsterdam Zuidoost Caryl Jonis (programmamanager BU Heat NL) 10 oktober 2018 Onderwerpen Studieproject Kantorenstrook Amstel III Basis technisch concept Voorlopige

Nadere informatie

HOGE TEMPERATUUR OPSLAG VAN WARMTE IN DE ONDERGROND ONDERZOEK EN DEMONSTRATIE

HOGE TEMPERATUUR OPSLAG VAN WARMTE IN DE ONDERGROND ONDERZOEK EN DEMONSTRATIE HOGE TEMPERATUUR OPSLAG VAN WARMTE IN DE ONDERGROND ONDERZOEK EN DEMONSTRATIE JORIS KOORNNEEF DERDE NATIONAAL CONGRES BODEMENERGIE UTRECHT 29 JUNI 2018 GEOTHERMIE FAMILIE Ondiepe geothermische systemen

Nadere informatie

Onderwerp Regionale Energiestrategie (RES) regio Noordoost-Brabant. Geachte bestuursleden,

Onderwerp Regionale Energiestrategie (RES) regio Noordoost-Brabant. Geachte bestuursleden, Onderwerp Regionale Energiestrategie (RES) regio Noordoost-Brabant Geachte bestuursleden, De decentrale overheden (gemeenten, waterschappen en provincies) werken vanaf het najaar 2018 in 30 regio s aan

Nadere informatie

Kosten en baten van warmtenetten. Presentatie op seminar De toekomst van warmte Jeroen Roos, 30 januari 2016

Kosten en baten van warmtenetten. Presentatie op seminar De toekomst van warmte Jeroen Roos, 30 januari 2016 Kosten en baten van warmtenetten Presentatie op seminar De toekomst van warmte Jeroen Roos, 30 januari 2016 Warmtenetten: vele soorten en maten Van zeer lage tot zeer hoge temperatuur Van zeer klein tot

Nadere informatie

Warmtelevering MRA en Zaanstad Zaanstad Beraad d.d. 16 juni Jan Schreuder, programmamanager ZEA & Henry Staal, procesmanager Duurzame Energie

Warmtelevering MRA en Zaanstad Zaanstad Beraad d.d. 16 juni Jan Schreuder, programmamanager ZEA & Henry Staal, procesmanager Duurzame Energie 14-6-2016 Warmtelevering MRA en Zaanstad Zaanstad Beraad d.d. 16 juni Jan Schreuder, programmamanager ZEA & Henry Staal, procesmanager Duurzame Energie Vanavond centraal Introductie (Jan Schreuder): Strategie

Nadere informatie

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl Aardgasloze toekomst, waarom? Stroomversnelling Energy Up 2018 Casper Tigchelaar Inhoud presentatie 2 belangrijkste redenen voor aardgasvrije gebouwde omgeving Hoe heeft het energiegebruik in huishoudens

Nadere informatie

Ypenburg 100% duurzame warmte

Ypenburg 100% duurzame warmte Ypenburg 100% duurzame warmte Verkenning van de mogelijkheden Rotterdam, 13 november 2018 Edward.pfeiffer@rhdhv.com 06-52 01 86 58 Doelstelling van de verkenning Eneco en de Stichting Hernieuwbare Warmte

Nadere informatie

Geothermie. traditioneel energiebedrijf?

Geothermie. traditioneel energiebedrijf? 31 maart 2010 T&A Survey Congres Geothermie Duurzame bron voor een traditioneel energiebedrijf? Hugo Buis Agenda Duurzame visie & ambities Waarom kiest Eneco voor Geothermie? Stand van zaken Markten Pro

Nadere informatie

Commissie Ruimte Opmeer Eljo Vos-Brandjes/Marco van Soerland

Commissie Ruimte Opmeer Eljo Vos-Brandjes/Marco van Soerland Commissie Ruimte Opmeer 5-9-2017 Eljo Vos-Brandjes/Marco van Soerland Introductie HVC Opgericht in 1991 voor verwerken huishoudelijk en bedrijfsafval Ballotage overeenkomst op basis van Samen uit, samen

Nadere informatie

B-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio

B-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio B-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio Partijen: De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de heer drs. M.J.M. Verhagen,

Nadere informatie

Toezicht tijdens de energietransitie NVDE-lunchpresentatie 5 februari 2018

Toezicht tijdens de energietransitie NVDE-lunchpresentatie 5 februari 2018 Toezicht tijdens de energietransitie NVDE-lunchpresentatie 5 februari 2018 Remko Bos Directeur Energie Voorzitter CEER Distribution System Working Group 1 Inhoud I. Even voorstellen II. Energietransitie

Nadere informatie

Warmtelevering Dordtse Kil. Kyck over den Dyck. 1 juli 2010

Warmtelevering Dordtse Kil. Kyck over den Dyck. 1 juli 2010 Warmtelevering Dordtse Kil Kyck over den Dyck 1 juli 2010 Agenda 15:30 Welkom door Roosmarijn Sweers (gemeente Dordrecht) 15:35 Stand van zaken waar staan we nu? (Marc van der Steen Provincie Zuid-Holland)

Nadere informatie

s-hertogenbosch, juni 2013 Samenwerkingsovereenkomst Brabantse Pilot Publieke Laadinfrastructuur Provincie Noord-Brabant en Enexis

s-hertogenbosch, juni 2013 Samenwerkingsovereenkomst Brabantse Pilot Publieke Laadinfrastructuur Provincie Noord-Brabant en Enexis Samenwerkingsovereenkomst Brabantse Pilot Publieke Laadinfrastructuur Provincie Noord-Brabant en Enexis INHOUD 1. Inleiding 2. Pilot laadinfrastructuur Brabant 3. Overwegingen 4. Doelstellingen 5. Gefaseerde

Nadere informatie

Open warmtenetten Warmtenetwerk 4 november 2015

Open warmtenetten Warmtenetwerk 4 november 2015 Open warmtenetten Warmtenetwerk 4 november 2015 04/11/2015 Joop Oude Lohuis, Faruk Dervis, Sam Nierop Ecofys: nieuwe ordening van expertises Urban Sustainable Energy Energy Climate Energy Industries Systems

Nadere informatie

De rol van geothermie in de verduurzaming van het vastgoed. 8 mei 2019 Saskia Hagedoorn

De rol van geothermie in de verduurzaming van het vastgoed. 8 mei 2019 Saskia Hagedoorn De rol van geothermie in de verduurzaming van het vastgoed 8 mei 2019 Saskia Hagedoorn Profiel Hydreco Geomec Lange termijn betrokken operator Financiële deelname in projecten Geothermie is corebusiness

Nadere informatie

Green Deal Marktordening Warmtetransportnetten

Green Deal Marktordening Warmtetransportnetten C-220 Green Deal Marktordening Warmtetransportnetten I. Partijen en Overwegingen Partijen: 1. De Minister van Economische Zaken en Klimaat, de heer Eric Wiebes, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan,

Nadere informatie

Energietransitie Utrecht: gebiedsgericht naar een aardgasvrije stad. Hier komt tekst Joop Oude Lohuis. Utrecht.nl

Energietransitie Utrecht: gebiedsgericht naar een aardgasvrije stad. Hier komt tekst Joop Oude Lohuis. Utrecht.nl Energietransitie Utrecht: gebiedsgericht naar een aardgasvrije stad Hier komt tekst Joop Oude Lohuis Hier 22 mei komt 2017 ook tekst Van Globaal Doel naar Lokaal aan de Slag Klimaatakkoord Parijs In 2050

Nadere informatie

4 oktober Utrecht

4 oktober Utrecht 4 oktober 2017 Utrecht 1 Waarom een RES? 1. Verantwoordelijkheid energietransitie wordt voor een belangrijk deel bij gemeenten gelegd. Maar ze hebben beperkte grip. 2. Praten over energietransitie betekent

Nadere informatie

_ WARMTETAFEL WERKGROEP 3 BUSINESSCASE

_ WARMTETAFEL WERKGROEP 3 BUSINESSCASE _ WARMTETAFEL WERKGROEP 3 BUSINESSCASE 20 februari 2017 Namens de werkgroep Maike Akkers 1 DEELNEMERS WERKGROEP Deelnemers Organisatie Nico van Dooren Ruud Melieste Alan Dirks Helma Kip Erik Stronk Martijn

Nadere informatie

Kansen voor ondiepe geothermie

Kansen voor ondiepe geothermie Kansen voor ondiepe geothermie Ondiepe Geothermie Onttrekken van aardwarmte uit ondiepe formaties Diepte tot circa 1.250 meter Temperatuur 15 tot 45 C Technologie Dieptes (m) Gebruikelijke toepassing WKO

Nadere informatie

Terugblik en tussenstand Regionale Energietransitie Opbrengst terugblik projectgroep op 18 oktober 2018 t.b.v. PHO+ op 21 november

Terugblik en tussenstand Regionale Energietransitie Opbrengst terugblik projectgroep op 18 oktober 2018 t.b.v. PHO+ op 21 november Terugblik en tussenstand Regionale Energietransitie Opbrengst terugblik projectgroep op 18 oktober 2018 t.b.v. PHO+ op 21 november Opzet 1. Doel en aanpak terugblik 2. Behaalde resultaten en producten

Nadere informatie

samenvatting 5 - Uitvoeringsplan Aardgasvrije wijk t Ven

samenvatting 5 - Uitvoeringsplan Aardgasvrije wijk t Ven samenvatting Aanpak aardgasvrij t Ven De buurt t Ven is door de gemeente Eindhoven aangewezen als één van de drie pionierbuurten in het kader van het Plan van aanpak Naar aardgasloos verwarmen en koken.

Nadere informatie

NEUTRAAL EN AARDGASVRIJ OP NAAR CO 2. -neutraal en/of aardgasvrij wonen. Uw navigatie naar toekomstbestendig CO 2. Bepaal je eigen route naar CO 2

NEUTRAAL EN AARDGASVRIJ OP NAAR CO 2. -neutraal en/of aardgasvrij wonen. Uw navigatie naar toekomstbestendig CO 2. Bepaal je eigen route naar CO 2 P NAAR C 2 NEUTRAAL EN AARDGASVRIJ Uw navigatie naar toekomstbestendig C 2 -neutraal en/of aardgasvrij wonen Bepaal je eigen route naar C 2 -neutraal en aardgasvrij, met een toekomstbestendig, gewild en

Nadere informatie

Seminar Duurzame & Integrale Energievoorziening 29 november minut pitches

Seminar Duurzame & Integrale Energievoorziening 29 november minut pitches 2 minut pitches Alex Huibrechtse - Eneco Warmte en Koude Ontwikkelingen: reductie broeikasgassen (klimaatakkoord), energieneutrale gebouwen (2020), aardgasvrij in 2050. Op gasnet aangesloten bestaande

Nadere informatie

Aardgasvrij én democratisch? Dag van de Lokale Democratie, 16 november 2018

Aardgasvrij én democratisch? Dag van de Lokale Democratie, 16 november 2018 Aardgasvrij én democratisch? Dag van de Lokale Democratie, 16 november 2018 Merel Ooms, Saskia Buitelaar (Platform31), Angelina Scalzo (gemeente Haarlem) Wat gaan we doen? Nederland naar aardgasvrije wijken

Nadere informatie

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE Klimaatakkoord Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus 20401 2500 EK 'S-GRAVENHAGE BETREFT Procesbrief Klimaatakkoord DEN HAAG ONS KENMERK 5 oktober 2018 18.34838

Nadere informatie

Potentieel warmtelevering. Ontwikkeling van het aantal warmteaansluitingen als functie van de energiebelasting op aardgas

Potentieel warmtelevering. Ontwikkeling van het aantal warmteaansluitingen als functie van de energiebelasting op aardgas Ø Potentieel warmtelevering Ontwikkeling van het aantal warmteaansluitingen als functie van de energiebelasting op aardgas Potentieel warmtelevering Ontwikkeling van het aantal warmteaansluitingen als

Nadere informatie

Energie van ons allemaal

Energie van ons allemaal VNO-NCW Themabijeenkomst Energietransitie Michael Fraats Trianel Energie B.V. 28 November 2011 1 Energie van ons allemaal 30-11-2011 2 Energie van ons allemaal is de essentie van Trianel Energie: Gericht

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. R. Klumpes (GroenLinks) (d.d. 29 februari 2016) Nummer Onderwerp Warmterotonde Zuid-Holland

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. R. Klumpes (GroenLinks) (d.d. 29 februari 2016) Nummer Onderwerp Warmterotonde Zuid-Holland van Gedeputeerde Staten op vragen van R. Klumpes (GroenLinks) (d.d. 29 februari 2016) Nummer 3148 Onderwerp Warmterotonde Zuid-Holland Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller 25 November

Nadere informatie

Warmte: transitiepad naar een CO2 neutrale wijk

Warmte: transitiepad naar een CO2 neutrale wijk Warmte: transitiepad naar een CO2 neutrale wijk Werksessie Topsector Energie 03/10/2016 Juriaan van Tilburg, Edwin van Vliet Even voorstellen > Juriaan van Tilburg 2016-heden: consultant Ecofys > Future

Nadere informatie

Concept!!!!! De Utrechtse warmtetransitie van onderaf

Concept!!!!! De Utrechtse warmtetransitie van onderaf Concept!!!!! De Utrechtse warmtetransitie van onderaf Werkprogramma van Energie U, met en voor de Utrechtse buurtinitiatieven mede mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van stichting DOEN, opdrachten

Nadere informatie

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst Warmtetransitie en het nieuwe kabinet Nico Hoogervorst 24 november 2017 Regeerakkoord Rutte III (2017 - ) Opmerkelijk: Lange formatie Klimaat-minister op EZ Duurzaam = klimaatbescherming Milieubescherming

Nadere informatie

2014 GreenPort NHN, All rights reserved. Hier wordt geïnvesteerd in uw toekomst. Dit project is mede

2014 GreenPort NHN, All rights reserved. Hier wordt geïnvesteerd in uw toekomst. Dit project is mede . 2014 GreenPort NHN, All rights reserved GEOTHERMAL OUTLOOK 2015-2017 Ronald den Boogert AGENDA Waarom nu geothermie? Stand van zaken geothermie in Nederland in 2015 2020 Voorbeelden toekomstige innovaties

Nadere informatie

Presentatie PILOT REGIONALE ENERGIESTRATEGIE

Presentatie PILOT REGIONALE ENERGIESTRATEGIE Presentatie PILOT REGIONALE ENERGIESTRATEGIE 15 nov 2017, SER Marjon Bosman, VNG Mariëlle Hetem, IPO Aanleiding Uitvoering & resultaten Aanbevelingen & vervolg Programma Regionale Energie Strategieën:

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst MRA Warmte & Koude

Samenwerkingsovereenkomst MRA Warmte & Koude 13737879206drs. ir. E.I. n koude Noord-Holland10 juni 2014Samenwerkingsovereenkomst duurzame warmte en koude Metropool Regio Amsterdam Samenwerkingsovereenkomst MRA Warmte & Koude PARTIJEN: 1 AEB Amsterdam

Nadere informatie

De gemeentelijke opgave: Het vliegwiel op gang brengen. Duurzaam Verwarmd

De gemeentelijke opgave: Het vliegwiel op gang brengen. Duurzaam Verwarmd De gemeentelijke opgave: Het vliegwiel op gang brengen Duurzaam Verwarmd 6-3-2019 # Hoe dan: Vliegwiel ET op gang 1. Startmotor op gang brengen: corporatiewoningen op warmtenetten 2. Gemeentelijke strategie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 723 Wijziging van de Warmtewet (wijzigingen naar aanleiding van de evaluatie van de Warmtewet) Nr. 5 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 28 juni 2017

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 781 Voorstel van wet van het lid Van Tongeren tot wijziging van de Gaswet in verband met het schrappen van de plicht tot nieuwe gasaansluitingen

Nadere informatie

Strategische gebiedsontwikkeling vanuit energietransitie perspectief. Oktober 2016 Alliander

Strategische gebiedsontwikkeling vanuit energietransitie perspectief. Oktober 2016 Alliander Strategische gebiedsontwikkeling vanuit energietransitie perspectief Oktober 2016 Alliander West Betuwe plaatje West-Betuwe energie zelfvoorzienend Nijmegen energie neutraal Groene Allianties circulair

Nadere informatie

Welkom Samen naar een klimaatneutraal Mariahoeve

Welkom Samen naar een klimaatneutraal Mariahoeve Welkom Samen naar een klimaatneutraal Mariahoeve 1 29 maart 2018 Deze presentatie Doel bijeenkomst: toelichten en dialoog Ambities gemeente Den Haag Waarom Mariahoeve als pilotwijk Wat willen we bereiken

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Energieneutraal Krimpen aan den IJssel. Te besluiten om

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Energieneutraal Krimpen aan den IJssel. Te besluiten om COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Energieneutraal Krimpen aan den IJssel Te besluiten om 1. De ambitie vast te stellen om in 2050 als Krimpen aan den IJssel energieneutraal te zijn. 2. Een stappenplan op te stellen

Nadere informatie

Bestuurlijke reactie 'Verduurzaming warmtevoorziening met warmtenetten'

Bestuurlijke reactie 'Verduurzaming warmtevoorziening met warmtenetten' Gemeente Amsterdam Retouradres: Postbus 202, woo AE Amsterdam Rekenkamer Metropool Amsterdam De heer dr. J.A. de Ridder Postbus 202 woo AE Amsterdam Bezoekadres Amstel i 1011 PN Amsterdam POSt0115 202

Nadere informatie

NeVER/VMR 18 juni Klimaatakkoord en omgevingsrecht vanuit energierechtelijk perspectief

NeVER/VMR 18 juni Klimaatakkoord en omgevingsrecht vanuit energierechtelijk perspectief NeVER/VMR 18 juni 2019 Klimaatakkoord en omgevingsrecht vanuit energierechtelijk perspectief Waar energie- en omgevingsrecht elkaar ontmoeten Ollongren ziet ruimte voor gemeenten om stoppen met aardgas

Nadere informatie

Verduurzaming bestaande gebouwde omgeving

Verduurzaming bestaande gebouwde omgeving NOABERSCHAP Verduurzaming bestaande gebouwde omgeving Duurzame energie is een kwestie van ordenen, maar ook van keuzes maken. Verduurzaming gebouwde Omgeving 1 Verduurzamen gebouwde omgeving & Cogas Business

Nadere informatie

29 November Kennisfestival: Samen op weg naar een breed gedragen energietransitie workshop duurzame warmte bestaande woningen dr.

29 November Kennisfestival: Samen op weg naar een breed gedragen energietransitie workshop duurzame warmte bestaande woningen dr. Copernicus Institute of Sustainable Development Kennisfestival: Samen op weg naar een breed gedragen energietransitie workshop duurzame warmte bestaande woningen dr. Robert Harmsen 29 November 2018 Klimaatakkoord

Nadere informatie

Earth is calling Twente Aanpak Samen naar Nijverheid aardgasvrij

Earth is calling Twente Aanpak Samen naar Nijverheid aardgasvrij Earth is calling Twente Aanpak Samen naar Nijverheid aardgasvrij 6 december 2018 The Gallery Enschede Aanpak Samen naar Nijverheid aardgasvrij Proces Warmteplannen Eric Kouters Pioneering Warmteplan wijk

Nadere informatie

Hoe financier je een project; de opties op een rij. Pagina 1

Hoe financier je een project; de opties op een rij. Pagina 1 Hoe financier je een project; de opties op een rij Pagina 1 Bernard Stornebrink - Manager Project Finance - Business Development - Energiefonds Overijssel Pagina 2 Tim Lammers - Coördinatie lokale energieinitiatieven

Nadere informatie

Denktank vernieuwing energiemarkt. Frans Rooijers

Denktank vernieuwing energiemarkt. Frans Rooijers Denktank vernieuwing energiemarkt Frans Rooijers Agenda Kennismaking Stand van zaken Problemen Oplossingen Werkwijze Afspraken 2 Deelnemers? Stichting Natuur & Milieu - ECF Ministerie EZ E.On APX TenneT

Nadere informatie

De rol van biomassa in de energietransitie.

De rol van biomassa in de energietransitie. De rol van biomassa in de energietransitie. Bert de Vries Plaatsvervangend directeur-generaal Energie, Telecom en Mededinging, Ministerie van Economische Zaken Inhoud 1. Energieakkoord 2. Energietransitie

Nadere informatie

Jaarprogramma Bouwen en Wonen MRA februari 2019

Jaarprogramma Bouwen en Wonen MRA februari 2019 Bezoekadres WTC Amsterdam I-tower, second floor Strawinskylaan 1779 1077 XX Amsterdam info@metropoolregioamsterdam.nl Jaarprogramma Bouwen en Wonen MRA 2019 28 februari 2019 Metropoolregio Amsterdam Pagina

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over Haarlem richting aardgasvrij

Vragen en antwoorden over Haarlem richting aardgasvrij Vragen en antwoorden over Haarlem richting aardgasvrij Versie maart 2017, opgesteld door de gemeente Haarlem Een aardgasvrije stad waarom is dat nodig? Het is een noodzakelijke stap om de opwarming van

Nadere informatie