Sint Vincentiusstraat te Neerkant

Transcriptie

1 Bestemmingsplan Sint Vincentiusstraat te Neerkant Gemeente Deurne Nota zienswijzen Datum: ID: NL.IMRO.0762.BP C001

2

3 INHOUD 1 Inleiding Algemeen Anonimiseringsplicht Opbouw van deze notitie 3 2 Zienswijzen Overzicht indieners zienswijzen Inhoudelijke beoordeling 5

4

5 1 Inleiding 1.1 Algemeen Het ontwerp bestemmingsplan St. Vincentiusstraat te Neerkant heeft van 24 januari 2014 tot 6 maart 2014 ter visie gelegen. Binnen deze periode had een ieder de gelegenheid tot het indienen van zienswijzen. 1.2 Anonimiseringsplicht In deze nota zijn in het kader van de anonimiseringsverplichting de NAW-gegevens (Naam, Adres en Woonplaats) van de appellanten van de zienswijzen weggelaten. Deze anonimiseringsverplichting vloeit voort uit de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), waarin is bepaald dat dergelijke NAW-gegevens niet elektronisch beschikbaar mogen komen. In de versie van de nota die digitaal beschikbaar wordt gemaakt zijn de reacties daarom vervangen door een nummer. In de papieren (analoge) versie van de Nota -en dus niet bij de digitaal raadpleegbare versie- zijn de NAW-gegevens wel opgenomen. 1.3 Opbouw van deze notitie In hoofdstuk 2 is de individuele beoordeling van de binnengekomen reacties opgenomen. Alle reacties zijn in dit hoofdstuk samengevat en beoordeeld. Ook is aangegeven wanneer de reacties hebben geleid tot aanpassing van het plan. 3

6 2 Zienswijzen 2.1 Overzicht indieners zienswijzen. De zienswijzen zijn als volgt opgenomen in deze beantwoording: 1. Provincie Noord-Brabant, Postbus s-hertogenbosch; 2. Bewoners van.. te.

7 2.2 Inhoudelijke beoordeling Hieronder zijn de ingekomen zienswijze beoordeeld. Iedere reactie is beoordeeld. Vervolgens is aangegeven of de reactie aanleiding geeft tot aanpassing van het bestemmingsplan. Zienswijze 1 Provincie Noord-Brabant, Postbus 90151, 5200 MC s-hertogenbosch Ingekomen: 28 februari Reactie: a. Planartikel 1 bevat begrippen waarvan de definitie afwijkt van definities die in de Verordening ruimte 2014 (Vr) staan. Om mogelijke discrepanties met beleid in de Vr te voorkomen dienen diverse definities te worden aangepast conform de Vr. Wij noemen onder meer 'agrarisch bedrijf' en 'niet-grondgebonden agrarisch bedrijf'. b. De Vr regelt in artikel 6 de bescherming van de Groenblauwe mantel. Wij constateren dat planartikel onder 'a', het plaatsen van permanent teeltondersteunende voorzieningen mogelijk maakt. Gezien de begripsbepalingen van het plan (artikel1.92) behoren hiertoe onder meer teeltondersteunende kassen. Een paardenhouderij wordt op basis van de Vr beschouwd als overig agrarisch bedrijf. Op grond van artikei 6.6 Vr is de realisering van kassen bij overige agrarische bedrijven niet toegestaan. Aldus is planartikel op dit punt strijdig met de Vr. Beoordeling: a. Provinciale Staten hebben de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid vastgelegd in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en de te beschermen provinciaal ruimtelijke belangen in de Verordening ruimte. Zowel voor de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening als de Verordening ruimte is door Provinciale Staten een herziening vastgesteld op 7 februari De Verordening ruimte 2014 is op 19 maart in werking getreden. In de Vr zijn voorschriften opgenomen voor de borging en bescherming van de provinciale belangen. Deze provinciale belangen zijn onderverdeeld in algemene regels, structuren, aanduidingen en rechtstreeks werkende regels. De definities in de regels worden aangepast conform de Vr (bv. agrarisch bedrijf ). b. Art onder a van het ontwerpbestemmingsplan laat inderdaad onder voorwaarden het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen op het agrarisch bouwvlak toe. Wegens strijd met de Vr zal dit uit de regels worden geschrapt. Aanpassing van het plan: De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan: definities conform de Vr en artikel onder a wijzigen door het schrappen van de mogelijkheid teeltondersteunende voorzieningen op te richten. Zienswijze 2 Bewoners van., Ingekomen: 10 februari 2014, aangevuld 28 februari. 5

8 Reactie: a. De grootte en de aard van het te vestigen bedrijf? b. Wat houdt in productiegebonden paardenhouderij? c. De situatie en ligging van het bouwblok/bouwvlak o.a. de maximale m2 bebouwing in het bouwvlak en de afstand van een burgerwoning namelijk Veenpluisweg 4? d. De opslag van mest: de maximale hoeveelheid en hoe wordt mest opgeslagen? e. Het aantal paarden dat mag verblijven op de genoemde locatie? f. Het aantal evenementen dat per jaar mag plaatsvinden en wat voor soort van evenementen en de omvang ervan? g. Het decibellen geluid dat een geluidsinstallatie mag produceren en op welk tijdstip gezien het kwetsbare naastgelegen vogelbroedgebied en natuurgebied? h. Kan de bestemming nadien worden gewijzigd in een andere bestemming o.a. varkens, geiten of kippen? i. De locatie van de parkeerplaats waar voertuigen voor het vervoeren van de paarden worden gestald? j. In het ontwerpbestemmingsplan wordt beschreven de productiegebonden paardenhouderij als hoofdactiviteit voort te zetten- op dit moment is alles hobbymatig er kan er geen sprake zijn van een productiegebonden paardenhouderij. k. Aanvulling: 1. De vorm van het bouwblok te wijzigen namelijk het onderstaande in te passen aan de achterzijde van de nieuw te realiseren rijhal richting Neerkant wat geen probleem hoeft te zijn; er is voldoende grond in bezit of tussen de bestaande hal en de te realiseren rijhal. 2. Wij vinden het onaanvaardbaar dat het mogelijk is om de mestopslag te realiseren op ongeveer 65 meter van een burgerwoning Veenpluisweg 4 met gevaar voor de volksgezondheid en de aanwezige stankoverlast, de stallen worden dagelijks uitgemest en zodoende wordt er dagelijks bijgestort en gezien de uitbreiding van het aantal paarden wordt de huidige overlast alleen maar meer, er dient een plaats aangewezen te worden met randvoorwaarden o.a. de hoogte van de wanden min 2.60 meter hoog, de maximale hoeveelheid mest dat opgeslagen mag worden en hoe dan vervolgens afgevoerd dient te worden. 3. Het is onwenselijk dat een buitenbak gerealiseerd kan worden op een afstand van 65 meter van een burgerwoning Veenpluisweg 4 waar paarden verblijven die door middel van een geluidinstallatie die muziek produceert wat vele malen hoger is dan 100 decibel om de paarden te laten wennen aan omgevingslawaai, wat zal toenemen gezien de uitbreiding van het aantal paarden, het gebeurt nu ook op een afstand van ongeveer 175 meter en wordt als zeer hinderlijk ervaren en mag zeker niet gerealiseerd worden op de rand van een belangrijk vogelbroedgebied namelijk 't Molentje gelegen in de Groene Hoofdstructuur een gebied met hoge ecologische waarde. 4. Het is onwenselijk dat het mogelijk is om 50 meter vanaf bouwvlak Veenpluisweg 4 en de rand van een natuurgebied een gebouw op te richten met een maximale hoogte van 12 meter. Beoordeling: a. Op het perceel St. Vincentiusstraat heeft nu een agrarische bestemming met de aanduiding Glastuinbouw. Op het perceel rust een bouwblok van 5 ha

9 waarvan 3 ha bebouwd mag worden (bouwvlak). In het voorliggende bestemmingsplan wordt het agrarische bouwvlak terug gebracht naar 1,5 ha. Het perceel nr. 95 behoudt de agrarische bestemming met de aanduiding paardenhouderij. Op het perceel mag een productiegebonden paardenhouderij worden geëxploiteerd. De agrarische bestemming verdwijnt van het perceel nr. 93 en krijgt de bestemming Wonen. b. Een productiegebonden paardenhouderij is een agrarisch bedrijf gericht op het voortbrengen (fokken), africhten en trainen van paarden. Deze definitie is opgenomen in de regels van het bestemmingsplan. c. De woning Veenpluisweg 4 is gelegen op een afstand van 48 meter van het bouwvlak Sint Vincentiusstraat 95. d. De opslag van mest en de hoeveelheid die geproduceerd mag worden betreft een vraag in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit milieu. In deze procedure is hiervoor geen ruimte. Buiten opslag van vaste mest moet in ieder geval geschieden op een mestdichte plaat, die is voorzien van een opstaande rand of een gelijkwaardige voorziening. Deze plaat moet op minimaal 50 meter van een woning van derden zijn gelegen. e. Het agrarisch bouwvlak dient dusdanig ingericht te worden met bebouwing en inrichtingseisen dat alles binnen het bouwvlak is gesitueerd. De situering van de gewenste bebouwing is echter bepalend voor het aantal paarden dat gehouden kan worden. Uitgangspunt in het plan is circa 50 paarden. f. Het agrarische perceel krijgt aanduiding paardenhouderij. Dat houdt in dat er op basis van het bestemmingsplan geen sprake is van een evenemententerrein. Eventuele te houden evenementen dienen te worden aangevraagd en kunnen mogelijk worden vergund op basis van de APV (Algemene Plaatselijke Verordening). g. In het bestemmingsplan kan geen regeling opgenomen worden voor het plaatsen van een geluidsinstallatie en de daarmee gepaarde gaande maximum aantal te produceren decibellen. De milieuwet- en regelgeving is hiervoor de aangewezen weg. h. Op basis van het onderhavige bestemmingsplan is op het agrarische bouwvlak een paardenhouderij toegestaan. Omschakeling naar een intensieve veehouderij (varkens, geiten of kippen) is op basis van dit plan niet mogelijk. Voor omschakeling dient een afzonderlijke (bestemmingsplan)procedure gevolgd te worden waarbij getoetst moet worden aan de op dat moment van toepassing zijnde weten regelgeving. Gelet op de nabijgelegen burgerwoningen lijkt omschakeling niet tot de mogelijkheden te behoren. i. Alle voorzieningen ten behoeve van het agrarische bedrijf dienen binnen het eigen agrarisch bouwvlak te worden gesitueerd. Hieronder vallen ook de parkeervoorzieningen. Bij de inrichting van het terrein wordt hiermee rekening gehouden. Het bouwvlak heeft hiervoor voldoende ruimte. j. Momenteel is er sprake van een vergunde productiegebonden paardenhouderij als nevenactiviteit (milieuvergunning 4 juli 2006 nr ). De vergunning is verleend voor het houden van: - 10 volwassen paarden 3 jaar en ouder - 25 paarden in opfok jonger dan 3 jaar. Op basis van onderhavig bestemmingsplan is de bestemming Glastuinbouw omgezet naar een productiegebonden paardenhouderij als hoofdactiviteit. k. 1. Met het bestemmingsplan wordt het thans bestaande bouwvlak van 3 ha verkleind naar 1,5 ha. Hiermee wordt een belangrijke ruimtelijke kwaliteitswinst be- 7

10 haald. De vorm van het bouwvlak is bepaald conform de voorwaarde dat een logisch bouwvlak dient te ontstaan. Het in het bestemmingsplan opgenomen bouwvlak voldoet hieraan. Op basis van de regels is het mogelijk binnen het bouwvlak bebouwing ten dienste van het agrarisch bedrijf op te richten. De regels stemmen overeen met de regels opgenomen in het onlangs vastgestelde bestemmingsplan Tweede herziening bestemmingsplan buitengebied. 2. In het bestemmingsplan St. Vincentiusstraat 93 en 95 wordt een bouwvlak aangegeven voor een paardenhouderij. Een paardenhouderij valt van rechtswege onder het Besluit algemene bepalingen omgevingsrecht (Activiteitenbesluit). De woning Veenpluisweg 4 is een voormalige bedrijfswoning bij een melkrundveehouderij. Op basis van artikel uit het Activiteitenbesluit geldt dat tussen een voormalige bedrijfswoning bij een veehouderij en een dierenverblijf ten minste een afstand van 50 meter moet worden aangehouden. Deze 50 meter komt overeen met de minimaal aan te houden afstand op basis van de VNG publicatie Bedrijven en Milieuzonering voor een paardenhouderij. Deze afstand is ook aangegeven in paragraaf 5.1 van de Toelichting bij het bestemmingsplan. Het bouwvlak voor de paardenhouderij is gelegen op een afstand van ± 65 meter van de voormalige bedrijfswoning Veenpluisweg 4. Aan de minimaal aan te houden afstand van 50 meter wordt ruimschoots voldaan. Op basis van artikel 3.46 van het Activiteitenbesluit is de minimaal vereiste afstand tussen een vaste mestopslag en een geurgevoelig object gelegen buiten de bebouwde kom eveneens 50 meter. Aangezien een vaste mestopslag binnen het bouwvlak moet worden gerealiseerd wordt ruimschoots aan de minimaal vereiste afstand van 50 meter voldaan. Indien aan de minimaal vereiste afstanden en de voorwaarden uit het Activiteitenbesluit wordt voldaan, kan worden aangenomen dat de bestemde activiteiten binnen het bouwvlak niet leiden tot stankoverlast of gevaar voor de volksgezondheid. Indiener heeft daarnaast niet onderbouwd waarom zij denkt dat de opslag van vaste mest op een afstand van 65 meter tot gevaar voor de volksgezondheid en stankoverlast leidt. De activiteiten die binnen de bestemming plaatsvinden moeten voldoen aan de voorwaarden zoals deze zijn gesteld in het Activiteitenbesluit. In het Activiteitenbesluit zijn voorwaarden opgenomen ten aanzien van o.a. geur en geluid. Indien bij het uitvoeren van de activiteiten niet aan deze voorwaarden wordt voldaan dan is dit een handhavingsaspect. Bij veranderingen ten opzichte van de huidige vergunde situatie moet een melding Activiteitenbesluit worden ingediend voor de locatie. Een uitbreiding in het aantal te houden paarden ten opzichte van het huidig vergunde aantal paarden en een vergroting van de opgeslagen hoeveelheid vaste mest dient hierbij dan te worden meegenomen. Maximale hoogten ten aanzien van wanden en dergelijke zijn opgenomen in de regels behorende bij het bestemmingsplan. 3. De paardenhouderij is gelegen in het buitengebied van Neerkant. Voor het buitengebied gelden langtijdgemiddelde beoordelingsniveau s van 45 db(a) in de dagperiode, 40 db(a) in de avondperiode en 35 db(a) in de nachtperiode en maximaal geluidniveau s van 70 db(a) in de dagperiode, 65 db(a) in de avondperiode en 60 db(a) in de nachtperiode ten opzichte van geluidgevoelige objecten. Deze normen zijn beschreven in artikel 2.17, lid 5, onder a van het Activiteitenbesluit.

11 De activiteiten in de buitenbak vinden plaats binnen de inrichtingsgrens van de paardenhouderij, waardoor ten opzichte van deze activiteiten de geluidsnormen gelden zoals genoemd. Aangezien t Molentje op grotere afstand is gelegen van de paardenhouderij, dan de dichtst bijgelegen geluidgevoelige objecten, Veenpluisweg 4 en Steen 3, zal de geluidbelasting op dit gebied altijd lager zijn dan de maximaal toegestane geluidniveau s. Van verstoring van aanwezige vogels bij het broeden in genoemd gebied zal daarom geen sprake zijn. Indien bij het uitvoeren van de activiteiten niet aan deze maximaal toegestane geluidniveau s wordt voldaan dan is dit een handhavingsaspect. 4. Het bouwvlak is gelegen op een afstand van 50 meter van Veenpluisweg 4 en het natuurgebied t Molentje op een grotere afstand is gelegen wordt voldaan aan de gewenste minimaal aan te houden afstand van 50 meter op basis van de VNG publicatie Bedrijven en Milieuzonering voor een paardenhouderij. Deze afstand is ook aangegeven in paragraaf 5.1 van de Toelichting bij het bestemmingsplan. De van toepassing zijnde regels voor een paardenhouderij komen overeen met het onlangs vastgestelde bestemmingsplan Tweede herziening bestemmingsplan Buitengebied. De maximale bouwhoogte van bedrijfsgebouwen is 12 meter is in het algemeen mogelijk op agrarische bouwvlakken en wordt niet in strijd geacht met een goede ruimtelijke ontwikkeling. Indiener heeft daarnaast niet onderbouwd waarom zij het onwenselijk vindt dat de maximale hoogte van gebouwen op deze locatie 12 meter mag zijn. Aanpassing van het plan: De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 9

12 Bijlage: Overzicht belangrijkste verschillen bestemmingsplannen St. Vincentiusstraat Regeling in bestemmingsplan Oud bestemmingsplan: Bestemmingsplan Buitengebied en Partiële herziening Buitengebied Nieuw bestemmingsplan: Bestemmingsplan St. Vincentiusstraat Bestemming Agrarisch gebied met meerwaarden met aanduiding Glastuinbouw Woondoeleinden en Agrarisch met waarden-landschap functieaanduiding Paardenhouderij Bestemmingsvlak 4 hectare Woondoeleinden: m2 Agrarisch: 1,5 hectare Bouwvlak 3 hectare Woondoeleinden: 300 m2 Agrarisch: 1,5 hectare Goot- en bouwhoogte - Goothoogte Kassen max. 6,5 m - Goothoogte Kassen: n.v.t. - Goothoogte overige bedrijfsgebouwen: max. 6,5 m - Bouwhoogte overige bedrijfsgebouwen (incl. kassen): max. 12 m - Goothoogte overige bedrijfsgebouwen: max. 6,5 m - Bouwhoogte bedrijfsgebouwen (incl. kassen): max. 12 m Bedrijfswoningen Agrarische doeleinden - Goothoogte bedrijfswoning: 6,5 m - Bouwhoogte bedrijfswoning: 10 m - Inhoud: 750 m3 2 dienstwoningen 1 bedrijfswoning - Goothoogte woning: 4,5 m - Bouwhoogte woning: 9 m - Inhoud: 600 m3

13 Woning Woondoeleinden Niet toegestaan 1 burgerwoning Bijgebouw t.b.v. 150 m2 200 m2 (op basis van sloopbonusregeling) woonfunctie

14