Studiehandleiding. Nederlands foutloos schrijven en spreken

Transcriptie

1 Studiehandleiding Nederlands foutloos schrijven en spreken

2 Lay-out en opmaak: NTI DTP Studio, Leiden 1e druk, mei e druk, januari , NTI bv, Leiden Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

3 Voorwoord Hartelijk welkom bij de cursus Nederlands foutloos schrijven en spreken! De Nederlandse taal vereist veel kennis van regels en uitzonderingen. Het is dan ook geen wonder dat veel mensen Nederlands een ingewikkelde taal vinden. Deze cursus is bijzonder geschikt voor mensen die hun taalgebruik willen bijspijkeren. Na het volgen van deze cursus bent u beter in staat zich uit te drukken waardoor de communicatie eenvoudig verloopt. Aan de hand van interessante tips en oefeningen doet u kennis op het gebied van schrijven, lezen en spreken. Bijna iedereen twijfelt wel eens over hoe woorden geschreven moeten worden. Is het nu: lange afstandsloper of langeafstandsloper? Dit is slechts een klein onderdeel van de vele spellingregels die behandeld worden. Daarnaast oefent u door het schrijven van verschillende briefvormen, formulieren en verhalen. Er wordt ook nader ingegaan op de spreekvaardigheid van onder andere sollicitatie- en telefoongesprekken voeren. U zult merken dat u vooruitgang boekt en aanzienlijk een taalverbetering doormaakt. Waarvoor is deze studiehandleiding? Deze studiehandleiding heeft tot doel u te ondersteunen in het leerproces. Lees deze studiehandleiding goed door voor u aan de cursus begint. Wij adviseren u de volgorde van bestuderen aan te houden zoals staat aangegeven in het lesrooster. Verder bevat deze studiehandleiding algemene informatie over de cursus en het huiswerk. Ten slotte geven wij u nog de volgende tips: 1. Studeer regelmatig, met andere woorden: concentreer niet alle activiteiten op één dag, maar verdeel deze over meerdere dagen in de week. 2. Deel uw tijd precies in. Maak een tijdsplanning en houd u daaraan. 3. Ga na bij het opstellen van uw studieplanning op welke tijden van de dag u het beste studeert, en probeer die tijdstippen in uw studieplanning op te nemen. 4. Probeer bij het opstellen van uw studieplanning ook rekening te houden met het aantal uren dat u geconcentreerd achtereen kunt werken. Wij wensen u veel plezier en succes met uw studie! Het NTI Studiehandleiding 3

4 4 Nederlands foutloos schrijven en spreken

5 Inhoud Opleidingsbeschrijving...7 Doelgroep en vooropleiding...9 Studiemateriaal...9 Overzicht leeractiviteiten...9 Exameninformatie...10 Inhoud...10 Frequentie en tijd...10 Aanmelden...10 Wanneer geslaagd?...11 Exameninstantie...11 Certificaat...11 Lesrooster...12 Les 1: Tekstinzicht...13 Les 2: Taalinzicht...14 Les 3: Taalinzicht...15 Les 4: Taalinzicht...16 Les 5: Spelling...17 Les 6: Spelling...18 Les 7: Spelling...19 Les 8: Spelling...20 Lezen...21 Les 9: Les 10: Lezen...22 Les 11: Lezen...23 Les 12: Grammatica...24 Les 13: Grammatica...25 Les 14: Grammatica...26 Les 15: Schrijven...27 Les 16: Schrijven...28 Les 17: Schrijven...29 Les 18: Schrijven...30 Les 19: Schrijven...31 Les 20: Schrijven...32 Les 21: Schrijven...33 Les 22: Spreken...34 Les 23: Spreken...35 Les 24: Spreken...36 Studiehandleiding 5

6 6 Nederlands foutloos schrijven en spreken

7 Opleidingsbeschrijving In deze cursus leert u de Nederlandse taal op de juiste manier te schrijven en te spreken. In allerlei dagelijkse situaties is het handig om de Nederlandse taal goed te beheersen. In een sollicitatiegesprek bijvoorbeeld, of bij het schrijven van een sollicitatiebrief, in een telefoongesprek met iemand die u niet kent, tijdens zakelijke gesprekken, bij de huisarts, bij de leraar van uw kinderen, tijdens uw werk, kortom overal. Hoe beter u Nederlands spreekt en schrijft, des te beter de indruk is die u bij anderen maakt. Wanneer u deze cursus hebt doorlopen, hebt u geleerd om uzelf beter uit te drukken. Daarmee overwint u de klassieke struikelblokken en zult u zelfverzekerder overkomen. In de cursus komen de volgende onderwerpen aan bod: Module 1 Tekstinzicht; onderwerp en hoofdgedachte; de opbouw van een tekst; soorten teksten; hoe zit de tekst in elkaar? signaalwoorden. Module 2 Taalinzicht; wat is taal? het woordenboek; afkortingen; het ontstaan van het Nederlands; zegwijzen; synoniemen; tegenstellingen; stijlfiguren; homoniemen; vaste voorzetsels; samenstellingen en afleidingen; verwarrende tweelingen; oorzaak, gevolg, reden; vreemde invloeden en purisme; dialect en standaardtaal; letterlijk figuurlijk; groepstalen en vakjargon; de betekenis van woorden afleiden; Latijnse woorden en afkortingen. Module 3 Spelling; spelling; de werkwoordsvormen; de meervoudsvormen en zelfstandige naamwoorden (1); het (on)voltooid deelwoord; hoofdletters; het gebruik van leestekens; tussenklanken; Studiehandleiding 7

8 het aaneenschrijven van woorden; het afbreken van woorden; de uitgangen van bijvoeglijke naamwoorden; de verkleinwoorden; oude naamvallen in vaste uitdrukkingen; ei ij y; de c-k-kwestie; au of ou, ou of oe; afkortingen; verradelijke woorden. Module 4 Lezen; wat is literatuur? verhalen en gedichten; meer begrippen om inzicht te krijgen in verhalen; sonnet; gedichten; leesverslag. Module 5 Grammatica; grammatica spraakkunst; werkwoorden; zinnen delen; onderwerp; werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde; zelfstandig naamwoord; lidwoord; voorzetsel; bijvoeglijk naamwoord; lijdend voorwerp; voornaamwoorden; meewerkend voorwerp; bijwoordelijke en bijvoeglijke bepaling; bijwoord; voorzetselvoorwerp; telwoorden; lijdende en bedrijvende vorm; samengestelde zinnen; directe en indirecte rede. Module 6 Schrijven; instructies; het schrijven van een verhaal, (sollicitatie)brief, opstel, verslag of envelop; functioneel schrijven; formulieren; functioneel schrijven. Module 7 Spreken; het telefoongesprek; het interview; de discussie (de vergadering); de spreekbeurt; het sollicitatiegesprek. 8 Nederlands foutloos schrijven en spreken

9 Doelgroep en vooropleiding Een vooropleiding om deze cursus te volgen is niet noodzakelijk. Er wordt echter wel vanuit gegaan dat u goed Nederlands kunt spreken. Studiemateriaal Uw cursus bestaat uit de volgende meegeleverde studiematerialen: Taalwijzer 1, A. de Rijke en T. de Wit, NTI bv.; Taalwijzer 2, A. de Rijke en T. de Wit, NTI bv.; Taalwijzer werkboek, A. de Rijke en T. de Wit; Deze studiehandleiding. In de algemene studiehandleiding staat beschreven hoe studeren bij het NTI in zijn werk gaat. Overzicht leeractiviteiten De leeractiviteiten bestaan uit: literatuurstudie: het lesmateriaal dat zelfstandig wordt bestudeerd; oefenopgaven: opgaven die inzicht geven of u de theorie voldoende kent; u maakt ze zelfstandig en controleert zelf uw uitwerkingen; huiswerkopgaven: opgaven die dieper ingaan op de lesstof en u uitdagen uw kennis toe te passen; u maakt ze zelfstandig en stuurt uw antwoorden ter beoordeling in naar uw docent; Forum Op StudentenNet + (de online leeromgeving van het NTI) vindt u het forum van Nederlandse taal foutloos schrijven en spreken. Op het forum kunt u in contact komen met medestudenten en kunt u discussiëren over actuele onderwerpen. Lesrooster In het lesrooster staat het studieoverzicht. Hierin staat aangegeven welke onderdelen u moet bestuderen en welke opgaven u kunt maken en kunt opsturen naar uw docent. Het is de bedoeling dat u steeds de betreffende basisstof uit het studieboek en deze studiehandleiding bestudeert en vervolgens de opgaven maakt. Uiteraard is het insturen van huiswerk niet verplicht, maar wij adviseren u dit wel te doen. U krijgt op die manier beter inzicht in uw kennis en vaardigheden en u kunt dan bepalen welke stof extra aandacht vereist. Studietempo Deze cursus duurt volgens normaal studietempo 12 maanden. Dit komt neer op gemiddeld 2 lessen per maand. Hierbij moet u rekening houden met ongeveer 3 uur studietijd per week voor het bestuderen van het boek en het maken van de opgaven. Studiehandleiding 9

10 Exameninformatie U kunt de cursus afsluiten met een theorie-examen of door het verkrijgen van een deelnamecertificaat. Deelname aan het examen is niet verplicht, maar het is voor u wel een mooie afsluiting van de cursus. Het behalen van het examen laat zien dat u de theorie van de cursus Nederlands foutloos schrijven en spreken voldoende beheerst. De benodigde gegevens treft u hieronder aan. 1 Inhoud Ter afsluiting van de cursus Nederlands foutloos schrijven en spreken kunt u deelnemen aan het NTI-examen. Wanneer u dit examen succesvol aflegt, verkrijgt u een waardevol diploma. Het diploma dient ter bevestiging dat u de leerstof van uw cursus beheerst. Tijdens het theorie-examen maakt u in totaal 106 vragen, waaronder meerkeuzevragen, open vragen en verbeteropgaven. Het examen Nederlands bestaat uit vijf onderdelen; tekstinzicht; taalinzicht; grammatica; spelling; schrijven. Frequentie en tijd Het NTI-examen wordt in maart en in september afgenomen. De actuele examendata en -tijd kunt u vinden op StudentenNet +. Het examengeld bedraagt 99 per afgenomen examen. Het examen duurt vier uur (twee uur s ochtends en twee uur s middags). In de ochtend maakt u deel 1 van het theorie-examen, deze toets bestaat uit de onderdelen tekstinzicht en taalinzicht. In de middag maakt u deel 2 van het theorie-examen, deze toets bestaat uit de onderdelen grammatica, spelling en schrijven. Aanmelden U dient zich tijdig aan te melden voor het examen. Aanmelden doet u via StudentenNet +. Dit kan tot uiterlijk vier weken voor de eerste examendag. Let er goed op dat u bij het online aanmelden uw bank- of gironummer goed vermeldt, zodat het examengeld automatisch geïncasseerd kan worden. In de algemene studiehandleiding staat beschreven hoe u zich kunt aanmelden. 1 Let op: de informatie in deze studiehandleiding is aan verandering onderhevig. Op StudentenNet + kunt u de meest recente informatie vinden. Het NTI kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor kosten voortvloeiend uit deze wijzigingen. 10 Nederlands foutloos schrijven en spreken

11 Voorwaarden deelname Om deel te mogen nemen aan het examen moet u een uittreksel van het bevolkingsregister en een geldig paspoort of ander legitimatiebewijs meenemen naar het examen. Ook moet u een kopie van uw legitimatiebewijs meenemen. Annuleren Uw inschrijving voor het examen kunt u via StudentenNet + diezelfde dag tot uur annuleren. Hieraan zijn geen kosten verbonden. Na dit tijdstip is annuleren niet meer mogelijk. Indien u niet aanwezig bent op het examen zonder geldige annulering, bent u wel het examengeld verschuldigd. Alleen in bijzondere gevallen vindt restitutie plaats. Bij ziekte vragen wij om een doktersverklaring. Wanneer geslaagd? Uitslagen worden vier weken na de examenronde gepubliceerd op StudentenNet +. Bij een 5,5 of hoger hebt u het examen met goed resultaat afgerond. In de algemene studiehandleiding staat beschreven hoe u uw examenresultaten kunt bekijken. Exameninstantie NTI bv Schipholweg XC Leiden Postbus CE Leiden W: T: E: vragen@nti.nl E: info@nti.nl Klantenservice: T: F: Certificaat U kunt er ook voor kiezen aan het einde van de cursus een certificaat aan te vragen, waarop staat vermeld dat u de cursus hebt gevolgd. Om in aanmerking te komen voor een certificaat moet u minstens tweederde van het huiswerk hebben ingeleverd. De kosten voor een certificaat bedragen 25 (incl. verzend- en administratiekosten). U kunt het certificaat aanvragen bij uw mentor. Studiehandleiding 11

12 Lesrooster De cursus Nederlands foutloos schrijven en spreken bestaat uit 24 lessen. Bij elke les staat vermeld welke paragrafen of pagina s uit de studieboeken u dient te bestuderen en welke opgaven u kunt maken. De meeste opgaven kunt u zelfstandig maken en controleren aan de hand van uitwerkingen die u kunt vinden op StudentenNet +. Er zijn enkele opdrachten die door uw docent moeten worden beoordeeld, deze staan per les vermeld onder het kopje. Let goed op welke opdrachten u naar uw docent moet insturen en welke u zelfstandig moet maken en controleren. Wijzigingen in leerstof Als er wijzigingen in de leerstof zijn, wordt er op StudentenNet + informatie gegeven en eventueel een aanvulling geplaatst. Daarnaast vindt u op StudentenNet + aanvullende informatie over uw cursus. Om op de hoogte te blijven moet u dus regelmatig inloggen op StudentenNet +. Veel succes met uw studie! 12 Nederlands foutloos schrijven en spreken

13 Les 1: Tekstinzicht In deze les leert u op verschillende manieren naar teksten te kijken. U leest een aantal teksten, waarna u bijvoorbeeld op zoek gaat naar het onderwerp van de tekst, de opbouw van de tekst of verbanden tussen alinea s. te kijken naar het onderwerp van een tekst; hoe een tekst is opgebouwd; wat signaalwoorden zijn. Bestudeer de leerstof van module 1 uit het studieboek Taalwijzer deel 1. Als oefenopgaven maakt u de vragen bij de teksten, behalve de vragen bij tekst 15. Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. De vragen behorende bij tekst 15 van module 1 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. Studiehandleiding 13

14 Les 2: Taalinzicht In deze les leert u hoe onze taal is ontstaan en op welke verschillende manieren taal wordt gebruikt. wat taal precies is; welke betekenis afkortingen hebben; hoe de Nederlandse taal is ontstaan; wat synoniemen en tegenstellingen zijn. Bestudeer 2.1 t/m 2.9 van module 2 uit het studieboek Taalwijzer deel 1. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof, behalve opgaven 2.11 en Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt en 2.14 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. 14 Nederlands foutloos schrijven en spreken

15 Les 3: Taalinzicht In deze les leert u enkele nieuwe aspecten van de Nederlandse taal kennen. U leest over homoniemen, voorzetsels en stijlfiguren. wat homoniemen zijn; wanneer u welk voorzetsel moet gebruiken; wat de termen tautologie, pleonasme en contaminatie betekenen. Bestudeer 2.10 t/m 2.20 van module 2 uit het studieboek Taalwijzer deel 1. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof, behalve opgave Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. Opgave 2.18 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. Studiehandleiding 15

16 Les 4: Taalinzicht In deze les leert u meer over de Nederlandse taal. U leest over de verschillen tussen dialecten en de standaardtaal en leert meer over de verschillende stijlfiguren en zegswijzen. wat het verschil is tussen climax en anticlimax; wat de begrippen eufemisme en hyperbool betekenen; welke Latijnse woorden en afkortingen je in de Nederlandse taal kunt vinden. Bestudeer 2.21 t/m 2.29 van module 2 uit het studieboek Taalwijzer deel 1. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof, behalve opgaven 2.40, 2.44, 2.46 en Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. 2.40, 2.44, 2.46 en 2.52 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. 16 Nederlands foutloos schrijven en spreken

17 Les 5: Spelling In deze les leert u enkele spellingregels. U leest over de verschillende werkwoordsvormen en zult ook uitgebreid oefenen met het vervoegen van werkwoorden. wanneer een woord eindigt op een d of een t; wat het verschil is tussen sterke en zwakke werkwoorden; hoe u Engelse werkwoorden in het Nederlands moet vervoegen. Bestudeer 3.1 t/m 3.4 van module 3 uit het studieboek Taalwijzer deel 1. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof. Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. Deze les bevat geen huiswerkopgaven. U hoeft dus geen huiswerk naar uw docent te sturen. Studiehandleiding 17

18 Les 6: Spelling In deze les leert u alles over het voltooid deelwoord en op welke manier u deze moet vervoegen. hoe u een voltooid deelwoord moet vervoegen; wat een onvoltooid deelwoord is; in welke gevallen u een hoofdletter moet gebruiken. Bestudeer 3.5 t/m 3.9 van module 3 uit het studieboek Taalwijzer deel 1. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof. Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. Deze les bevat geen huiswerkopgaven. U hoeft dus geen huiswerk naar uw docent te sturen. 18 Nederlands foutloos schrijven en spreken

19 Les 7: Spelling In deze les leert u wanneer u welke aanhalingstekens moet gebruiken en leert u wanneer u woorden wel of niet aan elkaar moet schrijven. U leert in deze les onder andere: wanneer u een koppelteken moet gebruiken; wanneer u een apostrof of trema moet gebruiken; welke leestekens er zijn. Bestudeer 3.10 t/m 3.18 van module 3 uit het studieboek Taalwijzer deel 1. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof. Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. Deze les bevat geen huiswerkopgaven. U hoeft dus geen huiswerk naar uw docent te sturen. Studiehandleiding 19

20 Les 8: Spelling In deze les leert u meer regels kennen omtrent de spelling van de Nederlandse taal. Er worden ook een aantal spellingregels uit de vorige lessen herhaald. welke verkleinwoorden er zijn; wanneer u een woord met een c of met een k moet schrijven; welke woorden vaak fout worden geschreven. Bestudeer 3.19 t/m 3.27 van module 3 uit het studieboek Taalwijzer deel 1. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof, behalve opgave Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. Opgave 3.69 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. 20 Nederlands foutloos schrijven en spreken

21 Les 9: Lezen In deze les leert u wat literatuur is en leest u verschillende teksten. U zoekt naar de betekenis van teksten en leert iets over de vorm en inhoud van literatuur. op verschillende manieren naar verhalen te kijken; de structuur van een verhaal te doorgronden; de betekenis van verschillende gedichten te ontdekken. Bestudeer pagina 3 t/m 31 van module 4 uit het studieboek Taalwijzer deel 2. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof, behalve opgave 4.1. Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. Opgave 4.1 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. Studiehandleiding 21

22 Les 10: Lezen In deze les leest u literaire teksten, zodat u een goed beeld krijgt van een aantal verschillende tekstsoorten. Daarnaast leert u belangrijke literaire begrippen kennen. wat begrippen als perspectief, flashback en thema betekenen; op een andere manier naar teksten te kijken; waar u samenvattingen van boeken kunt vinden. Bestudeer pagina 32 t/m 63 van module 4 uit het studieboek Taalwijzer deel 2. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof, behalve opgave 4.5 en 4.7. Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. 4.5 en 4.7 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. 22 Nederlands foutloos schrijven en spreken

23 Les 11: Lezen In deze les leest u verschillende teksten en gedichten en probeert u de structuur en betekenis van de teksten te achterhalen. wat een sonnet is; hoe u een leesverslag kunt maken; wat de begrippen associaties en tijdlagen betekenen. Bestudeer pagina 63 t/m 104 van module 4 uit het studieboek Taalwijzer deel 2. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof, behalve opgave 4.9. Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. Opgave 4.9 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. Studiehandleiding 23

24 Les 12: Grammatica In deze les leert u welke woordsoorten en zinsdelen er zijn en hoe u zinnen kunt ontleden. hoe u de persoonsvorm in een zin kunt ontdekken; wat voor soort werkwoorden er zijn; welke voorzetsels er zijn. Bestudeer 5.1 t/m 5.10 van module 5 uit het studieboek Taalwijzer deel 2. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof. Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. Deze les bevat geen huiswerkopgaven. U hoeft dus geen huiswerk naar uw docent te sturen. 24 Nederlands foutloos schrijven en spreken

25 Les 13: Grammatica In deze les leert u meerdere woordsoorten en zinsdelen kennen en hoe deze moeten worden toegepast. verschillende woordsoorten kennen, zoals betrekkelijk voornaamwoorden, bijwoorden en bezittelijk voornaamwoorden; verschillende zinsdelen kennen, zoals het lijdend voorwerp, het meewerkend voorwerp en de bijwoordelijke bepaling; hoe u deze woordsoorten en zinsdelen moet toepassen in de Nederlandse taal. Bestudeer 5.11 t/m 5.24 van module 5 uit het studieboek Taalwijzer deel 2. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof, behalve opgave Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. Opgave 5.27 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. Studiehandleiding 25

26 Les 14: Grammatica In deze les leert u meerdere woordsoorten en zinsdelen kennen en hoe deze moeten worden toegepast in de Nederlandse taal. verschillende woordsoorten kennen, zoals onbepaald voornaamwoord, wederkerend voornaamwoord en telwoorden; de acht tijden van het werkwoord kennen; het verschil tussen directe en indirecte rede. Bestudeer 5.25 t/m 5.41 van module 5 uit het studieboek Taalwijzer deel 2. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof. Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. Deze les bevat geen huiswerkopgaven. U hoeft dus geen huiswerk naar uw docent te sturen. 26 Nederlands foutloos schrijven en spreken

27 Les 15: Schrijven In deze les leert u de beginselen van het schrijven van verschillende teksten. schrijven over verschillende onderwerpen, zoals sport, de cursus en uw huis; schrijven over een dagelijkse ergernis. Bestudeer 6.1 van module 6 uit het studieboek Taalwijzer deel 2. Er zijn deze les geen oefenopgaven. 6.1 en 6.2 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. Studiehandleiding 27

28 Les 16: Schrijven In deze les leert u hoe u zo duidelijk mogelijk een tekst kunt schrijven. hoe u zinnen kunt herschrijven, zodat ze beter te begrijpen zijn; hoe u duidelijke instructies kunt formuleren. Bestudeer 6.2 en 6.3 van module 6 uit het studieboek Taalwijzer deel 2. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof, behalve opgave 6.4. Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. 6.4 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. 28 Nederlands foutloos schrijven en spreken

29 Les 17: Schrijven In deze les leert u hoe u een verhaal kunt schrijven. Daarnaast kunt u oefenen met het schrijven van brieven en verslagen. hoe u een verhaal kunt schrijven; hoe u het beste een brief kunt schrijven; waar u rekening mee moet houden bij het schrijven van een verslag. Bestudeer 6.4 t/m 6.6 van module 6 uit het studieboek Taalwijzer deel 2. Er zijn deze les geen oefenopgaven. 6.5 t/m 6.8 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. Studiehandleiding 29

30 Les 18: Schrijven In deze les leert u hoe u formele brieven aan instanties als de woningbouwvereniging of een sportvereniging moet schrijven. functioneel te schrijven; een affiche te ontwerpen; een uitnodiging te schrijven. Bestudeer 6.7 van module 6 uit het studieboek Taalwijzer deel 2. Er zijn deze les geen oefenopgaven. 6.9 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. 30 Nederlands foutloos schrijven en spreken

31 Les 19: Schrijven In deze les leert u hoe u een sollicitatiebrief moet schrijven en hoe u het beste formulieren kunt invullen. hoe u een sollicitatiebrief moet schrijven; hoe u op de juiste manier het adres op een envelop schrijft; op welke wijze u verschillende formulieren moet invullen. Bestudeer 6.8 t/m 6.10 van module 6 uit het studieboek Taalwijzer deel 2. Er zijn deze les geen oefenopgaven en 6.11 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. Studiehandleiding 31

32 Les 20: Schrijven In deze les oefent u met functioneel schrijven en het schrijven van een opstel. functioneel schrijven; hoe een opstel is opgebouwd; zelf een opstel te schrijven. Bestudeer 6.11 en 6.12 van module 6 uit het studieboek Taalwijzer deel 2. Er zijn deze les geen oefenopgaven. Eén van de drie toetsen stuurt u ter beoordeling naar uw docent. 32 Nederlands foutloos schrijven en spreken

33 Les 21: Schrijven In deze les oefent u met het schrijven van een opstel. te letten op de opbouw van een opstel; zelf een opstel te schrijven. Bestudeer 6.13 van module 6 uit het studieboek Taalwijzer deel 2. Er zijn deze les geen oefenopgaven. Eén van de drie toetsen stuurt u ter beoordeling naar uw docent. Studiehandleiding 33

34 Les 22: Spreken In deze les oefent u uw spreekvaardigheden. U gaat oefenen met het voeren van een telefoongesprek en het afnemen van een interview. waar u op moet letten tijdens een telefoongesprek; een zakelijk telefoongesprek te voeren; welke verschillende vragen u in een interview kunt stellen. Bestudeer 7.1 t/m 7.3 van module 7 uit het studieboek Taalwijzer deel 2. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof, behalve opgaven 7.1 en 7.4. Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. 7.1 en 7.4 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. 34 Nederlands foutloos schrijven en spreken

35 Les 23: Spreken In deze les oefent u uw spreekvaardigheden. U gaat oefenen met discussiëren en het houden van een spreekbeurt. verschillende aspecten die bij het voeren van een discussie komen kijken; welke verschillende rollen u kunt aannemen binnen een discussie; hoe een spreekbeurt moet worden opgebouwd. Bestudeer 7.4 en 7.5 van module 7 uit het studieboek Taalwijzer deel 2. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof, behalve opgave 7.7. Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. Opgave 7.7 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. Studiehandleiding 35

36 Les 24: Spreken In deze les leert u hoe u het beste een sollicitatiegesprek kunt voeren. hoe u zich het beste kunt voorbereiden op een sollicitatie; welke andere aspecten belangrijk zijn bij een sollicitatie; een sollicitatiegesprek te voeren. Bestudeer 7.6 van module 7 uit het studieboek Taalwijzer deel 2. Als oefenopgaven maakt u alle opdrachten die u tegenkomt in de leerstof, behalve opgave 7.8. Deze oefenopgaven kijkt u zelf na aan de hand van de uitwerkingen die u op StudentenNet + vindt. Opgave 7.8 stuurt u ter beoordeling naar uw docent. 36 Nederlands foutloos schrijven en spreken

37