Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2003 Nr. 97 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETEN- SCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Zoetermeer, 2 december 2002 Hierbij bied ik u het door mij bij het Begrotingsonderzoek 2003 aangekondigde Plan van Aanpak Arbeidsmarkt- en Personeelsbeleid aan. In dit Plan worden concrete acties voor 2003 aangekondigd die scholen in positie brengen om een eigen personeelsbeleid te kunnen voeren. Beleidslijnen voor 2004 en volgende jaren, die voornamelijk betrekking hebben op aanpassing van de kwalificatiestructuur en het opleidingsstelsel aan de behoefte van de scholen, worden in agenderende zin aan de orde gesteld. De inspectie rondt thans een rapportage af over de kwaliteit van de assessmentcentra voor de zij-instroom in het voortgezet onderwijs. Ik heb het voornemen deze rapportage nog vóór het Algemeen Overleg van 12 december 2002 aan u toe te zenden. Bijgevoegd treft u voorts aan een beleidsreactie op het advies van de Onderwijsraad over werkdruk in het onderwijs: Toerusten = uitrusten. Werk en werkende in het onderwijs. Over deze beleidsreactie is overleg gepleegd met de sociale partners. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, M. J. A. van der Hoeven KST65233 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2002 Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 97 1

2 PLAN VAN AANPAK ARBEIDSMARKT- EN PERSONEELSBELEID 2 december 2002 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 3 2 Rollen en verantwoordelijkheden De werking van de (regionale) onderwijsarbeidsmarkt 6 Rolverdeling 6 Doelen Implementatie personeelsbeleid: de sterke school De toegang tot het beroep en de kwaliteit van het onderwijspersoneel 8 Rolverdeling 8 Doelen Monitoring 9 3 Actieplan Concrete activiteiten in Regionale convenanten Onderwijs anders organiseren 11 Vervanging Onderwijs als tweede loopbaan 13 Open Universiteit Opleiden in de school 15 De opleidingsfunctie in de school 17 Leraren technische vakken voortgezet onderwijs en BVE Doorstroom van I/D-banen naar reguliere functies in het onderwijs De éénjarige kopopleiding Nota van wijziging wetsvoorstel Beroepen in het onderwijs 19 Deelbekwaamheid 19 Positionering van het geschiktheidsonderzoek (assessment) 21 Schoolleiders in het primair onderwijs Ziekteverzuim en vervanging Voorkomen uitstroom uit het onderwijs 22 4 Doorkijk naar de toekomst Kwalificaties in de school 23 Ontwikkelingen in de school 23 Kwalificatiestructuur Open toegang tot de onderwijsberoepen Uitgangspunten van een nieuw opleidingsstelsel 27 Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 97 2

3 1 INLEIDING De afgelopen jaren heeft iedereen die te maken kreeg met het tekort aan onderwijspersoneel zich ingespannen om daar oplossingen voor te vinden. Veel scholen zijn nieuwe wegen ingeslagen. Ze stellen zij-instromers aan, of nemen onderwijsassistenten in hun team op. De scholen denken na over een andere organisatie van het onderwijs. En daarbij gaan ze niet meer automatisch alleen uit van één leraar op één klas in één lokaal. De opleidingen voor onderwijspersoneel zijn anders gaan opleiden, omdat ze te maken kregen met meer verschillende doelgroepen en ze de scholen aan hun zijde vonden als partner in het opleiden. Scholen nemen meer de verantwoordelijkheid op zich voor een goed wervings- en personeelsbeleid. Het is ook gebleken dat de scholen die een actief en vooral samenhangend personeelsbeleid voeren en die van daaruit samenwerken met opleidingen voor onderwijspersoneel, resultaat boeken. Zo n aanpak zullen we de komende jaren hard nodig hebben. Waar staan we voor, de komende 5 jaar? Er ontstaat een groot kwantitatief probleem in de personeelsvoorziening in het onderwijs. Want het tekort aan onderwijspersoneel neemt de komende jaren verder toe. Dat staat al in de nota Werken in het Onderwijs 2003 (oktober 2002). In het primair onderwijs zijn voor de periode ongeveer fulltimers nodig. Iets meer dan de helft daarvan kan via de lerarenopleiding het onderwijs binnenkomen. Daarnaast moet het onderwijs andere bronnen aanboren. Die andere bronnen zijn de stille reserve, herintreders en zij-instromers voor de leraarsfunctie. Maar er zullen in 2006 ongeveer 2100 fulltimers te weinig zijn. Dat benadrukt alleen nog maar de noodzaak om het onderwijs op een andere manier te organiseren en om aan de slag te gaan met andere soorten onderwijspersoneel (functiedifferentiatie). In het voortgezet onderwijs zijn voor de periode ongeveer fulltimers nodig. Hiervan kan ongeveer een vijfde worden ingevuld met de afgestudeerden van de lerarenopleidingen. Scholen zullen daarnaast net als in het primair onderwijs mensen uit andere maatschappelijke sectoren, met onderwijsbevoegdheid (stille reserve) of met een andere kwalificatie (zij-instromers, onderwijsassistenten) moeten aantrekken. Als scholen geen ander onderwijspersoneel aantrekken, zal het aantal plaatsen dat niet kan worden vervuld naar verwachting oplopen van 2800 in 2003 tot 6000 in In het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie zijn in de periode ongeveer 8000 fulltimers nodig. Bijna twintig procent daarvan wordt ingevuld met de afgestudeerden van de lerarenopleiding. Daarnaast zal personeel moeten worden aangetrokken vanuit het bedrijfsleven. Het is in deze sector al veel meer gebruikelijk dan in het primair en voortgezet onderwijs om deze mensen in te zetten en al werkend op te leiden tot leraar. Dit geldt ook voor de beroepen in de agrarische sector. De scholen en instellingen moeten in de eerste plaats deze klus klaren door een actief wervings- en personeelsbeleid. Een minister heeft het niet in zijn of haar macht om vraag en aanbod op alle regionale arbeidsmarkten bij elkaar te brengen. Een minister kan wel de scholen faciliteren en de voorwaarden creëren voor een goed functionerende arbeidsmarkt. Daarnaast is de minister van OCenW verantwoordelijk voor het stelsel van kwaliteitsborging van de beroepen in het onderwijs. Dat geeft haar de mogelijkheid de toegang tot de onderwijsberoepen te verruimen. Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 97 3

4 In hoofdstuk 2 worden de verschillende rollen en verantwoordelijkheden van alle partners op de onderwijsarbeidsmarkt naast elkaar gezet. Daarbij geef ik nadrukkelijk de rol en de beleidsambities aan van de minister van OCenW. De onderwijsarbeidsmarkt is in de eerste plaats regionaal van aard. Scholen zullen op die regionale markt steeds vaker de rol vervullen van de partij die een opdracht verstrekt aan opleidingsinstellingen en intermediaire organisaties. Zij krijgen op dat punt steun van de sociale partners. Deze sociale partners, verenigd in het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO), hebben zich bereid verklaard hun verantwoordelijkheid op de arbeidsmarkt te nemen en afspraken te maken over de nadere uitwerking van hun rol. Daarover is een convenant met het SBO in voorbereiding. Naar ik hoop zal dit convenant nog in de maand december worden getekend. Zoals al aangekondigd in de Enveloppebrief (oktober 2002), zal het SBO waar dat nog niet gebeurd is de partijen in de regio bij elkaar brengen. In regionale convenanten kunnen alle betrokken partijen afspraken maken over de gezamenlijke inspanning voor een goede personeelsvoorziening in het onderwijs. Deze notitie biedt een actieplan 2003, waarin de nieuwe activiteiten worden geschetst die op korte termijn de scholen in positie brengen om een eigen personeelsbeleid te kunnen voeren (hoofdstuk 3). We beschrijven de maatregelen op de korte termijn, gevat in concrete en controleerbare doelen. In hoofdstuk 3 wordt ook de nota van wijziging aangekondigd die dit kabinet nog zal indienen bij het wetsvoorstel Beroepen in het Onderwijs. We doen voorstellen op drie punten: ten eerste de positionering van de assessmentcentra, ten tweede de mogelijkheid voor zij-instromers in het beroep om zich in de eerste plaats te bekwamen in het schooltype waarin ze werken en ten derde de eisen van bekwaamheid die aan een (zijinstromende) schoolleider in het primair onderwijs moeten worden gesteld. We zullen niet alleen met de grootste kracht de instroom en doorstroom van onderwijspersoneel stimuleren, maar ook onnodige uitstroom voorkomen. Dat betekent verdere intensiveringen om arbeidsomstandigheden te verbeteren en ziekteverzuim en instroom in de arbeidsongeschiktheid te beperken. Daarnaast is toenemende aandacht voor het behoud van oudere werknemers geboden. Eveneens zullen de bovenwettelijke regelingen ten aanzien van arbeidsongeschiktheid en werkloosheid bezien worden op hun bijdrage aan preventie en reïntegratie. Het eigen personeelsbeleid van de scholen gekoppeld aan de komst van nieuwe soorten onderwijspersoneel heeft leemtes zichtbaar gemaakt in de kwalificatiestructuur en in het stelsel van opleidingen voor onderwijspersoneel. Het huidige opleidingsstelsel is onvoldoende toegesneden op die ontwikkelingen in het personeelsbeleid en op de brede personeelsopbouw van de scholen. Ook is het opleidingsstelsel niet berekend op een grote instroom in de scholen van mensen met verschillende vooropleidingen. Terwijl we alle mogelijke wegen naar de beroepen in het onderwijs willen openen en begaanbaar willen maken. In hoofdstuk 4 signaleren we waar knelpunten zitten en richten we de blik op de toekomst. Ook worden er uitgangspunten geformuleerd voor veranderingen in het opleidingsstelsel. Over deze noties wil ik graag met organisaties uit het onderwijsveld van gedachten wisselen. Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 97 4

5 Het zal duidelijk zijn dat deze notitie vooral is bedoeld om een aantal zaken op de agenda te zetten. Vergaande voorstellen ten aanzien van de kwalificatiestructuur en het opleidingsstelsel moeten verder worden uitgewerkt en besproken met de scholen als opdrachtgevers en opleidingen voor onderwijspersoneel. Een volgend kabinet zal daartoe concrete voorstellen moeten indienen. Uiteraard zijn er tal van factoren die mede van invloed zijn binnen de context van het arbeidsmarkt- en personeelsbeleid. Zo wordt de aantrekkelijkheid van beroepen in het onderwijs beïnvloed door de werkdruk waarmee het onderwijspersoneel te kampen heeft. In de beleidsreactie bij het advies van de Onderwijsraad over werkdruk in het onderwijs «Toerusten = uitrusten» die ik u hierbij aanbied, ga ik daarop nader in. Ook de veiligheid op school, een aantrekkelijke en moderne werkomgeving en een aantrekkelijke CAO voor onderwijspersoneel zijn bepalende factoren binnen die context. Dit zijn onderwerpen die de voortdurende aandacht hebben van het Kabinet. Het klimaat op school is niet alleen een zaak van leerlingen en leraren; er is ook een rol weggelegd voor de bureaus jeugdzorg, de jeugdgezondheidszorg, het maatschappelijk werk en voor politie en justitie. Het Kabinet streeft samenhang in de jeugd-/leerlingbegeleiding na door versterking van de samenwerking tussen deze partijen. Voor onderwijshuisvesting wordt de komende jaren extra geld uitgetrokken om de scholen voor primair en voortgezet onderwijs aan te passen aan de eisen van deze tijd. Het bedrag dat het rijk en de gemeenten daarin investeren loopt op tot 113 miljoen in De maatregelen van het kabinet inzake autonomiebevordering en deregulering zullen in veel gevallen ook onnodige irritaties bij personeelsleden en directies wegnemen. Dat draagt bij aan het werkklimaat in het onderwijs. Specifieke arbeidsvoorwaardelijke impulsen ter verbetering van het belonings- en carrièreperspectief, zijn belangrijk voor het aantrekkelijker maken van beroepen in het onderwijs. Bijvoorbeeld door functiedifferentiatie waarmee in het onderwijs nu een goed begin is gemaakt. De mogelijkheden voor beloningsdifferentiatie kunnen worden benut om bijzondere prestaties te belonen, bijvoorbeeld door leraren die voor achterstandsgroepen of in het VMBO staan. In 2003 zal een nieuwe CAO voor onderwijspersoneel worden afgesloten waarin over de voortzetting van deze aanpak afspraken moeten worden gemaakt. Binnen de bestaande mogelijkheden zal het kabinet alles doen om op deze terreinen een optimale situatie te bewerkstelligen. Het kabinet heeft in de Enveloppebrief voorstellen gedaan voor het beschikbaar stellen van extra middelen vanaf 2004 voor het arbeidsmarktbeleid, oplopend tot structureel 100 miljoen euro in 2006: voor het faciliteren en stimuleren van de scholen, het aantrekkelijker maken en vergroten van de toegankelijkheid van het beroep, en het verbeteren van het opleidingsstelsel. Een voortvarende en samenhangende aanpak is noodzakelijk. Daarom heb ik binnen het departement een «programma-organisatie» ingericht. De verschillende rollen en verantwoordelijkheden zoals in deze notitie geschetst, zijn voor deze programma-organisatie het vertrekpunt. De organisatie heeft de opdracht de doelen die worden beschreven in het actieplan 2003, te realiseren. Dat moet weer bijdragen tot het doel dat we moeten zien te bereiken: dat de trends en vooruitzichten met betrekking tot het personeelstekort in het onderwijs substantieel worden omgebogen. Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 97 5

6 Dat kan alleen door een gezamenlijke inspanning van alle organisaties in het onderwijs. Het zelfbewustzijn en de beroepstrots van schoolleiders, leraren en alle andere personeelsleden zijn daarbij cruciale factoren. Vooral de organisaties die het onderwijspersoneel organiseren, de vakbonden, de vakinhoudelijke verenigingen, de regionale werkgroepen van het SBL, hebben de belangrijke taak hun leden positief te motiveren. Daar staat dan wel tegenover dat maatschappij, ouders, leerlingen, studenten, bedrijfsleven en politiek de inzet van onderwijspersoneel moeten blijven waarderen door het onderwijs hoog op de maatschappelijke agenda te houden. 2 ROLLEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN Een voorwaarde voor een goed werkende onderwijsarbeidsmarkt is dat alle betrokken partijen hun verantwoordelijkheid nemen. Scholen zijn primair verantwoordelijk voor goed personeels- en opleidingsbeleid; sociale partners en andere intermediaire organisaties moeten scholen daarbij ondersteunen. Opleidingen zijn verantwoordelijk voor een transparant en flexibel opleidingsaanbod dat aansluit bij de behoefte van scholen. De rijksoverheid moet zorgen voor toegankelijkheid, kwaliteit en financiering van het onderwijsstelsel. Een goed werkende onderwijsarbeidsmarkt is daarvoor voorwaardelijk. Gemeenten kunnen hun bijdrage leveren door te zorgen voor flankerend beleid, bijvoorbeeld door goede huisvesting voor scholen en aantrekkelijke huisvestings- en parkeerfaciliteiten voor onderwijspersoneel. Partijen moeten ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, maar wel sámen, hun bijdrage leveren aan de werking van de arbeidsmarkt. Het arbeidsmarktbeleid spitst zich de komende jaren toe op drie gebieden. Per gebied verschilt de rol- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen scholen, intermediaire organisaties en minister. 1. De werking van de onderwijsarbeidsmarkt, d.w.z. het ondersteunen van scholen om in een goede positie te komen positie brengen ten opzichte van andere partijen op die onderwijsarbeidsmarkt. Eerste actor: Sector Bestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO). 2. De implementatie van de beschikbare instrumenten voor het personeelsbeleid. Eerste actoren: de scholen en BVE-instellingen. 3. Het verruimen van de toegang tot de beroepen in het onderwijs, en waarborgen van de kwaliteit van het onderwijspersoneel (opleidingsstelsel) Eerste actor: de overheid. 2.1 De werking van de (regionale) onderwijsarbeidsmarkt De onderwijsarbeidsmarkt heeft grotendeels een regionaal karakter. Zo valt bijvoorbeeld aan de mobiliteit van leraren te zien dat een deel van hen van baan verandert om dichter bij huis te werken. Ook de arbeidsmarkt voor mbo-opgeleiden is regionaal van aard. Daarnaast zijn de contacten tussen scholen en opleidingsinstellingen vrijwel altijd regionaal bepaald. Rolverdeling Het is de verantwoordelijkheid van scholen om positie te kiezen ten opzichte van de andere partners op de(regionale) arbeidsmarkt. De scholen zijn opdrachtgever. Zij kopen scholing en opleiding voor hun werknemers. Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 97 6

7 De overheid streeft naar een educatieve infrastructuur waarin de school als opdrachtgever centraal staat. Andere partijen binnen de educatieve infrastructuur opleidingen voor leraren en onderwijsondersteunend personeel, landelijke verzorgingsinstellingen en schoolbegeleidingsdiensten adviseren en ondersteunen de scholen bij hun personeels- en opleidingsbeleid (zie ook de nota «De school centraal» van 28 maart 2002). Scholen moeten dus een zo exact mogelijk beeld hebben van hun behoefte aan onderwijspersoneel op de kortere en op de langere termijn. Dat is de basis om vraag en aanbod op de (regionale) arbeidsmarkt beter op elkaar te kunnen afstemmen. Ik zal scholen en opleidingen stimuleren om regionale convenanten te sluiten over de personeelsvoorziening. Ook gemeenten en bedrijfsleven kunnen daar aan deelnemen. De sociale partners, verenigd in het Sector Bestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO), rekenen het tot hun taak om hierin een ondersteunende rol te spelen. Het SBO is als samenwerkingsverband van sociale partners in het onderwijs aanspreekpunt voor de minister inzake het arbeidsmarktbeleid. Met het SBO worden binnenkort afspraken gemaakt in een convenant over de nadere uitwerking van hun rol. De totstandkoming van regionale convenanten hoort daarbij (zie paragraaf 3.2). Doelen Het SBO brengt de betrokken partijen in positie om de volgende doelen te bereiken: Het onderwijsveld neemt verantwoordelijkheid voor de onderwijsarbeidsmarkt. Er is een regionale infrastructuur waarin vragers en aanbieders van opleidingen elkaar kunnen vinden. Het bedrijfsleven wordt betrokken in de samenwerking, met name bij het beroepsonderwijs. Er is extra aandacht voor onevenwichtige spreiding van de personeelsproblematiek (tekortregio s, achterstandsscholen). Er is een flexibele en open arbeidsmarkt, waarbij scholen een gelijkwaardige concurrentiepositie hebben. 2.2 Implementatie personeelsbeleid: de sterke school De scholen zijn zelf verantwoordelijk voor een adequate personeelsvoorziening en een goed integraal personeels- en opleidingsbeleid. Het beleid ten aanzien van de personeelsopbouw en de competentieontwikkeling van het personeel is immers nauw verbonden met het beleid ten aanzien van de inrichting van het onderwijs. Scholen moeten dus hun vraag naar opleiding en ondersteuning zo helder mogelijk formuleren. In de toekomst zullen vooral eigen (branche)organisaties de scholen moeten ondersteunen en adviseren. Beleidsimpulsen zullen ook van die organisaties uit moeten gaan. Voorwaarde daarbij is een goed georganiseerde werkgeversorganisatie en een georganiseerde branche. Wat zijn de doelen van dit personeelsbeleid? De scholen benutten het bestaande instrumentarium optimaal en zoeken creatieve oplossingen voor een adequate personeelsvoorziening ook als het gaat om een andere organisatie van het onderwijs. Scholen beschikken over een zodanig beleidsvoerend vermogen dat zij als vragende partij kunnen optreden bij de ondersteuning van hun onderwijs-, personeels- en opleidingsbeleid. De school staat dus centraal in de educatieve infrastructuur. Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 97 7

8 Bij de implementatie van het personeelsbeleid in de scholen heeft het ministerie een stimulerende en faciliterende rol. Het bevordert en verspreidt good practices en stimuleert nieuwe ontwikkelingen met gerichte subsidies. Daarnaast is de professionalisering van het management, onder andere via de NSA en ISIS, van groot belang. Tenslotte biedt het ministerie ook ondersteuning aan, bijvoorbeeld via intermediaire organisaties. 2.3 De toegang tot het beroep en de kwaliteit van het onderwijspersoneel Tot voor kort was het onderwijs een gesloten arbeidsmarkt: een leraar was bevoegd als hij of zij een lerarenopleiding had afgerond. Sinds de Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs (juli 2000) kunnen mensen ook vanuit een ander beroep overstappen naar een baan als leraar. De Interimwet zij-instroom heeft de verhouding tussen scholen en lerarenopleidingen fundamenteel veranderd: de scholen zijn de vragers van scholing en krijgen daarvoor middelen van de overheid (o.a. in de subsidieregelingen zij-instroom in het beroep voor primair en voortgezet onderwijs en de schoolbudgetten). Niettemin zijn nog belangrijke verbeteringen mogelijk in de toegang tot de onderwijsberoepen. Rolverdeling De overheid is verantwoordelijk voor het stelsel dat de kwaliteit van het onderwijspersoneel waarborgt. Ook het wetsvoorstel Beroepen in het onderwijs (de wet BIO) gaat uit van deze stelselverantwoordelijkheid. Het wetsvoorstel beschrijft de rollen als volgt: De overheid legt de bekwaamheideisen voor de leraar vast en mogelijk ook voor werkzaamheden van onderwijsondersteunende aard (en voor het primair onderwijs ook bekwaamheidseisen van onderwijskundig leidinggevende aard); de beroepsgroep, zoals het Samenwerkingsorgaan Beroepskwaliteit Leraren (SBL) en de Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA), doet hiervoor voorstellen. Zittend personeel moet voldoen aan de (geactualiseerde) bekwaamheidseisen. De werkgevers in het onderwijs zijn daarvoor verantwoordelijk. De inspectie ziet toe op (de effecten van) het kwaliteitsbeleid zoals de school dat heeft vastgelegd in het schoolplan en het kwaliteitszorgverslag. Zonodig kan zij zich daarbij een oordeel vormen over de kwaliteit van het personeelsbeleid in de scholen. De opleidingen (in HO en BVE) leiden op voor de bekwaamheidseisen in de diverse beroepen. Doelen De doelen zijn hier: De scholen kunnen een leeromgeving scheppen waarin al het onderwijspersoneel zijn competenties kan ontwikkelen. De overheid zorgt voor een samenhangende kwalificatiestructuur en een opleidingsstelsel die flexibel en transparant zijn. Ze bieden mensen de kans om langs alle mogelijke wegen tot een onderwijsberoep toe te treden en door te stromen binnen het onderwijs. De opleidingsinstellingen verzorgen scholing en opleiding die competentiegericht zijn en die zijn afgestemd op de wensen van de scholen. Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 97 8

9 2.4 Monitoring Het is in deze fase van ontwikkeling van de onderwijsarbeidsmarkt van belang dat de overheid de ontwikkelingen goed volgt en er op toeziet dat scholen zich kunnen ontwikkelen tot goede opdrachtgevers en werkgevers. Op dit moment verricht de inspectie verschillende deelonderzoeken op dit gebied: meerjarenevaluaties invoering Integraal Personeels Beleid, Educatief Partnerschap (over de vernieuwing van de hbo-lerarenopleidingen voortgezet onderwijs) en de kwaliteit van de assessmentcentra voor zij-instromers. Deze deelonderzoeken vallen niet onder de reguliere toezichtstaken die voortvloeien uit de WOT. De minister zal met de inspectie overleggen hoe de samenhang in de monitoring van het personeelsbeleid en het opleidingsbeleid vergroot kan worden. De monitoring zal zich de komende jaren richten op de ontwikkelingen aan de aanbodkant van de opleidingen en de assessmentcentra, op de ontwikkeling van het personeels- en opleidingsbeleid binnen het scholenveld en op portrettering van beloftevolle regionale samenwerkingsarrangementen. 3 ACTIEPLAN Concrete activiteiten in 2003 In 2003 worden activiteiten ondernomen op onderstaande thema s. In de volgende paragrafen worden deze uitgewerkt in concrete doelen en acties. Activiteit in 2003 Doel Actor(en) Convenant OCenW SBO (zie hiervoor par. 2.1): Sociale partners nemen hun verantwoordelijkheid Minister en SBO. afsluiten in december voor de onderwijsarbeidsmarkt. Regionale convenanten. Samenwerking in de regio tussen scholen, SBO brengt partijen bij elkaar. lerarenopleidingen, ROC s en gemeente(n). Target: voor PO en VO beide 10 convenanten, BVE 5. Vernieuwing van de inrichting van het onderwijs Scholen hebben meer keus bij het werven van Scholen. op schoolniveau (m.b.v. ICT). personeel; slimmere organisatie van het werk leidt tot meer werkvreugde en minder uitval Vervanging anders organiseren. Voorkomen lesuitval; verminderen werkdruk; rust in Scholen. de school. Vliegende brigade/kunstenaars voor de klas. Voorkomen lesuitval; kunstenaars inzetten in de Scholen. school. Landelijke infopunt; Potentiële belangstellenden snel en efficiënt SBO. pool van zij-instromers; informeren over hun mogelijkheden in de onderwijssector. Maatwerktrajecten voor (net) niet-hbo-ers Het potentieel van mogelijke arbeidskrachten Pabo s en scholen voor PO. vergroten. Pedagogisch-didactische cursus BVE naar BVE-instellingen meer invloed geven op de kwaliteit Minister. vraagfinanciering. en inhoud van de pedagogisch-didactische cursus. Assessment BVE Competentiegerichte scholingstrajecten Minister. Ontwikkelen opleidingsdidactiek voor leren-opde-werkplek. Scholingstrajecten beter afstemmen op sterke en OU, lerarenopleidingen en scholen. zwakkere competenties van zij-instromers. Inzetten FPU-ers als coach beginnende leraren. Voorkomen vroegtijdige uitval beginnende leraren. Scholen en SBO. Opleiden in de school. Verbeteren leeromgeving in de school voor eigen Scholen. onderwijspersoneel. Convenant met 5 grote bedrijven waarin Verlichten werkdruk en personele problemen in de Minister, bedrijven en scholen. stimuleringsfonds bèta/techniek. school bij exacte en technische vakken. Impuls I/D-banen; Behouden functies I/D-werknemers en doorstroom Minister Sectorale stimuleringsregeling naar reguliere banen. Voorstel nadere uitwerking éénjarige kopopleiding Na of naast vakstudie in het hbo onderwijs- Minister. in het HBO. bevoegdheid behalen in verkorte opleiding. Nota van wijziging wetsvoorstel BIO. Ruime toegang tot een beroep in het onderwijs: Minister. Betere positionering assessmentcentra Deelbekwaamheid voor zij-instromers zij-instroom voor schoolleiders PO Arboconvenanten Uitgesproken!gezond Terugdringen ziekteverzuim met 1%-punt. Scholen. Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 97 9

10 Targets voor 2003 PO VO BVE Zij-instromers Lio s Functiedifferentiatie (onderwijsassistenten, lerarenondersteuners, specialisten etc.) Doorstroom van leraar naar managementfuncties 730 Aandeel allochtonen van gediplomeerde uitstroom lerarenopleiding 8% 10% hbo en 8% ulo Netto instroom vanuit de lerarenopleiding VO 60% Deze targets zijn mede gebaseerd op de in deze brief beschreven activiteiten voor Regionale convenanten Scholen die een actief en vooral samenhangend personeelsbeleid voeren, en die samenwerken met de opleidingen voor onderwijspersoneel, blijken resultaat te boeken in het bestrijden van het tekort aan onderwijspersoneel. In de vier grote steden en Almere, zijn de problemen al een tijd het meest nijpend. Toch lijkt het aantal vacatures daar in het primair onderwijs voor het eerst sinds jaren niet toe te nemen. En dat terwijl door het extra geld voor klassenverkleining, de vraag naar leraren groter is. Wat in deze steden vooral zo goed heeft gewerkt, is de regionale samenwerking tussen de scholen en de opleidingen. Op het punt van die samenwerking valt dan ook nog veel winst te behalen. Daarom wil ik met kracht inzetten op regionale convenanten. Het doel daarvan is samenwerking in de regio tussen scholen, lerarenopleidingen, ROC s en gemeente(n). Ook het bedrijfsleven kan daar aan deelnemen. Een dergelijke samenwerking kan scholen een steun in de rug geven bij het voeren van een stevig eigen personeelsbeleid. Het gaat er dan om dat scholen: een goede meerjarenplanning maken van de eigen personeelsbehoefte, waarbij een koppeling wordt gemaakt met onderwijsproces en gewenste onderwijsinnovatie, de handen inéén slaan en zo steun verwerven bij hun wervings- en opleidingsbeleid, afspraken maken over gezamenlijke oplossingen voor vervangingsproblematiek, overleggen met de opleidingen voor onderwijspersoneel over hun behoefte aan nieuw personeel en de behoefte aan scholing in de school voor het eigen personeel, en afspraken maken met de lerarenopleidingen over termijnen en processen rond assessment en opleiding voor zij-instromers. Voor de lerarenopleidingen levert een regionaal convenant op dat zij gerichter kunnen ingaan op de vragen die scholen formuleren. Niet alleen van individuele scholen, maar ook van scholen gezamenlijk in de regio. Voor de gemeenten is er de mogelijkheid samenhang te realiseren met gemeentelijk onderwijsbeleid. Ook kunnen gemeenten scholen ondersteunen bijvoorbeeld door huisvesting aan te bieden of een parkeervergunning. De gemeenten waar de problemen het grootst zijn (zoals Rotterdam, Amsterdam en Den Haag), hebben daar extra geld voor uitgetrokken. Het SBO wordt gevraagd om waar dat nog niet gebeurd is de partijen in de regio bij elkaar te brengen. Het SBO betrekt daarbij alle relevante Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr

11 partijen, waaronder de Vereniging voor het management in het voortgezet onderwijs (VVO), en maakt gebruik van de ervaringen en deskundigheid die zijn opgedaan bij de SPS-campagne («schoolbudgetten, personeelsbeleid & schoolontwikkeling»). De regionale platforms die er nu voor het primair onderwijs in een aantal plaatsen zijn, zullen worden versterkt. Ook is aansluiting mogelijk bij regionale samenwerkingsverbanden die in de onderwijssectoren reeds bestaan. In het bijzonder in het voortgezet onderwijs is verbetering van de regionale samenwerking urgent. De urgentie van gecoördineerde activiteiten zal vooral ook daar de komende tijd groter worden. Scholen voor voortgezet onderwijs krijgen in het kader van deze regionale convenanten de mogelijkheid advies en ondersteuning te vragen bij de verdere ontwikkeling en invoering van een eigen arbeidsmarkt- en personeelsbeleid. Het ministerie van OCenW ondersteunt de regionale samenwerking met mogelijkheden voor regionale campagne-activiteiten die aansluiten bij de landelijke campagne voor de onderwijsberoepen. 3.3 Onderwijs anders organiseren Scholen nemen een sterkere positie in op de arbeidsmarkt als ze een integraal personeelsbeleid voeren. Dat betekent dat het personeelsbeleid samenhangt met de inrichting en organisatie van het onderwijs. Het lerarentekort kan hier katalysator zijn. Vanuit de noodzaak om kwalitatief hoogwaardig onderwijs te geven, komen vragen aan de orde als hoe organiseer ik mijn school op grond van mijn onderwijskundige keuzes, welke taken en werkzaamheden passen bij mijn schoolorganisatie, welke functies horen bij die taken en werkzaamheden, welke competenties heb ik in huis en welke ontbreken nog, en wat betekent dit voor het ondersteuningsprogramma voor de school en het scholingsprogramma voor mijn personeel? In het project (Team)Onderwijs op Maat werken veertien basisscholen van een zeer verschillende achtergrond en onderwijscultuur met ondersteuning van de Schoolbegeleidingsdienst (SBD) Midden-Holland en Rijnstreek aan de invoering van functiedifferentiatie, gekoppeld aan vernieuwing van de onderwijsorganisatie en het personeelsbeleid. In het project Lesgeven Anders Organiseren wordt een soortgelijke ontwikkeling bij 11 pilotscholen voor voortgezet onderwijs gestimuleerd en ondersteund. Door de gedeelde verantwoordelijkheid in de klas en binnen het team (functiedifferentiatie) wordt didactische vernieuwing mogelijk, vermindert de werkdruk en wordt het gevoel van veiligheid vergroot. In de BVE-sector werkt een vijftal ROC s in pilots aan de ontwikkeling van resultaatverantwoordelijke onderwijsteams. Deze teams zijn samengesteld uit verschillende onderwijsfuncties voor leraren en onderwijs ondersteunende functies ten behoeve van het primaire proces en de begeleiding van de deelnemers inzake de beroepspraktijkvorming. Het anders benoemen van taken en verdelen van werk, en de hieraan gekoppelde inrichting van verschillende functies biedt scholen de mogelijkheid de gewenste onderwijskundige vernieuwingen te realiseren; daarnaast kunnen scholen de in de school beschikbare competenties meer aanspreken. Het onderwijs hoeft niet per se een volstrekt «platte» organisatie te zijn, waarbij de leraar als (enige) professional al het werk van A tot Z voor zijn rekening neemt; noch in het onderwijsproces, noch in het werk daaromheen. Zo n werkwijze kan leiden tot een effectievere inzet van Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr

12 personeel en middelen en tot een lagere werkdruk (en daarmee tot minder ziekteverzuim). De toenemende autonomie van scholen biedt steeds meer vrijheid zelf beleidskeuzes te maken. Scholen hebben durf nodig om tradities te doorbreken en alle beleidsruimte te benutten. Zo is er een aantal gewoontes in het voortgezet onderwijs waar scholen best van af zouden kunnen wijken, zoals het werken met een rooster van 45 of 50 minuten of de gewoonte dat een leraar de proefwerken afneemt. Met een andere schoolorganisatie is het mogelijk versnippering van de personele vraag tegen te gaan. Zo kunnen scholen voor voortgezet onderwijs bijvoorbeeld kleine baantjes vermijden als de lessen op basis van een kwartaalrooster in plaats van een weekrooster worden gegeven. Ook tijdelijk personeel (uit het bedrijfsleven) is op die manier gemakkelijker in te zetten. En dat is winst. Scholen kunnen als ze het onderwijs anders willen organiseren, ook de (didactische) mogelijkheden van ICT benutten, zoals elektronische leeromgevingen en digitaal lesmateriaal. Door de toepassing van ICT wordt een andere ordening van de lesstof, een andere inzet van het personeel (werken in teams en functiedifferentiatie) en een andere ordening van (groepen van) leerlingen mogelijk. Uit de begin 2003 te verschijnen bundel ICT Schoolportretten naar de relatie tussen de inzet van ICT en nieuwe rollen, taken en functies voor onderwijspersoneel van de inspectie, blijkt dat ICT als katalysator kan werken binnen die scholen die keuzes gemaakt hebben voor onderwijsvernieuwing met een actievere rol voor de leerlingen en voor organisatieveranderingen binnen de school. Bij Slash 21, een school voor voortgezet onderwijs in Lichtenvoorde, wordt op grond van onderwijskundige inzichten en met behulp van een optimale inzet van ICT gewerkt aan een volledige vernieuwing van de inrichting van het onderwijs. Slash 21 beoogt oplossingen te bieden voor bijvoorbeeld de inrichting van de basisvorming, betrokkenheid van medewerkers in teams (functiedifferentiatie), het tekort aan onderwijspersoneel en de betrokkenheid van ouders. Het kabinet wil deze vernieuwing van de inrichting van het onderwijs op het niveau van de school (met behulp van ICT) stimuleren. Ik denk daarbij aan een aanpak waarin scholen die de inrichting van hun onderwijs in verband met de personeelsvoorziening succesvol hebben verbeterd, «beloond» worden. Daarbij past een extra «beloning» als zij erin slagen andere scholen te overtuigen om ook op «hun» wijze te gaan werken. De ervaringen met de innovatieve aanpak van het GrassRoots-project zullen worden benut in dit project. Door een andere organisatie van het onderwijs kunnen scholen ook andere soorten personeel inschakelen. Het gaat daarbij niet alleen om leraren en specialistische functies als remedial teachers, activiteitenbegeleiders en psychosociale hulpverleners. Ook onderwijsassistenten kunnen worden ingezet in het onderwijsproces en een belangrijke bijdrage leveren aan onderwijs-op-maat voor individuele leerlingen. Hier ligt nog een belangrijke kans voor met name het VMBO. In Almere zijn dit jaar 30 mensen als onderwijsassistent aangesteld op de openbare scholen voor voortgezet onderwijs. Zij worden in een duaal scholingstraject van 2 jaar opgeleid tot onderwijsassistent. De scholen richten deze opleiding op basis van hun behoeften in, in samenwerking met het ROC en een hogeschool. Vervanging De krapte op de onderwijsarbeidsmarkt is voor scholen vooral voelbaar Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr

13 op de momenten dat er behoefte is aan kortdurende vervanging. Omdat de meeste vervangingspools leeg zijn, moeten de scholen zelf (structurele) oplossingen zoeken. In het project Opvangkrachten Amsterdam Zuid Oost wordt met 28 basisscholen ervaring opgedaan met een werkwijze waarbij onderwijsassistenten de kinderen opvangen, als noodmaatregel. De deelnemende scholen in het project vinden dat de oplossing voor de acute nood van het personeelstekort dient plaats te vinden in het kader van een gewenste onderwijskundige ontwikkeling. Zij willen van de nood een deugd maken door zich nadrukkelijk te richten op functiedifferentiatie, de inzet van onderwijsassistenten en een onderwijsconcept dat meer recht doet aan de verschillen tussen leerlingen. Zo is een project waarbij de opvang van kinderen het eerste doel was, veranderd in een project «onderwijs anders organiseren». De vervanging kan ook anders worden georganiseerd dan door onderwijsondersteunend personeel. Zo wordt bij basisscholen in het «project plusleraar» degene die binnen het eigen personeelsbestand het meest geschikt is voor het vervangingswerk, de vaste vervanger voor de school: de plusleraar. Een herintreder, afgestudeerde van de lerarenopleiding of zij-instromer krijgt een daarmee vrijgekomen vaste eigen groep. De rust in de school neemt hierdoor toe, het is een positieve stimulans voor de onderwijskwaliteit en een verrijking voor het team. Ook de werkzaamheden van de overige leraren en het werk van de schoolleiding worden er door verlicht. Naar aanleiding van de veelbelovende eerste resultaten van het project wordt het aantal scholen van de deelnemende schoolbesturen uitgebreid en worden er pilots gestart in het speciaal basisonderwijs. Een ander type oplossing is de creatieve oplossing die het primair onderwijs in Almere vorig jaar voor noodsituaties bedacht: «kunst en vliegwerk». Een vliegende brigade, bestaand uit een team van onderwijsassistenten, kunstenaars en vakleerkrachten, verzorgt opvang of onderwijs op vakspecifiek gebied. Scholen kunnen hier gebruik van maken als alle andere mogelijkheden uitgeput zijn. Door het totaal aan maatregelen is in Almere vorig schooljaar geen klas naar huis gestuurd. Naar aanleiding van dit voorbeeld heeft het kabinet aan de vier grote gemeenten gevraagd om een vergelijkbare vliegende brigade op te zetten. Tegelijkertijd wordt onderzocht hoe kunstenaars voor de klas structureel vorm kan krijgen (zie ook de Enveloppebrief, Cultuur en school). Deze vliegende brigades hebben daarmee een dubbele doelstelling: het kan functioneren als noodmaatregel, maar het biedt ook de kans om kunstenaars in de school in te zetten. Het doel is dat in 2003 bij de betrokken scholen in de G4 en Almere geen klas naar huis gaat. 3.4 Onderwijs als tweede loopbaan De komende vier jaar hebben we in totaal mensen nodig (voor het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en de BVE-sector). De helft daarvan zullen we langs een andere weg dan de lerarenopleiding de school moeten binnenhalen. Er stroomt dus een groot aantal mensen met verschillende vooropleidingen de scholen binnen. Die mensen gaan aan de slag als zij-instromers in het leraarsberoep, maar er zijn er ook bij die een onderwijsondersteunende functie gaan vervullen. Zij kunnen eventueel later doorstromen naar het leraarschap. Als er zoveel mensen uit andere beroepen moeten komen, is het belangrijk dat er zo min mogelijk obstakels liggen op de weg naar een beroep in Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr

14 het onderwijs. De ervaringen met zij-instroom in het beroep hebben geleerd dat daar nog een wereld te winnen is. Mensen die belangstelling tonen voor een beroep in het onderwijs moeten gemakkelijk de weg kunnen vinden. Ze moeten vlot een assessment kunnen doen en zich efficiënt op maat kunnen laten bijscholen. Bovendien moeten scholen in staat zijn als onderdeel van het personeelsbeleid nieuw en zittend personeel op te leiden op de werkplek en een goede begeleiding te bieden. De belangstelling voor zij-instroom in het beroep is groot: dat blijkt onder andere uit het buitengewone aantal mensen dat zich heeft ingeschreven bij de diverse bemiddelaars voor zij-instroom in het beroep. Bij Career Center Onderwijs, De Onderwijs BV en Word Leraar! staan op dit moment mensen ingeschreven. PO VO en BVE Totaal Aantal (gemelde vacatures) Aantal inschrijvingen * Aantal intakegesprekken Aantal voordrachten aan scholen Aantal plaatsingen * Van 659 kandidaten is onbekend wat hun voorkeur is (PO, VO of BVE). Van deze kandidaten beschikt 81,8 procent oftewel mensen over minstens een hbo-diploma. Het is nog niet gelukt dit potentieel in huis te halen. Net als op iedere arbeidsmarkt is de (regionale) matching een probleem. De nood is niet overal even hoog en iemand uit Leeuwarden wil niet naar Rotterdam verhuizen om daar een vacature Frans te vervullen. Bovendien hebben scholen in het voortgezet onderwijs een zij-instromer niet altijd iets te bieden. Daar gaat het immers nog steeds vaak om vervangingsbaantjes of om kleine baantjes. En iemand geeft daarvoor zijn volledige baan niet op. In het voortgezet onderwijs moet er dus ook aan andere oplossingen (dan zij-instroom in het beroep) worden gedacht voor het probleem, zoals een andere organisatie van het onderwijs. In het project Vakmensen voor de klas worden vakmensen uit het bedrijfsleven in een tweejarig traject opgeleid tot vakdocent in het VMBO. Gedurende deze twee jaar blijven zij in deeltijd werkzaam in het bedrijfsleven. Op die manier wordt tevens de relatie tussen de beroepspraktijk en het onderwijs versterkt. Ik wil er alles aan doen om drempels op de weg naar een beroep in het onderwijs weg te nemen. Zo komt er een landelijk informatiepunt met een «back office»: één adres voor belangstellenden waar ze met al hun vragen terecht kunnen. Daar worden mensen die tussen de wal en het schip dreigen te komen, opgevangen en geholpen. Een andere verbetering is dat de bemiddelingsorganisaties een pool vormen van geschikt bevonden zij-instromers. Dat voorkomt dat potentiële zij-instromers en scholen onnodig lang moeten wachten. Maar het gaat mij niet alleen om zij-instromers in het beroep; het gaat ook om mensen die (net) geen HBO-diploma hebben. Deze mensen kunnen niet als zij-instromers de verantwoordelijkheid voor een klas krijgen. Schoolbesturen die actief mensen werven, geven aan dat daar een enorm potentieel zit, zowel kwalitatief als kwantitatief. Zij kunnen aangesteld worden in onderwijsondersteunende beroepen en door scholing op de werkplek verder gekwalificeerd worden. Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr

15 De lerarenopleidingen basisonderwijs hebben een aantal jaren geleden, toen er nog geen sprake was van tekorten en het fenomeen zij-instromer in het beroep nog niet bestond, een tweejarige opleiding ontwikkeld. De toegangseis die lerarenopleidingen daarvoor stellen, is minimaal een HBO-diploma. Het kabinet wijst erop dat deze toegangseis nergens wettelijk is verankerd. Ik zal de lerarenopleidingen basisonderwijs vragen om alle mensen die al een werkzaam leven achter zich hebben en belangstelling hebben voor het leraarsberoep, te beoordelen op de kennis en de kunde die ze in huis hebben. Op grond daarvan moeten ze een passend opleidingstraject aangeboden krijgen. Ook duale trajecten zijn hier een mogelijkheid. Ik heb de vier grote steden en Almere gevraagd een pilotproject uit te werken om bij basisscholen mensen aan te stellen die net geen HBO-diploma hebben. Die mensen gaan als lerarenondersteuner aan de slag en krijgen een opleiding tot leraar op maat, in samenwerking met de betrokken lerarenopleidingen basisonderwijs. De zij-instromer in de BVE-sector is geen nieuw verschijnsel. Al sinds de WEB bestaat de mogelijkheid zij-instromers in het beroep aan te nemen. Het gaat dan om mensen die gekwalificeerd zijn in hun vakgebied. Aanvullend op hun vakbekwaamheid moeten ze een pedagogischdidactische bekwaamheid verwerven via de didactische cursus BVE. In 2003 wordt de huidige aanbodfinanciering van deze cursus gewijzigd in vraagfinanciering; daartoe wordt de Ministeriële Regeling gewijzigd. Inhoudelijk blijken de instellingen gebruik te maken van het standaardassessment dat is ontwikkeld voor zij-instromers in het beroep in het voortgezet onderwijs. Deze procedure voldoet, maar zou meer kunnen worden toegespitst op de BVE-situatie zodat er gerichtere competentiegerichte maatwerktrajecten uit kunnen voortvloeien. Aan die maatwerktrajecten bestaat grote behoefte. Zij-instromers komen immers in verschillende onderwijssituaties terecht waar een verschillend beroep wordt gedaan op de didactische vaardigheden. Een beroepsgerichte didactiek kan alleen op de werkvloer worden ontwikkeld. Instellingen werken daar gezamenlijk aan in nauwe samenwerking met de lerarenopleidingen. Ik zal de instellingen daarin ondersteunen door een aangepast assessment te laten ontwikkelen. De instelling kan een dergelijk assessment op vrijwillige basis hanteren. Open Universiteit Ik ben met de Open Universiteit in gesprek over verbeteringen in het opleidingstraject voor zij-instromers. Zij-instromers werken en leren in de eerste plaats in de school. Scholen én opleidingen hebben behoefte aan een nieuwe (competentiegerichte) opleidingsdidactiek voor dat leren-opde-werkplek. Op mijn verzoek ontwikkelt de Open Universiteit daarom samen met scholen en lerarenopleidingen instrumenten die inzicht bieden in vragen als: wat leer je waar het beste, wat kan je beslist niet op de school dan wel de opleiding leren? Daarbij komt de ervaring van de Open Universiteit op het gebied van digitale leeromgevingen en afstandsleren goed van pas. 3.5 Opleiden in de school Voor scholen wordt een actief opleidingsbeleid steeds belangrijker. Dat heeft een aantal redenen. Ten eerste werken scholen steeds meer met een divers samengesteld team. Dat vraagt om goed opleidingsbeleid, bijvoorbeeld om het personeel binnen de school op te scholen. Ten tweede komt lang niet al het personeel volledig gekwalificeerd de school binnen. Voor Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr

16 een groot deel worden die mensen al werkend in de school opgeleid. En ten derde zal er steeds meer sprake zijn van permanente scholing in het kader van loopbaanbeleid. Bovendien moet het onderwijspersoneel blijvend voldoen aan de bekwaamheidseisen als het wetsvoorstel Beroepen in het onderwijs in werking is getreden. Dat vereist aandacht van de scholen voor de permanente scholing van hun onderwijspersoneel. De tijdelijke subsidieregeling onderwijsondersteunend personeel 2002 richt zich op scholen voor primair onderwijs die een klassenassistent, onderwijsassistent, lerarenondersteuner of iemand met een ID-functie in dienst hebben. Deze subsidie biedt voor 800 onderwijsondersteuners een bijdrage ( 7500 per persoon) in de ontwikkeling, scholing en begeleiding van onderwijsondersteuners. In de BVE-sector is met ingang van dit jaar het instellingsbudget van de BVE-instellingen verhoogd ten behoeve van de begeleiding van personeel dat zich schoolt. Bij praktijkleren is het van belang dat er optimale begeleiding is. De inspectie is bezig met de afronding van haar tweede evaluatie van het Educatief Partnerschap «Professioneel Onderwijspersoneel, Opleiden met de school», waarin ook aandacht wordt besteed aan de leraar-in-opleiding. Uit haar voorlopige bevindingen blijkt dat de professionele begeleiding van leraren en ander onderwijspersoneel in opleiding en van beginnend onderwijspersoneel in het primair en voortgezet onderwijs nog te weinig ontwikkeld is. Zo bestaat de begeleiding van LIO s in de school volgens de inspectie in de praktijk nog te vaak uit incidentele afspraken. Bovendien stemmen de schoolbegeleider en de opleidingsbegeleider te weinig met elkaar af. De begeleiding van LIO s vanuit de opleiding bestaat vooral uit intervisiebijeenkomsten, al dan niet begeleid, binnen de muren van de opleiding. Het gevolg daarvan is dat de opleider het gedrag van de LIO niet of nauwelijks meer observeert. Uiteraard gaat het niet alleen om LIO s; alle nieuwkomers onder het personeel hebben baat bij een goede begeleiding. Helaas haken nu nog te veel jonge beginnende leraren haken af. De belangrijkste vertrekreden zijn de zwaarte van het werk en slechte begeleiding. Beginnende leraren hebben opvang en ondersteuning nodig om te kunnen groeien naar een volledig inzetbare en vakbekwame leraar. Scholen moeten daarom tot een meer geleidelijke inzet van deze groep leraren en betere begeleiding op de werkvloer komen. Met de verhoging van het schoolbudget per 1 augustus 2001 hebben scholen onder andere meer ruimte gekregen voor de begeleiding van zij-instromers, lio s en andere nieuwe medewerkers. Toch blijkt het soms moeilijk om daar binnen het team ruimte voor vrij te maken. Daarom begint het SBO in januari 2003 met een project waarbij FPU-ers worden ingezet als coach van beginnend onderwijspersoneel. De ervaringen van starters zullen hierbij worden betrokken. De inspectie ziet kansen voor versterking van de begeleiding op de scholen in het aanstellen van opleidingsdocenten, wier taak het is om LIO s en beginnende leraren te ondersteunen bij hun eerste zelfstandig opereren in het leraarsberoep. Ook noemt de inspectie het toenemende aanbod van en belangstelling voor ondersteunende cursussen voor begeleiders van startende leraren en LIO s. Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr

17 De opleidingsfunctie in de school Het opleiden van onderwijspersoneel binnen de schoolorganisatie is voor scholen iets nieuws. Toch zien steeds meer (clusters van) scholen hierin de kans en de mogelijkheid om een eigen opleidingsinfrastructuur als onderdeel van het personeelsbeleid te ontwikkelen. Zo n infrastructuur kan vele vormen aannemen. Scholen zoeken naar een manier die het best past bij hun eigen onderwijskundige inzichten. Ze hebben vooral behoefte aan een uitdagende leeromgeving voor het eigen personeel en een nieuwe opleidingsdidactiek voor het leren op de werkplek. Opleiden op maat en opleiden in de school winnen dus aan belang. Ik zie grote voordelen in het opleiden in de school. Dat stimuleren we dan ook met zogenoemde aanjaagsubsidies aan scholen en BVE-instellingen die samenwerken met de opleidingen. Doel van die subsidie is dat scholen en instellingen kans zien om het opleiden in de school structureel in te bedden in hun integrale personeelsbeleid. Schoolbesturen in het primair onderwijs hebben met groot enthousiasme aanvragen voor subsidie ingediend. Ruim 350 basisscholen gaan werken aan de ontwikkeling van die nieuwe functie van opleider in de school. Ook voor het voortgezet onderwijs wordt per januari 2003 een dergelijke stimuleringsregeling voorzien. Daarop vooruitlopend, werken circa 70 pilotscholen inmiddels aan de inbedding van de opleidingsfunctie in het integral personeelsbeleid. In de pilots in de BVE-sector streven de instellingen naar een zodanige leeromgeving dat zowel de huidige als nieuwe personeelsleden (met een grote variatie in opleiding en werkervaring) de voor de onderwijsfunctie benodigde competenties kunnen ontwikkelen. Zij doen dit in samenwerking met andere ROC s, diverse opleidingsinstellingen en het bedrijfsleven. Zo ontwikkelt het ROC Eindhoven in samenwerking met Fontys Hogescholen een trainingsmodel voor eigen docenten die worden opgeleid tot docent-coach. Leraren technische vakken voortgezet onderwijs en BVE In de komende vijf jaar ontstaat er een grote vraag naar leraren in de technische vakken in het VMBO en de BVE-sector. Hoewel er dus grote behoefte aan instroom van nieuwe leraren is, daalt het aantal studenten dat afstudeert aan de lerarenopleiding in de technische vakken. Waren er in 1998 nog ruim 350 gediplomeerden, in 2001 is dit aantal teruggelopen naar ongeveer 210. Tegelijkertijd vragen veranderingen in de technische beroepen en veranderingen in de visie op onderwijs om aanpassing van het technisch onderwijs en de lerarenopleiding voor technische beroepen. In het VMBO worden naast intrasectorale programma s inmiddels ook intersectorale programma s aangeboden. Dergelijke brede programma s hebben consequenties voor de personele inzet. Naast vakdocenten is er bijvoorbeeld behoefte aan leraren die breder inzetbaar zijn, aan pedagogen en aan bekwame didactici. Voor zowel docenten in de technische vakken als voor de lerarenopleidingen is het belangrijk om goed op de hoogte te blijven van de moderne beroepspraktijk. Een versterking van de relatie tussen bedrijfsleven en onderwijs kan het technisch onderwijs aantrekkelijker maken voor zowel leerlingen als leraren. Dit is één van de doelstellingen van het project Vakmensen voor de klas. In dit project worden vakmensen uit het bedrijfsleven opgeleid tot vakdocent voor het VMBO. Gedurende de opleiding blijven zij werkzaam in hun bedrijf. Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 7 93 Werken in het onderwijs Nr. 44 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 923 Werken in het onderwijs Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETEN- SCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

1. Arbeidsmarktvraagstukken 2. Professionele werkomgeving 3. Kenniscentrum

1. Arbeidsmarktvraagstukken 2. Professionele werkomgeving 3. Kenniscentrum De kracht van het primair onderwijs Activiteiten Arbeidsmarktplatform 2017 Waarvoor kunt u in 2017 bij het Arbeidsmarkplatform PO terecht? Welke thema s staan dit jaar centraal? Hieronder staan de thema

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

Convenant OCW-SBO. Aanpak van het Lerarentekort

Convenant OCW-SBO. Aanpak van het Lerarentekort Convenant OCW-SBO Aanpak van het Lerarentekort Partijen: De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mevrouw M.J.A. van der Hoeven, en Het Algemeen Bestuur van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt,

Nadere informatie

Aan de slag voor de klas Convenant werkgelegenheidsbeleid tussen financiële sector en onderwijssector

Aan de slag voor de klas Convenant werkgelegenheidsbeleid tussen financiële sector en onderwijssector Aan de slag voor de klas Convenant werkgelegenheidsbeleid tussen financiële sector en onderwijssector 1 De bestuurspartijen voor het onderwijs, namens deze PO-Raad VO-raad MBO Raad De Lerarenopleidingen,

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer OC enw De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 396 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 21 860 Weer samen naar school Nr. 63 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Richtlijn inschaling zij-instromers

Richtlijn inschaling zij-instromers Richtlijn inschaling zij-instromers Route: Staf, d.d. Bestuur, voorlopig besluit, d.d. 4 maart 2019 Directieoverleg, d.d. 14 maart 2019 GMR, d.d. 21 maart 2019 (verzenddatum 6 weken vooraf; d.d. 8 maart

Nadere informatie

ocw0000352 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 19 maart 2001

ocw0000352 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 19 maart 2001 ocw0000352 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 19 maart 2001 Bij brief van 20 december 2000 (AB/2000/52374) heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken bij het zij-instroom

Nadere informatie

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en samenleving Stel hogere eisen aan het arbeidsmarktperspectief Handhaaf het startkwalificatieniveau met extra aandacht aan studiekeuze mbo niveau 2 studenten. Biedt

Nadere informatie

Protocol PDG en educatieve minor

Protocol PDG en educatieve minor Protocol PDG en educatieve minor 28 april 2014 Inhoud Protocol voor beoordelingen door de NVAO van de kwaliteit van de afstudeerrichtingen algemeen vormend onderwijs en beroepsgericht onderwijs, het traject

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 197 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het

Nadere informatie

Uw brief van. 2 en 5 april 2004

Uw brief van. 2 en 5 april 2004 logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 21 april 2004 AP/AOM/2004/17149 2 en 5 april 2004 2030411790 en

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3953 20 januari 2017 Besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 januari 2017, nr. VO/1112830,

Nadere informatie

CNV Onderwijs gaat voor behoud van expertise

CNV Onderwijs gaat voor behoud van expertise CNV Onderwijs gaat voor behoud van expertise Zoals bekend heeft de minister van OCW grote bezuinigingen aangekondigd op passend onderwijs. CNV Onderwijs is en blijft het oneens met die bezuinigingen en

Nadere informatie

Zij-instromers als directe link naar de beroepspraktijk

Zij-instromers als directe link naar de beroepspraktijk ZIJ-INSTROOM IN HET MBO: PDG-TRAJECTEN Vanuit de praktijk de klas in Auteurs Eva van der Boom, MOOZ Onderzoek februari 2017 Mbo-docent word je door een reguliere lerarenopleiding te volgen. Maar ook is

Nadere informatie

Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs

Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs Inleiding In opdracht van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt heeft EIM onderzoek gedaan naar de meerwaarde van diversiteitsbeleid in het onderwijs.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8988 20 februari 2019 Beleidsregel van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 12 februari 2019 nr.

Nadere informatie

Een lerarentekort op uw school? Wat is er mogelijk en waar moet u op letten?

Een lerarentekort op uw school? Wat is er mogelijk en waar moet u op letten? Een lerarentekort op uw school? Wat is er mogelijk en waar moet u op letten? Inleiding Het lerarentekort is een groot maatschappelijk probleem. Op de meeste basisscholen en scholen voor speciaal (basis)onderwijs

Nadere informatie

Van overschotvak naar tekortvak. Nieuwe doelgroepen. voor het leraarschap in het voortgezet onderwijs

Van overschotvak naar tekortvak. Nieuwe doelgroepen. voor het leraarschap in het voortgezet onderwijs Van overschotvak naar tekortvak Nieuwe doelgroepen voor het leraarschap in het voortgezet onderwijs De komende jaren zal het tekort aan leraren in het voortgezet onderwijs toenemen en zelfs oplopen tot

Nadere informatie

Beste leraren voor Rotterdam

Beste leraren voor Rotterdam Regio-aanpak LERARENTEKORT PO 11 december 2018 Beste leraren voor Rotterdam Kern van de aanpak Het miljoen van mister Slob wordt ingezet binnen de een brede aanpak om het tekort aan leraren tegen te gaan

Nadere informatie

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijs 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Resultaten Karin Jettinghoff en Jo Scheeren, SBO Januari 2010 2 1. Inleiding Tot voor kort

Nadere informatie

WAARDERING VOOR HET LERAARSCHAP. 31 augustus 2006

WAARDERING VOOR HET LERAARSCHAP. 31 augustus 2006 WAARDERING VOOR HET LERAARSCHAP 31 augustus 2006 advies Aanleiding advies Verwachte lerarentekorten Grote uitstroom pensioengerechtigd personeel vanaf 2007/2008 Te weinig instroom nieuw onderwijspersoneel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 62002 1 november 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 oktober 2017, nr. PO/1237137,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 27 923 Werken in het onderwijs 23 328 Arbeidsmarktbeleid onderwijs Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETEN- SCHAPPEN Aan de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 27 923 Werken in het onderwijs Nr. 148 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Functiedifferentiatie binnen het primaire proces: Kiezen uit kansen

Functiedifferentiatie binnen het primaire proces: Kiezen uit kansen Functiedifferentiatie binnen het primaire proces: Kiezen uit kansen Omgaan met verschillen Het ene kind is het andere niet. Kinderen verschillen in hoe ze leren, wat ze makkelijk en moeilijk, leuk en vervelend

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag.. Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den

Nadere informatie

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Educatie Team Onderwijs VO Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Betrokken partijen: De instellingen voor Beroepsonderwijs

Nadere informatie

Ik schrijf deze brief mede namens de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Economische Zaken.

Ik schrijf deze brief mede namens de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Economische Zaken. a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

ONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

ONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS ONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad).

Nadere informatie

Aan de slag voor de klas Convenant werkgelegenheidsbeleid tussen financiële sector en onderwijssector

Aan de slag voor de klas Convenant werkgelegenheidsbeleid tussen financiële sector en onderwijssector Aan de slag voor de klas Convenant werkgelegenheidsbeleid tussen financiële sector en onderwijssector 1 De bestuurspartijen voor het onderwijs, namens deze PO-Raad VO-raad MBO Raad De Lerarenopleidingen,

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

Samen voor onderwijs in Apeldoorn

Samen voor onderwijs in Apeldoorn Samen voor onderwijs in Apeldoorn toelichting samenwerking AVOO en Veluwse Onderwijsgroep bijlage bij het convenant tussen gemeente Apeldoorn, De Veluwse Onderwijsgroep en AVOO (i.v.m. de personele unie

Nadere informatie

de aantrekkelijkste werkomgeving van Nederland

de aantrekkelijkste werkomgeving van Nederland De ontwikkeling van het voortgezet onderwijs tot de aantrekkelijkste werkomgeving van Nederland Voion en scholen werken samen De uitdagingen van het voortgezet onderwijs In het voortgezet onderwijs willen

Nadere informatie

Sectorale arbeidsmarktinformatie

Sectorale arbeidsmarktinformatie Sectorale arbeidsmarktinformatie Overschotten en tekorten Kansen en mogelijkheden Deel B: Sectorbeschrijvingen 19. Onderwijs Den Haag 20 december 2011 Inhoudsopgave Onderwijs...3 1. Sectorfiche...3 2.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008 Nr. 183 BRIEF

Nadere informatie

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument SPP als pijler van hr-beleid Om als organisatie in een dynamische omgeving met veel ontwikkelingen en veranderingen

Nadere informatie

Laat zij-instromers ook op uw school slagen. Informatie voor schoolleiding en schoolbesturen.

Laat zij-instromers ook op uw school slagen. Informatie voor schoolleiding en schoolbesturen. Laat zij-instromers ook op uw school slagen. Informatie voor schoolleiding en schoolbesturen. Er zijn heel wat mensen die best voor de klas zouden willen. Velen beschikken wel over de juiste opleiding

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007 Nr. 125 BRIEF

Nadere informatie

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren Visie Missie De Jan Ligthartscholen van de Jan Ligthartgroep Tilburg hebben een duidelijk doel voor ogen: het onderwijs dusdanig inrichten dat het de basis vormt van het levenslang leren dat een mens doet.

Nadere informatie

PROFESSIONEEL STATUUT

PROFESSIONEEL STATUUT Voorblad Weert, juni 2018 PROFESSIONEEL STATUUT Scholen voor voortgezet onderwijs moeten met ingang van het nieuwe schooljaar een professioneel statuut hebben. Dat statuut gaat over de vraag wat de professionele

Nadere informatie

Kadernotitie professionalisering

Kadernotitie professionalisering Kadernotitie professionalisering 2015-2020 Colofon Uitgave : ZAAM interconfessioneel voortgezet onderwijs Voorgenomen besluit College van Bestuur : 31 maart 2015 Instemming GMR : 24 april 2015 Vastgesteld

Nadere informatie

Datum 15 juni 2011 Betreft Beleidsreactie advies Onderwijsraad 'Goed opgeleide leraren voor het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs'

Datum 15 juni 2011 Betreft Beleidsreactie advies Onderwijsraad 'Goed opgeleide leraren voor het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs' a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Daartoe spreken partijen onderstaand pakket maatregelen af ter bevordering van de mobiliteit van personeel.

Daartoe spreken partijen onderstaand pakket maatregelen af ter bevordering van de mobiliteit van personeel. Onderhandelaarsakkoord convenant mobiliteit passend onderwijs PARTIJEN Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap PO-Raad VO-raad AOC Raad CNV Onderwijs AVS CMHF OVERWEGENDE: dat er sprake is van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20907 14 april 2017 Besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 april 2017, nr. VO/1151990,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 18 februari 2004 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Onderwijs OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

Functiebeschrijving schoolcoördinator BO

Functiebeschrijving schoolcoördinator BO Functiebeschrijving schoolcoördinator BO FUNCTIE INFORMATIE Functienaam Schoolcoördinator PO (met lesgevende taken) Salarisschaal 10 Werkterrein Management -> schoolmanagement - lesgeven Activiteiten Beleids-

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 30 079 VMBO Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 oktober

Nadere informatie

Naar een nieuwe kleuterperiode in de basisschool

Naar een nieuwe kleuterperiode in de basisschool Naar een nieuwe kleuterperiode in de basisschool Excellente leraren als inspirerend voorbeeld Ib Waterreus & Evelien Dankert (Onderwijsraad) ORD Maastricht, 9 juni 2011 Aanleiding Adviesvraag OCW: hoe

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. Aan de leden van de commissie voor Onderwijs, Sociale zaken, Werkgelegenheidsbevordering en Integratiebeleid.

Gemeente Den Haag. Aan de leden van de commissie voor Onderwijs, Sociale zaken, Werkgelegenheidsbevordering en Integratiebeleid. Wethouder van Onderwijs, ociale Zaken, Werkgelegenheidsbevordering en Integratie drs P.M.M. Heijnen Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Uw brief van Aan de leden van de commissie

Nadere informatie

Nieuwe kans op extra instroom

Nieuwe kans op extra instroom Nieuwe kans op extra instroom Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn en

Nadere informatie

EEN CARRIÈRE IN HET BEROEP- ONDERWIJS

EEN CARRIÈRE IN HET BEROEP- ONDERWIJS VOOR ZIJ-INSTROMERS EEN CARRIÈRE IN HET BEROEP- ONDERWIJS Onderwijsbevoegdheid? Hoe & Wat! Overweeg je als professional uit de praktijk om als zijinstromer te gaan lesgeven op het mbo of hbo en ben je

Nadere informatie

Scholen en professionals in stelling voor kwaliteit, afspraken over beleidsagenda voor de toekomst van het funderend onderwijs

Scholen en professionals in stelling voor kwaliteit, afspraken over beleidsagenda voor de toekomst van het funderend onderwijs Scholen en professionals in stelling voor kwaliteit, afspraken over beleidsagenda voor de toekomst van het funderend onderwijs Preambule Door Nederland is de duidelijke keuze gemaakt om te gaan behoren

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting Dit advies bevat de reactie van de Sociaal-Economische Raad op de adviesaanvraag over het voorkómen van arbeidsmarktknelpunten in de collectieve sector. Hierover hebben de ministers van

Nadere informatie

Notitie Ontheffingen bevoegdheidsregels

Notitie Ontheffingen bevoegdheidsregels Notitie Ontheffingen bevoegdheidsregels De wet op het voortgezet onderwijs (WVO) kent een aantal bepalingen waarbij limitatief is vastgelegd wanneer het onderwijs - gedurende een beperkte tijd en onder

Nadere informatie

Omgaan met het lerarentekort Aanpak BMS Friesland

Omgaan met het lerarentekort Aanpak BMS Friesland Omgaan met het lerarentekort Aanpak BMS Friesland Omgaan met het lerarentekort - Aanpak BMS Friesland Pagina 1/5 Omgaan met het lerarentekort Aanpak BMS Friesland Vooraf Dit document beschrijft de manier

Nadere informatie

ontwikkeling van medewerkers

ontwikkeling van medewerkers ontwikkeling van medewerkers 38 Veel aandacht voor ontwikkeling van personeel In 21 heeft ROC ID College opnieuw veel aandacht besteed aan de ontwikkeling en professionalisering van personeel. Medewerkers

Nadere informatie

Werving van leraren. Onderzoek in opdracht van SBO. Sil Vrielink Lette Hogeling Danny Brukx. ResearchNed bv Nijmegen, oktober 08

Werving van leraren. Onderzoek in opdracht van SBO. Sil Vrielink Lette Hogeling Danny Brukx. ResearchNed bv Nijmegen, oktober 08 Werving van leraren Onderzoek in opdracht van SBO Sil Vrielink Lette Hogeling Danny Brukx ResearchNed bv Nijmegen, oktober 08 2008 ResearchNed Nijmegen in opdracht van het SBO. Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

kwalificaties vertonen geen onderlinge samenhang; en het opleidingsstelsel voldoet niet.

kwalificaties vertonen geen onderlinge samenhang; en het opleidingsstelsel voldoet niet. Samenvatting De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft de Onderwijsraad in april 2003 gevraagd, advies uit te brengen over de kwalificatiestructuur en het opleidingsstelsel dat daarbij

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Voor vakmensen voor de toekomst

Voor vakmensen voor de toekomst Voor vakmensen voor de toekomst D66 Gelderland wil een klimaatneutrale en toekomstbestendige provincie zijn. Dat betekent windmolens plaatsen, zonneweides aanleggen en elk huis in Gelderland energieneutraal

Nadere informatie

Hoe ziet het stelsel van de lerarenopleidingen eruit? Jelger Schaaf en Cor de Raadt

Hoe ziet het stelsel van de lerarenopleidingen eruit? Jelger Schaaf en Cor de Raadt Hoe ziet het stelsel van de lerarenopleidingen eruit? Jelger Schaaf en Cor de Raadt De verschillende typen lerarenopleidingen die er in Nederland bestaan (het opleidingsstelsel) is in grote lijnen een

Nadere informatie

Subsidieregeling duale opleidingstrajecten onderwijsfuncties BVE-sector 2001

Subsidieregeling duale opleidingstrajecten onderwijsfuncties BVE-sector 2001 OCenW-Regelingen Bestemd voor: ROC s Vakinstellingen Instellingen laatste van een richting Doveninstituten 12.3.9-hogescholen Algemeen verbindend voorschrift Datum: 26 augustus 2001 Kenmerk: BVE/Bestel/2001/31575

Nadere informatie

Arbeidsmarktagenda 21

Arbeidsmarktagenda 21 Arbeidsmarktagenda 21 Topsectoren en de HCA Voor de twee agrarische topsectoren is een Human Capital Agenda opgesteld met als doel, de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren, zowel

Nadere informatie

Kamerstukken II, 2015/16, nr Kamerstukken II, 2016/17, nr Kamerstukken II, 2013/14, nr. 1780

Kamerstukken II, 2015/16, nr Kamerstukken II, 2016/17, nr Kamerstukken II, 2013/14, nr. 1780 Fiche 4: Aanbeveling Europees kader voor leerlingplaatsen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake een Europees kader voor hoogwaardige en doeltreffende leerlingplaatsen

Nadere informatie

Diversiteit in het po, vo en mbo

Diversiteit in het po, vo en mbo Diversiteit in het, en 1. Inleiding In het onderwijs wordt het belang van een divers samengesteld personeelsbestand onderkend. 1 Omdat de school een maatschappelijke instelling is, is het wenselijk dat

Nadere informatie

14 april 2008 PO/B&B/2008/9198

14 april 2008 PO/B&B/2008/9198 Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 14 april 2008 PO/B&B/2008/9198 Onderwerp verlichting leergang bewegingsonderwijs Inleiding

Nadere informatie

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo tips voor werving van docenten uit de beroepspraktijk

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo tips voor werving van docenten uit de beroepspraktijk arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo tips voor werving van docenten uit de beroepspraktijk Zestor is opgericht door sociale partners in het hbo: Het is toegestaan om (delen van) de informatie uit deze

Nadere informatie

KWALITEITSKADER BEKWAAMHEIDSEISEN VOOR INSTRUCTEURS

KWALITEITSKADER BEKWAAMHEIDSEISEN VOOR INSTRUCTEURS KWALITEITSKADER BEKWAAMHEIDSEISEN VOOR INSTRUCTEURS Vastgesteld op de Algemene Vergadering van de MBO Raad op 17-4-2018 Inleiding De Wet educatie en beroepsonderwijs verplicht de wetgever niet alleen tot

Nadere informatie

Tijdelijke stimuleringsregeling zij-instroom leraren primair onderwijs naar voortgezet onderwijs

Tijdelijke stimuleringsregeling zij-instroom leraren primair onderwijs naar voortgezet onderwijs Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Tijdelijke stimuleringsregeling zij-instroom leraren primair onderwijs naar voortgezet

Nadere informatie

Evenredige verdeling man / vrouw bij het Veenplaspersoneel

Evenredige verdeling man / vrouw bij het Veenplaspersoneel Evenredige verdeling man / vrouw bij het Veenplaspersoneel Opgesteld : maart 2006 Vastgesteld : juni 2006 0 Inhoudsopgave Inleiding 2 2005 vergeleken met 1999 2 Genomen maatregelen vanaf 1999 3 Nieuwe

Nadere informatie

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000 OCenW-Regelingen Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen Bestemd voor: landelijke organen en de Vereniging Colo Algemeen verbindend voorschrift Datum: 14 augustus Kenmerk: BVE/B/-29879

Nadere informatie

banenplan Kamerbrief plan van aanpak lerarentekort (24 februari 2017)

banenplan Kamerbrief plan van aanpak lerarentekort (24 februari 2017) banenplan Het onderwijs stevent af op een enorm lerarentekort. Leraren verlaten het onderwijs en te weinig jongeren kiezen voor de lerarenopleiding. Dit geldt voor het basisonderwijs, voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Datum 23 augustus 2019 Vragen van het lid Van Meenen (D66) over het bericht "Lerarentekort loopt verder op: Funest voor de kwaliteit'"

Datum 23 augustus 2019 Vragen van het lid Van Meenen (D66) over het bericht Lerarentekort loopt verder op: Funest voor de kwaliteit' >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer van de Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den

Nadere informatie

Via de wijk aan het werk

Via de wijk aan het werk Via de wijk aan het werk Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn en sport.

Nadere informatie

MOBILITEITSPLAN Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland

MOBILITEITSPLAN Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland MOBILITEITSPLAN Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland Inleiding Mobiliteit is één van de instrumenten voor integraal personeelsbeleid. Mobiliteit geeft medewerkers mogelijkheden om op

Nadere informatie

Datum Uitnodiging subsidieaanvraag Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Datum Uitnodiging subsidieaanvraag Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan: penvoerders opleidingsscholen en contactpersonen lerarenopleidingen Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Onze

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG..

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG.. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG.. Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 433 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 TECHNUM in vogelvlucht Wat is Technum Welke participanten Waarom noodzakelijk Waar we voor staan Wat onze ambities zijn TECHNUM Zelfstandige onderwijsvoorziening

Nadere informatie

Flexibel en vraaggericht hoger onderwijs voor werkenden

Flexibel en vraaggericht hoger onderwijs voor werkenden Flexibel en vraaggericht hoger onderwijs voor werkenden Informatiebijeenkomst VBZ/Sigra 17 januari 2017 Yvonne Bernardt Ministerie van OCW 1 Opzet presentatie 1) Belang van meer flexibiliteit en vraaggerichtheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1967 Vragen van de leden

Nadere informatie

Landelijke ontwikkeling professionalisering MBO. Myriam Lieskamp beleidsmedewerker CNV Onderwijs Master HRM

Landelijke ontwikkeling professionalisering MBO. Myriam Lieskamp beleidsmedewerker CNV Onderwijs Master HRM Landelijke ontwikkeling professionalisering MBO Myriam Lieskamp beleidsmedewerker CNV Onderwijs Master HRM programma Nederland een kenniseconomie Leven lang leren Wat zijn de actuele ontwikkelingen? Wat

Nadere informatie

Convenant lerarenopleidingen voortgezet onderwijs en beroeps- en volwasseneneducatie verzorgd door hogescholen

Convenant lerarenopleidingen voortgezet onderwijs en beroeps- en volwasseneneducatie verzorgd door hogescholen Convenant lerarenopleidingen voortgezet onderwijs en beroeps- en volwasseneneducatie verzorgd door hogescholen Partijen, 1. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, hierna te noemen de minister,

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Zij-instroom pabo = leraar in 2 jaar

Zij-instroom pabo = leraar in 2 jaar Zij-instroom pabo = leraar in 2 jaar Leren = durven Informatie voor scholen en schoolbesturen over zij-instroom pabo Inholland Bent u het bevoegd gezag van een instelling in het primair onderwijs en wilt

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Programma Registers en Beroepsorganisatie Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

Uitvoeringsnotitie vrijwillige mobiliteit

Uitvoeringsnotitie vrijwillige mobiliteit Uitvoeringsnotitie vrijwillige mobiliteit Versie 14-10-2016 Postbus 930 3800 AX Amersfoort t. 033-2570645 e. info@kpoa.nl 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Onze visie op mobiliteit... 4 3. Doelstellingen van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 30 079 VMBO Nr. 31 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Niets is moeilijk voor wie weet hoe het werkt.

Niets is moeilijk voor wie weet hoe het werkt. Kennis in beweging eten werkt Niets is moeilijk voor wie weet hoe het werkt. Weten werkt Partner in praktijkleren en personeelsontwikkeling. Dat wil Kenniscentrum GOC zijn voor alle bedrijven en medewerkers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 628 Politie Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Intentieverklaring Versie:

Intentieverklaring Versie: Intentieverklaring Versie: 27-03-2018 1) Het regionale actieplan De vraag naar personeel in zorg en welzijn stijgt. De instroom is op dit moment onvoldoende om aan de toenemende vraag te kunnen voldoen.

Nadere informatie