AANPASSING VAN DE VERPLICHTINGEN BETREFFENDE HET WELZIJN VAN

Transcriptie

1 1/5 AANPASSING VAN DE VERPLICHTINGEN BETREFFENDE HET WELZIJN VAN UITZENDKRACHTEN Het Koninklijk Besluit van 15 december 2010 betreffende het welzijn van de uitzendkrachten op het werk verscheen in het Belgisch Staatsblad van 28 december Dit KB vervangt de huidige bepalingen van de Codex titel VIII hoofdstuk IV betreffende de maatregelen voor het welzijn op het werk van uitzendkrachten (KB van 19 februari 1997). Het nieuwe KB herneemt grotendeels de vroegere bepalingen maar verfijnt de inhoud van de werkpostfiche en voorziet de oprichting van een centrale gegevensbank met daarin informatie over de medische geschiktheden van uitzendkrachten. Dit nieuwe koninklijk besluit, dat het resultaat is van een unaniem advies van de sociale partners, bevestigt het algemeen principe dat de onderneming die de uitzendkracht gebruikt (de «gebruiker» of «inlener») de eerste verantwoordelijkheid draagt voor het welzijn van de uitzendkracht die op zijn werkvloer werkt en dat deze uitzendkracht hetzelfde niveau van bescherming geniet als de andere werknemers van de onderneming. Om deze bescherming te kunnen garanderen werden een aantal verplichtingen, die te maken hebben met de specificiteit van het statuut, overgedragen aan het uitzendbureau. Zo krijgt het uitzendbureau de verplichting om na te gaan of de uitzendkracht medisch geschikt werd verklaard voor de betrokken werkpost, moet het zorgen voor de nodige inentingen en is het verantwoordelijk voor de naleving van bepalingen omtrent de moederschapbescherming, zoals b.v. in verband met verboden bloostellingen. De tekst van het nieuwe KB werd begin 2010 afgewerkt, maar door de val van de regering werd ze nu pas ondertekend. Bepaalde onderdelen van dit KB kunnen pas toegepast worden nadat het Paritair comité van de uitzendarbeid en het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten de praktische uitvoeringsmodaliteiten vastgelegd hebben.

2 2/5 Hierbij volgt een beknopt overzicht van de belangrijkste aanpassingen : 1. Werkpostfiche De algemene verplichting van de gebruiker inlener om een werkpostfiche ter beschikking te stellen bij de aanvraag van een uitzendkracht voor een opdracht (functie of werkpost) waarvoor een medisch onderzoek verplicht is, blijft onveranderd. Het nieuwe KB voert een wijziging van de werkpostfiche door. De inhoud van de werkpostfiche ligt vast maar de vorm kan vrij worden gekozen. Vanaf 1 januari 2011: Moet de werkpostfiche een unieke identificatie (nummer en datum) bevatten waarnaar kan verwezen worden in de uitzendovereenkomst, bij de registratie en bij het onthaal in de onderneming; Het gebruik van codes om de risico s aan te duiden waarvoor het medisch onderzoek moet worden uitgevoerd, wordt algemeen opgelegd; Iedere aanvraag van een medisch onderzoek moet vergezeld zijn van een werkpostfiche; Het uitzendbureau houdt tijdens de duur van de tewerkstelling van de uitzendkracht bij een gebruiker, een naar behoren ingevuld exemplaar van de werkpostfiche bij en bezorgt een hiervan een kopie aan de uitzendkracht; De gebruiker gebruikt de fiche voor het onthaal in het bedrijf; Het is verboden een uitzendkracht tewerk te stellen voor een functie waaraan een medisch onderzoek is verbonden en waarvoor geen werkpostfiche werd opgesteld; De gebruiker mag de uitzendkracht geen taken laten uitvoeren, als deze taken risico s inhouden die niet op de werkpostfiche vermeld zijn en waarvoor een medisch onderzoek verplicht is.

3 3/5 2. Gezondheidstoezicht a) Centrale gegevensbank Het basisprincipe dat het uitzendbureau verantwoordelijk is voor de organisatie van het medisch onderzoek blijft behouden. Om te voorkomen dat uitzendkrachten dubbele medische onderzoeken ondergaan of tewerkgesteld worden zonder medisch geschikt te zijn werd in het KB van 15 december 2010 het principe van een centrale gegevensbank ingevoerd. In deze centrale gegevensbank worden de resultaten van het medisch onderzoek van de uitzendkrachten opgenomen. De externe diensten krijgen toegang tot de centrale gegevensbank om deze resultaten (medisch geschikt/ongeschikt) in te brengen. De uitzendkantoren en de gebruikers kunnen via deze centrale gegevensbank nagaan of een uitzendkracht reeds over een geldig medisch attest beschikt. Deze gegevensbank zal uitgewerkt en beheerd worden door Preventie en Interim i, de centrale preventiedienst voor de uitzendsector. b) Effectief uitvoeren van onderzoeken In het KB van 15 december 2010 wordt een incentief voor de daadwerkelijke uitvoering van de medische onderzoeken gegeven. Er is een systeem voorzien waardoor de kosten van de preventieopdrachten van externe preventiediensten voor de uitzendkrachten verdeeld worden over alle uitzendbureaus. De uitzendbureaus betalen daarvoor een bijdrage aan het Sociaal Fonds voor de Uitzendkrachten: 47,545 EUR (in 2010: 55,71 EUR) voor een arbeider 9,509 EUR (in 2010: 11,142 EUR) voor een bediende Het gaat om voltijdsequivalenten zoals aangegeven bij de RSZ. Deze bijdragen kunnen door de uitzendbureaus gerecupereerd worden indien het medisch onderzoek wordt uitgevoerd en de resultaten ervan worden opgenomen in de centrale gegevensbank. Het Sociaal fonds moet verder nog de praktische modaliteiten met betrekking tot de voorwaarden, hoogte van de bedragen en beheer van de centrale gegevensbank vastleggen.

4 4/5 c) Per vestiging van het uitzendbureau: een andere externe preventiedienst In het kader van een optimale dienstverlening kan een uitzendbureau voor elk uitzendkantoor (vestigingsplaats) beroep doen op een andere externe dienst. Verschillende uitzendbureaus kunnen per regio eveneens gezamenlijk een overeenkomst sluiten met de externe dienst voor een één of meerdere uitzendkantoren Om gebruik te kunnen maken van deze mogelijkheid moet het betrokken uitzendbureau vóór 1 februari 2011 zijn externe dienst daarvan op de hoogte brengen. Het Sociaal fonds moet verder nog de praktische modaliteiten met betrekking tot de voorwaarden, hoogte van de bedragen en beheer van de centrale gegevensbank vastleggen. d) Onderzoek door medische dienst van uitzendkantoor of gebruiker In het nieuwe KB werd voorzien dat een uitzendbureau het medisch onderzoek kan laten uitvoeren door zijn externe dienst PBW of door de dienst PBW (externe of interne) van de gebruiker. e) Verboden werkzaamheden De werkzaamheden ivm afbraakwerken van asbest, verwijdering van asbest en begassingen in de tuinbouw blijven verboden. De verbodsbepaling ivm het werken met giftige afvalstoffen vervalt f) Invoegetreding nieuw KB van 15 december 2010 Het KB van 15 december 2010 treedt volledig in werking op 1 januari 2011 en vervangt het vroegere KB van 19 februari 1997 (zie Codex T. VIII; H. IV). Bij het lezen van het KB blijkt voor sommige artikelen al snel het probleem van de inwerkingtreding op 1 januari De inhoud van de werkpostfiche, zoals vastgelegd in het typeformulier dat goedgekeurd werd door het Paritair Comité stemt nog in grote lijnen overeen met het nieuwe KB, maar moet vanaf 1 januari 2011 worden aangevuld met de nieuwe wijzingen. Aan het Paritair comité zal een nieuw voorstel worden voorgelegd dat beter aansluit bij het nieuwe KB zodat een nieuw model kan verspreid worden dat algemeen kan gebruikt worden.

5 5/5 De besprekingen voor het vastleggen van de modaliteiten voor de oprichting van een centrale gegevensbank en de bijdragen aan het Sociaal fonds kunnen nu worden opgestart. i Opgericht bij KB van 4 december 1997; i.be