Richtlijn voor de digitale uitwisseling van ruimtelijke uitvoeringsplannen

Transcriptie

1 Richtlijn voor de digitale uitwisseling van ruimtelijke uitvoeringsplannen Versie september 2010 Gedragen door GIS-Vlaanderen

2 Richtlijn voor de digitale uitwisseling van ruimtelijke uitvoeringsplannen roepnaam DigiRUPs publicatie 1 september 2010 versie 2.3 situering Doelgroep De ontwikkeling van deze richtlijn vloeit voor uit het decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening, vervangen door de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september Deze richtlijn is bovendien conform het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen. Deze technische richtlijn geeft aan hoe het Vlaamse gewest, de provincies en de gemeenten hun ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) uitwisselen onderling en tussen betrokken partijen. Deze richtlijn vervangt de richtlijn voor de digitale uitwisseling van ruimtelijke uitvoeringsplannen in vectorformaat van 1 oktober Deze versie van richtlijn vervangt de versie 2.2 van 1 mei De belangrijkste doelstelling van deze versie is nog steeds het verhogen van de toegankelijkheid tot en het vergemakkelijken van de raadpleging van de goedgekeurde RUPs en hun bijhorende voorschriften met behulp van GIS-instrumenten. Vlaams gewest gebruik Provincie gebruik Gemeente gebruik indien digitale opmaak Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 2/23

3 1 Inleiding Algemeen planidentificatienummer Geodatalagen Vectoriële geodatalagen Conceptueel model Formaat van uitwisseling Geografische referentie Organisatie van de vectoriële geodatalagen Beschrijving van de vectoriële geodatalagen...10 Vectoriële vlakkenbestanden...10 Vectoriële lijnenbestanden...11 Vectoriële puntenbestanden...11 Bijkomende afgeleide bestanden met de contouren van het RUP Beschrijving van de attribuutdefinities...13 Algemeen planidentificatienummer plan...13 Identificatienummer stedenbouwkundig voorschrift...13 Link naar het stedenbouwkundig voorschrift...14 Naam van het stedenbouwkundig voorschrift...14 Deelgebiednummer...15 Deelgebiednaam...15 Nummer van het stedenbouwkundige voorschrift...15 Legende...15 Label...15 Categorie van gebiedsaanduiding...16 Subcategorie van gebiedsaanduiding...16 Datum...17 Processtap...17 Naam van het plan...17 Dossiernummer gemeente...17 Opmerkingen...17 Link naar volledige tekst met de stedenbouwkundige voorschriften...18 Link naar volledige tekst met de toelichting van de stedenbouwkundige voorschriften Gegeorefereerde rasterbestanden met bijhorende legende Definitie Formaat van uitwisseling, geografische referentie en naamgeving...18 Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 3/23

4 3.2.3 Resolutie Legende-bestand Bijhorende documenten Metadata Template bestanden Afgeleide geodatalagen Recht van voorkoop ruimtelijke ordening Planbaten, planschade, gebruikersschade en kapitaalschade Momenten en manier van uitwisseling Momenten Manier Bijlagen...23 Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 4/23

5 1 Inleiding In deze technische richtlijn wordt vastgelegd op welke wijze geodatalagen (vector en raster) en bijhorende documenten van een RUP zullen uitgewisseld worden tussen de 3 planniveau s. De geografische informatie wordt, in het kader van de uitwisseling, gestructureerd in een aantal complementaire lagen in vectorformaat die moeten toelaten de verschillende ruimtelijke uitvoeringsplannen te integreren en de actueel geldende toestand te bepalen. Op termijn moet het mogelijk zijn gedetailleerde bevragingen te doen en ruimtelijke analyse uit te voeren. Daarnaast is het nodig om rasterbestanden van het RUP uit te wisselen, om over een betrouwbare representatie van de legendesymbolen met de gebruikte referentieondergrond te beschikken. Het rasterbeeld is een uitsnede van het originele plan op coördinaten. Dit gegeorefereerde rasterbeeld is complementair aan de vectorlagen en ze worden samen uitgewisseld. Deze werkwijze volgt uit het feit dat de opmaak (of legende) van de themalagen software-afhankelijk en dus niet universeel uitwisselbaar is. Er wordt eveneens een afzonderlijk rasterbestand van de legende gevraagd. Het verordenende grafische plan wordt ook in zijn totaliteit als digitale kaart uitgewisseld. Het betreft het geheel van het planzicht en de elementen die het plan vervolledigen, zoals de titelhoek, de legende, het situeringsplan, noordpijl, schaal(balk), Op die manier kan het verordenende grafische plan te allen tijde gereproduceerd worden zonder verlies van kwaliteit of opmaak. De tekstbundels (en eventuele bijhorende kaartbundels) van de stedenbouwkundige voorschriften en de toelichtingsnota worden ook aangeleverd. Vanuit de vectordata wordt er gelinkt naar onder andere het desbetreffende stedenbouwkundige voorschrift in deze documenten. De koppeling komt tot stand op basis van een uniek voorschriftnummer (svid). Tot slot wordt het ondertekende besluit, waarin het plan door de bevoegde overheid wordt goedgekeurd, toegevoegd. De administratieve gegevens die hiermee samenhangen (naam, datum goedkeuring, processtap,...) worden eveneens uitgewisseld in de attributen die bij de contour van het plan horen. Het volledige pakket van gegevens laat toe om via een GISomgeving snel het voorschrift dat geldt op een bepaalde plaats te achterhalen, of om te beschikken over alle documenten die deel uitmaken van het RUP en die ter beschikking te stellen. Een gescand exemplaar van het definitief goedgekeurde en ondertekende uitvoeringsplan wordt niet gevraagd. Desgewenst kunnen overheidsinstanties een digitaal archief van goedgekeurde plannen bijhouden volgens de specificaties van de aanbeveling Digitale plannen van het plannenregister in rasterformaat (februari 2001). Het definitief vastgestelde plan (papieren plan(nen) voorzien van handtekeningen en stempels) is en blijft echter het enige rechtsgeldige document. Het kan geconsulteerd worden bij de gemeente. Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 5/23

6 Figuur 1: Overzicht van de uit te wisselen bestanden De richtlijn gaat eerst in op de uit te wisselen geodata (vectoriële en rasterdata) en daarna op de bijhorende documenten. Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 6/23

7 2 Algemeen planidentificatienummer Ieder ruimtelijk uitvoeringsplan heeft een uniek identificatienummer waarmee het wordt opgenomen in het plannenregister (plan_id) 1. Om bij uitwisseling ervoor te zorgen dat dit nummer een uniek nummer voor Vlaanderen is en herkend wordt als ruimtelijk uitvoeringsplan wordt het algemene planidentificatienummer geïntroduceerd. Het gaat om het plan_id zonder het karakter. (punt) voorafgegaan door RUP_<NIScode van de instantie die het plan opmaakt> bijvoorbeeld RUP_73032_214_00010_ Het algplanid zit daarom vervat in alle bestandsnamen van de uitwisseling, gevolgd door een suffix en komt ook terug om de planelementen en eventuele deelgebieden uniek te benoemen. In bijlage van deze richtlijn gaat enerzijds een tabel met een overzicht van alle naamgevingen en specificaties en anderzijds een overzichtsfiguur van alle uit te wisselen bestanden. Deze bijlagen vormen de link tussen de verschillende delen van de richtlijn. Het is daarom handig om deze instrumenten naast de richtlijn te leggen. 3 Geodatalagen 3.1 Vectoriële geodatalagen Conceptueel model Uitgangspunt van het databankconcept is dat de digitale geografische gegevenslagen een eenduidige koppeling voorzien tussen voorschrift en bijhorend(e) planelement(en). Een planelement is een object waarmee de betrokken overheid het toepassingsgebied van (een deel van) de ruimtelijke optie die zij heeft genomen aan de hand van bepaalde stedenbouwkundige voorschriften, weergeeft op het grafische plan, als zij dat nodig acht. Dit object is conceptueel altijd te herleiden tot een vlak, lijn of punt, waaraan een zeker legendesymbool is toegekend. Om de koppeling te garanderen tussen een locatie en de volledige set van voorschriften die gelden op die locatie, is het nodig een RUP te ontrafelen in enkele complementaire geodatalagen in vectorformaat. Zo bekomen we een eenduidige koppeling tussen voorschriftteksten en hun bijhorende planelementen. Het is een pragmatische keuze om planelementen met een zekere homogeniteit in hun grafische verschijningsvorm (en bijhorende gedragsregels t.o.v. andere planelementen) bij elkaar te houden in het geografisch datamodel, zonder toekomstige technologische ontwikkelingen van het dataformaat in de weg te staan. Het betreft het onderscheid tussen grondvlak of overdruk. Grondvlakvoorschriften zullen in de praktijk altijd aan een vlakvormig planelement gekoppeld worden dat op zijn beurt een vlakvullend legendesymbool ontvangt, m.a.w. een dekkende symboliek. Dit soort voorschriften kan zowel een vervangend als een aanvullend karakter vertonen ten opzicht van andere voorschriften, afhankelijk van de geldende decretale marges betreffende subsidiariteit, hiërarchie van de plannen, en de overgang van de plannen van de oude wetgeving naar de nieuwe. Boven de grondvlakken van het RUP kunnen planelementen in overdruk komen. Deze worden ingedeeld volgens geometrie: vlakken, lijnen, punten en volgens de geometrische nauwkeurigheid van de planelementen (geometrisch nauwkeurig te bepalen of bij wijze van aanduiding). Overdrukvlakvoorschriften betreffen een detaillering van of een bijkomende voorwaarde op een grondvlak, ongeacht of dit laatste voorschrift tot een ouder plan of hetzelfde plan behoort. Dit betekent in 1 Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 7/23

8 de praktijk dat voor de bewuste gebieden de overdruk - voorschriften nog samen met 1 of meerdere onderliggende voorschriften (van een ouder plan of van hetzelfde plan) moeten gelezen worden, omdat ze de onderliggende grondvlakvoorschriften niet vervangen. Praktijkvoorbeelden hiervan hebben betrekking op bestemming (bijvoorbeeld bufferzones, te behouden groenelementen (bvb. in te ontwikkelen woonzones), zones met specifieke dichtheden, zones met specifieke bestemmingsmogelijkheden (ruimer of beperkter dan in de zone). zonevreemde bewoning,, ), op inrichting of beheer (bouwvrije zone, zone voor parking, ) of op tijdsgebonden aspecten (fasering). Dit soort voorschriften beschrijft eigenlijk een detaillering van wat uitgedrukt wordt door het onderliggende grondvlakvoorschrift. en van een bijkomende voorwaarde zijn afbakeningslijn van stedelijk gebied, reservatiestrook, zone voor windturbines, werfzone, natuurverwevingsgebieden, Deze voorschriften bestaan onafhankelijk van wat uitgedrukt wordt door het onderliggende grondvlakvoorschrift. Voor voorschriften die gekoppeld zijn aan lijnvormige of puntvormige planelementen is de opdeling in de categorie overdruk minder relevant, omdat ze, in tegenstelling tot vlakken, nooit onderliggende planelementen bedekken, in die zin dat ze die vervangen. Bijkomend kunnen in een RUP stedenbouwkundige voorschriften toegevoegd worden die van toepassing zijn op een gebied; lijn of plek die de opmaker van het plan niet geometrisch nauwkeurig wil bepalen. Om een onderscheid te kunnen maken met de elementen met hoge geometrisch nauwkeurigheid, worden ze voor de uitwisseling ondergebracht in aparte vectoriële geobestanden. Voor deze voorschriften geldt de ontdubbeling ook niet aangezien dergelijke voorschriften altijd samen met een ander voorschrift moeten geïnterpreteerd worden. In de bijhorende toelichtingsnota van een RUP wordt het gebied soms opgedeeld in deelgebieden om inhoudelijk of ruimtelijk samenhangende gehelen gezamenlijk te analyseren of bespreken. Om de link tussen document en geografische informatie te vergemakkelijken wordt eveneens de mogelijkheid voorzien om een laag deelgebieden aan te maken. Tot slot vormt de contour van het plan een laatste laag. Het betreft de omhullende en verzameling van alle bevattende lagen zoals opgenomen in het plannenregisters. Er is conceptueel beslist om rondom eventuele lijnelementen die niet binnen een grondvlak voorkomen, een buffer te tekenen om toe te laten die op te nemen binnen de omhullende contour. Aan deze laag worden de administratieve gegevens in de attributen opgenomen Formaat van uitwisseling Onafhankelijk van de software waarin de vectoriële datasets aangemaakt of beheerd worden, wordt voor de uitwisseling van de vectoriële gegevens het Esri shapefile-formaat voorgesteld 2 zoals in detail beschreven in de ESRI whitepaper Dergelijk formaat bestaat minimaal uit volgende bestanden: *.dbf, *.shx, *.shp. De template shapefiles horende bij de uit te wisselen documenten zijn te vinden op evenals op De aan de lijnen- of vlakken koppelbare attribuutgegevens worden in dbase IV-formaat overgedragen Geografische referentie De x- en y-coördinaten worden uitgedrukt in meter volgens het actueel gangbare Belgische coördinatenstelsel en door GIS-Vlaanderen aanvaard. Indien de initiële vectorisering gebeurt in een 2 Op termijn wordt er gestreefd naar een uitwisselformaat volgens de Open Standaarden filosofie (bijvoorbeeld GML). Er worden volop praktische tests uitgevoerd betreffende deze materie, maar de administratieve praktijk wordt op dit moment nog niet rijp geacht om dit concept al in deze richtlijn op te nemen. Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 8/23

9 lokaal coördinatensysteem, moet er een affiene transformatie op basis van de referentiebestanden van GIS-Vlaanderen uitgevoerd worden. Het RUP wordt opgemaakt op de best geschikte en actuele best beschikbare ondergrond Organisatie van de vectoriële geodatalagen Voortvloeiend uit het dataconcept bestaat een digitaal ruimtelijk uitvoeringsplan in vectorformaat uit volgende geodatalagen. Tabel 1: Structuur van de geodatalagen van een RUP Geometrische primitieve Soort voorschrift Voorschriften geometrisch nauwkeurig te bepalen Vlakken Grondvlak Algplanid_gv.shp Voorschriften niet geometrisch nauwkeurig te bepalen (indicatieve aanduiding) Vlakken Overdrukvlak Algplanid_ov.shp Algplanid_ov_ia.shp Lijnen Algplanid_ln.shp Algplanid_ln_ia.shp Punten Algplanid_pt.shp Algplanid_pt_ia.shp Bijkomend kunnen uit dit databankmodel omschrijvende vlakkenbestanden gegenereerd worden, meer bepaald een contourenbestand van het volledige RUP en, in voorkomend geval, van de deelgebieden. Tabel 2: Bijkomende geodatalagen van een RUP Geometrische primitieve Vlakken Omhullende polygoon (= contour) Afgeleide bestanden Algplanid_ct.shp Vlakken Deelgebieden Algplanid_dg.shp De uitwisseling bevat 9 geodatalagen. Indien bepaalde planelementen niet voorkomen in het RUP, wordt de betreffende laag toch uitgewisseld maar zonder inhoud. De laag algplanid_ct bevat steeds minimaal 1 object (ev. multipart). Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 9/23

10 3.1.5 Beschrijving van de vectoriële geodatalagen Hieronder volgt de definitie van elke geodatalaag. Er wordt een opsomming gegeven van de op te nemen attributen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen (v), (f) of conditioneel (c) in te vullen attributen. (conditioneel = in voorkomend geval). De beschrijving van de attributen volgt onder de volgende titel. De figuur in de bijlage van deze richtlijn geeft duidelijk aan welk attributen bij welke geodatalagen horen. Vectoriële vlakkenbestanden (polygon shapefile) Naamgeving Specs Definitie Attributen grafisch plan algplanid_gv.shp algplanid_ov.shp algplanid _ov_ia.shp Geometrisch nauwkeurige vlakkenlaag met eenduidige, niet overlappende vlakkentopologie. Geometrisch nauwkeurige vlakkenlaag, met eenduidige, mogelijk overlappende vlakkentopologie. Niet geometrisch nauwkeurige aan te duiden vlakkenlaag, met eenduidige, mogelijk overlappende vlakkentopologie. Vlakvormige planelementen die een grondvlak (gv) als symbool ontvangen. Vlakvormige planelementen die een overdruk (ov) als symbool ontvangen. Vlakvormige planelementen indicatieve aanduiding (ia). algplanid (v) svid (v) svidlink (v) svnr (f) svnaam (v) legende (v) label (f) catgeb (v) subcatgeb (c) dgnr (c) (met contour) svnaam Woongebied Parkgebied Behoud bestaande woningen Indicatieve groenzones vista te ontwerpen stationsplein. Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 10/23

11 Vectoriële lijnenbestanden (polyline shapefile) algplanid _ln.shp algplanid_ln_ia.shp Geometrisch nauwkeurige lijnenlaag Niet geometrisch nauwkeurig aan te duiden lijnenlaag (polyline shapefile) Lijnvormige planelementen (ln) (Eén lijnobject kan uit verschillende elementen (lijnsegmenten) bestaan. lijnvormige planelementen - indicatieve aanduiding (ln_ia) algplanid (v) svid (v) svidlink (v) svnr (f) svnaam (v) legende (v) label (f) catgeb (v) subcatgeb (c) spoorlijnen, leidingen, verbindingen voor langzaam verkeer, bomenrij Te voorziene fietsverbinding dgnr (c) Vectoriële puntenbestanden (point shapefile) algplanid _pt.shp Geometrisch nauwkeurige puntenlaag Puntvormige planelementen (pt) Merkwaardige gebouwen, Kleine landschapselementen algplanid _pt_ia.shp Niet geometrisch nauwkeurige aan te duiden puntenlaag puntvormige planelementen indicatieve aanduiding (pt_ia) Te voorziene zendmast Te voorzien busstation Let op Deze planelementen mogen niet verward worden met zogenaamde labels noch artikelnummers. Aan deze zijn immers geen stedenbouwkundige voorschriften verbonden, maar ze zijn slechts een onderdeel van een vlaksymbool. Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 11/23

12 Bijkomende afgeleide bestanden met de contouren van het RUP (polygon shapefile) algplanid _ct.shp Vlakkenlaag, met de contour van het RUP voor opname in het plannenregister. Opgelet lijnvormige elementen die niet overlappen met een vlakkenlaag krijgen, voor opname in dit contourenbestand(ct), een buffer. algplanid (v) legende (f) naam (v) datum (v) procstap (v) do_gem (f) opm (f) svlink (v) tnlink (v) algplanid _dg.shp Vlakkenlaag met de contouren van de deelgebieden Deelgebieden (dg) die een zekere inhoudelijke of ruimtelijke samenhang vertonen algplanid (v) legende (f) dgnr (v) dgnaam (v) Woonzone Schaapsdreef Groengebied Domein Bergelen Recreatiegebied Golf "Hof ter Hille" Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 12/23

13 3.1.6 Beschrijving van de attribuutdefinities In de attributentabellen van de vectoriële lagen wordt de verklarende informatie van elk planelement opgeslagen. Met het oog op onderlinge uitwisselbaarheid is er ook nood aan een uniforme datastructuur voor de attributen van alle RUPS. Hieronder volgen de definities van de velden. Gemeenten, provincies en het Vlaamse gewest kunnen voor intern gebruik velden en coderingen wijzigen of bijvoegen die categorisering toelaten voor analyse ( bijvoorbeeld hun eigen beleidsmonitoring), voor de realisatie van een aantrekkelijke kaartlay-out, of voor applicaties binnen hun vergunningenbeleid. Let in deze context nogmaals op het nuanceverschil tussen uitwisselen en opmaken. De vorm van het RUP kan voor intern gebruik dus verschillen of meer uitgebreid zijn dan de bestanden die dienen voor uitwisseling met andere instanties. Deze richtlijn gaat louter over de UITWISSELING van de informatie tussen de verschillende beleidsniveaus. Algemeen planidentificatienummer plan Dit veld geeft het planidentificatienummer van het volledige plan weer zoals het opgenomen wordt in het plannenregister voorafgegaan door de NIScode en de prefix RUP_. De informatie in dit veld laat toe alle RUPS samen te voegen in geïntegreerde verzamelbestanden. Dit identificatienummer is per definitie hetzelfde voor alle records van alle geodatalagen van 1 RUP. Code algplanid Identificatienummer van het RUP in het plannenregister Tekst, 25 karakters Veld samengesteld uit RUP_NIScode_<rubrieknummer>_<stamnummer>_<volgnummer> volgens de technische richtlijn tabel planneninventaris met weglating van. (punt). RUP_NNNNN_rrr_sssss_vvvvv met: NNNNN: NIS-code van de administratieve eenheid die het plan opmaakt (5 karakters noodzakelijk) Vlaams Gewest provincie Antwerpen provincie Vlaams Brabant provincie West-Vlaanderen provincie Oost-Vlaanderen provincie Limburg rrr : rubrieknummer (3 karakters) 212 gewestelijk RUP 213 provinciaal RUP 214 gemeentelijk RUP sssss : stamnummer (5 karakters noodzakelijk) vvvvv : volgnummer (5 karakters noodzakelijk) RUP_02000_212_00005_00001 RUP_40000_213_00002_00003 RUP_73032_214_00010_00125 Identificatienummer stedenbouwkundig voorschrift Via dit veld worden de planelementen in het RUP geïdentificeerd met het bijhorende unieke tekstgedeelte uit de stedenbouwkundige voorschriften. Dit is in te vullen en zal in de toekomst de link vormen met een databank die de voorschriftteksten op objectgerichte wijze opslaat. Deze richtlijn wil de ontwikkeling van dit soort databanken stimuleren. Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 13/23

14 Code svid Uniek identificatienummer van (het deel van) de voorschrifttekst horende bij het planelement Tekst, 45 karakters Veld samengesteld uit algplanid + minimum 3 karakters als uniek volgnummer per RUP algplanid_nnn met nnn: uniek volgnummer per RUP, indien nodig op te vullen met nullen, zie voorbeeld RUP_02000_212_00005_00001_135 RUP_40000_213_00002_00003_002 RUP_73032_214_00010_00125_026 Opgelet De rooilijn wordt meestal niet vermeld in de specifieke voorschriften van het RUP maar wel in de algemene bepalingen (omdat de term 'rooilijn' een algemeen bekende term is). Geef hier daarom de svid van de algemene bepalingen of, indien mogelijk, van dat deel dat de definitie van rooilijn weergeeft. Het vermelden van een rooilijn heeft ook een juridische consequentie. Bij RUPS is de begrenzing openbaar/privaat domein niet meer te vermelden. Als de rooilijn een rooilijn is die nog niet bestond, dan moet er een andere procedure gevolgd worden dan die van de goedkeuring van een RUP, (Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Artikel 2.5.1: eigenaars van de betrokken percelen krijgen een aangetekend schrijven). Als dit niet gebeurt, gaat het in principe enkel om een aanduiding. Als deze consequentie niet bedoeld wordt, wordt de term rooilijn beter niet gebruikt maar bv. Perceelsgrens en hoort deze ook niet thuis in de uitwisseling maar vormt deze op dat moment een deel van de ondergrond. Link naar het stedenbouwkundig voorschrift De koppeling met de stedenbouwkundige voorschriften is van essentieel belang voor de correcte consultatie van de planelementen. Zolang er geen objectgerichte planvoorschriften bestaan, is het nodig om te kunnen linken naar de tekst van het betreffende (deel van het) stedenbouwkundige voorschrift. svidlink Identificatienummer van de objectgerichte voorschrifttekst Tekst, 254 karakters vt_a4p.pdf#pagemode=bookmarks&page=6 D:/RUP_02000_212_00005_00001_sv.pdf# pagemode=bookmarks&page=6 Naam van het stedenbouwkundig voorschrift svnaam Naam van het stedenbouwkundig voorschrift, geeft tevens een eerste idee van de inhoud van het voorschrift Tekst, 254 karakters Zone 1: woonuitbreidingsgebied Art 23: Bosgebied Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 14/23

15 Deelgebiednummer dgnr Labelnummer van het deelgebied van het RUP (dient enkel voor de cartografische weergave van de deelgebiednummers) Tekst, 5 karakters 3b 2.1 Deelgebiednaam dgnaam Naam van het deelgebied van het RUP Tekst, 254 karakters Siezegemkouter Zonevreemd bedrijf NV Bedrijf Nummer van het stedenbouwkundige voorschrift svnr Nummer van het stedenbouwkundig voorschrift Tekst, 50 karakters Zone 1 Art 23 Legende legende Veld op basis waarvan het geometrische element zijn symbool krijgt Tekst, 254 karakters Blauw 12303_09384_01 Zone 1: woonuitbreidingsgebied Label label Tekstuele informatie als onderdeel van het kaartsymbool (dient enkel voor de cartografische weergave van de labelinformatie in het geval het om letters gaat) Tekst, 10 karakters ZHOG Zone 1 A Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 15/23

16 Categorie van gebiedsaanduiding catgeb De categorie van gebiedsaanduiding waaraan een stedenbouwkundig voorschrift werd toegewezen volgens Art van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Tekst, 3 karakters WON = wonen (cfr. Codex RO art , 1 ) BED = bedrijvigheid (cfr. Codex RO art , 2 ) REC = recreatie (cfr. Codex RO art , 3 ) LDB = landbouw (cfr. Codex RO art , 4 ) BOS = bos (cfr. Codex RO art , 5 ) OVG = overig groen (cfr. Codex RO art , 6 ) NAT = reservaat en natuur (cfr. Codex RO art , 7 ) LNI = lijninfrastructuur (cfr. Codex RO art , 8 ) GNV = gemeenschaps- en nutsvoorzieningen (cfr. Codex RO art , 9 ) OWA = ontginning en waterwinning (cfr. Codex RO art , 10 ) GNV Subcategorie van gebiedsaanduiding subcatgeb De subcategorie van gebiedsaanduiding waaraan een stedenbouwkundig voorschrift werd toegewezen volgens Art van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Tekst, 3 karakters WOO = woongebied (cfr. Codex RO art , 1, a ) WEL = gebied voor wonen en voor landbouw (cfr. Codex RO art , 1, b ) AGG = agrarisch gebied (cfr. Codex RO art , 4, a) ABG = agrarische bedrijvenzone (cfr. Codex RO art , 4, b) BAG = bouwvrij agrarisch gebied (cfr. Codex RO art , 4, c) GOG = gemengd openruimtegebied (cfr. Codex RO art , 6, a) PAG = parkgebied (cfr. Codex RO art , 6, b) IDW = gebied voor infrastructuur voor duurzame watervoorziening (cfr. Codex RO art , 10, a) ONT = gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen (cfr. Codex RO art , 10, b) GVO = gebied voor de verwerking van oppervlaktedelfstoffen (cfr. Codex RO art , 10, c) ONT Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 16/23

17 Onderstaande attributen kunnen onder andere gebruikt worden voor het actueel houden van het plannenregister (proceduregegevens, exacte naamgeving, ). Ze worden gekoppeld aan de contour van het RUP. Datum datum datum horende bij de betreffende procedurestap Datum 13/05/2008 Processtap procstap Officieel moment Tekst, 2 PV = plenaire vergadering VV = voorlopige vaststelling DV = Definitieve vaststelling BG = besluit tot goedkeuring BW = besluit tot weigering VV Naam van het plan naam Tekst, 254 Dossiernummer gemeente De officieel gebruikte benaming zoals gebruikt in het goedkeuringsbesluit. Als dit de titel is van het besluit: Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan "gemengd regionaal bedrijventerrein Liessel te Geel dan komt in het veld Naam: Gemengd regionaal bedrijventerrein Liessel Do_gem Tekst, 50 In dit veld kan het dossiernummer gehanteerd door de gemeente ingevuld worden A/1043/7 Opmerkingen opm In dit veld kunnen alle soorten opmerkingen ingevuld worden Tekst, 254 Er is een planmer opgemaakt voor dit RUP Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 17/23

18 Link naar volledige tekst met de stedenbouwkundige voorschriften svlink Link naar volledige tekst stedenbouwkundige voorschriften in PDF of HTML (zoals beschreven in titel3.3) Tekst, 254 karakters 2svt_a4p.pdf D:/RUP_02000_212_00005_00001_sv.pdf Link naar volledige tekst met de toelichting van de stedenbouwkundige voorschriften tnlink Link naar volledige tekst van de toelichtingsnota van het RUP in PDF of HTML (zoals beschreven in titel3.3) Tekst, 254 karakters D:/RUP_02000_212_00005_00001_tn.pdf 3.2 Gegeorefereerde rasterbestanden met bijhorende legende Definitie Gegeorefereerd(e) rasterbestand(en) van het volledige cartografisch beeld (alle kleuren van vlakken, lijnen, punten, tekstlabels, symbolen,...) van het ruimtelijke uitvoeringsplan met zijn bijhorende ondergrond. Dit betekent dat het plan effectief wordt uitgesneden volgens de randen van de contouren, met als doelstelling de pixels rond de contour transparant te zetten, zodat aangrenzende plannen elkaar niet kunnen overlappen Formaat van uitwisseling, geografische referentie en naamgeving Voor de gegeorefereerde rasterbestanden wordt GEOTiff (Tagged Image File Format met mogelijkheid om informatie op te slaan in verband met georeferentie) gebruikt. Deze tiffs worden gecomprimeerd via packbits. Deze compressiemethode bewaart de waarden op een gestructureerde manier waardoor de bestandsgrootte kleiner wordt. Het Tiff-formaat laat toe beelden kwalitatief uit te wisselen. Dit is nodig omdat binnen deze richtlijn niet wordt vastgelegd waarvoor de beelden zullen dienen. De ontvanger kan dan de beelden verwerken in functie van eigen behoeften en toepassingen. Het beeld wordt bewaard als een "rectified" beeld. Dit betekent een beeld met het noorden naar boven. Dit biedt het voordeel dat de tiff dan ook in niet-gispakketten goed opent met het noorden naar boven. Voor intern gebruik en voor beelden die eventueel snel ontsloten moeten worden raadt het AGIV jpeg - comprimering aan (met instelling kwaliteitparameter op 70-90%). De geotiff wordt aangevuld met een tfw bestand. In de metadata (zie verder) wordt de informatie over het gehanteerde coördinatenstelsel opgenomen. Het aantal kleuren dat binnen de contour van een RUP mag gebruikt worden is 255³.De pixels rondom de contour worden van een egale kleur voorzien, namelijk wit (R 255, G 255, B255). Deze RGBcombinatie mag binnen de contour niet voorkomen om te verhinderen dat ook die informatie transparant Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 18/23

19 gezet wordt. Indien toch wit gebruikt wordt binnen de contour, zijn de specificaties bijvoorbeeld R 254 G 254 B 254. Opgelet, bij jpeg-gecomprimering gaat de doorzichtige of witte achtergrond deels verloren. Voor deze bestanden wordt de naamgeving: Algplanid_pl(_dg).tif en Algplanid_pl(_dg).tfw. Bijvoorbeeld: RUP_11002_214_10001_00002_pl.tif en RUP_11002_214_10001_00002_pl.tfw Resolutie Uitgangspunt van het gegeorefereerde rasterbestand is de weergavekwaliteit van de gegevens (= RUPS met betreffende ondergrond) op schaal 1/1000 (of groter). Een gegeorefereerd rasterbestand heeft immers tot doel gegevens ter beschikking te stellen binnen een GISomgeving op grote schaal. De schaal van een afgedrukt plan hangt vaak af van de grootte van het plangebied en is verschillend voor de verschillende planniveaus en is in dat opzicht geen goed uitgangspunt. Grondresolutie is de afmeting op de grond van 1 pixel van het rasterbestand. Voor gebruik op minimumschaal 1/1000 volgt dat de grondresolutie het best tussen 5 en 20cm ligt. Bovendien komen op een plan vaak kleine of zeer smalle symbolen (tekst, dunne lijntjes, ) voor waardoor een kleine grondpixel gewenst is. Om nu te weten met welke dpi instelling de raster wordt aangemaakt, geldt volgende theoretische omrekenformule: DPI = 2.54/(Grondresolutie (in cm) X 1/1000*) * of groter Met deze specificaties worden leesbare rasters gegarandeerd die gemakkelijk naast elkaar kunnen gebruikt worden. en zijn alle elementen, opgenomen binnen het plangebied, leesbaar bij het inladen van het beeld op schaal 1/ Legende-bestand Niet gegeorefeerd beeld van de legende (in tiff-formaat of in PDF-formaat) met vermelding van alle legende-eenheden. Er is een 1 op veel relatie tussen de legende-eenheid symbolen en de plansymbolen van het RUP die op het kaartblad staan. Dit beeld wordt opgemaakt met 300 dpi en opgeslagen als Algplanid_lg.tif (of *.pdf) Legende-eenheid woonzone Legende-eenheid symbool legende-eenheid label Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 19/23

20 3.3 Bijhorende documenten Naast de uitwisseling van gegeorefereerde rasterbestanden dienen digitale kopieën in HTML-, XML en of PDF-formaat (die woordherkenning toelaat) van de originele bestanden uitgewisseld te worden met het oog op archivering. Algplanid_gp(_kb).pdf is een niet gegeorefereerde pdf die het volledige kaartblad of kaartbladen weergeeft zoals voorgelegd op het moment van de ondertekening door de bevoegde instantie, mits eventueel aanvulling van onthouding van goedkeuring. De oriëntatie van het bestand is volgens opschrift/hoofding plan. Het gedeelte _kb van de naamgevang is enkel van toepassing wanneer meer dan 1 kaartblad bestaat. De bestanden worden aangemaakt met een kwaliteit van 300 dpi en met lettertypes ingesloten in het bestand zelf. Dit bestand kan dienen voor reproductie van de oorspronkelijke kaart zonder merkbaar kwaliteitsverlies. Algplanid_sv.pdf, html of xml is de volledige tekst van de stedenbouwkundige voorschriften (met alle symbolen, tekstlabels,...) van het RUP aangemaakt met een kwaliteit van minimum 300 dpi, lettertypes ingesloten in het bestand. Algplanid_tn.pdf, html, xml is de volledige tekst van de toelichtingnota van het RUP aangemaakt met een kwaliteit van minimum 300 dpi, lettertypes ingesloten in het bestand. Algplanid_tnk.pdf, html, xml is, indien niet inbegrepen in algplanid_tn, de kaartenbundel die hoort bij de toelichtingsnota van het RUP aangemaakt met een kwaliteit van minimum 300 dpi, lettertypes ingesloten in het bestand. Algplanid_besluit.pdf is de digitale versie van het goedkeuringsbesluit aangeleverd door de goedkeurende overheid. Algplanid(_kb).tif is het ingescande beeld van het volledige kaartblad met inbegrip van eventuele handmatig aangebrachte uitsluitingen en officiële handtekeningen. Dit bestand is en kan aangemaakt worden volgens de aanbeveling voor de opmaak en uitwisseling van digitale plannen van het plannenregister in rasterformaat (A-GISVL , februari 2001) of nog gescande en gegeorefereerde rasterbeelden. 3.4 Metadata Metadata betreft onder andere informatie over de inhoud, de oorsprong, het projectiesysteem en de kwaliteit van de dataset. Er wordt gevraagd aan alle opdrachtgevende overheden een metadataset voor het geheel van de geografische gegevens, zoals gespecificeerd in deze RUP-richtlijn, op te stellen per RUP. U kan uw metadata beschrijven via Daar vindt u alle informatie die nodig is om uw metadataset aan te maken, aan te passen of zelfs te verwijderen. Indien U uw metadataset exporteert, om bijvoorbeeld mee uit te wisselen, dan moet de naamgeving van dat bestand meta_algplanid.pdf zijn. Een beperking die u hebt, is dat u de metadata over de GIS-bestanden, zoals ze in deze richtlijn worden voorgeschreven, dient over te nemen. Dit generieke metadata-sjabloon is aangemaakt door het departement RWO, afdeling ruimtelijke planning en mag niet worden gewijzigd. U vindt dit terug via: Wanneer een nieuwe versie van de RUP-richtlijn gepubliceerd wordt die bepaalde objectbeschrijvingen wijzigt, zal een nieuw metadata-sjabloon op basis van de vernieuwde RUP-richtlijn worden aangemaakt. Vanaf dat moment zullen alle RUPs die op basis van deze richtlijn werden opgemaakt, naar dit nieuwe sjabloon moeten verwijzen. Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 20/23

21 3.5 Template bestanden De template bestanden van de vectoriële geodatalagen zijn te vinden op evenals op Afgeleide geodatalagen De opmaak van een RUP heeft soms als gevolg dat er nog bijkomende digitale geodatalagen moeten worden uitgewisseld. Deze vectoriële geodatalagen zijn in wezen geen onderdeel van het RUP zelf, maar zijn er wel een rechtstreekse afgeleide van. De manier waarop deze afgeleide geodatalagen moeten worden uitgewisseld wordt, naargelang het geval, beschreven in specifieke wetgeving en bijhorende richtlijnen daarover Recht van voorkoop ruimtelijke ordening Artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (van kracht vanaf 1 september 2009) bestendigt artikel 63 uit het Decreet Ruimtelijke Ordening van 18 mei 1999, en stelt dat een RUP zones kan aanduiden waar een recht van voorkoop geldt. Elk definitief vastgesteld RUP bepaalt, in voorkomend geval, voor elk van die zones welke instantie begunstigd is met het voorkooprecht. Indien meerdere instanties begunstigd worden, bepaalt het RUP een rangorde. De zones waar het voorkooprecht geldt moeten digitaal worden overgemaakt aan het AGIV. De manier waarop deze overdracht moet gebeuren staat beschreven in de volgende overdrachtsspecificaties: Planbaten, planschade, gebruikersschade en kapitaalschade Artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening vermeldt ondermeer dat een RUP moet vergezeld zijn van een register, al dan niet grafisch, van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn. Dit register moet worden opgemaakt bij elke nieuwe fase van een RUP. Na de inwerkingtreding van een definitief vastgesteld RUP moeten bovendien de (delen van) percelen die specifiek voor planbatenheffing in aanmerking komen digitaal worden aangeleverd via een speciaal hiervoor ontworpen geoloket. De wijze waarop de nodige gegevens overgemaakt moeten worden, zowel voor het grafische register als voor het geoloket planbaten, staat in detail beschreven in een specifieke richtlijn die men terugvindt op: Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 21/23

22 4 Momenten en manier van uitwisseling 4.1 Momenten De vorm waarin elk RUP digitaal wordt uitgewisseld is afhankelijk van het moment waarin de procedure zich bevindt. Omwille van de vele tussentijdse wijzigingen wordt het RUP enkel vanaf de laatste fase (Besluit) in zijn volledig formaat uitgewisseld. In alle voorgaande fasen volstaat de contour en (eventueel) het rasterbestand. Tabel 1: Chronologisch overzicht van de verschillende procedurestappen en de minimaal bijhorende uit te wisselen digitale bestanden van een ruimtelijk uitvoeringsplan Fase Minimaal Voorontwerp (plenaire vergadering ) Ontwerp (Voorlopige vaststelling) algplanid_ct.shp algplanid_sv.pdf, html, xml algplanid_tn.pdf, html, xml algplanid_tnk.pdf, html, xml (c) algplanid_gp(_kb).pdf algplanid_pl(_dg).tif, tfw (f) algplanid_lg.tif of _.pdf (f) algplanid_ct.shp algplanid_sv.pdf, html, xml algplanid_tn.pdf, html, xml algplanid_tnk.pdf, html, xml (c) algplanid_gp(_kb).pdf algplanid_pl(_dg).tif, tfw (f) algplanid_lg.tif of _.pdf (f) Definitieve vaststelling Gemeenteraad bij gemeentelijk RUP Provincieraad bij provinciaal RUP Vlaamse Regering bij gewestelijk RUP (principiële vaststelling) algplanid_ct.shp algplanid_sv.pdf, html, xml algplanid_tn.pdf, html, xml algplanid_tnk.pdf, html, xml (c) algplanid_gp(_kb).pdf algplanid_pl(_dg).tif, tfw (f) algplanid_lg.tif of _.pdf (f) Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 22/23

23 Besluit (met eventueel uitgesloten delen) Opgelet: Deze bestanden kunnen pas opgemaakt worden na goedkeuring van de bevoegde instantie. Bij uitsluiting van goedkeuring wordt voor wat betreft de gegeorefeereerde lagen het uitgesloten deel niet mee uitgewisseld. Enkel vigerende delen worden gegeorefereerd uitgewisseld. Voor algplanid_gp(_kb).pdf of algplanid_sv.pdf worden de documenten uitgewisseld zoals definitief goedgekeurd. Dit betekent met blauwe lijn, indien er sprake is van uitsluiting. Deze uitsluitingen worden evenwel digitaal aangebracht alvorens de producten geëxporteerd worden (en niet ingescand). Dit betekent dat de opdrachtgever dit moet in acht nemen bij het opmaken van het bestek. Het aspect naverwerking moet in het bestek zijn opgenomen. Indien er planbaten of rechten van voorkoop gegenereerd worden door het RUP moeten in deze fase de nodige gegevens aangeleverd worden zoals beschreven in de vorige titel van deze richtlijn (f) (c) conditioneel (=in voorkomend geval) algplanid_gv.shp algplanid_ov.shp algplanid_ov_ia.shp algplanid_ln.shp algplanid_ln_ia.shp algplanid_pt.shp algplanid_pt_ia.shp algplanid_dg.shp algplanid_ct.shp algplanid_sv.pdf, html, xml algplanid_tn.pdf, html, xml algplanid_tnk.pdf, html, xml (c) algplanid_gp(_kb).pdf algplanid_pl(_dg).tif, tfw algplanid_lg.tif of _.pdf algplanid_besluit.pdf (*) (*) De digitale versie van het goedkeuringsbesluit dient aangeleverd te worden door de overheid die het plan goedkeurt aan de overheid die de opdracht gaf om het plan op te maken. 4.2 Manier Alle bestanden worden op cd/dvd-rom meegeleverd met de analoge documenten zoals het decreet en/of eventuele omzendbrieven voorzien. De teksten worden zonder verdere onderverdeling rechtstreeks op de drager van de uitwisseling geplaatst, en kunnen eventueel ook op een webpagina geplaatst worden. Tussen partijen onderling kan overeengekomen worden dat de digitale gegevens via mail worden uitgewisseld. 5 Bijlagen In bijlage van deze richtlijn gaat enerzijds een tabel met een overzicht van alle naamgevingen en specificaties en anderzijds een overzichtsfiguur van alle uit te wisselen bestanden. Deze bijlagen vormen de link tussen de verschillende delen van de richtlijn. Het is daarom handig om deze instrumenten naast de richtlijn te leggen. Richtlijn digitale uitwisseling ruimtelijke uitvoeringsplannen 23/23

24 Op te leveren bestanden GIS VECTOR uitleg algplanid svid svidlink svnr svnaam legende label catgeb subcatgeb dgnr Algplanid_gv.shp Algplanid _ov.shp gv = grondvlak ov = overdrukvlak in in voorkomend geval voorkomend geval in voorkomend geval Algplanid _ov_ia.shp Algplanid _ln.shp Algplanid _ln_ia.shp Algplanid _pt.shp ov_ia = overdrukvlak indicatieve aanduiding ln = lijnen ln_ia = lijnen indicatieve aanduiding pt = punten in voorkomend geval in voorkomend geval in voorkomend geval in voorkomend geval Algplanid _pt_ia.shp pt_ia = punten indicatieve aanduiding in voorkomend geval algplanid legende dgnr dgnaam naam datum procstap do_gem opm Algplanid _ct.shp ct = contouren v v v f f Algplanid _dg.shp dg = deelgebied GIS RASTER Algplanid(_kb).tif (-kb) = kaartblad svlink v tnlink v Algplanid _pl(_dg).tif Algplanid _lg.tif of Algplanid _lg.pdf PDF Algplanid _gp(_kb).pdf Algplanid _sv.pdf, html of svid.pdf Algplanid _tn.pdf, html Algplanid _tnk.pdf, html Algplanid_ besluit.pdf pl(_dg) = plan, deelgebied lg = legende gp, kb = grafisch plan(_kaartblad) sv = stedenbouwkundige voorschriften tn = toelichtingsnota tnk = toelichtingsnota kaarten Algplanid : RUP_35013_214_00002_00001(_0

25 ligging op topografische kaart (bron: NGI) schaal 1: procedure gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van... De Secretaris, Y De Burgemeester zegel der gemeente het college van burgemeester en schepenen verklaart dat onderhavig RUP voor eenieder ter inzage heeft gelegen van... tot... De Secretaris, De Burgemeester zegel der gemeente gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van... De Secretaris, grondvlakken De Burgemeester zegel der gemeente datum aanpassing fase datum zone 2 aanpassing fase zone Grondvlakken (gv) w e s t-v l a a m s e i n t e r c o m m u n a l e b a r o n r u z e t t e l a a n b r u g g e t e l ( ) f a x ( ) w w w. w v i. b e Contour (ct) bron: percelenkaart 2006.shp en gebouwpolygonen.shp Y specifieke voorschriften eigendom: AGIV SHP Lena Vereecke datum opname BT onderlegger disclaimer contour Totaliteit van de vectorlagen tekenaar contour Bestemming gebouwen zone 1: wooninbreidingszone Aard zone 2: zone voor gesloten bebouwing privaat karakter zone 3: zone voor open bebouwing openbaar karakter gemeente Ledegem zone 1 zone 2 legende ondergrondse constructie zone 4 procedure zone 4: zone voor halfopen en open bebouwing overkapping ligging op topografische kaart (bron: NGI) schaal 1: zone 2 gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van... zone 5: zone voor wegenis en openbare ruimte zone 4 De Burgemeester De Secretaris, omschrijving zegel der gemeente zone 4 groenzone Gebruikspercelen RUP Boomlandstraat Voorontwerp zone 4 deelzone sociale woningbouw deelzone voor vrijstaande woningen plan_id: zone 2 deelzones deelaanduiding zone 1 met specifieke voorschriften bestemmingsplan versie juli 2007 het college van burgemeester en schepenen verklaart dat onderhavig RUP voor eenieder ter inzage heeft gelegen van... tot... deelaanduiding zone 3 met specifieke voorschriften ADMINISTRATIE RUIMTELIJKE ORDENING, HUISVESTING EN MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN (AROHM) omschrijving NR. RP xxx/xxxxx/xxxx Brussel, dd-mm-jjjj De Secretaris, De Burgemeester zegel der gemeente deelzonegrens De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening Dirk VAN MECHELEN rooilijn zonegrens indeling deelaanduiding voor hoofdontsluiting openbare wegenis met sporadische bedieiningsfunctie gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van... traag verkeer Y Geert Sanders algemeen directeur David Vandecasteele coördinator cel ruimtelijke planning De Secretaris, De Burgemeester zegel der gemeente te behouden monument Schaal 1:1.000 BPpunten_sa m Lynn Staelens ruimtelijk planner(s) datum aanpassing fase datum grafisch plan (gp) indicatieve groenzones w e s t-v l a a m s e i n t e r c o m m u n a l e b a r o n r u z e t t e l a a n b r u g g e t e l ( ) f a x ( ) w w w. w v i. b e indicatieve wegenis rooilijn onderlegger bron: percelenkaart 2006.shp en gebouwpolygonen.shp zone 2 legende contour Bestemming gebouwen zone 1: wooninbreidingszone Aard zone 2: zone voor gesloten bebouwing privaat karakter zone 3: zone voor open bebouwing openbaar karakter gemeente Ledegem zone 4: zone voor halfopen en open bebouwing overkapping ondergrondse constructie zone 5: zone voor wegenis en openbare ruimte omschrijving groenzone Gebruikspercelen RUP Boomlandstraat Voorontwerp deelzone sociale woningbouw deelzone voor vrijstaande woningen plan_id: deelzones deelaanduiding zone 1 met specifieke voorschriften bestemmingsplan versie juli 2007 deelaanduiding zone 3 met specifieke voorschriften ADMINISTRATIE RUIMTELIJKE ORDENING, HUISVESTING EN MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN (AROHM) omschrijving NR. RP xxx/xxxxx/xxxx Brussel, dd-mm-jjjj deelzonegrens De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening Dirk VAN MECHELEN rooilijn zonegrens indeling deelaanduiding voor hoofdontsluiting openbare wegenis met sporadische bedieiningsfunctie traag verkeer Y Geert Sanders algemeen directeur David Vandecasteele coördinator cel ruimtelijke planning te behouden monument Lynn Staelens ruimtelijk planner(s) indicatieve locatie zendmast GEOTIFF legende (lg) PDF of TIFF Y te behouden monument Punten (pt) Punten indicatieve aanduiding (pt_ia) of XML of HTML stedenbouwkundige voorschriften (sv) of XML of HTML toelichtingsnota (tn) of XML of HTML toelichtingsnota kaartenbundel (tnk) Schaal 1:1.000 BPpunten_sa Lijnen indicatieve aanduiding (ln_ia) gegeorefereerd rasterbestand (pl) Lena Vereecke datum opname BT eigendom: AGIV Overdrukvlakken indicatieve aanduiding (ov_ia) Lijnen (ln) tekenaar disclaimer Overdrukvlakken (ov) aanpassing fase goedkeuringsbesluit (besluit) m