BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN"

Transcriptie

1 JAARVERSLAG 2002 BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

2 BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998 (B.S. 31/12/98) Activiteitenverslag & jaarrekening 2001 Goedgekeurd door het Bestuurscomité op 6 maart 2002 de Berlaimontlaan Brussel Tel: 32.2/ Fax: 32.2/ protectionfund@nbb.be 1

3 De beschrijving van de beschermingsregeling in dit jaarverslag is louter informatief en kan niet ingeroepen worden in geval van deficiëntie van kredietinstellingen of beleggingsondernemingen. In zo'n geval gelden enkel de authentieke teksten en de mededeling gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. 2

4 Inhoudstafel blz. Voorwoord 5 1. Kenmerken van de beschermingsregeling Opdracht 1.2. Institutionele aspecten 1.3. Aangesloten financiële instellingen 1.4. Aanleiding tot een interventie 1.5. Bedrag van de tegemoetkomingen 1.6. Tegoeden gedekt in het kader van de depositobescherming 1.7. Tegoeden gedekt in het kader van de bescherming van financiële instrumenten 1.8. Voorwaarden om een tegemoetkoming te bekomen 1.9. Evolutie in 2001 op Europees vlak 2. Administratief beheer van het Beschermingsfonds in Deelnemers aan het Beschermingsfonds 2.2. Interventiedossiers geopend sinds de oprichting van het Beschermingsfonds 2.3. Beheer van de interventiedossiers overgenomen van de vorige depositobeschermingsregelingen 2.4. Beheer van de interventiedossiers overgenomen van het CIF 2.5. Onderzoek van de reglementaire beschikkingen van het Beschermingsfonds 3. Financieel beheer van de middelen van het Beschermingsfonds in Bijdragen van het jaar Verslag over het financieel beheer van de middelen 4. Overzicht van de beschikbare middelen van het Beschermingsfonds Samenstelling 4.2. Middelen van de vroegere depositobeschermingsregelingen 4.3. Bijzondere Staatswaarborg 4.4. Reserve "Inbreng van de beursvennootschappen" 4.5. Gemeenschappelijke Reserve 4.6. Evolutie van de middelen van de Interventiereserve 5. Jaarrekening Verslag van de revisoren 5.2. Balans en resultatenrekening 5.3. Toelichting 6. Bijlagen 6.1. Mededeling (gecoördineerde versie) Lijst van de deelnemers op 28 februari

5 Organen van het Beschermingsfonds Bestuurscomité Voorzitter William Fraeys Leden vertegenwoordigers van de overheid Hiliana Coessens Marcia De Wachter Marc Monbaliu Guy Schrans (vanaf ) Fernand Vanbéver Eddy Wymeersch (tot ) vertegenwoordigers van de kredietinstellingen en van de beleggingsondernemingen Dirk Bruneel (tot ) Karel De Boeck J.-P. de Buck van Overstraeten M. de Villenfagne de Vogelsanck (tot ) Mark Lambrechts (vanaf ) Guido Ravoet Henri Servais Eric Struye de Swielande (vanaf ) plaatsvervangers Jean-Pierre Brisé Viviane Buydens plaatsvervangers Georges Martin Yvan Peeters Pierre Renwart (vanaf ) Eric Struye de Swielande (tot ) Arnaud van Doosselaere Regeringscommissaris Jean-Pierre Arnoldi Secretaris-generaal Herman Debremaeker Revisoren Ludo De Keulenaer Jean-Louis Prignon 4

6 Voorwoord Op 31 december 2001 eindigde het derde werkingsjaar van het Beschermingsfonds dat door de wet van 17 december 1998 is opgericht met als opdracht schadeloosstellingen te verlenen aan deposanten en beleggers die verlies lijden naar aanleiding van de deficiëntie van hun kredietinstelling of beleggingsonderneming. In 2001 deden zich geen dergelijke schadevallen voor. Het enige interventiedossier dat sinds de oprichting van het Beschermingsfonds diende geopend te worden, was dit van de beursvennootschap Logé & Associés waarvan het faillissement zich eind 1999 voordeed. Een laatste reeks schadeclaims die ingediend waren door benadeelde cliënten werden door het Beschermingsfonds in 2001 afgehandeld en gaven aanleiding tot de uitbetaling van schadeloosstellingen voor 0,2 miljoen. In totaal werd een bedrag van 2,6 miljoen uitgekeerd aan 400 beleggers. Het Beschermingsfonds is eveneens door de wet aangeduid als rechtsopvolger van de gewezen beheerder van de vroegere depositobeschermingsregeling, het Herdiscontering- en Waarborginstituut (HWI), en van de gewezen beheerder van de vorige beleggersbeschermingsregeling, het Interventiefonds van de beursvennootschappen (CIF). Het Beschermingsfonds zette dan ook in die hoedanigheid het beheer verder van de interventiedossiers die het overnam van genoemde instellingen. Verscheidene hangende tegemoetkomingsaanvragen konden worden afgehandeld en gaven aanleiding tot schadeloosstellingen voor een totaal bedrag van 0,5 miljoen. Daarnaast kon het Beschermingsfonds in 2001 een bedrag van 5,1 miljoen in resultaat opnemen ingevolge faillissementsdividenden die het verkreeg op grond van zijn indeplaatstreding in de rechten van deposanten en beleggers die een vergoeding hadden bekomen. Het aantal financiële instellingen dat deelneemt aan het Beschermingsfonds daalde van het ene jaareinde tot het andere van 166 tot 157 ingevolge de voortgezette concentratiebeweging in de financiële sector en bestaat uit kredietinstellingen (77), beursvennootschappen (43), vennootschappen voor vermogensbeheer (34) en vennootschappen voor plaatsing van orders in financiële instrumenten (3). De kredietinstellingen en beursvennootschappen leggen bij het Beschermingsfonds een Interventiereserve aan die aangewend wordt wanneer er zich in hun sector een geval van deficiëntie voordoet. Deze reserve wordt gestijfd door jaarlijkse financiële bijdragen die gestort worden door de aangesloten instellingen en berekend zijn op grond van hun zakencijfer en van de deposito's en financiële instrumenten die zij houden voor rekening van hun cliënten. Voor het jaar 2001 werd aldus een totale bijdrage van 37,1 miljoen overgemaakt aan het Beschermingsfonds. Hierdoor wordt het totaal van de financiële bijdragen die gedurende de drie werkingsjaren van het Beschermingsfonds werden opgehaald, op 111,3 miljoen gebracht. 5

7 De beschikbare financiële middelen van het Beschermingsfonds worden voornamelijk belegd in OLO's en voor ongeveer 10 % in beleggingsfondsen in roerende waarden met variabele opbrengst. De opbrengst van de beleggingen bedraagt voor het jaar 2001 netto 7,7 miljoen na aftrek van de werkingskosten, van de roerende voorheffing, van uitbetaalde schadeclaims en van waardeverminderingen op financiële activa. Gezien er zich geen nieuwe schadegevallen voordeden in 2001, werden de bijdragen van de deelnemende instellingen ( 37,1 miljoen), de netto-opbrengst van de beleggingen ( 7,7 miljoen) en faillissementsdividenden voor een bedrag van 3 miljoen aan de Interventiereserve toegevoegd. In deze Reserve zijn eveneens de financiële middelen ondergebracht die opgebouwd werden door de voorgaande beschermingsregelingen, waaronder de bijzondere Staatswaarborg die ingesteld is geweest tot dekking van de verbintenissen van de gewezen openbare kredietinstellingen en die op 31 december 2001 krachtens de wettelijke beschikkingen verminderd kon worden met 2 miljoen. Van het ene jaareinde tot het andere nam de Interventiereserve aldus toe met 45,8 miljoen om een bedrag van 537,4 miljoen te bereiken. Als paritair samengesteld organisme, waarin zowel de overheid als de betrokken financiële sectoren zijn vertegenwoordigd, oefent het Beschermingsfonds verder diverse taken uit eigen aan zijn opdracht. Zo volgde het de problematiek op van depositobescherming en beleggersvergoeding, op wetgevend en reglementair vlak, en onderzocht het de noodzaak tot actualisering van sommige aspecten van het protocol dat met de financiële instellingen werd afgesloten. Op nationaal vlak was er een belangrijk Arrest van het Arbitragehof, geveld in het kader van een geding ingespannen door cliënten van de Bank Max Fischer die in 1997 failliet werd verklaard, dat stelde dat de uitsluiting uit de depositoverzekering van tegoeden die uitgedrukt zijn in een andere dan een EU-munt, geen schending inhoudt van het grondwettelijk gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel. Op Europees vlak werden twee studies verricht, een eerste over een eventuele actualisering van het "topping up"-principe dat vastgelegd is in de richtlijn inzake depositobescherming (zie punt 1.9 hierna) en een tweede over de implementatie van deze richtlijn in de diverse nationale wetgevingen. Tot slot verzorgde het Beschermingsfonds de nodige informatieverstrekking aan alle belanghebbenden, waaronder deposanten en beleggers alsook buitenlandse instellingen voor depositoverzekering en beleggersvergoeding. 6

8 1. Kenmerken van de beschermingsregeling 1.1. Opdracht Het Beschermingsfonds heeft als wettelijke opdracht de bescherming te regelen van spaargelden van deposanten en beleggers bij kredietinstellingen en beleggingsondernemingen. Hierbij speelt het Beschermingsfonds vooreerst een preventieve rol. Door de spaargelden in geval van deficiëntie van een kredietinstelling of beleggingsonderneming minstens gedeeltelijk terug te betalen, wordt getracht te vermijden dat er een klimaat van wantrouwen zou ontstaan ten opzichte van de gehele financiële sector. Het Beschermingsfonds vervult vervolgens ook een sociale rol door de ontreddering te verzachten van de kleine spaarders die door dergelijke deficiëntie hun spaargelden, of een deel ervan, zouden zien verloren gaan Institutionele aspecten De verplichting voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen om aan te sluiten bij een collectieve beschermingsregeling is ingeschreven in de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en de controle op de kredietinstellingen en in de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs. Hiertoe richtte de wet van 17 december 1998 een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid op onder de benaming "Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten". In dit Fonds werden, vanaf 15 februari 1999, de bestaande depositobeschermingsregeling bij het Herdiscontering- en Waarborginstituut (HWI) en de bestaande beleggersbeschermingsregeling van het Interventiefonds van de beursvennootschappen (CIF) samengebracht. De huidige regeling komt tegemoet aan de Europese richtlijnen inzake depositobescherming en beleggersvergoeding. Het is een ééngemaakte regeling die dekking verleent zowel voor deposito's van speciën als voor financiële instrumenten, ongeacht of deze tegoeden door de begunstigden van de bescherming worden gehouden bij een kredietinstelling of een beleggingsonderneming. De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om een tegemoetkoming te bekomen, zijn vermeld in de "Mededeling over de beschermingsregeling voor deposito's en financiële instrumenten" die gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad (zie gecoördineerde versie in bijlage 1 van dit verslag). De werkingsregels van het Beschermingsfonds en de financieringsregels van een eventueel schadegeval zijn vastgelegd in een protocol afgesloten op 12 februari 1999 met de betrokken financiële instellingen. 7

9 1.3. Aangesloten financiële instellingen Het Beschermingsfonds dekt tegoeden van cliënten van kredietinstellingen en van beleggingsondernemingen onder bepaalde voorwaarden en volgens bepaalde modaliteiten die duidelijk omschreven zijn. De toetreding tot de beschermingsregeling door deze instellingen is een voorafgaandelijke voorwaarde voor het verkrijgen van een vergunning vanwege de Commissie voor het Bank- en Financiewezen. Onder kredietinstellingen wordt verstaan de banken (waaronder de federaties van kredietinstellingen), de spaarbanken (waaronder de kredietverenigingen behorend tot het net van het beroepskrediet) en de effectenbanken. Onder beleggingsondernemingen vallen de beursvennootschappen, de vennootschappen voor vermogensbeheer en de vennootschappen voor plaatsing van orders in financiële instrumenten. Wat de laatste twee soorten van beleggingsondernemingen betreft, kan er maar sprake zijn van terugbetaling of schadeloosstelling door het Beschermingsfonds wanneer de cliënten van deze vennootschappen aantonen dat zij hun speciën of financiële instrumenten te goeder trouw toevertrouwden aan dergelijke vennootschap en kunnen aantonen geen weet te hebben van het verbod dat geldt voor deze vennootschappen om deposito's te ontvangen of om financiële instrumenten voor rekening van hun cliënten aan te houden (zie eveneens punt 2.5. hierna) Aanleiding tot een interventie Het Beschermingsfonds komt tussen in geval van deficiëntie van een kredietinstelling of een beleggingsonderneming, wanneer zo'n instelling of onderneming: failliet verklaard werd, of een verzoek heeft ingediend tot gerechtelijk akkoord, of gedagvaard werd voor een gerechtelijk akkoord, of wanneer zij, gezien haar financiële positie, niet in staat is de deposito's of financiële instrumenten terug te betalen, te leveren of terug te geven en zij dit ook niet zal kunnen binnen afzienbare termijn; deze vaststelling wordt gedaan door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen die dit ter kennis brengt van het Beschermingsfonds Bedrag van de tegemoetkomingen De tegemoetkoming van het Beschermingsfonds bedraagt per cliënt maximaal voor deposito's van speciën en gelijkgestelde tegoeden, en maximaal voor financiële instrumenten. Deze tegemoetkomingen zijn cumuleerbaar, zodat het maximumbedrag van de dekking tot kan oplopen, alnaar- 8

10 gelang de aard en het bedrag van de tegoeden die een cliënt aan eenzelfde instelling heeft toevertrouwd Tegoeden gedekt in het kader van de depositobescherming Het Beschermingsfonds dekt in het kader van de depositobescherming, a) de deposito's bij kredietinstellingen, alsook bancaire schuldvorderingsbewijzen, die dergelijke deposito's vertegenwoordigen (obligaties, kasbons, depositocertificaten,...), wanneer zij uitgedrukt zijn in euro of in de munt van een lidstaat van de Europese Unie (met inbegrip van de Noorse en IJslandse kroon); alleen bancaire schuldvorderingsbewijzen die op naam zijn gesteld, op een rekening zijn geplaatst of in open bewaargeving worden gehouden bij de uitgevende instelling vallen onder de dekking; b) geld gehouden bij kredietinstellingen en beursvennootschappen dat bestemd is voor de aankoop van financiële instrumenten of dat afkomstig is van de verkoop ervan, om het even in welke munt de tegoeden zijn uitgedrukt Tegoeden gedekt in het kader van de bescherming van financiële instrumenten Het Beschermingsfonds dekt, in het kader van deze bescherming, de financiële instrumenten (aandelen, obligaties, gemeenschappelijke beleggingsfondsen,... uitgegeven door derden) die een kredietinstelling of een beursvennootschap niet kan leveren of teruggeven aan de rechtmatige eigenaar. Voor de berekening van de geleden schade worden de financiële instrumenten in aanmerking genomen ten belope van hun marktwaarde op de dag die de vaststelling van de deficiëntie voorafgaat. Het eventuele verlies aan waarde van een financieel instrument ten opzichte van zijn aanschaffingsprijs wordt bijgevolg niet gedekt door het Beschermingsfonds Voorwaarden om een tegemoetkoming te bekomen Bepaalde schuldeisers kunnen geen beroep doen op een tegemoetkoming van het Beschermingsfonds. In hoofdzaak gaat het om de overheid en haar aanverwante instellingen, de financiële instellingen, institutionele beleggers, grote bedrijven alsook bepaalde personen die op een of andere wijze banden hebben met de deficiënte instelling of onderneming (bestuurders, aandeelhouders, commissarissen, 9

11 verbonden vennootschappen,...), of die door hun gedrag hebben bijgedragen tot de deficiëntie. De precieze voorwaarden waaraan moet voldaan worden om een tegemoetkoming te bekomen zijn vermeld in de "Mededeling over de beschermingsregeling voor deposito's en financiële instrumenten" (zie bijlage 1 van dit jaarverslag) Evolutie in 2001 op Europees vlak - "topping up" De Europese richtlijn 94/19 inzake depositogarantiestelsels had als objectief een minimale depositogarantie te verplichten voor de tegoeden bij kredietinstellingen gevestigd in de lidstaten van de Europese Unie. De richtlijn laat evenwel de lidstaten toe een ruimere dekking te voorzien. Het eventuele verschil in dekking dat hierdoor tussen de lidstaten zou kunnen bestaan, kan evenwel aanleiding geven tot ongelijke mededingingsvoorwaarden tussen de nationale kredietinstellingen en de bijkantoren van kredietinstellingen van lidstaten die een lagere dekking voorzien. Om dit te vermijden heeft de richtlijn "topping up" voorzien, wat aan bijkantoren van kredietinstellingen de mogelijkheid biedt toe te treden tot de beschermingsregeling van het land van vestiging, ter aanvulling van de dekking die de deposito's in het land van oorsprong van het betrokken bijkantoor genieten. De richtlijn heeft evenwel gesteld dat de Europese Commissie een verslag moet opmaken over de beschikkingen die verband houden met deze complementaire dekking en dat ze in dit verslag wijzigingen moet voorstellen aan de hand van de moeilijkheden die eventueel zouden zijn vastgesteld bij de toepassing ervan. Dit verslag werd door de Europese Commissie in 2001 opgemaakt na raadpleging van alle betrokken landen. Uit het verslag blijkt dat het gebruik van "topping up" tot nu toe zeer beperkt is gebleven en nog niet in werking is moeten treden bij het uitkeren van vergoedingen. Het werd evenwel voorbarig geacht het principe uit de richtlijn te schrappen. Het zou zich immers kunnen voordoen dat de vraag naar bijkomende dekking toeneemt, wanneer men zich in een periode van financiële instabiliteit zou bevinden. Daarnaast kan "topping up" een nuttige rol spelen in de overgangsfase van de uitbreiding van de Europese Unie, voor bijkantoren van kredietinstellingen uit nieuwe lidstaten. De Europese Commissie heeft eveneens onderzocht of het wenselijk was om de bijkomende dekking voor tegoeden bij een bijkantoor onder te brengen in de regeling die van kracht is in het land van oorsprong van dat bijkantoor maar komt tot het besluit dat het wenselijk is de organisatie van de bijkomende dekking te behouden bij de regeling die ingesteld is in het land van vestiging van het bijkantoor. 10

12 2. Administratief beheer van het Beschermingsfonds in Deelnemers aan het Beschermingsfonds De wetgeving i.v.m. de beschermingsregeling is van toepassing op de kredietinstellingen en op bepaalde categorieën van beleggingsondernemingen aangeduid bij koninklijk besluit, t.w. de beursvennootschappen, de vennootschappen voor vermogensbeheer en de vennootschappen voor plaatsing van orders in financiële instrumenten. Wanneer deze instellingen zijn opgericht naar Belgisch recht, dienen zij verplicht toe te treden tot de beschermingsregeling van ons land. Bijkantoren in België van kredietinstellingen en van beleggingsondernemingen die ressorteren onder het recht van een lidstaat van de Europese Unie moeten deelnemen aan de beschermingsregeling van het land van herkomst. Deze bijkantoren kunnen evenwel de bescherming die het land van herkomst biedt aanvullen in ons land indien de regeling er gunstiger is. Geen enkele dergelijke aanvraag werd aan het Beschermingsfonds gericht. De beschermingsregeling voorziet eveneens in de toetreding van deze bijkantoren tot de regeling die van kracht is in het land van vestiging, wanneer zij in hun land van herkomst niet over voldoende dekking kunnen beschikken omdat de Europese richtlijn nog niet werd omgezet in hun nationaal recht. In 2001 werd een einde gesteld aan deze tijdelijke toetreding, die voorheen was aangevraagd door twee ondernemingen met het statuut van beursvennootschap. Bijkantoren van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen die ressorteren onder het recht van een Staat die geen lid is van de Europese Unie dienen verplicht toe te treden tot de Belgische regeling indien hun land van herkomst geen gelijkaardige bescherming biedt. Er werd evenwel met deze instellingen overeengekomen dat zij toetreden tot de Belgische regeling, welke ook de dekking weze die in het land van herkomst wordt geboden. Van het ene jaareinde tot het andere daalt het aantal aangesloten instellingen van 166 tot 157. Enerzijds is er, ingevolge fusies en stopzettingen van de activiteiten, een nettoafname van het aantal kredietinstellingen en beursvennootschappen, respectievelijk met 7 en 5 eenheden. Anderzijds is er een toename met 3 eenheden van het aantal vennootschappen voor vermogensbeheer. Het aantal vennootschappen voor plaatsing van orders in financiële instrumenten bleef onveranderd op 3 eenheden. 11

13 Hierna volgt een overzicht van het aantal aangesloten instellingen op 31 december 2001, vergeleken met de toestand einde vorig jaar. Een volledige lijst van de deelnemers bevindt zich in bijlage 2 bij dit verslag. Aantal deelnemers op op Kredietinstellingen Instellingen naar Belgisch recht banken spaarbanken effectenbanken 3 3 Bijkantoren van een niet-lidstaat van de EU Beursvennootschappen Vennootschappen naar Belgisch recht Bijkantoren van een lidstaat van de EU 0 2 Vennootschappen voor vermogensbeheer Vennootschappen voor plaatsing van orders in financiële instrumenten 3 3 Totaal aantal deelnemers Interventiedossiers geopend sinds de oprichting van het Beschermingsfonds Voor het tweede opeenvolgende jaar deed zich geen schadegeval voor. Het enige interventiedossier dat zich sinds de oprichting van het Beschermingsfonds voordeed was dit van de beursvennootschap Logé & Associés die failliet verklaard werd op 27 december Voor dit faillissement werden door cliënten schadeclaims ingediend voor verliezen geleden ingevolge de nietteruggave van bij de failliete vennootschap gedeponeerde effecten. In 2001 handelde het Beschermingsfonds voor dit faillissement nog een vijftigtal hangende tegemoetkomingsaanvragen af voor een totaal schadevergoedingsbedrag van 0,2 miljoen. In totaal werd een bedrag van 2,6 miljoen aan schadevergoedingen uitbetaald aan 400 beleggers. 12

14 Zoals de wet het voorziet is het Beschermingsfonds gesubrogeerd in de revindicatierechten van de eigenaars van effecten waarvoor het een vergoeding uitkeerde. Het Fonds zal deze rechten uitoefenen in gelijke rang met de andere schuldeisers voor wat het eventuele saldo van hun schuldvordering betreft op de failliete vennootschap Beheer van de interventiedossiers overgenomen van de vorige depositobeschermingsregelingen Dit beheer slaat op dossiers die het Beschermingsfonds, in uitvoering van zijn oprichtingswet, heeft overgenomen van het Herdiscontering- en Waarborginstituut (HWI), dat beheerder was van de vorige depositobeschermingsregelingen. - geweigerde schadevergoedingen voor deposito's uitgedrukt in niet EU-munten Tijdens het jaar 2001 zette het Beschermingsfonds het beheer verder van het interventiedossier van de Bank Max Fischer die failliet verklaard werd in Deze interventie wordt beheerst door de beschermingsregeling die van kracht was van 1995 tot 1998 en gebaseerd is op de beschikkingen van de Europese richtlijn 94/19. De Belgische wetgeving die op grond van deze richtlijn werd uitgevaardigd stelt een beperking in, die ook in de huidige regeling van toepassing is, waarbij de tegemoetkoming van de depositobeschermingsregeling enkel kan geschieden voor tegoeden uitgedrukt in Belgische frank, de ecu - thans euro - of een munt van een lidstaat van de Europese Unie (art. 110 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, zoals gewijzigd door de wet van 23 december 1994). Verschillende tegemoetkomingsaanvragen van deposanten van genoemde bank die deposito's bezaten uitgedrukt in andere munten dan deze vermeld in vorige paragraaf, werden dan ook geweigerd. Sommige van deze deposanten hebben deze weigering betwist voor de Rechtbank waarbij geargumenteerd werd dat de uitsluiting strijdig zou zijn met het grondwettelijke gelijkheids- en niet-discriminatiebeginsel. De Rechtbank besliste het Arbitragehof hierover een prejudiciële vraag te stellen, alvorens uitspraak te doen in het geding. In zijn Arrest van 20 september 2001 stelt het Arbitragehof vooreerst dat een richtlijn bindend is ten aanzien van het te bereiken resultaat maar dat ze aan de nationale instanties de bevoegdheid laat de vorm en de middelen te kiezen die zij voor de invulling ervan wensen aan te wenden. De uitsluiting van andere dan EU-munten waarin de richtlijn voorziet, is facultatief zodat de wijze waarop de wetgever al dan niet gebruik heeft gemaakt van die mogelijkheid, niet noodzakelijk verantwoord is in het licht van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. 13

15 Het Arbitragehof brengt evenwel de algemene principes ter herinnering, die voor het goede begrip van het Arrest hierna hernomen worden en inhouden dat de grondwettelijke regels van gelijkheid en niet-discriminatie niet uitsluiten dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. Wat de grond van de prejudiciële vraag betreft, stelt het Arbitragehof vervolgens dat de depositobeschermingsregeling in hoofdzaak de bescherming van de kleine spaarder beoogt, die verondersteld wordt geen speculatieve bedoelingen te hebben. Het verschil in behandeling van deposanten naar gelang van de munt waarin hun deposito's zijn uitgedrukt, berust op een objectief criterium dat in verband staat met het doel van de wetgever. Enerzijds noopt de financiële levensvatbaarheid van de beschermingsregeling, die door de kredietinstellingen zelf wordt gefinancierd, ertoe niet alle deposito's voor terugbetaling in aanmerking te laten komen; anderzijds vermag de wetgever redelijkerwijze ervan uit te gaan dat de deposito's van de kleine spaarder doorgaans zijn uitgedrukt in Belgische frank, in euro of in een munt van een lidstaat van de Europese Unie. Tot slot stelt het Arbitragehof dat, gezien de wettelijk voorgeschreven verplichting voor kredietinstellingen hun cliënten in te lichten over het bestaan van de beschermingsregeling en over de modaliteiten van tegemoetkoming ervan en gezien het feit dat deze cliënten vrijelijk en met volledige kennis van de beschermingsregeling de munt kunnen kiezen waarin hun deposito's moeten worden uitgedrukt, de in het geding zijnde maatregel niet kan worden geacht onevenredige gevolgen te doen ontstaan. Het Arbitragehof besluit bijgevolg dat de bestaande uitsluiting van tegoeden uitgedrukt in andere dan EU-munten de grondwettelijke regels van gelijkheid en niet-discriminatie niet schendt. - recuperatie van een faillissementsdividend (Bank Max Fischer) Het Beschermingsfonds is rechtsopvolger van het HWI, dat naar aanleiding van dit faillissement een 700-tal deposanten vergoedde. In die hoedanigheid is het Beschermingsfonds in de plaats getreden van deze schuldeisers en recupereerde het een faillissementsdividend van 3 miljoen. - Buitengewone Interventiereserve De rechten en verplichtingen van deze regeling, die instond voor de bescherming van het spaarwezen van 1975 tot 1984, werden door het Beschermingsfonds, als rechtsopvolger van het HWI, eveneens bij wet overgenomen. 14

16 Deze reserve, gevormd door financiële bijdragen van de kredietinstellingen, werd aangewend om het netto-passief te dekken van de vereffening van de Banque Copine en van de Westvlaamse Hypotheekkas. Een deel van de gestorte financiële middelen werd als voorziening geboekt met het oog op de dekking van de eventuele nadelige afloop van geschillen die met deze vereffeningen verband hielden. Het Bestuurscomité van het Beschermingsfonds heeft geoordeeld, op grond van de stand van zaken in deze dossiers, dat het niet meer nodig was deze voorziening aan te houden. Een bedrag van 2 miljoen werd in de loop van het jaar 2001 teruggestort aan de kredietinstellingen die initieel hebben bijgedragen tot de financiering van deze interventies Beheer van de interventiedossiers overgenomen van het CIF Het Beschermingsfonds zette in 2001 het beheer verder van de interventiedossiers die het krachtens zijn oprichtingswet overgenomen heeft van het Interventiefonds van de beursvennootschappen (CIF), beheerder van de vorige vergoedingsregeling voor beleggers. In hoofdzaak gaat het hier om schadeloosstellingsprocedures geopend tijdens de periode ten gunste van cliënten van de wisselagenten G. Meekels en D. Bernaerts en van de beursvennootschappen Binard-Liénart & Cie, Defever Securities en Goethals & C. Het beheer van deze dossiers omvat verscheidene luiken: - schadeloosstelling van beleggers Het verdere onderzoek door het Beschermingsfonds van de hangende vergoedingsaanvragen, aan de hand van informatie die werd overgemaakt door de curatoren van de betrokken faillissementen, stelde het Fonds in staat om over te gaan tot een twintigtal bijkomende schadeloosstellingen in diverse interventiedossiers, voor een totaalbedrag van 0,1 miljoen. - recuperatie van schuldvorderingen Het Beschermingsfonds is, als rechtsopvolger van het CIF, in de plaats getreden in de rechten van de vergoede schuldeisers en heeft aldus recht op een deel van het eventuele faillissementsdividend. Het Beschermingsfonds volgt dus aandachtig de vereffeningsverrichtingen die uitgevoerd worden onder de verantwoordelijkheid van de curatoren van de betrokken faillissementen. In het kader van het faillissement van de wisselagent Meekels hebben de curatoren gemeld dat de gewone schuldeisers een dividend konden verwachten van 60 %. Ongeveer 750 cliënten werden vergoed door het CIF voor een totaal bedrag van 6,4 miljoen. Het Beschermingsfonds kan rechten doen gelden op dit dividend krachtens het subrogatiemechanisme. In afwachting werd er enkel rekening gehouden met uitbetalingen waarvoor een akkoordverklaring bestaat tussen al de betrokken partijen, te weten 2,6 miljoen en werd er een overeenstemmend verworven dividend geboekt van 1,6 miljoen. Het Beschermingsfonds zal in 2002 de 15

17 procedure van nazicht verderzetten met het oog op de exacte vaststelling van de som die het kan terugwinnen. In 2001 werd door het Beschermingsfonds eveneens een bedrag van 0,5 miljoen gerecupereerd ingevolge de vrijwillige terugstorting door de vennoten van een vennootschap van wisselagenten, van het bedrag dat het CIF in 1991 besteedde aan een preventieve interventie die werd uitgevoerd met het oog op de ordelijke vereffening van deze vennootschap en de transfer van de effecten- en speciëntegoeden naar een andere financiële tussenpersoon. - beheer van de geschillen In genoemde interventiedossiers zijn een dertigtal rechtszaken aanhangig gemaakt door cliënten die niet akkoord gingen met de weigering tot schadeloosstelling waartoe het CIF besliste omdat de geldende wettelijke en reglementaire voorwaarden hiertoe niet vervuld waren. De helft van deze geschillen werd aangespannen n.a.v. het faillissement van wisselagent D. Bernaerts waarin het CIF weigerde een tegemoetkoming te verlenen voor gelden die deze cliënten gestort hadden bij de wisselagent. Deze fondsen stonden immers geruime tijd op rekening zonder dat ze belegd werden in roerende waarden. Bovendien waren deze rekeningen dikwijls vergoed tegen een abnormaal hoge rentevoet. Het CIF was van oordeel dat dergelijke verrichtingen niet beantwoordden aan de dubbele voorwaarde van het interventiereglement die stelde dat de tegoeden toevertrouwd aan een wisselagent hun oorsprong moeten vinden in de professionele verbintenissen van de wisselagent en betrekking moeten hebben hetzij op de verhandeling en de bewaring van roerende waarden, hetzij op de gelden die bestemd zijn voor de aankoop of afkomstig zijn uit de verkoop van die waarden. Het bestaan van deze betwistingen en de beperkte financiële middelen die het CIF volgens zijn statuten aan dit faillissement kon besteden, leidde ertoe dat aan onbetwiste schadeclaims slechts een gedeeltelijke schadeloosstelling kon toegekend worden en dat een belangrijk deel van de beschikbare financiële middelen in reserve gehouden moest worden als dekking voor de betwiste tegemoetkomingsaanvragen. Het Beschermingsfonds volgt deze dossiers op continue wijze op. Na onderzoek van de betwiste tegemoetkomingsaanvragen is voor sommige dossiers gebleken dat het niet meer nodig was een voorziening aan te houden. Het Bestuurscomité van het Beschermingsfonds besliste in 2000 de aldus vrijgekomen bedragen aan te wenden voor een bijkomende schadeloosstelling aan de cliënten die reeds een deel van hun onbetwiste schadeclaim gerecupereerd hadden. Aldus kon in 2001 een bijkomende vergoeding van 0,4 miljoen worden uitgekeerd wat overeenstemt met 10 % van de aanvaarde schadeclaims. Rekening gehouden met het dividend dat de curator in 2000 uitkeerde naar aanleiding van de afsluiting van de vereffening, bedraagt de totale recuperatie van de cliënten waarvan de schadeclaim werd aanvaard, thans 67,5 % van het initieel bedrag van hun schuldvordering. Het saldo van de tegoeden waarover het Beschermingsfonds beschikt voor de schadeloosstelling van de schuldeisers van dit faillissement bedraagt 6,9 miljoen. 16

18 Over de aanwending van dit saldo zal maar een beslissing kunnen getroffen worden na afloop van de geschillen die voor de Hoven en Rechtbanken zijn gebracht. - beheer van de financiële middelen van het CIF Op het ogenblik van de opheffing van het CIF werden al zijn middelen ter beschikking gesteld van het Beschermingsfonds. Deze middelen werden ondergebracht in diverse voorzieningen die het Fonds zal aanhouden tot volledige aanzuivering van de verbintenissen die het van het CIF overnam. Deze voorzieningen dekken hetzij hangende schadeloosstellingsaanvragen, hetzij risico's van algemene aard. De voorzieningen worden aangewend ingeval van uitbetaling van vergoedingen. Terugwinningen van dividenden van faillissementen of vereffeningen worden eraan toegevoegd Onderzoek van de reglementaire beschikkingen van het Beschermingsfonds - modaliteiten van toetreding van vennootschappen voor vermogensbeheer en van vennootschappen voor plaatsing van orders in financiële instrumenten Gezien de recente toename van het aantal vennootschappen voor vermogensbeheer (VVVB) en van vennootschappen voor plaatsing van orders in financiële instrumenten (VPOFI), heeft het Beschermingsfonds in samenwerking met de beroepsverenigingen van de financiële sector onderzocht of de interventie- en financieringsregels die voor de genoemde beleggingsondernemingen gelden, niet afgestemd dienen te worden op deze die van kracht zijn voor de kredietinstellingen en beursvennootschappen. Een eerste verschil bestaat in een bijkomende tegemoetkomingsvoorwaarde die stelt dat cliënten van VVVB en van VPOFI slechts recht hebben op een schadeloosstelling voor tegoeden die zij aan dergelijke ondernemingen hebben toevertrouwd, wanneer ze te goeder trouw handelden en geen weet hadden van het verbod dat geldt voor die ondernemingen om deposito's of financiële instrumenten van hun cliënteel in ontvangst te nemen, te houden of te bewaren. De genoemde ondernemingen zijn verplicht deze verbodsclausule kenbaar te maken aan hun cliënteel en het is gebruikelijk dat ze vermeld wordt in de contracten en overeenkomsten die met de cliënten worden afgesloten. Bovendien zijn deze vennootschappen verplicht hun cliënten in te lichten over het bestaan van de beschermingsregeling en over de tegemoetkomingsvoorwaarden. Daarom is het Bestuurscomité van het Beschermingsfonds dan ook van oordeel dat kan uitgegaan worden van het principe dat de cliënten behoorlijk zijn ingelicht. Het komt bijgevolg aan de cliënt toe te bewijzen dat hij te goeder trouw heeft gehandeld en niet op de hoogte was van het verbod in kwestie, wanneer hij een schadeloosstellingsaanvraag indient voor fondsen of financiële instrumenten die hij zou hebben toevertrouwd aan een dergelijke onderneming. 17

19 Het Bestuurscomité van het Beschermingsfonds is eveneens van oordeel dat erover gewaakt moet worden, ondermeer in samenspraak met de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, dat alle middelen aangewend worden om de cliënten van deze vennootschappen uitdrukkelijk en duidelijk in te lichten over deze verbodsclausule. Een tweede verschil tussen enerzijds de kredietinstellingen en beursvennootschappen en anderzijds de VVVB en de VPOFI bevindt zich op het vlak van de financiering van eventuele schadegevallen. Laatstgenoemde instellingen dienen slechts financieel bij te dragen op het ogenblik dat er zich een schadegeval voordoet, daar waar kredietinstellingen en beursvennootschappen ex ante een interventiereserve moeten aanleggen. Na grondig onderzoek van het risico op interventie in de sector van de VVVB en de VPOFI en rekening houdend met de uitzonderlijke aard van dergelijke tussenkomst, gezien het verbod dat voor deze instellingen geldt om fondsen of financiële instrumenten van cliënten te ontvangen, heeft het Bestuurscomité van het Beschermingsfonds beslist dat er geen wijziging aangebracht moet worden aan de bestaande financieringsmodaliteiten zoals vastgelegd in het protocol van 12 februari verplichtingen van de gewezen leden van het CIF t.a.v. het Beschermingsfonds In samenwerking met de beroepsverenigingen van de kredietinstellingen en de beursvennootschappen, organiseerde het Beschermingsfonds in 2001 verscheidene vergaderingen om te onderzoeken of het aangewezen is wijzigingen aan te brengen aan bepaalde modaliteiten van het protocol van 12 februari Dit onderzoek handelde enerzijds over de rangorde en de voorwaarden voor de aanwending van de middelen van de Interventiereserve en anderzijds over de bestemming die gegeven moet worden aan de financiële reserves die het CIF overgedragen heeft aan het Fonds als dekking voor zijn verbintenissen voortspruitend uit vroegere interventiedossiers. In het kader van dit onderzoek werden nog geen beslissingen getroffen. - onderzoek naar de implementatie in de Belgische wetgeving van de richtlijn 94/19 Het Beschermingsfonds werkte in 2001 mee aan een onderzoek door de Europese Commissie over de implementatie van de depositobeschermingsrichtlijn 94/19 in de nationale wetgevingen van de landen van de Europese Economische Ruimte, zijnde de 15 lidstaten, IJsland, Noorwegen en Liechtenstein. Uit deze studie blijkt dat de nationale wetgeving van ieder betrokken land de geest van de richtlijn heeft gerespecteerd en nauwkeurig in overeenstemming is met de onderscheiden artikels van de richtlijn. 18

20 3. Financieel beheer van de middelen van het Beschermingsfonds in Bijdragen van het jaar 2001 Elke kredietinstelling en elke beursvennootschap is een bijdrage verschuldigd die opgesplitst wordt in drie luiken: - een bijdrage voor het algemeen risico die 0,7 % bedraagt van het bankproduct zonder het renteresultaat (voor de kredietinstellingen) of de omzet (voor de beursvennootschappen); - een bijdrage die 0,175 / bedraagt van de deposito's die in aanmerking komen voor een tegemoetkoming; - een bijdrage die 0,1 / bedraagt van de financiële instrumenten gehouden voor rekening van derden. De bijdragen van de kredietinstellingen voor het jaar 2001 bedragen 35,6 miljoen tegenover 36,9 miljoen in De bijdrage van deze sector is gedaald met 3,5 % in vergelijking met 2000 en volgt daarmee de afname van de gedekte deposito's die het belangrijkste bestanddeel (circa 80 %) vormen voor de berekening van de totale bijdrage. De bijdragen van de beursvennootschappen voor het jaar 2001 bedragen 1,5 miljoen tegenover 1,2 miljoen het jaar voordien. Het belangrijkste bestanddeel (circa 80 %) voor de berekening van de bijdrage van deze sector is het omzetcijfer van de toegetreden vennootschappen. In totaal bedragen de bijdragen die voor het jaar 2001 aan het Beschermingsfonds gestort werden dus 37,1 miljoen, wat een afname met 2,6 % is vergeleken met het totaalcijfer van vorig jaar ( 38,1 miljoen). De bijdragen worden bijgeschreven in de Interventiereserve, die bestemd is om eventuele toekomstige interventies ten voordele van deficiënte kredietinstellingen en beursvennootschappen te financieren. De vennootschappen voor vermogensbeheer en de vennootschappen voor plaatsing van orders in financiële instrumenten dragen niet bij tot de financiering van de Interventiereserve, maar delen in de administratieve kosten van het beheer van het Beschermingsfonds door een jaarlijkse individuele bijdrage die voor ,40 bedroeg. In 2001 werd aldus een totaalbedrag van 4.240,06 door deze vennootschappen aan het Beschermingsfonds gestort. 19

21 3.2. Verslag over het financieel beheer van de middelen - grondbeginselen Het bij koninklijk besluit goedgekeurde organisatiereglement bepaalt dat, met uitzondering van de liquiditeiten nodig voor de werking van het Beschermingsfonds, de tegoeden voor minstens 75 % moeten belegd worden in schuldvorderingsbewijzen uitgegeven of gewaarborgd door een lidstaat van de Europese Gemeenschap (en bepaalde gelijkgestelde entiteiten). Het resterende saldo kan vervolgens belegd worden in andere financiële instrumenten (aandelen of obligaties genoteerd op een door de Europese Gemeenschap gereglementeerde markt, en bepaalde aandelen van gemeenschappelijke beleggingsinstellingen). Het Bestuurscomité bepaalt de richtlijnen voor de plaatsing van de middelen van het Fonds rekening houdend met de algemene beperking in vorige paragraaf. De praktische uitvoering van het financieel beheer is toevertrouwd aan een Beleggingscomité bestaande uit de Voorzitter van het Bestuurscomité, de Regeringscommissaris, de Secretaris-generaal en vertegenwoordigers van de kredietinstellingen en de beursvennootschappen. Dit Comité beslist over de beleggingen conform de bepalingen van het organisatiereglement en de algemene richtlijnen van het Bestuurscomité. Het Beleggingscomité brengt periodiek verslag uit over zijn activiteiten aan het Bestuurscomité dat te allen tijde kan tussenkomen en de beslissingen van het Beleggingscomité kan wijzigen. - onderverdeling van de portefeuille De onderverdeling van de portefeuille in vastrentende en niet-vastrentende effecten (uitgedrukt in boekwaarde) onderging geen belangrijke wijziging t.o.v. vorig jaar zoals blijkt uit onderstaande tabel. Belegging van de middelen in in miljoenen op op vastrentende effecten - Schatkistcertificaten 25,1 9% 14,6 6% - OLO s 236,5 80% 200,9 82% niet-vastrentende effecten - Beveks 32,2 11% 29,8 12% liquiditeiten (op zicht en op termijn) - - 0,8 - Totaal 293,8 100% 246,1 100% 20

22 - belegging in vastrentende effecten Bijna 90 % van de beschikbare liquiditeiten is belegd in vastrentende effecten. De Schatkistcertificaten vertegenwoordigen hierin een tiende deel en hebben een gemiddelde resterende looptijd van 7 maanden. De OLO's vertegenwoordigen negen tienden van de portefeuille en zijn gespreid over vervaldagen die lopen van 2005 tot Deze activiteit slaat voornamelijk op de beleggingen van vervallen kapitalen en van nieuwe liquiditeiten, gevormd door jaarbijdragen van kredietinstellingen en beursvennootschappen en door geïnde financiële opbrengsten. Deze beleggingen brachten de portefeuille van 215,5 miljoen op 261,6 miljoen. Rekening gehouden met de structuur van de Interventiereserve, die eveneens middelen bevat die onmiddellijk opgevraagd kunnen worden bij de kredietinstellingen, werd er in 2001 hoofdzakelijk overgegaan tot de aankoop van OLO's met een resterende looptijd van meer dan 5 jaar. Hierdoor steeg de gemiddelde duration van de portefeuille tot 4,87 tegenover 4,27 op het einde van vorig jaar. Het resultaat van 2001 van deze portefeuille wordt gevormd deels door interesten en gelijkaardige opbrengsten die geboekt worden op basis van de reële rendementen verkregen bij de aankoop van effecten en deels door meerwaarden gerealiseerd n.a.v. arbitrageverrichtingen ( 1,7 miljoen). Rekening houdend met de spreiding in de tijd van deze meerwaarden tot op de meest nabije vervaldag van de verkochte of aangekochte effecten, bedraagt het brutorendement van de portefeuille 4,92 % en het nettorendement na roerende voorheffing 4,34 %, tegenover respectievelijk 5,02 % en 4,28 % voor het voorgaande jaar. - belegging in niet-vastrentende effecten Wat de belegging in financiële instrumenten andere dan schuldtitels van de Staat betreft, heeft het Bestuurscomité ingestemd met de aankoop van beveks in roerende waarden met kapitalisatie binnen een bedrag dat jaarlijks wordt bepaald. Voor 2001 werd dit bedrag vastgelegd op maximum 17 % van de jaarlijkse ontvangen bijdragen. Gezien het beursklimaat werd maar 80 % van de toegestane enveloppe belegd. Het Beleggingscomité laat zich in de keuze van de beveks leiden door criteria i.v.m. de sectoriële en geografische spreiding, de historische performantie, de volatiliteit van de koersen en de beleggingspolitiek gevoerd door de beherende instellingen, alsook met de door hen toegepaste beheerskosten. 21

23 De sectoriële verdeling volgt deze van de benchmark MSCI Europe mits een onderweging van de financiële sector, gezien het feit dat het Fonds een risico dekt dat verband houdt met deze sector. Het resultaat van 2001 van deze portefeuille bevat meerwaarden gerealiseerd n.a.v. arbitrageverrichtingen ( 0,6 miljoen). Bovendien gaf de "mark-to-market"-waardering van de portefeuille aanleiding tot de boeking van waardeverminderingen op grond van de minderwaarden vastgesteld op het einde van het boekjaar ( 3,2 miljoen). - return van de beleggingsportefeuilles De return voor het jaar 2001 wordt berekend op grond van een "mark-to-market"- benadering en bedraagt 5,71% voor de portefeuille vastrentende effecten en -18,05% voor de portefeuille van de niet-vastrentende effecten. Dit stemt overeen met een gemiddelde gewogen return van 2,42 % voor de totaliteit van de middelen van het Fonds. 22

24 4. Overzicht van de beschikbare middelen van het Beschermingsfonds 4.1. Samenstelling De Interventiereserve bevat de middelen waarover het Beschermingsfonds beschikt om zijn interventies te financieren in het geval dat een instelling die toegetreden is tot de beschermingsregeling in gebreke blijft ten overstaan van haar deposanten en beleggers. De Interventiereserve bevat enerzijds reserves die overgenomen werden van de vorige beschermingsregelingen en anderzijds nieuwe middelen die sinds 1999 in de gemeenschappelijke reserve worden gestort. Al deze reserves worden op een gezamenlijke basis beheerd door het Bestuurscomité. De reserves die voorheen werden aangelegd in de diverse sectoren, t.w. deze van de privé-kredietinstellingen (banken en spaarbanken), deze van de beursvennootschappen en de bijzondere Staatswaarborg voor de gewezen openbare kredietinstellingen, worden bij voorrang aangewend voor tussenkomsten in de eigen sector. Daarentegen zal de gemeenschappelijke reserve, op grond van het solidariteitsprincipe, aangewend kunnen worden welke ook het statuut is van de instelling waarvoor een tussenkomst vereist is. Er zal slechts beroep op deze reserve worden gedaan wanneer de reserve die in het kader van vroegere regelingen gevormd werd door een specifieke sector, volledig opgebruikt zal zijn. De Interventiereserve van het Beschermingsfonds wordt om die redenen opgesplitst in verschillende compartimenten, die hierna besproken worden. Interventiereserve (in miljoenen ) Reserve Banken ,7 181,2 liquiditeiten 14,- 10,6 standby-lijnen 170,7 170,6 Reserve Spaarbanken ,1 14,2 standby-lijnen 14,1 14,2 Reserve Kredietinstellingen , 128, Bijzondere Staatswaarborg 72,4 74,4 Reserve Inbreng van de beursvennootschappen 9,7 9,7 Gemeenschappelijke Reserve (vanaf 1999) 128,5 84,1 Totale Interventiereserve 537,4 491,6 23

25 4.2. Middelen van de vroegere depositobeschermingsregelingen De Reserves "Banken " en "Spaarbanken " zijn afkomstig van de beschermingsregelingen die van kracht waren tussen 1985 en 1994 en worden in hoofdzaak gevormd door de bijdragen die de kredietinstellingen gestort hebben op niet-rentende zichtrekeningen geopend op naam van het Beschermingsfonds ("standby-lijnen"). Tussen beide reserves vond een transfer plaats van 0,1 miljoen ingevolge de statuutwijziging van enkele spaarbanken. De Reserve "Banken " bevat eveneens liquiditeiten die toenemen ingevolge de toevoeging van het dividend dat gerecupereerd werd in het faillissement van de Bank Max Fischer ( 3 miljoen) en van de beleggingsinteresten ( 0,4 miljoen). Deze tegoeden zullen in eerste instantie opgeroepen worden wanneer zich een geval voordoet van deficiëntie, hetzij van een bank, hetzij van een spaarbank. De tegoeden op zichtrekening zullen aan iedere instelling teruggestort worden op het moment dat de totale bijdrage van die instelling in de opeenvolgende beschermingsregelingen (na eventuele aftrek van de middelen aangewend voor een interventie) de bovengrens overschreden zal hebben die overeenstemt met het zevenvoud van het totaal van zijn bijdragen van de laatste drie jaar. De Reserve "Kredietinstellingen " is afkomstig van de beschermingsregeling die van kracht was tussen 1995 en 1998 en wordt gevormd door de jaarlijkse bijdragen die deze instellingen aan het HWI gestort hebben. Deze reserve zal pas aangesproken worden wanneer een bank of een spaarbank in gebreke blijft én nadat de overeenkomstige reserves (van ofwel bank, ofwel spaarbank) voortkomend van de voorgaande beschermingsregelingen (van kracht tussen 1985 en 1994), volledig opgebruikt zijn Bijzondere Staatswaarborg Er wordt aan herinnerd dat vóór 1995 de passiva van de toenmalige openbare kredietinstellingen (OKI) een algemene Staatswaarborg genoten middels betaling van een premie aan de Schatkist, waarborgpremie genaamd. In 1995 traden deze instellingen toe tot de depositobeschermingsregeling, die zijn oorsprong vond in de Europese richtlijn 94/19 en werd er progressief een einde gesteld aan deze Staatswaarborg. Ten einde het ontbreken van een inbreng door deze instellingen met middelen voortkomend uit een vroegere regeling op te vangen - wat wel het geval was voor de privé-kredietinstellingen - werd een tijdelijke bijzondere Staatswaarborg van 74,4 miljoen toegekend. Deze bijzondere waarborg zal worden aangewend in het geval dat een tussenkomst vanwege de depositobeschermingsregeling nodig zou zijn ingevolge een deficiëntie waarbij één van de gewezen openbare kredietinstellingen betrokken is. De wet van 17 december 1998 tot oprichting van de nieuwe beschermingsregeling heeft deze waarborg uitgebreid tot tegemoetkomingen in hoofde van de bescherming van financiële instrumenten. Na eventuele uitputting van deze waarborg, zal er een beroep gedaan worden op de middelen gevormd vanaf 1995 door de sector van de kredietinstellingen en vervolgens op de gemeenschappelijke reserve. 24

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN JAARVERSLAG 2002 BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998

Nadere informatie

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN JAARVERSLAG 2003 BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998

Nadere informatie

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN JAARVERSLAG 2004 BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998

Nadere informatie

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN JAARVERSLAG 2000 BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998

Nadere informatie

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN JAARVERSLAG 2005 BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998

Nadere informatie

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN JAARVERSLAG 1999 BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2006 BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

JAARVERSLAG 2006 BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN JAARVERSLAG 2006 BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO'S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998

Nadere informatie

Bijlage 1 HOOFDSTUK 1 : INSTELLING VAN EEN BESCHERMINGSREGELING VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

Bijlage 1 HOOFDSTUK 1 : INSTELLING VAN EEN BESCHERMINGSREGELING VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Bijlage 1 Tegemoetkomingsreglement van het Beschermingsfonds gecoördineerde versie van de publicaties in het Belgisch Staatsblad van 15 februari 1999 en 13 juli 2000 HOOFDSTUK 1 : INSTELLING VAN EEN BESCHERMINGSREGELING

Nadere informatie

Bijlage 1. Tegemoetkomingsreglement van het Beschermingsfonds

Bijlage 1. Tegemoetkomingsreglement van het Beschermingsfonds Bijlage 1 Tegemoetkomingsreglement van het Beschermingsfonds HOOFDSTUK 1 : INSTELLING VAN EEN BESCHERMINGSREGELING VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN 1. Het Beschermingsfonds voor deposito's en

Nadere informatie

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998 (B.S.31-12-1998) de Berlaimontlaan 14 1000 Brussel ACTIVITEITENVERSLAG & JAARREKENING

Nadere informatie

1. Tegemoetkomingsreglement van het Beschermingsfonds

1. Tegemoetkomingsreglement van het Beschermingsfonds 1. Tegemoetkomingsreglement van het Beschermingsfonds Voorafgaande opmerking: De voorwaarden en procedures in verband met een tussenkomst van het Beschermingsfonds ondergingen sinds de oprichting van deze

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Inleiding. Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten

Hoofdstuk 1: Inleiding. Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten Toepassingsmodaliteiten van de bescherming van deposito's en financiële instrumenten bij kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (1 januari

Nadere informatie

1. Tegemoetkomingsreglement van het Beschermingsfonds (gecoördineerde versie van 21 september 2009)

1. Tegemoetkomingsreglement van het Beschermingsfonds (gecoördineerde versie van 21 september 2009) 1. Tegemoetkomingsreglement van het Beschermingsfonds (gecoördineerde versie van 21 september 2009) Voorafgaande opmerking: Vergeleken met de vorige gecoördineerde versie van 14 april 2009, onderging het

Nadere informatie

Dmat Newsletter nr. 3 Bescherming van de spaarders

Dmat Newsletter nr. 3 Bescherming van de spaarders DMAT TASK FORCE Dmat Newsletter nr. 3 Bescherming van de spaarders Inleiding Als antwoord op de problemen die zich de jongste maanden op de financiële markten hebben voorgedaan, heeft de wetgever een aantal

Nadere informatie

Tegemoetkomingsmodaliteiten van het Beschermingsfonds voor deposito s en financiële instrumenten (12 mei 2016) Voorafgaande mededeling

Tegemoetkomingsmodaliteiten van het Beschermingsfonds voor deposito s en financiële instrumenten (12 mei 2016) Voorafgaande mededeling 1 Beschermingsfonds voor deposito s en financiële instrumenten c/o Algemene Administratie van de Thesaurie lokaal C 636 Handelsstraat 96 1040 Brussel www.beschermingsfonds.be protectionfund.treasury@minfin.fed.be

Nadere informatie

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998 (B.S.31-12-1998) de Berlaimontlaan 14 1000 Brussel Tel. : +32 2 221 38 92 Fax

Nadere informatie

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998 (B.S.31-12-1998) de Berlaimontlaan 14 1000 Brussel Tel. : +32 2 221 38 92 Fax

Nadere informatie

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998 (B.S.31-12-1998) de Berlaimontlaan 14 1000 Brussel Tel. : +32 2 221 38 92 Fax

Nadere informatie

A. Gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld

A. Gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld PPB-2007-4-CPB-2 BIJLAGE II : OVERZICHT VAN DE REGLEMENTERING INZAKE HET BIJHOUDEN VAN GEDEMATERIALISEERDE EFFECTEN A. Gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld 1 Erkenning voor het bijhouden

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies van 4 september 2013 1

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies van 4 september 2013 1 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/12 - Erkenning van de opbrengsten en kosten die overeenstemmen met interesten en royalty's, evenals de toewijzing van de resultaten in de vorm van

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998 (B.S.31-12-1998) de Berlaimontlaan 14 1000 Brussel Tel. : +32 2 221 38 92 Fax

Nadere informatie

Kas en stukken met geldwaarde

Kas en stukken met geldwaarde KLASSE 3 FINANCIELE REKENINGEN Deze klasse bevat de rubrieken en de rekeningen van de geldwaarden, de deposito's op zicht en op termijn, de leningen en voorschotten op één jaar en minder, alsook de effectenportefeuilles.

Nadere informatie

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998 (B.S.31-12-1998) de Berlaimontlaan 14 1000 Brussel Tel. : +32 2 221 38 92 Fax

Nadere informatie

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus December 2009 DB PLATINUM Beleggingsvennootschap conform Richtlijn 85/611/EEG Route d Esch 69, L-1470 Luxembourg De informatie die in deze bijlage bij het prospectus

Nadere informatie

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus Dexia Bonds Beleggingsvennootschap conform Richtlijn 85/611/EEG 69, route d Esch, L 2953 Luxemburg Beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal naar Luxemburgs

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus Dexia Total Return II Gemeenschappelijk Beleggingsfonds conform Richtlijn 85/611/EEG 136, route d Arlon, L 1150 Luxemburg Gemeenschappelijk Beleggingsfonds

Nadere informatie

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN BESCHERMINGSFONDS VOOR DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN openbare instelling opgericht door de wet van 17 december 1998 (B.S.31-12-1998) de Berlaimontlaan 14 1000 Brussel Tel. : +32 2 221 38 92 Fax

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/XXX - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve bedoeld in artikel 541 WIB 92 (Programmawet van 10 augustus 2015) en de bijzondere aanslag

Nadere informatie

Halfjaarlijks financieel verslag

Halfjaarlijks financieel verslag In het eerste halfjaar van het boekjaar 2009/2010 realiseerde KBC Ancora een negatief resultaat van 15,3 miljoen euro. Dit resultaat ligt in lijn met het resultaat over dezelfde periode van het vorige

Nadere informatie

CONTROLEDIENST VOOR DE ZIEKENFONDSEN

CONTROLEDIENST VOOR DE ZIEKENFONDSEN Brussel, 3 december 2007 CONTROLEDIENST VOOR DE ZIEKENFONDSEN Omzendbrief: 07/23/D1 Rubriek: 26 Uw contactpersoon: Robert VERSCHOREN, Financieel inspecteur-directeur Tel.: 02/209.19.27 KONINKLIJK BESLUIT

Nadere informatie

Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2016

Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2016 Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2016 1. Welke instellingen komen tussen in het beheer van uw aanvullend pensioen? De

Nadere informatie

Beslissing tot het verlenen van een voorafgaand akkoord Statuut van openbare instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen

Beslissing tot het verlenen van een voorafgaand akkoord Statuut van openbare instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen Beslissing tot het verlenen van een voorafgaand akkoord Statuut van openbare instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen Mei en september 2006 Conform artikel 11 van het koninklijk besluit

Nadere informatie

Ontbinding en vereffening

Ontbinding en vereffening Ontbinding en vereffening Art. 208-214 Situering TITEL III : VENNOOTSCHAPSBELASTING Art. 179-219bis HOOFDSTUK I : AAN DE BELASTING ONDERWORPEN VENNOOTSCHAPPEN Art. 179-182 HOOFDSTUK II : GRONDSLAG VAN

Nadere informatie

STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN

STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN C.D.V. - D. 135/D/COR1 STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN Deze staat bevat de gegevens, bestemd voor de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (Belgische toezichthouder inzake verzekeringen) betreffende

Nadere informatie

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014. Advies van 7 september 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

VERSOEPELING VAN DE VOORWAARDEN VOOR HET AANHOUDEN VAN HET SOLVAC-AANDEEL

VERSOEPELING VAN DE VOORWAARDEN VOOR HET AANHOUDEN VAN HET SOLVAC-AANDEEL Brussel, 1 oktober 2015 VERSOEPELING VAN DE VOORWAARDEN VOOR HET AANHOUDEN VAN HET SOLVAC-AANDEEL Er wordt aan herinnerd dat krachtens de artikelen 6 tot 8 van de statuten alle Solvac-aandelen op naam

Nadere informatie

VERSOEPELING VAN DE VOORWAARDEN VOOR HET AANHOUDEN VAN HET SOLVAC-AANDEEL

VERSOEPELING VAN DE VOORWAARDEN VOOR HET AANHOUDEN VAN HET SOLVAC-AANDEEL Brussel, 1 oktober 2015 VERSOEPELING VAN DE VOORWAARDEN VOOR HET AANHOUDEN VAN HET SOLVAC-AANDEEL Er wordt aan herinnerd dat krachtens de artikelen 6 tot 8 van de statuten alle Solvacaandelen op naam zijn

Nadere informatie

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn Prudentieel beleid Brussel, 20 juni 2007 CIRCULAIRE PPB-2007-8-CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn (circulaire aan de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen,

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/6 - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve bedoeld in artikel 541 WIB 92 (Programmawet van 10 augustus 2015) en de bijzondere aanslag

Nadere informatie

Sectoraal pensioenstelsel voor de diamantsector Transparantieverslag 2018

Sectoraal pensioenstelsel voor de diamantsector Transparantieverslag 2018 Sectoraal pensioenstelsel voor de diamantsector Transparantieverslag 2018 1. Welke instellingen komen tussen in het beheer van uw aanvullend pensioen? De inrichter van het sectoraal pensioenstelsel ten

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275C 1/2 Benaming :............... Ondernemingsnummer :... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen Aftrek voor risicokapitaal AANSLAGJAAR

Nadere informatie

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling Hoofdstuk 5 RECHTSBIJSTAND Voorafgaandelijke bepaling Gewaarborgd schadegeval Art.21 De bepalingen van de overige hoofdstukken van deze overeenkomst zijn van toepassing op Rechtsbijstand voor zover ze

Nadere informatie

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten (van toepassing vanaf 01.01.2017) Artikel 60bis 1. In afwijking van de artikelen 48 en 48², worden het successierecht en het recht van overgang

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/6 - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve bedoeld in artikel 541 WIB 92 (Programmawet van 10 augustus 2015) en de bijzondere aanslag

Nadere informatie

hierna elk afzonderlijk "de Autoriteit" en gezamenlijk "de Autoriteiten" genoemd,

hierna elk afzonderlijk de Autoriteit en gezamenlijk de Autoriteiten genoemd, 1 Samenwerkingsprotocol tussen de Nationale Bank van België en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten over de buitenlandse beleggingsondernemingen De Nationale Bank van België (hierna "de Bank"),

Nadere informatie

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus April 2010 TRIODOS SICAV I sicav naar Luxemburgse recht conform Richtlijn 85/611/EEG Route D Esch, 69, 1470 Luxemburg LUXEMBURG De informatie die in deze bijlage

Nadere informatie

Is er een evolutie op komst in de reglementering op het vlak van AICB s?

Is er een evolutie op komst in de reglementering op het vlak van AICB s? Is er een evolutie op komst in de reglementering op het vlak van AICB s? 1. Inleiding Mrs. Cécile Matton Lawyer cm@tetralaw.com Mr. Jean-Philippe Smeets Partner jps@tetralaw.com In principe zou er binnenkort

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie

STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN

STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN Deze staat bevat de gegevens, bestemd voor de Controledienst voor de Verzekeringen, betreffende het vrij vermogen van de herverzekeringsonderneming (1) I. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS

Nadere informatie

KBC CLICK EXCLUSIVE INTEREST 1

KBC CLICK EXCLUSIVE INTEREST 1 GEDETAILLEERDE VOORSTELLING VAN HET COMPARTIMENT KBC CLICK EXCLUSIVE INTEREST 1 SOORT BELEGGING : Obligatie-ICB met vaste looptijd. FINANCIËLE KENMERKEN BELEGGINGSDOELEINDEN EN BELEID : Het compartiment

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN OMMISSIE VOOR OEKHOUDKUNDIGE NORMEN N Advies 2009/8 De boekhoudkundige verwerking van splitsingen Advies van 15 juli 2009 Trefwoorden Splitsing Inhoudsopgave I. INLEIDING II. OEKHOUDKUNDIGE VERWERKING

Nadere informatie

Halfjaarlijks financieel verslag

Halfjaarlijks financieel verslag Leuven, 30 januari 2009 (17.40 CET) Het eerste halfjaar van het boekjaar 2008/2009 van KBC Ancora werd gekenmerkt door de verwachte werkingskosten en interestlasten. Er werd een negatief resultaat gerealiseerd

Nadere informatie

Deposito- en Consignatiekas

Deposito- en Consignatiekas AANVRAAGFORMULIER VOOR TEGEMOETKOMING VOOR EEN TAK 21-LEVENSVERZEKERING, onderworpen aan het Belgisch recht. (met uitzondering van de volledige tweede pijler ) 1/11 Deel 1 Voorwaarden om in aanmerking

Nadere informatie

Inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders

Inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders Mededeling FSMA_2014_03 dd. 23/06/2014 Inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders Toepassingsgebied: Deze mededeling

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Beheersreglement (ref. : RG PFL + / N / 09-2010) V834NL 2

INHOUDSTAFEL. Beheersreglement (ref. : RG PFL + / N / 09-2010) V834NL 2 - V834NL INHOUDSTAFEL 1. BESCHRIJVING VAN DE BELEGGINGSFONDSEN... 3 1.1 Capital Secure... 3 1.2 Capital Balanced... 3 1.3 Capital Dynamic... 3 1.4 Capital Growth... 4 1.5 Capital Focus... 4 2. GEMEENSCHAPPELIJKE

Nadere informatie

De premies die de tijdelijke handelsvennootschap (THV) DIB-Ethias Lokale Contractanten ontvangt, worden op verscheidene manieren beschermd:

De premies die de tijdelijke handelsvennootschap (THV) DIB-Ethias Lokale Contractanten ontvangt, worden op verscheidene manieren beschermd: Welke zekerheden en garanties werden er ingebouwd in de groepsverzekering van de tweede pijler voor de contractuele personeelsleden van de lokale besturen? De premies die de tijdelijke handelsvennootschap

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2019/XX- Boekhoudkundige verwerking van gedeeltelijk belastbare kapitaalverminderingen (art. 18 WIB 92) Ontwerpadvies van 3 juli 2019 I. Inleiding 1. Tot

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275C 1/2 Benaming :............ Ondernemingsnummer :... Berekening van de aftrek voor risicokapitaal Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de Fiscaliteit Inkomstenbelastingen

Nadere informatie

FNG NAAMLOZE VENOOTSCHAP Statutaire zetel: Zoetermeer, Nederland. Nederlandse Kamer van Koophandel: (de "Vennootschap")

FNG NAAMLOZE VENOOTSCHAP Statutaire zetel: Zoetermeer, Nederland. Nederlandse Kamer van Koophandel: (de Vennootschap) FNG NAAMLOZE VENOOTSCHAP Statutaire zetel: Zoetermeer, Nederland Nederlandse Kamer van Koophandel: 16014685 (de "Vennootschap") BIJZONDER VERSLAG VAN HET BESTUUR MET BETREKKING TOT HET TOEGESTAAN KAPITAAL

Nadere informatie

Compartiment ACTIVE FIX NEW MARKETS

Compartiment ACTIVE FIX NEW MARKETS Compartiment ACTIVE FIX NEW MARKETS BELANGRIJK BERICHT: In toepassing van artikel 236 2 alinea 5 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles,

Nadere informatie

LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, LUIK BTW BE

LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, LUIK BTW BE LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, 54 4000 LUIK BTW BE 0846.628.569 RPR Luik Jaarverslag van de raad van bestuur aan de gewone algemene vergadering

Nadere informatie

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments...

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments... Page 1 of 5 Home > Résultats de la recherche > Circulaires > Circulaire nr. Ci.RH.231/532.259 (AAFisc Nr. 3/2013) dd. 25.01.2013 Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Personenbelasting

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden De Europese Ministerraad hechtte op 25 juli 1985 zijn goedkeuring

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies Advies van 16 december 2009 I. INLEIDING De Belgische wetgever heeft de grensoverschrijdende fusie, voorzien

Nadere informatie

Sociaal sectoraal pensioenstelsel van de elektriciens Transparantieverslag 2016

Sociaal sectoraal pensioenstelsel van de elektriciens Transparantieverslag 2016 Sociaal sectoraal pensioenstelsel van de elektriciens Transparantieverslag 2016 1. Welke instellingen komen tussen in het beheer van uw aanvullend pensioen? De inrichter van het sociaal sectoraal pensioenstelsel

Nadere informatie

XI. TOEGESTAAN KAPITAAL 239 NV XXX

XI. TOEGESTAAN KAPITAAL 239 NV XXX XI. TOEGESTAAN KAPITAAL 239 NV XXX Home> Artikel 603 Afdeling IV. - Het toegestane kapitaal Onderafdeling I. - Beginselen Artikel 603 De tekst van art. 603 is van toepassing met ingang van 06.02.2001.

Nadere informatie

Managed Funds Balanced Fund 1

Managed Funds Balanced Fund 1 Managed Funds Balanced Fund 1 PENSIOENSPAREN, LANGE TERMIJNSPAREN EN NIET-FISCAAL SPAREN Type levensverzekering Levensverzekering met een rendement dat gekoppeld is aan beleggingsfondsen (tak 23). Waarborgen

Nadere informatie

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten. ViasDFK3 BEDRIJFSREVISOREN

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten. ViasDFK3 BEDRIJFSREVISOREN Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten 1 ViasDFK3 BEDRIJFSREVISOREN INHOUD Inleiding I. Inbreng in natura 1. Inbreng van losse bestanddelen - In hoofde van de inbrenger - In hoofde van de

Nadere informatie

Compartiment ACTIVE FIX EURO EQUITIES

Compartiment ACTIVE FIX EURO EQUITIES Compartiment ACTIVE FIX EURO EQUITIES BELANGRIJK BERICHT: In toepassing van artikel 236 2 alinea 5 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles,

Nadere informatie

NAAMLOZE VENNOOTSCHAP Maatschappelijke zetel: Broekstraat Brussel BTW BE RPR Brussel S T E M M I N G PER B R I E F

NAAMLOZE VENNOOTSCHAP Maatschappelijke zetel: Broekstraat Brussel BTW BE RPR Brussel S T E M M I N G PER B R I E F NAAMLOZE VENNOOTSCHAP Maatschappelijke zetel: Broekstraat 31-1000 Brussel BTW BE 0401.574.852 RPR Brussel S T E M M I N G PER B R I E F Gewone en buitengewone algemene vergaderingen van donderdag 26 april

Nadere informatie

FNG NV Naamloze vennootschap Bautersemstraat 68A 2800 Mechelen. BTW BE RPR Antwerpen - afdeling Mechelen. (de "Vennootschap")

FNG NV Naamloze vennootschap Bautersemstraat 68A 2800 Mechelen. BTW BE RPR Antwerpen - afdeling Mechelen. (de Vennootschap) FNG NV Naamloze vennootschap Bautersemstraat 68A 2800 Mechelen BTW BE 0697.824.730 RPR Antwerpen - afdeling Mechelen (de "Vennootschap") BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR MET BETREKKING TOT HET

Nadere informatie

BELGISCHE BIJLAGE BIJ HET UITGIFTEPROSPECTUS SAINT-HONORE INDE

BELGISCHE BIJLAGE BIJ HET UITGIFTEPROSPECTUS SAINT-HONORE INDE BELGISCHE BIJLAGE BIJ HET UITGIFTEPROSPECTUS SAINT-HONORE INDE Gemeenschappelijk beleggingsfonds (GBF) naar Frans recht overeenkomstig de Richtlijn 85/611/EEG 47, rue du Faubourg Saint-Honoré, 75401 Parijs,

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/2 - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve (Programmawet van 19 december 2014) en de afzonderlijke aanslag op deze liquidatiereserve Advies

Nadere informatie

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus April 2010

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus April 2010 Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus April 2010 ARGENTA-FUND De vennootschap ARGENTA-FUND (hierna "de vennootschap" genoemd) is een beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal ("SICAV") met

Nadere informatie

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten 03.12.2008 1 Inleiding INHOUD I. Inbreng in natura 1. Inbreng van losse bestanddelen - In hoofde van de inbrenger - In hoofde van de inbrenggenietende

Nadere informatie

Compartiment ACTIVE FIX TOP EUROPEAN SECTORS

Compartiment ACTIVE FIX TOP EUROPEAN SECTORS Compartiment ACTIVE FIX TOP EUROPEAN SECTORS BELANGRIJK BERICHT: In toepassing van artikel 236 2 alinea 5 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles,

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN Advies 2009/7 - De boekhoudkundige verwerking van grensoverschrijdende fusies Advies van 15 juli 2009 Trefwoorden Belastingvrije reserves Fiscale aspecten Fusies

Nadere informatie

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302. Inhoudstafel... 1. 1 Voorwerp... 2. 2 Werking in de tijd...

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302. Inhoudstafel... 1. 1 Voorwerp... 2. 2 Werking in de tijd... SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302 Inhoudstafel Inhoudstafel... 1 1 Voorwerp... 2 2 Werking in de tijd... 2 3 Aansluiting... 2 4 De solidariteitsinstelling

Nadere informatie

HOOFDSTUK I - BEHEERSREGLEMENT VAN DE INTERNE BELEGGINGSFONDSEN... 3 HOOFDSTUK II - GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR DE BELEGGINGSFONDSEN...

HOOFDSTUK I - BEHEERSREGLEMENT VAN DE INTERNE BELEGGINGSFONDSEN... 3 HOOFDSTUK II - GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR DE BELEGGINGSFONDSEN... Inhoudstafel HOOFDSTUK I - BEHEERSREGLEMENT VAN DE INTERNE BELEGGINGSFONDSEN... 3 HOOFDSTUK II - GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR DE BELEGGINGSFONDSEN... 3 1. Beheer van de fondsen... 3 2. Regels voor

Nadere informatie

19. Totaal van het niet-hybride eigen vermogen sensu stricto 199

19. Totaal van het niet-hybride eigen vermogen sensu stricto 199 Tabel 42.70 - SAMENSTELLING VAN HET EIGEN VERMOGEN OP GECONSOLIDEERDE BASIS (Art. 14, 15, 87, 87bis van het reglement) 1. Eigen vermogen sensu stricto (art. 14, 1, 1, art. 87 en 87bis+B40) Boekwaarde Code

Nadere informatie

STEMMING PER BRIEFWISSELING

STEMMING PER BRIEFWISSELING AANNEMINGSMAATSCHAPPIJ CFE NV hierna «CFE» Herrmann-Debrouxlaan 40-42 - B-1160 BRUSSEL RPR Brussel : 0400.464.795 STEMMING PER BRIEFWISSELING Gelieve het formulier ingevuld, op elke pagina geparafeerd

Nadere informatie

Naamloze vennootschap Havenlaan Brussel RPR BTW BE

Naamloze vennootschap Havenlaan Brussel RPR BTW BE KBC GROEP Naamloze vennootschap Havenlaan 2 1080 Brussel RPR 0403.227.515 BTW BE 403.227.515 Verslag van de Raad van Bestuur van KBC Groep NV opgesteld overeenkomstig (i) artikel 604, tweede lid van het

Nadere informatie

BEHEERSREGLEMENT beleggingsvorm "Rendementsgarantie+ fonds"

BEHEERSREGLEMENT beleggingsvorm Rendementsgarantie+ fonds BEHEERSREGLEMENT beleggingsvorm "Rendementsgarantie+ fonds" INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING... 3 2. INTRESTVOET... 3 3. WINSTDELING... 3 3.1. Jaarlijkse winstdeling... 4 3.2. "Interim"-winstdeling... 4 4. BELEGGINGSDOELEINDEN...

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten. Ontwerpadvies van 9 september 2015

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten. Ontwerpadvies van 9 september 2015 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten Ontwerpadvies van 9 september 2015 In het kader van een individuele vraagstelling omtrent

Nadere informatie

Bijlage 1 1. INLEIDING EN VERLOOP VAN DE OPDRACHT. Beknopte beschrijving van het verloop van de opdracht 2. DE WAARDERINGS- EN TOEREKENINGSREGELS

Bijlage 1 1. INLEIDING EN VERLOOP VAN DE OPDRACHT. Beknopte beschrijving van het verloop van de opdracht 2. DE WAARDERINGS- EN TOEREKENINGSREGELS Bijlage 1 SCHEMA VAN TYPEVERSLAG OP TE STELLEN INZAKE DE FINANCIELE TOESTAND VAN DE AANVULLENDE VERZEKERING VAN DE LANDSBONDEN, DE ZIEKENFONDSEN EN DE MAATSCHAPPIJEN VAN ONDERLINGE BIJSTAND DIE GEEN VERZEKERINGEN

Nadere informatie

Uitbreiding toepassingsgebied belastingneutrale zetelverplaatsing & andere fiscale bepalingen aangenomen in Parlement

Uitbreiding toepassingsgebied belastingneutrale zetelverplaatsing & andere fiscale bepalingen aangenomen in Parlement Uitbreiding toepassingsgebied belastingneutrale zetelverplaatsing & andere fiscale bepalingen aangenomen in Parlement Na de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft gisteren ook de Senaat diverse fiscale

Nadere informatie

Brussel, 18 november 2004 CIRCULAIRE D. 249 AAN DE VERZEKERINGSONDERNEMINGEN. Betreft : omzetting van :

Brussel, 18 november 2004 CIRCULAIRE D. 249 AAN DE VERZEKERINGSONDERNEMINGEN. Betreft : omzetting van : Prudentiële controle op de verzekeringsondernemingen Brussel, 18 november 2004 CIRCULAIRE D. 249 AAN DE VERZEKERINGSONDERNEMINGEN Betreft : omzetting van : - de richtlijn 2002/12/EG van het Europees Parlement

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN De boekhoudkundige verwerking met betrekking tot de toepassing van de overgangsregeling zoals vermeld in artikel 537 WIB 92 Ontwerpadvies van X november 2013 I. Inleiding

Nadere informatie

Document te versturen aan Befimmo CommVA ten laatste op 19 april 2012. STEMMEN PER CORESPONDENTIE

Document te versturen aan Befimmo CommVA ten laatste op 19 april 2012. STEMMEN PER CORESPONDENTIE Document te versturen aan Befimmo CommVA ten laatste op 19 april 2012. STEMMEN PER CORESPONDENTIE De ondergetekende: Natuurlijk persoon Naam en voornaam: Woonplaats : OF Rechtspersoon Maatschappelijke

Nadere informatie

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt:

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt: De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt: Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet. Artikel 2 Bij het Ministerie

Nadere informatie

BIJLAGE IV: ALGEMENE VOORWAARDEN VAN HET STOCKBONUS PLAN

BIJLAGE IV: ALGEMENE VOORWAARDEN VAN HET STOCKBONUS PLAN BIJLAGE IV: ALGEMENE VOORWAARDEN VAN HET STOCKBONUS PLAN INHOUD 1. Doel... 1 2. Definities... 1 3. Toekenning van het aantal Eenheden... 3 4. Vernietiging... 4 5. Bijzondere gevallen... 4 5.1. Definitieve

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 juni 2005 (24.06) (OR. fr) 10467/05 ECOFIN 220 FIN 223

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 juni 2005 (24.06) (OR. fr) 10467/05 ECOFIN 220 FIN 223 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 juni 2005 (24.06) (OR. fr) 10467/05 ECOFIN 220 FIN 223 INGEKOMEN DOCUMENT van: mevrouw Patricia BUGNOT, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie

Nadere informatie

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus 4 januari 2010

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus 4 januari 2010 Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus 4 januari 2010 ARGENTA FUND OF FUNDS De vennootschap ARGENTA FUND OF FUNDS (hierna de vennootschap genoemd) is een beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal

Nadere informatie

Verslag aan de Koning

Verslag aan de Koning 1. Verslag aan de Koning Sire, Sedert 1 april 2011 is de Nationale Bank van België (hierna: de Bank) bevoegd voor de uitoefening van het prudentieel toezicht op financiële instellingen. Deze bevoegdheid

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/XXX - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve en de afzonderlijke aanslag op deze liquidatiereserve Ontwerpadvies van 4 maart 2015 I. Algemeen

Nadere informatie

2. Wat is het fiscale voordeel?

2. Wat is het fiscale voordeel? 2. Wat is het fiscale voordeel? 2.1. verlaagd tarief behouden Bij twee van de voorwaarden om recht te hebben op het verlaagd tarief, is het kapitaal van belang. Het bedrag van het kapitaal kan van belang

Nadere informatie